Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

188
Inhoud van het overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten Onderdeel A. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. Begrippen, afkortingen en internationale afspraken en wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.1. Begrippen en afkortingen . . . . . . . . . . . 3 2.2. Internationale afspraken in GATT en WTO . . . 5 2.3. Communautaire bepalingen . . . . . . . . . . 5 2.3.1. Instelling van rechten. . . . . . . . . . . . . 5 2.3.2. Heffing en inning . . . . . . . . . . . . . . 6-10 2.4. Antidumpingrechten en compenserende rechten bij invoer uit Turkije . . . . . . . . . . . . . . 6-10 2.4.1. Antidumpingrechten en compenserende rechten voor producten van oorsprong uit Turkije . . . . 6-10 2.4.2. Antidumpingrechten en compenserende rechten voor producten van herkomst uit het vrije verkeer van Turkije maar van oorsprong uit een derde land. 6-10 3. Communautair kader voor instellen van antidum- pingmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . 6-10 3.1. Wanneer instellen van antidumpingrechten . . . 11 3.2. Procedure onderzoek en instellen maatregelen . . 12 3.3. Inleiding van de procedure . . . . . . . . . . 12 3.4. Onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 3.5. Instelling van voorlopige antidumpingrechten . . 14 3.6. Voorlopige of definitieve rechten niet van toepas- sing als verbintenis is aanvaard . . . . . . . . 15 3.7. Beëindiging procedure zonder maatregelen . . . 16-20 3.8. Instelling van definitieve antidumpingrechten . . 16-20 3.8.1. De maatstaf van heffing . . . . . . . . . . . 21 3.8.2. Bedrag (tarief) van de rechten . . . . . . . . . 23 3.8.3. Heffing van ingestelde definitieve rechten . . . . 24 3.8.4. Innen van voorlopige antidumpingrechten . . . . 25 3.9. Intrekking, handhaving of wijziging ingesteld defi- nitief recht na nieuw onderzoek of heronderzoek . 25 3.10. Terugbetaling van rechten. . . . . . . . . . . 26-30 3.11. Schorsing van antidumpingrechten . . . . . . . 31 3.12. Ontwijking (ontduiking) van antidumpingrechten. 31 3.13. Instelling registratieplicht . . . . . . . . . . . 32 3.14. Overleg in het Raadgevend Comité . . . . . . . 33 4. Communautair kader voor het instellen van anti- subsidiemaatregelen . . . . . . . . . . . . . 33 4.1. Wanneer instellen van compenserende rechten . . 33 4.2. Afwijkende bepalingen onderzoek en maatregelen. 34 5. Procedures en werkzaamheden Douane bij inge- stelde maatregelen . . . . . . . . . . . . . . 34 5.1. Procedures en werkzaamheden algemeen . . . . 34 5.1.1. Informatie over onderzoeken en maatregelen . . 35 5.1.2. Fouten in publicatiebladen, Taric en DSI . . . . 36-40 5.1.3. Bevoegdheidssituatie per 1 augustus 2008 . . . . 36-40 5.2. In vrije verkeer brengen van producten waarvoor registratieplicht is ingesteld . . . . . . . . . . 41 5.2.1. Registreren van producten bij aangifte in DSI . . 41 5.2.2. Registreren van producten bij aanvullende aan- gifte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 5.3. In vrije verkeer brengen van producten waarvoor voorlopig recht is ingesteld . . . . . . . . . . 42 5.3.1. Aangifte in DSI voor producten waarvoor voorlo- pige recht is ingesteld. . . . . . . . . . . . . 42 5.3.2. Aanvullende aangifte producten waarvoor voorlo- pige recht is ingesteld. . . . . . . . . . . . . 42 5.4. Inning van voorlopige rechten . . . . . . . . . 42 5.4.1. Inning voorlopige rechten aangiften in DSI . . . 43 5.4.2. Inning voorlopige rechten aanvullende aangiften . 43 5.5. Geen inning van voorlopige rechten . . . . . . 43 5.5.1. Geen inning voorlopig recht aangiften in DSI . . 43 BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN 376A-379A B1 mei 2010 H-1

Transcript of Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Page 1: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Inhoud van het overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Onderdeel A. Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32. Begrippen, afkortingen en internationale afspraken

en wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . 32.1. Begrippen en afkortingen . . . . . . . . . . . 32.2. Internationale afspraken in GATT en WTO . . . 52.3. Communautaire bepalingen . . . . . . . . . . 52.3.1. Instelling van rechten. . . . . . . . . . . . . 52.3.2. Heffing en inning . . . . . . . . . . . . . . 6-102.4. Antidumpingrechten en compenserende rechten bij

invoer uit Turkije . . . . . . . . . . . . . . 6-102.4.1. Antidumpingrechten en compenserende rechten

voor producten van oorsprong uit Turkije. . . . 6-102.4.2. Antidumpingrechten en compenserende rechten

voor producten van herkomst uit het vrije verkeervan Turkije maar van oorsprong uit een derde land. 6-10

3. Communautair kader voor instellen van antidum-pingmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . 6-10

3.1. Wanneer instellen van antidumpingrechten . . . 113.2. Procedure onderzoek en instellen maatregelen . . 123.3. Inleiding van de procedure . . . . . . . . . . 123.4. Onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . 133.5. Instelling van voorlopige antidumpingrechten . . 143.6. Voorlopige of definitieve rechten niet van toepas-

sing als verbintenis is aanvaard . . . . . . . . 153.7. Beëindiging procedure zonder maatregelen . . . 16-203.8. Instelling van definitieve antidumpingrechten . . 16-203.8.1. De maatstaf van heffing . . . . . . . . . . . 213.8.2. Bedrag (tarief) van de rechten . . . . . . . . . 233.8.3. Heffing van ingestelde definitieve rechten . . . . 243.8.4. Innen van voorlopige antidumpingrechten . . . . 253.9. Intrekking, handhaving of wijziging ingesteld defi-

nitief recht na nieuw onderzoek of heronderzoek . 253.10. Terugbetaling van rechten. . . . . . . . . . . 26-303.11. Schorsing van antidumpingrechten . . . . . . . 313.12. Ontwijking (ontduiking) van antidumpingrechten. 313.13. Instelling registratieplicht . . . . . . . . . . . 323.14. Overleg in het Raadgevend Comité . . . . . . . 334. Communautair kader voor het instellen van anti-

subsidiemaatregelen . . . . . . . . . . . . . 334.1. Wanneer instellen van compenserende rechten . . 334.2. Afwijkende bepalingen onderzoek en maatregelen. 345. Procedures en werkzaamheden Douane bij inge-

stelde maatregelen . . . . . . . . . . . . . . 345.1. Procedures en werkzaamheden algemeen . . . . 345.1.1. Informatie over onderzoeken en maatregelen . . 355.1.2. Fouten in publicatiebladen, Taric en DSI . . . . 36-405.1.3. Bevoegdheidssituatie per 1 augustus 2008 . . . . 36-405.2. In vrije verkeer brengen van producten waarvoor

registratieplicht is ingesteld . . . . . . . . . . 415.2.1. Registreren van producten bij aangifte in DSI . . 415.2.2. Registreren van producten bij aanvullende aan-

gifte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 415.3. In vrije verkeer brengen van producten waarvoor

voorlopig recht is ingesteld . . . . . . . . . . 425.3.1. Aangifte in DSI voor producten waarvoor voorlo-

pige recht is ingesteld. . . . . . . . . . . . . 425.3.2. Aanvullende aangifte producten waarvoor voorlo-

pige recht is ingesteld. . . . . . . . . . . . . 425.4. Inning van voorlopige rechten . . . . . . . . . 425.4.1. Inning voorlopige rechten aangiften in DSI . . . 435.4.2. Inning voorlopige rechten aanvullende aangiften . 435.5. Geen inning van voorlopige rechten . . . . . . 435.5.1. Geen inning voorlopig recht aangiften in DSI . . 43

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 1

Page 2: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

5.5.2. Geen inning voorlopig recht aanvullende aangif-ten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43

5.6. In vrije verkeer brengen producten waarvoor defi-nitief recht is ingesteld . . . . . . . . . . . . 43

5.6.1. Aangifte in DSI producten waarvoor definitiefrecht is ingesteld . . . . . . . . . . . . . . . 44

5.6.2. Aanvullende aangiften producten waarvoor defini-tief recht is ingesteld . . . . . . . . . . . . . 44

5.7. Heffing van definitief recht met terugwerkendekracht van geregistreerde producten . . . . . . 44

5.7.1. Heffing van definitief recht met terugwerkendekracht in DSI geregistreerde producten . . . . . 45

5.7.2. Heffing van definitief recht met terugwerkendekracht bij aanvullende aangifte geregistreerde pro-ducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

5.8. Controle na invoer . . . . . . . . . . . . . . 455.9. Inning van rechten anders dan met aangifte vrije

verkeer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 455.10. Passieve veredeling . . . . . . . . . . . . . . 455.11. Terugbetaling en kwijtschelding van rechten . . . 46-505.12. Bezwaar en beroep . . . . . . . . . . . . . . 515.13. Verstrekken van invoergegevens aan de Commis-

sie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 515.14. Controleaanwijzingen . . . . . . . . . . . . 525.15. Controle goederenomschrijving, GN-code en Ta-

ric-code . . . . . . . . . . . . . . . . . . 525.16. Controle aanvullende Taric-code . . . . . . . . 535.16.1. Aanvullende Taric-code met name genoemde on-

dernemingen . . . . . . . . . . . . . . . . 535.16.2 Aanvullende Taric-code niet met name genoemde

ondernemingen . . . . . . . . . . . . . . . 555.16.3. Aanvullende Taric-code importeurs met vrijstel-

ling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56-605.17. Controle land van uitvoer. . . . . . . . . . . 56-605.18. Controle maatstaf van heffing . . . . . . . . . 615.18.1. Controle maatstaf is nettoprijs . . . . . . . . . 625.18.2. Controle maatstaf is combinatie nettoprijs/mini-

mumprijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . 645.18.3. Nettoprijs (vermoedelijk) niet juist . . . . . . . 646. Gereserveerd . . . . . . . . . . . . . . . . 657. Bijlage 1: Vaststelling van antidumpingrechten en

compenserende rechten (oud) . . . . . . . . . 657.1. Procedure en werkzaamheden . . . . . . . . . 65

Onderdeel B t/m onderdeel K. Gereserveerd. . . . . . . . . . . . . 66-70Onderdeel L. Werkafspraken tussen de ministeries van Economische za-

ken en Financiën. . . . . . . . . . . . . . . . . . 66-70Onderdeel M. Inleiding antidumpingprocedures:

1. Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 722. Tabel met producten/landen ten aanzien waarvan

procedures lopen . . . . . . . . . . . . . . 72Onderdeel N. Producten waarvan de invoer wordt geregistreerd; instel-

ling recht met terugwerkende kracht . . . . . . . . . 242Onderdeel O. Overzicht van antidumpingmaatregelen die sinds 1 januari

1998 zijn vervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . 264-270Onderdeel P. Overzicht van de producten waarvan de antidumping-

maatregelen zijn geschorst . . . . . . . . . . . . . . 292Onderdeel Q. Mededeling van de Commissie over terugbetaling van an-

tidumpingrechten . . . . . . . . . . . . . . . . . 294-300

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 2

Page 3: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

A. Algemeen

1. Inleiding

In dit onderdeel vindt u een toelichting:– op de wetgeving over antidumpingrechten en compenserende rechten en

andere maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring; en– een beschrijving van de procedures en werkzaamheden bij het toepassen

van die maatregelen.

Antidumpingrechten en compenserende rechten onderscheiden zich vandouanerechten omdat ze op een andere juridische basis worden ingesteld.Maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring zijn van toepassing opaangewezen producten die zijn uitgevoerd door (aangewezen) exporteurs in eenbepaald land of bepaalde landen.

Aan de orde komen:– begrippen, internationale afspraken en communautaire wetgeving (hoofd-

stuk 2);– de instelling van maatregelen tegen de invoer van producten met dumping

en invoer van producten met subsidie en de procedure die de Commissiemoet volgen bij de instelling van die maatregelen (hoofdstuk 3 en 4);

– de procedure bij de heffing en inning van ingestelde rechten en de toepas-sing van andere ingestelde maatregelen en de werkzaamheden van deDouane (hoofdstuk 5).

2. Begrippen, afkortingen en internationale afspraken en wetgeving

2.1. Begrippen en afkortingen

De begrippen en afkortingen in de tabel zien alleen op deze bijlage.

Aangifte in DSI Een elektronische aangifte of een schriftelijkeaangifte die op het douanekantoor is inge-bracht in DSI

Aanvullende aangifte De aanvullende periodieke aangifte voorproducten die met toepassing van de domici-liëringsprocedure in het vrije verkeer zijngebracht

Antidumpingmaatregelen De maatregelen die mogelijk zijn om invoervan producten met dumping tegen te gaanop grond van de Verordening antidumping-maatregelen:– instellen van een voorlopig antidum-

pingrecht;– instellen van een definitief antidumping-

recht;– instellen van registratieplicht;– verlenen van vrijstelling ingestelde

registratieplicht bij onderzoek naarontduiking van ingesteld definitief recht;

– verlenen van vrijstelling bij uitbreidingingesteld definitief recht wegens ontdui-king;

– aanvaarden verbintenis;– schorsen van een ingesteld definitief

antidumpingrecht;– informatieverzameling over invoer van

bepaalde producten.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 3

Page 4: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Antisubsidiemaatregelen De maatregelen die mogelijk zijn om invoervan producten met subsidie tegen te gaan opgrond van de Verordening antisubsidiemaat-regelen:– instellen van een voorlopig compense-

rend recht;– instellen van een definitief compense-

rend recht;– instellen van registratieplicht;– verlenen van vrijstelling ingestelde

registratieplicht bij onderzoek naarontduiking van ingesteld definitief recht;

– verlenen van vrijstelling bij uitbreidingingesteld definitief recht wegens ontdui-king;

– aanvaarden verbintenis;– schorsen van een ingesteld definitief

compenserend recht;– informatieverzameling over invoer van

bepaalde producten.

CDW Verordening (EEG) 2913/92 tot vaststellingvan het Communautair douanewetboek.

CNI Controle na invoer volgens artikel 78 van hetCDW

Commissie Commissie van de Europese Gemeenschap-pen.

Definitieve rechten Definitieve antidumpingrechten of definitievecompenserende rechten.

DSI Douane Sagitta Invoer.

Instellingsverordening De verordening waarbij een antidumping-maatregel of antisubsidiemaatregel is inge-steld en de exporteurs zijn genoemd met eenvrijstelling of een verbintenis.

Raad Raad van de Europese Unie.

TVo. CDW Verordening (EEG) 2454/93 houdende vast-stelling van enkele bepalingen ter uitvoeringvan het CDW.

UTB Uitnodiging tot betaling.

Verordening antidumping-maatregelen

Verordening (EG) nr. 1225/2009 van deRaad van 30 november 2009 betreffendebeschermende maatregelen tegen invoer metdumping uit landen die geen lid zijn van deEuropese Gemeenschap (de zogenoemdebasisverordening antidumpingmaatregelen).

Verordening antisubsidie-maatregelen

Verordening (EG) nr. 597/2009 betreffendebescherming tegen invoer met subsidiëringuit landen die geen lid zijn van de EuropeseGemeenschap (de zogenoemde basisverorde-ning antisubsidiemaatregelen).

Voorlopige rechten Voorlopige antidumpingrechten of voorlo-pige compenserende rechten.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 4

Page 5: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

2.2. Internationale afspraken in GATT en WTO

In het GATT-akkoord (General Agreement on Tariffs and Trade of AlgemeneOvereenkomst betreffende Tarieven en Handel) zijn internationaal afsprakengemaakt over het nemen van maatregelen tegen het exporteren naar en het opde markt van een ander land brengen van producten met dumping of met sub-sidie. Als deze vormen van „oneerlijke concurrentie” schade toebrengen aan deeconomie of industrie van een importerende land kan dat land, naast hetdouanerecht, een heffing instellen in de vorm van antidumpingrechten of com-penserende rechten (ook wel antisubsidierecht genoemd). De WTO (WorldTrade Organisation of Wereld Handels Organisatie) heeft het oude GATT-ak-koord geïncorporeerd en verder uitgebouwd.Een importerend land kan antidumpingrechten instellen voor een product vanoorsprong uit een derde land als:1. dat product wordt gedumpt;2. het in het vrije verkeer brengen schade toebrengt aan de producenten van

soortgelijke producten in het importerende land; en3. er een rechtstreeks verband bestaat tussen de geleden schade en de invoer

van de producten uit het betreffende land.

Van dumping is sprake als exporteurs in een derde land (het land van oorsprongof een ander land van uitvoer) producten uitvoeren voor een prijs die lager isdan de prijs die onafhankelijke afnemers in het land van uitvoer moeten betalen.

Een importerend land kan compenserende rechten instellen voor een productvan oorsprong uit een derde land als:1. voor de vervaardiging, de productie, de uitvoer of het vervoer een subsidie

is toegekend door de overheid van een derde land (het land van oorsprongof het land van uitvoer);

2. het in het vrije verkeer brengen schade toebrengt aan de producenten vansoortgelijke producten in het importerende land; en

3. er een rechtstreeks verband bestaat tussen de geleden schade en de invoervan de producten uit het betreffende land.

De instelling van antidumpingrechten en compenserende rechten is alleen mo-gelijk binnen de kaders die in GATT-verband zijn vastgesteld. Artikel VI vanGATT 1994 is verder uitgewerkt in een overeenkomst die regels stelt op welkewijze maatregelen tegen dumping kunnen worden getroffen. Daarnaast is eenovereenkomst tot stand gekomen welke regels stelt voor de uitleg van artikelXVI van het GATT-akkoord waarbij maatregelen mogelijk zijn tegen het ver-lenen van subsidies (Agreement on subsidies and countervailing measures). Opgrond van deze WTO-afspraken mogen landen zelfstandig, naast een eventueeldouanerecht, ook een antidumpingrecht ter hoogte van de dumpingmarge ofeen compenserend recht ter hoogte van het subsidievoordeel instellen.De twee overeenkomsten bevatten gedetailleerde bepalingen over:– het berekenen van de dumpingmarge;– het vaststellen van de subsidie;– de procedures voor het openen en verrichten van een onderzoek;– het vaststellen van de feiten en het behandelen van gegevens;– het instellen van voorlopige maatregelen;– het instellen en heffen van antidumpingrechten en compenserende rechten;– de duur en de herziening van de maatregelen;– het openbaar maken van informatie in verband met het onderzoek;– speciale bepalingen die voor markt- of overgangseconomieën zijn vastge-

steld.

Derde landen kunnen ook antidumpingrechten of compenserende rechten hef-fen op de invoer in die landen van goederen van oorsprong uit de lidstaten vande Gemeenschap. Daar wordt in dit onderdeel verder niet op in gegaan.

2.3. Communautaire bepalingen

2.3.1. Instelling van rechten

De Raad heeft, met toepassing van artikel 133 van het Verdrag tot oprichtingvan de Europese Gemeenschap, de Verordening antidumpingmaatregelen en de

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 5

Page 6: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Verordening antisubsidiemaatregelen vastgesteld om gevolg te geven aan de in-ternationale afspraken over optreden tegen invoer met dumping en subsidie.Deze verordeningen maken het mogelijk om bij verordening voorlopige of de-finitieve antidumpingrechten of compenserende rechten in te stellen en anderepassende maatregelen te nemen.

2.3.2. Heffing en inning

Rechten bij invoerDe heffing en inning van antidumpingrechten en compenserende rechten vindtplaats als „rechten bij invoer” met toepassing van de communautaire en natio-nale douanewetgeving. Het CDW verstaat onder rechten bij invoer de douane-rechten en de heffingen van gelijke werking die bij invoer van goederen vantoepassing zijn. Antidumpingrechten en compenserende rechten zijn heffingenvan gelijke werking omdat ze een andere juridische basis hebben als douane-rechten (artikel 4, lid 10 CDW).

DouanetariefIngestelde antidumpingrechten en compenserende rechten zijn tariefmaatrege-len die worden verwerkt in het douanetarief van de Europese Gemeenschappen.De indeling van goederen in het douanetarief is bepalend voor de toepassingvan deze rechten en daarmee verband houdende maatregelen bij invoer in deGemeenschap (artikel 20, lid 2 en lid 3, letter g CDW).

2.4. Antidumpingrechten en compenserende rechten bij invoer uit Turkije

2.4.1. Antidumpingrechten en compenserende rechten voor producten van oor-sprong uit Turkije

Ondanks het feit dat de EU met Turkije voor bepaalde producten een douane-unie vormt en bepaalde ijzer- en staalproducten onder een vrijhandelsovereen-komst vallen, blijven antidumpingrechten en compenserende rechten in het han-delsverkeer voorlopig van toepassing. Bovendien blijft voorlopig de mogelijk-heid bestaan dat nieuwe antidumpingrechten en compenserende rechten wordeningesteld. Dit hangt onder meer af van aanpassing van de Turkse wetgeving opmededingingsgebied aan die van de EU en van de feitelijke toepassing van diewetgeving.

2.4.2. Antidumpingrechten en compenserende rechten voor producten van her-komst uit het vrije verkeer van Turkije maar van oorsprong uit een derdeland

Ook voor producten van herkomst uit het vrije verkeer van Turkije maar vanoorsprong uit een ander land dan Turkije blijven antidumpingrechten en com-penserende rechten van toepassing, indien voor het desbetreffende product vanoorsprong uit dat derde land bij rechtstreekse invoer in de EU een antidum-pingrecht of een compenserend recht van toepassing is. Deze handelspolitiekemaatregelen worden gehandhaafd totdat ook Turkije deze rechten bij invoeroplegt.

3. Communautair kader voor instellen van antidumpingmaatregelen

In de Verordening antidumpingmaatregelen is vastgesteld welke handelingenaanleiding kunnen zijn om een antidumpingrecht in te stellen of andere anti-dumpingmaatregelen te nemen. De verordening regelt verder:– op welke wijze en met welke methoden de Commissie moet vaststellen of

er sprake is van invoer met dumping;– welke maatregelen er mogelijk zijn;– de procedure die de Commissie moet volgen bij het onderzoek naar dum-

ping en het nemen van maatregelen tegen invoer met dumping.In dit hoofdstuk vindt u een beknopte toelichting op mogelijke maatregelen, deprocedure en een aantal begrippen die relevant zijn voor de heffing en inningvan ingestelde rechten en de toepassing van andere ingestelde maatregelen.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 6-10

Page 7: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

3.1. Wanneer instellen van antidumpingrechten

Een antidumpingrecht kan worden toegepast op ieder product van oorspronguit een derde land ten aanzien waarvan:1. dumping plaatsvindt en2. het in het vrije verkeer brengen van het product schade toebrengt aan de

bedrijfstak in de Gemeenschap (artikel 1 Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Wat is dumpingVan dumping is sprake als de prijs van een product bij uitvoer naar de Ge-meenschap (de zogenoemde uitvoerprijs) lager is dan een vergelijkbare prijs diebij normale transacties voor het soortgelijke product voor het land van uitvoeris vastgesteld (de zogenoemde normale waarde).

Wat is de uitvoerprijsDe uitvoerprijs is de werkelijke betaalde of te betalen prijs bij verkoop vanuithet land van uitvoer met het oog op uitvoer naar de Gemeenschap. De prijs magniet zijn beïnvloed door een associatie of een compensatieregeling tussen de ex-porteur en de importeur of een derde partij.

Wat is de normale waardeDe normale waarde is gebaseerd op de prijzen die onafhankelijke afnemers inhet land van uitvoer bij normale handelstransacties moeten betalen voor soort-gelijke producten die bestemd zijn voor gebruik op de binnenlandse markt (dethuismarkt) van het land van uitvoer.

Wat is het land van uitvoerHet land van uitvoer is normaal het land van oorsprong van het product, hetland waar het product is vervaardigd of geproduceerd. Het kan ook het landvan verzending zijn: een land in de handelsketen tussen het land van oorsprongen de Gemeenschap.

VoorbeeldBij uitbreiding van ingestelde definitieve rechten wegens ontduiking kan een de-finitief recht worden ingesteld voor producten die worden verzonden uit eenbepaald land ongeacht of de producten van oorsprong zijn uit dat land.

Wat is een soortgelijk productEen soortgelijk product is een product dat identiek is aan of kenmerken bezitdie grote overeenkomst vertonen met het product dat wordt gedumpt.

Wat is de bedrijfstakDe bedrijfstak zijn de producenten van soortgelijke producten in de Gemeen-schap.

Wat is schadeVoor de toepassing van de Verordening antidumpingmaatregelen is schade:– aanmerkelijke schade voor een bedrijfstak van de Gemeenschap;– dreiging van aanmerkelijke schade voor een bedrijfstak van de Gemeen-

schap; en– aanmerkelijke vertraging bij de vestiging van een bedrijfstak in de Ge-

meenschap.

UitgangspuntenIn de Verordening antidumpingmaatregelen staan de uitgangspunten voor hetvaststellen van de:– uitvoerprijs van een product;– normale waarde van een soortgelijk product in het land van uitvoer;– dumping door vergelijking van de uitvoerprijs met de normale waarde;– dumpingmarge: het bedrag waarmee de normale waarde de uitvoerprijs

overschrijdt;– schade veroorzaakt door de dumping en de omvang van de schade;– schademarge: het bedrag van de schade die de bedrijfstak ondervindt door

de dumping; bedrijfstak van de Gemeenschap.(artikel 2 en 3 Verordening (EG) nr. 1225/2009)

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 11

Page 8: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

De dumpingmarge en de schademarge worden in een instellingsverordening uit-gedrukt in een percentage van de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap,niet ingeklaard.

3.2. Procedure onderzoek en instellen maatregelen

De instelling van een antidumpingrecht en het nemen van andere maatregelenis alleen mogelijk als de Commissie de procedure volgt die in de Verordeningantidumpingmaatregelen is vastgesteld.

Klacht bedrijfstakDe Commissie kan de procedure starten naar aanleiding van een klacht overdumping van of namens een bedrijfstak van de Gemeenschap. De klacht moetvoldoende bewijsmateriaal bevatten en worden ondersteund door de bedrijfs-tak.

Informatie lidstaatIn bijzondere omstandigheden kan de Commissie de procedure ook beginnenals ze van een lidstaat voldoende bewijsmateriaal ontvangt over het bestaan vandumping.

Fasen procedureDe procedure die de Commissie moet volgen bij het onderzoek naar dumpingen de instelling van maatregelen tegen invoer met dumping, bestaat uit de vol-gende fasen:– de inleiding van de procedure en de opening van een onderzoek naar het

bestaan, de omvang en de gevolgen van dumping;– het verrichten van het onderzoek;– de aanvaarding van verbintenissen;– de instelling van voorlopige antidumpingrechten;– de instelling van definitieve antidumpingrechten;– de schorsing van definitieve antidumpingrechten;– de opening van een nieuw onderzoek of een heronderzoek;– de opening van een onderzoek naar de ontwijking van antidumpingrech-

ten;– de uitbreiding van definitieve antidumpingrechten wegens ontwijking;– het verlenen van vrijstelling bij de uitbreiding van definitieve antidumping-

rechten wegens ontwijking;– de registratie van de invoer.

3.3. Inleiding van de procedure

Als uit een klacht van een bedrijfstak of informatie van een lidstaat blijkt dat ervoldoende bewijsmateriaal aanwezig is ten aanzien van dumping, schade enoorzakelijk verband tussen de dumping en de schade, gaat de Commissie overtot inleiding van een procedure. Zij moet dit binnen 45 dagen nadat de klachtis ingediend, bekendmaken in het Publicatieblad van de Europese Gemeen-schappen (C-serie). In het „bericht van inleiding” kondigt de Commissie de ope-ning van een onderzoek aan. Het bericht vermeldt:– de gegevens van het betrokken product;– de naam van het land of de landen van oorsprong;– een samenvatting van de informatie die de Commissie heeft ontvangen

over de dumping en de mogelijke schade die aan de bedrijfstak in de Ge-meenschap wordt toegebracht;

– de mededeling dat alle verdere relevante informatie aan de Commissie ver-strekt moet worden.

Belanghebbenden kunnen reageren op het bericht van inleiding binnen vastge-stelde termijnen. Belanghebbenden kunnen zijn: de klagers, de exporteurs in hetland van oorsprong, de importeurs in de Gemeenschap, verenigingen van ex-porteurs en importeurs, gebruikers en consumentenorganisaties (artikel 5 Ver-ordening (EG) nr. 1225/2009).De inleidingen tot een procedure worden ook bekendgemaakt via een publicatiein In- en uitvoernieuws en op internet via In- en Uitvoer.nl (http://www.inenuit-voer.nl/). In onderdeel M van deze bijlage is een overzicht opgenomen van allelopende procedures; dit overzicht zal periodiek worden bijgewerkt.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 12

Page 9: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

3.4. Onderzoek

Na de bekendmaking van de inleiding van de procedure begint de Commissiemet het onderzoek naar de invoer van producten met dumping en de schade diedeze invoer heeft veroorzaakt in een bepaald onderzoekstijdvak. Om ervoor tezorgen dat de bevindingen representatief zijn, wordt een onderzoekstijdvakvastgesteld, dat normaal een onmiddellijk aan de procedure voorafgaande pe-riode van ten minste zes maanden beslaat (artikel 6 Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Te onderzoeken elementenHet onderzoek dient om vast te stellen:– wat de normale waarde is van een soortgelijk product in het land van uit-

voer;– wat de uitvoerprijs is van het product dat wordt gedumpt;– wat de omvang van de dumping is;– wat de dumpingmarge is;– wat de schade is door de:

– omvang van de invoer met dumping;– de gevolgen van de dumping voor de prijzen van soortgelijke pro-

ducten; en– de gevolgen van de invoer met dumping voor de bedrijfstak;

– wat de schademarge is;– welke exporteurs zich schuldig maken aan dumping;– welk bedrag aan recht nodig is om de schade weg te nemen.

Het onderzoek kan plaatsvinden:– met vragenlijsten die belanghebbenden bij een onderzoek moeten invullen;– aan de hand van gegevens die belanghebbenden bij een onderzoek ver-

strekken;– door het horen van belanghebbenden;– aan de hand van gegevens die de lidstaten verstrekken;– door controles en inspecties bij importeurs, handelaren en producenten in

de Gemeenschap;– door onderzoek bij de betrokken ondernemingen in derde landen;– aan de hand van statische gegevens, prijslijsten of andere bekende gege-

vens.

Onderzoek bij producenten/exporteurs of andere leveranciersDe Commissie stelt bij het onderzoek vast wat de normale waarde en de uit-voerprijs is die onafhankelijke afnemers betalen of moeten betalen bij recht-streekse aankoop van de producten bij de producent (de onderneming die deproducten vervaardigt of produceer) in het land van uitvoer.Op basis van de normale waarde en de uitvoerprijs stelt de Commissie de dum-pingmarge vast. De uitvoerprijs gebruikt de Commissie ook bij het vaststellenvan de schademarge. De dumpingmarge of de schademarge bepaalt de hoogtevan het bedrag (tarief) van de in te stellen rechten als er sprake is van invoer metdumping. Er kunnen meerdere tarieven zijn ingesteld voor producten uit eenbepaald land.De uitvoerprijs van de producent in het land van uitvoer kan dienen voor hetvaststellen van de nettoprijs franco grens Gemeenschap, niet ingeklaard, eenmaatstaf van heffing.De Commissie kan bij een onderzoek ook vaststellen wat de normale waarde ende uitvoerprijs is bij een andere leverancier dan de producent van het product.Dit gebeurt bij een onderzoek naar ontwijking in het land van verzending en inincidentele gevallen, als daar aanleiding toe bestaat, bij een onderzoek in hetland van oorsprong.In de overwegingen van een instellingsverordening geeft de Commissie aan hoeeen onderzoek is uitgevoerd, op welk niveau in de handelsketen en op welkewijze is vastgesteld wat de normale waarde, de uitvoerprijs, de dumpingmarge,de schademarge e.d. zijn.

Geen gevolgen voor douaneprocedureEen antidumpingonderzoek heeft geen belemmerende gevolgen voor de nor-male douaneprocedures bij invoer.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 13

Page 10: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Maatregelen bij het onderzoekBij het onderzoek kan de Commissie een registratieplicht of voorlopige anti-dumpingrechten instellen.

Einde onderzoekHet onderzoek wordt voor zover mogelijk binnen een jaar afgesloten maarwordt in ieder geval beëindigd binnen vijftien maanden na opening van het on-derzoek. Het onderzoek eindigt met:– het aanvaarden van een verbintenis;– de vaststelling dat beschermende maatregelen niet nodig zijn; of– het instellen van een definitief antidumpingrecht.

Het onderzoek kan ook eindigen door het intrekken van de klacht tenzij ditstrijdig is met het belang van de Gemeenschap.

3.5. Instelling van voorlopige antidumpingrechten

De instelling van voorlopige antidumpingrechten is mogelijk als bij het onder-zoek na de inleiding van de procedure voorlopig is vastgesteld dat:a. dumping plaats vindt;b. schade wordt toegebracht aan een bedrijfstak in de Gemeenschap; enc. er een oorzakelijk verband bestaat tussen de schade en de invoer van de

producten uit het betreffende land; end. het belang van de Gemeenschap maatregelen ter voorkoming van schade

noodzakelijk maakt.

De Commissie kan (na overleg) voorlopige rechten instellen bij verordeningmaar niet eerder dan zestig dagen en niet later dan negen maanden na de in-leiding van de procedure (artikel 7 Verordening (EG) nr. 1225/2009).

InstellingsverordeningDe verordening waarbij een voorlopige antidumpingrecht is ingesteld, vermeldt:– de omschrijving van het product of de producten waarop het voorlopige

recht van toepassing is, de GN-code en de Taric-code van het product ofde producten;

– het land van uitvoer;– het bedrag (tarief) van het voorlopige recht dat kan zijn:

– een bedrag of bedragen dat geldt of die gelden voor het land vanuitvoer;

of– een individueel bedrag voor producten van een met name genoemde

onderneming;– een gemiddeld bedrag voor producten van een met name genoemde

onderneming;en/of

– een bedrag voor producten van de niet met name genoemde onder-nemingen in het land van uitvoer (een zogenoemd „residueel” recht);

– de maatstaf van heffing;– de gegevens van ondernemingen waarvan een verbintenis is aanvaard en

daardoor het recht niet geldt;– de aanvullende Taric-code voor de ondernemingen waarvoor:

– een individueel bedrag aan recht geldt;– een gemiddeld bedrag aan recht geldt;– een residueel bedrag aan recht geldt; of– een verbintenis geldt;

– de bescheiden die vereist zijn om aan te tonen dat de producten zijn ge-produceerd en worden geleverd door een onderneming waarvan een ver-bintenis is aanvaard, een individueel recht van toepassing is of een gemid-deld recht van toepassing is;

– de datum waarop de verordening in werking treedt en het recht van toe-passing is.

Zekerheid stellen voor voorlopige rechtenIn afwachting van de voltooiing van het onderzoek worden de voorlopige an-tidumpingrechten niet geïnd maar moet er zekerheid worden gesteld voor het

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 14

Page 11: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

bedrag van de voorlopige rechten bij het in het vrije verkeer brengen van debetreffende producten.

Duur van de voorlopige rechtenDe duur van voorlopig ingestelde antidumpingrechten bedraagt maximaal zesmaanden en kan met drie maanden worden verlengd. De voorlopige antidum-pingrechten kunnen ook direct voor negen maanden worden ingesteld. Gedu-rende de periode dat het recht een voorlopig karakter heeft, wordt het onder-zoek naar dumping en schade voortgezet.

Innen van voorlopige rechtenNa de voltooiing van het onderzoek besluit de Raad of:a. een definitief recht wordt ingesteld; enb. ingestelde voorlopige rechten al dan niet worden geïnd.

PublicatieDe verordening waarbij het voorlopige recht is ingesteld wordt gepubliceerd, deinstelling van voorlopige antidumpingrechten wordt ook bekendgemaakt doormiddel van een publicatie in In- en uitvoernieuws en op internet via In- en Uit-voer.nl (http://www.inenuitvoer.nl/). De maatregel wordt zo spoedig mogelijkverwerkt in het Basistarief van dit boekwerk.

3.6. Voorlopige of definitieve rechten niet van toepassing als verbintenis is aan-vaard

Als (voorlopig) is vastgesteld dat er dumping plaats vindt en schade wordt toe-gebracht aan een bedrijfstak in de Gemeenschap, kan de Commissie een vrij-willig aangeboden „verbintenis” aanvaarden van een dumpende exporteur. Eenverbintenis houdt in dat de exporteur de prijzen van zijn producten verhoogt ofde uitvoer met dumping stopt en daardoor de schadelijke gevolgen van de dum-ping worden opgeheven. Een verbintenis heeft een bindend karakter. De Com-missie kan zelf ook een verbintenis voorstellen aan dumpende exporteurs.Voorlopig en definitief ingestelde antidumpingrechten zijn niet van toepassingbij het in het vrije verkeer brengen van producten die zijn uitgevoerd door ex-porteurs die een verbintenis zijn aangegaan. De Commissie bevestigt het aan-gaan van een verbintenis in een besluit dat wordt gepubliceerd. In het besluitstaat de datum waarop het inwerking treedt en de verbintenis van toepassing is.De verordening waarbij het voorlopige recht of definitieve recht is ingesteld,vermeldt:a. de gegevens van de onderneming met wie de verbintenis is aangegaan;b. dat het ingestelde recht niet geldt voor deze onderneming; enc. op welke wijze de onderneming moet aantonen dat zij de producten heeft

geproduceerd en verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap.

De Commissie controleert de naleving van de verbintenissen en eist van de ex-porteur dat hij regelmatig inlichtingen verstrekt over het naleven van de ver-bintenis. Elke belanghebbende en elke lidstaat kan informatie verstrekken overhet schenden van een verbintenis en de Commissie verzoeken om een onder-zoek. De Commissie kan voor het toezicht op verbintenissen een beroep doenop de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Intrekken verbintenisAls een verbintenis wordt geschonden door een exporteur of wordt opgezegddoor een exporteur of de Commissie, trekt de Commissie (na overleg) de aan-vaarding in van de verbintenis. Dat doet de Commissie door middel van eenbesluit of een verordening dat of die wordt gepubliceerd. De gegevens wordenverwerkt in Basistarief van dit Boekwerk.Bij intrekking van een verbintenis zijn ingestelde voorlopige of definitieve rech-ten weer van toepassing voor producten die in het vrije verkeer worden gebrachtvanaf de datum waarop het besluit of de verordening tot intrekking in werkingtreedt.Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, kan een definitief recht met terug-werkende kracht worden geheven bij het intrekken van een verbintenis.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 15

Page 12: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

3.7. Beëindiging procedure zonder maatregelen

Als een bedrijfstak een klacht over dumping intrekt bij de Commissie kan deprocedure worden beëindigd tenzij dit strijdig is met het belang van de Gemeen-schap.De procedure wordt beëindigd als na voltooiing van het onderzoek blijkt datbeschermende maatregelen overbodig zijn en het Raadgevend Comité geen be-zwaar maakt. Zo wordt de procedure in beginsel beëindigd als de dumping-marge minder dan 2% bedraagt. Maakt het Comité bezwaar dan doet de Com-missie een voorstel aan de Raad om de procedure te beëindigen. De procedurewordt geacht te zijn beëindigd als de Raad niet binnen een maand na het voor-stel van de Commissie met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen eenander besluit neemt.Een verordening of besluit tot beëindiging van een procedure wordt gepubli-ceerd (artikel 9 en 21 Verordening (EG) nr. 1225/2009).

3.8. Instelling van definitieve antidumpingrechten

De instelling van definitieve antidumpingrechten vindt plaats als na voltooiingvan het onderzoek uit de definitief vastgestelde feiten blijkt dat:a. er dumping plaatsvindt,b. schade wordt toegebracht aan de bedrijfstak in de Gemeenschap,c. er een oorzakelijk verband bestaat tussen de schade en de invoer van de

producten uit het betreffende land, end. de Commissie heeft vastgesteld dat het in het belang van de Gemeenschap

is om in te grijpen met beschermende maatregelen. Bij deze vaststellingvindt een beoordeling plaats van de belangen van alle betrokkenen: ex-porteurs, importeurs, belangenverenigingen van exporteurs en importeurs,producenten van soortgelijke producten in de Gemeenschap, de gebrui-kers en de consumentenorganisaties in de Gemeenschap.

Op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Raadgevend Comitéstelt de Raad een definitief antidumpingrecht in bij verordening (artikel 9 en 21Verordening (EG) nr. 1225/2009).

InstellingsverordeningDe verordening waarbij een definitief antidumpingrecht is ingesteld, vermeldt:– de omschrijving van het product of de producten waarop het definitieve

recht van toepassing is, de GN-code en de Taric-code van het product ofde producten;

– het land van uitvoer;– het bedrag (tarief) van het definitieve recht dat kan zijn:

– een bedrag of bedragen dat geldt of die gelden voor het land vanuitvoer;

of– een individueel bedrag voor producten van een met name genoemde

onderneming;– een gemiddeld bedrag voor producten van een met name genoemde

onderneming;en/of

– een bedrag voor producten van de niet met name genoemde onder-nemingen in het land van uitvoer (een zogenoemd „residueel” recht);

– de maatstaf van heffing;– de gegevens van ondernemingen waarvan een verbintenis is aanvaard en

het recht niet geldt;– de gegevens van ondernemingen waarvoor een vrijstelling van toepassing

is en het recht niet geldt (bij uitbreiding van een definitief ingesteld rechtwegens ontduiking);

– de aanvullende Taric-code voor de ondernemingen waarvoor:– een individueel bedrag aan recht geldt;– een gemiddeld bedrag aan recht geldt;– een residueel bedrag aan recht geldt;– een verbintenis geldt; of– een vrijstelling geldt;

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 16-20

Page 13: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

– de bescheiden die vereist zijn om aan te tonen dat de producten wordengeleverd door een onderneming waarvoor het recht niet geldt, een indivi-dueel recht van toepassing is of een gemiddeld recht van toepassing is;

– de datum waarop de verordening in werking treedt en het recht van toe-passing is;

– de heffing van definitief ingestelde rechten met terugwerkende kracht;– de beslissing over de inning van de voorlopige antidumpingrechten.

GebruikstariefDe verordening waarbij het definitieve recht is ingesteld wordt gepubliceerd. Deinstelling van definitieve antidumpingheffingen wordt bekendgemaakt doormiddel van een publicatie in In- en uitvoernieuws en op internet via In- en Uit-voer.nl (http://www.inenuitvoer.nl/). In deze publicaties wordt ook aangegeventot welk bedrag de voorlopige rechten moeten worden geïnd of dat de zekerheidvoor die rechten kan worden opgeheven. De maatregel wordt zo spoedig mo-gelijk verwerkt in het Basistarief van dit boekwerk; in het onderdeel „Aanvul-lende informatie” bij het desbetreffende supplement worden nadere gegevensopgenomen over de wijze van afhandeling.

Duur van definitieve antidumpingrechtenEen definitief antidumpingrecht blijft van toepassing zolang en voor zover hetnodig is om de schadelijke invoer met dumping tegen te gaan maar in principevervalt een definitief antidumpingrecht vijf jaar nadat het is ingesteld. Als deCommissie bij een nieuw onderzoek vaststelt dat vervallen van het recht zalleiden tot voortzetting van de dumping en schade dan blijft het recht langer vantoepassing en vervalt het vijf jaar na de datum van beëindiging van dit onder-zoek. Een nieuw onderzoek of een heronderzoek kan ook leiden tot intrekkingof wijziging van het recht.Het vervallen van antidumpingheffingen wordt bekendgemaakt door middelvan een publicatie in In- en uitvoernieuws, op internet via In- en Uitvoer.nl(http://www.inenuitvoer.nl/) en zal in het Basistarief van dit boekwerk wordenverwerkt.

3.8.1. De maatstaf van heffing

De verordening waarbij een voorlopig of definitief antidumpingrecht is inge-steld, stelt vast wat de maatstaf van heffing is voor de toepassing van die ver-ordening. De meest voorkomende maatstaven van heffing zijn:– de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard (in ver-

ordeningen soms ook aangeduid als de cif-prijs grens Gemeenschap);– een bepaalde hoeveelheid (gewicht uitgedrukt in bijvoorbeeld tonnen, ki-

logrammen, of stuks);– een combinatie van een minimuminvoerprijs en de nettoprijs franco grens

van de Gemeenschap, niet ingeklaard.Incidenteel worden er ook nog andere maatstaven van heffing gebruikt.

Maatstaf na brengen in het vrije verkeerIn enkele verordeningen is een maatstaf van heffing vastgesteld die van toepas-sing is nadat de producten in het vrije verkeer zijn gebracht: het verschil tussende minimuminvoerprijs en de prijs na invoer. Deze maatstaf is van toepassingals blijkt dat:a. de nettoprijs, franco grens van de Gemeenschap, die daadwerkelijk is be-

taald door de eerste onafhankelijke afnemer in de EU (dit is de prijs nainvoer), lager is dan;

b. de nettoprijs, franco grens van de Gemeenschap, vóór inklaring, zoalsblijkt uit de douaneaangifte; en

c. de prijs na invoer ook lager is dan de minimuminvoerprijs.De prijs na invoer is pas achteraf vast te stellen.

Nettoprijs franco grens Gemeenschap, niet ingeklaardE zijn twee mogelijkheden om de nettoprijs franco grens Gemeenschap, nietingeklaard vast te stellen:1. op basis van de uitvoerprijs

De uitvoerprijs is de werkelijke betaalde of te betalen prijs bij verkoopvanuit het land van uitvoer met het oog op uitvoer naar de Gemeenschap.De uitvoerprijs wordt verhoogd met de kosten van vervoer, verzekering,

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 21

Page 14: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

lossen, (over)laden en opslag tot de grens van het douanegebied van deGemeenschap als deze kosten niet in de uitvoerprijs zijn inbegrepen.DeCommissie gaat bij het vaststellen van de uitvoerprijs vrijwel altijd uit vande prijs waarvoor een producent (de onderneming die de producten ver-vaardigt of produceert) zijn producten verkoopt voor uitvoer naar de Ge-meenschap.

De producent kan de producten:1. zelf exporteren en voor die uitvoerprijs rechtstreeks verkopen aan

een (onafhankelijke) importeur; of2. aan een (onafhankelijke) tussenhandelaar verkopen voor uitvoer

naar de Gemeenschap. De tussenhandelaar verkoopt de productenvervolgens aan een (onafhankelijke) importeur.

In het laatste geval gaat de Commissie voor het vaststellen van de uitvoer-prijs uit van de prijs die de tussenhandelaar betaalt aan de producent.Bij uitbreiding van een definitief antidumpingrecht wegens ontwijking isde uitvoerprijs de prijs waarvoor de leverancier in het land van verzendinghet product verkoopt voor uitvoer naar de Gemeenschap.

2. door samenstellingDeze mogelijkheid is van toepassing als:– geen uitvoerprijs beschikbaar is omdat de producten niet vanuit het

land van uitvoer zijn verkocht met het oog op uitvoer naar de Ge-meenschap; of

– de uitvoerprijs niet betrouwbaar is omdat gelieerdheid (verbonden-heid) of compensatie bestaat tussen de exporteur en de importeur ofeen derde.

Samenstelling van een betrouwbare uitvoerprijs franco grens Gemeen-schap vindt plaats op basis:– van de prijs waartegen de ingevoerde goederen voor het eerst aan een

onafhankelijke afnemer worden doorverkocht in de Gemeenschap;of

– van elke redelijke grondslag als de goederen niet aan een onafhan-kelijke afnemer worden doorverkocht of niet in dezelfde staat als bijinvoer worden doorverkocht.

In de vastgestelde prijs mogen niet zijn begrepen:– de gebruikelijke kosten van vervoer, verzekering, lading, overlading,

lossing, en opslagkosten en aanverwante kosten na invoer in de Ge-meenschap (binnenbrengen in de Gemeenschap);

– de douanerechten, de anti-dumpingrechten en andere belastingen diein de Gemeenschap voor de invoer of de verkoop zijn verschuldigd;en

– een redelijke marge voor verkoopkosten, algemene kosten, admini-stratieve kosten en winst na invoer in de Gemeenschap.(artikel 2, lid 8 en 9, Verordening (EG) nr. 1225/2009)

DouanewaardeDe nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard komt overeenmet de douanewaarde als:a. die waarde ook is gebaseerd op de transactie die gebruikt wordt voor het

vaststellen van de nettoprijs; enb. de douanewaarde dezelfde elementen omvat als de netto prijs.

Er ontstaan verschillen tussen de douanewaarde en de nettoprijs franco grensvan de Gemeenschap, niet ingeklaard als:– voor de vaststelling van de douanewaarde een andere verkoop voor uit-

voer wordt gehanteerd; of– andere bepalingen gelden voor het vaststellen van de douanewaarde bij

verbondenheid tussen de producent/exporteur en de importeur in de Ge-meenschap.

MinimuminvoerprijsAls de maatstaf van heffing een combinatie is van de nettoprijs franco grens vande Gemeenschap, niet ingeklaard en een minimuminvoerprijs, wordt die prijs

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 22

Page 15: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

vastgesteld in de verordening waarin het recht is ingesteld. De minimuminvoer-prijs kan bijvoorbeeld zijn een bedrag per bepaalde hoeveelheid of een bedragper stuk of aantal stuks.

3.8.2. Bedrag (tarief) van de rechten

In de verordening waarbij een voorlopig of definitief antidumpingrecht is inge-steld, wordt ook het bedrag van de rechten (het „tarief”) vastgesteld voor detoepassing van die verordening. De meest voorkomende bedragen zijn:– een percentage over de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet

ingeklaard;– een specifiek recht bijvoorbeeld een bedrag per ton;– een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen een minimuminvoerprijs en

de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard als dezeprijs lager is dan een minimuminvoerprijs; of

– een nihil bedrag als de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap gelijkis aan of hoger dan een minimuminvoerprijs.

Incidenteel worden de volgende bedragen gebruikt:– een bedrag gelijk aan het verschil tussen een vastgestelde minimumimport-

prijs en de cif-prijs grens Gemeenschap vermeerdert met het GDT-rechtper ton;

– een percentage over de cif-prijs grens Gemeenschap;– een vastgesteld bedrag over het verschil tussen een vastgestelde minimum-

prijs en de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, mits deze prijs isvastgesteld op basis van een rekening die is opgesteld door de exporteur inhet land van oorsprong aan de afnemer in de Gemeenschap; is dit niet hetgeval, dan wordt een percentage over de nettoprijs franco grens van deGemeenschap, niet ingeklaard, als maatstaf gebruikt.

Bedrag van recht na brengen in het vrije verkeerIn enkele verordeningen is een bedrag van rechten vastgesteld dat geldt nadat deproducten in het vrije verkeer zijn gebracht, bijvoorbeeld:– een vast recht bedrag (per ton) als blijkt dat:

a. de nettoprijs, franco grens van de Gemeenschap EU, die daadwer-kelijk is betaald door de eerste onafhankelijke afnemer in de EU (ditis de prijs na invoer), lager is dan;

b. de nettoprijs, franco grens van de Gemeenschap EU, vóór inklaring,zoals blijkt uit de douaneaangifte; en

c. de prijs na invoer ook lager is dan de minimuminvoerprijsof

– een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen minimuminvoerprijs en deprijs na invoer als het totaal van vast recht bedrag plus de prijs na invoerlager is dan de minimuminvoerprijs.

Deze bedragen zijn pas achteraf vast te stellen. Op het bedrag van het recht datachteraf is vastgesteld, wordt in mindering gebracht het eventueel bij het in hetvrije verkeer brengen geheven bedrag.

Hoogte van bedrag (tarief)Het bedrag (tarief) van het ingesteld voorlopig of definitief recht wordt afge-stemd op de dumpingmarge en de schademarge. Het bedrag mag niet hoger zijndan de dumpingmarge. Als de schademarge lager is dan de dumpingmarge maghet bedrag niet hoger zijn dan de schademarge. De dumpingmarge en de scha-demarge worden uitgedrukt in een percentage van de nettoprijs franco grensGemeenschap, niet ingeklaard (of de cif-prijs grens Gemeenschap) bij het on-derzoek door de commissie.Het bedrag van de rechten kan ook nihil zijn bijvoorbeeld bij gebruik van deminimuminvoerprijs als onderdeel van de maatstaf van heffing. Op exporteursmet een dumpingmarge van minder dan 2% van de uitvoerprijs is een nulrechtvan toepassing.

Individueel, gemiddeld of residueel bedrag (tarief) aan rechtenAls dat bij het onderzoek naar dumping mogelijk is, wordt er in principe vooriedere producent/exporteur een individueel bedrag (tarief) aan recht ingesteld.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 23

Page 16: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

De hoogte van dit bedrag hangt af van de dumpingmarge en de schademargedie is vastgesteld voor de producent/exporteur.Een gemiddeld bedrag (tarief) aan recht wordt ingesteld als onderzoek bij alleproducenten/exporteurs niet mogelijk is omdat er veel zijn en de commissie hetonderzoek doormiddel van een steekproef heeft uitgevoerd. Voor producenten/exporteurs die:– zijn betrokken in het steekproefonderzoek wordt een individueel bedrag

ingesteld; en– niet zijn betrokken in het steekproefonderzoek maar in voldoende mate

medewerking hebben verleend, wordt aan hand van de vastgestelde indi-viduele bedragen, een gemiddelde bedrag ingesteld.

Er wordt een bedrag (tarief) of verschillende bedragen aan recht voor het landvan uitvoer (een zogenoemd „residueel” recht) ingesteld als het praktisch nietmogelijk is om een individueel recht of gemiddeld recht in te stellen voor iedereproducent/exporteur. Dat komt bijvoorbeeld voor als deze ondernemingen nietmeewerken aan een onderzoek, bij invoer uit een land zonder markteconomie ofbij uitbreiding wegens ontduiking van een definitief recht.

OpmerkingHet residueel bedrag kan aanzienlijk hoger zijn dan een individueel bedrag ofhet gemiddelde bedrag van een ingesteld recht!Producenten/exporteurs waarvoor een individueel of gemiddeld bedrag (tarief)aan recht geldt, worden met name genoemd in de verordening waarbij een voor-lopig of definitief antidumpingrecht is ingesteld. Een residueel bedrag (tarief)aan recht geldt voor producten van alle niet met name genoemde producenten/exporteurs.Een nieuw onderzoek of een heronderzoek kan leiden tot wijziging van het be-drag van het recht dat voor een exporteur is ingesteld.

3.8.3. Heffing van ingestelde definitieve rechten

Antidumpingrechten worden geïnd:– voor het bedrag en volgens de maatstaf en de andere normen die zijn ver-

meld in de verordening waarbij het recht is ingesteld;– onafhankelijk van de douanerechten, belastingen en andere heffingen die

normaal bij invoer van toepassing zijn.

Een ingesteld definitief antidumpingrecht is van toepassing op producten die inhet vrije verkeer worden gebracht na de inwerkingtreding van de verordeningwaarbij het recht is ingesteld (artikel 10 en 14 Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Heffing met terugwerkende krachtHet is mogelijk om een definitief recht met terugwerkende kracht te heffen:– in bepaalde omstandigheden bij het instellen van een definitief recht;– bij schending of opzegging van verbintenissen;– na een tussentijds nieuw onderzoek;– bij uitbreiding van rechten wegens ontwijking.

Als een definitief antidumpingrecht met terugwerkende kracht moet worden ge-heven, is dat vastgesteld in een verordening die wordt gepubliceerd.

Heffing met terugwerkende kracht bij instellen definitief rechtHet is mogelijk om een ingesteld definitief antidumpingrecht met terugwer-kende kracht te heffen voor producten die ten hoogste 90 dagen voor de in-werkingtreding van het voorlopig antidumpingrecht en na de datum waarop hetonderzoek is geopend in het vrije verkeer zijn gebracht. Dat kan alleen als deinvoer van de producten op de voorgeschreven wijze is geregistreerd en de Com-missie heeft vastgesteld dat:a. voor het betrokken product in het verleden over een langere periode dum-

ping is vastgesteld of de importeur van de dumping op de hoogte was ofhad moeten zijn gezien de omvang van de dumping en de gestelde of vast-gestelde schade; en

b. naast de invoer die in het onderzoekstijdvak schade heeft veroorzaakt, ereen aanzienlijke toename is vastgesteld van invoer die, gezien het tijdstipwaarop en de omvang waarin hij plaatsvindt en andere omstandigheden,

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 24

Page 17: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

het corrigerende effect van het toe te passen definitieve antidumpingrechternstig dreigt te ondermijnen (artikel 10, lid 4, Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Heffing met terugwerkende kracht bij intrekken verbintenisDefinitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard.Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de definitieve rechtenwel van toepassing. Bij schending of opzegging van een verbintenis is het mo-gelijk om een ingesteld definitief antidumpingrecht met terugwerkende kracht teheffen:– op producten die ten hoogste 90 dagen voor de inwerkingtreding van het

voorlopig antidumpingrecht en na de datum waarop het onderzoek is ge-opend in het vrije verkeer zijn gebracht;

– de invoer van de producten op de voorgeschreven wijze is geregistreerd; en– de producten in het vrije verkeer zijn gebracht na het tijdstip van de vast-

stelling van de schending of opzegging (artikel 10, lid 5, Verordening (EG)nr. 1225/2009).

3.8.4. Innen van voorlopige antidumpingrechten

Blijkt uit de definitief vastgestelde feiten van het ingestelde onderzoek dat erdumping plaatsvindt en schade wordt toegebracht dan beslist de Raad bij ver-ordening of:– een definitief antidumpingrecht wordt ingesteld; en– een ingesteld voorlopig antidumpingrecht wel of niet geïnd wordt.

De Raad kan ook besluiten om voorlopige rechten wel te innen maar geen de-finitief recht in te stellen. Voorlopige rechten mogen alleen bij bepaalde vormenvan schade definitief geïnd worden.Het bedrag aan voorlopige rechten dat verschuldigd is, moet zijn geboekt en deUTB moet zijn verzonden aan de aangever binnen 2 maanden nadat de veror-dening waarin is vastgesteld dat een voorlopig ingesteld recht geïnd moet wor-den, is gepubliceerd (artikel 10, lid 2, Verordening (EG) nr. 1225/2009 en arti-kel 218, lid 2, CDW).

Hoogte van te innen bedragDe hoogte van een ingesteld voorlopig antidumpingrecht kan verschillen methet ingestelde definitieve recht. Het te innen bedrag van het voorlopige anti-dumpingrecht is gelijk aan of lager dan het bedrag van het ingestelde definitieverecht maar niet hoger. Is het bedrag van het definitieve recht hoger dan hetbedrag van het voorlopige recht dan wordt alleen het bedrag van het voorlopigerecht geïnd. Is het bedrag van het definitieve recht lager dan het bedrag van hetvoorlopige recht dan wordt een bedrag geïnd dat gelijk is aan het bedrag van hetdefinitieve recht. De verordening waarbij een definitief antidumpingrecht is in-gesteld, vermeldt voor welk bedrag de voorlopig rechten worden geïnd.

VerbintenisVoorlopige rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard.Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de voorlopige rechtenwel van toepassing.

3.9. Intrekking, handhaving of wijziging ingesteld definitief recht na nieuw on-derzoek of heronderzoek

De Commissie kan een nieuw onderzoek doen naar dumping en schade bij deinvoer van producten waarvoor een definitief antidumpingrecht is ingesteld.Dat kan zijn:– een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel;– een tussentijds nieuw onderzoek; of– een tussentijds heronderzoek (herzieningsonderzoek).

De uitkomst van een nieuw onderzoek, tussentijds nieuw onderzoek of tussen-tijds nieuw heronderzoek kan leiden tot intrekking, handhaving of wijziging van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 25

Page 18: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de ingestelde maatregelen. De uitkomst van het onderzoek wordt vastgelegd ineen verordening die wordt gepubliceerd.Tijdens het nieuwe onderzoek of heronderzoek blijft het ingestelde recht vantoepassing.

Nieuw onderzoek vanwege vervallen van de maatregelIn de loop van het laatste jaar waarin het definitieve antidumpingrecht van toe-passing is, publiceert de Commissie een bericht in het Publicatieblad C van deEuropese Unie dat de maatregelen op korte termijn zullen vervallen. Op basisvan dit bericht kan een bedrijfstak in de Gemeenschap een verzoek indienen omeen nieuw onderzoek te openen. Dit verzoek moet bewijsmateriaal bevattenwaaruit blijkt dat het vervallen van de maatregel waarschijnlijk zal leiden totvoortzetting of herhaling van dumping en schade. De Commissie kan ook zelfhet initiatief nemen tot een nieuw onderzoek (artikel 11, lid 2, Verordening(EG) nr. 1225/2009).

Tussentijds nieuw onderzoek (herzieningsonderzoek)Na de instelling van definitieve antidumpingrechten kan er aanleiding zijn omtussentijds een nieuw onderzoek in te stellen als er:– voldoende bewijs is dat een definitief ingesteld antidumpingrecht:

– niet langer nodig is om een einde te maken aan de dumping ofschade; of

– niet langer toereikend is om de dumping en de schade tegen te gaan,– nieuwe exporteurs zijn bijgekomen na het oorspronkelijke onderzoek

(Verordening antidumpingmaatregelen, artikel 11, lid 4). Het oorspron-kelijk ingestelde recht is voor deze exporteurs niet van toepassing. In af-wachting van de uitkomst van het onderzoek wordt de invoer van pro-ducten geregistreerd. Als dumping wordt vastgesteld kan een definitiefrecht worden ingesteld voor deze exporteurs en met terugwerkende krachtworden geheven.

Een tussentijds onderzoek vindt niet eerder plaats dan een jaar na instelling vande definitieve antidumpingrechten. (artikel 11, lid 3, Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Tussentijdse heropening onderzoekAls binnen 2 jaar na instelling van de definitieve antidumpingrechten blijkt datde uitvoerprijzen na het oorspronkelijke onderzoek zijn gedaald of de verkoop-prijs van het ingevoerde product niet of nauwelijks is veranderd kan de Com-missie het onderzoek heropenen (artikel 12 Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Volgen procedureBij de opening van een nieuw onderzoek of de heropening van een onderzoekdient de Commissie ook de voorgeschreven procedure te volgen ten aanzien vande inleiding, raadpleging van het comité, de in acht te nemen termijnen bij hetonderzoek, het uitvoeren van het (her)onderzoeken, het bekend maken en der-gelijke.

3.10. Terugbetaling van rechten

Een importeur kan de Commissie verzoeken om (gedeeltelijke) terugbetalingvan geïnde voorlopige of definitieve antidumpingrechten als hij kan aantonendat op producten die hij heeft ingevoerd geen dumping heeft plaatsgevonden ofde dumpingmarge minder was dan de vastgestelde dumpingmarge (artikel 11,lid 8, Verordening (EG) nr. 1225/2009).Om voor deze vorm van teruggaaf in aanmerking te komen moet de importeureen verzoek om terugbetaling indienen binnen zes maanden nadat het bedragvan de te innen voorlopige of definitieve rechten is vastgesteld. Het verzoekmoet worden ingediend bij het Ministerie van Economische Zaken.In het verzoek moet het bedrag staan waarvoor terugbetaling wordt gevraagden het verzoek moet vergezeld gaan van de betreffende aangiften tot in het vrijeverkeer brengen. Het verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten tenaanzien van de normale waarde en de prijs bij uitvoer naar de Gemeenschapvoor de producent of exporteur waarop de rechten van toepassing zijn. HetMinisterie van Economische Zaken beoordeelt of voldoende bewijsmateriaal bijhet verzoek is gevoegd en voldoet aan de andere voorwaarden waaraan het

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 26-30

Page 19: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

moet voldoen volgens artikel 11, lid 8 van Verordening (EG) nr. 1225/2009.Het Ministerie van Economische Zaken zendt het verzoek naar de Commissie.Als de Commissie het verzoek om terugbetaling toewijst, wordt het bedrag vande terugbetaling door de Commissie vastgesteld en aan de betrokken lidstaatmeegedeeld.Zie voor meer informatie over de voorwaarden waaraan een aanvraag om te-rugbetaling moet voldoen en de procedure die gevolgd moet worden onderdeelQ van deze bijlage.

3.11. Schorsing van antidumpingrechten

De Commissie kan (in overleg) besluiten om ingestelde antidumpingmaatrege-len te schorsen voor een periode van negen maanden. Die schorsing kan met tenhoogste een jaar worden verlengd. Schorsing is alleen mogelijk als de invoer metdumping geen schade meer veroorzaakt en het onwaarschijnlijk is dat als gevolgvan de schorsing opnieuw schade aan een bedrijfstak in de Gemeenschap ont-staat. Als daar aanleiding toe bestaat kan de Commissie de schorsing op elkmoment intrekken.De datum waarop de schorsing ingaat en de periode waarin de schorsing vantoepassing is, zijn vastgesteld in het besluit tot schorsing dat wordt gepubli-ceerd. De gegevens in het besluit worden verwerkt in het Basistarief van ditBoekwerk.Het komt maar zelden voor dat een recht wordt geschorst (artikel 14, lid 4,Verordening (EG) nr. 1225/2009).Een overzicht van alle producten waarvan de antidumpingmaatregelen zijn ge-schorst is opgenomen in onderdeel P van deze bijlage.

3.12. Ontwijking (ontduiking) van antidumpingrechten

Bij ontwijking (ontduiking) van ingestelde antidumpingrechten kunnen ze wor-den uitgebreid tot de invoer van:– soortgelijke producten of delen daarvan uit derde landen waar de maat-

regelen niet voor gelden ook al zijn die producten in geringe mate gewij-zigd;

– soortgelijke producten die in geringe mate zijn gewijzigd of delen van dieproducten uit landen waarop de maatregelen van toepassing zijn (arti-kel 13 Verordening (EEG) nr. 1225/2009).

Voorbeelden ontduikingVan ontduiking kan bijvoorbeeld sprake zijn bij:– het in geringe mate wijzigen van een product waardoor het onder een an-

dere Taric-code valt waarop geen antidumpingmaatregelen van toepassingzijn;

– het verzenden van een product waarop antidumpingmaatregelen van toe-passing zijn via een derde land;

– het verzenden van een product waarop antidumpingmaatregelen van toe-passing via een exporteur of producent waarop lagere individuele rechtenvan toepassing zijn;

– de assemblage van delen van een product waarop antidumpingmaatrege-len van toepassing in de Gemeenschap of een derde land.

Openen onderzoek en instellen registratieplichtAls er voldoende bewijsmateriaal is over mogelijke ontduiking van ingestelderechten kan de Commissie een onderzoek starten op verzoek van een belang-hebbende, een lidstaat of op eigen initiatief. De Commissie opent dit onderzoek,na overleg, door middel van een verordening en kan opdracht geven om deinvoer te registreren of zekerheidstelling te eisen. Het onderzoek moet binnennegen maanden zijn voltooid.

Uitbreiding van ingestelde rechtenDe uitbreiding van definitieve rechten wordt ingesteld in een verordening van deRaad die wordt gepubliceerd. Het uitgebreide recht is van toepassing vanaf dedatum van registratie of zekerheidstelling. Uitbreiding is mogelijk als uit hetonderzoek blijkt dat er sprake is van ontduiking en de uitbreiding gerechtvaar-digd is.Bij ontduiking door het verzenden van een product via een exporteur of pro-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 31

Page 20: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

ducent waarop lagere individuele rechten van toepassing zijn, kunnen de rech-ten voor die exporteur of producent worden verhoogd tot de residuele rechten.Bij ontduiking door het verzenden van een product via een ander land kan hetingestelde definitieve recht worden uitgebreid tot producten die vanuit dat landworden verzonden ongeacht de oorsprong van het product.

VrijstellingBij invoer van producten die zijn vervaardigd door producenten/exporteurs diezich niet schuldig maken aan ontduiking kan de Commissie op verzoek vrij-stelling verlenen van de registratieplicht en de heffing bij uitbreiding van de de-finitieve rechten. Bij assemblage van delen in de Gemeenschap kan vrijstellingworden verleend aan de importeur. De mogelijkheid om vrijstelling te verlenenwordt bekendgemaakt in een verordening van de Commissie of de Raad.De Commissie bevestigt het verlenen van een vrijstelling in een besluit dat wordtgepubliceerd. In het besluit vermeldt de Commissie de datum waarop de vrij-stelling ingaat. De verordening waarbij het definitieve recht is uitgebreid, ver-meldt:– de gegevens van de exporteur of importeur aan wie de vrijstelling is ver-

leend;– dat het uitgebreide recht niet voor deze exporteur of importeur geldt;– op welke wijze een exporteur moet aantonen dat het product door hem is

geproduceerd en verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap;– of de betaling van het recht kan worden opgeschort voor exporteurs of

importeurs die een vrijstelling hebben aangevraagd.

Opschorting van ingestelde rechtenBij uitbreiding van ingestelde rechten wegens ontduiking kan de betaling van derechten worden opgeschort voor producenten/exporteurs of importeurs die vrij-stelling hebben aangevraagd van het uitgebreide recht. De Commissie bevestigtde aanvraag van een vrijstelling en opschorting van de ingestelde rechten in eenmededeling die wordt gepubliceerd.

Rijwielonderdelen uit ChinaEr zijn definitieve antidumpingrechten van toepassing op rijwielen en rijwielon-derdelen van oorsprong uit China. De rechten op de onderdelen zijn ingesteldom ontduiking tegen te gaan van het recht op de rijwielen door invoer van delen(onder een andere GN-code) die worden gebruikt bij de assemblage van rijwie-len in de Gemeenschap. Bij de uitbreiding van de definitieve rechten voor deonderdelen is voorzien in een vrijstelling voor bedrijven in de Gemeenschap diezich niet schuldig maken aan ontwijking. Ook op de levering van beperkte hoe-veelheden kan een vrijstelling van toepassing zijn.In het onderdeel „Antidumpingheffingen” na de aantekeningen op hoofdstuk 87in het Basistarief vindt u meer informatie over deze ontwijkingsmaatregel voorrijwielonderdelen en vrijstelling daarvoor.

3.13. Instelling registratieplicht

Als de Commissie voldoende bewijsmateriaal heeft over dumping en schade kanzij (na overleg) de douane opdracht geven om in het vrije verkeer brengen vanbepaalde producten te registreren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij:– producten waarvoor een onderzoek is geopend;– een nieuw onderzoek naar nieuwe exporteurs voor ingestelde definitieve

rechten;– een onderzoek naar ontwijking van ingestelde definitieve rechten;– een onderzoek naar het schenden van een verbintenis.

Heeft de Commissie bij het onderzoek vastgesteld dat er dumping plaatsvindten schade wordt toegebracht aan de bedrijfstak in de Gemeenschap dan is hef-fing van een ingesteld recht met terugwerkende kracht mogelijk met ingang vande datum van registratie (artikel 14, lid 5, Verordening (EG) nr. 1225/2009).

Ingaan en periode registratieplichtDe registratieplicht gaat in op de datum van inwerkingtreding van de verorde-ning waarbij de plicht is ingesteld en geldt voor een in die verordening vastge-stelde periode van ten hoogste negen maanden.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 32

Page 21: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

De registratieplicht geldt voor producten waarvoor aangifte tot in het vrije ver-keer brengen wordt gedaan in de betreffende periode.De verordening waarbij een definitief met terugwerkende kracht is ingesteld ofde verordening/het besluit waarbij een onderzoek zonder maatregelen met te-rugwerkende kracht wordt afgesloten, geeft aan op welke datum de registratie-plicht stopt.De verordening waarbij de registratieplicht is ingesteld wordt gepubliceerd ende instelling van registratieverplichtingen wordt u bekendgemaakt door middelvan een publicatie in In- en uitvoernieuws en op internet via In- en Uitvoer.nl(http://www.inenuitvoer.nl/). Deze maatregel wordt zo spoedig mogelijk ver-werkt in voetnoten op het douanerecht bij de desbetreffende Taric-codes in hetBasistarief van dit boekwerk.

3.14. Overleg in het Raadgevend Comité

De maatregelen tegen dumping dienen ter bescherming van de bedrijfstakken inde lidstaten. Voor het nemen van besluiten raadpleegt de Commissie daarom delidstaten tijdens de verschillende fasen van de procedure. Dit gebeurt in hetRaadgevend Comité, dat uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaat. Ne-derland wordt in dat comité vertegenwoordigd door een medewerker van hetMinisterie van Economische Zaken, Directie Europese Integratie, afdeling Toe-treding en Externe Akkoorden.

4. Communautair kader voor het instellen van antisubsidiemaatregelen

In de Verordening antisubsidiemaatregelen is vastgesteld welke handelingenaanleiding kunnen zijn om een compenserend recht in te stellen of andere an-tisubsidiemaatregelen (compenserende maatregelen) te nemen. De verordeningregelt verder:– op welke wijze en met welke methoden de Commissie moet vaststellen of

er sprake is van invoer met subsidie;– welke maatregelen er mogelijk zijn;– de procedure die de Commissie moet volgen bij het onderzoek naar en het

nemen van maatregelen tegen invoer met subsidie.

De mogelijke maatregelen en de procedure die de Commissie moet volgen zijnvrijwel gelijk aan die in de Verordening antidumpingmaatregelen (zie de toe-lichting in het hoofdstuk Communautair kader voor het instellen van antidum-pingmaatregelen). In dit hoofdstuk vindt u een beknopte toelichting op:– een aantal bepalingen en begrippen die relevant zijn voor de heffing en

inning van ingestelde compenserende rechten en de toepassing van andereingestelde antisubsidiemaatregelen (voor zover ze niet voorkomen of af-wijken van de Verordening antidumpingmaatregelen);

– enkele afwijkende bepalingen ten aanzien van de procedure en de maat-regelen.

4.1. Wanneer instellen van compenserende rechten

Een compenserend recht kan worden ingesteld op ieder product van oorspronguit een derde land:1. ten aanzien waarvan voor de vervaardiging, de productie, de uitvoer of het

vervoer subsidie is toegekend; en2. het in het vrije verkeer brengen schade toebrengt aan de bedrijfstak in de

Gemeenschap.

Wanneer is sprake van subsidie?Van subsidie is sprake als1. de overheid van het land van uitvoer een financiële bijdrage levert of in-

komens- of prijzensteun;2. met die bijdrage of steun een voordeel wordt toegekend aan de ontvanger;

en3. het een specifieke bijdrage of steun betreft waartegen instelling van anti-

subsidiemaatregelen mogelijk is.

Wat is overheidOverheid is elke overheidsinstantie in het land van uitvoer.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 33

Page 22: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Wat is het land van uitvoerHet land van uitvoer is normaal het land van oorsprong van het product, hetland waar het product is vervaardigd of geproduceerd en de subsidie is verleend.Het kan ook het land van verzending zijn: een land in de handelsketen tussenhet land van oorsprong en de Gemeenschap. Dit is het geval als de subsidie inhet land van verzending is verleend.

UitgangspuntenIn de Verordening antisubsidiemaatregelen staan:– de definitie van subsidie voor de toepassing van de verordening;– de omschrijving van de subsidies waartegen instelling van antisubsidie-

maatregelen mogelijk is;– de uitgangspunten voor het berekenen van de:

– de hoogte van de subsidie;– het voordeel dat de ontvanger van de subsidie heeft;– de subsidiemarge, het bedrag aan subsidie dat is begrepen in de

waarde van het product;– schade veroorzaakt door de dumping en de omvang van de schade– schademarge: het bedrag van de schade die de bedrijfstak ondervindt

door de invoer met subsidie.De subsidiemarge en schademarge worden in een instellingsverordeninguitgedrukt in een percentage van de nettoprijs franco grens, niet inge-klaard.

4.2. Afwijkende bepalingen onderzoek en maatregelen

Duur van voorlopig ingestelde rechtenDe duur van voorlopig ingestelde compenserende rechten bedraagt ten hoogstevier maanden.

Einde onderzoekEen onderzoek naar invoer met subsidie wordt voor zover mogelijk binnen eenjaar afgesloten maar wordt in ieder geval beëindigd binnen 13 maanden na ope-ning van het onderzoek.

Maatstaf van heffingVoorkomende maatstaven van heffing bij een ingesteld (voorlopig) compense-rend recht zijn:– een bepaalde hoeveelheid (gewicht uitgedrukt in bijvoorbeeld tonnen, ki-

logrammen, of stuks);– de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard.

Bedrag van de rechtenVoorkomende bedragen voor (voorlopig) ingestelde compenserende rechtenzijn:– een specifiek recht bijvoorbeeld een bedrag per ton;– een percentage over de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet

ingeklaard.

Compenserende rechten Wet vervoer over zeeDe Verordening antisubsidiemaatregelen is niet van toepassing op de compen-serende rechten die geheven kunnen worden op basis van artikel 19a van de Wetvervoer over zee.

5. Procedures en werkzaamheden Douane bij ingestelde maatregelen

5.1. Procedures en werkzaamheden algemeen

Bij aangifte voor in het vrije verkeer brengen van producten waarop antidum-pingmaatregelen en / of antisubsidiemaatregelen van toepassing zijn en in an-dere situaties volgt de Douane de voorgeschreven procedures. De (formalitei-ten)bepalingen in de douanewetgeving over plaatsing onder een douaneregelingen in het vrije verkeer brengen zijn van toepassing op aangiften voor productenwaarvoor antidumpingmaatregelen en / of antisubsidiemaatregelen zijn inge-steld. Dat geldt ook voor de bepalingen over het douanetarief, de oorsprong,

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 34

Page 23: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

douaneschuld, bezwaar en beroep en vrijstellingen omdat antidumpingrechtenen compenserende rechten „rechten bij invoer” zijn.

5.1.1. Informatie over onderzoeken en maatregelen

De aangiftekantoren en de risicobeheersingsorganisatie van de Douane wordengeïnformeerd over:a. de instelling van onderzoeken en nieuwe onderzoeken naar invoer met

dumping en subsidie;b. de instelling van antidumping- en antisubsidiemaatregelen; enc. de wijziging van en het vervallen van antidumping- en antisubsidiemaat-

regelen.

Overzicht onderzoeken en maatregelenHet overzicht geeft aan:– in welke vorm een besluit tot instelling van een onderzoek of maatregel

wordt vastgesteld;– in welk publicatieblad van de Europese Unie een verordening of besluit tot

instelling van een onderzoek of maatregel wordt gepubliceerd;– of een verordening besluit tot instelling van een onderzoek of maatregel

wordt verwerkt in DSI en het Gebruikstarief;– de informatieverstrekking via de beeldkrant en het Douanenet Portaal

over besluiten tot instelling van een onderzoek of maatregel.

Soort maatregel Verordening Publicatie-blad EG

Heffing definitief recht metterugwerkende kracht vangeregistreerde producten

Ja L-serie

Inleiding procedure enopening onderzoek

Nee, bericht Com-missie

C-serie

Instellen voorlopig recht Ja L-serie

Innen voorlopige recht Ja L-serie

Aangaan verbintenis Ja en Besluit Com-missie

L-serie

Intrekken verbintenis Ja en Besluit Com-missie

L-serie

Instellen definitief recht Ja L-serie

Opening nieuw onderzoekbij vervallen definitief recht

Nee, bericht Com-missie

C-serie

Opening tussentijds nieuwonderzoek of heronderzoek

Nee, bericht Com-missie

C-serie

Opening onderzoek naarontduiking

Ja L-serie

Beëindiging procedure ofonderzoek

Ja of Besluit Com-missie

L-serie

Instellen registratieplicht Ja L-serie

Verlenen van vrijstelling bijinstellen registratieplicht

Ja of BeschikkingCommissie

L-serie (verord.) ofC-serie (beschik.)

Vervallen definitief rechtzonder nieuw onderzoek

Mededeling Com-missie

C-serie

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 35

Page 24: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Soort maatregel Verordening Publicatie-blad EG

Wijzigen, intrekken, uitbrei-den en handhaven vandefinitief recht na nieuwonderzoek, tussentijdsnieuw onderzoek, heronder-zoek of onderzoek naarontduiking

Ja L-serie

Aanvragen van vrijstellingbij uitbreiding definitiefrecht wegens ontduiking

Mededeling Com-missie

C-serie

Verlenen van vrijstelling bijuitbreiding definitief rechtwegens ontduiking

Ja of BeschikkingCommissie

L-serie (verord.) ofC-serie (beschik.)

Schorsing van definitiefrecht

Ja L-serie

Datum ingaan van ingestelde maatregelenDe verordening of het besluit waarbij maatregelen zijn ingesteld, vermeldt ookde datum van inwerkingtreding van de verordening of het besluit. De maatre-gelen zijn van toepassing met ingang van die datum tenzij in de verordening ofhet besluit anders is bepaald zoals bijvoorbeeld bij heffing van een ingesteldantidumpingrecht met terugwerkende kracht.

Tijdstip bekend maken maatregelenIngestelde maatregelen worden gepubliceerd voordat ze in werking treden.

5.1.2. Fouten in publicatiebladen, Taric en DSI

Bij de publicatie van antidumping- en antisubsidiemaatregelen, de verwerkingdaarvan in Taric of in DSI worden soms fouten gemaakt. In gemeenschaps-verband is vastgesteld hoe lidstaten moeten omgaan met fouten om er zeker vante zijn dat zij die op een uniforme wijze afhandelen. Hoe te handelen hangt ofhet een fout betreft op:a. communautair niveau bij de bekendmaking van een instellingverordening

in een Publicatieblad of de verwerking van een ingestelde maatregel in Ta-ric of

b. nationaal niveau in DSI.

Te weinig recht gehevenAls door een fout op communautair niveau in een Publicatieblad of in Taric teweinig definitief recht is geheven of voorlopig recht is geïnd, geldt het vertrou-wensbeginsel en dat houdt in niet navorderen.Bij een fout die op nationaal niveau is gemaakt in DSI moet een lidstaat hetbedrag aan rechten dat te weinig is geheven, wel navorderen. De communautairewetgeving moet in alle lidstaten gelijke toepassing vinden en dat beginsel magniet worden aangetast door een fout in DSI.

Teveel recht gehevenAls door een fout in een Publicatieblad, in Taric of DSI teveel definitief recht isgeheven of voorlopig recht is geïnd, moeten de lidstaten het bedrag aan rechtendat teveel is geheven, terugbetalen. Belanghebbende moet daartoe een verzoektot terugbetaling of kwijtschelding indienen.

5.1.3. Bevoegdheidssituatie per 1 augustus 2008

Situatie vanaf 1 augustus 2008Met de inwerkingtreding van de Algemene douanewet is de Douane sedert 1 au-gustus 2008 bevoegd tot het vaststellen van de uitnodiging tot betaling voorverschuldigde antidumpingrechten of compenserende rechten, het afgeven van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 36-40

Page 25: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

een beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding en het behandelen van be-zwaar en beroep met betrekking tot deze rechten.De bevoegdheden zien op de situatie waarin producten met een invoeraangifteof op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebracht op of na 1 au-gustus 2008. Vanaf deze datum handelt de Douane niet meer namens de Mi-nister van Economische Zaken. Het Ministerie van Economische Zaken blijftwel beleidsmatig verantwoordelijk voor het totstandkomen van antidumping enantisubsidiemaatregelen. Tussen de bewindspersonen van Financiën en EZ zijnwerkafspraken gemaakt over de betrokkenheid van EZ in de bezwaar- en be-roepsfase. Deze werkafspraken zullen in een bijlage worden opgenomen, zodrade formele procedure is afgerond.Voor de behandeling van bezwaarschriften en verweerschriften wordt verwezennaar Deel C van het Handboek voor in- en uitvoer, deel 1, onderdeel I.85.M.1.

Situatie tot 1 augustus 2008Voor de inwerkingtreding van de Algemene douanewet op 1 augustus 2008 wer-den antidumpingrechten of compenserende rechten vastgesteld door de Minis-ter van Economische Zaken of, voor zover het landbouwgoederen betreft, deMinister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Op grond van de mandaat-regeling was de inspecteur bevoegd om namens de Minister van EconomischeZaken een uitnodiging tot betaling vast te stellen, een beschikking tot terugbe-taling of kwijtschelding af te geven en bezwaar en beroep te behandelen.Zie voor een korte beschrijving van de voor 1 augustus 2008 geldende bepalin-gen en afspraken punt 7 en verder van dit onderdeel.In situaties waarin producten met een invoeraangifte of op een onregelmatigemanier in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 augustus 2008 is artikel XVIIAanpassingswet Adw van toepassing. Dit houdt in dat voor die gevallen deoude bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Douanewetgelden voor het vaststellen van antidumpingrechten en compenserende rechten.De „oude” bevoegdheidsbepalingen en afspraken in bijlage 1 zijn dan van toe-passing en de inspecteur moet handelen namens de Minister van EconomischeZaken.

5.2. In vrije verkeer brengen van producten waarvoor registratieplicht is ingesteld

Bij een onderzoek naar invoer van bepaalde producten met dumping of subsidiekan de Commissie een registratieplicht instellen. De Douane moet de gegevensvan die producten registreren bij in het vrije verkeer brengen met een aangiftein DSI of bij de ontvangst van een aanvullende aangifte voor in het vrije verkeerbrengen.Een definitief recht kan met terugwerkende kracht worden geheven van gere-gistreerde producten.

Vrijstelling van registratieplichtDe registratieplicht geldt niet voor producten die worden geleverd door een ex-porteur of die bestemd zijn voor een importeur aan wie vrijstelling van die plichtis verleend bij een onderzoek naar ontwijking.

5.2.1. Registreren van producten bij aangifte in DSI

Bij een aangifte voor in het vrije verkeer brengen in DSI gebeurt de registratievan de producten waarvoor een registratieplicht is ingesteld met:– het doen van de elektronische aangifte; of– de inbreng van de gegevens van een schriftelijke aangifte in DSI.

Een afzonderlijke registratie door het douanekantoor van aangifte is niet nodig.Bij een aangifte die is geselecteerd voor controle behoeft de verificatie niet teworden aangehouden vanwege de registratieplicht.

5.2.2. Registreren van producten bij aanvullende aangifte

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoorwaar de aanvullende aangifte is gedaan, controleert of producten in het vrijeverkeer zijn gebracht waarvoor een registratieplicht is ingesteld. Het team re-gistreert de aangifteregels met de gegevens van die producten.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 41

Page 26: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

5.3. In vrije verkeer brengen van producten waarvoor voorlopig recht is ingesteld

Bij aangifte voor in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor eenvoorlopig recht is ingesteld bij een onderzoek naar invoer met dumping of sub-sidie, moet zekerheid zijn gesteld voor het bedrag van de rechten dat verschul-digd kan worden. De Douane controleert of voldoende zekerheid is gesteld bijeen aangifte in DSI of een aanvullende aangifte.Het is belangrijk dat er voldoende zekerheid is gesteld omdat er aanzienlijkebedragen verschuldigd kunnen zijn als voorlopige rechten geïnd moeten wor-den. Als innen van een verschuldigd bedrag aan voorlopige rechten niet kanomdat de schuldenaar niet betaald en verhaal op de gestelde zekerheid niet mo-gelijk is, moet de Nederlandse staat het bedrag afdragen aan de EU.Na de voltooiing van het onderzoek besluit de Raad of ingestelde voorlopigerechten worden geïnd of niet worden geïnd.Meer informatie over de zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuldvindt u in Deel C van het Handboek voor in- en uitvoer, deel 1, onderdeelI.85.L.1.

VerbintenisVoorlopige rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard. Bij een aangifte voorproducten van een exporteur met een verbintenis behoeft geen zekerheid te wor-den gesteld voor het voorlopige recht.Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de voorlopige rechtenen de zekerheidstelling wel van toepassing.

5.3.1. Aangifte in DSI voor producten waarvoor voorlopige recht is ingesteld

Aangiften voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvoor een voor-lopig recht is ingesteld, selecteert DSI voor verificatie met een zogenoemd„blokkeringsprofiel”. Als voldoende aanvullende zekerheid is gesteld, houdt hetdouanekantoor van aangifte de verificatie aan en geeft de goederen vrij tenzij erandere reden zijn om de goederen niet vrij te geven.

5.3.2. Aanvullende aangifte producten waarvoor voorlopige recht is ingesteld

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoorwaar de aanvullende aangifte is gedaan, controleert of producten in het vrijeverkeer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld en legt dat vast.Als geen of onvoldoende zekerheid is gesteld voor het bedrag van de voorlopigerechten, laat het kantoor alsnog de zekerheid stellen of verhogen.

Maatregelen bij onvoldoende zekerheidHet douanekantoor van aangifte meldt schriftelijk aan de aangever dat hij pro-ducten in het vrije verkeer heeft gebracht waarvoor voorlopige rechten zijn in-gesteld maar geen of niet voldoende zekerheid is gesteld. De aangever mag geengebruik meer maken van de domiciliëringsprocedure voor het in het vrije ver-keer mag brengen van deze producten als hij de doorlopende zekerheid nietverhoogt of een eenmalige zekerheid stelt. Het team klantbehandeling neemtdan passende maatregelen om te voorkomen dat de aangever voor deze pro-ducten gebruik blijft maken van de betreffende procedure.

5.4. Inning van voorlopige rechten

Indien ingestelde voorlopig rechten geïnd moeten worden voor producten die inhet vrije verkeer zijn gebracht in de periode waarin het voorlopige recht vantoepassing was, kunnen zich drie situaties voordoen. Het betreft een aangiftevoor in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een voorlopig rechtis ingesteld:a. dat is omgezet in een definitief recht en het voorlopige recht ook moet

worden geïnd;b. dat niet wordt omgezet in een definitief recht maar het voorlopige recht

wel moeten worden geïnd;c. maar het product wordt geleverd door een exporteur waarvan een verbin-

tenis is aanvaard en de voorlopige rechten niet van toepassing zijn.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 42

Page 27: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Als het voorlopige recht geïnd moet worden, maakt het douanekantoor vanaangifte een UTB op voor een aangifte in DSI of een aanvullende aangifte.Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de voorlopige rechtenwel van toepassing.

Opheffen eenmalige zekerheidDe eenmalig gestelde zekerheid artikel 248, lid 1, TVo. CDW wordt pas vrij-gegeven nadat de UTB is betaald. Wanneer de aangever niet betaalt, gaat deOntvanger over tot het uitwinnen van de zekerheid.

5.4.1. Inning voorlopige rechten aangiften in DSI

Van aangiften in DSI voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvooreen voorlopig recht is ingesteld, moet de verificatie zijn aangehouden. Als hetvoorlopige recht geïnd moet worden, berekent het douanekantoor waar de aan-gifte is gedaan het verschuldigde bedrag aan voorlopige rechten en registreert deUTB in het systeem Douane Heffing.

5.4.2. Inning voorlopige rechten aanvullende aangiften

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoorwaar de aanvullende aangifte is gedaan, legt vast of producten in het vrije ver-keer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld. Als het voorlopigerecht geïnd moet worden, berekent dit kantoor het totaal verschuldigde bedragaan voorlopige rechten en registreert de UTB in het systeem Douane Heffing.

5.5. Geen inning van voorlopige rechten

Als ingestelde voorlopige rechten niet worden geïnd voor producten die in hetvrije verkeer zijn gebracht in de periode waarin het voorlopige recht van toe-passing was, kunnen zich twee situaties voordoen. Het betreft een aangifte voorin het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een voorlopig recht isingesteld dat:– is omgezet in een definitief recht en het voorlopige recht niet wordt geïnd;– niet is omgezet in een definitief recht en het voorlopige recht niet wordt

geïnd. Het onderzoek naar dumping is dan beëindigd.

In deze gevallen kan de eenmalig gestelde zekerheid artikel 248, lid 1 TVo.CDW worden opgeheven bij een aangifte in DSI of een aanvullende aangiftevoor in het vrije verkeer brengen.

5.5.1. Geen inning voorlopig recht aangiften in DSI

Van aangiften in DSI voor in het vrije verkeer brengen van producten waarvooreen voorlopig recht is ingesteld, moet de verificatie zijn aangehouden. Als hetvoorlopige recht niet wordt geïnd, beëindigd het douanekantoor van aangifte deverificatie.

5.5.2. Geen inning voorlopig recht aanvullende aangiften

Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoorwaar de aanvullende aangifte is gedaan, legt vast of producten in het vrije ver-keer zijn gebracht waarvoor een voorlopig recht is ingesteld. Als het voorlopigerecht niet geïnd wordt, legt het team dat vast in het aangiftedossier.

5.6. In vrije verkeer brengen producten waarvoor definitief recht is ingesteld

Definitieve rechten zijn van toepassing op in het vrije verkeer brengen van pro-ducten vanaf de datum waarop de verordening in werking treedt waarbij derechten zijn ingesteld. Deze paragraaf en de hierbij behorende subparagrafenbehandelen de procedures en werkzaamheden bij aangiften in DSI of aanvul-lende aangiften die worden gedaan na de instelling van het definitieve rechten.Als een registratieplicht is ingesteld, kunnen definitief ingestelde rechten metterugwerkende kracht worden geheven van producten die in het vrije verkeerzijn gebracht vóór de inwerkingtreding van de verordening.De verordening waarbij een definitief recht is ingesteld, vermeldt ook of voor-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 43

Page 28: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

lopig ingestelde rechten voor producten die vóór de inwerkingtreding van deverordening in het vrije verkeer zijn gebracht, wel of niet geïnd moeten worden.

VerbintenisDefinitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard.Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de definitieve rechtenwel van toepassing.

VrijstellingDefinitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur of die bestemd zijn voor een importeur aan wie vrijstellingis verleend bij uitbreiding van rechten wegens ontwijking.

5.6.1. Aangifte in DSI producten waarvoor definitief recht is ingesteld

Bij een aangifte in DSI voor in het vrije verkeer brengen van een product waar-voor een definitief recht is ingesteld, berekent het systeem automatisch het be-drag van de verschuldigde rechten aan de hand van de aangegeven Taric-codeof de aanvullende Taric-code. Het systeem maakt de UTB op in de vorm van devoorlopige of definitieve mededeling afhandeling aangifte. Die mededeling ont-vangt de aangever elektronisch of reikt het douanekantoor uit aan de aangeverbij een schriftelijke aangifte.In bepaalde gevallen moet het douanekantoor van aangifte bij verificatie hetbedrag herberekenen en wijzigen in DSI. Dit is bijvoorbeeld het geval als eenresidueel recht aanmerkelijk hoger is dan een individueel recht. Als het een aan-gifte betreft voor een product van een exporteur waarvoor het lagere individuelerecht geldt, berekent het systeem toch het hogere residuele recht en selecteert deaangifte met een procedureprofiel voor verificatie. Om aanspraak te maken ophet lagere individuele recht moet de aangever een handelsbescheid overleggendat voldoet aan de eisen in de verordening waarbij het definitieve recht is in-gesteld. Uit dat bescheid moet blijken dat het product is geproduceerd en geëx-porteerd door een producent/exporteur waarvoor het lagere individuele rechtgeldt. Als het bescheid voldoet aan de eisen wijzigt het douanekantoor van aan-gifte het door het systeem berekende bedrag.

5.6.2. Aanvullende aangiften producten waarvoor definitief recht is ingesteld

In de aanvullende aangifte voor in het vrije verkeer brengen van productenwaarvoor een definitief recht is ingesteld, moeten de gegevens zijn vermeld dienodig zijn om het verschuldigde bedrag vast te stellen. De aangever berekentzelf het bedrag van de verschuldigde definitieve rechten en vermeldt het bedragin de „Opgaaf belasting bij invoer”. Voor dat bedrag registreert het team klant-behandeling (cluster periodieke aangifte) van het douanekantoor waar de aan-vullende aangifte is gedaan, de UTB in het systeem Douane Heffing.Het team klantbehandeling (cluster periodieke aangifte) controleert of produc-ten in het vrije verkeer zijn gebracht waarvoor een definitief recht is ingesteld ende aangever de daarvoor verschuldigde rechten (juist) heeft opgegeven. Als deaangever geen (juiste) opgave heeft gedaan, berekent het team de verschuldigderechten en maakt een voorstel tot navordering of teruggaaf.

5.7. Heffing van definitief recht met terugwerkende kracht van geregistreerdeproducten

Een ingesteld definitief recht kan met terugwerkende kracht worden gehevenvan geregistreerde producten. De heffing vindt plaats over alle producten waar-voor in de registratieperiode een aangifte in DSI of een aanvullende aangifte isgedaan voor in het vrije verkeer brengen.Zo spoedig mogelijk en binnen 2 maanden na publicatie van de verordeningwaarin is vastgesteld dat een definitief recht met terugwerkende kracht gehevenmoet worden, moet het bedrag zijn geboekt en de UTB zijn verzonden aan deaangever. Binnen de uiterlijke termijn van 2 maanden moeten de gegevens vande (aanvullende) aangiften worden verzameld en de gegevens die van belang zijnvoor het vaststellen van het bedrag van de definitieve rechten zijn vastgesteld engecontroleerd. De uiterlijke termijn dient ook om de aangever de gelegenheid te

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 44

Page 29: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

geven alsnog gegevens te verstrekken die niet in de geregistreerde (aanvullende)aangifte staan bijvoorbeeld de maatstaf van heffing.

VerbintenisDefinitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur waarvan een verbintenis is aanvaard.Als een verbintenis is ingetrokken door de Commissie zijn de definitieve rechtenwel van toepassing.

VrijstellingDefinitieve rechten zijn niet van toepassing op producten die worden geleverddoor een exporteur of die bestemd zijn voor een importeur aan wie vrijstellingis verleend bij uitbreiding van rechten wegens ontwijking.

5.7.1. Heffing van definitief recht met terugwerkende kracht in DSI geregis-treerde producten

Als een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden vangeregistreerde producten, verzamelt de Douane de gegevens van de aangiftendie zijn gedaan voor die producten in de registratieperiode.

5.7.2. Heffing van definitief recht met terugwerkende kracht bij aanvullende aan-gifte geregistreerde producten

Als een definitief recht met terugwerkende kracht geheven moet worden vangeregistreerde producten, verzamelt het team klantbehandeling van het douane-kantoor waar de aanvullende aangifte is gedaan, de geregistreerde gegevens vande aangiften die zijn gedaan voor de producten in de registratieperiode. Hetteam stelt het bedrag aan definitieve rechten vast dat verschuldigd is en regis-treert de UTB in het systeem Douane Heffing.

5.8. Controle na invoer

De Douane kan aan de hand van aanwijzingen controleren of voor producteneen juiste aangifte in DSI of juiste aanvullende aangifte voor in het vrije verkeerbrengen is gedaan en ingestelde maatregelen zijn toegepast bij het doen van deaangifte. Door onjuiste aangifte:a. zijn de producten ten onrechte niet geregistreerd;b. is een definitief recht ten onrechte niet met terugwerkende kracht geheven;c. is voor een voorlopig recht ten onrechte geen zekerheid gesteld;d. is een voorlopig recht ten onrechte geïnd of niet (voor het juiste bedrag)

geïnd;e. is een definitief recht ten onrechte geheven of niet (voor het juiste bedrag)

geheven.

Onjuiste aangifteEen onjuiste aangifte kan bijvoorbeeld zijn:– de omschrijving van de producten in de aangifte is niet juist;– de producten zijn aangegeven onder een onjuiste gn-code of Taric-code;– de aangegeven aanvullende Taric-code is niet juist;– het aangegeven land van oorsprong of herkomst is niet juist;– de maatstaf van heffing is niet aangegeven of niet juist aangegeven.

5.9. Inning van rechten anders dan met aangifte vrije verkeer

Als een douaneschuld ontstaat anders dan door een aangifte voor in het vrijeverkeer brengen, bijvoorbeeld door niet-zuivering van een aangifte of vermis inentrepot, kunnen er ook antidumpingrechten en/of compenserende rechten ver-schuldigd zijn of nog verschuldigd worden.

5.10. Passieve veredeling

Voorlopige en definitieve rechten zijn ook van toepassing op producten die napassieve veredeling in een derde land worden wederingevoerd in de Gemeen-schap. Dit betreft producten die zijn verkregen door bewerking (met inbegripvan het monteren, het assembleren en het aanpassen ervan aan andere goede-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 45

Page 30: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

ren) of de verwerking van communautaire goederen die tijdelijk zijn uitgevoerduit de Gemeenschap.De maatregelen zijn van toepassing als:– door de bewerking of verwerking het derde land waar die handelingen

hebben plaatsgevonden:1. het land van oorsprong is geworden voor de verkregen producten; en2. voor die producten van oorsprong uit dat land een recht is ingesteld;

– voor de verkregen producten een recht is ingesteld dat van toepassing is alsze zijn verzonden uit het derde land waar de bewerking of verwerking heeftplaatsgevonden.

Bij het vaststellen van het bedrag van de voorlopige of definitieve rechtenwordt:– de waarde of de hoeveelheid van de uitgevoerde communautaire goederen

begrepen in de maatstaf van heffing;– rekening gehouden met de bepalingen in het CDW en TVo. CDW over

berekening van de rechten bij invoer bij passieve veredeling. Dit houdt indat er geen gehele of gedeeltelijk vrijstelling van de voorlopige of defini-tieve rechten wordt verleend bij invoer.

Als geen dumping heeft plaatsgevonden of de dumpingmarge minder was dande vastgestelde dumpingmarge kan de importeur een verzoek om terugbetalingindienen voor de betaalde rechten.Het is ook mogelijk dat bij de vaststelling van het bedrag van de rechten alrekening is gehouden met het gegeven dat (een deel van) de grondstoffen her-komstig is uit de Gemeenschap. Dit blijkt dan uit de overwegingen van de ver-ordening waarbij een recht is ingesteld (artikel 151 CDW, artikel 590 TVo.CDW en artikel 11, lid 8, Verordening (EG) nr. 1225/2009).

5.11. Terugbetaling en kwijtschelding van rechten

De bepalingen in het CDW (Titel VII Douaneschuld, hoofdstuk 5 Terugbeta-ling en kwijtschelding van rechten) en de TVo. CDW (Deel IV Douaneschuld,Titel IV Terugbetaling of kwijtschelding van de rechten bij invoer of de rechtenbij uitvoer) over terugbetaling en kwijtschelding gelden ook voor betaalde of tebetalen voorlopige of definitieve rechten.

Bevoegdheid tot terugbetaling tot 1 augustus 2008Heeft de terugbetaling of kwijtschelding betrekking op producten die met eeninvoeraangifte of op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebrachtvóór 1 augustus 2008 dan is de mandaatregeling nog van toepassing. In datgeval maakt u de beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding op namens deMinister van Economische Zaken.

Verzoek om terugbetaling invoer zonder (of met minder) dumping of subsidieEen verzoek om terugbetaling op grond van artikel 11, Verordening (EG)nr. 1225/2009 of artikel 21, Verordening (EG) nr. 597/2009 moet zijn ingediendbinnen 6 maanden:– na de datum van opmaak van de mededeling verschuldigdheid voor een

definitief recht bij een aangifte in DSI;– nadat een UTB is verzonden voor een te innen bedrag aan voorlopige

rechten of definitieve rechten (met terugwerkende kracht).

De importeur moet het verzoek indienen bij het Ministerie van EconomischeZaken. Als hij het verzoek bij het douanekantoor van boeking wordt ingediend,beoordeelt het kantoor of de betreffende aangiften, de daarop betrekking heb-bende facturen, formulieren DV 1, mededelingen verschuldigdheid en UTB’s bijhet verzoek zijn gevoegd. Direct na ontvangst van het verzoek, na beoordelingen zonodig aanvulling van het verzoek door belanghebbende, zendt het dou-anekantoor het verzoek voor verdere behandeling onverwijld naar de DirecteurHandelspolitiek en Globalisering van het Ministerie van Economische Zaken,postbus 20201, 2500 EC Den Haag.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 46-50

Page 31: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

5.12. Bezwaar en beroep

De bepalingen in het CDW (Titel VIII Recht op beroep) en de ADW (Hoofd-stuk 8 Beroep in een eerste fase (bezwaar) en beroep in een tweede fase (beroep)over de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tegen de heffing van rechten bijinvoer gelden ook voor voorlopige of definitieve rechten.

Bevoegdheid tot behandelen bezwaar en beroep tot 1 augustus 2008Heeft het bezwaar of beroep betrekking op producten die met een invoeraan-gifte of op een onregelmatige manier in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 au-gustus 2008 dan is de mandaatregeling nog van toepassing. In dat geval beslistde inspecteur op het bezwaar en voert verweer tegen het ingestelde beroep na-mens de Minister van Economische Zaken.

5.13. Verstrekken van invoergegevens aan de Commissie

Maandelijks te verstrekken gegevensDe lidstaten moeten de Commissie maandelijks gegevens verstrekken over deinvoer van producten waarvoor:– een onderzoek naar invoer met dumping of invoer met subsidie is inge-

steld;– antidumpingmaatregelen of antisubsidiemaatregelen zijn ingesteld.

De plicht tot informatieverstrekking is opgenomen in het informatiecontractDouane en ziet op producten:

Soort maatregel Code maatregel

Waarvoor een voorlopige antidumpingrecht is inge-steld

551

Waarvoor een definitief antidumpingrecht is ingesteld 552

Waarvoor een voorlopig compenserend recht is inge-steld

553

Waarvoor een definitief compenserend recht is inge-steld

554

Waarvoor vrijstelling door de importeur is aange-vraagd

555

Waarvoor een onderzoek is ingeleid 561

Waarvoor de antidumpingrechten zijn geschorst. 562

Waarvoor een registratieplicht is ingesteld 564

Die van oorsprong zijn uit andere landen danwaarvoor het recht is ingesteld.

566

De te verstrekken aangiftegegevens zijn:– aanvaardingsdatum;– Taric-code;– aanvullend Tariccode;– code maatregel;– code van het land van oorsprong;– nettogewicht;– bijzondere maatstaf;– statistische waarde;– productiecertificaat;– bedrag van de voorlopige of definitieve rechten.

De gegevens over het productiecertificaat behoeven vooralsnog niet te worden

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 51

Page 32: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

verstrekt (artikel 14, lid 6 Verordening (EG) nr. 1225/2009 en artikel 24, lid 6,Verordening (EG) nr. 597/2009).

Invoergegevens aangiften in DSIHet Team Maatregelen van B/Centrale Administratie verzamelt de invoergege-vens van de aangiften in DSI.

Invoergegevens aanvullende aangiftenDe douanekantoren van de Douane waar de aanvullende aangifte wordt ge-daan, moeten de invoergegevens verzamelen van producten die met toepassingvan de domiciliëringsprocedure in het vrije verkeer zijn gebracht.

5.14. Controleaanwijzingen

In de volgende subparagrafen vindt u aanwijzingen voor het controleren van:– de omschrijving van een product, de GN-code en de Taric-code;– de aanvullende Taric-code;– het land van uitvoer;– de maatstaf van heffing.

Deze gegevens zijn vastgesteld in een instellingsverordening. Ze zijn van belangbij:– in het vrije verkeer brengen van een product waarvoor een registratie-

plicht, een voorlopig recht of een definitief recht is ingesteld;– het vaststellen of een verbintenis of een vrijstelling van toepassing is;– bij het innen van voorlopige rechten voor producten die in het vrije ver-

keer zijn gebracht;– bij het innen van definitieve rechten met terugwerkende kracht voor pro-

ducten die in het vrije verkeer zijn gebracht;– een controle na invoer van producten die met een aangifte in het vrije ver-

keer zijn gebracht;– het vaststellen van een douaneschuld anders dan bij een aangifte voor in

het vrije verkeer brengen;– het beoordelen van een verzoek om terugbetaling van voorlopige of defi-

nitieve rechten;– het behandelen van bezwaar en beroep.

Gegevens in aangifte vrije verkeerIn de aangifte tot het in het vrije brengen van een product waarvoor een regis-tratieplicht of een voorlopig of een definitief recht is ingesteld, moet de aangeverde gegevens vermelden of bescheiden bijvoegen die nodig zijn voor de registratieof de vaststelling van het bedrag van het recht. Dit kunnen andere gegevens enandere bescheiden zijn dan nodig voor de douanerechten. Dergelijke voorwaar-den worden bekendgemaakt door middel van een publicatie in In- en uitvoer-nieuws, op internet via In- en Uitvoer.nl (http://www.inenuitvoer.nl/) en zullen inhet Basistarief van dit boekwerk worden verwerkt.

5.15. Controle goederenomschrijving, GN-code en Taric-code

Ingestelde antidumping- en antisubsidiemaatregelen zijn communautaire maat-regelen die worden verwerkt in het geïntegreerde douanetarief (Taric) van deEuropese Gemeenschappen (CDW, artikel 20, lid 3). Producten waarop diemaatregelen van toepassing zijn, worden ingedeeld onder een 10 cijferige Taric-code (de 8 cijfers van de GN plus 2 cijfers voor de onderverdeling in Taric). DeTaric-code kan in bepaalde gevallen verder zijn onderverdeeld met een aanvul-lende Taric-code van vier tekens.De omschrijving van het product of de producten waarop een maatregel vantoepassing is, de GN-code en 10 cijferige Taric-code waaronder het productenof de producten zijn ingedeeld en eventuele aanvullende Taric-codes zijn vast-gesteld in een instellingsverordening.DSI berekent het bedrag van de verschuldigde rechten aan de hand van de Ta-ric-code of de aanvullende Taric-codes. Het systeem berekent alleen het bedragvan de verschuldigde rechten wanneer de Taric-code en de eventuele aanvul-lende Taric-codes zijn aangegeven!De indeling van goederen in het douanetarief is bepalend voor de toepassingvan ingestelde rechten en andere maatregelen bij invoer in de Gemeenschap

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 52

Page 33: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

(CDW, artikel 20, lid 1 en 2). Bij verschillen tussen de goederenomschrijving inTaric en de omschrijving van een product in de instellingsverordening is de om-schrijving in deze verordening bepalend voor de toepassing van ingestelde rech-ten en andere maatregelen. Het is dus van groot belang dat de goederenom-schrijving en de goederencode in een aangifte juist zijn.

Handelingen bij verificatie/controleDe Douane controleert of de goederenomschrijving en de goederencode juist isaangegeven.

5.16. Controle aanvullende Taric-code

De 10 cijferige Taric-code kan in een instellingsverordening verder zijn onder-verdeeld met aanvullende Taric-codes. Dat kan een aanvullende code zijn voorproducten:– van met name genoemde ondernemingen;– van niet met name genoemde ondernemingen;– die bestemd zijn voor importeurs aan wie vrijstelling is verleend of die vrij-

stelling hebben aangevraagd.Aanvullende Taric-codes zijn verwerkt in het geïntegreerde douanetarief dat isopgenomen in DSI.

Wanneer geen aanvullende Taric-codeDe 10-cijferige Taric-code wordt niet verder onderverdeeld als voor productenuit het land van uitvoer maar één bedrag (tarief) aan rechten (een residueelrecht) of een registratieplicht is ingesteld en geen vrijstelling is verleend of ver-bintenis is aanvaard.

5.16.1. Aanvullende Taric-code met name genoemde ondernemingen

De 10 cijferige Taric-code is verder onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van 4 tekens voor producten die zijn geproduceerd of vervaardigd doormet name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer waarvoor:– een registratieplicht is ingesteld;– de registratieplicht niet geldt omdat vrijstelling is verleend (bij onderzoek

naar ontduiking van een ingestelde recht);– een individueel bedrag (tarief) aan recht is ingesteld;– een gemiddeld bedrag (tarief) aan recht is ingesteld;– het ingestelde recht niet geldt omdat een verbintenis is aanvaard;– het ingestelde recht niet geldt omdat vrijstelling is verleend;– vrijstelling van het ingestelde recht is aangevraagd en de betaling is opge-

schort.

Voor het gebruik van een aanvullende Taric-code voor een met name genoemdeonderneming gelden bepaalde voorwaarden.

OpmerkingHet komt voor dat de aanvullende Taric-code geldt voor een met name ge-noemde exporteur die de goederen heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeen-schap namens een met name genoemde producent. Dat moet dan blijken uit deinstellingsverordening en DSI.

Voorwaarden gebruik aanvullende code bij verbintenis of vrijstellingBij een aangifte met een aanvullende Taric-code voor een onderneming waar-van een verbintenis is aanvaard, waaraan vrijstelling van de registratieplicht ofeen ingesteld recht is verleend of waarvoor vrijstelling van het ingestelde rechtis aangevraagd, geldt vrijwel altijd als voorwaarde dat die producent zijn pro-ducten zelf exporteert en rechtstreeks verkoopt aan een onafhankelijke impor-teur in de Gemeenschap.In de instellingsverordening staat dan één van de volgende clausules:– geproduceerd/vervaardigd en uitgevoerd naar de Gemeenschap door;– geproduceerd/vervaardigd en rechtstreeks uitgevoerd naar de Gemeen-

schap door;– geproduceerd/vervaardigd en voor uitvoer naar de Gemeenschap verkocht

door;

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 53

Page 34: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

– geproduceerd/vervaardigd, uitgevoerd en rechtstreeks gefactureerd aan af-nemers in de Gemeenschap door.

Om aan te tonen dat aan deze voorwaarden is voldaan kan de instellingsver-ordening een factuur eisen met een specifieke verklaring of een verklaring vol-gens een specifiek model eisen. Zie hiervoor de informatie bij de aanvullendeTaric-code in het Basistarief van dit Boekwerk of de instellingsverordening. Deverklaring op de factuur of het specifieke model moet zijn:1. opgesteld door de onderneming die is genoemd bij de aanvullende Taric-

code; en2. ondertekend door een werknemer van die onderneming.

Voorwaarden gebruik aanvullende code in overige gevallenBij een aangifte met een aanvullende Taric-code voor een met name genoemdeonderneming waarvoor een registratieplicht geldt of waarop een individueel ofgemiddeld bedrag aan recht van toepassing is, moet de aangever een factuuroverleggen waaruit blijkt dat de producten:1. door de bij de aanvullende Taric-code genoemde onderneming zijn gepro-

duceerd of vervaardigd; en2. door die onderneming rechtstreeks of aan een tussenhandelaar zijn ver-

kocht voor uitvoer naar de Gemeenschap.

Als een individueel bedrag aan recht van toepassing is, moet de factuur somszijn voorzien van een ondertekende specifieke verklaring over de producent enuitvoer naar de Gemeenschap. Zie hiervoor de informatie bij de aanvullendeTaric-code in het Basistarief van dit Boekwerk of de instellingsverordening.De factuur mag zijn opgesteld door de onderneming die is genoemd bij de aan-vullende Taric-code of een tussenhandelaar (ook als de factuur moet zijn voor-zien van een specifieke verklaring).Is de factuur opgesteld door een tussenhandelaar dan moet de aangever metaanvullende bewijsstukken kunnen aantonen dat:1. de producten door de bij de aanvullende Taric-code genoemde onderne-

ming zijn geproduceerd of vervaardigd; en2. door die onderneming aan de tussenhandelaar zijn verkocht voor uitvoer

naar de Gemeenschap.

De aangever kan aantonen dat aan deze voorwaarden is voldaan met bijvoor-beeld een factuur van de producent aan de tussenhandelaar, een koopcontracttussen de producent en de tussenhandelaar, de bill of lading, bewijs van leveringvan de producent aan de tussenhandelaar, identificatiekenmerken van de pro-ducent op de producten en productiecertificaten.

Handelingen bij verificatie/controle aanvullende codeEr is een aanvullende Taric-code aangegeven voor een met name genoemde on-derneming. De Douane controleert of is voldaan aan de voorwaarden voor ge-bruik van die code.De Douane kan de aangever een factuur of andere handelsbescheiden latenoverleggen waaruit blijkt dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan als eenfactuur wordt aangetroffen die:– niet is opgesteld door de onderneming in het land van uitvoer die is ge-

noemd bij de aanvullende Taric-code;– niet voorzien is van een voorgeschreven verklaring, niet voldoet aan de

gestelde eisen of waaruit niet blijkt dat de producten zijn verkocht vooruitvoer naar de Gemeenschap;

– aanleiding geeft om te twijfelen aan:– het rechtmatige gebruik van de aangegeven aanvullende Taric-code;– de naam en de plaats van vestiging van een producent;– de verkoop voor uitvoer naar de Gemeenschap.

Als in de instellingsverordening geen eisen zijn vastgesteld ten aanzien van teoverleggen facturen of andere bescheiden, kan de aangever ook met een ver-klaring van een officiële (overheids)instantie aantonen wie de producent is diede producten heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap. Een officiëleoverheidsinstantie kan bijvoorbeeld de Douane of een Kamer van Koophandelzijn in het land van oorsprong.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 54

Page 35: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Niet voldoen aan voorwaarden aanvullende Taric-codeKan de aangever niet aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor ge-bruik van een in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code dan is:– het residuele bedrag (tarief) aan rechten van toepassing dat geldt voor de

producten van niet met name genoemde ondernemingen in het land vanuitvoer; of

– de registratieplicht van toepassing voor producten uit het land van uitvoer(als niet is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van de registra-tieplicht).

5.16.2. Aanvullende Taric-code niet met name genoemde ondernemingen

De 10 cijferige Taric-code is verder onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van 4 tekens voor producten van niet met name genoemde ondernemingenin het land van uitvoer waarvoor:– een residueel bedrag of bedragen aan recht is/zijn ingesteld; of– een registratieplicht is ingesteld.

Als meerdere residuele bedragen (tarieven) aan rechten zijn ingesteld, is voor elkbedrag een aanvullende Taric-code vastgesteld.

VoorbeeldEr is een definitief antidumpingrecht ingesteld voor aangewezen producten vanoorsprong uit land X, er zijn twee aanvullende Taric-codes mogelijk:a. Een aanvullende code voor niet met name genoemde ondernemingen die

voldoen aan in de instellingsverordening genoemde voorwaarden. Voordeze ondernemingen is een bedrag (tarief) aan rechten van toepassing datgelijk is aan het verschil tussen een minimuminvoerprijs en de nettoprijsfranco grens van de Gemeenschap als deze prijs lager is dan de minimu-minvoerprijs. Is de nettoprijs gelijk aan of hoger dan de minimuminvoer-prijs dan is het bedrag nihil;

b. Een aanvullende code voor de niet met name genoemde ondernemingendie niet voldoen aan de aan in de instellingsverordening genoemde voor-waarden. Voor deze ondernemingen is een bedrag (tarief) aan rechten vantoepassing dat gelijk is aan een percentage over de nettoprijs franco grensvan de Gemeenschap, niet ingeklaard.

Voorwaarden gebruik aanvullende codeDe voorwaarden voor gebruik van een bij punt a. in deze subparagraaf be-doelde aanvullende Taric-code zijn verwerkt in het Basistarief van dit Boek-werk. Raadpleeg de betreffende instellingsverordening voor meer uitgebreideinformatie.

Voorbeeld voorwaardenDe aangever moet een factuur overleggen die is opgesteld door een exporteur inhet land van oorsprong en rechtstreeks is gericht aan een niet-verbonden afne-mer in de Gemeenschap.

Handelingen bij verificatie/controle aanvullende codeEr is een aanvullende Taric-code aangegeven voor producten van een niet metname genoemde onderneming bedoeld bij punt a. in deze subparagraaf. DeDouane controleert of is voldaan aan de voorwaarden voor gebruik van diecode.De Douane kan de aangever een factuur laten overleggen die wel voldoet aande gestelde voorwaarden indien een factuur wordt aangetroffen die:– niet is opgesteld door een exporteur in het land van uitvoer;– aanleiding geeft om te twijfelen aan:

– het rechtmatige gebruik van de aangegeven aanvullende Taric-code;– de naam en de plaats van vestiging van een exporteur;– de verkoop voor uitvoer naar de Gemeenschap.

Niet voldoen aan voorwaarden aanvullende Taric-codeDe aangever kan niet aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor ge-bruik van een bij punt a. in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code.In dat geval is het andere residuele bedrag (tarief) aan recht van toepassing dat

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 55

Page 36: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

geldt voor de producten van niet met name genoemde ondernemingen in hetland van uitvoer.

5.16.3. Aanvullende Taric-code importeurs met vrijstelling

De 10 cijferige Taric-code is verder onderverdeeld met een aanvullende Taric-code van 4 tekens voor producten die bestemd zijn voor importeurs in de Ge-meenschap aan wie:– vrijstelling is verleend van de registratieplicht bij onderzoek naar ontdui-

king van een definitief recht door assemblage in de Gemeenschap; of– vrijstelling is verleend of die vrijstelling hebben aangevraagd van een uit-

gebreid definitief recht dat is ingesteld wegens ontduiking door assemblagein de Gemeenschap.

Voorwaarden gebruik aanvullende codeEen in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code is alleen van toe-passing als de aangifte voor in het vrije verkeer brengen voldoet aan de voor-waarden die in de instellingsverordening zijn vastgesteld. Die voorwaarden zijnverwerkt in het Basistarief van dit Boekwerk. Raadpleeg de betreffende instel-lingsverordening voor meer uitgebreide informatie.

Handelingen bij verificatie/controle aanvullende codeEr is een aanvullende Taric-code aangegeven voor producten die bestemd zijnvoor een importeur waaraan vrijstelling is verleend of die vrijstelling heeft aan-gevraagd. De Douane controleert of is voldaan aan de voorwaarden voor ge-bruik van die code.De Douane kan de aangever met andere handelsbescheiden laten aantonen datde importeur voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van het ingestelderecht of de ingestelde registratieplicht indien een factuur of ander vereist be-scheid wordt aangetroffen:– waaruit niet blijkt dat de producten zijn bestemd voor een importeur

waaraan vrijstelling is verleend of een importeur die vrijstelling heeft aan-gevraagd;

– die of dat aanleiding geeft om te twijfelen aan:– het rechtmatige gebruik van de aangegeven aanvullende Taric-code;– de naam en de plaats van vestiging van een producent.

Niet voldoen aan voorwaarden aanvullende Taric-codeKan de aangever niet aantonen dat voldaan is aan de voorwaarden voor ge-bruik van een in deze subparagraaf bedoelde aanvullende Taric-code dan is:– het residuele recht van toepassing dat geldt voor de producten van niet met

name genoemde ondernemingen in het land van uitvoer; of– de registratieplicht van toepassing voor producten uit het land van uitvoer

(als niet is voldaan aan de voorwaarden voor vrijstelling van de registra-tieplicht).

5.17. Controle land van uitvoer

Wat is het land van uitvoer?Het land van uitvoer van een product waarvoor:1. (voorlopige) antidumpingrechten zijn ingesteld is:

– het land van oorsprong;– het land van verzending ongeacht de oorsprong van het product bij

uitbreiding van de rechten wegens ontduiking.2. (voorlopige) compenserende rechten zijn ingesteld is:

– het land van oorsprong als de overheid van dat land de subsidie heeftverleend;

– het land van verzending als dat niet het land van oorsprong is en deoverheid van het land van verzending de subsidie heeft verleend;

– het land van verzending ongeacht de oorsprong van het product bijuitbreiding van de rechten wegens ontduiking.

3. een registratieplicht is ingesteld is:– het land van oorsprong;– het land van verzending ongeacht de oorsprong van het product bij

onderzoek naar ontduiking.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 56-60

Page 37: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Land van oorsprongHet land van oorsprong is het land waar de producten zijn geproduceerd ofvervaardigd. Voor het vaststellen van het land van oorsprong gelden de niet-preferentiële oorsprongsbepalingen in het CDW en TVo. CDW.

Land van verzendingVolgens de toelichting bij vak 15 van het Enig Document is het land van ver-zending/uitvoer: het land van waaruit de goederen oorspronkelijk naar de in-voerende lidstaat werden verzonden, zonder oponthoud of niet aan het vervoerinherente juridische handeling in een tussenliggend land. Indien een dergelijkoponthoud of een dergelijke handeling heeft plaatsgevonden, wordt het laatstetussenliggende land als land van verzending/uitvoer beschouwd. Het land moetzijn aangegeven met de betreffende communautaire code.Als een (voorlopig) recht of registratieplicht is ingesteld voor een land van ver-zending geldt het recht of de registratieplicht ongeacht de oorsprong van hetproduct. Het recht of de plicht geldt dus ook voor producten die niet in het landvan verzending zijn geproduceerd of vervaardigd.

Handelingen bij verificatie/controleDe Douane controleert of het juiste land van oorsprong of juiste land van ver-zending in de aangifte is vermeld.De Douane kan het land van oorsprong laten aantonen als bij verificatie vaneen aangifte in DSI of bij controle van een aanvullende aangifte:– wordt vaststelt dat het aangegeven land van oorsprong (waarschijnlijk)

niet juist is; of– de verificatie of controle aanleiding geeft tot twijfel over de juistheid van

het land van oorsprong.

De Douane kan het land van oorsprong laten aantonen met een certificaat vanoorsprong als bij verificatie van een aangifte in DSI of bij controle van eenaanvullende aangifte voor hoofdbestanddelen van rijwielen waarvoor een an-dere oorsprong wordt aangegeven dan de Volksrepubliek China:– wordt vastgestelt dat het aangegeven land van oorsprong (waarschijnlijk)

niet juist is; of– ernstig wordt getwijfeld aan de juistheid van het aangegeven land van oor-

sprong.

De Douane kan het land van verzending laten aantonen met handelsbescheidenals bij verificatie van een aangifte in DSI of bij controle van een aanvullendeaangifte:– wordt vastgesteld dat het aangegeven land van verzending herkomst

(waarschijnlijk) niet juist is; of– ernstig wordt getwijfeld aan de juistheid van het aangegeven land van her-

komst.

De Douane kan een controle na invoer instellen bij de importeur als:– de aangever niet met bescheiden kan aantonen dat in de aangifte het land

van herkomst juist is aangegeven; en– er voor het juiste land van herkomst een antidumpingmaatregel of anti-

subsidiemaatregel van toepassing is.

5.18. Controle maatstaf van heffing

De verordening waarbij een voorlopig of definitief recht is ingesteld, stelt vastwat de maatstaf van heffing is of de maatstaven van heffing zijn voor de toe-passing van die verordening. Er zijn verschillende maatstaven van heffing vanheffing mogelijk. De instellingsverordening stelt ook het tarief van de rechtenvast dat bij een maatstaf hoort. Dat kan een individueel, gemiddeld of residueeltarief zijn.

De maatstaf en de hoogte van de heffing worden bekendgemaakt door middelvan een publicatie in In- en uitvoernieuws, op internet via In- en Uitvoer.nl(http://www.inenuitvoer.nl/) en zullen in het Basistarief van dit boekwerk wor-den verwerkt.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 61

Page 38: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Waar moet de nettoprijs franco grens Gemeenschap aan voldoenDe uitgangspunten waar de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, nietingeklaard (of de douanewaarde als die overeenkomt met de nettoprijs) aanmoet voldoen, zijn vastgesteld in de Verordening antidumpingmaatregelen.De Commissie hanteert deze uitgangspunten ook bij een onderzoek naar invoermet dumping of subsidie en het vaststellen van de hoogte van het tarief van inte stellen rechten.De volgende subparagrafen geven aanwijzingen voor de controle van de net-toprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard als die prijs:a. de maatstaf van heffing is;b. de maatstaf van heffing is in combinatie met een minimuminvoerprijs;c. (vermoedelijk) niet juist is aangegeven.

Douanewaarde is gelijk of niet gelijk aan nettoprijsDe nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard is gelijk aan dedouanewaarde als:a. die waarde ook is gebaseerd op de transactie die gebruikt kan worden voor

het vaststellen van de nettoprijs als maatstaf van heffing of als onderdeelvan de maatstaf van heffing; en

b. de douanewaarde dezelfde elementen omvat als de netto prijs.

Er ontstaan verschillen tussen de douanewaarde en de nettoprijs franco grensvan de Gemeenschap, niet ingeklaard als:– voor de vaststelling van de douanewaarde een andere verkoop voor uit-

voer wordt gehanteerd; of– andere bepalingen gelden voor het vaststellen van de douanewaarde bij

verbondenheid tussen de producent/exporteur en de importeur in de Ge-meenschap.

Vermelden nettoprijs in aangifteAls de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard niet gelijkis aan de douanewaarde moet de aangever in de (aanvullende) aangifte:– de douanewaarde aangeven voor het berekenen van het douanerecht; en– de nettoprijs aangeven als die prijs de maatstaf is of een onderdeel van de

maatstaf voor het berekenen van het antidumpingrecht en/of compense-rend recht.

5.18.1. Controle maatstaf is nettoprijs

De maatstaf van heffing is de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, nietingeklaard. Er zijn drie mogelijkheden. Het betreft een ingesteld voorlopig ofdefinitief recht dat van toepassing is op producten die zijn:a. geproduceerd of vervaardigd door een met name genoemde onderneming

in het land van oorsprong;b. geproduceerd of vervaardigd door een niet met name genoemde onderne-

ming in het land van oorsprong; ofc. verzonden uit een bepaald land, ongeacht de oorsprong van de producten.

a. Nettoprijs met name genoemde ondernemingen land van oorsprongVolgens de aangegeven aanvullende Taric-code zijn de producten geproduceerdof vervaardigd door een met name genoemde onderneming in het land van oor-sprong. Er is een individueel of gemiddeld tarief van toepassing.De Douane kan controleren aan de hand van de factuur, een ander vereist be-scheid, de DV1 en andere bescheiden die kunnen worden opgevraagd of de aan-gegeven nettoprijs (of de douanewaarde):1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit het land van oorsprong

voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke im-porteur in de Gemeenschap); en

2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan de met name genoemde on-derneming die het product heeft vervaardigd of geproduceerd met inbegripvan de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tothet douanegebied van de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks door de producent verkocht aan een onaf-hankelijke importeur in de Gemeenschap maar via een tussenhandelaar dan isde nettoprijs gelijk aan:

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 62

Page 39: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

– de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan de producent in hetland van oorsprong plus;

– de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot hetdouanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:a. de met name genoemde producent de producten aan de betreffende tus-

senhandelaar heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; enb. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar aan de importeur

niet lager is dan bij rechtstreekse uitvoer door de producent.

De Douane kan een controle na invoer instellen als de nettoprijs (vermoedelijk)niet juist is aangeven.

b. Nettoprijs niet met name genoemde ondernemingen land van oorsprongVolgens de aangegeven Taric-code of de aanvullende Taric-code zijn de pro-ducten geproduceerd of vervaardigd door een niet met name genoemde onder-neming in het land van oorsprong. Er is een residueel tarief van toepassing.

De Douane kan aan de hand van de factuur, de DV1 en andere bescheiden diekunnen worden opgevraagd controleren of de aangegeven nettoprijs (of dedouanewaarde):1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit het land van oorsprong

voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke im-porteur in de Gemeenschap); en

2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan de niet met name genoemdeonderneming die het product heeft vervaardigd of geproduceerd met in-begrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en op-slag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks door de producent verkocht aan een onaf-hankelijke importeur in de Gemeenschap maar via een tussenhandelaar dan isde nettoprijs gelijk aan:– de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan de producent in het

land van oorsprong plus;– de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het

douanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:a. de producent de producten aan de betreffende tussenhandelaar heeft ver-

kocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; enb. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar aan de importeur

niet lager is dan bij rechtstreekse uitvoer door de producent.

De Douane kan een controle na invoer instellen als de nettoprijs (vermoedelijk)niet juist is aangeven.

c Nettoprijs land van verzending ongeacht oorsprong productenHet ingestelde recht is van toepassing is op producten die zijn verzonden uit eenbepaald land, ongeacht de oorsprong van de producten. Er is een residueel ta-rief van toepassing. Dit tarief geldt voor iedere onderneming die de productenexporteert in het land van verzending.De Douane kan aan de hand van de factuur, de DV1 en andere bescheiden diekunnen worden opgevraagd controleren of de aangegeven nettoprijs (of dedouanewaarde):1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit het land van verzending

voor uitvoer naar de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke im-porteur in de Gemeenschap); en

2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan een exporteur in het land vanverzending met inbegrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen,(over)laden en opslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks maar via een tussenhandelaar in een derdeland verkocht aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap dan is denettoprijs gelijk aan:

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 63

Page 40: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

– de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan een exporteur in hetland van verzending plus;

– de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot hetdouanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:a. de exporteur in het land van verzending de producten aan de betreffende

tussenhandelaar heeft verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; enb. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar aan de importeur

niet lager is dan bij rechtstreekse uitvoer door de de exporteur in het landvan verzending.

De Douane kan een controle na invoer instellen als de nettoprijs (vermoedelijk)niet juist is aangeven.

5.18.2. Controle maatstaf is combinatie nettoprijs/minimumprijs

Volgens de aangegeven aanvullende Taric-code is de maatstaf van heffing denettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet ingeklaard in combinatie meteen minimum invoerprijs. Er is een residueel bedrag (tarief) of een nihil bedragaan recht van toepassing. Het recht kan zijn ingesteld voor producten uit eenland van oorsprong en voor producten uit een land van verzending ongeacht deoorsprong van de producten. Het residuele bedrag of het nihil bedrag geldt vooriedere onderneming in deze landen die de producten exporteert.De Douane kan de hand van de factuur die is opgesteld door een exporteur inhet land waarvoor het recht is ingesteld, de DV1 en andere bescheiden die kun-nen worden opgevraagd controleren of de aangegeven nettoprijs:1. is gebaseerd op verkoop van het product vanuit dat land voor uitvoer naar

de Gemeenschap (de afnemer is een onafhankelijke importeur in de Ge-meenschap); en

2. gelijk is aan de uitvoerprijs die is betaald aan de exporteur in dat land metinbegrip van de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden enopslag tot het douanegebied van de Gemeenschap.

Er mogen geen andere prijselementen of kostenelementen aan de nettoprijs zijntoegevoegd!In bepaalde gevallen is deze maatstaf en het residuele tarief of het nihil bedragalleen van toepassing als de aangever een factuur overlegt die is opgesteld dooreen exporteur in het land waarvoor het recht is ingesteld en die factuur recht-streeks is gericht aan een onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap.

Zijn de producten niet rechtstreeks maar via een tussenhandelaar in een derdeland verkocht aan een onafhankelijke importeur in de Gemeenschap dan is denettoprijs gelijk aan:– de prijs die door de tussenhandelaar is betaald aan de exporteur in het land

van oorsprong of aan de exporteur in het land van verzending plus;– de kosten van vervoer, verzekering, lossen, (over)laden en opslag tot het

douanegebied van de Gemeenschap.

De aangever moet in dit geval wel kunnen aantonen dat:a. de producent in het land van oorsprong of de exporteur in het land van

verzending de producten aan de betreffende tussenhandelaar heeft ver-kocht voor uitvoer naar de Gemeenschap; en

b. de nettoprijs volgens de factuur van de tussenhandelaar in het derde landaan de importeur niet hoger is dan bij rechtstreekse uitvoer door de ex-porteur in het land van oorsprong of het land van verzending.

De Douane kan een controle na invoer instellen als de nettoprijs (vermoedelijk)niet juist is aangeven.

5.18.3. Nettoprijs (vermoedelijk) niet juist

Nettoprijs is (vermoedelijk) niet juistDe Douane kan een onderzoek instellen naar de nettoprijs franco grens van deGemeenschap als op basis van de overgelegde bescheiden wordt vastgesteld ofvermoedt dat:

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 64

Page 41: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

– de producten vanuit het land van uitvoer niet zijn verkocht voor uitvoernaar de Gemeenschap (er is dan geen uitvoerprijs in de zin van de Veror-dening antidumpingmaatregelen);

– de uitvoerprijs is beïnvloed door verbondenheid of compensatie terwijl deaangever dat niet heeft aangegeven in de DV1;

– de aangegeven nettoprijs niet de werkelijk betaalde of te betalen uitvoer-prijs is overeenkomstig de uitgangspunten in de Verordening antidum-pingmaatregelen;

– de aangegeven nettoprijs niet is gebaseerd op een uitvoerprijs die mag wor-den gebruikt voor de nettoprijs francogrens van de Gemeenschap, niet in-geklaard als maatstaf van heffing of als onderdeel van de maatstaf vanheffing.

Dit onderzoek houdt in dat :– de verificatie van een aangifte in DSI wordt aangehouden;– een controle na invoer wordt ingesteld bij de aangever, de importeur, de

leverancier of een derde;– zo nodig bijstand wordt gevraagd aan de douaneautoriteiten in de andere

lidstaten of derde landen.

Er is geen uitvoerprijsAls geen uitvoerprijs beschikbaar is of de uitvoerprijs niet betrouwbaar is, danmoet de aangever de nettoprijs franco grens van de Gemeenschap, niet inge-klaard samenstellen en berekenen met gebruik van de DV1.

6. Gereserveerd.

7. Bijlage 1: Vaststelling van antidumpingrechten en compenserende rechten(oud)

7.1. Procedure en werkzaamheden

Waarvoor geldt deze bijlage?De in deze bijlage beschreven procedure, werkzaamheden en afspraken geldenvoor situaties waarin producten met een invoeraangifte of op een onregelmatigemanier in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 augustus 2008. Artikel XVIIAanpassingswet Adw is dan van toepassing. Dit houdt in dat in deze situatiesde oude bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Douane-wet gelden voor het vaststellen van antidumpingrechten en compenserenderechten. De „oude” bevoegdheidsbepalingen in de mandaatregeling zijn vantoepassing en de inspecteur moet handelen namens de Minister van Economi-sche Zaken.Op grond van artikel 22a, lid 2 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen(oud) werden de antidumpingrechten en compenserende rechten vastgestelddoor de Minister van Economische Zaken of, voor zover het landbouwgoede-ren betreft, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De Ministervan Economische Zaken heeft de Douane bij een mandaatregeling gemachtigdnamens hem op te treden.

MandaatregelingOp grond van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft de Ministervan Economische Zaken de Douane door middel van het Besluit mandaat enmachtiging Belastingdienst/Douane inzake anti-dumpingheffingen en compen-serende heffingen EZ (de mandaatregeling) mandaat verleend om met ingangvan 1 januari 1998 namens hem op te treden in het geval van:– een uitnodiging tot betaling;– een beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding;– bezwaar en beroep.

Uitnodiging tot betalingIn het geval de Minister van Economische Zaken verantwoordelijk is voor deuitnodiging tot betaling als bedoeld in artikel 221, lid 1, CDW voor de anti-dumpingrechten of compenserende rechten, moet de uitnodiging tot betalingdoor de Minister aan de schuldenaar worden meegedeeld. Wanneer de inspec-teur op grond van de mandaatregeling de uitnodiging tot betaling vaststelt, laat

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 65

Page 42: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

hij daarin tot uitdrukking komen dat de vaststelling namens de Minister vanEconomische Zaken is gedaan.

Beschikking tot terugbetaling of kwijtscheldingIn het geval de Minister van Economische Zaken verantwoordelijk is voor deterugbetaling of kwijtschelding ter zake van de antidumpingrechten en com-penserende rechten kan de Belastingdienst/Douane de beschikking afgeven opbasis van de mandaatregeling (artikel 22c, lid 2 van de Algemene wet inzakerijksbelastingen (oud). In de beschikking moet tot uitdrukking komen dat hetbesluit namens de Minister van Economische Zaken is genomen.

Bezwaar en beroepIn een uitnodiging tot betaling en een beschikking tot terugbetaling of kwijt-schelding moet staan dat degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is be-trokken:– binnen zes weken na de dag van verzending van de uitnodiging of de be-

schikking;– een bezwaarschrift kan indienen bij de inspecteur die uitnodiging heeft

vastgesteld of de beschikking heeft afgegeven namens de Minister vanEconomische zaken.

De Minister van Economische Zaken heeft de Douane eveneens gemachtigd:– te beslissen op bezwaarschriften die gericht zijn tegen een uitnodiging tot

betaling of tegen een beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding dienamens hem is vastgesteld of afgegeven; en

– tot het voeren van verweer wanneer beroep is ingesteld tegen een uitspraakop een bezwaarschrift die de inspecteur namens hem heeft gedaan.

In de uitspraak op een bezwaarschrift of in een verweerschrift moet duidelijkworden aangegeven dat de uitspraak of het verweer word gedaan namens deMinister van Economische Zaken.Met het Ministerie van Economische Zaken zijn werkafspraken gemaakt overde behandeling van bezwaar- en beroepschriften betreffende antidumpingrech-ten en compenserende rechten die de inspecteur behandelt namens Minister vanEconomische Zaken. De Minister van Economische Zaken wordt zo in de ge-legenheid gesteld zich een oordeel te vormen over ingediende bezwaarschriftenen beroepschriften en zo nodig het bezwaarschrift of het verweer zelf af te doen.Deze werkafspraken vindt u in het hierna volgende onderdeel L.

Onderdeel B t/m onderdeel K. Gereserveerd.

L. Werkafspraken tussen de ministeries van Economische Zaken en Financiën

Bij besluit van 13 januari 2000, nr. WJZ/JZ 99006944, heeft de Minister vanEconomische Zaken, handelende in overeenstemming met de Staatssecretarisvan Financiën, aan de Belastingdienst/Douane mandaat en machtiging verleendinzake antidumpingheffingen en compenserende heffingen. Het mandaat en demachtiging strekken zich mede uit tot het beslissen op bezwaarschriften en tothet voeren van verweer in de gevallen waarin beroep is ingesteld tegen een be-slissing op bezwaar, genomen namens de Minister van Economische Zaken. Ophet beslissen op bezwaarschriften onderscheidenlijk het voeren van verweer zijnvan toepassing de hierna vermelde werkafspraken.

Bezwaar1. De inspecteur bij wie een bezwaarschrift is ingediend, verleent daarvan

kopie aan de Directeur Europese Integratie van het ministerie van Eco-nomische Zaken, postbus 20101, 2500 EC Den Haag onder bijvoeging van(een afschrift van) alle terzake betrekking hebbende bescheiden.

2. De Directeur Europese Integratie kan namens de Minister van Economi-sche Zaken de inspecteur per geval instructies geven als bedoeld in arti-kel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de wijze van beslissenop het bezwaarschrift. Ingeval de Directeur Europese Integratie gebruikmaakt van zijn bevoegdheid tot het geven van instructies, doet hij zulksbinnen tien werkdagen na ontvangst van de kopie van het bezwaarschrift,behoudens uitzonderlijke gevallen waarin in overleg met de inspecteur een

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

376A-379A B1 mei 2010 H - 66-70

Page 43: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

langere termijn dan tien werkdagen kan worden vastgesteld. De inspecteurgaat zo nodig over tot verdaging van de beslissing op het bezwaarschriftovereenkomstig artikel 25, tweede lid van de Algemene wet inzake rijks-belastingen. De Directeur Europese Integratie verleent kopie van zijn in-structies aan de Directeur Douane.

3. De Directeur Europese Integratie kan, in gevallen die van aanzienlijk be-lang zijn voor het te voeren handelspolitieke beleid inzake antidumping-rechten en compenserende heffingen, besluiten dat de Minister van Eco-nomische Zaken zal beslissen op het bezwaarschrift. In dat geval wordt deinspecteur kopie verleend van de beslissing op het bezwaarschrift.

4. De Directeur Europese Integratie kan op verzoek van de inspecteur of opeigen initiatief aanwezig zijn bij het horen van belanghebbenden, bedoeldin artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht. Indien deze aanwezig-heid plaats vindt op initiatief van de Directeur Europese Integratie, ver-meldt hij zulks in zijn instructies aan de inspecteur.

5. De inspecteur verleent de Directeur Europese integratie kopie van het ver-slag van de hoorzitting.

6. De Directeur Europese Integratie kan, indien het verslag van de hoorzit-ting hem daartoe aanleiding geeft, (nadere) instructies geven inzake dewijze van beslissen op het bezwaarschrift.

7. De inspecteur legt de Directeur Europese Integratie de beslissing op hetbezwaarschrift in ontwerp ter instemming voor in de gevallen waarin deDirecteur gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot het geven vaninstructies overeenkomstig de punten 2 of 6. De Directeur Europese In-tegratie bericht omtrent instemming binnen drie werkdagen na ontvangstvan de ontwerp-beslissing op het bezwaarschrift. Indien binnen deze ter-mijn geen bericht is verzonden, wordt de instemming geacht te zijn ver-leend.

Beroep8. De inspecteur verleent de Directeur Europese Integratie onverwijld kopie

van door hem ontvangen uitnodigingen tot het voeren van verweer onderbijvoeging van een afschrift van het beroepschrift.

9. De Directeur Europese Integratie kan namens de Minister van Economi-sche Zaken de inspecteur per geval instructies geven als bedoeld in artikel10:6 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de wijze van het voerenvan verweer. Ingeval de Directeur Europese Integratie gebruik maakt vanzijn bevoegdheid tot het geven van instructies, doet hij zulks binnen tienwerkdagen na ontvangst van de kopie van de uitnodiging tot het voerenvan verweer, behoudens uitzonderlijke gevallen waarin in overleg met deinspecteur een langere termijn kan worden vastgesteld. De inspecteur ver-zoekt zo nodig om verlenging van de termijn voor het indienen van eenverweerschrift. De Directeur Europese Integratie verleent kopie van zijninstructies aan de Directeur Douane.

10. Het bepaalde in punt 7 is mutatis mutandis van overeenkomstige toepas-sing op ontwerp-verweerschriften.

11. De inspecteur verleent de Directeur Europese Integratie kopie van het ver-weerschrift.

12 De Directeur Europese Integratie kan op verzoek van de inspecteur of opeigen initiatief de inspecteur ter zitting van de bestuursrechter doen bij-staan.

13. De Directeur Europese Integratie kan, in uitzonderlijke gevallen die vanaanzienlijk belang zijn voor het te voeren handelspolitieke beleid inzakeantidumpingrechten of compenserende rechten, besluiten dat de Ministervan Economische Zaken verweer voert. In dat geval wordt de inspecteurkopie verleend van het verweerschrift.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 71

Page 44: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

14. De inspecteur verleent de Directeur Europese Integratie kopie van de uit-spraak.

15. De Directeur Europese Integratie voert overleg met de inspecteur over hetverdere verloop van de procedure in die gevallen waarin de bestuursrech-ter besloten heeft prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie,voorzover deze vragen betrekking hebben op formeel- of materieelrechte-lijke aspecten van het gemeenschapsrecht inzake antidumpingrechten ofcompenserende rechten. De Directeur Douaneaangelegenheden wordt bijdit overleg betrokken

SlotbepalingDeze werkafspraken zullen, een jaar nadat zij van kracht zijn geworden of zo-veel eerder als daartoe aanleiding bestaat, worden geëvalueerd door de Direc-teur Europese Integratie en de Directeur Douane te Rotterdam. De DirecteurDouaneaangelegenheden wordt bij deze evaluatie betrokken.De Minister van Economische ZakenDe Staatssecretaris van Financiën

M. Inleiding antidumpingprocedures

1. Algemeen

In onderdeel J, punt 1, van deze bijlage is aangegeven dat in bepaalde ge-vallen gegevens dienen te worden verstrekt aan de Commissie van de EGover de invoer van goederen waarvoor antidumpingrechten of compense-rende rechten zijn ingesteld of mogelijk zullen worden ingesteld.In de hierna opgenomen tabel is een overzicht opgenomen van de pro-ducten/landen ten aanzien waarvan door de Commissie van de EG inlei-dingen van de antidumpingprocedures zijn gepubliceerd en als gevolgwaarvan de invoer van deze producten geregistreerd zal worden.

2. Tabel met producten/landen ten aanzien waarvan procedures lopen

In onderstaande tabel zijn de inleidingen van antidumpingprocedures op-genomen. De invoer van deze producten uit de genoemde landen dientdoor de douanediensten van de lidstaten te worden geregistreerd.In de aantekeningen op deze tabel is een toelichting op deze inleidingenopgenomen. Indien een antidumpingprocedure wordt beëindigd of leidttot de instelling van een antidumpingrecht (Adr) of een compenserendrecht (Cr), dan wordt de desbetreffende communautaire maatregel in eer-ste instantie in In- en uitvoernieuws meegedeeld. Indien een recht wordtingesteld zullen de relevante gegevens in het Basistarief van dit boekwerkworden opgenomen; in de aanvullende informatie bij het desbetreffendesupplement zal ook melding van de maatregel worden gemaakt. Tevensworden de maatregelen die over enige tijd aflopen tenzij een nieuw onder-zoek wordt geopend vermeld. De in de kolom „Datum van inwerkingtre-ding” vermelde datum is dan de voorziene vervaldatum van de betrokkenmaatregel. Onderstaande tabel zal periodiek worden bijgewerkt en na ver-loop van tijd zullen de vermeldingen die hun belang hebben verloren uit detabel worden verwijderd. In beginsel zijn dan in de tabel alleen de nog deproducten/landen opgenomen ten aanzien waarvan procedures lopen.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 72

Page 45: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

exexexexexexex

ex

ex

1516 20981518 00911518 00951518 00992710 19432710 19462710 19472710 20112710 20152710 20173824 90973826 00103826 0090

door synthese en/ofhydrobehandelingverkregen monoalky-lesters van vetzurenen/of paraffinischegasoliën van niet-fossiele oorsprong inzuivere vorm of inmengsels

Argenti-nië,Indonesië

29-08-2012 1

Argenti-nië,Indonesië

10-11-2012 2

exex

2001 90302005 8000

suikermais (Zea maysvar. saccharata) inkorrels, bereid ofverduurzaamd in azijnof azijnzuur, nietbevroren en suiker-mais (Zea mays var.saccharata) in korrels,op andere wijze bereidof verduurzaamd danin azijn of azijnzuur,niet bevroren

Thailand 19-06-2012 3

exexex

2008 30552008 30752008 3090

bepaalde bereide ofverduurzaamde citrus-vruchten (mandarij-nen, enz.)

China 03-12-2011 4

China 30-06-2012 5

exexexexex

2106 10202106 90922309 90102309 90963504 0090

sojaproteïneconcen-traat met een pro-teïnegehalte van 65gewichtspercenten ofmeer (N x 6,25)berekend op de drogestof door vitaminen,mineralen, aminozu-ren en voedingsaddi-tieven buiten beschou-wing te laten

China 19-04-2011 6 Eindeprocedure

exexexexexexexexexexexexexexexexexexexexex

2207 10002207 20002208 90992710 12112710 12152710 12212710 12252710 12312710 12412710 12452710 12492710 12512710 12592710 12702710 12902710 20903814 00103814 00903820 00003824 90973826 0090

bio- ethanol, soms„brandstofethanol’’genoemd, d.w.z.ethylalcohol die isvervaardigd uit land-bouwproducten (zoalsvermeld in bijlage I bijhet Verdrag betref-fende de werking vande Europese Unie), aldan niet gedenatu-reerd, met uitzonde-ring van producten diemeer dan 0,3% (m/m)water bevatten,gemeten overeenkom-stig norm EN 15376,en ethylalcohol die isvervaardigd uit land-bouwproducten en isvervat in mengsels vanbenzine die meer dan10% (v/v) ethylalcoholbevatten

VerenigdeStaten

25-11-2011 7

VerenigdeStaten

25-11-2011 8

ex 2704 0019 cokes van steenkool instukken met eendiameter van meerdan 80 mm (cokes80+). De diameter vande stukken wordtbepaald overeenkom-stig ISO-norm728:1995

China 19-03-2013 9 Naderendvervallen

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 73

Page 46: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

ex 2804 6900 silicium (bevattendeminder dan 99,99gewichtspercentensilicium)

China,Taiwan

07-07-2012 10

ex 2804 7000 witte fosfor, ookmoleculaire of gelefosfor genoemd

Kazachstan 17-12-2011 11

ex 2820 1000 elektrolytisch man-gaandioxide(d.w.z.door middelvan elektrolyse ver-vaardigd mangaandi-oxide dat na de elek-trolyse geenwarmtebehandelingheeft ondergaan)

Zuid-Afrika

14-03-2013 12 Naderendvervallen

ex2833 40002842 9080

peroxosulfaten (per-sulfaten), met inbegripvan kaliumperoxomo-nosulfaat

China 10-10-2012 13

ex

exex

2905 16852905 17002905 19003823 7000

verzadigde vetalcoho-len met een koolstof-ketenlengte van C8,C10, C12, C14, C16of C18 (exclusiefvertakte isomeren),waaronder afzonder-lijke verzadigde vetal-coholen (ook „zuiverefracties” genoemd) enmengsels met overwe-gend een combinatievan koolstofketenleng-tes C6-C8, C6-C10,C8-C10, C10-C12(doorgaans gecategori-seerd als C8-C10),mengsels met overwe-gend een combinatievan koolstofketenleng-tes C12-C14, C12-C16, C12-C18, C14-C16 (doorgaansgecategoriseerd alsC12-C14) en mengselsmet overwegend eencombinatie van kool-stofketenlengtes C16-C18

India,Indonesië,Maleisië

13-08-2010 14 Adr

ex 2905 2200 dihydromyrcenol meteen zuiverheid van 93of meer gewichtsper-centen

India 27-01-2013 15 Naderendvervallen

ex 2917 1100 oxaalzuur, zij het alsdihydraat (CUS-nummer 0028635-1 enCAS- nummer 6153-56-6), zij het in water-vrije vorm (CUS-nummer 0021238-4 enCAS-nummer 144-62-7), en al dan niet inwaterige oplossing

China,India

26-01-2011 16 Adr

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 74

Page 47: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

ex 2918 1200 wijnsteenzuur, metuitzondering vanD-(-)-wijnsteenzuurmet een negatieveoptische rotatie vanten minste 12,0graden, gemeten ineen wateroplossingvolgens de in deEuropese Farmacopeebeschreven methode

China 26-01-2011 17 Adr(gehand-haafd)

China 26-01-2011 18 Adr(gewij-zigd)

China 29-07-2011 19 Eindeprocedure

China 29-07-2011 20 Adr(gewij-zigd)

ex 2919 9000 tris(2-chloor-1-methylethyl) fosfaat.Het Customs andStatistics (CUS)-nummer van hetproduct is 0024577-2.Het wordt ook„TCPP” genoemd enis ook bekend onderde volgende synonie-men:– 2-propanol,

1-chloor-fosfaat(3:1),

– tris(monochloor-isopropyl)fosfaat(TMCP),

– tris(2-chloorisopro-pyl)fosfaat (TCIP),

– fosforzuur, tris(2-chloor-1-methylethyl)ester,

– tris(bèta-chloorisopro-pyl)fosfaat,

– 1 chloor-2-propanol-fosfaat(3:1)

China 23-07-2010 21 Eindeprocedure

exex

2922 11002922 12002922 1310

ethanolamine VerenigdeStaten

21-01-2012 22

VerenigdeStaten

11-04-2012 23

VerenigdeStaten

18-10-2012 24

2926 2000 1-Cyaanguanidine(dicyaandiamide)

China 15-11-2012 25

2932 1200 2-furaldehyde (ookbekend als furfuralde-hyde of furfural)

China 05-07-2011 26 Eindeprocedure

ex 2932 2090 cumarine China 05-11-2010 27 Eindeprocedure

exex

2933 69803808 9420

trichloorisocyanuur-zuur en bereidingendaarvan, ook bekendonder de algemeneinternationalebenaming (INN)„symcloseen”

China 02-07-2009 29 Adr(gewij-zigd)

China 06-10-2010 30 Adr(gehand-haafd)

exex

2941 10002941 9000

amoxicillinetrihydraat,ampicillinetrihydraaten cefalexine, nietopgemaakt in afgeme-ten doses of invormen of verpakkin-gen voor de kleinhan-del

India 12-05-2010 31 Eindeprocedure

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 75

Page 48: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

ex

exexexexexexex

3102 29003102 30903102 40903102 60003102 90003105 10003105 20103105 51003105 59003105 9091

vaste meststoffen meteen gehalte aanammoniumnitraat vanmeer dan 80 gewichts-percenten

Rusland 13-07-2013 32 Naderendvervallen

Rusland 04-07-2009 33

exexexexex

3104 20103104 20503104 20903105 20103105 20903105 60003105 90913105 9099

kaliumchloride enspeciale samenstellin-gen (kaliumchloridemet aanvullendevruchtbaar makendeelementen, met eenK2O-gehalte van 35of meer doch nietmeer dan 62 van hetdroge, watervrijeproduct)

Rusland,Wit-Rusland

30-11-2010 34

Rusland 10-06-2011 35

ex 3802 1000 actieve kool in poe-dervorm

China 11-07-2013 36 Naderendvervallen

exexexexexexexexexexex

3818 00108501 31008501 32008501 33008501 34008501 61208501 61808501 62008501 63008501 64008541 4090

fotovoltaïschemodules of panelenvan kristallijn siliciumen op cellen en wafersvan de soort die infotovoltaïschemodules of panelenvan kristallijn siliciumworden gebruikt, decellen en wafershebben een dikte vanniet meer dan 400 µm(zie voor de uitzonde-ringen hierop aanteke-ning 37)

China 06-09-2012 37

China 08-11-2012 38

3907 6020 polyethyleen-tereftalaat (PET)

India,Indonesië,Maleisië,Taiwan,Thailand

24-02-2012 39

India,Indonesië,Maleisië,Taiwan,Thailand

24-02-2012 40

Taiwan 19-07-2012 41

Oman,Saoedi-Arabië

16-02-2011 42 Eindeprocedure

India 02-04-2011 43 Cr(gehand-haafd)

India 02-04-2011 44 Adr(gehand-haafd)

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 76

Page 49: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

exex

3920 62193920 6290

PET-folie Brazilië,India,Israël

07-11-2012 46 Naderendvervallen

India,Israël

06-01-2010 47 Adr(gewij-zigd)

India 14-01-2010 48 Adr(gewij-zigd)

India 14-01-2010 49 Cr (gewij-zigd)

India 20-05-2010 50 Eindeprocedure

India 29-10-2010 51 Adr(gewij-zigd)

exexex

3923 21003923 29103923 2990

kunststof zakken meteen gehalte aan polye-thyleen van minimaal20 gewichtspercentenen met een veldiktevan niet meer dan 100micrometer (µm)

China 21-08-2010 52 Adr(gewij-zigd)

China 21-09-2010 53 Cr

China,Thailand

27-09-2011 54 Eindeprocedure

exexexexexex

3924 90004421 90987323 93007323 99008516 79708516 9000

strijkplanken, al danniet op poten, al danniet met een stoomaf-zuigend, verwarmden/of blazendwerkblad, metinbegrip van mouw-planken, en belang-rijke onderdelendaarvan, zoals depoten, het werkbladen het ijzeren treefje

China 02-03-2012 55

China,Oekraïne

25-04-2012 56 Adr

Oekraïne 12-06-2012 57

4114 10104114 1090

zeemleder en gecombi-neerd gelooid zeemle-der, al dan niet in eenbepaalde vormgesneden, metinbegrip van niet-afgewerkt zeemlederen niet-afgewerktgecombineerd gelooidzeemleder

China 13-09-2011 60

ex 4412 3110 multiplex vanokouméhout uitslui-tend bestaande uitlagen van hout,waarvan elke laag nietmeer dan 6 mm dik is,waarvan ten minsteéén buitenlaag vanokouméhout is dieniet met een perma-nente folie van andermateriaal is bedekt

China 11-11-2009 61 Adr(gehand-haafd)

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 77

Page 50: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

exexexexexexexex

4810 13004810 14004810 19004810 22004810 29304810 29804810 99104810 9980

gestreken fijn papier,namelijk papier ofkarton, aan een ofaan beide zijdengestreken (met uitzon-dering van kraftpapieren kraftkarton), inbladen of op rollen,en met een gewichtvan 70 g/m 2 of meer,doch niet meer dan400 g/m 2 en met eenhelderheid van meerdan 84 (gemetenvolgens ISO 2470-1)

China 18-02-2010 62 Adr

China 17-04-2010 63

5402 2000 garens (met uitzonde-ring van naaigarens)met een hoge sterkte-graad, van polyesters,niet opgemaakt voorde verkoop in hetklein, monofilamentenvan minder 67 decitexdaaronder begrepen

China,Taiwan,Zuid-Korea

08-09-2009 64 Adr

5402 3300 getextureerd filament-garen van polyester(PTY)

India 08-09-2007 65

6907 10006907 90206907 90806908 10006908 90116908 90206908 90316908 90516908 90916908 90936908 9099

plavuizen en vloer- enwandtegels, al danniet verglaasd ofgeglazuurd, van kera-mische stoffen,alsmede op blokjes endergelijke artikelenvoor mozaïeken, aldan niet verglaasd ofgeglazuurd, van kera-mische stoffen, ookindien op een drager

China 19-06-2010 76 Adr

exexexex

6911 10006912 00106912 00306912 00506912 0090

tafel- en keukengereivan keramiek

China 16-02-2012 77 Adr

exexex

7019 39007019 40007019 9000

stoffen van gewevenof gestikte, dan welgeweven en gestiktecontinuglasvezelro-vings, met uitzonde-ring van producten diezijn geïmpregneerd ofgepreïmpregneerd(pre-preg), en metuitzondering van openweefsels met eencelgrootte van meerdan 1,8 mm in zowellengte als breedte enmet een gewicht vanmeer dan 35 g/m2

China 28-07-2011 78

exexexex

7019 40007019 51007019 59007019 9000

open weefsels vanglasvezels, met eencelgrootte van meerdan 1,8 mm in zowellengte als breedte enmet een gewicht vanmeer dan 35 g/m2

China 20-05-2010 79 Adr

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 78

Page 51: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

exex

7019 51007019 5900

open weefsels vanglasvezels – met uit-zondering van glasve-zelschijven – met eencelgrootte van meerdan 1,8 mm in zowelde lengte als debreedte en met eengewicht van meer dan35g/m2

China,Maleisië

11-11-2011 80 Adr

China,Taiwan,Thailand

25-05-2012 81

7202 21007202 29107202 2990

ferrosilicium Rusland 27-10-2010 82 Adr(gehand-haafd)

China,Egypte,Kazachstan,Rusland

01-03-2013 83 Naderendvervallen

ex 7202 30008111 0011

ferrosilicomangaan(waaronder silicium-mangaan)

China,Kazachstan

06-12-2012 84 Naderendvervallen

exexexex

7210 70807212 40807225 99007226 9970

bepaalde organischbeklede staalproduc-ten, d.w.z. platgewal-ste producten vanniet-gelegeerd engelegeerd staal (uitge-zonderd roestvrijstaal) die aan tenminste één kant metkunststof zijn beschil-derd, gelakt ofbekleed, met uitzonde-ring van zogenaamde„sandwichpanelen’’die gebruikt worden inde bouw en uit tweemetalen buitenplatenbestaan met ertusseneen stabiliserende kernvan insolatiemateriaal,en met uitzonderingvan producten meteen laatste bekledingvan zinkstof (eenzinkrijke verf die 70 ofmeer massaprocentzink bevat)

China 21-12-2011 85 Adr

China 22-02-2012 86

exexexexex

7217 10907217 20907312 10617312 10657312 1069

niet-beklede draad vanniet-gelegeerd staal,verzinkt draad vanniet-gelegeerd staal enstrengen van niet-gelegeerd staal (al danniet bekleed) met nietmeer dan 18 draden,bevattende 0,6 of meergewichtspercentenkoolstof, met eengrootste afmeting derdwarsdoorsnede vanmeer dan 3 mm

China 04-10-2011 90 Adr(gewij-zigd)

7222 20217222 20297222 20317222 20397222 20817222 2089

staven van roestvrijstaal, alleen doorkoud bewerken ofkoud nabewerkenverkregen, met uitzon-dering van staven meteen cirkelvormigedwarsdoorsnede meteen diameter van 80mm of meer

India 09-08-2012 93

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 79

Page 52: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

7223 00197223 0099

draad van roestvrijstaal bevattende:2,5 of meer gewichts-percenten nikkel,ander dan draadbevattende 28 of meerdoch niet meer dan 31gewichtspercentennikkel en 20 of meerdoch niet meer dan 22gewichtspercentenchroom;minder dan 2,5gewichtspercentennikkel, ander dandraad bevattende 13of meer doch nietmeer dan 25 gewichts-percenten chroom en3,5 of meer doch nietmeer dan 6 gewichts-percenten aluminium

India 10-08-2012 94

India 10-08-2012 95

exexexexexexexexexexexexexexex

7304 11007304 19107304 19307304 22007304 23007304 24007304 29107304 29307304 31807304 39587304 39927304 39937304 51897304 59927304 5993

bepaalde naadlozebuizen en pijpen, vanijzer of van staal, metrond profiel, met eenuitwendige diametervan niet meer dan406,4 mm en eenkoolstofequivalentie-waarde (carbon equi-valent value, CEV)van niet meer dan0,86 volgens deformule en chemischeanalyse van het Inter-nationaal Instituutvoor Lastechniek(IIW)

Kroatië,Oekraïne,Rusland

28-06-2011 96 Adr(gehand-haafd)Kroatië:Eindeprocedure

Oekraïne 29-07-2011 97 Adr(gewij-zigd)

Rusland 14-10-2011 98

exexexexexexexexexexexex

7304 19107304 19307304 23007304 29107304 29307304 31807304 39587304 39927304 39937304 51897304 59927304 5993

bepaalde naadlozebuizen en pijpen, vanijzer of van staal, metuitzondering vannaadloze buizen enpijpen van roestvrijstaal, met rondprofiel, met een uit-wendige diameter vanniet meer dan 406,4mm en een koolstofe-quivalentiewaarde(carbon equivalentvalue, CEV) van nietmeer dan 0,86 volgensde formule en chemi-sche analyse van hetInternationaal Insti-tuut voor Lastechniek(IIW)

Belarus(Wit-Rusland)

28-06-2011 99 Eindeprocedure

ex

exexexex

7304 11007304 22007304 24007304 41007304 49107304 49937304 49957304 49997304 9000

bepaalde naadlozebuizen en pijpen vanroestvrij staal, anderedan die welkevoorzien zijn vanhulpstukken voor gas-of vloeistofleidingenvoor gebruik in deburgerluchtvaart

China 30-09-2010 100 Adr

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 80

Page 53: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

7306 61927306 6199

gelaste buizen, pijpenen holle profielen metvierkant of rechthoe-kig profiel, van ijzer,ander dan gietijzer, ofvan staal, ander danroestvrij staal, maarmet uitzondering vanbuizen en pijpen vande soort gebruikt voorolie- of gasleidingenen buizen en pijpenvan de soort gebruiktbij de olie- of gaswin-ning

Macedo-nië,Oekraïne,Turkije

31-03-2012 101

ex 7307 1910 gegoten hulpstukken(fittings) voor buislei-dingen, van smeed-baar gietijzer, metschroefdraad

China,Indonesië,Thailand

16-02-2012 102 Adr

7307 23107307 2390

roestvrijstalen hulp-stukken voor buislei-dingen, door stom-plassen te bevestigen,al dan niet afgewerkt

China,Taiwan

10-11-2012 103

exex

7307 93117307 9319

hulpstukken voorbuisleidingen (anderedan gegoten hulpstuk-ken, flenzen en hulp-stukken met schroef-draad), van ijzer ofvan staal (doch nietvan roestvrij staal),met een grootsteuitwendige diametervan niet meer dan609,6 mm, geschiktvoor stomplassen envoor andere doelein-den

Rusland,Turkije

01-11-2011 104 Adr

exexexexex

7312 10817312 10837312 10857312 10897312 1098

stalen kabels Rusland 27-10-2012 105

China,Zuid-Korea

01-10-2011 106 Adr(gewij-zigd)

exexexexexex

7318 12107318 14107318 15307318 15517318 15617318 1570

bepaalde roestvrijsta-len bevestigingsmidde-len en delen daarvan

China,Taiwan

19-11-2010 107 Adr(gehand-haafd)

India 13-05-2011 108 Eindeprocedure

India 13-05-2011 109 Eindeprocedure

China,Filipijnen,Maleisië,Thailand

15-06-2012 110

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 81

Page 54: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

exexexexexexexexexex

7318 12907318 14917318 14997318 15597318 15697318 15817318 15897318 15907318 21007318 2200

bepaalde soortenijzeren of stalen (metuitzondering vanroestvrij stalen) beves-tigingsmiddelen, d.w.z.houtschroeven (metuitzondering vankraagschroeven),zelftappende schroe-ven, andere schroevenen bouten met kop(ook indien met bijbe-horende moeren ofsluitringen, maar metuitzondering vanschroeven, gedraaid ofgedecolleteerd uitmassief materiaal enwaarvan de dikte vande schacht niet meerbedraagt dan 6 mm enmet uitzondering vanschroeven en boutenvoor het bevestigenvan bestanddelen vanspoorbanen) alsmedesluitringen

China,Maleisië

29-10-2010 111 Adr

China,Maleisië

17-11-2011 112 Adr(gewij-zigd)

China 06-06-2012 113 Adr(gewij-zigd)

exex

7325 10507325 10927325 10997325 9910

gietstukken van niet-smeedbaar gietijzer ofvan nodulair gietijzervan de soort die wordtgebruikt voor hetafdekken of toeganke-lijk maken van instal-laties op of onder degrond en onderdelendaarvan, al dan nietbewerkt, gecoat,geverfd of voorzienvan andere materialen,met uitsluiting vanbrandkranen

China 27-07-2010 114 Eindeprocedure

China 01-12-2010 115 Eindeprocedure

exex

7607 11117607 1910

aluminiumfolie meteen dikte van 0,007mm of meer, maarminder dan 0,021 mm,niet op een drager,enkel gewalst oprollen al dan nietgegaufreerd op lichterollen met een gewichtvan maximum 10 kg

China 20-12-2011 116 Adr

ex 7607 1119 bladaluminium meteen dikte van nietminder dan 0,008 mmen niet meer dan 0,018mm, niet op eendrager, enkel gewalst,op rollen met eenbreedte van niet meerdan 650 mm en eengewicht van meer dan10 kg

China 24-10-2012 117

exexexex

7615 10107615 10907616 99107616 9990

aluminium radiatorenen elementen of delenwaaruit een dergelijkeradiator is samenge-steld, ongeacht of dezeelementen of delen totblokken zijn samenge-voegd of niet, metuitsluiting van radia-toren en elementen endelen daarvan van hetelektrische type

China 12-08-2011 118 Adr

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 82

Page 55: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

exex

8101 99108515 9000

laselektroden vanwolfraam, metinbegrip vanwolfraamstaven en-stiften voor laselek-troden (met tenminste94 gewichtspercentenwolfraam), andere danenkel door sinterenverkregen, al dan nietop lengte gesneden

China 09-03-2012 119

ex 8305 1000 ringbandmechanismen,bestaande uit tweestalen plaatjes of dradenmet, hierop bevestigd,minstens vier halveringen van staaldraaddie met een stalen dek-plaatje samen wordengehouden. Het mecha-nisme kan wordengeopend hetzij door aande halve ringen tetrekken, hetzij door eenklein stalen trekkerme-chanisme te bedienendat aan het ringbandme-chanisme is bevestigd

Thailand 20-05-2010 120 Adr

bepaalde ringbandme-chanismen bestaande uittwee stalen plaatjes ofdraden waarop minstensvier halve ringen vanstaaldraad zijn bevestigddie met een stalen dek-plaatje samen wordengehouden. Het mecha-nisme kan wordengeopend hetzij door aande halve ringen tetrekken, hetzij door eenklein stalen trekkerme-chanisme te bedienendat aan het ringbandme-chanisme is bevestigd

China 23-07-2011 121 Adr(gehand-haafd)

exexexex

8414 40108414 80228414 80288414 8051

zuigercompressoren(met uitzondering vande bijbehorendepompen) met eendebiet van maximaal 2kubieke meter (m3)per minuut

China 30-04-2010 122 Adr(gehand-haafd)

exex

8427 90008431 2000

handpallettrucks enessentiële delendaarvan

China 14-02-2012 123

China 20-07-2010 125 Adr(gehand-haafd)

exex

8545 11008545 9090

grafietelektroden vande soort die voorelektrische ovenswordt gebruikt, meteen schijnbare dicht-heid van minimaal 1,5g/cm3 en een elektri-sche weerstand vanmaximaal 7 µΩ.m

China 17-12-2010 132 Eindeprocedure

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 83

Page 56: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Datum vaninwerking-treding

Aanteke-ning

Resultaatprocedure(*)

ex 8712 00308712 0070

fietsen en andererijwielen (met inbegripvan bakfietsen, maarzonder eenwielers),zonder motor

China 13-07-2010 135 Adr

China 09-03-2012 136

China 27-04-2012 137

China,Indonesië,Maleisië,SriLanka,Tunesië

26-09-2012 138

exex

9613 10009613 2000

zakaanstekers metvuursteentje, werkendmet gas, niet navul-baar

China,Taiwan

13-12-2012 139 Naderendvervallen

China,Vietnam

27-06-2012 140

(*) Einde procedure zonder dat maatregelen zijn ingesteld, betekent dat de invoer van dezegoederen niet langer door de douanediensten wordt geregistreerd. Wanneer een procedurewordt beëindigd en daarbij tevens antidumpingrechten zijn vastgesteld, zal de invoer vandeze goederen geregistreerd blijven worden. In deze kolom zijn de volgende aanduidingengebruikt:Adr = antidumpingrecht ingesteldCr = compenserend recht ingesteld

Aantekeningen op de tabel in onderdeel M

1. In PbEU C 260 van 29 augustus 2012 is een bericht gepubliceerd in-zake de inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de in-voer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië. DeEuropese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstakvan de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumpingvan biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië. De klachtwerd op 17 juli 2012 ingediend door de European Biodiesel Board(„de klager”) namens producenten die samen meer dan 25%, van detotale productie van biodiesel in de Unie voor hun rekening nemen.De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de in-voer van het onderzochte product uit deze landen zowel absoluut alsqua marktaandeel is gestegen. Uit het door de klager verstrekte voor-lopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prij-zen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd, onder meereen negatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel en de prij-zen van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten ende financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslech-terd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1468).

2. In PbEU C 342 van 10 november 2012 is een bericht gepubliceerdover de inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoervan biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië.De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfs-tak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met sub-sidiëring van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië.Dit verzoek werd op 27 september 2012 ingediend door de EuropeanBiodiesel Board („de klager”) namens producenten die meer dan 25%van de totale productie van biodiesel in de Unie voor hun rekeningnemen. De producenten van het product in Argentinië en Indonesiëzouden van de Argentijnse en Indonesische overheid een aantal sub-sidies hebben ontvangen. De subsidies bestaan in de verstrekking vaninputs (in het geval van Argentinië sojabonen of sojabonenolie en inhet geval van Indonesië palmolie, al dan niet geraffineerd) tegen on-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 84

Page 57: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

der de markt liggende prijzen door middel van overheidsbeleid datmiddels een beleid van uitvoerrechten wordt gevoerd en gehand-haafd. In beide betrokken landen worden uitvoerrechten geheven opde input(s) die vaak hoger liggen dan de rechten die op de uitvoer vanbiodiesel worden geheven. Deze aanpak verplicht de producentenvan inputs effectief om op de binnenlandse markt te verkopen, waar-door een overaanbod ontstaat, de prijzen onder het marktniveau da-len en de kosten van de biodieselproducenten kunstmatig wordenverlaagd. Er wordt beweerd dat de bovengenoemde regelingen sub-sidies zijn, omdat zij een financiële bijdrage inhouden van de rege-ringen van Argentinië en Indonesië (in de vorm van een opdrachten/of instructie aan de producenten van inputs om goederen aan debinnenlandse biodieselindustrie te leveren, of door middel van inko-mens- of prijzensteun) waardoor de ontvangers voordeel genietenomdat de goederen voor een ontoereikende prijs worden geleverd.De subsidies zouden beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen dieeen subgroep van producten in de landbouwsector produceren, enderhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleidinggeven. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft ver-strekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen hetonderzochte product wordt ingevoerd, onder meer een ongunstige in-vloed hebben gehad op het prijspeil en het marktaandeel van de be-drijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiëlesituatie van deze bedrijfstak aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie heeft na overleg met het Raadgevend Comité vastge-steld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van deUnie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in teleiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1791).

3. In PbEU C 175 van 19 juni 2012 is een bericht gepubliceerd over deopening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidum-pingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaaldebereide of verduurzaamde suikermaïs in korrels van oorsprong uitThailand. Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumping-maatregelen op de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamdesuikermaïs in korrels van oorsprong uit Thailand op korte termijnzouden vervallen, heeft de Europese Commissie een verzoek om eennieuw onderzoek ontvangen. Het verzoek is op 19 maart 2012 inge-diend door de Association Européenne des Transformateurs de MaïsDoux (AETMD) namens producenten in de Unie die samen eengroot deel, in dit geval meer dan 50%, van de productie van bepaaldebereide of verduurzaamde suikermaïs in korrels in de Unie voor hunrekening nemen. Het verzoek werd ingediend omdat gevreesd werddat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzetting vande dumping en herhaling van de schade voor de bedrijfstak van deUnie.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelenin te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1045).

4. In PbEU 353 van 3 december 2011 is bekendgemaakt dat er een an-tidumpingonderzoek betreffende de invoer van bepaalde bereide ofverduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen, enz.) van oorspronguit China wordt geopend. Bij zijn arrest van 17 februari 2011 in ZaakT-122/09 (het arrest) verklaarde het Gerecht Verordening (EG) nr.1355/2008 van 18 december 2008 (instelling van een definitief anti-dumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht opbepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen,enz.) uit China) nietig voorzover die verordening Zhejiang XinshijiFoods Co. Ltd en Hubei Xinshiji Foods Co. Ltd (de verzoekendepartijen) raakt.De Commissie heeft in april 2011 een beroep ingesteld (195/11 P) ten-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 85

Page 58: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

einde dit arrest te doen vernietigen. Deze beroepsprocedure looptnog.Het Gerecht heeft in het arrest vastgesteld dat de klachten van deverzoekende partijen met betrekking tot inbreuk op hun recht vanverweer en op de motiveringsplicht gegrond waren, en heeft derhalvede betwiste verordening nietig verklaard. Het Gerecht was met namevan mening dat in de procedure die tot vaststelling van de betwisteverordening leidde inbreuk was gemaakt op de rechten van de ver-dediging en de verzoekende partijen niet de nodige informatie had-den ontvangen om te kunnen vaststellen of, in het licht van de markt-structuur, de correctie van de kosten na invoer waarmee rekeningwas gehouden bij de berekening van de prijs van producten uit Chinapassend was. Wat de motiveringsplicht betreft, was het Gerecht vanmening dat de redenen voor een maatregel aangegeven moeten wor-den in de tekst van die maatregel zelf, en niet in schriftelijke of mon-delinge toelichtingen in een later stadium, als de maatregel in kwestieal onderwerp is van een procedure bij de rechterlijke instanties van deEuropese Unie. Het Gerecht en het Hof van Justitie erkennen dat,wanneer een procedure uit verschillende administratieve stappen be-staat, de nietigverklaring van een van deze stappen niet de volledigeprocedure nietig verklaart. De antidumpingprocedure is een voor-beeld van een dergelijke uit verschillende stappen bestaande proce-dure. Bijgevolg houdt de nietigverklaring van delen van de antidum-pingverordening die definitieve maatregelen instelt niet de nietigver-klaring van de gehele procedure vóór de vaststelling van de veror-dening in kwestie in. Verder zijn de instellingen van de EuropeseUnie verplicht het arrest van 17 februari 2011 van het Gerecht uit tevoeren. Bijgevolg hebben de instellingen van de Unie bij de uitvoe-ring van het arrest de mogelijkheid om de aspecten van de betwisteverordening te corrigeren die tot de nietigverklaring daarvan hebbengeleid. Er zij op gewezen dat alle andere bevindingen van de betwisteverordening, waarop het arrest geen betrekking heeft, geldig blijven.De Commissie heeft derhalve besloten het antidumpingonderzoekbetreffende de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrus-vruchten (mandarijnen, enz.) van oorsprong uit China gedeeltelijk teheropenen, teneinde het bovengenoemde arrest van het Gerecht uit tevoeren voorzover het Zhejiang Xinshiji Foods Co. Ltd en HubeiXinshiji Foods Co. Ltd raakt.De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité be-sloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonder-zoek gerechtvaardigd is. Daarom gaat zij over tot gedeeltelijke her-opening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer vanbepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen,enz.) van oorsprong uit China.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4160).

5. In PbEU C 175 van 19 juni 2012 is een bericht gepubliceerd betref-fende de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van be-paalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen, enz.)van oorsprong uit China. Tevens wordt een gedeeltelijke heropeningvan het antidumpingonderzoek betreffende bepaalde bereide of ver-duurzaamde citrusvruchten (mandarijnen, enz.) van oorsprong uitChina aangekondigd. Bij arrest van 22 maart 2012 in zaak C-338/10heeft het Hof van Justitie Verordening (EG) nr. 1355/2008 van deRaad van 18 december 2008 tot instelling van een definitief antidum-pingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op be-paalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.)van oorsprong uit China ongeldig verklaard. Als gevolg van het ar-rest van 22 maart 2012 zijn op de invoer in de Europese Unie vanbepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen,enz.) niet langer de bij de betwiste verordening ingestelde antidum-pingmaatregelen van toepassing. Het Hof van Justitie en het Gerecht(Zaak T-2/95, Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad, (1998)Jurispr. II-3939) erkennen dat, wanneer een procedure uit verschil-lende administratieve stappen bestaat, de nietigverklaring van een

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 86

Page 59: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

van deze stappen niet de nietigverklaring van de volledige proceduremeebrengt. De antidumpingprocedure is een voorbeeld van een der-gelijke uit verschillende stappen bestaande procedure. Bijgevolghoudt de nietigverklaring van delen van de definitieve antidumping-verordening niet de nietigverklaring van de gehele procedure vóór devaststelling van de verordening in kwestie in. Verder zijn de instel-lingen van de Europese Unie overeenkomstig artikel 266 van het Ver-drag betreffende de werking van de Europese Unie verplicht het ar-rest van het Hof van Justitie van 22 maart 2012 uit te voeren. Bij-gevolg hebben de instellingen van de Unie bij de uitvoering van hetarrest de mogelijkheid om alleen de aspecten van de betwiste veror-dening te corrigeren die tot de nietigverklaring ervan hebben geleiden de niet-betwiste delen waarop het arrest geen betrekking heeft on-gewijzigd te laten (Zaak C-458/98 P, Industrie des poudres sphéri-ques (IPS)/Raad, (2000) Jurispr. I-8147). Er zij op gewezen dat alleandere bevindingen in de betwiste verordening die niet betwist wer-den binnen de hiervoor vastgestelde termijnen en derhalve niet doorhet Hof van Justitie en het Gerecht werden onderzocht en geen aan-leiding hebben gegeven tot de nietigverklaring van de betwiste ver-ordening, van kracht blijven. Deze conclusie is van overeenkomstigetoepassing wanneer een verordening ongeldig is verklaard. De Com-missie heeft bijgevolg besloten om het antidumpingonderzoek betref-fende de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruch-ten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit China, geopend overeen-komstig de basisverordening, te heropenen. De heropening is beperkttot de uitvoering van het voornoemde arrest van het Hof van Justitie.De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité be-sloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonder-zoek gerechtvaardigd is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1043).

Bij Verordening (EU) nr. 572/2012 (PbEU L 169 van 29 juni 2012)wordt de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruch-ten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit China onderworpen aan re-gistratie voor een periode van negen maanden. Naar aanleiding vanhet arrest van het Hof verzocht de Spaanse nationale federatie vanverenigingen in de sector groente- en fruitconserven (Federación Na-cional de Asociaciones de la Industria de Conservas Vegetales,FENAVAL, voorheen FNACV) de invoer van het product te regi-streren, zodat vervolgens met ingang van de datum van registratiemaatregelen op deze invoer kunnen worden toegepast. Volgens de in-diener van het verzoek bracht het feit dat het Hof de antidumping-maatregelen meer dan anderhalf jaar voordat ze zouden vervallen on-geldig verklaarde om andere redenen dan de afwezigheid van dum-ping en schade als gevolg daarvan, zijn levensvatbaarheid ernstig ingevaar. Hij wees in dit verband in het bijzonder op het onmiddellijkerisico van een omvangrijke voorraadvorming van de ingevoerde pro-ducten, wat in het verleden ook al was waargenomen. Hij vroegdaarom om een registratie van de invoer van de producten. Het ver-zoek bevat voldoende bewijsmateriaal om registratie te rechtvaardi-gen. Er zij aan herinnerd dat het gaat om een vervangbaar seizoens-product dat gewoonlijk wordt ingeblikt, gemakkelijk lange tijd kanworden opgeslagen en eenvoudig kan worden vervoerd. Om al die re-denen kunnen snel voorraden worden opgebouwd. In Verordening(EG) nr. 642/2008 (www.inenuitvoer.nl: 2008-1072-NFM), waarbijeen voorlopig antidumpingrecht op het product werd ingesteld, werdal beschreven dat de invoer van het product vóór de instelling van devoorlopige antidumpingmaatregelen in vrij korte tijd zeer sterk wastoegenomen. De vrees van de indiener van het verzoek dat de invoeropnieuw sterk zal toenemen nu vastgesteld is dat de maatregelen on-geldig zijn, wordt daarom geacht terecht te zijn. Dit wordt bevestigddoor de statistische gegevens van de lidstaten, die in maart 2012 al eenzeer sterke stijging van de invoer meldden; deze invoer was tweemaalzo hoog als de invoer in maart 2011 en drie tot vier keer hoger dan inom het even welke andere maand in 2011 en 2012. Het arrest van het

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 87

Page 60: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Hof betreft enkel de vaststelling van de normale waarde aan de handvan de prijs of de berekende waarde in een derde land met markt-economie. Dat er schade is, wordt dus niet betwist. De indiener vanhet verzoek wees ook op het onmiddellijke gevaar van ernstige schadevoor de bedrijfstak van de Unie omdat importeurs nog steeds kunnenomschakelen van producten uit de Unie naar Chinese waar, zodat debedrijfstak van de Unie blijft zitten met zeer omvangrijke voorraden.Gezien bovenstaande overwegingen wordt ervan uitgegaan dat deheilzame werking van definitieve antidumpingrechten waarschijnlijkernstig wordt uitgehold tenzij die rechten met terugwerkende krachtworden toegepast. Bijgevolg is in dit geval aan de voorwaarden voorregistratie voldaan. Gezien bovenstaande overwegingen heeft deCommissie geconcludeerd dat het verzoek van de indiener voldoendebewijsmateriaal bevat om de invoer van het product te registreren. Zievoor deze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1133).

6. In PbEU C 121 van 19 april 2011 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde sojaproteïne-concentraten van oorsprong uit China wordt geopend. De EuropeseCommissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unieaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van bepaaldesojaproteïneconcentraten van oorsprong uit China. De klacht werdop 7 maart 2011 ingediend door Solae Europe S.A, dat een groot deel,in dit geval meer dan 25%, van de totale productie van bepaalde so-japroteïneconcentraten in de Unie vertegenwoordigt. De bewering dathet product met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op de ver-gelijking van de vastgestelde normale waarde met de prijs bij uitvoer(af fabriek) van het onderzochte product wanneer het naar de Uniewordt uitgevoerd. De aldus berekende dumpingmarge blijkt voorChina significant te zijn. Uit het door de klager verstrekte voorlopigebewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waar-tegen het onderzochte product werd ingevoerd onder meer een nega-tieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, het verkoopvolumeen de prijzen van de bedrijfstak van de EU, waardoor de bedrijfsre-sultaten en de financiële situatie van de bedrijfstak aanzienlijk zijnverslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan. De Commissie isna overleg met het Raadgevend Comité tot de conclusie gekomen datde klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie endat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2848).

Bij Besluit 2012/343/EU (PbEU L 168 van 28 juni 2012) wordt de an-tidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde sojaproteïne-concentraten uit China beëindigd. Gezien de conclusies die werdenbereikt inzake het ontbreken van door de bedrijfstak van de Unie ge-leden aanmerkelijke schade en inzake het ontbreken van een oorza-kelijk verband, moet de procedure overeenkomstig worden beëindigdzonder dat maatregelen worden ingesteld.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1130).

7. In PbEU C 345 van 25 november 2011 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bio-ethanol vanoorsprong uit de Verenigde Staten wordt geopend. De EuropeseCommissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unieaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van bio-et-hanol van oorsprong uit de Verenigde Staten. De klacht werd op 12oktober 2011 ingediend door de European Producers Union of Re-newable Ethanol Association ePURE („de klager”) namens produ-centen die samen een groot deel, in dit geval meer dan 25%, van detotale productie van het onderzochte product in de Unie voor hunrekening nemen. De bewering dat het product met dumping uit deVerenigde Staten wordt ingevoerd, is gebaseerd op de vergelijking

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 88

Page 61: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

van de binnenlandse prijs met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van hetonderzochte product wanneer het voor uitvoer naar de Unie wordtverkocht. De aldus berekende dumpingmarge blijkt voor de Vere-nigde Staten aanzienlijk te zijn. De klager heeft bewijsmateriaalvoorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte productuit de Verenigde Staten zowel absoluut als qua marktaandeel is ge-stegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft ver-strekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen hetproduct wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebbengehad op het prijspeil van de bedrijfstak van de Unie, waardoor debedrijfsresultaten en de financiële situatie van de bedrijfstak van deUnie aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4096).

8. In PbEU C 345 van 25 november 2011 is bekendgemaakt dat er eenantisubsidieprocedure betreffende de invoer van bio-ethanol vanoorsprong uit de Verenigde Staten wordt geopend. De EuropeseCommissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unieaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met subsidiëring van bio-ethanol van oorsprong uit de Verenigde Staten. De klacht werd op 12oktober 2011 ingediend door de European Producers Union of Re-newable Ethanol Association (ePURE) („de klager”) namens produ-centen die een groot deel, in dit geval meer dan 25%, van de totaleproductie van het onderzochte product in de Unie voor hun rekeningnemen. De producenten van het product in de Verenigde Staten zou-den federale subsidies hebben gekregen van de regering van de Ver-enigde Staten en subsidies van regeringen van verschillende statenvan de Verenigde Staten. De federale subsidies bestaan uit belastin-gfaciliteiten voor de productie en verkoop van bio-ethanol in devorm van een accijnsfaciliteit en van inkomstenbelastingfaciliteiten,en uit de federale programma’s voor de subsidiëring van biobrand-stoffen. De regelingen van de staten zijn o.m. de E85- infrastructuur-subsidie van Illinois, de subsidie van Illinois voor biobrandstoffa-brieken, de biobrandstofinfrastructuursubsidie van Iowa, het door-lopendkredietprogramma van Iowa voor alternatieve energieën, debelastingfaciliteit in Minnesota voor investeringen in cellulose-etha-nol, de E85-brandstofinfrastructuursubsidie van Minnesota, de be-lastingfaciliteit in Nebraska voor ethanolproductie, en het belasting-voordeel voor ethanolproductie in South Dakota. Die regelingenzouden subsidies zijn omdat het gaat om een financiële bijdrage vande federale overheid of staatsoverheden die de ontvangers, namelijkde producenten-exporteurs van bio- ethanol, een voordeel oplevert.De subsidies zouden beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen enderhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleidinggeven. De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt datde invoer van het onderzochte product uit de Verenigde Staten zowelabsoluut als qua marktaandeel is gestegen. Uit het voorlopige be-wijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelhedenwaarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordt in-gevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op hetprijspeil van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresul-taten en de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie aan-zienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4097).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 89

Page 62: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Bij Verordening (EU) nr. 771/2012 (PbEU L 229 van 24 augustus2012) wordt geregeld dat de invoer van bio-ethanol van oorspronguit de Verenigde Staten van Amerika met ingang van 25 augustus2012 geregistreerd wordt. Na de bekendmaking van het bericht vaninleiding verzocht de klager in november 2011 om registratie van deinvoer van het product, zodat vervolgens met ingang van de datumvan registratie maatregelen ten aanzien van die invoer kunnen wor-den toegepast. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaannaar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediendverzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maat-regel te rechtvaardigen. ePURE heeft bewijsmateriaal overgelegdwaaruit blijkt dat de invoer van het product, zowel absoluut als intermen van marktaandeel, aanzienlijk is toegenomen. De hoeveelhe-den en de prijzen van het ingevoerde product hebben een ongunstigeffect gehad op de verkochte hoeveelheden, het prijspeil op de marktvan de Unie en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, watleidde tot aanzienlijke nadelen voor de algemene prestaties en de fi-nanciële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap. Deze be-vindingen werden bevestigd door de Commissie in haar tussentijdseconclusie in de in augustus 2012 uitgevoerde AS-procedure, die aande belanghebbenden werd meegedeeld. Het verzoek bevat derhalvevoldoende bewijsmateriaal om registratie te rechtvaardigen. Zie voordeze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1380).

9. Bij Bericht 2012/C 195/11 (PbEU C 195 van 3 juli 2012 – info: ww-w.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-1146) is door de EuropeseCommissie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 19 maart2013 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

10. Bij Verordening (EU) nr. 596/2012 (PbEU L 176 van 6 juli 2012)wordt een onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van deantidumpingmaatregelen ten aanzien van silicium van oorsprong uitChina door de invoer van silicium verzonden uit Taiwan, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Taiwan. De invoer van siliciumwordt tevens onderworpen aan registratieplicht voor een periode vannegen maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. DeEuropese Commissie heeft een verzoek ontvangen een onderzoek inte stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatre-gelen die zijn ingesteld op de invoer van silicium van oorsprong uitChina en om de invoer van silicium verzonden uit Taiwan, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Taiwan, te registreren. Het verzoekwerd op 15 mei 2012 ingediend door Euroalliages (het verbindings-comité van de ferrolegeringenindustrie) namens producenten die eengroot deel, namelijk 100%, van de productie van silicium in de Unievertegenwoordigen. Het verzoek bevat voldoende voorlopig bewijs-materiaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 90

Page 63: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

van silicium van oorsprong uit China worden ontweken door over-lading in Taiwan. De Commissie heeft geconcludeerd dat er vol-doende bewijsmateriaal is om een onderzoek te openen en de invoervan het onderzochte product, al dan niet aangegeven als van oor-sprong uit de Taiwan, te registreren. Zie voor deze registratie onder-deel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1175).

11. In PbEU C 369 van 17 december 2011 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van witte fosfor, ookmoleculaire of gele fosfor genoemd, van oorsprong uit Kazachstanwordt geopend. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangendat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door deinvoer met dumping van witte fosfor, ook moleculaire of gele fosforgenoemd, van oorsprong uit Kazachstan. De klacht werd op 7 no-vember 2011 ingediend door Thermphos International BV, de enigeproducent van witte fosfor in de Unie, die de volledige productie vanwitte fosfor in de Unie vertegenwoordigt. Uit het door de klager ver-strekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarinen de prijzen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd on-der meer een negatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel,het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstak van de Unie,waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze be-drijfstak aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4268).

12. Bij Bericht 2012/C 180/10 (PbEU C 180 van 21 juni 2012 – info: ww-w.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-1071) is door de EuropeseCommissie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 14 maart2013 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

13. In PbEU C 305 van 10 oktober 2012 is een bericht gepubliceerd in-zake de opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van deantidumpingmaatregelen op de invoer van peroxosulfaten (persulfa-ten) uit China. Na de bekendmaking van een bericht dat de anti-dumpingmaatregelen die van toepassing zijn op peroxosulfaten vanoorsprong uit China op korte termijn zouden vervallen, heeft de Eu-ropese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.Het verzoek werd op 29 juni 2012 ingediend door RheinPerChemieGmbH& Co. KG en United Initiators GmbH & Co. KG („de in-dieners van het verzoek”) namens producenten die goed zijn voor degehele productie van peroxosulfaten in de Unie.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 91

Page 64: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Daar de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité totde conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om deopening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatre-gelen te rechtvaardigen, opent zij hierbij een nieuw onderzoek.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1586).

14. In PbEU C 219 van 13 augustus 2010 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde vetalco-holen en mengsels daarvan, van oorsprong uit India, Indonesië enMaleisië wordt ingeleid. De Europese Commissie heeft een klachtontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdtdoor de invoer met dumping van bepaalde vetalcoholen en mengselsdaarvan, van oorsprong uit India, Indonesië en Maleisië. De klachtwerd op 30 juni 2010 ingediend door twee producenten in de Unie,Cognis GmbH en Sasol Olefins & Surfactants GmbH , die een grootdeel, in dit geval meer dan 50%, van de totale productie in de Unievan bepaalde vetalcoholen en mengsels daarvan voor hun rekeningnemen. De klagers hebben bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijktdat de gecombineerde invoer van het onderzochte product uit dezelanden zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen. Uit hetvoorlopige bewijsmateriaal dat de klagers hebben verstrekt, blijkt datde hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochteproduct wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebbengehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelhedenen het ingenomen marktaandeel, wat negatieve effecten heeft gehadop de algemene prestaties, de financiële situatie en de werkgelegen-heidssituatie van de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1348).

In PbEU L 122 van 11 mei 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 446/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 12 mei 2011 er eenvoorlopig antidumpingrecht is ingesteld op bepaalde vetalcoholen enmengsels daarvan van oorsprong uit India Indonesië en Maleisië.Gelet op de conclusies inzake dumping schade het oorzakelijke ver-band en het belang van de Unie moeten voorlopige antidumping-maatregelen worden ingesteld om te voorkomen dat de bedrijfstakvan de Unie nog meer schade lijdt door invoer met dumping.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummers: 2011-2952 en 2011-3144).

In PbEU L 293 van 11 november 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 1138/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 12 november2011 er een definitief antidumpingrecht wordt ingesteld op bepaaldevetalcoholen en mengsels daarvan, van oorsprong uit India, Indone-sië en Maleisië. De bedragen die als zekerheid zijn gesteld voor devoorlopige antidumpingrechten worden definitief geïnd. De bedra-gen die als zekerheid zijn gesteld en die het bedrag van het definitieveantidumpingrecht overschrijden, worden vrijgegeven.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4014).

15. Bij Bericht 2012/C 135/09 (PbEU C 135 van 9 mei 2012 – info: ww-w.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-821) is door de Europese Com-missie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 27 januari 2013zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmate-riaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maatre-gelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijkis.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 92

Page 65: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuwonderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daaropcommentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

16. In PbEU C 24 van 26 januari 2011 is bekendgemaakt dat er een an-tidumpingprocedure betreffende de invoer van oxaalzuur van oor-sprong uit China en India wordt geopend. De Europese Commissieheeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmer-kelijke schade lijdt door de invoer met dumping van oxaalzuur vanoorsprong uit China en India. De klacht werd op 13 december 2010ingediend door de European Chemical Industry Council (CEFIC),namens een producent die een groot deel, in dit geval meer dan 25%,van de totale productie van oxaalzuur in de Unie voor zijn rekeningneemt. Aangezien China niet als een land met een markteconomiebeschouwd wordt, heeft de CEFIC de normale waarde voor de in-voer uit China vastgesteld op basis van de prijs in een derde land meteen markteconomie, namelijk India. De bewering dat het productmet dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking vande aldus vastgestelde normale waarde met de prijzen (af fabriek) vanhet onderzochte product bij uitvoer naar de Unie. De bewering dathet product met dumping uit India wordt ingevoerd, is gebaseerd opde vergelijking van de binnenlandse prijs met de uitvoerprijs (af fa-briek) van het onderzochte product wanneer het voor uitvoer naar deUnie wordt verkocht. De aldus berekende dumpingmarge is voorbeide exportlanden aanzienlijk.De CEFIC heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de in-voer van het onderzochte product uit China en India zowel absoluutals qua marktaandeel is gestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaaldat de CEFIC heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin ende prijzen waartegen het onderzochte product wordt ingevoerd ondermeer een ongunstige invloed hebben gehad op het prijspeil van debedrijfstak van de Unie, waardoor de financiële en de werkgelegen-heidssituatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk is verslech-terd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2307).

In PbEU L 275 van 20 oktober 2011 is bij Verordening (EU) nr.1043/2011bekendgemaakt dat met ingang van 21 oktober 2011 ervoor een periode van zes maanden een voorlopig antidumpingrechtis ingesteld op de invoer van oxaalzuur van oorsprong uit India enChina. Geconcludeerd wordt dat ten aanzien van de invoer van oor-sprong uit China en India voorlopige antidumpingmaatregelen moe-ten worden ingesteld die gelijk zijn aan de dumpingmarge, of aan deschademarge indien deze lager is. Om een goede toepassing van hetantidumpingrecht te garanderen, moet het residuele recht niet alleengelden voor niet-medewerkende producenten-exporteurs, maar ookvoor producenten die het product in het onderzoekstijdvak niet naarde Unie hebben uitgevoerd. Alle bevindingen betreffende de instel-ling van antidumpingrechten in het kader van deze verordening zijnvoorlopig en moeten eventueel opnieuw worden onderzocht met hetoog op de definitieve bevindingen.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 93

Page 66: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3894).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 325/2012 (PbEU L 106 van 18april 2012) wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op oxaal-zuur uit India en China. De bevindingen van de voorlopige veror-dening werden bevestigd. Er moet een definitief antidumpingrechtworden vastgesteld op het niveau van de vastgestelde dumpingmar-ges, daar deze voor alle betrokken producenten-exporteurs lager wa-ren dan de schademarges. Gezien de hoogte van de vastgestelde dum-pingmarges en de ernst van de schade die de bedrijfstak van de Unieheeft geleden, wordt het noodzakelijk geacht de bedragen die als ze-kerheid zijn gesteld uit hoofde van het bij de voorlopige verordeningingestelde voorlopige antidumpingrecht, definitief te innen tot het be-drag van het definitieve recht. Wanneer de definitieve rechten lagerzijn dan de voorlopige rechten, moet het als zekerheid gestelde be-drag worden vrijgegeven voor zover dit het bedrag van de definitieverechten overschrijdt.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-695).

17. In PbEU C 24 van 26 januari 2011 is bekendgemaakt dat bij het ver-vallen van de antidumpingmaatregelen op wijnsteenzuur uit China ereen nieuw onderzoek wordt geopend. Na de bekendmaking van eenbericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn opwijnsteenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China op kortetermijn zouden vervallen, heeft de Europese Commissie een verzoekom een nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoek werd op 27 oktoberingediend door de volgende producenten (de indieners): DistillerieBonollo SpA, Industria Chimica Valenzana SpA, Distillerie MazzariSpA, Caviro Distillerie S.r.l. en Comercial Quimica Sarasa s.l., diegoed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de pro-ductie van wijnsteenzuur in de Unie. Het verzoek werd ingediend om-dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden totvoortzetting van dumping en voortzetting van schade voor de be-drijfstak van de Unie. De indieners van het verzoek hebben bewijs-materiaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het product uitChina in totaal in absolute cijfers en wat het marktaandeel betreft, isgestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de indieners van hetverzoek hebben verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en deprijzen waartegen het product wordt ingevoerd nog steeds onder meereen ongunstige invloed hebben op het marktaandeel, het verkoopvo-lume en de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, waardoor de be-drijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aan-zienlijk zijn verslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de openingvan een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen terechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2308).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 349/2012 (PbEU L110 van 24april 2012) wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op wijn-steenzuur van oorsprong uit China naar aanleiding van een nieuw on-derzoek bij het vervallen van de maatregelen. Geconcludeerd wordtdat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoervan wijnsteenzuur van oorsprong uit de China met vijf jaar moetenworden verlengd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-734).

18. In PbEU C 24 van 26 januari 2011 is bekendgemaakt dat er eennieuw antidumpingonderzoek op wijnsteenzuur uit China wordt ge-opend. Het betreft hier een nieuw onderzoek van de bestaande maat-regelen voor Hangzhou Bioking Biochemical Engineering Co., Ltd.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 94

Page 67: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad geldtvoor Hangzhou Bioking Biochemical Engineering Co., Ltd („Hang-zhou Bioking”) een recht van 0%.Op grond van het verslag van de WTO-Beroepsinstantie in de zaakMexico – Beef and Rice is handhaving van de maatregelen voorHangzhou Bioking, niet langer adequaat en moet Verordening (EG)nr. 130/2006 dienovereenkomstig worden gewijzigd. Er moet danook een nieuw onderzoek worden geopend om eventuele wijzigingendie nodig zijn op grond van het verslag Mexico – Beef and Rice vande Beroepsinstantie, mogelijk te maken.Daarom opent de Commissie een nieuw onderzoek.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2308).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 332/2012 (PbEU L 108 van 20april 2012) wordt Verordening (EG) nr. 130/2006 gewijzigd. De on-derneming Hangzhou Bioking Biochemical Engineering Co., Ltdwordt uitgesloten van de definitieve maatregelen. Hangzhou Biokingmoet worden uitgesloten van de bij Verordening (EG) nr. 130/2006ingestelde definitieve antidumpingmaatregelen om ervoor te zorgendat zij niet gelijktijdig onder twee antidumpingprocedures valt.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-706).

19. In PbEU C 223 van 29 juli 2011 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van wijnsteenzuur van oor-sprong uit China wordt geopend. De Europese Commissie heeft eenklacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijkeschade lijdt door de invoer met dumping van wijnsteenzuur van oor-sprong uit China en geproduceerd door Hangzhou Bioking Bioche-mical Engineering Co., Ltd. (Hangzhou Bioking of de producent-ex-porteur). De klacht is op 15 juni 2011 ingediend door de volgendeproducenten (de klagers): Distillerie Bonollo SpA, Industria ChimicaValenzana SpA, Distillerie Mazzari SpA, Caviro Distillerie S.r.l. enComercial Quimica Sarasa s.l., die een groot deel, in dit geval meerdan 50%, van de totale productie van wijnsteenzuur in de Unie voorhun rekening nemen. De klagers hebben bewijsmateriaal overgelegdwaaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product van Hang-zhou Bioking, zowel in absolute zin als in termen van marktaandeel,aanzienlijk is gestegen. Uit het door de klagers verstrekte voorlopigebewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het onderzochte product werd ingevoerd, onder meer eennegatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, het verkoop-volume en de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, waardoor debedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aan-zienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3426).

Bij Besluit 2012/289/EU (PbEU L 144 van 5 juni 2012) wordt de an-tidumpingprocedure betreffende de invoer van wijnsteenzuur uitChina, die beperkt is tot één Chinese producent-exporteur (Hang-zhou Bioking Biochemical Engineering Co., Ltd) beëindigd. Per briefvan 14 februari 2012 aan de Commissie hebben de klagers hun klachtformeel ingetrokken. De procedure worden beëindigd wanneer deklacht wordt ingetrokken, tenzij dit strijdig is met het belang van deUnie. De Commissie was van oordeel dat deze procedure moet wor-den beëindigd, daar bij het onderzoek niet is gebleken dat een beëin-diging indruist tegen het belang van de Unie. De Commissie komtderhalve tot de conclusie dat de antidumpingprocedure betreffendede invoer van wijnsteenzuur van oorsprong uit China moet wordenbeëindigd zonder dat maatregelen worden ingesteld.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 95

Page 68: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-958).

20. In PbEU C 223 van 29 juli 2011 is bekendgemaakt dat er een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelendie van toepassing zijn op wijnsteenzuur uit China wordt geopend. DeEuropese Commissie heeft een verzoek ontvangen om een gedeeltelijktussentijds nieuw onderzoek te openen. Het verzoek werd door de vol-gende producenten in de Unie ingediend: Distillerie Bonollo SpA, In-dustria Chimica Valenzana SpA, Distillerie Mazzari SpA, CaviroDistillerie S.r.l. en Comercial Quimica Sarasa s.l. (de indieners van hetverzoek). Het nieuwe onderzoek is beperkt tot het aspect dumping entot twee Chinese producenten-exporteurs, namelijk Changmao Bio-chemical Engineering Co., Ltd, Changzhou City, en Ninghai OrganicChemical Factory, Ninghai. Het verzoek is gebaseerd op door de in-dieners van het verzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, watde twee Chinese producenten-exporteurs betreft, de omstandighedenwaarop de bestaande maatregelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en datdeze wijzigingen van blijvende aard zijn. Uit het door de indieners vanhet verzoek verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat, wat detwee Chinese producenten- exporteurs betreft, handhaving van demaatregelen op het huidige niveau niet langer volstaat om de gevol-gen van schade veroorzakende dumping te neutraliseren. De indienersvan het verzoek beweren met name dat de beide Chinese producenten-exporteurs betrokken zijn bij recente overheidsprogramma’s die voor-delen opleveren waardoor de reële kostenbasis van hun productiewordt vertekend en de vraag rijst of de ondernemingen nog als markt-gerichte onderneming behandeld kunnen worden. Uit de vergelijkingvan de normale waarde van de producenten-exporteurs - gebaseerdop de door berekening vastgestelde normale waarde in China of op debinnenlandse prijzen in een referentieland (in dit geval Argentinië) -met hun prijzen bij uitvoer naar de Unie blijken de dumpingmargeshoger dan het huidige niveau van de maatregelen. Handhaving van demaatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vast-gestelde dumpingmarge, lijkt daarom niet langer voldoende om de ge-volgen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeelte-lijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3427).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 626/2012 (PbEU L 182 van 13juli 2012) wordt Verordening (EG) nr. 349/2012 tot instelling van eendefinitief antidumpingrecht op wijnsteenzuur van oorsprong uit Chinagewijzigd. Op grond van het onderzoek wordt geoordeeld dat als ge-volg van dit nieuwe antidumpingonderzoek de hoogte van de gel-dende maatregelen voor de invoer van wijnsteenzuur uit China moetworden gewijzigd. Het definitief antidumpingrecht wordt voor Chang-mao Biochemical Engineering Co., Ltd, Changzhou 13,1% en voorNinghai Organic Chemical Factory, Ninghai 8,3%.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1253).

21. In PbEU C 201 van 23 juli 2010 is een bericht gepubliceerd inzake deinleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer vantris(2-chloor-1- methylethyl)fosfaat van oorsprong uit China. DeCommissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unieaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van tris(2-chloor-1-methylethyl)fosfaat uit China. De klacht werd op 9 juni2010 ingediend door de European Chemical Industry Council (CE-FIC), namens producenten die goed zijn voor een groot deel, in ditgeval meer dan 25%, van de productie van tris(2-chloor-1-methy-lethyl)fosfaat in de Unie. De CEFIC heeft o.m. bewijsmateriaalvoorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte productuit China zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen. Uit het

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 96

Page 69: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

door de CEFIC verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat dehoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte pro-duct werd ingevoerd onder meer een negatieve invloed hebben gehadop het marktaandeel, het verkoopvolume en de prijzen van de be-drijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiëlesituatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd en ar-beidsplaatsen verloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie is gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de be-drijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenprocedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1188).

In PbEU L 205 van 10 augustus 2011 is bij Besluit 2011/498/EU be-kendgemaakt dat met ingang van 11 augustus 2011 de antidumping-procedure betreffende de invoer van tris(2-chloor-1-methylethyl)fos-faat van oorsprong uit China wordt beëindigd.Bij brief van 16 juni 2011 aan de Commissie heeft de CEFIC zijnklacht formeel ingetrokken.De procedure kan worden beëindigd wanneer de klacht wordt inge-trokken, tenzij dit strijdig is met het belang van de Unie. De Com-missie was van oordeel dat deze procedure diende te worden beëin-digd, daar uit het onderzoek niet is gebleken dat dit indruist tegen hetbelang van de Unie.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3478).

22. In PbEU C 18 van 21 januari 2012 is een bericht gepubliceerd over deopening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidum-pingmaatregelen die van toepassing zijn op ethanolamine van oor-sprong uit de Verenigde Staten van Amerika. Na de bekendmakingvan een bericht van het naderende vervallen van de antidumping-maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van ethanolaminevan oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika heeft de Euro-pese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.Het verzoek werd op 21 oktober 2011 ingediend door BASF AG,Ineos Europe AG en Sasol Germany GmbH („de indieners van hetverzoek”), die samen een groot deel, in dit geval meer dan 50%, vande productie van ethanolamine in de Unie vertegenwoordigen. Hetverzoek werd ingediend omdat het vervallen van de maatregelenwaarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en voortzet-ting van schade voor de bedrijfstak van de Unie. De bewering dat hetproduct nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd opeen vergelijking van de binnenlandse prijzen in het desbetreffendeland met de prijzen van ethanolamine bij uitvoer naar de EuropeseUnie. De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk. Uit het doorde indieners van het verzoek overgelegde voorlopige bewijsmateriaalblijkt onder meer dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waarte-gen ethanolamine wordt ingevoerd, het prijspeil van de bedrijfstakvan de Unie nog steeds negatief beïnvloeden, wat leidt tot aanzien-lijke nadelen voor de algemene prestaties van de bedrijfstak van deUnie.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de ope-ning van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelente rechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-184).

23. In PbEU C 103 van 11 april 2012 is een bericht gepubliceerd over deopening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de an-tidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ethanolamine vanoorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika. De Europese Com-missie heeft een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijdsnieuw onderzoek te openen van de antidumpingmaatregelen die van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 97

Page 70: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

toepassing zijn op ethanolamine van oorsprong uit de Verenigde Sta-ten van Amerika. Het verzoek om een nieuw onderzoek werd inge-diend door The Dow Chemical Company (de indiener), een produ-cent-exporteur uit de Verenigde Staten van Amerika. Het nieuwe on-derzoek is beperkt tot een onderzoek naar dumping voorzover het deindiener van het verzoek betreft. Het verzoek is gebaseerd op door deindiener verstrekte voorlopige bewijsmateriaal waaruit blijkt dat, watde indiener betreft, voor zover het om dumping gaat, de omstandig-heden waarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd, zijn gewij-zigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn. De indienervoert aan dat de omstandigheden sinds het laatste onderzoektijdvakzijn gewijzigd en van blijvende aard zijn, aangezien zij verband hou-den met een stijging van de uitvoerprijzen die de indiener van hetverzoek over een langere periode op hetzelfde peil houdt. De indienerheeft voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat handha-ving van de maatregel op het huidige niveau niet langer noodzakelijkis om de schade veroorzakende dumping te neutraliseren. De indie-ner stelt met name dat de stijging van zijn uitvoerprijzen voor eenlange termijn geldt. Een vergelijking van de uitvoerprijzen van de in-diener naar de Unie met een normale waarde, vastgesteld op basisvan de op de binnenlandse markt betaalde of te betalen prijzen, laatzien dat de dumpingmarge lager blijk te zijn dan het huidige niveauvan de maatregel. De indiener voert daarom aan dat de handhavingvan de maatregel op het bestaande niveau, dat gebaseerd was op hetvroeger vastgestelde niveau van de schade, niet langer nodig blijktom de gevolgen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-655).

24. In PbEU C 314 van 18 oktober 2012 is een bericht gepubliceerd be-treffende de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer vanethanolamine uit de Verenigde Staten van Amerika en betreffendeeen gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betref-fende de invoer van ethanolamine uit de Verenigde Staten van Ame-rika. Bij arrest van 8 mei 2012 in zaak T-158/10 heeft het Gerecht vande Europese Unie Uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2010 tot in-stelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van etha-nolamine uit de Verenigde Staten van Amerika nietig verklaard voor-zover zij betrekking heeft op The Dow Chemical Company (DowChemical). Ingevolge het arrest van 8 mei 2012 valt de invoer in deEuropese Unie van door Dow Chemical vervaardigde ethanolamineniet langer onder de ingestelde antidumpingmaatregelen. Bijgevolgmoeten de definitieve antidumpingrechten die zijn betaald op grondvan Verordening (EU) nr. 54/2010 betreffende de invoer in de Eu-ropese Unie van ethanolamine, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2922 11 00 (monoëthanolamine) (TARIC-code 2922 11 0010), ex 2922 12 00 (diëthanolamine) (TARIC-code 2922 12 00 10) en2922 13 10 (triëthanolamine), van oorsprong uit de Verenigde Statenvan Amerika, vervaardigd door Dow Chemical (aanvullende TA-RIC-code A115), worden terugbetaald of kwijtgescholden. De terug-betaling of kwijtschelding moet overeenkomstig de toepasselijkedouanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten worden aange-vraagd.Het Hof en het Gerecht erkennen dat, wanneer een procedure uitmeerdere administratieve fasen bestaat, de nietigverklaring van eenvan deze fasen niet de gehele procedure nietig verklaart. De antidum-pingprocedure is een voorbeeld van een dergelijke uit meerdere fasenbestaande procedure. Bijgevolg houdt de nietigverklaring van delenvan de definitieve antidumpingverordening niet de nietigverklaringvan de gehele procedure vóór de vaststelling van de verordening inkwestie in. Verder zijn de instellingen van de Europese Unie verplichthet arrest van 8 mei 2012 van het Gerecht uit te voeren. Bijgevolghebben de instellingen van de Unie bij de uitvoering van het arrest de

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 98

Page 71: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

mogelijkheid om alleen de aspecten van de bestreden verordening tecorrigeren die tot de nietigverklaring van de verordening hebben ge-leid en de niet- bestreden delen waarop het arrest geen betrekkingheeft ongewijzigd te laten. Er zij op gewezen dat alle andere bevin-dingen in de bestreden verordening die niet werden bestreden binnende hiervoor vastgestelde termijnen en derhalve niet door het Hof enhet Gerecht werden onderzocht en geen aanleiding hebben gegeventot de nietigverklaring van de bestreden verordening, van kracht blij-ven.De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité be-sloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonder-zoek gerechtvaardigd is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1624).

25. In PbEU C 349 van 15 oktober 2012 is een bericht gepubliceerd in-zake de opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van deantidumpingmaatregelen op de invoer van dicyaandiamide uit China.Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatrege-len die van toepassing zijn op dicyaandiamide van oorsprong uitChina op korte termijn zouden vervallen, heeft de Europese Com-missie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoekwerd op 14 augustus 2012 ingediend door de onderneming AlzChemAG („de indiener van het verzoek”), die 100% van de totale produc-tie van dicyaandiamide in de Unie voor haar rekening neemt. Hetverzoek werd ingediend omdat gevreesd werd dat het vervallen vande maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping en her-haling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie. De beweringdat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op devergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs(af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie. Dealdus berekende dumpingmarge is voor het betrokken land aanzien-lijk.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen inte leiden.

26. In PbEU C 196 van 5 juli 2011 is bekendgemaakt dat er een proce-dure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatrege-len die van toepassing zijn op furfuraldehyde van oorsprong uitChina wordt geopend. De Europese Commissie heeft op grond opeigen initiatief besloten tot een tussentijds nieuw onderzoek van deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer vanfurfuraldehyde van oorsprong uit China. De Commissie beschiktover voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de omstandigheden opgrond waarvan de bestaande antidumpingmaatregelen werden vast-gesteld, zijn gewijzigd en dat deze wijziging van blijvende aard is. Metname wijst de bij de Commissie beschikbare informatie erop dat alsgevolg van de gestegen prijzen van de invoer van oorsprong uit Chinadoor de groei op lange termijn van de binnenlandse vraag naar fur-furaldehyde en de stijgende grondstofkosten in het betrokken land,handhaving van de maatregel niet langer noodzakelijk is om deschade veroorzakende dumping te neutraliseren. Uit een vergelijkingvan de normale waarde van het product met de prijzen bij uitvoernaar de Unie blijkt dat de dumpingmarge aanzienlijk lager is dan hethuidige niveau van de maatregel. Bovendien is de bedrijfstak van deUnie aanzienlijk van samenstelling gewijzigd. Nutrafur SA, de enigeproducent in de Unie ten tijde van het oorspronkelijk onderzoek,heeft de productie van furfuraldehyde eind 2008 stopgezet. Bij de uit-breiding van de EU in 1995 en 2004 zijn twee andere producentendeel gaan uitmaken van de bedrijfstak van de Unie. Door de nieuwesamenstelling van de bedrijfstak van de Unie en de specifieke aardvan het productieproces dat door de twee huidige producenten vande Unie wordt toegepast, moeten de bevindingen ten aanzien van deschade opnieuw worden bekeken. Handhaving van de maatregelen

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 99

Page 72: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

op het huidige niveau lijkt dus niet langer noodzakelijk is om de ge-volgen van schade veroorzakende dumping te neutraliseren.Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussen-tijdse herzieningsprocedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3278).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 541/2012 (PbEU L 165 van 26juni 2012) wordt het tussentijdse nieuwe onderzoek naar de antidum-pingmaatregelen betreffende de invoer van furfuraldehyde uit Chinabeëindigd en worden de maatregelen van Uitvoeringsverordening(EU) nr. 453/2011 ingetrokken. Uit dit onderzoek wordt geconclu-deerd wordt dat dit nieuwe antidumpingonderzoek moet wordenbeëindigd en dat de geldende antidumpingmaatregelen moeten wor-den ingetrokken.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1115).

27. In PbEU C 299 van 5 november 2010 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen op cumarine uit China wordt geopend. De Europese Commis-sie heeft op eigen initiatief besloten tot een gedeeltelijk tussentijdsnieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassingzijn op de invoer van cumarine van oorsprong uit China. Het nieuweonderzoek is beperkt tot een schadeonderzoek. De Commissie heeftvernomen dat de enige producent van cumarine die bij het onderzoekdat tot de instelling van de huidige maatregelen heeft geleid, de be-drijfstak van de Unie vormde, heeft besloten zijn productie van cu-marine in de Europese Unie eind augustus 2010 te staken. Hierdoorzouden de antidumpingmaatregelen niet langer noodzakelijk zijn endienen zij te worden ingetrokken.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1769).

In PbEU L 180 van 8 juli 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr.655/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 9 juli 2011 de antidum-pingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van cumarinevan oorsprong uit China worden beëindigd. Onderzoek heeft beves-tigd dat de enige producent in de Unie van het product zijn produc-tiefaciliteit in augustus 2010 voorgoed heeft gesloten. De Commissieis van oordeel dat de huidige procedure moet worden beëindigd, aan-gezien bij het onderzoek niet is gebleken dat de beëindiging niet in hetbelang van de Unie is. De belanghebbenden zijn hiervan in kennisgesteld en zij hebben de gelegenheid gekregen opmerkingen te ma-ken. Er werden geen opmerkingen ontvangen dat de beëindiging vande procedure niet in het belang van de Unie is.De Commissie concludeert daarom dat de antidumpingproceduremoet worden beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3330).

28. Gereserveerd.

29. In PbEU C 150 van 2 juli 2009 is bekendgemaakt dat er een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelendie van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur vanoorsprong uit China wordt geopend. De Commissie heeft een ver-zoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek teopenen. Het verzoek is ingediend door Heze Huayi Chemical Co.,Ltd., een producent-exporteur in China. Het betreft alleen een on-derzoek naar dumping door de indiener van het verzoek. De indienervan het verzoek heeft bij zijn verzoek voorlopig bewijsmateriaal ver-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 100

Page 73: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

strekt waaruit blijkt dat de omstandigheden waarop de huidige maat-regelen waren gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen vanblijvende aard zijn. Uit dit voorlopige bewijsmateriaal blijkt dathandhaving van de maatregel op het huidige niveau niet langer nood-zakelijk is om de gevolgen van dumping te neutraliseren. Uit een ver-gelijking van de binnenlandse prijzen en de (op basis van productie-kosten, verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten enwinst) berekende normale waarden van de indiener van het verzoekmet zijn prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap blijkt dat de dum-pingmarge aanzienlijk lager is dan het huidige niveau van de maat-regel. Handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat isgebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, lijkt dus niet lan-ger noodzakelijk om de gevolgen van dumping te neutraliseren. DeCommissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusieis gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedurevoor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden om tebepalen of de maatregel ten aanzien van de indiener van het verzoekmoet worden ingetrokken of gewijzigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2009-1062-NFM).

In PbEU L 254 van 29 september 2010 is bij Verordening (EU) nr.855/2010 bekendgemaakt dat met ingang van 30 september 2010 hetdefinitief antidumpingrecht op trichloorisocyanuurzuur van oor-sprong uit onder meer China wordt gewijzigd. Gezien de resultatenvan het onderzoek wordt het passend geacht het antidumpingrechtop het product voor Heze (aanvullende Taric-code: A629) te wijzigenen op 3,2% vast te stellen.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 100a

Page 74: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 100b

Page 75: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1561).

30. In PbEU C 270 van 6 oktober 2010 is bekendgemaakt dat er eennieuw onderzoek wordt geopend in verband met het vervallen van deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer vantrichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit China. Na de bekendma-king van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepas-sing zijn op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit China opkorte termijn zouden vervallen , heeft de Commissie een verzoek omeen nieuw onderzoek ontvangen. Dit verzoek werd op 6 juli 2010 in-gediend door de European Chemical Industry Council (CEFIC), na-mens producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan25%, van de totale productie van trichloorisocyanuurzuur in de Unievoor hun rekening nemen. Het verzoek werd ingediend omdat ge-vreesd werd dat het vervallen van de maatregelen zou leiden totvoortzetting van de dumping en herhaling van de schade voor de be-drijfstak van de Unie. De bewering dat het product nog steeds metdumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van denormale waarde, als bedoeld in de vorige zinnen, met de prijzen vanhet product bij uitvoer naar de Europese Unie. De aldus vastgesteldedumpingmarges zijn aanzienlijk. Volgens de CEFIC zal waarschijn-lijk opnieuw schade veroorzakende dumping plaatsvinden. In dit ver-band heeft hij bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoervan het product bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijkin omvang zal toenemen gezien de onbenutte productiecapaciteit inChina. Volgens de CEFIC is het vooral dankzij de antidumping-maatregelen dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt.Indien de maatregelen vervallen en het product weer in grote hoe-veelheden tegen dumpingprijzen uit China wordt ingevoerd, zal debedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelenin te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1589).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1389/2011 (PbEU L 346 van 30december 2011) wordt met ingang van 31 december 2011 een definitiefantidumpingrecht ingesteld op trichloorisocyanuurzuur uit Chinanaar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het verval-len van de maatregelen. Gezien de conclusies betreffende de situatievan de bedrijfstak van de Unie en ingevolge de argumenten tot sta-ving van de waarschijnlijkheid van voortzetting van schade, kan wor-den geoordeeld dat het vervallen van de geldende maatregelen zal lei-den tot een verdere verslechtering van de economische situatie van debedrijfstak van de Unie die TCCA produceert, die de schadelijke ef-fecten van de invoer met dumping uit China heeft ondergaan en zijnsituatie zag verslechteren door de wereldwijde economische crisis. Erwordt geoordeeld dat de handhaving van de maatregelen ten goedezou komen aan de bedrijfstak van de Unie, die zich in dat geval zoukunnen herstellen van de schadelijke effecten van eerdere dumping diedoor de economische crisis werden verergerd. De opheffing van demaatregelen daarentegen zou een eind maken aan het herstel van debedrijfstak van de Unie, zijn levensvatbaarheid ernstig bedreigen, enzijn bestaan aldus op het spel zetten, met als gevolg minder aanbod enminder concurrentie op de markt. Geconcludeerd wordt dat er geendwingende redenen zijn om de maatregelen niet te handhaven. Hieruitvolgt dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn opTCCA van oorsprong uit China moeten worden gehandhaafd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4340).

31. In PbEU C 123 van 12 mei 2010 is bekendgemaakt dat er een nieuwonderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 101

Page 76: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

van toepassing zijn op bepaalde breedspectrumantibiotica van oor-sprong uit India wordt ingeleid. Na de bekendmaking van het berichtdat de antisubsidiemaatregelen die van toepassing zijn op de invoervan bepaalde breedspectrumantibiotica van oorsprong uit India opkorte termijn vervallen, heeft de Commissie een verzoek om eennieuw onderzoek ontvangen. Het verzoek werd ingediend op 12 fe-bruari 2010. De indieners van het verzoek zijn twee producenten inde Unie: DSM en Sandoz, die een groot deel, in dit geval meer dan50%, van de totale productie van bepaalde breedspectrumantibioticain de Unie vertegenwoordigen. De indieners van het verzoek hebbenbewijzen verstrekt dat het vervallen van de maatregelen waarschijn-lijk zal leiden tot voortzetting of herhaling van de subsidiëring enschade voor de bedrijfstak van de Unie. Volgens het verzoek hebbende producenten-exporteurs van het product subsidies ontvangen van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 102-104

Page 77: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de Indiase overheid en zullen zij deze blijven ontvangen. Hierbij zouhet gaan om de Advance Authorisation Scheme (regeling vergunningvooraf); Duty Entitlement Passbook Scheme (kredietregeling voorinvoerrechten); Export Promotion Capital Goods Scheme (regelingkapitaalgoederen voor exportbevordering); Focus Market Scheme(regeling focusmarkten); Export Credit Scheme (regeling exportkre-dieten); Income Tax Incentive for Research and Development (vrij-stelling van vennootschapsbelasting ter bevordering van onderzoeken ontwikkeling); voordelen voor exportgeoriënteerde bedrijven enbedrijven in bijzondere economische zones; Punjab Industrial Incen-tive Scheme (regeling voor de stimulering van de industrie in Punjab)en Gujarat Industrial Incentive Scheme (regeling voor de stimuleringvan de industrie in Gujarat).De totale subsidie wordt op een aanzienlijk bedrag geschat.Volgens de indieners van het verzoek zijn bovengenoemde regelingensubsidies omdat het in al deze gevallen gaat om een financiële bij-drage van de Indiase overheid of van een regionale overheid die deontvangers, namelijk de producenten-exporteurs van bepaalde breed-spectrumantibiotica, een voordeel oplevert. De indieners van het ver-zoek voeren aan dat de subsidies afhankelijk zijn van exportpresta-ties en/of beperkt zijn tot specifieke sectoren en/of regio’s en daaromspecifiek zijn en aanleiding geven tot compenserende maatregelen.Volgens de indieners van het verzoek is het bovendien vooral dankzijde maatregelen dat de situatie ten aanzien van de schade nu is ver-beterd. Indien de maatregelen vervallen en het product weer in grotehoeveelheden tegen gesubsidieerde prijzen uit India land wordt in-gevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuwschade lijden. In dit verband beweren de indieners van het verzoekdat de invoer van het product bij het vervallen van de maatregelenwaarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien het exportpotentieelvan de producenten-exporteurs.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelenin te leiden.

In PbEU L 206 van 11 augustus 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 803/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 12 augustus2011 het compenserend recht dat van toepassing is op de invoer vanbepaalde breedspectrumantibiotica van oorsprong uit India wordtbeëindigd.Tevens wordt het onderzoek beëindigd.Gezien de resultaten van dit nieuwe onderzoek wordt het passendgeacht het compenserende recht op bepaalde breedspectrumantibio-tica van oorsprong uit India in te trekken.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3512).

32. Bij Bericht 2012/C 349/07 (PbEU C 349 van 15 november 2012) isdoor de Europese Commissie meegedeeld dat de antidumpingmaat-regelen op 13 juli 2013 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoekwordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de Europese

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 105

Page 78: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Commissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

33. In PbEU C 152 van 4 juli 2009 is bekendgemaakt dat er een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelendie van toepassing zijn op de invoer van ammoniumnitraat van oor-sprong uit Rusland wordt geopend. De Commissie heeft een verzoekontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te ope-nen. Het verzoek is ingediend door JSC Acron, JSC Dorogobuzh ende daarmee verbonden handelsonderneming Agronova InternationalInc., die deel uitmaken van de „Acron’’ Holding Company, een pro-ducent-exporteur uit Rusland. Het betreft alleen een onderzoek naarde vorm van de maatregel en met name de opname van AgronovaInternational Inc. in de prijsverbintenis van JSC Acron en JSC Dor-ogobuzh. De indiener van het verzoek heeft bij zijn verzoek voorlo-pig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de omstandighedenwaaronder de prijsverbintenis aan JSC Acron en JSC Dorogobuzh istoegekend, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aardzijn. De indiener van het verzoek verzoekt om opname van Agron-ova International Inc. in de bestaande prijsverbintenis van JSCAcron en JSC Dorogobuzh. De indiener van het verzoek heeft voor-lopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat Agronova Interna-tional Inc. een pas opgerichte handelsonderneming is die in de„Acron’’ Holding Company is opgenomen. Het is dan ook gerecht-vaardigd een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen datalleen de vorm van de maatregel betreft. De Commissie is na raad-pleging van het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dater voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden dat alleen de vorm vande maatregel betreft, met name de mogelijke gevolgen van de op-name van Agronova International Inc. in de prijsverbintenis van JSCAcron en JSC Dorogobuzh.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2009-1063-NFM).

34. In PbEU C 323 van 30 november 2010 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen die van toepassing zijn op kaliumchloride van oorsprong uitRusland en Wit-Rusland wordt geopend. De Europese Commissieheeft een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuwonderzoek te openen. Het verzoek werd ingediend door Fintec UKLimited (Fintec), een importeur en distributeur van kaliumchloridevan oorsprong uit Rusland en Wit-Rusland. Het nieuwe onderzoekis beperkt tot een schadeonderzoek. Uit het voorlopig bewijsmateri-aal blijkt dat handhaving van de maatregel op het huidige niveau nietlanger noodzakelijk is om de gevolgen van schade veroorzakendedumping te neutraliseren. Fintec voert met name aan dat als gevolgvan de groei van de vraag op de lange termijn en een krappe vraag-aanbodsituatie de prijzen van kaliumchloride in de Unie sinds hetlaatste nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maat-regelen voortdurend ver boven de schademarge zijn gebleven en datde winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk hogerwas dan de normale winstmarge. Bovendien blijkt uit een vergelij-king van de prijzen van de bedrijfstak van de Unie met de prijzen bijinvoer uit Rusland en Wit-Rusland dat de schademarge aanzienlijklager is dan het huidige niveau van de maatregel. Handhaving van demaatregelen op het huidige niveau lijkt dus niet langer noodzakelijkom de gevolgen van schade veroorzakende dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1909).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 106

Page 79: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

35. In PbEU C 170 van 10 juni 2011 is bekendgemaakt dat er een ge-deeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatrege-len op kaliumchloride van oorsprong uit onder meer Rusland wordtgeopend. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen omeen gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumping-maatregelen op kaliumchloride van oorsprong uit onder meer Rus-land te openen. Het verzoek werd ingediend door twee producenten-exporteurs van kaliumchloride van oorsprong uit Rusland JSC Ural-kali en JSC Silvinit („de indieners van het verzoek”). Het onderzoekwordt beperkt tot de vorm en het niveau van de maatregelen voor deindieners van het verzoek in het kader van hun nieuwe bedrijfsstruc-tuur. Het verzoek is gebaseerd op door de indieners van het verzoekverstrekt voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat wat de dum-ping betreft de omstandigheden waarop de bestaande maatregelenzijn gebaseerd zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvendeaard zijn. De indieners van het verzoek verstrekten voorlopig bewijs-materiaal waaruit blijkt dat Uralkali JSC op 17 mei 2011 Silvinit JSCheeft overgenomen dat ophield als een afzonderlijke juridische enti-teit te bestaan. Op grond hiervan lijken de voor Silvinit JSC en Ural-kali JSC geldende individuele maatregelen niet langer passend enmoet een nieuw onderzoek worden geopend om één maatregel voorde nieuwe gezamenlijke onderneming vast te stellen. De Commissie isna overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie gekomen dater voldoende bewijsmateriaal is om een gedeeltelijk tussentijds nieuwonderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3137).

36. Bij Bericht 2012/C 349/07 (PbEU C 349 van 15 november 2012) isdoor de Europese Commissie meegedeeld dat de antidumpingmaat-regelen op 11 juli 2013 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoekwordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

37. In PbEU C 269 van 6 september 2012 is een bericht gepubliceerdinzake de inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de in-voer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belang-rijkste componenten daarvan (cellen en wafers), uit China. De Eu-ropese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak vande Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping vanfotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkstecomponenten daarvan (cellen en wafers), van oorsprong uit China.De klacht werd op 25 juli 2012 ingediend door EU ProSun („de kla-ger”) namens producenten die meer dan 25% van de totale productiein de Unie van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en debelangrijkste componenten daarvan vertegenwoordigen. De klagerheeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van hetonderzochte product uit China zowel absoluut als qua marktaandeelis gestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 107

Page 80: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegenhet onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstigeinvloed hebben gehad op het prijspeil en het marktaandeel van debedrijfstak van de Unie, waardoor de financiële situatie van de be-drijfstak van de Unie aanzienlijk is verslechterd.

Onderzocht product:Fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium en op cel-len en wafers van de soort die in fotovoltaïsche modules of panelenvan kristallijn silicium worden gebruikt. De cellen en wafers hebbeneen dikte van niet meer dan 400 µm.De volgende productsoorten zijn van het onderzochte product uit-gesloten:– zonne-opladers die bestaan uit minder dan zes cellen, draagbaar

zijn en apparaten van elektriciteit voorzien of batterijen opla-den;

– fotovoltaïsche producten vervaardigd met dunnelaagtechnolo-gie;

– fotovoltaïsche producten van kristallijn silicium die permanentin elektrische goederen zijn geïntegreerd, wanneer die elektri-sche goederen een andere functie hebben dan het opwekken vanelektriciteit en wanneer die elektrische goederen de elektriciteitverbruiken die door de geïntegreerde fotovoltaïsche cel(len) vankristallijn silicium wordt opgewekt.

De Commissie heeft na overleg met het Raadgevend Comité vastge-steld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van deUnie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in teleiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1428).

38. In PbEU C 340 van 8 november 2012 is een bericht gepubliceerd in-zake de inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de in-voer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belang-rijkste componenten daarvan (cellen en wafers), van oorsprong uitChina. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat debedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoermet subsidiëring van fotovoltaïsche modules van kristallijn siliciumen de belangrijkste componenten daarvan (cellen en wafers), van oor-sprong uit China. De klacht werd op 26 september 2012 ingedienddoor EU ProSun („de klager”) namens producenten die meer dan25% van de totale productie in de Unie van fotovoltaïsche modulesvan kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan ver-tegenwoordigen. Er wordt beweerd dat de producenten van het on-derzochte product uit China een aantal subsidies van de overheid vanChina zouden hebben ontvangen. De subsidies bestaan onder anderein preferentiële leningen aan de zonnepanelenindustrie (bijv. krediet-lijnen en laagrentende beleidsleningen toegekend door handelsban-ken in staatsbezit en banken voor overheidsbeleid, exportkrediet-subsidieprogramma’s, exportgaranties, verzekeringen voor groenetechnologieën, verlening van toegang tot offshore-holdings, aflossin-gen van leningen door de regering), subsidieprogramma’s (bijv. hetExport Product Research and Development Fund, „Famous Brands”en „China World Top Brands”, Funds for Outward Expansion ofIndustries in de provincie Guangdong, het Golden Sun Demonstra-tion Programme), verstrekking van goederen door de overheid onderde kost- of marktprijs (zoals de verstrekking van polysilicium, alu-minium extrusies, glas, elektriciteit en grond), programma’s voorvrijstelling en vermindering van directe belastingen (bijv. vrijstellingof vermindering van vennootschapsbelasting in het kader van het„two free/three half”-programma, vrijstelling van vennootschapsbe-lasting voor op de uitvoer gerichte productieve met buitenlands ka-pitaal gefinancierde ondernemingen (FIE’s - Foreign Invested Enter-prises), vermindering van vennootschapsbelasting voor FIE’s opgrond van hun geografische locatie, vrijstelling of vermindering van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 108

Page 81: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de lokale vennootschapsbelasting voor productieve FIE’s, verminde-ring van vennootschapsbelasting voor FIE’s die in China vervaar-digde apparatuur aankopen, verrekening met verschuldigde belastingvoor O&O bij FIE’s, terugbetaling van belastingen in geval van her-investering van winsten van FIE’s in op de uitvoer gerichte onder-nemingen, een preferentiële vennootschapsbelasting voor FIE’s dieworden erkend als hightechsectoren en in nieuwe technologieën ge-specialiseerde sectoren, belastingvermindering voor ondernemingenin hightechsectoren en in nieuwe technologieën gespecialiseerde sec-toren die betrokken zijn bij aangewezen projecten, een preferentiëlevennootschapsbelasting voor ondernemingen in de noordoostelijkeregio, belastingprogramma’s van de provincie Guangdong) enprogramma’s betreffende indirecte belastingen en invoertarieven(bijv. btw-vrijstelling voor gebruik van ingevoerde apparatuur, btw-aftrek op aankopen van in China vervaardigde apparatuur doorFIE’s, vrijstelling van btw en van rechten voor aankopen van vasteactiva uit hoofde van het ontwikkelingsprogramma voor buiten-landse handel (Foreign Trade Development Programme)). Er wordtaangevoerd dat bovengenoemde regelingen subsidieregelingen zijn,daar zij een financiële bijdrage zijn van de overheid van China of vanregionale overheden (waaronder overheidsinstanties) en een voordeelinhouden voor de ontvangers. De subsidies zouden afhankelijk zijnvan exportprestaties en/of het gebruik van binnenlandse in plaats vaningevoerde goederen en/of beperkt zijn tot bepaalde sectoren en/ofsoorten ondernemingen en/of locaties, en derhalve specifiek zijn entot compenserende maatregelen aanleiding geven. Uit het voorlopigebewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveel-heden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordtingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op hetprijspeil en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waar-door de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijkis verslechterd.De Commissie heeft na overleg met het Raadgevend Comité vastge-steld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van deUnie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in teleiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1723).

39. In PbEU C 55 van 24 februari 2012 is een bericht gepubliceerd inzakede opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de anti-dumpingmaatregelen op bepaald polyethyleentereftalaat van oor-sprong uit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand. Na debekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen dievan toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaatuit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand op 28 februari2012 zouden vervallen heeft de Europese Commissie een verzoek omeen nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoek werd op 25 november2011 ingediend door het Polyethylene Terephthalate Committee ofPlastics Europe namens producenten die samen een groot deel, in ditgeval meer dan 50%, van de totale productie van bepaald polyethy-leentereftalaat in de Unie voor hun rekening nemen. De indiener vanhet verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal voorgelegd waaruitblijkt dat dumping en schade zich bij het vervallen van de maatre-gelen waarschijnlijk zullen voortzetten of opnieuw voordoen.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de ope-ning van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelente rechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-412).

40. In PbEU C 55 van 24 februari 2012 is een bericht gepubliceerd inzakede opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de com-penserende maatregelen op bepaald polyethyleentereftalaat van oor-sprong uit India. Na de bekendmaking van een bericht over het na-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 109

Page 82: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

derend vervallen van de compenserende maatregelen op de invoer vanbepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India heeft de Eu-ropese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.Het verzoek is op 25 november 2011 ingediend door het PolyethyleneTerephthalate Committee of Plastics Europe namens producenten inde Unie die samen een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van deproductie van bepaald polyethyleentereftalaat in de Unie voor hun re-kening nemen. De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijs-materiaal verstrekt waaruit blijkt dat voortzetting of herhaling vansubsidiëring en schade bij het vervallen van de maatregelen waar-schijnlijk is. De indiener van het verzoek beweert ten eerste dat de In-diase overheid de producenten van het onderzochte product een aantalsubsidies verleent en zal blijven verlenen. Deze subsidies zouden be-staan in voordelen voor in exportverwerkende zones gevestigde be-drijfstakken/exportgerichte ondernemingen; het Advance Authorisa-tion Scheme (regeling voorafgaande vergunningen); het Duty Entitle-ment Passbook Scheme (kredietregeling voor invoerrechten); het Ex-port Promotion Capital Goods Scheme (regeling kapitaalgoederenvoor exportbevordering); het Export Credit Scheme (regeling export-kredieten); het Focus Market Scheme (regeling focusmarkten); het Fo-cus Product Scheme (regeling focusproducten); het Capital InvestmentIncentive Scheme (regeling voor de stimulering van investeringen) vande overheid van Gujarat; het Sales Tax Incentive Scheme (regelingvrijstelling van omzetbelasting) van Gujarat; het Electricity DutyExemption Scheme (regeling vrijstelling van de elektriciteitsheffing)van Gujarat, en de stimuleringsregeling van West-Bengalen. De totalesubsidie wordt geraamd op een aanzienlijk bedrag. Volgens de indie-ner van het verzoek zijn bovengenoemde regelingen subsidies omdathet in al deze gevallen gaat om een financiële bijdrage van de Indiaseoverheid of van een regionale overheid die de ontvangers, d.w.z. pro-ducenten-exporteurs van bepaald polyethyleentereftalaat, een voor-deel oplevert. Deze subsidies zouden van uitvoerprestaties afhankelijkzijn en daarom specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aan-leiding geven, of zouden op andere wijze specifiek zijn en tot compen-serende maatregelen aanleiding geven. Bovendien heeft de indienervan het verzoek bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoervan het onderzochte product uit India zowel in absolute cijfers als quamarktaandeel is gestegen. Ten tweede is het verzoek ingediend omdatverwacht werd dat het vervallen van de maatregelen zal leiden tot her-haling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie als gevolg van devoortzetting van de gesubsidieerde invoer van het onderzochte pro-duct uit India. Uit het door de indiener van het verzoek overgelegdevoorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en deprijzen waartegen het onderzochte product zal worden ingevoerd, hetprijspeil van de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk negatief zullenbeïnvloeden (naast nog andere gevolgen), wat leidt tot aanzienlijke na-delen voor de algemene prestaties van de bedrijfstak van de Unie. Tenslotte beweert de indiener van het verzoek dat het vooral dankzij demaatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt.Indien de maatregelen vervallen en het product weer in grote hoeveel-heden tegen gesubsidieerde prijzen uit India wordt ingevoerd, zal debedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusiegekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure vooreen nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnum-mer: 2012-413).

41. Bij Verordening (EU) nr. 653/2012 (PbEU L 188 van 18 juli 2012) isbekendgemaakt dat met ingang van 19 juli 2012 er een nieuw onder-zoek ten behoeve van een nieuwe exporteur betreffende het defini-tieve antidumpingrecht op polyethyleentereftalaat uit onder meerTaiwan wordt geopend. De Europese Commissie heeft een verzoekontvangen om een nieuw onderzoek te openen ten behoeve van eennieuwe exporteur. Het verzoek is op 27 april 2012 ingediend doorLealea Enterprise Co. Ltd., een producent-exporteur van bepaald

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 110

Page 83: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

polyethyleentereftalaat in Taiwan. De indiener van het verzoek be-weert het onderzochte product niet naar de Unie te hebben uitge-voerd in het onderzoektijdvak waarop de thans geldende maatrege-len zijn gebaseerd, dat wil zeggen in de periode van 1 oktober 1998tot en met 30 september 1999. Hij verklaart verder dat hij geen ban-den heeft met een producent-exporteur van het onderzochte productwaarvoor genoemde antidumpingmaatregelen gelden. Hij beweertvoorts dat hij eerst na het oorspronkelijke onderzoektijdvak begon-nen is met de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie. Naonderzoek van het bewijsmateriaal is de Commissie tot de conclusiegekomen dat dit toereikend is om een nieuw onderzoek te openen tenbehoeve van een nieuwe exporteur teneinde de individuele dumping-marge voor de indiener van het verzoek vast te stellen en, indiendumping wordt geconstateerd, de hoogte van het recht vast te stellendat op het onderzochte product moet worden geheven. Het inge-stelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van produc-ten vervaardigd en verkocht voor uitvoer naar de Unie door LealeaEnterprise Co. Ltd. (aanvullende Taric-code A996). Tevens wordtdeze invoer voor een periode van negen maanden geregistreerd. Zievoor deze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1257).

42. In PbEU C 49 van 16 februari 2011 is bekendgemaakt dat er eenantisubsidiëringsprocedure betreffende de invoer van bepaald poly-ethyleentereftalaat van oorsprong uit Oman en Saoedi-Arabië wordtgeopend. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat debedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt doordat de invoervan bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Oman en Sa-oedi-Arabië wordt gesubsidieerd.De klacht werd op 3 januari 2011ingediend door het Committee of Polyethylene Terephthalate (PET)Manufacturers in Europe (CPME) („de klager”) namens producen-ten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totaleproductie van bepaald polyethyleentereftalaat in de Unie voor hunrekening nemen.

OmanBeweerd wordt dat de enige producent van het onderzochte productvan oorsprong uit Oman een aantal subsidies van de regering vanOman heeft ontvangen. Het gaat onder meer om subsidies in de vormvan vrijstelling van directe inkomstenbelasting en vrijstelling van in-voer- en uitvoerrechten voor bedrijven in een speciale economischezone; zachte leningen voor investeringsprojecten ten gunste van ex-portgerichte bedrijfstakken en projecten met een hoog percentageOmaanse werknemers; rentesubsidies voor leningen die door deOman Development Bank (een overheidsinstelling) via commerciëlebanken aan Omaanse exporteurs worden verleend na afhandelingvan de verzending; uitvoersubsidies voor uitvoer met een meerwaardevan minstens 25% naar niet-Arabische landen; en verlaagde tarievenvoor water, gas en elektriciteit. Volgens de klacht zijn bovenge-noemde regelingen subsidies aangezien ze een financiële bijdrage vande regering van Oman (onder meer van overheidsinstellingen) impli-ceren en de ontvanger bevoordelen. Volgens de klacht zijn deze re-gelingen afhankelijk van uitvoerprestaties en/of uitsluitend bestemdvoor bepaalde bedrijven in een aangewezen geografisch gebied onderde jurisdictie van de subsidiërende autoriteit en/of uitsluitend be-stemd voor bepaalde sectoren of bepaalde bedrijven. Ze zijn bijge-volg specifiek en geven aanleiding tot compenserende maatregelen.

Saoedi-ArabiëBeweerd wordt dat de enige producent van het onderzochte productvan oorsprong uit Saoedi-Arabië een aantal subsidies van de regeringvan Saoedi-Arabië heeft ontvangen. Het gaat onder meer om subsi-dies in de vorm van verlaagde havenrechten bij de uitvoer; vrijstellingvan opslagkosten voor uitgevoerde goederen; vrijstelling van uitvoer-rechten en alle overige heffingen voor exportgerichte bedrijven; vrij-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 111

Page 84: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

stelling van invoerrechten bij de invoer van grondstoffen en kapitaal-goederen en verlaagde tarieven voor nutsvoorzieningen ten gunstevan bedrijven in speciale economische zones; door het Saoedi Indus-trial Development Fund verstrekte rentevrije leningen voor bedrijvenmet minstens 50% Saoedisch kapitaal; vrijstelling van inkomstenbe-lasting voor bedrijven met minstens 25% Saoedisch kapitaal; en ver-laagde tarieven voor water, gas en elektriciteit voor bepaalde bedrij-ven. De regering van Saoedi-Arabië past via het overheidsbedrijfAramco (een overheidsinstelling) een systeem van dubbele prijsstel-ling toe, zodat binnenlandse producenten toegang tot basismateriaalhebben aan lagere prijzen dan de internationale marktprijzen. Vol-gens de klacht zijn bovengenoemde regelingen subsidies, omdat zeeen financiële bijdrage van de regering van Saoedi-Arabië (ondermeer van overheidsinstellingen) impliceren en de ontvanger – d.w.zde producent-exporteur van het onderzochte product – bevoordelen.Volgens de klacht zijn deze regelingen afhankelijk van uitvoerpres-taties en/of uitsluitend bestemd voor bepaalde bedrijven in een aan-gewezen geografisch gebied onder de jurisdictie van de subsidiërendeautoriteit en/of uitsluitend bestemd voor bepaalde sectoren of be-paalde bedrijven. Ze zijn bijgevolg specifiek en geven aanleiding totcompenserende maatregelen. Bij de dubbele prijsstelling is de speci-ficiteit het gevolg van het feit dat het basismateriaal alleen door depetrochemische sector mag worden gebruikt (inherente specificiteit).Uit het door de klager verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijktdat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochteproduct werd ingevoerd onder meer een negatieve invloed hebben ge-had op het marktaandeel, het verkoopvolume en de prijzen van debedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de finan-ciële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd enarbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2421).

In PbEU L 330 van 14 december 2011 is bij Besluit 2011/834/EU be-kendgemaakt dat de antisubsidieprocedure betreffende de invoer vanbepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Oman en Saudi-Arabië is beëindigd. Het CPME heeft bij brief van 12 oktober 2011aan de Commissie de klacht officieel ingetrokken. De Commissieheeft geen redenen gevonden die erop duiden dat beëindiging niet inhet belang van de Unie is, terwijl de belanghebbenden evenmin re-denen hebben aangevoerd. Derhalve was de Commissie van oordeeldat deze procedure moet worden beëindigd.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 112

Page 85: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4222).

43. In PbEU C 102 van 2 april 2011 is bekendgemaakt dat er een ge-deeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maat-regelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleenteref-talaat (PET) van oorsprong uit India wordt geopend. De EuropeseCommissie heeft een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussen-tijds nieuw onderzoek te openen. Het verzoek is ingediend doorDhunseri Petrochem & Tea Limited (Dhunseri), een producent-ex-porteur uit India. Het betreft alleen een onderzoek naar subsidiëringdoor Dhunseri. Dhunseri heeft voldoende voorlopig bewijsmateriaalverstrekt dat wat Dhunseri betreft de omstandigheden met betrek-king tot subsidiëring op grond waarvan maatregelen werden inge-steld, aanzienlijk zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvendeaard zijn. Dhunseri voert aan dat het niet langer nodig is om demaatregel in verband met de invoer van het product op het huidigeniveau te handhaven om de tot compenserende maatregelen aanlei-ding gevende subsidiëring te neutraliseren. Het bedrijf heeft vol-doende bewijsmateriaal geleverd dat zijn subsidiebedrag veel lager isgeworden dan het recht dat er momenteel op wordt geheven. Dezedaling van de totale subsidie is voornamelijk het gevolg van de in-trekking van zijn status van exportgeoriënteerd bedrijf. In het lichtvan het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat wat de sub-sidiëring van Dhunseri Petrochem & Tea Limited betreft, zij overvoldoende voorlopig bewijsmateriaal beschikt dat de omstandighe-den inzake subsidiëring aanzienlijk zijn gewijzigd en dat die wijzigin-gen van blijvende aard zijn. De maatregelen moeten bijgevolg op-nieuw worden onderzocht.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2740).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 559/2012 (PbEU L 168 van 28juni 2012) wordt het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek in-zake de compenserende maatregelen betreffende de invoer van be-paald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit onder meer In-dia beëindigd. Geconcludeerd wordt dat de subsidiëring in de periodevan 1 april 2010 tot en met 31 maart 2011 is voortgezet. Ook werdonderzocht of de gewijzigde omstandigheden redelijkerwijs als vanblijvende aard konden worden aangemerkt. Vastgesteld werd dat deindiener van het verzoek ook in het tijdvak van het nieuwe onderzoektot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies van deIndiase overheid ontving. Verder werd tijdens dit nieuwe onderzoekeen lager subsidiepercentage vastgesteld dan tijdens het vorige on-derzoek. Ook werd vastgesteld dat de door de indiener van het ver-zoek aangevoerde veranderingen inderdaad hebben plaatsgevonden.Er werd evenwel ook vastgesteld dat de belangrijkste door de indie-ner van het verzoek gebruikte regeling (nl. de DEBPS) per 30 sep-tember 2011 is stopgezet, en dat de indiener van het verzoek nu ge-bruik maakt van een andere regeling die tijdens het tijdvak van hetnieuwe onderzoek niet werd gebruikt (nl. terugbetaling van douane-rechten). Het is derhalve duidelijk dat de situatie zoals die gedurendehet tijdvak van het nieuwe onderzoek bestond, niet van blijvendeaard is, daar deze intussen grondig is gewijzigd. Derhalve wordt ge-concludeerd dat het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek moetworden beëindigd zonder dat de van kracht zijnde compenserendemaatregelen worden gewijzigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1128).

44. In PbEU C 102 van 2 april 2011 is bekendgemaakt dat er een ge-deeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatrege-len die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleentereftalaat

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 113

Page 86: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

(PET) van oorsprong uit India wordt geopend. De Europese Com-missie heeft een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijdsnieuw onderzoek te openen. Het verzoek is ingediend door DhunseriPetrochem & Tea Limited (Dhunseri), een producent-exporteur uitIndia. Het betreft alleen een onderzoek naar dumping door Dhun-seri. Het verzoek is gebaseerd op door Dhunseri verstrekt voorlopigbewijsmateriaal dat, wat Dhunseri betreft, de omstandighedenwaarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd endat deze wijzigingen van blijvende aard zijn. Uit het voorlopige be-wijsmateriaal blijkt dat, wat Dhunseri betreft, de handhaving van demaatregel op het huidige niveau niet langer noodzakelijk is om degevolgen van dumping te neutraliseren. Dhunseri voert onder andereaan dat de productiekosten van de onderneming aanzienlijk zijn ver-anderd als gevolg van een forse daling van de douanerechten die vantoepassing zijn op de invoer van basisgrondstoffen en als gevolg vanverbeteringen van het productieproces; deze veranderingen hebbengeleid tot een sterke daling van de dumpingmarge sinds de instellingvan de thans geldende maatregelen. Bovendien blijkt uit een verge-lijking van de binnenlandse prijzen van de indiener van het verzoekmet zijn prijzen bij uitvoer naar de Unie dat de dumpingmarge aan-zienlijk lager is dan het huidige niveau van de maatregel. Handha-ving van de maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd opde eerder vastgestelde dumpingmarge, lijkt dus niet langer noodza-kelijk om de gevolgen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2741).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 560/2012 (PbEU L 168 van 28juni 2012) wordt het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek in-zake de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van bepaaldpolyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit onder meer Indiabeëindigd zonder dat de geldende maatregelen worden gewijzigd. Ineen brief aan de Commissie van 18 april 2012 heeft de indiener vanhet verzoek zijn verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onder-zoek van de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van petvan oorsprong uit India officieel ingetrokken. Na intrekking van hetverzoek werd onderzocht of er redenen waren het nieuwe onderzoekambtshalve voort te zetten. De diensten van de Commissie zagengeen dwingende redenen om te concluderen dat beëindiging van hetonderzoek tegen het belang van de Unie zou zijn. Daarom moet hetnieuwe onderzoek worden beëindigd. De conclusie luidt derhalve dathet nieuwe onderzoek betreffende de invoer van pet van oorspronguit India moet worden beëindigd zonder dat de geldende antidum-pingmaatregelen worden gewijzigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1129).

45. Gereserveerd.

46. Bij Bericht 2012/C 117/06 (PbEU C 117 van 21 april 2012 2012 – info:www.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-726) is door de EuropeseCommissie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 7 novem-ber 2012 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 114-120

Page 87: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

47. t/m 49. Gereserveerd.

50. In PbEU C 131 van 20 mei 2010 is een bericht gepubliceerd betref-fende antidumpingmaatregelen op de invoer van polyethyleenteref-talaatfolie van oorsprong uit India en de gedeeltelijke heropeningvan het tussentijdse nieuwe antidumpingonderzoek betreffende de in-voer van polyethyleentereftalaatfolie van oorsprong uit India. Bijzijn arrest van 17 november 2009 in zaak T-143/06 verklaarde hetHof van Justitie van de Europese Unie Verordening (EG) nr. 366/2006 nietig, voor zover zij een antidumpingrecht oplegt aan MTZPolyfilms Ltd (MTZ Polyfilms). Na een nieuw onderzoek bij het ver-vallen van de maatregelen werden de bij Verordening (EG) nr. 1676/2001 ingestelde maatregelen bevestigd bij Verordening (EG) nr.1292/2007. Als gevolg van het arrest van 17 november 2009 is de in-voer in de Europese Unie van door MTZ Polyfilms vervaardigde po-lyethyleentereftalaatfolie niet langer onderworpen aan de antidum-pingmaatregelen. De definitieve antidumpingrechten die overeen-komstig Verordening (EG) nr. 366/2006 en Verordening (EG) nr.1292/2007 zijn betaald op de invoer in de Europese Unie van poly-ethyleentereftalaatfolie, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex3920 62 19 en ex 3930 62 90, van oorsprong uit India, vervaardigddoor MTZ Polyfilms (aanvullende TARIC-code A031) moeten wor-den terugbetaald of kwijtgescholden. De terugbetaling of kwijtschel-ding moet overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij denationale douaneautoriteiten worden aangevraagd. Aangezien eendergelijke aanvraag redelijkerwijs niet uit hoofde van die wetgevingkan worden gedaan omdat de termijn daarvoor reeds vóór het tijd-stip van bekendmaking van dit bericht is verstreken of kort na be-kendmaking van dit bericht verstrijkt, is die termijn echter niet vantoepassing. De importeurs wordt echter dringend verzocht hun aan-vraag om terugbetaling zo spoedig mogelijk in te dienen. Bovendienis de invoer in de Europese Unie van door MTZ Polyfilms vervaar-digde polyethyleentereftalaatfolie niet langer onderworpen aan deantidumpingmaatregelen.Gedeeltelijke heropening van het tussentijdse nieuwe antidumping-onderzoek.Het Hof van Justitie verklaarde bij zijn arrest van 17 november 2009Verordening (EG) nr. 366/2006 nietig, omdat het van oordeel was datzij op een onjuiste rechtsgrondslag was vastgesteld. Het Hof van Jus-titie oordeelde met name dat artikel 11, lid 3, van Verordening (EG)nr. 1225/2009 niet kan dienen als rechtsgrondslag die de instellingenbij de bepaling van de uitvoerprijs toestaat de in artikel 2, leden 8 en9, van de basisverordening voorgeschreven methodologie niet toe tepassen. Het Gerecht van eerste aanleg en het Hof van Justitie EG(Zaak T-2/95 Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad [1998] Ju-rispr. II-3939) erkennen dat, wanneer een procedure uit verschillendeadministratieve stappen bestaat, de nietigverklaring van een van dezestappen niet de volledige procedure nietig verklaart. De antidum-pingprocedure is een voorbeeld van een dergelijke uit verschillendestappen bestaande procedure. Bijgevolg houdt de nietigverklaringvan delen van de antidumpingverordening die definitieve maatrege-len instelt niet de nietigverklaring van de gehele procedure vóór devaststelling van de verordening in kwestie in. Verder zijn de instel-lingen van de Europese Unie overeenkomstig artikel 266 van het Ver-drag betreffende de werking van de Europese Unie verplicht het ar-rest van 17 november 2009 van het Hof van Justitie uit te voeren.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 121

Page 88: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Bijgevolg hebben de instellingen van de Unie bij de uitvoering vanhet arrest de mogelijkheid om de aspecten van de betwiste verorde-ning te corrigeren die tot de nietigverklaring daarvan hebben geleid.Er zij op gewezen dat alle andere bevindingen van de betwiste ver-ordening, waarop het arrest geen betrekking heeft, geldig blijven.De Commissie heeft daarom besloten het tussentijdse nieuwe anti-dumpingonderzoek betreffende de invoer van polyethyleenterefta-laatfolie van oorsprong uit onder meer India te heropenen om voor-noemd arrest van het Hof uit te voeren, voor zover het MTZ Poly-films betreft. De Commissie heeft na raadpleging van het Raadge-vend Comité besloten dat een gedeeltelijke heropening van hettussentijdse nieuwe antidumpingonderzoek gerechtvaardigd is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1073).

In PbEU L 129 van 17 mei 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 469/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 18 mei 2011 het de-finitieve antidumpingrecht op polyethyleentereftalaatfolie (petfolie)van oorsprong uit India is gewijzigd. De rechten worden herzien.In het oorspronkelijke antidumpingonderzoek was het niveauwaarop de schade wordt opgeheven in alle gevallen hoger was dan dedumpingmarges. Het antidumpingrecht moet worden vastgesteld ophet niveau van de voor de verschillende Indiase producenten vastge-stelde dumpingmarges. De rechten moeten derhalve worden herzien.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3008).

In PbEU L 211 van 18 augustus 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 824/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 19 augustus2011 het tussentijdse nieuwe antidumpingonderzoek betreffende de in-voer van polyethyleentereftalaatfolie (petfolie) van oorsprong uit Indiawordt beëindigd. Op de invoer van petfolie van oorsprong uit India envervaardigd door MTZ Polyfilms is uit hoofde van deze procedure geenantidumpingrecht van toepassing. De op grond van het arrest van hetHof van Justitie bestaande situatie wordt hiermee bevestigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnum-mer: 2011-3522).

51. In PbEU C 294 van 29 oktober 2010 is bekendgemaakt dat er eennieuw gedeeltelijk tussentijds onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen die van toepassing zijn op de invoer van polyethyleenterefta-laatfolie (PET-folie) van oorsprong uit India wordt geopend.De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen. Het verzoek is inge-diend door Ester Industries Limited („de indiener van het verzoek”),een producent-exporteur uit India. Het betreft alleen een onderzoeknaar dumping door de indiener van het verzoek. De indiener heeft bijzijn verzoek voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat deomstandigheden waarop de antidumpingmaatregelen zijn gebaseerd,zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn. Uit ditvoorlopig bewijsmateriaal blijkt dat handhaving van de maatregel ophet huidige niveau niet langer noodzakelijk is om de gevolgen vandumping te neutraliseren. In het bijzonder voert de indiener van hetverzoek aan dat het productieproces van de onderneming belangrijkeveranderingen heeft ondergaan, waardoor de dumpingmarge sindsde instelling van de maatregelen aanzienlijk kleiner is geworden. Bo-vendien blijkt uit een vergelijking van de binnenlandse prijzen van deindiener van het verzoek met zijn prijzen bij uitvoer naar de Unie datde dumpingmarge aanzienlijk lager is dan het huidige niveau van demaatregel. Handhaving van de maatregelen op het huidige niveau,dat is gebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, lijktdaarom niet langer noodzakelijk om de gevolgen van dumping teneutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 122

Page 89: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 13/2012 (PbEU L 8 van 12 ja-nuari 2012) wordt met ingang van 13 januari 2012 het definitief anti-dumpingrecht op polyethyleentereftalaatfolie (petfolie) van oorspronguit India gewijzigd. Op basis van het nieuwe onderzoek bedraagt devoorgestelde herziene dumpingmarge en het antidumpingrecht op hetdoor Ester Industries Limited geproduceerde product 8,3%.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-106).

52. In PbEU L 219 van 20 augustus 2010 is bij Verordening (EU) nr.748/2010 bekendgemaakt dat er met ingang van 21 augustus 2010 ereen onderzoek wordt geopend naar de mogelijke ontwijking van deingestelde antidumpingmaatregelen op bepaalde kunststof zakkenuit China door de invoer van bepaalde kunststof zakken via een Chi-nese onderneming waarvoor een lager recht geldt (Xiamen XingxiaPolymers Co., Ltd). De Commissie heeft besloten op eigen initiatiefeen onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de an-tidumpingrechten op bepaalde kunststof zakken van oorsprong uitChina. Dit onderzoek heeft betrekking op kunststof zakken en aan-gegeven als vervaardigd door de onderneming Xiamen Xingxia Po-lymers Co., Ltd (aanvullende Taric-code A981). De Commissie be-schikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de antidum-pingmaatregelen op de invoer van het betrokken product dat doorbepaalde aan het residuele recht van 28,8% (aanvullende Taric-codeA999) onderworpen producenten wordt vervaardigd, worden ontwe-ken door reorganisatie van de verkooppatronen en -kanalen van hetbetrokken product. Deze producenten en exporteurs voeren hun pro-ducten uiteindelijk naar de Unie uit via een Chinese producent-ex-porteur (Xiamen Xingxia Polymers Co., Ltd), op wie het recht van8,4% voor medewerkende exporteurs die niet voor de steekproef zijngeselecteerd van toepassing is en die samen met andere niet in desteekproef opgenomen ondernemingen in bijlage I bij Verordening(EG) nr. 1425/2006 is genoemd; dat recht is lager dan het residuelerecht van 28,8%. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat ervoldoende bewijsmateriaal is om een onderzoek te openen.Tevens wordt de douaneautoriteiten opgedragen de nodige maatre-gelen te nemen om de invoer in de Unie van deze goederen te regis-treren. Zie voor deze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1369).

In PbEU L 131 van 18 mei 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 474/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 19 mei 2011 het de-finitieve antidumpingrecht op bepaalde kunststof zakken van oor-sprong uit onder andere China is gewijzigd.Geconcludeerd werd dat zich een verandering in de structuur van hethandelsverkeer heeft voorgedaan. Daarom moet het residuele anti-dumpingrecht op het product van oorsprong uit China worden uit-gebreid tot de invoer van hetzelfde product dat als vervaardigd doorXiamen wordt aangegeven. In de praktijk betekent dit dat voor dieinvoer vanaf de inwerkingtreding van deze verordening de aanvul-lende Taric-code A999 moet worden aangegeven.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3016).

53. In PbEU C 253 van 21 september 2010 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen op bepaalde kunststof zakken van oorsprong uit onder meerChina wordt geopend. De Europese Commissie een verzoek ontvan-gen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen. Hetverzoek werd ingediend door Greenwood Houseware (Zuhai) Ltd.(‘de indiener van het verzoek’), een exporteur uit China. Het betreftalleen een onderzoek naar dumping door de indiener van het ver-zoek. Het verzoek is gebaseerd op door de indiener van het verzoekverstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, wat de indiener van het ver-zoek betreft, de omstandigheden waarop de bestaande maatregelen

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 123

Page 90: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvendeaard zijn. Uit het voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat, wat de in-diener van het verzoek betreft, de handhaving van de maatregel ophet huidige niveau niet langer noodzakelijk is om de gevolgen vandumping te neutraliseren. De indiener van het verzoek beweerde dathij aan de voorwaarden voor een BMO voldoet, met name aangezienhij zijn boekhouding heeft verbeterd. Bovendien heeft de indienervan het verzoek voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijktdat hij als gevolg van significante veranderingen in zowel de bedrijfs-structuur als het productieproces van de onderneming nu voldoetaan de criteria voor een individuele behandeling. Uit een vergelijkingvan de door de indiener van het verzoek gehanteerde prijzen bij uit-voer naar de Unie en de door berekening vastgestelde normalewaarde in Maleisië blijkt dat de dumpingmarge aanzienlijk lager isdan het huidige niveau van de maatregel. Voornoemde zaken zullendaarom tijdens het nieuwe onderzoek nader worden bekeken. Hand-having van de maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd opde eerder vastgestelde dumpingmarge, lijkt daarom niet langer nood-zakelijk om de gevolgen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1535).

54. In PbEU C 283 van 27 september 2011 is bekendgemaakt dat er eennieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelendie van toepassing zijn op de invoer van bepaalde kunststof zakkenvan oorsprong uit China en Thailand wordt geopend. Na de bekend-making van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toe-passing zijn op de invoer van bepaalde kunststof zakken van oor-sprong uit China en Thailand op korte termijn vervallen, heeft deEuropese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvan-gen. Het verzoek werd op 30 juni 2011 ingediend door 33 producen-ten of groepen van producenten in de EU („de indieners van het ver-zoek’’), die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 25%,van de productie van bepaalde kunststof zakken in de Unie. Het ver-zoek werd ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waar-schijnlijk zal leiden tot voortzetting van dumping en voortzetting vanschade voor de bedrijfstak van de Unie. Uit het door de indieners vanhet verzoek overgelegde voorlopige bewijsmateriaal blijkt onder meerdat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokkenproduct wordt ingevoerd, het prijspeil van de bedrijfstak van de Unienog steeds negatief beïnvloeden, wat leidt tot aanzienlijke nadelenvoor de financiële situatie en de werkgelegenheidssituatie van de be-drijfstak van de Unie.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de ope-ning van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelente rechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3776).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 627/2012 (PbEU L 182 van 13juli 2012) wordt het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek enhet nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen,die betrekking hebben op de bij Verordening (EG) nr. 1425/2006 in-gestelde antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer vanbepaalde kunststof zakken van oorsprong uit China en Thailandbeëindigd. Wegens de geringe medewerking van de kant van de in desteekproef opgenomen producenten in de Unie kon niet redelijker-wijs worden geconcludeerd dat de bij de medewerkende ondernemin-gen verzamelde gegevens een getrouw beeld geven van de situatie vande gehele bedrijfstak van de Unie, zodat niet goed kon worden vast-gesteld of aan de gestelde voorwaarden is voldaan. In het licht vanhet bovenstaande moet het nieuwe onderzoek in verband met het ver-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 124-130

Page 91: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

vallen van de maatregelen en het tussentijdse nieuwe onderzoek metbetrekking tot de invoer van kunststof zakken uit China en Thailandworden beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1254).

55. In PbEU C 63 van 2 maart 2012 is een bericht gepubliceerd inzake deantidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van strijkplankenvan oorsprong uit China. Het bericht betreft tevens een gedeeltelijkeheropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer vanstrijkplanken van oorsprong uit onder meer China. Bij arrest van 8november 2011 in zaak T-274/07 heeft het Gerecht van de EuropeseUnie Verordening (EG) nr. 452/2007 tot instelling van een definitiefantidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige anti-dumpingrecht op strijkplanken van oorsprong uit China en Oekraïnenietig verklaard voorzover zij betrekking heeft op de invoer in deEuropese Unie van strijkplanken vervaardigd door Zhejiang Harmo-nic Hardware Products Co. Ltd. (Harmonic). Als gevolg van het ar-rest van 8 november 2011 zijn op de invoer in de Europese Unie vandoor Harmonic vervaardigde strijkplanken niet langer de bij de be-twiste Verordening (EG) nr. 452/2007 ingestelde antidumpingmaat-regelen van toepassing. Het Gerecht van de Europese Unie heeft bijarrest van 8 november 2011 de artikelen 1 en 2 van de betwiste Ver-ordening (EG) nr. 452/2007 nietig verklaard voor zover daarbij eendefinitief antidumpingrecht wordt ingesteld en het voorlopige anti-dumpingrecht definitief wordt geïnd op door Harmonic vervaardigdestrijkplanken. Volgens het Gerecht werd door de niet-inachtnemingvan de termijn van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dum-ping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (debasisverordening) in feite het recht van verweer van Harmonic aan-getast, en had de Commissie tevens inbreuk gemaakt op artikel 8 vande basisverordening, op grond waarvan Harmonic tot aan het ver-strijken van die termijn verbintenissen mocht aanbieden. Het Ge-recht en het Hof van Justitie erkennen dat, wanneer een procedureuit verschillende administratieve stappen bestaat, de nietigverklaringvan een van deze stappen niet de nietigverklaring van de volledigeprocedure meebrengt. De antidumpingprocedure is een voorbeeldvan een dergelijke uit verschillende stappen bestaande procedure.Bijgevolg houdt de nietigverklaring van delen van de definitieve an-tidumpingverordening niet de nietigverklaring van de gehele proce-dure vóór de vaststelling van de verordening in kwestie in. Verderzijn de instellingen van de Europese Unie overeenkomstig artikel 266van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ver-plicht het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 8 no-vember 2011 uit te voeren. Bijgevolg hebben de instellingen van deUnie bij de uitvoering van het arrest de mogelijkheid om alleen deaspecten van de betwiste verordening te corrigeren die tot de nietig-verklaring ervan hebben geleid en de niet-betwiste delen waarop hetarrest geen betrekking heeft ongewijzigd te laten. Er zij op gewezendat alle andere bevindingen in de betwiste verordening die niet be-twist werden binnen de hiervoor vastgestelde termijnen en derhalveniet door het Gerecht en het Hof werden onderzocht en geen aan-leiding hebben gegeven tot de nietigverklaring van de betwiste ver-ordening, van kracht blijven.De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité be-sloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonder-zoek gerechtvaardigd is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-436).

56. In PbEU C 120 van 25 april 2012 is een bericht gepubliceerd over deopening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidum-pingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van strijkplan-ken van oorsprong uit China en Oekraïne. Na de bekendmaking vaneen bericht van het naderend vervallen van de antidumpingmaatre-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 131

Page 92: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

gelen op strijkplanken uit China en Oekraïne heeft de Europese Com-missie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoekwerd op 25 januari 2012 ingediend door drie producenten in de Uniedie goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 25%, van detotale productie in de Unie van strijkplanken. Uit het door de indie-ners van het verzoek overgelegde voorlopige bewijsmateriaal blijktdat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochteproduct werd ingevoerd, onder meer een ongunstige invloed blevenhebben op het prijspeil, wat leidde tot aanzienlijke nadelen voor definanciële situatie van de bedrijfstak van de Unie. Daarnaast voert deindiener van het verzoek aan dat, als de maatregelen zouden vervallenen de hoeveelheden van het betrokken product die tegen dumping-prijzen uit de betrokken landen worden ingevoerd zouden stijgen, debedrijfstak van de Unie waarschijnlijk verdere schade zal lijden. In ditverband heeft de indiener van het verzoek bewijsmateriaal verstrektwaaruit blijkt dat indien de maatregelen vervallen, de huidige hoe-veelheden van het onderzochte product die uit de betrokken landenworden ingevoerd waarschijnlijk zullen stijgen omdat China over on-gebruikte capaciteit beschikt, de antidumpingmaatregelen ten aanzienvan de invoer van Chinese strijkplanken worden uitgebreid tot huntraditionele exportmarkt, de VS, en de markt van de Unie erg aan-trekkelijk is door zijn omvang en zijn geografische nabijheid voor pro-ducenten-exporteurs in Oekraïne.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedurevoor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in teleiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-745).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 987/2012 (PbEU L 297 van 26oktober 2012) wordt het definitief antidumpingrecht op strijkplankenuit China, vervaardigd door Zhejiang Harmonic Hardware ProductsCo. Ltd opnieuw ingesteld.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1658).

57. In PbEU C 166 van 12 juni 2012 is een bericht gepubliceerd over deopening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de an-tidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer vanstrijkplanken van oorsprong uit Oekraïne. Het nieuwe onderzoek isbeperkt tot een onderzoek naar dumping voorzover het de EurogoldIndustries Ltd betreft. De Europese Commissie heeft een verzoekontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te ope-nen. Het verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door Eu-rogold Industries Ltd (de indiener van het verzoek), een producent-exporteur in Oekraïne. Het nieuwe onderzoek is beperkt tot een on-derzoek naar dumping voorzover het de indiener van het verzoek be-treft. Het verzoek is gebaseerd op door de indiener van het verzoekverstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, wat de indiener van het ver-zoek betreft en wat dumping betreft, de omstandigheden waarop debestaande maatregel is gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzi-gingen van blijvende aard zijn. De indiener van het verzoek beweertdat de omstandigheden sinds het tijdvak van het laatste onderzoekzijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn, daar zijbetrekking hebben op het verkoopkanaal van het onderzochte pro-duct bij uitvoer naar de Unie. Uit het door de indiener van het ver-zoek verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat handhaving vande maatregel op het huidige niveau niet langer noodzakelijk is om degevolgen van de schade veroorzakende dumping te neutraliseren. Bo-vendien blijkt uit een vergelijking van de prijzen van de indiener vanhet verzoek bij uitvoer naar de Unie met een normale waarde die isvastgesteld op basis van op de binnenlandse markt betaalde of te be-talen prijzen, dat de dumpingmarge lager is dan het huidige niveauvan de maatregel. Handhaving van de maatregel op het huidige ni-veau, dat is gebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, lijkt

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 132

Page 93: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

daarom niet langer noodzakelijk om de gevolgen van dumping, zoalseerder vastgesteld, te neutraliseren.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een ge-deeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1004).

58. t/m 59. Gereserveerd.

60. In PbEU C 270 van 13 september 2011 is bekendgemaakt dat er eennieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelendie van toepassing zijn op de invoer van zeemleder van oorsprong uitChina wordt geopend. Na de bekendmaking van een bericht van hetnaderend vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepas-sing zijn op de invoer van zeemleder van oorsprong uit China heeftde Europese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ont-vangen. Het verzoek werd op 14 juni 2011 ingediend door UK Lea-ther Federation („de indiener van het verzoek’’), die goed is voor eengroot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale productie vanzeemleder in de Unie. Het verzoek werd ingediend omdat gevreesdwerd dat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzettingvan de dumping en voortzetting van de schade voor de bedrijfstakvan de Unie. De indiener van het verzoek heeft bewijsmateriaal ver-strekt waaruit blijkt dat het betrokken product nog steeds in aan-zienlijke hoeveelheden uit China in de EU wordt ingevoerd. Uit hetdoor de indiener van het verzoek overgelegde voorlopige bewijsma-teriaal blijkt onder meer dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het product wordt ingevoerd, het prijspeil van de bedrijfs-tak van de Unie nog steeds negatief beïnvloeden, wat leidt tot aan-zienlijke nadelen voor de bedrijfsresultaten, de financiële situatie vande bedrijfstak van de Unie en de werkgelegenheidssituatie.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de ope-ning van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelente rechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3676).

61. In PbEU C 270 van 11 november 2009 is bekendgemaakt er eennieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregel eneen tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelen dievan toepassing zijn op de invoer van multiplex van okouméhout uitChina worden geopend. Na de bekendmaking van een bericht dat deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op multiplex vanokouméhout uit China op 13 november 2009 zouden vervallen, heeftde Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen vande European Federation of the Plywood Industry (FEIC) namensproducenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 40‰,van de totale communautaire productie van multiplex van okoumé-hout voor hun rekening nemen. Daarnaast heeft de Commissie even-eens bewijsmateriaal ontvangen dat toereikend is om een gedeeltelijktussentijds nieuw onderzoek te openen dat beperkt is tot het onder-zoek van de schade. Het verzoek is ingediend omdat het vervallenvan de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot voortzetting of her-haling van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak vande Gemeenschap. Volgens de FEIC zal waarschijnlijk opnieuwschade veroorzakende dumping plaatsvinden. In dit verband heeft hijbewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het pro-duct bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvangzal toenemen gezien de onbenutte productiecapaciteit in China. Vol-gens de FEIC is het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen datde bedrijfstak van de Gemeenschap geen schade meer lijdt. Indien demaatregelen vervallen en het product weer in grote hoeveelheden te-gen dumpingprijzen uit China wordt ingevoerd, zal de bedrijfstakvan de Gemeenschap waarschijnlijk opnieuw schade lijden. Tegen

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 133

Page 94: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

een aantal Franse producenten van multiplex van okouméhout loopteen proces voor een Franse rechtbank wegens vermeend mededin-gingbeperkend gedrag. Er kan niet worden uitgesloten dat dit deschadebeoordeling in het oorspronkelijke onderzoek heeft verstoord.Daarom werd het passend geacht ambtshalve een tussentijds onder-zoek te openen om de situatie met betrekking tot de schade van debedrijfstak van de Gemeenschap opnieuw te bekijken, in het bijzon-der in vergelijking met de situatie tijdens het onderzoektijdvak vanhet oorspronkelijke onderzoek.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden voor een nieuw onderzoek in verband met het ver-vallen van de maatregel en een gedeeltelijk tussentijds nieuw onder-zoek dat beperkt is tot het onderzoek van de schade.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2009-70).

In PbEU L 28 van 2 februari 2011 is bij Verordening (EU) nr. 82/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 3 februari 2011 er een de-finitief antidumpingrecht is ingesteld op multiplex van okouméhoutvan oorsprong uit China naar aanleiding van een nieuw onderzoek.Tevens wordt een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek beëindigd.Geconcludeerd wordt dat de antidumpingmaatregelen die van toe-passing zijn op okoumémultiplex van oorsprong uit China moetenworden gehandhaafd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2345).

62. In PbEU C 41 van 18 februari 2010 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van gestreken fijn pa-pier uit China wordt ingeleid. De Commissie heeft een klacht ont-vangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdtdoor de invoer met dumping van gestreken fijn papier van oorspronguit China. De klacht werd op 4 januari 2010 ingediend door CEPI-FINE, de Europese vereniging van fabrikanten van fijn papier („deklager”), namens producenten die een groot deel, in dit geval meerdan 25%, van de totale productie van gestreken fijn papier in de Unievoor hun rekening nemen. Aangezien China niet als een land met eenmarkteconomie beschouwd wordt, heeft de klager de normale waardevoor de invoer uit China vastgesteld op basis van de prijs in een derdeland met een markteconomie, namelijk de Verenigde Staten vanAmerika. De bewering dat het desbetreffende product met dumpingwordt ingevoerd, is gebaseerd op de vergelijking van de aldus vast-gestelde normale waarde met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van hetonderzochte product wanneer het naar de Unie wordt geëxporteerd.De aldus berekende dumpingmarges blijken voor China significant tezijn. De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat deinvoer van het onderzochte product uit China zowel absoluut als quamarktaandeel is gestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat deklager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer eenongunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van deUnie verkochte hoeveelheden en het ingenomen marktaandeel, waar-door de bedrijfsresultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijkzijn verslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-296).

In PbEU L 299 van 17 november 2010 is bij Verordening (EU) nr.1042/2010 bekendgemaakt dat met ingang van 18 november 2010 ereen voorlopig antidumpingrecht is ingesteld op gestreken fijn papiervan oorsprong uit China.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 134

Page 95: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Geoordeeld wordt dat op de invoer uit China voorlopige antidum-pingrechten moeten worden ingesteld die moeten overeenstemmenmet de dumpingmarge of met de schademarge indien deze lager is. Indit geval moet het recht bijgevolg worden vastgesteld op het niveauvan de vastgestelde schademarges. Om een goede toepassing van hetantidumpingrecht te garanderen, moet het residuele recht niet alleengelden voor niet-medewerkende producenten-exporteurs, maar ook

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 135

Page 96: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 136-140

Page 97: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

voor producenten die het product in het onderzoekstijdvak (1 januari2009 tot en met 31 december 2009) niet naar de Unie hebben uitge-voerd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1880).

In PbEU L 128 van 14 mei 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 451/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 15 mei 2011 er eendefinitief antidumpingrecht is ingesteld gestreken fijn papier van oor-sprong uit China. De bedragen die uit hoofde van het voorlopige an-tidumpingrecht als zekerheid zijn gesteld voor de invoer van gestre-ken fijn papier van oorsprong uit China worden definitief geïnd tothet bedrag van het vastgestelde voorlopige recht.Gezien de conclusies inzake dumping schade oorzakelijk verband enbelang van de Unie moet een definitief antidumpingrecht op gestre-ken fijn papier van oorsprong uit China worden ingesteld op het ni-veau van de vastgestelde dumpingmarge dan wel op het niveau vande vastgestelde schademarge indien deze lager is. In dit geval moethet recht bijgevolg worden vastgesteld op de schademarge.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2978).

63. In PbEU C 99 van 17 april 2010 is bekendgemaakt dat er een anti-subsidieprocedure betreffende de invoer van gestreken fijn papier uitChina wordt ingeleid. De Commissie heeft een klacht ontvangen datde bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoermet subsidiëring van gestreken fijn papier van oorsprong uit China.De klacht werd op 4 maart 2010 ingediend door CEPIFINE, de Eu-ropese vereniging van fabrikanten van fijn papier, („de klager”) na-mens producenten die een groot deel, in dit geval meer dan 25 %, vande totale productie van gestreken fijn papier in de Unie voor hunrekening nemen. De producenten van het onderzochte product vanoorsprong uit China zouden een aantal subsidies van de overheid vanChina hebben ontvangen. Uit het door de klager verstrekte voorlo-pige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het onderzochte product werd ingevoerd onder meer eennegatieve invloed hebben gehad op het verkoopvolume en de prijzenvan de bedrijfstak van de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en definanciële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterden arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan. De Commissie is na overlegmet het Raadgevend Comité tot de conclusie gekomen dat de klachtis ingediend door of namens de bedrijfstak van de Unie en dat ervoldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden.

In PbEU L 128 van 14 mei 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 452/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 15 mei 2011 eendefinitief antisubsidierecht ingesteld op gestreken fijn papier van oor-sprong uit China.Gezien de conclusies ten aanzien van subsidiëring schade oorzakelijkverband en het belang van de Unie wordt geoordeeld dat op het pro-duct van oorsprong uit China een definitief compenserend recht moetworden ingesteld dat volgens de regel van het laagste recht gelijkmoet zijn aan de subsidiemarge of aan de schademarge indien dezelager is. In dit geval moet het recht bijgevolg worden vastgesteld ophet niveau van de vastgestelde subsidiemarges. Om een goede toe-passing van het compenserende recht te garanderen moet het resi-duele recht niet alleen gelden voor niet-medewerkende producenten-exporteurs maar ook voor producenten die het product in het on-derzoekstijdvak (1 januari 2009 tot en met 31 december 2009) nietnaar de Unie hebben uitgevoerd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2979).

64. In PbEU C 213 van 8 september 2009 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van garens met eenhoge sterktegraad, van polyesters, van oorsprong uit de Volksrepu-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 141

Page 98: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

bliek China, de Republiek Korea en Taiwan wordt geopend. DeCommissie heeft een klacht dat de bedrijfstak van de Gemeenschapaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van garensmet een hoge sterktegraad, van polyesters, van oorsprong uit China,Taiwan en Zuid-Korea. De klacht werd op 27 juli 2009 ingedienddoor de CIRFS – European Man-made Fibres Association (de kla-ger), namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meerdan 60%, van de totale productie van garens met een hoge sterkte-graad, van polyesters, in de Gemeenschap voor hun rekening nemen.De klager heeft o.a. voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruitblijkt dat de totale invoer van het desbetreffende product uit China,Taiwan en Zuid-Korea zowel in absolute cijfers als wat het markt-aandeel betreft, is gestegen. De hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het product wordt ingevoerd, zouden onder meer een on-gunstige invloed hebben gehad op het marktaandeel, de verkochtehoeveelheden en het prijspeil van de bedrijfstak van de Gemeen-schap, waardoor de bedrijfsresultaten en met name de winstgevend-heid van en de werkgelegenheid bij de bedrijfstak van de Gemeen-schap aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie is gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de be-drijfstak van de Gemeenschap en dat er voldoende bewijsmateriaal isom een procedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2009-1369-NFM).

In PbEU L 135 van 2 juni 2010 is bij Verordening (EU) nr. 478/2010bekendgemaakt dat met ingang van 3 juni 2010 er voor een periodevan zes maanden een voorlopig antidumpingrecht wordt ingesteld opgarens met een hoge sterktegraad, van polyesters, van oorsprong uitChina. Geconcludeerd wordt dat ten aanzien van de invoer van oor-sprong uit China voorlopige antidumpingmaatregelen moeten wor-den ingesteld die gelijk zijn aan de dumpingmarge, of aan de scha-demarge indien deze lager is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-877).

In PbEU L 315 van 1 december 2010 is bij Verordening (EU) nr.1105/2010 bekendgemaakt dat met ingang van 2 december 2010 ereen definitief antidumpingrecht is ingesteld op garens met een hogesterktegraad van polyesters van oorsprong uit China. De bedragendie uit hoofde van het voorlopige antidumpingrecht als zekerheidwaren gesteld worden definitief geïnd tot het bedrag van het vastge-stelde definitieve recht. De bedragen die als zekerheid zijn gesteld endie het definitieve bedrag van het antidumpingrecht overschrijden,worden vrijgegeven. De procedure betreffende de invoer van garensmet een hoge sterktegraad van polyesters van oorsprong uit de Re-publiek Korea en Taiwan wordt beëindigd zonder de instelling vanmaatregelen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1921).

In PbEU L 232 van 9 september 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 907/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 10 september2011 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2010 wordt gewijzigd.Van Amann Twisting Yancheng Co. Ltd is bij de beoordeling van deverstrekte informatie gebleken dat de onderneming niet voldoendebewijzen had verstrekt dat aan de criteria werd voldaan. Aangeziende indiener het product niet produceerde maar het in feite alleen be-werkte, werd geconcludeerd dat Amann Twisting Yancheng Co. Ltdniet kan worden aangemerkt als producent van het product. Daaromvoldoet hij niet aan het BNPE-criterium dat de indiener van het ver-zoek een „producent’’ van het product moet zijn.Van Jiangsu Hengli Chemical Fibre Co. Ltd is bij de beoordeling vande verstrekte informatie gebleken dat de onderneming aan de criteriavoldoet. Geconcludeerd wordt dat de onderneming Jiangsu Hengli

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 142

Page 99: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Chemical Fibre Co. Ltd (aanvullende Taric-code: A977) moet wor-den toegevoegd aan de lijst van individuele ondernemingen met eenrecht van 5,3%.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3675).

65. In PbEU C 210 van 8 september 2007 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserendemaatregelen die van toepassing zijn op getextureerd filamentgarenvan polyester (PTY) van oorsprong uit India wordt geopend. Hetnieuwe onderzoek heeft uitsluitend betrekking op de mate van sub-sidiëring voor bepaalde Indiase producenten/exporteurs.De voordelen verkregen uit twee subsidieregelingen (het Duty Enti-tlement Passbook Scheme (’DEPBS’) en de Income Tax Exemptionunder Section 80 HHC of the Income Tax Act (’ITES’) lijken name-lijk aanzienlijk kleiner geworden te zijn. Dit komt doordat de Indiasewetgeving waarop die regelingen gebaseerd zijn, is gewijzigd. DeCommissie beschikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaal datde omstandigheden met betrekking tot subsidiëring op grond waar-van maatregelen werden vastgesteld, zijn gewijzigd en dat deze wij-ziging van blijvende aard is.De Commissie opent derhalve na overleg in het Raadgevend Comitéeen gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (zoek-term: 2007-1393-NFM).

66. t/m 75. Gereserveerd.

76. In PbEU C 160 van 19 juni 2010 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van keramische tegels uitChina wordt ingeleid. De Commissie heeft een klacht ontvangen datde bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoermet dumping van keramische tegels van oorsprong uit China. Deklacht werd op 7 mei 2010 ingediend door de European Ceramic TileManufacturers Federation (‘CET’) namens producenten die goedzijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 30%, van de totaleproductie van keramische tegels in de Unie. Aangezien China niet alseen land met een markteconomie beschouwd wordt, heeft de CET denormale waarde voor de invoer uit China vastgesteld op basis van deprijs in een derde land met een markteconomie, namelijk de Vere-nigde Staten van Amerika. De bewering dat het product met dum-ping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldusvastgestelde normale waarde met de prijzen (af fabriek) van het on-derzochte product bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekendedumpingmarges blijken voor het land van uitvoer aanzienlijk te zijn.De CET heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de in-voer van het onderzochte product uit China zowel absoluut als quamarktaandeel is gestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal blijktdat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochteproduct wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebbengehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelhedenen het door hem ingenomen marktaandeel, waardoor de bedrijfsre-sultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1079).

In PbEU L 70 van 17 maart 2011 is bij Verordening (EU) nr. 258/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 18 maart 2011 er een voor-lopig antidumpingrecht is ingesteld op keramische tegels van oor-sprong uit China. Gezien de conclusies inzake dumping, de daardoorveroorzaakte schade, het oorzakelijke verband en het belang van deUnie moeten voorlopige antidumpingmaatregelen betreffende de in-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 143

Page 100: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

voer van het product uit China worden ingesteld om te voorkomendat de bedrijfstak van de Unie nog meer schade lijdt door de invoermet dumping.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2627).

In PbEU L 238 van 15 september 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 917/2011) bekendgemaakt dat met ingang van 16 september2011 er een definitief antidumpingrecht wordt ingesteld op kerami-sche tegels uit China. Er kan worden verwacht dat de gevolgen vande instelling van maatregelen de bedrijfstak van de Unie ten goedezullen komen en bijgevolg een gunstige uitwerking zullen hebben opde concurrentievoorwaarden op de markt van de Unie en de dreigingvan sluitingen en afvloeiingen zullen verminderen. Naar verwachtingzal de instelling van maatregelen voorts beperkte gevolgen hebbenvoor de gebruikers/importeurs, die zich bij een groot aantal leveran-ciers op de markt van de Unie en in andere derde landen kunnenbevoorraden. Gezien het bovenstaande kan niet worden geconclu-deerd dat de instelling van maatregelen tegen het belang van de Uniezou zijn. Gezien de hoogte van de dumpingmarges en van de schadedie de bedrijfstak van de Unie heeft geleden, wordt het nodig geachtde bedragen die uit hoofde van het bij de voorlopige verordening in-gestelde voorlopige antidumpingrecht als zekerheid zijn gesteld, de-finitief te innen. Wanneer het definitieve recht hoger is dan het voor-lopige recht, worden uitsluitend de bedragen die uit hoofde van hetvoorlopige recht als zekerheid werden gesteld, definitief geïnd, terwijlde als zekerheid gestelde bedragen die het bedrag van het definitieverecht overschrijden, worden vrijgegeven.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3683).

77. In PbEU C 44 van 16 februari 2012 is een bericht gepubliceerd be-treffende de inleiding van een antidumpingprocedure betreffende deinvoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uitChina. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat debedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoermet dumping van tafel- en keukengerei van keramiek van oor-sprong uit China. De klacht werd op 3 januari 2012 ingediend na-mens producenten in de EU die goed zijn voor een groot deel, in ditgeval meer dan 30%, van de totale productie in de Unie van tafel-en keukengerei van keramiek. De klager heeft bewijsmateriaalvoorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van tafel- en keukengereivan keramiek uit China in termen van marktaandeel is gestegen. Uithet voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijktdat de hoeveelheid waarin en de prijzen waartegen het onderzochteproduct wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed heb-ben gehad op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoe-veelheden, het niveau van de aangerekende prijzen en het door debedrijfstak van de Unie ingenomen marktaandeel, waardoor de be-drijfsresultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn ver-slechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de be-drijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenprocedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-336).

Bij Verordening (EU) nr. 1072/2012 (PbEU L 318 van 15 november2012) wordt er met ingang van 16 november 2012 een voorlopigantidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oor-sprong uit China ingesteld. In het licht van het onderzoek wordtgeoordeeld dat op de invoer van oorsprong uit China voorlopigeantidumpingmaatregelen moeten worden ingesteld die gelijk zijnaan de dumpingmarge, of aan de schademarge indien deze lager is,overeenkomstig de regel van het laagste recht. Op basis hiervan zijn

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 144

Page 101: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de antidumpingrechten in dit geval vastgesteld op het niveau van dedumpingmarges.

78. In PbEU C 222 van 28 juli 2011 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde geweven en/ofgestikte stoffen van glasvezels van oorsprong uit China wordt geo-pend. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de be-drijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer metdumping van bepaalde geweven en/of gestikte stoffen van glasvezelsvan oorsprong uit China. Dit verzoek werd op 16 juni 2011 ingedienddoor de Glass Fibre Fabrics Defence Coalition (GFFDC), namens

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 145

Page 102: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 146-150

Page 103: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 25%,van de totale productie van bepaalde geweven en/of gestikte stoffenvan glasvezels in de Unie voor hun rekening nemen. De GFFDCheeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit o.m. blijkt dat de invoervan het onderzochte product uit China zowel absoluut als quamarktaandeel is gestegen. Uit het door de GFFDC verstrekte voor-lopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prij-zen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd, onder meereen negatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, het ver-koopvolume en de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, waardoorde bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producentenaanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3403).

Bij Besluit 2012/265/EU (PbEU L 131 van 22 mei 2012) wordt deantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde gewevenen/of gestikte stoffen van glasvezels van oorsprong uit China beëin-digd. Per brief van 12 maart 2012 aan de Commissie heeft de klagerzijn klacht formeel ingetrokken. Bij het onderzoek is uit niets geble-ken dat beëindiging van de procedure in strijd met het belang van deUnie zou zijn. Derhalve was de Commissie van oordeel dat deze pro-cedure moet worden beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-873).

79. In PbEU C 131 van 20 mei 2010 is bekendgemaakt dat met ingangvan er een antidumpingprocedure betreffende de invoer van be-paalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit China wordtingeleid. De Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfs-tak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dum-ping van bepaalde open weefsels van glasvezels uit China. De klachtwerd op 6 april 2010 ingediend door Saint-Gobain Vertex s.r.o.,Tolnatext Fonalfeldolgozo, Valmieras „Stikla Skiedra” AS en Vit-rulan Technical Textiles GmbH („de klagers’’) namens producentendie samen een groot deel, in dit geval meer dan 25%, van de totaleproductie van bepaalde open weefsels van glasvezels in de Unievoor hun rekening nemen. Aangezien China niet als een land meteen markteconomie beschouwd wordt, hebben de klagers de nor-male waarde voor de invoer uit China vastgesteld op basis van deprijs in een derde land met een markteconomie, namelijk de Vere-nigde Staten van Amerika. De bewering dat het product met dum-ping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldusvastgestelde normale waarde met de prijzen (af fabriek) van het on-derzochte product bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekendedumpingmarges blijken voor het land van uitvoer aanzienlijk tezijn. De klagers hebben bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijktdat de invoer van het onderzochte product uit China zowel abso-luut als qua marktaandeel is gestegen. Uit het door de klagers ver-strekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelhedenwaarin en de prijzen waartegen het onderzochte product werd in-gevoerd onder meer een negatieve invloed hebben gehad op hetmarktaandeel, het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstakvan de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatievan deze aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de be-drijfstak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenprocedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-791).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 151

Page 104: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

In PbEU L 43 van 17 februari 2011 is bij Verordening (EU) nr. 138/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 18 februari 2011 er eenvoorlopig antidumpingrecht is ingesteld op bepaalde open weefselsvan glasvezels van oorsprong uit China. Gezien het onderzoek luidtde voorlopige conclusie dat er, op grond van de informatie over hetbelang van de Unie, over het geheel genomen geen dwingende rede-nen zijn die tegen de instelling van voorlopige maatregelen op de in-voer met dumping van het product uit China pleiten. Gezien het be-lang van de Unie moeten voorlopige antidumpingmaatregelen betref-fende de invoer van het product uit China worden ingesteld om tevoorkomen dat de bedrijfstak van de Unie nog meer schade lijdtdoor de invoer met dumping.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2432).

In PbEU L 204 van 9 augustus 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 791/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 10 augustus2011 er een definitief antidumpingrecht is ingesteld op bepaalde openweefsels van glasvezels van oorsprong uit China.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3470).

80. In PbEU L 292 van 10 november 2011 is bij Verordening (EU) nr.1135/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 11 november 2011 ereen onderzoek wordt geopend naar de mogelijke ontwijking van deantidumpingmaatregelen op bepaalde open weefsels van glasvezelsuit China door de invoer van bepaalde uit Maleisië verzonden openweefsels van glasvezels, al dan niet aangegeven als van oorsprong uitMaleisië. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen omeen onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de an-tidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer van bepaaldeopen weefsels van glasvezels van oorsprong uit China en om de in-voer van bepaalde uit Maleisië verzonden open weefsels van glasve-zels, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, te regis-treren. Het verzoek werd op 27 september 2011 ingediend door Saint-Gobain Adfors CZ s.r.o., Tolnatext Fonalfeldolgozó és Müszakis-zövet-gyártó Bt., Valmieras „Stikla Skiedra” AS en VitrulanTechnical Textiles GmbH, vier producenten in de Unie van bepaaldeopen weefsels van glasvezels. Het verzoek bevat voldoende voorlopigbewijsmateriaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van deinvoer van bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uitChina worden ontweken door overlading via Maleisië. De Commis-sie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenonderzoek te openen en de invoer van het onderzochte product, aldan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, te registreren.Zie voor deze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4013).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 672/2012 (PbEU L 196 van 24juli 2012) wordt met ingang van 25 juli 2012 het definitieve antidum-pingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorspronguit China uitgebreid tot bepaalde open weefsels van glasvezels ver-zonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uitMaleisië. Geconcludeerd werd dat het definitieve antidumpingrechtop bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit Chinawerd ontweken door verzending na overlading in Maleisië. De gel-dende maatregelen voor de invoer van het product van oorsprong uitChina moeten worden uitgebreid tot de invoer van hetzelfde productverzonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorspronguit Maleisië. Uitgebreide maatregelen moeten worden toegepast opgoederen waarvan de invoer in de Unie wordt geregistreerd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1255).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 152

Page 105: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

81. Bij Verordening (EU) nr. 437/2012 (PbEU L 134 van 24 mei 2012)wordt een onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van deantidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaaldeopen weefsels van glasvezels, van oorsprong uit China door de invoervan bepaalde open weefsels van glasvezels, verzonden uit Taiwan enThailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan enThailand. Tevens wordt deze invoer voor een periode van negenmaanden geregistreerd. De Europese Commissie heeft een verzoekontvangen om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwij-king van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzienvan de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels, van oor-sprong uit China en om de invoer van bepaalde open weefsels vanglasvezels, verzonden uit Taiwan en Thailand, al dan niet aangegevenals van oorsprong uit Taiwan en Thailand, te registreren. Het ver-zoek is op 10 april 2012 ingediend door Saint- Gobain Adfors CZs.r.o., Tolnatext Fonalfeldolgozo, Valmieras „Stikla Skiedra” AS enVitrulan Technical Textiles GmbH, vier producenten van bepaaldeopen weefsels van glasvezels in de Unie. In het verzoek wordt aan-getoond dat na de instelling van maatregelen ten aanzien van hetproduct een grote verandering in de structuur van de uitvoer uitChina, Taiwan en Thailand naar de Unie heeft plaatsgevonden endat hiervoor afgezien van de instelling van het antidumpingrecht on-voldoende reden of rechtvaardiging bestaat. Deze verandering lijktvoort te vloeien uit het feit dat bepaalde open weefsels van glasvezels,van oorsprong uit China, die voor de Unie bestemd zijn, in Taiwanen Thailand worden overgeladen. Verder bevat het verzoek vol-doende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de corrigerendewerking van de thans voor het product geldende antidumpingmaat-regelen wordt ondermijnd, zowel wat de hoeveelheden als wat deprijzen betreft. In plaats van het product blijken aanzienlijke hoe-veelheden van het onderzochte product te worden ingevoerd. Boven-dien zijn er voldoende aanwijzingen dat de invoer van het onder-zochte product plaatsvindt tegen prijzen die lager zijn dan de geenschade veroorzakende prijs die werd vastgesteld in het kader van hetonderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid. Tenslotte bevat het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal waar-uit blijkt dat de prijzen van het onderzochte product dumpingprijzenzijn ten opzichte van de normale waarde die eerder voor het productis vastgesteld.Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat ervoldoende bewijsmateriaal is om een onderzoek te openen en de in-voer van het onderzochte product, al dan niet aangegeven als vanoorsprong uit Taiwan en Thailand, te registreren. Zie voor deze re-gistratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-891).

82. In PbEU C 290 van 27 oktober 2010 is bekendgemaakt er een ge-deeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatrege-len op ferrosilicium van oorsprong uit onder meer Rusland wordtgeopend. Het betreft alleen een onderzoek naar dumping door JointStock Company (JSC) Chelyabinsk Electrometallurgical IntegratedPlant en haar verbonden onderneming Joint Stock Company (JSC)Kuznetsk Ferroalloy Works. De Europese Commissie heeft een ver-zoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek vande antidumpingmaatregelen op ferrosilicium van oorsprong uit on-der meer Rusland te openen. Het verzoek is ingediend door JointStock Company (JSC) Chelyabinsk Electrometallurgical IntegratedPlant en haar verbonden onderneming Joint Stock Company (JSC)Kuznetsk Ferroalloy Works (de indiener van het verzoek), een ex-porteur uit Rusland. Het betreft alleen een onderzoek naar dumpingdoor de indiener van het verzoek. Uit het door de indiener van hetverzoek verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat, wat de in-diener van het verzoek betreft, handhaving van de maatregel op hethuidige niveau niet langer noodzakelijk is om de gevolgen van dum-ping te neutraliseren. Bovendien blijkt uit de vergelijking van de bin-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 153

Page 106: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

nenlandse prijzen van de indiener van het verzoek met zijn prijzen bijuitvoer naar de Unie dat de dumpingmarge aanzienlijk lager is danhet huidige niveau van de maatregel. Handhaving van de maatrege-len op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vastgesteldedumpingmarge, lijkt dus niet langer noodzakelijk om de gevolgenvan dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1715).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 60/2012 (PbEU L 22 van 25 ja-nuari 2012) wordt met ingang van 26 januari 2012 het gedeeltelijketussentijdse nieuwe onderzoek betreffende de antidumpingrechten opferrosilicium van oorsprong uit onder meer Rusland beëindigd. Aan-gezien dumping is vastgesteld en de blijvende aard van de gewijzigdeomstandigheden niet bewezen is, wordt geconcludeerd dat voor JSCChelyabinsk Electrometallurgical Integrated Plant en haar verbon-den onderneming JSC Kuznetsk Ferroalloy Works het gespecifi-ceerde recht, namelijk 22,7%, moet blijven gelden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-185).

83. Bij Bericht 2012/C 186/06 (PbEU C 186 van 26 juni 2012 – info: ww-w.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-1113) is door de EuropeseCommissie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 1 maart2013 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

84. Bij Bericht 2012/C 119/05 (PbEU C 119 van 24 april 2012 – info:www.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-732) is door de EuropeseCommissie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 6 decem-ber 2012 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 154

Page 107: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

85. In PbEU C 373 van 21 december 2011 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde organischbeklede staalproducten van oorsprong uit China wordt geopend. DeEuropese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstakvan de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumpingvan bepaalde organisch beklede staalproducten van oorsprong uitChina. De klacht werd op 7 november 2011 ingediend door EURO-FER („de klager’’) namens producenten die samen een groot deel, indit geval meer dan 70%, van de totale productie van bepaalde orga-nisch beklede staalproducten in de Unie voor hun rekening nemen.De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de in-voer van het onderzochte product uit China zowel absoluut als quamarktaandeel is gestegen. Uit het door de klager verstrekte voorlo-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 155

Page 108: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 156-160

Page 109: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

pige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het onderzochte product werd ingevoerd onder meer eennegatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, het verkoop-volume en de prijzen van de bedrijfstak van de EU, waardoor de be-drijfsresultaten en de financiële situatie van de bedrijfstak aanzienlijkzijn verslechterd en arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4283).

Bij Verordening (EU) nr. 845/2012 (PbEU L 252 van 19 september2012) is met ingang van 20 september 2012 een voorlopig antidum-pingrecht ingesteld op bepaalde organisch beklede staalproductenvan oorsprong uit China. Geoordeeld wordt dat op de invoer vanoorsprong uit China voorlopige antidumpingmaatregelen moetenworden ingesteld die gelijk zijn aan de dumpingmarge, of aan deschademarge indien deze lager is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1484).

86. In PbEU C 52 van 22 februari 2012 is een bericht gepubliceerd inzakede inleiding van een antisubsidieprocedure betreffende de invoer vanbepaalde organisch beklede staalproducten uit China. De EuropeseCommissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unieaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met subsidiëring van be-paalde organisch beklede staalproducten van oorsprong uit China.De klacht werd op 9 januari 2012 ingediend door Eurofer namensproducenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 70%,van de totale productie van bepaalde organisch beklede staalproduc-ten in de Unie voor hun rekening nemen. Volgens Eurofer hebben deproducenten van het onderzochte product uit China van de Chineseoverheid een aantal subsidies ontvangen. De klager voert aan dat desubsidies onder meer bestaan in vrijstellingen van vennootschaps- enandere directe belastingen (bijv. korting op de vennootschapsbelas-ting bij de aankoop van in het binnenland vervaardigde productie-apparatuur, preferentiële fiscaliteit voor ondernemingen die hoog-waardige en nieuwe technologie produceren, belastingaftrek voor deuitgaven voor O&O, fiscale voordelen voor ondernemingen die vaneen breed scala van hulpbronnen gebruikmaken (comprehensive re-source utilisation), belastingfaciliteiten voor de aanschaf van specialeapparatuur, preferentiële vennootschapsbelasting en kortingen opplaatselijke belastingen voor ondernemingen in bepaalde gebieden,belastingvrijstelling voor investeringen in binnenlandse technologi-sche vernieuwing, dividendvrijstellingen voor daarvoor in aanmer-king komende binnenlandse ondernemingen), vrijstellingen van in-directe belastingen en douanerechten (bijv. lagere btw op vaste ac-tiva), preferentiële leningen en rentesubsidies (bijv. beleidsleningen,kwijtschelding van leningen en rente, financiële garanties binnen eengroep), programma’s met betrekking tot aandelenkapitaal (bijv.schuld-voor- aandelenswaps, kapitaalinjecties, niet uitgekeerde divi-denden), de levering van goederen door de overheid tegen een minderdan toereikende vergoeding (bijv. aanbieden van grondgebruiksrech-ten, water, elektriciteit, inputs), de aankoop van goederen door deoverheid boven de marktprijs, preferentiële belastingtarieven voormet buitenlands kapitaal gefinancierde ondernemingen (bijv. vrijstel-ling of vermindering van vennootschapsbelasting in het kader vanhet „two free/three half’’-programma, vrijstelling of verminderingvan plaatselijke vennootschapsbelasting, fiscale voordelen, teruggavevan btw bij de aankoop van in het binnenland vervaardigde appa-ratuur, vrijstellingen van invoerrechten en btw voor met buitenlandskapitaal gefinancierde ondernemingen en bepaalde binnenlandse on-dernemingen die in aangemoedigde bedrijfstakken ingevoerde appa-ratuur gebruiken), subsidieprogramma’s (bijv. China World Top

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 161

Page 110: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Brand Programme, Famous Brands Programmes van Chongqing, deprovincie Hubei, Ma’anshan, de provincie Shandong en Wuhan) enregionale programma’s ten behoeve van de ijzer- en staalindustrie(bijv. van de regionale besturen van Tianjin, de noordoostelijke re-gio, de provincie Jiangsu, de provincie Hebei). De klager stelt ookdat de bovengenoemde regelingen subsidieregelingen zijn, aangezienhierbij een financiële bijdrage van de overheid van China of van re-gionale overheden, inclusief overheidsinstanties, wordt geleverdwaardoor de ontvangers, namelijk de producenten-exporteurs vanbepaalde organisch beklede staalproducten, een voordeel verkrijgen.De subsidies zouden afhankelijk zijn van het gebruik van binnen-landse in plaats van ingevoerde goederen en/of beperkt zijn tot be-paalde ondernemingen of groepen van ondernemingen en/of produc-ten en/of regio’s, en derhalve specifiek zijn en tot compenserendemaatregelen aanleiding geven. De klager heeft bewijsmateriaal voor-gelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uitChina zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen. Uit het doorEurofer verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveel-heden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product werdingevoerd onder meer een negatieve invloed hebben gehad op hetmarktaandeel, het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstakvan de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatievan de bedrijfstak aanzienlijk zijn verslechterd en arbeidsplaatsenverloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-411).

87 t/m 89. Gereserveerd.

90. In PbEU C 291 van 4 oktober 2011 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen op bepaalde soorten voor- en naspandraad en voor- en na-spanstrengen van niet-gelegeerd staal (PSC-draad en -strengen) vanoorsprong uit China wordt geopend. De Europese Commissie heefteen verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onder-zoek te openen naar de antidumpingmaatregelen op bepaalde soor-ten voor- en naspandraad en voor- en naspanstrengen van niet-ge-legeerd staal (PSC-draad en -strengen) van oorsprong uit China. Hetverzoek is ingediend door ECN Cable Group S.L., een Spaanse im-porteur (verder ECN). Het onderzoek is beperkt tot de vraag of be-paalde productsoorten vallen onder het toepassingsgebied van de an-tidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van be-paalde soorten voor- en naspandraad en voor- en naspanstrengenvan niet-gelegeerd staal (PSC-draad en -strengen). ECN vraagt be-paalde soorten PSC-draad en -strengen uit te sluiten van het toepas-singsgebied van de huidige antidumpingmaatregel die van toepassingis op de invoer van bepaalde soorten voor- en naspandraad en voor-en naspanstrengen van niet-gelegeerd staal (PSC-draad en -strengen)uit China. Het product dat zou moeten worden uitgesloten is ver-zinkte strengen bestaande uit zeven draden van niet-gelegeerd staal,bevattende 0,6 of meer gewichtspercenten koolstof, met een grootsteafmeting der dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, die voldoen aande internationale norm IEC 60888 of de Europese/CenelecnormUNE-EN 50189. ECN heeft voorlopig bewijsmateriaal verstrektwaaruit blijkt dat de fysische, technische en chemische basiseigen-schappen van het uit te sluiten product wezenlijk verschillen van dievan de producten die onder de geldende maatregelen vallen.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3811).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 162

Page 111: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 986/2012 (PbEU L 297 van 26oktober 2012) wordt het toepassingsgebied verduidelijkt van de de-finitieve antidumpingrechten op bepaalde PSC-draad en -strengen uitChina. Uit de bevindingen van het onderzoek blijkt dat de strengendie als stalen kern voor geleiders worden gebruikt en andere PSC-draad en -strengen waarop de desbetreffende maatregelen van toe-passing zijn niet dezelfde fysieke en technische basiskenmerken engebruiksdoeleinden hebben. De twee producten hebben verschillendegebruiksdoeleinden, zijn voor verschillende markten bestemd en zijnniet onderling verwisselbaar. Bovendien zijn de strengen die als sta-len kern voor geleiders worden gebruikt niet onderzocht in het oor-spronkelijke onderzoek. Op grond hiervan wordt geconcludeerd datde strengen die als stalen kern voor geleiders worden gebruikt en an-dere PSC-draad en -strengen twee verschillende producten zijn. Aan-gezien dit onderzoek beperkt is tot de verduidelijking van de pro-ductomschrijving en aangezien de strengen die als stalen kern voorgeleiders worden gebruikt niet onder het oorspronkelijke onderzoeken de daaruit voortvloeiende antidumpingmaatregelen vielen, wordthet passend geacht dat de bevindingen worden toegepast vanaf dedatum van de inwerkingtreding van de definitieve verordening, metinbegrip van de invoer die tussen 16 november 2008 en 13 mei 2009aan voorlopige maatregelen onderworpen was. Bijgevolg moeten be-taalde of in de rekeningen opgenomen definitieve antidumpingrechten de definitief geïnde voorlopige antidumpingrechten worden terug-betaald of kwijtgescholden voor goederen die niet onder de verorde-ning, vallen. De terugbetaling of kwijtschelding dient overeenkom-stig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneauto-riteiten te worden aangevraagd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1657).

91 t/m 92. Gereserveerd.

93. In PbEU C 239 van 9 augustus 2012 is een bericht gepubliceerd overde opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van decompenserende maatregelen op bepaalde staven van roestvrij staalvan oorsprong uit India. De Europese Commissie heeft een verzoekontvangen om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te ope-nen. Het verzoek werd ingediend door Viraj Profiles Vpl. Ltd (ver-der: de indiener van het verzoek), een producent-exporteur uit India.Het onderzoek betreft alleen subsidiëring met betrekking tot de in-diener van het verzoek. De indiener van het verzoek stelt dat de om-standigheden veranderd zijn sinds het laatste onderzoektijdvak, endat die veranderingen van blijvende aard zijn, aangezien de Indiaseregering de ad-valorem douanerechten op roestvrijstaalschroot enferronikkel, de twee voornaamste grondstoffen voor de productievan het onderzochte product, heeft aangepast. Uit dit voorlopige be-wijsmateriaal blijkt dat handhaving van de maatregel op het huidigeniveau niet langer noodzakelijk is om de gevolgen van de tot com-penserende maatregelen aanleiding gevende subsidiëring te neutrali-seren. De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaalgeleverd om aan te tonen dat zijn subsidiebedrag veel lager is gewor-den dan het recht dat er momenteel op wordt geheven. Deze dalingvan de totale subsidie komt hoofdzakelijk doordat minder gebruikwordt gemaakt van de Export Oriented Units Scheme (EOUS).Handhaving van de maatregel op het huidige niveau, dat is gebaseerdop de eerder vastgestelde mate van subsidiëring, lijkt daarom nietlanger noodzakelijk om de gevolgen van subsidiëring, zoals eerdervastgesteld, te neutraliseren.Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure in te leiden voor een eventuele tussentijdse herziening van demaatregelen en heeft zij derhalve een onderzoek geopend.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1306).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 163

Page 112: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

94. In PbEU C 240 van 10 augustus 2012 is een bericht van inleiding vaneen antisubsidieprocedure gepubliceerd betreffende de invoer vandraad van roestvrij staal van oorsprong uit India. De Europese Com-missie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aan-merkelijke schade lijdt door de invoer met subsidiëring van draadvan roestvrij staal van oorsprong uit India. De klacht werd op 28 juni2012 ingediend door de European Confederation of Iron and SteelIndustries (Eurofer) („de klager”) namens producenten die goed zijnvoor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale pro-ductie van draad van roestvrij staal in de Unie. De klager beweert datde producenten van het desbetreffende product uit India een aantalsubsidies van de regering van India en regionale subsidies hebbenontvangen. De subsidies omvatten onder meer de „Duty EntitlementPassbook”-regeling, de Advance Authorisation Scheme (regeling ver-gunning vooraf), regelingen die voordelen opleveren voor bedrijvenin bijzondere economische zones/voor exportgeoriënteerde bedrijven,de regeling „exportbevordering kapitaalgoederen”, exportfinancie-ring vóór en na verzending, leninggaranties van de Indiase regering,van rentebelasting vrijgestelde uitvoerkredieten, de Duty Free Reple-nishment Certificate-regeling/Duty Free Imports Authorisation-rege-ling, de Duty Drawback- regeling, de vrijstelling van inkomstenbe-lasting ter bevordering van onderzoek en ontwikkeling, de FocusProduct-regeling en regionale subsidies van de staat Maharashtra(onder meer de vrijstelling van omzetbelasting/bedrijfsbelasting, devrijstelling van de elektriciteitsheffing, de terugbetaling van octrooienen het Special Capital Incentive) en de staat Gujarat (regelingen terstimulering van de industrie). Er wordt aangevoerd dat bovenge-noemde regelingen subsidieregelingen zijn, daar zij een financiële bij-drage zijn van de Indiase overheid of van regionale overheden (waar-onder overheidsinstanties) en een voordeel inhouden voor de ontvan-gers. Deze subsidies zouden afhankelijk zijn van exportprestatiesen/of beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen of groepen van on-dernemingen en/of regio’s, en derhalve specifiek zijn en tot compen-serende maatregelen aanleiding geven. De klager heeft bewijsmate-riaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte pro-duct uit India zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen. Uithet door de klager verstrekte voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat dehoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte pro-duct werd ingevoerd, onder meer een negatieve invloed hebben gehadop de verkochte hoeveelheden, het niveau van de aangerekende prij-zen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, wat heeftgeleid tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor de totale prestaties ende financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1311).

95. In PbEU C 240 van 10 augustus 2012 is een bericht van inleidinggepubliceerd van een antidumpingprocedure betreffende de invoervan draad van roestvrij staal van oorsprong uit India. De EuropeseCommissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unieaanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van draadvan roestvrij staal van oorsprong uit India. De klacht werd op 28 juni2012 ingediend door de European Confederation of Iron and SteelIndustries (Eurofer) („de klager”) namens producenten die goed zijnvoor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale pro-ductie van draad van roestvrij staal in de Unie. De bewering dat hetonderzochte product met dumping uit India wordt ingevoerd, is ge-baseerd op de vergelijking van de binnenlandse prijs met de prijs (affabriek) bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekende dumpingmar-ges blijken voor het desbetreffende land significant te zijn. De klagerheeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van hetonderzochte product uit India zowel absoluut als qua marktaandeel

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 164

Page 113: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

is gestegen. Uit het door de klager verstrekte voorlopige bewijsma-teriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen hetonderzochte product werd ingevoerd, onder meer een negatieve in-vloed hebben gehad op de verkochte hoeveelheden, het niveau van deaangerekende prijzen en het marktaandeel van de bedrijfstak van deUnie, wat heeft geleid tot aanzienlijke nadelige gevolgen voor de to-tale prestaties en de financiële situatie van de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1312).

96. In PbEU C 187 van 28 juni 2011 is bekendgemaakt dat er een nieuwonderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die vantoepassing zijn op de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen,van ijzer of van staal, van oorsprong uit Kroatië, Rusland en Oek-raïne wordt geopend. Na de bekendmaking van een bericht dat deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van be-paalde naadloze buizen en pijpen van oorsprong uit Kroatië, Rus-land en Oekraïne op korte termijn zouden vervallen, heeft de Euro-pese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.Het verzoek werd op 29 maart 2011 ingediend door het DefenceCommittee of the Seamless Steel Tubes Industry of the EuropeanUnion (de indiener van het verzoek) namens producenten die goedzijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de productievan bepaalde naadloze buizen en pijpen in de Unie. Het verzoek isingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zouleiden tot voortzetting of herhaling van de dumping en schade voorde bedrijfstak van de Unie. Volgens de indiener van het verzoek be-treft de waarschijnlijke voortzetting of herhaling van schade veroor-zakende dumping alle desbetreffende landen. In dit verband heeft deindiener bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat, indien demaatregelen vervallen, de invoer van het product waarschijnlijk zaltoenemen, gezien de onbenutte productiecapaciteit in de desbetref-fende landen. Bovendien beweert de indiener van het verzoek dat detoch al kwetsbare situatie van de bedrijfstak van de Unie bij het ver-vallen van de antidumpingmaatregelen nog zal verslechteren en datwanneer er opnieuw sprake zal zijn van een omvangrijke invoer metdumping uit de desbetreffende landen, er waarschijnlijk weer schadevoor de bedrijfstak van de Unie zal ontstaan.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de openingvan een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen terechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3229).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 585/2012 (PbEU L 174 van 4juli 2012) wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op be-paalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of van staal, van oor-sprong uit Rusland en Oekraïne, naar aanleiding van een nieuw on-derzoek in verband met het vervallen van de maatregelen. De pro-cedure van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van demaatregelen op bepaalde naadloze buizen en pijpen, van ijzer of vanstaal, van oorsprong uit Kroatië wordt beëindigd. Na het vermeldenieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelenheeft de Commissie twee parallelle gedeeltelijke nieuwe onderzoekengeopend naar de invoer van bepaalde naadloze buizen en pijpen, vanijzer of van staal, van oorsprong uit Oekraïne en Rusland. Om dezegedeeltelijke nieuwe onderzoeken werd respectievelijk verzocht doorrespectievelijk een groep van producenten-exporteurs in Oekraïne, deInterpipe-groep, en een groep van producenten-exporteurs in Rus-land, de TMK-groep. Beide nieuwe onderzoeken zijn beperkt tot eenonderzoek naar dumping door de indieners van het verzoek. Gecon-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 165

Page 114: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

cludeerd wordt dat er geen dwingende redenen zijn om de huidigeantidumpingmaatregelen niet te handhaven. De antidumpingmaat-regelen die van toepassing zijn op de invoer uit Rusland en Oekraïnemoeten worden gehandhaafd. Daarentegen dienen de maatregelendie van toepassing zijn op de invoer uit Kroatië, te vervallen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1150).

97. In PbEU C 223 van 29 juli 2011 is bekendgemaakt dat er een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelendie van toepassing zijn op de invoer van bepaalde naadloze buizen enpijpen van ijzer of staal van oorsprong uit Oekraïne wordt geopend.De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen. Het verzoek is inge-diend door Interpipe Group („de indiener van het verzoek”), eenproducent-exporteur uit Oekraïne. Het onderzoek is beperkt tot eenonderzoek naar dumping voorzover het de indiener van het verzoekbetreft. Het verzoek is gebaseerd op door de indiener van het verzoekverstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, wat de indiener van het ver-zoek betreft, de omstandigheden waarop de antidumpingmaatrege-len zijn gebaseerd, zijn gewijzigd, en dat deze wijzigingen van blij-vende aard zijn. De indiener van het verzoek voert aan dat zijn be-drijfsstructuur is gewijzigd als gevolg van de reorganisatie en de fusievan de twee productie-installaties die door de Interpipe Group wor-den gecontroleerd, d.w.z. CJSC „Interpipe Nikopolsky SeamlessTube Plant Niko Tube” en de CJSC „Interpipe Nikopolskaya TubeCompany”, met het oog op de oprichting van „Interpipe Niko Tube”,die de opvolger is van alle eigendoms- en niet-eigendomsrechten enverplichtingen van CJSC „Interpipe Nikopolsky Seamless Tube PlantNiko Tube” en CJSC „Interpipe Nikopolskaya Tube Company”. Deindiener van het verzoek heeft voorlopig bewijsmateriaal verstrektwaaruit blijkt dat, wat de drie producenten-exporteurs betreft, dehandhaving van de maatregel op het huidige niveau niet langer nood-zakelijk is om de gevolgen van schade veroorzakende dumping teneutraliseren. De indiener van het verzoek stelt met name dat de sig-nificante veranderingen in de productieorganisatie en een herstruc-turering in de verkooporganisatie van de onderneming, zowel op debinnenlandse als de uitvoermarkt, directe gevolgen hebben gehadvoor de kostenstructuur van de indiener van het verzoek. Een ver-gelijking van de normale waarde van de indiener van het verzoek metzijn uitvoerprijzen naar de Unie laat zien dat de dumpingmarge lagerlijkt te zijn dan het huidige niveau van de maatregel. Handhaving vande maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerdervastgestelde dumpingmarge, lijkt daarom niet langer noodzakelijkom de gevolgen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3425).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 795/2012 (PbEU L 238 van 4september 2012) wordt met ingang van 5 september 2012 het defini-tief antidumpingrecht op bepaalde naadloze buizen en pijpen, vanijzer of van staal, van oorsprong uit Rusland en Oekraïne gewijzigd.Uit het onderzoek is gebleken dat de voornaamste factoren die tot dein dit nieuwe onderzoek vastgestelde lagere dumpingmarge hebbengeleid, betrekking hebben op veranderingen van de bedrijfsorgani-satie, waaronder een fusie tussen twee productieondernemingen, eneen herstructurering van de verkooporganisatie, die is gestroomlijnd.Deze veranderingen, die van invloed waren geweest op de kosten-structuur van de indiener van het verzoek wat de productie en deverkoop van het product betreft, zijn van structurele aard; het is dusniet waarschijnlijk dat hierin in de nabije toekomst verandering op-treedt. Bovendien waren er geen aanwijzingen voor een aanzienlijkevolatiliteit van de prijzen van de indiener van het verzoek. Daarom

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 166

Page 115: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

wordt geconcludeerd dat de veranderingen van blijvende aard zijn endat de toepassing van de bestaande rechten op hun huidige niveauniet langer noodzakelijk is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1420).

98. In PbEU C 303 van 14 oktober 2011 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde naadloze bui-zen en pijpen van ijzer of staal van oorsprong uit Rusland wordt ge-opend. De Europese Commissie een verzoek ontvangen om een ge-deeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen. Het verzoek werdingediend door OAO TMK („de indiener van het verzoek”), een pro-ducent-exporteur uit Rusland, bestaande uit OAO Volzhsky PipePlant, OAO Taganrog Metallurgical Works, OAO Sinarsky PipePlant en OAO Seversky Tube Works. Het onderzoek is beperkt toteen onderzoek naar dumping voorzover het de indiener van het ver-zoek betreft. Het verzoek is gebaseerd op door de indiener van hetverzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal dat, wat de indiener vanhet verzoek betreft, de omstandigheden waarop de bestaande maat-regelen zijn gebaseerd, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blij-vende aard zijn. Uit dit voorlopig bewijsmateriaal blijkt dat hand-having van de maatregel op het huidige niveau niet langer noodza-kelijk is om de schade veroorzakende dumping te neutraliseren.Handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat is geba-seerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, lijkt daarom niet lan-ger noodzakelijk om de gevolgen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3878).

99. In PbEU C 187 van 28 juni 2011 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde naadloze bui-zen en pijpen, van ijzer of van staal, met uitzondering van naadlozebuizen en pijpen van roestvrij staal, van oorsprong uit Belarus (Wit-Rusland) wordt geopend. De Europese Commissie heeft een klachtontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdtdoor de invoer met dumping van bepaalde naadloze buizen en pijpenvan oorsprong uit Belarus. De klacht werd op 16 mei 2011 ingedienddoor het Defence Committee of the Seamless Steel Tubes Industry of

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 167

Page 116: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 168-170

Page 117: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

the European Union (de klager) namens producenten die goed zijnvoor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale pro-ductie van bepaalde naadloze buizen en pijpen in de Unie. AangezienBelarus niet als een land met een markteconomie beschouwd wordt,heeft de klager de normale waarde voor de invoer uit Belarus vast-gesteld op basis van de prijs in een derde land met een marktecono-mie, namelijk de Verenigde Staten van Amerika. De bewering dat hetproduct met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op de vergelij-king van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs bij uit-voer (af-fabriek) van het onderzochte product wanneer het naar deUnie wordt uitgevoerd. De aldus berekende dumpingmarge blijktvoor Belarus significant te zijn. De klager heeft bewijsmateriaal ver-strekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uitBelarus zowel absoluut als qua marktaandeel is gestegen. Uit hetvoorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat dehoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte pro-duct wordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben ge-had op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelhedenen het door deze ingenomen marktaandeel, wat aanzienlijke nega-tieve effecten heeft gehad op de algemene prestaties, de financiële si-tuatie en de werkgelegenheidssituatie van de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3231).

Bij Besluit 2012/247/EU (PbEU L 121 van 8 mei 2012) wordt de an-tidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde naadlozebuizen en pijpen van ijzer of van staal, met uitzondering van naad-loze buizen en pijpen van roestvrij staal, van oorsprong uit Belarus(Wit-Rusland) beëindigd. De klager heeft bij brief van 26 januari2012 aan de Commissie zijn klacht officieel ingetrokken. De Com-missie was van oordeel dat deze procedure moet worden beëindigd,daar bij het onderzoek niet is gebleken dat beëindiging indruist tegenhet belang van de Unie.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-808).

100. In PbEU C 265 van 30 september 2010 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde naadlozebuizen en pijpen van roestvrij staal van oorsprong uit China wordtgeopend. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat debedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoermet dumping van bepaalde naadloze buizen en pijpen van roestvrijstaal van oorsprong uit China. De klacht werd op 16 augustus 2010ingediend door het Defense Committee of the seamless stainless steeltubes industry of the European Union (de klager) namens producen-ten die een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale pro-ductie in de Unie van bepaalde naadloze buizen en pijpen van roest-vrij staal vertegenwoordigen. Aangezien China niet als een land meteen markteconomie beschouwd wordt, heeft de klager de normalewaarde voor de invoer uit China vastgesteld op basis van de prijs ineen derde land met een markteconomie, namelijk de Verenigde Sta-ten van Amerika. De bewering dat het product met dumping wordtingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgesteldenormale waarde met de prijzen (af fabriek) van het onderzochte pro-duct bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekende dumpingmargesblijken voor het desbetreffende land van uitvoer aanzienlijk te zijn.De klager heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de in-voer van het onderzochte product uit China zowel absoluut als quamarktaandeel is gestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat deklager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer eenongunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van de

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 171

Page 118: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Unie verkochte hoeveelheden, het niveau van de aangerekende prij-zen en het door hem ingenomen marktaandeel, waardoor de bedrijfs-resultaten van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslech-terd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1583).

In PbEU L 169 van 29 juni 2011 is bij Verordening (EU) nr. 627/2011bekendgemaakt dat met ingang van 30 juni 2011 er een voorlopigantidumpingrecht wordt ingesteld op bepaalde naadloze buizen enpijpen van roestvrij staal, van oorsprong uit China. Geoordeeldwordt dat op de invoer van het product van oorsprong uit China eenvoorlopig antidumpingrecht moet worden ingesteld, dat volgens deregel van het laagste recht gelijk moet zijn aan de dumpingmarge ofaan de schademarge indien deze lager is; in dit geval was de schade-marge steeds lager.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3240).

In PbEU L 336 van 20 december 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 1331/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 21 december2011 er een definitief antidumpingrecht is ingesteld op bepaaldenaadloze buizen en pijpen van roestvrij staal, van oorsprong uitChina. Gelet op de conclusies inzake dumping, schade, oorzakelijkverband en belang van de Unie moet een definitief antidumpingrechtworden ingesteld op het product, dat volgens de regel van het laagsterecht gelijk is aan de dumpingmarge of, indien deze lager is, de scha-demarge. In dit geval is de schademarge lager dan de vastgesteldedumpingmarge, zodat de definitieve maatregelen op de schademargemoeten worden gebaseerd. Gezien de hoogte van de vastgesteldedumpingmarges en de ernst van de schade voor de bedrijfstak van deUnie (waarbij het bij deze verordening ingestelde definitieve recht ho-ger is dan het bij de voorlopige verordening ingestelde voorlopigerecht), wordt het noodzakelijk geacht de bedragen die als zekerheidzijn gesteld uit hoofde van het bij de voorlopige verordening inge-stelde voorlopige antidumpingrecht, definitief te innen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4281).

101. In PbEU C 96 van 31 maart 2012 is een bericht gepubliceerd inzakede inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoervan gelaste buizen, pijpen en holle profielen met vierkant of recht-hoekig profiel, van ijzer, ander dan gietijzer, of van staal, ander danroestvrij staal, van oorsprong uit de voormalige Joegoslavische Re-publiek Macedonië, Turkije en Oekraïne. De Europese Commissieheeft een klacht ontvangen dat gelaste buizen, pijpen en holle pro-fielen met vierkant of rechthoekig profiel, van ijzer, ander dan giet-ijzer, of van staal, ander dan roestvrij staal, van oorsprong uit devoormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije en Oek-raïne met dumping worden ingevoerd en daardoor aanmerkelijkeschade voor de bedrijfstak van de Unie wordt veroorzaakt. De klachtwerd op 16 februari 2012 ingediend door het Defence Committee ofthe Welded Steel Tubes Industry of the European Union namensproducenten die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan25%, van de totale productie in de Unie van gelaste buizen, pijpen enholle profielen met vierkant of rechthoekig profiel, van ijzer, anderdan gietijzer, of van staal, ander dan roestvrij staal. De bewering dathet product met dumping uit de betrokken landen wordt ingevoerd,is gebaseerd op de vergelijking van de binnenlandse prijs met de prijsbij uitvoer (af fabriek) van het onderzochte product wanneer hetvoor uitvoer naar de Unie wordt verkocht. De aldus berekende dum-pingmarges blijken voor de desbetreffende landen significant te zijn.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 172

Page 119: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt,blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het on-derzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige in-vloed hebben gehad op het marktaandeel van de bedrijfstak van deUnie, waardoor de financiële situatie en de werkgelegenheidssituatievan de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-618).

102. In PbEU C 44 van 16 februari 2012 is een bericht gepubliceerd be-treffende de inleiding van een antidumpingprocedure betreffende deinvoer van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, vansmeedbaar gietijzer, met schroefdraad, uit China, Thailand en Indo-nesië. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de be-drijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer metdumping van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, vansmeedbaar gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit China,Thailand en Indonesië. De klacht werd op 3 januari 2012 ingedienddoor het Defence Committee of Tube or Pipe Cast Fittings, of Mal-leable Cast Iron of the European Union namens producenten die sa-men een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale pro-ductie van gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, vansmeedbaar gietijzer, met schroefdraad, in de Unie voor hun rekeningnemen. De bewering dat het product met dumping uit Thailand enIndonesië wordt ingevoerd, is gebaseerd op de vergelijking van debinnenlandse prijs met de prijs bij uitvoer (af fabriek) van het on-derzochte product wanneer het voor uitvoer naar de Unie wordt ver-kocht. De aldus berekende dumpingmarges blijken voor China,Thailand en Indonesië significant te zijn. De klager heeft bewijsma-teriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte pro-duct uit China, Thailand en Indonesië zowel absoluut als qua markt-aandeel is gestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klagerheeft verstrekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waar-tegen het onderzochte product wordt ingevoerd onder meer een on-gunstige invloed hebben gehad op de door de bedrijfstak van de Unieverkochte hoeveelheden en het ingenomen marktaandeel, wat nega-tieve effecten heeft gehad voor de financiële situatie en de werkgele-genheidssituatie van de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-337).

Bij Verordening (EU) nr. 1071/2012 (PbEU L 318 van 15 november2012) wordt er met ingang van 16 november 2012 een voorlopig an-tidumpingrecht op gegoten hulpstukken (fittings) voor buisleidingen,van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, van oorsprong uit Chinaen Thailand ingesteld. Gezien de conclusies inzake dumping, schade,oorzakelijk verband en belang van de Unie moeten voorlopige maat-regelen worden ingesteld om te voorkomen dat de bedrijfstak van deUnie nog meer schade lijdt door de invoer met dumping uit de tweelanden.

103. In PbEU C 342 van 10 november 2012 is een bericht gepubliceerdover de inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de in-voer van roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stom-plassen te bevestigen, al dan niet afgewerkt, van oorsprong uit Chinaen Taiwan. De Europese Commissie heeft een klacht dat de bedrijfs-tak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dum-ping van roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stom-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 173

Page 120: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

plassen te bevestigen, al dan niet afgewerkt, uit China en Taiwan. Deklacht werd op 28 september 2012 ingediend door het Defence Com-mittee of the Stainless Steel Butt-Welding Fittings Industry of theEuropean Union („de klager”) namens producenten die samen meerdan 25% van de totale productie in de Unie van roestvrijstalen hulp-stukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, al danniet afgewerkt, voor hun rekening nemen. De klager heeft bewijsma-teriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochteproduct uit China en Taiwan zowel absoluut als qua marktaandeel isgestegen. Uit het voorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft ver-strekt, blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen hetonderzochte product wordt ingevoerd onder meer een ongunstige in-vloed hebben gehad op het prijspeil van de bedrijfstak van de Unie,waardoor de algemene prestaties en de financiële situatie van de be-drijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie heeft na overleg met het Raadgevend Comité vastge-steld dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfstak van deUnie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in teleiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1790).

104. In PbEU C 320 van 1 november 2011 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde hulpstuk-ken voor buisleidingen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit Rus-land en Turkije wordt geopend. De Europese Commissie heeft eenklacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijkeschade lijdt door de invoer met dumping van bepaalde hulpstukkenvoor buisleidingen, van ijzer of van staal, van oorsprong uit Ruslanden Turkije. De klacht werd op 20 september 2011 ingediend door hetDefence Committee of the Steel Butt-Welding Fittings Industry ofthe European Union („de klager”) namens producenten die sameneen groot deel, in dit geval meer dan 25%, van de totale productie vanbepaalde hulpstukken voor buisleidingen, van ijzer of staal, in deUnie voor hun rekening nemen. De klager heeft bewijsmateriaal ver-strekt waaruit blijkt dat het marktaandeel van de invoer van het on-derzochte product uit Turkije is toegenomen, terwijl de invoer vanhet onderzochte product uit Rusland zowel in absolute cijfers als quamarktaandeel is toegenomen. Uit het door de klager verstrekte voor-lopige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prij-zen waartegen het onderzochte product werd ingevoerd, onder meereen negatieve invloed hebben gehad op het verkoopvolume, de prij-zen en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, waardoorzijn bedrijfsresultaten en financiële situatie aanzienlijk zijn verslech-terd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3969).

Bij Verordening (EU) nr. 699/2012 (PbEU L 203 van 31 juli 2012)wordt met ingang van 1 augustus 2012 een voorlopig antidumping-recht ingesteld op bepaalde hulpstukken voor buisleidingen, van ijzerof van staal, van oorsprong uit Rusland en Turkije. Geoordeeldwordt dat op het product van oorsprong uit Rusland en Turkije eenvoorlopig antidumpingrecht moet worden ingesteld, dat volgens deregel van het laagste recht gelijk moet zijn aan de dumpingmarge ofaan de schademarge indien deze lager is. In het onderhavige gevalwas de dumpingmarge steeds lager.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1264).

105. In PbEU C 330 van 27 oktober 2012 is een bericht gepubliceerd in-zake de opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 174

Page 121: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

antidumpingmaatregelen op bepaalde soorten ijzeren en stalen ka-bels van oorsprong uit de Russische Federatie. Na de bekendmakingvan een bericht van het naderende vervallen van de antidumping-maatregelen op de invoer van bepaalde soorten ijzeren en stalen ka-bels van oorsprong uit Rusland heeft de Europese Commissie eenverzoek om een nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoek is op 29juni 2012 ingediend door het Liaison Committee of EU Wire RopeIndustries („EWRIS”), namens producenten in de Unie die goed zijnvoor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de totale pro-ductie in de Unie van bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels. Hetverzoek werd ingediend omdat gevreesd werd dat het vervallen vande maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping en her-haling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie. De beweringdat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op eenvergelijking van de binnenlandse prijs van het onderzochte productmet de prijs (af fabriek) ervan bij uitvoer naar de Unie. EWRIS heeftbewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het on-derzochte product in de Unie vanuit het betrokken land bij het ver-vallen van de maatregelen waarschijnlijk zal toenemen omdat in hetbetrokken land onbenutte capaciteit bestaat en omdat de markt vande Unie erg aantrekkelijk is doordat daar hogere prijzen kunnenworden verkregen dan op de markten van bepaalde derde landen.EWRIS beweert ten slotte dat het vooral dankzij de antidumping-maatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt.Indien na het vervallen van de maatregelen opnieuw grote hoeveel-heden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land worden inge-voerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schadelijden.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen inte leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1679).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 175

Page 122: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 176-180

Page 123: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

106. In PbEU L 254 van 30 september 2011 is bij Verordening (EU) nr.969/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 1 oktober 2011 we eennieuw onderzoek wordt geopend ten aanzien het definitieve antidum-pingrecht op stalen kabels uit onder meer China en uitgebreid totstalen kabels verzonden vanuit Zuid-Korea (al dan niet aangegevenals van oorsprong uit Zuid-Korea). Het onderzoek wordt geopendmet het oog op de vaststelling of een Koreaanse exporteur van diemaatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht tenaanzien van de invoer afkomstig van die exporteur kan worden in-getrokken. De Commissie heeft op een verzoek ontvangen om vrij-stelling van de antidumpingmaatregelen die waren uitgebreid tot sta-len kabels verzonden vanuit de Zuid-Korea. Het verzoek is ingedienddoor SEIL Wire and Cable („de indiener van het verzoek”), een pro-ducent in Zuid-Korea. Na onderzoek van het beschikbare bewijsma-teriaal is de Commissie tot de conclusie gekomen dat dit voldoendeis om een onderzoek te openen teneinde vast te stellen of de indienervan het verzoek van de uitgebreide maatregelen kan worden vrijge-steld.Het antidumpingrecht dat van toepassing is op de invoer van hetproduct dat door de indiener van het verzoek wordt geproduceerd enmet het oog op uitvoer naar de Europese Unie wordt verkocht, moetworden ingetrokken. Tevens moet de invoer van dit product wordengeregistreerd. Zie voor deze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3807).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 558/2012 (PbEU L 168 van 28juni 2012) wordt het definitief antidumpingrecht op stalen kabels vanoorsprong uit onder meer China, zoals uitgebreid tot stalen kabels,verzonden uit onder meer Korea en al dan niet aangegeven als vanoorsprong uit Korea gewijzigd. De onderneming Seil Wire & Cablemoet worden toegevoegd aan de lijst van ondernemingen die zijn vrij-gesteld van het definitieve antidumpingrecht. Geconcludeerd wordtdat de onderneming Seil Wire & Cable moet worden toegevoegd aande lijst van ondernemingen die zijn vrijgesteld van het definitieve an-tidumpingrecht. De vrijstelling geldt alleen indien aan de douaneau-toriteiten van de lidstaten een geldige handelsfactuur wordt overge-legd die voldoet aan de in de bijlage vermelde vereisten. Indien geendergelijke factuur wordt overgelegd, blijft het ingestelde antidum-pingrecht gelden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1127).

107. In PbEU C 315 van 19 november 2010 is bekendgemaakt dat er eennieuw onderzoek wordt geopend in verband met het vervallen van deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van(delen van) bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen van oor-sprong uit China en Taiwan. Na de bekendmaking van een berichtdat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoervan bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvanuit China en Taiwan op korte termijn vervallen, heeft de EuropeseCommissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen. Hetverzoek werd op 19 augustus 2010 ingediend door het European In-dustrial Fasteners Institute (EIFI) namens producenten die een grootdeel, in dit geval meer dan 25%, van de totale productie in de Unievoor hun rekening nemen. Volgens EIFI zal waarschijnlijk weerschade veroorzakende dumping plaatsvinden. In dit verband heeft hijbewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het pro-duct bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvangzal toenemen gezien het productiepotentieel van de producenten-ex-porteurs in China en Taiwan. Bovendien wordt gesteld dat de be-drijfstak van de Unie als hiervoor omschreven in een zodanige situa-tie verkeert dat hij bij een verdere aanzienlijke toename van de invoertegen dumpingprijzen uit China en Taiwan waarschijnlijk opnieuwschade zal lijden als de antidumpingmaatregelen vervallen.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 181

Page 124: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de openingvan een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen terechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1856).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2/2012 (PbEU L 5 van 7 januari2012) wordt met ingang van 8 januari 2012 een definitief antidum-pingrecht ingesteld op bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelenen delen daarvan van oorsprong uit China en Taiwan naar aanlei-ding van een nieuw onderzoek. De bedrijfstak van de Unie heeft be-wezen structureel levensvatbaar te zijn. Dit werd bevestigd door devrij gezonde economische situatie die aan het begin van de beoorde-lingsperiode werd waargenomen. Tijdens de beoordelingsperiode na-men de verkochte hoeveelheden en het marktaandeel van de bedrijfs-tak van de Unie echter af en daalden de verkoopprijzen, terwijl deinvoer uit China en Taiwan licht steeg ondanks de geldende maat-regelen. In dezelfde periode verslechterde de financiële situatie van debedrijfstak van de Unie en werd zij verlieslijdend. Zonder maatrege-len zou de bedrijfstak van de Unie zich nu naar alle waarschijnlijk-heid in een nog slechtere situatie bevinden. Hieruit volgt dat de in-gestelde antidumpingmaatregelen op de invoer van bepaalde roest-vrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan, van oorsprong uitChina en Taiwan, moeten worden gehandhaafd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-93).

108. In PbEU C 142 van 13 mei 2011 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde roestvrijsta-len bevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorsprong uit Indiawordt ingeleid. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangendat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door deinvoer met dumping van bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmidde-len en delen daarvan van oorsprong uit India. De klacht werd op 31maart 2011 ingediend door het European Industrial Fasteners Insti-tute (EiFi) namens producenten die een groot deel in dit geval meerdan 25% van de totale productie van bepaalde roestvrijstalen beves-tigingsmiddelen en delen daarvan in de Unie voor hun rekening ne-men. Bij gebrek aan betrouwbare gegevens over de binnenlandse prij-zen voor India is de bewering dat het product met dumping wordtingevoerd gebaseerd op een vergelijking van de berekende normalewaarde (productiekosten verkoopkosten algemene kosten en admi-nistratiekosten (VAA-kosten) en winst) met de prijzen bij uitvoer (af-fabriek) van het onderzochte product naar de Unie. De aldus bere-kende dumpingmarge blijkt voor het exportland significant te zijn.De EiFi heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoervan het onderzochte product uit India zowel absoluut als qua markt-aandeel is gestegen. Uit het verstrekte voorlopige bewijsmateriaalblijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het on-derzochte product werd ingevoerd onder meer een negatieve invloedhebben gehad op het marktaandeel het verkoopvolume en de prijzenvan de bedrijfstak van de Unie waardoor de bedrijfsresultaten en definanciële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 182

Page 125: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2966).

Bij Besluit 2012/163/EU (PbEU L 84 van 23 maart 2012) wordt deantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde roestvrij-stalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorsprong uit In-dia beëindigd. Gezien de constatering dat de grootste Indiase pro-ducent-exporteur, die in het onderzoekstijdvak (1 april 2010 tot enmet 31 maart 2011) 87% van de Indiase uitvoer naar de Unie voorzijn rekening nam, geen roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delendaarvan tegen dumpingprijzen naar de Unie uitvoerde, wordt echteraangenomen dat niet in voldoende mate kan worden vastgesteld dater een oorzakelijk verband bestaat tussen de invoer met dumping, dieslechts 13% van de totale uit India uitgevoerde hoeveelheid uit-maakte, en de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. Erkan immers niet worden aangevoerd dat de Indiase uitvoer met dum-ping, gezien de beperkte omvang en het zeer beperkte marktaandeel(2%) ervan en gezien het feit dat de prijzen ervan gemiddeld 12% ho-ger waren dan die van de invoer zonder dumping, de oorzaak is vande door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. De analyse vande andere bekende factoren die de bedrijfstak van de Unie schadekunnen hebben toegebracht, waaronder de invoer zonder dumping,de invoer uit andere derde landen, de economische crisis en de ex-portprestaties van de in de steekproef opgenomen bedrijfstak van deUnie, heeft aangetoond dat de door de bedrijfstak van de Unie ge-leden schade blijkbaar is toe te schrijven aan de gevolgen van de in-voer zonder dumping uit India, die in het onderzoekstijdvak 87% vanalle Indiase uitvoer naar de Unie uitmaakte en die tegen aanzienlijklagere prijzen dan de invoer met dumping plaatsvond. Daar er geenaanmerkelijk oorzakelijk verband bestaat tussen de invoer met dum-ping en de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade, wordtaangenomen dat antidumpingmaatregelen overbodig zijn en dat bij-gevolg de lopende antidumpingprocedure moet worden beëindigd.De klager en alle andere belanghebbenden zijn hiervan in kennis ge-steld en zij hebben de gelegenheid gekregen opmerkingen te maken.De ontvangen opmerkingen veranderden niets aan de conclusie datde lopende antidumpingprocedure moet worden beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-555).

109. In PbEU C 142 van 13 mei 2011 is bekendgemaakt dat er een anti-subsidieprocedure betreffende de invoer van bepaalde roestvrijstalenbevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorsprong uit Indiawordt ingeleid. De Europese Commissie heeft een klacht ontvangendat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijke schade lijdt door deinvoer met subsidiëring van bepaalde roestvrijstalen bevestigings-middelen en delen daarvan van oorsprong uit India. De klacht werdop 31 maart 2011 ingediend door het European Industrial FastenersInstitute (EiFi) namens producenten die een groot deel in dit gevalmeer dan 25% van de totale productie van bepaalde roestvrijstalenbevestigingsmiddelen en delen daarvan in de Unie voor hun rekeningnemen. De producenten van het onderzochte product van oorspronguit India zouden geprofiteerd hebben van regionale subsidies en vaneen aantal subsidies van de Indiase regering. De subsidies bestaanonder meer uit de kredietregeling voor invoerrechten (Duty Entitle-ment Passbook Scheme) de regeling vergunning vooraf (advance au-thorisation scheme) de regeling vergunning rechtenvrije invoer (dutyfree import authorisation scheme) de regeling kapitaalgoederen voorexportbevordering (export promotion capital goods scheme) voor-delen voor exportgerichte bedrijven (benefits to export oriented units)de „focus-product”-regeling (focus product scheme) de regeling ex-portkredieten (export credit scheme) en regionale subsidies van dedeelstaat Maharashtra (zoals vrijstelling van omzetbelasting/bedrijfs-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 183

Page 126: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

belasting (sales tax/trade tax incentive) vrijstelling van de elektrici-teitsheffing (electricity duty exemption) en terugbetaling van octrooi(octroi refund). Volgens de klacht zijn bovengenoemde regelingensubsidies omdat zij een financiële bijdrage van de Indiase regering ofandere regionale regeringen inhouden waardoor de ontvangers d.w.z.de producenten-exporteurs van het onderzochte product voordeel ge-nieten. De subsidies zouden afhankelijk zijn van exportprestatiesen/of beperkt zijn tot bepaalde ondernemingen en/of producten en/ofregio’s en derhalve specifiek zijn en tot compenserende maatregelenaanleiding geven. De EiFi heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruitblijkt dat de invoer van het onderzochte product uit India zowel ab-soluut als qua marktaandeel is gestegen. Uit het verstrekte voorlo-pige bewijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzenwaartegen het onderzochte product werd ingevoerd onder meer eennegatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel het verkoop-volume en de prijzen van de bedrijfstak van de Unie waardoor debedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aan-zienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2965).

Bij Verordening (EU) nr. 115/2012 (PbEU L 38 van 11 februari 2012)is een voorlopig compenserend recht ingesteld op bepaalde roestvrij-stalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorsprong uit In-dia. Geoordeeld wordt dat voorlopige compenserende maatregelenmoeten worden ingesteld op de invoer van oorsprong uit India dieovereen moeten stemmen met de subsidiemarge of met de schade-marge indien deze lager is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-317).

Bij Besluit 2012/278/EU (PbEU L 134 van 24 mei 2012) wordt deantisubsidieprocedure betreffende de invoer van bepaalde roestvrij-stalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan uit India beëindigd.Geconcludeerd wordt dat er geen aanmerkelijk oorzakelijk verbandbestaat tussen de invoer met subsidiëring en de door de bedrijfstakvan de Unie geleden schade, wordt aangenomen dat compenserendemaatregelen overbodig zijn en dat de lopende antisubsidieprocedurebijgevolg moet worden beëindigd. De bedragen die uit hoofde vanvoorlopige compenserende rechten als zekerheid zijn gesteld wordenvrijgegeven.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-892).

110. Bij Verordening (EU) nr. 502/2012 (PbEU L 153 van 14 juni 2012)wordt een onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van debij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2/2012 ingestelde antidumping-maatregelen ten aanzien van bepaalde roestvrijstalen bevestigings-middelen en delen daarvan van oorsprong uit China door de invoervan bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan,verzonden uit Maleisië, Thailand en de Filippijnen en al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Maleisië, Thailand en de Filippij-nen. De Europese Commissie heeft besloten op eigen initiatief eenonderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidum-pingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van bepaalde roest-vrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorsprong uitChina, en de invoer van bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmidde-len en delen daarvan, verzonden uit Maleisië, Thailand en de Fili-pijnen en al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië,Thailand en de Filipijnen, aan registratieplicht te onderwerpen. DeCommissie beschikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaal waar-uit blijkt dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 184-190

Page 127: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorspronguit China worden ontweken door overlading in Maleisië, Thailand ende Filipijnen.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaalis om een onderzoek te openen en de invoer van het onderzochte pro-duct, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, Thai-land en de Filipijnen, aan registratieplicht te onderwerpen. Zie voordeze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1014).

111. In PbEU L 282 van 28 oktober 2010 is bij Verordening (EU) nr. 966/2010 bekendgemaakt dat met ingang van 29 oktober 2010 er een on-derzoek wordt geopend naar de mogelijke ontwijking van de anti-dumpingmaatregelen op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevesti-gingsmiddelen uit China door de invoer van bepaalde soorten ijzerenof stalen bevestigingsmiddelen, verzonden uit Maleisië en al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Maleisië. De Commissie heeft be-sloten op eigen initiatief een onderzoek te openen naar de mogelijkeontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op be-paalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China. Erheeft zich een significante verandering in het handelspatroon van deuitvoer uit China en Maleisië naar de Unie voorgedaan na de instel-ling van de maatregelen ten aanzien van het product, waarvoor, be-houdens de instelling van het recht, geen voldoende reden of verkla-ring is. Deze verandering in het handelspatroon lijkt te zijn veroor-zaakt door overlading van bepaalde soorten ijzeren of stalen beves-tigingsmiddelen van oorsprong uit China via Maleisië. Voorts zijn eraanwijzingen dat de corrigerende werking van de thans geldende an-tidumpingmaatregelen op het product wordt ondermijnd, zowel watde hoeveelheid als wat de prijs betreft. Mocht bij het onderzoek blij-ken dat er, naast overlading, ook andere ontwijkingspraktijken viaMaleisië worden toegepast, dan kan het onderzoek ook op die prak-tijken betrekking hebben. Tevens moet de invoer van het productdoor de Douane worden geregistreerd. Zie voor deze registratie on-derdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1724).

In PbEU L 194 van 26 juli 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU)nr. 723/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 26 juli 2011 het de-finitieve antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen be-vestigingsmiddelen van oorsprong uit China wordt uitgebreid tot be-paalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigings-middelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië. Uithet onderzoek is gebleken dat de definitieve antidumpingrechten dievan toepassing waren op bepaalde soorten ijzeren en stalen bevesti-gingsmiddelen uit China worden ontdoken door overlading via Ma-leisië. De maatregelen die gelden ten aanzien van de invoer van hetproduct van oorsprong uit China moeten worden uitgebreid tot deinvoer van hetzelfde product verzonden vanuit Maleisië, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Maleisië.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3495).

112. In PbEU L 297 van 16 november 2011 is bij Verordening (EU) nr.1164/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 17 november 2011 ereen nieuw onderzoek wordt geopend ten aanzien van bepaalde soor-ten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China en Maleisië. DeEuropese Commissie heeft een verzoek ontvangen om vrijstelling vande antidumpingmaatregelen die waren uitgebreid tot bepaalde soor-ten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen verzonden vanuit Maleisië.Het verzoek is ingediend door Andfast Malaysia Sdn. Bhd. („de in-diener van het verzoek”), een producent in Maleisië. De indiener vanhet verzoek heeft aangevoerd dat hij het product in het onderzoek-tijdvak van het onderzoek dat tot de uitbreiding van de maatregelen

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 191

Page 128: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

heeft geleid, namelijk de periode van 1 januari 2008 tot en met 30september 2010, niet naar de Europese Unie heeft uitgevoerd. Bo-vendien is hij naar eigen zeggen niet verbonden met de producenten-exporteurs op wie de maatregelen van toepassing zijn en heeft hij demaatregelen ten aanzien van bepaalde soorten ijzeren of stalen be-vestigingsmiddelen van oorsprong uit China niet ontweken. Voortsbeweert hij eerst na afloop van het onderzoektijdvak van het onder-zoek dat tot de uitbreiding van de maatregelen heeft geleid, met deuitvoer van het product naar de Unie te zijn begonnen.Na onderzoek van het beschikbare bewijsmateriaal is de Commissietot de conclusie gekomen dat dit voldoende is om een onderzoek teopenen teneinde vast te stellen of de indiener van het verzoek van deuitgebreide maatregelen kan worden vrijgesteld. Tevens wordt de in-voer van het onderzochte product geregistreerd. Zie voor deze regis-tratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4048).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 693/2012 (PbEU L 203 van 31juli 2012) wordt met ingang van 1 augustus 2012 gewijzigd Uitvoe-ringsverordening (EU) nr. 723/2011 door vrijstelling van de maatre-gelen te verlenen aan een Maleisische producent-exporteur, AndfastMalaysia Sdn. Bhd. Aangezien Andfast volgens de bevindingen demaatregelen niet heeft ontweken, dient de onderneming van de gel-dende antidumpingmaatregelen te worden vrijgesteld. De vrijstellingvan de uitgebreide maatregelen voor bepaalde door Andfast gepro-duceerde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen blijft geldenop voorwaarde dat de uiteindelijk vastgestelde feiten de vrijstellingrechtvaardigen en bijvoorbeeld niet wordt vastgesteld dat de vrijstel-ling is verleend op basis van verkeerde of misleidende informatie vande betrokken onderneming. De invoer van bepaalde door Andfastgeproduceerde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen is opgrond van de bevindingen van dit nieuwe onderzoek vrijgesteld vande uitgebreide maatregelen. Deze vrijstelling geldt bijgevolg uitslui-tend voor de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevesti-gingsmiddelen die uit Maleisië worden verzonden en door die speci-fieke rechtspersoon worden geproduceerd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1263).

113. In PbEU C 160 van 6 juni 2012 is een bericht gepubliceerd inzake deopening van een nieuw onderzoek van de antidumpingmaatregelendie van kracht zijn met betrekking tot de invoer van bepaalde soortenijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit China, naaraanleiding van de aanbevelingen en uitspraken van het Orgaan voorGeschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie van 28 juli2011 in geschil DS-397 (EC-Fasteners). Na de bekendmaking vaneen bericht van de Commissie waarin producenten- exporteurs vanbevestigingsmiddelen in China werd gevraagd zich te melden en eennieuw onderzoek aan te vragen als de genoemde voorwaarden op henvan toepassing waren, werd een verzoek ingediend door Bulten Fas-teners (China) Co., Ltd.De indiener van het verzoek heeft informatie over de omvang vanzijn uitvoer en zijn uitvoerprijzen gedurende het oorspronkelijke on-derzoektijdvak verstrekt. De indiener van het verzoek heeft verderaangevoerd dat hij, indien hij aan het oorspronkelijke onderzoek hadmeegewerkt, een individueel onderzoek zou hebben aangevraagd, endaarom vragen zij nu om een individuele behandeling.Omdat, na raadpleging van het Raadgevend Comité, werd vastge-steld dat er voldoende bewijsmateriaal is om een nieuw onderzoek terechtvaardigen, opent de Commissie dit nieuwe onderzoek, teneindete kunnen vaststellen of de indiener van het verzoek voldoet aan devoorwaarden voor een individueel recht.

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 924/2012 (PbEU L 275 van 10oktober 2012) wordt het definitief antidumpingrecht op bepaalde

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 192

Page 129: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China gewijzigd.Geconcludeerd wordt dat de in het oorspronkelijke onderzoek ge-constateerde schade veroorzakende dumping wordt bevestigd. Aanéén producent-exporteur (Bulten Fasteners (China) Co., Ltd ) werdechter een individuele behandeling toegekend overeenkomstig deaanbevelingen in de rapporten van het Orgaan. Artikel 1, lid 2, vanVerordening (EU) nr. 91/2009 moet derhalve dienovereenkomstigworden gewijzigd. Hetzelfde artikel moet ook worden gewijzigd omrekening te houden met de herziene antidumpingrechten die bere-kend zijn voor een aantal van de in de tabel in artikel 1, lid 2, vandeze verordening vermelde ondernemingen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1587).

114. In PbEU C 203 van 27 juli 2010 is bekendgemaakt dat er een nieuwonderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die vantoepassing zijn op de invoer van bepaalde gietstukken van oorspronguit China wordt geopend. Na de bekendmaking van een bericht datde antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer vanbepaalde gietstukken van oorsprong uit China op korte termijn zou-den vervallen heeft de Commissie een verzoek om een nieuw onder-zoek ontvangen. Het verzoek werd op 29 april 2010 ingediend doorEurofonte namens zeven leden en door Fundiciones de Odena („deindieners van het verzoek”) namens producenten die samen een grootdeel, in dit geval meer dan 25%, van de productie van bepaalde giet-stukken in de Unie voor hun rekening nemen. Het verzoek is inge-diend omdat gevreesd wordt dat het vervallen van de maatregelen zalleiden tot herhaling van dumping en herhaling van schade voor debedrijfstak van de Unie. De indieners van het verzoek beweren o.m.dat Chinese exporteurs de antidumpingrechten en de verbintenisseninzake minimuminvoerprijzen op verschillende manieren proberen teomzeilen, onder meer door kruiscompensatie van minimuminvoer-prijzen. Dit is ook een sterke aanwijzing dat de uitvoerprijzen vooraanzienlijke hoeveelheden die zich al op de markt van de Unie be-vinden, onder het huidige prijsniveau zullen zakken bij het vervallenvan de maatregelen. Volgens de indieners van het verzoek is hetvooral dankzij de antidumpingmaatregelen dat de bedrijfstak van deUnie geen schade meer lijdt als gevolg van de invoer uit China. In-dien de maatregelen vervallen en het product weer in grote hoeveel-heden tegen dumpingprijzen uit China wordt ingevoerd, zal de be-drijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een nieuwonderzoek bij het vervallen van de maatregelen te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1212).

In PbEU L 227 van 2 september 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 871/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 3 september2011 het onderzoek bij het vervallen van de maatregelen en betref-fende de invoer van bepaalde gietstukken van oorsprong uit Chinawordt beëindigd. Bij brief van 9 juni 2011 aan de Commissie hebbende indieners van het verzoek hun verzoek formeel ingetrokken. Inhun brief voerden de indieners van het verzoek aan dat met het oogop de volatiliteit van de relevante economische parameters toekom-stige schade veroorzakende dumping niet kan worden uitgesloten.Onder die omstandigheden vinden zij dat een toename van de Chi-nese invoer de levensvatbaarheid van de bedrijfstak van de Unie ingevaar kan brengen en op grond hiervan zijn de indieners van hetverzoek van mening dat de Commissie de invoer van het product ac-tief moet monitoren en bereid moet zijn om op korte termijn eennieuwe procedure in te leiden. De Commissie erkent dat het laatstejaar op de markt van gietstukken belangrijke veranderingen hebbenplaatsgevonden, die vooral te wijten zijn aan de recente economischecrisis die significante gevolgen heeft gehad voor de bouwnijverheid enheeft geleid tot een verlaging van de overheidsuitgaven voor infra-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 193

Page 130: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

structuurprojecten. Dit veroorzaakte een algemene daling van devraag, inclusief voor de invoer van bepaalde gietstukken. Aangezienniet duidelijk is hoe de markt zich op de korte tot middellange ter-mijn zal ontwikkelen, kan niet volledig worden uitgesloten dat er op-nieuw schade veroorzakende dumping zal optreden. Daarom wordthet dienstig geacht dat de invoer van het product van oorsprong uitChina wordt gemonitord. De monitoringperiode mag niet langer du-ren dan 24 maanden vanaf de dag dat de beëindiging van deze pro-cedure wordt bekendgemaakt. Verder sluit de Commissie niet uit datin lijn met de voorschriften van de basisverordening een nieuw on-derzoek betreffende hetzelfde product wordt geopend indien bewijs-materiaal voor schade veroorzakende dumping wordt verstrekt. Eenprocedure kan worden beëindigd wanneer het verzoek om een nieuwonderzoek wordt ingetrokken, tenzij dit strijdig met het belang vande Unie is. De Commissie was van oordeel dat deze procedure moestworden beëindigd, daar bij het onderzoek niet is gebleken dat debeëindiging indruist tegen het belang van de Unie. De belangheb-benden zijn hiervan in kennis gesteld en zij hebben de gelegenheidgekregen opmerkingen te maken. Er zijn echter geen opmerkingenontvangen die aanleiding gaven tot een andere conclusie. Daaromwerd geconcludeerd dat de procedure betreffende het nieuwe onder-zoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen inzake de in-voer van bepaalde gietstukken van oorsprong uit China moest wor-den beëindigd en de bestaande maatregelen moesten worden inge-trokken.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3671).

115. In PbEU C 324 van 1 december 2010 is bekendgemaakt dat er eengedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de antidumpingmaatre-gelen op bepaalde gietstukken uit China wordt geopend. De Euro-pese Commissie heeft een verzoek ontvangen om een gedeeltelijk tus-sentijds nieuw onderzoek te openen. Het verzoek is ingediend doorShandong Lulong Group Co. Ltd (’de indiener van het verzoek’), eenproducent-exporteur in China. Het nieuwe onderzoek beperkt zichtot een onderzoek naar dumping door de indiener van het verzoek.Uit het voorlopige bewijsmateriaal blijkt dat de indiener van het ver-zoek in aanmerking komt voor een behandeling als marktgerichteonderneming (BMO) en dat, wat hem betreft, de maatregel op hethuidige niveau niet noodzakelijk is om de gevolgen van dumping teneutraliseren. Bovendien blijkt uit een vergelijking van de binnen-landse prijzen van de indiener van het verzoek met zijn prijzen bijuitvoer naar de Unie dat de dumpingmarge aanzienlijk lager is danhet huidige niveau van de maatregel. Handhaving van de maatrege-len op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vastgesteldedumpingmarge, lijkt daarom niet langer noodzakelijk om de gevol-gen van dumping te neutraliseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een gedeel-telijk tussentijds nieuw onderzoek te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1916).

In PbEU L 227 van 2 september 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 871/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 3 september2011 het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek naar de anti-dumpingmaatregelen betreffende de invoer van bepaalde gietstukkenvan oorsprong uit China wordt beëindigd. Er werd geconcludeerddat het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek, beperkt tot dum-ping door Shandong Lulong Group Co. Ltd, moet worden beëin-digd. De maatregelen worden ingetrokken.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3671).

116. In PbEU C 371 van 20 december 2011 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde alumini-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 194

Page 131: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

umfolie op rollen uit China wordt geopend. De Europese Commissieheeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmer-kelijke schade lijdt door de invoer met dumping van bepaalde alu-miniumfolie op rollen, van oorsprong uit China. Dit verzoek werd op9 november 2011 ingediend door de European Association of Metals(Eurometaux) (klager) namens producenten die samen een groot deel,in dit geval meer dan 40% van de totale productie van bepaalde alu-miniumfolie op rollen in de Unie voor hun rekening nemen. De kla-ger heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer vanhet onderzochte product uit China zowel absoluut als qua markt-aandeel is gestegen. Uit het door de klager verstrekte voorlopige be-wijsmateriaal blijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waar-tegen het onderzochte product werd ingevoerd, onder meer een ne-gatieve invloed hebben gehad op het marktaandeel, het verkoopvo-lume en/of de prijzen van de bedrijfstak van de Unie, waardoor debedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aan-zienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4275).

Bij Verordening (EU) nr. 833/2012 (PbEU L 251 van 18 september2012) is met ingang van 19 september 2012 een voorlopig antidum-pingrecht ingesteld op bepaalde aluminiumfolie op rollen uit China.Geoordeeld wordt dat op de invoer van oorsprong uit China voor-lopige antidumpingmaatregelen moeten worden ingesteld.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1483).

Bij Verordening (EU) nr. 973/2012 (PbEU L 293 van 23 oktober2012) wordt een onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijkingvan de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaald bladalumi-nium uit China door de invoer van bepaald bladaluminium op rollen,niet gegloeid, met een breedte van meer dan 650 mm uit China. DeEuropese Commissie heeft een verzoek ontvangen een onderzoek inte stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatre-gelen ten aanzien van bepaald bladaluminium van oorsprong uitChina, en de invoer van bladaluminium op rollen, niet gegloeid, meteen breedte van meer dan 650 mm van oorsprong uit China aan re-gistratieplicht te onderwerpen. Het verzoek werd op 24 september2012 ingediend door vier producenten van bladaluminium in de Unie,namelijk SYMETAL SA, EUROFOIL Luxembourg SA, Alcomet enHydro Aluminium Rolled Products GmbH. Het verzoek bevat vol-doende voorlopig bewijsmateriaal dat de bestaande maatregelenworden ontweken door het onderzochte product in te voeren en ver-volgens te converteren in het product.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaalis een onderzoek te openen en de invoer van het onderzochte productte laten registreren. Zie voor deze registratie onderdeel N van dezebijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1649).

118. In PbEU C 236 van 12 augustus 2011 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde alumi-nium radiatoren van oorsprong uit China wordt geopend. De Euro-pese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van deUnie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van be-paalde aluminium radiatoren van oorsprong uit China. De klachtwerd op 30 juni 2011 ingediend door de International Association ofAluminium Radiator Manufacturers Limited Liability Consortium(AIRAL S.c.r.l) (de klager), namens producenten die goed zijn vooreen groot deel, in dit geval meer dan 25%, van de totale productie van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 195

Page 132: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

bepaalde aluminium radiatoren in de Unie. De klager heeft bewijs-materiaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onder-zochte product uit China zowel absoluut als qua marktaandeel is ge-stegen. Uit het door de klager verstrekte voorlopige bewijsmateriaalblijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het on-derzochte product werd ingevoerd onder meer een negatieve invloedhebben gehad op het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstakvan de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatievan deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd en arbeidsplaat-sen verloren zijn gegaan.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3494).

Bij Verordening (EU) nr. 402/2012 (PbEU L 124 van 11 mei 2012)wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op aluminium ra-diatoren van oorsprong uit China. Gelet op de conclusies inzakedumping, schade, oorzakelijk verband en belang van de Unie moetenvoorlopige antidumpingmaatregelen worden ingesteld om te voorko-men dat de bedrijfstak van de Unie nog meer schade lijdt door deinvoer met dumping. Geoordeeld wordt dat met betrekking tot deinvoer van oorsprong uit China voorlopige antidumpingmaatregelenmoeten worden ingesteld die gelijk zijn aan de dumpingmarge, of aande schademarge indien deze lager is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-852).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1039/2012 (PbEU L 310 van 9november 2012) wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld opaluminium radiatoren van oorsprong uit China. Geoordeeld wordtdat ten aanzien van de invoer van het product definitieve antidum-pingmaatregelen moeten worden ingesteld. Alle rechten moeten wor-den vastgesteld op het niveau van de vastgestelde schademarges. Ge-zien de hoogte van de vastgestelde dumpingmarges en de ernst van deschade die de bedrijfstak van de Unie heeft geleden, wordt het nodiggeacht de bedragen die uit hoofde van het bij de voorlopige veror-dening ingestelde voorlopige antidumpingrecht als zekerheid zijn ge-steld, definitief te innen tot het bedrag van de ingestelde definitieverechten.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1731).

119. In PbEU C 71 van 9 maart 2012 is een bericht gepubliceerd over deopening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen vande antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer vanbepaalde wolfraamelektroden van oorsprong uit China. Na de be-kendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die vantoepassing zijn op de invoer van bepaalde wolfraamelektroden vanoorsprong uit China op korte termijn zouden vervallen heeft de Eu-ropese Commissie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.Het verzoek werd op 12 december 2011 ingediend door Eurométauxnamens een producent van de Unie die een groot deel, in dit gevalmeer dan 50%, van de totale productie van bepaalde wolfraamelek-troden in de Unie voor zijn rekening neemt. Uit het voorlopige be-wijsmateriaal dat de indiener van het verzoek heeft verstrekt, blijktdat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het onderzochteproduct wordt ingevoerd onder meer nog steeds een ongunstige in-vloed hebben op de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoe-veelheden en het door hem ingenomen marktaandeel, waardoor debedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aan-zienlijk zijn verslechterd. Daarnaast voert Eurométaux aan dat, alsde maatregelen zouden vervallen en het product in grotere hoeveel-heden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd,

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 196-200

Page 133: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk nog meer schade zal lijden.Hij heeft in dit verband bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt datde invoer van het onderzochte product bij het vervallen van de maat-regelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien de onbenutteproductiecapaciteit in China.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de openingvan een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen terechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-467).

120. In PbEU C 131 van 20 mei 2010 is bekendgemaakt dat er een anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde ringbandme-chanismen van oorsprong uit Thailand wordt ingeleid. De Commis-sie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aan-merkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van bepaalderingbandmechanismen van oorsprong uit Thailand. De klacht werdop 6 april 2010 door Ring Alliance Ringbuchtechnik GmbH , inge-diend namens producenten die een groot deel, in dit geval meer dan50%, van de totale productie van bepaalde ringbandmechanismen inde Unie vertegenwoordigen. Op grond van de informatie in de klachtis het duidelijk dat de invoer van het onderzochte product uit hetThailand in termen van marktaandeel is gestegen. Uit het voorlopigebewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat de hoeveel-heden waarin en de prijzen waartegen het onderzochte product wordtingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehad op dedoor de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelheden en het in-genomen marktaandeel, wat negatieve effecten heeft gehad voor dealgemene prestaties, de financiële situatie en de werkgelegenheidssi-tuatie van de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 201

Page 134: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 202

Page 135: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-792).

In PbEU L 37 van 11 februari 2011 is bij Verordening (EU) nr. 118/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 12 februari 2011 er eenvoorlopig antidumpingrecht is ingesteld op bepaalde ringbandme-chanismen van oorsprong uit Thailand. Gelet op de conclusies in-zake dumping, schade, het oorzakelijke verband en het belang van deUnie, moeten voorlopige antidumpingmaatregelen worden ingesteldom te voorkomen dat de bedrijfstak van de Unie nog meer schadelijdt door invoer met dumping.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2417).

In PbEU L 204 van 9 augustus 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 792/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 10 augustus2011 er een definitief antidumpingrecht is ingesteld op bepaalde ring-bandmechanismen van oorsprong uit Thailand. Gelet op de conclu-sies inzake dumping, schade, oorzakelijk verband en belang van deUnie moet een definitief antidumpingrecht worden ingesteld dat vol-gens de regel van het laagste recht gelijk is aan de dumpingmarge of,indien deze lager is, de schademarge. In dit geval moet het recht bij-gevolg worden vastgesteld op het niveau van de geconstateerde dum-ping. Gezien de hoogte van de vastgestelde dumpingmarge en deernst van de schade die de bedrijfstak van de Unie heeft geleden,wordt het noodzakelijk geacht de bedragen die als zekerheid zijn ge-steld uit hoofde van het bij de voorlopige verordening ingesteldevoorlopige antidumpingrecht, definitief te innen tot het bedrag vanhet recht dat definitief bij deze verordening is ingesteld. Daar het de-finitieve recht lager is dan het voorlopige, moeten de als zekerheidgestelde bedragen die het bedrag van het definitieve recht overschrij-den, worden vrijgegeven.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3471).

121. In PbEU C 217 van 23 juli 2011 is bekendgemaakt dat er een nieuwonderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen van toe-passing op hefboommechanismen uit China wordt geopend. Na debekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen dievan toepassing zijn op hefboommechanismen van oorsprong uitChina op korte termijn zouden vervallen heeft de Europese Com-missie een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoekwerd op 26 april 2011 ingediend door de volgende producenten in deUnie (verder: de indieners): Interkov spol.s.r.o, IML Industria Me-ccanica Lombardia S.r.l. en Niko Metallurgical company d.d. Zele-zniki, die goed waren voor een groot deel, in dit geval meer dan 50%,van de productie van hefboommechanismen in de EU. De indienersvan het verzoek hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt datde invoer van het product uit China in absolute cijfers en wat hetmarktaandeel betreft nog steeds aanzienlijk is. Volgens de indienersvan het verzoek zal waarschijnlijk opnieuw schade veroorzakendedumping plaatsvinden. In dit verband hebben zij bewijsmateriaaloverlegd waaruit blijkt dat de invoer van het product bij het vervallenvan de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien deonbenutte capaciteit in het desbetreffende land. Bovendien voeren deindieners van het verzoek aan dat de bedrijfstak van de Unie in eenzodanige situatie verkeert dat hij bij een verdere aanzienlijke toenamevan de invoer tegen dumpingprijzen uit China waarschijnlijk op-nieuw schade zal lijden als de antidumpingmaatregelen vervallen.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelente openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3392).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 203

Page 136: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 796/2012 (PbEU L 238 van 4september 2012) wordt met ingang van 5 september 2012 een defi-nitief antidumpingrecht ingesteld op hefboommechanismen van oor-sprong uit China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij hetvervallen van de maatregelen. Uit het onderzoek volgt dat de anti-dumpingmaatregelen die van toepassing zijn op hefboommechanis-men van oorsprong uit China moeten worden gehandhaafd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer:2012-1421).

122. In PbEU C 98 van 30 maart 2011 is bekendgemaakt dat het anti-dumpingonderzoek betreffende de invoer van bepaalde compresso-ren van oorsprong uit China wordt heropend. De Commissie heeftop eigen initiatief besloten tot een gedeeltelijke heropening van hetantidumpingonderzoek betreffende de invoer van bepaalde compres-soren van oorsprong uit China. De heropening is beperkt tot devraag of bepaalde producttypes binnen de werkingssfeer van de an-tidumpingmaatregelen voor bepaalde compressoren van oorspronguit China vallen. Volgens de informatie waarover de Commissie be-schikt, blijken zogenoemde minicompressoren, d.w.z. compressorenzonder tank die aangesloten kunnen worden op een 12V-voeding endie onder de productomschrijving vallen, te verschillen van de anderecompressoren die aan de maatregel zijn onderworpen. Daarom wordthet nodig geacht het onderzoek gedeeltelijk te heropenen ter verdui-delijking van de productomschrijving. De conclusie van het onder-zoek kan terugwerkende kracht hebben tot de datum waarop de be-treffende antidumpingmaatregelen zijn ingesteld.De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité be-sloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonder-zoek gerechtvaardigd is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-2843).

In PbEU L 332 van 15 december 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 1306/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 15 decemberhet toepassingsgebied van de definitieve antidumpingrechten op be-paalde compressoren uit China is verduidelijkt. Geconcludeerd werddat minicompressoren niet dezelfde fysieke en technische basisken-merken hebben als andere compressoren waarop de maatregel be-trekking heeft. Tevens hebben minicompressoren en andere compres-soren waarop de maatregel betrekking heeft, verschillende gebruiks-doeleinden en verschillende markten hebben en zijn in beginsel nietuitwisselbaar.Gezien het bovenstaande wordt geconcludeerd dat minicompresso-ren (d.w.z. compressoren zonder tank die kunnen worden aangeslo-ten op een 12 V-voeding) niet gelijk zijn aan de in het oorspronkelijkeonderzoek onderzochte compressoren. Aangezien minicompressorenniet onder het toepassingsgebied van het oorspronkelijke onderzoekvallen, had het antidumpingrecht niet op minicompressoren mogenworden toegepast. Bijgevolg moet het toepassingsgebied van de be-trokken maatregel met terugwerkende kracht worden verduidelijktdoor de definitieve verordening te wijzigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-4236).

123. In PbEU C 41 van 14 februari 2012 is een bericht gepubliceerd inzakede opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer vanhandpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan van oorsprong uitChina. De Europese Commissie heeft op eigen initiatief besloten totopening van een tussentijds nieuw onderzoek van de antidumping-maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van handpal-lettrucks en essentiële onderdelen daarvan van oorsprong uit China.Het nieuwe onderzoek is beperkt tot het onderzoek van dumping. DeCommissie beschikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaal waar-uit blijkt dat, wat dumping betreft, de omstandigheden op grond

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 204

Page 137: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

waarvan de bestaande maatregelen werden ingesteld, zijn gewijzigden dat deze wijziging van blijvende aard is. Uit de statistieken vanEurostat blijkt dat de invoer uit China de invoer uit andere derdelanden de laatste jaren bijna volledig heeft vervangen. Op grond vanhet voorgaande wordt geoordeeld dat de omstandigheden in verbandmet dumping, als bepaald in het oorspronkelijke onderzoek, aanzien-lijk zijn veranderd en dat deze veranderingen van blijvende aard zijn.Bijgevolg lijkt de handhaving van de maatregelen op het bestaandeniveau niet langer adequaat om de gevolgen van schade veroorza-kende dumping te compenseren.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 205

Page 138: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 206-210

Page 139: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

De Commissie opent hierbij een nieuw onderzoek, nadat zij in over-leg met het Raadgevend Comité heeft bepaald dat voldoende bewijs-materiaal bestaat om de opening van een tussentijds nieuw onder-zoek te rechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-322).

124. Gereserveerd.

125. In PbEU C 196 van 20 juli 2010 is bekendgemaakt dat er een nieuwonderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen op hand-pallettrucks en essentiële onderdelen daarvan uit China wordt geo-pend. Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumping-maatregelen die van toepassing zijn op handpallettrucks en essentiëleonderdelen daarvan van oorsprong uit China op korte termijn zou-den vervallen heeft de Commissie een verzoek om een nieuw onder-zoek ontvangen. Het verzoek werd op 21 april 2010 ingediend doortwee producenten in de Unie, BT Products AB en Lifter S.r.l. („deindieners van het verzoek”). Zij vertegenwoordigen een groot aan-deel, in dit geval meer dan 50%, van de productie van handpal-lettrucks en essentiële onderdelen daarvan in de Unie. Het verzoek isingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zalleiden tot voortzetting of herhaling van de dumping en schade voorde bedrijfstak van de Unie. Volgens de indieners van het verzoek zalwaarschijnlijk opnieuw schade veroorzakende dumping plaatsvin-den. In dit verband hebben zij bewijsmateriaal voorgelegd waaruitblijkt dat de invoer van het product bij het vervallen van de maat-regelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien de onbenutteproductiecapaciteit in China. Bovendien beweren de indieners vanhet verzoek dat de invoer van het product uit China door de toenamein het marktaandeel en de lage prijzen schade aan de bedrijfstak vande Unie is blijven toebrengen en dat indien de maatregelen vervallen,de verdere toename van de invoer tegen dumpingprijzen uit het ditland hoogstwaarschijnlijk zal leiden tot een voortzetting van aanmer-kelijke schade aan de bedrijfstak van de Unie.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een proce-dure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelenin te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1174).

In PbEU L 268 van 13 oktober 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 1008/2011 bekendgemaakt dat met ingang 14 oktober 2011er een definitief antidumpingrecht wordt ingesteld op (essentiële on-derdelen van) handpallettrucks van oorsprong uit China, zoals uit-gebreid tot (essentiële onderdelen van) handpallettrucks verzondenuit Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Thailand.Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat de antidumpingmaatre-gelen die van toepassing zijn op handpallettrucks en essentiële on-derdelen daarvan van oorsprong uit China moeten worden gehand-haafd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3855).

126. t/m 131. Gereserveerd.

132. In PbEU C 343 van 17 december 2010 is bekendgemaakt dat er eenantidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde grafiete-lektrodesystemen van oorsprong uit China wordt geopend. De Eu-ropese Commissie heeft een klacht ontvangen dat de bedrijfstak vande Unie aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping vanbepaalde grafietelektrodesystemen van oorsprong uit China. Deklacht werd op 5 november 2010 ingediend door de European Car-bon and Graphite Association („de klager”) namens producenten diegoed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 50%, van de

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 211

Page 140: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

productie van bedoelde grafietelektrodesystemen in de Unie. Uit hetvoorlopige bewijsmateriaal dat de klager heeft verstrekt, blijkt dat dehoeveelheid waarin en de prijzen waartegen het onderzochte productwordt ingevoerd onder meer een ongunstige invloed hebben gehadop de door de bedrijfstak van de Unie verkochte hoeveelheden, hetniveau van de aangerekende prijzen en het door de bedrijfstak van deUnie ingenomen marktaandeel, waardoor de bedrijfsresultaten vande bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-2068).

In PbEU L 254 van 30 september 2011 is bij Besluit 2011/642/EUbekendgemaakt dat met ingang van 1 oktober 2011 de antidumping-procedure betreffende de invoer van bepaalde grafietelektrodesyste-men van oorsprong uit China wordt beëindigd. Per brief van 8 juli2011 aan de Commissie heeft de klager zijn klacht formeel ingetrok-ken. In dit verband wordt opgemerkt dat de Commissie geen redenenheeft gevonden die erop duiden dat beëindiging niet in het belang vande Unie is, terwijl de belanghebbenden evenmin redenen hebben aan-gevoerd. De Commissie komt derhalve tot de conclusie dat de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van bepaalde grafietelek-trodesystemen van oorsprong uit China moet worden beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3806).

133. t/m 134. Gereserveerd.

135. In PbEU C 188 van 13 juli 2010 is bekendgemaakt dat er een nieuwonderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatre-gelen op fietsen uit China wordt geopend. Na de bekendmaking vaneen bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijnop de invoer van fietsen van oorsprong uit onder meer China opkorte termijn zullen vervallen heeft de Commissie een verzoek omeen nieuw onderzoek ontvangen. Het verzoek werd op 13 april 2010ingediend door de European Bicycle Manufacturers Association(EBMA) namens producenten die samen een groot deel, in dit gevalmeer dan 25%, van de totale productie van fietsen in de Unie voorhun rekening nemen. Het verzoek is ingediend omdat gevreesd wordtdat het vervallen van de maatregelen zal leiden tot voortzetting vande dumping en herhaling van de schade voor de bedrijfstak van deUnie. Volgens de EBMA zal waarschijnlijk opnieuw schade veroor-zakende dumping plaatsvinden. Hij legt in dit verband bewijzen voorwaaruit blijkt dat bij het vervallen van de maatregelen de invoer vanhet product waarschijnlijk zal toenemen gezien de productiecapaci-teit van de producenten-exporteurs in China. Volgens de indienervan het verzoek is het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen datde bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt. Indien de maat-regelen vervallen en het product weer in grote hoeveelheden tegendumpingprijzen uit China wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van deUnie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.De Commissie is na raadpleging van het Raadgevend Comité tot deconclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een nieuwonderzoek bij het vervallen van de maatregelen te openen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2010-1127).

In PbEU L 261 van 6 oktober 2011 is bij Uitvoeringsverordening(EU) nr. 990/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 7 oktober2011 er een definitief antidumpingrecht is ingesteld op rijwielen vanoorsprong uit China, naar aanleiding van een nieuw onderzoek inverband met het vervallen van de maatregelen. Geconcludeerd wordtdat de antidumpingmaatregelen op rijwielen moeten worden gehand-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 212

Page 141: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

haafd. Het is passend om de maatregelen te verlengen voor een pe-riode van vijf jaar.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2011-3826).

136. In PbEU C 71 van 9 maart 2012 is een bericht gepubliceerd overopening van een tussentijds nieuw onderzoek van de antidumping-maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van rijwielen vanoorsprong uit China. De Europese Commissie heeft op eigen initia-tief besloten tot opening van een tussentijds nieuw onderzoek van deantidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van rij-wielen van oorsprong uit China. De Commissie beschikt over vol-doende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat, wat de dumpingen de schade betreft, de omstandigheden op grond waarvan de be-staande antidumpingmaatregelen werden vastgesteld, wellicht zijngewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard kunnen zijn. Inhet bijzonder duidt de informatie waarover de Commissie beschikterop dat het systeem van uitvoercontingenten voor rijwielproducen-ten in China, dat de producenten-exporteurs ten tijde van het tus-sentijdse nieuwe onderzoek tot wijziging belemmerde om een erken-ning als marktgerichte onderneming te verkrijgen, in januari 2011 isafgeschaft. Bovendien is de structuur van de bedrijfstak van de Uniegewijzigd. In het bijzonder zijn diverse producenten in de Unie vande productie van volledige rijwielen overgeschakeld op de assem-blage van ingevoerde onderdelen. Verder is het aantal rijwielprodu-centen in de Unie als gevolg van de uitbreidingen van de EU in 2004en 2007 veel groter geworden. Verder hebben diverse producentendie voor de twee uitbreidingen deel uitmaakten van de bedrijfstakvan de Unie, hun productiefaciliteiten verplaatst of nieuwe facilitei-ten opgezet in de nieuwe lidstaten. Als gevolg daarvan kan de kos-tenstructuur van de bedrijfstak van de Unie zijn gewijzigd. Ten slottewas de huidige schademarge berekend op basis van rijwielen vanstaal, terwijl tegenwoordig de meeste rijwielen van aluminiumlege-ringen blijken te zijn vervaardigd. Al deze ontwikkelingen lijken vanblijvende aard te zijn, zodat een nieuwe beoordeling van de schade-bevindingen nodig is. Bovendien neemt het aantal ondernemingenwaarop de vrijstellingsregeling van toepassing is, snel toe, zonder datde regeling sinds de invoering ervan in 1997 is aangepast. Verder ishet toezicht op de invoer van onderdelen die van de antidumping-maatregelen is vrijgesteld, uiterst complex en omslachtig geworden,wat een gevaar voor de doeltreffendheid ervan kan betekenen. Opgrond van het bovenstaande lijkt handhaving van de maatregelen ophet bestaande niveau niet langer geschikt om de gevolgen van deschade veroorzakende dumping te compenseren.De Commissie is na overleg in het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de inleidingvan een tussentijdse procedure te rechtvaardigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-468).

137. In PbEU C 122 van 27 april 2012 is een bericht gepubliceerd betref-fende de inleiding van een antisubsidieprocedure inzake de invoervan rijwielen van oorsprong uit China. De Europese Commissie heefteen klacht ontvangen dat de bedrijfstak van de Unie aanmerkelijkeschade lijdt door de invoer met subsidiëring van rijwielen van oor-sprong uit China. De klacht werd op 15 maart 2012 ingediend doorde European Bicycle Manufacturers Association (EBMA) („de kla-ger”) namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meerdan 25%, van de totale productie van rijwielen in de Unie voor hunrekening nemen. De klager voert aan dat de producenten van hetonderzochte product van oorsprong uit China een aantal subsidieshebben ontvangen van de overheid van China. De klager voert voortsaan dat de subsidies onder meer bestaan in vrijstellingen van ven-nootschapsbelasting en andere directe belastingen (zoals een prefe-rentiële vennootschapsbelasting voor hightechsectoren en in nieuwetechnologieën gespecialiseerde sectoren, vrijstellingen of verminde-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 213

Page 142: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

ringen van vennootschapsbelasting in het kader van het „two free/three half”-programma, vrijstelling of vermindering van de lokalevennootschapsbelasting voor „productieve met buitenlands kapitaalgefinancierde ondernemingen (FIE’s - Foreign Invested Enterpri-ses)”, vermindering van vennootschapsbelasting voor FIE’s die in hetbinnenland geproduceerde apparatuur aankopen, vermindering vanvennootschapsbelasting voor FIE’s op grond van hun geografischelocatie, preferentiële fiscale behandeling voor O&O in FIE’s, ven-nootschapsbelastingfaciliteiten voor ondernemingen in binnenlandsehanden die in het binnenland geproduceerde apparatuur kopen, pro-gramma voor vrijstelling van vennootschapsbelasting voor op de uit-voer gerichte FIE’s, programma voor de terugbetaling van vennoot-schapsbelasting in geval van herinvestering van winsten van FIE’s inop de uitvoer gerichte ondernemingen), vrijstellingen van indirectebelastingen en rechten (zoals vrijstellingen van btw en rechten op in-gevoerde apparatuur, btw-aftrek op in het binnenland geproduceerdeapparatuur, vrijstelling van de stadsonderhoud- en bouwbelastingenen van extra heffingen voor opleiding voor FIE’s), preferentiële le-ningen en rentesubsidies (zoals laagrentende beleidsleningen toege-kend door handelsbanken in staatsbezit en banken voor overheids-beleid), verstrekking van goederen door de overheid onder de kost-of marktprijs (zoals de verstrekking van grondstoffen, elektriciteit engrondgebruiksrechten), subsidieprogramma’s (zoals het Tianjin Cy-cle Industry Park Development Assistance Fund, het Tianjin BinhaiNew Area Special Development and Construction Assistance Fund,de Famous Brands Awards) en programma’s voor economische-ont-wikkelingszones (EDZ - Economic Development Zone) (bijvoorbeeldtoegekend door Tianjin Binhai New Area, Tinajin Jinghai EDZ,Tianjin Economic-Technological Development Area, Da Gang EDZ,Wu Qing EDZ en Dongguan South China Industry Park). De klagerargumenteert eveneens dat bovengenoemde regelingen subsidierege-lingen zijn, aangezien hierbij een financiële bijdrage van de overheidvan China of van regionale overheden, inclusief overheidsinstanties,wordt geleverd waardoor de ontvangers, namelijk de producenten-exporteurs van het onderzochte product, een voordeel verkrijgen. Desubsidies zouden afhankelijk zijn van exportprestaties en/of het ge-bruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen en/of be-perkt zijn tot bepaalde soorten ondernemingen en/of regio’s, en der-halve specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding ge-ven. Uit het door de klager verstrekte voorlopige bewijsmateriaalblijkt dat de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het on-derzochte product werd ingevoerd, onder meer een negatieve invloedhebben gehad op het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstakvan de Unie, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatievan de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk zijn verslechterd.De Commissie is na overleg met het Raadgevend Comité tot de con-clusie gekomen dat de klacht is ingediend door of namens de bedrijfs-tak van de Unie en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een pro-cedure in te leiden.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-760).

138. Bij Verordening (EU) nr. 875/2012 (PbEU L 258 van 26 september2012) wordt met ingang van 27 september 2012 een onderzoek geo-pend naar de mogelijke ontwijking van antidumpingrechten op rij-wielen van uit China, door de invoer van rijwielen verzonden vanuitIndonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven alsvan oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië. De Eu-ropese Commissie heeft een verzoek ontvangen een onderzoek in testellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelenop rijwielen uit China en om de invoer van fietsen verzonden uit In-donesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven alsvan oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, aanregistratie te onderwerpen. Dit verzoek is op 14 augustus 2012 inge-diend door de European Bicycle Manufacturers Association (EBMA)namens In Cycles – Montagem e Comercio de Bicicletas, Ldo, SC.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 214-220

Page 143: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

EUROSPORT DHS S.A. en MAXCOM Ltd, drie producenten vanfietsen in de Unie. Het verzoek omvat voldoende voorlopig bewijs-materiaal dat de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de in-voer van rijwielen uit China worden ontweken door overlading viaIndonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië en door assemblage vanbepaalde rijwielonderdelen uit China, in Indonesië, Sri Lanka en Tu-nesië.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaalis om een onderzoek te openen en de invoer van het onderzochte pro-duct, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Ma-leisië, Sri Lanka en Tunesië, aan registratie te onderwerpen. Zie voordeze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1522).

139. Bij Bericht 2012/C 127/03 (PbEU C 127 van 1 mei 2012 – info: ww-w.inenuitvoer.nl – webnummer: 2012-784) is door de Europese Com-missie meegedeeld dat de antidumpingmaatregelen op 13 december2013 zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsma-teriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maat-regelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijn-lijk is.Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokkenmaatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de ver-tegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in deUnie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om eennieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen ofdaarop commentaar te leveren.De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om eennieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden vóór de hier-boven genoemde vervaldag moet zijn ontvangen door de EuropeseCommissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92,1049 Brussel, België (fax: +32 22956505).Indien een nieuw onderzoek wordt geopend zullen nadere gegevensworden opgenomen in dit onderdeel van deze bijlage.

140. Bij Verordening (EU) nr. 548/2012 (PbEU L 165 van 26 juni 2012)wordt een onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van deantidumpingmaatregelen ten aanzien van niet-navulbare zak-gasaanstekers met vuursteentje uit China door de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje verzonden uit Vietnam,al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam. Deze invoerwordt tevens onderworpen aan registratieplicht voor een periode vannegen maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. DeEuropese Commissie heeft een verzoek ontvangen om een onderzoekin te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaat-regelen die zijn ingesteld op de invoer van niet-navulbare zak-gasaanstekers met vuursteentje van oorsprong uit China en om deinvoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje verzon-den uit Vietnam, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Viet-nam, te registreren. Het verzoek werd op 17 april 2012 ingedienddoor Société BIC, een producent in de Unie van niet-navulbare zak-gasaanstekers met vuursteentje. Het verzoek bevat voldoende voor-lopig bewijsmateriaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzienvan de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjevan oorsprong uit China worden ontweken door assemblageactivi-teiten in Vietnam.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaalis om een onderzoek te openenen en de invoer van het onderzochteproduct, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Vietnam, teregistreren. Zie voor deze registratie onderdeel N van deze bijlage.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (web-nummer: 2012-1116).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 221

Page 144: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

N. Producten waarvan de invoer wordt geregistreerd; instelling rechten met terug-werkende kracht

Overzicht van producten waarvan de invoer wordt geregistreerd zodat even-tueel met terugwerkende kracht antidumpingrechten of compenserende rechtenkunnen worden ingesteld.

Teneinde een goed overzicht te houden van de registratieverplichtingen is hiernaeen overzicht opgenomen voor welke goederen een bij verordening (EG) inge-stelde registratieverplichting van toepassing is. Deze verplichtingen zijn ook inhet Basistarief in voetnoten op het douanerecht bij de desbetreffende Taric-co-des verwerkt.

In verband met de mogelijke naheffing worden de aangiften voor het in het vrijeverkeer brengen van de desbetreffende goederen door de douane geregistreerd.Met betrekking tot de invoer via individuele aangiften (zowel schriftelijk alselektronisch) zullen de gegevens door Sagitta worden geregistreerd en zal mo-gelijke inning op basis van die gegevens plaatsvinden.Indien de invoer plaatsvindt met toepassing van een vereenvoudigde regeling(periodieke aangiften achteraf) dient deze registratie veelal handmatig te ge-schieden. Daarbij zullen, per district, in ieder geval de volgende gegevens wor-den geregistreerd:– vergunninghouder;– nummer van de maandaangifte;– GN-code/Taric-code;– het land van oorsprong;– de hoeveelheid (gewicht en/of andere specifieke maatstaven);– de waarde;– schatting van de eventueel verschuldigde bedragen (indien gevraagd).Indien op grond van een communautaire maatregel een recht met terugwer-kende kracht wordt ingesteld zal dit in eerste instantie via een publicatie in In-en uitvoernieuws worden meegedeeld.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 222

Page 145: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

De gegevens met betrekking tot de registratieverplichtingen dienen ook te wor-den verwerkt in de maandelijkse invoergegevens ter zake van de antidumping-rechten/compenserende rechten (zie onderdeel A 5.13).

GN-Code/Taric-code

Omschrijving Land vanoorsprong/herkomst

Vervaardigd enuitgevoerd door

IngangsdatumVerordening(EU)

Resultaatprocedure(*)

exexex

2008 30552008 30752008 3090

bepaaldebereide ofverduurzaamdecitrusvruchten(mandarijnen,enz.)

China zie aanteke-ning 1

30-06-2012

exexexexexexexexexexexexexexexexexexexexex

2207 10002207 20002208 90992710 12112710 12152710 12212710 12252710 12312710 12412710 12452710 12492710 12512710 12592710 12702710 12902710 20903814 00103814 00903820 00003824 90973826 0090

bio- ethanol,soms „brand-stofethanol”genoemd,d.w.z. ethylal-cohol die isvervaardigd uitlandbouwpro-ducten (zoalsvermeld inbijlage I bij hetVerdrag betref-fende dewerking van deEuropeseUnie), al danniet gedenatu-reerd, metuitzonderingvan productendie meer dan0,3% (m/m)water bevatten,gemeten over-eenkomstignorm EN15376, enethylalcoholdie is vervaar-digd uit land-bouwproduc-ten en is vervatin mengselsvan benzinedie meer dan10% (v/v)ethylalcoholbevatten

VerenigdeStaten

zie aanteke-ning 2

25-08-2012

ex 2804 6900 silicium (bevat-tende minderdan 99,99gewichtsper-centensilicium)

China,Taiwan

zie aanteke-ning 3

07-07-2012

3907 6020 polyethyleente-reftalaat (PET)

Taiwan zie aanteke-ning 4

19-07-2012

exex

3920 62193920 6290

PET-folie India,Israël

zie aanteke-ning 6

07-01-2010 Adr(gewij-zigd)

exexex

3923 21003923 29103923 2990

kunststofzakken meteen gehalteaan polyethy-leen vanminimaal 20gewichtsper-centen en meteen velddiktevan niet meerdan 100 micro-meter (µm)

China zie aanteke-ning 7

21-08-2010 Adr(gewij-zigd)

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 223

Page 146: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-Code/Taric-code

Omschrijving Land vanoorsprong/herkomst

Vervaardigd enuitgevoerd door

IngangsdatumVerordening(EU)

Resultaatprocedure(*)

exex

7019 51007019 5900

open weefselsvan glasvezels– met uitzon-dering vanglasvezelschij-ven – met eencelgrootte vanmeer dan 1,8mm in zowelde lengte alsde breedte enmet eengewicht vanmeer dan35g/m2

China,Maleisië

zie aanteke-ning 10

11-11-2011 Adr

China,Taiwan,Thailand

zie aanteke-ning 11

25-05-2012

exexexexex

7312 10817312 10837312 10857312 10897312 1098

stalen kabels China,Zuid-Korea

zie aanteke-ning 12

01-10-2011 Adr(gewij-zigd)

exexexexexex

7318 12107318 14107318 15307318 15517318 15617318 1570

bepaalderoestvrijstalenbevestigings-middelen endelen daarvan

China,Filipijnen,Maleisië,Thailand

zie aanteke-ning 13

15-06-2012

exexexexexexexexexex

7318 12907318 14917318 14997318 15597318 15697318 15817318 15897318 15907318 21007318 2200

bepaaldesoorten ijzerenof stalen (metuitzonderingvan roestvrijstalen) bevesti-gingsmiddelen,d.w.z.houtschroeven(met uitzonde-ring vankraagschroe-ven), zelftap-pende schroe-ven, andereschroeven enbouten metkop (ookindien metbijbehorendemoeren ofsluitringen,maar metuitzonderingvan schroeven,gedraaid ofgedecolleteerduit massiefmateriaal enwaarvan dedikte van deschacht nietmeer bedraagtdan 6 mm enmet uitzonde-ring vanschroeven enbouten voorhet bevestigenvan bestandde-len van spoor-banen)alsmedesluitringen

China(verzondenuitMaleisiëen al danniet aange-geven alsvan oor-sprong uitMaleisië)

zie aanteke-ning 14

29-10-2010 Adr

zie aanteke-ning 15

17-11-2011 Adr

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 224

Page 147: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-Code/Taric-code

Omschrijving Land vanoorsprong/herkomst

Vervaardigd enuitgevoerd door

IngangsdatumVerordening(EU)

Resultaatprocedure(*)

ex 7607 1119 bladaluminiummet een diktevan nietminder dan0,008 mm enniet meer dan0,018 mm, nietop een drager,enkel gewalst,op rollen meteen breedtevan niet meerdan 650 mmen een gewichtvan meer dan10 kg

China zie aanteke-ning 16

24-10-2012

ex 8712 00308712 0070

fietsen enandere rijwie-len (metinbegrip vanbakfietsen,maar zondereenwielers),zonder motor

China,Indonesië,Maleisië,Sri Lanka,Tunesië

zie aanteke-ning 17

27-09-2012

exex

9613 10009613 2000

zakaanstekersmet vuursteen-tje, werkendmet gas, nietnavulbaar

China,Vietnam

zie aanteke-ning 18

27-06-2012

(*) Indien na het onderzoek geen maatregelen worden ingesteld zal in deze kolom de vermelding„einde” alsmede de datum van beëindiging van de registratie worden opgenomen.Indien voor deze goederen een antidumpingrecht of een compenserend recht wordt ingesteld zal devermelding „adr” respectievelijk „cr” alsmede de datum van ingang daarvan worden opgenomen.De relevante gegevens voor de oplegging van het antidumpingrecht en/of compenserend recht zul-len in het Basistarief worden opgenomen.

Aantekeningen.

1. Bij Verordening (EU) nr. 572/2012 (PbEU L 169 van 29 juni 2012) wordt deinvoer van bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnenenz.) van oorsprong uit China onderworpen aan registratie voor een periodevan negen maanden. Naar aanleiding van het arrest van het Hof verzocht deSpaanse nationale federatie van verenigingen in de sector groente- en fruitcon-serven (Federación Nacional de Asociaciones de la Industria de Conservas Ve-getales, FENAVAL, voorheen FNACV) de invoer van het product te registre-ren, zodat vervolgens met ingang van de datum van registratie maatregelen opdeze invoer kunnen worden toegepast. Volgens de indiener van het verzoekbracht het feit dat het Hof de antidumpingmaatregelen meer dan anderhalf jaarvoordat ze zouden vervallen ongeldig verklaarde om andere redenen dan deafwezigheid van dumping en schade als gevolg daarvan, zijn levensvatbaarheidernstig in gevaar. Hij wees in dit verband in het bijzonder op het onmiddellijkerisico van een omvangrijke voorraadvorming van de ingevoerde producten, watin het verleden ook al was waargenomen. Hij vroeg daarom om een registratievan de invoer van de producten. Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaalom registratie te rechtvaardigen. Er zij aan herinnerd dat het gaat om een ver-vangbaar seizoensproduct dat gewoonlijk wordt ingeblikt, gemakkelijk langetijd kan worden opgeslagen en eenvoudig kan worden vervoerd. Om al die re-denen kunnen snel voorraden worden opgebouwd. In Verordening (EG) nr.642/2008 (www.inenuitvoer.nl: 2008-1072-NFM), waarbij een voorlopig anti-dumpingrecht op het product werd ingesteld, werd al beschreven dat de invoervan het product vóór de instelling van de voorlopige antidumpingmaatregelenin vrij korte tijd zeer sterk was toegenomen. De vrees van de indiener van hetverzoek dat de invoer opnieuw sterk zal toenemen nu vastgesteld is dat de maat-regelen ongeldig zijn, wordt daarom geacht terecht te zijn. Dit wordt bevestigddoor de statistische gegevens van de lidstaten, die in maart 2012 al een zeersterke stijging van de invoer meldden; deze invoer was tweemaal zo hoog als deinvoer in maart 2011 en drie tot vier keer hoger dan in om het even welke anderemaand in 2011 en 2012. Het arrest van het Hof betreft enkel de vaststelling van

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 225

Page 148: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de normale waarde aan de hand van de prijs of de berekende waarde in eenderde land met markteconomie. Dat er schade is, wordt dus niet betwist. Deindiener van het verzoek wees ook op het onmiddellijke gevaar van ernstigeschade voor de bedrijfstak van de Unie omdat importeurs nog steeds kunnenomschakelen van producten uit de Unie naar Chinese waar, zodat de bedrijfstakvan de Unie blijft zitten met zeer omvangrijke voorraden. Gezien bovenstaandeoverwegingen wordt ervan uitgegaan dat de heilzame werking van definitieveantidumpingrechten waarschijnlijk ernstig wordt uitgehold tenzij die rechtenmet terugwerkende kracht worden toegepast. Bijgevolg is in dit geval aan devoorwaarden voor registratie voldaan. Gezien bovenstaande overwegingenheeft de Commissie geconcludeerd dat het verzoek van de indiener voldoendebewijsmateriaal bevat om de invoer van het product te registreren. De invoervan het product moet worden geregistreerd zodat, indien het heropende onder-zoek opnieuw tot instelling van een antidumpingrecht leidt, in overeenstemmingmet de geldende wettelijke bepalingen met terugwerkende kracht antidumping-rechten kunnen worden geheven indien aan de nodige voorwaarden is voldaan.Eventuele toekomstige rechten zullen voortvloeien uit de bevindingen van hetheropende antidumpingonderzoek.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1133).

2. Bij Verordening (EU) nr. 771/2012 (PbEU L 229 van 24 augustus 2012) wordtgeregeld dat de invoer van bio-ethanol van oorsprong uit de Verenigde Statenvan Amerika met ingang van 25 augustus 2012 geregistreerd wordt. Na de be-kendmaking van het bericht van inleiding verzocht de klager in november 2011om registratie van de invoer van het product, zodat vervolgens met ingang vande datum van registratie maatregelen ten aanzien van die invoer kunnen wordentoegepast. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleidingvan een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende be-wijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen. ePUREheeft bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het product,zowel absoluut als in termen van marktaandeel, aanzienlijk is toegenomen. Dehoeveelheden en de prijzen van het ingevoerde product hebben een ongunstigeffect gehad op de verkochte hoeveelheden, het prijspeil op de markt van deUnie en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie, wat leidde tot aan-zienlijke nadelen voor de algemene prestaties en de financiële situatie van debedrijfstak van de Gemeenschap. Deze bevindingen werden bevestigd door deCommissie in haar tussentijdse conclusie in de in augustus 2012 uitgevoerdeAS-procedure, die aan de belanghebbenden werd meegedeeld. Het verzoek be-vat derhalve voldoende bewijsmateriaal om registratie te rechtvaardigen. Dedouaneautoriteiten wordt opgedragen om de nodige stappen te nemen om deinvoer in de Unie te registreren van bio-ethanol, soms „brandstofethanol” ge-noemd – d.w.z. ethylalcohol die is vervaardigd uit landbouwproducten, al danniet gedenatureerd, met uitzondering van producten die meer dan 0,3% (m/m)water bevatten, gemeten overeenkomstig norm EN 15376, alsmede ethylalcoholdie is vervaardigd uit landbouwproducten en is vervat in mengsels van benzinedie meer dan 10% (v/v) ethylalcohol bevatten. In geval van mengsels vermeldtde aangever op de douaneaangifte hoe groot, in gewichtspercenten, daarin hetaandeel van de totale hoeveelheid uit landbouwproducten geproduceerdeethylalcohol (het bio-ethanolgehalte) is.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1380).

3. Bij Verordening (EU) nr. 596/2012 (PbEU L 176 van 6 juli 2012) wordt eenonderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatre-gelen ten aanzien van silicium van oorsprong uit China door de invoer van si-licium verzonden uit Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Tai-wan. De invoer van silicium wordt tevens onderworpen aan registratieplichtvoor een periode van negen maanden na de inwerkingtreding van deze veror-dening. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen een onderzoek inte stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijningesteld op de invoer van silicium van oorsprong uit China en om de invoervan silicium verzonden uit Taiwan, al dan niet aangegeven als van oorspronguit Taiwan, te registreren. Het verzoek werd op 15 mei 2012 ingediend doorEuroalliages (het verbindingscomité van de ferrolegeringenindustrie) namens

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 226-230

Page 149: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

producenten die een groot deel, namelijk 100%, van de productie van siliciumin de Unie vertegenwoordigen. Het verzoek bevat voldoende voorlopig bewijs-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 231

Page 150: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 232

Page 151: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

materiaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van sili-cium van oorsprong uit China worden ontweken door overlading in Taiwan.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenonderzoek te openen en de invoer van het onderzochte product, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit de Taiwan, te registreren. De douaneautori-teiten wordt de opdracht gegeven de nodige maatregelen te nemen om de invoerin de Unie van deze goederen te registreren. De registratie wordt negen maan-den na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd. DeCommissie kan de douaneautoriteiten bij verordening opdragen de registratievan de invoer in de Unie te beëindigen indien de producten zijn vervaardigddoor producenten die een vrijstelling van registratie hebben aangevraagd en vanwie is vastgesteld dat zij aan de voorwaarden voor een vrijstelling voldoen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1175).

4. Bij Verordening (EU) nr. 653/2012 (PbEU L 188 van 18 juli 2012) is bekendge-maakt dat met ingang van 19 juli 2012 er een nieuw onderzoek ten behoeve vaneen nieuwe exporteur betreffende het definitieve antidumpingrecht op polyethy-leentereftalaat uit onder meer Taiwan wordt geopend. De Europese Commissieheeft een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek te openen ten behoeve vaneen nieuwe exporteur. Het verzoek is op 27 april 2012 ingediend door LealeaEnterprise Co. Ltd., een producent-exporteur van bepaald polyethyleenterefta-laat in Taiwan. De indiener van het verzoek beweert het onderzochte productniet naar de Unie te hebben uitgevoerd in het onderzoektijdvak waarop de thansgeldende maatregelen zijn gebaseerd, dat wil zeggen in de periode van 1 oktober1998 tot en met 30 september 1999. Hij verklaart verder dat hij geen bandenheeft met een producent-exporteur van het onderzochte product waarvoor ge-noemde antidumpingmaatregelen gelden. Hij beweert voorts dat hij eerst na hetoorspronkelijke onderzoektijdvak begonnen is met de uitvoer van het onder-zochte product naar de Unie. Na onderzoek van het bewijsmateriaal is de Com-missie tot de conclusie gekomen dat dit toereikend is om een nieuw onderzoekte openen ten behoeve van een nieuwe exporteur teneinde de individuele dum-pingmarge voor de indiener van het verzoek vast te stellen en, indien dumpingwordt geconstateerd, de hoogte van het recht vast te stellen dat op het onder-zochte product moet worden geheven. Het ingestelde antidumpingrecht wordtingetrokken ten aanzien van producten vervaardigd en verkocht voor uitvoernaar de Unie door Lealea Enterprise Co. Ltd. (aanvullende Taric-code A996).De douaneautoriteiten wordt opgedragen de nodige maatregelen te nemen omde invoer in de Unie van het product te registreren. De registratie wordt negenmaanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1257).

5. Gereserveerd.

6. In PbEU L 2 van 6 januari 2010 is bij Verordening (EU) nr. 6/2010 bekendge-maakt dat met ingang van 7 januari 2010 er een procedure wordt ingeleid voorde eventuele vrijstelling van een Israëlische exporteur (S.Z.P. Plastic PackagingProducts Ltd) van het antidumpingrecht en compenserende recht op polyethy-leentereftalaatfolie (petfolie) van oorsprong uit India. De Commissie heeft eenverzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumpingmaatregelen. De aan-vraag werd ingediend door S.Z.P. Plastic Packaging Products Ltd, een produ-cent in Israël. Na onderzoek van het beschikbare bewijsmateriaal is de Com-missie tot de conclusie gekomen dat dit voldoende is om over te gaan tot eenonderzoek om vast te stellen of de indiener van het verzoek van de uitgebreidemaatregelen kan worden vrijgesteld. Tevens wordt het antidumpingrecht tenaanzien van die exporteur ingetrokken en wordt de invoer van petfolie afkom-stig van die exporteur voor een periode van negen maanden geregistreerd. Hetingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken voor polyethyleentereftalaatfo-lie dat door S.Z.P. Plastic Packaging Products Ltd (aanvullende Taric-codeA964) vanuit Israël naar de Europese Unie wordt verzonden. Tevens wordt hetantidumpingrecht ten aanzien van die exporteur ingetrokken en wordt de in-voer van petfolie afkomstig van die exporteur voor een periode van negenmaanden geregistreerd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2010-18).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 233

Page 152: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

In PbEU L 242 van 15 september 2010 is bij Verordening (EU) nr. 806/2010bekendgemaakt dat met ingang van 16 september 2010 de Verordeningen (EG)nr. 1292/2007 en (EG) nr. 367/2006 zijn gewijzigd, voor wat betreft de vrijstel-ling van de bij deze verordeningen ingestelde maatregelen voor één Israëlischeimporteur van polyethyleentereftalaatfolie (petfolie) van oorsprong uit India.Aangezien SZP volgens de bevindingen van het onderzoek de maatregelen nietheeft ontweken, dient de onderneming van de geldende antidumping- en com-penserende maatregelen te worden vrijgesteld.De douaneautoriteiten wordt opgedragen de registratie van de invoer te beëin-digen. Er wordt geen antidumpingrecht geïnd op de reeds geregistreerde invoer.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2010-1490).

7. In PbEU L 219 van 20 augustus 2010 is bij Verordening (EU) nr. 748/2010bekendgemaakt dat er met ingang van 21 augustus 2010 er een onderzoek wordtgeopend naar de mogelijke ontwijking van de ingestelde antidumpingmaatre-gelen op bepaalde kunststof zakken uit China door de invoer van bepaaldekunststof zakken via een Chinese onderneming waarvoor een lager recht geldt(Xiamen Xingxia Polymers Co., Ltd). De Commissie heeft besloten op eigeninitiatief een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de anti-dumpingrechten op bepaalde kunststof zakken van oorsprong uit China. Ditonderzoek heeft betrekking op kunststof zakken en aangegeven als vervaardigddoor de onderneming Xiamen Xingxia Polymers Co., Ltd (aanvullende Taric-code A981). De Commissie beschikt over voldoende voorlopig bewijsmateriaaldat de antidumpingmaatregelen op de invoer van het betrokken product datdoor bepaalde aan het residuele recht van 28,8% (aanvullende Taric-code A999)onderworpen producenten wordt vervaardigd, worden ontweken door reorga-nisatie van de verkooppatronen en -kanalen van het betrokken product. Dezeproducenten en exporteurs voeren hun producten uiteindelijk naar de Unie uitvia een Chinese producent-exporteur (Xiamen Xingxia Polymers Co., Ltd), opwie het recht van 8,4% voor medewerkende exporteurs die niet voor de steek-proef zijn geselecteerd van toepassing is en die samen met andere niet in desteekproef opgenomen ondernemingen in bijlage I bij Verordening (EG) nr.1425/2006 is genoemd; dat recht is lager dan het residuele recht van 28,8%. DeCommissie is tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is omeen onderzoek te openen.Tevens wordt de douaneautoriteiten opgedragen de nodige maatregelen te ne-men om de invoer in de Unie van deze goederen te registreren. De registratiewordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordeningbeëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2010-1369).

In PbEU L 131 van 18 mei 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 474/2011 bekendgemaakt dat met ingang van 19 mei 2011 het definitieve antidum-pingrecht op bepaalde kunststof zakken van oorsprong uit onder andere Chinais gewijzigd.Geconcludeerd werd dat zich een verandering in de structuur van het handels-verkeer heeft voorgedaan. Daarom moet het residuele antidumpingrecht op hetproduct van oorsprong uit China worden uitgebreid tot de invoer van hetzelfdeproduct dat als vervaardigd door Xiamen wordt aangegeven. In de praktijk be-tekent dit dat voor die invoer vanaf de inwerkingtreding van deze verordeningde aanvullende Taric-code A999 moet worden aangegeven.Tevens wordt de douaneautoriteiten opgedragen de registratie van de invoer tebeëindigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2011-3016).

8. t/m 9. Gereserveerd.

10. In PbEU L 292 van 10 november 2011 is bij Verordening (EU) nr. 1135/2011bekendgemaakt dat met ingang van 11 november 2011 er een onderzoek wordtgeopend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen op be-paalde open weefsels van glasvezels uit China door de invoer van bepaalde uitMaleisië verzonden open weefsels van glasvezels, al dan niet aangegeven als vanoorsprong uit Maleisië. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 234-240

Page 153: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidum-pingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer van bepaalde open weefsels vanglasvezels van oorsprong uit China en om de invoer van bepaalde uit Maleisiëverzonden open weefsels van glasvezels, al dan niet aangegeven als van oor-sprong uit Maleisië, te registreren. Het verzoek werd op 27 september 2011 in-gediend door Saint-Gobain Adfors CZ s.r.o., Tolnatext Fonalfeldolgozó ésMüszakiszövet-gyártó Bt., Valmieras „Stikla Skiedra” AS en Vitrulan Techni-cal Textiles GmbH, vier producenten in de Unie van bepaalde open weefselsvan glasvezels. Het verzoek bevat voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat deantidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde open weefselsvan glasvezels van oorsprong uit China worden ontweken door overlading viaMaleisië. De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaalis om een onderzoek te openen en de invoer van het onderzochte product, al danniet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, te registreren. De douaneau-toriteiten wordt opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de invoer in deUnie van de goederen te registreren. De registratie wordt negen maanden na dedatum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd. De Commissiekan de douaneautoriteiten bij verordening opdragen de registratie van de invoerin de Unie te beëindigen indien de producten zijn vervaardigd door producentendie om vrijstelling van registratie hebben verzocht en van wie is vastgesteld datzij aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2011-4013).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 672/2012 (PbEU L 196 van 24 juli 2012)wordt met ingang van 25 juli 2012 het definitieve antidumpingrecht op bepaaldeopen weefsels van glasvezels van oorsprong uit China uitgebreid tot bepaaldeopen weefsels van glasvezels verzonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegevenals van oorsprong uit Maleisië. Geconcludeerd werd dat het definitieve anti-dumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uitChina werd ontweken door verzending na overlading in Maleisië. De geldendemaatregelen voor de invoer van het product van oorsprong uit China moetenworden uitgebreid tot de invoer van hetzelfde product verzonden vanuit Ma-leisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië. Uitgebreide maat-regelen moeten worden toegepast op goederen waarvan de invoer in de Uniewordt geregistreerd. Daarom moeten rechten worden geheven op bepaalde van-uit Maleisië verzonden open weefsels van glasvezels waarvan de invoer werdgeregistreerd. De douaneautoriteiten wordt de opdracht gegeven de ingestelderegistratie van de invoer te beëindigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1255).

11. Bij Verordening (EU) nr. 437/2012 (PbEU L 134 van 24 mei 2012) wordt eenonderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatre-gelen ten aanzien van de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels, vanoorsprong uit China door de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels,verzonden uit Taiwan en Thailand, al dan niet aangegeven als van oorspronguit Taiwan en Thailand. Tevens wordt deze invoer voor een periode van negenmaanden geregistreerd. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangenom een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidum-pingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van bepaalde openweefsels van glasvezels, van oorsprong uit China en om de invoer van bepaaldeopen weefsels van glasvezels, verzonden uit Taiwan en Thailand, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Taiwan en Thailand, te registreren. Het ver-zoek is op 10 april 2012 ingediend door Saint- Gobain Adfors CZ s.r.o., Tol-natext Fonalfeldolgozo, Valmieras „Stikla Skiedra” AS en Vitrulan TechnicalTextiles GmbH, vier producenten van bepaalde open weefsels van glasvezels inde Unie. In het verzoek wordt aangetoond dat na de instelling van maatregelenten aanzien van het product een grote verandering in de structuur van de uit-voer uit China, Taiwan en Thailand naar de Unie heeft plaatsgevonden en dathiervoor afgezien van de instelling van het antidumpingrecht onvoldoende re-den of rechtvaardiging bestaat. Deze verandering lijkt voort te vloeien uit hetfeit dat bepaalde open weefsels van glasvezels, van oorsprong uit China, dievoor de Unie bestemd zijn, in Taiwan en Thailand worden overgeladen. Verderbevat het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat decorrigerende werking van de thans voor het product geldende antidumping-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 241

Page 154: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

maatregelen wordt ondermijnd, zowel wat de hoeveelheden als wat de prijzenbetreft. In plaats van het product blijken aanzienlijke hoeveelheden van het on-derzochte product te worden ingevoerd. Bovendien zijn er voldoende aanwij-zingen dat de invoer van het onderzochte product plaatsvindt tegen prijzen dielager zijn dan de geen schade veroorzakende prijs die werd vastgesteld in hetkader van het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid.Ten slotte bevat het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijktdat de prijzen van het onderzochte product dumpingprijzen zijn ten opzichtevan de normale waarde die eerder voor het product is vastgesteld.Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoendebewijsmateriaal is om een onderzoek te openen en de invoer van het onder-zochte product, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan en Thai-land, te registreren. De douaneautoriteiten wordt opdracht gegeven de nodigemaatregelen te nemen om de invoer in de Unie van deze goederen te registreren.De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding vandeze verordening beëindigd. De Commissie kan de douaneautoriteiten bij ver-ordening opdragen de registratie van de invoer in de Unie te beëindigen voorproducten die zijn vervaardigd door producenten die een vrijstelling van regis-tratie hebben aangevraagd en van wie is vastgesteld dat zij aan de voorwaardenvoor een vrijstelling voldoen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-891).

12. In PbEU L 254 van 30 september 2011 is bij Verordening (EU) nr. 969/2011bekendgemaakt dat met ingang van 1 oktober 2011 we een nieuw onderzoekwordt geopend ten aanzien het definitieve antidumpingrecht op stalen kabels uitonder meer China en uitgebreid tot stalen kabels verzonden vanuit Zuid-Korea(al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Zuid-Korea). Het onderzoekwordt geopend met het oog op de vaststelling of een Koreaanse exporteur vandie maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzienvan de invoer afkomstig van die exporteur kan worden ingetrokken. De Com-missie heeft op een verzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumpingmaat-regelen die waren uitgebreid tot stalen kabels verzonden vanuit de Zuid-Korea.Het verzoek is ingediend door SEIL Wire and Cable („de indiener van het ver-zoek”), een producent in Zuid-Korea. Na onderzoek van het beschikbare be-wijsmateriaal is de Commissie tot de conclusie gekomen dat dit voldoende is omeen onderzoek te openen teneinde vast te stellen of de indiener van het verzoekvan de uitgebreide maatregelen kan worden vrijgesteld.Het antidumpingrecht dat van toepassing is op de invoer van het product datdoor de indiener van het verzoek wordt geproduceerd en met het oog op uitvoernaar de Europese Unie wordt verkocht, moet worden ingetrokken. Tevens moetde invoer van dit product worden geregistreerd om te verzekeren dat de anti-dumpingrechten met terugwerkende kracht vanaf de datum van opening van ditonderzoek kunnen worden geheven, wanneer bij het onderzoek blijkt dat deindiener van het verzoek deze ontwijkt.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2011-3807).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 558/2012 (PbEU L 168 van 28 juni 2012)wordt het definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit ondermeer China, zoals uitgebreid tot stalen kabels, verzonden uit onder meer Koreaen al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Korea gewijzigd. De onder-neming Seil Wire & Cable moet worden toegevoegd aan de lijst van onderne-mingen die zijn vrijgesteld van het definitieve antidumpingrecht. Geconcludeerdwordt dat de onderneming Seil Wire & Cable moet worden toegevoegd aan delijst van ondernemingen die zijn vrijgesteld van het definitieve antidumping-recht. De vrijstelling geldt alleen indien aan de douaneautoriteiten van de lid-staten een geldige handelsfactuur wordt overgelegd die voldoet aan de in debijlage vermelde vereisten. Indien geen dergelijke factuur wordt overgelegd,blijft het ingestelde antidumpingrecht gelden. De douaneautoriteiten wordthierbij opdracht gegeven de registratie van de invoer te beëindigen. Er wordtgeen antidumpingrecht geïnd op de reeds geregistreerde invoer.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1127).

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 242

Page 155: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

13. Bij Verordening (EU) nr. 502/2012 (PbEU L 153 van 14 juni 2012) wordt eenonderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsveror-dening (EU) nr. 2/2012 ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van be-paalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvan van oorsprong uitChina door de invoer van bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en de-len daarvan, verzonden uit Maleisië, Thailand en de Filippijnen en al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Maleisië, Thailand en de Filippijnen. De Eu-ropese Commissie heeft besloten op eigen initiatief een onderzoek in te stellennaar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteldten aanzien van bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delen daarvanvan oorsprong uit China, en de invoer van bepaalde roestvrijstalen bevesti-gingsmiddelen en delen daarvan, verzonden uit Maleisië, Thailand en de Fili-pijnen en al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, Thailand en deFilipijnen, aan registratieplicht te onderwerpen. De Commissie beschikt overvoldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de antidumpingmaat-regelen ten aanzien van bepaalde roestvrijstalen bevestigingsmiddelen en delendaarvan van oorsprong uit China worden ontweken door overlading in Malei-sië, Thailand en de Filipijnen.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenonderzoek te openen en de invoer van het onderzochte product, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Maleisië, Thailand en de Filipijnen, aan re-gistratieplicht te onderwerpen. De douaneautoriteiten wordt opgedragen de no-dige maatregelen te nemen om de invoer in de Unie van deze goederen te re-gistreren. De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtre-ding van deze verordening beëindigd. De Commissie kan de douaneautoriteitenbij verordening opdragen de registratie van de invoer in de Unie te beëindigenindien de betrokken producten zijn vervaardigd door producenten die om vrij-stelling van registratie hebben verzocht en van wie is vastgesteld dat zij aan devoorwaarden voor vrijstelling voldoen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1014).

14. In PbEU L 282 van 28 oktober 2010 is bij Verordening (EU) nr. 966/2010 be-kendgemaakt dat met ingang van 29 oktober 2010 er een onderzoek wordt ge-opend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen op be-paalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China door de invoervan bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, verzonden uit Ma-leisië en al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië. De Commissieheeft besloten op eigen initiatief een onderzoek te openen naar de mogelijkeontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op bepaalde soor-ten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China. Er heeft zich een signifi-cante verandering in het handelspatroon van de uitvoer uit China en Maleisiënaar de Unie voorgedaan na de instelling van de maatregelen ten aanzien vanhet product, waarvoor, behoudens de instelling van het recht, geen voldoendereden of verklaring is. Deze verandering in het handelspatroon lijkt te zijn ver-oorzaakt door overlading van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigings-middelen van oorsprong uit China via Maleisië. Voorts zijn er aanwijzingen datde corrigerende werking van de thans geldende antidumpingmaatregelen op hetproduct wordt ondermijnd, zowel wat de hoeveelheid als wat de prijs betreft.Mocht bij het onderzoek blijken dat er, naast overlading, ook andere ontwij-kingspraktijken via Maleisië worden toegepast, dan kan het onderzoek ook opdie praktijken betrekking hebben. De invoer van het product dient te wordengeregistreerd zodat, indien bij het onderzoek blijkt dat er van ontwijking sprakeis, met terugwerkende kracht passende antidumpingrechten kunnen worden ge-heven vanaf de dag waarop met de registratie van deze uit Maleisië verzondeninvoer is begonnen. Het onderzoek zal vóór 28 juli 2011 worden afgesloten.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2010-1724).

In PbEU L 194 van 26 juli 2011 is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011bekendgemaakt dat met ingang van 26 juli 2011 het definitieve antidumping-recht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorspronguit China wordt uitgebreid tot bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzerenof stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uitMaleisië. Uit het onderzoek is gebleken dat de definitieve antidumpingrechtendie van toepassing waren op bepaalde soorten ijzeren en stalen bevestigings-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 243

Page 156: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

middelen uit China worden ontdoken door overlading via Maleisië. De maat-regelen die gelden ten aanzien van de invoer van het product van oorsprong uitChina moeten worden uitgebreid tot de invoer van hetzelfde product verzondenvanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië.Uitgebreide maatregelen moeten worden toegepast op goederen waarvan de in-voer in de Unie is geregistreerd. Daarom moeten rechten worden geheven opbepaalde soorten vanuit Maleisië verzonden ijzeren en stalen bevestigingsmid-delen waarvan de invoer is geregistreerd.De douaneautoriteiten wordt de opdracht gegeven de ingestelde registratie vande invoer te beëindigen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2011-3495).

15. In PbEU L 297 van 16 november 2011 is bij Verordening (EU) nr. 1164/2011bekendgemaakt dat met ingang van 17 november 2011 er een nieuw onderzoekwordt geopend ten aanzien van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigings-middelen uit China en Maleisië. De Europese Commissie heeft een verzoek ont-vangen om vrijstelling van de antidumpingmaatregelen die waren uitgebreid totbepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen verzonden vanuit Ma-leisië. Het verzoek is ingediend door Andfast Malaysia Sdn. Bhd. („de indienervan het verzoek”), een producent in Maleisië. De indiener van het verzoek heeftaangevoerd dat hij het product in het onderzoektijdvak van het onderzoek dattot de uitbreiding van de maatregelen heeft geleid, namelijk de periode van 1januari 2008 tot en met 30 september 2010, niet naar de Europese Unie heeftuitgevoerd. Bovendien is hij naar eigen zeggen niet verbonden met de produ-centen-exporteurs op wie de maatregelen van toepassing zijn en heeft hij demaatregelen ten aanzien van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigings-middelen van oorsprong uit China niet ontweken. Voorts beweert hij eerst naafloop van het onderzoektijdvak van het onderzoek dat tot de uitbreiding vande maatregelen heeft geleid, met de uitvoer van het product naar de Unie te zijnbegonnen.Na onderzoek van het beschikbare bewijsmateriaal is de Commissie tot de con-clusie gekomen dat dit voldoende is om een onderzoek te openen teneinde vastte stellen of de indiener van het verzoek van de uitgebreide maatregelen kanworden vrijgesteld. De douaneautoriteiten wordt opgedragen de nodige maat-regelen te nemen om de invoer van het product verzonden vanuit Maleisië engeproduceerd door Andfast Malaysia Sdn. Bhd. (aanvullende Taric-code: B265)te registreren. De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerking-treding van deze verordening beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2011-4048).

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 693/2012 (PbEU L 203 van 31 juli 2012)wordt met ingang van 1 augustus 2012 gewijzigd Uitvoeringsverordening (EU)nr. 723/2011 door vrijstelling van de maatregelen te verlenen aan een Maleisi-sche producent-exporteur, Andfast Malaysia Sdn. Bhd. Aangezien Andfast vol-gens de bevindingen de maatregelen niet heeft ontweken, dient de ondernemingvan de geldende antidumpingmaatregelen te worden vrijgesteld. De vrijstellingvan de uitgebreide maatregelen voor bepaalde door Andfast geproduceerdesoorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen blijft gelden op voorwaarde datde uiteindelijk vastgestelde feiten de vrijstelling rechtvaardigen en bijvoorbeeldniet wordt vastgesteld dat de vrijstelling is verleend op basis van verkeerde ofmisleidende informatie van de betrokken onderneming. De invoer van bepaaldedoor Andfast geproduceerde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen isop grond van de bevindingen van dit nieuwe onderzoek vrijgesteld van de uit-gebreide maatregelen. Deze vrijstelling geldt bijgevolg uitsluitend voor de in-voer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen die uit Ma-leisië worden verzonden en door die specifieke rechtspersoon worden geprodu-ceerd. De douaneautoriteiten wordt opgedragen de registratie van de invoer tebeëindigen. Er wordt geen antidumpingrecht geïnd op de reeds geregistreerdeinvoer.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1263).

16. Bij Verordening (EU) nr. 973/2012 (PbEU L 293 van 23 oktober 2012) wordteen onderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaat-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 244

Page 157: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

regelen ten aanzien van bepaald bladaluminium uit China door de invoer vanbepaald bladaluminium op rollen, niet gegloeid, met een breedte van meer dan650 mm uit China. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen eenonderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaat-regelen ten aanzien van bepaald bladaluminium van oorsprong uit China, en deinvoer van bladaluminium op rollen, niet gegloeid, met een breedte van meerdan 650 mm van oorsprong uit China aan registratieplicht te onderwerpen. Hetverzoek werd op 24 september 2012 ingediend door vier producenten van bla-daluminium in de Unie, namelijk SYMETAL SA, EUROFOIL LuxembourgSA, Alcomet en Hydro Aluminium Rolled Products GmbH. Het verzoek bevatvoldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de bestaande maatregelen wordenontweken door het onderzochte product in te voeren en vervolgens te conver-teren in het product.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is een on-derzoek te openen en de invoer van het onderzochte product te laten registreren.De douaneautoriteiten nemen de nodige maatregelen om de invoer in de Unievan de goederen te registreren. De registratie wordt negen maanden na de da-tum van inwerkingtreding van de verordening beëindigd.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1649).

17. Bij Verordening (EU) nr. 875/2012 (PbEU L 258 van 26 september 2012) wordtmet ingang van 27 september 2012 een onderzoek geopend naar de mogelijkeontwijking van antidumpingrechten op rijwielen van uit China, door de invoervan rijwielen verzonden vanuit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, aldan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka enTunesië. De Europese Commissie heeft een verzoek ontvangen een onderzoekin te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen oprijwielen uit China en om de invoer van fietsen verzonden uit Indonesië, Ma-leisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit In-donesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, aan registratie te onderwerpen. Ditverzoek is op 14 augustus 2012 ingediend door de European Bicycle Manufac-turers Association (EBMA) namens In Cycles – Montagem e Comercio de Bi-cicletas, Ldo, SC. EUROSPORT DHS S.A. en MAXCOM Ltd, drie produ-centen van fietsen in de Unie. Het verzoek omvat voldoende voorlopig bewijs-materiaal dat de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer vanrijwielen uit China worden ontweken door overlading via Indonesië, Maleisië,Sri Lanka en Tunesië en door assemblage van bepaalde rijwielonderdelen uitChina, in Indonesië, Sri Lanka en Tunesië.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenonderzoek te openen en de invoer van het onderzochte product, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië,aan registratie te onderwerpen. De douaneautoriteiten nemen de nodige maat-regelen om de invoer in de Unie van de goederen te registreren. De registratiewordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de verordeningbeëindigd. De Commissie kan de douaneautoriteiten bij verordening opdragende registratie van de invoer in de Unie te beëindigen voor producten die zijnvervaardigd door producenten die een vrijstelling van registratie hebben aan-gevraagd en van wie is vastgesteld dat zij aan de voorwaarden voor een vrij-stelling voldoen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1522).

18. Bij Verordening (EU) nr. 548/2012 (PbEU L 165 van 26 juni 2012) wordt eenonderzoek geopend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatre-gelen ten aanzien van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje uitChina door de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjeverzonden uit Vietnam, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam.Deze invoer wordt tevens onderworpen aan registratieplicht voor een periodevan negen maanden na de inwerkingtreding van deze verordening. De EuropeseCommissie heeft een verzoek ontvangen om een onderzoek in te stellen naar demogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op deinvoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje van oorsprong uitChina en om de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentjeverzonden uit Vietnam, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Vietnam,te registreren. Het verzoek werd op 17 april 2012 ingediend door Société BIC,

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 245

Page 158: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

een producent in de Unie van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteen-tje. Het verzoek bevat voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de antidum-pingmaatregelen ten aanzien van de invoer van niet-navulbare zakgasaanste-kers met vuursteentje van oorsprong uit China worden ontweken door assem-blageactiviteiten in Vietnam.De Commissie heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om eenonderzoek te openenen en de invoer van het onderzochte product, al dan nietaangegeven als van oorsprong uit de Vietnam, te registreren. De douaneauto-riteiten nemen de nodige maatregelen om de invoer in de Unie van goederen teregistreren. De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerking-treding van deze verordening beëindigd. De Commissie kan de douaneautori-teiten bij verordening opdragen de registratie van de invoer in de Unie te beëin-digen indien de betrokken producten zijn vervaardigd door producenten die eenvrijstelling van registratie hebben aangevraagd en van wie is vastgesteld dat zijaan de voorwaarden voor een vrijstelling voldoen.Zie voor nadere gegevens de internetsite www.inenuitvoer.nl (webnummer:2012-1116).

O. Overzicht van antidumpingmaatregelen die sinds 1 januari 1998 zijn vervallen

In dit onderdeel is een overzicht opgenomen van de antidumpingmaatregelendie sinds 1 januari 1998 zijn vervallen. Indien een maatregel vervalt zal dit ineerste instantie in het Basistarief worden verwerkt; in de aanvullende informatiebij het desbetreffende supplement zal van het vervallen melding worden ge-maakt. Dit overzicht zal periodiek worden bijgewerkt.

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

0302 11200303 21200304 19150304 2915

grote regenboogforel Noorwegen 14-08-2008

Faeröer 12-03-2009

exexexex

0302 12000303 22000304 10130304 2013

gekweekte Atlantischezalm

Noorwegen 30-05-2003

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

419A-421A B1 december 2012 H - 246

Page 159: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exexexexexex

0302 12000303 11000303 19000303 22000304 19130304 2913

gekweekte (andere danwilde) zalm, al dan nietgefileerd, vers, gekoeld ofbevroren

Noorwegen 20-07-2008

0811 10110811 10190811 1090

bevroren aardbeien China 19-04-2012

ex

ex

2507 0020t/m2508 7090

onbewerkte (niet gemalenof in poedervorm)gebrande vuurvaste pro-ducten

China 28-01-2001

ex 2519 9030 doodgebrand (gesinterd)magnesiet

China 14-05-2011

ex 2519 9090 magnesiumoxide China 26-05-2010

exex

2529 21002529 2200

vloeispaat in de vorm vanfilterkoek of in poeder-vorm

China 27-09-2005

ex2611 00002825 9040

wolfraamerts en concentra-ten daarvan;wolfraamoxide enwolfraamzuur

China 21-03-1998

ex 2704 0019 cokes van steenkool instukken met een diametervan meer dan 80 mm

China 16-12-2005

2804 6900 silicium Brazilië 27-02-1998

Rusland 25-12-2008

2805 2100 calcium China enRusland

22-01-1999

ex 2817 0000 zinkoxiden China,Vietnam

06-03-2007

2818 10102818 1090

kunstmatig korund China 10-10-2002

ex 2833 4000 peroxodisulfaten China 26-04-2002

2841 6100 kaliumpermanganaat India,Oekraïne

17-07-2003

China 16-02-2006

2849 2000 siliciumcarbide Polen 14-04-1999

China 27-08-2011

ex 2905 1490 isobutanol Rusland 01-04-1999

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 247

Page 160: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

ex 2907 1200 para-kresol met een zuiver-heid van ten minste 97%para-isomeren berekend ophet nettodrooggewicht

China 21-09-2008

ex 2922 4200 mononatriumglutamaat Brazilië,Taiwan,Vietnam,Zuid-Korea

30-09-2003

2922 4910 glycine China 20-05-2000

exex

2931 00993808 9327

glyfosaat China,Maleisië,Taiwan

17-12-2010

2932 1200 furfuraldehyde China 27-06-2012

ex 2932 1300 furfurylalcohol China 11-12-2011

ex 2932 2100 cumarine China,India,Indonesië,MaleisiëThailand

09-07-2011

ex 2932 2980 zwarte kleurstofvormers Japan 14-10-2005

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 248-250

Page 161: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exex

2933 69803808 9420

trichloorisocyanuurzuur,ook bekend als „symclo-seen”

VerenigdeStaten vanAmerika

08-10-2010

exex

2941 10002941 9000

amoxicillinehydraat encefalexine

India 12-08-2011(compense-rend recht)

ex 2941 2030 dihydrostreptomycine,alsmede zouten en estersdaarvan

China 06-01-1998

3102 10103102 1090

ureum Estland,Litouwen

30-04-2004

Rusland 01-08-2007

Kroatië,Libië,Oekraïne,Wit-Rusland

19-03-2008

exexexexexexexexexex

3102 29003102 30903102 40903102 60003102 90003105 10003105 20103105 51003105 59003105 9091

vaste meststoffen met eengehalte aan ammoniumnit-raat van meer dan 80gewichtspercenten

Oekraïne 18-06-2012

3102 30903102 4090

ammoniumnitraat Polen 30-04-2004

3102 8000 oplossingen van ureum enammoniumnitraat

Bulgarije 01-01-2000

Litouwen,Polen

30-04-2004

AlgerijeBelarus(Wit-Rusland)OekraïneRusland

22-12-2011

exex

exexexexex

3104 20103104 20503104 20903105 20103105 20903105 60903105 90913105 9099

kaliumchloride Oekraïne 12-05-2005

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 251

Page 162: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exex

exexexex

3104 20103104 20503104 20903105 20003105 60003105 90913105 9099

kaliumchloride Belarus(Wit-Rusland),Rusland

14-07-2011

ex 3605 0000 reclamelucifers Japan 16-10-2002

ex 3824 9098 zinkoxiden vermengd metsiliciumdioxide, maarwaarvan het ZnO-gehaltevan de zinkoxiden tenminste 93% bedraagt

China 06-03-2007

ex 3904 6100 polytetrafluorethyleen(PTFE) in korrelvorm

China,Rusland

09-12-2010

ex3907 60203907 6080

polyethyleentereftalaat Maleisië,Thailand

01-12-2005(compense-rend recht)

3907 6020 polyethyleentereftalaat(PET)

Australië 20-08-2009

Zuid-Korea 29-02-2012

exex

3920 62193920 6290

PET-folie Zuid-Korea 24-08-2006

BraziliëIndiaIsraël

09-03-2011(compense-rend recht)

exex

3923 10003923 9090

dozen voor compact-discs China 05-12-1999

exexex

3923 21003923 29103923 2990

zakken van kunststof China,Thailand

14-07-2012

exexex

4002 19004002 99104002 9990

styreen-butadieenstyreenthermoplastisch rubber

Taiwan 28-08-2005compense-rend recht:23-09-2005

ex 4002 9990 vloeibare polysulfidepoly-meren

VerenigdeStaten vanAmerika

07-03-2002

4202 2100 handtassen met een buiten-kant van leder, kunstlederof van lakleder

China 03-08-2002

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

415A-418A B1 oktober 2012 H - 252

Page 163: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exex

4411 11004411 1900

hardboard Bulgarije,Estland,Letland,Litouwen,Polen,Rusland

29-01-2004

ex 4415 2020 vlakke laadborden Polen 28-11-2002

ex 4820 5000 in boekvorm ingebondenfotoalbums

China 01-01-1999

exexexex

5007 10005007 20115007 20195007 2021

zuiver zijden weefsels voorschrijfmachinelint

China 28-05-1998

ex

exex

ex

5208 1190t/m5208 195209 11t/m5209 19

ongebleekte weefsels vankatoen

China,Egypte,India, Indo-nesië,Pakistan enTurkije

10-04-1998

5402 3300 getextureerde filamentga-rens van polyester

Indonesië,Maleisië,Taiwan,Thailand

25-09-2003

India 29-11-2007

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 253

Page 164: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 254-274

Page 165: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

5402 33005402 4200

getextureerde polyesterga-ren (PTY) en gedeeltelijkverstrekt polyestergaren(POY)

Turkije 15-06-2001

exex

5403 33005403 4200

niet-getextureerd filament-garen

Litouwen,VerenigdeStaten vanAmerika

13-03-2003

ex

ex

exex

5407 51005407 52005407 54005407 61105407 61305407 61905407 69105407 6990

geverfde (ook indienwitgeverfd) of bedrukteweefsels, bevattende 85 ofmeer gewichtspercenten (aldan niet getextureerde)filamenten van polyesters

China 17-09-2010

5501 2000 kabel van filamenten vanpolyesters

Wit-Rusland 12-10-2007

5503 2000 stapelvezels van polyesters,niet-gekaard, niet-gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen

India 15-01-1998

5503 2000 stapelvezels van polyesters,niet-gekaard, niet-gekamd,noch op andere wijze methet oog op spinnenbewerkt

Zuid-Korea 05-08-1999

5503 2000 stapelvezels van polyesters,niet-gekaard, niet-gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen (voorzoverbetreft het compenserendrecht)

Taiwan 13-05-2000

5503 2000 stapelvezels van polyester,niet gekaard, niet gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen

Australië,Indonesië

13-05-2005

5503 2000 stapelvezels van polyesters,niet gekaard, niet gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen

Australië,India, Indo-nesië,Thailand

14-10-2006

5503 2000 stapelvezels van polyesters,niet-gekaard, niet-gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen

Saoedi-Arabië,Zuid-Korea

18-03-2010

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

409A B1 april 2012 H - 275

Page 166: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

5503 2000 stapelvezels van polyester,niet gekaard, niet gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen

China 10-06-2011

5503 3000 stapelvezels van polyester,niet gekaard, niet gekamd,noch op andere wijzebewerkt met het oog ophet spinnen

Wit-Rusland 12-10-2007

ex 5607 4100 bindtouw van polypropy-leen

Hongarije,Polen,Tsjechië

21-03-2004

ex 6302 2100 beddenlinnen geheel van Pakistan 30-01-2002ex 6302 2290 katoen of van katoenexexex

6302 31106302 31906302 3290

gemengd met kunstmatigeof synthetische vezels ofmet vlas (waarbij het vlasniet mag overheersen),gebleekt, geverfd ofbedrukt

Egypte 28-02-2002

exexexex

6302 21006302 22906302 31006302 3290

beddenlinnen van katoen-vezels, zuiver of gemengdmet kunstmatige vezels ofmet vlas (waarbij vlas nietmag overheersen),gebleekt, geverfd ofbedrukt.

India Cr vervallen18-01-2009

Pakistan 05-03-2009

exexex

6305 32816305 33913923 21003923 29103923 2990

zakken van polyethyleenof polypropyleen

China,India,Indonesië,Thailand

13-02-2004

exexexex

6402 99986403 99936403 99966403 9998

bepaald schoeisel ChinaIndonesiëThailand

01-03-2003

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

409A B1 april 2012 H - 276

Page 167: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexexex

6403 20006403 51056403 51116403 51156403 51196403 51916403 51956403 51996403 59056403 59116403 59316403 59356403 59396403 59916403 59956403 59996403 91056403 91116403 91136403 91166403 91186403 91916403 91936403 91966403 91986403 99056403 99116403 99316403 99336403 99366403 99386403 99916403 99936403 99966403 99986405 1000

schoeisel met bovendeelvan leder of van kunstle-der

China,Macau,Vietnam

31-03-2011

ex 6404 1990 schoeisel met bovendeelvan textiel

IndonesiëChina

01-11-2002

exex

6815 91006815 9900

chemische gebonden,ongesinterde magnesiabri-ketten

China 26-06-2011(met terug-werkendekracht toten met14-10-2010)

7201 1019 niet-gelegeerd gietijzer,bevattende niet meer dan0,5 gewichtspercentenfosfor, bevattende 0,4gewichtspercentenmangaan en meer dan 1gewichtspercent silicium(hematietgietijzer)

Brazilië,Oekraïne,Polen,Rusland enTsjechië

09-05-1998

7202 21007202 29107202 2990

ferrosilicium VoormaligeJoegoslavi-sche Repu-bliek Mace-donië

31-12-2009

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

398A-399A B1 augustus 2011 H - 277

Page 168: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

7202 21107202 21907202 2990

ferrosilicium Egypte enPolen

02-07-1999

7202 21107202 21907202 2990

ferrosilicium, bevattende20 of meer doch minderdan 96 gewichtspercentsilicium

Zuid-Afrika 20-03-1999

Brazilië,China,Kazachstan,Oekraïne,Rusland enVenezuela

23-03-2001

7202 3000 ferrosilicomangaan ChinaOekraïne

04-03-2003

7202 49107202 4950

ferrochroom Oekraïne 02-10-1998

exex

7202 49107202 4950

ferrochroom met eenkoolstofgehalte van tenhoogste 0,5 gewichtsper-cent en een chroomgehaltevan 30 of meer gewichts-percenten

Kazachstanen Rusland

25-03-2000

7202 7000 ferromolybdeen China 31-01-2008

exexex

7208 10007208 25007208 26007208 27007208 36007208 37007208 38007208 3900

gewalste platte productenvan ijzer of niet-gelegeerdstaal met een breedte van600 mm of meer

Bulgarije,India, Serviëen Montene-gro, Taiwan,Zuid-Afrika

20-03-2003

India,Taiwan

05-02-2005

exexexex

7208 51207208 51917208 51987208 5291

warmgewalste platte pro-ducten van niet-gelegeerdstaal

China,India,Roemenië

11-08-2005

7222 20117222 20217222 20317222 2081

roestvrij stalen staven India 30-05-1998

7222 20117222 20217222 20317222 2081

roestvrij stalen staven India 15-11-2003

7223 0019 roestvrij staaldraad India 23-07-2004

7225 11007226 1100

gewalste platte productenmet georiënteerde korrelvan siliciumstaal

Rusland 23-05-2008

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

398A-399A B1 augustus 2011 H - 278

Page 169: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exex

7225 11007226 1100

gewalste platte productenmet georiënteerde korrelvan siliciumstaal (transfor-matorstaal)

VerenigdeStaten

28-08-2010

exexexexex

7304 10107304 10307304 31997304 39917304 3993

bepaalde naadloze buizenen pijpen

Hongarije 26-11-2002

Polen,Slowakije,Tsjechië

30-04-2004

Oekraïne,Rusland

21-07-2004

exexexex

7306 30517306 30597306 30717306 3078

gelaste buizen en pijpen,van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Polen,Tsjechië

30-04-2004

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

398A-399A B1 augustus 2011 H - 279

Page 170: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

398A-399A B1 augustus 2011 H - 280

Page 171: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

ex 7307 1910 hulpstukken (fittings) voorbuisleidingen van smeed-baar gietijzer

Tsjechië 30-04-2004

Argentinië,Brazilië,China,Japan,Thailand,Zuid-Korea

19-08-2005

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

386A B1 oktober 2010 H - 281

Page 172: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

386A B1 oktober 2010 H - 282

Page 173: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

exexexex

7307 93117307 93197307 99307307 9990

hulpstukken voor buislei-dingen (andere dan:gegoten hulpstukken,flenzen en hulpstukken metschroefdraad), van ijzer ofvan staal (met uitzonderingvan roestvrij staal), meteen grootste uitwendigediameter van niet meer dan609,6 mm, van de soort dievoor stomplassen of voorandere doeleinden wordtgebruikt

Kroatië 04-04-2001

Slowakije,Tsjechië

30-04-2004

Rusland 25-08-2007

exexexexex

7312 10817312 10837312 10857312 10897312 1098

ijzeren en stalen kabels(gesloten kabels daaronderbegrepen), met uitzonderingvan roestvrijstalen kabels,met een grootste dwars-doorsnede van meer dan3 mm, al dan niet voorzienvan hulpstukken (fittings)

Thailand,Turkije

01-11-2007

India 17-11-2010

exexexex

7312 10827312 10847312 10867312 10887312 1099

ijzeren of stalen kabels,gesloten kabels daaronderbegrepen, met uitzonderingvan roestvrijstalen kabels

Hongarije,Polen,Tsjechië

30-04-2004

Mexico 18-08-2004

exexexexexexex

7318 12107318 14107318 15307318 15517318 15617318 15707318 1630

bevestigingsmiddelen endelen daarvan

ChinaFilipijnenIndiaMaleisiëTaiwanThailandZuid-Korea

Adr verval-len21-02-2003Cr vervallen17-02-2003

7318 12107318 14107318 15307318 15517318 15617318 1570

roestvrijstalen bevestigings-middelen en delen daarvan

Indonesië,Thailand,Vietnam

20-11-2010

exex

7325 10507325 10927325 10997325 9910

gietstukken van niet-smeedbaar gietijzer of vannodulair gietijzer van desoort die wordt gebruiktvoor het afdekken oftoegankelijk maken vaninstallaties op of onder degrond en onderdelendaarvan, al dan nietbewerkt, gecoat, geverfd ofvoorzien van andere mate-rialen, met uitsluiting vanbrandkranen

China 03-09-2011

ex 7607 1110 aluminiumfolie China,Rusland

18-05-2006

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

400A-403A B1 oktober 2011 H - 283

Page 174: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

7901 11007901 12007901 1230

ruw, niet-gelegeerd zink Polen,Rusland

04-10-2002

ex8104 11008104 1900

ruw magnesium dat toeval-lig kleine hoeveelhedenandere elementen alsonzuiverheden bevat

Oekraïne enRusland

13-07-2001

China 01-04-2003

ex 8305 1000 ringbandmechanismen Maleisië 25-01-2002

Indonesië Adr en Crvervallen08-06-2007

8414 40108414 80228414 80288414 8051

zuigercompressoren(andere dan zuigercom-pressorpompen) met eendebiet van maximaal2 kubieke meter perminuut

China 21-03-2010

ex 8418 1020 koelkast-vrieskastcombinaties meteen capaciteit van meerdan 400 liter, waarvan dekoelgedeelten zich naastelkaar bevinden (‘‘side-by-side’’-combinaties)

Zuid-Korea 02-09-2011

ex 8423 8150 elektronische weegschalen Zuid-Korea 23-10-1998

ex 8423 8150 elektronische weegschalen Japan,Singapore

10-03-2005

ex 8423 8150 elektronische weegschalen ChinaTaiwanZuid-Korea

01-12-2005

exexexexexex

8473 30208473 50208542 32108542 32318542 32398548 9020

bepaalde elektronischegeïntegreerde schakelingen,DRAM’s genaamd, ver-vaardigd met behulp vanvarianten van de metaal-oxidehalfgeleider-(MOS)-technologie, zoals comple-mentaire MOS-typen(CMOS), van alle soorten,dichtheden, varianten,toegangssnelheden, confi-guraties, behuizingen enframes

Zuid-Korea 31-12-2007

ex 8482 1010 kogellagers Thailand 07-07-1998

8516 5000 microgolfovens China,Maleisië,Thailand enZuid-Korea

05-01-2001

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

400A-403A B1 oktober 2011 H - 284

Page 175: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

ex 8517 2100 faxapparaten voor per-soonlijk gebruik

China,Japan,Maleisië,Singapore,Taiwan,Thailand,Zuid-Korea

22-03-2002

ex 8523 1300 videobanden in cassettesvervaardigd voor het opne-men, doch waarop niet isopgenomen, vallende onderde VHS-normen

Hongkongen Zuid-Korea

06-01-1998

ex 8523 2090 3,5 inch microschijven Maleisië,Mexico enVerenigdeStaten vanAmerika

14-04-2001

Taiwan 22-02-2002

Indonesië 23-08-2003

China,Hongkong,Japan,Zuid-Korea

22-02-2006

ex 8523 4011 compactdisks geschiktvoor het eenmaligopnemen

Taiwan 05-11-2006

India(compense-rend recht)

05-11-2006

exexexexexexexexex

8525 80198528 49358528 49918528 59908529 90928529 90978537 10918537 10998543 7090

televisiecamerasystemen Japan 01-08-2007

exexexexexex

8528 72318528 72338528 72358528 72398528 72518528 7259

ontvangtoestellen voorkleurentelevisie, met eendiagonaal van het beeld-scherm van meer dan15,5 cm, al dan niet metingebouwd radio-ontvangtoestel en/of klok,andere dan toestellen dieeen modem en een compu-terbesturingssysteembevatten

China,Maleisië,Thailand,Zuid-Korea

30-08-2007

ex 8532 2200 grote elektrolytische alumi-niumcondensatoren

VerenigdeStaten vanAmerika enThailand

29-08-1998

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 285

Page 176: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

ex 8532 2200 elektrolytische aluminium-condensatoren

Japan,Taiwan enZuid-Korea

28-01-2000

ex 8539 3190 op wisselstroom werkendeelektronische compactefluorescerende gasontla-dingslampen

China 18-10-2008

ex 8540 1111 kathodestraalbuizen voorkleurentelevisietoestellen,waarvan de diagonaal vanhet beeldscherm (hetbeeldweergevende deel vande beeldbuis, gemeten ineen rechte lijn) meerbedraagt dan 33 cm, maarniet meer dan 38 cm,waarvan de verhoudingbreedte/hoogte van hetscherm kleiner is dan 1,5en met een steekafstand(„interval” of „pitch”, datwil zeggen de afstandtussen twee lijnen vandezelfde kleur in hetcentrum van het beeld-scherm) van 0,4 mm ofmeer

India, Zuid-Korea

21-10-2005

8712 00108712 00308712 0080

rijwielen (bakfietsen daar-onder begrepen) zondermotor

Indonesië,Maleisië,Thailand

25-05-2002

8712 00108712 00308712 0080

rijwielen (bakfietsen daar-onder begrepen), zondermotor

Taiwan 26-02-2004

ex

ex

8712 00108712 00308712 0080

rijwielen (bakfietsen daar-onder begrepen), zondermotor

Vietnam 15-07-2010

exexex

8714 93108714 94108714 9990

versnellingsnaven voorrijwielen

Japan 26-10-2006

exex

8714 95008714 99909506 9110

zadels en essentiële onder-delen daarvan (dat wilzeggen onderplaten, kus-sentjes en bekledingen),van fietsen en andere nietgemotoriseerde rijwielen(inclusief bakfietsen), vanrijwielen met hulpmotor(al dan niet met zijspan),en van fitnessapparaten enhometrainers

China 23-06-2012

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 286

Page 177: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

GN-code Goederenomschrijving Land vanoorsprong

Vervaldatum

9603 2930 haarborstels China,Taiwan,Thailand enZuid-Korea

10-05-2000

ex 9613 1000 niet-navulbare zak-gasaanstekers met vuur-steentje

Japan 28-01-2000

ex 9613 1000 niet-navulbare zak-gasaanstekers met vuur-steentje

Filipijnen,Mexico,Thailand

07-03-2002

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 287

Page 178: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

413A-414A B1 juli 2012 H - 288-290

Page 179: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

P. Overzicht van de producten waarvan de antidumpingmaatregelen zijn geschorst

De Europese Commissie kan, in overleg met het raadgevend Comité, overgaantot schorsing van antidumpingrechten voor een periode van negen maanden.Die schorsing kan met ten hoogste één jaar worden verlengd. Een dergelijkeschorsing mag alleen plaatsvinden als het onwaarschijnlijk is dat als gevolg vande schorsing opnieuw schade aan een bedrijfstak in de Gemeenschap ontstaat(artikel 14, lid 4, van de basisverordening antidumpingheffing).

Aantekeningen

1. Gereserveerd.

Q. Mededeling van de Commissie over terugbetaling van antidumpingrechten

(PbEG C 127 van 29 mei 2002)

Deze mededeling bevat uitleg over de toepassing van artikel 11, lid 8, van Ver-ordening (EG) nr. 384/96 (PbEG L 56 van 6 maart 1996) van de Raad betref-fende de terugbetaling van antidumpingrechten. Deze mededeling vervangt diewelke in 1986 werd gepubliceerd. Daar de bepalingen over de terugbetaling vanantidumpingrechten aanzienlijke wijzigingen hebben ondergaan, werd het nut-tig geacht een nieuwe mededeling te publiceren over de voorwaarden waaraaneen aanvraag om terugbetaling moet voldoen en over de procedure die gevolgdmoet worden voordat tot terugbetaling kan worden overgegaan.

1. Doel

De terugbetalingsprocedure maakt het mogelijk dat reeds betaalde antidum-pingrechten worden terugbetaald wanneer wordt aangetoond dat de dumping-marge, op grond waarvan de rechten werden betaald, lager is geworden dan hetniveau van de geldende rechten of zelfs geheel is verdwenen.

2. Basisprincipes van de terugbetalingsprocedure

Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de basisprincipes van de te-rugbetalingsprocedure, terwijl een meer uitgebreide uitleg in punt 3 volgt.

2.1. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan?

a. In aanvragen om terugbetaling op grond van artikel 11, lid 8, van de ba-sisverordening moet worden aangetoond dat de dumpingmarge op grond waar-van de rechten werden betaald lager is geworden of zelfs geheel is verdwenen.In andere omstandigheden kan hoofdstuk 5 van titel VII van het CommunautairDouanewetboek betreffende de terugbetaling van invoerrechten van toepassingzijn.b. Aanvragen om terugbetaling kunnen uitsluitend worden ingediend voorantidumpingrechten die volledig zijn betaald. Het stellen van een zekerheidovereenkomstig artikel 248 van Verordening (EG) nr. 2454/93 houdende uit-voeringsbepalingen van het communautair douanewetboek wordt niet als een-

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

398A-399A B1 augustus 2011 H - 291

Page 180: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

398A-399A B1 augustus 2011 H - 292-300

Page 181: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

betaling beschouwd. Daarom zijn aanvragen in verband met ingevoerde goe-deren waarvoor zekerheid is gesteld niet ontvankelijk.1)

2.2. Wie kan een aanvraag om terugbetaling indienen?

a. Een importeur die kan aantonen dat hij bij invoer van bepaalde goederenrechtstreeks of onrechtstreeks antidumpingrechten heeft betaald, kan om terug-betaling verzoeken.b. Wanneer de antidumpingrechten overeenstemmen met een dumpingmargedie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, aan de hand van eensteekproef van producenten/exporteurs is vastgesteld, betekent dit niet dat be-paalde importeurs van de terugbetalingsprocedure zijn uitgesloten, ook al voe-ren deze importeurs producten in van producenten/exporteurs die niet in desteekproef waren opgenomen.

2.3. Hoe kan een dumpingmarge worden herzien?

a. Bij het onderzoek zal een dumpingmarge worden vastgesteld voor de ge-hele invoer van het desbetreffende product dat van de betrokken producent/exporteur afkomstig is in een representatieve periode. Deze dumpingmarge zalvoor alle importeurs in de Gemeenschap gelden en niet alleen voor de importeurdie om terugbetaling heeft verzocht.b. Het onderzoek zal betrekking hebben op alle soorten en modellen die on-der de definitie van het desbetreffende product vallen die is opgenomen in deverordening waarbij de antidumpingrechten werden ingesteld en niet alleen opdie soorten of modellen die door de aanvrager worden ingevoerd.c. Tenzij er sprake is van een wijziging in de omstandigheden, zal bij de vast-stelling van de dumpingmarge dezelfde werkwijze worden gevolgd als bij hetoorspronkelijke onderzoek.

2.4. Wie moet medewerking verlenen?

Een aanvraag om terugbetaling heeft alleen kans van slagen als zowel de aan-vrager als de producent/exporteur medewerking verlenen. De aanvrager moettrachten ervoor te zorgen dat zijn producent/exporteur de vragenlijst van deCommissie beantwoordt. Dit betekent dat de producent/exporteur gegevensmoet verstrekken over een bepaalde periode in het verleden en dat hij moettoestaan dat de door hem verstrekte gegevens ter plaatse worden gecontroleerd.Een producent/exporteur kan niet gedeeltelijk medewerking verlenen doorslechts door hem gekozen gegevens te verstrekken. In dergelijke gevallen is deconclusie van de Commissie dat de producent/exporteur geen medewerkingheeft verleend en wordt de aanvraag afgewezen.

2.5. Hoe wordt vertrouwelijke informatie beschermd?

De regels betreffende de behandeling van vertrouwelijke gegevens die zijn op-genomen in artikel 19 van de basisverordening zijn van toepassing op alle in-formatie die in verband met aanvragen voor de terugbetaling van antidumping-rechten wordt ontvangen.

2.6. Wat zijn de termijnen?

a. Aanvragen op grond van artikel 11, lid 8, van de basisverordening moetenworden ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de goederenwerden ingeklaard binnen zes maanden nadat is vastgesteld hoeveel antidum-pingrechten op die goederen verschuldigd zijn.b. De Commissie neemt normalerwijze binnen twaalf maanden, en in iedergeval binnen 18 maanden, na ontvangst van een met voldoende bewijsmateriaalgesteunde aanvraag een besluit over de terugbetaling van de rechten.c. Indien de terugbetaling wordt toegekend, moeten de autoriteiten van de

1) Wanneer een importeur de geldigheid betwist van antidumpingrechten die worden toegepast op door hemingevoerde goederen (ongeacht het feit of de betaling van de rechten hierdoor wordt geschorst) of wanneereen nationale autoriteit zekerheidstelling heeft geëist in verband met antidumpingrechten die misschienverschuldigd worden, moet de importeur niettemin (indien hij dit wenst) binnen zes maanden een aanvraagom terugbetaling van de antidumpingrechten indienen tezamen met het verzoek dat de Commissie met hetonderzoek wacht tot definitief is vastgesteld of rechten verschuldigd zijn.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 301

Page 182: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

lidstaten binnen negentig dagen na de kennisgeving van het besluit van de Com-missie de terugbetaling verrichten.

2.7. Hoeveel kan worden terugbetaald?

Indien de aanvraag ontvankelijk is en wordt ingewilligd kan de terugbetalingbetrekking hebben op:– een deel van de betaalde antidumpingrechten wanneer een lagere dum-pingmarge werd vastgesteld;of– het volledige bedrag van het antidumpingrecht wanneer werd vastgestelddat er geen dumpingmarge meer is.

3. Procedure

De procedure om vast te stellen of antidumpingrechten kunnen worden terug-betaald, verloopt in twee fasen:– de indiening van de aanvraag;– het onderzoek van de aanvraag.

3.1. Indiening van de aanvraag

3.1.1. Vorm van de aanvraagDe aanvraag moet schriftelijk worden ingediend, in een officiële taal van deGemeenschap, en ondertekend door de aanvrager of een door hem gemachtigdepersoon.De aanvraag dient het volgende te bevatten:i. een verzoek om terugbetaling en de verklaring dat de dumpingmarge vande producent(en)/exporteur(s) van de aanvrager op basis waarvan de rechtenzijn betaald verminderd is of niet meer bestaat;ii. een verklaring dat de antidumpingrechten waarvoor om terugbetalingwordt verzocht, volledig zijn betaald;iii. een opgave van het totaalbedrag waarvoor om terugbetaling wordt ver-zocht en identificatie van de specifieke transacties waarop dat totaalbedrag isgebaseerd.Om het indienen van de aanvraag te vergemakkelijken is een model aanvraag-formulier bij deze mededeling gevoegd. (zie bijlage 1)Om de Commissie in staat te stellen de aanvraag snel te behandelen, kan deaanvrager bij zijn aanvraag reeds de document(en) of bewijsstukken voegen diein punt 3.2.1 zijn genoemd.

3.1.2. Toezending van de aanvraagDe aanvraag moet worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lid-staat op het grondgebied waarvan de goederen waarover de antidumpingrech-ten zijn betaald in het vrije verkeer zijn gebracht. Deze lidstaat zendt de aan-vraag onmiddellijk aan het Directoraat-generaal Trade van de Europese Com-missie, B1049 Brussel. De Commissie kan de lidstaat later verzoeken na te gaanof de desbetreffende antidumpingrechten inderdaad volledig zijn betaald.De Commissie zal rechtstreeks betrokken partijen zo nodig in kennis stellen vanaanvragen om de terugbetaling van antidumpingrechten en deze partijen in degelegenheid stellen opmerkingen te maken.

3.1.3. Termijn voor het indienen van de aanvraaga. Termijn van zes maandenAlle aanvragen om terugbetaling moeten binnen zes maanden bij de desbetref-fende lidstaat worden ingediend (1), overeenkomstig artikel 11, lid 8, tweedestreepje, van de basisverordening. De termijn van zes maanden moet in achtworden genomen, zelfs wanneer de verordening tot instelling van het recht voorhet Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Gemeenschappen wordt aan-gevochten of de toepassing van de verordening voor nationale administratieveof gerechtelijke instanties wordt betwist. Al naar gelang het geval gaat de ter-mijn van zes maanden in:– op de datum van inwerkingtreding van de verordening van de Raad totinstelling van definitieve rechten en tot inning van de bedragen die uit hoofdevan het voorlopige recht als zekerheid werden gesteld,of

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 302

Page 183: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

– op de datum waarop de definitieve antidumpingrechten werden vastge-steld, dat wil zeggen de datum van aanvaarding van de douaneaangifte door dedouaneautoriteiten,of– wanneer het juiste bedrag aan rechten naar aanleiding van een controleachteraf werd vastgesteld, op de laatste datum waarop de verschuldigde rechtenwerden vastgesteld. Aanvragen moeten binnen deze termijn van zes maandenaan alle in punt 3.1.1 vermelde eisen voldoen.b. Datum van indiening van de aanvraagDe lidstaat moet, wanneer zij de aanvraag aan de Commissie toezendt, vermel-den wanneer de aanvraag werd ingediend, dat wil zeggen de datum waarop debevoegde autoriteit van de lidstaat de aanvraag heeft ontvangen.De aanvragers hebben er belang bij dat zij een bewijs hebben dat zij hun aan-vraag bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat hebben ingediend.Bijvoorbeeld:bij verzending per post, per aangetekend schrijven en met ontvangstbevestiging;de datum van ontvangst van een fax door de bevoegde autoriteiten van eenlidstaat kan worden vastgesteld door de datum die bij geslaagde verzending ophet verzendingsbericht en in het faxjournaal zijn vermeld.

3.1.4. Herhaalde aanvragenZodra de aanvrager weet dat hij meer dan een aanvraag zal indienen voor deterugbetaling van antidumpingrechten op een bepaald product, dient hij deCommissie hiervan in kennis te stellen, zodat deze op de meest doelmatige wijzete werk kan gaan.

3.2. Onderzoek

3.2.1. Door de aanvrager voor te leggen bewijsmateriaalDe Commissie deelt de aanvrager mede welke informatie en bewijsstukken hijbinnen een redelijke termijn moet doen toekomen. Zo kan om toezending wor-den gevraagd van:a. factu(u)r(en) en andere documenten waarop de douaneprocedures warengebaseerd;b. douanedocumenten ter identificatie van de invoertransacties in verbandwaarmee de terugbetaling wordt aangevraagd en waaruit met name blijkt opwelke grondslag het bedrag aan rechten werd vastgesteld (soort, hoeveelheid enwaarde van de aangegeven goederen en hoogte van het geheven antidumping-recht) alsmede het nauwkeurige bedrag van het geheven antidumpingrecht;c. een verklaring dat:i. het geïnde recht niet door de producent/exporteur of een derde werd te-rugbetaald en dat in de toekomst geen terugbetalingen zullen worden gedaan ofaanvaard;ii. de prijzen waarop de aanvraag is gebaseerd authentiek zijn;iii. er voor, tijdens of na de desbetreffende verkooptransactie(s) geen com-pensatieregelingen bestonden of bestaan.d. wanneer de aanvrager niet gelieerd is met de producent/exporteur en dedesbetreffende gegevens niet onmiddellijk beschikbaar zijn, dient de aanvraageen verklaring van de producent/exporteur te bevatten dat de dumpingmarge isverminderd of is verdwenen en dat hij de Commissie de desbetreffende bewijs-stukken zal doen toekomen (dat wil zeggen, gegevens over de normale waardeen de exportprijzen in de periode waarin zijn goederen rechtstreeks of onrecht-streeks naar de Gemeenschap werden uitgevoerd en waarop de rechten werdengeheven). De Commissie zal later een passende representatieve onderzoeks-periode vaststellen (zie punt 3.2.2);e. wanneer importeurs rechten hebben betaald die werden vastgesteld aan dehand van een steekproef van producenten/exporteurs, overeenkomstig artikel17 van de basisverordening, zijn aanvragers niet verplicht gegevens te verstrek-ken over deze, in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs, maar moe-ten zij slechts gegevens verstrekken over hun eigen producent(en)/exporteur(s).Bij kopieën van de originele factu(u)r(en), douaneaangifteformulieren enz. moetde aanvrager of de producent/exporteur, al naar gelang het geval, een verklaringvoegen dat deze conform het origineel zijn. Bovendien dienen deze stukken, ofvertalingen daarvan, in een van de officiële talen van de Gemeenschap te zijnopgesteld.Met het oog op een vlotte behandeling van de aanvraag door de Commissie kan

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 303

Page 184: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

de aanvrager bovengenoemde bewijsstukken reeds voegen bij zijn aanvraag diebij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat wordt ingediend. De Commissie zalnagaan of de aanvraag alle nodige informatie bevat die de aanvrager moet ver-strekken. De Commissie zal de aanvrager, zo nodig, laten weten welke gegevenshij nog moet verstrekken en hiervoor een redelijke termijn vaststellen.

3.2.2. Door de producent/exporteur voor te leggen bewijsmateriaala. Representatieve periodeVoor de herziening van de dumpingmarge zal de Commissie aangeven welkerepresentatieve periode zij wil onderzoeken, welke periode normalerwijze dedata omvat van de factu(u) r(en) die betrekking heeft(hebben) op de transac-tie(s) in verband waarmee de terugbetaling wordt aangevraagd. Deze periodezal normalerwijze ten minste zes maanden bedragen en een tijdvak omvattenvoorafgaande aan de datum van de factuur betreffende de eerste transactie doorde producent/exporteur.b. VragenlijstenOp grond van artikel 6, lid 2, van de basisverordening zal de Commissie deproducent(en)/exporteur(s) die aan de aanvrager leverde(n) en, indien van toe-passing, de gelieerde importeur(s) verzoeken informatie te verstrekken over degehele uitvoer naar de Gemeenschap en niet alleen naar de aanvrager. Om re-denen van vertrouwelijkheid kan de producent/exporteur deze informatie recht-streeks aan de Commissie zenden. De informatie wordt gevraagd aan de handvan een vragenlijst die aan de producent(en)/exporteur(s) (en aan gelieerde im-porteur(s) in de Gemeenschap) wordt gezonden en die binnen 37 dagen na ver-zending ingevuld moet worden teruggezonden. De aanvraag wordt pas geachtvolledig met bewijsmateriaal te zijn gesteund, wanneer de Commissie alle ge-gevens en de ingevulde vragenlijsten (waaronder antwoorden op nadere vragendie naar aanleiding van het antwoord kunnen zijn gesteld) heeft ontvangen. DeCommissie kan overgaan tot een controle van de haar toegezonden informatieen bewijsstukken.

3.2.3. Beoordeling van de aanvraaga. Algemene werkwijzeDe dumpingmarge wordt herzien door vergelijking van: de normale waarde(n)van de desbetreffende exportproducten met de exportprijs of prijzen in de re-presentatieve periode, overeenkomstig artikel 2 van de basisverordening.Volgens artikel 11, lid 9, van de basisverordening gaat ‘de Commissie . . . opdezelfde wijze te werk als bij het onderzoek ten gevolge waarvan het recht werdingesteld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 (Vaststelling vandumping), in het bijzonder de leden 11 en 12 daarvan (gebruik van gewogengemiddelden bij de berekening van de dumpingmarge), en van artikel 17 (Steek-proeven)’.Wanneer het aantal producenten/exporteurs, soorten van het product of trans-acties waarop de aanvragen betrekking hebben over een periode van zes maan-den vanaf de indiening van de eerste aanvraag of, indien dit later is, over eenperiode van twaalf maanden vanaf de instelling van definitieve maatregelen, zogroot is dat afzonderlijke onderzoeken een te grote werklast vormen en een tij-dige voltooiing van het onderzoek in de weg staan, kan de Commissie de her-ziene dumpingmarge berekenen aan de hand van een steekproef van producen-ten/exporteurs, soorten van het product of transacties waarop de aanvra(a)g(en)betrekking hebben overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, en metname lid 3.b. Samenstelling van de exportprijsWanneer de exportprijs niet betrouwbaar lijkt en daarom, overeenkomstig ar-tikel 2, lid 9, van de basisverordening, wordt samengesteld, past de Commis-siegeen aftrek toe voor het bedrag van het betaalde antidumpingrecht wanneerkan worden aangetoond dat het recht in de wederverkoopprijs en latere ver-koopprijzen in de Gemeenschap tot uiting is gekomen.c. Gebruik van de bevindingen van een herzieningsonderzoekBij de behandeling van een aanvraag om terugbetaling kan de Commissie teallen tijde besluiten een tussentijds herzieningsonderzoek te openen overeen-komstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening. De behandeling van de aan-vraag om terugbetaling zal dan worden geschorst tot dit herzieningsonderzoekis voltooid.De bevindingen van het herzieningsonderzoek kunnen worden gebruikt bij debeoordeling van de aanvraag om terugbetaling, mits de data van de facturen die

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 304-310

Page 185: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

betrekking hebben op de transacties waarop het verzoek om terugbetaling be-trekking heeft, binnen het onderzoekstijdvak van het herzieningsonderzoek val-len.d. ExtrapolatieIn afwijking van punt c kan de dumpingmarge die voor een onderzoekstijdvakis vastgesteld, omwille van een snelle administratieve afhandeling, worden geëx-trapoleerd voor invoertransacties die buiten dat tijdvak vallen. Dit kan echteruitsluitend op bepaalde voorwaarden:– extrapolatie kan slechts worden toegepast voor een periode die onmiddel-lijk aansluit op de onderzochte periode;– extrapolatie kan slechts voor een periode van ten hoogste zes maandenworden toegepast;– extrapolatie kan uitsluitend worden toegepast wanneer de dumpingmargein het kader van een voltooid onderzoek werd vastgesteld;– extrapolatie kan uitsluitend worden toegepast op een bedrag aan rechtendat in verhouding tot de gehele aanvraag om terugbetaling betrekkelijk geringis.

3.2.4. MedewerkingWanneer de aanvrager of de producent/exporteur:– onjuiste of misleidende informatie verstrekt;of– geen toegang geeft tot de nodige informatie of deze binnen een redelijketermijn niet verstrekt;of– het onderzoek aanzienlijk belemmert, bijvoorbeeld door te verhinderendat de informatie wordt gecontroleerd in de mate die de Commissie nodig achtwordt de informatie buiten beschouwing gelaten en kan gebruik worden ge-maakt van de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisver-ordening.In dergelijke gevallen wordt de dumpingmarge die werd vastgesteld tijdens hetonderzoek dat tot de instelling van het recht heeft geleid waarvoor om terug-betaling wordt verzocht, normalerwijze als de beste gegevens beschouwd diebeschikbaar zijn. Dit betekent dat geconcludeerd wordt dat de dumpingmargeniet is verminderd en dat de aanvraag dus wordt afgewezen.

3.2.5. BekendmakingZodra het onderzoek van de aanvraag is voltooid, worden de importeurs inkennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan deCommissie voornemens is een besluit te nemen, terwijl de medewerkende pro-ducenten/exporteurs slechts informatie kunnen ontvangen over de behandelingvan de gegevens die zij hebben verstrekt, en met name over de daaruit voort-vloeiende berekening van de normale waarde en de exportprijzen.

4. Resultaat

4.1. Terug te betalen bedrag

Het terug te betalen bedrag is het verschil tussen het geïnde recht en het rechtdat werkelijk verschuldigd is en dat is gebaseerd op de bij het onderzoek vast-gestelde dumpingmarge.

4.2. Terugbetaling

De terugbetaling geschiedt normalerwijze binnen negentig dagen nadat het be-sluit tot terugbetaling is bekendgemaakt.Of betaling na afloop van de termijn van negentig dagen recht geeft op inte-resten, is afhankelijk van het nationale recht van de desbetreffende lidstaat.

4.3. Intrekking van een besluit tot terugbetaling

Indien later blijkt dat een besluit tot terugbetaling gebaseerd is op door de be-langhebbenden verstrekte onjuiste of onvolledige gegevens, wordt dit besluitmet terugwerkende kracht ingetrokken. Een besluit tot terugbetaling dat op on-juiste of onvolledige gegevens is gebaseerd, staat gelijk met een besluit dat geenobjectieve rechtsgrond heeft, waardoor de betrokken importeur nooit recht op

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 311

Page 186: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

terugbetaling heeft gehad en het besluit moet worden ingetrokken. Na intrek-king van het besluit moeten de terugbetaalde antidumpingrechten weer wordeningevorderd. Zodra de Commissie besloten heeft het besluit tot terugbetaling inte trekken, ziet de desbetreffende lidstaat erop toe dat dit besluit binnen zijngrondgebied ten uitvoer wordt gelegd door de bedragen in te vorderen die tenonrechte werden terugbetaald op grond van artikel 11, lid 8, van de basisver-ordening.De bevoegde autoriteiten van de desbetreffende lidstaat handelen bij de tenuit-voerlegging van dit besluit overeenkomstig de materiële en formele voorschrif-ten van hun eigen nationale recht, mits de toepassing van het nationale rechtgeen afbreuk doet aan de reikwijdte en de doelmatigheid van het besluit van deCommissie tot intrekking van haar vroegere besluit tot terugbetaling.

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 312

Page 187: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

Bijlage 1 van Onderdeel Q: model van het aanvraagformulier zoals genoemd in§ 3.1.1. van dit onderdeel.

AIDE-MEMOIRE VOOR TERUGBETALINGSAANVRAAG

BASISINFORMATIE

VERPLICHT TE VERSTREKKEN GEGEVENS

NIET-VERPLICHTE AANVULLENDE GEGEVENS/BEWIJSSTUKKEN (*)

Identificatie aanvrager

Datum van de aanvraag

Omschrijving van het product

GN-code

Datum van de eerste transactie

Indien ja:

Aantal transacties waarop dezeaanvraag betrekking heeft

Indien nee:

Datum van laatste transactieentotaal aantal transacties

De ondergetekende verzoekt omde terugbetaling van hetvolgende bedrag:

Facturen bijgevoegd

Inklaringsdocumenten

Verklaring van niet-terugbetalingdoor een derde

Verklaring dat de prijzen echt zijn

Verklaring van producent(en)/exporteur(s)dat zij medewerking verlenen

(*) Alle bewijsstukken dienen kopieën van de originelen te zijn en de aanvrager of zijn producent/exporteur moet verklaren dat zijcomform het origineel zijn. Voorts dienen de bewijsstukken in een van de officiële talen van de Gemeenschap te zijn opgesteld ofdienen zij in een van deze talen te zijn vertaald.

Verklaring dat er geencompensatieregelingen zijn

Normale waarde in de zesafgelopen maanden of

Verklaring dat deze informatie bij producent(en)/exporteur(s) wordt opgevraagdof

Ja Nee

Ja Nee

Ja Nee

Ja Nee

Ja Nee

Ja Nee

Ja Nee

Ja Nee

De ondergetekende verklaart hierbij dat de rechten waarvoor hij terugbetaling aanvraagt, volledig zijn betaald

De ondergetekende verklaart hierbij dat de dumpingmarge van zijn producent(en)/exporteur(s), op grond waar-van bovenbedoelde rechten zijn betaald, minder is geworden of is verdwenen.

Maakt deze aanvraag deel uit van een reeksaanvragen?

Ja Nee

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 313

Page 188: Bijlage H. Overzicht antidumpingrechten en compenserende rechten

BIJLAGE H - OVERZICHT VAN ANTIDUMPINGRECHTEN EN COMPENSERENDE RECHTEN

369A B1 oktober 2009 H - 314