Behandelprotocol - Dystonia v3.1.1.pdf · 2019. 5. 14. · De oefeningen dienen langzaam en...
Transcript of Behandelprotocol - Dystonia v3.1.1.pdf · 2019. 5. 14. · De oefeningen dienen langzaam en...
-
1
Behandelprotocol Effectiviteit van een standaard fysio-/oefentherapeutisch
oefenprogramma bij idiopatische cervicale dystonie
08-10-2012
Joost van den Dool, PT / MSc
HvA/ AMC/ UMCG
Tel: 020-5663614
-
2
Inhoud
1. Overzicht behandeling............................................................................................................ 3
2. Protocol activeren corrigerende spieren (Reverse Movement Rehabilitation) ...................... 6
3. Protocol rekken spieren........................................................................................................ 11
4. Protocol passieve mobilisaties CWK en schoudergordel bij ICD........................................ 18
5. Protocol progressieve relaxatie ............................................................................................ 25
-
3
1. Overzicht behandeling
Week 0
BTX injecties + baseline meting
Week 2 t/m 4
Behandeldoelen
- Inzicht geven in de aandoening cervicale dystonie - Inzicht geven in de doelen en het verloop van het behandeltraject - De rol van de patiënt en therapeut gedurende de behandeling duidelijk maken - Verbeteren ROM cervicale wervelkolom - Activeren van corrigerende spieren (antagonisten van dystone spieren) - Patiënt thuisoefeningen en ADL aanpassingen laten volhouden - Patiënten leren ontspannen (indien patiënt moeite heeft met ontspannen)
Interventies
- Rekken dystone spieren - Passieve mobilisatie cervicale wervelkolom - Reverse Movement Rehabilitation - Progressieve relaxatie therapie (indien nodig)
Intensiteit & frequentie
- 2 sessies per week - Dagelijkse thuisoefeningen 5x per dag, 10-15 minuten
Week 5 t/m 8
Behandeldoelen
- Verbeteren ROM - Opheffen arthrogene beperkingen CWK - Verkrijgen vrijwillige controle over corrigerende spieren - Patiënten leren ontspannen (indien patiënt moeite heeft met ontspannen) - Nieuw aangeleerde vaardigheden en oefeningen kunnen volhouden
Interventies
- Rekken dystone spieren - Passieve mobilisatie cervicale wervelkolom - Stabiliserende oefening van het hoofd in neutrale positie uitbreidend naar ADL
taken zoals lopen.
- Progressieve relaxatie therapie (indien nodig)
-
4
Intensiteit/ frequentie
- 2 sessies per week t/m week 6. Vanaf week 7 een sessie per week - Thuis oefenen 5x per dag 10-15minuten.
Week 9 t/m 14
Behandeldoelen
- Behouden gemaakte vooruitgang week 5 t/m 8 ivm uitwerken BTX - Patiënt gemotiveerd houden
Interventies
- Rekken dystone spieren - Passieve mobilisatie cervicale wervelkolom - Stabiliserende oefening van het hoofd in neutrale positie uitbreidend naar ADL
taken zoals lopen.
Intensiteit/ frequentie
- 1 sessie per week - Thuis oefenen 5x per dag 10-15minuten
BTX injecties week 12
Week 15 t/m 21
Behandeldoelen
- Verkrijgen vrijwillige controle van corrigerende spieren over hele ROM. - Nieuw aangeleerde vaardigheden en oefeningen kunnen volhouden - Zelfstandig oefenen bevorderen
Interventies
- Actieve oefeningen van het hoofd gedurende over hele ROM. Uitbreiden naar ADL taken als lopen en dubbeltaken.
Intensiteit/ frequentie
- 1 sessie per week - Thuis oefenen 5x per dag 10-15minuten
Week 22 t/m 26
Behandeldoelen
- Behouden gemaakte vooruitgang week 15 t/m 21 - Patiënt gemotiveerd houden
Interventies
- Actieve oefeningen van het hoofd gedurende ADL taken als lopen.
Intensiteit/ frequentie
- 1 sessie per week - Thuis oefenen 5x per dag 10-15minuten
-
5
Week 26
Tweede meting
Week 27 t/m 52
Behandeldoelen
- Bevorderen sportieve activiteiten zoals zwemmen of Yoga - Monitoren therapietrouw - Nieuw aangeleerde vaardigheden en oefeningen kunnen volhouden - Patiënt gemotiveerd houden
Interventies
- Wekelijks telefonisch contact
Intensiteit/ frequentie
- 1 sessie per maand om te kijken hoe het gaat en eventueel nog wat adviezen te
geven.
BTX injecties week 36 &48
Laatste meting week 48
-
6
2. Protocol activeren corrigerende spieren (Reverse Movement Rehabilitation)
Reverse Movement Rehabilitation is erop gericht om de antagonisten te trainen van de
dystone spieren zodat een correcte stand van het hoofd gehandhaafd kan worden. Om
de dystone spieren te identificeren kan de therapeut vragen naar een lijst met spieren
die geïnjecteerd zijn met botuline toxine.
Oefeningen zijn gerangschikt naar de voornaamste afwijkende stand. Veelal komen
combinaties van afwijkende standen voor. In dit geval kunnen ook combinaties van
verschillende oefeningen gebruikt te worden.
Intensiteit en frequentie van de oefeningen
De oefeningen dienen langzaam en pijnvrij te worden uitgevoerd. Als de patiënt toch
pijn ervaart, dienen de oefeningen te worden gestopt en aangepast. Over het algemeen
dienen de eindposities van de beschreven oefening 10 seconden te worden
vastgehouden. Dit wordt in 3 sets van 8 herhalingen uitgevoerd. Deze intensiteit en
frequentie zijn echter een aanbeveling en indien nodig kan de oefening worden
aangepast aan het niveau van de patiënt.
Tabel 1. Aanbevolen spieren om te trainen Richting
voornaamste
afwijkende stand
SCM Trapezius Levator
Scapulea
Splenius
Capitis
Scalenii Semispinalis
Anterior
(anterocollis) X X X X X
Posterior
(retrocollis) X X
Lateraal
(laterocollis) X X X X X
Rotatie
(torticollis) X X
-
7
Technieken om bewegingen te faciliteren.
Sensorische stimulatie van de wang kan worden gebruikt om het hoofd in de
tegenovergestelde richting van een dystone beweging met rotatie als voornaamste
afwijkende richting.
Een andere manier om beweging te stimuleren is de oculaire reflex. Het bewegen van de
ogen in een bepaalde richting initieert hierbij een beweging van het hoofd in dezelfde
richting. Indien dit wordt toegepast bij de tegenovergestelde richting van de dystone
trekking zal dit de antagonistische beweging vergemakkelijken.
Aanbieden van oefeningen.
De revalidatie van patiënten met CD is gericht op het (her)leren van motorische
vaardigheden van de nek en het hoofd bij taken in het dagelijkse leven. De sessies dienen
niet gericht te zijn op het behalen van de beste vooruitgang tijdens de sessies maar op
het behalen van de beste vooruitgang in situaties van het dagelijks leven. Literatuur over
motor leren suggereert dat taken in verschillende (functionele) contexten moeten
worden aangeboden omdat taken in het dagelijks leven ook onder verschillende
omstandigheden plaatsvinden. Omdat er niet gericht op een specifieke situatie getraind
wordt zal er tijdens de therapiesessies zelf minder vooruitgang gemaakt. Echter, de
vooruitgang in het dagelijks leven zal hier wel beter van worden wat tevens het
uiteindelijke doel van het therapieprogramma is. Als een patiënt de antagonist moet
leren activeren dient dit niet alleen in een liggende maar ook in een zittende positie,
staande positie of tijdens een ADL taak te gebeuren. Onderstaande oefeningen zijn
voorbeelden van taken waarmee gevarieerd kan worden. Uiteraard dient er een voor de
patiënt relevant functioneel aspect aan toegevoegd te worden.
Aanraking van de wang Oculaire reflex
-
8
Trainen met rotatie als voornaamste afwijkende stand.
Taak Context Voorbeeld functioneel aspect
Hoofd zover mogelijk draaien
(Activeren antagonisten)
Ruglig Op de wekker kijken als men
in bed ligt
Zit Omkijken tijdens autorijden
Staan Oversteken in het verkeer
Lopen Oriëntatie van de omgeving
Hoofd in het midden houden
(stabiliseren hoofd in neutrale
positie)
Ruglig Boek lezen in bed
Zit Tv kijken, computeren
Staan In de spiegel kijken
Lopen Vooruit kijken
Gecontroleerd bewegen over de
gehele ROM
Lig
Zit Volgen van een conversatie/
volgen van sportactiviteiten
Staan Afwassen, oversteken
Lopen Oversteken. Oriëntatie van de
omgeving
Trainen met lateroflexie als voornaamste afwijkende stand
Taak Context Voorbeeld functioneel aspect
Hoofd naar schouder bewegen
(Activeren antagonisten)
Ruglig Op de wekker kijken als men
in bed ligt
Zijlig (rol onder nek en hoofd
zijwaarts optillen)
Zit Omkijken tijdens autorijden
Staan In de spiegel kijken
Lopen Oriëntatie van de omgeving
tijdens lopen
Hoofd in het midden houden
(stabiliseren hoofd in neutrale
positie)
Ruglig Boek lezen in bed
Zit Tv kijken, computeren
Staan In de spiegel kijken
Lopen Vooruit kijken
Gecontroleerd bewegen over de
gehele ROM
Ruglig
Zit Tv kijken, volgen van een
conversatie
Staan Strijken/afwassen
Lopen Oriëntatie van de omgeving
-
9
Trainen met anteflexie als voornaamste afwijkende stand
Taak Context Voorbeeld functioneel aspect
Hoofd naar achteren bewegen
(Activeren antagonisten)
Buiklig
Zit Opkijken naar iemand
Staan Straatnaambordjes lezen
Lopen Oriëntatie van de omgeving
tijdens lopen
Hoofd in het midden houden
(stabiliseren hoofd in neutrale
positie)
Handen/knieën nek naar achter
strekken en in neutrale positie
vasthouden
Uitvoeren van klusjes laag bij
de grond
Zit Tv kijken, computeren
Staan In de spiegel kijken
Lopen Vooruit kijken/ oriëntatie op
omgeving
Gecontroleerd bewegen over de
gehele ROM
Handen/knieën Uitvoeren van klusjes laag bij
de grond
Zit Tv kijken, volgen van een
conversatie
Staan Strijken/afwassen
Lopen Oriëntatie van de omgeving
Trainen met retroflexie als voornaamste afwijkende stand
Taak Context Voorbeeld functioneel aspect
Kin naar de borst bewegen
(Activeren antagonisten)
Ruglig Opkijken vanuit bed/ vanaf de
bank
Zit Boek/ Ipad lezen
Staan Naar de grond kijken (iets
zoeken)
Lopen Voor je op de grond kijken
Hoofd in het midden houden
(stabiliseren hoofd in neutrale
positie)
Ruglig (met de hoofd over de
rand van het bed of op fysiobal)
Zit Tv kijken, computeren
Staan In de spiegel kijken
Lopen Vooruit kijken/ oriëntatie op
omgeving
Gecontroleerd bewegen over de
gehele ROM
Ruglig (met hoofd over de rand
van het bed of op fysiobal)
Zit Tv kijken, volgen van een
conversatie
Staan Strijken/afwassen
Lopen Oriëntatie van de omgeving
-
10
Feedback geven
Het geven van de juiste feedback op het juiste moment is essentieel voor het (her)leren
van motorische vaardigheden. Feedback wordt gedefinieerd als alle sensorische
informatie die beschikbaar is als gevolg van een beweging die een persoon heeft
uitgevoerd. Feedback bestaat uit intrinsieke en excentrieke feedback waarbij intrinsieke
feedback de informatie is die een persoon binnen krijgt via verscheidene sensorische
systemen zoals propriocepsis. Excentrieke feedback is de feedback die een
buitenstaander zoals een therapeut geeft.
Uit de literatuur blijkt dat knowledge of results (KR) een van de effectiefste manieren is
om feedback te geven. KR is een belangrijke vorm van excentrieke feedback die wordt
gegeven na het uitvoeren van een taak. Wanneer feedback wordt gegeven na een serie
van pogingen om een taak uit te voeren blijkt het nog effectiever te zijn om de vertaling
vanuit de therapiesessie naar het dagelijks leven te vertalen. Tevens toont de literatuur
aan dat als er na een set van 5 pogingen feedback gegeven wordt, het leerrendement niet
verder oploopt dan als de feedback na een set met meer dan 5 pogingen. Aangezien er in
dit programma aanbevolen wordt om de oefeningen in 3 sets van 8 herhalingen uit te
voeren, dient er na elke set feedback te worden geven.
-
11
3. Protocol rekken spieren
Verbeteren ROM
Voor het verbeteren van de ROM kan de dystone musculatuur worden gerekt. Naast het
verbeteren van de ROM, voorkomt het contracturen, vermindert het de pijn en
bevorderd de relaxatie van de dystone spier. Indien een patiënt onder behandeling is
voor botuline toxine injecties, kan voor de lokalisatie van aangedane spierend een lijst
worden opgevraagd met geïnjecteerde spieren bij de neuroloog. De therapeut moet
echter wel opletten dat de spieren rustig en geleidelijke gerekt worden om een
defensieve reactie of een toename van dystone activiteit te voorkomen. Indien de spier
te gespannen is om te rekken kunnen er voorafgaand alternatieve methoden gebruikt
worden om de spier meer te ontspannen zoals progressieve relaxatie therapie.
De volgende spieren zijn het meest frequent aangedaan:
Olaf Evjenth, Muscle stretching in manual therapy: a clinical manual
-
12
Musculus Sternocleidomastoideus (SCM)
Start positie: (Voor rechter SCM )P: in ruglig met het hoofd over de rand van de bank
met de schouders op de rand of met de hoofdklep van de bank naar beneden. T: houdt
hoofd en nek van P in de positie waarin een lichte spanning in de verkorte spier gevoeld
wordt.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus,
processus occipitalis en de duim op de wang
Beweging: T roteert hoofd naar rechts met een lateraal flexie naar links met een lichte
tractie en retroflexie van de CWK totdat er een rekkende sensatie wordt waargenomen
door P. Voor linker SCM vindt een rotatie naar links en lateroflexie naar rechts plaats.
Duur: 20 sec
Herhalingen: 3-5
Sets: 1
Start positie Eind positie
-
13
Musculus Trapezius pars descendens
Start positie: (Voor rechter trapezius ) P: in ruglig met het hoofd en nek in lichte
anteroflexie met tractie T: houd hoofd en nek van P in de positie waarin een lichte
spanning in de verkorte spier gevoeld wordt.
Greep: T’s linker hand heeft de dorsale zijde van de nek vast. P’s hoofd rust tussen T’s
borstkast en onderarm. T’s rechter hand op P’s rechter schouder.
Beweging: T voert brengt het hoofd in volledige anteroflexie met een lateroflexie naar
links en een rotatie naar rechts. Tegelijkertijd voert T een lichte tractie uit en beweegt
de rechter schouder in caudale en dorsale richting duwt totdat er een rekkende sensatie
wordt waargenomen.
Duur: 20 sec
Herhalingen: 3-5
Sets: 1
Opmerking: vermijd andere bewegingen van het hoofd van P, anders dan de beschreven
tractie
Start positie Eind positie
-
14
Musculus Levator Scapulae (LS)
Start positie: (voor rechter LS) P: in ruglig met het hoofd en nek in volledige anteroflexie,
lateroflexie links en rotatie links. Rechter arm rust tussen 70° en 90° abductie en ge-
exoroteerd met de elleboog gebogen of gestrekt (wat voor patiënt comfortabel is) op de
bank. T: staat aan het einde van de bank waarbij de borstkast de rechterkant van het
hoofd ondersteund.
Greep: T’s linker hand heeft de dorsale zijde van de nek vast. P’s hoofd rust tussen T’s
borstkast en linker onderarm. T’s rechter hand op de dorsale zijde van P’s schouderblad
met de duimmuis op de fossa supra spinatus.
Beweging: T voert in deze positie een lichte tractie uit terwijl hij gelijkertijd rustig het
schouderblad in caudale en dorsale richting duwt totdat er een rekkende sensatie wordt
waargenomen.
Duur: 20 sec
Herhalingen: 3-5
Sets: 1
Opmerking: vermijd andere bewegingen van het hoofd van P, anders dan de beschreven
tractie.
Start positie Eind positie
-
15
Musculus Splenius Capitis / Musculus semispinalis
Start positie: P: in ruglig met het hoofd net over de rand van de bank of met de
hoofdklep van de bank naar beneden. T: staat aan het hoofdeinde van de bank.
Greep: T’s rechterhand heeft het hoofd vast onder de schedelrand waarbij het hoofd op
de onderarm rust. T’s linkerhand pakt de kin vast.
Beweging: T voert in deze positie een lichte tractie uit met beide handen terwijl hij
tegelijkertijd het hoofd geleidelijk in anteroflexie totdat er een rekkende sensatie wordt
waargenomen.
Duur: 20 sec
Herhalingen: 3-5
Sets: 1
Start positie Eind positie
-
16
Musculii Scalenii Anterior en Medius
Start positie: (voor rechter scalenii) P: in ruglig met het hoofd net over de rand van de
bank. T: staat aan het einde van de bank aan de rechterkant van P’s hoofd.
Greep: T’s linkerhand heeft de linkerkant van het hoofd en atlas vast waarbij het hoofd
op de onderarm rust en tegen T’s borstkast rust. T’s rechter duim wordt net boven P’s
clavicula geplaatst.
Beweging: T voert in deze positie een lichte tractie en een rotatie naar rechts uit met een
lateroflexie naar links en een lichte extensie.
Vervolgens vraagt T om P te laten uitademen en duwt de clavicula en schoudergordel
(en daarmee de bovenste ribben) in caudale en dorsale richting totdat er een rekkende
sensatie wordt waargenomen.
Duur: 20 sec
Herhalingen: 3-5
Sets: 1
Opmerking: Deze beschrijving is voor de rechter scalenii. Voor de linker scalenii wordt
de beweging in een rotatie naar links, een lateroflexie naar rechts en een lichte extensie
uitgevoerd.
Mocht er bij het uitvoeren van de extensie beweging duizeligheid of misselijkheid
ontstaan, dient er te worden gestopt. De foto (voor de rechter scalenii)geeft een
NB. De foto (voor de rechter scalenii)geeft een rotatie naar links weer. Dit moet een
rotatie naar rechts zijn.
Start positie Eind positie
-
17
Musculus Scalenus Posterior
Start positie: P: in ruglig met het hoofd net over de rand van de bank. T: staat aan het
einde van de bank aan de linker kant van P’s hoofd.
Greep: T’s rechterhand omvat de schedelrand en C1 t/m C3 waarbij de pols en onderarm
het hoofd ondersteunen. T’s linkerhand pakt de kin vast.
Beweging: T voert in deze positie een lichte tractie uit met tegelijkertijd een anteflexie
en een linker rotatie met een linker lateroflexie totdat er een rekkende sensatie wordt
waargenomen.
Duur: 20 sec
Herhalingen: 3-5
Sets: 1
Opmerking: Deze beschrijving is voor de rechter scalenus posterior. Voor de linker scalenus
posterior wordt de beweging in anteflexie met rotatie naar rechts, een laterloflexie naar rechts
uitgevoerd.
Start positie Eind positie
-
18
4. Protocol passieve mobilisaties CWK en schoudergordel bij ICD
Dystone spieren houden het hoofd in een abnormale positie die op den duur een
verstijving van de cervicale gewrichten en schouder kan veroorzaken. Algemene
mobilisaties van de CWK en de schoudergordel in de richting tegenovergesteld aan de
dystone beweging kunnen dit voorkomen.
Bij het mobiliseren van patiënten met ICD dient men het volgende in acht te nemen:
- De patiënt moet in een comfortabele houding verkeren waarin de dystonie het
minst is. Meestal is dit in ruglig met het hoofd ondersteund. In sommige gevallen
waarin contact met het achterhoofd de dystonie verergert, dient de mobilisatie in
zit of buiklig plaats te vinden.
- Pijn moet worden voorkomen omdat dit de dystone activiteit kan verergeren.
- Voorkom passieve verkortingen van de dystone musculatuur omdat deze de
dystone activiteit kunnen verergeren. Mobilisatie dient dan ook altijd in de
tegenovergestelde richting van de dystone beweging plaats te vinden.
- Probeer niet door de dystone activiteit heen te bewegen maar wacht op een
moment van ontspanning.
- Wacht 3-5 seconden tot de dystonie verminderd als het hoofd of de schouder in
de eindpositie is gebracht.
-
19
Flexie mobilisatie gehele CWK
Start positie: P in ruglig met de knieën opgetrokken of ondersteund met een rol. T: staat
aan het hoofdeinde van de bank in lichte zijwaartse spreidstand.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus, os
occipitalis en de duim op het jukbeen.
Beweging: T brengt in deze positie met beide handen het hoofd geleidelijk in
anteroflexie tot de eindstand.
Herhalingen: totdat er een vloeiend bewegingsverloop en voldoende bewegingsuitslag is
in de CWK.
Start positie Eind positie
-
20
Extensie mobilisatie gehele CWK
Start positie: P in ruglig met de knieën opgetrokken of ondersteund met een rol. De
hoofdklep van de bank staat naar beneden of het hoofd ligt net over de rand van de
bank. T: staat aan het einde van de bank in lichte zijwaartse spreidstand.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus,
processus occipitalis en de duim op de wang
Beweging: T brengt in deze positie met beide handen het hoofd geleidelijk in extensie
tot de eindstand.
Herhalingen: totdat totdat er een vloeiend bewegingsverloop en voldoende
bewegingsuitslag is in de CWK.
Opmerking: De ogen van de patiënt dienen tijdens het uitvoeren van de beweging te zijn
geopend om te controleren voor eventuele nystagmus. Bij het ontstaan van duizeligheid,
misselijkheid of nystagmus tijdens de beweging, moet er met het uitvoeren van de
beweging worden gestopt.
Start positie Eind positie
-
21
Flexie mobilisatie 3d gehele CWK links
Start positie: P in ruglig met de knieën opgetrokken of ondersteund met een rol. T: staat
aan het einde van de bank in lichte zijwaartse spreidstand.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus, os
occipitalis en de duim op het jukbeen.
Beweging: T brengt in deze positie met beide handen het hoofd geleidelijk in
anteroflexie, lateroflexie links en rotatie links tot de eindstand.
Herhalingen: totdat er een vloeiend bewegingsverloop en voldoende bewegingsuitslag is
in de CWK.
Start positie Eind positie
-
22
Flexie mobilisatie 3d gehele CWK rechts
Start positie: P in ruglig met de knieën opgetrokken of ondersteund met een rol. T: staat
aan het einde van de bank in lichte zijwaartse spreidstand.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus, os
occipitalis en de duim op de wang
Beweging: T brengt in deze positie met beide handen het hoofd geleidelijk in
anteroflexie, lateroflexie rechts en rotatie rechts tot de eindstand.
Herhalingen: totdat er een vloeiend bewegingsverloop en voldoende bewegingsuitslag is
in de CWK.
Start positie Eind positie
-
23
Extensie mobilisatie 3d gehele CWK links
Start positie: P in ruglig met de knieën opgetrokken of ondersteund met een rol. De
hoofdklep van de bank staat naar beneden of het hoofd ligt net over de rand van de
bank. T: staat aan het einde van de bank in lichte zijwaartse spreidstand.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus, os
occipitalis en de duim op het jukbeen
Beweging: T brengt in deze positie met beide handen het hoofd geleidelijk in extensie,
lateroflexie links en rotatie links tot de eindstand.
Herhalingen: totdat er een vloeiend bewegingsverloop en voldoende bewegingsuitslag is
in de CWK.
Opmerking: De ogen van de patiënt dienen tijdens het uitvoeren van de beweging te zijn
geopend om te controleren voor eventuele nystagmus. Bij het ontstaan van duizeligheid,
misselijkheid of nystagmus tijdens de beweging, moet er met het uitvoeren van de
beweging worden gestopt.
Start positie Eind positie
-
24
Extensie mobilisatie 3d gehele CWK rechts
Start positie: P in ruglig met de knieën opgetrokken of ondersteund met een rol. De
hoofdklep van de bank staat naar beneden of het hoofd ligt net over de rand van de
bank. T: staat aan het einde van de bank in lichte zijwaartse spreidstand.
Greep: T’s handen omvatten hoofd met de vingers rond de processus mastoideus,
processus occipitalis en de duim op de wang
Beweging: T brengt in deze positie met beide handen het hoofd geleidelijk in extensie,
lateroflexie rechts en rotatie rechts tot de eindstand.
Herhalingen: totdat er een vloeiend bewegingsverloop en voldoende bewegingsuitslag is
in de CWK.
Opmerking: De ogen van de patiënt dienen tijdens het uitvoeren van de beweging te zijn
geopend om te controleren voor eventuele nystagmus. Bij het ontstaan van duizeligheid,
misselijkheid of nystagmus tijdens de beweging, moet er met het uitvoeren van de
beweging worden gestopt.
Start positie Eind positie
-
25
5. Protocol progressieve relaxatie
Progressieve relaxatie (Jacobson/ Bernstein & Borkovec) is een manier om patiënten
aan te leren om spiergroepen bewust te ontspannen. Hoewel er geen bewijs is dat
relaxatietherapie op zich effectief is tegen de symptomen van ICD, kan het helpen om
mensen te laten ontspannen die van zichzelf moeite hebben om te ontspannen. Tevens is
het bewezen dat het angst en depressie symptomen kan verminderen die veel
voorkomend zijn bij patiënten met ICD. Angst en depressiviteit zijn veelvoorkomende
klachten bij ICD die een subjectieve verergering van de ICD symptomen veroorzaken.
Relaxatietherapie kan op deze wijze bijdragen aan de vermindering van angst en
depressieklachten en mogelijk op de subjectieve vermindering van ICD symptomen.
Progressieve relaxatie therapie kan dus optioneel worden gegeven als ondersteuning
voor oefentherapie.
De onderstaande oefeningen kunnen zitten of liggend worden uitgevoerd in een rustige,
stille ruimte. Elke spier of spiergroep wordt een keer gedurende 5-7 seconden
aangespannen waarna ze voor 20-30 seconden worden ontspannen. Indien de patiënt
merkt dat het moeilijk is om een bepaalde spier(groep) te ontspannen, wordt er
aangeraden om de betreffende spier(groep) vijf keer achter elkaar te ontspannen.
Oefeningen die te belastend zijn voor de nek of extra klachten geven moeten worden
vermeden of dusdanig uitgevoerd dat er geen klachten ontstaan. De sessie wordt gestart
en afgesloten met een minuut rustig zitten of liggen met gesloten ogen de handen op
schoot of langs het lichaam. De oefeningen kunnen ook als oefeningen voor thuis worden
meegegeven.
Oefeningen
1. Maak een vuist van de rechter hand en knijp zo hard als u kan. Voel de
spanning in uw hand en onderarm. Ontspan.
2. Druk de rechter elleboog zo hard als u kan in de armleuning (of grond) en voel
de spanning in de arm. Ontspan
3. Maak een vuist van de linker hand en knijp zo hard als u kan. Voel de spanning
in uw hand en onderarm. Ontspan.
-
26
4. Druk de linker elleboog zo hard als u kan in de armleuning (of grond) en voel
de spanning in de arm. Ontspan.
5. Trek de schouders op zo ver als u kan. Voel de spanning. Ontspan.
6. Trek de schouders naar achter zo ver mogelijk als u kan (schouderbladen naar
elkaar brengen). Voel de spanning tussen de schouderbladen. Ontspan.
7. Breng de schouders naar voren zo ver u kan. Voel de spanning. Ontspan.
8. Houd de schouders in een neutrale positie. Draai uw hoofd zover mogelijk
naar links. Voel de spanning. Ontspan.
9. Houd de schouders in een neutrale positie. Draai uw hoofd zover mogelijk
naar rechts. Voel de spanning. Ontspan.
10. Breng de kin naar de borst. Voel de spanning. Ontspan.
11. Breng het hoofd naar achter (of druk het in de grond) voel de spanning.
Ontspan.