Bekijk hier het volledige verslag van deze sessie.

3
Dit artikel is geschreven n.a.v. één van de 35 themasessies van Evenement HIER opgewekt | 15-11-2013 | 4.5 | Pagina 1 ZONNEPARKEN: HET DRAAIT NIET ALLEEN OM GELD Initiatiefnemers van collectieve zonneparken of -daken lopen tegen verschillende praktische zaken aan. De een heeft een enorm terrein maar weet niet waar te beginnen. De ander heeft wel plannen maar juist geen dak of grond voorhanden. Hoe haal je bijvoorbeeld de gemeente over om braakliggende grond beschikbaar te stellen? Noortje van Kleef (GWL Ecostroom), Joop Oude Lohuis (Ecofys) en Michel Chatelin (Eversheds) gaan in op praktische vragen rondom het realiseren van zonneparken op andermans dak of grond, mede in het licht van de invoering van het verlaagde energiebelastingtarief per 1 januari 2014. Zonneparken zijn niet nieuw, maar worden al tientallen jaren gebouwd, vooral in zuidelijke landen. Ook in Nederland zijn diverse zonneparken gerealiseerd, zoals in Heerhugowaard en Ouddorp. Hierdoor is al veel expertise en praktijkervaring beschikbaar. Het HIER opgewekt Kennisdossier Zonneparken van HIER opgewekt is een goede basis. Locatieknelpunt Een zonnepark begint met een geschikte plek of ruimte: een bruikbaar dak, bedrijventerrein of stuk land. En dat is vaak niet makkelijk. Men ziet veel mogelijkheden in bouwkavels en braakliggende gronden, maar krijgt de gemeente niet zo ver om de ruimte beschikbaar te stellen. Volgens Chatelin is dat niet geheel onlogisch: de gemeente komt voor allerlei vragen te staan: hoe lang moet ik de grond in exploitatie geven, is het bouw- of landbouwgrond, wat voor vergoeding moet ik vragen? Die kosten moeten terugkomen in de businesscase. Mogelijke partners Van Kleef heeft voor haar project direct contact gezocht met de gebouweigenaren van de Praxis en Gashouder in Amsterdam. Ook met scholen zijn constructies mogelijk, bijvoorbeeld met crowdfunding en ouders. Oude Lohuis ziet veel kansen bij bedrijven. Die hebben dakoppervlak beschikbaar maar willen niet zelf in zonne-energie investeren. Financieel is dit voor hen veel minder interessant dan voor consumenten voor wie een hogere energieprijs en daarnaast nog de energiebelastingkorting geldt. Bedrijven of grondeigenaren willen wellicht wel meewerken door hun dak of land beschikbaar te stellen. Er zijn dus meer partijen dan alleen de overheid waarmee initiatiefnemers kunnen optrekken. ‘Je hoeft je niet te beperken tot alleen de overheid, er zijn veel meer partijen waarmee je kunt optrekken. Bijvoorbeeld via crowdfunding of scholen. In Amsterdam ben ik direct naar gebouweigenaren gegaan, daar zat de gemeente niet tussen.’ Noortje van Kleef, GWL Ecostroom Amsterdam

Transcript of Bekijk hier het volledige verslag van deze sessie.

Page 1: Bekijk hier het volledige verslag van deze sessie.

Dit artikel is geschreven n.a.v. één van de 35 themasessies van Evenement HIER opgewekt | 15-11-2013 | 4.5 | Pagina 1

ZONNEPARKEN: HET DRAAIT NIET ALLEEN OM GELD

Initiatiefnemers van collectieve zonneparken of -daken lopen tegen verschillende

praktische zaken aan. De een heeft een enorm terrein maar weet niet waar te beginnen. De

ander heeft wel plannen maar juist geen dak of grond voorhanden. Hoe haal je

bijvoorbeeld de gemeente over om braakliggende grond beschikbaar te stellen? Noortje

van Kleef (GWL Ecostroom), Joop Oude Lohuis (Ecofys) en Michel Chatelin (Eversheds)

gaan in op praktische vragen rondom het realiseren van zonneparken op andermans dak

of grond, mede in het licht van de invoering van het verlaagde energiebelastingtarief per 1

januari 2014.

Zonneparken zijn niet nieuw, maar worden al tientallen jaren gebouwd, vooral in zuidelijke

landen. Ook in Nederland zijn diverse zonneparken gerealiseerd, zoals in Heerhugowaard en

Ouddorp. Hierdoor is al veel expertise en praktijkervaring beschikbaar. Het HIER opgewekt

Kennisdossier Zonneparken van HIER opgewekt is een goede basis.

Locatieknelpunt

Een zonnepark begint met een geschikte plek of ruimte: een bruikbaar dak, bedrijventerrein

of stuk land. En dat is vaak niet makkelijk. Men ziet veel mogelijkheden in bouwkavels en

braakliggende gronden, maar krijgt de gemeente niet zo ver om de ruimte beschikbaar te

stellen. Volgens Chatelin is dat niet geheel onlogisch: de gemeente komt voor allerlei vragen

te staan: hoe lang moet ik de grond in exploitatie geven, is het bouw- of landbouwgrond, wat

voor vergoeding moet ik vragen? Die kosten moeten terugkomen in de businesscase.

Mogelijke partners

Van Kleef heeft voor haar project direct contact gezocht met de gebouweigenaren van de

Praxis en Gashouder in Amsterdam. Ook met scholen zijn constructies mogelijk, bijvoorbeeld

met crowdfunding en ouders. Oude Lohuis ziet veel kansen bij bedrijven. Die hebben

dakoppervlak beschikbaar maar willen niet zelf in zonne-energie investeren. Financieel is dit

voor hen veel minder interessant dan voor consumenten voor wie een hogere energieprijs en

daarnaast nog de energiebelastingkorting geldt. Bedrijven of grondeigenaren willen wellicht

wel meewerken door hun dak of land beschikbaar te stellen. Er zijn dus meer partijen dan

alleen de overheid waarmee initiatiefnemers kunnen optrekken.

‘Je hoeft je niet te beperken tot alleen de overheid, er zijn

veel meer partijen waarmee je kunt optrekken. Bijvoorbeeld

via crowdfunding of scholen. In Amsterdam ben ik direct

naar gebouweigenaren gegaan, daar zat de gemeente niet

tussen.’ Noortje van Kleef, GWL Ecostroom Amsterdam

Page 2: Bekijk hier het volledige verslag van deze sessie.

Dit artikel is geschreven n.a.v. één van de 35 themasessies van Evenement HIER opgewekt | 15-11-2013 | 4.5 | Pagina 2

Aansluiting

Als je zonnepanelen legt op het dak of eigendom van iemand anders is in principe een aparte

aansluiting nodig om in aanmerking te komen voor het verlaagde energiebelastingtarief,

vertelt Oude Lohuis. Eventueel moet hiervoor een tweede WOZ-object gecreëerd worden via

opstalrecht of een kadastrale splitsing. Bij een nieuwe aansluiting komen verschillende

additionele kosten kijken:

eenmalige aansluitingsvergoeding;

periodieke vergoeding;

transporttarief voor vervoer stroom;

capaciteitstarief (maximumgebruik net);

meterhuur;

meerkosten bekabeling boven de 25 meter.

Garanties van oorsprong

Op het moment dat je hernieuwbare stroom levert, genereer je garanties van oorsprong

(GvO’s). Dit is een bewijs dat de stroom is opgewekt uit een duurzame bron. Eén GvO staat

voor 1.000 kWh. De netbeheerder geeft de gemeten productie door aan CertiQ, die GvO’s

toekent aan de handelaar die de stroom levert. GvO’s hebben een marktwaarde die

afhankelijk van de vraag varieert tussen tientallen centen en een paar euro per 1.000 kWh.

Voorwaarden

Chatelin licht enkele voorwaarden toe waaraan een installatie moet voldoen om in

aanmerking te komen voor het verlaagde energiebelasting tarief vanaf 2014. Belangrijk is dat

de installatie economisch en juridisch eigendom is van een coöperatie. De installatie moet

gekocht zijn met geld van leden of met een lening van de bank. De installatie mag (naar

verwachting) geen eigendom zijn van derde partij, zoals een leasemaatschappij. De

coöperatie mag alleen natuurlijke personen als lid hebben, geen rechtspersonen of

ondernemers. Leden komen in aanmerking voor de regeling als zij in een postcoderoos

rondom de installatie wonen. Mogelijk worden per medio 2014 ook zzp’ers en zakelijke

kleinverbruikers toegelaten tot de regeling.

Verrekenen korting

Alle coöperatieleden hebben een aandeel in de opgewekte stroom van de installatie. Aan het

eind van de verbruiksperiode moet de coöperatie een verklaring afgeven aan de

energieleverancier(s) van de leden over hun aandeel opgewekte energie. Op basis daarvan

verrekent de energieleverancier de korting op de energiebelasting op de factuur van het lid.

Hiervoor is een overeenkomst nodig tussen de coöperatie en de energieleverancier. De

verklaring moet de coöperatie mogelijk samen met de statuten en ledenovereenkomsten

overleggen aan de Belastingdienst. HIER opgewekt gaat standaardmodellen voor statuten,

ledenovereenkomsten en verklaringen beschikbaar stellen.

‘Kansen liggen bij bedrijven met oppervlak die niet zelf in

zonne-energie willen investeren, maar wel willen

meewerken.’ Joop Oude Lohuis, Ecofys

Page 3: Bekijk hier het volledige verslag van deze sessie.

Dit artikel is geschreven n.a.v. één van de 35 themasessies van Evenement HIER opgewekt | 15-11-2013 | 4.5 | Pagina 3

Zekerheid

De regeling valt onder fiscale wetgeving en die is per definitie veranderlijk. Veel

initiatiefnemers maken zich hier zorgen over. Oude Lohuis geeft aan dat je wel degelijk

rechten opbouwt op basis van wetgeving in een bepaalde periode die continuïteit kunnen

bieden. De overheid heeft toegezegd dat er bij een eventuele aanpassing van de regeling

een overgangsregeling komt voor initiatieven die al gebruikmaken van het verlaagd tarief.

Ook is de regeling inmiddels via een amendement van het belastingplan 2014 toegezegd

voor tien jaar.

HIER opgewekt Kenniscluster Zonneparken

Op 10 september 2013 kwam een aantal initiatiefnemers van zonneparken en financieel en

juridisch experts bijeen om uitdagingen en knelpunten van zonneparken te bespreken. Naar

aanleiding van deze bijeenkomst (powered by Liander) is een aanzet gedaan tot het formeren

van een Kenniscluster Zonneparken. Hierin zullen ervaringsspecialisten en experts zich buigen

over de do’s en dont’s en over de mogelijkheden die de regeling verlaagd tarief bij collectieve

opwek biedt.

MEER INFORMATIE

Raadpleeg voor meer informatie het HIER opgewekt Kennisdossier

Zonneparken.

Raadpleeg voor meer informatie het HIER opgewekt Kennisdossier Verlaagd

Tarief. Hier vind je een aantal factsheets over uiteenlopende aspecten van de

regeling: o.a. juridische aspecten, organisatorische aspecten en financiële

aspecten. De factsheets worden begin december 2013 geactualiseerd.