Bestemmingsplan Idsegahuizum 2005

Bestemmingsplan Idsegahuizum 2005

Inhoud:

Toelichting + bijlage

Voorschriften + bijlage Plankaart

Witmarsum /Leeuwarden Plannummer 280.00.12.02.00

17 januari 2006

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Toelichting

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280.00.12.02.00.toe

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280.00.12.02.00.toe 1

Inhoudsopgave

1 Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Bestemmingsplan Idsegahuizum 4

2 De bestaande situatie 5 2.1 Ligging 5 2.2 Ontstaan en ontwikkeling 5 2.3 Historisch ruimtelijke structuur 6 2.4 Functionele karakteristiek 8

2.4.1 Wonen 8 2.4.2 Werken 8 2.4.3 Voorzieningen 9 2.4.4 Infrastructuur 9

3 Milieukundige Randvoorwaarden 11 3.1 Bedrijven 11 3.2 Wegverkeerslawaai 11 3.3 Water 11 3.4 Ecologie 12 3.5 Archeologie 13 3.6 Bodem 14

4 Beleid 17 4.1 Provinciaal beleid 17 4.2 Gemeentelijk beleid 17

5 Planbeschrijving 21 5.1 Algemeen 21 5.2 Toelichting op de bestemmingen 22 5.3 Overige aspecten 25

6 Overleg en inspraak 27 6.1 Overleg 27 6.2 Inspraak 31

Bijlagen

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 3

1 Inleiding

1.1 Algemeen

In april 2002 is de Provincie Fryslân, samen met het Ministerie van VROM en de Vereniging van Friese Gemeenten, een meerjarig project gestart om de actualiteit van de bestemmingsplannen in Friese gemeenten te verbeteren. Hiervoor is met een groot aantal gemeenten een plan van aanpak ontwikkeld met betrekking tot het actualiseringstraject. Dit traject moet in 2007 grotendeels volbracht zijn, wat betekent dat gemeenten dan beschikken over actuele bestemmingsplannen die bovendien digitaal beschikbaar zijn. In 2002 heeft de gemeente Wûnseradiel het rapport ‘Actualisering Bestemmingsplannen 2003-2007’ opgesteld. Dit rapport is op 14 april 2003 vastgesteld door de gemeenteraad. Het heeft drie doelstellingen centraal gesteld, welke in de gestelde termijn gerealiseerd moeten worden. Ten eerste vindt er een actualisatieslag plaats voor bestemmingsplannen, zodat deze vanaf 2007 actueel zijn, en actueel gehouden kunnen worden. Dit houdt in dat vanaf 2007 alle bestemmingsplannen digitaal zijn. Ten tweede zullen in deze actualisatieslag waar mogelijk alle nieuwe uitbreidingsplannen in de te ontwikkelen bestemmingsplannen meegenomen worden. Ten derde wordt er gestreefd naar een hoge mate van uniformiteit in de bestemmingsplannen. Bij het bepalen welke bestemmingsplannen geactualiseerd dienden te worden, is de actualiteit van bestemmingsplannen bepaald op basis van: - leeftijd (ouderdom); - vormgeving (opzet en systematiek, voorschriften en

systematische / juridische toelichting); - inhoud (beleidsinhoudelijke en maatschappelijke actualiteit). Naar aanleiding van deze categorisering is aangegeven welke bestemmingsplannen hernieuwd zullen worden, en welke tijdschema’s daarvoor in acht genomen zullen worden. Het planningsprogramma voor het jaar 2003 voorziet in de opstelling van herzieningen van de bestemmingsplannen van Idsegahuizum, Longerhouw, Ferwoude, Lollum, Tjerkwerd, IJsselmeer, Makkum-Oost, Makkum Touwenlaan, Holle Poarte en Witmarsum Zwembad en omgeving. Tevens wordt er een wijzigingsplan opgesteld voor Witmarsum-de Dôle.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 4

Ook zal een bestemmingsplan worden opgesteld voor de uitbreiding Makkum – Melkvaart.

1.2 Bestemmingsplan Idsegahuizum

Dit bestemmingsplan vormt een herziening van het Bestemmingsplan Idsegahuizum, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 november 1990 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 25 maart 1991. Gedeputeerde Staten hebben hun goedkeuring onthouden aan de in het bestemmingsplan voorgestelde bouwmogelijkheid voor vier woningen bij de oostelijke entree van het dorp. Nadien zijn op deze locatie drie woningen gebouwd middels toepassing van een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1 van de WRO. Het plangebied is aangegeven op de kaart voorafgaand aan deze toelichting. Het omvat de bebouwde kom van de kern Idsegahuizum. Het plangebied wordt zowel aan de noordkant als aan de zuidwestkant begrensd door agrarische bedrijven en landbouwgrond. Aan de oostzijde van de plangrens loopt het vaarwater de Kleine Zijlroede. In hoofdstuk 2 van deze toelichting is de huidige situatie beschreven, zoals geschiedenis, bevolkingsopbouw, woningvoorraad en functionele karakteristiek. Hoofdstuk 3 gaat in op de voor het plangebied van belang zijnde milieu eisen en beperkingen. Hoofdstuk 4 wordt gevormd door de beleidsuitgangspunten, waarin het beleid voor de komende 10 jaar is samengevat. In hoofdstuk 5, planbeschrijving, wordt nader ingegaan op de vormgeving van de plankaart en voorschriften en wordt een toelichting gegeven op de afzonderlijke bestemmingen. Tenslotte is in hoofdstuk 6 een verslag van de overleg- en inspraakprocedure opgenomen.

Vigerend plan

Plangrenzen

Opbouw toelichting

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 5

2 De bestaande situatie

2.1 Ligging

Idsegahuizum is een terpdorp in het westen van de gemeente Wûnseradiel, op lage tot middelhoge kleigronden. Het ligt op korte afstand van de IJsselmeerdijk en op ongeveer 1.5 km ten zuiden van Makkum. Idsegahuizum wordt ontsloten door de weg van Makkum naar Bolsward (via Exmorra), die dwars door het dorp loopt. Ten noorden van Idsegahuizum, op ongeveer 9 km afstand, loopt de A7 richting de Afsluitdijk en richting Bolsward. Tevens loopt de waterweg de Kleine Zijlroede van Makkum tot aan Idsegahuizum; dit vaarwater staat in verbinding met het Van Panhuiskanaal (richting Makkum en Tjerkwerd).

2.2 Ontstaan en ontwikkeling

Het dorp en de directe omgeving van Idsegahuizum behoren tot de kalkrijke zavel- en kleigronden. In de 3e eeuw na Christus drong de zee regelmatig het land binnen via bestaande geulen en prielen, en zette langs de kust kalkhoudend zavelig materiaal af. In de 9e eeuw werd de zee opnieuw agressief en zette in het kustgebied een verjongingsdek af, met afwisselend kalkarme en kalkrijke afzettingen. Idsegahuizum is ontstaan als een terpdorp, zoals veel dorpen in de gemeente Wûnseradiel. Het is mogelijk dat dorpen als Idsegahuizum en Piaam al tussen 800 en 900 na Christus bewoond zijn geweest. Door de ligging nabij de kust heeft het gebied sterk onder invloed gestaan van de zee, waardoor het relatief wat later werd bewoond dan het aangrenzende knipkleigebied meer landinwaarts. Er zijn echter wel belangrijke overeenkomsten tussen deze gebieden zoals het voorkomen van terpen en een onregelmatige blokverkaveling. De polder Kooihuizen ten zuiden van Idsegahuizum vormt hierop een uitzondering, deze heeft een opstrekkende verkaveling. Oorspronkelijk lag de dijk die het land beschermde meer naar het westen. Door de agressieve zee, die met name in de Middeleeuwen bij stormen voor grote overstromingen zorgde, verschoof de kustlijn steeds meer naar het oosten. Pas nadat in 1592 de zeedijk werd aangelegd, is de kustlijn vrijwel ongewijzigd gebleven, en was het achterliggende land pas echt min of meer effectief beschermd tegen de zee.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 6

Idsegahuizum en omliggende dorpen zijn voor vervoer en voor middelen van bestaan (visvangst) lange tijd op het water aange-wezen; zowel naar de zee in westelijke richting als naar de meren in oostelijke richting bestond een verbinding. Overigens heeft vermoede-lijk ook ten zuiden van de kern een bevaarbaar water gelegen, gezien de oriëntatie van de twee boerderijen in deze richting. Zij liggen met de achterzijde van het pand naar de huidige hoofdontsluiting. Figuur 1. Idsegahuizum rond 1853

Bron: Grote Historische Provincieatlas Friesland, 1853-1856 Figuur 2. Idsegahuizum rond 2000

Bron: Grote Provincie Atlas Friesland, 2000

2.3 Historisch ruimtelijke structuur

Idsegahuizum is een kleine dorpskern waar na 1920 weinig nieuwe bebouwing is bijgekomen. Het is daarom een dorp met een traditionele uitstraling, waarbij het hart van het dorp wordt gevormd door de hervormde kerk met begraafplaats waaromheen een rij hoge bomen. De hoofdweg loopt in een L-vorm, daar waar geen bebouwing staat vormen bomen een belangrijk element in de begeleiding van de weg. Langs de weg staan gebouwen van 1 tot 2 bouwlagen met een duidelijke kap. Gevels hebben een stenig karakter en er staan een aantal bijzondere karakteristieke gebouwen, zoals de pastorie aan de Boppesteech tegenover de kerk en de monumentale boerderij aan de doorgaande weg (Dorpsweg – Brekkerweg) met een sterk beeldbepalend karakter. Aan de noordzijde van het dorp eindigt de Kleine Zijlroede, een vaarwater geschikt voor o.a. kano’s. Het brede vaarwater is een markante begrenzing van de dorpsrand, waarlangs ook weer bomen staan.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 7

Rijksmonumenten - Kerk (klok en klaviersorgel). Bouwwerken geregistreerd in de Monumenten Inventarisatie Lijst - Voormalige pastorie (Boppesteech 3); - Voormalige boerderij (Boppesteech 2); - Grafmonumenten.

Figuur 3. Links de voormalige boerderij aan de Boppesteech 2, rechts de open structuur met begeleidende beplanting.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 8

2.4 Functionele karakteristiek

2.4.1 Wonen

Na 1920 is in Idsegahuizum slechts incidenteel gebouwd. Onderstaande tabel illustreert de stijgingen en dalingen in inwoneraantallen en woningvoorraad vanaf 1920 tot 2004. Tabel 1: Aantal inwoners en woningen in Idsegahuizum per jaar

jaar aantal inwoners aantal woningen

1920 190 onbekend 1965 167 35 1975 87 35 1985 92 36 1992 81 37 1993 83 38 1994 90 39 1995 90 39 1996 93 40 1997 100 41 1998 101 41 1999 110 41 2000 110 41 2001 109 41 2002 108 41 2003 109 41 2004 110 41

Bron: Provincie Fryslân Tussen 1920 en 1985 is het inwonertal met ongeveer 48% afgenomen, van 190 inwoners in 1920 naar 92 inwoners in 1985. Sindsdien nam het inwoneraantal eerst nog enigszins af tot 81 in 1992, waarna een geleidelijke stijging ontstond naar 110 inwoners in 2004. Hiervan is 66% man en 34% vrouw. De gemiddelde woningbezetting in 1965 was 4,77. Sindsdien is dat gemiddelde gedaald naar 2,68 in 2004.

2.4.2 Werken

Idsegahuizum is qua werkgelegenheid sterk agrarisch georiënteerd; twee agrarische bedrijven liggen binnen het plangebied. Eén boerderij is door een uitbreiding van bebouwing naast het perceel opgenomen in het Bestemmingsplan Buitengebied. Deze boerderij is gesitueerd aan de zuidzijde van de plangrens. Daarnaast heeft het dorp ook een sterk recreatieve functie; door de ligging nabij het IJsselmeer en Makkum is het een aantrekkelijke locatie voor recreanten.

Woningvoorraad

Inwonertal

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 9

Idsegahuizum heeft een minicamping gevestigd aan de oostzijde van het plangebied met tien kampeerplaatsen (met vijf extra in de zes weken van het hoogseizoen); hiervoor is een vrijstelling verleend op grond van artikel 8, lid 2 van de Wet op de Openluchtrecreatie. Op het perceel Boppesteech 9/11 bevinden zich vier recreatie woningen. In de voormalige boerderij gelegen tussen de Dorpsweg en de Boppesteech zijn drie gastenverblijven gerealiseerd. Ook huisvest Idsegahuizum een zeilrederij met cateringservice op het perceel Dorpsweg 4. Tevens is er goedkeuring verleend voor het opstarten van een hoveniersbedrijf aan de rand van het dorp op het perceel Dorpsweg 14. Het betreffende perceel had in het vigerende bestemmingsplan de bestemming gemengde doeleinden. Buiten het plangebied, op ongeveer een kilometer afstand richting Exmorra, is een kaasboerderij gevestigd. De bedrijvigheid gevestigd in Idsegahuizum verschaft 29 fulltime (15 uur of meer per week) banen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedrijvigheid per sectie en het aantal banen in Idsegahuizum.

Tabel 2: Werkgelegenheid in Idsegahuizum per sector (1 mei 2002)

sectie aantal personen Landbouw en Visserij 20 Industrie en Delfstoffenwinning 1 Bouwnijverheid 2 Handel en Reparatie 1 Horeca 2 Vervoer, Opslag en Communicatie 1 Zakelijke Dienstverlening 2 Overige Dienstverlening 0 Totaal 29

Bron: Provincie Fryslân

2.4.3 Voorzieningen

Voor voorzieningen zoals winkels en verzorging is Idsegahuizum sterk georiënteerd op Makkum. Idsegahuizum heeft een eigen dorpshuis (‘de Treffer’) en een Nederlands Hervormde kerk met begraafplaats. Voor gebruik van openbaar vervoer richting Makkum en Workum kan men gebruik maken van een belbus (ieder uur) of een buurtbus.

2.4.4 Infrastructuur

In het kader van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan Wûnseradiel (“Van Allingawier tot Zurich” – december 2000) is binnen de bebouwde kom van Idsegahuizum een 30 km/uur zone ingesteld.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 10

Hiervoor zijn twee poorten geplaatst bij de 30 km/uur zonegrenzen; de eerste bij de Dorpsweg, ten westen van perceel nummer 29 (richting Makkum), de tweede op de Brekkerweg, ten oosten van perceel nummer 4c (richting Bolsward). Zowel binnen als buiten de bebouwde kom zijn beide wegen gecategoriseerd als erftoegangswegen B. Dit type wegen hebben binnen de bebouwde kom (of binnen een bebouwingscluster) een maximum snelheid van 30 km/uur. Bij erftoegangswegen buiten de bebouwde kom ligt de maximum snelheid op 60 km/uur. Zowel fietsers als bromfietsers rijden op de rijbaan. Het vaarwater de Kleine Zijlroede eindigt bij het dorp en staat in verbinding met het Van Panhuiskanaal. De Kleine Zijlroede is een vaarwater overwegend geschikt voor kleine boten zoals kano’s. In en rond het plangebied zijn geen belangrijke (buis -) leidingen en straalpaden gelegen die een planologische regeling behoeven.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 11

3 Milieukundige Randvoorwaarden

3.1 Bedrijven

Op grond van de Wet Milieubeheer zijn bedrijven verplicht om te voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een milieuvergunning te hebben voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te worden met de omliggende woonbebouwing. De mogelijkheden van de twee agrarische bedrijven binnen de plangrens zijn beperkt tot uitbreiding voor zover dit verenigbaar is met de woonfunctie van de omgeving. Beide bedrijven vallen onder klasse drie als gesteld in de VNG-brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’ (januari 1999), waarbij een grootste afstand van 100 meter tot gevoelige functies van kracht is. Deze afstand geldt ook voor het agrarische bedrijf ten zuidwesten van het plangebied. Binnen het plangebied bevindt zich een kleinschalige zeil-cateringbedrijf die conform de VNG-brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering” (januari 1999) ingedeeld dient te worden in klasse 2, waarbij een grootste afstand van 30 meter tot gevoelige functies van kracht is. Het hoveniersbedrijf aan de westzijde van het dorp valt onder klasse 1, met een grootste afstand van 10 meter tot gevoelige functies. Gesteld kan worden dat bedrijven in hun huidige omvang en op grond van de huidige bedrijfsvoering acceptabel zijn uit het oogpunt van milieu. Voorts zijn er geen bedrijven die vallen onder de inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder. Ook voor de toekomst zijn dergelijke inrichtingen in het plangebied uitgesloten.

3.2 Wegverkeerslawaai

Op alle wegen binnen het plangebied geldt een 30 km/uur regime, en derhalve geldt er voor deze wegen geen geluidszone.

3.3 Water

Op grond van artikel 12 uit het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen waarin wordt aangegeven hoe rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het

Bedrijven en milieuzonering

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 12

plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenoemde watertoets: ‘het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten’. Binnen het plangebied wordt het boezemwater gevormd door de Kleine Zeilroede. Dit water is in eigendom van Wetterskip Fryslân. Ook het beheer en onderhoud komen voor rekening van het waterschap. Binnen het plangebied komen verschillende peilgebieden voor. Het waterpeil van deze peilgebieden ligt tussen N.A.P. – 1,90 m tot N.A.P. – 0,52 m (het Fries boezempeil). Bemaling van deze gebieden vindt plaats door twee gemalen die zich in het plangebied bevinden. Beide gemalen slaan het water uit op de Kleine Zeilroede. Gedurende lange tijd was in Idegahuizum geen riolering aanwezig. In 2004 heeft de gemeente een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd. De afgekoppelde verharde oppervlakken lozen met dit stelsel op de polder. Het onderhavige bestemmingsplan is een conserverend plan, waarin geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt die van invloed zijn op de waterhuishouding. Het overleg met het waterschap heeft op 30 januari 2004 plaatsgevonden. Doordat er geen wijzigingen van de waterhuishouding worden voorzien, behoeven ook geen compenserende maatregelen te worden getroffen. Evenwel adviseert het waterschap om te voorkomen dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater komen. Om dit te bewerkstelligen zou bij een eventuele (ver)bouw milieuvriendelijk materiaal toegepast moeten worden, tevens zou er aandacht moeten zijn voor een bouwwijze en onderhoudstechniek die emissievrij is.

3.4 Ecologie

Het voorliggende bestemmingsplan is een beheersplan. Aanzienlijke verandering van de bestaande situatie is dan ook niet mogelijk. De mogelijk aanwezige ecologische waarden zullen door dit bestemmingsplan dan ook niet worden verstoord.

Adviezen van het waterschap

Ontwikkelings-mogelijkheden

Watersysteem

Riolering

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 13

3.5 Archeologie

Zowel vanuit het rijk als vanuit de provincie wordt aangedrongen op nadrukkelijke aandacht voor de archeologische waarden in plangebieden. Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. De cultuurhistorische kaart van de Provincie Fryslân (FAMKE) geeft de verwachting aan voor het aantreffen van archeologische waarden in de bodem voor de provincie Fryslân. De provinciale archeoloog maakt daarbij onderscheid tussen twee tijdsperioden, de periode steentijd-bronstijd en de periode ijzertijd-middeleeuwen. Ten aanzien van de periode Steentijd-Bronstijd geldt dat geen archeologisch onderzoek nodig is. Dit advies wordt gegeven als op basis van eerder onderzoek is gebleken dat er zich geen archeologische resten in de bodem bevinden, of wanneer de archeologische verwachting op gefundeerde gronden zeer laag is, en waar eventuele resten uit de steentijd zich vermoedelijk zodanig diep onder het maaiveld bevinden dat de kans op aantasting bij de meeste ingrepen zeer klein is. Voor de periode IJzertijd-Middeleeuwen gelden voor het plangebied verschillende adviezen, zo blijkt uit figuur 4. Voor de oorspronkelijke dorpskern luidt het advies "Streven naar behoud". Dit gebied is in figuur 3 in het rood weergegeven. Van deze terreinen is bekend dat zij waardevolle archeologische resten uit de periode bronstijd en later bevatten. In veel gevallen betreft het AMK-terreinen, maar kunnen ook terreinen zijn die bij gemeente of provincie bekend staan als archeologisch waardevol. Voor het gebied ten westen van de oorspronkelijke dorpskern (het roze gebied in figuur 4) is het advies "Waarderend onderzoek op terpen". Deze gebieden betreffen archeologische vindplaatsen, te weten terpen of terpzolen, die archeologische vondsten en sporen bevatten. Ook afgegraven terpen, waarvan de terpzool slechts nog rest, kunnen nog waardevolle diepere sporen bevatten, zoals waterputten en sloten. De precieze waarde en omvang van deze terpen of terpzolen is echter nog niet bekend. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer 50 m² een waarderend booronderzoek te laten uitvoeren, waarbij duidelijk wordt wat de waarde van de bestaande vindplaats is. Voor de overige gebieden binnen het plangebied luidt het advies "Karterend onderzoek 1". In deze gebieden kunnen zich

Streven naar behoud

Waarderend onderzoek op terpen

Karterend onderzoek 1

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 14

archeologische resten bevinden uit de periode midden-bronstijd – vroege Middeleeuwen. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 500 m² een karterend archeologisch onderzoek uit te laten voeren.

Figuur 4. Advieskaart IJzertijd-Middeleeuwen

Bron: Provincie Fryslân, 04-08-2005 In het bestemmingsplan is voorzien in een planologische regeling voor het gebied met het advies "streven naar behoud" en "Waarderend onderzoek op terpen". In het gebied waarvoor het advies karterend onderzoek 1 luidt, wordt namelijk niet voorzien in ingrepen van meer dan 500 m². Voor het gebied met het advies "streven naar behoud" en "Waarderend onderzoek op terpen" is de dubbelbestemming "Archeologisch waardevol gebied" opgenomen, die is afgestemd op de regeling die is voorgesteld in de brief van de provincie Fryslân aan de colleges van Burgemeester en Wethouders (brief van 17 mei 2005 betreffende bescherming van archeologisch waardevolle terreinen). In dit kader is in de voorschriften een bouwverbod voor bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 50 m² en een aanlegvergunningenstelsel voor grondwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 50 m² opgenomen.

3.6 Bodem

In het kader van het landelijk project "Landsdekkend Beeld Bodemverontreiniging" is in 2003 en 2004 in Fryslân een (vrijwel) provinciedekkende inventarisatie uitgevoerd naar bodemlocaties

Planologische regeling

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 15

waarvan op grond van historische gegevens het vermoeden bestond dat er sprake van bodemverontreiniging zou kunnen zijn, de zogenaamde "verdachte" locaties. Al deze gevonden locaties zijn in een database verzameld. Tevens zijn bodemonderzoeksrapporten, die bij de gemeenten en de provincie aanwezig zijn, ingevoerd in de gemeentelijke bodeminformatiesystemen. De meeste locaties leveren geen onaanvaardbaar risico op en kunnen worden aangepakt wanneer er nieuwbouw, wegaanleg of eigendomsoverdracht plaatsvindt. Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan vastgesteld worden of er inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er beveiligingsmaatregelen getroffen moeten worden. Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan worden gekozen. In het plangebied zijn een vijftal potentieel ernstig vervuilde locaties aanwezig. In vier gevallen gaat het om de aanwezigheid van een bovengrondse dieselolietank. Het vijfde geval betreft een voormalige detailhandel in vloeibare brandstoffen (Boppesteech 13). Van vervuilde locaties die urgente sanering behoeven is echter geen sprake. De aanwezigheid van (potentieel) vervuilde locaties vormt geen belemmering voor onderhavig bestemmingsplan.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 17

4 Beleid

4.1 Provinciaal beleid

In het Streekplan Friesland 1994 is Idsegahuizum aangeduid als plattelandskern. De leefbaarheid van de plattelandskernen wordt genoemd als zijnde een problematiek die de komende jaren de nodige aandacht zal vragen. Accent zal gelegd worden op: - economische ontwikkeling; - de bereikbaarheid van werk en voorzieningen ; - dorpsvernieuwing en woningbouw. Het is de taak van de gemeenten een beleid voor de plattelandskernen te ontwikkelen en uit te voeren. Het Streekplan stelt dat de plattelandskernen zich binnen het perspectief van de plaatselijke verhoudingen kunnen ontwikkelen. Passend binnen de aard, karakter en schaal van de kern kan de realisatie van woningbouw en bedrijvigheid plaatsvinden, alsmede voorzieningen te behoeve van de kern of de directe omgeving.

4.2 Gemeentelijk beleid

Naar aanleiding van een verzoek van de Provincie Friesland heeft iedere gemeente een woonplan opgesteld. Het Woonplan van de gemeente Wûnseradiel is op 26 februari 2001 vastgesteld. Het plan is een integrale visie op het wonen waarin onder meer de afstemming tussen de bestaande voorraad en de nieuwbouw wordt behandeld. Per kern (van de eerste en tweede orde) komen daarbij thema’s als herstructurering, inbreiding en uitbreiding aan bod. Binnen kernen van de 3e orde, waar ook Idsegahuizum onder valt, mag “uitsluitend compenserende nieuwbouw of woningbouw voor specifiek locale behoefte zal worden gepleegd.” Het gaat hierbij vooral om bouwmogelijkheden die worden ontleend ter compensatie van woningen die aan de voorraad zijn onttrokken, hetzij door samenvoeging of sloop. Dit betreft incidentele onttrekkingen, doorgaands binnen de eigen kern, en niet de effecten van herstructurering. De in het vigerende bestemmingsplan opgenomen bouwlocatie aan de Dorpsweg (tussen 27 en 29) is inmiddels gerealiseerd. Het Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan (GVVP) besteedt aandacht aan wegen, openbaar vervoer, fietsverkeer en vaarwegen

Streekplan

Woonplan

GVVP

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 18

binnen de gemeente. Daarbij worden de volgende beleidsdoelen centraal gesteld: - bereikbaarheid; - leefbaarheid; - verkeersveiligheid. Bij het beleidsdoel bereikbaarheid wordt de functionele betekenis van elke kern bekeken. Makkum is daarbij aangemerkt als een regionaal centrum, de overige kernen worden aangeduid als plattelandskernen. Uitgangspunt is dat elke plattelandskern op maximaal 5 minuten rijtijd via een of meer erftoegangswegen op een gebiedsontsluitingsweg of een stroomweg is aangesloten. In Wûnseradiel lijkt aan dit uitgangspunt te worden voldaan. Tot uitwerking van het doel leefbaarheid behoort het tegengaan van versnippering van het landschap, beperken van de snelheid van het verkeer en vermindering van de groei van autoverkeer. Bij het realiseren van het beleidsdoel verkeersveiligheid wordt aangehaakt op het project ‘Duurzaam Veilig’ uit het Meerjarenplan Verkeersveiligheid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Duurzaam Veilig vaart op twee beginselen; duidelijkheid voor de weggebruiker en veilige(re) inrichting van de weg. Hierbij hoort ook de categorisering van het wegennet in een klein aantal, duidelijk van elkaar te onderscheiden wegen waarbij rekening gehouden wordt met bereikbaarheid en leefbaarheid. Hierbij zijn de wegen binnen en buiten de bebouwde kom van Idsegahuizum aangeduid als erftoegangswegen B. binnen de bebouwde kom geldt een 30 km/uur regime. De Kleine Zijlroede eindigend bij Idsegahuizum is door de gemeente aangewezen als één van de potentiële recreatieve vaarwegen in de gemeente. Maatregelen in dit kader (met betrekking tot het aanbrengen van recreatieve voorzieningen en eventueel baggeren) zou de recreatieve functie van Idsegahuizum extra kunnen versterken. Deze projecten vallen onder het Friese Merenproject Fase III (na 2004). Naar aanleiding van de Wet Milieubeheer (1993) dient iedere gemeente een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. Het GRP is een beleidsstuk voor de aanpak van de inzameling en het transport van afvalwater. Het aantal aan te sluiten percelen op de rioolwater zuiverings-installatie in Idsegahuizum is in het GRP gesteld op 31. Het GRP zal worden geïntegreerd in het op te stellen gemeentelijke Waterplan.

Rioleringsplan

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 19

Het Cultuurhistorisch Actieprogramma Bolsward / Wûnseradiel (1997) is geschreven met het doel meer recreanten naar het gebied te trekken, en deze langer te laten verblijven, waardoor bestedingen binnen de gemeente(n) toenemen. Het programma stelt dat het cultuurhistorische product van de gemeente(n) een continue basis kan zijn voor de toestroom van toeristen. Verblijfsaccommodaties kunnen hier een toegevoegde waarde aangeven. een duidelijk geprofileerd en gestructureerd cultuurhistorisch product is hierbij een voorwaarde. De recreatieve verblijfsvoorzieningen binnen Idsegahuizum kunnen aldus gezien worden als een belangrijke ondersteunende functie in de cultuurhistorische ontwikkelingsplannen van de gemeente. Evenals de landelijke trends laten zien, komen in de gemeente Wûnseradiel regelmatig boerderijen vrij die hun agrarische functie verliezen. De notitie vrijkomende agrarische bedrijfspanden gaat in op de vraag hoe de gemeente moet inspelen op deze functieverandering. In het concept Vijfde Nota op de ruimtelijke ordening worden randvoorwaarden gesteld met betrekking tot het gebruik van deze gebouwen. Er mag niet worden bijgebouwd, tenzij bij sanering het totale bouwoppervlak afneemt, en karakteristieke bebouwing moet worden gespaard. De provincie Fryslân zal in het nieuwe streekplan (in voorbereiding) mogelijk nieuwe eisen opnemen ten aanzien van functiewijzigingen van agrarische bedrijfsbebouwing. Voorlopig blijft het streekplan uit 1994 van kracht, waarin waarde wordt gehecht aan het hergebruik van bestaande opstallen, met mogelijkheden voor wonen, recreatie, en natuurfuncties. De gemeente Wûnseradiel heeft door middel van de notitie vrijkomende agrarische bedrijfspanden (juni 2003) de mogelijkheden voor deze gebouwen in het buitengebied nader gedefinieerd. In grote lijnen is deze notitie ook op de bebouwde kom van toepassing, zij het dat de functies uit oogpunt van mogelijke hinder inpasbaar moeten zijn binnen de bestaande bebouwde kom: - Vrijkomende agrarische bedrijven mogen, als de gebouwen

blijven staan, als woonboerderij worden benut. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om in een vrijkomende boerderij maximaal 4 woningen te realiseren (inclusief de reeds bestaande woning);

- De betreffende woningen mogen uitsluitend in het oorspronkelijke hoofdgebouw, zijnde de stelp- of kop-hals-rompboerderij, worden gerealiseerd;

- Bij afbraak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag ten hoogste één woning worden teruggebouwd;

Cultuurhistorisch Actieprogramma Bolsward / Wûnseradiel

Notitie vrijkomende agrarische bedrijfspanden

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 20

- Het gebruik van voormalige agrarische bedrijven voor de vestiging van bedrijfsmatige activiteiten is mogelijk. Doordat de betreffende agrarische bedrijven gevestigd zijn binnen de bebouwde kom, zal hierbij rekening gehouden moeten worden met de zoneringkaders als gesteld in de VNG-brochure “Bedrijven en Milieuzonering” (Januari 1999). Een grootste afstand van 30 meter tot andere bebouwing is daarbij het maximaal haalbare. Kleinschaligheid van de betreffende bedrijvigheid is te prefereren;

- Vrijgekomen agrarische bedrijven en woonboerderijen binnen de bebouwde kom lenen zich voor het gebruik voor recreatieve functies, in het bijzonder voor kleinschalige verblijfsrecreatie zoals bêd en brochje, recreatieappartementen en recreatiewoningen.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 21

5 Planbeschrijving

5.1 Algemeen

Het voorliggende bestemmingsplan Idsegahuizum 2005 heeft als hoofddoel het vigerende bestemmingsplan te herzien en te actualiseren. De wijze waarop de regeling is vormgegeven wordt in grote lijnen bepaald door de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). Dit houdt in dat het bestemmingsplan bestaat uit een plankaart met bestemmingen en met daarbij behorende voorschriften en toelichting. Het bestemmingsplan is zodanig vorm gegeven dat er sprake is van een digitaal uitwisselbaar plan, dat wil zeggen dat: - aan alle verschillende plankaart objecten IMRO-coderingen zijn

toegekend; - de digitale kaart is vertaald naar de standaard techniek van

uitwisseling NEN 1878; - de toelichting en voorschriften in digitale vorm aan de plankaart

zijn gekoppeld. Gebruik van de IMRO-coderingen zorgt er voor dat de bestemmingen in de plankaart eenduidig worden geclassificeerd en dat, met behulp van een conversieprogramma, de kaart met voorschriften ook door de ontvanger kan worden gelezen. Of en op welke wijze het bestemmingsplan ook digitaal raadpleegbaar wordt gemaakt is onderwerp van nader overleg tussen gemeente en bureau. Bij de vormgeving van de plankaart is aangesloten bij het standaardrenvooi zoals dat is opgenomen in het rapport “Op de digitale leest” (NIROV, juni 2003) Bij de vormgeving van de voorschriften is aangesloten bij de recentelijk opgestelde bestemmingsplannen voor de dorpskommen van Gaast en Zurich. De betreffende systematiek komt in grote lijnen overeen met de voorschriften uit het rapport “Op dezelfde leest II”. Afwijkingen ten opzichte van de bestemmingsplannen Gaast en Zurich betreffen met name het opnemen van een bestemming “tuin” en het niet opnemen van een beschrijving in hoofdlijnen. Beide zaken worden hierna nader toegelicht.

Digitaal uitwisselbaar

Digitaal raadpleegbaar

Vormgeving plankaart

Vormgeving voorschriften

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 22

Het opnemen van de bestemming “tuin” heeft een directe relatie met de nieuwe Woningwet die op 1 januari 2003 in werking is getreden. Dit betekent onder andere dat een aantal bouwactiviteiten als genoemd in het “Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouw-vergunningplichtige bouwwerken” vergunningsvrij is. Een aantal vergunningsvrije bouwactiviteiten is gekoppeld aan de plaats waar gebouwd wordt ofwel het erf. Een bouwperceel hoeft niet het gehele erf te zijn. In genoemd besluit wordt onder erf verstaan: “het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming deze inrichting niet verbiedt”. Dit laatste kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van de bestemming “tuin”, waarbinnen geen gebouwen mogen worden gebouwd. Wanneer het bouwen binnen de bestemming “tuin” verboden is, is er geen sprake van een erf waar vergunningsvrij aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd. Ook in het bestemmingsplan Allingawier 2003 is deze systematiek toegepast. Er is afgezien van het opnemen van een beschrijving in hoofdlijnen. Redenen hiervoor is onder meer dat in het kader van de herziening van de WRO en het opstellen van een nieuw Bro gedacht wordt aan het afschaffen van de beschrijving in hoofdlijnen. Bovendien bevat de beschrijving in hoofdlijnen in veel gevallen enkel de criteria voor de in het plan opgenomen vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden, de nadere eisen en het aanlegvergunningenstelsel. Door deze op te nemen bij het betreffende voorschrift wordt de leesbaarheid van de voorschriften vergroot.

5.2 Toelichting op de bestemmingen

Het beleid voor de kern Idsegahuizum is in het algemeen gericht op handhaving van de bestaande functies. Dit komt ook tot uitdrukking in de bestemmingen zoals deze in de voorschriften zijn opgenomen en op de plankaart zijn weergegeven. In het voorliggende plan komt in enkele gevallen menging van verschillende functies voor. De kleine schaal waarop dit plaats vindt versterkt de levendigheid en leefbaarheid van het dorp. Nieuwe niet woonfuncties worden in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt middels de bij de verschillende bestemmingen opgenomen flexibiliteitsbepalingen (vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden). De gemeente kan vooraf toetsen of een bepaalde functie op een bepaald perceel al dan niet toelaatbaar is.

Nieuwe Woningwet

Beschrijving in hoofdlijnen

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 23

In het vigerende bestemmingsplan Idsegahuizum is binnen de bestemming “Gemengde doeleinden” bij recht een grote uitwisseling van functies mogelijk. In die situatie is in eerste instantie de eigenaar/bewoner degene die beoordeelt of iets al dan niet binnen de betreffende bestemming mogelijk is. Indien blijkt dat bepaalde vormen van gebruik niet passen, kan de gemeente eerst achteraf handhavend optreden. Het voorliggende bestemmingsplan is dus minder globaal. De bestemming “woondoeleinden” heeft betrekking op de bestaande woningen voorzover dit niet dienstwoningen betreft. Hierbij horen de gebruikelijke ontsluitingen, water en openbare nutsvoorzieningen. De woonfunctie omvat ook de zogenaamde aan huis verbonden beroepen en –bedrijfsactiviteiten (zie artikel 1 begripsbepalingen). Het aantal woningen is bij recht beperkt tot het bestaande aantal per bouwvlak. Binnen de bestemming “woondoeleinden” is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die, onder voorwaarden, de vestiging mogelijk maakt van detailhandelsbedrijven en bedrijven genoemd in de Staat van Bedrijven, categorie 1 en 2. Op percelen waar momenteel bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend is de uitoefening van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de Staat van Bedrijven toegestaan. De betreffende percelen zijn voorzien van de aanduiding “bedrijf”. Middels vrijstelling zijn andere bedrijven toegestaan, uitsluitend voorzover deze niet meer hinder veroorzaken dan de in de Staat van Bedrijven opgenomen bedrijven. In het pand Boppesteech 2 zijn, conform de huidige situatie, 3 recreatieappartementen toegestaan. Het betreffende bouwvlak is voorzien van de aanduiding “appartementen”. Het bestaande kleinschalige kamperen op het perceel Brekkerweg 1 wordt in dit plan geregeld door de in artikel 11 opgenomen bepaling dat de bestemming “woondoeleinden” gelegen op het perceel Brekkerweg 1 zich niet verzet tegen het gebruik als bedoeld in artikel 8, lid 2 van de Wet op de Openlucht Recreatie. Door middel van de bouwvlakken op de plankaart is de locatie van de hoofdgebouwen vastgelegd. Gestreefd wordt naar handhaving van het bebouwingspatroon met overwegend vrijstaande kleinschalige panden overwegend bestaande uit één bouwlaag met kap. Incidenteel komt andere bebouwing voor, deze domineren het dorpsbeeld echter niet. Het voorgaande is vertaald in de bebouwingsbepalingen. Naast hoofdgebouwen zijn aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte daarvan mag niet meer bedragen dan 50 m². Bij vrijstelling kan deze oppervlakte worden vergroot tot 100 m² per woning.

Woondoeleinden

Aanduiding “bedrijf”

Bouwvlakken

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 24

Bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen door situering, oppervlakte en maatvoering ondergeschikt moeten blijven aan de hoofdbebouwing. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen ook buiten het bouwvlak worden gerealiseerd. Gelet op het feit dat er op grond van het “Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken” op zij- en achtererven vrij ruime bouwmogelijkheden bestaan voor vergunningsvrije aan- en uitbouwen en bijgebouwen, is er vanaf gezien om op de plankaart gedetailleerd aan te geven waar (vergunningplichtige) aan- en uitbouwen en bijgebouwen gerealiseerd mogen worden. De bestemming “tuin” is gegeven aan de tuinen van de woningen voorzover deze grenzen aan de openbare ruimte. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Een uitzondering betreft de bouw van erkers die middels een vrijstelling is mogelijk gemaakt. Deze bestemming heeft betrekking op een perceel aan de Boppesteech dat grenst aan de Kleine Zijlroede. Binnen het betreffende bestemmingsvlak zijn 4 recreatiewoningen toegestaan. Deze bestemming heeft betrekking op de kerk en de omliggende begraafplaats alsmede het dorpshuis (Boppesteech 15). Binnen deze bestemming zijn geen woningen toegestaan. Deze bestemming betreft de doorgaande weg door het dorp (Dorpsweg/Brekkerweg) alsmede de Boppesteech. Naast wegen omvat deze bestemming tevens bermen, water, parkeer- en groenvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. De beide in het plangebied gelegen agrarische bedrijven zijn bestemd voor “agrarische doeleinden”. Binnen deze bestemming is intensieve veehouderij niet toegestaan. Gebouwen en silo’s mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. Ten behoeve van de bouw van sleuf- en mestsilo’s buiten het bouwvlak is een vrijstelling opgenomen. Deze regeling is conform de in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen regeling.

Tuin

Recreatieve doeleinden

Maatschappelijke voorzieningen

Verkeers- en verblijfsdoeleinden

Agrarische doeleinden

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 25

Wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen voor: - de vestiging van bedrijven binnen bestaande gebouwen; - de realisering van maximaal 4 woningen per voormalig agrarisch

bedrijf; hierbij geldt als voorwaarde dat het aantal te realiseren woningen dient te passen binnen het gemeentelijke Woonplan;

- de realisering van maximaal 5 recreatieappartementen of -woningen per voormalig agrarisch bedrijf.

De realisering van woningen/appartementen is uitsluitend toegestaan in een stelp- of kop-hals-romp boerderij. Dit betekent dat de beide laatste wijzigingsbevoegdheden niet toegepast kunnen worden in geval het bedrijf op het perceel Dorpsweg 12 wordt beëindigd aangezien de bebouwing op dit perceel bestaat uit een ligboxenstal met bedrijfswoning. Zolang op het perceel Dorpsweg 1/1a (buiten het plangebied) een agrarisch bedrijf is gevestigd, zal ook de toepassing van genoemde wijzigingsbevoegdheden voor het perceel Brekkerweg 2 moeilijk zo niet onmogelijk zijn. Vanwege de betekenis voor zowel de waterrecreatie als de waterhuishouding is de Kleine Zijlroede, de waterverbinding tussen het dorp en Makkum bestemd als “water”. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan. Ook bruggen, vlonders, steigers en meerpalen zijn, uitgezonderd bestaande voorzieningen, uitsluitend middels vrijstelling toegestaan.

5.3 Overige aspecten

In het plangebied zijn enkele zeer karakteristieke gebouwen (kerk, pastorie en boerderijen) aanwezig. Panden die gelet op hun omvang sterk bepalend zijn voor het dorpsbeeld en waarvan de hoofdvorm wordt nagestreefd zijn op de plankaart voorzien van de aanduiding ‘karakteristiek’. De terp waarop onder andere de kerk en de begraafplaats gesitueerd is vormt in zijn geheel het zeer karakteristieke hart van het dorp. Middels de op de plankaart aangegeven bouwvlakken, de toetsing van bouwplannen alsmede de inrichting van de openbare ruimte wordt er naar gestreefd om het karakteristieke dorpshart in stand te houden. De algehele dorpsstructuur wordt in belangrijke mate ondersteund door waardevolle beplanting; dit betreft met name de beplanting langs de Dorpsweg tussen de percelen 1a en 13 (tegenover perceel Boppesteech 2) en de beplanting rond en achter de kerk en het kerkhof.

Karakteristieke gebouwen

Opgaande beplanting

Water

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 26

Middels de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening omtrent het kappen van beplanting wordt gestreefd naar handhaving van de voornoemde opgaande beplantingen. Aanleggen en ligplaats innemen is in algemene zin in de daarvoor in aanmerking komende bestemmingen, met name de bestemming “water”, begrepen. De regeling ten aanzien van plaats, tijdsduur en dergelijke wordt nader geregeld middels toepassing van de gemeentelijke ligplaatsenverordening. De randvoorwaarden uit het oogpunt van waterbeheer zijn aangegeven in de keur van het Wetterskip Fryslân. In de keur wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten wateren; wateren die in beheer en onderhoud bij het waterschap zijn en wateren die alleen in beheer bij het waterschap zijn. De eerste groep wateren kent twee zones; een beschermingszone van 5 meter tot de wateren en een kernzone, die de wateren zelf omvat (inclusief waterbodems, taluds en dergelijke). De tweede groep wateren kent alleen een kernzone. In de keur is een groot aantal gebods- en verbodsbepalingen met betrekkingen tot de wateren opgenomen. Van de gebods- en verbodsbepalingen die betrekking hebben op de waterkeringen en waterkwantiteit kan ontheffing worden verleend.

Ligplaatsenverordening

Waterbeheer

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 27

6 Overleg en inspraak

6.1 Overleg

Op 13 januari 2005 is het voorontwerp van onderhavig bestemmingsplan voor het overleg ex artikel 10 Bro aan diverse overleginstanties verzonden. Een schriftelijke reactie is ontvangen van: a. De Commissie van Overleg, d.d. 9 maart 2005; b. N.V. Nederlandse Gasunie, d.d. 18 januari 2005; c. Vitens Fryslân, d.d. 19 januari 2005; d. Brandweer Bolsward-Littenseradiel-Wûnseradiel, d.d. 25 januari

2005; e. Inspectie Verkeer en Waterstaat, d.d. 7 februari 2005; f. Wetterskip Fryslân, d.d. 27 april 2005. Afschriften van de overlegreacties zijn opgenomen in de bijlagen. De onder b, d en f genoemde instanties hebben geen opmerkingen gemaakt. Op de overige reacties wordt in het navolgende deel van deze paragraaf ingegaan. Ad a. Commissie van Overleg Opmerking 1 Archeologie, categorie 2 Het plan maakt het bouwen van aan- en uitbouwen tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m² door middel van een vrijstelling (artikel 3 lid 4) mogelijk. Voor gebieden waarvoor het advies ‘streven naar behoud’ geldt, wordt echter door de provincie afgeraden om ingrepen te verrichten die het bodemarchief kunnen schaden. Voor ingrepen van minder dan 50 m² adviseert de provincie om aan de aanduiding ‘streven naar behoud’ geen consequenties te verbinden. De Commissie adviseert dan ook om in de vrijstellingsbepaling op te nemen dat ingrepen met een toevoeging dan wel verandering van meer dan 50 m² alleen mogelijk zijn, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat geen onevenredige aantasting van archeologische waarden plaats vindt. Het plan bevat een aanlegvergunningstelsel voor het uitvoeren van werkzaamheden dieper dan 40 cm in het als ‘archeologisch waardevol’ aangemerkte gebied. De Commissie adviseert om bij bodembewerkingen van dieper dan 30 cm een aanlegvergunning te vereisen, omdat een grens van 30 cm archeologisch meer verantwoord is. Voorts adviseert de Commissie om het gebied met de aanduiding ‘archeologisch waardevol gebied’ uit te breiden met een gedeelte van

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 28

de percelen aan de Dorpsweg 12 en 14. Dit in overeenstemming met de op de FAMKE aangegeven gebieden, waarvoor het advies ‘streven naar behoud’ geldt. De Commissie adviseert ook om de tekst van de plantoelichting op pagina 9 aan te passen aan de huidige FAMKE evenals de kaart op pagina 10. Reactie Naar aanleiding van de opmerkingen van de Commissie is: - de toelichting aangepast aan de meeste recente versie van

FAMKE, en - de regeling voor de bescherming van archeologische

waardevolle terreinen binnen het plangebied afgestemd op de regeling die is voorgesteld in de brief van de provinsje Fryslân aan de Colleges van B&W (brief van 17 mei 2005 betreffende bescherming van archeologisch waardevolle terreinen in bestemmingsplannen); essentie van deze regeling is dat in het plan een dubbelbestemming “Archeologisch waardevol gebied” is opgenomen, en dat in de voorschriften behorende bij deze bestemming zowel regels zijn opgenomen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden als de realisering van bouwwerken. In beide gevallen worden aan ingrepen met een kleinere oppervlakte dan 50 m² geen consequenties verbonden.

Opmerking 2 Archeologie perceel tussen Dorpsweg 27 en

29, categorie 2 Ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid (artikel 8, lid 9, sub 4) voor het realiseren van 1 woning op het perceel tussen de Dorpsweg 27 en 29 wordt door de Commissie opgemerkt dat ingestemd kan worden met het uitgestelde onderzoek. De Commissie is wel van mening dat uit het archeologisch onderzoek moet blijken dat er geen onevenredige aantasting van archeologische waarden plaats vindt. Geadviseerd wordt om dit op te nemen in de wijzigingsbevoegdheid. Reactie Het realiseren van één woning op genoemde locatie was reeds mogelijk op grond van het vigerende bestemmingplan Idsegahuizum (vastgesteld in 1990). Voorafgaande aan de ter inzage legging van het voorontwerp-bestemmingsplan Idsegahuizum 2005 is door de heer R. de Boer op 2 februari 2005 een bouwvergunning aangevraagd voor één woning. De gemeente heeft deze aanvraag getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Aangezien de woning past binnen het vigerende bestemmingsplan en voor het overige ook voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de bouwvergunning, heeft de gemeente op 3 mei 2005 deze bouwvergunning verleend. In dit kader

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 29

is geen archeologisch onderzoek verricht. Voor het plangebied geldt geen voorbereidingbesluit, van het aanhouden van de bouwaanvraag was dan ook geen sprake. Aangezien de bouwvergunning inmiddels verleend is, heeft de opgenomen wijzigingsbevoegdheid geen betekenis meer. Artikel 8, lid 9, onder 4 is dan ook uit de voorschriften verwijderd. Daarnaast is de wijzigingsgrens van de plankaart verwijderd; op de plankaart is ter plaatse een bouwvlak aangegeven. Ook de zijn de op de wijzigingsbevoegdheid betrekking hebbende passages uit de toelichting verwijderd. Opmerking 3 Milieu, categorie 2 Artikel 8, lid 9 bevat een wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt om in het agrarisch bedrijf aan de Brekkerweg 2 vier woningen of vijf recreatieappartementen te realiseren. In de plantoelichting is vermeld dat de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheden moeilijk zo niet onmogelijk is, zolang op het perceel Dorpsweg 1/1a een agrarisch bedrijf is gevestigd. Geadviseerd wordt om in de voorwaarden op te nemen dat de wijziging uit milieukundig oogpunt acceptabel moet zijn alvorens tot wijziging kan worden overgegaan. Artikel 3, lid 9 bevat een wijzigingsbevoegdheid die de vestiging van detailhandelsbedrijven en bedrijven genoemd in de Staat van Bedrijven (categorie 1 en 2) mogelijk maakt binnen de bestemming ‘woondoeleinden’. Geadviseerd wordt om ook hier als voorwaarde op te nemen dat de wijziging uit milieukundig oogpunt acceptabel moet zijn. Reactie Naar aanleiding van de opmerking van Commissie zijn artikel 3, lid 9 en artikel 8, lid 9 van de voorschriften aangepast. In genoemde bepalingen is opgenomen dat de wijziging vanuit milieukundig oogpunt acceptabel dient te zijn. Opmerking 4 Bodem, categorie 3 In het plan wordt geen aandacht besteed aan de bodem en potentieel verontreinigde locaties. De kaart met potentiële locaties met mogelijke bodemverontreiniging van de provincie laat voor het plangebied een drietal (potentieel) verontreinigde locaties zien. De Commissie adviseert om in het plan aandacht te besteden aan de bodem.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 30

Reactie Naar aanleiding van de opmerking van de Commissie is hoofdstuk 3 van de toelichting aangevuld. Opmerking 5 Plantechnisch/juridisch, categorie 3 - In de artikelen 3 lid 8, 4 lid 8, 5 lid 7, 6 lid 7, 7 lid 7, 8 lid 8 en 9 lid

7 wordt overtreding van de gebruiksbepalingen aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de WRO. De Commissie merkt op dat dit artikel niet meer van kracht is. Strafbaarstelling wordt thans geregeld door de Wet op de economische delicten.

- De bebouwingsbepalingen in artikel 6, lid 2 gaan uit van de bestaande situatie. De Commissie adviseert, op grond van jurisprudentie, om deze maten nader te concretiseren.

- In artikel 9, lid 6 wordt verwezen naar lid 4 van artikel 9. De Commissie gaat er vanuit dat lid 5 wordt bedoeld.

- Artikel 11 verwijst naar de Wet op de Openluchtrecreatie. De Commissie merkt op dat deze wet binnenkort wordt ingetrokken.

Reactie De door de Commissie gemaakte opmerkingen zijn in het plan verwerkt. Ten aanzien van het begrip "bestaand" kan het volgende worden opgemerkt. Uit de jurisprudentie lijkt naar voren te komen dat het begrip "bestaand" als zelfstandig criterium in strijd is met de rechtzekerheid, zoals die voortvloeit uit artikel 10 WRO. Voor een niet-zelfstandig gebruik van bestaand (de bouwhoogte mag niet meer dan x m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte) lijkt er wel ruimte als er sprake is van een peildatum en een inventarisatie van de bestaande situatie (ABRvS 26 november 2003, 2000304637/1). Naar aanleiding van de opmerking van de Commissie zijn de voorschriften aangepast, waarbij in: - artikel 6, lid 2, sub a, onder 2, eerste aandachtsstreepje is

bepaald dat de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 5,5 m en 10 m bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer is;

- artikel 6, lid 2, sub a, onder 2, tweede aandachtsstreepje is bepaald dat de dakhelling ten minste 45° bedraagt, dan wel de bestaande dakhelling indien deze minder is.

Het is de gemeente bekend dat op termijn de Wet op de Openluchtrecreatie zal worden afgeschaft. Dat is wellicht op dat moment aanleiding voor de gemeente om het beleid ten aanzien van de openluchtrecreatie opnieuw te bekijken. Dit kan op termijn leiden tot een aanpassing van de regeling in diverse bestemmingsplannen.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 31

Ad c. Vitens Fryslân Opmerking 1 Aanwezigheid leidingen Vitens geeft aan dat binnen het plangebied hoofd-/distributieleidingen aanwezig zijn. Reactie Ondergrondse leidingen zijn in de diverse bestemmingen begrepen, zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld. Indien op enig moment de leidingen beperkingen met zich meebrengen, kan dat in onderling overleg tussen belanghebbenden middels privaatrechtelijke overeenkomsten worden geregeld. Tot dusverre is het in de gemeente niet gebruikelijk om transportleidingen van Vitens in bestemmingsplannen te regelen; de gemeente acht dit ook niet noodzakelijk. Voor de bescherming van de leidingen voegt een bestemmingsplan niets of nauwelijks iets toe aan het thans in de provincie functionerende systeem van KLIC-meldingen. Opmerking 2 Planwijzigingen Vitens verzoekt om bij de invulling van plannen leidingwijziging van de hoofd-/distributieleidingen te voorkomen en voor de aanleg van nieuwe leidingen een nutsstrook te creëren. Reactie Het onderhavige plan betreft een conserverend plan. Wijzigingen in zowel de bovengrondse als ondergrondse infrastructuur zijn niet voorzien. Mochten zich in de komende jaren herinrichtingen voordoen, dan zal met de wensen van Vitens rekening worden gehouden. Ad e. Inspectie Verkeer en Waterstaat De Inspectie heeft de behandeling van het plan overgedragen aan Rijkswaterstaat Directie Noord-Nederland; laatstgenoemde instantie maakt deel uit van de Commissie van Overleg. Wij nemen dan ook aan dat eventuele opmerkingen van de Inspectie c.q. de directie Noord-Nederland zijn verwoord in de reactie van de Commissie van Overleg.

6.2 Inspraak

Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft in de periode 10 februari tot 10 maart 2005 ter inzage gelegen in het gemeentehuis en het dorpshuis te Idsegahuizum, waarbij gelegenheid bestond om

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 32

schriftelijk op het plan te reageren. Gedurende deze termijn zijn reacties binnen gekomen van: - R. de Boer, Dorpsweg 11 te Idsegahuizum, d.d. 24 februari 2005; - Frans van Egmond, Dorpsweg 2 te Idsegahuizum, d.d 25 februari

2005. Een afschrift van deze reacties is eveneens opgenomen in de bijlage; hierna wordt ingegaan op de betreffende inspraakreacties. Opmerking R. de Boer De Boer maakt bezwaar tegen het nieuwe bestemmingsplan vanwege het vervallen van de woonbestemming op het kadastrale perceel Makkum H419. Reactie Het bezwaar betreft het perceel tussen Dorpsweg 27 en 29. In het voorontwerp bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van de bouw van 1 woning. Op grond het vigerende bestemmingsplan Idsegahuizum (vastgesteld in november 1990) is de bouw van 1 woning op het betreffende perceel bij recht mogelijk. Voorafgaande aan de ter inzage legging van het voorontwerp van het bestemmingsplan is door de heer De Boer op 2 februari 2005 een bouwvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een woning op het betreffende perceel. De gemeente heeft deze aanvraag getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Aangezien de woning past binnen het vigerende bestemmingsplan en voor het overige ook voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de bouwvergunning, heeft de gemeente op 3 mei 2005 deze bouwvergunning verleend. Aangezien de bouwvergunning inmiddels verleend is, heeft de opgenomen wijzigingsbevoegdheid geen betekenis meer. Artikel 8, lid 9, onder 4 is dan ook uit de voorschriften verwijderd. Daarnaast is de wijzigingsgrens van de plankaart verwijderd; op de plankaart is ter plaatse een bouwvlak aangegeven. Ook de zijn de op de wijzigingsbevoegdheid betrekking hebbende passages uit de toelichting verwijderd. Opmerking Frans van Egmond De heer Van Egmond vraagt zich af waarom het perceel Dorpsweg 2 geen recreatiebestemming heeft, maar een woonbestemming met de aanduiding “appartementen”; dit in tegenstelling tot het pand van

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

280.00.12.02.00.toe 33

Vakantieverblijven ’t Anker (aan de Boppesteech 9/11). Welke criteria hebben geleid tot een verschillende wijze van bestemmen? Reactie De bestemmingsregeling voor het perceel Dorpsweg 2 is in feite geënt op de regeling van vergelijkbare situaties in het buitengebied; daarin zijn boerderijen die niet meer agrarisch worden gebruikt bestemd als “Woonboerderijen”; in situaties waarin binnen de boerderij appartementen aanwezig zijn, dan wel dat daarvoor door het College van B&W toestemming is verleend, is aan het betreffende bestemmingsvlak een aanduiding “appartementen” toegevoegd. Deze systematiek is ook toegepast in het voorliggende bestemmingsplan voor het perceel Dorpsweg 2; de regeling voorziet in 3 recreatieappartementen alsmede 1 (permanent te bewonen) woning. De bestemmingsregeling voor de recreatiewoningen aan de Boppesteech vormt een voortzetting van de bestemming “Recreatieve doeleinden” uit het vigerende bestemmingsplan dat in november 1990 is vastgesteld. Overigens zou een bestemming Recreatieve doeleinden voor het perceel Dorpsweg 2 niet meer mogelijkheden bieden: in lijn van de regeling voor het perceel aan de Boppesteech zou in dat geval de recreatieve bestemming niet meer inhouden dan dat het pand gebruikt mag worden voor recreatieve bewoning, waarbij het aantal appartementen niet meer mag bedragen dan 3.