Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193...

30
Basiscursus Excel 2016

Transcript of Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193...

Page 1: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

Basiscursus Excel 2016

GG BC Excel.indd 1 18-11-15 10:56

Page 2: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

Jolanda Toet en Saskia Jacobsen

Basiscursus Excel 2016

GG BC Excel.indd 3 18-11-15 10:56

Page 3: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

Inhoud

Inleiding 1

Hoofdstuk1 Introductie 5 1.1 In dit hoofdstuk 5 1.2 Excel starten 5 1.3 De titelbalk 9 1.4 Het lint 9 1.4.1 De tabbladen, groepen en knoppen 10 1.4.2 Tab Bestand 11 1.4.3 Werkbalk Snelle toegang 13 1.4.4 Contextgevoelig tabblad 15 1.5 Snelmenu en Miniwerkbalk 16 1.6 Taakvensters 17 1.7 Sneltoetsen 17 1.8 Dialoogvensters 18 1.9 Statusbalk 20 1.10 Schuifbalken 21 1.11 Het werkblad en het naamvak 21 1.12 De Formulebalk 23 1.13 Help gebruiken 24 1.14 Excel afsluiten 25

Hoofdstuk2 Werken met documenten/werkmappen 26 2.1 In dit hoofdstuk 26 2.2 Beginnen met een nieuwe werkmap 26 2.2.1 Een nieuwe werkmap openen 26

GG BC Excel.indd 5 18-11-15 10:56

Page 4: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

vi Basiscursus Excel 2016

2.2.2 Tekst typen en corrigeren 28 2.2.3 Opslaan 28 2.2.4 Opslaan en Opslaan als 31 2.2.5 Sluiten 32 2.3 Een bestaande werkmap 35 2.3.2 Opslaan en Opslaan als 37 2.4 Een werkmap opslaan in een andere bestandsindeling 39 2.5 Een niet opgeslagen werkmap openen 40 2.6 Met meerdere werkmappen werken 43

Hoofdstuk 3 Werken met cellen, kolommen en rijen 45 3.1 In dit hoofdstuk 45 3.2 Herken de actieve cel of selectie 45 3.3 De actieve cel wijzigen en cellen selecteren 46 3.4 Kolommen en rijen selecteren 52 3.5 Kolommen, rijen en cellen invoegen en verwijderen 52 3.6 Titels blokkeren 56

Hoofdstuk 4 Aan het werk: gegevens invoeren 57 4.1 In dit hoofdstuk 57 4.2 Gegevens invoeren 57 4.2.2 Getallen invoeren 58 4.2.3 Bijzondere tekens en symbolen invoeren 59 4.2.4 Breuken invoeren 61 4.2.5 Datum en tijd invoeren 61 4.3 Gegevens wijzigen of verwijderen 63 4.4 Gegevens kopiëren of verplaatsen 66 4.4.1 Gegevens verplaatsen 67 4.4.2 Gegevens kopiëren 69 4.4.3 De knop Plakopties 70 4.4.4 Het taakvenster Klembord 73 4.4.5 Gegevens kopiëren met de vulgreep 75 4.5 Handigheden om gegevens in te voeren 78

Hoofdstuk 5 Het rekenwerk: formules maken 80 5.1 In dit hoofdstuk 80 5.2 De rekenvolgorde 80 5.3 Formules invoeren 82 5.4 Formules verbeteren 83

GG BC Excel.indd 6 18-11-15 10:56

Page 5: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

viiInhoud

5.5 Formules kopiëren 88 5.5.1 Formules met relatieve celverwijzingen kopiëren 89 5.5.2 Formules met absolute celverwijzingen kopiëren 93 5.5.3 Formules met een combinatie van relatieve 94 en/of absolute celverwijzingen kopiëren 5.5.4 Hulpmiddel bij het bepalen van de verwijzing 96

Hoofdstuk 6 Functies 98 6.1 In dit hoofdstuk 98 6.2 Een functie gebruiken 98 6.2.1 Manieren om een functie in te voeren 99 6.2.2 Een gebruikte functie openen 106 6.2.3 Hulp bij het invoeren van een functie 106 6.2.4 Foutcontrole 107 6.3 Een aantal functies nader bekeken 108 6.3.1 Statistische functies: MIN, MAX, 108 GEMIDDELDE en AANTAL 6.3.2 Wiskundige functie AFRONDEN 109 6.3.3 Datum- en tijdfuncties VANDAAG en NU 110 6.3.4 Zoekfunctie VERT.ZOEKEN 111 6.3.5 Zoekfunctie HORIZ.ZOEKEN 114 6.3.6 Logische functie ALS 115 6.3.7 Functies nesten 118

Hoofdstuk 7 Werken met werkbladen 123 7.1 In dit hoofdstuk 123 7.2 Model opzetten en documenteren 123 7.3 Een ander werkblad selecteren 124 7.4 Werkbladen invoegen en verwijderen 125 7.5 Werkbladnamen en -kleuren wijzigen 126 7.6 Meerdere werkbladen selecteren 126 7.7 Werkbladen verbergen en zichtbaar maken 127 7.8 Werkbladen kopiëren en verplaatsen 130 7.9 Meerdere werkbladen in één keer wijzigen 131 7.10 Formules met celverwijzingen naar andere werkbladen 134 7.11 Werken met kolommen en rijen 135 7.13.1 De kolombreedte veranderen 136 7.13.2 De rijhoogte veranderen 136

GG BC Excel.indd 7 18-11-15 10:56

Page 6: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

viii Basiscursus Excel 2016

Hoofdstuk 8 Het werkblad opmaken 140 8.1 In dit hoofdstuk 140 8.2 Gegevens opmaken 140 8.3 De lettertype-opmaak aanpassen 141 8.4 De uitlijning aanpassen 142 8.5 Getalnotatie aanpassen 145 8.6 Randen aanbrengen 149 8.7 Opvulkleur aanbrengen 151 8.8 Opmaak aanbrengen via de miniwerkbalk 151 8.9 Opmaak kopiëren/plakken 152 8.10 Opmaak veranderen of verwijderen 152

Hoofdstuk 9 Pagina-indeling 154 9.1 In dit hoofdstuk 154 9.2 Een afdrukvoorbeeld opvragen 154 9.3 De weergave voor pagina-indeling gebruiken 155 9.4 De pagina indelen 158 9.4.1 De pagina indelen met Pagina-instelling 159 9.4.2 De pagina indelen met aanpassen aan pagina 160 9.4.3 De pagina indelen met Werkbladopties 161 9.5 Het bestand afdrukken 164 9.5.1 Afdrukken 165 9.5.2 Printopdracht annuleren 167

Hoofdstuk 10 Grafieken 169 10.1 In dit hoofdstuk 169 10.2 Inleiding in grafieken 169 10.2.1 Een grafiek op het actieve werkblad maken 170 10.2.2 Een grafiek verplaatsen 171 10.2.3 Een grafiek op een grafiekblad plaatsen 172 10.2.4 Een grafiek verwijderen 173 10.3 Een grafiek aanpassen 175 10.3.1 De grafiek verkleinen of vergroten 175 10.3.2 Het grafiektype wijzigen 176 10.3.3 Het gegevensbereik wijzigen 176 10.3.4 Rijen en kolommen omdraaien 176 10.3.5 Grafiekstijlen toepassen 177 10.3.6 De indeling van de grafiek wijzigen 177 10.3.7 Grafiekonderdelen toevoegen of verwijderen 177

GG BC Excel.indd 8 18-11-15 10:56

Page 7: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

ixInhoud

10.3.8 Filters gebruiken 180 10.4 Grafiekonderdelen opmaken 184 10.4.1 Grafiekonderdelen selecteren 184 10.4.2 Grafiekonderdelen opmaken 184 10.4.3 De opmaak van grafiekonderdelen verwijderen 186 10.5 Grafiektypen 189 10.5.1 Kolomdiagram 190 10.5.2 Lijndiagram 190 10.5.3 Cirkeldiagram 191

Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren 195 11.4 Gegevens filteren 200

Hoofdstuk 12 Bijlage Werken met een touchscreen 216

Hoofdstuk 13 Bijlage Sneltoetsen 219 13.1 Toetsen voor bediening van lint en tabbladen 219 13.2 Sneltoetsen voor Excel 220

Register 223

GG BC Excel.indd 9 18-11-15 10:56

Page 8: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

Inleiding

Microsoft Excel  2016 is een van de meest gebruikte rekenprogramma’s. Samen met Excel hebt u meestal ook de beschikking over het tekstverwerkings-programma Word, het presentatieprogramma PowerPoint, het e-mail- en agenda-programma Outlook en het digitale notitieblok OneNote. Samen vormen die het Office-pakket. Naast deze programma’s kunnen ook meer programma’s meegele-verd worden als Access, Publisher, Visio en InfoPath.Dit boek is te gebruiken voor Excel 2016. Als besturingssysteem is in dit boek uitgegaan van Windows  10 en daarop zijn ook de afbeeldingen gebaseerd. Gebruikt u een andere Windows-versie of Excel van Office 365 dan kunnen er kleine verschillen zijn, maar over het algemeen is dit boek dan ook prima te ge-bruiken.

Voor wie is dit boek bedoeld?Deze basiscursus is bedoeld voor mensen die geen ervaring hebben in het werken met Excel, maar ook degenen die al eens met een oudere versie aan de slag zijn geweest zullen van deze basiscursus veel opsteken. Alle basisvaardigheden om re-kenbladen te maken komen aan de orde. Ook leuke en handige onderwerpen van gevorderd niveau zult u tegenkomen.Basiskennis Windows wordt bekend verondersteld!

Opzet van dit boekIn hoofdstuk 1 wordt in een eerste kennismaking beschreven hoe het programma wordt gestart en welke onderdelen en termen u zoal kunt tegenkomen. Ook de manier waarop u opdrachten geeft komt aan de orde.In de volgende hoofdstukken komen alle elementaire basisvaardigheden aan de orde. Theorie en oefeningen worden afgewisseld.In de oefeningen concentreren we ons op de uitgelegde handeling en functionaliteit.

GG BC Excel.indd 1 18-11-15 10:56

Page 9: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

3Inleiding

· In de tekst staan afbeeldingen van symbolen die u moet gebruiken. Het gaat vaak om symbolen die bij een knop of in het lint staan of in een taakvenster. Voorbeelden zijn de lijstknop , de knop Meer of een startpictogram voor dialoogvensters . Verder kunt u diverse symbolen in de vorm van driehoeken tegenkomen zoals .

· In de hoofdstukken staan soms opmerkingen, tips en waarschuwingen. Deze zijn op de volgende manier weergegeven.

tekst van de tip

tekst van de waarschuwing

tekst van de aanvullende informatie

WebsiteIn de oefeningen en opdrachten worden regelmatig oefenbestanden gebruikt. Deze kunt u downloaden vanaf de website van Academic Service, www.academicservice.nl. Op de website gaat u naar de titel van dit boek, waar u de oefenbestanden kunt vinden. Deze bestanden zijn gecomprimeerd (ge-zipt). Download deze bestanden naar uw computer, bijvoorbeeld in een map Basis cursus Excel (submap van Documenten). Bij de beschrijving in dit boek zijn we hiervan uitgegaan. · Download de bestanden in de map Documenten.· De bestanden zijn gecomprimeerd en moeten voor gebruik worden ‘uitge-

pakt’. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op het zip-bestand en kies Al-les uitpakken (Engels: Extract All). Pak de bestanden uit op dezelfde lo-catie. U ziet daarna een submap Basiscursus Excel waar de oefenbestanden staan.

GG BC Excel.indd 3 18-11-15 10:56

Page 10: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

1 Introductie

Excel is het rekenprogramma van Microsoft Office. In dit eerste hoofdstuk komt de manier waarop u het programma bedient (de interface) aan de orde: het lint, het snelmenu, taakvensters en andere manieren om opdrach­ten te geven. Verder worden de termen voor de verschillende scherm­onderdelen uitgelegd.

Wilt u dit hoofdstuk nu even overslaan? Lees dan in ieder geval in de Inleiding AAnwijzingen voor het gebruik vAn dit boek waarin staat hoe een opdracht in dit boek wordt aangeduid. Verder worden in dit boek niet alle manieren uitgelegd waarop u een opdracht geeft. Meestal wordt de methode met het lint uitgelegd. Vaak kunt u echter ook sneltoetsen, het snelmenu van de rechtermuisknop, de miniwerk-balk, een taakvenster of een dialoogvenster gebruiken.

1.1 In dit hoofdstuk

− Excel starten− De onderdelen van het venster− Werken met sneltoetsen, snelmenu, miniwerkbalk− Werken met dialoogvensters en taakvensters− Help gebruiken− Excel afsluiten

1.2 Excel starten

Het starten van Excel kan als u Windows 8 of 10 gebruikt op de volgende manieren.

GG BC Excel.indd 5 18-11-15 10:56

Page 11: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

6 Basiscursus Excel 2016

Gebruikt u Windows 7? Gebruik dan de Start-knop (linksonder) om Excel te zoeken en te starten. Als u Excel niet direct vindt, zal het waarschijnlijk een on-derdeel zijn bij Alle programma’s > Microsoft Office. Natuurlijk kunt u ook met deze Windows-versie dubbelklikken op een Excel-pictogram op het bureaublad of klikken op het Excel-pictogram op de Taakbalk.Na het starten wordt er waarschijnlijk eerst gevraagd wat voor een soort document u wilt maken (zie figuur 1.1). Kies in eerste instantie voor Lege werkmap.

Via het Startscherm

Roep het Startscherm op met de Windows-toets of door met de linkermuisknop te klikken op het Windows-logo dat linksonder staat.

Roep indien nodig het Bureaublad op met de snel-toets Windows+d

• Ziet u een tegel van Excel: klik op die tegel.• Ziet u geen tegel van Excel, klik op Alle

apps > Microsoft Excel 2016.• Typ Excel > er verschijnt een lijst waar het

programma onder andere bij staat > klik op het programma.

• Dubbelklik op het Excel-pictogram als het op het bureaublad staat.

• Klik op het Excel-pictogram als het op de Taakbalk staat.

Vanaf het Bureaublad (alleen als daar een Excel-pictogram aanwezig is)

Tabel 1.1 Verschillende manieren om het programma Excel te starten

GG BC Excel.indd 6 18-11-15 10:56

Page 12: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

71 • Introductie

Nadat u gekozen heeft voor een lege werkmap verschijnt het volgende venster.

Figuur 1.2 Het beginscherm van Excel

Figuur 1.1 Het scherm als Excel is gestart

GG BC Excel.indd 7 18-11-15 10:56

Page 13: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

8 Basiscursus Excel 2016

Wat ziet u zoal op het beginscherm?

Figuur 1.3 Het beginscherm in onderdelen bij een lege werkmap

1. Titelbalk (zie paragraaf 1.3)2. De knoppen voor de weergave van het lint en het Excel-venster (zie para-

graaf 1.4)3. De Werkbalk Snelle toegang (zie paragraaf 1.4.3)4. Het lint (zie paragraaf 1.4)5. De Help (zie paragraaf 1.13)6. Inloggegevens bestaande uit een naam en eventueel een afbeelding7. Knop Delen om samen te werken met anderen8. Het Naamvak (zie paragraaf 1.12)9. De Formulebalk (zie paragraaf 1.12)10. Werkgebied met actieve cel11. De schuifbalken (zie paragraaf 1.10)12. Statusbalk (zie paragraaf 1.9)

GG BC Excel.indd 8 18-11-15 10:56

Page 14: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

91 • Introductie

1.3 De titelbalk

De naam van het bestand, Map1, en de naam van het programma, Excel, staan in de titelbalk, zie figuur 1.3  (1). Rechts vindt u de knoppen Weergaveopties voor lint, Minimaliseren, Verkleinen/Maximaliseren en Sluiten, zie figuur 1.3  (2). Hiermee kunt u respectievelijk de weergave van het lint en de tabbladen aanpassen, het programmavenster verkleinen tot pictogram op de taak-balk, het programmavenster verkleinen en weer vergroten en het programma Ex-cel afsluiten.

1.4 Het lint

In figuur 1.4 ziet u het lint, het gedeelte aan de bovenkant van het Excel-venster. Het lint is verdeeld in verschillende tabbladen: Bestand, Start, Invoegen, Pa-gina-indeling, Formules, Gegevens, Controleren en Beeld. Op de tabbladen staan knoppen in groepen bij elkaar. U selecteert een tabblad door er met de linkermuisknop op te klikken.Het lint kan helemaal zichtbaar zijn (1), geminimaliseerd (2) of verborgen (3).

Figuur 1.4 De drie manieren waarop het lint weergegeven kan worden

Hoe het lint wordt getoond regelt u met de knop Weergaveopties van het lint rechtsboven (4).· Lint automatisch verbergen zorgt dat u helemaal geen lint meer ziet.

Met de knoppen aan de rechterkant van het lint dat overblijft  (6) kunt u respectievelijk het lint even in beeld brengen, de weergaveopties van het lint instellen of het bestand sluiten.

Met de knop Delen kan er samengewerkt worden met anderen aan een bestand. Dat moet dan op OneDrive wor-den op geslagen. Het is dan zelfs mogelijk gelijktijdig aan een bestand te werken en elkaars wijzigingen (met enige vertraging) te zien. In deze basiscursus komt dit onderwerp verder niet aan de orde.

GG BC Excel.indd 9 18-11-15 10:56

Page 15: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

10 Basiscursus Excel 2016

· Tabbladen weergeven zorgt dat u alleen de namen van de tabbladen op het scherm ziet. Door een tabblad te selecteren (klikken of tikken) zal het uitgevouwen worden, zodat u opdrachten kunt geven. Werkt u verder in uw bestand, dan ‘sluit’ het lint weer zodat u alleen de tabbladen ziet.

Dit kunt u ook bereiken met de sneltoets Ctrl+F1 of met aan het einde van het lint (5).

· Tabbladen en opdrachten weergeven toont altijd het volledige lint.

Het lint kan ook met het toetsenbord worden bediend in plaats van met de muis. Dat geldt overigens ook voor veel andere opties. In Bij-lage Sneltoetsen vindt u een overzicht van de bediening met toetsen en sneltoetsen (toetsencombinaties).

De schermafbeeldingen van het lint in dit boek kunnen afwijken van het scherm op uw computer. De weergave van het lint wordt namelijk aangepast aan de gebruikte schermresolutie en de grootte van het ven-ster. Bepaalde delen kunnen daardoor beknopter of uitgebreider weer-gegeven worden.

U kunt het lint aanpassen en zo bijvoorbeeld extra tabbladen met knoppen toevoegen. Een uitgebreide uitleg valt buiten het kader van dit boek. Om het lint aan te kunnen passen gebruikt u het snelmenu dat u ziet als u in het lint klikt met de rechtermuisknop.

Figuur 1.5 Het lint kan er anders uitzien bij verschillende venstergroottes

1.4.1 De tabbladen, groepen en knoppen

Elk tabblad is verdeeld in groepen. In die groepen staan knoppen die betrekking hebben op één bepaald onderdeel. Soms staat er bij de naam van de groep een Startpictogram voor dialoogvensters. Hiermee roept u een dialoog venster op waarmee nog meer instellingen kunnen worden gemaakt binnen deze groep.

In figuur 1.6 ziet u bijvoorbeeld het tabblad Start (1). In de groep Letter type (2)

GG BC Excel.indd 10 18-11-15 10:56

Page 16: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

111 • Introductie

ziet u knoppen (3), zoals de knoppen Vet, Cursief, Onderstrepen. Rechtson-der ziet u het startpictogram voor dialoogvensters (4). Als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster Celeigenschappen getoond.De schrijfwijze in dit boek wordt voor bijvoorbeeld de knop vet: Kies Start > (Lettertype) Vet. De schrijfwijze voor het klikken op de knop bij (4): Kies Start > (Lettertype) .

Figuur 1.6 Tabblad, groep, knoppen en Startpictogram

1.4.2 Tab Bestand

Helemaal linksboven in het lint ziet u het tabblad Bestand. Dit tabblad gebruikt u om handelingen uit te voeren met het bestand of instellingen op te geven voor het programma Excel. Dit wordt de Backstage-weergave genoemd. U vindt er opdrachten om te beginnen met een nieuw bestand, een bestand te openen, op te slaan en af te drukken en te stoppen met het werken aan een bestand. Ook het afdrukvoorbeeld ziet u hier als u kiest voor Afdrukken. Als u links een keuze maakt, wijzigt het rechtergedeelte in dit scherm. In figuur 1.7 is links bijvoorbeeld Info geselecteerd.

Daarnaast kunt u hier de standaardinstellingen van Excel wijzigen (Opties). Wanneer u het tabblad Bestand hebt geselecteerd, kunt u in het bestand zelf niets doen. Dit tabblad heeft een afwijkende functie vergeleken met de andere tabbladen.

Om terug te keren naar het bestand waaraan u werkt, kunt u de knop met de pijl linksboven gebruiken, op Esc drukken of een ander tabblad activeren.

GG BC Excel.indd 11 18-11-15 10:56

Page 17: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

12 Basiscursus Excel 2016

Figuur 1.7 Het speciale tabblad Bestand

Oefening 1.1 De bedieningIn de oefeningen bij dit hoofdstuk zult u regelmatig handelingen moeten uitvoe-ren die later in deze basiscursus pas worden uitgelegd. De bedoeling van deze oefeningen is om u te laten kennismaken met de bediening van Excel.1. Start Excel. Kies eventueel Lege werkmap (klik erop met de linkermuis-

knop of tik op de afbeelding op het touchscreen). Er verschijnt een lege werkmap op het scherm.2. Bekijk het lint aan de bovenkant van het venster. Het tabblad Start is

geselecteerd. U ziet van links naar rechts de groepen Klembord, Lettertype, Uit lijning,

Getal, Stijlen, Cellen en Bewerken. In elke groep ziet u knoppen. Als u de muisaanwijzer even op een knop plaatst, ziet u de naam van de knop en een korte beschrijving van de functie (scherminfo). Vaak staat er een toetsen-combinatie bij waarmee u deze functie ook kunt uitvoeren zonder de muis te gebruiken.

Mocht u niets zien als u een knop aanwijst, dan is deze scherm infor-matie uitgeschakeld. Om de scherminformatie in te schakelen kiest u Bestand > Opties. Er verschijnt een dialoogvenster. Klik in het linkerdeel op Algemeen. Kies rechts bij Stijl voor scherm-info voor Beschrijvingen van functies in scherminfo weergeven voor een zo uitgebreid mogelijke beschrijving.

3. Klik op het tabblad Invoegen. De groepen en knoppen eronder wijzigen. Welke groepen ziet u nu?

GG BC Excel.indd 12 18-11-15 10:56

Page 18: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

131 • Introductie

4. Klik op de verschillende tabbladen om een idee te krijgen welke tabbladen er zoal zijn en welke knoppen erop voorkomen.

5. Kies weer voor Start. Hier staan de meeste basishandelingen.6. Kies het tabblad Bestand. Dit tabblad heeft geen groepen en knoppen als de

andere tabbladen.7. U ziet opdrachten om handelingen uit te voeren met bestanden, zoals Slui-

ten (om te stoppen met het werken aan het huidige bestand). Kies Sluiten.8. Om met een nieuw bestand te beginnen kiest u weer Bestand en daarna

Nieuw.9. Rechts wordt gevraagd wat voor een soort nieuw document u wilt maken.

Kies Lege werkmap. Er staat een nieuwe lege werkmap op uw scherm. 10. Kies Bestand. U ziet het bestand niet meer. Om terug te keren naar het

bestand en geen keuze te maken op het tabblad Bestand gebruikt u de pijl linksboven. U mag in plaats van deze pijl ook op de toets Esc drukken.

1.4.3 Werkbalk Snelle toegang

Helemaal linksboven ziet u enkele knoppen naast elkaar staan: de werkbalk Snelle toegang. De knoppen op deze werkbalk zijn met één klik beschikbaar, vandaar de naam werkbalk Snelle toegang. In eerste instantie vindt u hier knoppen voor Opslaan, Ongedaan maken en Opnieuw uitvoeren. Als u een touchscreen hebt, zal er ook een knop Aanraak-/muismodus aanwezig zijn. Hiermee kunt u ervoor zorgen dat de knoppen wat verder uit elkaar komen, zodat het bedienen via het scherm gemakkelijker gaat (Aanraakmodus).

Figuur 1.8 De werkbalk Snelle toegang aanpassen met de laatste knop

GG BC Excel.indd 13 18-11-15 10:56

Page 19: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

14 Basiscursus Excel 2016

Aan deze werkbalk kunt u eenvoudig knoppen toevoegen.· Kies Werkbalk Snelle toegang aanpassen aan het einde van deze

werkbalk.· Kies een van de opdrachten waar geen vinkje voor staat om deze toe te voegen. Kies een opdracht met een vinkje ervoor om deze te verwijderen.

Ook opdrachten die u niet in deze lijst ziet, kunt u toevoegen.· Roep het snelmenu op bij een knop in het lint. Dit doet u door op de knop te

wijzen en dan te klikken op de rechtermuisknop.· Kies Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang.· Knoppen die u toevoegt komen achteraan in de werkbalk te staan. Als u de

volgorde wilt wijzigen kiest u Werkbalk Snelle toegang aanpassen > Meer opdrachten.

· Hebt u de werkbalk Snelle toegang liever onder het lint? Kies Werkbalk Snelle toegang aanpassen > Onder het lint weergeven.

Oefening 1.2 Werkbalk Snelle toegang aanpassen1. Op het scherm staat nog het nieuwe lege bestand. Mocht dit niet het geval

zijn, druk dan op Ctrl+n om heel snel een nieuw bestand te maken.2. Het werkgebied bestaat uit cellen (lijkt op een vel ruitjespapier). Er is altijd

een cel geselecteerd. Bij een nieuwe werkmap is dat A1. De cel is omkaderd. Wanneer u begint te typen zal dat in de geselecteerde cel komen.

Typ: Dit is een tekst om een beetje te oefenen. Druk dan op Enter. Hiermee wordt een cel lager geselecteerd.

3. Boven de tabbladen van het lint ziet u de werkbalk Snelle toegang. Hierop staat de knop Ongedaan maken. Gebruik deze knop. De laatste actie die u hebt uitgevoerd (het typen van de tekst), wordt ongedaan gemaakt.

4. De werkbalk Snelle toegang staat boven het lint. Klik met de rechter-muisknop op de werkbalk en kies in het snelmenu Onder het lint weer-geven.

5. U gaat nu op verschillende manieren knoppen toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang.

Kies Werkbalk Snelle toegang aanpassen > Nieuw.6. Voeg op dezelfde manier ook Openen en Afdrukvoorbeeld en afdruk-

ken toe.7. Op de manier die hierboven staat, kunt u alleen de knoppen toevoegen die in

die lijst staan. Andere knoppen kunnen ook worden toegevoegd. Zoek op het tabblad Start in de groep Lettertype de knop Vet. Klik met de rechtermuisknop op deze knop en kies in het snelmenu Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang.

8. Voeg op dezelfde manier van het tabblad Invoegen uit de groep Illustra-ties de knop Afbeeldingen toe.

Knoppen uit de werkbalk Snelle toegang verwijderen is ook eenvoudig.9. Verwijder uit de werkbalk Snelle toegang de knoppen Vet en Afbeel-

dingen door er met de rechtermuisknop op te klikken. Kies de juiste optie.

GG BC Excel.indd 14 18-11-15 10:56

Page 20: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

151 • Introductie

10. De volgorde van de knoppen kan aangepast worden. Kies Werkbalk Snelle toegang aanpassen  > Meer opdrachten.

In de lijst rechts ziet u alle knoppen die nu op de werkbalk staan. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag rechts om de volgorde te wijzigen.

11. Kies OK.

1.4.4 Contextgevoelig tabblad

Tijdens het werken met bepaalde onderdelen, zoals afbeeldingen en grafieken, kunnen extra tabbladen worden geplaatst in het lint. Deze staan vermeld onder Hulpmiddelen voor <…>. Deze extra tabbladen kunnen één of meer tabbladen bevatten. Zodra u niet meer met dit onderdeel werkt, verdwijnt dit tabblad vanzelf weer.In figuur 1.9 ziet u de contextgevoelige tab Hulpmiddelen voor afbeeldin-gen, omdat er in het bestand op dit moment een afbeelding is geselecteerd.

<verkleinen afb ca 10 cm breed>

Figuur 1.9 Een contextgevoelig tabblad met één tabblad, Opmaak

Oefening 1.3 Kennismaken met contextgevoelige tabbladen1. Op het scherm staat nog het bestand uit de vorige oefening. Mocht dit niet

het geval zijn, druk dan op Ctrl+n waarmee u er snel een maakt.2. Typ de tekst: Hieronder komt een afbeelding en druk op Enter.3. Kies het tabblad Invoegen.

4. Kies (Illustraties) > Onlineafbeeldingen. Er verschijnt nu een venster om afbeeldingen te zoeken op internet met Bing of een bestand te openen op uw OneDrive.

5. Typ in het vak achter Zoeken in Bing Image als trefwoord feest en druk op Enter. Excel gaat op zoek naar afbeeldingen die te maken hebben met “feest”.

6. Kies een van de gevonden afbeeldingen en gebruik de knop Invoegen. Op de plaats van de cursor is een afbeelding geplaatst. De afbeelding is geselec-teerd, herkenbaar aan de rand en de rondjes eromheen. Omdat de afbeelding is geselecteerd, ziet u in het lint een extra tabblad Hulpmiddelen voor afbeeldingen met daaronder het tabblad Opmaak.

7. Klik in een lege cel naast of onder de afbeelding. U selecteert hiermee een andere cel en de afbeelding is niet meer geselecteerd waardoor het extra tab-blad is verdwenen. Dit wordt een contextgevoelig tabblad genoemd. Het tab-blad verschijnt alleen als er een afbeelding is geselecteerd!

8. Gebruik Bestand > Sluiten om het bestand te sluiten. Als gevraagd wordt of u de wijzigingen wilt opslaan, geeft u als antwoord Niet opslaan.

GG BC Excel.indd 15 18-11-15 10:56

Page 21: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

16 Basiscursus Excel 2016

1.5 Snelmenu en Miniwerkbalk

Vertrouwd voor de mensen die Office-programma’s al langer gebruiken, is het snelmenu. U wijst iets aan en zodra u op de rechtermuisknop klikt, verschijnt er een menu, het snelmenu. Hierin staan opties die vaak gebruikt worden bij het onderdeel waarop u met de rechtermuisknop hebt geklikt. Bij een geselecteerde cel bijvoorbeeld hoe deze geknipt, gekopieerd of opgemaakt kan worden, bij de statusbalk hoe u deze kunt aanpassen, bij een knop op het lint hoe u deze kunt toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang. Het snelmenu is dus context-gevoelig.

Figuur 1.10 Het snelmenu past zich aan het geselecteerde object aan bij een cel (1), bij een af-beelding (2) en bij een knop in het lint (3)

Bij het snelmenu verschijnt vaak ook een miniwerkbalk.Zodra in de cel tekst is geselecteerd, verschijnt er een miniwerkbalk bij die tekst. Daarop ziet u knoppen voor veelgebruikte handelingen met geselecteerde teksten. Ook bij het gebruik van de rechtermuisknop verschijnt een miniwerkbalk. De miniwerkbalk is contextgevoelig, het past zich dus aan. Bij een tekst verschijnt een andere miniwerkbalk dan bij een cel of een afbeelding.

Figuur 1.11 De miniwerkbalk bij een geselecteerde: cel (1), tekst (2) en afbeelding (3)

GG BC Excel.indd 16 18-11-15 10:56

Page 22: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

171 • Introductie

1.6 Taakvensters

Bij sommige opdrachten die u geeft zal aan de linker- of de rechterkant van het scherm een taakvenster getoond worden (soms ook “deelvenster” genoemd). In een taakvenster kunt u instellingen wijzigen of een proces uitvoeren. Zo is er bij-voorbeeld het taakvenster Inzichten waar de resultaten van zoekopdrachten wor-den getoond en het taakvenster Klembord om gekopieerde en geknipte gegevens te bekijken.Aan de bovenkant van een taakvenster ziet u de naam van het taakvenster (1) met daarachter  (2) waarmee u het taakvenster kunt verplaatsen, de afmetingen kunt wijzigen en kunt sluiten. Dat laatste kan overigens ook met het kruisje rechts bo-venaan in een taakvensterAls er veel instelmogelijkheden zijn in een taakvenster kunnen er verschillende categorieën (3) zijn, vaak aangegeven met pictogrammen onder de naam van het taakvenster. Hebt u gekozen voor een categorie (4) dan verschijnen onder de lijn de opdrachten. Ook daar kunnen weer subcategorieën voorkomen. Die kunnen met worden open- en dichtgevouwen (5).

Figuur 1.12 De taakvensters Klembord en Afbeelding opmaken

1.7 Sneltoetsen

De bediening van het lint is ook met toetsen uit te voeren. In Bijlage Sneltoetsen vindt u een overzicht van de manier waarop u het lint kunt bedienen met het toetsenbord en een overzicht van veel sneltoetsen voor knoppen en handelingen.

GG BC Excel.indd 17 18-11-15 10:56

Page 23: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

18 Basiscursus Excel 2016

1.8 Dialoogvensters

Dialoogvensters komen in de programma’s al heel lang voor, maar in de praktijk worden ze steeds minder gebruikt. Wanneer u klikt op bij sommige groepen in het lint, verschijnt een dialoogvenster. Daar kunt u over het algemeen wat minder gebruikte instellingen opgegeven. Niet alle groepen hebben overigens zo’n knop! En bij sommige verschijnt niet een dialoogvenster maar een taakvenster (zie paragraaf 1.6).Staat er in de titelbalk van een dialoogvenster een vraagteken, dan kunt u dat ge-bruiken om hulp op te vragen over dit dialoogvenster.

Figuur 1.13 Open met een dialoogvenster

Oefening 1.4 Werken met miniwerkbalk, dialoogvensters, taak-vensters en snelmenu1. Zorg dat er een lege werkmap op het scherm staat (Ctrl+n). Typ een zin in de eerste cel (A1).

GG BC Excel.indd 18 18-11-15 10:56

Page 24: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

191 • Introductie

U gaat nu kennismaken met de miniwerkbalk die automatisch verschijnt als er tekst is geselecteerd. U moet daarom eerst tekst selecteren.

Dubbelklik op een woord in de cel om het woord te selecteren.2. Zodra een tekst is geselecteerd, ziet u de miniwerkbalk. Met deze miniwerk-

balk kunt u de geselecteerde tekst opmaken. Kies Cursief: de geselecteerde tekst wordt cursief weergegeven.

Selecteer een andere cel om de selectie op te heffen.

Mocht de miniwerkbalk niet verschijnen, dan is die uitgeschakeld. Kies Bestand > Opties. Klik in het dialoogvenster in het linkerdeel op Algemeen en schakel het selectievakje Miniwerkbalk weergeven bij selectie in. Nu moet de miniwerkbalk wel verschijnen.

In Excel zult u meestal een hele cel van opmaak voorzien en minder vaak een gedeelte van de inhoud van die cel. Wanneer u de hele cel van opmaak wilt voor-zien is het voldoende om de cel te selecteren en de opmaak te kiezen. Er zijn ook andere manieren om tekst op te maken namelijk met het lint, het snelmenu, de dialoogvensters of met sneltoetsen.

3. Selecteer cel A1.a. Werken met het lint - Zorg dat in het lint de tab Start is geselecteerd.

Hierop staat ook een knop Cursief in de groep Lettertype. Gebruik deze knop om de geselecteerde cel cursief te maken.

b. Werken met het snelmenu - Plaats de muisaanwijzer op de geselecteerde cel (A1) en klik op de rechtermuisknop. Het snelmenu verschijnt. Als u hier Celeigenschappen kiest, kunt u in het gelijknamige dialoogven-ster allerlei opmaakinstellingen kiezen bij Tekenstijl. Kies hier Vet en Cursief en kies OK.

c. Werken met het Startpictogram voor dialoogvensters - In de groep Let-tertype op het tabblad Start ziet u rechtsonder het Startpictogram voor dialoogvensters staan  . Door hierop te klikken wordt ook het dialoogvenster Celeigenschappen geopend. Hierin vindt u de moge-lijkheden die ook al in het lint staan, maar daarnaast nog meer instelmo-gelijkheden voor lettertypen. In het onderdeel Tekenstijl is op dit mo-ment Vet en Cursief gekozen. Kies hier nu alleen Vet. De instellingen van een dialoogvenster moet u bevestigen met OK.

d. Werken met sneltoetsen - Wijs op de knop Cursief en bekijk wat de sneltoets hiervoor is. Gebruik die sneltoets om de tekst cursief te maken.

4. Taakvenster. Het Klembord is een voorbeeld van een taakvenster.

a. Kies Start > (Klembord) . Aan de linkerkant verschijnt het taakven-ster Klembord.

b. Achter de naam van het taakvenster ziet u een zwart driehoekje , de lijstknop. Klik hierop en kies Verplaatsen. De muisaanwijzer wijzigt

GG BC Excel.indd 19 18-11-15 10:56

Page 25: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

20 Basiscursus Excel 2016

in een vorm met vier pijlen. Verplaats de muis en het taakvenster verplaatst mee. Klik als het op de gewenste plaats staat.

c. Een andere manier om het taakvenster te verplaatsen: plaats de muisaan-wijzer op de naam van het taakvenster (muis heeft ‘verplaats’-vorm met vier pijlen) en sleep.

d. Gebruik > Formaat om de grootte van het taakvenster aan te passen. De muisaanwijzer verandert in een dubbele pijl. Beweeg de muis en klik als de gewenste grootte is bereikt. U hoeft dus niet te slepen.

e. Een andere manier om de grootte aan te passen: plaats de muisaanwijzer op de rand van het taakvenster (muis heeft ‘formaat-wijzigen’-vorm van een dubbele pijl) en sleep.

f. Breng het taakvenster weer terug naar de linkerkant van het scherm door te dubbelklikken op de naam van het taakvenster.

g. Sluit het taakvenster met het kruisje rechtsboven in het taakvenster.12. Sluit het bestand en sla de wijzigingen niet op.

1.9 Statusbalk

Onder het werkblad vindt u de statusbalk. Hier leest u de “status” van uw handelen af. Links in de statusbalk staat het woord Gereed. Als u gegevens invoert, zal daar het woord Invoeren staan. Nadat u op Enter hebt gedrukt verandert Invoeren in Ge-reed. Als de status op Gereed staat, kunt u de knoppen in het lint gebruiken. Als de status op Invoeren staat, kunt u veel knoppen in het lint niet gebruiken.Rechts in de statusbalk vindt u de weergavesnelkoppelingen (1), de zoomschuif-regelaar (2) en de snelkoppeling voor het zoomniveau (3). Hiermee regelt u de weergave van het werkblad op het scherm.Door met de rechtermuisknop op de statusbalk te klikken (4) kunt u deze verder aanpassen en extra onderdelen tonen of verbergen. Als u uw keuzes hebt gemaakt, klikt u ergens buiten het menu om het te laten verdwijnen.Deze en andere opties van het menu Statusbalk aanpassen komen in de loop van dit boek aan de orde.

Figuur 1.14 De statusbalk van Excel

GG BC Excel.indd 20 18-11-15 10:56

Page 26: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

211 • Introductie

Oefening 1.5 Werken met de statusbalk De statusbalk informeert1. Zorg voor een leeg werkblad op het scherm.2. Selecteer B1, in de statusbalk staat Gereed.3. Typ 20, in de statusbalk staat Invoeren.4. Kies Start > (Getal) Financiële getalnotatie, dat lukt niet.5. Druk op Enter, in de statusbalk staat Gereed.

6. Kies Financiële getalnotatie, dat lukt nu wel. De informatie die op de statusbalk staat kan worden aangepast1. Klik met de rechtermuisknop op de statusbalk voor het snelmenu. Het menu Statusbalk aanpassen verschijnt.2. Zet CAPS-LOCK aan en klik buiten het menu om het menu te sluiten.3. Selecteer B5.4. Zet op het toetsenbord CapsLock aan. Op de statusbalk zal de melding

CAPS-LOCK verschijnen.5. Typ test, wat in hoofdletters in de cel komt te staan, en druk op Enter.6. Zet CAPS-LOCK uit.De weergave van het werkblad op het scherm1. Kies de knoppen Pagina-indeling, Pagina-eindevoorbeeld en kies als

laatste Normaal om de verschillende weergaven te bekijken. Deze knoppen worden later nog verder uitgelegd.

2. Klik enkele keren op de + van de regelaar voor het inzoomen (rechts). De tekst wordt groter. Klik enkele keren op – om de tekst kleiner te maken.

3. Achter de regelaar staat het huidige zoompercentage. Klik hierop en kies in het dialoogvenster dat verschijnt 100% en kies OK.4. Sluit het bestand en sla de wijzigingen niet op.

1.10 Schuifbalken

Aan de zij- en onderkant van het venster staan schuifbalken. Hiermee kunt u door het werkblad bladeren. Verplaatst u het blokje in de verticale schuifbalk, dan ziet u welke rij bovenaan in beeld is. Verplaatst u het blokje in de horizontale schuif-balk, dan ziet u welke kolom links in beeld is. U kunt ook schuiven door het be-stand met het wieltje op de muis of door te vegen op een touchscreen. Het werken met de schuifbalken en andere manieren om door een document te bladeren worden in hoofdstuk 3 behandeld.

1.11 Het werkblad en het naamvak

Het werkblad bestaat uit 16.384 kolommen van A t/m XFD en 1.048.576 rijen. Een cel is het snijpunt van een kolom en een rij. Het celadres bestaat uit de ver-melding van de actieve kolom en de actieve rij, bijvoorbeeld B2.Het Naamvak (1) vindt u aan de linkerkant van het venster, onder het lint. Het

GG BC Excel.indd 21 18-11-15 10:56

Page 27: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

22 Basiscursus Excel 2016

celadres of de naam van de actieve (geselecteerde) cel (2) staat hier vermeld. Het Naamvak kunt u ook gebruiken om de actieve cel te verplaatsen door een cel-adres in te typen en op Enter te drukken.Elke werkmap heeft standaard één werkblad, Blad1. In paragraaf 7 wordt behan-deld hoe u dit kunt aanpassen.

Figuur 1.15 Het werkblad bevat kolommen, rijen en cellen

Oefening 1.6 Navigeren door een werkblad De grootte van het werkblad bekijken1. Zorg voor een nieuw leeg werkblad op het scherm: cel A1 is geselecteerd.2. Druk op Ctrl+ en cel XFD1 wordt geselecteerd.3. Druk op Ctrl+ en cel XFD1048576 wordt geselecteerd.4. Druk op Home en cel A1048576 wordt geselecteerd.5. Druk op Ctrl+Home om cel A1 te selecteren.Cursorverplaatsing met gebruik van het Naamvak1. Klik in het Naamvak.2. Typ z100 en druk op Enter. De actieve cel is nu Z100 (1).

Figuur 1.16 Schuifbalken gebruiken

GG BC Excel.indd 22 18-11-15 10:56

Page 28: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

231 • Introductie

3. Schuif de horizontale schuifbalk (2) helemaal naar links.4. Schuif de verticale schuifbalk (3) helemaal naar boven. In het venster ziet u

nu de A-kolom en de eerste rij weer. In het Naamvak ziet u dat het actieve celadres nog steeds Z100 is. Wat in het venster getoond wordt en wat de ac-tieve cel is, hoeft dus niet 1 op 1 te lopen.

5. Klik in A1.6. Sluit het bestand en sla de wijzigingen niet op.

Wat u op het beeldscherm ziet, hoeft niet per se de actieve cel te zijn! Zie Oefening 1.6.

1.12 De Formulebalk

Rechts van het Naamvak staat de Formulebalk (1). De Formulebalk is de belangrijkste balk in Excel. Alleen hier kunt u de echte inhoud van de cel bekijken. Zodra u gegevens in een cel invoert, zult u deze ook in de Formulebalk zien verschijnen. Wanneer u een teken typt, ziet u dat links van de Formulebalk de knoppen Annuleren (2) en Invoeren (3) van lichtgrijs (niet beschikbaar) naar een donkerder tint veranderen (beschikbaar). Wanneer u in de knoppen wijst zul-len zij rood en blauw kleuren. Met deze knoppen bevestigt of annuleert u de inge-voerde gegevens. Met  (4) kunt u de Formulebalk vergroten.

Figuur 1.17 De Formulebalk

Oefening 1.7 Werken met de Formulebalk1. Zorg voor een leeg werkblad op het scherm.2. Selecteer A1.3. Typ 6 en kijk in de Formulebalk. De knoppen Annuleren en Invoeren

zijn beschikbaar.4. Kies Annuleren. De invoer wordt geannuleerd.5. Typ 6 en druk op Esc. Ook nu wordt de invoer geannuleerd.6. Typ 67. Druk op Enter. De 6 is ingevoerd en de knoppen in de Formulebalk zijn

niet meer beschikbaar. A2 wordt de actieve cel.

GG BC Excel.indd 23 18-11-15 10:56

Page 29: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

24 Basiscursus Excel 2016

8. Typ in A2 109. Kies Invoeren. Deze knop heeft dezelfde werking als Enter. Cel A2 blijft nu de actieve cel.10. Typ in A3 =4+6 en druk op Enter. In A2 én in A3 staat het getal 10. U kunt alleen achterhalen hoe Excel aan

die 10 komt door de cel te selecteren en in de Formulebalk te kijken. Selec-teer achtereenvolgens A2 en A3, dan ziet u dat in A2 een getal staat en in A3 een berekening. Twee verschillende manieren van invoer, maar met dezelfde uitvoer op het werkblad.

11. Sluit het bestand en sla de wijzigingen niet op.

1.13 Help gebruiken

Wanneer u er even niet uitkomt (en u hebt deze basiscursus niet bij de hand), kunt u in Excel de helpfunctie raadplegen. Achter het laatste tabblad in het lint vindt u een knop Geef aan wat u wilt doen… Klik hierop en typ een trefwoord of een vraag. Tijdens het typen probeert Excel al te ‘raden’ wat u wilt vragen: er verschij-nen onderwerpen die u kunt kiezen. Vervolgens wordt de handeling uitgevoerd.

Figuur 1.18 Geef aan wat u wilt doen en mogelijke opties verschijnen

Onderaan vindt u nog een optie Slim zoeken gebruiken voor <tekst>… waarmee u aanvullende informatie kunt raadplegen via het taakvenster Inzich-ten. Voordat de aanvullende informatie verschijnt moet u eenmalig aangeven dat u het privacybeleid van Microsoft snapt.Met Hulp krijgen voor <tekst> wordt Help voor Excel gestart. U ziet een lijst met gevonden onderwerpen. Bekijk de lijst en klik op het resultaat dat het beste bij uw vraag past.Rechtsonder in dit venster kunt u met een punaise aangeven dat u het Help-venster op de voorgrond wilt houden of dit weer wilt opheffen.Boven in het Help-venster ziet u de volgende knoppen.

GG BC Excel.indd 24 18-11-15 10:56

Page 30: Basiscursus Excel 2016 - Boom hoger onderwijs · Hoofdstuk 11 Lijsten met gegevens gebruiken 193 11.1 In dit hoofdstuk 193 11.2 De opbouw van een lijst 193 11.3 Gegevens sorteren

251 • Introductie

1.14 Excel afsluiten

U kunt het programma Excel op verschillende manieren verlaten. · Met de knop Sluiten helemaal rechts in de titelbalk.· Met de sneltoets Alt+F4.Als er wijzigingen zijn in geopende bestanden zal Excel vragen of die opgeslagen moeten worden.

Vorige Ga terug naar het vorige venster.

Volgende Ga vooruit naar het volgende venster.

Start Keer terug naar de hoofdonderwerpen.

Afdrukken Druk het helponderwerp af.

Grotere tekst gebruiken Vergroot het lettertype van de helpvensters.

Tabel 1.2 De knoppen boven in het venster Help uitgelegd

GG BC Excel.indd 25 18-11-15 10:56