Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

12
J. VAN RIJCKENBORGH - MODERN ROZENKRUISER EN HERMETISCH GNOSTICUS DIT SYMPOSIUM «DIE ROSENKREUZER ALS EUROP~ISCHES PH~NOMEN IM 17. JAHR HUNDERT» ZOU ONMIDDELLIJK KUNNEN WORDEN VERVOLGD DOOR DIT BIJZONDERE VERSCHIJNSEL TE TRACEREN TOT IN HET JAAR ‘994. I~ riehonderd en tachtig jaren na het verschijnen van de Fama (1614), nu bijna vier eeuwen later, is dit fenomeen nog even actueel. Zodanig zelfs, dat er in de afgelopen eeuwen tot op heden honder den Rozenkruisersbewegingen zijn ont-~ staan - en ook weer verdwenen - en er tot op heden duizenden geschriften over de Broederschap zijn blijven verschijnen. Dat de ideeën en bedoelingen van de Broederschap vaak ook op bedenkelijke wijze werden overgenomen en toegepast, is bekend. Dat doet echter niets af aan de bonafide groepen die hebben gemeend de ware bedoelingen van de Broederschap te hebben begrepen en die deze - al of niet publiekelijk - hebben uitgedragen. Hoe dan ook, deze ogenschijnlijk geheimzin nige impuls heeft onloochenbaar doorge werkt tot op onze dag. Van de Manifesten van de Rozenkruisers Broederschap gaat nog steeds een grote geestelijke inspiratie uit. Daarom kan men er ook niet om heen dat hun uitstraling tot in onze tijd bonafide navolgers kent in de moderne Rozenkruisers. Er is thans nog steeds het bestaan van een aantal bekende Rozen kruisers-stromingen, met daarnaast helaas vele sekte-achtige groeperingen die onaf hankelijk van elkaar over de hele wereld verspreid zijn en die de naam Rozenkruis op de een of andere wijze in hun vaandel voeren. Het zal iedere serieuze zoeker duide lijk zijn, dat de bedoelingen van de klas sieke Broederschap van het Rozenkruis niets te maken hebben met de vele vor men van charlatanerie die eveneens reeds vier eeuwen in de schaduw van het Ro zenkruis existeren. Wat de min of meer bekende Rozen kruisersstromingen van nu betreft, willen wij ons bepalen bij het Lectorium Rosi crucianum, de Internationale School van het Gouden Rozenkruis. En wij richten onze aandacht met name op Jan van Rij ckenborgh, de stichter van deze School. Van Rijckenborgh willen wij een moder ne Rozenkruiser en hermetisch Gnosticus noemen. Hij stond in zijn werk en in zijn leringen zeer dicht bij de bedoelingen van de oude Broederschap van het Rozenkruis. En is daaraan trouw gebleven. Inmiddels krijgt Van Rijckenborgh ook buiten eigen kring steeds meer bekendheid. Dat ge schiedt mede door de omvang van zijn be langrijke oeuvre. Er zijn op dit moment reeds een veertigtal titels van zijn hand ver schenen. Dat is slechts een deel van zijn werk. Vele duizenden lezingen en toespra ken die hij voor zijn leerlingen heeft ge houden, zijn niet of nog niet in druk ver schenen. Wij menen in dit symposium het licht te mogen laten schijnen op deze markante figuur, omdat hij zich in al zijn geschrif ten en leringen en in zijn wijsbegeerte al tijd heeft gebaseerd op de inhoud van de Manifesten van de Broederschap en op de bedoelingen die daarin zijn vastgelegd. 25

description

Jan van Rijckenborgh stichtte De Internationale School van het Gouden Rozenkruis, het Lectorium Rosicrucianum. Hij is aan te duiden als een moderne rozenkruiser en een hermetisch gnosticus. In zijn werk en in zijn leringen stond hij zeer dicht bij de bedoelingen van de oude Broederschap van het Rozenkruis. En daaraan is hij trouw gebleven. Ook buiten zijn eigen kring kreeg Jan van Rijckenborgh bekendheid. Dat is mede het gevolg van de grote omvang van zijn belangrijke oevre. Momenteel zijn er meer dan veertig titels van zijn hand in druk verschenen. Dat is slechts een deel van zijn werk. Vele duizenden lezingen en toespraken die hij voor zijn leerlingen heeft gehouden zijn niet of nog niet gepubliceerd. In al zijn geschriften en leringen en in zijn wijsbegeerte heeft hij zich altijd gebaseerd op de inhoud van de manifesten van de Broederschap van het Rozenkruis en op de bedoelingen die daarin zijn vastgelegd. Jan van Rijckenborgh werd in 1896 in Haarlem geboren in een streng hervormd

Transcript of Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

Page 1: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

J. VAN RIJCKENBORGH - MODERN ROZENKRUISEREN HERMETISCH GNOSTICUS

DIT SYMPOSIUM «DIE ROSENKREUZER ALS

EUROP~ISCHES PH~NOMEN IM 17. JAHR

HUNDERT» ZOU ONMIDDELLIJK KUNNEN

WORDEN VERVOLGD DOOR DIT BIJZONDERE

VERSCHIJNSEL TE TRACEREN TOT IN HET JAAR

‘994.

I~ riehonderd en tachtig jaren na hetverschijnen van de Fama (1614), nu bijnavier eeuwen later, is dit fenomeen nogeven actueel. Zodanig zelfs, dat er in deafgelopen eeuwen tot op heden honderden Rozenkruisersbewegingen zijn ont-~staan - en ook weer verdwenen - en er totop heden duizenden geschriften over deBroederschap zijn blijven verschijnen.

Dat de ideeën en bedoelingen van deBroederschap vaak ook op bedenkelijkewijze werden overgenomen en toegepast,is bekend. Dat doet echter niets af aan debonafide groepen die hebben gemeend deware bedoelingen van de Broederschap tehebben begrepen en die deze - al of nietpubliekelijk - hebben uitgedragen. Hoedan ook, deze ogenschijnlijk geheimzinnige impuls heeft onloochenbaar doorgewerkt tot op onze dag. Van de Manifestenvan de Rozenkruisers Broederschap gaatnog steeds een grote geestelijke inspiratieuit. Daarom kan men er ook niet omheen dat hun uitstraling tot in onze tijdbonafide navolgers kent in de moderneRozenkruisers. Er is thans nog steeds hetbestaan van een aantal bekende Rozenkruisers-stromingen, met daarnaast helaasvele sekte-achtige groeperingen die onafhankelijk van elkaar over de hele wereldverspreid zijn en die de naam Rozenkruis

op de een of andere wijze in hun vaandelvoeren.

Het zal iedere serieuze zoeker duidelijk zijn, dat de bedoelingen van de klassieke Broederschap van het Rozenkruisniets te maken hebben met de vele vormen van charlatanerie die eveneens reedsvier eeuwen in de schaduw van het Rozenkruis existeren.

Wat de min of meer bekende Rozenkruisersstromingen van nu betreft, willenwij ons bepalen bij het Lectorium Rosicrucianum, de Internationale School vanhet Gouden Rozenkruis. En wij richtenonze aandacht met name op Jan van Rijckenborgh, de stichter van deze School.Van Rijckenborgh willen wij een moderne Rozenkruiser en hermetisch Gnosticusnoemen. Hij stond in zijn werk en in zijnleringen zeer dicht bij de bedoelingen vande oude Broederschap van het Rozenkruis.En is daaraan trouw gebleven. Inmiddelskrijgt Van Rijckenborgh ook buiten eigenkring steeds meer bekendheid. Dat geschiedt mede door de omvang van zijn belangrijke oeuvre. Er zijn op dit momentreeds een veertigtal titels van zijn hand verschenen. Dat is slechts een deel van zijnwerk. Vele duizenden lezingen en toespraken die hij voor zijn leerlingen heeft gehouden, zijn niet of nog niet in druk verschenen.

Wij menen in dit symposium het lichtte mogen laten schijnen op deze markantefiguur, omdat hij zich in al zijn geschriften en leringen en in zijn wijsbegeerte altijd heeft gebaseerd op de inhoud van deManifesten van de Broederschap en op debedoelingen die daarin zijn vastgelegd.

25

Page 2: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

•‘~ç~

/:•(~

4

1~/

‘1

Page 3: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

Jan van Rijckenborgh werd in 1896 inHaarlem, Nederland, geboren in eenstreng Hervormde familie. In 1968 is hijin Santpoort, vlak bij Haarlem, gestorven. Als jongeman reeds toonde hij grotebelangstelling voor godsdienstzaken. Vooral voor de toepassing van godsdienst in hetdagelijks leven. Dus, voor de levenspraktijk. De schijnheiligheid en onwaarachtigheid van zovelen om hem heen - van hetzondags vroom zijn, maar door de weekzonder scrupules leven, waarbij men denaaste bedroog en men zich met achterklapen roddel bezig hield - maar ook de groteleegte die hij bij vele theologen van zijn tijdconstateerde, dat alles deed hem tenslottevan de kerk vervreemden.

REALISTISCHE THEOLOGIE VAN DE HARTOG

Er was echter één theoloog, prof. dr.A.H. de Hartog (1869-1938), die in hetkerkelijk Nederland van die jaren metzijn denkbeelden ver buiten de gangbareorthodoxie trad. Hij had een duidelijkeinvloed op Van Rijckenborgh. De Hartogintroduceerde in die dagen een Realistische Theologie. Gelovend in de realiteit,wilde hij de werkelijkheid onder ogenzien. Hij legde de nadruk op een redelijkgeloof en een redelijke eredienst en baseerde zich daarbij onder andere op Rom.12:1. Daarin wordt gezegd dat het nieuweleven de ware offerande is. De Hartog waseen vurig spreker die het hart van demensen wist te raken. Overal in Nederland waar hij preekte, zat de kerk stampvol. En ook Van Rijckenborgh bevondzich onder zijn gehoor. Menigmaal tradDe Hartog in dialoog met de leiders vande arbeiderspartij van die dagen. Hijstond bekend als een vrijzinnig predikerdie met zijn gedachten een breed terrein bestreek. Hij was ook een van demede-oprichters van de InternationaleSchool voor Wijsbegeerte te Amersfoort,een instituut dat zich richtte op verge

lijkende studies van godsdienst en cul- j. van

tuur. Rijckenborgh

Al deze zaken spraken de jonge VanRijckenborgh sterk aan, omdat hij intenszocht naar de geestelijke diepte van hetmenselijk bestaan. Op zijn beurt stondDe Hartog enigermate onder invloed vande filosoof Eduard von Hartmann (1842-1906), de schrijver van Philosophie des Unbewussten. De Hartog ontleende daaraanhet inzicht dat er een werkelijkheid buiten de mens bestaat die kenbaar is voordie mens. Dus een realiteit. Maar de menselijke voorstelling van die werkelijkheidvalt niet met die werkelijkheid samen. DeHartog meende dan ook dat achter hetwaarneembaar bestaande een «oergrond»ligt. Een Oerkracht achter al het bestaande. 06k in de menselijke geest. 1)

Deze gedachte grijpt via Schelling(Uber das Wesen der menschlichen Freiheit,1809) terug op de «Ungrund» van JacobBoehme. Ook voor hem toonde De Hartog grote belangstelling, gezien het boekjeUren met Boehme waarin hij een selectiehad gemaakt uit een keur van Boehmeswerken.2) Zo maakte Van Rijckenborgh

kennis met de twee natuurorden vanBoehme (Aurora). Later, in de jaren dertig, zou hij zelf een Nederlandse vertalingvan Aurora verzorgen en uitgeven. 3) Inde inleiding van deze uitgave schrijft hij:«In Uren met Boehme van wijlen professorDe Hartog zien wij bijvoorbeeld Boehmeverschijnen als de filosoof bij Gods genade. Doch angstvallig wordt er voor ge-waakt de diepste grond van Boehmesgedachten, de esoterie, aan te duiden. Zois het met vele anderen. En toch zijn wijdankbaar dat - zij het geschonden - Boehmes naam is doorgegeven als die van eenfilosoof par excellence. Waaruit is dezeliefde te verklaren, zo kan men vragen.Wij menen uit de magische kracht vanBoehmes onwankelbare geloof, dat z6spreekt van een onmetelijk weten en vaneen wonderbaarlijke verzekerdheid, dat

27

Page 4: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

het de ongetelden vermag te grijpen. Wijweten en getuigen, dat het hier de geloofskracht geldt die opwelt uit de onvergankelijke bron van het esoterisch christendom.Daarom bieden wij hier een vertaling vanBoehmes meesterwerk Aurora ofmorgen-rood in opgang aan. In de overtuiging, dateen nieuwe golf van belangstelling zal oprijzen. Doch nu stromende in de richting vanBoehmes geest- en zieleverwanten die zijnwijsheid, in een modern kleed gestoken,andermaal aan de wereld aanbieden omniet.»

DE WERELD IS EEN HUIS VAN DUISTERNIS

GEWORDEN...

Bij Boehme vindt hij de leer van detwee natuurorden bevestigd zoals deze inAurora beschreven is. Getuige het volgende citaat: «Het gehele huis dezer wereld,dat in het zichtbare en begrijpelijke wezen staat, is het huis van God, of het oudelichaam, hetgeen voor de tijd van detoom in hemelse klaarheid gestaan heeft.Toen echter de duivel daarin de toomheeft aangestoken, is het een huis vanduisternis en dood geworden. Daaromheeft zich dan ook de heilige geboorteGods als een afzonderlijk lichaam van detoom afgescheiden en het beste deel vande Hemel tussen liefde en toom geplaatst,zodat de geboorte van de sterren zich inhet midden bevindt. Maar zo, dat hunbuitenste vorm in de toom van de doodstaat; en met de daarin opgaande geboorte, welke in het midden zetelt, waar de hemel is afgesloten, bevindt zij zich in dezachtmoedigheid van het leven. De zachtmoedigheid goift tegen de toom en detoom tegen de zachtmoedigheid en zovormen zij twee verschillende rijken inhetzelfde lichaam der wereld...

De hemel werd afgesloten opdat hetnieuwe leven alle krachten en werkingzou hebben, als het oude eenmaal v66rde tijd des toorns bezeten had, en opdat

het met de zuivere Godheid buiten dezewereld van een zelfde kwaliteit zou zijnen met de Godheid buiten deze wereldéén heilige God zou wezen.» (Aurora, Nederlandse uitgave Hora Est, blz. 306 e.v.).

GNOSTIEKE GEDACHTE DIE EEUWEN

OVERSPANT

Jacob Boehme is hier de pure gnosticus, waarom hij dan ook zijn leven langvervolgd werd. Maar Van Rij ckenborghherkent de universele gnostieke gedachtedie eeuwen overspant. Hij heeft haar teruggevonden in talloze brokstukken dienog zijn overgebleven. In de geschriftenen preken van De Hartog kwam de stellige overtuiging naar voren dat wedergeboorte noodzakelijk is. Pas de herborenmens kon de werkelijkheid in het juistelicht zien. Het begrip «Openbaring» werdeveneens een kernpunt in De Hartogs theologie. Het goddelijk Woord, de Logos, wasvolgens De Hartog in drie vormen werkzaam: als scheppend Woord, als mens-geworden Woord in Christus en als schriftgeworden Woord in de Bijbel. De Hartogvoelde zich verbonden met de middeleeuwse groep van «Godsvrienden>~ die zich nietaan kerkelijke grenzen stoorde. Openbaring, het binnendringen van de eeuwigheidin de tijd, het Vlees-geworden Woord, Logos, duidt op de noodzaak van wedergeboorte. Of, zoals Jacob Boehme zei:

«Wie tijd geworden is als eeuwigheiden eeuwigheid als tijd,hij is bevrijd van alle strijd.»

«Wie niet sterft eer hij sterft,hij verderft, als hij sterft.»

~Gottesfreunden» waren o.a. JohannesRuusbroec, Johannes Tauler, Heinrich Suso,Rullmann Merswin, Vom Oberland enEckhart. De geheimzinnige Vom Oberland enzijn navolgers worden door sommigen wel alsde voorlopers van de Rozenkruisers gezien.

en:

28

Page 5: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

Deze en vele andere inzichten van DeHartog spraken van Rijckenborgh sterkaan. Zo ook het dikwijls door De Hartoggeciteerde woord van Angelus Silesius(pseudoniem voor Johannes Scheffier,1624-1677):

«Al was Christus duizendmaal inBethlehem geboren,en niet in uwe ziel,zo waart ge toch verloren. »

GRONDGEDACHTE VAN SILEsIus ALS BASIS

VOOR ROZENKRUIS-FILOSOFIE

Deze grondgedachte, die zo poëtischdoor Silesius werd verwoord, zal later inde Rozenkruis-filosofie van Van Rijckenborgh in ontelbare toespraken en boekensteeds naar voren worden gebracht. Ver-handelingen over deze teksten zetten VanRijckenborgh aan het denken over dezemensen en hij ging op zoek naar hunbronnen. Vooral toen De Hartog werdbekritiseerd door zijn theologische confraters en hij ervan werd beschuldigd buiten de officiële leer te gaan, was dit voorde jonge Van Rijckenborgh het bewijs dathij de waarheid elders moest zoeken. Hetwas voor hem onder andere het teken datde kerk geen soelaas biedt voor de warechristenpelgrim. Hij neemt zich een bekende uitspraak van De Hartog letterlijkter harte. Het is een uitspraak die hij zelflater nog vele malen citeert: «De wezenlijke waarheid wordt ons niet op een presenteerblad, artikelgewijze of naar deletter gegeven of gedicteerd. Maar de wezenlijke waarheid moet door het algemeen menselijke bewustzijn wordenveroverd en toegeëigend.»

Toch zal hij christo-centrisch blijvendenken. Hij plaatst zich steeds op basisvan de Rozenkruisgedachten; aan de zijdevan Gnosis, Rozenkruis en Hermetisme.De universele lijn van denken die Vrij lS

van dogma, theologische verstrikking en

orthodoxie. Zo schrijft hij in zijn artikelHet mysterie van de Ziel: «Als de Bijbelhet belangrijkste religieuze pand van eenmensenkind is, dan is het absoluut zekerdat men stranden zal in de tekstobstakels.Ten bewijze van deze stelling roep ik uvoor de geest de onafzienbare rij van geloofsbelijdenissen, groepen, soorten ensekten van religie. Al deze verdelingenhullen zich in letterlijke, symbolische ofesoterische Bijbelexegesen van spontaneof min of meer wetenschappelijke aard.Het zich christen noemende deel van demensheid komt nimmer tot eenheid,nimmer tot verheffing, nimmer tot bevrijding, wanneer het zich niet afdoenden volkomen losmaakt van de weg waarop de eeuwen haar gedrongen hebben. DeHeilige Boeken worden op de verkeerdewijze gebruikt. De Heilige boeken zijnd~n eerst een Godsgetuigenis en hun taalkan d~.n eerst begrepen worden, wanneerwij hen op volkomen andere wijze naderen. Tussen de Gods- en levensmysteriëndie onder andere in de Bijbel een brandpunt vinden, en ons, gaapt een wijdekloof. Daarom, de weg des levens is eenweg van binnenuit. Alleen het proces, hetpad van heiligmaking, levensheiliging,kan u bevrijden. En de signatuur kannimmer een mand vol woorden of eenbord vol teksten zijn. De mens die hetpad van heiligmaking bewandelt, bewijstzulks door licht, door licht van binnenuit. En het Licht van binnenuit is als zodanig de brug over de wijde kloof tussende Gods- en levensmysteriën en ons. Hebben wij de Bijbel dan niet nodig? Is hijvrijwel overbodig? Het Rozenkruis ijvertvoor een ontwikkeling der dingen waarinde mensheid op een geheel nieuwe wijzede Bijbel zal leren naderen.»~)

Wij hebben dit lange citaat uit eenvan zijn vroegste geschriften aangehaald,omdat het aangeeft dat hij hier duidelijkde lijn van De Hartog doortrekt: een religieus beleven in de daadwerkelijke le-

29

Page 6: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

venspraktijk en openbaring die dan uithet eigen innerlijk Vrij dient te komen.

Voordat Van Rijckenborgh de kerkverliet, was hij zeer actief in de dusgenaamde Christelijke Jonge Mannen Vereniging, waarin hij toen reeds een eigenvisie op de Bijbel demonstreerde. Dat waseen visie die vanuit een eigen innerlijkeopenbaring naar voren drong. Dat brachthem natuurlijk in conflicten. Hij zochtveel meer naar de ontsluiering van hetWoord, naar de diepe betekenis die hemniet door de theologen werd verschaft.

Zijn zoeken bracht hem omstreekszijn 28ste jaar op het spoor van het moderne Rozenkruis. En daardoor kwam hijin aanraking met de Rosicrucian Fellowship van Max Heindel. Want het warenvooral Heindels esoterische verklaringenvan Bijbel en Godsdiensten die hem sterkaanspraken. In diens boek De Cosmologieder Rozenkruisers (1909)~) herkent hijveel van hetgeen hem zelf reeds innerlijkwerd geopenbaard en waarnaar hij voortdurend zocht: de werkelijkheid van dedingen achter het waarneembare stoffelijke bestaan. En het doel dat achter heelhet leven en de openbaring drijft. Daardoor maakt hij kennis met de Manifestender Rozenkruisers, met de geschriften vanParacelsus, Comenius, Van Helmont,Boehme en Fludd om maar enkelen tenoemen. Hij voelt zich sterk aangetrokken tot hun werken. Maar na enige jarenbreekt hij met de Amerikaanse Rozenkruisersbeweging van Max Heindel, omdat hij meent dat deze richting teveel hetocculte pad betreedt en het christelijkeaspect van de Rozenkruisers verliezengaat.

HET EVANGELISCH PROCES MOET IN DE

MENS PLAATS GRIJPEN

Hij sticht de School van het GoudenRozenkruis. Hij concentreert zich op deManifesten van de klassieke Broederschap

en geeft daarover lezingen. Tegelijkertijdgaat hij lezingen geven over de esoterischebetekenis van de christelijke evangeliën.Daarbij legt hij de nadruk op het evangelisch proces dat in de mens moet plaatsgrijpen. En hij verwijst het historischeaspect naar het tweede plan. In de inleiding van het boek De Blijinare van de Gave Gods, een esoterische analyse van hetMattheusevangelie, schrijft hij: «Zo zalmen na onderzoek vinden, dat het Nieuwe Testament in zijn totaliteit de leerlingeen volledige wijsbegeerte verschaft, metbehulp waarvan hij verleden, heden entoekomst van wereld en mens zal kunnenschouwen en leren doorgronden; (dat is)de arbeid voor mens en maatschappij vandat wonderbare, goddelijke wezen, deChristus [...j Wij leven in een tijd, waarineen deel van de mensheid gereed en geschikt is om de Bijbel, of een deel daarvan, te leren zien als een esoterisch,gnostiek wetenschappelijk geschrift, met

behulp waarvan men de bedoeling Godskan leren verstaan.» 6)

NIEMAND DIE ERNAAR OMKEEK

Intussen was hij, om zelf toegang teverkrijgen tot de orginele geschriften,naar Londen gereisd waar hij de BritishLibrary bezocht. Daar maakte hij kopieën van het werk van Johann ValentinAndreae. Onder andere van een Engelsevertaling van het manuscript van de Republicae Christianopolitanae. In de inleidingschrijft hij: «Bij een onderzoekingstochtin de wereldberoemde bibliotheek vanhet British Museum te Londen, ontdekten wij enige jaren geleden het weinig bekende werk Christianopolis van JohannValentin Andreae, de auteur van de FamaFraternitatis. Dit document dateert van1619 en is mogelijk reeds een paar honderd jaar in deze boekerij zonder dat iemand er naar omkeek. Wij konden het ineen Engelse vertaling mee naar Neder

30

Page 7: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

091. T*IINE

Uilg,v~ R,k~i,p~r, 9,~.l»n 1939

land nemen, innerlijk gevoelende, dat wijde inhoud aan het daglicht moesten brengen en van commentaar moesten voorzien.» 7)

Deze commentaren werden in 1939 tezamen met de Nederlandse vertaling vanChristianopolis uitgegeven. En in 1978verscheen een tweede druk. Maar terwijlhij zijn commentaren op Christianopolispubliceerde, verzorgde hij de Nederlandse vertaling van de Fama, de Confessio enhet Scheikundig Huwelijk van C.R.C. inéén band samen. 8) Daarnaast publiceerdehij in het tijdschrift Nieuw ReligieuzeOriëntering een serie afleveringen van eenNederlandse vertaling van Die GeheimeFiguren der Rosenkreuzer. 9)

DE ACHTERLIGGENDE BEDOELING

ONTSLUJEREN

Uit dit alles blijkt hoe Van Rijckenborgh zich verbonden voelde met deboodschap die de klassieke RozenkruisersBroederschap de wereld ingezonden heeft.Hij beschouwde deze geschriften niet in deeerste plaats als historisch belangrijk,

maar wilde vooral de bedoeling erachter,de voor het oog verborgen betekenis dieer in opgesloten ligt, ontsluieren.

Wederom ervoer hij diep in zijninnerlijk de geestelijke inspiratie die daarvan uitgaat. Zijn commentaren op de Fama, die hij «een esoterische analyse»noemt, laat hij verschijnen onder de titelDe geheimen der Rozekruisers Broederschap. In zijn inleiding schrijft hij: «Detijd is aangebroken om dit gesluierde geestelijke testament der Rozenkruisers Broederschap te openen en de daarin vervattewaarden aan het daglicht te tillen. Door deeeuwen heen is het werk van de Broedersvan het Rozenkruis misverstaan en tal vandoor oosterse magie beï nvioede esotericihebben schade veroorzaakt, waarin zij hetlicht van het Rozenkruis verduisterden metvreemde leringen.» 10)

HEEFT DE MENS C.R.C. WERKELIJK

BESTAAN?

Hij verantwoordt zijn commentaarverder met de volgende woorden: «Sommigen die trachten de Fama te analyseren,hebben allereerst de vraag gesteld: ‘heeftde mens C.R.C. werkelijk bestaan? Wiewas hij, zijn er tijdgenoten die hem gezienhebben? Is er literatuur uit zijn tijd dieover hem spreekt?’ We laten echter hethistorisch onderzoek voor wat het is enwillen spreken van ‘een mens’. Laten weeens aannemen dat er nu een mens leeft,C.R.C. geheten. Dat wij hem allen kennen, dat wij zijn worsteling gadeslaan. Ikroep dus voor u op een mens, een verbeelding. En te zamen bezielen wij dezemythische gestalte, totdat hij voor onsgaat leven. Wij noemen hem ChristiaanRozenkruis, die van goed Duitse originewas. Dat betekent dat onze figuur eenvolbloed Europeaan was. Een westerling.

Deze westerling wenst de gang van dewesterse mens te gaan, namelijk het pad

HET NIEUW ESOTERIES WETEN

D~d 2

(BIJDRAGE TOT EEN NIEUWE OPENRAR INGVAN DE COSMOLOGIE EN MAGIE

DER ROZEKRUISITES BROEDERSCI-IAE(

31

Page 8: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

door Christus gewezen, door de Christusvoorgeleefd. Daarom noemen wij hemChristiaan. Deze mens poogt en wil allelatente vermogens die in het wezen van iedere mens sluimeren en die de mens stempelen tot een Godenzoon, een kindGods, tot een Godskind in wording dus,tot ontwikkeling te brengen. En voorts ishij bereid daarbij de weg van volkomenzelfopoffering te gaan. Daarom noemenwij deze held tevens Rozenkruis. Daaromspreken wij, waar deze mythische gestaltenu voor ons leeft, waar wij enthousiastzijn voor de heldenstrijd die hij heeft aan-gevangen, in biddend verlangen: ‘Mijnwaarde broeder, moge de Christusrooslichten op uw kruis.’»ll)

OPROEP TOT ALGEHELE REFORMATIE VAN

EN IN DE MENS

Let wel, dit is het taalgebruik van dejaren dertig. Van Rijckenborgh trachttede lezer ervan te doordringen dat de Manifesten direct op de mens zèlf betrokkenmoeten worden. Zij roepen op tot een algehele reformatie van en in de mens. Wantd~.t zal en kan alleen maar voeren tot eenverandering in de maatschappij.

In hetzelfde boek zegt hij: «Wij willenons richten naar de wegen, aangewezen inde oude boeken. De oude testamentenvan de Orde van het Rozenkruis. DeConfessio Fraternitatis stelt ons het programma - de geloofsbelijdenis. In de FamaFraternitatis gaat de neophiet ertoe overom dat programma uit te voeren. In hetScheikundig Huwelijk van C.R.C. wordtde volledige ontwikkeling geschetst ophet pad van inwijding, nadat het doel, deroep, de Fama is uitgevoerd in individueletaak. En tenslotte is daar het Rozenkruiswerk: Christianopolis, waarin de structuur van een nieuwe maatschappij wordtuiteengezet zoals die door de Broedersmoet worden gebouwd.» 12)

Wij constateren dus dat de Mani

festen van de oude Broederschap voorVan Rijckenborgh veel dieper grijpen,dan oppervlakkige beschouwing doetvermoeden. Hij leest erin wat hem zelfbeweegt. De boodschap die de Broederschap destijds de wereld had ingezonden,de oproep tot algehele reformatie, is vooral ook bedoeld om tot een fundamenteleverandering in de mens zelf te komen.

In de oorlogsjaren van 1940 - 1945,toen zijn School door de bezetter werdgesloten en het hem verboden werd verder te werken, verdiepte hij zich in hetCorpus Hermeticum, de geschriften van deManicheeën, de Gnostieken, de geschiedenis van de Katharen. Verschillende le-ringen uit deze geschriften vond hij terugin de gesluierde en symbolische taal vande Manifesten. Voorts raakte hij ervanovertuigd dat de leringen van Hermes opeen geheel eigen wijze in de boeken vanParacelsus terugkomen en hij constateerde dat Paracelsus in hoge achting stondbij de Broeders van het Rozenkruis. Hijstelde vast dat de schrijvers van de Manifesten ook de beschikking moeten hebben gehad over het Corpus Hermeticumen dat er nog veel meer esoterischgnostieke literatuur in hun bibliothekenmoet hebben gestaan. De innerlijke weg,het pad der mysteriën ligt in al deze geschriften verborgen.

DE GLORIA INTACTA VERSCHEEN DIRECT

NA DE OORLOG

Direct na de Tweede Wereldoorlogpubliceerde hij het boek Dei Gloria Intacta, met als ondertitel: het christelijke inwijdingsmysterie van het Heilige Rozenkruisvoor de nieuwe eeuw.» 13) In dit boekwordt deze innerlijke weg als een zevenvoudig pad uitvoerig uiteengezet. Hetgaat niet om inwijding die door een ander, een zogenaamde «ingewijde», wordtopgelegd of ingeleid. Het gaat om eenweg van zelfinwijding. Om een prakti

32

Page 9: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

PElGLORIA INTACTA

HET CHRISTELIJKE INWIJDINGS MYSTERIE

VAN HET HEILIGE ROZEKRUIS VOOR DE

NIEUWE EEUW

DOOR

J. VAN RIJCKENBORGH

*HORA RAT 946

ANTWERPEN HAARLEM

sche weg die tot volledige levensverniewing voert, Op basis van zelfkennis. Zoals reeds door de Gnostici en Hermeticiwerd gezegd: «Wie zich zelf kent, kent hetAl.»

Dei Gloria Intacta, met als inleidingeen gedeelte uit de klassieke Fama, blijkteen grote voorbereiding te zijn voor tweemonumentale werken die hierna het lichtzullen zien: een vierdelig werk met commentaren op en verklaringen van het Corpus Hermeticum èn het magistrale, tweedelige werk met gedetailleerde verklaringen van de inwijdingsweg, waarin dezevoor de lezer wordt ontsloten: Het Scheikundig Huwelijk van Christiaan Rozen-kruis (C.R.C.). Hierin bewijst Van Rijckenborgh, dat hij, na een lange voorbereidingsweg waarop hij stap voor stap isdoorgedrongen in de geheimen van deBroederschap, de sleutel in handen heeftmogen ontvangen.

De «worsteling van C.R.C.», zoals hijdeze in alle toonaarden beschreven heeft,is tegelijkertijd zijn eigen worsteling omde weg te ontsluiten. En vooral zijn worsteling om deze weg voor anderen vrij temaken uit de windselen van de tijd en de

mysteriën waarin de oude geschriften gehuld zijn, open te breken. Hij heeft deinnerlijke sleutel die toegang biedt tot dewij sheidsboeken waarin deze weg wordtgetoond.

VRIJMAKEN UIT DE WINDSELEN VAN TIJDEN MYSTERIE

Die sleutel past hij ook toe op hetmysterieboek De Alchemische Bruiloft. Hijzegt daarover: «In de Alchemische Bruiloftvan C.R.C worden uitvoerig, zeer nauwkeurig en overduidelijk, alle inwijdingenvan C.R.C. beschreven. Z6 duidelijk, dathet niet beter kan. Alle inlichtingen worden gegeven zonden ook maar één detailte verwaarlozen. Wie was, of beter, wie isChristiaan Rozenkruis? Hij is het prototype van de ware, oorspronkelijke mens.De nieuwe mens. De mens die waarlijkchristen is; die Christus in zich vrijgemaaktheeft door het pad te gaan van het kruisin de kracht van de roos... Het kruis is eenontmoeting tussen twee krachtlijnen diediametraal tegenover elkaar staan. Het betekent een totale verandering, een omzetting van krachten, een alchemische omzetting. Een wedergeboorte. De roos inde mens moet verbonden worden methaar ware levensveld. Met het veld van deonsterfelijkheid. De roos moet wordenvrijgemaakt door de kruisweg van transfiguratie. Daarom spreken wij van hetRozenkruis. Dat werk moet geschieden inChristuskracht. Dat is de elektromagnetische kracht van het Universele Leven.» 14)

ALS DE LICHTVONK OPVLAMT, WORDT DE

INNERLIJKE KENNIS GEBOREN

De roos is hier symbool voor deLichtvonk, de goddelijke vonk van degnostieken, die door Van Rijckenborghook wel op moderne wijze werd aangeduid als het «geestvonkatoom» of de

33

Page 10: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

«geestnucleus», de goddelijke levenskernin de mens.

Wanneer deze geestelijke kern werkzaam wordt, zo verklaarde hij, wanneerdeze lichtvonk opviamt in het hart, danwordt de innerlijke kennis geboren. Dekennis van het hart. Zij openbaart zichuit het goddelijke oeratoom dat als hetzaad van de Geest potentieel in de mensverborgen ligt. Ontkiemt dit zaad enkomt het tot bloeien, dan brengt dit devruchten voort van het Al-Goede. Devruchten van de Boom des Levens. Wanneer het zaad van de Roos de ziel bevrucht, dan zal zij onsterfelijk worden enhet lichaam, de persoonlijkheid, transfigureren. De kennis van het Al-Goede, diekennis is een geestelijk inzicht dat het vermogen schenkt dat toegang geeft tot eeninnerlijk weten omtrent de mens zelf.Kennis omtrent zijn goddelijke bestemming en omtrent God die in hem is.

DE LEZER AANSPOREN OM TOT ZELFKENNIS

TE KOMEN

Van Rijckenborgh heeft maar één bedoeling, die als een gouden draad door alzijn werken loopt: de geï nteresseerde lezer aan te sporen om tot zelfkennis tekomen. Om kennis te verkrijgen van zijnware zelf dat in zijn hart verloren ligt alseen Rozenknop, een Geestvonk. Demikrokosmos, de ware afkomst van demens is de mikrokosmos, ligt daarin verborgen. Of, zoals de Fama het zegt, zijneigen Adeldom. Die wijst op de oorspronkelijke mens die tot de dusgenaamde Onbekende Helft der Wereld behoort,de Ware Godsnatuur. De mens dient teworden geï nspireerd zodat hij zich opweg begeeft om te komen tot verlossinguit zijn dier-menselijke staat van leven.

De kennis van de weg die voert tot dewedergeboorte van de ziel, waarover Jezusspreekt tot Nicodemus, de noodzakelijkewedergeboorte uit water en geest, wordt

door Van Rijckenborgh uitvoerig in zijnwerken behandeld. Hier zien wij despoorslag tot handeling terugkomen, dieVan Rijckenborgh in zijn jonge jaren opweg deed gaan. De noodzaak tot wedergeboorte waarover professor De Hartogsprak. Maar bij Van Rijckenborgh is hetniet in exoterische zin verhuld zoals in dewollige taal van theologische tekstverklaringen. Van Rijckenborgh spreekt overhet esoterisch beleven van de evangelischeweg die voert van de Johannesmens naarde Jezusmens. Dat is de weg van Christiaan Rozenkruis. Het van «beestmens totGeestmens» wedergeboren worden, waarover hij De Hartogl5) in zijn jonge jarenhoorde spreken, is geen filosofie voor VanRijckenborgh, maar pure werkelijkheiden noodzaak.

De natuurgeboren mens die uit deaarde aards is, moet de Geestmens aandoen, die als een goddelijke Roos, als eenVonk van de Geest, in hem verborgenligt. Geest, Ziel en Lichaam moeten weervereend worden. Tot een ware eenheidgesmeed worden. Bytoss, Nous en Alezeiavan de oude Gnostieken. Uit de dieptevan de goddelijke Geest, waaruit de Waarheid zich openbaart, zijn in de Bijbel degoddelijke principiën van Geest, Water enBloed, of de Hermetische componentenGeest, Ziel en Lichaam, of het Mercur,het Sulphur en het Zout van de Rozenkruisers, geworden. 16) Dat is de weg vantransmutatie tot transfiguratie die in dezeven dagen van het Scheikundig Huwelijkgesluierd en symbolisch is weergegeven.Het is de zevenvoudige herschepping vande mens. De wedergeboorte op basis vanhet prijsgeven van het oude, ik-gerichteleven van de natuurgeboren mens, die ondanks alles toch een God-menselijk wezen is, omdat hij de Geestvonk in zijnmikrokosmos draagt.

34

Page 11: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

GNosIs TRANSFORMEERT DE GEHELE MENS

TOT ZIJN WEZENLIJKE AARD

Onwetendheid van dit alles is hetgrootste drama van de mens. Het verscheuren van het kleed van de boosheidvan de onwetendheid door de mens die isgeroepen om tot het Godsgeslacht tetransfigureren, maar die in zijn natuurgeboren staat is blijven steken, dat is de basisgedachte die aan heel het werk van VanRijckenborgh ten grondslag ligt. Getuigehet woord van Hermes: «Wanneer deGnosis dan het ganse bewustzijn verlicht,doet Zij de ziel geheel en al weer opvlammen en verheft Zij haar door haar van het(natuurgeboren) lichaam los te maken. Zotransformeert Zij de gehele mens tot zijnwezenlijke aard.» 17)

Dat het Rozenkruis en het Hermetisme nauw aan elkaar verwant zijn,weten wij door dit bekende fragment uitde Alchemische Bruiloft:

«Hermes is de Oerbron.Nadat zovele beschadigingen aanhet menselijk geslacht zijntoegebracht, vloei Ik, naarGoddelijk Raadsbesluit enbijgestaan door de Kunst,als genezingbrengende artsenijhier uit.Wie kan, drinke uit Mz)~Wie wil, reinige zich in Mij.Wie durft, storte zich in Mijndiepten.Drinkt, broeders, en leeft.»

Van Rij ckenborgh slaat de brug tussende bedoelingen van de Broeders van hetRozenkruis en de Oerbron van Hermes.Hij schrijft in zijn verklaringen van de Al-chemische Bruiloft: «Wie was, of beter is,voor ons dan Hermes? Hermes is de zichopenbarende Geest zelve, de Oerbron dieiedere mens zou willen laven. Daaromwillen wij ook uit die Oerbron getuigen

DE EGYPTISCHE OER-GNOSJSen Haat Roep ~n het &uw~ge M~

Ti»ULA $MARM~rnNÂ C0000S 000MCTtÇUM

t{EOME> TPOSMEGIStOS

5 V~N RIJCKENBORGB

RONOVX.ȃLIOTNEEK NO. >

ROZE~RUtS.PERS RAARLOM M.

en bestuderen wij steeds weer opnieuw deoude Hermetische boeken.» 18)

HERMES IS DE OERBRON

Aldus is Hermes eveneens een mythische figuur. Maar tegelijkertijd het grotevoorbeeld dat als een universele wijsheidskracht door alle tijden heen nietsvan zijn stralende wijsheid heeft ingeboet.Dat van Rijckenborgh ook het Co~usHermeticum regel voor regel heeft bestudeerd, blijkt wel uit zijn vierdelig werkmet verklarende tekst dat hij de volgendetitel gaf: De Eg~tische Oergnosis en haarRoep in het Eeuwige Nu. 19) Hij legdeeveneens de nadruk op Hermes als deOerbron, als de Oer-Gnosis die verwijstnaar de oorspronkelijke kennis, de eeuwige wij sheid die door alle tijden heen principieel dezelfde is. Beter gezegd: altijdhetzelfde bedoelt over te dragen. Dus, de«Eeuwige Roep». Een Roep die derhalvenog altijd actueel is. J. van Rijckenborghwilde die Roep weer krachtig doen klinken. In dezelfde betekenis die de Broeders

35

Page 12: Biografie Jan van Rijckenborgh rozenkruiser en hermetisch gnosticus stichter Lectorium Rosicr

van het Rozenkruis aan hun Fama meegaven. Maar Van Rij ckenborgh sprak tegende achtergrond van de actuele tijd. Doormiddel van een universele lijn, die doorde tijden heen steeds hetzelfde principeheeft uitgedragen.

Welnu, op basis van deze verhandeling menen wij te mogen zeggen dat Janvan Rij ckenborgh een voorbeeld is vande hedendaagse Rozenkruiser-Gnosticus.Hij belijdt in zijn werken het christocentrisch-gnostieke Rozenkruis, zoals datook naar buiten trad in het fenomeen vande Rozenkruisers Manifesten van het begin van de l7de eeuw.

A.H. van den Brui

1) Bibliografie, Bibliotheek RijksuniversiteitUtrecht, 1988.

2) Uren met Boehme, Hollandia-Drukkerij,Baarn. 1915.

3) Aurora ofMorgenrood in Opgang, JacobBoehme. Ned. vertaling van KW Schiebler,Leipzig 1832. Uitgave «Hora Est~>, Haarlem.

4) Tijdschrift Nieuw Religieuze Oriëntering,niet gedateerd.

5) The Rosicrucian Cosmological Conception.First Edition, Max Heindel. RosicrucianFellowship, Seattie, Washington.

6) De Blijmare van de Gave Gods, Esoterischeanalyse van het Mattheus-Evangelie. JohnTwine. 1931.

7) Republicae Christianopolitanae van JohannValentin Andreae. Verklarende brieven.Rozekruis Pers. 1939/1940. Tweede editie1978.

8) Fama Fraternitatis, Confessio en A IchemischeBruiloft. In één band. Nederlands. 1937.

9) Nieuw Religieuze Oriëntering, nietgedateerd.

10, 11, 12) De geheimen der RozekruisersBroederschap, Esoterische analyse. 1938. Idem.Onder nieuwe titel: De Roep der RozenkruisersBroederschap. 1966. Rozekruis Pers.

13) Dei Gloria Intacta. Het ChristelijkeInwijdingsmysterie van het Heilige Rozenkruisvoor de Nieuwe Eeuw. Hora Est, Antwerpen-Haarlem. 1946. Tweede, herziene druk 1957.Rozekruis Pers.

14) De Alchemische Bruiloft van ChristiaanRozenkruis, deel 1, 1967, deel 2, 1969.Rozekruis Pers. Tweede, herziene druk, 1988.

15) Phaenomenologie van het ChristelijkBewustzijn. (blz. 77 en 136), Uitgevers-Maatschappij Holland, Amsterdam. 1932.Levensleer (blz. 149 e.v., 159 en 160 e.v., 180e.v.). P. Noordhoff NV., Groningen, Batavia.1933.

16) Bekenntnis zur Gnosis von Paracelsus bisauf die Schüler Jacob Böhmes, Dr. Carlos Gilly.Uitgave B.P.I 1. Amsterdam.

17) Corpus Hermeticum, Nederlandse vertalinguit het Engels van G.R.S. Mead en het Duitsvan Patrizi & J. Scheible Stuttgart. 1855.

18) Het Scheikundig Huwelijk van ChristiaanRozenkruis. 1967. Rozekruis Pers.

19) Uitgave Rozekruis Pers.

36