Bouwend NL 3 maart 2011
Transcript of Bouwend NL 3 maart 2011
25 maart 2011
Onze inzet op het belangrijke dossier
BELANGENBEHARTIGING &
BRANCHEONTWIKKELING
Marieke Duineveld en Richard Mulder zijn in Zoetermeer dossierhouders mobiliteit en
bereikbaarheid. Marieke houdt zich bezig met alle zaken die te maken hebben met
brancheontwikkeling. Richard is de man van de belangenbehartiging.
In het vraaggesprek dat kort voor de grote uittocht in de voorjaarsvakantie plaats vond gaan
beide beleidsmedewerkers in op belangrijke ontwikkelingen in de actuele wereld van de infra.
INTERVIEWTEKST Harm Dragt
BEELD Paul Remmelts
MOBILITEIT
26 maart 2011
CO2-PRESTATIELADDER
EN DUBOCALC
Duurzaam inkopen en duurzaam
aanbesteden zijn niet meer weg
te denken onderdelen van een
duurzame bedrijfsvoering. Duur-
zaamheid wint steeds meer terrein.
Marieke Duineveld: “ Het is een
verantwoordelijkheid van opdracht-
gevers en opdrachtnemers. De
grote individuele opdrachtgevers
zoals Rijkswaterstaat en ProRail
zetten nu nog duidelijk de toon.
De ontwikkelingen die gaande zijn
volgen wij dan ook op de voet. De
CO2-prestatieladder van ProRail is
een instrument om de CO2 emissies
van leveranciers te reduceren. De
ladder is ontwikkeld om bedrijven
die actief zijn op de aanbestedings-
markt te stimuleren om enerzijds
hun CO2 productie te kennen en
anderzijds te verminderen. Die
inspanningen die een bedrijf hierop
onderneemt, worden beloond. Hoe
meer aandacht voor CO2 hoe meer
fictief gunningsvoordeel bij een
aanbesteding. Deze methode wordt
nu alleen door ProRail toegepast.
Per 16 maart aanstaande zal dit
instrument onder de Stichting
Klimaatvriendelijk Aanbesteden &
Ondernemen vallen en wordt er ook
gekeken hoe dit instrument bij an-
dere opdrachtgevers toegepast kan
worden. Vanuit Bouwend Neder-
land onderschrijven wij het belang
naar meer eenheid in de uitvraag
naar duurzaamheideisen maar zijn
wij ook alert dat de instrumenten
door zowel groot als klein bedrijf
gebruikt kunnen worden. Per 16
maart is de nieuwe CO2 Prestatie-
ladder gepresenteerd. Bouwend
Nederland heeft de mogelijkheid
gekregen om onze inbreng te
leveren zodat dit instrument ook
door de sector ondersteund wordt.
Wij zijn met name alert dat het
instrument praktisch toepasbaar is,
MKB vriendelijk en doelmatig van
opzet is. Deze gesprekken vinden
de komende tijd plaats. Een ander
instrument is DuboCalc, dat door
Rijkswaterstaat is ontwikkeld, helpt
om materiaal te waarderen op hun
milieubelasting tijdens de gehele
levensduur. Marieke Duineveld:
“Het kan ingezet worden door de
opdrachtgever om een afweging te
maken tussen prijs/duurzaamheid
bij de keuze van materialen. Dit kan
vervolgens in het bestek worden
opgenomen. Het kan ook dienst
doen als gunningscriterium bij EMVI
aanbestedingen. DuboCalc is ook
nog in ontwikkeling en wordt in
de toekomst ondergebracht bij de
Stichting Klimaatvriendelijk Aanbe-
steden & Ondernemen. DuboCalc
kan zich ontwikkelen tot een instru-
ment dat zowel de opdrachtgever
als de marktpartijen kan helpen om
een duurzame afweging te maken.
Wij zijn positief over deze aanpak
omdat het goed is dat er hulpmid-
delen beschikbaar komen voor
het aanpakken van de duurzaam-
heidsproblematiek en omdat het
marktpartijen de mogelijkheid biedt
om zich te onderscheiden. Het zal
dan ook niet verbazen dat wij mee
praten om de instrumenten meer
uniform toepasbaar te maken.”
NIEUWE CONTRACT-
VORMEN
Een ander belangrijk aandachts-
punt binnen brancheontwikkeling
zijn de nieuwe aanbesteding- en
contractvormen zoals EMVI (Econo-
misch Meest Verantwoorde Inschrij-
ving) en D&C (Design & Construct).
Marieke Duineveld: “Wij maken ons
Brancheontwikkeling
“DUURZAAMHEID
WINT TERREIN”
al een aantal jaren er sterk voor
om dit soort contracten meer in te
zetten. Om daarmee weg te blijven
bij de ongunstige situatie van gun-
ning op uitsluitend de laagste prijs.
Ook hier zie je de rijksopdrachtge-
vers voorop lopen. Onder andere
de gemeenten worstelen met de
vraag hoe zij de vraag aan de markt
goed moeten uitzetten en hoe de
inschrijvingen te beoordelen. Onze
aandacht gaat nu dan ook vooral uit
om de kwaliteit van het aanbeste-
dingsproces te verbeteren. . Om
lagere overheden te helpen praten
onze regiomensen met individuele
opdrachtgevers om de kwaliteit van
hun aanbestedingen te verbeteren.
Wij wijzen hen ook op het belang-
rijke gegeven van transparantie in
hun beoordelingen en afwegingen.
Marktpartijen, vooral het mkb op
hun beurt worstelen met de vraag
hoe ze hun kans kunnen vergroten
om dit soort werken aan te nemen.
Wij begrijpen hun kritiek dat het
allemaal snel verandert en dat zij te
maken hebben met meer transac-
tiekosten. Onze inzet is en blijft om
ook voor het mkb goede kansen te
blijven behouden. Een deel van het
werk zal via de traditionele bestek-
ken op de markt worden gezet. Dit
zal niet verdwijnen. Maar de op-
drachtgever verandert ook met de
tijd, heeft andere eisen, moet bezui-
nigen en dit zien de bedrijven ook
terug in de aanbestedingen. Deze
veranderingen, die steeds sneller
gaan kunnen de marktpartijen meer
positieve vooruitzichten bieden als
zij ook in kunnen springen op deze
veranderende omgeving.”
MMMMMMMMMAAAARRRRRRIIEEKKEEE DDDUUUUIINNNNNEEEEVVVVEELD: “IINNNSSSPPAAAANNNNNNNNIINNNNGEN
WWWWWWWWOOORRRDDEENNNN BBBBEEEEELLLOOOOOOND”
www.bouwendnederland.nl/dossiermobiliteit
Reageren:
27 maart 2011
DOSSIER
Tot 2010 kende de sector
een redelijk stabiele groei.
Daarna kwam de grote
terugval. Richard Mulder: ”Het resul-
taat van veel infraondernemingen
is nul of negatief geworden. En de
vooruitzichten stemmen somber.
De lagere overheden, de grootse op-
drachtgever, gaan door opgelegde
bezuinigingen uit het Rijk snijden in
hun kernbudgetten bereikbaarheid.
RRIIICHHHHAARRRRDD MMMUUULDER: “““PPPPEESSSSSIMMMISSSMMMEEE MMMMAAGGG NNNIIET DE
BBOOOVVEEENNTTTOOOOOONNN VVVOOEEREN”
En onze leden krijgen te maken met
stijgende grondstofprijzen. Maar het
zou goed zijn wanneer pessimisme
niet de boventoon gaat voeren.
Pessimisme is immers een slechte
raadgever. Ik kies liever voor de
leuze ’Met minder meer’.
OVEREIND BLIJVEN
Hoewel er regionale verschillen zijn
en de wegenbouw het veel slechter
heeft dan de waterbouw kan je
toch stellen dat het algemene beeld
somber is? Richard Mulder: “ Zeker,
maar ik voeg er wel direct aan toe:
niet hopeloos. Vanuit Bouwend
Nederland wijzen wij onze leden
op het belang van het maken van
strategische keuzes en in te spelen
op de veranderende vraag en het
aanbod van hun opdrachtgevers. Wij
blijven onze leden informeren over
de kortetermijnontwikkelingen per
deelmarkt. Wij geven inzicht in de
werkpakketten die geformuleerd zijn
voor de komende jaren en brengen de
beleidsverschuivingen in beeld, zoals
de ombuiging naar meer renovatie
en onderhoud, evenals de kansrijke
deelmarkten waar de investeringen
op peil blijven of zelfs groeien. Ook in-
formeren wij hen over veranderingen
in aanbestedingsland waar duur-
zaamheid, beperking van verkeershin-
der en innovatieve contractvormen
steeds belangrijkere pijlers worden.
Alles met het doel om de leden zo
goed mogelijk in deze moeilijke tijden
te ondersteunen.”
VRAAG BLIJFT
De mobiliteitsvraag blijft ondanks
deze en andere crises en ondanks
krimp groeien. Dat laten tal van
onderzoeken onomwonden zien.
Voldoende bereikbaarheid is en blijft
een belangrijke voorwaarde voor
economisch(e) herstel en groei. En
een infrastructuur die de toets van
onder meer veiligheidsnormen kan
doorstaan moet op tijd onderhouden
en gerenoveerd worden. De bedrijfs-
tak heeft altijd bewezen kwalitatief
goede producten te maken. Richard
Mulder: “Wij kunnen tunnels bouwen
als geen ander en komen steeds weer
met nieuwe product- en procesin-
novaties. En afgelopen winter was er
veel te doen over slecht functione-
rend railvervoer. Maar dat lag aan de
treinen. De spoorinfrastructuur was
nagenoeg prima op orde, het geen
een pluim op de hoed is voor onze
bedrijven die het spoor ook in barre
weersomstandigheden weten te
onderhouden.”
VERANDERENDE MARKT
De veranderingen in de inframarkt
voltrekken zich in snel tempo.
Van een maakindustrie schuiven
wij in sneltreinvaart op naar een
dienstensector. Van het uitsluitend
maken en aanleggen van infrastruc-
tuur wordt er in toenemende mate
een beroep op de ondernemingen
gedaan om ook ontwerp en jaren-
lang kwalitatief onderhoud naar
zich toe te treken. De crisis is hierin
een belangrijke katalysator ge-
weest. Richard Mulder: “Wij staan nu
midden in een transitie en het gaat
sneller en sneller. Het is wel zaak
om de juiste balans te behouden
en iedereen aan boord te houden.
Soms bekruipt ons wel eens het
gevoel dat opdrachtgevers te snel
te veel over de schutting willen
gooien, waardoor er een onbalans
dreigt te ontstaan. Hard schreeu-
wen helpt dan niet. Intensief over-
leg een-op-een zet meer zoden aan
de dijk om tot een werkbare situatie
voor onze leden te komen, Zowel
op de korte als de langere termijn.
Wij zijn niet uit op kortetermijnwinst
als dat betekent dat wij achteraf
alsnog een forse rekening krijgen
gepresenteerd ”
“HET BEELD
IS SOMBER
MAAR NIET
HOPELOOS”
Belangenbegartiging
Reageren: