Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen...

12
Beste journalist, Onderzoekers van de KU Leuven, de UGent en de VUB stellen u graag hun onderzoek rond diversiteit bij jongeren in Vlaanderen voor. Als bijlage vindt u een korte samenvatting van de verschillende bevindingen. Hieronder lichten we de meest opmerkzame conclusies er al even voor u uit. - Meisjes uit stiefgezinnen zijn gemiddeld gezien vaker betrokken bij eigendomsdelicten (diefstal en vandalisme) dan meisjes uit intacte gezinnen en eenoudergezinnen (hoofdstuk 4) - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende paden (hoofdstuk 6) - het hebben van een ‘quest oriëntatie’ – verwijzend naar het aspect van twijfel binnen een religie – hangt zowel bij christelijke als moslim jongeren samen met minder vooroordelen ten aanzien van homoseksualiteit - kinderen met een moslimachtergrond kiezen in de confrontatie tussen hun achtergrond en de seculiere samenleving als basis voor een positieve, op integratiegerichte houding. De interactiehouding van leden van de dominante groep, zowel op school als thuis, vormt daarbij een cruciale sleutel om deze houding te versterken, dan wel om deze in een negatieve houding ten laten omslaan - Jongeren met een migratie-afkomst (ongeacht welke migratiegeneratie) niet meer eigendomsdelicten (diefstal en vandalisme) rapporteren dan jongeren met een volledig Belgische achtergrond. Bij de geweldsdelicten is er daarentegen wel sprake van een substantieel verschil, waarbij jongeren met een Belgische achtergrond minder geweldscriminaliteit rapporteren dan niet-Belgische jongeren (hoofdstuk 9). - De participatie aan culturele, jeugd- en sportverenigingen is kleiner in de grootsteden dan elders, terwijl jongeren in de grootsteden zich meer engageren in sociale en doelgroepverenigingen (hoofdstuk 11) - jongeren met een migratieachtergrond blijken vaker lid te zijn van doelgroepenverenigingen en minder van jeugdverenigingen (hoofdstuk 13). - Jongeren die de buurt als sociaal samenhangend beoordelen, participeren meer in jeugdverenigingen en nemen ook meer deel aan alle vormen van ongeorganiseerde vrije tijd (hoofdstuk 13) De samenstelling van boek ‘Divers jong. Over diversiteit bij en tussen jongeren in Vlaanderen’ gebeurde door het Jeugdonderzoeksplatform (JOP). Het JOP (www.jeugdonderzoeksplatform.be) is een van de Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek van de Vlaamse overheid. Het krijgt vorm vanuit een interdisciplinair en interuniversitair samenwerkingsverband tussen het Leuvens Instituut voor Criminologie (KU Leuven), de Vakgroep Sociale Agogiek (UGent) en de Onderzoeksgroep Tempus Omnia Revelat (Vrije Universiteit Brussel). Dit boek probeert een tegengewicht te bieden aan de al te snelle benadering van ‘de jeugd’ als een homogene maatschappelijke groep. Hierbij bekijken we zowel hoe jongeren omgaan met deze groeiende diversiteit, anderzijds belichten we de groeiende diversiteit binnen jongeren zelf. Contact: Diederik Cops, Leuvens Instituut voor Criminologie, tel: 016 32 87 42, e-mail: [email protected].

Transcript of Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen...

Page 1: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Beste journalist,

Onderzoekers van de KU Leuven, de UGent en de VUB stellen u graag hun onderzoek rond diversiteit

bij jongeren in Vlaanderen voor. Als bijlage vindt u een korte samenvatting van de verschillende

bevindingen. Hieronder lichten we de meest opmerkzame conclusies er al even voor u uit.

- Meisjes uit stiefgezinnen zijn gemiddeld gezien vaker betrokken bij eigendomsdelicten (diefstal en vandalisme) dan meisjes uit intacte gezinnen en eenoudergezinnen (hoofdstuk 4)

- Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende paden (hoofdstuk 6)

- het hebben van een ‘quest oriëntatie’ – verwijzend naar het aspect van twijfel binnen een religie – hangt zowel bij christelijke als moslim jongeren samen met minder vooroordelen ten aanzien van homoseksualiteit

- kinderen met een moslimachtergrond kiezen in de confrontatie tussen hun achtergrond en de seculiere samenleving als basis voor een positieve, op integratiegerichte houding. De interactiehouding van leden van de dominante groep, zowel op school als thuis, vormt daarbij een cruciale sleutel om deze houding te versterken, dan wel om deze in een negatieve houding ten laten omslaan

- Jongeren met een migratie-afkomst (ongeacht welke migratiegeneratie) niet meer eigendomsdelicten (diefstal en vandalisme) rapporteren dan jongeren met een volledig Belgische achtergrond. Bij de geweldsdelicten is er daarentegen wel sprake van een substantieel verschil, waarbij jongeren met een Belgische achtergrond minder geweldscriminaliteit rapporteren dan niet-Belgische jongeren (hoofdstuk 9).

- De participatie aan culturele, jeugd- en sportverenigingen is kleiner in de grootsteden dan elders, terwijl jongeren in de grootsteden zich meer engageren in sociale en doelgroepverenigingen (hoofdstuk 11)

- jongeren met een migratieachtergrond blijken vaker lid te zijn van doelgroepenverenigingen en minder van jeugdverenigingen (hoofdstuk 13).

- Jongeren die de buurt als sociaal samenhangend beoordelen, participeren meer in

jeugdverenigingen en nemen ook meer deel aan alle vormen van ongeorganiseerde vrije tijd

(hoofdstuk 13)

De samenstelling van boek ‘Divers jong. Over diversiteit bij en tussen jongeren in Vlaanderen’

gebeurde door het Jeugdonderzoeksplatform (JOP). Het JOP (www.jeugdonderzoeksplatform.be) is

een van de Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek van de Vlaamse overheid. Het krijgt vorm

vanuit een interdisciplinair en interuniversitair samenwerkingsverband tussen het Leuvens Instituut

voor Criminologie (KU Leuven), de Vakgroep Sociale Agogiek (UGent) en de Onderzoeksgroep

Tempus Omnia Revelat (Vrije Universiteit Brussel).

Dit boek probeert een tegengewicht te bieden aan de al te snelle benadering van ‘de jeugd’ als een

homogene maatschappelijke groep. Hierbij bekijken we zowel hoe jongeren omgaan met deze

groeiende diversiteit, anderzijds belichten we de groeiende diversiteit binnen jongeren zelf.

Contact: Diederik Cops, Leuvens Instituut voor Criminologie, tel: 016 32 87 42, e-mail:

[email protected].

Page 2: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

‘Divers jong. Over diversiteit bij en tussen jongeren in

Vlaanderen’

Diederik Cops, Stefaan Pleysier, Johan Put & Arne De Boeck (Redactie), Divers jong. Over diversiteit

bij en tussen jongeren in Vlaanderen (Acco, 296 blz., €35)

https://www.acco.be/nl-be/items/9789462922600/Divers-jong

Page 3: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Introductie en situering

Diversiteit is ‘hot’ en vormt sinds enkele jaren een gegeerd gespreksonderwerp in het publieke en

politieke debat. De traditionele invulling van diversiteit in functie van de etnisch-culturele diversiteit,

wordt steeds meer aangevuld met andere dimensies, zoals gender en seksuele voorkeur,

levensbeschouwing, opleidingsniveau, gezinssituatie, enzoverder. Sinds kort wordt de houdbaarheid

van traditionele tweedelingen die op deze domeinen lang bestonden, onder de noemer van

superdiversiteit, steeds meer in vraag gesteld.

Ook leeftijd is één van de dimensies van diversiteit. Dit resulteert al snel in de perceptie dat ‘de

jeugd’ een homogene groep vormt, met gedeelde normen, overtuigingen en gedragingen. Met dit

boek willen we tegemoet komen aan deze veronderstellingen en de grote (en groeiende) diversiteit

binnen de maatschappelijke categorie van ‘jongeren’ meer in beeld proberen te brengen.

Op de eerste plaats trachten we na te gaan hoe maatschappelijke verschuivingen geleid hebben en

nog steeds leiden tot een toenemende diversiteit en bekijken wat de impact hiervan op de

leefwereld van (Vlaamse) jongeren is en hoe jongeren deze veranderingen een plaats (proberen te)

geven tijdens het opgroeien. Ten tweede willen we in dit boek de groeiende diversiteit binnen de

groep van jongeren zelf in kaart brengen.

Onderzoekers uit diverse disciplines buigen zich in dit boek en meer bepaald over drie grote

domeinen van diversiteit: ‘gezin’, ‘levensbeschouwing en etnisch-culturele achtergrond’, en

‘stedelijkheid’.

Dit boek werd gecoördineerd door het Jeugdonderzoeksplatform (JOP). Het omvat zowel bijdragen

van onderzoekers binnen het JOP als bijdragen van externe onderzoekers. Het JOP

(www.jeugdonderzoeksplatform.be) bestaat sinds 2003 en is momenteel erkend als een van de

Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek van de Vlaamse overheid. Het krijgt vorm vanuit een

interdisciplinair en interuniversitair samenwerkingsverband tussen het Leuvens Instituut voor

Criminologie (KU Leuven), de Vakgroep Sociale Agogiek (UGent) en de Onderzoeksgroep Tempus

Omnia Revelat (Vrije Universiteit Brussel).

Contactgegevens voor meer informatie over het boek als geheel:

Diederik Cops

0473/36.31.41

[email protected]

Page 4: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Overzicht inhoud afzonderlijke hoofdstukken

Hoofdstuk 1: ‘Gelijk wat, gelijk wie? Gelijkheid, diversiteit en het recht’ - Jogchum

Vrielink en Stefan Sottiaux

“Of een rechter uiteindelijk zal zeggen dat iets discriminatie is of niet, is op voorhand dikwijls moeilijk

en soms zelfs onmogelijk te voorspellen”. Het eerste hoofdstuk staat stil bij de implicaties van het

diversiteitsdenken en de bijhorende erkenning van steeds meer breuklijnen in de samenleving op het

recht en het rechtssysteem. De auteurs staan stil bij de betekenis(sen) van gelijkheid en non-

discriminatie zoals het recht die probeert te waarborgen en de implicaties daarvan voor

bepaalde diversiteitsvraagstukken. Het hoofdstuk laat zien dat het recht die eenduidigheid in

sommige gevallen biedt, maar zeer vaak ook niet.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Jogchum Vrielink

Telefoonnummer:

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 2: ‘De grenzen van een gescheiden gezin definiëren: kinderen aan het

woord’ – Kim Bastaits en Dimitri Mortelmans

Dit hoofdstuk gaat dieper in op de diversiteit aan gezinsvormen waarin kinderen opgroeien en hoe

het definiëren van een gezin hierdoor wordt uitgedaagd. Ze gebruiken de gegevens van 513 kinderen

en hun gescheiden ouders uit de studie “Scheiding in Vlaanderen” (SiV).

Als eerste kijken ze in hoeverre kinderen van gescheiden ouders moeite hebben met het begrenzen

van hun gezin. Uit de resultaten blijkt dat kinderen die verblijven bij een alleenstaande ouder de

meeste problemen hebben met het afbakenen van hun gezin. Hier vonden ze geen verschillen voor

moeders en vaders. De definitie van een gezin bestaat niet alleen uit de acties van de familieleden,

ook de woonplaats van het kind en de tijd die een kind met moeder en vader doorbrengt, blijven een

rol spelen. Hier kwam wel een verschil tussen moeders en vaders naar boven. Waar kinderen de

acties van de moeder niet verbinden aan hun woonplaats of de tijd die ze met de moeder

doorbrengen, was dit voor vaders wel het geval.

Uit dit onderzoek blijkt dat de definitie en grenzen van een gezin voor jongeren niet meer zo

gemakkelijk te benoemen zijn, gegeven de huidige diversiteit aan gezinsvormen. Toch bestaan er

enkele basisconcepten die noodzakelijke voorwaarden vormen voor kinderen om te kunnen spreken

over een gezin. Met name locatie en tijd blijven belangrijke concepten als we spreken over gezinnen

waar kinderen na een echtscheiding opgroeien.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Kim Bastaits

Telefoonnummer: 0479/28.58.61

Emailadres: [email protected]

Page 5: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Hoofdstuk 3: Uit mijn huis, uit mijn hart? Verblijfsregeling, contact en

relatiekwaliteit tussen kinderen, ouders en stiefouders na scheiding - An Katrien

Sodermans en Sofie Vanassche

Dit onderzoek wil de samenhang nagaan tussen de verblijfsregeling van het kind en de

relatiekwaliteit tussen (1) kinderen en ouders en (2) kinderen en stiefouders. Er wordt zowel

rekening gehouden met de verblijfsregeling als met de contactfrequentie tussen kinderen en hun

niet-residentiële ouder.

De samenhang tussen de verblijfsregeling en de ouder-kind relatie verschilt duidelijk tussen moeders

en vaders. Kinderen die niet minstens deeltijds samenwonen met hun moeder hebben een minder

goede relatie met hun moeder dan kinderen die minstens deeltijd bij hun moeder wonen. Voor

vaders zien we dit verschil niet, en is de relatie goed op voorwaarde dat ze frequent contact hebben

met het kind. Het maakt niet zoveel uit of dit contact voortkomt uit samenwonen of andere vormen

van contact. Deze genderverschillen kunnen zowel te wijten zijn aan een verschillend referentiekader

inzake het ouderschap na scheiding, bredere genderrolopvattingen als selectieprocessen.

Meer weten over dit hoofdstuk?

naam contactpersoon: An Katrien Sodermans

telefoonnummer: 0475/61.17.99

emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 4: Diversiteit in gezinsstructuur en de link met delinquent gedrag: anders

voor jongens dan voor meisjes? – Arne De Boeck

Dit hoofdstuk bespreekt in welke mate verschillen bestaan in de door jongens en meisjes

gerapporteerde eigendomsdelicten (diefstal en vandalisme) naargelang zij in intacte gezinnen,

eenoudergezinnen of stiefgezinnen opgroeien.

Verschillen in de door jongens gerapporteerde delicten naargelang gezinsstructuur bleken eerder

klein en niet significant. Bij meisjes werd wel een verband tussen gezinsstructuur en delinquent

gedrag gevonden. Meisjes uit stiefgezinnen waren gemiddeld gezien vaker betrokken bij

eigendomsdelicten dan meisjes uit intacte gezinnen en eenoudergezinnen. Dit kan vooral verklaard

worden door verschillen in ouderlijke opvolging, het hebben van delinquente vrienden, en het

spenderen van de vrije tijd in ongestructureerde activiteiten. Onze resultaten tonen aan dat

gezinsstructuur an sich geen rechtstreekse ‘determinant’ is van delinquent gedrag. Bepaalde

gezinsstructuren, of transities daarin, zijn geassocieerd met tussenliggende processen die delinquent

gedrag in de hand kunnen werken. Hoewel deze processen – denk bijvoorbeeld aan een gebrek aan

ouderlijke opvolging – in alle gezinnen een rol kunnen spelen, gaan ze zich in bepaalde

gezinsstructuren allicht sterker of op een andere manier manifesteren.

Page 6: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Meer weten over dit hoofdstuk?

naam contactpersoon: Arne De Boeck

telefoonnummer: 0474 85 38 22

emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 5: ‘Het academische en arbeidsmarktgerichte toekomstperspectief van

jongeren met een Turkse en Marokkaanse migratieachtergrond in Gent en

Antwerpen’ - Robin Kemper, Annelore van der Eecken, Lieve Bradt en Ilse Derluyn

Dit hoofdstuk behandelt de arbeidsmarkt gerelateerde toekomstverwachtingen van Vlaamse

jongeren en kijkt naar eventuele verschillen hierin al naargelang de afkomst van de jongeren.

Bovendien wordt bekeken welke factoren deze toekomstverwachtingen van jongeren beïnvloeden.

Hierbij wordt specifiek ingegaan op de verschillen tussen jongeren met een Turkse en Marokkaanse

migratieachtergrond en jongeren zonder migratieachtergrond uit Gent en Antwerpen.

De gevonden verschillen – met name jongens met een migratieachtergrond schatten hun school- en

arbeidskansen lager in – kunnen worden verklaard door ervaringen met en op de school. Het is dus

niet de migratieachtergrond op zichzelf die maakt dat deze groep zichzelf lagere onderwijs- en

arbeidskansen toedicht, maar vooral de ervaringen met en op de school. De negatieve

toekomstverwachtingen van jongens met een migratieachtergrond zijn daardoor als volgt

verklaarbaar: deze groep jongeren volgt vaker bso en vindt school – met name de lesinhoud -

doorgaans niet erg leuk, factoren die een minder positieve toekomstverwachting voorspellen.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Robin Kemper

Telefoonnummer: 09/264.62.85

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 6: ‘Hoe ouders de kijk op etnische diversiteit beïnvloeden. Een analyse

naar de invloed van ouders en omgeving op etnische vooroordelen bij jongeren’ –

Jessy Siongers

Dit hoofdstuk gaat in op het proces van intergenerationele overdracht van etnische vooroordelen en

de elkaar kruisende invloeden van gezin-, school- en buurtomgeving. Uit de analyses de grote invloed

die ouders uitoefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen en dit via

Page 7: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

verschillende paden. Vooraleerst beïnvloeden ouders de houdingen van hun kinderen via hun eigen

voorbeeldgedrag en de houdingen die ze zelf aannemen ten aanzien van andere culturen. Een

belangrijke vaststelling daarbij betreft het curvilineair (kromlijnig) verband tussen etnische

vooroordelen bij de ouders en de kinderen: naarmate ouders een meer negatieve houding er op na

houden, zijn hun adolescente kinderen minder geneigd hun ouders daarin te volgen, terwijl ouders

die zich zeer positief opstellen ten aanzien van andere culturen er net beter in slagen hun houdingen

over te dragen op hun kinderen.

Daarnaast beïnvloeden ouders de houdingen van hun kinderen ook onrechtstreeks via de sociale

levensomstandigheden en condities omdat deze tevens bepalend zijn voor de andere

socialisatiemilieus waarin jongeren terecht komen, welke op hun beurt de houdingen van jongeren

kunnen beïnvloeden. Hoewel vaak wordt gesteld dat de ouderlijke invloed tijdens de

adolescentiejaren aan belang inboet door de groeiende invloed van peers, blijkt dit geenszins uit de

resultaten. Medeleerlingen beïnvloeden zeker wel de houdingen van hun leeftijdsgenoten, maar dit

doet geen afbreuk aan de invloed van de ouders. De invloed die uitgaat van ouders blijkt

daarenboven meer bepalend dan de invloed die uitgaat van contacten in de buurt en school.

Meer weten over dit hoofdstuk?

naam contactpersoon: Jessy Siongers

telefoonnummer: 0471/96.08.69

emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 7: ‘De grenzen van barmhartigheid. Nuances in de negatieve attitudes

ten aanzien van homoseksualiteit bij christelijke en moslimjongeren’ - Filip Van

Droogenbroeck, Bram Spruyt, Jessy Siongers, Gil Keppens en Lauren Vandenbossche

Dit hoofdstuk gaat in op de invloed van religie en twijfel binnen een religie (we spreken dan over

religieuze ‘quest oriëntatie’) op de mate van homofobie bij religieuze jongeren, met zowel een

christelijke als een moslim achtergrond. Voor zowel christenen als moslims vinden de auteurs, zelfs

na controle van sociaaldemografische en andere religieuze indicatoren, dat het uitdrukken van twijfel

binnen een religie samenhangt met minder vooroordelen ten aanzien van homoseksualiteit. De

sterkte van het effect van een quest-oriëntatie is op zichzelf relatief bescheiden. Toch is het

belangrijk omdat het effect zich zowel bij christenen als moslims voordoet. Dat impliceert dat het

stimuleren van de ontwikkeling van een quest-oriëntatie kan gebeuren ongeacht de specificiteit van

de religie. Ondanks het feit dat de christelijke en moslimjongeren dus sterk verschillen in de

intensiteit waarmee ze hun religie beleven, hangt een quest-oriëntatie in beide groepen in gelijke

mate samen met minder vooroordelen ten aanzien van homoseksualiteit.

In Vlaanderen, zoals in de meeste Europese landen, hebben de meeste moslimjongeren een

sociaaleconomisch zwakkere achtergrond, zijn hun ouders afkomstig uit rurale gebieden waar

traditionele genderrollen de norm zijn, staan ze negatiever ten aanzien van homoseksualiteit, en

rapporteren ze een hogere mate van zelf ingeschatte religiositeit en religieus gedrag wanneer ze

vergeleken worden met christenen. Om al deze redenen is het vinden van een positieve relatie

tussen een quest-oriëntatie en tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit bij moslims, die in sterkte

Page 8: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

vergelijkbaar is met die bij de christelijke jongeren, een sterke aanwijzing dat een religieuze quest-

oriëntatie een algemene religieuze dimensie is (voor zowel christenen als moslims) die tolerantie en

respect bevordert ten aanzien van homoseksualiteit.

Meer weten over dit hoofdstuk?

naam contactpersoon: Filip Van Droogenbroeck

telefoonnummer: 0474/48.13.84

emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 8: ‘Verbinding, zolang het kan. De houding van moslimleerlingen ten

opzichte van levensbeschouwelijke diversiteit’ - Goedroen Juchtmans en Ides

Nicaise

Het diversiteitsdebat focust zich sterk op de geproblematiseerde relatie tussen moslims en de

seculiere samenleving. Vaak wordt daarbij van moslims gesteld dat ze zich niet wensen te integreren

of de seculiere samenleving per definitie verwerpen. Deze studie toont dat een dergelijke houding

niet de basishouding of gewenste houding is van de moslimkinderen, die vooral op zoek zijn naar

mogelijke verbindingen. De interactiehouding van leden van de dominante groep, zowel op school

als thuis, vormt daarbij een cruciale sleutel.

In dit hoofdstuk gaan de auteurs dieper in op het thema van levensbeschouwelijke diversiteit in het

lager onderwijs. Moslimkinderen blijken zich thuis en op school in een complexe diversiteitscontext

te bevinden, waarin ze niet alleen te maken krijgen met levensbeschouwelijke diversiteit, maar ook

met diversiteit binnen de eigen levensbeschouwelijke gemeenschap. Vaak construeren ze een

meervoudige identiteit waarbinnen levensbeschouwing een component vormt. In die

diversiteitscontext kiezen de geïnterviewde moslimkinderen voor een positieve acculturatiehouding,

namelijk integratie, omdat die houding hen in staat stelt verbanden te leggen tussen de verschillende

werelden waarin ze bewegen.

De acculturatiehouding van leden van de dominante groep (volwassenen of peers) kunnen die

positieve basishouding doen omslaan in een negatieve houding. Dat gebeurt wanneer

moslimkinderen de school, de lessen of thuiscontext niet meer als een ‘veilige ruimte’ ervaren, op

hun ‘symbolische grens’ stoten of onvoldoende ruimte krijgen om op school hun

levensbeschouwelijke cultuur te beleven. Die ervaringen zetten de integratiehouding van de

kinderen onder druk en leiden meestal tot een negatieve en ambivalentere houding, soms tot verzet,

of tot een cultuurproblematische interactie-uitkomst. Acculturatiehoudingen van jeugdige personen

staan in het socialisatieproces dus niet vast, maar kunnen naargelang de houding van de leden van

de dominante groep in beweging komen.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Goedroen Juchtmans

Page 9: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Telefoonnummer: 0486/63.26.24

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 9: ‘Delinquentie van generatie tot generatie. Over het verband tussen

etniciteit en criminaliteit en ‘falende integratie’ als verklaring’ – Diederik Cops

Dit hoofdstuk behandelt de relatie tussen migratieachtergrond en delinquent gedrag bij jongeren. Uit

de resultaten blijkt ten eerste dat jongeren met een migratie-afkomst (ongeacht welke

migratiegeneratie) niet meer eigendomsdelicten (diefstal en vandalisme) rapporteren dan jongeren

met een volledig Belgische achtergrond. Bij de geweldsdelicten is er daarentegen wel sprake van een

substantieel verschil, waarbij jongeren met een Belgische achtergrond minder geweldscriminaliteit

rapporteren dan niet-Belgische jongeren.

Een eerste vaststelling is dat, in weerwil tot wat vaak wordt aangenomen, jongeren in niet-Belgische

gezinnen even goed worden opgevolgd dan jongeren in Belgische gezinnen wat betreft hun

vrijetijdsbesteding en de dingen die ze met vrienden doen. Ook de betrokkenheid op het vlak van het

schoolse gebeuren is in beide groepen gelijkaardig. Tot slot rapporteren beide groepen ouders

slechts beperkte verschillen in opvoedingsstijl, waarbij ouders met een allochtone achtergrond een

iets sterkere permissieve (of toegeeflijke) stijl rapporteren.

Daarnaast is ook de invloed van deze factoren op delinquent gedrag van jongeren beperkt: enkel de

mate waarin ouders controle uitoefenen op het doen en laten van jongeren met leeftijdsgenoten is

in deze studie een voorspeller van delinquent gedrag, zowel in Belgische als in niet-Belgische

gezinnen. Eenzelfde conclusie geldt voor de variabelen die peilen naar de gehanteerde

opvoedingsstijlen: jongeren van wie de ouders aangeven een meer autoritaire opvoedingsstijl te

hebben een hogere kans op het plegen van frequente/ ernstige geweldsdelicten.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Diederik Cops

Telefoonnummer: 016/32.87.42 of 0473/36.31.41

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 10: ‘Diversiteit als gevolg van innovatie en traditie. De case van

huwelijksmigratie in Turkse en sikhgemeenschappen in België’ – Chris Timmermans,

Noël Clycq en Johan Wets

Centraal staat de ‘migratiecultuur’ die de link vormt tussen de regio van herkomst en de regio van

bestemming, en de cruciale rol van 'de familie' om een brug te slaan tussen de traditionele socio-

culturele praxis en de kansen en uitdagingen die zich voordoen in de context van internationale

migratie.

Page 10: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Deze bijdrage levert een aantal nieuwe perspectieven op ‘huwelijksmigratie’. Ten eerste, richt het de

aandacht op een weinig bestudeerde populatie in België, namelijk de Sikh-gemeenschap. Terwijl

sinds de jaren '60 de gemeenschap van Marokkaanse en Turkse immigranten in België een vaste

plaats heeft ingenomen, zijn de Sikhs later gearriveerd en gaat het om een kleinere gemeenschap. De

kleinere omvang van deze populatie en hun relatief recente immigratie zijn belangrijke factoren om

praktijken van huwelijksmigratie beter te begrijpen. Ten tweede wordt het perspectief van de man

op de huwelijksmigratie bekeken. Dit is relevant doordat de Sikh-gemeenschappen worden

gekenmerkt door patriarchaal gestructureerde gezinsrelaties, waardoor ze vergelijkbaar zijn met de

tweede populatie in de studie: de Turkse migratie populatie.

In plaats van het relatief androcentrische (mannelijke) perspectief dat uit het onderzoek naar Turkse

gemeenschappen naar voren komt vooral te wijten aan islamitische tradities, koppelen we dit

androcentisch perspectief aan de patriarchale tradities die specifieke religieuze tradities overstijgen.

Tot slot maakt de keuze voor de Sikh-gemeenschap en de Turkse gemeenschap het mogelijk om na te

gaan hoe een migratiecultuur binnen patriarchale gemeenschappen een specifieke context creëert

waarin genderrollen opnieuw gedefinieerd worden.

Uit onze gegevens blijkt dat er wordt onderhandeld over de 'traditionele' principes van patriarchale

huwelijkssluiting in de nieuwe context van transnationale huwelijken. De resultaten bevestigen

tevens dat de verschillende posities binnen de migratiecyclus van de Turkse en de Sikh-migranten

een impact hebben op de huidige praktijk van migratiehuwelijken.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Christiane Timmerman

Telefoonnummer: 0486/51.82.09

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 11: ‘Verenigde steden. Verschillen in participatie aan het

verenigingsleven naar verstedelijking bij Vlaamse jongeren - Wendy Smits, Bram

Spruyt en Filip Van Droogenbroeck

Dit hoofdstuk onderzoekt de participatieverschillen bij Vlaamse jongeren naar verstedelijkingsgraad.

De resultaten tonen dat grootsteden sterk verschillen in demografische kenmerken van de rest van

Vlaanderen en dat de verschillen in participatie naar urbanisatiegraad gepaard gaan met verschillen

in demografische samenstelling van de onderscheiden regio’s.

Alleen de participatie aan culturele, jeugd- en sportverenigingen is kleiner in de grootsteden dan

elders, terwijl jongeren in de grootsteden zich meer engageren in sociale verenigingen (zoals

derdewereld verengingen en milieuverenigingen) en doelgroepverenigingen (zoals religieuze

verenigingen en welzijnswerk). Zowel in de stad als op het platteland bereiken verenigingen dus niet

alle jongeren. Vanuit het oogpunt van deelname aan het verenigingsleven als overbruggend sociaal

kapitaal, is dit problematisch voor zowel verenigingen die niet de bedoeling hebben om zich te

richten op een specifiek segment van de bevolking als voor verenigingen die een bepaalde groep

jongeren als doelpubliek heeft, zoals de doelgroepverenigingen.

Page 11: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Wendy Smits

Telefoonnummer:

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 12: ‘Diversiteit en stedelijk samenleven als maatschappelijk project’ -

Jolijn De Haene, Riet Steel, Floor Spijkers, Marjan Moris & Griet Verschelden

Dit hoofdstuk bespreekt twee projecten in respectievelijk de stad Antwerpen en het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest die expliciet tot doel hebben de bestaande diversiteit binnen de stad te

integreren in het verenigingsleven. Voor voetbalclub City Pirates (Merksem) en Chiro Brussel is

diversiteit niet alleen een belangrijk uitgangspunt in de werking, ze zien de diversiteit ook als een

meerwaarde.

Enerzijds biedt de diversiteit, net als de stedelijke omgeving zelf, heel wat leerkansen. Tegelijkertijd

grijpen ze de diversiteit in hun groep, in de buurt en in de samenleving aan om kritisch te kijken naar

hun eigen werking en de plaats daarvan in de samenleving. Beide cases laten de zoektocht zien naar

gepaste manieren om aan te sluiten bij de leefwereld van een diverse groep kinderen en jongeren en

zich te verankeren in de omgeving waarin ze actief zijn. Ze treden buiten de muren van hun eigen

werking, ze maken zich zichtbaar in de buurt/stad en kiezen er voor om een maatschappelijke rol op

te nemen in het leven van jongeren.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Jolijn De Haene

Telefoonnummer: 09/243.26.88 of 0472/50.63.02

Emailadres: [email protected]

Hoofdstuk 13: ‘De vrijetijdsbesteding van jongeren met en zonder

migratieachtergrond en de rol van de woonomgeving’ - Annelore Van der Eecken,

Robin Kemper, Ilse Derluyn en Lieve Bradt

In hoofdstuk 13 staat de impact van de woonbuurt op de vrijetijdsbesteding van jongeren met en

zonder migratieachtergrond centraal vanuit de vaststelling dat men in het ‘toeleidingsdiscours’ sterk

focust op de participatie van jongeren met migratieachtergrond aan de georganiseerde vrije tijd,

zonder rekening te houden met de concrete realiteit waarin de vrijetijdsbesteding van jongeren vorm

krijgt. De auteurs gaan na hoe de vrijetijdsbesteding van jongeren samenhangt met het al dan niet

hebben van een migratieachtergrond en met woonbuurtkenmerken.

jongeren met een migratieachtergrond blijken vaker lid te zijn van doelgroepenverenigingen

(religieuze verenigingen, allochtone verenigingen en welzijnswerking) en minder van

Page 12: Beste journalist, diversiteit bij jongeren.pdf · - Ouders blijken een grote invloed uit te oefenen op de houdingen van hun kinderen ten aanzien van andere culturen, en dit via verschillende

jeugdverenigingen. Daarnaast blijkt dat de woonbuurt een rol speelt in het verklaren van verschillen

in de vrijetijdsbesteding van jongeren. Zo spelen in het bijzonder angst voor criminaliteit en sociale

cohesie in de woonbuurt een grote rol in de vrijetijdsbesteding van adolescenten. Jongeren die

aangeven vaak bang te zijn om geconfronteerd te worden met criminaliteit kiezen meer voor

vrijetijdsactiviteiten in een veilige, afgeschermde omgeving en activiteiten in de aanwezigheid van

vrienden. Jongeren die de buurt als sociaal samenhangend beoordelen, participeren meer in

jeugdverenigingen en nemen ook meer deel aan alle vormen van ongeorganiseerde vrije tijd.

Meer weten over dit hoofdstuk?

Naam contactpersoon: Annelore Van der Eecken

Telefoonnummer: 09/264.62.92

email: [email protected]