bebouwde kom Nederlandse editie op basis NEN Prestatie ... · BP Bedieningsplan DO Directe opdracht...

13
VIAG, versie 15 april 2017 Bijlage 1 van de VIAG Literatuurlijst Arbeidsomstandighedenwet 1998 TEWAC Veilig werken met asbestcementleidingen CROW 96b Maatregelen bij werken in uitvoering op niet autosnelwegen en wegen buiten de bebouwde kom NEN 1059 Gasvoorzieningsystemen: Gasdrukregelstations voor transport en distributie. Nederlandse editie op basis NEN -EN 12186 en 12279 NEN 1078 Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen nieuwbouw NEN 8078 Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen bestaande bouw NEN 2768 Meterkasten voor ruimten en bijbehorende voorzieningen in de woonfunctie NEN 7244-1 Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-1. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 1: Algemene functionele eisen NEN 7244-2 Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-2. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar; deel 2: specifieke functionele eisen voor polyetheen (MOP t/m 10 bar NEN 7244-3 Nederlandse editie op basis van NEN -EN 12007-3. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 3: Specifieke functionele eisen voor staal NEN 7244-4 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 4: Specifieke functionele eisen voor nodulair gietijzeren leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 8 bar NEN 7244-5 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 5: Specifieke functionele eisen van slagvast PVC-leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 200 mbar. NEN 7244-6 Nederlandse editie op basis van NEN-EN-12007-5. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 6: Specifieke functionele eisen voor aansluitleidingen NEN 7244-7 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 7: Specifieke functionele eisen voor sterkte en dichtheidsbeproeving en voor het in bedrijfstellen van gasdistributie leidingen NEN 7244-9 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 9: Specifieke functionele eisen voor controle en behandeling van gaslekkage in gasdistributie leidingen. NEN 7244-10 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 10: Specifieke functionele eisen voor opstellingsruimten en meteropstellingen met een maximale inlaatdruk van 100 mbar en een maximale ontwerpcapaciteit van 650 mn3/h. ATEX 95 Eisen voor apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.

Transcript of bebouwde kom Nederlandse editie op basis NEN Prestatie ... · BP Bedieningsplan DO Directe opdracht...

VIAG, versie 15 april 2017

Bijlage 1 van de VIAG Literatuurlijst Arbeidsomstandighedenwet 1998 TEWAC

Veilig werken met asbestcementleidingen

CROW 96b

Maatregelen bij werken in uitvoering op niet autosnelwegen en wegen buiten de bebouwde kom

NEN 1059

Gasvoorzieningsystemen: Gasdrukregelstations voor transport en distributie. Nederlandse editie op basis NEN -EN 12186 en 12279

NEN 1078

Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen nieuwbouw

NEN 8078

Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen bestaande bouw

NEN 2768

Meterkasten voor ruimten en bijbehorende voorzieningen in de woonfunctie

NEN 7244-1 Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-1. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 1: Algemene functionele eisen

NEN 7244-2 Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-2. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar; deel 2: specifieke functionele eisen voor polyetheen (MOP t/m 10 bar

NEN 7244-3 Nederlandse editie op basis van NEN -EN 12007-3. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 3: Specifieke functionele eisen voor staal

NEN 7244-4 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 4: Specifieke functionele eisen voor nodulair gietijzeren leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 8 bar

NEN 7244-5 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 5: Specifieke functionele eisen van slagvast PVC-leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 200 mbar.

NEN 7244-6 Nederlandse editie op basis van NEN-EN-12007-5. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 6: Specifieke functionele eisen voor aansluitleidingen

NEN 7244-7 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 7: Specifieke functionele eisen voor sterkte en dichtheidsbeproeving en voor het in bedrijfstellen van gasdistributie leidingen

NEN 7244-9 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 9: Specifieke functionele eisen voor controle en behandeling van gaslekkage in gasdistributie leidingen.

NEN 7244-10 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 10: Specifieke functionele eisen voor opstellingsruimten en meteropstellingen met een maximale inlaatdruk van 100 mbar en een maximale ontwerpcapaciteit van 650 mn3/h.

ATEX 95

Eisen voor apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.

VIAG, versie 15 april 2017

Bijlage 2 van de VIAG Afkortingenlijst

AVP Allround vakbekwaam persoon AW Andere werkzaamheden BBH Beperkte bedieningshandelingen BD Bedieningsdeskundige BGW Beperkte gastechnische werkzaamheden BH Bedieningshandelingen BP Bedieningsplan DO Directe opdracht EVHI Elektronisch volume herleidinginstrument GO Goedgekeurde opdracht GOS Gasontvangstation GVR Contactgroep Veiligheidsregelgeving HD Hoge druk IV Installatieverantwoordelijke KB Kathodische bescherming Klic Kabels en leidingen informatie centrum LD Lage druk LEL Lower Explosion Level LMRA Laatste minuut risico analyse MOP Maximum operational pressure (maximium werkdruk) NGW Niet-gastechnische werkzaamheden OIV Operationeel Installatieverantwoordelijke PBM Persoonlijke beschermingsmiddelen PL Ploegleider RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie RO Raamopdracht SGW Standaard gastechnische werkzaamheden THP Toeganghebbend persoon TRA Taak risico analyse UGW Uitgebreide gastechnische werkzaamheden VIAG Veiligheidsinstructie aardgas VM Veiligheidsmaatregelen VOP Voldoend onderricht persoon VP Vakbekwaam persoon VWI Veiligheidswerkinstructie WP Werkplan WV Werkverantwoordelijke

1

WV WV

OIV

PL

AVP

PL

AVP

PL

AVP

Eventueel

overleg

over WP

VOORBEREIDING TREFFEN VEILIG-

HEIDSMAATREGELEN

BEDIENINGS-

HANDELINGEN

UITVOEREN

WERKZAAMHEDEN OPLEVERING

OPHEFFEN VEILIG-

HEIDSMAATREGELEN

BEDIENINGS-

HANDELINGEN

Opdracht tot

uitvoering

WV

Processchema VIAG bij DO en GO

PL

AVP

OIV = Operationeel Installatie Verantwoordelijke

WV = Werkverantwoordelijke

BD = Bedieningsdeskundige

PL = Ploegleider

AVP = (Allround) Vakbekwaam Persoon

WP = Werkplan

BP = Bedieningsplan

PL

AVP

BD

Alleen in

geval van

afwijkingen

en storingen:

melding bed.

handelingen

gereed

Verzoek

start BP

BD

Bijlage 3a. VIAG, versie 15 april 2017

Toestemming

start BP

PL

AVP

Melding WP en BP

gereed op door IV

te bepalen wijze

Toestemming

start BP

Melding van

wijziging in

netten of

stations

Het voorbereidings- en

uitgifteproces, inclusief

opdrachtverstrekking, is

afhankelijk van de uit

te voeren activiteiten;

zie hiervoor

bijlage 7

Melding WP en BP

gereed op door IV

te bepalen wijze

In dit schema is de aangegeven WV altijd de voor dat

deel verantwoordelijke WV; bij een mono-werkplan is

dat steeds dezelfde; bij een duo-werkplan moet er

overdracht tussen de WV’n plaats vinden zodat er

op elk moment slechts één WV verantwoordelijk is.

Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend

Copie BP

BD

Verzoek

start BP

Alleen in

geval van

afwijkingen

en storingen:

melding bed.

handelingen

gereed

In de diverse stappen in dit schema zo nodig toezicht door de WV en/of terugkoppeling naar de WV op de afgesproken momenten

Bij activiteiten door meerdere ploegen

tegelijkertijd moet er bij start / beëindiging

van elke processtap contact zijn tussen elke PL

en de WV (op door de WV te bepalen wijze)

1

WV

OIV

PL

(A)VP

PL

(A)VP

PL

(A)VP

VOORBEREIDING TREFFEN VEILIG-

HEIDSMAATREGELEN

BEDIENINGS-

HANDELINGEN

UITVOEREN

WERKZAAMHEDEN OPLEVERING

OPHEFFEN VEILIG-

HEIDSMAATREGELEN

BEDIENINGS-

HANDELINGEN

WV

Processchema VIAG bij RO

PL

(A)VP

OIV = Operationeel Installatie Verantwoordelijke

WV = Werkverantwoordelijke

BD = Bedieningsdeskundige

PL = Ploegleider

AVP = (Allround) Vakbekwaam Persoon

PL

(A)VP

BD

Alleen in

geval van

afwijkingen

en storingen:

melding bed.

handelingen

gereed

Verzoek

start

bedienings-

handelingen

BD

Bijlage 3b. VIAG, versie 15 april 2017

Toestemming

start

bedienings-

handelingen

PL

(A)VP

Informatie naar OIV

op door IV

te bepalen wijze

Toestemming

start

bedienings-

handelingen

Melding van

wijziging in

netten of

stations

Gereedmelding van

activiteit op door

IV te bepalen wijze

Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend

Alleen in

geval van

afwijkingen

en storingen:

melding bed.

handelingen

gereed

Verzoek

start

bedienings-

handelingen

Activiteiten die via

raamopdracht worden

uitgevoerd,

conform bijlage 7

OIV

Informatie

over verstrekte

raamopdrachten

Verstrekking RO aan

AVP, VP, VOP, THP

4

BD G

AVP G-stations

3

2

VP G-aanleg

VOP G-meters

THP-G

BH BH BH BH BBH BBH, alleen bediening

afsluiter in LD-

aansluitleiding

BBH, alleen bediening

hoofdkraan

BBH BBH, alleen sluiten

hoofdkraan

VOP G-assistent

AVP G-stations

AVP G-netten

AVP G-LDnetten

VP G-LD

WV G-LDnetten

WV G-meterkast

AVP G-distributie

VP G-aanleg

VOP G-meters

VP G-meterkast

Aanwijzingen VIAG in gasvoorzieningsystemen van de netbeheerders

IV G

OIV G

WV G-distributie

WV G-netten

*** BGW en NGW zijn ook uit te voeren door elk type VOP, VP of AVP, na instructie en conform voorwaarden in VWI

Bijlage 4 van de VIAG, versie 15 april 2017 Aanwijzingenstructuur

** betreden en schouwen kan ook zelfstandig gebeuren door personen met een andere aanwijzing indien zij in het bezit van een sleutel zijn

* algemene assistentie is alleen aangegeven bij de VOP G-assistent maar kan ook worden gedaan door elk type VOP, VP of AVP

coördinatie en

opdracht

bediening

werkzaamheden

in stations

werkzaamheden

in LD- en HD-

netten

werkzaamheden

in LD-netten

alle werkzaam-

heden aan LD-

aansluitingen

nieuwe aanleg

LD-aanslui-tingen

en LD-

meterhandling in

meterkasten

LD-meterhandling in

meterkasten

1

werkzaamheden

in/aan LD-

meterkast; LD-

meterhandling, ook

in stations

algemene

assistentie*, enkele

beperkte

gastechnische

werkzaamheden

(BGW) ***

betreden,

schouwen**,

enkele niet-

gastechnische

werkzaamheden

(NGW)***

WEB-niveau of

gelijkwaardig

Bijlage 5 van de VIAG, versie 15 april 2017 Verdeling activiteiten

het uitvoeren van in- en uitbouwingen in LD- en HD-netten

het ontgassen, ontluchten, affakkelen, afblazen van HD- en LD-netten

het verwisselen van meters HD

het repareren van gaslekken in HD- en LD-leidingen

sterkte- en dichtheidsbeproeving van HD-leidingen en LD-distributieleidingen

het in of uit bedrijf nemen van HD- en LD-leidingen

het in of uit bedrijf nemen van stations

het uitvoeren van werkzaamheden aan meet- en regelinstallaties in het gasvoorzieningsysteem

alle werkzaamheden die niet tot de SGW, BGW, NGW of AW behoren

het verwisselen van LD-meters > G25

reparatie en onderhoud aan LD-meteropstellingen t/m G25

het repareren van gaslekken in LD-aansluitleidingen

het repareren van gaslekken in gasloze HD- en LD-leidingen

het ontluchten, afblazen van LD-aansluitleidingen en meteropstellingen

sterkte- en dichtheidsbeproeving van LD-aansluitingen

aansluiten en in bedrijfnemen van LD-aansluitleidingen en meteropstellingen

het verwisselen van meters t/m G25, eventueel inclusief de drukregelaar (zie ook VWI G-10)

het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen t/m G25

het ontluchten van binneninstallaties t/m G25

het nemen van gasmonsters

controle van grondafsluiters en appendages

het preventief/periodiek gaslekonderzoek

eenvoudige (druk)metingen, waarbij geen gastechnische werkzaamheden worden verricht

het aanbrengen van meetdraden voor het KB-systeem

controle doorslagvastheid van de bekleding van leidingen (afvonken)

het uitvoeren van A-inspecties bij gasdruk regel- en meetstations

betreden

schoonmaken (vloer en wanden)

beperkte bouwkundige en civiele werkzaamheden in stations

verwisselen van lampen

het aflezen van meters

het uitvoeren van KB-metingen

het buiten of aan de buitenzijde van het station uitvoeren van bouwkundige/civiele werkzaamheden

het snoeien van beplanting buiten de stations

graven (inclusief de kraanmachinist en de medewerker die de kraanmachinist assisteert),

het leggen of verwijderen van straatwerk

het leggen van leidingen

het verwijderen van aantoonbaar gasloze en losgekoppelde leidingen

het bedienen van afsluiters

het wijzigen van instellingen van meet-, regel- en beveiligingsapparatuur

het stoppelen, exclusief het aanboren

het zetten van gasblazen, exclusief het aanboren

het knevelen van PE-leidingen

het bedienen van afsluiters in aansluitleidingen

het plaatsen van gasblazen in aansluitleidingen

het zetten van (micro-)stoppels in aansluitleidingen en inpandige leidingen (stijg- en daalleidingen bij hoogbouw

het aanbrengen van een tijdelijk afsluitmiddel (bijv. het zetten van een kraanblaasje)

het bedienen van hoofdkranen in meteropstellingen

Bijlage 5- Verdeling van (een aantal) activiteiten over de begrippen, genoemd in artikel 2

Niet-gastechnische

werkzaamheden (NGW)

Gaste

chnis

che w

erk

zaam

heden

Uitgebreide gastechnische

werkzaam-heden (UGW)

Standaard gastechnische

werkzaamheden (SGW)

Beperkt gastechnische

werkzaamheden (BGW)

Voor nadere details dient bijlage 6 en de betreffende veiligheidswerkinstructie te worden geraadpleegd

Bedieningshandelingen (BH)

de aanleg van nieuwbouw transport- en distributie-netten indien deze (nog) niet zijn verbonden met bestaande (al of

niet onder gasdruk staande) gasvoorzieningsystemen

Andere werkzaamheden

(AW)

Beperkte bedienings-

handelingen (BBH)

Opm.

Nummer Omschrijving IV OIV BD WVdi WVn WVldn WVmk AVPdi AVPst AVPn AVPldn VPld VPmk VPa VOPm VOPas THP

G-06 Gasmeters ≤ G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen x x x x x x x x x x xG-07 Binneninstallaties en meteropstellingen ≤ G25 beproeven op dichtheid x x x x x x x x x x xG-08 Binneninstallaties ≤ G25 ontluchten x x x x x x x x x x xG-09 Gasmeters HD of > G25 LD plaatsen, verwisselen of verwijderen x x x x x x x x x x 1,2G-10 LD meteropstellingen ≤ G25 inclusief hoofdkranen, repareren en onderhouden x x x x x x x x x x 1

G-11 Nieuwe LD-aansluitleidingen en meteropstellingen aansluiten en in gebruik nemen x x x x x x x x 1,2G-12 LD-aansluitleidingen beproeven op sterkte en dichtheid x x x x x x x x 1,2G-13 LD-aansluitleidingen ontluchten x x x x x x x x 2G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen x x x x x x x 2

G-15 HD-aansluitleidingen aanleggen en in gebruik nemen x x x x 2G-16 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (met gasuitstroming) x x x x x x x 2G-17 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (zonder gasuitstroming) x x x x x x x 2G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen x x x x x x 2G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen x x x x 2G-22 HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen beproeven op sterkte x x x x x x 1,2G-23 HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen op dichtheid beproeven x x x x x x 1,2

G-24 Gasblazen in LD-leidingen plaatsen en verwijderen x x x x x x 2G-25 HD-leidingen stoppelen x x x x 2G-27 PE-leidingen en aansluitleidingen knevelen in HD- en LD-netten x x x x x x x 1,2G-28 Aftakhulpstukken lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten x x x x x x 1,2G-29 Aftakhulpstukken lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten x x x x x x 1,2G-31 Bekleding van HD- en LD-leidingen controleren x x x x x x x x x x x

G-35 Bovengronds gaslekzoeken x x x x x x x x x x xG-36 De omgeving veiligstellen van en het lokaliseren van gaslekken x x x x x x x x G-37 Lekken repareren in HD- en LD-leidingen x x x x x x x 1,3

G-41 Gasmonsters nemen in HD- en LD-netten x x x x x x x x x x xG-42 Grondafsluiters bedienen in HD- en LD-netten en aansluitleidingen x x x x x x x x x x 1G-43 Grondafsluiters en appendages controleren in HD- en LD-netten x x x x x x x x x x x xG-45 KB-metingen uitvoeren x x x x x x x x x x x xG-46 Meetdraden aanbrengen voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen x x x x x x x x x x xG-47 Werken met aardgascondensaat x x x x x x 1,3

G-50 Niet-gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten x x x x x x x x x x x 1

G-51 Functionele inspecties uitvoeren aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25 x x x x x x x x x x 1,3G-52 Gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten x x x 3G-53 Werkzaamheden aan EVHI's uitvoeren x x x x x x x x x xG-54 Gasdrukregel- en meetstations in en uit bedijf nemen x x x 3

IV OIV BD WVdi WVn WVldn WVmk AVPdi AVPst AVPn AVPldn VPld VPmk VPa VOPm VOPas THP Opm.

1

2

3

VIAG Bijlage 6, versie 15 april 2017 Overzicht veiligheidswerkinstructies Mogelijk betrokken aanwijzing

min

der

direct betr

okken b

ij de u

itvoering

alle

en d

irect betr

okken b

ij de u

itvoering v

an e

en G

O

alle

en d

irect betr

okken b

ij de u

itvoering v

an (

bijb

ehore

nde)

bedie

nin

gshandelin

gen, zie

VIA

G a

rtik

el 4.5

.2. en 5

.2.

Een deel van de VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd, afhankelijk van de situatie; zie hiervoor de VWI.

Opmerking(en) vanuit de laatste kolom

Het deel van deze VWI dat mag worden uitgevoerd is afhankelijk van de situatie en de aanwijzing; zie hiervoor de VWI.

VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd; zie hiervoor de VWI.

Gasvoorzieningsystemen

Bijlage 7 van de VIAG, versie 15 april 2017 Proces werkuitgifte

Raamopdracht - RO Directe opdracht - DO Goedgekeurde opdracht - GO

IV bepaalt welke activiteiten onder RO mogen De wijze van opdrachtverstrekking en werkuitgifte van niet in dit overzicht opgenomen

WV geeft opdracht voor een aantal WV accordeert het uitvoeringsplan, bepaalt de WV accordeert het uitvoeringsplan, bepaalt de

identieke, kleinschalige en overzichtelijke uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek

activiteiten gedurende een langere periode. zelf in opdracht aan die medewerker(s); zelf in opdracht aan die medewerker(s);

Een RO behoeft geen accordering door OIV Een DO behoeft geen accordering door OIV Een GO heeft een accoord van de OIV nodig

Werkuitgifte niet door WV Werkuitgifte door WV Werkuitgifte door WV

Werkuitgifte door "leek", bijv. planner

Onderstaand de voor een RO in aanmerking Onderstaand de activiteiten die een goed- VWI

komende activiteiten keuring van de OIV nodig hebben nr.

G-06 G-06 Gasmeters ≤ G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen

G-07 G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen ≤ G25 beproeven op dichtheid

G-08 G-08 Binneninstallaties ≤ G25 ontluchten

G-09 G-09 Gasmeters HD of > G25 LD plaatsen, verwisselen of verwijderen

G-10 G-10 LD meteropstellingen ≤ G25 inclusief hoofdkranen, repareren en onderhouden

G-11 G-11 Nieuwe LD-aansluitleidingen en meteropstellingen aansluiten en in gebruik nemen

G-12 G-12 LD-aansluitleidingen beproeven op sterkte en dichtheid

G-13 G-13 LD-aansluitleidingen ontluchten

G-14 G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen

G-15 G-15 HD-aansluitleidingen aanleggen en in gebruik nemen

G-16 G-16 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (met gasuitstroming)

G-17 G-17 Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (zonder gasuitstroming)

G-20 v.w.b. kleine netuitbreidingen, zie VWI G-20 v.w.b.overige situaties, zie VWI G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen

G-21 G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen

G-22 G-22 HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingenop beproeven op sterkte

G-23 G-23

G-24 (altijd via bedieningsplan) G-24 Gasblazen in LD-leidingen plaatsen en verwijderen

G-25 G-25 HD-leidingen stoppelen

G-27 v.w.b. LD-aansluitleidingen G-27 v.w.b. LD-netten en HD–aansluitleidingen G-27 v.w.b. HD-netten G-27 PE-leidingen en aansluitleidingen knevelen in HD- en LD-netten

G-28 v.w.b. LD-leidingen G-28 v.w.b. HD-leidingen G-28 Aftakhulpstukken lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten

G-29 G-29 Aftakhulpstukken lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten

G-31 G-31 Bekleding van HD- en LD-leidingen controleren

G-35 G-35 Bovengronds gaslekzoeken

G-36 G-36 De omgeving veiligstellen van en het lokaliseren van gaslekken

G-37 v.w.b. LD-leidingen G-37 v.w.b. HD-leidingen G-37 Lekken repareren in HD- en LD-leidingen

G-41 G-41 Gasmonsters nemen in HD- en LD-netten

G-42 v.w.b. afsluiters in LD-aansluitleidingen G-42 (altijd via bedieningsplan) G-42 Grondafsluiters bedienen in HD- en LD-netten en aansluitleidingen

G-43 G-43 Grondafsluiters en appendages controleren in HD- en LD-netten

G-45 G-45 KB-metingen uitvoeren

G-46 G-46 Meetdraden aanbrengen voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen

G-47 G-47 Werken met aardgascondensaat

G-50 v.w.b. betreden, schoonmaken, beperkte G-50 v.w.b. overige (niet onder RO G-50 Niet-gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten

bouwkundige en civiele werkzaamheden, aflezen genoemde) werkzaamheden

meters, lampverwisselen, activiteiten buiten G-50 indien de onder RO genoemde werk-

zaamheden door een leek worden uitgevoerd

G-51 G-51 Functionele inspecties uitvoeren aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25

G-52 zonder bedieningshandelingen G-52 indien bedieningshandelingen nodig zijn G-52 Gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten

G-53 G-53 Werkzaamheden aan EVHI's uitvoeren

G-54 zonder invloed op de bedrijfsvoering G-54 met invloed op de bedrijfsvoering G-54 Gasdrukregel- en meetstations in en uit bedijf nemen

van het net van het net

Opmerkingen

activiteiten wordt bepaald door de IV.

Een WV mag van een DO altijd een GO maken.

HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen op dichtheid beproeven

Onderstaand de activiteiten die minimaal via een

directe opdracht moeten worden uitgevoerd

Activiteit

Raamopdracht VIAG Bijlage 8 van de VIAG, versie 15 april 2017

Bestemd voor : ……………………………… van bedrijf …………………………………..

Personeelsnummer : ……………………….

Functie : ……………………….

VIAG- aanwijzing : …………………….…

Geldigheidsduur : ………………….……

Geldigheidsgebied : ……………………….

Omschrijving bedieningshandelingen:

Omschrijving werkzaamheden:

Aanvullingen:

1. Deze raamopdracht is alleen geldig voor bovengenoemde bedieningshandeling(en) en/of

werkzaamheden, en bij werkzaamheden altijd in combinatie met de betreffende

veiligheidswerkinstructie(s).

2. Indien activiteiten via deze raamopdracht door meerdere personen met een aanwijzing worden

uitgevoerd, fungeert de persoon met de hoogste aanwijzing (alle typen VP of AVP) als ploegleider.

Bij gelijke aanwijzingen gaat diegene als ploegleider fungeren, die de werkopdracht heeft ontvangen.

3. De WV neemt, op een nader door het bedrijf te bepalen wijze, kennis van de door de opdrachtnemer

op basis van deze raamopdracht uitgevoerde activiteiten.

4. Een eventuele eerder uitgeschreven raamopdracht is hierbij vervallen.

Akkoord WV / WV-netten voor raamopdracht:

Naam : ………….……………………………… Paraaf: ……………………………. : ……………………………………………….

Datum : …………………………………………

Opdrachtnemer verklaart dat de aan hem/haar verstrekte raamopdracht duidelijk is, dat hij/zij akkoord gaat met

deze raamopdracht en dat hij/zij deze zal naleven:

Handtekening opdrachtnemer: ……………………………………………………Datum………………………

Bijlage 9 van de VIAG, versie 15 april 2017

Aanwijzing VIAG

als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Arbo-wet en artikel 3 van de VIAG

in het kader van de VIAG ( Veiligheidsinstructie aardgas)

Naam

Geboortedatum ……………………

Personeelsnummer

Functie

Bedrijfsonderdeel

Bedrijf

Bovengenoemde medewerker is in het kader van de VIAG

met ingang van …………… tot ………….. (einddatum van de geldigheidstermijn)

op grond van opleiding, ervaring, en een overeenkomstig Stipel-PCE-certificaat aangewezen volgens onderstaande omschrijving:

Toepassingsgebied:

Aanwijzing:

Bijzonderheden:

Met het verstrekken van deze aanwijzing vervallen alle voorgaande aanwijzingen in het kader van de VIAG, of

daarmee gelijkwaardige normen en voorschriften.

Handtekening van of namens de werkgever

Naam Datum

De aangewezen medewerker verklaart dat:

- hij/zij de bij deze aanwijzing behorende opleidingen en instructies heeft gevolgd, en

- hij/zij bekend is met de VIAG inclusief de veiligheidswerkinstructies, en de van toepassing zijnde

bedrijfspecifieke procedures en veiligheidswerkinstructies, en

- hij/zij bekend is met de werkzaamheden en de daarbij behorende veiligheidsmaatregelen, en

- hij/zij beschikt over de bijbehorende gereedschappen, hulpmiddelen en (persoonlijke)

beschermingsmiddelen

- hij/zij deze aanwijzing accepteert.

Datum en handtekening aangewezen medewerker:

Bijlage 10 van de VIAG, versie 15 april 2017

Registratie van instructie bij toegang tot gastechnische bedrijfsruimten

Behandelde onderwerpen

□ Personen met een pacemaker worden niet toegelaten

□ Plaats en aard van de uit te voeren werkzaamheden

□ Werkspecifieke gevaren en risico's

□ Naderen van installatiedelen

□ Afbakening en toegang tot de werkplek

□ Voorschriften netbeheerder, waarschuwingsborden, signalen

□ Gebruik goedgekeurde arbeidsmiddelen

□ Te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen, afhankelijk van het werk en de

plaats:

o Helm

o Veiligheidsschoeisel

o Brandvertragende kleding

o Veiligheidsbril

o ………….

□ Aanvullende procedures, voorschriften, tekeningen

□ Hoe te handelen bij calamiteiten of ongevallen: o.a. verzamelplaats, EHBO middelen,

gebruik telefoon

□ Eventueel mogelijke gevaren voor overige aanwezigen

□ Procedure in- en uit melden

□ Verbod op alcoholhoudende dranken en/of drugs

Aanvullende onderwerpen

□ ------------------------------------------------------------------------------------------------

□ ------------------------------------------------------------------------------------------------

□ ------------------------------------------------------------------------------------------------

Locatie: -------------------------------------------------------------------------------------

Toegangsinstructie gegeven door:

Naam ----------------------------------------------------------------------------------------

Afdeling ----------------------------------------------------------------------------------------

Functie ----------------------------------------------------------------------------------------

Datum en handtekening ------------------------------------------

Ontvanger instructie:

Naam ----------------------------------------------------------------------------------------

Functie ----------------------------------------------------------------------------------------

Bedrijf ----------------------------------------------------------------------------------------

Datum en handtekening ------------------------------------------

Bijlage 11 van de VIAG, versie 15 april 2017 Gasbranden Algemeen Voor het ontstaan van (gas)branden zijn drie voorwaarden essentieel:

- een brandbare stof (gas); - zuurstof (aanwezig in de lucht); - ontbrandingstemperatuur (ontstekingsbron).

Als één van deze drie niet aanwezig is, ontstaat er geen brand. In de werkomgeving is lucht (en dus zuurstof) altijd aanwezig. Om brand te voorkomen moet dus gezorgd worden: - dat er geen ontstekingsbron is als er gas kan ontsnappen, of - dat er geen gas kan ontsnappen als er een ontstekingsbron is.

Brand Brand ontstaat altijd onverwacht; het is dan ook belangrijk dat de bij een groot aantal werkzaamheden voorgeschreven brandblusser ook daadwerkelijk aanwezig is. De uit te voeren handelingen en acties bij gasbranden zijn afhankelijk van de situatie. Altijd: de brandweer waarschuwen, tenzij er geen gevaar is voor de omgeving of maatschappelijke onrust. Indien van toepassing: melden dat er mogelijke gewonden zijn. Een brandend gaslek moet bij voorkeur niet geblust worden, maar moet gedoofd worden door het stoppen van de gasuitstroming. Uitstromend onverbrand gas kan namelijk elders ontstoken worden en dan veel meer schade aanrichten. Het vuur bedreigt een persoon Als iemand rechtstreeks door het vuur wordt bedreigd en diegene kan niet verwijderd worden zonder de gasbrand te blussen, dan mag de gasbrand zelf geblust worden, maar alleen onder de volgende voorwaarden:

- de brandweer is (nog) niet aanwezig; - eerst moeten de (her)ontstekingsbronnen in de directe nabijheid worden

gedoofd; - de gasbrand wordt bovenwinds benaderd;

- er wordt gebruik gemaakt van de worplengte van de brandblusser; - er wordt altijd met de wind mee geblust, en van onder naar boven en laag bij

de grond. Er moet worden vastgesteld dat de brand echt uit is en dat er geen herontsteking kan plaatsvinden. Het slachtoffer moet op een veilige afstand worden gebracht en daar vinden de verdere maatregelen voor het slachtoffer plaats. Het vuur bedreigt een object Als het vuur een object bedreigd en het is zeker dat er geen herontsteking kan plaatsvinden dan mag je de gasbrand zelf blussen, maar alleen onder de volgende voorwaarden:

- de brandweer is (nog) niet aanwezig; - eerst moeten de (her)ontstekingsbronnen in de directe nabijheid worden

gedoofd; - de gasbrand wordt bovenwinds benaderd;

- er wordt gebruik gemaakt van de worplengte van de brandblusser;

- er wordt altijd met de wind mee geblust, en van onder naar boven en laag bij de grond.

Er moet worden vastgesteld dat de brand echt uit is en dat er geen herontsteking kan plaatsvinden. Het blussen van een in brand geraakt persoon Bij het blussen van een in brand geraakt persoon zijn de onderstaande punten (stappen) van (levens)belang:

a. de veilige afstand moet worden bepaald en daar moet (indien mogelijk) het slachtoffer worden heen gebracht;

b. bij voorkeur wordt een blusdeken gebruikt; c. de persoon wordt zo snel mogelijk plat op de grond gelegd; d. de deken wordt van het hoofd naar de voeten gesleept en de zuurstof

wordt onder de deken uit geveegd; e. het alarmnummer 112 wordt gebeld; f. de deken blijft om het slachtoffer gewikkeld (in verband met

infectiegevaar) en er wordt minimaal 10 minuten gekoeld (door de blusdeken heen);

g. het slachtoffer wordt blijvend gekoeld totdat de hulpdiensten zijn gearriveerd.