Belgisch Staatsblad dd · Overwegende dat het openbaar onderzoek van 5 april 2013 tot 21 mei 2013...

22
WAALSE OVERHEIDSDIENST [C - 2015/27135] 9 JULI 2015. — Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en compensatiegebied (natuurgebieden, landbouwgebieden, bosgebied en groengebied) op het grondgebied van de gemeente Philippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon) De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid op de artikelen 1, 22, 23, 25, 32, 35, 37 en 42 tot 46; Gelet op de wet op het natuurbehoud van 12 juli 1973, met name gewijzigd bij het decreet van 6 december 2001, het decreet van 22 mei 2008 en het decreet van 22 december 2010; Gelet op het Milieuwetboek; Gelet op het Waterwetboek; Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999; Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1980 tot vaststelling van het gewestplan Philippeville-Couvin, meermaals gewijzigd; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2004 tot herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin (blad n° 58/1 en 58/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan met een oog op de opneming van vier ontginningsgebieden te Philippeville (Merlemont); Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 2006 tot verbetering, door de opneming van een vijfde ontginningsgebied in het voorontwerp van gewestplan, van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot beslissing over herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin (bladen 58/1 en 58/2) en tot goedkeuring van het voorontwerp van planherziening met het oog op de opneming van vier ontginningsgebieden te Philippeville (Merlemont); Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 19 oktober 2006 tot aanneming van de inhoud van het milieueffectenonderzoek over het voorontwerp van gewestplan van Philippeville-Couvin aangenomen door de besluiten van 27 mei 2004 en 9 maart 2006; Overwegende dat het effectenonderzoek betreffende het voorontwerp van gewestplan is uitgevoerd door de nv ARIES Consultants, behoorlijk erkend overeenkomstig artikel 42 van het Wetboek; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 7 februari 2013 tot voorlopige aanneming van de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en compensatiegebied (natuurgebieden, landbouwgebieden en bosgebied) op het grondgebied van de gemeente Philippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon); Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juli 2014 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2014 tot regeling van de werking van de Regering; Gelet op de Waalse gewestelijke beleidsverklaring voorgelegd aan het Waals Parlement op 23 juli 2014; Gelet op het ministerieel besluit van 3 februari 1989 tot aanneming van het bijzonder plan van aanleg nr. 1 van de gemeente Philippeville (Merlemont); http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad dd 08-09-2 015

Transcript of Belgisch Staatsblad dd · Overwegende dat het openbaar onderzoek van 5 april 2013 tot 21 mei 2013...

WAALSE OVERHEIDSDIENST

[C − 2015/27135]9 JULI 2015. — Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de gedeeltelijke herziening van het gewestplan

Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied en compensatiegebied(natuurgebieden, landbouwgebieden, bosgebied en groengebied) op het grondgebied van de gemeentePhilippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon)

De Waalse Regering,

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid opde artikelen 1, 22, 23, 25, 32, 35, 37 en 42 tot 46;

Gelet op de wet op het natuurbehoud van 12 juli 1973, met name gewijzigd bij het decreet van 6 december 2001,het decreet van 22 mei 2008 en het decreet van 22 december 2010;

Gelet op het Milieuwetboek;Gelet op het Waterwetboek;Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1980 tot vaststelling van het gewestplan Philippeville-Couvin,

meermaals gewijzigd;Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2004 tot herziening van het gewestplan

Philippeville-Couvin (blad n° 58/1 en 58/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan meteen oog op de opneming van vier ontginningsgebieden te Philippeville (Merlemont);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 2006 tot verbetering, door de opneming van een vijfdeontginningsgebied in het voorontwerp van gewestplan, van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 totbeslissing over herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin (bladen 58/1 en 58/2) en tot goedkeuring van hetvoorontwerp van planherziening met het oog op de opneming van vier ontginningsgebieden te Philippeville(Merlemont);

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 19 oktober 2006 tot aanneming van de inhoud van hetmilieueffectenonderzoek over het voorontwerp van gewestplan van Philippeville-Couvin aangenomen door debesluiten van 27 mei 2004 en 9 maart 2006;

Overwegende dat het effectenonderzoek betreffende het voorontwerp van gewestplan is uitgevoerd door de nvARIES Consultants, behoorlijk erkend overeenkomstig artikel 42 van het Wetboek;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 7 februari 2013 tot voorlopige aanneming van de gedeeltelijkeherziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied encompensatiegebied (natuurgebieden, landbouwgebieden en bosgebied) op het grondgebied van de gemeentePhilippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 juli 2014 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriëlebevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2014 tot regeling van de werking van de Regering;Gelet op de Waalse gewestelijke beleidsverklaring voorgelegd aan het Waals Parlement op 23 juli 2014;Gelet op het ministerieel besluit van 3 februari 1989 tot aanneming van het bijzonder plan van aanleg nr. 1 van de

gemeente Philippeville (Merlemont);

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat het openbaar onderzoek van 5 april 2013 tot 21 mei 2013 is georganiseerd overeenkomstig deartikelen 4, 43 en 46 van het Wetboek; dat een informatievergadering op 15 april 2013 heeft plaatsgevonden;

Gelet op de documenten van het dossier die tijdens het openbaar onderzoek geraadpleegd zijn;Gelet op de 320 bezwaren en bemerkingen en de petitie ingediend tijdens het openbaar onderzoek, namelijk :1. De heer Guillitte Olivier, rue du Trichon 114 à 5030 Gembloux;2. Iew, Mundo-Namur, rue Nanon 98 à 5000 Namur;3. Mevr. Groux Véronique, rue Pisselotte 94a à 5600 Sautour;4. De heer Bondroit Karl, rue Pisselotte 94a à 5600 Sautour;5. Mevr. Golinvaux Stéphanie, rue de la Pisselotte 90 à 5600 Sautour;6. Mevr. Golinvaux Caroline, rue de la Pisselotte 90 à 5600 Sautour;7. De heer Vandermeulen Lancelot, avenue Prince Charles de Lorraine 47 à 1420 Braine-l’Alleud8. De heer Castellana Giuseppe, avenue Albert Ier 66 à 1420 Braine-l’Alleud;9. Mme D’Odémont Muriel, avenue P. Ch. De Lorraine 47 à 1420 Braine-l’Alleud;10. Mevr. Olwier Martine, avenue du Nouveau Rhode 21 à 1640 Rhode-Saint-Genèse;11. De heer et Mme Massinon – Wauters, rue Haut du Village à Sautour;12. De heer Van Lerberghe Thomas, rue de la Barrière 7 à 5600 Romedenne;13. Mevr. Ninane Annie, rue de la Fontaine St Pierre 1 à 5600 Romedenne;14. Mevr. Cantinaux Anne-Michèle, rue de Jolimont 2 à 5600 Romedenne;15. Mevr. Nolf Madée, rue des Corneilles 26 à 5600 Merlemont;16. Mevr. Van Quaquebeke Mélanie, quartier de Tavier 73 à 5620 Hemptinne-les-Florennes;17. Mevr. Turchetto Christine, rue de Florennes 84 à 5600 Franchimont;18. Mevr. Mathieu Christine, rue d’Aury 2 à 5600 Villers-le-Gambon;19. De heer Gueur Stéphane, rue d’Aury 2 à 5600 Villers-le-Gambon;20. De heer Mairy Alain, rue de Roly 30 à 5600 Samart;21. De heer Pierrot Jacques, avenue JJ de Momigny 20 à 5600 Philippeville;22. De heer Blavier Jules, résidence Corbigni 2 à 5600 Philippeville;23. Mevr. Deravet Angèle, avenue de Samart 17 à 5600 Philippeville;24. De heer Gobeaux Thierry;25. De heer Gerardo Petriello, rue du Postienne 48 à 5600 Sautour;26. Mevr. Abs Jeannine, rue Pisselotte 88a à 5600 Sautour;27. Mevr. Pirenne Anne-Michèle, rue du Baron Nothomb à 5600 Merlemont;28. De heer Stoquart Jean, rue Pisselotte 92bis à 5600 Sautour;29. Mevr. Rucharp Chiristiane, rue Pisselotte 92bis à 5600 Sautour;30. Mevr. Gilly Martine, rue Pisselotte 93 à Sautour;31. De heer Favresse Jean-Claude, rue Pisselotte 93 à 5600 Sautour;32. De heer Maistriaux Michaël, rue Pisselotte 97a à 5600 Sautour;33. Mevr. Massinon Vinciane, rue Pisselotte 97a à 5600 Sautour;34. Mevr. Guaisnet Renée;35. Mevr. Nachbauer Cathy;36. De heer Belgeonne Antoine, place St Geneviève 12 à 5680 Vodelée;37. De heer Lanzo Yannick, place St Geneviève 3 à 5680 Vodelée;38. De heer Moulin Arnaud, rue Pierre Joseph Dewerpe 93 à 6040 Jumet;39. De heer Furnemont Christophe, ch. de Liège 211 à 5100 Jambes;40. Mevr. Dusart Sophie, rue Petons 32 à 5650 Walcourt;41. Mevr. Vandenberghe Amandine, rue Albert Ier 49/2 à 5640 Mettet;42. Mevr. Simon Michèle, ch. d’Alsemberg 101+;43. De heer Catinus Michel, rue Lavaux 10 à 5600 Sautour;44. Mevr. Blacha Catherine, place de Merlemont 8 à 5600 Merlemont;45. Mevr. Lennertz France, place de Merlemont 8 à 5600 Merlemont;46. De heer Lechat Alain, rue du Pont 8 à 5600 Merlemont;47. De heer Van Humbeeck Daniel, rue des Orchidées 4 à 5600 Merlemont;48. De heer Rocmans Jean-Luc, rue du Planois 112 à 5640 Biesme;49. Mevr. Didot Claudine, rue du Planois 115 à 5640 Biesme;50. De heer Parisi Valeriano, rue Hardimont 18 à 5640 Mettet;51. Mevr. Divers Suzanne, rue Pisselotte 88 à 5600 Sautour;52. Mevr. Cogniaux Alberte, rue Pisselotte 88 à 5600 Sautour;53. De heer Boucher Maxime, rue Pisselotte 88b à 5600 Sautour;54. Mevr. Samain Agnès, rue Pisselotte 88b à 5600 Sautour;55. De heer Boucher Thierry, rue Pisselotte 88b à 5600 Sautour;56. Mevr. Cordier Cindy, rue du Moulin à 5600 Philippeville;57. De heer Plasman Christophe à 5600 Villers-en-Fagne;58. Mevr. Cordier Joséphine, rue Pisselotte à 5600 Sautour;59. De heer Schoonjans Christian, rue Pisselotte 90b à 5600 Sautour;60. Mevr. Fooz Marie-Christine, rue Pisselotte 90b à 5600 Sautour;61. Me Dereppe André, rue du Pont de Pierre 62 à 5600 Sautour;62. Mevr. Guelenne Chantal, rue du Pont de Pierres 62 à 5600 Sautour;63. De heer Olivier Thierry, Petite Suisse 44 à 5600 Villers-en-Fagne;64. Mevr. Cordier Doris, Petite Suisse 44 à 5600 Villers-en-Fagne;65. De heer Gaspart Damien, rue de la Calamine 2 à 5600 Philippeville;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

66. De heer Gaspart Julien, rue de la Calamine 2 à 5600 Philippeville;67. Mevr. Gaspart Céline, rue de la Calamine 2 à 5600 Philippeville;68. Mevr. Belleflamme Dominique, rue de la Calamine 2 à 5600 Philippeville;69. De heer Gaspart Rodrigue, rue de la Calamine 2 à 5600 Philippeville;70. De heer Van Humbeeck Bruno, rue de Mariachamps 1 à 5600 Merlemont;71. De heer Racqmaekers Vincent, Wagnée 1a à 5640 Biesmes;72. Mevr. Keuleneer Josette, place de Merlemont 15 à 5600 Merlemont;73. De heer Thiry Arnaud, place de Merlemont 3 à 5600 Merlemont;74. Mevr. Vandriessche Charlotte, place de Merlemont 3 à 5600 Merlemont;75. Mevr. Stolf Franca, place de Merlemont 9 à 5600 Merlemont;76. De heer Czekalski René, rue Lavaux 17 à 5600 Sautour;77. De heer Defossez Dominique, rue du Faubourg 68 à 5600 Sautour;78. Mevr. Francotte Magda, rue du Faubourg 68 à 5600 Sautour;79. Mevr. Demarteau Marie-Paule, rue du Faubourg 81 à 5600 Sautour;80. De heer et Mme Raeymaekers-Ernoux, rue du Faubourg 72a à 5600 Sautour;81. Mevr. Lanoyt Valérie, rue du Faubourg 72d à 5600 Sautour;82. De heer Bogaert Jérôme, rue du Faubourg 72d à 5600 Sautour;83. De heer Papart Jean-Luc, rue du Faubourg 75 à 5600 Sautour;84. De heer Lambert Jérémy, rue du Faubourg 80 à 5600 Sautour;85. De heer Lambert Yves, rue du Faubourg 80 à 5600 Sautour;86. De heer Van Emelen Vincent, rue du Faubourg 84 à 5600 Sautour;87. Mevr. Trifaux Stéphanie, rue du Faubourg 84 à 5600 Sautour;88. Mevr. Alvarez Emma, rue du Faubourg 85 à 5600 Sautour;89. De heer Hermand Raoul, rue Pisselotte 88a à 5600 Sautour;90. Mevr. Wagemans Epifany, rue Pisselotte 48 à 5600 Sautour;91. Mevr. Vaes Nathalie, rue du Postienne 48 à 5600 Sautour;92. Mevr. Bertaux Jérémie, rue du Prouvet 1 à 5600 Sautour;93. Mevr. Estiévenart Anne-Sophie, rue Haut du Village 13 à 5600 Sautour;94. De heer Housse Benoit, rue Haut du Village 13 à 5600 Sautour;95. Mevr. Destrée Marie, rue Haut du Village 4 à 5600 Sautour;96. De heer Loudèche Thierry à 5600 Sautour;97. De heer Sonnet Kim, rue Haut du Village 14 à 5600 Sautour;98. Mevr. Marlier Véronique, rue Haut du Village 14a à 5600 Sautour;99. Mevr. Backler Danielle, rue Lavaux 12 à 5600 Sautour (2 réclamations);100. Mme Malburny Aline, rue Lavaux 2a à 5600 Sautour;101. De heer Huart Philippe, rue Lavaux 2a à 5600 Sautour;102. Mevr. Mangeot Hedwige, rue Lavaux 1 à 5600 Sautour;103. Mevr. Raeymaekers Mélanie, rue Lavaux 1 bte 1 à 5600 Sautour;104. De heer Troonen Patrick, rue Lavaux 12 à 5600 Sautour;105. Mevr. Harpigny Sarah, rue Lavaux 8 à 5600 Sautour;106. De heer Laeremans Michel, rue Lavaux 8 à 5600 Sautour;107. Mevr. Magniette Isabelle, rue Lavaux 3 à 5600 Sautour;108. De heer Goris Michel, rue Lavaux 3 à 5600 Sautour;109. De heer Wauters Guillaume;110. De heer D’Haeyer Dominique, Impasse Faglotte à 6060 Gilly;111. De heer Delestrait Jean-Guy, rue Chemin de Fer 47 à 6060 Gilly;112. De heer Squélard Olivier, rue Roger Delizée 90;113. De heer Dertiné Joël, Grand Rue 62;114. Mevr. Van Lerberghe, rue Général de Monge 90 à 5660 Couvin;115. De heer Wauters Steve, place de Wisbecq 3 à 1430 Mebecq;116. De heer Destrée Alain, rue du Pulija 2 à 5660 Couvin;117. * De heer Rigotier Alessandro, rue des Kev Tienno;118. Mevr. Dupont Marie, place de Chaumont 37 à 5620 Florennes;119. Mevr. Gérard Aline, rue de la Barrière 7 à 5600 Romedenne;120. De heer Declerck Marcel, rue de Fagnolle 3 à 5600 Fagnolle;121. Mevr. Duquenne Caroline, rue de Fagnolle 16 à 5600 Fagnolle;122. Mevr. Pinpin Marie-José, rue de Fagnolle 3 à 5600 Fagnolle;123. Mevr. Laureys Caroline, Tienne Wérichet 11 à 5600 Merlemont;124. Mevr. Sauvage Yvonne, rue de Merlemont 11 à 5600 Philippeville;125. De heer Forthomme Gabriel, rue de Merlemont 11 à 5600 Philippeville;126. De heer Pirson Bernard, rue des Corneilles 14 à 5600 Philippeville;127. De heer Thiry Christophe, rue de la Motte 29 à 5660 Boussu;128. Mevr. Rolin Martine, Paya 2 à 5660 Boussu-en-Fagne;129. De heer Magniette Eric, rue de Matagne, 57 à 5600 Villers-en-Fagne;130. De heer Magniette Dominique, rue Notre-Dame 14 à 5600 Sart-en-Fagne;131. De heer Charlier André, rue Sepré 11 à 5600 Neuville;132. De heer Lycke Jérémy, rue St Hubert 5 à 5600 Neuville;133. Mme Ernoux Suzanne, rue Sepré 11 à 5600 Neuville;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

134. Mevr. Van Marcke Anne-catherine, rue du Hierdaux à 5620 Hemptinne-les-Florennes;135. Mevr. Rossignol Catherine, rue de Châtelet 17 à 5600 Villers-le-Gambon;136. Mevr. Gueulette Mélodie, rue Belle Ruelle 35 à 5600 Jamagne;137. Fromagerie du Pont de Pierre, rue de Vodecée 8 à 5600 Vodecée;138. Mevr. Vanderheyden Sylvie, rue de Roly 30 à 5600 Samart;139. Mevr. Duquenne Hélène, avenue de Samart 3a à 5600 Philippeville;140. De heer Lemaitre Didier, rue du Château d’Eau 24 à 5600 Philippeville;141. Mevr. Oger Françoise, rue du Château d’Eau 24 à 5600 Philippeville;142. Mevr. Balle Carolyne, avenue du Presle 32 à 5600 Philippeville;143. De heer Sonnet Jacques, avenue du Presle 32 à 5600 Philippeville;144. Mevr. Anciaux Annie à 5600 Philippeville;145. De heer Van Marcke Dany, rue St Hubert 4 à 5600 Neuville;146. Mevr. Emplaincourt Laure, rue des Terres aux Pierres 1 à 5600 Sautour;147. Mevr. Van Belleghem Sabine, rue de Sautour 8 à 5600 Sautour;148. De heer Bail Guillaume, rue de Sautour 8 à 5600 Sautour;149. De heer Pemers Geoffrey, rue Haut du Village 38 à 5600 Sautour;150. Mevr. Magniette Chantal, rue Haut du Village 38 à 5600 Sautour;151. De heer Lemaitre Cédric, rue Haut du Village 14 à 5600 Sautour;152. De heer Sandri Adrien, rue du Pont de Pierre 61 à 5600 Sautour;153. De heer Lefebvre Dylan, rue du Pont de Pierre 62 à 5600 Sautour;154. Mevr. Reyns Stéphanie, rue du Pont de Pierre 58 à 5600 Sautour;155. Mevr. Schyns Monique, rue du Pont de Pierre 66 à 5600 Sautour;156. De heer Sandri Bernard, rue du Pont de Pierre 61 à 5600 Sautour;157. Mevr. Ntsama Sabine, rue du Pont de Pierre 61 à 5600 Sautour;158. De heer Happe Bertaud, rue du Pont de Pierre 63 à 5600 Sautour;159. Mevr. Péromet Carole, rue des Trys 6 à 5600 Sautour;160. De heer Lannoy Vincent, rue des Trys 16 à 5600 Sautour;161. De heer Hourdisse Denis, rue Lavaux 1a à 5600 Sautour;162. Mevr. Baussart Carine, rue Lavaux 1a à 5600 Sautour;163. De heer et Mme Sandri-Gilot, rue du Faubourg 67 à 5600 Sautour;164. De heer Dumont Roger, rue Cité Jardin 7 à 5600 Villers-le-Gambon;165. De heer Magniette Willy, rue du Faubourg 51 à 5600 Sautour;166. De heer Magniette Fabrice, rue du Faubourg 51 à 5600 Sautour;167. De heer Van Marcke Jacques, rue du Faubourg 72 à 5600 Sautour;168. Mevr. Devos Claudine, rue du Faubourg 72 à 5600 Sautour;169. Mevr. Goffin Sandrine, rue du Faubourg 80 à 5600 Sautour;170. De heer Dujardin Vincent, rue du Faubourg 74 à 5600 Sautour;171. Mevr. Pirson Marie-Claire, rue du Faubourg 74 à 5600 Sautour;172. Mevr. Happe Stéphanie, rue du Faubourg 72c à 5600 Sautour;173. De heer Foulon Grégory, rue du Faubourg 72c à 5600 Sautour;174. Mevr. Anciaux Janine, rue du Faubourg à 5600 Sautour;175. De heer Magniette Pascal, rue du Faubourg 82 à 5600 Sautour;176. Mme Grawez Christine, rue du Faubourg 82 à 5600 Sautour;177. De heer Bodson Denis, rue du Faubourg 85b à 5600 Sautour;178. Mevr. Bodson Jordane, rue du Faubourg 85b à 5600 Sautour;179. Mevr. Jacquet Joëlle, rue du Faubourg 85b à 5600 Sautour;180. De heer Bodson Simon, rue du Faubourg 85b à 5600 Sautour;181. De heer Leclercq Jérôme, rue Pisselotte 86 à 5600 Sautour;182. Mevr. Val Anne-Françoise, rue Pisselotte 86 à 5600 Sautour;183. Mevr. Leleux Sophie, rue Pisselotte 86a à 5600 Sautour;184. Mevr. Devos Madeleine, rue Pisselotte à 5600 Sautour;185. De heer Masschelain Franz, rue Pisselotte 87 à 5600 Sautour;186. De heer Golinvaux Georges, rue de la Pisselotte 90 à 5600 Sautour;187. Mevr. Nivart Isabelle, rue de la Pisselotte 90 à 5600 Sautour;188. Mevr. Petry Muriel, bois du Corbeau à 5600 Sautour;189. Mevr. Clicheroux Elisabeth, route de Vodecée 7a à 5600 Vodecée;190. Mevr. Hardy Béatrice, place Ste Genviève 12 à 5600 Vodecée;191. De heer Belgeonne Daniel, place Ste Genviève 12 à 5600 Vodecée;192. Mevr. Sibille Martine, rue des Gérinaux 27 à 5600 Vodecée;193. Mevr. Donnay Marie-Ange, rue des Gérinaux 19 à 5600 Vodecée;194. * De heer Done ? Albert, rue des Genaux 17 à 5680 Vodecée;195. De heer Lambrecht Vincent, rue du Vivier 16 à 5600 Vodecée;196. De heer en Mevr. Delvaux-Lambrechts Caroline, rue du Vivier 16 à 5600 Vodecée;197. Mevr. Moinaux Chantal, rue du Postienne 45 à 5600 Sautour;198. De heer Dupuis Vincent, Ferme du Vieux Sautour 96 à 5600 Sautour;199. Mevr. Burssens Jacqueline, rue Tienne Wérichet 4 à 5600 Merlemont;200. De heer Vandermeulen Stéphane, rue du Bois des Corbeaux 5 à 5600 Sautour;201. De heer Thierry Laureys, rue de Jolimont 2 à 5600 Romedenne;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

202. De heer en Mevr. Magniette-Delcroix, rue du Vivier 14 à 5600 Vodecée;203. De heer Paul Pirson, avenue Charles Quint 23 à 5600 Philippeville;204. Noix d’Pécan, Mme Prevot Karen, chemin du Pont de Busnel 2 à 5600 Philippeville;205. De heer Michel Duez, rue de l’Eglise St Philippe 47 à 5600 Philippeville;206. De heer en Mevr. Jean-Pol Brisebois – Isabelle Watelet, rue Haut du Village 41 à 5600 Sautour;207. De heer Renard Yves, rue Célestin Denis 24 à 5660 Pesches-Couvin;208. De heer Thierry Loudèche, rue du Prouvet 2 à 5600 Sautour;209. Mevr. Vandermeulen Isabelle, rue du Village 17 à 1325 Chaumont-Gistoux;210. De heer François Godart, rue Rohant Chabot 50 à 5620 Florennes;211. De heer. Pierre Gilissen, avenue Albert Giraud 17 à 1030 Brussel;212. Mevr. Van Canneyt Anne, rue du Moulin à Vent 10 à 1300 Wavre;213. De heer Nagel Didier, rue du Printemps 12 à 1380 Lasne;214. De heer Godart Charles, rue du Fourneau 36 à 5620 Saint-Aubin;215. Mevr. Motquin Amandine, boulevard-Louise 15 à 6460 Chimay;216. Mevr. Laureys Pauline, rue Goffin 113;217. Mevr. Murielle Peyronnet, place Jean Bourré 9 à 49330 Miré (France);218. Mevr. Van Rymenant Noëmie, rue de Vodecée 8a à 5600 Vodecée;219. Mevr. Backer Danielle, rue Lavaux 12 à 5600 Sautour;220. Mevr. Roy Marie, rue du Château 12a à 5030 Grand Manil;221. Mevr. Joëlle Piraux (Natagora), rue Nanon 98 à 5000 Namur;222. Mevr. Ingrid Vanuscorps-Vandecappelle, rue Terne des Coris 9 à 5600 Franchimont;223. Mevr. Delphes B. Dubray, rue de Châtelet 16 à 5600 Villers-le-Gambon;224. Mevr. Reman Cécile, rue du Fourneau 36 à 5620 Saint-Aubin;225. ASBL Moriachamps, Secrétaire Mme T. Bresser;226. Mevr. Marie-Claire Auriol, rue du Moulin de Roly 5 à 5600 Roly;227. Mevr. Martinet Ghislaine, rue Centrale 15 à 5600 Sart-en-Fagne;228. De heer Denis Salmon (cpn Belgique), rue du Charme 17 à 1190 Brussel;229. Mevr. Amandine Dutranoit, rue du Monument 2 à 5600 Romedenne;230. De heer Caudron Olivier, rue de la Picardie 3 à 5660 Dailly;231. De heer Nicolas Bieliavsky et Mme Ghislaine Van der Dussen, rue de l’Azeille 6 à 5600 Roly;232. Dolomies de Villers-le-Gambon, rue du Viveroux 20 à 5600 Villers-le-Gambon;233. De heer en Mevr. Golinvaux-Nivart, rue de la Pisselotte 90 à 5600 Sautour;234. De heer Paquet Thierry, rue Tienne Wérichet 11 à 5600 Merlemont;235. De heer Vincent Laureys, rue Pisselotte 89 à 5600 Sautour;236. Mevr. Bresser Tracy, rue Pisselotte 89 à 5600 Sautour;237. Mevr. Stein Nina, rue St Roch 7 à 5600 Sart-en-Fagne;238. De heer Montaine Roger, rue Notre-Dame 3 à 5600 Sart-en-Fagne;239. De heer Vanhollebeke Alain, rue Notre-Dame 12 à 5600 Sart-en-Fagne;240. De heer Bellik Lionel, place de Sart-en-Fagne 31 à 5600 Philippeville;241. De heer Uttley Robert, rue Notre-Dame 18 à 5600 Sart-en-Fagne;242. De heer Hazard Jacques, rue Notre-Dame 48 à 5600 Sart-en-Fagne;243. De heer Thirifahy Jean-Luc, rue Notre-Dame 78 à 5600 Sart-en-Fagne;244. De heer Janssens Léopold, rue des Courtijas 17 à 5600 Sart-en-Fagne;245. De heer Baulois Claude, rue des Courtijas 16 à 5600 Sart-en-Fagne;246. De heer en Mevr. Collinet Wilgocki – Stéphanie Carl, rue St Roch 8 à 5600 Sart-en-Fagne;247. Mevr. Van de Steene Monique, rue Notre-Dame 72 à 5600 Sart-en-Fagne;248. Mevr. Melchior Jeanne à 5600 Sart-en-Fagne;249. Mevr. Femmeima Adelina, rue du Viveroux 66 à 5600 Merlemont;250. De heer Swaen Luc, r. N. de Fontaine 55 à 6200 Chatelet;251. Mevr. Melchior Eloisa, rue Notre-Dame 73 à 5600 Sart-en-Fagne;252. De heer Dabe Patrice, rue Notre-Dame 77 à 5600 Sart-en-Fagne;253. Mevr. Hellin Isabelle, rue Notre-Dame 26 à 5600 Sart-en-Fagne;254. De heer en Mevr. Diolosa-Domenico, rue des Courtijas 21 à 5600 Sart-en-Fagne;255. De heer en Mevr. Richir-Janssens Jean, rue des Courtijas 9 à 5600 Sart-en-Fagne;256. Mevr. Even Christel, rue des Courtijas 3 à 5600 Sart-en-Fagne;257. De heer Schmidt Jean-Claude, rue des Courtijas 8 à 5600 Sart-en-Fagne;258. De heer Naulaerts Grégory, rue Notre-Dame 63 à 5600 Sart-en-Fagne;259. De heer Zarour Toufick, rue Notre-Dame 98 à 5600 Sart-en-Fagne;260. De heer Paquet Didier, rue Saint Roch 8a à 5600 Sart-en-Fagne;261. Mevr. Happe-Dzisiak, rue du Pont de Pierres 63 à 5600 Sautour;262. De heer George Daniel, rue Grand Mont 4 à 5600 Sart-en-Fagne;263. De heer Gotemans Daniel, rue des Courtijas 10 à 5600 Sart-en-Fagne;264. Mevr. Lepoutere Maryline, rue des Courtijas 12 à 5600 Sart-en-Fagne;265. Mevr. Lemaire Andrée, rue des Courtijas 13 à 5600 Sart-en-Fagne;266. De heer Squilbin Daniel, rue des Courtijas 5 à 5600 Sart-en-Fagne;267. De heer D’Antoni Francesco, rue des Courtijas 14 à 5600 Sart-en-Fagne;268. Mevr. Charlot Paulette, rue du Pont de Pierres 57 à 5600 Sautour;269. De heer Fontenelle Frédéric, la Gueule de Loup 134 à 5600 Sautour;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

270. De heer Descatoires Maurice, la Gueule de Loup 105 à 5600 Sautour;271. De heer Descatoires Emmanuel, la Gueule de Loup 135 à 5600 Sautour;272. De heer Descatoires Sébastien, la Gueule de Loup 164 à 5600 Sautour;273. Petitie nr.11986 van 13 mei 2013 op het Net, met 178 handtekeningen :

— Van Cauter, Anne, rue de Sclaigneaux, 647, à 5300 Andenne;— D’Haese, Danielle, rue des Lilas, 20, à 1070 Anderlecht;— Viseur, Stephane, rue Basse, 21 à 7040 Aulnois;— Labarre, Régine, Stwg Po Ukkel, 17 à 1650 Beersel;— Lottefier, Catherine, Bloemhofstraat, 56 à 1650 Beersel;— De Vrye, Florence, avenue de la Basilique, à 1082 Sint-Agatha Berchem;— Guillaume, Belinda, Ghesuele, 12 à 1547 Biévène;— Dewelle, Maxime, rue du Fond des Bois, 48 à 1470 Bousval;— D’Odémont, Muriel, avenue P.Ch. De Lorraine, 47 à 1420 Braine-l’Alleud;— D’Odémont du Temple, Chantal, avenue Albert Ier, 66 à 1420 Braine-l’Alleud;— Roulin Corentin, rue du Jardinier, 24, 1420 Braine-l’Alleud;— Sammels, Danielle, avenue de la Croix Rouge, 40, 1420 Braine-l’Alleud;— Gérard, Vincent, La Forestière, 267, 5660 Brûly de Pesche;— Vanderhoven, Anne, Ch de La Hulpe, 1170 Brussel;— Bodart, Damien, rue Jules Besme, 25, 1081 Brussel;— Boonen, Fabienne, rue du Sceptre, 25 A, 1050 Brussel;— Daniel, Cécile, rue J. Manne, 32, 1070 Brussel;— De Zutter, Georges, avenue du Parc, 18, 1060 Brussel;— Delhausse, Nathalie, rue du Collège, 1050 Brussel;— Dubois, Hervé, rue du Trône, 1060 Brussel;— Dupuis, Jeanne, rue des Alexiens, 69, 1000 Brussel;— Filippa, Russo, rue Pierre Decoster, 117, 1190 Brussel;— Gilissen, Pierre, avenue Albert Giraud, 1030 Brussel;— Kuzmanovic, Anna, chaussée de Stockel, 1200 Brussel;— Lesage, Eric, Square Baron Robert Hankar, 4, 1160 Brussel;— Marcandella, Bruno, rue du Prétoire, 74, 1070 Brussel;— Maryns, Quentin, avenue de Broqueville, 306, 1200 Brussel;— Philips, Yvi, Drève des Renards, 2, 1180 Brussel;— Racasse, Lucas, Herkoliers, 1081, Brussel;— Recloux, Pauline, Drève des Maricolles, 91, 1082 Brussel;— Rodrigez, Julie, rue de l’Arbre Bénit, 97, 1050 Brussel;— Roy, Bénédicte, avenue des Azalées, 19, 1030 Brussel;— Russo, Angelo, rue W. Van Perck, 51, 1140 Brussel;— Salmon, Denis, rue du Charme, 17, 1190 Brussel;— Yonte Montero, Juan Carlos, avenue des Saisons, 50, 1050 Brussel;— Présiaux, Cécile, chemin des Berceaux, 7061 Casteau;— Tranchant, Daniele, Terrasses De Courbieu, 82100 Castelsarrasin, France;— Ch, Marie, rue de Virelles, 25, 5630 Cerfontaine;— Schyns, Pierre-Rémi, rue du Millénaire, 8, 6810 Chiny;— Bailly, Anne-Françoise, rue du Nord, 6180 Courcelles;— Puissant, Cindy, rue Albert Colard, 5660 Couvin;— Dutilloeul, Edith, rue Etang Derbaix, 7033 Cuesmes;— Gilissen, Jacqueline, rue Paul Dubois, 25, 6929 Daverdisse;— Theuns, Pieter, Turnhoutsebaan, 1-3, 2100 Deurne;— Mossoux, Pierre, rue de Dinant, 24, 5500 Dinant;— Haulot, Alexis, rue Général Wangermée, 30, 1040 Etterbeek;— Degreef, Alexandra, avenue des Loisirs, 1140 Evere;— Dehaye, Isabelle, rue H Rohan Chabot, 50, 5620 Florennes;— Falcon, Kim, rue Henry de Rohan Chabot, 69, 5620 Florennes;— Godart, François, rue Rohan Chabot, 5620 Florennes;— Lottin, Sarah, Europe, 5620 Florennes;— Ben Mimoun, Driss, avenue Molière, 21, 1190 Vorst;— Hoogaert, Henry, avenue Général Dumonceau, 94, 1190 Vorst;— Marion, Marine, rue d’Aremberg, 10, 5680 Gimnée;— Mingoia, Sébastien, rue d’Aremberg, 13A, 5680 Gimnée;— Lanoyt, Marjorie, rue de la Station, 6181, Gouy-lez-Piéton;— Gillet, Pierre, Taille-Antoine, 1, 5031 Grand-Leez;— Dejaiffe, Thibault, rue de Rhode, 13, 1390 Grez-Doiceau;— Lepreux, Jean, Place de la Prévoté, 65250 Hèches, France (heeft twee keer getekend);— Lepreux, Myriam, Place de la Prévoté, 65250 Hèches, France;— Médart, Andrée, rue L. Demeuse, 4040 Herstal;— Noterman, H., Vaucamplaan, 110, 1654 Huizingen;— Kickx, Donatienne, Kaalheide, 17, 3040 Huldenberg;— Bernard, Fabienne, avenue Pierre Dijon, 4500 Huy;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

— Planchet, Alix, rue du Bois, 5, 1460 Ittre;— Fransolet, Christophe, rue Goffart, 77, 1050 Elsene;— Furnelle, Pascale, avenue des Grenadiers, 1050 Elsene;— Mazabrard, Mathilde, chaussée d’Ixelles, 189/32, 1050 Elsene;— Boets, Simon, Place des Déportés, 2/2, 5580 Jemelle;— Stockman, Robin, Odon Warlandlaan, 89, 1090 Jette;— Gaudier, Julie, rue Lauwers, 11A, 1310 La Hulpe;— Vercheval, Paul, rue Lauwers, 11, 1310 La Hulpe;— François, Guy, Kameleud, 366, 29870 Landeda, France;— François, Nana, Kamaleud, 366, 29870 Landeda, France;— Nagel, Didier, rue du Printemps, 12, 1380 Lasne;— Pierard, Anne, Grand Chemin, 54, 1380 Lasne;— Durand, Nicolas, Lieu-dit Fautrel, 22630 Les Champs Géraux;— Dutrieux, Daniel, rue Lairesse, 50, 4020 Liège;— Hautphenne, Eddy, rue Gaston Dubois, 1428 Lillois;— Wolters, Eric, rue du Moulin à Eau, 1342 Limelette;— Bayet, Gilles, rue des Hâtres, 1630 Linkebeek;— Soltysiak, Patricia, chaussée de Bruxelles, 16, 6042 Lodelinsart;— Laureys, Charlotte, rue de Villers La Ville, 1471, Loupoigne;— Deltell, Violeta, rue Brehen, 9, 1350 Marilles;— Jacob, Samuel, rue Baron Nothomb, 7, 5600 Merlemont;— Laureys, Caroline, Tienne Werichet, 5600 Merlemont;— Paquet, Thierry, rue Tienne Werichet, 11, 5600 Merlemont;— Pirenne, Anne, rue du Baron Nothomb, 36, 5600 Merlemont;— Vandriessche, Charlotte, Place de Merlemont, 5600 Merlemont;— Van Herstraeten, Anne, Jules Destrée, 6032 Mont-sur-Marchienne;— Cuypers, Michel, rue Royale, 143, 5621 Morialmé;— Kersten, Pascal, Benne Brûlée, 5621 Morialmé;— Mouchet, Marie-Jeanne, rue de la Station, 5620 Morialmé;— Blondiaux, Sylvie, Benne Brûlée, 5621 Morialme;— Godart, Hélène, Place Chanoine Descamps, 11, 5000 Namur;— Sirjacobs, Paul, avenue de Marlagne, 11, 5000 Namur;— Raffier, Stéphanie, rue Lefevre Utile, 2, 44000 Nantes, France;— Boul, Lau, rue de la Place, 12, 5600 Neuville;— Brogneaux, Annabelle, rue de la Place, 12, 5600 Neuville;— Demeester, Pascal, Exchange Pl 20 Appt 3202, 10005 New-York, US.A.;— Geeroms, Caroline, Boulevard de la Dodaine, 19, 1400 Nivelles;— Bette, Valérie, rue du Printemps, 1380 Ohain;— Marchal, Stephan, chemin du Gros Tienne, 40, 1380 Ohain;— Kimmel, Laurence, avenue Foch, 21, 75116 Paris, France;— Taiello, Carmeline, avenue Parmentier, 75011 Paris, France;— Guignaud, Elisabeth, avenue Roger Marcade, 19, 33600 Pessac, France;— Delplan, Rose-Marie, rue de l’Eglise St Philippe, 47, 5600 Philippeville;— Derzelle, Philippe, rue du Moulin, 38, 5600 Philippeville;— Thiry, Marie, avenue du Presle, 10, 5600 Philippeville;— Voets, Bernadette, avenue de Momigny, 2, 5600 Philippeville;— Blondiaux, Isabelle, rue Borneau, 61, 6230 Pont-à-Celles;— Roisin, Maxime, rue de Bruxelles, 1, 6210 Rêves;— Fannoy, Vincent, avenue du Manoir, 1640 Rhode-Saint-Genèse;— Scohy, Yvan, 1330 Rixensart;— Scohy-Faber, Odile, Sentier Lambermont, 1, 1330 Rixensart;— Wilkin, Jean-Paul, rue de l’Abbaye, 5580 Rochefort;— Richir, Anne, Allée des Charmes, 4, 5600 Roly;— Brohez, Yves, rue des Ruelles, 73, 5620 Rosée;— Chabot, Melissa, rue du Fourneau, 39, 5620 Saint-Aubin;— Laureys, Pauline, rue Goffin, 113, 5620 Saint-Aubin;— Godart, Sebastien, rue Braemt, 31, 1210 Saint-Josse;— Sampedro Johnson, Candice, Santa Cruz Ave, 3911, 92107 San Diego, US.A.;— Daussogne, Liliane, rue des Courtijas, 5600 Sart-en-Fagne;— Ignoti, Vincent, rue Notre-Dame, 73, 5600 Sart-en-Fagne;— Janssens, Octavie, rue des Courtijas, 2, 5600 Sart-en-Fagne;— Naulaerts, Gregory, rue Notre-Dame, 63, 5600 Sart-en-Fagne;— Richir, Jean, rue des Courtijas, 2, 5600 Sart-en-Fagne;— Sablon, Josiane, rue Grand Mont, 2, 5600 Sart-en-Fagne;— Wauthier, Jean-Luc, rue des Courtijas, 24, 5600 Sart-en-Fagne;— Backlers, Danielle, rue Lavaux, 12, 5600 Sautour;— Bogaert, Jérã’Me, rue du Faubourg, 72d, 5600 Sautour;— Bondroit, Karl, rue Pisselotte, 5600 Sautour;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

— Bresser, Tracy, rue Pisselotte, 5600 Sautour;— Defossez, Dominique, rue du Faubourg, 68, 5600 Sautour;— Defossez, Maxime, rue du Faubourg, 68, 5600 Sautour;— Dujardin, Vincent, rue du Faubourg, 74, 5600 Sautour;— Happe, Bertaud, rue du Pont de Pierres, 63, 5600 Sautour;— Harpigny, Sarah, Lavaux, 8, 5600 Sautour;— Lambert, Sandrine, rue du Faubourg, 80, 5600 Sautour;— Lambert, Yves, rue du Faubourg, 80, 5600 Sautour;— Lanoy, Valérie, rue du Faubourg, 72d, 5600 Sautour;— Laureys, Vincent, rue Pisselotte, 5600 Sautour;— Leclercq, Jerá’Me, rue Pisselotte, 86, 5600 Sautour;— Moinaux, Chantal, rue du Postienne, 45, 5600 Sautour;— Papart, Jean-Luc, rue du Faubourg, 75, 5600 Sautour;— Val, Anne, rue Pisselotte, 86, 5600 Sautour;— Vandermeulen, Stéphane, rue du Bois des Corbeaux, 5, 5600 Sautour;— Watelet, Isabelle, rue Haut du Village, 41, 5600 Sautour;— Metens, Arnaud, rue de la Fourchinée, 26, 6596 Seloignes;— Van Leuven, Audrey, rue Royale, 5630 Silenrieux;— Mars, Catherine, rue Trieu Benoit, 10/16, 6470 Sivry;— Lecomte, Christine, rue Duquesnes, 7032 Spiennes;— Sallusti, Isabella, chemin des Collets, 670, 6640 St Jeannet, France;— Peeters, Fabienne, chemin Sous Bailleu, 33, 4370 Stavelot;— Morelli, Edwige, chemin Vert, 69160 Tassin, France;— Vanderhaegen, Vincent, Tervuursesteenweg, 39, 3080 Tervuren;— Bodson, Olivier, rue du Village, 5621 Thy-le-Bauduin;— De Houck, Luc, rue Marechal Juin, 10A, 5140 Tongrinne;— Moray, Pascaline, rue du Bailli, 1480 Tubize;— Van der Weehe, Monique, avenue Coghen, 1180 Uccle;— Goffriaux, Frédéric, rue de Matagne, 58c, 5600 Villers-en-Fagne;— Petit, Christian, Auvivôyes, 3, 5600 Villers-en-Fagne;— Maffioli, Jean, Cour de la Mozée, 5600 Villers-le-Gambon;— Van Rymenant, Noëmie, rue de Vodecée, 8a, 5600 Vodecée;— Van Pamel, Simon, Place du Mayeur (Pry), 5, 5650 Walcourt;— Geulette, Noella, rue de Tesny, 4020 Wandre;— De Sawef, Stéphane, avenue Florida, 54, 1410 Waterloo;— Riccardi, Cristina, rue de l’Hôspice Communal, 162, 1170 Watermael-Boitsfort;— De Lantsheere, Charlotte, Cour Au Bois, 8, 1440 Wautier Braine;— Stoufs, Philippe, rue des Liniers, 52, 1300 Wavre;— Van Canneyt, Anne, rue du Moulin à Vent, 1300 Wavre;— Van der Smissen, Arnaud, rue Achille Fiévez, 4, 1474 Ways;— Lambot, Jean-Michel, rue Fond des Vaux, 6920 Wellin;— Vandermeulen, Jill, Oudstrijderstraat, 68, 1780 Wemmel;— Thomas, Denis, avenue des Erables, 3, 1970 Wezembeek;— Mardulyn, Harry, rue St Jean, 43, 6666 Wibrin-Houffalize;— Ledermann, Michel, Qesnoit, 28, 7890 Wodecq;

274. De heer Bils Pierre, rue Centrale 25 à 5600 Sart-en-Fagne;275. De heer Dumont Bernard, rue de Neuville 12 à 5600 Philippeville;276. Mevr. Dropsy Séverine, avenue JJ de Momigny 32 à 5600 Philippeville;277. De heer Dumont Benoît, avenue JJ de Momigny 32 à 5600 Philippeville;278. De heer Verlaeckt Damien, rue Centrale 13 à 5600 Sart-en-Fagne;279. De heer Geerinck Benoit, rue de Froidmont 6;280. De heer Couvreur Thomas, rue d’Aremberg 2 à 5680 Gimnée;281. De heer Tronçon Jean, rue Général de Monge 94 à 5660 Petigny;282. De heer Biard Olivier, rue Notre-Dame 32 à 5670 Oignies-en-Thiérache;283. De heer Delille Bruno, rue Jean Jaurès 44 à 59212 Wignehies;284. De heer Cosyns Dominique;285. De heer Thanos Geffrey, rue Neuve 76/2;286. De heer Dacosta Antonio, rue Emile Donnay 30 à 6464 Bourlers;287. De heer Botteaux Thierry;288. De heer Carlier Daniel, rue Roger de Keyser 113 à 6464 Forges;289. De heer Deweghe Marc, rue Dauphine 13;290. De heer Caudron Stéphane, rue du Parc St Roch 18 à 5660 Couvin;291. De heer Bonaventure Alain;292. De heer Telliez Joël, rue des Beguines;293. De heer Heremans Michaël;294. De heer Thomas Dominic;295. De heer Evrard Freddy, rue de la Gare 69 à 5670 Treignes;296. De heer Blehen Pierre, rue du Monument 36 à 5660 Couvin;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

297. * De heer Heboge ? Laurent, rue de la Gendarmerie 24 a à 6590 Momignies;298. De heer Robin Gilles, rue Planesse 29 à 5660 Couvin;299. De heer Thiry Pierre, rue du Village 29;300. De heer Mathot Pascal;301. Mevr. Bastien Bernadette;302. * De heer Camly ? Christian;303. De heer Lambert Jean-Charles;304. De heer Ribière Michel, rue Pisselotte 91 à 5600 Sautour;305. De heer Houters Marc, rue du Faubourg 76 à 5600 Philippeville;306. Mevr. Marino Dominique, rue du Faubourg 76 à 5600 Sautour;307. Mevr. Lecomte Christine, rue Arthur Duquesnes 69 à 7032 Spiennes;308. De heer Ducoeur Alain, rue Notre-Dame 29 à 5600 Sart-en-Fagne;309. De heer en Mevr. Tondus-Leroux Yves, rue St Roch 9 à 5600 Sart-en-Fagne;310. De heer Grandfils Guy, rue St Roch 2 à 5600 Sart-en-Fagne;311. De heer Dargenton Claude, rue St Roch 3 à 5600 Sart-en-Fagne;312. De heer Emplaincourt Christian, rue des Terres aux Pierres 1 à 5600 Sautour;313. De heer Marchand Jean, rue du Panorama 7 à 5650 Clermont;314. De heer Renotte Didier, rue Lavaux 1bte1 à 5600 Sautour;315. Mevr. Decarte Josiane, place de Merlemont 15 à 5600 Philippeville;316. De heer Delcourt Jacques, rue de Merlemont 15 5600 Philippeville;317. Mevr. Mommen Sylvie, rue St Roch 6 à 5600 Sart-en-Fagne;318. Mevr. Grosjean Isabelle, avenue de l’Opale 47 à 1030 Schaerbeek.319. De heer en Mevr. Achille en Sibylle Debrus-Angstenberger, rue des Tilleuls 1a à 5600 Merlemont;320. De heer Cavion Ofelio, rue des Terres aux Pierres 5 à 5600 Sautour.(* Adres of naam onleesbaar);Overwegende dat vier personen aanwezig waren bij de gemeente Philippeville op de afsluitende vergadering van

het openbaar onderzoek : mevr. Isabelle Nivart, de heer Georges Golinvaux, mevr. Claire Auriol en de heer RogerDumont om de inhoud van hun schrijven tijdens het openbaar onderzoek te bevestigen;

Gelet op de notulen van de overlegvergadering die op 23 mei 2013 heeft plaatsgevonden;Gelet op het gunstig advies van de gemeenteraad van Philippeville van 19 juni 2013;Gelet op de adviesaanvragen gericht op 20 september 2013 aan Overwegende dat om de adviezen van de

“Commission régionale d’aménagement du territoire” (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening) en de“Conseil wallon de l’environnement pour le développement durable” (Waalse milieuraad voor duurzame ontwikke-ling) en op 5 november 2013 aan het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen enLeefmilieu;

Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van de “Conseil wallon de l’environnement pour le développementdurable” (Waalse Raad voor Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) van 14 oktober 2013;

Overwegende dat de « Conseil wallon de l’Environnement pour le Développement durable » een gunstig adviesuitbrengt over de opneming van de ontginningsgebieden :

“— van “Bois Saint-Lambert”, ten oosten van Sautour, als omzetting van een bosgebied met landschappelijkewaarde, van een landschappelijk waardevol landbouwgebied en van een landbouwgebied (39,9 ha);

— van de oostelijke verlenging van de steengroeve Matissen, in het gehucht “Hollande”, als omzetting van eenlandbouwgebied en twee bosgebieden (11 ha);

— van de westelijke verlenging van de steengroeve Trieux-Collet in het gehucht “les longues Royes”, alsomzetting van een landbouwgebied (2 ha);

— van de oostelijke verlenging van de steengroeve Trieux-Collet, ten zuiden van Franchimont, als omzettingvan een bosgebied met landschappelijke waarde en van een landbouwgebied (11,3 ha)”;

alsook de wijziging van de randen van het gebied Matissen door de opneming van een ontginningsgebied van50 meter breed;

Overwegende dat de oppervlakte vermeld door de CWEDD voor de “Bois Saint-Lambert” verwijst naar deoppervlakte van het gebied opgenomen in het voorontwerp van gewestplan en onderzocht in het planeffectonderzoekdat de zogenaamde site van “Moriachamps” omvatte en niet overeenkomt met de oppervlakte onderworpen aan hetopenbaar onderzoek die betrekking had op ongeveer 22,9 ha; overwegende dat het hier gaat om een fout van de Raadin de mate dat hij, in zijn advies, ″met tevredenheid noteert dat het eindbesluit van de Waalse Regering het gebiedMoriachamps uitsluit, momenteel in tijdelijk gemeentelijk natuurgebied, zoals het studiebureau het in één van debestudeerde alternatieven voorstelt”;

Overwegende dat de CWEDD een gunstig advies uitbrengt over de opneming van al de gebieden voorgedragenals compensatie;

Overwegende dat het advies van de CWEDD afhangt van de ondertekening, zodra de wijziging van hetgewestplan definitief wordt aangenomen, van de samenwerkingsovereenkomst tussen de aanvrager en de « DNF »(Directie Natuur en Bossen), vermeld in het bovenvermeld besluit van de Waalse Regering van 7 februari 2013;

Overwegende dat de CWEDD aan de bevoegde overheid voorstelt om de mogelijkheid te onderzoeken om hetoostelijk gedeelte van Bois Saint-Lambert (Moriachamps) alsook de site van Beumont als natuurgebied te bestemmen,zelfs als Natura 2000-gebied te rangschikken, om het netwerk van de “Vallée de la Chinelle” aan te vullen; dat deCWEDD bovendien voorstelt om de mogelijkheid na te gaan om deze gebieden op te nemen in het veld van desamenwerkingsovereenkomst die tussen de aanvrager en de “DNF” zal ondertekend worden en om het geheel van deafgedankte sites van Merlemont daaraan toe te voegen;

Overwegende dat, wat betreft het effectenonderzoek, de CWEDD van mening is dat het onderzoek de nodigeelementen bevat voor de besluitvorming;

Gelet op het gunstig advies van de “Commission régionale d’aménagement du territoire” (Gewestelijke commissievoor ruimtelijke ordening) van 14 november 2013;

Overwegende dat de “Commission régionale d’aménagement du territoire” voorstander is van :— de opneming van de voorgestelde ontginningsgebieden en de overdruk *R.2.4 op het ontginningsgebied van

Bois Saint-Lambert : ze is van mening dat het nieuwe ontginningsgebied gelegen in Bois Saint-Lambert en

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

de uitbreidingen van de steengroeven Trieux-Collet en Matissen (Hollande) de optimalisering van deafzetting en zijn specificiteit mogelijk maken en eenzelfde en enig uitbreidingsproject vormen van debestaande ontginningsactiviteit van de dolomietsteen in de streek; ze vindt ook dat, bij het lezen van debezwaren uitgebracht in het kader van het openbaar onderzoek, een meerderheid van deze bezwaren meerbetrekking hebben op de vergunning als op de herziening van het gewestplan;

— de opneming van de zeven voorgestelde natuurgebieden, met uitzondering van het natuurgebied Bois duCorbeau : ze is inderdaad van mening dat de ontstedelijking van het gebied Bois du Corbeau niet opportuunis en dat de opneming van een natuurgebied een te dwingend karakter zal hebben op eventueleverbouwingen die later zouden kunnen gebeuren op de bestaande woningen; ze stelt vast dat deontstedelijking van dit gebied ook niet noodzakelijk is aangezien het project meer ontstedelijking alsbebouwing voorziet;

— de opneming van de vier voorgestelde landbouwgebieden : ze is van mening dat de opneming van deze vierlandbouwgebieden zal toelaten om het gewestplan aan de feitelijke toestand aan te passen;

— de opneming van het voorgestelde bosgebied : ze is van mening dat de opneming van een bosgebied op dezeplek zal toelaten om het gewestplan aan de feitelijke toestand aan te passen;

— de alternatieve compensatie dat voorziet dat de S.A. Dolomie van Villers-le-Gambon een partnerschap zalafsluiten in de vorm van een overeenkomst met het DNF (Departement Natuur en Bossen) om eenbeheersplan op te maken dat de naleving garandeert van Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake deinstandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna; ze vindt inderdaad dat dezeovereenkomst past in een doelstelling van goed beheer van de Natura 2000-sites die als compensatie wordenvoorgesteld en van valorisatie van de plaatselijke natuurlijke rijkdom;

Overwegende dat de “Commission régionale d’Aménagement du Territoire” overigens van mening is dat heteffectenonderzoek van goede kwaliteit is; dat ze de duidelijkheid van het document onderstreept en dat ze vaststelt dathet document de gebieden die betrekking hebben op de ruimtelijke ordening en het milieu op een grondige manieranalyseert;

Gelet op het advies van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieuvan 21 februari 2014;

Overwegende dat de inhoud van dit advies in het vervolg van dit besluit ontwikkeld zal worden, als antwoord opde bezwaren en opmerkingen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek;

Gelet op de adviezen van 16 april 2013, 6 juni 2013 en 12 augustus 2013 van de Directie Wegen van Namen vanhet Operationeel directoraat-generaal Wegen en Gebouwen; dat deze adviezen in het vervolg van dit besluitontwikkeld zullen worden, als antwoord op de bezwaren en opmerkingen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek;

Gelet op het advies van 9 april 2013 van de maatschappij Fluxys; dat de inhoud van dit advies in het vervolg vandit besluit ontwikkeld zal worden, als antwoord op de bezwaren en opmerkingen uitgebracht tijdens het openbaaronderzoek;

Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 7 februari 2013 tot voorlopige aanneming van degedeeltelijke herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginnings-gebied en compensatiegebied (natuurgebieden, landbouwgebieden en bosgebied) op het grondgebied van de gemeentePhilippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon) betrekking heeft op de opneming :

— van ontginningsgebieden als uitbreiding van de ontginningsgebieden van de steengroeven van ″TrieuCollet″ en ″Matissen″;

— van een ontginningsgebied in het ″Bois Saint-Lambert″;— van zeven natuurgebieden op de site van de voormalige steengroeven van ″Merlemont –westelijke en

noordelijke gedeelten, Merlemont-Oost, Monsieur, Madame, Wayons en Bois du Corbeau″;— Van vier landbouwgebieden op de sites van ″Stoumont, Mignonveau, Wayons en Matissen″;— van een bosgebied op de site van ″Stoumont″;dat een bijkomend voorschrift betrekking heeft op het ontginningsgebied gepland op de site van de Bois

Saint-Lambert die pas van start zal mogen gaan na afloop van de uitbating van de andere ontginningsgebieden die doordeze herziening van het gewestplan opgenomen zijn, met uitzondering van de werken voor de voorbereiding en deopening van de afzetting″;

Dat een bepaling de aanneming van een overeenkomst tussen de S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon en hetDepartement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst voorziet om een beheer te garanderen van deNatura 2000-sites die als compensatie worden voorgesteld;

Overwegende dat de bezwaren en opmerkingen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek voornamelijkbetrekking hebben op het principe en de uitbating van een nieuw ontginningsgebied op de site van de BoisSaint-Lambert; dat de brief van de vennootschap Dolomies van Villers-le-Gambon de rechtzetting van bepaaldegrenzen van de gebieden beoogt in overeenstemming met de operationele realiteit van het bedrijf;

Overwegende dat de Waalse Regering na analyse van de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwarenen opmerkingen en na analyse van de adviezen uitgebracht over het dossier in de verschillende stadia van deprocedure daarop als volgt wenst te antwoorden;

Overwegende dat, in het algemeen, de bezwaarindieners de aanwezigheid van een afzetting van dolomiet in desites betrokken bij de opneming als ontginningsgebied in het project niet op de helling zetten, zoals heteffectenonderzoek het trouwens goed heeft aangetoond; dat sommige beweren dat ze fier zijn op de Waalseontginningsactiviteit, dat ze de waarde erkennen van de dolomietsteen, de zogenaamde “gouden grind” waarvan deafzettingen heel beperkt zijn in Wallonië en zich vooral beperken tot het gebied Sautour, Merlemont enVillers-le-Gambon voor deze soort dolomietsteen;

Overwegende dat bezwaarindieners de afwezigheid vaststellen van grondproeven in de Bois Saint-Lambert die deschatting van het rendement van de afzetting onzeker zou maken en dat de vraag zich stelt van de uivoering vanboringen door een instelling die niet afhangt van de uitbater van de steengroeve;

Overwegende dat het effectenonderzoek echter bevestigt dat de steengroeven van de S.A. Dolomie vanVillers-le-Gambon en Merlemont zich in het Anticlinorium van Philippeville bevinden; dat ze de aanwezigheid vansecundair dolomiet bevestigt die voortvloeit uit de dolomietisering van kalksteen die de Formatie van Philippeville ende Formatie van Grands Breux kenmerkt; dat de dolomietisering onregelmatig is en het geheel van het kalkmassief nietaantast; dat het voorvallen ervan moeilijk met nauwkeurigheid te voorspellen is, dat de afzetting drie soorten dolomietheeft :de gele dolomiet, de grijze dolomiet en de gestreepte dolomiet; dat het effectenonderzoek de kenmerken(fysisch-chemische, kleur, enz) en de specifieke gebruiken van het product bevestigt;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat het effectenonderzoek aldus heeft kunnen nagaan dat als de herziening van het gewestplan nietis aangenomen, het bedrijf zijn activiteiten op korte termijn zal moeten stopzetten, waardoor de markt niet meerbevoorraad zal worden met een product dat enig is voor zijn fysische en kleur kenmerken en waarbij bovendienongeveer twaalf personen werkloos zullen worden;

Overwegende dat het effectenonderzoek van het gewestplan concludeert dat over het geheel van de onderzochtegebieden, uit boringen, graafwerken en waarnemingen aan de oppervlakte blijkt dat dolomiet wel degelijk aanwezigis op de gebieden die het voorwerp uitmaken van de aanvraag en dit, op aanzienlijke diepten en oppervlakten; dat dezedolomietsteen meestal geel is en dat de kwaliteit van de afzettingen en, bij uitbreiding, hun ontginbaarheid goed totzeer goed blijkt te zijn;

Overwegende dat het planeffectonderzoek vermeldt, in het bijzonder wat betreft het gebied van de BoisSaint-Lambert, dat er “in het gebied 7 (gebied van de Bois Saint-Lambert), ook onderzoeken werden gevoerd (bron :S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon, vertrouwelijke gegevens). Voor de oostelijke helft werden 11 monsternemingen,verdeeld over het gebied, aan de oppervlakte genomen tijdens een geologische opneming uitgevoerd door deaanvrager (1971, bron S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon). Daarna werd er ook een openbare actie met 3 boringengevoerd (2002, bron : S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon). De chemische analyse op de oppervlakkige monsternemin-gen (21 monsters) toont systematisch de aanwezigheid van dolomietsteen. De boringen zijn elk 40 meter diep.20 monsters die op gelijke wijze verdeeld zijn op elk van hen, hebben het voorwerp uitgemaakt van een chemischeanalyse. Daaruit vloeit voort dat drie boringen dolomietsteen aanduiden, respectievelijk op 100 %, 50 % en 25 % vanhun diepte.

Het westelijk gedeelte, percelen van privé eigendommen, heeft niet het voorwerp uitgemaakt van grondigeanalyses. De dikte van de grond is echter voldoende gering om een betrouwbaar oppervlakkig onderzoek van de“bed-rock frasnien” (frasniaan grondgesteente) toe te laten. Het onderzoek van de geologische kaart van Sautour-Surice(Dumoulin & Marion, 1988) bevestigt inderdaad, naar gelang van de beschikbare aan de oppervlakte liggende rotsenen dagzomen, dat er dolomietsteen (symbool V) aanwezig is op een belangrijke oppervlakte van het gebied van de BoisSaint-Lambert (zie Kaart 6- Geologische kaart). Deze dolomietsteen strekt zich uit binnen een geologische eenheidgenoemd “PL”. Het gaat hier over de groepering van de Formatie van Philippeville en “Membre du Lion” (Formatievan Grands Breux) die in feite, vanuit een sedimentologisch standpunt, de overgang aanduidt tussen deze tweegeologische eenheden (zie afbeelding 4). Laten we ook opmerken dat het gebied 7 (gebied van de Bois Saint-Lambert)zich vanuit het standpunt van de structurele geologie, op het periclinaal uiteinde van een anticlinaal bevindt, wat eenruimtelijke verdeling van de facies als gevolg heeft, in dit geval gedolomitiseerd, uitgestrekt zowel op de oppervlakteals in de diepte.”;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek de geldigheid van de resultaten van de boringen van hetsteengroevebedrijf niet in vraag stelt; dat hij erkent dat de interpretatiewaarde van de boringgegevens soms een zeerplaatselijk karakter heeft; dat zichtbare tegenstellingen zich dan ook kunnen voordoen als men deze gegevens met meerglobale waarnemingen vergelijkt; dat de auteur van het effectonderzoek er ook op wijst dat afzettingen vandolomietsteen, door de aard ervan, belangrijke horizontale en verticale verschillen van de dolomitische facies kunnentonen; dat de omvang van de dolomitiseringsverschijnselen afhangt van talrijke parameters, zoals de toevallige evolutievan het dolomitiseringsfront, het chemisme en de facies van de primitieve rots; dat de heterogeniteit van dit soortafzetting door de geologen erkend wordt; dat deze afzettingen in hun geheel moeten bekeken worden; dat het aantalnoodzakelijke boringen om een nauwkeurige cartografie van de kwaliteiten van de aanwezige dolomietstenen teverkrijgen (geel, grijs, gestreept) te omvangrijk zou zijn en zou moeten overeenkomen met een dicht netwerk; dat indit stadium van het onderzoek alleen maar bepaalde trends aan het licht kunnen worden gebracht alhoewel hetdolomitisch karakter van de aanwezige rots geen twijfel lijdt in het geheel van het onderzochte gebied; dat meernauwkeurige gegevens beschikbaar zullen zijn en meer boringen uitgevoerd zullen worden in het kader van deaanvraag tot globale vergunning;

Overwegende dat de auteur van het effectonderzoek tot slot de aanwezigheid van dolomietsteen bevestigt op desite van de Bois Saint-Lambert maar ook erkent dat proefboringen uitgevoerd zullen moeten worden om de kennisbetreffende de afzetting aanwezig in dit gebied te bepalen;

Overwegende dat, op dit stadium van de procedure, de Regering erkent dat het niet aan de auteur van hetplaneffectonderzoek toekomt om de proefboringen of boringen uit te voeren of te laten uitvoeren; dat demilieueffectenstudie i.v.m. een vergunningsaanvraag daarentegen de afzetting op een duidelijk manier zal moetenomschrijven;

Overwegende dat, ondanks het feit dat de bezwaarindieners de aanwezigheid van een afzetting op de sitesbetrokken bij de opneming van een ontginningsgebied niet in vraag stellen, sommige dan toch alternatieven voorstellenvoor het gebruik van dolomietsteen voor de steenslagverhardingen van de wegen door het gebruik van zand en grind,alsook om de meststoffen met magnesium te vervangen door groene meststoffen en de bevordering van biologischeteelt;

Overwegende dat het effectonderzoek concurrerende of vervangingsproducten heeft geïdentificeerd; dat hetonderzoek vaststelt dat, voor een groot deel van de algemene toepassingen van de dolomietsteen, deze dolomietsteendoor kalksteen kan worden vervangen door het feit dat kalksteen een carbonaathoudende gesteente is dat veelgemeenschappelijke eigenschappen vertoont met dolomietsteen; dat, de afwezigheid van magnesium in kalksteenoverigens als gevolg heeft dat deze soort rots niet dezelfde eigenschappen van hydrauliciteit als dolomietsteen bezit;dat de dolomietsteen ontgonnen door de “S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon” een uitzonderlijke gele kleur vertoonten dat hij, door deze bijzonderheid, volledig geschikt is, op esthetisch vlak, voor de verfraaiing van de wegen en padenvan talrijke patrimoniale sites;

Overwegende dat het effectonderzoek nog aantoont dat de inventaris van de bouwproducten van het typedecoratieve gele grind, naast de ″Gravier d’Or” (Gouden grind), op een andere benaming wijst : “le Parc d’Or” (GoudenPark); dat het gaat om een kalkrots uit het secundaire tijdvak (Juratijd) met een warme gele kleurschakering die tewijten is aan een laag ijzergehalte; dat “le Parc d’Or” in Luxemburg en Frankrijk wordt geproduceerd; dat zijn tinthomogeen, duurzaam en dezelfde is bij elk levering; dat het effectonderzoek echter besluit dat dit grind niet aan alleeigenschapen, met name de hydrauliciteit, van de “Gravier d’Or” voldoet;

Overwegende dat het effectonderzoek overigens nog een ander eventueel vervangingsproduct noemt met bijnadezelfde tint als de “Gravier d’Or”, hoewel met verschillende kenmerken, namelijk de gele tot beige kalkzandsteenslag(mesozoïsche rots, secundair tijdvak, Juratijd) die in de streken van Aarlen en Florenville wordt geproduceerd; dat hetonderzoek erop wijst dat het gebruik van deze zandsteen als siergrind plaatselijk nogal gangbaar is; dat de productieechter wordt bestemd voor de bouwsector en de civiele bouwkunde;

Overwegende dat het effectonderzoek ook nog nagaat of de productie van dolomietsteen voor de chemischeindustrie, in dit geval de productie van meststoffen, voorvloeit uit een mengeling van grijze (gestreepte) en geledolomietsteen; dat, in dit geval, de dolomietsteen wordt gebruikt, zoals de kalksteen, als minerale last voor devoorbereiding van meststoffen; dat de natuurlijke inbreng aan magnesia niet voldoende is en dat de toevoeging van eenaanvulling van zuivere magnesia onontbeerlijk is;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat het effectonderzoek concludeert dat, in de twee soorten toepassingen, zelfs als vervangings-producten beschikbaar zijn op de markt, de “dolomies de Villers-le-Gambon”, door hun fysisch-chemische kenmerken,niet te verwaarlozen voordelen verschaffen, door een materiaal voor steenslagverhardingen van grote technischekwaliteit te leveren dat geen enkele andere natuurlijke rots kan evenaren gelet op zijn sterk gehalte aan MgCO3 alsookeen niet te verwaarlozen inbreng van magnesia in het kader van de chemische industrie van meststoffen;

Overwegende dat het effectonderzoek aldus bevestigt, zelfs als andere bedrijven een gelijkaardig materiaalvoorstellen, dat de “S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon” het enige bedrijf is dat het massief van Philippeville uitbaaten, in het geval van de gele dolomietsteen, het enige bedrijf in Europa om een afzetting uit te baten met deze bijzonderekleur waarvoor het merk ″Gravier d’Or″ werd neergelegd; dat andere bedrijven potentieel kunnen concurreren met de“S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon” wat betreft de productie van dolomietsteen bestemd voor de productie vanmeststoffen, maar dat de klantenbinding van een unieke klant via een systeem van aandeelhouderschap het verbruikvan de productie tot uitputting van de reserves lijkt te verzekeren; dat de vraag van de uitbater van de steengroevealdus gevalideerd is;

Overwegende dat het effectonderzoek van mening is dat de vraag naar dolomietsteen stabiel zou moeten blijvenin de komende jaren; dat het Bedrijf een monopolie bezit wat betreft de productie van “Gravier d’Or” en dat deproductie van dolomietsteen gebruikt voor de vervaardiging van meststoffen ongeveer 33 % van de Benelux marktvertegenwoordigt;

Overwegende dat het effectonderzoek de nabije uitputting van de uitgebate afzettingen bevestigt en ook bevestigtdat de voortzetting van de activiteiten van het bedrijf gebonden is aan de uitbreiding van het ontginningsgebied; datde voortzetting van de activiteiten van de Vennootschap trouwens noodzakelijk is om te voldoen aan de behoeften vande markt aan dolomietsteen die de omschreven kenmerken heeft;

Overwegende dat de Regering de ingediende bezwaren begrijpt; dat zij echter vaststelt dat zij geenszins dehaalbaarheid en de rentabiliteit van de voorgestelde alternatieven aantoont en dat ze dan ook niet weerhouden kunnenworden;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners wel degelijk bewust zijn van het economisch belang van deontginningsactiviteit van het project voor de gemeentelijke financiën, hoewel sommige bezwaarindieners vinden dat debijdrage die aan de uitbaters van de steengroeven gevraagd wordt onvoldoende is t.o.v. de verliezen voor degemeenschap; dat zij overigens wijzen op het laag aantal betrekkingen die door de activiteit zouden worden bezetgedurende enkele jaren (10 jaar uitbating in Merlemont-Franchimont + 13 jaar volgens het effectenonderzoek van hetgewestplan voor de Bois Saint-Lambert); dat sommige bezwaarindieners opmerken dat geen enkele toegevoegdewaarde van de uitvoering van de ontginningsgebieden gevolgen heeft op plaatselijk vlak; dat de kwestie van detewerkstelling een vals voorwendsel is;

Overwegende dat bezwaarindieners zich uitspreken voor het feit dat de gemeente geen onmiddellijke financiëlewinsten beperkt in de tijd zou binnenhalen, maar zou nadenken over een geïntegreerde ontwikkeling die gebaseerd zouzijn op de rijkdom van het natuurlijk en landschappelijk erfgoed; dat zij vinden dat de uitbatingstermijn van deuitbreiding van de sites van Trieux-Collet, Hollande, en Merlemont de tijd geeft om een beleid te starten van meerduurzame jobcreatie naar toekomstsectoren toe dat de mogelijkheid zou bieden om de tijd na de uitbating van desteengroeve voor te bereiden; dat er pistes worden voorgesteld in de sectoren van het ecotoerisme, de diensten aanpersonen, energie, woning, de plaatselijke productie of een project van sociale economie (gemeenschappelijkeschaapskooi, onderhoud van het kalkminnend grasland, enz), die andere inkomsten voor de gemeente zouden mogelijkmaken met inachtneming van de natuur; dat er een verband wordt gelegd met het gemeentelijk natuurontwikkelings-plan dat aan de gang is in de gemeente Philippeville;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners zich aldus uitspreken voor een visie op lange termijn en aan depolitieke overheid vragen om visionair te zijn; dat de bezwaarindierners over het algemeen de uitbreiding van de sitesTrieux-Collet, Hollande en Merlemont aanvaarden gedurende een tiental jaren; dat, daarentegen, de uitvoering van desite van Bois Saint-Lambert unaniem wordt afgewezen;

Overwegende dat de bezwaarindieners vinden dat de enkele betrekkingen die verbonden zouden zijn aan deuitbating van de site van Bois Saint-Lambert het definitief verlies van deze uitzonderlijke natuurlijke site nietcompenseren; dat de vraag zich stelt van de economische waarde van een opmerkelijke natuurlijke site alsook van deevaluatie van de financiële impact i.v.m. de levenskwaliteit of de schoonheid van de site;

Overwegende dat de bezwaarindieners de fasering vragen van de aanvaarding door de Regering van deherziening van het gewestplan alsook de fasering van de uitbating; dat zij aldus in een eerste fase voorstellen dat deRegering de opneming van de ontginningsgebieden van Trieux-Collet, Matissen, Hollande en Merlemont en van decompensatiegebieden zou aanvaarden zodat de uitbater zich kan voorbereiden op het einde van de uitbating en dereconversie van de betrekkingen en dat het onderzoek van de eventuele opneming van het ontginningsgebied van BoisSaint-Lambert zou worden uitgesteld en zou afhangen van de voorstelling en de resultaten van een bijkomendeevaluatie, met name biologisch; dat andere bezwaarindieners de weigering vragen van de opneming van hetontginningsgebied van de site van Bois Saint-Lambert;

Overwegende dat de Regering erop wijst dat deze bezwaren en opmerkingen niet worden gevolgd in deberaadslaging van de gemeenteraad van Philippeville van 19 juni 2013;

Overwegende dat, voor wat onder de vastlegging van een alternatieve lange termijn visie van de gemeentelijkeontwikkeling valt, het niet de taak van de Waalse Regering is om de plaats van de gemeentelijke overheid in te nemenvoor het vastleggen van haar visie over de ruimtelijke ontwikkeling maar om na te gaan of zij niet in strijd is met haareigen ontwikkelingsproject;

Overwegende dat, wat betreft de globale visie en de visie op lange termijn van de uitbating van de Waalseondergrondse rijkdommen, met het oog op het spaarzaam beheer en de duurzame ontwikkeling, de Waalse Regeringhet litho- en stratografisch onderzoekslaboratorium van de Luikse universiteit (Professor E. Poty), in februari 1999, watbetreft de sector Philippeville-Couvin, met een onderzoek heeft belast aangaande de uitvoering van een inventaris vande bestaande ontginningen en de identificatie van de nieuwe potentiële ontginningen, waarbij het tegelijk de behoeftenin kaart brengt; dat die opdracht resulteerde in de studie met als opschrift “Inventaire des ressources du sous-sol etperspectives des besoins à terme des industries extractives de Wallonie”; dat die studie in 2010 werd bijgewerkt;overwegende dat het Gewest over een globale visie van de bestaande toestand, van de uitbatingsperpectieven en vande potentiële afzettingen op schaal van het grondgebied beschikt en dit, voor het geheel van de grondstoffen die inWallonië ontgonnen worden;

Overwegende dat de afzetting beoogd door de S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon aansluit op de resultaten vandit onderzoek;

Overwegende dat, wat betreft de tewerkstelling, eraan herinnerd dient te worden dat de industriële activiteit vande vennootschap Dolomie de Villers-le-Gambon van een specifieke natuurlijke rijkdom afhangt die op een bepaaldplaats ligt; dat dit project niet alleen de bestaande industriële activiteit in Merlemont wil behouden maar ook de daarbijhorende betrekkingen die door het effectenonderzoek op 28 tot 35 worden geschat;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat een herziening van het gewestplan een gewestelijk en niet plaatselijk belang beoogt; dat het vantoepassing blijft ondank het feit dat de economische gevolgen van een dergelijke operatie zich niet alleen concentrerenop de gemeente die de uitbating van de afzetting herbergt;

Overwegende dat het planeffectonderzoek, in de socio-economische rechtvaardiging van het project, overigensbesloten heeft tot de noodzaak om de nieuwe aangevraagde ontginningsgebieden op te richten zoals onderworpen aaneen openbaar onderzoek; dat de ligging van de gebieden weerhouden in het voorontwerp van gewestplan gevalideerdwerd ondanks de opzoeking en de analyse van liggingsvarianten; dat het effectenonderzoek het project t.o.v. debehoeften, de markt en de potentialiteiten van het gewestplan gerechtvaardigd heeft; dat de Regering van mening isdat de beschouwingen van het onderzoek samenhangend en gegrond zijn en dan ook het voornemen heeft om zich hierachter te scharen;

Overwegende dat het antwoord op de aldus bewezen behoeften een prioriteit vormt voor de Regering;Overwegende dat, door de aldus bewezen behoeften, de Regering de optie van de fasering van de herziening van

het gewestplan niet weerhoudt; dat zij aldus de optie genomen in haar besluit van 9 maart 2006 bevestigt wegens hetbelang om vanaf nu het onderzoek van een oplossing voort te zetten die aan de naamloze vennootschap Dolomie deVillers-le-Gambon de mogelijkheid zou bieden om op langere termijn de uitbating van kwalitatieve dolomietsteenvoort te zetten;

Overwegende dat de Regering bevestigt dat de procedure inderdaad een stap is vóór de eventuele uitvoering vande ontginningsgebieden; dat het steengroevebedrijf op een grondige manier de haalbaarheid van zijn industrieel projectzal moeten bewijzen bij de vergunningsaanvraag die hij zal moeten indienen met het oog op de uitbating van deafzetting;

Overwegende dat de Regering daarentegen rekening houdt met de aanvraag die betrekking heeft op de faseringvan de uitvoering van de ontginningsgebieden; dat laatstgenoemde geconcretiseerd zal worden zowel door deinvoering van een bijkomend voorschrift in dit besluit als tijdens het onderzoek van elke vergunningsaanvraag;

Overwegende tot slot dat de Regering, wegens o.a. de know-how en de ervaring van het steengroevebedrijf, devoorkeur wil geven aan de voortzetting van de ontginningsactiviteiten en het behoud van de daarbij horendetewerkstelling; dat het project bovendien gedeeltelijk past in de verlenging en het rationeel gebruik van bestaandeinfrastructuren die sinds lange tijd in de structuur van de gemeente verankerd zijn;

Overwegende dat talrijke bezwaren betrekking hebben op de site van Moriachamps; dat deze site daadwerkelijkhet voorwerp uitmaakte van een aanvraag van opneming als ontginningsgebied vanwege de S.A. Dolomie deVillers-le-Gambon; dat, in zijn besluiten van 27 mei 2004 tot herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin(blad n° 58/1 en 58/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan met een oog op deopneming van vier ontginningsgebieden te Philippeville (Merlemont) en van 9 maart 2006 tot rechtzetting, door deopneming van een vijfde ontginningsgebied in het voorontwerp van gewestplan, van het voornoemde besluit, deRegering dit ontginningsgebied in aanmerking nam;

Overwegende dat, ten gevolge van de conclusies van het effectenonderzoek van het gewestplan en vanverschillende adviezen uitgebracht in die tijd, de Regering de site van Moriachamps (oppervlakte van ongeveer 15,8 ha)niet in aanmerking heeft genomen in haar besluit van 7 februari 2013 tot voorlopige aanneming van de gedeeltelijkeherziening van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de opneming van een ontginningsgebied encompensatiegebied (natuurgebieden, landbouwgebieden en bosgebied) op het grondgebied van de gemeentePhilippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon) met het oog om er biologisch zeer waardevolleomgevingen in stand te houden; dat de site van Moriachamps daardoor niet betrokken is bij het openbaar onderzoeki.v.m. deze herziening van het gewestplan; dat de bezwaren en adviezen betreffende de opneming van de site vanMoriachamps als ontginningsgebied dan ook niet gegrond zijn;

Overwegende, voor het overige, dat bezwaarindieners zich ongerust maken over het behoud van de site vanMoriachamps in het geval van de uitvoering van het ontginningsgebied van de site van Bois Saint-Lambert;

Overwegende dat, rekening houdende met het feit dat het ecologisch belang van deze site gekend is, de Regeringbevestigt dat de uitbating van het geheel van deze ontginningsgebieden opgenomen in het gewestplan door dezeprocedure verenigbaar moet zijn met de bepalingen van de wetgeving op het natuurbehoud; dat de aflevering van elkevergunning en de daadwerkelijke uitvoering van de ontginningsgebieden tijdens de uitbating zullen afhangen van denaleving van deze wetgeving; dat het effectenonderzoek benadrukt dat het ontwerp van overeenkomst dat beschikbaarwas tijdens de uitvoering van het effectenonderzoek, daar hij zich in de eerste plaats richt tot de gebieden die reedsuitgebaat worden, ook de mogelijkheid voorziet om beheersmaatregelen ten uitvoer te leggen die gunstig zijn voor hetbehoud en de ontwikkeling van de biodiversiteit : “De uitbater van de steengroeve zal, zowel op kwantitatief als opkwalitatief vlak, een voldoende belangrijk geheel van gebieden voorstellen die het voorwerp hebben uitgemaakt vaneen ontginningsproces en/of van gebieden die nog steeds het voorwerp uitmaken van een ontginningsproces en/ofvan “buffer” gebieden die gelegen zijn rond deze ontginningssites of industriële sites.”;

Overwegende dat de kwaliteit van het effectenonderzoek dat onvolledig, verkeerd en voorbijgestreefd is, doorverschillende bezwaarindieners wordt betwist;

Overwegende dat het onderzoek de voornaamste uitdagingen i.v.m. de Bois Saint-Lambert o.a. niet voldoende aanhet licht zou hebben gebracht door het feit dat de Bois Saint-Lambert het laatste dolomitisch bosmassief van het massiefvan Philippeville is dat door de ontginningsactiviteit niet opengescheurd is, het feit dat het bos één van de zeldzamegebieden zou zijn van confrontatie van de Atlantische en continentale varianten van neutrofiele eikenbossen-beukenbossen in het oostelijk front van de Atlantische formatie en het feit dat de site zich zou bevinden in het laatstenestbouwgebied van de kwartelkoning in Wallonië;

Overwegende dat de bezwaarindieners rekening houden met een gebrek aan nauwkeurige evaluatie van deimpact van het project op de verschillende componenten van de biodiversiteit, in het bijzonder op de patrimonialesoorten en habitats en op een verkeerde manier op de soorten en habitats van gemeenschappelijk belang op de site vande Bois Saint-Lambert of op de Natura 2000-gebieden in de omgeving;

Overwegende dat de bezwaarindieners vinden dat het effectenonderzoek de impact van de afvoeralternatievenvan de producten van de Bois Saint-Lambert niet of onvoldoende evalueert, geen diepgaand hydrogeologischonderzoek bevat, ook geen onderzoek over de geluidshinder of het stof, geen onderzoek van de trillingen, van hetgevaar van schaden aan de dorpen en beschermde gebouwen, dat het onderzoek niet de gezamenlijke gevolgenevalueert van het project van ontginningsgebied en van andere projecten zoals een project van windmolenpark;

Overwegende dat de bezwaarindieners vragen dat het effectenonderzoek wordt aangevuld en onderworpen aaneen nieuw openbaar onderzoek; dat zij vinden dat het onderzoek inderdaad niet toelaat aan de bevolking noch aan deRegering om te kunnen oordelen over de milieuopportuniteit van het project;

Overwegende dat bezwaarindieners vinden dat het effectenonderzoek voorbijgestreefd is omdat het in 2003 isbegonnen, in 2009 is afgewerkt en in 2013 aan een openbaar onderzoek is voorgesteld, dat het de huidige werkelijkheidop het terrein niet weergeeft; dat ze echter niet bepalen hoe dit voorbijgestreefd karakter in elkaar zou steken; dat deRegering dan ook geen antwoord kan geven op een dergelijke onduidelijke opmerking;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat, in zijn advies van 14 oktober 2013, de CWEDD “van mening is dat het effectenonderzoek denodige elementen bevat voor de besluitvorming”;

Overwegende dat, in haar advies van 14 november 2013, de “CRAT” van mening is dat het onderzoek van goedekwaliteit is; dat ze “de duidelijkheid van het document onderstreept en dat ze vaststelt dat het document de gebiedendie betrekking hebben op de ruimtelijke ordening en het milieu op een grondige manier analyseert”;

Biologie/natuurerfgoed

Overwegende dat de “Commission régionale d’aménagement du territoire”, de “Conseil wallon de l’environnementpour le développement durable” en het Operationeel directoraat-generaal Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu,overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek verzocht werden om adviesverlening i.v.m. de ontwerp-inhoud en heteffectenonderzoek van het gewestplan; dat het verzoek om adviesverlening betrekking had op de omvang en deduidelijkheid van de informatie die het effectenonderzoek voor een gewestplan moest bevatten; dat de adviezen vande CRAT en de CWEDD gedateerd zijn van 9 mei 2006; dat het advies van het Directoraat-generaal dateert van19 mei 2006;

Overwegende dat de Regering rekening had gehouden met de adviezen voor de eindredactie van de inhoud vanhet effectenonderzoek van het gewestplan; dat het feit dat de locatie ″Bois Saint-Lambert″ een aanzienlijke natuurlijkerijkdom bevatte gekend was en dat er in de inhoud van het onderzoek aangedrongen werd op de noodzaak van eengeschikte beoordeling van de effecten van het voorontwerp van het gewestplan op het leefmilieu in de zin van dewetgeving ″Natura 2000″; dat de beoordeling van de leefmilieu-impacten uiteraard reeds volledig deel uitmaakte vande ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek en dat die inhoud enkel aangevuld werd op grond van de tekstvoorgelegd door het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;

Overwegende dat het advies van 21 februari 2014 van het Directoraat-generaal Landbouw, Leefmilieu enNatuurlijke Hulpbronnen feitelijk uit het advies van meerdere van zijn departementen bestaat;

Overwegende dat het Departement Onderzoek van het Natuurlijk en Landbouwmilieu enkel de overwegingenonderzocht heeft met betrekking tot de kwaliteit van het effectenonderzoek die tijdens het openbaar onderzoekgeopperd werden door de heer Olivier Guillite voor zover die overwegingen volgens bedoeld departement de meesteargumenten bevatten;

Overwegende dat de DEMNA erop wijst dat de rechtstreekse vernietiging van Natura 2000 habitats door deontginning duidelijk gemeld wordt en « dat wij daar niet op terug komen ». Meerdere beweringen [van de heer Guillite,niet-cursief lettertype hieronder] betreffende de effecten op de soorten of d nabije locaties verdienen enige commentaarof nuancering.

Volgens zijn gedachtegang :

— zou de aanwezigheid van een open plek in het « Bois Saint-Lambert » ″zeer gunstig″ zijn voor dekwartelkoning, die nestelde ″op enkele honderden meters van de groeve in ontginning″. Hoewel eennestbouw niet uitgesloten kan worden in dat soort habitat, is dit hoogst onwaarschijnlijk, voor zover er inde nabijheid veel aantrekkelijker biotopen voor de soort bestaan, met name in het net van vochtige weidenin de vlakte van de Hermeton. Volgens Jacob et al. (2010 2010 Atlas des oiseaux nicheurs de Wallonie2001-2007. Publicatie van Aves en DEMNA. Serie ″Faune-Flore-Habitats″, nr. 5, Gembloux, 525 p.) is dekwartelkoning vooral te vinden op meestal vochtige maaiweiden (62 tot 85 % van de habitats in 1998), graan-of erwtenakkers (26,2% in 1998) en andere meer marginale milieus zoals megaphorbiaie, braaklanden,gerooide bossen, weiden beplant met jonge naaldbomen, extensieve weiden en verlaten weilanden. Verderoppert de auteur dat de twee open plekken in de bossen een pleisterplaats kunnen zijn voor de klapekster,de grauwe klauwier, het paapje, de boomleeuwerik, de grote hoefijzerneus en de ingekorven vleermuis. Diesoorten zijn aanwezig in de Hermeton vlakte, maar niets wijst erop dat ze zouden broeden op deze « openplekken », daar de grootte van de locaties of de plantstructuur niet optimaal zijn;

— de mogelijke aanwezigheid van een kluizenarij in een open plek van het Bois Saint-Lambert, nog waar tenemen op de kaart van Ferraris (1770), « die van invloed zou kunnen zijn geweest op de botanischesamenstelling van het bos zoals vastgesteld in het bos van Roly ». Er schijnt geen enkele vermelding te zijnvan enige genaturaliseerde flora « zoals in Roly » op bedoelde locatie, die de naturalisten nochtans al meerdan zestig jaar lang bezoeken. De auteur meldt daarentegen de aanwezigheid van steenophopingen « ingedeelten van het bos zowel ten oosten als ten westen, waar stenen weggehaald werden ». Die praktijk wijster eerder op date en deel van die bossen groeide op voormalige akkerlanden, die waarschijnlijk reeds in 1770herbebost werden zoals ook nog waargenomen op andere locaties uit de regio.

— De oppervlakten van habitats met communautaur belang, gemeld in de Standard Data Form ofte SDF vande Natura 2000 locaties en door de auteur gebruikt (bv. 24 ha kalkgraslanden met orchideeën) komen nietmet de werkelijkheid overeen. Die bemerking werd reeds meermaals geopperd en de SDF’s zijn heden aanherziening onderworpen;

— de ″aanwezigheid van een rest kalkgrasland van 0,25 ha, met talrijke orchideeën w.o. het vogelnestje, demannetjesorchis, de keverorchis, een nachtorchis...″. Die soorten zijn niet typisch voor graslanden, maareerder voor open bossen of kalkbossen;

— « het herstel van die graslanden, rijk aan variëteiten orchideeën, is onmogelijk op korte en middellangetermijn in de voormalige groevelocaties die als planologische compensatie worden voorgesteld ». Deinventarissen van de voormalige ontginningsputten hebben daarentegen getoond dat de flora en debeplanting die kenmerkend zijn voor de regionale graslanden zich herstelden. Uiteraard is de tijdsfactor eenbelangrijke parameter die in acht genomen dient te worden. Niettemin konden meerdere soorten orchideeënwaargenomen worden in significante bestanden in deze voormalige ontginningsputten (zie o.a. depermanente atlas van de Waalse flora).

Ten slotte, de uitbreiding van het ontginningsgebied zoals voorzien in de herziening van het gewestplan zalonvermijdelijk effecten hebben op de biodiversiteit, hoofdzakelijk in de zone van het ″Bois Saint-Lambert″. Heteffectenonderzoek voor het gewestplan heeft de gevolgen van de uitbreiding naar de habitats en naar deNatura 2000-soorten in de Natura 2000-locatie gelegen rondom het uitbreidingsgebied niet beoordeeld. In het kader vanartikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 2006 (Belgisch Staatsblad van 5 mei 2006) tot rechtzettingvia de opneming van een vijfde ontginningsgebied in het voorontwerp van gewestplan, van het besluit van de WaalseRegering van 27 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van 2 september 2004) tot herziening van het gewestplanPhilippeville-Couvin (bladen 58/1 en 58/2) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan methet oog op de opneming van vier ontginningsgebieden te Philippeville (Merlemont) wordt bepaald dat, om een beheervan de Natura 2000-locaties te waarborgen voorgesteld als compensatie bedoeld in artikel 46, § 1, en 3°, en die naar degeest is van Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 betreffende de instandhouding van natuurlijke habitats en de wilde

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

fauna en flora zet de S.A. Dolomie van Villers-le-Gambon een partnerovereenkomst op in de vorm van eenovereenkomst met de Afdeling Natuur en Bos van het Ministerie van het Waalse Gewest om een beheersplan uit tewerken tot waarborg van de naleving van deze richtlijn. Deze overeenkomst zal aan de Regering ter goedkeuringworden voorgelegd uiterlijk op de datum van de definitieve goedkeuring van de wijziging van het gewestplanPhilippeville-Couvin.″.

Eventuele verzachtende maatregelen dienen overwogen te worden bij het invoeren van de partnerovereenkomsttussen S.A. Dolomie en de Directie. »

Overwegende dat de voornaamste bezwaren voor de Directie Namen van het Departement Natuur en bossen devolgende zijn :

— het Bois Saint-Lambert (zones 7 en 8), met inbegrip van het oostelijke deel met de open plek Moriachamps(zone 7) is niet opgenomen in de omtrek van Natura 2000-locatie BE25029;

— het effectenonderzoek is onvolledig daar er geen rekening wordt gehouden met de impact van devernietiging/inbedrijfname van het Bois Saint-Lambert (zone 8) op de soorten, habitats van soorten enperifere Natura 2000-habitats, al dan niet opgenomen in een Natura 2000-gebied, of op schaal van het WaalseGewest;

— dat ze acht dat « voor het eerste punt, er al dan niet een antwoord gevonden zal worden bij het bestuderenvan het dossier door de instandhoudingscommissie van de N2000-locaties Namen en bij het nemen van hetaanwijzingsbesluit voor de locatie N2000 BE 25029″;

— en dat : « Wat betreft de soorten, habitats van soorten en habitats N2000, bij inbedrijfname van het BoisSaint-Lambert in enkel het westelijk deel (zone 8) en bij uitsluiting van de wijziging van gewestplan, van hetoostelijk deel (zone 7, Clairière de Moriachamps en omgeving) :

— de zone waarin de Atlantische en de continentale variant van de eikenbossen ter vervanging van deneutrofiele beukenbossen zal inderdaad over een afstand van enkele honderden meters in de noord-zuidelijke as in het gedrang komen ondanks het feit dat er aan weerskanten van de toekomstige groeve ditoecotoon (die geen streep vormt, maar een langzame variatie over meerdere honderden meters inwest-oostelijke richting) spoedig een nieuwe begroeiing zal ontstaan wat betreft de kenmerkendegrasplanten die geleidelijk aan het gebied zullen innemen : voor de boomlaag zal de heraanleg van de groeveop het einde van de exploitatie, indien ze de verplichting bevat om gemengde beplantingen van beuk, eiken andere inlandse soorten aan te leggen (indien mogelijk), spoediger beukenbossen met habitats vancommunautair belang zien groeien dan indien ze zoals heden op natuurlijke wijzen dienen te volgende opde bestaande vervangingseikenbossen;

— de Europese Unie heeft erkend dat België en Wallonie ingegaan waren op het verzoek tot bescherming vande habitats van communautair belang 9130 en 9150 voor het gehele grondgebied over om en bij de 50.000 hazoals één van de bezwaarindieners opmerkt. De exploitatie van het Bois Saint-Lambert (zone 8) zouresulteren in de daadwerkelijke vernietiging van om en bij de 15 ha habitats (eikenbossen) ter vervangingvan die beukenbossen, namelijk 0,03 % op Waalse schaal zelfs als dit op schaal van de site BE 35029 tussende 5 en de 15 % zou kunnen vertegenwoordigen. Opnieuw is het mogelijk om op korte termijn deverdwijning van die vervangende eikenbossen te vervangen door de beplanting, eventueel zelfs voor deexploitatie, door het verplaatsen van afdekkingsgronden en de aanplanting met een hoger genoemd mengselover een deel van zone C’ (Merlemont-Est ofte ook Rinval genoemd). Dit zou de facto een habitat kunnendoen ontstaan dat dichter bij het beukenbos als habitat met een communautair belang staat dan deaanwezige eikenbebossing als habitat met communautair belang;

— de lage mesofiele weiden (habitat met communautair belang 6510) en de orchideerijke kalkgraslanden(habitat met communautair belang 6210) worden aangetast op marginale oppervlakten tegenover wataanwezig is op de site BE 35029. Eerstgenoemden zouden immers meerdere diersoorten kunnen herbergenvernoemd in de bijlagen IIa en XI van de wat op het natuurbehoud, maar de mogelijkheden tot opvang vandie soorten in de onmiddellijke nabijheid ontbreken niet, met onbegrip overigens voor de (met uitstervenbedreigde) kwartelkoning die in het bijzonder in het nabije schisthoudend veengebied waar te nemen valt.De daadwerkelijke maar naar inhoud beperkte aantastingen van de kalkhoudende graslanden wordengecompenseerd door het reeds (in samenwerking met de groeve-uitbater opgestarte) herstel ervan, zowel inhet kader van de erkenning van de na exploitatie gerecupereerde gronden als natuurreservaat als in hetgepaste beheer van de « clairière de Moriachamps », gelegen in de oostelijke zone van het Bois Saint-Lambert(zone 7) »;

Dat ze besluit : Bijgevolg zie ik geen reden om het standpunt te wijzigen, voorheen ingenomen door mijn dienstenen waarbij de intrekking van het oostelijk deel van het Bois Saint-Lambert (zone 7) uit het ontginningsgebied gehaaldwordt, behalve dan dat het volgende dient te worden aangestipt :

— bij de uitwerking van het beheersplan van de reservaten moet voorzien worden in de uitvoering vangemengde bestanden die hoofdzakelijk bestaan uit beuk op aangevoerde bosgrond van het Bois-Saint-lambert (of daarmee gelijk gesteld) die zo spoedig mogelijk een bestand van beukenbos met lievevrouw-bedstro en/of orchideeën kan herstellen. Dat type aanplanting zou zijn plaats kunnen krijgen in het gebied« Merlemont-est », ofte nog « Rinval » genoemd (zone C’);

— de open plek van Moriachamps, al dan niet opgenomen in de omtrek van het toekomstig reservaat, moet eenherstel krijgen dat het voortbestaan ervan garandeert of er voor zover mogelijk voor moet zorgen dat er eenhele waaier aan orchideeën of andere buitengewone planten, opgenomen in het onderzoek, opnieuw totbloei komen;

— de heraanleg van de « groeve » Bois Saint-Lambert (zone 8) voorziet in de aanplanting met dezelfde soortenals hierboven aangegeven voor ″Rinval″ om een snellere heropbloei van de eikenbossen te verkrijgen,evenals de herbebossing met de kenmerkende soorten van het oecotoon Atlantische beukenbossen/eikenbossen- continentale beukenbossen/eikenbossen op een ondergrond van dolomitisch kalk.″;

Overwegende dat de Waalse Overheidsdienst reeds in 2011 een interne raadpleging opstartte van de diensten omzich ervan te vergewissen dat het opgeleverde effectenonderzoek inging op de impact van de wetgeving op hetnatuurbehoud;

Overwegende dat het advies van de Directie Namen van het Departement Natuur en bossen van 3 juni 2011 alsvolgt luidde :

— « het effectenonderzoek van het gewestplan voldoet weldegelijk aan de gepaste beoordeling van de effectenop de Natura 2000-locaties, de betrokken habitats en soorten rekening houdend met de instandhoudings-doelstellingen zoals vermeld in het besluit van 27 mei 2004 : dat onderzoek werd in detail bestudeerd doorDEMNA, en rekening houdend met het feit dat de omtrekken die vallen onder de wijziging van hetgewestplan geen deel uitmaken van een Natura 2000-locatie maar dat de impact op de nabije locaties, dehabitats en de soorten correct werd beoordeeld, wordt ervan uitgegaan dat dit onderzoek daadwerkelijkvoldoet aan het begrip ″gepaste beoordeling″;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

— het advies van de Afdeling Natuur en Bossen van 25 januari 2011 beantwoordt aan de vraag of het gepastis de afwijking toe te kennen bedoeld in artikel 5 van het decreet van 6 december 2001 reeds vermeld in hetbesluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 : rekening houdend met het feit dat de beheersmaatregelen,bestemd om vervangingsmilieus te creëren, reeds door de groeve-uitbater werden uitgevoerd, is hetinderdaad onontbeerlijk om een afwijking toe te kennen voor de vernietiging van dier- en plantensoortenmet integratie van compenserende maatregelen;

— de activiteiten op de compensatiesites zijn verenigbaar met een Natura 2000-omtrek : namelijk, debeoefening van de duiksport in de steengroeve « Carrière Mme » en de klimsport in de steengroeve « LesWayons ». Voor zover dergelijke activiteiten toelaatbaar zijn ten opzichte van de toekomstige bestemming ophet gewestplan en er ten minste voor de klimclub een milieuvergunning wordt verkregen, zijn dergelijkeactiviteiten verenigbaar met een Natura 2000-omtrek in het kader van een overeenkomst die verder zoukunnen gaan dan de loutere naleving van de algemene en bijzondere maatregelen van de betrokkenbeheerseenheden; (...) »;

Overwegende dat de Regering bijgevolg niet kan instemmen met de argumentering van de bezwaarindieners enacht dat de beoordeling van de milieu-effecten van de ontwerp-herziening van het gewestplan op de gevolgen voor debiodiversiteit in dit stadium van de procedure voldoende onderzocht werd; dat de Regering voor het overige deaanbevelingen van haar administrataie hoort wat betreft het onderzoek naar de eventuele uitbreiding van deNatura 2000-locaties naar de sites Beumont en Moriachamps; dat die vraag behandeld wordt door de Natura 2000-instandhoudingscommissie Namen en het nemen van het aanwijzingsbesluit voor de site N2000 BE25029 en niet onderdeze procedure valt; dat het effectenonderzoek in verband met elke vergunningsaanvraag overigens gedetailleerdonderzocht zal moeten worden door de kandidaat-uitbater;

Overwegende dat de Regering zich overigens op de adviezen van haar diensten heeft gebaseerd, uitgebrachttijdens de gehele procedure van onderzoek van het dossier van de aanvraag tot herziening van het gewestplan; dat datoverleg zich nog vertaald heeft in de concretisering van een partnerovereenkomst gesloten op 29 juni 2015 tussen S.A.Dolomie de Villers-le-Gambon en S.A. Dolomies de Merlemont enerzijds en het Departement Natuur en Bossen van deWaalse Overheidsdienst anderzijds, die een omtrek aanwijst waarin een domaniaal natuurreservaat opgericht zalworden waarvan het beheer toevertrouwd zal worden aan de Waalse Overheidsdienst middels een financiële bijdragevan de groeve-uitbaters tot werkzaamheden voor de uitvoering van dit toekomstige beheersplan;

Hydrogeologie

Overwegende dat bezwaarindieners vaststellen dat het effectenonderzoek geen uitvoerig hydrogeologischonderzoek bevat; dat anderen achten dat de beoordeling van de effecten op het hydrologische netwerk onvolledig is;dat er ook vrees wordt uitgedrukt over het waterniveau van de rivieren (de Haut Hermeton wordt genoemd) tengevolge van de voor de uitbating nodige oppompingen; dat bezwaarindieners tegen de gevolgen van de eventueleexploitatie van de site ″Bois Saint-Lambert″ op de bevoorrading met bronwater van de hoeve ″Vieux Sautour″ en hetverblijfpark ″Gueule de Loup″ waarschuwen; dat een onderzoek binnen een straal van 15 km wordt aangevraagd;

Overwegende dat bovenvermeld besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 bepaalt dat ″het effectenonder-zoek in het bijzonder de aspecten van het dossier gebonden aan de hydrogeologie van de bij het voorontwerpbetrokken gronden en de opportuniteit om een technisch onderzoek in dit kader te laten uitvoeren, zal moetenonderzoeken″;

Gelet op het advies van 26 mei 2004 van de Dienst Grondwateren van de Afdeling Water van het DGRNE (hedenhet DGO3); overwegende dat deze dienst bepaalde dat de gronden die het voorwerp uitmaakten van een aanvraag vanopneming als ontginningsgebied gelegen zijn in het zuiden van de door de maatschappij Villers Monopolegeëxploiteerde bronnen en buiten de op 29 april 2004 bepaalde preventiegebieden rond deze winningen; dat anderegronden zich binnen een omtrek van 1 km rond twee openbare distributiewinningen van het INASEP bevinden,waarvoor geen enkel preventiegebied nog vastgesteld is; dat deze dienst reeds een piëzometrisch toezicht aanbeval methet oog op de controle op elke variatie van het niveau van de waterlaag die eventueel gebonden is aan deontginningsactiviteit wegens met name de aanwezigheid van drainerende verschuivingen;

Overwegende dat het effectenonderzoek de hydrogeologische context omschrijft en op 13 ondergrondsewaterwinningwerken binnen een straal van 1,5 km rond het onderzochte gebied, waarvan 10 actief zijn, wijst en metname de winning ″Gueule du Loup″ en de winningen van Villers Monopole vermeldt;

Overwegende dat de auteur van het effectenonderzoek van het plan onderstreept dat een volledig hydrogeologischonderzoek belangrijke middelen impliceert en dat bedoeld onderzoek in dit stadium van de uitvoering van heteffectenonderzoek over de herziening van het gewestplan niet onontbeerlijk is geacht; dat de auteur bepaalt dat derisico’s voor impact op de bestaande hydrologische stelsels gering zijn gelet op de in de regio beschikbare gegevens;dat het moeilijk is een model op te stellen van het bijzondere geologische milieu van de bij het project betrokkengebieden ( gedolomitiseerd en gedeeltelijk karsthoudend milieu); dat de berekeningshypotheses voor de modellenrekening houden met homogene gehelen, wat niet het geval is en wat de interpretatie van de modelvormingsresultatenbijzonder complex maakt; dat het piëzometrisch toezicht in dit geval het meest aangepaste controle- en ramingsmiddelblijft;

Overwegende dat het effectenonderzoek de uitvoering van een hydrogeologisch onderzoek evenals hetpiëzometrisch toezicht aanbeveelt en dat voor de geplande ontginningsgebieden waarvoor de bodemafmeting van desteengroeve zich dichtbij het niveau van de deklaag van de waterlaag zou bevinden, piëzometrische controlesuitgevoerd worden om de bodemafmeting te kunnen aanpassen en in voorkomend geval een oppomping tevoorkomen;

Overwegende dat het effectenonderzoek voor de winningen concludeert dat onder de 13 getelde werken en naargelang van de verzamelde gegevens over die werken, sommige onder hen niet beïnvloed zouden worden door deuitvoering van het project aangezien ze ofwel een andere waterlaag betreffen, ofwel gelegen zijn in een geologischeentiteit die verwijderd is van het anticlinaal van Merlemont, wat de effecten ten gevolge van de scheiding van dewaterlagen aanzienlijk beperkt; dat de winning van de steengroeve van Rochefontaine overigens gevolgd wordt dooreen piëzometer van de maatschappij Lhoist; dat de werken van de maatschappij Villers Monopole, die door eenpreventiegebied beschermd worden, gelegen zijn in een andere geologische entiteit van het Anticlinorium vanPhilippeville stroomopwaarts van de vallei van Grand Pré in vergelijking met de toestand van het project ingedienddoor de nv Lhoist; dat het concludeert dat de impact van het project op de door de nv Villers Monopole beheerdewerken onbelangrijk zou moeten zijn en dat de andere werken de nodige aandacht moeten vergen;

Overwegende dat hydrogeologische gegevens in 2010 door de groep Lhoist verstrekt zijn; dat het doel van diegegevens is te wijzen op de afwezigheid van verbinding en dus van impact tussen de door de maatschappij VillersMonopole geëxploiteerde waterlaag en de waterlaag die impact zou kunnen ondergaan van de in de herziening vanhet gewestplan overwogen exploitatie van de steengroeven;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat de Cel ″Aménagement-Environnement″ van het ″DGO4″ die gegevens heeft onderzocht en naanalyse van de inlichtingen concludeert dat er geen belangrijke hydrogeologische drukfactor is voor de opneming vanontginningsgebieden als uitbreiding van de steengroeven van Merlemont; dat bedoelde cel acht dat de installatie en hettoezicht van een netwerk van piëzometers in eerste instantie een voldoende maatregel is maar dat de hydrogeologiede nodige aandacht zal moeten vergen in het kader van de behandeling van de aanvraag om globale vergunning endat het onontbeerlijk zal zijn een hydrogeologisch onderzoek uit te voeren alvorens de exploitatie onder het niveau vande waterlaag eventueel te machtigen;

Levenskwaliteit/Hinder

Overwegende dat bezwaarindieners de nadruk leggen op het feit dat de site Bois Saint-Lambert en de omgevingervan een prachtige plaats met ontegensprekelijke landschapskwaliteiten is die voor altijd aangetast en vernietigd zouworden door de overwogen ontginning en het nieuwe aanvullende vervoernet; dat ze wijzen op de rust van de plaatsen het feit dat ze een gezonde omgeving vormen; dat de aankomst van een nieuw ontginningsbedrijf geluidshinder,verstrooiing van de stoffen, trillingen, schade aan de gebouwen en hinder voor de inwoners van het dorp Sautourwaarvan een gedeelte beschermd is, als gevolg zou hebben; dat de gebouwen en de dorpen een waardeverminderingzullen hebben; dat ze van mening zijn dat het effectenonderzoek het belang van een mogelijk ongeval gebonden aande aanwezigheid van een gasleiding minimaliseert;

Overwegende dat een persoon die zich niet tegen het ontwerp tot herziening van het gewestplan verzet, dan weerom een vermindering van het geluid gebonden aan het vergruizen en het zeven op de huidige ontginningsite, deprioritaire bouw van merloenen op de site ″Hollande″ en analyses van stoffen verzoekt;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 houdende sectorale voorwaarden voor desteengroeven en hun aanhorigheden (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 2003);

Overwegende dat de meeste van die bezwaren betrekking hebben op de ligging en de exploitatie van eenindustrieproject waarvan de modaliteiten in deze fase van de procedures niet gekend zijn; dat een antwoord zal moetenkomen op de bezwaren in het kader van de procedure m.b.t. de vergunningsaanvraag en de evaluatie van de lateregevolgen alsook in de formulering van de vergunning die toegekend zou worden;

Gelet op de hinder die nochtans aan het licht werd gebracht in het effectenonderzoek over het voorontwerp vangewestplan; overwegende dat het ontwerp van gewestplan zoals aangenomen bij het besluit van 7 februari 2013 deaanbevelingen van het effectenonderzoek in aanmerking wilde nemen om de hinder te beperken en tegelijkertijd eenindustrieproject dat voor de onderneming leefbaar is, te handhaven;

Gelet op de aanbevelingen vermeld in het effectenonderzoek van het gewestplan;

Overwegende dat het effectenonderzoek dus erkent dat de exploitatie van de als ontginningsgebieden opgenomengebieden een diepgaande wijziging van sommige landschappen veroorzaakt door een wijziging van het reliëf zalinhouden;dat het aanbeveelt dat inrichtingen uitgevoerd kunnen worden om de zichtbaarheid van die gebieden tebeperken, zoals bij voorbeeld de bouw van isoleringsmerloenen, de beplanting van hagen,...; dat het onderzoek erkentdat die inrichtingen, hoewel ze een rechtstreekse zichtbaarheid van de ontginningsputten voorkomen, nochtans ook delandschappen zullen wijzigen en dan ook zorgvuldig onderzocht moeten worden;

Verkeer/Vervoer

Overwegende dat het document van het ingenieursbureau Incitec in opdracht van S.A. Dolomie de Villers-le-Gambon uit januari 2005, met als opschrift « Projet d’exploitation de la carrière de Moriachamps et du BoisSaint-Lambert » verschillende opties voorstelt wat betreft het vervier van de ontgonnen producten uit de sites naargelang de verbrijzelings- en de selectie-installaties behouden blijven in de groeve van Merlemont of weggehaaldworden, evenals de bedrijfszetel en de opslag- en laadzones voor de vrachtwagens, bij het Bois Saint-Lambert; dat hetbehoud van deze installaties in de groeve van Merlemont de inrichting inhoudt van een nieuwe piste van ong 3,5 kmop eigen bedding voor het intern vervoer (A-optie) terwijl het vervoer ervan naar het Bois Saint-Lambert de aanleginhoudt van een nieuwe asfaltweg van 2,5 km ong. voor de vrachtwagens tussen die site en de N40 in het noorden(B-optie); dat die B-optie variantes inhoudt, genoemd B1, B2 en B3, die zich onderscheiden door de gebruikte wegenen de plaatsbepaling van het kruispunt met de N40;

Overwegende dat die opties onderzocht werden in het milieuonderzoek; dat de auteur acht dat de verplaatsingvan de installaties naar het Bois Saint-Lambert de beste oplossing lijkt gelet op de omschreven voordelen die hetvolgende mogelijk maken :

— de aanleg voorkomen van de nieuwe piste voor intern verkeer over 3,5 km;

— sterke vermindering van de verkeersdruk door Villers-le-Gambon en significante vermindering van deafstand afgelegd door de klanten naar Philippeville, wat 90 % van het extern verkeer vormt;

— de aanleg van een nieuw kruispunt of de heraanleg van een bestaand kruispunt op de N40 (Philippeville-Givet) te Vodecée om het probleem van de zichtbaarheid aan te pakken op het kruispunt van de Rue del’Abreuvoir met de N40;

Overwegende dat deezwaarindieners zich uitspreken over de voorgestelde trajecten voor de afvoer van deproducten uit het in het Bois Saint-Lambert overworgen ontginningsgebied; meerdere onder hen verwerpen hetoverwogen traject tussen de site van het Bois Saint-Lambert en de huidige site van Merlemont (A-optie), met namewegens de frequentie van het overwogen verkeer en van de hinder voor de omwoners;

Overwegende dat de bezwaarindieners vaststellen dat de B1-optie, tussen het Bois Saint-Lambert via bestaandewegen naar de N40 verder naar het noorden, als utopisch beschouwd wordt wegens aspecten ivm het gevaar wegensgeringe zichtbaarheid bij het uitmonden van die weg op de N40 te Villers-le-Gambon; dat de B1 en B2-opties niet inoverweging kunnen worden genomen omdat ze Natura 2000-gebieden doorkruisen; dat dan enkel de optie B3overblijft;

Overwegende dat de Directie van de Veiligheid van de Verkeersinfrastructuren van de Waalse Overheidsdienstoverigens in haar advies van 12 augustus 2013 meldt dat ze het kruispunt van de N40 met de N98 onderzocht heeft;dat daaruit blijkt dat van de oplossing van de aanleg van een rotonde afgezien wordt ten bate van een linkerafslagwaardoor de trekkers met opleggers afkomstig van de steengroeve vlotter zouden kunnen invoegen;

Overwegende dat alle adviezen dus pleiten voor de aanleg van een nieuwe asfaltweg over ongeveer 2,5 km voorde vrachtwagens tussen de site van het Bois Saint-Lambert en de N40 in het noorden; dat die oplossing bijgevolg bijdit besluit aan de uitbater van de groeve zal worden opgelegd;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat het effectenonderzoek voor het gewestplan aanbeveelt om de nieuwe weg zover mogelijk aante leggen op de bestaande wegenonderbouw om te voorkomen dat er een versnippering van de landbouwpercelenontstaat en die nieuwe weg beveiligd wordt via met name snelheidsbeperkingen en een duidelijk gebruik vanverkeersborden; dat aanbevolen wordt dat de kruispunten van die weg met bestaande wegen (met name de N40) indie zin aangelegd worden dat de verschillende gebruikers voldoende zichtbaarheid hebben; dat verder een handvestvoor het groeveverkeer aanbevolen wordt, aangenomen door de uitbater van de steengroeve en de vervoersbedrijven,waarin alle aanbevelingen zouden worden opgenomen betreffende de reiswegen en de goede verkeerspraktijken;

Wegen en padenOverwegende dat uit het effectonderzoek blijkt dat de tenuitvoerlegging van het voorontwerp van herziening van

het gewestplan de verplaatsing van sommige plaatselijke wegen en landbouwpaden tot gevolg zal hebben; dat dit meerbepaald het geval zal zijn voor de wegen die rechtstreeks gelegen zijn in de als ontginningsgebied op te nemengebieden en dat die de facto zullen verdwijnen ingevolge de exploitatie; dat het onderzoek erop wijst dat sommigewegen al onbruikbaar zijn;

Overwegende dat de Regering naar de wetgeving op de buurtwegen verwijst en wenst dat de steenhouwersgroepoverlegde oplossingen voorlegt vooraleer nieuwe ontginningsgebieden tot stand gebracht worden en de procedures totdeclassering of omlegging van de openbare wegen opgestart worden;

Effecten op de landbouwOverwegende dat de bezwaarindieners kritiek leveren op de verkaveling van de landbouwpercelen, die bovendien

door een intern communicatienet doorkruist zouden worden; dat drie landbouwers daarbij betrokken zouden worden;dat ze betreuren dat het vraagstuk van de onteigeningen geminimaliserd wordt in het onderzoek naar de effecten vanhet gewestplan;

Overwegende dat de impact van de opneming van de ontginningsgebieden op de leefbaarheid van de getroffenlandbouwbedrijven in het effectonderzoek geanalyseerd werd naar gelang van hun oppervlakteklasse en van derelatieve omvang van de geleden oppervlakteverliezen; dat op grond van de resultaten van het onderzoek geschat kanworden dat 3 landbouwers die beschikken over een bedrijf met een kritische omvang niet te verwaarlozen ofaanzienlijke oppervlakteverliezen zullen lijden die een weerslag op hun leefbaarheid kunnen hebben; dat het verliesvoor één van die 3 exploitanten zich pas zal voordoen bij de totstandbrenging van de site van het « BoisSaint-Lambert »; dat, wat een andere exploitant betreft, de voor landbouw verloren gronden een zeer hoge biologischewaarde hebben; dat enkel de derde exploitant op korte termijn landbouwoppervlakteverlies zal lijden maar dat hijbeschikt over een aanzienlijke oppervlakte die veel groter is dan de in het effectonderzoek in aanmerking genomenkritische omvang;

Overwegende dat het « DGARNE » in zijn advies van 23 mei 2013 erop wijst dat « landbouwgronden verlorenzullen gaan als gevolg van de tenuitvoerlegging van de herziening van het gewestplan; dat dat verlies volgens deauteur van het effectonderzoek 12 lanbouwers zal treffen, door de opneming zowel van ontginningsgebieden als vannatuurgebieden; dat, ook al is de plaatsbepaling van de op te nemen ontginningsgebieden gegrond door deaanwezigheid van de ontgonnen afzetting, het landbouwoppervlakteverlies desondanks betreurd wordt »; dat hetDirectoraat-generaal, ter conclusie van het advies van zijn verschillende diensten, evenwel een gunstig advies uitbrengtm.b.t. de herziening van het gewestplan;

Overwegende dat de verkaveling van de landbouwpercelen waarnaar het effectonderzoek verwijst waarschijnlijkbetrekking heeft op de gronden die het voorwerp zijn van de aanvankelijk overwogen aanleg van een binnenweg diede bestaande behandelingsinstallaties verbindt met de site van het « Bois Saint-Lambert »; dat van die oplossing werdafgezien;

Overwegende dat het door de steenhouwer in aanmerking genomen en bij dit besluit opgelegde traject voor deafvoer van de producten van het ontginningsgebied dat gepland wordt in het « Bois Saint-Lambert » noordwaarts ende verbinding ervan met de N40, hoofdzakelijk gebruik zou maken van de aardebaan van bestaande of in de atlasopgenomen wegen;

Overwegende dat uit het effectonderzoek blijkt dat dat traject, alhoewel niet definitief vastgelegd, zeker gebruiktzou moeten worden, op zijn minst voor een deel, wat zou inhouden dat er geen verkaveling van percelen zou komendie een herverkaveling van de landbouwpercelen zou vereisen;

Overwegende bijgevolg dat de Regering acht dat het aantal bij die verkeersweg betrokken landbouwpercelenbeperkt zou worden; dat de weerslag van de gewestplanherziening op de landbouwactiviteit aanvaardbaar is; dat zede steenhouwersgroep overigens zal aansporen om oplossingen te onderzoeken met de betrokken landbouwers;

Rectificatie van de grenzen aangevraagd door de S.A. Dolomie van Villers-le-GambonGelet op het bezwaar ingediend door de S.A. Dolomie van Villers-le-Gambon in de loop van het openbaar

onderzoek m.b.t. de rectificatie van vier grenzen van ontginningsgebieden waarin het ontwerp van gewestplanvoorziet; dat de aanvraag ernaar streeft het plan te laten stroken met de operationele realiteit van het bedrijf enbetrekking heeft op de opneming van een bestaande weg in ontginningsgebied eerder dan in bosgebied, ten zuiden vanhet gebied genaamd Trieux-Collet oost, over een kleine uitbreiding richting noord-west en zuidwaarts van het gebiedgenaamd Matissen, zoals in aanmerking genomen in het ontwerp van gewestplan, om de verdieping van de groeve opeen toereikend niveau mogelijk te maken ten einde een rationele ontginning van de afzetting te garanderen en, tot slot,m.b.t. de rectificatie van de noordelijke omtrek van het gebied genaamd Merlemont noord met het oog op dehandhaving van de bestaande installaties van de groeve in ontginningsgebied;

Overwegende dat noch de « CRAT » noch de « CWEDD » op dat bezwaar ingaan;Overwegende dat de gronden waarop die aanvragen betrekking hebben opgenomen waren in de omtrekken van

de ontginningsgebieden waarvan sprake in het oorspronkelijke dossier betreffende de herziening van het gewestplandat door de steenhouwersgroep werd ingediend;

Overwegende dat die omtrekken in het voorontwerp gerectificeerd werden om ze in overeenstemming te brengenmet, enerzijds, de omtrek van de afzetting omschreven in het kader van het onderzoek Poty en, anderzijds, de indelingop het kadastrale perceelplan;

Overwegende dat de Regering acht dat de door de S.A. Dolomie van Villers-le-Gambon aangevraagdeomtrekwijzigingen gering zijn ten opzichte van het dossier en dat ze overeenstemmen met hetzij bestaande toestandenwat betreft de weg en de installaties, hetzij de handhaving van een klein gedeelte ontginningsgebied dat op hetoorspronkelijke gewestplan opgenomen is, hetzij een minder belangrijke grensaanpassing in het op het planopgenomen ontginningsgebied en die alleen maar opgenomen zal kunnen worden in het te plannen isoleringsstelsel;dat de aanvragen van de nodige vergunningen voor de totstandbrenging van de ontginningsgebieden die via dezeprocedure op het plan opgenomen worden eveneens op die gronden betrekking zullen hebben; dat de Regering,bijgevolg, een gunstig gevolg aan dat bezwaar geeft en het in aanmerking neemt in de definitieve cartografie van hetbij dit besluit herziene gewestplan;

Herinrichtingen

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat een reclamant acht dat geen enkel voorstel tot inrichting van de geëxploiteerde ruimtes in ruilvoor de nieuwe ontginningsgebieden gedaan wordt, dat sommige gebieden gevaar voor de bevolking inhoudenvanwege de aanwezigheid van steile hellingen;

Overwegende dat de gebieden waarnaar verwezen wordt niet nauwkeurig gelokaliseerd kunnen worden op grondvan het bezwaar;

Gelet op de overeenkomst van 27 april 1990 en de desbetreffende bijlagen, waarin de clausules voor deherinrichting van de steengroeve van Merlemont vastliggen, gesloten tussen de S.A. Dolomies van Merlemont, de stadPhilippeville en het Waalse Gewest;

Overwegende dat de verschillende vergunningen en machtigingen die voor de steengroeven zijn afgeleverdeveneens voorzien in clausules voor de herinrichting van de sites;

Gelet anderzijds op het dossier « Projet de réaménagement écologique des carrières désaffectées » (Project totecologische herinrichting van de afgedankte steengroeven), aangelegd in augustus 2003 door de S.A. Dolomie vanVillers-le-Gambon; gelet op het rapport dat daar is opgemaakt door de « Groupe interuniversitaire de Recherches enEcologie appliquée (G.I.R.E.A.) » van de Universiteit van Luik; overwegende dat dat dossier ter inzage van het publiekwerd gelegd in de loop van het openbaar onderzoek betreffende deze procedure tot herziening van het gewestplan;

Gelet, tot slot, op de partnerschapsovereenkomst gesloten op 29 juni 2015 tussen de S.A. Dolomie vanVillers-le-Gambon en de S.A. Dolomies van Merlemont, enerzijds, en het Departement Natuur en Bossen van de WaalseOverheidsdienst, anderzijds, waarvan sprake hieronder;

Overwegende dat de nieuwe ontginningsgebieden voor hun totstandbrenging het voorwerp zullen moetenuitmaken van een eenmalige vergunning en dat deze zal voorzien in voorwaarden voor de herinrichting en debeveiliging van de site;

Overwegende dat de Regering acht dat het vraagstuk van de herinrichting van de ontginningsgebieden bijgevolgis onderzocht; dat ze, anderzijds, rekening houdt met het voorstel van andere bezwaarindieners om eenbegeleidingscomité in te stellen dat zal instaan voor de opvolging van de uitvoering van het project;

OvereenkomstOverwegende dat dit besluit instemt met de partnerschapsovereenkomsten gesloten op 2 december 2014 en

29 juni 2015 tussen de S.A. Dolomie van Villers-le-Gambon en de S.A. Dolomies van Merlemont, enerzijds, en hetDepartement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst, anderzijds, die in het besluit van de Waalse Regeringvan 7 februari 2013 tot voorlopige aanneming van de gewestplanherziening als een voorafgaande voorwaarde wordengesteld voor de definitieve aanneming ervan;

Overwegende dat die overeenkomsten bepalen dat de aan de steenhouwers toebehorende gronden ter beschikkingvan de Waalse Overheidsdienst gesteld moeten worden en dat ze voorzien in de toekomstige oprichting van eendomaniaal natuurreservaat waarvan het beheer aan de Waalse Overheidsdienst zal worden toegewezen in ruil voor eenfinanciële tegemoetkoming van de steenhouwers in de werken tot uitvoering van het toekomstige beheersplan;

Overwegende dat dit besluit ook instemt met de op 14 november 2014 tussen de gemeente Philippeville en hetDepartement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst gesloten overeenkomst die bepaalt dat de aan degemeente Philippeville toebehorende gronden ter beschikking van de Waalse Overheidsdienst gesteld moeten wordenmet het oog op de toekomstige oprichting van een domaniaal natuurreservaat;

Bijkomend voorschriftOverwegende dat de bezwaarindieners de wijze betwisten waarop het bijkomend voorschrift *R.2.4 betreffende het

ontginningsgebiedproject op de site van het « Bois Saint-Lambert » is opgesteld zoals onderworpen aan het openbaaronderzoek, met name : « Het ontginningsgebied gemerkt *R.2.4 mag pas na afloop van de uitbating van de andereontginningsgebieden die bij deze herziening van het gewestplan zijn opgenomen tot stand gebracht worden, metuitzondering van de werken ter voorbereiding en opening van de afzetting. »; dat ze achten dat de rust van de inwonersvan Sautour zou kunnen verdwijnen zodra de herziening van het gewestplan in werking treedt omdat destenhouwersgroep meteen zou kunnen overgaan tot de voorbereiding van de uitgraving;

Overwegende dat noch de « CRAT » noch de « CWEDD » zich over dat vraagstuk uitspreken;Overwegende dat de gemeente Philippeville in haar beraadslaging van 19 juni 2013 zich in geval van goedkeuring

van gedeeltelijke herziening van het gewestplan ertoe verbindt de fasering van de exploitaties op te leggen, met namede exploitatie van de sites Trieux-Collet en Hollande in eerste instantie en, aan het einde van de exploitatie vanvoornoemde sites (ongeveer 9 jaar), de exploitatie van het « Bois Saint-Lambert »;

Overwegende dat de Regering van plan is de formulering van het bijkomende voorschrift betreffende de site vanhet « Bois Saint-Lambert » te behouden om de programmering van de tenuitvoerlegging van het industrieel project vande steenhouwersgroep toe te laten en elke schadelijke onderbreking van de ontginningsactiviteit te voorkomen, dat deoverheid die belast is met de afgifte van de eenmalige vergunning in dat kader het gepaste tijdstip zal moeten bepalenvoor het opstarten van de werken ter voorbereiding en opening van de afzetting van het « Bois Saint-Lambert » opgrond van het exploitatieschema dat in aanmerking zal worden genomen voor de andere ontginningsgebieden die bijdit besluit op het plan zijn opgenomen en waarvan de exploitatie in een eerste fase voorzien wordt;

CompensatiesOverwegende dat, wat betreft de planologische compensaties die aan het openbaar onderzoek werden

onderworpen, bezwaarindieners achten dat niet bewezen is in hoeverre ze de door het project veroorzaakte specifiekeeffecten op het leefmilieu en de biodiversiteit zouden kunnen verminderen of compenseren; dat de compensatiesvolgens hen immers betrekking hebben op types habitats die totaal verschillen van degene die vernietigd zoudenkunnen worden op de sites die als ontginningsgebied zouden worden opgenomen; dat in het bijzonder de effecten voorde door de exploitatie van de site van het « Bois Saint-Lambert » bedreigde soorten niet gecompenseerd zouden kunnenworden door de compensaties; dat bezwaarindieners erop wijzen dat, om het behoud van de beschermde soortenmogelijk te maken, het beter is om te voorzien in de geleidelijke verbetering van andere gelijkwaardige habitats of vanhabitats die gunstig zijn voor de beschermde soorten dan een bos door voormalige groeven te vervangen; dat ze achtendat geen enkel compensatiegebied met dezelfde waarde voorgedragen kan worden inzake uitgestrektheid ofbiologische waarde;

Overwegende dat bezwaarindieners vragen dat de evaluatie diepgaander onderzoek doet naar de mogelijkealternatieven en naar andere compensaties dan louter planologische alternatieven;

Overwegende dat de planologische compensaties die in het ontwerp van herziening van het gewestplan inaanmerking genomen worden een grotere oppervlakte bestrijken dan die van de op het plan opgenomen nieuweontginningsgebieden en dat artikel 46, § 1, 3°, van het « CWATUPE » derhalve nageleefd wordt; dat, anderzijds, heteffectonderzoek de plaatsbepaling van de compensaties en de geschiktheid van de wijziging van bestemming ervanbekrachtigt, vanwege zowel de feitelijke als de juridische situatie ervan : voormalige groeven die al geëxploiteerd zijn,aanwezigheid van leisteenafzettingen die niet interessant zijn voor exploitatie, sites opgenomen als Natura 2000-sites,enz...; dat bijgevolg geen enkele alternatieve plaatsbepaling van de compensaties in het onderzoek wordtvoorgedragen;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat sommige bezwaarindieners derhalve voorstellen dat het statuut van natuurreservaat aan het« Bois Saint-Lambert » en de « Bois de Beumont » toegekend wordt; dat deze aanwijzing evenwel niet onder dezeprocedure tot wijziging van het gewestplan valt;

Overwegende dat bezwaarindieners erop wijzen dat, wat betreft de inrichting van de oude groeven alsnatuurreservaten, het type nodige werken niet nader bepaald wordt in het aan onderzoek onderworpen dossier en datze zich afvragen of ze toegankelijk zullen zijn voor het publiek en of er voorzien zal worden in didactische panelen;

Overwegende dat sommige bezwaarindieners betreuren dat geen klim- of speleologieactiviteiten meer uitgeoefendkunnen worden in de groeve « Wayons »;

Overwegende dat die activiteiten er al uitgeoefend werden bij de indiening van de aanvraag tot herziening van hetgewestplan; dat uit het planeffectonderzoek overigens blijkt dat het van belang is om rekening te houden met het feitdat de vroegere groeve « Wayons », die nu als ontginningsgebied op het gewestplan opgenomen is, wanden biedt dievoor het klimmen ingericht zijn en dat ze ook een vertrekpunt is voor speleologieparkoersen; dat ze erop wijzen datde voor klimmers bestemde ruimte gemeentelijke eigendom is en dat wekelijkse sportactiviteiten de aanwezigheid vanverschillende klimverenigingen tot gevolg hebben; dat de onlangs gebouwde via ferrata nog meer volk zal lokken inde toekomst;

Overwegende dat uit het onderzoek blijkt dat de opneming van de oude groeve als natuurgebied elke activiteit zouverbieden die niet in de lijn ligt van de instandhouding van het natuurlijk milieu;

Overwegende dat de site, doordat hij voor die activiteiten gebruikt wordt, in feite regelmatig onderhouden kanworden en dat een overwoekerende plantengroei die er de interessante kenmerken inzake natuurbehoud zou kunnenwijzigen beperkt kan worden; dat de Regering dan ook niet van plan is dat gebruik van de site te wijzigen omdat zeacht dat het verenigbaar is met de bestemming ervan als natuurgebied; dat dit bezwaar aldus ingewilligd is;

Gelet op het advies van de « CRAT » van 14 november 2013 waarin ze ingaat tegen de omzetting van het « Boisdu Corbeau » in natuurgebied; dat de Commisssie immers acht dat de desurbanisatie van het gebied van het « Bois duCorbeau » niet opportuun is; dat de opneming van een natuurgebied een te dwingend effect zal hebben op eventueletransformaties die de bestaande woonruimte later zou kunnen ondergaan; dat ze erop wijst dat de desurbanisatie vandat gebied ook niet noodzakelijk is daar het ontwerp voorziet in meer desurbanisatie- dan bebouwingsgebieden;

Overwegende dat dat standpunt blijkbaar niet berust op een bezwaar dat tijdens het openbaar onderzoek isgeformuleerd; dat slechts één enkele bezwaarindiener zijn wens uitdrukt om « het Bois des Corbeaux » te redden; datdie wens evenmin gegrond is;

Overwegende evenwel dat de Regering ermee instemt dat de opneming van een natuurgebied een te dwingendeffect zal hebben op eventuele transformaties die de bestaande woonruimte later zou kunnen ondergaan; dat ze echteracht dat het niet relevant is om gronden waarvan de exploitatie voltooid is in ontginningsgebied te behouden; dat zeacht dat er rekening gehouden moet worden met het feit dat die gronden hoe dan ook opgenomen zijn in de omtrekvan een site Natura 2000, waardoor ze beschermd zijn; dat ze tenslotte beslist om het « Bois des Corbeaux » alsgroengebied te bestemmen;

Opvolgingscomité

Overwegende dat sommige bezwaarindieners voorstellen dat een opvolgingscomité voor de groeve ingesteldwordt en dat ze een nauwe samenwerking tussen de gemeente, de uitbaters en de natuurbehoudsorganen voorstaan;dat ze wensen dat permanente en reële procedures inzake « overleg en coproductie van constructieve oplossingen »ingevoerd worden;

Overwegende dat de Regering die voorstellen hoort en van nu af aan het beginsel van de instelling van eenopvolgingscomité in overweging neemt zoals bepaald bij de artikelen D.29-25 en volgende van Boek I van hetLeefmilieuwetboek door het te formaliseren in de bepalingen van dit besluit;

Complexiteit van het aan openbaar onderworpen dossier

Overwegende dat sommige bezwaarindieners wijzen op de complexiteit van het aan openbaar onderzoekonderworpen dossier, op de moeilijkheden in het kader van de te ondernemen stappen, de informatieverstrekking, deaanplakking, de moeilijk te begrijpen informatie; dat sommige voorstellen dat een cel wordt opgericht die speciaalgemandateerd wordt om vulgarisatie en de sensibilisering van de burger te ontwikkelen;

Overwegende dat de procedures waarin de wetgeving voorziet (aanplakking, technische informatiezitting, ...) inacht werden genomen; dat een zo volledig mogelijk dossier in deze fase van de procedure voor advies werd overgelegdtijdens het openbaar onderzoek; overwegende dat zowel de gewestelijke als de gemeentelijke ambtenaren zich terbeschikking van het publiek hebben gesteld tijdens het openbaar onderzoek; overwegende dat de Regering bevestigtdat het geheel van haar diensten beschikbaar blijft in elke fase van de procedures; dat de Regering, zoals gezegd, vanplan is de instelling in overweging te nemen van een opvolgingscomité waarbij de omwonenden van de groevebetrokken zullen worden om samenspraak tusssen de partijen te vergemakkelijken;

GPA

Overwegende dat het bijzonder plan van aanleg nr. 1 van de gemeente Philippeville (Merlemont), aangenomen bijministerieel besluit van 3 februari 1989, voorziet in een industriegebied op een gedeelte van de gronden waaruit hetgebied Merlemont oost, dat bij dit besluit als natuurgebied opgenomen is, bestaat;

Overwegende derhalve dat het geboden is artikel 45 van het CWATUPE toe te passen en de voorschriften van datplan die niet conform het herziene gewestplan zijn op te heffen, met name de bestemming als industriegebied van depercelen die het bestrijkt, wat het enige voorschrift ervan is;

Overwegende dat het derhalve geboden is het bijzonder plan van aanleg nr. 1 van de gemeente Philippeville(Merlemont) in zijn geheel op te heffen;

Conclusie

Overwegende dat de Regering instemt met de conclusies van het effectenonderzoek waarvoor het ontwerp vangewestplanherziening grotendeels strookt met de opties van het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan dat hembetreft, met uitzondering van de conclusies betreffende de mobiliteit, in zoverre het ruimtelijk ontwikkelingsplan eropaandringt dat goederen bij voorkeur via de waterweg, vervolgens de spoorweg en tenslotte de weg vervoerd worden;dat de betrokken afzetting evenwel van elke bevaarbare waterloop en elke in bedrijf zijnde spoorweglijn verwijderd isen dat de dolomietsteen dus enkel over de weg vervoerd kan worden; dat het planeffectonderzoek besluit dat hetontwerp van gewestplan globaal in de lijn ligt van de doelstellingen van het Milieuplan voor de duurzameontwikkeling (PEDD) dat door de Waalse Regering werd aangenomen op 9 maart 1995; dat het erop wijst dat deopneming van ontginningsgebieden in een hoofdzakelijk landelijk milieu evenwel tegen de doelstellingen van het« PEDD » indruist inzake beperking van CO2-emissies en energieverbruik; dat de weg de enige oplossing is die inoverweging genomen kan worden voor het vervoer van producten;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

Overwegende dat het effectonderzoek het er mee eens is dat de plaatsbepaling van het voorontwerp indruist tegenbepaalde hierboven omschreven strategische gewestelijke opties inzake planning en ontwikkeling, met name wat CO2-emissies en vervoer betreft, maar dat ze desalniettemin acht dat het belangrijkste plaatsbepalingscriterium in desteenhouwerscontext dat van de afzetting is; dat de plaatsbepaling van het voorontwerp tot slot door de specificiteitvan de afzetting bekrachtigd wordt;

Gelet op de fysich-chemische kenmerken van de dolomietsteen;Overwegende voor het overige dat de Regering, behoudens in dit besluit behoorlijk gemotiveerde uitzondering,

de genomen opties bevestigt om de andere gebieden in aanmerking te nemen die bij haar besluit van 7 februari 2013zijn gewijzigd om de redenen die erin ontwikkeld worden;

Overwegende dat de specifieke voorwaarden voor de exploitatie van de site desgevallend nader bepaald zullenworden bij de indiening en het onderzoek van het dossier betreffende de eenmalige vergunning die nodig is voor detotstandbrenging van de ontginningsgebieden en niet in deze fase van de procedure tot herziening van het gewestplan;

Gelet op de feitelijke en juridische situatie;Overwegende dat de Regering, na afloop van het onderzoek van de verschillende belangen die op het spel staan,

van plan is de voorkeur te geven aan de voortzetting van de ontginningsactiviteit en aan het behoud van detewerkstelling op de site;

Gelet op de partnerschapsovereenkomsten gesloten op 2 december 2014 en 29 juni 2015 tussen de S.A. Dolomie vanVillers-le-Gambon en de S.A. Dolomies van Merlemont, enerzijds, en het Departement Natuur en Bossen van de WaalseOverheidsdienst, anderzijds;

Gelet op de partnerschapsovereenkomst gesloten op 2 november 2014 tussen de gemeente Philippeville, enerzijds,en het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst, anderzijds;

Overwegende dat de Regering aldus wenst te voldoen aan de verbintenis aangegaan in de Gewestelijkebeleidsverklaring 2014-2019 waarin gespecificeerd wordt dat ze inzake economische ontwikkeling zal trachten zo goedmogelijk in te spelen op de ontwikkelingsbehoeften van de steenhouwers, zonder de milieueffecten uit het oog teverliezen;

Overwegende dat deze wijziging van het gewestplan Philippeville-Couvin slaat op de opneming, op hetgrondgebied van de gemeente Philippeville (Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon), van de volgendebestemmingsgebieden, naar gelang van de genoemde oppervlaktes (ruw geschat en afgerond, gezien de schaal van hetgewestplan) :

— ontginningsgebieden in uitbreiding west- en oostwaarts (respectievelijk 2,1 en 12,5 ha) van het ontginnings-gebied van de groeve van Trieux-Collet, enerzijds, en in uitbreiding oostwaarts van het ontginningsgebiedvan de groeve Matissen (ongeveer 10,8 ha), anderzijds;

— een ontginningsgebied van ongeveer 22,9 ha in het « Bois Saint-Lambert »;— zes natuurgebieden op de site van de vroegere groeven van Merlemont - westelijk gedeelte (6,6 ha) en

noordelijk gedeelte (11,2 ha) van Merlemont oost (15,1 ha), M., (3,2 ha), Mme (3,7 ha) en Wayons (5,2 ha);— vier landbouwgebieden op de sites van Stoumont (25,9 ha), Mignonveau (2,1 ha), Wayons (5,1 ha) en

Matissen (1,2 ha);— een bosgebied op de site van Stoumont (1,4 ha);— een groengebied op de site van het « Bois du Corbeau » (2,2 ha);dat ze bovendien voorziet in een bijkomend voorschrift waarmee het op de site van het « Bois Saint-Lambert »

geplande ontginningsgebied pas na de exploitatie van de bij deze herziening van het gewestplan opgenomen andereontginningsgebieden tot stand gebracht zal kunnen worden, met uitzondering van de werken ter voorbereiding enopening van de afzetting;

dat ze ook een inrichtingsmaatregel bevat die bepaalt dat de exploitatie van het ontginningsgebied van het « BoisSaint-Lambert » onderworpen wordt aan de voorwaarde dat de vergruis- en zeefinstallaties, de exploitatiezetel, deopslagruimtes en de zones waar de vrachtwagens geladen worden op die site verplaatst worden en dat een nieuweverbindingsweg op kosten van de steenhouwer aangelegd wordt tussen die site en de N40 noordwaarts;

Overwegende voor het overige dat dit besluit instemt met de partnerschapsovereenkomsten gesloten op2 december 2014 en 29 juni 2015 tussen de S.A. Dolomie van Villers-le-Gambon en de S.A. Dolomies van Merlemont,enerzijds, en het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst, anderzijds, alsook met departnerschapsovereenkomst gesloten op 14 november 2014 tussen de gemeente Philippeville, enerzijds, en hetDepartement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst, anderzijds; dat het besluit van de Waalse Regering van14 november 2014 tot voorlopige aanneming van de gewestplanherziening daarvan een voorafgaande voorwaardeheeft gemaakt voor de definitieve aanneming van de gewestplanherziening;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens enDierenwelzijn,

Besluit :

Artikel 1. De partnerschapsovereenkomsten gesloten op 2 december 2014 en 29 juni 2015 tussen de S.A. Dolomievan Villers-le-Gambon en de S.A. Dolomies van Merlemont, enerzijds, en het Departement Natuur en Bossen van deWaalse Overheidsdienst, anderzijds, alsook de partnerschapsovereenkomst gesloten op 14 november 2014 tussen degemeente Philippeville, enerzijds, en het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst, anderzijds,betreffende de concretisering van het beheer van de sites voorgedragen als compensatie zoals bedoeld in artikel 46, § 1,3°, van het Wetboek, overeenkomstig de geest van Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding vande natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, worden goedgekeurd door de Regering.

Art. 2. De gedeeltelijke wijziging van de bladen nr. 58/1 en 58/2 van het gewestplan Philippeville-Couvinbetreffende de opneming van :

— ontginningsgebieden ter uitbreiding van de ontginningsgebieden van de steengroeven van Trieu Collet enMatissen;

— een ontginningsgebied in het « Bois Saint-Lambert »;

— zes natuurgebieden op de site van de vroegere groeven van Merlemont - westelijk gedeelte en noordelijkgedeelte, Merlemont oost, Monsieur, Madame en Wayons;

— vier landbouwgebieden op de sites van Stoumont, Mignonveau, Wayons en Matissen;

— een bosgebied op de site van Stoumont;

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015

— een groengebied op de site van het « Bois du Corbeau » op het grondgebied van de gemeente Philippeville(Merlemont, Sautour, Franchimont en Villers-le-Gambon) wordt definitief aangenomen overeenkomstig debijgaande kaart.

Art. 3. Het ontginningsgebied van het « Bois Saint-Lambert » is het voorwerp van volgend bijkomendvoorschrift : « Het ontginningsgebied gemerkt *R.2.4 mag pas na afloop van de uitbating van de andereontginningsgebieden die bij deze herziening van het gewestplan zijn opgenomen tot stand gebracht worden, metuitzondering van de werken ter voorbereiding en opening van de afzetting. ».

Art. 4. Deze wijziging van het gewestplan gaat gepaard met de volgende inrichtingsmaatregel :

« De exploitatie van het ontginningsgebied van het « Bois Saint-Lambert » wordt onderworpen aan de voorwaardedat de vergruis- en zeefinstallaties, de exploitatiezetel, de opslagruimtes en de zones waar de vrachtwagens geladenworden op die site verplaatst worden en dat een nieuwe verbindingsweg op kosten van de steenhouwer aangelegdwordt tussen die site en de N40 noordwaarts. ».

Art. 5. Overeenkomstig artikel D.29-26 van Boek I van het Leefmilieuwetboek, zal een begeleidingscomitéopgericht worden in het kader van de eenmalige vergunning die vereist wordt voor de totstandbrenging van elkontginningsgebied opgenomen naar aanleiding van deze wijziging van het gewestplan.

Art. 6. Het bijzonder plan van aanleg van het grondgebied nr. 1, aangenomen bij ministerieel besluit van3 februari 1989 op het grondgebied van Philippeville (Merlemont), wordt opgeheven.

Art. 7. De milieuverklaring opgemaakt door de Waalse Regering op grond van artikel 44 van het Wetboek gaatals bijlage bij dit besluit.

Art. 8. De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijnis belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 9 juli 2015.

De Minister-President,P. MAGNETTE

De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn,C. DI ANTONIO

http

://w

ww

.em

is.v

ito.b

e

B

elgi

sch

Sta

atsb

lad

dd 08-09-2

015