bekwamen nnen onbekwaamheid - Tiberghien NOLF Elisabeth... · ontvangen 7. Sanct¡onering Besluit...

22
De nieuwe regeling inzake onbekwaamheid: ku nnen meerde rjarige wilson bekwamen een h uwelijkscontract aa ngaa n, schen ken en teste re n ? Elisabeth DE NOLF advocaat b ij TÍberghÍen Eline EVERTS advocaat bìj Tiberghien en Praktìjkass¡stent UHasselt ¡NHOUD lnleiding Hoofdstuk L Algemene omkadering l. Buitengerechtelijkebescherming 2. Gerechtelijkebescherming Hoofdstuk ll. Specifieke rechtshandelingen 1. De afsluiting en de wijziging van huwelijkscontracten en samenlevingsovereenkomsten 2. Het verrichten van schenkingen 3. De aanvaarding van schenkingen 4. De opstelling en herroeping van testamenten 5. De aanvaarding en verwerp¡ng van nalatenschappen en legaten 6. Bijzondere onbekwaamheid om schenkingen of legaten vanwege de beschermde persoon te ontvangen 7. Sanct¡onering Besluit recht was het reeds mogelijk om in een lastgeving te voorzien met betrekking tot het beheer van en de be- schikking over het vermogen. De wetgever heeft er nu voor geopteerd om deze buitengerechtelijke bescher- ming specifiek in de wet op te nemen. Het doel van de wettelijke omkadering is het stimuleren van de bui- tengerechtelijke bescherming, het bieden van rechts- zekerheid omtrent het gebruik vân een volmacht, het sneller aanpakken van misbruiken en de werklast van de wederechters verminderen2. Bovendien kan een gerechtelijk beschermingsstatuut pas door de rechter worden overwogen wanneer bui- tengerechtelijke bescherming niet volstaat of wanneer geen geregistreerde lastgevingsovereenkornst voor- handen is3. De bedoeling van de wetgever is duidelijk. De buitengerechtelijke bescherming, die minder in- grijpend is en meer autonomie laat aan de beschermde persoon, moet voorrang krijgen op de gerechtelijke be- scherming (principe van subsidiariteitJ. De noodzaak var. een beschermingsmaatregel moet worden afgeme- ten aan de concrete beschermingsbehoefte en mag niet verder reiken dan wat nodig is (principe van proporti- onaliteit)+. Door uit te gaan van deze principes komt de wetgever tegemoet aal de aanbevelingen van het Comité van Ministers van de Raad van Europas en het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicapó. Daarnaast bundelt de nieuwe wet de vier bestaande 154 155 155 160 161 161 164 169 169 171 "171 172 175 Inleiding 1. De nieuwe wetgeving inzake hervorming van de re- gelingen inzake onbekwaarnheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheidl hertekent grondig het land- schap inzake de wilsonbekwaamheid. Eén van de belangrijkste innovaties is de invoering van een informele buitengerechtelijke bescherming op ba- sis van de figuur van de lastgeving. Onder het gemene 2. 3. Wet van 17 maart 20f3 tot hervorming van de regelíngen inzake onbe- kwaamheid en tot instelling van een nieuwe bescherm¡ngsstatus die strook met de menselijke waardigheid, 85 14 juni 2013, inwerkingtreding op I sêptember 2014. Bij wet van 25 april 20'14 houdende diverse bepalin- gen betreffende Justitie, BS 14 mei 2014 en bij wet van 12 me¡ 2014 hou- dende wijziging en coördinatiê van diverse wetten inzake Justitie (ll), 85 I 9 mei 2014 werd reeds tegemoet gekomen aan enkele technische en jurÈ dische onvolkomenheden en lacunes in de wet van 1 7 maart 20¡ 3- Verslag namens de Commissie voor de lustitie, ParLSt Kamer 2011-2012, nr.53-1009/010,3&31. Art.492 BW; Verslag namens de Commissie voor de Justitie, P¿rl.St Kamer 2O11-2012, nr.53-1 009/01 0, 34. 4. Toelichting b¡j het wetsvoorstel, ParlSt Kamer 201 G20'l '1, nr. 53-'l 009/001, 6. 5. Aanbeveling R(99)4 over beginselen betreffende de wettelijke bescher- ming van meerderjarige onbekwamen en aanbeveling R(2009)l 1 over be- ginselen betreffende voortdurende volmachten en voorafgaande richtlij- nen in geval van onbekwaamheid. 6. VN-Gehandicaptenverdrag uit 2006 dat voor België gevolg heeft sinds 2009: Wet van I 3 mei 2009 houdende instemming met het Verdrag inzake de rechten van personên met een handicap en met het FacultatiefProtocol bü dat Verdrag, 85 22juli 2009. îhíc íttrì<ntrArê íc línpnrp¡l fn Tíhprrrhipn Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer 1 54 - Not.Fisc.M. 2014/7 H

Transcript of bekwamen nnen onbekwaamheid - Tiberghien NOLF Elisabeth... · ontvangen 7. Sanct¡onering Besluit...

De nieuwe regeling inzake onbekwaamheid:ku nnen meerde rjarige wilson bekwamen een

h uwelijkscontract aa ngaa n, schen ken en

teste re n ?

Elisabeth DE NOLFadvocaat b ij TÍberghÍen

Eline EVERTSadvocaat bìj Tiberghien en Praktìjkass¡stent UHasselt

¡NHOUD

lnleidingHoofdstuk L Algemene omkadering

l. Buitengerechtelijkebescherming2. Gerechtelijkebescherming

Hoofdstuk ll. Specifieke rechtshandelingen1. De afsluiting en de wijziging van huwelijkscontracten

en samenlevingsovereenkomsten2. Het verrichten van schenkingen3. De aanvaarding van schenkingen

4. De opstelling en herroeping van testamenten5. De aanvaarding en verwerp¡ng van nalatenschappen

en legaten6. Bijzondere onbekwaamheid om schenkingen of

legaten vanwege de beschermde persoon teontvangen

7. Sanct¡oneringBesluit

recht was het reeds mogelijk om in een lastgeving tevoorzien met betrekking tot het beheer van en de be-schikking over het vermogen. De wetgever heeft er nuvoor geopteerd om deze buitengerechtelijke bescher-ming specifiek in de wet op te nemen. Het doel van dewettelijke omkadering is het stimuleren van de bui-tengerechtelijke bescherming, het bieden van rechts-zekerheid omtrent het gebruik vân een volmacht, hetsneller aanpakken van misbruiken en de werklast vande wederechters verminderen2.

Bovendien kan een gerechtelijk beschermingsstatuutpas door de rechter worden overwogen wanneer bui-tengerechtelijke bescherming niet volstaat of wanneergeen geregistreerde lastgevingsovereenkornst voor-handen is3. De bedoeling van de wetgever is duidelijk.De buitengerechtelijke bescherming, die minder in-grijpend is en meer autonomie laat aan de beschermdepersoon, moet voorrang krijgen op de gerechtelijke be-scherming (principe van subsidiariteitJ. De noodzaakvar. een beschermingsmaatregel moet worden afgeme-ten aan de concrete beschermingsbehoefte en mag nietverder reiken dan wat nodig is (principe van proporti-onaliteit)+. Door uit te gaan van deze principes komtde wetgever tegemoet aal de aanbevelingen van hetComité van Ministers van de Raad van Europas en hetVN-Verdrag inzake de rechten van personen met een

handicapó.

Daarnaast bundelt de nieuwe wet de vier bestaande

154155

155

160

161

161

164169169

171

"171

172

175

Inleiding

1. De nieuwe wetgeving inzake hervorming van de re-gelingen inzake onbekwaarnheid en tot instelling vaneen nieuwe beschermingsstatus die strookt met demenselijke waardigheidl hertekent grondig het land-schap inzake de wilsonbekwaamheid.

Eén van de belangrijkste innovaties is de invoering vaneen informele buitengerechtelijke bescherming op ba-sis van de figuur van de lastgeving. Onder het gemene

2.

3.

Wet van 17 maart 20f3 tot hervorming van de regelíngen inzake onbe-kwaamheid en tot instelling van een nieuwe bescherm¡ngsstatus diestrook met de menselijke waardigheid, 85 14 juni 2013, inwerkingtredingop I sêptember 2014. Bij wet van 25 april 20'14 houdende diverse bepalin-gen betreffende Justitie, BS 14 mei 2014 en bij wet van 12 me¡ 2014 hou-dende wijziging en coördinatiê van diverse wetten inzake Justitie (ll), 85I 9 mei 2014 werd reeds tegemoet gekomen aan enkele technische en jurÈdische onvolkomenheden en lacunes in de wet van 1 7 maart 20¡ 3-

Verslag namens de Commissie voor de lustitie, ParLSt Kamer 2011-2012,nr.53-1009/010,3&31.Art.492 BW; Verslag namens de Commissie voor de Justitie, P¿rl.St Kamer2O11-2012, nr.53-1 009/01 0, 34.

4. Toelichting b¡j het wetsvoorstel, ParlSt Kamer 201 G20'l '1, nr. 53-'l 009/001,6.

5. Aanbeveling R(99)4 over beginselen betreffende de wettelijke bescher-ming van meerderjarige onbekwamen en aanbeveling R(2009)l 1 over be-ginselen betreffende voortdurende volmachten en voorafgaande richtlij-nen in geval van onbekwaamheid.

6. VN-Gehandicaptenverdrag uit 2006 dat voor België gevolg heeft sinds2009: Wet van I 3 mei 2009 houdende instemming met het Verdrag inzakede rechten van personên met een handicap en met het FacultatiefProtocolbü dat Verdrag, 85 22juli 2009.

îhíc íttrì<ntrArê r-r-rr'tr/ íc línpnrp¡l fn Tíhprrrhipn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer1 54 - Not.Fisc.M. 2014/7

H

'uescireluiugss iat u Len voor r¡reerderjarige onbekwamepersonen - voorlopig bewind, gerechtelijke onbe-kwaamverklaring, bijstand van een gerechtelijk raads-man {verkwisters) en verlengd minderjarigheid - totéén nieuw globaal gerechtelijk statuut. Voortaan zul-len er slechts twee onderscheiden beschermingsstatu-ten bestaa¡: één voor minderjarigen en één voor meer-derjarigen.

2. Het nieuwe globale statuut van bewind is geïnspi-reerd op het bestaande statuut van het voorlopig be-wind. Onder de nieuwe wet worden de termen "be-windvoerder" en "beschermde persoon" gehanteerd.

Twee categorieën van meerderjarigen kunnen buiten-gerechtelijk of gerechtelijk worden beschermd: zij diewegens hun gezondheidstoestand geheel of gedeelte-lijk, zij het tijdelijk, niet in staat zijn om hun belangenzelf naar behoren waar te nemen (artikel 4BB/i. BW)en zij die zich in een staat van verkwisting bevinden(artikel4ss/2 BW).

Nieuw is ook dat er een bewindvoerder over de per-soon van de wilsonbekwame kan worden aangesteld.Deze kan alleen of samen met eenbewindvoerder overde goederen worden aangesteld. De aanstelling vanéén zelfde bewindvoerder over de persoon en over degoederen is eveneens mogelijk.

3. De aanstelling van een bewindvoerder zal voor devrederechter maatwerk worden, Van de rechter wordtverwacht dat hij uitdrukkelijk oordeelt over de onbe-kwaamheid met betrekking tot een reeks opgesomderechtshandelingen met betrekking tot de persoonen/of de goederen van de onbekwame persoon, bijontstentenis waarvan de beschermde persoon be-kwaam blijft. Er zijn verschillende regimes uitgewerktwaarbinnen de rechter duidelijk zal moeten aandui-den welke rechtshandeling welk regime behoeft. Derechter heeft de keuze tussen een bijstandsregime,waarbij de beschermde persoon zelf, maar niet zelf-standig kan handelen en een regime van vertegen-woordiging, waarbij de beschermde persoon niet zelf

en niet zeifsrandig kan irancieien. Voor een aigemeenoverzicht van de belangrijkste wijzigingen verwijzenwii naar de reeds verschenen publicaties over dit on-derwerpT,

4. In deze bijdrage wordt in hoofdstuk II nagegaan ofeen beschermd meerderjarig persoon een aantal speci-fieke handelingen inzake huwelijkscontracten en sa-menlevingsovereenkomsten, schenkingen, testamen-ten en nalatenschappen kan stellen. Zowel de buiten-gerechtelijke als de gerechtelijke bescherming komenaan bod, waarbij de nadruk wordt gelegd op de gevol-gen voor het notariaat.

In een eerste hoofdstuk wordt eerst dieper in gegaanop een aantal relevante algemene aspecten val de bui-tengerechtelijke en gerechtelijke bescherming. De al-gemene omkadering van de buitengerechtelijke be-scherming wordt ruim uitgewerkt aangezien het kadervoor het eerst bij wet is vastgelegd. Met dit kader moetrekening worden gehouden bij het opstellen van elkevolmacht die onder het toepassingsgebied van denieuwe wet valt. Bij de behandeling van de specifiekevermogensrechtelijke handelingen volgen dan enkelnog de relevante aspecten die verschillen voor elkerechtshandeling.

Hoofdstuk l. Algemene omkadering

1 . Buitengerechtelijke bescherming

1.1. Vóór de wet van 17 maart 2013

5. Reeds vóór de wet van 1.7 maart 2013 werd vaakgebruik gemaakt vân een lastgeving in het kader vanvermogensbeheer. Zo kon men reeds een vertrouwens-persoon aanstellen die met bepaalde rechtshandelin-gen of met het algemene beheer van een vermogenwerd belast voor het geval de lastgever dit niet meerzelf zou kunnen. De lastgeving kon reeds aanvangentijdens de wilsbekwaamheid va¡r de lastgever, maar er

Zie o.a. J. BAEL, "De nieuwe wettelüke regeling inzake het bewind en deplanning van de nalatenschappen van de ouders van een mentaal gehan-dicapt kind", INot 2O14,il.3, I30-180 (hierna:J. BAEL, "De nieuwewette-lijke regeling inzake het bewind"); C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke rege-ling inzake beschermde personen. De wet van I 7 maart 20l 3 tot hervor-ming van de regeling inzake onbekwaamheid en tot instelling van eennieuwe beschermingsstalus", llNot. 2013, N.5, 255-326 (hierna: C. DEWULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen"); F.

DEGUEL,'La loi du l7 mars 2013 réformant les régimes d'incapacité etinstaurant un nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine:vers une simplification?", I88ß 20'l 3, nr. 6, 290-31 6 (hierna: F. DEGUEL, "Laloi du I 7 mars 201 3"); Th. DELAHAYE en F. HACHEZ, 'La loi du I 7 märs 201 3réformant les régimes d'incapacité et instaurant un nouveau statut deprotection conforme à la dignité humaine", Jf 201 3, 465-479 (hierna: Th.DELAHAYE en F. HACHEZ, "La loi du l7 mars 2013"); A. DEMORTIER en T.VAN HALTEREN,'La Ioi du I 7 mars 201 3 réformant le régime des incapacités

- principes et innovations en matière de mandat extrajudicÍaire et libérali-tés", RNB 2O14,391-4ó2 (hierna: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loidu l7 mars 2013"); N. GALLUS, "L'avenir de la protection des personnesvulnérables" in X., AcÌual¡tés en drciT patrimon¡al de la famille, Brussel, Bruy-ldnt,2012,47-74(hierna: N. GALLUS, "L'avenir de la protection des person-nes vulnérables"); N. LABEEUW en E. VAN LANDEGEM, "Het nieuwe gerech-telijke beschermingsstatuut voor wilsonbekwamen: bespreking van de wet

van 1 7 maart 2013", TEP 2014, nt. 1, +15; M. A. MASSCHELEIN, "De invoe-ring v¿n één globaal beschermingsstatuut voor wilsonbekwame perso-nen", NNK 201 3, nr.4,3-12 (hierna: M. A. MASSCHELEIN, "De invoering vanéén globaal beschermingsstatuut"); Y.-H. LELEU, "Les dix innovations ma-jeurs de la réforme de la protect¡on des personnes vulnérables", RPP 2014,17-27 (hierna: Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs");5- MOSSELMANSen A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen. Com-mentaar bij de wet van l7 maart 201 3",T. Fam.20'|,4, N.34,60-96 (hierna:S. MOSSELMANS en A. VAN THlENEN, "Bescherming en bewind voor meer-derjarigen"); K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het statuutvan onbekwamen: een overzicht vanuit vogelperspectief', NFM 2O13,nr.7,1 82-203 (hierna: K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het sta-luut van onbekwamen"); F. SWENNEN. "De meerderjarige beschermde per-sonen (Deel l)", RW 2013-2014, nr. 15, 563-576 (hierna: F. SWENNEN, "Demeerderjarige beschermde personen (Deel l)"); F. SWENNEN, "De meerder-jarige beschermde personen (Deel ll)", RW 20'l'3-2014, nr. 16, 602-623(hierna: F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel ll)");T. WUYTS, 'Onbekw¿men in hel vermogensrecht" in X., Tendensen vermo-gensrecht 2014, Antwerpen, lntersentia, 2014, 87-165 (hierna: T. WUYTS,"Onbekwamen in het vermogensrechf'); A. WYLLEMAN, "Het bewind:enignieuw beschermingsstatuut voor meerderjarige onbekwamen", ßkron.

^/ot2o13, nr.23,1 05-1 42 (hierna: A. WYLLEMAN, "Het bewind").

thí< íttrícnttArê îîtr'trr ie lírpnra¡l tn Tíhprohípn

Not.Fisc.M. 201 4/7 - l5sKluwer - Notarieel en Fiscaal MaandbladFFTH

kon ook worden bepaald dat de lastgeving pas in wer-king zou treden eens de lastgever wilsonbekwaam wasgeworden. Het gemene lastgevingsrecht, zoals gere-geld in de artikelen 1984 tot 2010 BW, was van toe-passing op deze volmachten.

Van deze mogelijkheid om zelf te anticiperen op zijnwilsonbekwaamheid door te voorzien in een vol-macht, zal voortaan verder gebruik kunnen wordengemaakt binnen een wettelijk kader.

1.2. Omschrüving en algemeen toepassingsge-bied van de nieuwe regeling

6. De buitengerechtelijke bescherming houdt in dateen wilsbekwaam persoon zelf een regeling voor hetbeheer van zijn goederen kan uitwerken voor wanneerhij later onbekwaam zou worden.

Deze buitengerechtelijke bescherming is gebaseerd opde gemeenrechtelilke figuur van de lastgeving, zoalsgeregeld in de artikelen 1984 tot 20L0 BW, behoudensandersluidende wettelijke bepalingens. Elke volwas-sene die wilsbekwaam is, kan een volmacht verlenenaan een persoon om zijn vermogen te beheren of omeen bepaalde handeling te stellen en kan hierin rege-Ien op welke manier dit dient te gebeuren.

7. Dit wettelijk regime is enkel van toepassing oprechtshandelingen die bet¡ekking hebben op goede-ren. Handelingen inzake de persoon van de onbe-kwame, bijvoorbeeld de keuze van zijn woonplaats,komen bijgevolg niet in aanmerking voor een buiten-gerechtelijke bescherming in de zin van de artikelen48s-49o12 BW. Uiteraard is en blijft het mogelijk omeen persoon aan te duiden die zich bij wilsonbe-kwaamheid ontfermt over persoonsrechtelijke belan-gen. De specifieke wetgeving voorzien in de artikelen489-49012 BW zal hierop niet van toepassing zijn,maar wel het gemene rechte.

8. De buitengerechtelijke bescherming heeft geen in-vloed op de juridische bekwaamheid van de lastge-

ver-beschermde persoon. Deze blijft principieel wils-en handelingsbekwaam om zelf op te tredenlo.

1.3. Voorwaarden waaraan de lastgeving dient tevoldoen

9. Volgens het nieuwe artikel 490 BW dient de lastge-ving aan een aantal voorwaarden te voldoen. De bij-zondere of algemene lastgeving moet in het bijzondertot doel hebben om een buitengerechtelijke bescher-ming te regelen, de volmacht moet worden geregis-treerd in een centraal register dat wordt bijgehoudendoor de Koninklijke Federatie van het Belgisch Nota-riaat (KFBN)11 en een aa¡rtal categorieën van personenkunnen niet optreden a1s lasthebbert2.

Er wordt aangeraden om de doelstelling tot het rege-len van een buitengerechtelijke bescherming explicietin de akte van lastgeving te verwoordenl3, om zo dis-cussie omtrent het doel van de lastgeving te vermij-den. O.i. zal de bedoeling om een buitengerechtelijkebescherming te regelen ook blijken uit de registratievan de lastgeving in het centraal registerra. Indien devolmacht immers niet wordt geregistreerd in het cen-traal register, geldt de specifieke regeling van de bui-tengerechtelijke bescherming niet.

1.4. Vormvereisten en aard van de volmacht

10. De nieuwe wet stelt geen bijzondere vormvereis-ten. Gelet op de registratieverplichting van de vol-macht, dient er wel een geschrift te worden opge-steldls. De volmacht kan onderhands of notarieelworden opgesteld. Wil men aan de lasthebber de mo-gelijkheid geven om rechtshandelingen te stellen dieovergeschreven moeten worden op het hypotheekkan-toor, zoals een verkoop van onroerend goed, ofhande-lingen die een notarie,lle akte vereisen, zoals het uit-voeren van nota¡iële schenkingen en het wijzigen vaneen huwelijkscontract, dan is een notariêle volmachtvereistl6.

11. Wat betreft de aard van de volmacht, maakt de wet

L Art.489-490i2 BW; Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs", supra noot 7,20, nr- 6-

9. A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming vankwetsbare meerderjarigen in rechtsvergelljkend perspectief, TEP 2o14,nr.'1,74-99,78, nt 'l2 (hiernã: A. VAN DEN BROECK "De buitengerechteli'kevermogensbescherming"); 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescher-ming en bewind voor meerderjarigen", supranooï7,65, nr. 16; F. SWENNEN,"De meerderjarige beschermde personen (Deel I)", supra noot 7, 569, nr. 1 8;

Anders: c. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regel¡ng inzake beschermdepersonen", supr¿ nooî7,267, nr. I 8; E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandatde protection enrajudiciaire", ßNB 2014,463-504,475 (hie¡na: E. BEGUIN enJ. FONTEYN, "La mandat de protection extrajudiciaire").

'10. S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meer-derjarigen",supra noot7, 64, il. 14; A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke be-scherming", onuitg., Vormingsnamiddag meerderjarige beschermde per-sonen 29 april 2014, KFBN Nederlandstalige Raad, 1-8, I (hierna: A. \¡VYLLE-

MAN, "Buitengerechtelijke bescherming"); F. DEGUEL, "La loi du'17 maß2013",supranoot7,293,N.9;Th. DELAHAYE en F. HACHEZ,'La loidu l 7 mars 201 3", supra nootT,466; K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot her-vorming van het statuut van onbekwamen", supranool.7, l84 en 187, nrs.I en 27;F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)",supranoot7,57l, nr.27; N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde per-sonen en de successieplanning: wat biedt de nieuwe wel?",TEP 2o14, ft.1,

16-61,21, nr. I 1 (hierna: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde per-sonen en de successieplanning"); A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "Laloi du 17 mars 20'l 3", supru nooT7, 437 .

Art.490 BW.Art.490/1, ç1, tweede lid BW: "depeßonen op w¡e een ¡n afdeling I bedoelderechterlijke beschermingsmaatregel van toepassîng is en de personen diekrachtens aftikel 496/6 geen bewindvoerder mogen zíjn".C. DE WULF, "De nieuwe wettelüke regeling inzake beschermde personen",suprcnoo|7,262, nr. t0; F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde per-sonen (Deel l)", supra noor 7,568, nr. I 6; A. WYLLEMAN, "Buitengerechte.lijke bescherming", supra noot 10, 3; 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN,"Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supra noot 7, ó5, nr. 1 5.

ln dezelfde zin: N. GEELHAND DE MERXËM, "De beschermde personen ende successieplanning", surya nool 1 0, 23, nr. 1 5.F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supr¿ noot7,568, nr.16.B. TILLEMAN, "Lastgeving" in APfi, Gent, E. Story-Scientia, 1997,79 e.v.,

nr.143 e.v. (hierna: B.TlLLEMAN, "Lastgeving"); S. MOSSELMANS en A. VANTHIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supru nool7,66,nr. I 8; A. VüYLLEMAN,'Buitengerechtelijke bescherming', surya noof 1o,2;F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot7,568,nr.16.

'11.

12.

13.

fhíc íttrícnttAra rr,¡1Ír íc lí¡pnrpã tn Tíharohípn

14.

15.

16.

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer1 56 - Not.Fisc.M. 2014/7

H

een aantal onderscnerden. ue volmacnt Kan argemeenof bijzonder worden opgesteldlT. Een algemene vol-macht betreft alle zaken van de lastgever, terwijl eenbijzondere volmacht slecht één of bepaalde zaken be-treft. Daarnaast kan de lastgeving in algemene bewoor-dingen worden uitgedrukt of daarentegen uitdrukke-lijk worden verwoordrt. In geval van een volmacht inalgemene bewoordingen, kunnen enkel daden van be-heer worden gesteld. Voor daden varr beschikking iseen uitdrukkelijke lastgeving vereist. Het volstaat datde bewoordingen van de lastgeving duidelijk de wilvan de lastgever weergeven, nI. dat hij daden van be-schikking niet heeft uitgesloten. Het is aan te radenom de volmacht zo duidelijk en specifiek mogelijk opte stellen om interpretatieproblemen te vermijdenre.

1.5. Registratíe van de volmacht

12. De registratie van de volmacht in het centraal re-gister van de KFBN gebeurt via de griffie van het vre-degerecht van de verblijfplaats van de lastgever ingeval van een onderhaldse volmacht. De lastgever zaleen eensluidend verklaard afschrift van de vohnachtdoor een gemeentelijk ambtenaar of een notaris moe-ten laten opstellen om tot registratie te kunnen over-gaan. Binnen vijftien dagen na de neerlegging van hetafschrift door de lastgever of lasthebber2o zorgt de grif-fier voor opname in het centraal register2l.

Gaat het om een notaririle volmacht, dan zal de op-name in het centraal register geschieden door tussen'komst van de notaris die de lastgevingsovereenkomstheeft opgesteld,,. Hij is hiertoe echter niet wettelijkverplicht, zodat de lastgever of lasthebber23 hem hiereerst om zal moeten verzoeken2a. Binnen de vijftiendagen na het verzoek, is de notaris verplicht de vol-macht te laten opnemen in het centraal register. Eenonmiddellijke registratie is niet noodzakelijk. Indiende lastgever nog niet onmiddellijk tot registratie wenstover te gaan, is het o.i. aan te raden dat de notaris departijen erop wijst dat de registratie verplicht is omonder het toepassingsgebied van de nieuwe wet tekunnen vallen en dat de volmacht maar kan geregis-treerd worden tot op het ogenblik dat de volmachtge-ver in een toestand komt zoals bedoeld in artikel ¿eA/fof +aalz BW2s. Vanaf het ogenblik dat de lastgever

verKeert ln een staat van wllsonoeKwaamnerd oI ver-kwisting eindigt immers de lastgeving van rechtswegeindien deze niet is geregistreerd (zie infraw.2l e.v.).De notaris zou deze raadgevingen kunnen opnemenin de akte,".

13. De lastgever die wilsbekwaam is of de lasthebberkan in principe op ieder ogenblik de lastgeving beëin-digen. De beëindiging kan schriftelijk ter kennis wor-den gebracht van de griffie of notaris, die zal instaanvoor de registratie van de beslissing in het centraalregister2T. Het meedelen van de beslissing tot beëindi-ging is echter niet verplicht, wat o.i. voor onduidelijk-heid over de uitwerking van de volmacht kan leiden28,De wet verplicht in geval van regishatie van de beëin-diging van de volmacht wél de opgave van de redenenvoor de beëindiging. Ons inziens is hier echter geenreden toe. Een sanctie is niet voorzien indien de moti-vering ontbreekt2e.

Voor zover de lastgever nog wilsbekwaam is, kan hijde beginselen die zijn opgenomen in de overeenkomsten die de lasthebber bij de uitoefening van zijn op-dracht in acht moet nemen, nog wijzigen3o. De wetvoorziet eveneens slechts in een facultatieve registra-tie van de wijzigingen. Het lijkt ons echter wel nood-zakelijk om wijzigingen aan de volmacht te laten re-gistreren in het centraal register. Bij niet opname inhet register komt het ons immers voor dat de wijzigin-gen niet vallen onder de bijzondere regels van de arti-kelen 489-490/28w.

1.6. Aanvangspunt van de lastgeving

14. De volmachtgever bepaalt wanneer de lastgevingaanvangt. De lastgeving kan reeds aanvangen tijdensde wilsbekwaamheid van de lastgever of kan pas inwerking treden bij zijn wilsonbekwaamheid. De vast-stelling van het tijdstip waarop de lastgever wilsonbe-kwaam is, blijft een moeilijk gegeven. ln de parlemen-taire werken wordt gesuggereerd om in de lastgevings-overeenkomst te bepalen op welke wijze de wilsonbe-kwaamheid kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld naadvies van twee al dan niet aangeduide geneesherendie vaststellen dat de lastgever zich daadwerkelijk indie toestand bevindt¡t.

17.18.19.20.

Art.1987 BWArt. 1988 BW.A. VVYLLEMAN, "Builengerechtelijke bescherming", suprc noot 1 0, 2.

5. MOS5ELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meer-detjatigen", supro nool 7, ó6, nr. 1 9; C. DE WULF, 'De nieuwe wettelijke re-geling inzake beschermde personen", supra nool 7, 263, ff . 12-Art.490, vierde lid BW.

Art.490, tweede lid BW.BEGUIN en FONTEYN zijn van mening dat enkel de volmachtgever om deregistrãtie kan ver¿oeken: E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandat de protec-tion extrajudiciãire", suprc nool 9, 472.BEGUIN en FONTEYN vragen zich af of de notaris niet verpl¡cht is om overte gaan tot de regislratie van de volmacht in het centraãl register na hetverlijden van de akte omdat het tot zijn taak behoort om toe te zien op degoede uitwerking van de door hem verleden akten: E. BEGUIN en J. FON-TEYN, "La mandat de protection extrajudiciaire", supra noo| 9, 472. ln de-zelfde zin: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du l7 mars 2013",supra nool 7,43O.

25. S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meer-derjarigen", supra noot 7, 66, nr. 1 9; C. DE WULF, "De nieuwe wettelüke re.geling inzake beschermde personen" , supra nool7,263, nr. l 2; F. SWENNEN,"De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", sup¡a noot 7, 569, nr.1 6.

26. DE WULF raadt aan om de instructies van de lastgever omtrent de registra-tie op te nemen in de lastgevingsovereenkomst, om elk misverstand te ver-mijden: C. DE WULF, "De nieuwe wettelüke regeling inzake beschermdepersonen", supra nool 7, 264, nr. 12.

27. Arr.490,v¡jfde lid BW.2A. F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", ruprd noot

7,569,nr.17.29. A. WYLLEMAN, "Het bewind", supra noot 7, 1 1 3, nr. 1 3.30. Art.490, vijfde lid BW.

31. Verslag namens de Commissie voor de Just¡tie, ParLst Kamer 2011-2012,nr. 53-1 009/01 0, 35.

21.22.23.

24.

fhìc ìttrì<nttarp rnntr íc líapnraã fn Tíharohían

Not.Fisc.M. 2014/7 - 157Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

Eens het aanvangspunt, zoals bepaald in de volmacht,is bereikt en indien de volmacht voldoet aan de an-dere wettelijke vereisten (ze is opgesteld met als bij-zonder doel om een buitengerechtelijke beschermingte regelen, de volmacht is geregistreerd in het centraalregister en de volmachthebber behoort niet tot een ca-tegorie van uitgesloten personenJ, dan volstaat ditvoor de lasthebber om zich op de volmacht te kunnenberoepen32. De vrederechter dient deze volmacht nietuitvoerbaar te verklaren alvorens deze zott kunnenworden aalgewendtt.

15. Indien toch meer zekerheid of duidelijkheid ge-

wenst is omtrent het aanvangspunt, kan de vrederech-ter een beslissing treffen omtrent de uitvoering van delastgeving, op verzoek van de lastgever, de lasthebber,iedere belanghebbende evenals de procureur des Ko-nings3a. Zo zou de bank de uitvoerbaarverklaring kun-nen vragen alvorens de vertegenwoordigingsbevoegd-heid van de lasthebber te aanvaaÌden. Het kan echterniet de bedoeling zijn dat de voÌmachten systematischuitvoerbaar worden verklaard door de v¡ederechter.Dit strookt o,i. niet met de doelstelling van de wetge-ver. De notaris zal erover waken dat een duidelijk tebepalen aanvangspunt wordt opgenomen in de vol-macht om een rechterlijke uitvoerbaarverklaring tevermijden.

1.7. Controle op de lastgeving

16. Deze buitengerechtelijke bescherming heeft danwel het voordeel van eenvoud en soepelheid, het ge-

brek aan rechterlijke controle kan ook als een nadeelwerken. Misbruik zal minder snel of soms zelfs nietkunnen worden gedetecteerd. Een mogelijkheid totcontrole wordt door de wetgever gesuggereerd in arti-kel +90/2, 91, derde lid BW: de lastgever kan in devolmacht bepalen dat de aangeduide persoon(-last-hebber) zich op bepaalde tijdstippen moet verant-woorden bij een derde persoon35.

17. Ook is voorzien in een soort "alarmbelproce-dure"36 waardoor de omgeving van de lastgever kaningrijpen indien zil dat nodig acht. Iedere belangheb-bende kan imnrers de vrederechter vatten terbeoorde-

ling val de voorwaarden en de uitvoering van de last-geving. Zo kar' de wederechter geheel of gedeeltelijkeen einde maken aan de lastgeving indien dit in hetbelang is van de lastgever en de lastgeving geheel ofgedeeltelijk vervangen door een gerechteliike bescher-mingsmaatregel. Hij kan de lastgeving onderwerpenaan dezelfde vormvereisten als die welke gelden bijeen gerechtelijke beschermingsmaatregel (bijvoor-beeld bepaalde rechtshandelingen onderwerpen aan

een voorafgaande rechterlijke machtigingJ of kan zichuitspreken over de voorwaarden en nadere regels totuitvoering van de lastgeving3T.

1.8. Einde van de lastgeving

1.8.1. Onder de oude wet

18. Zoals hierboven vermeld, kon reeds vóór de wetvan 17 maart 2013 gebruik worden gemaakt van eenlastgeving in het kader va¡ vermogensbeheer (zie su-pro N. 1). De lastgeving nam in principe geen eindewanneer de lastgever wilsonbekwaam werd. Het me-rendeel van de recente rechtsleer aanvaardt dittt. Delastgeving vervalt immers niet op het ogenblik van de

feitelijke onbekwaamheid van de lastgever, maat wel,overeenkomstig oud artikel 2003 BW, bij de juridischehandelingsonbekwaamheid, bijvoorbeeld door de on-der voorlopig bewindstelling3e.

19. Tot vóór de wet van 3 mei 2003 maakte de aan-vaarding door de voorlopig bewindvoerder van zijnopdracht, een einde aan de lastgeving die door de tebeschermen persoon was verleendao. Sinds het schrap-pen van deze zinsnede in 2003, kon artikel 2003 BWzo worden geïnterpreteerd dat lastgevingen, die géén

betrekking hebben op de bevoegdheden van de voor-lopig bewindvoerder, wel konden bÌijven bestaanal.Indien de wederechter slechts beperkte bevoegdhe-den aan de voorlopig bewindvoerder had verleend diegeen vervreemdingsverbod voor de beschermde per-soon met zich meebrachten, kon de beschermde per-soon nog schenken, gelet op de cor¡elatieve verhou-ding tussen de bevoegdheid van de voorlopigbewind-voerder en de handelingsbekwaamheid van de

beschermde persoona2. In een dergelijk geval kon de

32. S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meer-derjatigen", supra nooÌ7,67,nr.20ì C. DË WULF, "De nieuwe wettelûke re-geling inzake beschermde personen", supra noot 7,261, nr.8.

33. F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot7, 57o, N. 22; A.W(LLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", iupla noot1 0, 4. Ons inziens onterecht anders: K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot her-vorming van het statuut van onbekwamen", supra noot 7, I 83, 1 86, I 87 en'188, nrs. 5, 18, 25 en 31; A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du1 7 mars 20l 3", iupranoorl,433-437; E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandãtde protection extÍi'¡udiciaire",supra noot 9,489; M.VAN MOLLE, "Le mandatextrajudiciaire comme outil de planification patrimoniale", RPP2014, 81-89,85, nr. 1 6.

34. Arl. 49011,52 BW; Verslag namens de Commiss¡e voor de Justitie, Pa¡l.stKamer 2011-2012, nr, 53-1 009/01 0, 36.

35. A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming",supra nool 9, 9+95, N.57; A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescher-ming", supra noot 1 0, 5.

36. ArÌ. 49012,52 BW; Verslag namens de Comm¡ssie voor de Justitie, Pdll.stKamer 201 1-201 2, nr. 53-l 009/01 0. 39.

A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming",supra noot 9, 95; S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming enbewind voor meerderjarigen", supra noot 7, 69, nr. 23.

B. TILLEMAN, "Lãstgev¡ng", suprd noot 1 6, 337, nr. 592; P. WÉRY, "Le man-dat", Rép.not. DW\L Brussel, Larcier, 2ooo, 307 (hierna: P. WÉRY, "Le man-dat"); C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake beschermde per-

sonen", suprd noot 7,262, il. 1 I en de verwüzing ãldaar.B. TILLEMAN, "Lastgeving", suprc noor 16,337, nr.592; Zie ook: N. GEEL-

HAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning".suprd nool 1 O, 22, nr - 1 3.

Oud art. 488brs, c), 51, zesde líd BW.

T. WUYTS, Vermogensbeheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewindvoerder, Antwerpen, lntersentia,2005,41, nr.68 (hierna: T. WUYTS, "ry'ermogens-beheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewindvoerder'); T. WUYTS,

"Onbekwamen in het vermogensrechl",supra nooTT, lo3, nr. 22; A. WYLLE-

MAN, "Het bewind", supta noo'¡.7,1 I 1, nrs. 7-10.W. PINTENS, CH. DECLERcK, J. DU MoNGH EN K. VANWINCKELEN, Familiaalvermogensrecht, Antwerpen, lntersentia, 2o1o, 568, nr. 1063 (hierna: W.

PINTENS et a/., "Familiaal vermogensrecht").

37.

38.

39.

40.41.

thic ittrienttara rñnrt íc lírpnrprl fn Tíhprohípn

42.

Notarieel en Fiscaal Maandblad - KluwerI 58 - Not.Fisc.M. 2014/7

H

voimacht tot het uitvoeren van schenkrngen o.r. nogworden aangewend. Deze regeling blijft ook van toe-passing na 1 september 2O74 op volmachten die gege-ven zijn vóór 1 september 2014.

20. Daarnaast eindigde de lastgeving eveneens doorherroeping van de volmacht, door opzegging van delastgeving door de lasthebber en door de dood of hetkennelijk onverrnogen, hetzij van de lastgever, hetzijvan de lastlebberas.

L8.2. Onder de nieuwe wet met een volmacht dieniet voldoet aan de voorwoarden van de nieuwe wet

21. De volmachten die reeds gegeven zijn vóór de in-werkingtreding van de nieuwe wet voldoen logischer-wijze niet aan de vereisten van de nieuwe artikelen489-490/2 BW. Ook is het denkbaar dat ná 1 septem-ber 2O74 volmachten worden gegeven die niet voldoenaan de nieuwe vereisten (þijvoorbeeld omdat ze nietgeregistreerd worden in het centraal register). De waagstelt zich of deze volmachten, zowel gegeven vóór alsná de inwerkingtreding van de nieuwe wet, nog kun-nen worden aangewend en of deze worden beëindigddoor de feitelijke dan wel juridische onbekwaamheidva¡ de lastgever.

Volmacht gegeven vóór de inwerkingtreding van denieuwe wet

22. De overgangsmaatregelen4bij de nieuwe wet stel-len dat de nieuwe bepalingen inzake lastgeving vantoepassing zijn op de lastgevingen die na de inwer-kingtreding van de wet zijn verleend. Ook de wijzi-ging aan artikel 2003 BW (einde van de lastgeving) isslechts van toepassing op lastgevingen verleend na deinwerkingtreding van de nieuwe wet. Hieruit volgt datde lastgevingen die gegeven zijn vóór de inwerking-treding val de nieuwe wet, onderworpen blijven aande bestaande regels en hun rechtskracht blijven be-houdenas. Bijgevolg verwalt een lastgeving gegevenvóór 1 september 2O74 niet op het ogenblik van de

feitelijke onbekwaamheid van de lastgever, maarslechts bij zijn juridiscfte onbekwaamheid betreffendede rechtshandeling opgenomen in de volmacht.

23. Indien men een. bestaande lastgeving onder detoepassing van de nieuwe wet wenst te brengen en deaangestelde lasthebber is geen persoon uit de verbo-

den categorierin van artikel 4goi7, g1 tweede lid BW,dan kan o.i. de bestaande volmacht, na de inwerking-treding van de nieuwe wet, geregistreerd worden inhet centraal registerfi. Zoals hoger gesteld, volstaat o.i.de registratie van de volmacht om te voldoen aan devereiste dat de lastgeving in het bijzonder tot doelmoet hebben om een buitengerechtelijke beschermingte regelen (zíe supra ff. 9). De registratie kan echterslechts gebeuren tot op het tijdstip waarop de lastge-ver in een toestand van wilsonbekwaamheid of ver-kwisting komt te verkerenaT. Dit valt te betreuren. Eenbestaande lastgeving, waarbij de lastgever intussenonbekwaam is geworden, zal niet meer kunnen wor-den geregistreerd.

Volmacht gegeven na de inwerkingtreding van denieuwe wet

24. Het gewijzigde artikel 2003 BW bepaalt dat lastge-ving eindigt:

Door herroeping van de volmacht van de lastheb-ber,Door opzegging van de lastgeving door de lastheb-ber,Door de dood of het kennelijk onvermogen, hetzijvan de lastgever, hetzij van de lasthebber,Wat de lastgevingen bedoeld in artikel 489 betreft,ingeval de lastgever komt te verkeren in een staatbedoeld in artikel4BB/1 of 4BBl2 en de lastgevingniet voldoet aan de eisen bepaald in de artikelen490 en 490h, s148.

De zinsnede "wat de lastgevingen bedoeld in afü-kel qeg betreft" is pas door de reparatiewet toege-voegdae en viseert dus uitsluitend lastgevingen metbetrekking tot de goederen. Artikel 2003 BW preciseertdat enkel de lastgevingen die betrekking hebben op degoederen én die niet voldoen aan de eisen bepaald inde artikelen 490 en 4S0h BW eindigen op het ogen-blik dat de lastgever komt te verkeren in een staat alsbedoeld in artikel 48ïl't of 488/2 BWso. Door de toe-voeging in artikel 2003 BW blijven lastgevingen metbetrekking tot persoonsrechtelijke ha:rdelingen welbestaan indien de lastgever komt te verkeren in eenstaat van wilsonbekwaamheid of verkwisting.

Hieruit volgt dat indien er een volmacht wordt ver-leend die betrekking heeft op de goederen van de last-gever, na de inwerkingtreding van de nieuwe wet, die

43.44.

Oud art.2003 BW.Arl. 226 van de Tekst aangenomen door de Commissie voor de Justitie,Pdrl.5¡. Kamer 201 2-2013, nr.53-'1009/0'1 8, 95; P. SENAEVE, "De inwerking-treding en het overgangsrecht van de wet van l7 maan 20.|3", onuitg.,Vormingsnamiddag Meerderjarige beschermde personen 29 dptil 2Ol4,KFBN Nederlandstalige Raad, 1-10 (hiernã: P. SENAEVE, "De inwerkingtreding en het overgangsrecht van de wet van 1 7 maart 201 3").A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", supru noot 1 0, 8; P. SE-

NAEVE, "De inwerkingtreding en het overgangsrecht van de wet van1 7 maart 201 3", suprc noot 44, 2, nr. 6.Deze mogelijkheid is echter niet voorzien in de wet: P. SENAEVE. "De inwer-kingtreding en het overgangsrecht van de wet van 17 maarl2013", suprunooi44,2, nr-7 -

47. Yerslag namens de Commissie voor de Justitie, Parl.St.Kamer 2O11-2012,nr.53-1 009/01 0,36. Anders:Verantwoording bij amendement nr. 1 I van deheer Terwingen c.s., Pail.'t. Kamer 2010-20'l t, nr. 53-1 009/002, 8-9; C. DEWULF, 'De nieuwe wettelüke regeling inzake beschermde personen", supranoofT,265,nt- 14-

48. Art.2003 Bwwerd gewijzigd door de wet van 1 7 maan 201 3 en door art.201van de wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Pdl/. 5tKamer 201 3-20'l 4, nr.53-31 491009,79.

49. Art. 201 van de wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, Pdl.5t Kamer 201 3-201 4, N. 53-31 49/009, 79.

50. Verantwoording bij amendement nr. 98 van mevrouw Becq c.s., ParlStKamer 201 3-2014, nr. 53-3 1 491004, 59.

45.

46.

fhíc ittrícntttrp rñnv ìc lìranraà tn Tihørohíen

Not.Fisc.M.2AM/7 -159Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

nief voldoet aan de nieuwe voorwaarden, deze nietmeer zal kunnen worden aangewend eens de vol-machtgever feitelijk onbekwaam is geworden. Lastge-vingen met betrekking tot persoonsrechtelijke hande-lingen blijven wel bestaan bij feitelijke onbekwaam-heidst.

I .8.3. Onder de nieuwe wet met een volmacht diewel voldoet aan de voorwaarden van de nieuwe wet

25. De buitengerechtelijke bescherming neemt eeneinde door de kennisgeving van de opzegging door deIasthebber of de herroeping door de lastgever, door hetoverlijden van één van de partijen, door de plaatsingvan de lasthebber onder een gerechtelijke bescher-mingsmaatregel of door een beslissing van de vrede-rechter, alsook indien de lastgever zich niet meer ineen toestand van wilsonbekwaamheid of verkwistingbevindts2. In dit laatste geval blijft de lastgevingsover-eenkornst evenwel zijn uitwerking behouden, totdatovereenkomstig de gemeenrechtelijke regels (arti-kel zoos BW) een einde komt aan de overeenkomsts3(zíe supra ru. 24). De bijzondere waarborgen van hetbeschermingsregime zullen evenwel niet meer vantoepassing zijnsa.

26. De lastgeving die is verleend na de inwerkingtre-ding van de nieuwe wet zal dus niet ten einde komenten gevolge van de feitelijke onbekwaamheid van delastgever, indien de lasthebber ageert op basis van eenvolmacht die is opgesteld conform de nieuwe wet.

27. De vrederechter kan een einde maken aan de bui-tengerechtelijke bescherming. Hij zal, indien hij gevatwordt om te oordelen over een beschermingsmaatregelover de lastgever, eerst de bestaalde lastgeving moe-ten doorlichten. De griffier zal hiervoor het centraalregister raadplegenss. De lastgeving zal in principe vantoepassing blijven, tenzij de bestaarde buitengerech-telijke bescherming niet zou volstaan en de gerechte-lijke bescherming hiermee verenigbaar iss6. Pas dan envoorzover dat dit noodzakelijk zott zijn, zal de vrede-rechter een gerechtelijke beschermingsmaatregel be-velen. In voorkomend geval bepaalt de vrederechterde voorwaarden waaronder de lastgeving verder kanworden uitgevoerdsT.

2. Gerechtelijke bescherming

28. De gerechtelijke bescherming heeft als hoofdprin-cipe dat de betrokkene bekwaam blijft om te hande-len, behalve voor die rechtshandelingen waarvoor hijuitdrukkelijk onbekwaam werd verklaard door de we-derechtersE. Hierop bestaat een uitzondering wanneerde beschermde persoon zich in een gezondheidstoe-stand bevindt die voorkomt op een lijst, gepubliceerdbij Koninklijk Besluit. Voor een persoon die zich ineen dergelijke toestand bevindt, geldt een algemeneonbekwaamheid betreffende rechtshandelingen enproceshandelingen met betrekking tot zijn verrnogen.De persoon zal voor het stellen van deze handelingenvertegenwoordigd worden. Afwijkingen toegestaandoor de wederechter zijn mogelijks'g.

29. De vrederechter die wordt gevat, is verplicht zichuit te spreken over de onbekwaamheid van de bet¡ok-kene tot het verrichten van een reeks opgesomderechtshandelingen6o. Spreekt de rechter zich over eenbepaalde handeling, die niet op deze lijst voortkomt,niet uit, dan blijft de beschermde persoon bekwaamom de handeling te stellen6l. Over de meeste van dehierna besproken handelingen, zal hij zich uitdrukke-lijk in zijn beschikking dienen uit te spreken en zal hijmoeten bepalen of de beschermde persoon nog be-kwaam is om deze handelingen te stellen62.

Vervolgens dient de rechter in de beschikking te spe-cifiêren of de handeling kan worden gesteld door debeschermde persoon met bijstand va¡ de bewindvoer-der, dan wel of de bewindvoerder de beschermde per-soon moet vertegenwoordigen. Bij gebreke van aanwij-zingen in de basisbeschikking van de vrederechter,bestaat de bijstand uit de voorafgaandeiijke schrifte-lijke toestemming tot het ver¡ichten van de handelingof ingeval het een in artikel 4ssl7 BW bedoelde han-deling beheft en er een geschrift wordt opgemaakt, inde medeondertekening van dit geschrift door de be-windvoerder63.

Voor het stellen van de handelingen opgesomd in ar-tikel 4sg/7 BW dient de bewindvoerder een bijzon-dere machtiging aan de vrederechter te vragen. Ingeval van bijstand is het systeem van de bijzonderemachtiging niet van toepassingil.

Een reeks'hoogstpersoonlijke' handelingen, opge-somd in artikel 49712BW zijn niet vatbaar voor bij-

5 1 . 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor mee¡-de¡jarigen", suprd noot 7, 65, nr. '1 6.

52. Art.490/2,538W.53. F.DEGUEL,"La loidu I7mãrs2013",supranoot7,294,n¡.11.54. A. VAN DEN BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming",

supra noot 9,98, nrs.68-69.55. Art.492 BW 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewínd

voor meerderjarig en", supru noot 7, 68, N. 22.56. 5. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bew¡nd voo¡ meer-

der)arigen", supra nooT 7, 66, N. 17.57. Art.492 BWzoals gewijzigd door de wet houdende diverse bepalingen in-

zake Justitie, Parl. St. Kamer 201 3-201 4, n(.53-3149/009,74.

58. Art.492/1,5 l,tweedelid BW.

59. Art.49215 BW en J. BAEL, "De nieuwe wettelijke regeling inzake het bewind",sup¡d noot 7, I 38, nr. 1 5.

60. F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot7, 573, N.33; Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs", suprd noot 7, 20,nr.7.

61. Art.49211, 51, tweede lid en 52, ¡rveede lid BW62. Op grond van an. 49211, 5 2BW.63. Art. 498/1, tweede lid BW.

U. K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot hervorming van het statuut van onbekwa-men', supra noot 7,192, fi.52.

- 160-Not.F¡sc.M.2014/7

Hfhi< íttrìcnttzrp l,r¡nrr i< líranrprl fn Tíhprohían

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer

siand oi vertegenwoor<iiging door de bewindvoer-der6s.

30. De notaris die geconsulteerd wordt voor het ver-lijden van een akte waarbij een beschermde persoonoptreedt, zal steeds dienen na te gaan of de be-schermde persoon nog bekwaam is om die specifiekehandeling te stellen en zo niet, welk regirne op diehandeling van toepassing is. Dit kan worden nageke-ken in de beschikking van de wederechter en eventu-eel ook in de latere wijzigende beschikkingen. De no-taris dient zich, wanneer hij vaststelt dat de be-schermde persoon, op grond van de beschikking vande wederechter, nog bekwaam is om de specifiekehandeling te stellen, steeds zelf nog een oordeel tevormen over de wilsbekwaamheid van de persoon dievoor hem verschijnt. Indien de persoon die voor denotaris verschijnt kennelijk niet wilsbekwaam is, magde notaris zijn medewerking niet verlenen6.

Hoofdstu k ll. Specifieke rechtsha ndelin-gen

31. In dit tweede hoofdstuk wordt concreet ingegaanop enkele vermogensrechtelijke rechtshandelingen. Erwordt nagegaan of de afsluiting en de wijziging vanhuwelijkscontracten of samenlevingsovereenkom-sten, de verrichting van schenkingen, de aanvaardingvan schenkingen, de opmaak en de herroeping vantestamenten, de aanvaarding en verwerping van nala-tenschappen en legaten nogelijk zijn onder de buiten-gerechtelijke en gerechtelijke bescherming, waarbijeen korte vergelijking wordt gemaakt met de oude re-gelingen.

De oude wetgeving zal immers van toepassing blijvenop de bestaande beschermingsstatuten totdat ze wor-den omgevormd naar het nieuwe bewind. Ook nadienzullen de bestaande regels uit de verschillende be-schermingsstatuten relevant blijven voor de beoorde-Iing van de geldigheid van ¡echtshandelingen die zijngesteld in de periode dat de 'oude'regels van toepas-sing waren.

Voor wat betreft de lastgevingen, gelden de hierondervermelde specifieke vereisten zowel voor volmachtengegeven vóór als na de inwerkingtreding van denieuwe wet, tenzij anders vermeld.

l. De afsiuiting en cie wi.¡ziging van huweii.¡ks-contracten en sa men levingsovereenkomsten

1.1. Buitengerechtelijke bescherming

32. Voor de afsluiting of de wiiziging van een huwe-lijkscontract of samenlevingsovereenkomst kan eenvolmacht worden gegeven. Een volmacht tot wijzigingvan een huwelijkscontract of samenlevingsovereen-komst moet uitdrukkelijk en bijzonder zijn. Sommigeauteurs zijn zelfs van mening dat de volmacht impera-tief moet zijn en bijgevolg alle bepalingen van het hu-welijkscontract dient te bevatten6T. De lastgever wordtdan enkel gevolmachtigd om dat specifieke huwelijks-contract te sluiten6s. Dit lijkt ons gerechtvaardigd geletop het grote persoonlijke en patrimoniale belang varreen huwelijkscontract6e. Uiteraard zal de volmacht-hebber slechts mits instemming van de mede-echtge-noot wijzigingen kunnen aanbrengen aan het huwe-lijkscontract.

Zoals het huwelijkscontract of de overeenkomst be-treffende een wettelijke samenwoningTo zelf, moet devolmacht voor de afsluiting of de wijziging notarieelzijn71 .

1.2. Gerechtelijke bescherming

1.2.1. Algemeen

33. De wederechter die een beschermingsmaatregelmet betrekking tot de goederen beveelt, bepaalt uit-drukkelijk of de beschermde persoon een huwelijks-contract kan aangaan of zijn huwelijksvermogensstel-sel kan wijzigenT'z.

De algemene regel voor het opmaken en wijzigen vanhuwelijkscontracten is terug te vinden in arti-kel fSSZlf , eerste lid BW. Net als onder het statuutvan het voorlopig bewind73, kan een beschermde per-soon die onbekwaam werd verklaard om een huwe-Iiikscontract op te stellen of te wijzigen, zelf aan devrederechter machtiging vragen om zelf over te gaantot het opstellen of wijzigen van een huwelijkscon-tract. Onder de oude wet kon de beschermde persoondit echter enkel met bijstand van de voorlopige be-windvoerderTa. Deze bijstand valt weg onder denieuwe wet. In bijzondere gevallen kan de wederech-ter de bewindvoerder wel toestaan om de beschermdepersoon bij te staan (zie infra rrr. 37)7s.

65. Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs', supla noot 7. 20, nr. 8.66. M. A. MASSCHELEIN, "Gezondheid van geest", I88ß2009,465, nr.8.67. Y.-H. LELEU, 'Le contrat de mariage", Rép. not.V/ll, Brussel, Larcier, I 998,499

(hierna: Y.-H. LELEU, "Le contrat de mariage").68. R. BARBAIX, "Actuele ontwikkelingen familiaal vermogensrecht 201 3" in X.,

Tendensen vermogensrccht 2014, Antwerpen, lntersenti a,2014,8 en 24,ît.7en 26 (hierna: R. BARBAIX, "Actuele ontwíkkelingen").

69. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-ning". suprd noot 'l O,27,nr.27.

70. Art. 1478 BW.

7 1. Y.-H. LELEU, "Le contrãt de mariage", supru noot 67, 499.

{ft.492/1,52,14" BW.Oud an.488bis, h), 53, eerste lid BW.J. BAEL, "De mogelijkheid tot het stellen van rechtshandelingen uit het fa-miliaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind: het testament, deschenking, het huwelijkscontract en de wijziging huwelijksvermogensstel-sel", onuitg., Vo¡mingsnamiddag meerderjarige beschermde personen29 apr¡l 2014, KFBN Nederlandstalige Radd,1-76,41,nr.112 (hiernaJ. BAÊ1,"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon on-der bewind")Art. 1 39711, derde lid BW.

72.73.74.

fhíc íttrí<nttArÞ t ttrlv ic lírpnrpã fn Tíharohipn

75.

Not.Fisc.M. 2014/7 - 1 61Kluwer - Notarieel en Fiscaal MaandbladtãË

34. Het verzoekschrift tot nachtiging kan worden in-gediend door de beschermde persoon zelf of door zijnadvocaat. De v¡ederechter roept de beschermde per-soon, de bewiqdvoerder en in voorkomend geval devertrouwenspersoon op om te worden gehoord. Ookzal hij alle nuttige inlichtingen inwinnen en kan hijeen geneesheer-deskundige aanstellen die advies moetuitbrengen over de gezondheidstoestand van de be-scherrnde persoonT6.

35. De beschermde persoon moet voldoende wilsbe-kwaam zijn orn het huwelijkscontract of de wijzigings-akte te ondertekenen. Dit geldt ook wanneer de be-schermde persoon voor deze handelingen bijstandkrijgt van zijn bewindvoerderTT. De vrederechter zaloordelen over de wilsbekwaamheidTE op basis van eendoor de notaris opgesteld ontwerp van huwelijkscon-tract of wijzigingsakte en op basis van een omstandigegeneeskundige verklaring van ten hoogste vijftien da-gen oud, die bij het verzoekschrift tot machtiging wor-den gevoegdTe. Ondanks het persoonlijk karakter vanhet huwelijkscontract, zijn wij van mening dat de vre-derechter aan zijn machtiging voorwaarden kan ver-binden8o. De beschermde persoon kan dan nog beslis-sen of hij een huwelijkscontract aangaat of wijzigt, ofhij eventueel een nieuw verzoek indient.

36. Een notaris die gevat wordt voor het verlijden vaneen huwelijkscontract of een wijziging aan het huwe-lijksvermogensstelsel, zal, wanneer één van de par-tijen hiertoe onbekwaam werd verklaard, na het op-stellen van het ontwerp, de beoordeling over debekwaamheid van de beschermde persoon door dewederechter dienen af te wachten en desgevallend deopgelegde voorwaarden moeten in acht nemen. Hijdient zich, na het bekomen van de machtiging, steedszelf nog een oordeel te vormen over de bewuste enwije wil van de beschermde persoon. Kan de be-schermde persoon geen geldige toestemming meer ge-ven, dan dient de notaris zijn ambt te weigerensl. Be-slist de nota¡is om de akte te verlijden aangezien debeschermde persoon nog voldoende wilsbekwaarn is,dan kan hij in de akte verwijzen naar de beschikkingvan de wederechter waarbij machtiging wordt ver-leendtr.

37. De wet bepaalt dat de rechter de bewindvoerderin bijzondere gevallen kan machtigen om alleen op tetreden of kan toestaan de beschermde persoon bij testaan bij het opmaken van zijn huwelijkscontracts3. Eris bijgevolg geen automatische vertegenwoordigings-bevoegdheid van de bewindvoerder. BAEL is van me-ning dat indien het huwelijkscontract of de akte wijzi-ging van het huwelijksvermogensstelsel zal wordengetekend door de bewindvoerder, de machtigingwordt gevraagd door de bewindvoerder. Wanneer de

beschermde persoon zelf het huwelijkscontract zalondertekenen, met bijstand van de bewindvoerder, ishet niet duidelijk of er twee verzoeksch¡iften moeteningediend worden: één getekend door de beschermdepersoon en één getekend door de bewindvoerder ofdat de rechter, op vraag van de beschermde persoon,machtiging kan verlenen tot ondertekening van hethuwelijkscontract of de wijzigingsakte met bijstandvan de bewindvoerder4. Dezelfde procedure als wan-neer de beschermde persoon zelf de machtiging aan-waagt, is van toepassing, met als enig verschil dat dewederechter in bepaalde gevallen niet de mening vande beschermde persoon moet vragenss.

De wet en de parlementaire voorbereidingen hullenzich in stilzwijgen wat betreft de concrete betekenisvan deze "bijzondere gevallen". Gezien dezelfde be-paling bestond onder de oude wetgevings6, komt hetons voor dat voor de interpretatie kan teruggegrepenworden naar hetgeen gold onder de oude wetgevingsT.In de oude rechtsleer bestaat er geen eensgezindheidover de invulling van de "bijzondere gevallen"se. PIN-TENS stelt dat op grond van de voorbereidende wer-ken en rechtsleer bij de oude wet, blijkt dat deze regelniet betekent dat de bewindvoerder het huwelijkscon-tract alleen kan afsluiten terwijl hij de beschermdepersoon vertegenwoordigt of dat de beschermde per-soon niet zelf bij de notaris dient te verschijnen. Dewederechter zou de bewindvoerder alleen dan kun-nen machtigen om alleen op te treden als de be-schermde persoon materieel niet in staat is om te teke-nen, terwijl hij intellectueel nog in staat is zijn wil tekennen te geven. Het alleenoptreden van de bewind-voerder blijft met andere woorden beperkt tot de zui-vere ondertekening van het huwelijksconttactse. Vol-gens S\ÂIENNEN kan deze bepaling ook worden toege-

76.77.

78.

79.

Art. 1 241 en 1246 Ger.W.J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind, suprc noo|74,52,nr.141.Zie ook: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de suc-cessieplanning", supra nooÌ 1o, 40, nr. 67.Art. 1 397l1, eerste líd BW Voor meer details omtrent deze geneeskundigeverklaring verwijzen w¡j naar J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaalvermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noor74,7-12,nts.20-34.ln dezelfde zin: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogens-recht voor de persoon onder bewind", supru nool74,56,nr.152.J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind, supra noo|74,58, nr. 1 59.J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind, supra noo|74,58. nr. 1 ó0.Art.'139711, derde lid BW.

J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind', supru nool.74,45-46, nrs.122-124.

85. Art. 1250 Ger.W. verwijst naar art. 1246, 52 Ger.W86. Art. 488bis, h), 53, tweede lid BW.

a7. ln dezelfde zin: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen ende successieplanning", supÌa nool I 0, 39, nr. 64; T. WUYTS, "Onbekwamenin het vermogensrecht", sup¡o nool 7, 137, nr. 69; B. DELAHAYE en E. DE

WLDE D'ESTMAEL, "Lâ trãnsmission des biens (entrè vifs ou à cause demort) d'une personne mineure ou majeure protégée", RPP 2014, il. 1,29-59, 35, nr. 17 (hierna: B. DELAHAYE en E. DE WLDE D'ESTMAEL, "La transmis-sion des biens"); J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogens-recht voor de persoon onder bewind", supra nooT T 4, 47, n¡.'1 29.

88. T. WUYTS, Termogensbeheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewind-voerder",supra noot 41, I97, nrs. 392-393.

89. Verslag Mahoux l, Pa¡l. 5¡. Senaat 2002-o3,nr.2-1q87-6,44; W. PINTÊNS, "De

hervorming van het voorlopig bewind over de goederen van een meerder-jarige door de wet van 3 me¡ 2003" in S. MAERTENS en G. BENOIT (eds.),

Actualia ouderlijk gezag,voogdij en voorlopig bewind - dossiers tijdschrift vande vrede- en politietechters,Brúgge,Die Keure,2004,43, nr. 100 (hierna: W.PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bewind").

80.

81.

42.

83.44.

fhi< íttrícntrnrp /-t1r1r/ í< lirpnrprt fn Tíhprohion

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer162 - Not.Fisc.M .2014/7

B

pasi. i.ruilel ireL gevai val ìouler rualeriüie r.rrulogeiijk-heid tot ondertekening, onder meer omdat enerzijdseen amendement werd verworpen dat het alleenoptre-;den van de voorlopig bewindvoerder enkel mogelijkrnaakte in het geval van fysieke onmogelijkheid totondertekening, en omdat uit de verantwoording bij hetoorspronkelijke amendement geen beperking tot defysieke onmogelijkheid tot ondertekening af te leidenvalt'0. Wi; volgen deze visie. Het komt ons voor dat de"bijzondere gevallen" ruimer moeten aanzien wordendan enkel de materiäle onmogelijkheid tot onderteke-ning. Ook waruÌeer de mentale toestand van de be-schermde persoon een alleenoptreden niet toelaat, kanhet aangewezen zijn om een huwelijkscontract op testellen of ie wijzigenel. Men dient bijvoorbeeld ook re-kening te houden met de belangen van de (toekom-stigeJ echtgenoot.

38. De nieuwe wet voorzag oorspronkelijk enkel ineen regeling voor het aangaan en wijzigen van een hu-welijkscontract. Dit werd door de tweede reparatiewetuitgebreid naar overeenkomsten inzake wettelijke sa-menwoninge2.

1.2.2. Vermogensrechtelijke bepalingen in hethuwelijkscontract

39. Bevat het huwelijkscontract, op vermogensrechte-lijk vlak, enkel handelingen ten bezwarende titel, da¡volstaat de machtiging van de r,'rederechter gegevenop grond van artikel 1397h BWr3.

Wenst de beschermde persoon bij huwelijkscontractechter ook een schenking van tegenwoordige of toe-komstige goederen te doen, dan komt het ons voor dateen tweede machtiging nodig is, op grond van de bij-zondere bepalingen die de wet voorziet voor schen-kingen. Bijgevolg zal de procedure uit artikel 4ggl7,S 4 BW of deze uit artikel 905 BW bijkomend dienente worden gevolgd (zie infra nr. 47 e.v. en nr. 57 e.v.).O.i. geldt dit zowel voor schenkingenbij leven als voorcontractuele erfstellingene4 es. Dit betekent dat enkelde beschermde persoon zelf een cont¡actuele erfstel-

llng Ka,n opnemen rn Iler nuwetrJKsconuacl or 1IÌ dewijzigingsakte. De bewindvoerder kan immers nietoptreden voor de beschermde persoon, zelfs niet war-neer hij door de v¡ederechter in "bijzondere gevallen"zou gemachtigd zijn om het huwelijkscontract of dewijzigingsakte te tekenens.

40. Wanneer bedingen van vooruitmaking of van on-gelijke verdeling in het huwelijkscontract worden op-genomen rijst de waag of ook de procedure met be-trekking tot schenkingen en testamenten uit a¡ti-kel 905 BW moet worden gevolgdsz. Dergelijkebedingen kunnen de beschermde persoon in iedergeval niet schaden, omdat zij slechts uitwerking heb-ben bij diens overlijdenes. Algemeen kan worden ge-steld dat dergelijke bedingen huwelijksvoordelen ziinen dus door de wetgever principieel als overeenkom-sten ten bezwarende titel worden gekwalificeerdee.Men kan bijgevolg niet verdedigen dat het schenkin-gen zijn. Op het ogenblik va¡r de verlening van demachtiging kan de wederechter enkel rekening hou-den met de kwalificatie van het beding als handelingonder bezwarende titel Hij kan immers niet voorspel-len of deze bedingen later zullen worden geherkwali-ficeerd als schenkingen bij het openvallen van de na-Iatenschap van de beschermde persoon (op basis vanartikel L458, 1464 of t+os BW;too. In dit geval kan ookworden verdedigd dat deze herkwalificatie als schen-king uitsluitend moet worden gekaderd in de contextvan de bescherming van de reservataire erfgenamenl 01.

Daarnaast kunnen deze bedingen niet als testamentenbeschouwd wordenlo2. Het feit dat een rechtshande-ling voor de periode na het overlijden een regeling in-houdt met betrekking tot het vermogen van die partij,maakt val die rechtshandeling nog geen testamentlo3.De procedure die in acht moet worden genomen alseen beschermde persoon een beding van vooruitma-king of een beding van ongelijke verdeling wil opne-men in zijn huwelijkscontract, zal daarom enkel diebetreffende de huwelijkscontracten zijn, m.n. de pro-cedure voorzien in artikel 1.39T11. BWlo4.

41. Ook een inbreng in het gemeenschappelijk vermo-

90. F. SWENNËN, "De hervorming van het voorlopig bewind" in P- SENAEVE enF.SWENNEN (eds.), De hervormingen in het petsonen-en familierecht 2002-200J, Anlwerpen, lntersentia, 2003, 14'l-2O5, nr. 402 (hierna: F. SWENNEN,"De hervorming van het voorlopig bewind").

9'l. ln dezelfde zin: B. DELAHAYE en E. DE WILDE D'ESTMAEL, "La transmissiondes biens", suprd noot 87,34, fi- 16; J. BAEL, "Rechtshandelingen uit hetfamiliaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind, suprc noor74,50, nr. I 34.

92. 4n.200 van de wet houdende diverse bepalingen inzake Jusìitie, Pdrr. StKamer 201 3-2014, N. 53-3149/OO9, 79.

93. Anders: N, GEELHAND DE MERXEM,'De beschermde personen en de suc-cessieplanning", supra noot 'l 0, 36, nr. 55.

94. ln dezelfde zin: R. BARBAIX, "Actuele ontw¡kkelingen", supra noot ó8, 39,nr.49; T. WUYTS, "Onbekwamen in het vermogensrechf", supra noot.l,137,nr- 69-

95. BAEL gaat uitgebre¡d in op de diverse hypotheses die kunnen bestaan bijopname, afschaffing en wijziging vân een contractuele erfstelling in hethuwelijkscontract of wüzlgingsakte: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit hêt fa-miliaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra nooT74,65-71, nüs.176-'193.

96. J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewin d", supra nooL74,65, N.176-

97. Over hel belang van deze vraagstelling: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit hetfamiliaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot 74,72,nr.198.

98. W. PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bew¡n d", supra noot89,42,nr.96.

99. A. VERBEKE, "Objectieve wettelijke kwalificatie" in R. BARBAIX, N. GEEL-HAND DE MERXEM en A. VERBEKE (eds.), Huwelîjksvootdelen, HEP Büzondetdeel lV,Gent,Larcier,2010, 20; W. PINTENS, "De hervorming van het voorlo-pig bewind", supra îooï 89, 43, nr. 97. Zie in dit verband ook het proef-schrift van H. CASMAN, Het begrip huwelijksvoordelen, Anlwerpen, Kluwer,1976, n(.49 e.v.

100. W. PINTENS, "De hervorming van het voorlopig bewind", s¿/pra noot 89, 43,N.97.

1 01 . J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind", supra noot74,73, il. 199; R. BARBAIX, "Actuele ont-wikkelingen", suprø noot 68, I O, nr. 9.

102. Art. 905 BW heeft het enkel nog over testamenten en niet meer over uiter-ste wilsbeschikkingen.

'l 03. J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewin d", supra nooï.74,74,il.2O1.

104. lndezelfdezin:R.BARBA|X,"Aclueleontw¡kkelingen",supranoot68,9,il.9.

fhí< íttricntterq rn¡'tt/ ic lírpn¡-a¡l tn Tíharohípn

Not.Fisc.M. 2014/7 - 163Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

gen zou als een schenking kunnen gekwalificeerd wor-den, aangezien dit een voordeel voor een van de echt-genoten kan inhouden. Eenzelfde redenering als hier-boven kan worden gevolgd. Het gaat onr eenhuwelijksvoordeel dat principieel als een overeen-komst ten bezwarende titel wordt gekwalificeerd. Inde hypothese van artikel 1465 BW kan de inbreng alseen schenking worden aanzien bij het overlijden vande inbrenger. Ook hier geldt de stelling dat dezeherkwalificatie als schenking uitsluitend moet wor-den gekaderd in de context van de bescherming vande reservataire erfgenamenlos. Aldus dient voor eeninbreng in het gemeenschappelijk vermogen enkel deregels inzake de opmaak en wijziging van huwelijks-contracten gevolgd te worden en niet de bepalingeninzake schenkingen.

42. Het komt ons voor dat voor de invoeging van eenValkeniersclausule bijkomend de regel inzake testa-menten gevolgd dient te worden (artikel 905 BW). EenValkeniersclausule regelt immers de rechten die deene echtgenoot in de nalatenschap van de andere zalkunnen doen geldenl06.

2. Het verrichten van schenkíngen

2.1. Buitengerechtelijke bescherming

2.1.1 . Schenking met volmacht

43. Een wilsbekwaam persoon kan een volmacht ver-lenen waarin het recht wordt toegekend om zijn goe-deren onder de levenden te schenkenlo7, in overeen-stemming met de bepalingen van de volmacht.

De volmacht tot schenken dient uitdrukkelijk en bij-zonder te zijntoa. Het doen van een schenking is eendaad van beschikking die een uitdrukkelijke lastge-ving vergt. Het bijzonder karakter van de volmachthoudt in dat ze slechts één of bepaalde zaken betreft.Sommige rechtsleer meent dat de volmacht de begif-tigden, het voorwerp van de schenking en de modali-teiten van de schenking moet aangevenroe. Gelet op hetbelang van de rechtshandeling, die een vervreemdingzonder tegenprestatie inhoudt van de lastgever, is ditgerechtvaardigdllo.

Hoewel niet expliciet door de wet bepaald, wordt al-

gemeen aangenomen dat de volmacht notarieel moetworden opgemaakt indien de schenking voor (Belgi-scheJ notaris zal worden verleden1l1. Een afschrift vande volmacht zal aan de schenkingsakte dienen te wor-den gehechtrt,.

2.1.2. Schenking door de lastgever zelf

44. Kan de lastgever zelf nog schenkingen doen wan-neer hij een volmacht heeft gegeven? Het principe datde lastgever juridisch handelingsbekwaam blijft na deinwerkingtreding van de buitengerechtelijke bescher-ming, wordt expliciet bevestigd in de voorbereidendewelkenrr3. Strikt gezien zou de lastgever dus zelf nogkunnen optreden om schenkingen te verrichten. Hier-voor dient hij evenwel nog gezond van geest te zijn inde zin van artikel 901 BW1t4. De notaris voor wie deschenking wordt verleden dient de gezondheid vangeest in de zin van artikel 901 BW van de schenker nate gaan. Indien blijkt dat de schenker onvoldoende ge-

zond van geest is, dient de notaris zijn ambt te weige-ren. Maar bij een ha¡rd- of bankgift bestaat deze toet-sing niet. Indien achteraf wordt aangetoond dat deschenker ten tijde van de schenking ongezond vangeest was, kan de schenking nietig worden verklaard.Deze nietigheid is evenwel relatief, zodat enkel de

schenker of diens erfgenamen de nietigheid kunnenvorderenlrs.

2.2. Gerechtelijke bescherming

45. Wat schenkingen betreft, zal de wederechter dieeen beschermingsmaatregel met betrekking tot de goe-

deren beveelt, in zijn beschikking uitdrukkelijk moe-ten bepalen of de beschermde persoon nog kan schen-þ9ntts.

Wanneer een beschermd persoon niet onbekwaamwordt verklaard om te schenken, is hij in principe be-kwaam om schenkingen te doen, mits voldaan is aan

de gemeenrechtelijke vereiste inzake gezondheid vangeest (artikel 901 BW). Hij dient geen machtiging tewagen, noch is er enige controle voorzienrlT. Dit be-treft een andere invalshoek dan wat gold onder deoude wet. Onder de oude wet was het immers zo dateen beschermd persoon principieel onbekwaam wordtgeacht tot het doen van schenkingen. Bijgevolg dientde beschermde persoon sowieso een bijzondere mach-

105. J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind", supra noot.74,62-64,nß.1 71 -l 74. AndeÍs: T. WUYTS,

'onbekwamen in het vermogensrechr", supra nool 7, 137, N. 69.1 0ó. R. BARBAIX, "Actuele ontwikkelingen', supra noot 68, 1 0, nr. 1 0.

107. H.DEPAGE,I¡a¡téélémenta¡rededroitcivilbelge,Vlll/l,Leslibéralités(géné-ralités). Les donations, Brussel, Bruylant, 1962,557 (hierna: H. DE PAGE,

"Trairé élémentaire. Les libéralités"); N. GEELHAND DE MERXEM, "De be-schermde personen en de successieplann¡n9", sup¡d noot 1o,26, nr.23.

1 08. W PINTENS et al, "Familíaal vermogensrecht", suprd noot 42, 635, nr. I i 90.1 09. R. BARBAIX, "Actuele ontw¡kkelingen", sup¡a noot 68, 37, nr.45; E. DE WLDE

D'ESTMAEL, "Les donations", Rép. not. lllAlll,Brussel,Larcier, I 995, 'l 53.1 1 0. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-

nín1", su pn noof 1 o, 28, N. 28.111. Art.933 BW; H. DE PAGE, "Traité élémentaire. Les libéralités", supranoor

107,557.

'I '12. H. DE PAGE, "Traité élémentaire. Les libéralités", suprd noot 107, 558.1 13. Verslag namens de Commissie voor de Justitie, Pd¡lst Kamer 20]1-2012,

nr. 53-1 009/0 1 0, 33.1 14. Volgens het Hof van Cassatie impl¡ceert gezondheid van geesl"zowel vrii

heid van wíl als helderheid van gees{: Cass. 1I maart 1909, Pas. l909, I84.Zie hierover uitgebreid: R. BARBAIX, Het contractuele statuut van de schen-king: hoe anders is de overcenkomst schenking en waarom? Rechtsvergeliikende stud¡evan het contractuele statuut van de schenk¡ng, Antwetpen, lnter-sentia, 2008. nr.44 e.v.

1 15. H. DE PAGE, "Trãité élémentaire. Les libéralités", s uprc nool1O7,57O.'116. Art.49211, 52, 13' BW.'1 17. F. DERÈME, "Administratíon et libéralités par représentatÍon selon la nou-

velle loi du 17 mars 201 3 (art.499/7,54, C.civ.)", RPP 2014, 61-67, 6l (hierna:

F. DERÈME, "Administrat¡on et libéralités"); A. DEMoRTIER en T. VAN HALTE-

REN, "La loi du 17 maß2013", supra îoo17,45o.

fhìc íttríentte?a /-rtÍ"tt/ í< lírpnrpã tn Tíhprohípn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer164 - Not.Fisc.M. 201417

H

tiging te vragen aa¡r cie vrecierecirieriiõ. Vanaf 1 sep-tember 2014 zaI de notaris, wanneer een beschermdepersoon, die door de vrederechter bekwaam werd ge-

acht om te schenken, een verhoogde warrkzaamheidaan de dag moeten leggen in het kader van artikel 9otBW, aangezien de gezondheidstoestand van een be-schermd persoon onvoorspelbaar kan wijzigentte. Ookis het o.i. noodzakelijk dat de bewindvoerder op dehoogte is van schenkingen die de beschermde persoonzelf uitvoert, aangezien hij belast is met het beheer vanhet vermogen.

46. Net zoals onder de oude wet, kwalificeert denieuwe wet de schenking als een strikt persoonlijkehandeling, die in principe niet vatbaar is voor bijstandof vertegenwoordigingl,o. De wet voorziet echter ineen uitzondering, waardoor de bewindvoerder eenplaatsvervangende schenking kan doen namens debeschermde persoon, wanneer deze laatste hier zelfonbekwaam toe is.

Hieronder wordt eerst ingegaan op de plaatsvervan-gende schenking die wordt gedaan door de bewind-voerder en vervolgens wordt nagegaan wanneer eenbeschermde persoon, die onbekwaam werd verklaardom te schenken, toch nog zelf kan schenken.

2.2.1. Schenking door de bewindvoerder namens debeschermde persoon

Algemeen

47. Onder de oude wetgeving op het voorlopig be-wind aanvaardt de meerderheid van de rechtsleer eneen gedeelte van de rechtspraak niet dat de voorlopigebewindvoerder namens de beschermde persoon recht-streeks dan wel onrechtstreeks schenkingen kon doen,zelfs niet mits machtiging van de wederechterl2r.

De nieuwe wet op het bewind voert een uitzonderingin op het strikt persoonlijk karakter van de schenking.De bewindvoerder-vertegenwoordiger krijgt onder denieuwe wet, onder bepaalde voorwaarden, de moge-lijkheid om te schenken in de plaats van de be-schermde persoon (artikel 4gs/2, 54 BW).

48. De eerste voorwaarde is dat de vrederechter de be-windvoerder over de goederen enkel een bijzondere

machtiging kan verienen om te schenken in naam envoor rekening van de beschermde persoon lvanneerde beschermde persoon zelf onbekwaam is om teschenken. Bij het verzoekschrift wordt een ornstan-dige geneeskundige verklaring gevoegd van ten hoog-ste vijftien dagen oud die de gezondheidstoestand vande te beschermen persoon beschrijftr¿z en waaruit o.i.de onbekwaamheid zal dienen te blijken1'z3.

49. Als tweede voorwaarde wordt gesteld dat uit deverklaring waarin de voorkeur te kennen werd gege-ven orntrent de aan te wijzen bewindvoerdert24 of uitvroegere mondelinge of schriftelijke verklaringen vande beschermde persoon, zoals een volmacht in hetkader van de buitengerechtelijke beschermingr2s, geuitop een tijdstip waarop hij wilsbekwaam was, de wiltot schenken uitdrukkelijk blijkt. De voorbereidendewerken benadrukken dat bij het doen van plaatsver-vangende schenkingen de nadruk niet ligt op het be-lang van de beschermde persoon, maar wel op de wiltot schenken van de beschermde persoon. Deze wil totschenken moet vaststaanl26.

50. Als derde voorwaarde geldt dat de wederechter inieder geval slechts toestemming kan geven om over tegaan tot schenken indien de schenking in verhoudingstaat tot het vermogen van de beschermde persoon endaarenboven mag de schenking de beschermde per-soon of zijn onderhoudsgerechtigden niet behoeftigdreigen te mâkenr27.

51. De wet bepaalt niet in welke vorm de schenkingplaats moet vinden, noch of een ontwerp van schen-kingsakte aan de vrederechter moet worden voorge-Iegd. Om de wederechter toe te laten te beoordelen ofaan de door de wet gestelde voorwaarden voldaan is,is het o.i. nuttig dat een ontwerp van schenkingsaktebij het verzoekschrift wordt gevoegdl28.

De instructie uitgaande van de beschermde persoondie als basis dient voor de plaatsvervangendeschenking

52. De tekst van artikel 4ggl7, S 4 BW vermeldt eenmondelinge of schriftelijke verklaring waaruit de wiltot schenken uitdrukkeliik blijkt als een essentieeleLement om tot plaatsvervar.gende schenking over tegaan.

I 18. Art. 488bß, H, 52 BW; F. DERÈME, "Adminisrrarion et libéralités", supra noot117,62.

1 1 9. A. DEMORTIER en T. VAN HALTEBEN, "La loi du 1 7 mars 201 3", suprc noo17,450.

12o.{rt.49712,24"8W.I 21. T. DELAHAYE en C. CASTÊLEIN, Het voorlop¡g bew¡n4 Brussel, Larcier, 2007,

1 50, nr.238 (hierna:T. DELAHAYE en C. CASTELEIN, "Hetvoorlopig bewind");T. WUYTS,'Vermogensbeheer door ouder(s), voogd en voorlopig bewind-voerder", supra noot 41, 181-186, nrs. 354-359. Bepaalde rechtspraak en¡echtsleer aanvaaldt reeds de plaatsvervangende schenking. Zie hierover:M" PUELINCKX-COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, "Overzicht van recht-spraak - giften (1999-20111",TPR2013,269 e.v. Zie hierover ook N. GEEL-HAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplanning",supra nooÎ.10,17-1 8, nrs.3-5; F. SWENNEN, Gees¡esgestoorden in het burger-/4k rech¡, Antwerpen, lntersentia, 20OO, il. 442.

122. 4tI.1241 Ger.W.1 23. A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 1 7 mars 201 3", supra noot7,

455.124. Art. 496, tweede lid BW.1 25. S. MOSSËLMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meer-

derjarigen", suprc noor 7, 68, nr. 22; N. GEELHAND DE MERXEM, "De be-schermde personen en de successieplanning", suprd noot I 0, 45, nr.85.

126. Verantwoording bij amendement nr. 56 van de heer Terwingen c.s., Parl. 5tKamer 20'l G20l 1, nr. 53-i 009/002, 33-34.

127. AtT.49917,E4BW.1 28. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-

ning", supra noot 1O,46, il.87.

fhí< íttrí<nttera /-t)r1rr íc líranrpã fn Tíhprohípn

Not.Fisc.M. 2014/7 - 165Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

Het kan voor notarissen dan ook aangewezen zijn omvoor hun cliënten met vragen omtrent hun vermogens-planning, aandacht te besteden aan het documentwaarin een verklaring van voorkeur wordt gegeven in-zake de keuze van een bewindvoerder en waarin in-structies kunnen worden opgenomenl2e alsook aan devolmacht die wordt gegeven met het oog op een bui-tengerechtelijke bescherming. Eens de beschermdepersoon toch onder bewind wordt gesteld kunnendeze documenten dienen als basis voor een plaatsver-vangende schenking. Voor de notaris is hier een be-langrijke taak weggelegd inzake advisering van zijncliiinten op een ogenblik dat zij nog wilsbekwaam zijn.

Bij het opstellen van dergelijke documenten zal denotaris erover waken dat de instructies zo specifiekmogelijk zijn teneinde latere discussies zoveel moge-lijk te vermijden. Het opnemen in het document vanspecificaties m.b.t. tijdstip, voorwerp, begiftigden enmodaliteiten van de eventueel later te verlijden schen-king zijn noodzakelijk. Bv.: "Op het ogenblik dat ikonbekwaam ben om mijn goederen te beheren, wensik geen schenkingen te doen, behalve aan mijn nichtjeX en dit enkel nadat zij de leeftijd van 25 jaar heeftbereikt, met het oog op de aankoop door haar van eenonroerend goed" of "Op de leeftijd van 80 jaar wensik aan aI rnijn wettelijke erfgenarnen een schenkingvan 10.000 EUR te doen, waarover zij wij kunnen be-schikken"r30.

Wanneer een persoon plots onbekwaam wordt, bv.door een coma na een ongeval, en deze een bewind-voerder over zijn goederen toegewezen krijgt, komt hetons voor dat een eerder contact met de notaris waarindeze zijn wil heeft geuit om over te gaal tot schen-king, en in onderling overleg reeds een ontwerp vanschenkingsakte werd opgesteld, voldoende is om eenberoep te doen op artikel 49917 , S 4 BW.

53. De voorbereidende werken zelf illustreren dedoelstelling van artikel 499/7, S 4 BW aan de handvan een aantal voorbeelden. Er wordt het voorbeeldgegeven van een beschermde persoon, die in het ver-leden, toen hij nog wilsbekwaam was, schenkingenheeft gedaan aan zijn kinderen naar aanleiding vanhun respectievelijke huwelijken. Ingeval de be-schermde persoon op het tijdstip van het huwelijk vaneen ander van zijn kinderen, wilsonbekwaam is, moetde mogelijkheid bestaan om namens de beschermdepersoon een schenking te doen aan dit kind naar aan-leiding van diens huwelijk. Eveneens komt er naarvoor dat het denkbaar is dat de wil van de beschermdepersoon blijkt uit een bepaalde wijze van handelen uit

het verleden. Zo kan het ziin dat de beschermde per-soon in het verleden, toen hij nog wilsbekwaam was,systematisch de opbrengst van de verkoop van een

onroerend goed dat hem toebehoorde verdeelde onderzijn kinderen of de goederen die hij ontving uit een

opengevallen nalatenschap verdeelde onder dienskinderen, enzJ31 .

Daarentegen wordt er in de voorbereidende werken opgewezen dat het voor de beschermde persoon nietmeer mogelijk is om te anticiperen op te hoge succes-sierechten, hoewel uit verklaringen en handelingenuit het verleden duidelijk blijkt dat dit een grote be-zorgdheid was van de beschermde persoonl32.

De voorbeelden die in de voorbereidende werken wor-den gegeven lijken schenkingen op grond van arti-kel +ss/z 54 BW toe te laten in een ruimer aantal ge-

vallen dan wat kan worden afgeleid uit de tekst van dewet. De wettekst heeft het immers enkel over het doenvan schenkingen door de bewindvoerder namens debeschermde persoon op grond var. mondelinge ofschriftelijke verklaringen De voorbeelden die in devoorbereidende werken worden gegeven gaan echterverder dan mondelinge of schriftelijke verklaringen.Er wordt in deze voorbeelden in een aantal gevallenuitgegaan van een vermoede wil tot schenken, somslouter afgeleid uit gedragingen of gewoonten uit hetverleden.

Het risico bestaat dat men uit dit soort gedragingendatgene gaat afleiden wat de bewindvoerder of de an-dere bekwame familieleden het best uitkomt en datniet noodzakelijk overeenstemt met de wil van de be-schermde persoon. Immers, uit een bepaalde gedra-ging varr de beschermde persoon op het ogenblik dathij nog wilsbekwaam is, kan niet altijd worden gecon-cludeerd wat zijn latere wil zou geweest zijn133. Uit-gaan van een vermoede wil van de schenker is bijzon-der complex, omdat het zeer moeilijk te achterhalen iswat de wil van de beschermde zou geweest zijn, in-dien deze nog bekwaam zottzijn.

54. Het komt ons in ieder geval voor dat er een ani-mus donandi in hoofde van de beschermde persoonzal moeten worden aangetoond, vooraleer kan wordenovergegaan tot een plaatsvervangende schenking.Daarnaast dient de instructie varl de beschermde per-soon, geuit op het ogenblik dat hij nog wilsbekwaamwas, duidelijk te zijn wat betreft het voorwerp en de

begiftigden van de schenkingl3a. Zijn deze zaken nietvoorhanden, dan zal de vrederechter geen toestem-

129. Document bedoeld in art. 496, tweede l¡d BW; voor meer uitleg over dezeverklaring kunnen wij verwijzen naar C. DE WULF, "De n¡euwe wettelijkeregeling inzake beschermde personen', supra nool7, 303-309, nrs. 92-1 02.

I 30. Voor een voorbeeld van een verklaring inzake keuze van een bewindvoer-der waarin ook instructies inzake schenkingen worden gegeven, verwijzenwe naãr de tekst van F. DERÈME, "Administration et libéralités", saprd noot117,65 en van C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regeling inzake be-schermde personen", suprc noot7,306, nr. 98.

1 3l. Verantwoording bij amendemenl nr. 56 van de heer Terwingen c.s., Pdr¿ 5tKamer 201 0-201 1, nr. 53-1 009/002, 33.

1 32. Verantwoording bü amendement nr. 56 van de heer Terwingen c.s., PdrL StKamer 201 0-201 1, nr. 53-1 009/002, 33.

'1 33. ln dezelfde zin: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La Io¡ du 1 7 mars 201 3",supra noolT ,456-457 .

'134. Zie gelijkaardige bedenkingen: B. DELAHAYE en E. DE Wf LDE D'ESTMAEL,

"La transm¡ssion des biens", supra noo187,42, nr.33.

fhí< ittrícnttAra /-¡1t'rt, íe lirpnaa¡l fn Tìhprohípn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer166 - Not.F¡sc.M .2014/7

rnirrg kulren Beverr om over ie gaan Íoi piaarsverval-gende schenking.

De plaatsvervangende schenking en artikel 901 BW

55. De vraagkan worden gesteld hoe artikel 4ggl7,S 4BW zich verhoudt tot artikel 901 BW, dat bepaalt datde schenker gezond van geest moet zijn op het ogen-blik dat de schenking wordt gedaan. Wanneer de be-windvoerder overgaat tot een plaatsvervangendeschenking, zullen de erfgenamen van de beschermdepersoon dan een beroep kunnen doen op artikel 901BW om de schenking te laten vernietigen? Of is het debedoeling dat men de gezondheid van geest dient tebeoordelen op het ogenblik dat de wil tot schenkengeuit werd door de beschermde persoon? Het komt onsvoor dat indien een duidelijke instructie van de be-schermde persoon voorligt, daterend van een ogenblikdat hij nog wilsbekwaam was, artikel 901 BW geentoepassing kan vinden wanneer de beschermde per-soon op het ogenblik van de schenking niet meer wils-bekwaam is13s. Js de instructie van de beschermde per-soon echter aangetast door een gebrek, dan zal deschenking die op basis van deze gebrekkige instructiewordt gedaan, ook nietig zijntre.

2.2.2. Schenkingen door de beschermde persoon zelf

56. Wanneer een persoon door de vrederechter onbe-kwaam werd verklaard tot schenken, kan hij hiertoein principe niet meer overgaan. Onder de oude wetwerd aanvaard dat een beschermde persoon, die on-bekwaam werd verklaard tot schenken, wel nog zelfen zelfstandig gelegenheidsgeschenken of onbedui-dende giften kan doenr37. Wij menen dat dit ook onderde nieuwe wet het geval is138.

57. De nieuwe wet voorziet in de mogelijkheid voorde beschermde persoon, die hiertoe onbekwaam werdverklaard, om toch nog tot schenking over te gaan. Debeschermde persoon kan immers steeds zelfl3e eenrnachtiging vragen aan de vrederechter om zelf over tegaan tot schenkenr4o. De vrederechter zal oordelenover de wilsbekwaamheid van de beschermde per-

sooni4i. De wecierechter zai siechts toestemming ge-ven om een schenking te doen als de beschermde per-soon voldoende wilsbekwaam is en kan de machtigingenkel weigeren indien hij oordeelt dat de beschermdepersoon niet gezond is van geestra2. Hij mag de mach-tiging tot schenken weigeren indien de schenking debeschermde persoon of zijn onderhoudsgerechtigdenbehoeftig dreigt te makenla3. Het criterium van debehoeftigheid zal o.i. niet gelden als de schenking pasuitwerking krijgt bij overlijden van de beschermdepersoonl4.

58. Dezelfde procedure als voor het opmaken van eenhuwelijkscontract is van toepassingt+s. ¡1", verzoek-schrift tot machtiging kan worden ingediend door debeschermde persoon zelf of door zijn advocaat. Eenomstandige geneeskundige verklaring van ten hoogstevijftien dagen oud die de gezondheidstoestand van dete beschermen persoon beschrijft, wordt toegevoegd.De wederechter roept de beschermde persoon, de be-windvoerder en in voorkomend geval de vertrouwens-persoon op om te worden gehoordra6.

59. De wet bepaalt niet in welke vorm de schenkingplaats moet vinden. De schenking van roerende goe-deren kan bijgevolg de vorm aannemen van een hand-gift, bankgift, notariäle schenking of onrechtstreekseschenkingt+2. Dit is opmerkelijk, gezien de wetgeverwel heeft geoordeeld dat een testament van een be-schermde persoon dient opgemaakt te worden in au-thentieke vorm (zie infra nr.69), teneinde een bijko-mende bescherming te bieden aan de kwetsbare per-soon. Deze bijkomende bescherming zou ook in hetkader van een schenking door de beschermde persoonnuttig zijn.

Indien de schenking bij notariele akte wordt verleden,dient de nota¡is de gezondheid van geest na te gaan ophet ogenblik van de schenking zelf, zelfs al heeft devrederechter reeds geoordeeld dat de beschermde per-soon voldoende wilsbekwaam is om over te gaan totschenken. Oordeelt de notaris dat de beschermde per-soon volgens hem niet voldoende wilsbekwaam is omte schenken, dan moet hij weigeren de akte te verlij-

1 35. Zie hierover ook F. DERÈME, "Administration et libéralités", supld noot 1 1 7,63.

1 36. A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 17 maß 2013", supru nooT7,458.

137. D¡t wordt onder de oude wetgeving ook aanvaard door de rechtsleer: T.DELAHAYE en C. CASTELEIN, "Het voorlopig bewind", suprd noot 1 21, 1 50,nr.238; M. PUELINCKX-COENE, N. GEELHAND en F. BUY55EN5, "Overzichtvan rechtspraak giften I 993-l 998", IPR I 999, 802-803; F. SWENNEN, "Voorlopig bewind en teslamenten', RW 2OO1-2OO2, N.32,'1143. O.i. is dezerechtsleer eveneens van toepassing onder de nieuwe wet.

138. AtÍ. 497 /2, 24' BW. Anders: A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN. "La loi du1 7 mars 201 3", supra noot7,452;B.DELAHAYE en E. DE WILDE D'ESTMAEL,"La transmission des bien", supra noot 87. 39, nr. 28. Volgens deze auteurskan de bewindvoerder de beschermde persoon bijstaan of vertegenwoor-digen voor het doen van gelegenheidsgeschenken. Wij delen deze visieaangezien arl 49712,24' BW uitdrukkelijk bepaalt dat gebruikelijke ge-schenken in verhouding tot het vermogen van de beschermde persoon eenuitzondering vormen op de handelingen die niet vatbaar zijn voor bijstandof vertegenwoordiging. Volgens ons is het bijgevolg mogelijk dat zowel debeschermde persoon zelf gebruikelijke geschenken doet, als dar zijn bewindvoerder hem hierbij venegenwoordigt of bijstaat.

1 39. Ons inziens onterecht änders: C. DE WULF, "De nieuwe wettelijke regelinginzake beschermde personen", suprd noot 7, 3 t 7, nr. I 2l . ln dezelfde zin J.

BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewind,supra nooT 7 4, 30, nr. 82.

140- Art.905 BW.

141. Zie hierover ook BAEL die op bevattelijke wijze het onderscheid beschrijfttussen personen die getroffen zijn door een algemene onbekwaamheid ende andere beschermde personen: J. BAEL, "Rechtshandelingen uil het fami-liaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supm noo174,28-29, nrs.73-77.

142. F. SWENNEN, "De hervorming van het voorlopig bew¡nd", supro noot 90,181 -r 82.

143. Art. 905, vijfde lid BW.144. J.BAEL,"Rechtshandelingenuithetfamiliaalvermogensrechtvoordeper-

soon onder bewin d, supranoof74,33,nt.91.145. 4r1.1241 en 1246 Ger.W.146. An. 1246Ger.W.147. F. DERÈME, "Administration et l¡béralités", supra noot']|17,62; J. BAEL,

"Rechtshandelingen uit het familiãal vermogensrecht voor de persoon on-der bewind", supra noot 74, 36, nr.98.

fhíe íttrícnttâra rnntr ie líranreã tn Tíhprohían

Not.Fisc.M. 2014/7 - 167Kluwer - Notarieel en Fiscaal MaandbladFltË

den148. BAEL suggereert om in de schenkingsakte of inhet geschrift ad probationem, indien de schenkingniet gebeurt bij notariële akte, een verwiizing naar debeschikking van de vrederechter in te voegen, hetgeeno.i. inderdaad nutiig kan zilnto".

60, De wet bepaalt evenmin of een ontwerp vanschenkingsakte aan de wederechter moet wordenvoorgelegd. Om de vrederechter toe te laten te beoor-delen of aan de voorwaarden voldaa¡ is, is het o.i.nuttig dat een ontwerp van schenkingsakte bij het ver-zoekschrift wordt gevoegdtto, minstens dient het ver-zoekschrift alle details (begifugden, voorwerp, moda-Iiteiten,...) van de voorgenomen schenking te bevat-ten, indien de schenking niet bij notariële akte zouverleden worden (bankgift, handgift, onrechtstreekseschenking)1sl.

ó1 . Kan de vrederechter voorwaarden aan de machti-ging tot schenking verbinden? Met de nieuwe wet lijktdit zo te zijn. De wetgever voerde immers volgendesanctiebepaling in: "Indien handelingen bedoeld in deartikelen 905 en 1397/7 voorvr¡aardelijk werden toege-staan door de wederechter, maar door de beschermdepercoon werden verricht zonder dat die voorwsardenin acht werden genomen, zijn deze handelingen rcch-tens nietig.'Ì52. Door deze indirecte verwijzing naareen voorwaardelijke schenking, maakt de wetgever heto.i. mogelijk voor de wederechter om voorwaardenaan de schenking te verbindenls3.

WeI is het een gemiste kans dat de wetgever niet vande gelegenheid gebruik heeft gemaakt om aan demachtiging een verplichte termijn te verbinden waar-binnen de schenking moet plaatsvindenrsa. Het is sterkaangeraden dat de wederechter dit voorziet, aangeziende gezondheidstoestand van de beschermde persoonsnel achteruit kan gaanlss. De wederechter kan slechtseen oordeel vellen over de wilsbekwaamheid van debeschermde persoon op het ogenblik dat deze voorhem verschijnt en dit tevens rekening houdend methet geneeskundig verslag. Oordeelt hij dat de be-schermde persoon wilsbekwaam is om de schenkingte doen op dat ogenblik, dan houdt dit geen garantiein voor de wilsbekwaamheid wanneer de schenkingwordt gedaan op een (veel) later tijdstip. Ook hier iseen verhoogde waakzaamheid van de notaris in het

kader van artikel 901 BW wenselijk indien er enigetijd is verlopen na het verkriigen van de machtiging.

De nietigverklaring van een schenking en artikel 905BW

62. Op grond van artikel s05 BW kan een beschermdepersoon machtiging vragen aan de wederechter om teschenken, hoewel de beschermde persoon hiervoor inde beschikking van de v¡ederechter onbekwaam werdverklaard. Artikel 901 BWbepaalt datmen gezondvangeest moet zijn om een schenking onder levenden tedoen. De vraag rijst hoe beide artikelen zich tot elkaarverhouden.

Artikel s05 BW bet¡eft de bekwaamheid van de be-schermde persoon. Het is de vrederechter die zal oor-delen of een persoon voldoende bekwaam is om teschenken. Artikel s01 BW gaat over de toestemmingvan de schenker156. Wordt een schenking voor een no-taris verleden, dan zal de notaris niet oordelen over debekwaamheid (dit wordt immers door de wederechterbeoordeeld), maar enkel nog over de toestemming vande persoon die voor hem verschijnt.

Zal een beschermde persoon, die machtiging heeftverkregen om te schenken op grond van artikel 905BW, kunnen schenken zonder dat het risico bestaatdat de schenking wordt nietig verklaard op grond vanartikel s01 BW? Kan men er van uitgaan dat het oor-deel van de wederechter over de bekwaamheid vande beschermde persoon om te schenken, het derdenonmogelijk maakt om zich nog op artikel 901 BW teberoepen? De rechtsleer met betrekking tot de oudewet is het er alleszins unaniem over eens dat de erfge-namen toch nog de mogelijkheid hebben om een vor-dering tot nietigverklaring in te stellenlsT. Ons komthet voor dat ook onder de nieuwe wet, het oordeel vande wederechter over de bekwaamheid, de nietigver-klaring van een schenking op grond van een gebrek inde toestemming, niet in de weg zal staanlse.

148. ln dezelfde zin J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogens-recht voor de persoon onder bewind", supro noot74,39, nr. 'l 06.

I 49. J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewÍnd, supru nool74,40, m.107.

I 50. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-ning', supra noot 10, 46, m.87; F. DERÊME, "Administration et libéralités",suplø noot 117, 62; A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du1 7 mars 201 3", ruprc noor7,452.

1 5 1 . ln dezelfde zin:4. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du l 7 mars 20 1 3",suprunool7,452i BAEL suggereen om, indien de schenking n¡et bij nota-riële akte zal verleden worden, het geschrift ad ptobot¡onem le bezorgenaan de vrederechter: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het fâmiliâal vermo.gensrecht voor de persoon onder bewind", suprø noot 74,35,N.95.

152. Art.493,52, derde lid BW.

153. Volgens BAEL is hierover discussie mogelijk: J. BAEL, "Rechtshandelingenuit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind", supranoot 74, 38-39, nrs. I 00-1 03.

154. A. DEMoRIER, "Le consentement dans le cadre des libéralités - principeset questions chois¡es" in X., Contenrieux Successoral, Brussel, Larcier,2o14,1 78 (hierna: A. DEMORTIER, "Le consentement dans le cadre des libéralités").

1 55. A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 1 7 mars 201 3", supn nooi7,453.

156. W.PINTENSeto/.,"Familiaalvermogensrecht".suprdnoot42,559,nr.1043.'I 57. A. DEMORTIER, "Le consentement dans le cadre des libéralités", supra noot

154,176; M. PUELINCKX-COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, "Overzichtvan rechtspraak- giften (1999-201 l)", TPR 2013, 257 en 264.

1 58. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-ning", supld noot 10,42, nt.76; A.DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loidu l7 mars 2013", suprunooï7,454.

fhic íttrí<ntrAra /,/)r'rÍr í< lirpnrpã fn Tíhprohipn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer168 - Not.Fisc.M. 201417

3. De aanvaarding van schenkingen

3.1 . Buitengerechtelijke bescherming

63. Een wilsbekwaam petsoon kan een volmacht ge-ven om in zijn naam en voor zijn rekening schenkin-gen te aanvaa¡den, Voor het aanvaarden van schen-kingen bepaalt artikel 933 BW dat de lastgever eenvolmacht kal verlenen om een gedane schenking aante nemen of om meerdere schenkingen aan te nemenwelke zijn gedaan of nog zullen worden gedaan.

Het mandaat moet in die zin bijzonder zijn, dat ze uit-drukkelijk in de bevoegdheid tot het aanvaarden vanschenkingen voorziet. De lasthebber die gemachtigdis tot het algemeen beheer van het vermogen van deIastgever, zal op basis van zijn algemeen mandaat geenschenkingen kunnen aanvaarden voor de lastgeverlse.

Het tweede lid van artikel s33 BW schrijft voor dat devolmacht voor notaris moet worden verleden en dateen uitgifte daarvan moet worden gehecht aa¡ de mi-nuut van de schenking, indien de schenking voor eenBelgische notaris gebeurt.

3.2. Gerechtelijke bescherming

ó4. De wederechter die een beschermingsmaatregelmet betrekking tot de goederen beveelt, bepaalt uit-drukkelijk of de beschermde persoon nog schenkin-gen kan aanvaardenr6o. Het aanvaarden van een schen-king is geen strikt persoonlijke handeling en bijgevolgvatbaar voor bijstand of vertegenwoordiging. De be-windvoerder die de beschermde persoon vertegen-woordigt voor het aanvaarden van een schenking,dient voorafgaand aan het aanvaarden van de schen-king, de machtiging van de vrederechter te wagen161.Wanneer de beschermde persoon onbekwaam is ver-klaard voor de aanvaarding van schenkingen, zal debewindvoerder ook voor de aalvaarding van een con-tractuele erfstelling in het voordeel van de be-scherrnde persoon, machtiging moeten vragen over-eenkomstig artikel 4gsl7, 52,6o Bwlur.Deze regelingverschilt niet van de oude regelingl63.

4. Ue Opstellrng en nerroeptng vantestamenten

4.1 . Bqitengerechtel¡jke bescherming

65. De opstelling van een testament alsook de hemoe-ping ervan is een strikt persoonlijke akte. Delegatie isniet mogelijkl64. Het eigenhandig testament vereist eeneigenhandig geschrift, het notarieel testament vereisteen mondeling dictee va¡ de laatste wil16s. Ook ingeval vart een internationaal testament is het uitdruk-ken van de eigen laatste wil essentieel.

Het strikt persoonlijk karakter van het testament ver-hindert niet dat de testator een beschikking treft diede aanwending en het lot van de akte betreft: hij kaneen mandaat verlenen om het testament te bewaren ofnaar voren te brengen, eventueel voorwaardelijk of af-hankelijk van bepaalde omstandighedenl6. Een bij-zondere, uitdrukkelijke volmacht is vereist. Dezedient o.i. evenwel niet notarieel te worden verleden.

4.2. Gerechtelijke bescherming

6ó. Onder de nieuwe wet moet de vrederechter bepa-len of de beschermde persoon nog bekwaam is om eentestarnent op te maken167. In principe kan een persoondie onbekwaam verklaard werd tot het opmaken vaneen testament geen testament meer opmaken, zelfsniet met bijstand of door vertegenwoordiging.

De beschermde persoon kan wel nog zelfioe een mach-tiging wagen aan de wederechter om een testamentop te stellen, net zoals hij machtiging kan vragen onrtot schenking over te gaanl6e. Onder de oude wetge-ving bestaat een gelijkaardige bepaling. Deze wordt zogeïnterpreteerd dat naast de beschermde persoon zelf,ook een advocaat het verzoekschrift kan tekenenlTo.Wij menen dat dit onder de nieuwe wet ook zo is. De-zelfde procedure als voor het opmaken van een huwe-lijkscontract en het doen van een schenking is vantoepassing (artikel 1.24L en 1246 Ger.W.).

De wederechter zal oordelen over de wilsbekwaam-heid. De vrederechter zal slechts toestemming gevenom een testament op te maken als de beschermde per-soon voldoende wilsbekwaam is om een testament opte maken171 en kan de machtiging enkel weigeren in-

1 59. R. BARBAIX, Co mm. Erfr., art. 933 BW, Mechelen, Kluwer, 2OO7, 8.160. Art' 492/1,ç2, 6' BW.161. Art. 49917, 52, 6' BW.1 62. J. BAËL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-

soon onder bewind",supranool74,66, nr. 180.163. Art. 488b¡s, f), 5 3. tweede lid, fl BW.1 64. P. WÉRY, "Le mandat", sup¡d noot 38, 87.1 65. R. DILLEMANS, Eeginselen van Eelgisch pilvaatrccht. Vll. Testamenten, Me-

chelen, Kluwer, 201 2, 35, nr. 20 (hierna: R. DILLEMANS, "Testamenten").166. R. DILLEMANS,'Testâmenten", suprd noot 165, 36 nr.20. Verdergaand: N.

GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-ning", supla noot 1O,25,N.22.

167. Arl.492/'1,52, 1 5' BW. Voor een ovezicht van de krítiek op de oude wet die

aan de grondslag heeft gelegen van de nieuwe regeling, verw¡jzen we naarA. WYLLEMAN, "Het bewind", supra noot7,130,nß.69-79.

1 68. Ook BAEL bevestigt dat de beschermde persoon zelf de machtiging dientte vragen: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrechtvoor de persoon onder bewind", suptanoot74,4,N.9.

169. An.905BW.1 70. W. PINTENS, "De testeerbekwaamheid van de onder bewínd gestelde (noot

onder Vred. Aarschot l2 februari 2004)', RW 2004-2005,518; J. BAEL,"Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon on-der bewind", supra noot 74, 5, nr. 1 1.

'171. Zie hierover ook BAEL omtrent het onderscheid tussen personen die ge-troffen zijn door een algemene onbekwaamheid en de andere beschermde

fhíc íttrí<nttArê /'ñnv íe lírpnrpã fn Tíhprohíon

Not.F¡sc.M. 20i 4 /7 - 1 69Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

dien hij oordeelt dat de beschermde persoon niet ge-zond is van geestr72.

67. De beschermde persoon kan niet verplicht wor-den om het ontwerp van testament aan de wederech-ter voor te leggenrT3. Dit volgt uit de tekst van de wet.De beoordeling door de wederechter dient in abstractote gebeurenlTa. De vrederechter machtigt enkel om eentestament op te maken, en machtigt niet om een testa-ment met een bepaalde inhoud op te makenl7s. De be-schermde persoon kan volledig vrij kiezen wat de in-houd van zijn testamenl zal zijn, eens hij machtigingheeft verkregen van de wederechter.

ó8. O.i. kan de beschermde persoon op grond van ar-tikel S05 BW ook een testament herroepen. De tekstvan artikel 905 BW heeft het weliswaar enkel over"beschikken bij testament", maar dit dient o.i. zo geïn-terpreteerd te worden dat bij testament kan teruggeko-rnen worden op eerdere beschikkingen gedaan bij tes-tamentrT6.

69. Verleent de wederechter de bescherrnde persoonmachtiging om een testament op te rnaken, dan kan debeschermde persoon in principe enkel een testamentopmaken in authentieke vorm. Hieruit blijkt de be-zorgdheid van de wetgever voor de beïnvloeding vanderden bij de opmaak van een eigenhandig testa-ment177. Ook biedt de tussenkomst van de notaris eenbijkomende waarborg voor de vaststelling van de vrijewilsuiting van de beschermde persoon, de wettigheidvan de inhoud en de vaste datum van het testament.Hij kan ook nagaan of de legataris niet valt onder eenbijzondere onbekwaamheid om te ontvangen voorzienin artikel g0g BWI7B.

Wanneer aan de vormvereisten van een authentiektestanent niet kan worden voldaan omwille van deIichamelijke ongeschiktheid van de beschermde per-soon, kan de vrederechter toestaari dat een testamentin internationale vorm wordt opgesteldlTe. De wede-rechter kan ook voorwaarden aan de oprnaak van hettestament verbindenrso, waar de nota¡is logischerwijseveneens dient rekening mee te houden.

70. Net zoals bij het opmakenvan een schenkingsakte,

kornt het aan de notaris toe om de gezondheid vangeest bij het opmaken van een testament te beoorde-len, ook al heeft de vrederechter reeds geoordeeld overde wilsgeschiktheidlEl. We verwijzen naar wat hier-over hoger inzake schenkingen werd gezegd(zie supranr. 57). Ook hier kan de nota¡is in de akte van testa-ment een verwijzing naar de beschikking van de vre-derechter toevoegenl82.

Wat de nietigverklaring van een testament en arti-kel gos BW betreft, kan worden verwezen naar wathierboven reeds uiteen werd gezet inzake de nietig-verklaring van een schenking en artikel 905 BW (zie

supra nr. 62).

71. Het opmaken of het herroepen van een testamentis een st¡ikt persoonlijke handeling, die niet vatbaar isvoor bijstand of vertegenwoordiging door de bewind-voerderl83. Is de beschermde persoon niet meer in staatom zelf een machtiging aan de wederechter te vragenvoor de opmaak of de herroeping van een testament,dan zal geen testament meer kunnen worden opge-steld of worden herroepen, noch door de beschermdepersoon zelf, noch door de bewindvoerder.

Het is opmerkelijk vast te stellen dat de wetgever hetmet de nieuwe wet mogelijk heeft gemaakt orn plaats-vervangende schenkingen te doen (zie supru nr. 47e.v.), terwijl er geen mogelijkheid bestaat om plaats-vervangende testamenten op te stellen. Indien de wet-gever oordeelt dat het in welbepaalde omstandighe-den en onder specifieke voorwaarden mogelijk moetzijn om plaatsvervangende schenkingen te doen, da¡stellen wij ons de vraag waarom de mogelijkheid ookniet opengesteld werd voor testarnentenlsa. Daarbijkan bijkomende de bedenking worden gemaakt dateen plaatsvervangend testament pas uitwerking heeftbij overlijden en aldus geen impact heeft op de vermo-genstoestand van de beschermde persoon tijdens zijnleven, terwijl de impact varì. een schenking wel on-middellijk voelbaar is. Externe omstandigheden kun-nen de reeds uitgedrukte wil van de beschermde per-soon wijzigingen, zodat een aanpassing van zijn testa-ment aangewezen is. Wanneer de echtgenote van debeschermde persoon bijvoorbeeld onverwachts eerstoverlijdt, dient het testament van de beschermde per-

personen: J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vetmogensrechtvoor de persoon onder bewind", supra nooT74,3,nts.4-6.

172. F. SWENNEN, "De hervorming van het voorlopig bewind', supra noot 90,181-182.

173. Art. 905, tweede en derde lid BW.

I 74. T. WUYTs, "Onbekwamen in het vermogensrecht", supra nool7,1 34, nr. 68.'l 75. J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-

soon onder bewind', supra nool74,1 6, nr.,+4. BAEL specifìeert wel dat hetvoor de vrederechter nuttig kan zün om de beschermde persoon te bevra-gen over de ínhoud van het testament, teneinde zich een beter beeld tekunnen vormen van de wilsbekwaamheid van de beschermde persoon.

1 76. In andere zin: N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en desuccessieplanninq", supra nooÎ.1 0, 49, nr. 99.

177. Verslag namens de Commissie voor de Justitie, Poil.St. Kamer 2011-2012,nr. 53-1 009/01 0, 1 76.

'I 78. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-ning", iup¡d noot 10, 50, nr. '104; B. DELAHAYE en E. DE WLDE D'ESTMAEL,"La transmission des biens", supra noot87,37,N.23.

'l 79. Het gaat hier meer concreet over doofheid en stomheid. Het eerste verhin-dert om het dictêe van de notaris te horen, het tweede vethindert om zelfhet lestament te dicteren, wat be¡den essent¡eel zijn bij een authentiek les-tament.

'180. Art. 493, 52, derde lid BW.

1 81. A. WYLLEMAN, "Het bewind", s upra noot 7, 1 35, nr. 8t ; J. BAÊL, "Rechtshan-delingen uit het familiaal vermogensrecht voor de persoon onder bewind",supra nooL74,22,N- 59-

1 82. J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-soon onder bewin d", su pra nool 7 4, 23, N. 60.

'183. ArT. 497 12,25' BW; zie híerover ook R. BARBAIX, "Actuele onlwikkelingen",supru nool 68,39, nr. 49; J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het fâmiliaal ver-mogensrecht voor de persoon onder bewind", supra nooï74,6, ft.14.

1 84. N. GEELHAND DE MERXEM, "De beschermde personen en de successieplan-ning", supra noot 1 o,54,N.112.

fhí< íttrí<ntrara rnnrr íc líranro¡l fn Tìhprohípn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer170 - Not.F¡sc.M. 2014/7

soon, dar in haar voordeei was opgesteiri, aangepast teworden wanneer de beschermde persoon niet zijn an-dere wettelijke erfgenamen wilde begiftigden.

5. De aanvaard¡ng en verwerping van nala-tenschappen en legaten

5.1 . Buitengerechtelijke bescherming

72. Net zoals hetgeen geldt voor de aanvaarding vanschenkingen, kan de lastgever volmacht geven tot deaanvaarding van alle nalatenschappen en legaten diehem zouden toevallen, zowel onder de oude als onderde nieuwe regeling. Een bijzondere, uitdrukkelijkevolmacht is vereist. Deze dient o.i. evenwel niet nota-rieel te worden verleden. De lastgever kan de modali-teiten van de aanvaarding (of verwerping) in de vol-macht bepalen. Indien er niets bepaald is omtrent hetoptierecht, beslist de lastgever zelf over het al dan nietaanvaarden onder boedelbeschrijving van een nala-tenschap of over de aanvaarding of verwerping vaneen legaat of nalatenschaptes.

5.2. Gerechtelijke bescherming

73. De vrederechter die een beschermingsmaatregelmet betrekking tot de goederen beveelt, bepaalt uit-drukkelijk of de beschermde persoon bekwaam is omnalatenschappen, algemene legaten of legaten onderalgemene titel te aanvaarden of te verwerpenlsG en ofhij bekwaam is om legaten onder bijzondere titel teaanvaa-tdenlsT.

Het aanvaarden van een nalatenschap of een legaat isgeen strikt persoonlijke handeling en bijgevolg vatbaarvoorbijstand of vertegenwoordiging. Op grond van ar-tikel 499/7 S 2, 5'BW dient de bewindvoerder die debeschermde persoon vertegenwoordigt voor het aan-vaarden ofverwerpen van een nalatenschap, een alge-meen legaat of een legaat onder algemene titel, vooraf-gaand aan de aanvaarding of de verwerping, demachtiging van de vrederechter te wagen. Hetzelfdegeldt voor de aanvaarding va-re een legaat onder bij-zondere titeIr88.

74. Onder de oude wetgeving kon de aanvaarding vaneen nalatenschap, een algemeen legaat of een legaatten algemene titel enkel gebeuren onder voorrecht vanboedelbeschrijving. Onder de nieuwe wetgeving be-staat de mogeliikheid om de nalatenschap zuiver teaanvaarden, rekening houdend met de aard en de om-

vang van het geerfde vermogen'6'. Dit is enkei moge-lijk voor zover de baten van de nalatenschap kennelijkde lasten overschrijden. Deze mogelijkheid werd doorde wetgever ingevoerd om de procedure van boeCel-beschrijving achterwege te kunnen laten, aangezien deopmaak van een boedelbeschrijving in sommige ge-vallen nutteloos en nodeloos duur is1e0.

De wederechter zal in zijn beschikking uitdrukkelijkde redenen moeten vermelden waarom hii afziet vanhet voorrecht van boedelbeschrijving in hoofde vande beschermde persoon. Een zuivere aanvaarding isniet noodzakeliik in het belang van de beschermdepersoonlel. Aan een zuivere aanvaarding kunnen on-aangename gevolgen kleven. Ook kan men zich afura-gen hoe een rechter, bij gebreke aan boedelbeschrij-ving, zal kunnen oordelen of de activa de passiva valde nalatenschap kennelijk overstijgenle2. De voorbe-reidende werken suggereren dat de wederechter eenattest aan de notaris vraagt, waarin de samenstellingvan de nalatenschap wordt weergegeven en waarin denotaris verklaart dat de naìatenschap zeker toereikendis. De voorbereidende werken stellen echter ook datde notaris hierover in bepaalde gevallen geen zeker-heid kan geven en dat de mogelijkheid tot zuivereaanvaarding dan ook geenszins tot gevolg mag hebbendat de verantwoordelijkheid voor de uitgeoefende erf-keuze bij de notaris wordt gelegdl".

6. Bijzondere onbekwaamheid omschenkingen of ¡egaten vanwege debeschermde persoon te ontvangen

75. AIs algemene regel geldt dat de bewindvoerdergeen schenking of legaat kan ontvangen vanwege debeschermde persoon (nieuw artikel 90S BW). Het gaathier ln cosu om een rechtsonbekwaamheid. Deze on-bekwaamheid is vergelijkbaa¡ met de onbekwaamheiddie geldt voor de voogdle4 en voor dokters, apothekerse.a.1es. Iedere beschikking ten voordele van een onbe-kwame is nietigle6. Dit geldt eveneens voor beschik-kingen aan tussenpersonenleT. Als tussenpersonen be-schouwt men de ouders, de kinderen en afstammelin-gen en de echtgenoot van de onbekwame of de persoonmet wie deze wettelijk samenwoontles.

Op deze onbekwaamheid tot ontvangen bestaan en-kele uitzonderingen, De beschermde persoon kan welschenken en legateren ten voordele van een bewind-voerder wanneer hij erfgenaam is in de rechte lijn oferfgenaam is tot in de vierde graad wanneer de be-

I 85. R. BARBAIX, "Actuele ontw¡kkelingen", suprø noot 68, 35, nr. 41.186. Art. 492/1, 52, 5" BW.

187. Atr. 49211, 52, 6' BW.188. ArÌ. 49917, 52, 6' BW.

189. Art.499/7, ç2, 5' BW.190. Verslag namens de commissie voor de JustiTie, Parl. St., Kamer 20l l-2012,

nr.53-1009/010,82; Y.-H. LELEU, "Les dix innovations majeurs", supro noot7,25, il.27; A.DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du 1 7 mars 201 3",suryanool7,448-

191. N. GALLUS, "L'avenir de Ia protection des personnes vulnérables", supranoolT,69-

ln dezelfde zin A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN,'La loidu I 7 mars 2013",supra nooL7,448-Verslag namens de commissie voor de Just¡tie, Pdrl. St, Kamer 201 1-2012,nr. 53-1 009/01 0, 286.Art.907 BW.Art.909 BW.

Art.91l BW.F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel ll), supra noot7,6'15, nr.112.Art. 911, tweede lid BW.

192.

I 93.

194.195.

196.197.

1 98.

fhíe íttrìenttArê rnrltÌ íc lírpnapd to Tíhprohípn

Not.Fisc.M. 2014 17 - 17 1Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

ffi

schermde persoon geen erfgenamen in de rechte lijnnalaat, of wanneer hij de echtgenoot, wettelijk samen-wonende partner of feitelijk samenwonende partnervan de beschermde persoon isree.

Deze verstrenging in vergelijking met de oude rege-ling kan ongewenste gevolgen hebben. Als (voorlopig)bewindvoerder wordt vaak iemand aangeduid die debeschermde persoon nauw aan het hart ligt en die hijmogelijks wil begiftigen, bij schenking onder levendenof bij testament. Als gevolg van de nieuwe regeling zaldit niet mogelijk zijn, als de gekozen bewindvoerderniet valt onder de voorziene uitzonderingen. Eenschenking of testament in het voordeel van de ouders,kinderen, afstammelingen, echtgenoot of wettelijk sa-

menwonende partner van de bewindvoerder die nietvalt onder één van de uitzonderingen is evenmin mo-gelijk'zoo.

Bovendien maakt het niet uit wanneer het testamentis opgemaakt. Is men bewindvoerder op het ogenblikvan het overlijden van de beschermde persoon, danzal men geen legaat van de beschermde persoon kun-nen ontvangen, ook al is het testament opgesteld voor-dat het bewind een aanvang nam of voordat de betref-fende bewindvoerder werd aangesteld20l.

76. De notaris dient extra aandachtig te zijn bij hetopstellen van een testament of een schenkingsakte opvraag van een beschermde persoon (of diens bewind-voerder in geval van plaatsvervalgende schenking).Telkens zal hij dienen na te gaan of de begiftigde oflegataris niet de bewindvoerder van de beschermdepersoon is en zo dit het geval is, dient hij na te gaan ofde bewindvoerder onder één van de uitzonderingsca-tegorieën valt. VaIt de bewindvoerder niet onder eenuitzonderingscategorie dan moet de notaris er de be-schermde persoon op wijzen dat de schenking of hetlegaat nietig is. Hetzelfde geldt voor schenkingen enlegaten door de beschermde persoon aan ouders, kin-deren, afstammelingen, de echtgenoot of wettelijk sa-rnenwonende partner van de bewindvoerder.

Voorts dient de notaris er bij de keuze tot aanstellingvan een bewindvoerder op te wijzen dat de bewind-voerder, diens ouders, kinderen, afstammelingen,echtgenoot of wettelijk samenwonende partner vanafhet ogenblik van het ingaan van het bewind niet meerde begunstigde kunnen zijn van een schenking of eenIegaat vanwege de beschermde persoon (behoudens devoorziene uitzonderingen)zoz.

7. Sanctionering

7.1. Buitengerechtelijke bescherming

7.1.1. Handelingen gesteld door de lasthebber

77. De nieuwe wetgeving voorziet in een aantal sanc-tioneringsregels voor het geval de wettelijke vereistenof de voorwaarden val de volmacht niet worden ge-respecteerd.

Indien de lastì.ebber handelt op basis van een vol-macht die is gegeven na 1 september 2O14, zal de last-geving eindigen bij de feitelijke onbekwaamheid vande lastgever indien niet voldaan is aan de wettelijkevereisten. Dit is het geval wanneer de volmacht bij-voorbeeld niet werd geregistreerd. Wanneer de last-hebber zich dan aanbiedtbij een notaris om een schen-king of een andere rechtshandeling in naam van delastgever te laten verlijden, zal de notaris moeten na-gaan of de lastgever nog wilsbekwaam is, zoniet moethij zijn ambt weigeren2o3.

Wordt door de lasthebber toch een rechtshandelinggesteld, nadat de lastgever feitelijk onbekwaam werd,dan kan deze handeling nadien nietig worden ver-kiaard als de lasthebber wist of had moeten weten datde lastgever zich op dat tijdstip kennelijk bevond ineen toestand van wilsonbekwaamheid of verkwis-ting2@. De nietigheid is evenwel slechts relatief en derechter zal enkel in geval van benadeling van de last-gever en rekening houdend met de rechten van der-den te goeder trouw de rechtshandeling kunnen nietigverklaren2os.

Derden te goeder ûouw kunnen zich hoe dan ook nogberoepen op de schijnleer2ffi. Verder worden derden tegoeder trouw beschermd door een aanpassing van ar-tikel 2005 BW dat stelt dat de staat van de lastgeverbedoeld in artikel 488h of 4BB /2BW niet kan wordentegengeworpen aan derden die daa¡van onkundigzijnde, met de lasthebber gehandeld hebben, onver-minderd het verhaal van de lastgever op de lastheb-ber'207.

78. Indien de lasthebber handelt op basis van een vol-macht die wel voldoet aan de nieuwe wettelijke ver-eisten, bepaalt artikel 490/L, $3, eerste lid BW dat delasthebber het tijdstip beoordeelt waarop de lastgeverkomt te verkeren in een toestand als bedoeld in arti-kel ¿ge/r of 48812 BW, eventueel mits inachtneming

199. Art. 909, derde lid, 2' en 3" BW.200. Art. 91 1 BW; J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het fam¡liaal vermogensrecht

voor de persoon onder bewind", supra noot74,26,N.66.201 . J. BAEL, "Rechtshandelingen uit het familiaal vermogensrecht voor de per-

soon onder bewind", supru noo|74,26, il.67.202. Hieroveruitgebreider:J.BAEL,"Rechtshandelingenuithetfamiliaalvermo.

gensrecht voor de persoon onder bewind", supra noot 74,2G27,il.69-70.203. C. DE WULF, "De niêuwe wettelijke regeling inzake beschermde personen",

supra nooi7,265, N.14.204. M. A. MASSCHELEIN, "De invoerlng van één globaal beschermingsstatuut",

supta nool7,6, N.12.

205. F.SWÊNNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supra noot7,57'1, nr.26. Zie voor de samenlezing met art. 2003 BW, A. VAN DEN

BROECK, "De buitengerechtelijke vermogensbescherming", rupld noot 9,

82,nr.24.206. Verslag namens de Commissie voor de Justitie, Pail.'t. Kamer 2011-2012,

nr. 53- I 009/01 0, 38 en 40. Zie ove¡ het schijnmândâãt: B. ÏILLEMAN, "Last-gev¡ng", supra noot 16,223.

207. lngevoerd door art.202 van de wer houdende diverse bepalingen inzakeJustitie, Pa¡l 5t Kamer 201 3-20 1 4, nr.53-3149lOA9, Aoi 5. MOSSELMANS enA. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meerderjarigen", supranoot 7, 69, nr. 25-

fhíc íttrícntr2rê r-tanrr íc lirpncpd fn Tíhprohíøn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer1 72 - Not.F¡sc.M. 2O1 4/7

E

var ireigeen is bepaaid il cie voì¡uacirl eu dal rìezebeoordeling tegenstelbaar is aan derden te goedertlouw208. Indien een lasthebber handelt op basis vaneen volmacht die is gegeven na L september 2014 endie voldoet aan de wettelijke vereisten van de nieuwewet, dient de contractspartij of de notaris2oe niet na tegaan of de lastgever nog over zijn wilsvermogen be-schikt. De volmacht kan geldig aangewend wordendoor de lasthebber ongeacht of de lastgever al dan nietwilsgeschikt iszto.

De lastgever kal in de volmacht een aantal beginselenopnemen die de lasthebber bij de uitoefening van zijnopdracht voor zover mogelijk in acht moet nemen211.

Indien de lasthebber echter deze beginselen niet na-leeft indien dit wel zou mogelijk zijr. of wanneer hijde andere voorwaarden van de volmacht niet respec-teert, bijvoorbeeld door de volmacht reeds aan te wen-den terwijl het aanvangspunt nog niet is bereikt, danzal d.e lastgever verbonden zijn indien de derde tegoeder trouw handelde. De lastgever zal enkel schade-vergoeding kunnen vorderen van de lasthebber voorcontractbreuk op basis van het gemeen recht2r2.

Indien de lasthebber de voorwaarden en nadere regelsopgelegd door de wederechter niet respecteert, danzijn dezelfde sancties als bij de gerechtelijke bescher-ming van toepassing2l3. Ook kan er een aansprakelijk-heidsvordering tegen de lasthebber worden ingestelddoor de lastgever2la.

7.1 .2. Handelingen gesteld door de lastgever

79. Kan de lastgever zelf nog de handelingen stellenwaarvoor hij vohnacht heeft gegeven aan een lastheb-ber?

Onder het nieuwe buitengerechtelijke beschermings-statuut, evenals onder de oude wetgeving, blijft de be-schermde persoon-Iastgever bekwaam2ls, wat impli-ceert dat hij in principe alle handelingen, ook dezewaarvoor hij een volmacht heeft gegeven, nog geldigzelf kan stellen.

Uiteraard dient voldaan te zijn aan de gemeenrechte-liike vereisten van bekwaamheid en toestemming (ar-tikel 1108 e.v. BW), alsook-voorwatbetrefthet doen

van scirenkirrgen en irei maken varr eerr teslamenl -aan de vereiste van gezondheid val geest (artikel 90rBW). Wordt er een gebrek vastgesteld in de bekwaam-heid of de toestemming van de lastgever-contractant,dan is de gestelde rechtshandeling relatief nietigzto.

7.2. Gerechtelijke beschermíng

80. Hieronder wordt dieper ingegaan op de sanctione-ring van handelingen die worden gesteld in strijd metde beschikking van de wederechter. De nietighedenzijn telkens relatief en voor bevestiging vatbaar. Erwordt enkel ingegaan op de grote lijnen van de sancti-onering met betrekking tot de hierboven besprokenhandelingen. Voor een meer algemene bespreking vande sanctionering kan worden verwezen naar een aan-tal bijdragen die reeds over dit onderwerp zijn ver-schenen217.

De nieuwe wet voorziet enerzijds in een nietigheidrechtens, en anderzijds, in een nietígheid in gevalvanbenadeling. De nietigheid rechtens houdt in dat denietigheid in rechte moet worden gevorderd en dat derechter, wanneer hem de nietigheid wordt gevraagd,niet over enige appreciatiebevoegdheid beschikt.Wordt de nietigheid gevraagd, dan is hij verplicht zeuit te spreken. De nietigheid ingeval van benadelingdient eveneens gevorderd te worden bij de rechtbank.Hier beschikt de rechter wel over een appreciatie-marge en dient hij de nietigheid enkel uit te sprekenindien de beschennde persoon benadeeld is door dehandeling. De wettekst bepaalt hier dat de rechter ookrekening houdt met rechten van derden te goedertrouw. De rechter kan eveneens de verbintenissen diede beschermde persoon is aangegaan, verminderen.

T.2.L Machtigingbehoevende handeling gestelddoor de beschermde persoon zonder machtiging

81. Een handeling, waarvoor de wederechter aan debewindvoerder op grond van artikel 4ss/7, 52 BWmachtiging moet verlenen, die gesteld wordt door debescherntde peßoon in strijd met zijn vastgesteldeonbekwaamheid, is rechtens nietigz1B.

Deze nietigheidsregeling zal van toepassing zijn wan-neer een beschermde persoorlr zonder dat door de be-

208. S. MOSSFLMANS en A. VAN THIENEN, 'Bescherming en bewind voor meer-derjarigen", supra n oo| 7, 69, il. 25.

209. E. BEGUIN en J. FONTEYN, "La mandat de protection extrajudiciaire", suprdnoot 9, 499.

21 0. A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", surya noot 10,7.2'11. Aft. 49012, 51, tweede lid BW.21 2. S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, "Bescherming en bewind voor meer-

derjarigen", supra noot 7, 69, nr. 25.213. Atr. 49012, 52 BW S. MOSSELMANS en A. VAN THIENEN, 'Bescherming en

bewind voor mee¡derjarigen", supranoot 7, 69, nr.25.214. Art.490/1, 53 tweede lid BW.215.'Debuitengerechtelijkebeschermingwijzigtnietsaandejuridischebekwaam-

heid van de lastgeve,/' (Verantwoording bij amendement nr. 1 2 van de heerTerwingen c.s., Parl.st Kamer 201 &201 1, nr. 53-1 009/002, 1 1 en Verslag na-mens de Commissie voor deJustit¡e, Pd¡¿5t, Kamer 20'l'l -2o'l2,nr-53jloo9l0l 0, 33) en zie de verwijzingen in noot 1 0.

21 6- W. PINTENS etaL, "Familiaal vermogensrecht", sup rc nool 42, 862, nr. 1 642A. WYLLEMAN, "Buitengerechtelijke bescherming", supra noot 1 0, 2.

21 7. Z¡e K. ROTTHIER, "De nieuwe wet tot heruorming van het statuut van onbe-kwamen", supra noot7,192,rr,s.55-57; C. DE WULF, "De nieuwe wettelijkeregeling ¡nzake beschermde personen", supra nooT 7, 324-326, nr. 1 36 en1 38; F. SWENNEN, "De meerderjarige beschermde personen (Deel l)", supranoot 7, 575-576, nr. 4849; Y.-H. LELEU, "Les dix innovat¡ons majeurs", supranoot 7, 21-23, nrs. 1 I -1 4; A. DEMORTIER en T. VAN HALTEREN, "La loi du17 maß 2013", supra nool 7, 420422; A. WYLLEMAN, "Het bewind", supranoot 7, 1 20, nr. 36 e.v..

218. Aft. 493, 52, eerste lid BW-

fhíc íttrícnttqra q¡at1v íe lírpnr¡t¡l tn Tíhprohí¡tn

Not.Fisc.M. 20 14 /7 - 173Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad

windvoerder machtiging werd gewaagd aan de vrede-rechter, een schenking aalvaardt, een legaat of eennalatenschap aanvaardt of verwerpt. Deze salctie iseveneens van toepassing wanneer een beschermdepersoon, zonder machtiging van de wederechter, over-gaat tot schenken terwijl hij in de beschikking van dewederechter onbekwaam werd verklaard om te schen-ken.

7.2.2. Mochtigingbehoevende handeling gestelddoor de bewindvoerder zonder macht¡g¡ng of in strijdmet de beschikking van de vrederechter

82. Handelingen gesteld door de bewindvoerder, zoÍL-der de nodige machtiging van de wederechter, vereistop grond van artikel 4ss/7 BW, zijn eveneens rech-tens nietig2ls.

Aanvaardt de bewindvoerder een schenking, aan-vaardt ofverwerpt hij een legaat of een nalatenschapof doet hij een schenking namens de begiftigde, maarzonder machtiging van de wederechter, dan kan in ditgeval ook de nietigheid van de handeling worden ge-vorderd bij de rechter en zal deze de nietigheid moe-ten uitspreken zonder appreciatiemarge.

Indien machtiging werd gevraagd en bekomen, maarindien de wederechter aan de machtiging voorwaar-den heeft verbonden, en de handeling door de bewind-voerder werd verricht zonder dat de voorwaarden inacht genomen werden, kan ook de nietigheid van dehandeling worden ingeroepen2'?o. Wij menen dat hetook hier om een nietigheid rechtens gaat.

7.2.3. Handeling gesteld door de beschermdepersoon in strijd met de beschikking van devrederechter

83. Indien een beschermde persoon handelingenheeft gesteld waarvoor hij door de wederechter onbe-kwaam werd verklaard, bijgevolg in strijd met watovereenkornstig artikel 49211-, 52 BW in de beschik-king van de wederechter werd opgenomen, zijn dehandelingen enkel nletlg in geval van benadeling.Deze nietigheid betreft handelingen waarvoor demachtiging op grond van artikel 49s17, 52 BW nietnodig is. De rechter kan tevens de verbintenissen diebuitensporig zijn, vermindelen22l.

84. Deze sanctie is van toepassing wanneer een be-schermde peÍsoon, die onbekwaam werd verklaardom zelf een testament op te stellen, toch, zonder mach-tiging, een testament opstelt. Deze hypothese zal zichin de praktijk weinig voordoen, gezien bij het opma-ken van een authentiek of internationaal testament

door een beschermde persoon een notaris tussenkomtdie al cont¡ole zal uitoefenen op de bekwaamheid varde voor hem verschijnende persoon en desgevallendvoorlegging van de machtiging za\ wagen. In de prak-tijk zal de nietigheid ingeval van benadeling vooralspelen ingeval een eigenhandig testament wordt op-gesteld.

Echter, hoe kan men bij een testament vaststellen dater benadeling is geweest van de beschermde persoon?De beschermde persoon zal immers aI overleden zijnals het testament uitwerking krijgt. Deze zal zelf nietmeer benadeeld kunnen zijn. De wettelijke erfgena-men kunnen wel benadeeld zijn, maar hun benadelingvormt geen grond tot het inroepen van de nietigheidvoorzien in artikel 493 52, lid 2 BW. Dit heeft tot ge-

volg dat een testament dat werd opgemaakt door debeschermde persoon enkel maa¡ zaì kunnen wordenbetwist op grond van a¡tikel 901 BW (de ongezondheidvan geest), maar niet op grond van een bijzonderenietigheidsgrond voorzien in de nieuwe wet222. Dit zalde bewijslast bij de betwisting een stuk zwaarder ma-ken dan wanneer zij zich zouden kunnen beroepen opde nietigheid rechtens voorzien in artikel 493 52, lid1BW.

85. Deze sa¡rctie is tevens van toepassing wanneer een

bescltermde persoon, die onbekwaam werd verklaardom zelf een huwelijkscontract op te stellen of te wijzi-gen, toch, zonder machtiging, een huwelijkscontractopstelt of wijzigt.

Deze hypothese zal zich in de praktijk weinig voor-doen, gezien bij het opmaken van (de wijzigingsaktevan) het huwelijkscontract een notaris tussenkomt dieal controle zal uitoefenen op de bekwaamheid van devoor hem verschijnende persoon en desgevallendvoorlegging van de machtiging zal vragen.

7.2.4. Niet in acht nemen van voorwoordenopgelegd door devrederechter bijhet stellen vansp ecifi e ke re chtsh a n d e I i n g e n

86. Tevens wordt voorzien in een specifieke nietig-heid voor schenkingen die werden verricht of testa-menten die werden opgemaakt overeenkomstig arti-kel sos BW en huwelijkscontracten die werden opge-maakt overeenkomstig artikel 1.3s7/1., eerste lid BW.Dit betreft het specifieke geval waarbij een be-schermde persoon die onbekwaam werd verklaardvoor het opmaken van een testament, het doen vaneen schenking of het aangaan of wijzigen van een hu-welijkscontract, toch nog zelf een rnachtiging vraagtaan de vrederechter om zelf deze handeling te kunnenstellen. Machtigt de wederechter de beschermde per-

219. Ar1.4991138W.22O. Art.4gqll3,tweede lid BW.221. AtL. 493, 52. eerste lid BW.

222- lenzii indien bepaalde voorwaarden die door de vrederechter aan het op

maken van het testament werden verbonden, niet werden nageleefd(art.493, S2, derde lid BW), maar dit impliceert dat de beschermde persoonin ieder geval al een machtiging verkreeg, wat in de hier besproken hypo-these niet het geval is.

fhí< íttrìcntr2rp r-rlrttr íc lírpnrp¡l fn Tíhprohípn

Notarieel en Fiscaal Maandblad - Kluwer174 - Not.Fisc.M. 2O14/7

H

soon om cieze ìrancieiing te steiien en ver'nindt hijhieraan voorwaarden, dan zullen deze handelingenrechtens nietig zijn wanneer die voorwaarden niet inacht worden genomen22r.

Besluit

87. De wetvan'17 maart2013 hervormt op ingrijpendewijze de onbekwaamheidsstatuten voor meerderjari-gen. Ze vormt het wettelijk kader van een buitenge-rechtelijke bescherming op basis van lastgeving enverenigt alle bestaande gerechtelijke beschermingssta-tuten in één globaal statuut van bewind, waarin opmaat kan worden gewerkt.

Deze schijnbare vereenvoudiging kan echter tot com-plexe situaties leiden, Een beschermd persoon kan be-kwaarn zijn voor sornmige handelingen en onbe-kwaam voor andere, waarbij de onbekwaamheid kanopgevangen worden door een buitengerechtelijke last-geving al dan niet gecombineerd met een gerechtelijkebescherming van bijstand en/of vertegenwoordiging.Het zal er in de praktijk op aan komen goed de gege-ven volmachten en/of de beschikkingen van de wede-rechter inzake de bewindvoering na te kijken.

88. Op het vlak van successieplanning biedt denieuwe wet - voor wat betreft de buitengerechtelijkebescherming - een meer rechtszeker kader. Volmach-ten tot het doen van schenkingen of het wijzigen vaneen huwelijkscontract, kunnen gegeven worden voorwanneer men niet meer wilsbekwaam zou zijn. Eenbeperkt fonnalisme van registratie is voorzien, wat

zorgt voor een zekere graari van openbaarherd en eenbeperkte controle mogeliik maakt.

Binnen het kader van het bewind is de schenking doorvertegenwoordiging in de wet ingevoerd. De bewind-voerder kan een schenking doen in naam en voor re-kening van de beschermde persoon en zo de wensendie de beschermde persoon in het verleden heeft geuitin de praktijk omzetten op een ogenblik dat deze laat-ste dit zelf niet meer kan. Hetzelfde is echter nietvoorzien voor het wijzigen van een huwelijkscontractof het opstellen van een testament. Tijdens een heldermoment kan een beschermde persoon met een wisse-lend ziektebeeld wel zelf machtiging wagen om overte gaan tot schenken, aangaan of wijzigen van een hu-welijkscontract en het opstellen van een testament.

Vermogens- en successieplanning van een be-schermde persoon, zowel voor deze geplaatst ondereen buitengerechtelijk als een gerechtelijk bescher-mingsregime, zal meestal slechts mogelijk zijn als debeschermde persoon ooit (ofwel vroeger, ofwel in hetheden, tijdens een helder moment) voldoende wilsbe-kwaam was/is om zijn wil te uiten. Hier is voor nota-rissen en andere adviseurs een belangrijke taak weg-gelegd in het anticiperen op een latere toestand vanwilsonbekwaamheid. Zij kunnen pro-actief optredenen cliënten wijzen op de mogelijkheid om op voor-hand regelingen te treffen. Zij kunnen hun cliëntendaarnaast bijstaan bij het opstellen van nuttige docu-menten in dit kader, meer in het bijzonder wordt ge-dacht aan de buitengerechteliike volmacht en de ver-klaring van voorkeur voor een bewindvoerder.

223. {tt.493,52, derde lid BW.

fhíc íttrícnttarê r-.-trlt/ íc lirpncp¡l tn Tihprohian

Not.Fisc.M. 20i 4 /7 - 77 5Kluwer - Notarieel en Fiscaal Maandblad