Btl Bomenboekje 171208b

20
bewaarboekje de BTL visie richtlijnen en kengetallen voor boombeheer

Transcript of Btl Bomenboekje 171208b

Page 1: Btl Bomenboekje 171208b

bew

aarb

oekj

e

de BTL visie richtlijnen en kengetallen voor boombeheer

Page 2: Btl Bomenboekje 171208b

Cyclisch boombeheerde beheerder centraal

Doel

Voldoen aan zorgplicht Voordelen plukken waardevol bomenbestand Effectief beheer dat aansluit bij het beleid

Economisch haalbaar: Duurzaam ≠ Duur Realistisch Voorspelbaar Cyclisch

Voordelen

Behouden bomen op beeld: Vooruitwerken in plaats van Ad Hoc

Verkleinen snoeiingrepen Financieel voorspelbaar Creëert duidelijkheid en helpt beslissen Werk wordt uitbesteedbaar Verminderen klachten

Bomen

- Verhoogde zorgplicht

- Onderzoeksplicht

Niet in orde In orde

Met beide benen op de grond en de boom als basis

- Plaatsbepaling

- Inventarisatie

Do

Opname

- Overzicht

- Inzicht

Plan

Systeem

Zorgplicht:

- Veiligheid

- Onderhoud

Check

Inspectie

- Planning

- Budget

Act

MaatregelenOnderzoekBeheerder

Page 3: Btl Bomenboekje 171208b

Waardebepaling en Schadetaxatiesvolgens de richtlijnen van de methode NVTB 2007

De methode NVTB is ontwikkeld voor monetaire boomwaar-debepalingen en schadetaxaties bij bomen. De waardebere-kening is primair gebaseerd op de aanplant- en onderhouds-kosten en houdt rekening met afschrijving vanaf het moment dat de boom zijn beoogde functie vervult.

De vraag die centraal staat: Hoeveel kost het om ter plaatse een zelfde boom (opnieuw) te laten groeien?

Bij de schadebepaling wordt op basis van bijvoorbeeld levensduurverkorting, afname in functievervulling en/of de toegenomen beheerkosten een specifiek schadebedrag toegekend. Het is raadzaam hierbij een geregistreerd taxateur van bomen in te schakelen. BTL Bomendienst heeft geregistreerde boomtaxateurs in dienst, versterkt door inschrijving bij het Verenigd Register Taxateurs.

Schematische weergave basis afschrijvingsmodel Boomwaarde Methode NVTB 2007

Leeftijd Functievervulling Huidige Leeftijd

Huidige Boomwaarde

Boomwaarde bij Functievervulling

Afschrijving

Boo

mw

aard

e

Leeftijd

Boomwaarde na Aanplant en nazorg

Page 4: Btl Bomenboekje 171208b

Verplanten van bomenalgemene richtlijnen

Selectie van de bomen en beoordeling verplantbaarheid

Diameter in cm op 1,3 m boven maaiveld, en boomhoogte in meter

Sommige soorten laten zich beter verplanten dan andere Conditie boom moet minimaal voldoende zijn Stam en kroon mogen geen ernstige

stabiliteitsbedreigende gebreken hebben Er moeteen kluit gemaakt kunnen worden Ligging kabels/leidingen op huidige en

toekomstige groeiplaats Controle bodemopbouw op huidige en

toekomstige groeiplaats

Bepalen verplantmethode (Optimal, Newman frames of Palletmethode)

Grootte van de boom en kluit Bereikbaarheid en ligging kabels en leidingen rooiplaats

en nieuwe plantplaats Transportroute en –methode

Voorbereiden op de verplantactie

Doel is creëren compacte, goed doorwortelde kluit, om slagingskans van verplanten te vergroten

1, 2 of 3 jaar voor verplanten, door het (in gedeeltes) vrijgraven of rondsteken van de kluit

Controle nieuwe bomen bij aflevering

Doorgaande spil Minimaal 4 gesteltakken, gelijk verdeeld en maximaal

3 jaar oud Geen grote snoeiwonden Geen uitgedroogde of bevroren kluit Wortels langs de kluit netjes afgestoken, niet afgescheurd

Page 5: Btl Bomenboekje 171208b

Kwaliteit en inrichting van de nieuwe groeiplaats

Bodemprofiel (structuur, opbouw, verdichting): bodem opbouw moet compatibel zijn

Berekenen benodigde/beschikbare hoeveelheid doorwortelbare ruimte

Bepalen voedingstoestand aanwezige grond, eventueel verbeteren grond tijdens verplanten

Bepalen geschiktheid waterhuishouding nieuwe groeiplaats en waterbehoefte boom

Eventuele aanleg specifieke groeiplaatsconstructie Kostenindicatieverplanten inclusief verankeren, prijzen per boom

Stamdiameter (cm)

10-20 20-30 30-40 40-50

Voorbereiden (in E)

250 300 400 550

Verplantmachine (in E)

325 650 1.400 n.v.t.

Newman (in E)

900 1.500 2.250 3.500

Nazorg (in E)

225 350 475 600

Exclusief bijkomende werkzaamheden zoals grondverbetering, verkeersvoorzieningen e.d. Gedetailleerde prijs op aanvraag. Grotere exemplaren, (na vooronderzoek) prijzen op aanvraag

Opmerking

Met relatief eenvoudige en betaalbare technieken kunnen loofbomen met een stamomtrek tot 150 cm met een hoge kans van aanslaan verplant worden

Juist het verplanten van relatief jonge bomen (investeringen reeds gedaan, opbrengsten nog niet genoten) is zeer kostenefficiënt

Page 6: Btl Bomenboekje 171208b

Nazorg

Water geven Controle en registratie hergroei boven- en ondergronds Eventueel bemesten Correctiesnoei

Indicatie waterbehoefte per week

Normaal weer 1 x per week 6 l/cm/dbhDroog weer 1 x per week 12 l/cm dbh

Bodemlucht samenstelling bij nazorg (tijdens groeiseizoen)

O2 Goed 16-20 % Normaal in GS 12-16 % Waarschuwing 10-12 % Te laag < 10 %

CO2 In orde 1 % Normaal in GS 1-6 % Te hoog > 6 %

CH4 0 %

Naarmate de diepte in het profiel toeneemt, neemt O2 af, dat is normaal. Meet daarom met name in de beworte-lingszone

Bij nieuwe plantplaatsen zal door verhoogde activiteit van bacteriën in het dood organisch materiaal het zuurstofge-halte altijd lager zijn

Laag O2 is dan niet altijd oorzaak van te dichte verharding. Dit stabiliseert op den duur

In het groeiseizoen is 10-12% nog net acceptabel. Daar-voor (feb-mrt) niet! Het percentage O2 zal dan namelijk bij de eerste bodem- en wortelactiviteit snel onder de 12% zakken

Bomen gaan dood bij O2 gehaltes van minder dan 10% in het groeiseizoen

De mogelijkheid van bomen om op anaërobe verbranding over te gaan in de wortels varieert per soort en is eindig

Bacteriën gaan pas bij minder dan 1 of 2% O2 op anaërobe omzetting over (komt CH4 en/of H2S bij vrij)

Paarse vlekken op wortels: zuurstoftekort

extra aandacht voor de verplante boom

Page 7: Btl Bomenboekje 171208b

Bomen en watereenvoudig watermodel

Kengetallen Nederlandse vochtbalans

Vochtvoorraad in het profiel aan het einde 200 l/m3

van de winterNeerslag 350 l/m2 Afhankelijk van de doorlaatbaarheid van de verharding kan daar 10-50% van afstromen en dus uiteindelijk niet beschikbaar zijn voor de boom!Nalevering capilaire werking 90 l/m2 Nalevering door capilaire werking is afhankelijk

van de grondwaterstanden en het type profiel (contactprofiel, hangwaterprofiel, grondwaterprofiel)

Verbruik van een gemiddelde boom 640 l/m2 kroonprojectie

VERSCHIL tussen beschikbaar en verbruik bepaalt het tekort of overschot aan water voor de boom.

water geven OK probleem

te droog te droog- veldcapaciteit- te nat veldcapaciteit verzadigd

Zandgrond < 2% 2 - 9% 9 - 41% > 41%

Zavel < 10% 10 - 32% 33 - 50% > 50%

Kleigrond < 35% 35 – 51% 51 - 58% > 58%

Verbruik

Aanvulling uit neerslagVochtvoorraad

Capilaire werking

Neerslag

BES

CHIK

BA

AR

VERB

RuIK

Page 8: Btl Bomenboekje 171208b

Groeiplaatsverbeteringgezonde wortels, gezonde groei

Diagnoseschema groeistoornissen

Probleem Boom groeit niet goed, heeft klein en/of lichtgekleurd blad, laat vroegtijdig blad vallen, vormt dode twijgen, etc.

Diagnose Er is sprake van een groeistoornis. Voor 99% van de gevallen is er een oorzaak te vinden in de ondergrondse groeiomstandigheden. In de overige gevallen kan er sprake zijn van aantastingen van parasitaire schimmels of insecten.

Actie uitvoeren onderzoek ondergrondse situatie (zie ‘Groeivoorwaarden’) en vaststellen oorzaak. Indien eigen capaciteit of kennis niet toereikend is, schakel dan BTL Bomendienst in.

Oplossing Verschillende groeiplaatsverbeterende maatregelen mogelijk, met verschillen in effect en duurzaamheid (zie schema), voor die locatie en die specifieke boom. Effect

Duurzaamheid

Vloeibare bemesting

Niets doen

Anorganische bemesting Organische bemesting

uitwisselen of doorspitten met humeus mengsel

Ventilatiesysteem

Wortelpijlers met humeus mengsel

Drainage

Mulchen

Beluchten

Page 9: Btl Bomenboekje 171208b

Belangrijke afwegingen

Kiezen voor een tijdelijke maatregel (b.v. bemesten) of een duurzame maatregel (b.v. uitwisselen)

Ontwerpen voor verharde of onverharde groeiplaatsen (van bomenzand tot draagconstructies met 2e maaiveld)

Afweging aangebrachte wortelschade juist dóór de verbe-tering tegen het verbeteren van de groei van de boom.

BCB

De BCB is een machine waarmee met perslucht verdichtingen opgeheven worden en voedingsstoffen en organisch materi-aal in de bodem gebracht worden. BTL Bomendienst beschikt over deze machine.

Mycorrhiza’s

De betekenis van mycorrhiza’s (wortelschimmels) voor bomen is inmiddels onomstotelijk bewezen. In de meeste gevallen zullen de nodige mycorrhiza’s al bij de boom aanwezig zijn. Specifieke analyses geven een indicatie van de conditie van, en de aanwezige soorten mycorrhiza’s. Algemeen kan worden gesteld dat maatregelen ook gericht moeten zijn op het verbeteren van de groeiomstandig-heden van mycorrhiza’s. In uitzonderlijke gevallen kunnen boomsoortspecifieke mycorrhizamengsels uit inheems materiaal samengesteld en toegevoegd worden om ontbrekende soorten aan te vullen.

Page 10: Btl Bomenboekje 171208b

Groeivoorwaardenpraktische streefwaarden

Aspect Streefwaarde Meetmethode Praktische benadering

Bodemdichtheid

Zuurgraad(boomsoortafhankelijk)

Zoutbelasting doorchloride

Bodemlucht (zie ook na-zorg bij verplanten bomen)

Penetrometer of penetrograaf

Laboratoriumtest ofveldtestset

Laboratoriumtest

Gas-zuurstof meetapparatuur

Het in de bodem drukken van een stalen pen moet ge-makkelijk kunnen, het boren met een grondboor mag niet te veel bodemweerstand opleveren (ervaring)

Niet anders te bepalen

Voorkomen zoutschade door beperken van pekelstrooien. Strooisellaag kan als eventuele buffer toegepast worden

Bodem mag niet stinken of blauw zijn. Dode wortels wijzen vaak op zuurstofgebrek. Daling zuurstofgehalte in voor-jaar tot 12% kan voorkomen (biologische bodemactiviteit)

Tot 3 MPa

pH 3,5 tot 7,5

EC van max. 1,5 mS;C-cijfer van max. 2

Minimaal 12%zuurstof (O2)Geen methaangas (CH4)

Aspect Streefwaarde Meetmethode Praktische benadering

Doorwortelbare ruimte

Levensduur Groeiplaats

Voedings- en vochthoudendvermogen van de bodem

Maximale boomgrootte versus beschikbare en geschikte doorwortelbare ruimte

Groeiplaatsonderzoek bij bestaande bomen of bere-kenen in ontwerpfase

Laboratoriumtest

Bij aanplant minimaal 16 m3

goede grond, later indien no-dig eventueel uit te breiden

Basis criterium voor bijvoorbeeld gebruik in ontwerpfase

Beetje grond nemen en fijn- wrijven in de handpalm, er moet redelijk wat zwart mate-riaal op de hand achterblijven of moet kleiig aanvoelen

3/4 m3 per m2 kroonprojectie

3/4 m3 doorwortelbare ruimte per levensjaar voor goede groei

Minimaal 3% organische stof of 10% klei

Page 11: Btl Bomenboekje 171208b

Beperkingen van de ondergrondse groeiruimte zijn vaak het eerste te zien aan de conditie van de boom. Vooral aan de kwaliteit en hoeveelheid blad en de scheutlengte.

Enkele veelvoorkomende oorzaken voor deze groeistoornissen zijn

Volgroeid plantgat (bloempoteffect), de boom heeft geen geschikte doorwortelbare ruimte meer

Storende lagen (verdichting, puin, leemlagen) die verdere wortelgroei belemmeren

Verdichte bodem die verdere wortelgroei belemmert Slechte bodemluchtkwaliteit door slechte uitwisseling

met lucht (laag zuurstofgehalte, optreden methaangas), waardoor wortels afsterven

Lage voedingswaarde van de bodem (weinig organische stof of opneembare voedingselementen), waardoor de groei van de boom afneemt

Verlagen of verhogen van de grondwaterstand, waardoor de wortels verdrogen of verstikken. Verdroging en vernat-ting leiden beiden tot dezelfde verwelkingsverschijnselen!

Chemische verontreiniging.

Windworp en stambreukde boom als zeilboot

Stam is de mast. Als de mast hol is, neemt de kans op breuk toe. Formule van Mattheck: t / R < 0,3 kans op breukgevaar neemt toe. Onderzoek naar beworteling wordt

vaak nog met de grondboor en profielsleuven gedaan. In specifieke gevallen biedt de grondradar een uitkomst!

Met de trekproef kan beoordeeld worden of de boom nog stevig genoeg staat en of het zeil (de kroon) ingenomen moet worden.

I

R

Page 12: Btl Bomenboekje 171208b

Bij schade door graven (kabels en leidingen) kan deze grafiek inzicht geven in de veiligheid van de boom. Als binnen het gearceerde deel onder de lijn wortels beschadigd zijn kan er een verhoogde kans op omwaaien ontstaan. (bewerking uit Handbuch der Schadenskunde von Bäumen, Claus Mattheck, 1994)

Stamradius, R (cm)

Wor

telr

adiu

s, R

w (

cm)

500

400

300

200

100

0 20 40 60 80 100

veldstudie windworp

Veiligheidsgrafiekter voorkoming van wortelschade

Beslisschema visuele inspecties en nader onderzoek

In orde

uit selectie attentiebomen

Stabiliteit stam Mechanica

PICuS: grootte holteIndien grensgeval

Resistograaf: dikte restwandIndien grensgeval

Fractometer: kwaliteit restwand

Niet in orde

Potentieel gevaarlijk

Blijft atttentieboomNader onderzoek

Conditie Biologie

Indien Stam/wortelrot: Determinatie schimmel

Vorming reactiehout: Beoordeling gebrek

Indien groeigebrek: Nader groeiplaats onderzoek

Nog ongevaarlijk

Blijft attentieboom:Herinspectie

Geen direct gevaar

Dir

ect g

evaa

r

Gee

n ge

vaar

Geen direct gevaar

Geen direct gevaar

Stabiliteit kluit

Proefsleuven

Trekproef

Visuele inspectie

Conclusie en AdviesGeen maatregel, herinspectie, beheermaatregel of vellen

Page 13: Btl Bomenboekje 171208b

Kronenmetervoor het verzamelen van objectieve conditie en vitaliteitsmetingen

De kronenmeter is een specifieke lichtmeter die, aan een veldcomputer gekoppeld, de lichtdoorval door de kroon meet.

Bij een gezonde boom zal de kroon zo goed als gesloten zijn en de kronenmeter slechts weinig lichtdoorval registreren.

De kronenmeter is met name geschikt voor de volgende toepassingen:

Conditiemetingen bij reconstructies (voor, na en tijdens de bouwwerkzaamheden, soms als onderdeel van boomtechnische directievoering en controle)

Bewaken conditie monumentale bomen Bepaling herstellingsvermogen op lange termijn (na bijvoorbeeld schade door kabels en leidingen)

Beoordelen resultaat verbeteringsmaatregelen Referentie-meet-projecten bij verdrogings- en vernattingsprojecten

Voorbeelden van conditiebeelden Goed, Redelijk, Matig en Slecht (conditieklassen Zeer Goed en Zeer Slecht niet afgebeeld).

Goed Redelijk

Matig Slecht

Schematische weergave kronenmeting, waarbij de boom-specialist onder de boom door loopt en de kronenmeter iedere seconde 10 x 3 lichtmetingen verricht.

Page 14: Btl Bomenboekje 171208b

Bomen en bouwenBoom Effect Rapportages (BER) en Boom Effect Analyses (BEA)

BERUitvoeren als er nog géén (voorlopig) ontwerp is.

Bepalen van: Plaats (karteren, evt. met GPS of landmeetkundig inmeten) Soort, kwaliteit en conditie Algemeen bewortelingsprofiel Verplantbaarheid Toekomstverwachting Eventueel monetaire waarde voor compensatiedoeleinden

Conclusie per boom kan zijn: Waardevol, niet verplantbaar, behouden in ontwerp Waardevol, verplantbaar, behouden of verplanten Niet waardevol, vervallen en compenseren Identificeren potentiële bedreigingen en algemene richtlij-nen bomen en bouwen

Beschrijven specifieke maatregelen als: Groeiplaatsbescherming (kroonprojectie, boomspiegel

en/of stambescherming) Waterbalans en watergiften (zeker bij bronnering) Snoei na afloop Groeiplaatsverbetering Nazorg

BEAKan gedaan worden zodra voorlopig (of definitief ) ontwerp bekend is.

Nader bepalen maatregelen vóór, tijdens en ná de bouw voor de te behouden bomen.

Beoordelen bewortelingsprofiel bij specifiek aangewezen bomen

Page 15: Btl Bomenboekje 171208b

BOMENWACHT Opzetten Boomtechnisch toezicht tijdens (en vaak ook ná) de werkzaamheden:

Plaatsing bouwketen, route bouwverkeer Monitoring terreinophoging en afgraving,

opslag van materialen Meten bodemverdichting, vochtgehaltes

conditieverloop (kronenmeter) Communicatie met opdrachtgever,

aannemers, omwonenden Controle verbeteringen groeiplaats/

afwerking plantplaats

Projectfase

Initiatie

Voorlopig ontwerp

Definitief ontwerp

Bestek

uitvoering

Oplevering

Beheer

Boomfase

Boom effect rapportage

Boom effect analyse

Bestek toetsen

Bomenwacht

Nazorg

Resultaat

Plaatsbepaling en kwaliteitConditie, toekomstverwachtingVerplantbaarheidBehoudwaardigheid van de bomenBedreigingen en randvoorwaarden

Boom en groeiplaats in relatie tot ontwerpBoombeschermingsplan (BBP)Maatregelen tot behoud

Gewijzigd boomvriendelijk bestekHandleiding toezichthouder (BBP)

Controles, metingen en bijstellen planAdviseren / corrigeren aannemersAanvullende stabiliteitsonderzoeken(Tussentijdse) rapportages, taxatiesCommunicatieplanAanbevelingen

Controles en watergiftenVerbetermaatregelenEindrapportages en aanbevelingen

Resultaat Specifiek boom/bomen-beschermingsplan Specifieke paragraven voor bestek

Page 16: Btl Bomenboekje 171208b

Kapvergunningenhet beoordelen van een kapaanvraag

Het beoordelen van een kapaanvraag moet zo objectief en meetbaar mogelijk gedaan worden.

Bij de beoordeling moet een afweging gemaakt worden tus-sen het belang van de boom, en het belang van kap van de boom (bouwwerkzaamheden, overlastvermindering, enz)

Sommige categorieën bomen komen niet in aanmerking voor kap (monumentale bomen, bomen in hoofd-groen-structuren)

Andere kunnen worden vrijgesteld van kapvergunnings-plicht op basis van bijvoorbeeld locatie of soort

Een inventarisatie of quick-scan om de monumentale en bijzondere bomen in een gemeente te identificeren is vaak nodig. Bomen in hoofd-groeistructuren kunnen vaak op ba-sis van geografie en plankaarten geïdentificeerd worden.

Een objectieve afweging kan gemaakt worden met het BTL Bomendienst kapvergunnings/waarderingssysteem, dat uit-gaande van een bestaande basis, voor iedere klant op maat aangepast wordt.

Begeleidingssnoei Bij begeleidingssnoei ligt de prioriteit bij het verwijderen van probleemtakken in de tijdelijke kroon die problemen geven voor de ontwikkeling van een goede takvrije stam en blijvende kroon.

Voorbeelden van probleemtakken zijn: Dode en aangetaste takken Gebroken takken Dubbele toppen Plakoksels Takparen en takkransen Takken in de tijdelijke kroon die in centimeters doorsnede dikker zijn dan de boom in meters hoog is.

Onderhoudssnoei In de fase waarin onderhoudssnoei wordt toegepast is het eindbeeld bereikt en richt het snoeien zich op het onderhouden van de blijvende kroon.

Onderhoudsmodel volgens het nieuwe hoofdstuk 51 van het Crow

Monumentaal

Waardevol

Normaal

Geen kapvergunning

Kapvergunningplichtig

Kapvergunningvrij

Waarde vellenWaarde boom

Punt

ensc

haal

Tijdelijke kroon

uitgangssituatie Eindbeeld

20-25 m

6 m

0m mv

Blijvende kroon

Page 17: Btl Bomenboekje 171208b

Onderhoudstoestand:Er zijn drie onderhoudsniveaus te onderscheiden in de 2 snoeifasen van de boom:

Op beeld:Er zijn geen foutstandige of probleemtakken in de kroon aanwezig.

Achterstallig:Er wordt gesproken van achterstallige snoei wanneer de foutstandige of probleemtakken in één snoeibeurt weggewerkt kunnen worden.

Verwaarloosd (kan alleen bij begeleidingssnoei):Begeleidingssnoei waarbij meerdere snoeibeurten in de tijdelijke kroon nodig zijn om alle probleemtakken uit de kroon te verwijderen.

Snoeien wordt per snoeibeurt normaliter gemaximeerd op 20%, en slechts in uitzonderingsgevallen tot 40%.

Plakoksel

Ingegroeide bast

Te verwijderen probleemtakken

Takkrans (niet alle takken in 1x verwijderen) Te dikke tak in de

tijdelijke kroon (Ø in cm > hoogte in m)

Dubbele top

Goede doorgaande spil

Zuiger

Begeleidingssnoei

Doel: - Verkrijgen volwassen boom met goede boomstructuur - Voorkomen probleemtakken in blijvende kroon

Door: - Verwijderen probleemtakken - Gefaseerd opkronen om doorrijhoogte te bereiken

Houtparasitaire zwam

Te verwijderen takken

Lengtescheur in gesteltak

Opkroonhoogte Gewenste doorrijhoogte

Te ver door-hangende tak

Dood hout

Onderhoudssnoei

Doel: - Voorkomen gevaarlijke situaties - Behouden goede kroonstructuur

Door: - Verwijderen dood hout, aangetaste takken, gescheurde takken - (Soms) zo te snoeien dat groei gestimuleerd wordt - Verwijderen of corrigeren nieuw gevormde probleemtakken

Page 18: Btl Bomenboekje 171208b

Iepziekterichtlijn goed iepenbeheer

“Goed iepenbeleid” houdt het volgende in:

Het opnemen van de “Iepen-paragraaf” in de APV of Bomenverordening

Implementeren van het nieuwe beleid Voorlichting geven aan: bestuur en politiek, publiek en ambtelijke dienst

Inventarisatie van het huidige bomenbestand, vooral de iepen

Injecteren met Dutch Trig® van (een selectie van) de iepen Een effectieve controle op:

Zieke iepen Broedhout Iepenhoutverwerking

Een goede registratie van: De in het gebied voorkomende iepen Het eventueel aanwezig zijn van de

iepenspintkever (via monitoring) Zieke iepen

Beschikbaar stellen van financiële middelen voor: Controle van het bomenbestand Controle op de aanwezigheid van kevers

via feromoonvallen Registratie van ‘verdachte’ iepen Rooien en onschadelijk maken van

zieke iepen op gemeentelijk terrein Herplant Rooien en onschadelijk maken van

zieke iepen bij particulieren.

Cyclus van de iepziekte (naar: Dekker, 1984)

Verwelking (van aangetast

deel van de boom)

Vaantjes

Afsterving boom (verspreiding via wortelcontact)

Kevers leggen eieren onder bast in

dood hout

Larven vreten gangen

(tussen hout en bast)

Larve

Kever neemt sporen mee

Coremium (in gangen)

Rijpingsvraat in oksels

Verkleuring en verstopping van houtvaten

Thyllen en mycelium in xyleem

Page 19: Btl Bomenboekje 171208b

Productenpakket BTL Bomendienst Certificeringen BTL Bomendienst

Boombeleid Cyclisch boombeheer Boomverzorging Verplanten van grote bomen (Optimal / Newman) Leveren en planten grote bomen Nader groeiplaatsonderzoek, eventueel grondradaronderzoek

Nader stabiliteitsonderzoek, PICuS geluidstomografie en trekproeven

Groeiplaatsontwerp - inrichtingstechniek Groeiplaatsverbetering Specialistische bestrijding iepziekte met Dutch Trig® Boomwaardebepalingen en schadetaxaties Inventarisatie en kartering (GPS/dGPS) Visuele boomveiligheidscontroles (VTA, SIA en IBA) Expertisecentrum Ziekte & Plaagbestrijding Directievoering

European Tree Worker (ETW) European Tree Technician (ETT) Geregistreerd boomtaxateurs Groenkeur boomverzorging ISO 9001 ISO 14001 VCA** Verenigd Register Taxateurs Boomveiligheidscontroleur

Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

Page 20: Btl Bomenboekje 171208b

bew

aarb

oekj

e

de BTL visie

Marowijne 80 Postbus 177 7300 AD APELDOORNtelefoon 055 599 94 44, fax 055 533 88 44e-mail [email protected] www.bomendienst.nl