Bvs ohd breakunit

21
- - 1 Bedienings- en onderhoudsvoorschriften Breakunit Kenmerk Omschrijving/ Invulinstructie In te vullen door opdrachtnemer Identificatie nummer Identificatienummer Exact aantal cijfers (9) inclusief voorloopnullen Documenttitel Omschrijving document Bedienings- en onderhoudsvoorschriften Geocode Geocode van het gebied waarop de tekening betrekking heeft. Dit metagegeven vormt een eenheid met de km-velden. <Als geocode meerdere keren voorkomt, dan moeten ook de ‘km van’ en ‘km tot meerdere keren gevuld worden!> Kilometer van Dit metagegeven representeert het aantal meters Kilometer tot Dit metagegeven representeert het aantal meters Betreft de tekening een ‘puntobject’ dan bij ‘km tot’ hetzelfde invullen als bij ‘km van’ Locatie Plaatsnaam conform BID00011 Versieletter Laatst uitgegeven as-built versie Datum Datum waarop de wijziging heeft plaatsgevonden (dd-mm-jjjj) Korte omschrijving van de wijziging Referentie naar de wijziging d.m.v. een korte omschrijving van de wijziging of een wijzigingsnummer Projectnaam De naam van het project waarbinnen de tekening is gewijzigd of opgesteld ProRail projectnummer Projectnummer waaronder de opdrachtgever opdracht heeft verleend Opdrachtnemer Bedrijfsnaam van de opdrachtnemer die de tekening heeft opgesteld of gewijzigd VolkerRail Status Status van het opgeleverde document Keuze uit: ‘To-build’, ‘As-built’ en ‘Vervallen’ IDS of revisie- datum Datum waarop de beschreven infrastructuur feitelijk in dienst zal gaan. Indien er geen IDS datum van toepassing is, dan de revisiedatum invullen (dd-mm-jjjj) Documenttype Documenttype conform BID00007 Bedienings- en onderhoudsvoorschriften

Transcript of Bvs ohd breakunit

Page 1: Bvs ohd breakunit

- - 1

Bedienings- en onderhoudsvoorschriften Breakunit

Kenmerk Omschrijving/ Invulinstructie In te vullen door opdrachtnemer

Identificatie nummer

Identificatienummer

Exact aantal cijfers (9)

inclusief voorloopnullen

Documenttitel Omschrijving document Bedienings- en onderhoudsvoorschriften

Geocode Geocode van het gebied waarop de tekening betrekking heeft. Dit metagegeven vormt een eenheid met de km-velden.

<Als geocode meerdere keren voorkomt, dan moeten ook de ‘km van’ en ‘km tot meerdere keren gevuld worden!>

Kilometer van Dit metagegeven representeert het aantal meters

Kilometer tot Dit metagegeven representeert het aantal meters

Betreft de tekening een ‘puntobject’ dan bij ‘km tot’ hetzelfde invullen als bij ‘km van’

Locatie Plaatsnaam conform BID00011

Versieletter Laatst uitgegeven as-built versie

Datum Datum waarop de wijziging heeft plaatsgevonden (dd-mm-jjjj)

Korte omschrijving van de wijziging

Referentie naar de wijziging d.m.v. een korte omschrijving van de wijziging of een wijzigingsnummer

Projectnaam De naam van het project waarbinnen de tekening is gewijzigd of opgesteld

ProRail projectnummer

Projectnummer waaronder de opdrachtgever opdracht heeft verleend

Opdrachtnemer Bedrijfsnaam van de opdrachtnemer die de tekening heeft opgesteld of gewijzigd

VolkerRail

Status Status van het opgeleverde document Keuze uit: ‘To-build’, ‘As-built’ en ‘Vervallen’

IDS of revisie-datum

Datum waarop de beschreven infrastructuur feitelijk in dienst

zal gaan. Indien er geen IDS datum van toepassing is, dan de revisiedatum invullen (dd-mm-jjjj)

Documenttype Documenttype conform BID00007 Bedienings- en onderhoudsvoorschriften

Page 2: Bvs ohd breakunit

- - 2

Breakunit

Bedienings- en onderhoudsvoorschriften

Page 3: Bvs ohd breakunit

- - 3

Inhoud

Algemeen .............................................................................................................................. 4

Symbolenlijst ........................................................................................................................ 5

Opzet en werking van de installaties .................................................................................... 6

Omschrijving .......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Opzet en werking van de installatie ..................................................................................... 6

Optische signalering ......................................................................................................... 9

Groene LED ................................................................................................................... 9

Rode LED ....................................................................................................................... 9

Reset-knop .................................................................................................................... 9

Periodieke inschakeling .................................................................................................. 10

Installeren ....................................................................................................................... 10

Inbedrijfstellen ............................................................................................................... 11

Na regelen ...................................................................................................................... 12

Drukregeling ................................................................................................................... 12

Afstellen van de voordrukbeveiliging ............................................................................. 12

Membraandrukvat .......................................................................................................... 13

Aantal pompen instellen ................................................................................................ 13

Lijsten van toegepaste materialen, apparatuur met instelgegevens en opgave van

leveranciers ........................................................................................................................ 14

Grundfos onderbrekingsinstallatie ................................................................................. 14

Keerklep .......................................................................................................................... 14

Prefab omkasting ............................................................................................................ 15

Onderbak ........................................................................................................................ 15

Druksensor en –manometer........................................................................................... 15

Voorloopvat en vlotter ................................................................................................... 16

Magneetklep ................................................................................................................... 16

Page 4: Bvs ohd breakunit

- - 4

Algemeen

Alvorens de installatie te installeren en in bedrijf te stellen dienen deze instructies zorgvuldig

te worden gelezen.

Het installeren dient zowel elektrisch als waterzijdig uitgevoerd te worden in overeenstemming

met de plaatselijke voorschriften en volgens de regels van goed vakmanschap.

De pompen zijn geschikt voor het verpompen van waterige vloeistoffen, die niet corrosief

van aard zijn, niet ontvlambaar zijn en geen vezelige bestanddelen bevatten.

In deze handleiding zijn alleen de standaard gebruikte componenten beschreven.

Page 5: Bvs ohd breakunit

- - 5

Symbolenlijst

Waterwerken symbolen:

Elektrische symbolen:

Page 6: Bvs ohd breakunit

- - 6

Opzet en werking van de installaties

Omschrijving

Grundfos drukverhogingsinstallaties zijn automatisch werkende pompinstallaties, t.b.v.

het verpompen van drinkwater en proceswater uit het openbare drinkwaterleidingnet.

De installaties voldoen aan de eisen en richtlijnen volgens NEN 1006 en de door het

VEWIN uitgegeven werkbladen.

De elektrische besturing voldoet aan de NEN 1010.

De installatie bestaat uit drie pompen, waarvan één reserve pomp is. De installatie betrekt het water

via een onderbrekingsreservoir. Afhankelijk van de waterdruk in het verbruiksnet, worden de pompen,

met behulp van een drukopnemer, belastingafhankelijk aan/uit geregeld.

Het membraanexpasievat dient om, in samenwerking met de in de besturing geregelde

minimale bedrijfstijden van de pompen, de schakelfrequentie van de pompen te begrenzen.

Voorts voorkomt het vat grote en snelle drukvariaties op het verbruiksnet.

Opzet en werking van de installatie Als gevolg van waterafname zal de druk in het verbruiksnet dalen. Daalt de druk onder

de ingestelde waarde, dan start een eerste pomp. Blijft de druk onder de gewenste waarde,

veroorzaakt door een verbruik groter dan de capaciteit van één pomp, dan wordt na

5 seconden een tweede pomp gestart, enz.

Andersom, indien het verbruik afneemt, zal de druk stijgen en worden de uitschakeldrukken

bereikt, waardoor de pompen afschakelen. Zie figuur 1.

Nadat de uitschakeldruk is bereikt, zal de pomp worden uitgeschakeld indien de minimale

bedrijfstijd voor deze pomp is verstreken. De minimale bedrijfstijd is vast en bedraagt

90 seconden, de interval tijd tussen de pompen bedraagt 5 seconden.

De schakeldifferentie voor de pompen is een percentage van het meetbereik van de

Page 7: Bvs ohd breakunit

- - 7

opnemer, bij een opnemer met een meetbereik van 10 bar geldt:

Pomp 1 = 7,2 % = 7,2 mWk.

Pomp 2 = 5,2 % = 5,2 mWk.

Pomp 3 = 3,6 % = 3,6 mWk.

N.B. De druk in het verbruiksnet , dus na de installatie, is altijd de som van de heersende

voordruk en de door de pomp geleverde druk bij het actuele bedrijfspunt.

B.v.: Voordruk = 250 kPa, Pompdruk = 200 kPa dan is de installatiedruk 450 kPa.

Dit betekent, dat gedurende de minimale bedrijfstijd de druk in het verbruiksnet

hoger kan liggen dan de gewenste uitschakeldruk.

N.B. Is de voordruk hoger dan de ingestelde inschakeldruk, dan komt de installatie

niet in bedrijf. Wel zorgt de periodieke inschakelfunctie ervoor dat de pompen

niet vast gaan zitten.

Pompwisseling

Een automatische pompwisseling treed op indien er een pomp wordt bij- of afgeschakeld,

hierdoor zal bij een volgend inschakelkommando de pomp welke gedurende de langste

periode uit bedrijf geweest is worden ingeschakeld, bij een uitschakelcommando zal de

pomp, welke gedurende de langste periode in bedrijf geweest is, worden uitgeschakeld.

De pompvolgorde is, na het inschakelen van de spanning, altijd Pomp 1, Pomp 2, Pomp 3.

Het aantal bedrijfsuren wordt op deze manier verdeelt over het aantal beschikbare pompen

inclusief de reserve pomp.

Page 8: Bvs ohd breakunit

- - 8

Motorbeveiliging

Alle motoren worden beveiligd door middel van

een motorbeveiligingsschakelaar, deze kan tevens

gebruikt worden als bedieningsschakelaar om bijvoorbeeld

een pomp uit bedrijf te schakelen, dit

kan bijvoorbeeld nodig zijn bij een defecte pomp,

in figuur 2 is dit aangegeven met P1, P2 en P3.

Bij het uitschakelen van een motorbeveiligingsschakelaar

door overbelasting of door handmatige

uitschakeling, wordt een storing, zowel optisch op

de Booster Controller als via de externe storingssignalering

door middel van een potentiaalvrij

uitgangscontact, gemeld.

Bij storing aan één van de pompen, wordt automatisch

overgeschakeld naar een volgende pomp.

Om bij een handmatige uitschakeling toch gebruik

te kunnen maken van de externe storingssignalering,

kan de huidige storing worden geaccepteerd

door op de resetknop te drukken. Een storing

welke daarna optreedt wordt dan weer via de

externe storingssignalering gemeld.

Voordruk en laagwaterbeveiliging

Bij aansluiting op een onderbrekingsreservoir schakelt de

laagwaterbeveiliging de unit

uit bij te lage waterstand, waarbij ook het storingssignaal gaat

branden. Op deze wijze

wordt voorkomen, dat de pompen drooglopen.

De overbruggingstijd van deze beveiliging bedraagt

5 seconden.

Page 9: Bvs ohd breakunit

- - 9

Optische signalering

De optische signalering wordt verzorgt door een rode

en een groene LED op de Booster Controller (zie

figuur 4).

Groene LED

De groene LED dient voor de signalering van de

bedrijfs-status en brandt continu als één of meerdere

pompen in bedrijf zijn.

Deze LED knippert indien er geen pomp in bedrijf

is, er geen voordruk- of laagwater-storing is en er

tenminste één pomp bedrijfsgereed is.

Rode LED

Deze rode LED dient voor de storingssignalering en

wordt gelijktijdig met de externe

potentiaalvrije uitgang geactiveerd bij een thermische

storing van de motoren of een

voordruk- c.q. laagwater-storing.

Reset-knop

Een voordrukstoring kan worden gereset, indien

de voordruk weer is gestegen tot boven

de inschakeldruk van de voordrukschakelaar

of dat het niveau in het voorloopreservoir is

verhoogd tot boven het laagwater niveau (zie

figuur 4).

Een thermische motorstoring dient te worden

gereset door het inschakelen van de betreffende

motorbeveiligingsschakelaar en

het daarna resetten met de resetknop op de

Booster Controller. Het alleen resetten met

de resetknop, geeft dat de storing wordt geaccepteerd, zodat meerdere storingen welke

optreden alsnog worden gesignaleerd, maar de betreffende pomp buiten bedrijf blijft.

Page 10: Bvs ohd breakunit

- - 10

Periodieke inschakeling

Deze functie zorgt ervoor dat de pompen welke, de laatste 24 uur niet in bedrijf geweest

zijn, 10 seconden na elkaar gedurende 1 seconde in bedrijf komen.

De 24 uurs timer wordt gestart op het moment dat de voedingsspanning wordt ingeschakeld

Installeren

Zowel het waterzijdig als elektrisch installeren, dient door bevoegde installateurs te worden uitgevoerd volgens de geldende richtlijnen en voorschriften van de waterleiding-

en elektriciteitsbedrijven.

Het elektrisch schema bevindt zich in het besturingspaneel.

De installatie dient opgesteld te worden in een ruimte, die vorst- en vochtvrij is.

De installatie waterpas opstellen.

Voldoende ruimte rond de unit, zodat deze goed toegankelijk is en voldoende verlichting

i.v.m. onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.

De installatie bij voorkeur op trillingdempers opstellen. Leidingen spanningvrij aansluiten,

bij voorkeur met behulp van leidingcompensatoren en stopafsluiters.

(Grundfos kan trillingdempers, leidingcompensatoren en afsluiters leveren.)

In de opstellingsruimte dient een afvoerputje aanwezig te zijn.

!WAARSCHUWING: Alvorens de voeding op het besturingspaneel

aan te sluiten, dient de voedingsspanning in

de verdeelkast te worden uitgeschakeld.

Ook dient te worden gecontroleerd of de

voedingsspanning overeenkomt met hetgeen

vermeld staat op de typeplaat in het besturingspaneel.

Voor controle van de draairichting van

de elektromotoren dienen de pompen eerst

ontlucht te worden.

Page 11: Bvs ohd breakunit

- - 11

Inbedrijfstellen

Let op! Grundfos pompen zijn voorzien van een mechanische

asafdichting. Om beschadiging te voorkomen is het noodzakelijk

voor het proefdraaien (om o.a. de draairichting te controleren)

de pompen met water te vullen en via de ontluchtingsnippel

te ontluchten (zie ook de bijgesloten bedrijfsinstructie van de

pompen).

Raadpleeg de VEWIN werkbladen m.b.t. het installeren

1. Hoofdschakelaar staat “uit” (“O”).

2. Sluit de pers- en zuigafsluiters aan de pompen en open de gemeente waterleidingtoevoer.

3. Belangrijk: Open de ontluchtingsnippels op de pompen en ontlucht deze door de

zuigafsluiter van elke pomp nu voorzichtig open te draaien. Indien er

geen lucht meer mee komt met het water, kunnen de ontluchtingsnippels

dichtgedraaid worden.

4. Open de zuigafsluiters van de pompen helemaal.

5. Verwijder een koppelingbeschermer per pomp met behulp van een schroevedraaier

en draai de pomp met de hand, om te controleren of de pomp vrij draait.

6. Controleer of de motorbeveiligingsschakelaars aan de binnenkant van het besturingspaneel

op “AAN” staan (zie figuur 2). Het besturingspaneel kan alleen worden geopend

indien de hoofdschakelaar op “uit” (“0”) staat.

!WAARSCHUWING: Verwijder de koppelingbeschermers nooit bij

draaiende pompen.

7. Sluit het besturingspaneel en zet de hoofdschakelaar op “aan” (“I”).

8. Reset de voordrukstoring (of laagwaterstoring) op de Booster Controller, deze is

toegankelijk door het frontraam op het besturingspaneel (zie figuur 2).

9. Controleer of de pompen de juiste draairichting hebben, nadat de spanning is ingeschakeld

zal er een pomp starten. De juiste draairichting staat aangegeven op de

motorkop en het motorlantaarnstuk. Alle motoren zijn met gelijke draairichting

aangesloten op het besturingspaneel, zodat bij verkeerde draairichting twee fase van

de voedingskabel dienen te worden verwisseld.

Let op ! Eerst de hoofdschakelaar op “uit” (“0”) zetten en voedingsspanning

in de verdeelkast afschakelen, alvorens de draairichting

te wijzigen.

10. De koppelingbeschermers weer aanbrengen.

11. Open alle persafsluiters.

12. Zet de hoofdschakelaar weer op “aan” (“I”).

Page 12: Bvs ohd breakunit

- - 12

Na regelen

Belangrijk : De fabrieksinstelling is weergegeven op de typeplaat op het besturingspaneel.

Soms is het nodig de fabrieksinstelling te wijzigen en aan te passen aan de heersende

bedrijfsomstandigheden.

Handel als volgt:

Opmerking : Door de cycluswisseling zal na een uitschakeling niet dezelfde pomp

weer inschakelen, doch een volgende.

Gebruik geïsoleerd gereedschap voor het afstellen.

Drukregeling

Schakel alle motorbeveiligingsschakelaars op “aan” (“I”), en stel de gewenste druk

op 100 % in door middel van de setpoint instelling op de Booster Controller. Het

besturingspaneel kan alleen worden geopend, indien de hoofdschakelaar op “uit”

(“0”) staat.

Sluit de persafsluiter naar het verbruiksnet.

Zet de hoofdschakelaar op “aan” (“I”).

Laat de druk oplopen tot de gewenste waarde en schakel de hoofdschakelaar op“uit” (“0”).

Indien de druk te hoog is laat deze dan middels het aftapkraantje dalen tot de gewenste

waarde.

Stel de gewenste druk op 0 % in door middel van de setpoint instelling op de Booster

Controller.

Schakelde hoofdschakelaar op “aan” (“I”) en wacht 20 seconden.

Stel nu langzaam de setpoint instelling omhoog totdat net één pomp inschakelt.

De drukregeling is nu correct afgesteld.

Open de persafsluiter naar het verbruiksnet.

Afstellen van de voordrukbeveiliging

Draai de drukinstelschroef op de onderdrukschakelaar

rechtsom tot ruim boven de gewenste

inschakeldruk. Draai de drukverschilknop

maximaal (linksom) (zie figuur 5).

Sluit de kraan in de stuurleiding naar de

onderdrukschakelaar en open het aftapkraantje,

zodat de druk op de manometer geheel wegvalt.

Page 13: Bvs ohd breakunit

- - 13

Sluit het aftapkraantje en laat met behulp van de stopkraan de druk oplopen tot de gewenste

inschakeldruk, b.v. 15 mwk.

Draai nu de drukinstelschroef op de onderdrukschakelaar linksom, totdat de drukschakelaar

klikt (schakelt).

Hierna door middel van de aftapkraan de druk laten dalen tot b.v. 5 mwk. De

drukverschilknop

terugdraaien, totdat deze schakelaar weer klikt (schakelt).

Hierna de stopkraan geheel openen en de voordrukstoring resetten d.m.v. de resetknop

op het front van de besturing.

Membraandrukvat

Controle/afstelling van de voordruk in het membraandrukvat.

De druk in het vat dient ca. 80 % van de gewenste druk te bedragen.

Voorbeeld : De gewenste druk ingesteld door middel van de setpoint instelling op de

Booster Controller bedraagt 37 mWk., dan wordt het vat op

0.8 x 37 30 mWk. ingesteld.

Om dit te controleren moet de afsluiter tussen schakeldrukvat en installatie dichtgezet

worden en het vat worden afgetapt. (Koppeling tussen vat en afsluiters oplossen en vat

waterzijdig leeg laten lopen). Daarna met behulp van een bandenspanningsmeter de

voordruk controleren en zonodig afblazen of bijvullen.

Aantal pompen instellen

De Booster Controller is standaard geschikt voor een twee en drie pomps installatie. Om

deze reden dient de Booster Controller op het juiste type installatie te zijn ingesteld: Namelijk 2

pompen.

Voordat deze instelling gecontroleerd c.q. veranderd wordt, dient eerst de hoofdschakelaar

op “uit” (“0”) te worden gezet.

In figuur 4 wordt aangegeven waar de steker dient te worden geplaatst om de Booster

Controller op het juiste type installatie in te stellen. Deze steker bevindt zich aan de

achterzijde van de Booster Controller, de controller dient hiervoor uit zijn voet te worden genomen.

Page 14: Bvs ohd breakunit

- - 14

Lijsten van toegepaste materialen, apparatuur met

instelgegevens en opgave van leveranciers

Grundfos onderbrekingsinstallatie

De installatie is ontworpen en gebouwd conform de Machinerichtlijn EG-89/392

Isolatieklasse motoren :F

Fabrikaat: Grundfos

Bestelnumer: 91071148

Keerklep

Fabrikaat: Grundfos

Bestelnumer: 91040184

Page 15: Bvs ohd breakunit

- - 15

Prefab omkasting

Fabrikaat: VolkerRail

Bestelnumer: 411338-BO-WB-600-87

Materiaal: Sandwichpanelen

Afmeting uitwendig: 2240 x 2240 mm, dakhoogte 1100mm

Kleur buitenzijde RAL 6005 (Groen)

Kleur binnenzijde RAL 9016 (Wit)

Onderbak

Fabrikaat: VolkerRail

Bestelnumer: 411338-BO-WB-600-88

Materiaal: polyetheen

Afmeting uitwendig: 2240 x 2240 x 800mm

Druksensor en –manometer

Druksensor

Fabrikaat: Danfoss

Bestelnumer: MBS 3000

Manometer:

Fabrikaat: Grundfos

Bestelnumer: 91071148

1. Druksensor

2. Manometer

1

2

Page 16: Bvs ohd breakunit

- - 16

Voorloopvat en vlotter

Voorloopvat

Fabrikaat: Grundfos

Bestelnumer: 91071148

Vlotter:

Fabrikaat: Berluto

Bestelnumer: 000505

Magneetklep

Fabrikaat: Danfoss

Bestelnumer spoel: 042N7801

Bestelnumer klep: EV220B32

Page 17: Bvs ohd breakunit

- - 17

Onderhoudsvoorschriften

Algemeen

Preventief onderhoud verhoogt de bedrijfszekerheid en maakt de kosten van de

drukverhogingsinstallatie

beheersbaar. Het verlengt ook de levensduur van de installatie aanmerkelijk en dringt de

kosten voor ad hoc reparaties sterk terug.

Het is daarom noodzakelijk om twee maal per jaar de installatie te inspecteren en te controleren op

juiste werking,

zonodig opnieuw af te regelen en indien nodig onderdelen te vervangen.

Veiligheid

Let op! In het algemeen geldt dat bij het werken aan de pompen en/of

het besturingspaneel, de voedingsspanning moet zijn afgeschakeld.

Zolang de hoofdschakelaar “in” staat bestaat de kans

dat de pompen in bedrijf komen.

Let op! Mochten de pompen langere tijd tegen gesloten pers hebben

gedraaid, dan kan de pomp heet zijn en bestaat er gevaar van

verbranding. Ontluchtingsventielen op de pomp alleen openen

met koud medium.

Controlepunten

Leidingwerk

Pompen

Motoren en lagers

Gangbaarheid afsluiters

Keerkleppen

Drukopnemers, manometers

Membraam drukexpansievat

Voorlooptank en vlotter

Drukregelaar

Besturingspaneel en regeling

Page 18: Bvs ohd breakunit

- - 18

Documentatie van toegepaste apparatuur met

garantieverklaringen

Page 19: Bvs ohd breakunit

- - 19

Overzicht revisitekeningen

Page 20: Bvs ohd breakunit

- - 20

Overzicht revisietekeningen

135wb50

Overzichtstekening Breakunit

Schema Breakunit

Page 21: Bvs ohd breakunit

- - 21

Meerjaren onderhoudsraming

Inspectie Onderdeel

Aantal p/j

Punten van inspectie In geval defect

Leidingwerk

2 Controle op lekkages, indien nodig de afdichtingen en de verbinding

opnieuw aanbrengen en/of het compleet vernieuwen van de

afdichtingen;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Onmiddellijk

herstellen

Pompen

2 Lekkages en op het correct werken van de pompen;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen;

Onmiddellijk

herstellen Motoren en

lagers 2 Buitensporige geluiden van de pompmotor en de lagers;

Testen, meten en instellen van: Energieverbruik/thermische

beveiliging

Onmiddellijk

herstellen

Gangbaarheid

afsluiters 2 Controle op de werking: door het openen en sluiten van de klep.

Controle op lekkages, indien nodig de afdichtingen de verbinding

opnieuw aanbrengen en/of het compleet vernieuwen van de

afdichtingen;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Onmiddellijk

herstellen

Keerkleppen

2 Controle op de werking m.b.v. een flowmeter

Controle op lekkages, indien nodig de afdichtingen de verbinding

opnieuw aanbrengen en/of het compleet vernieuwen van de

afdichtingen;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Onmiddellijk

herstellen

Drukopnemers,

manometers

2 Juiste indicatie van de druk;

(draad)verbindingen;

Bevestiging: trillingvrij en verbindingen niet naar boven;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Onmiddellijk

herstellen

Membraam

drukexpansievat

2 Lekkages en Controle op correcte werking;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen;

Controleren van de voordruk, indien nodig op de juiste druk

brengen.

Onmiddellijk

herstellen

Voorlooptank en

vlotter

2 Controle op lekkages, indien nodig de afdichtingen de verbinding

opnieuw aanbrengen en/of het compleet vernieuwen van de

afdichtingen;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Controleren op aanslag: indien nodig schoonmaken.

Vlotterafsluiter controleren op werking

Onmiddellijk

herstellen

Magneetklep 2 Controle op de werking;

Controle op lekkages, indien nodig de afdichtingen de verbinding

opnieuw aanbrengen en/of het compleet vernieuwen van de

afdichtingen;

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Onmiddellijk

herstellen

Drukregelaar

2 Controle op lekkages, indien nodig de afdichtingen de verbinding

opnieuw aanbrengen en/of het compleet vernieuwen van de

afdichtingen;

Controleren op vervuiling: indien nodig nieuw cartrige.

Beschadigingen en corrosie: indien nodig herstellen.

Vervangen

Besturingspaneel

en regeling

2 Controle op de werking;

Controle op sporen van oververhitting. Beschadigde

componenten

herstellen