Duur activiteit: 30 minuten

Lesdoelen:

De kleuters

kunnen geluiden aan prenten linken;

kunnen geluiden duidelijk hoorbaar maken door enkel hun mond te gebruiken.

Materiaal:

Een doek

Voorzie stripverhalen naargelang het aantal kleuters in je klas (15 kleuters = 15

stripverhalen) Prenten uit de stripverhalen met telkens lege tekstballonnen: 4 à 5 verschillende prenten Eventueel andere stripverhalen bv. Jommeke, Suske en Wiske, Kiekeboe …

Auteur stripverhalen

André Franquin was een Belgische striptekenaar, vooral bekend voor zijn reeks Guust Flater.

Daarnaast was hij medeauteur van de serie Marsupilami en Robbedoes en Kwabbernoot.

Aantal stripverhalen

Er zijn 27 marsupilami-albums verschenen.

Instap (5’)

Leg in het midden van de kring de stapel stripverhalen met een doek erover. Zorg

ervoor dat de kleuters niet hebben gezien dat er stripverhalen onder het doek liggen.

Ga met de kleuters in de kring gaan zitten en zeg dat je heel graag wil weten wat er

onder het doek ligt, maar dat je zeker en vast niet durft te kijken! Wie weet zit er wel

een gevaarlijk dier onder …

Laat alvast 1 kleuter er 1 stripverhaal vanonder nemen. Vertel aan de kleuters dat er

nu nog allemaal dingen onder het doek liggen. Zorg ervoor dat alle kleuters een

stripverhaal van onder het doek hebben mogen nemen. Laat hen even de kaft van het

stripverhaal bekijken en er door bladeren.

Vraag aan de kleuters of ze dat dier kennen. Als de kleuters het niet weten, breng je

zelf het begrip “Marsupilami” aan.

Denken jullie dat Marsupilami kan praten? Waarom wel/niet?

Wat zou hij graag eten?

Waar zou hij wonen? In een hut, grot, … ?

Zouden er meerdere Marsupilami’s bestaan?

Zou Marsupilami een meisje of een jongen zijn? Waarom?

Slot (5’)

Ga met de kleuters in de kring gaan zitten. Laat hen hun prent ook meenemen.

Ga via enkele vragen op zoek naar de belevenis van de kleuters bij deze activiteit:

Vonden jullie het moeilijk om een passend geluid te zoeken bij een prent?

Toen je samen ging zitten met de kleuters die dezelfde prent hadden zoals jou,

maakten jullie hetzelfde geluid?

Laat eventueel de kleuters bladeren door andere stripverhalen bv. Jommeke, Suske en

Wiske, Kiekeboe … en laat hen verwoorden of er in andere stripverhalen ook geluiden in

voorkomen.

Midden (20’)

De kleuters gaan aan hun werktafel gaan zitten. Aan elke werktafel liggen dezelfde

prenten, zodat alle kleuters met dezelfde prenten kennis maken. Per 5 liggen er allemaal

prenten uit de stripverhalen met lege tekstballonnen.

Het is de bedoeling dat de kleuters bij de prenten een juist geluid gaan maken bv. BOEF,

PSSSTT … De kleuters kunnen zo ontdekken dat er soms maar 1 geluid past bij een prent

maar bij een andere prent kunnen er soms meerdere geluiden passen.

De leerkracht zorgt ervoor dat de kleuters telkens 1 prent bij zich nemen. Na een tijdje

geven ze de prent door. Ze zorgen ervoor dat ze iedere prent eens gehad hebben.

Zo heeft de leerkracht een zicht of de kleuters prenten en geluiden/teksten aan elkaar

kunnen linken.

De leerkracht vertelt aan de kleuters dat ze nu elk één van de prenten moeten nemen. Ze

denken nog even na welk geluid ze erbij hadden gemaakt. De leerkracht laat de kleuters

met dezelfde prenten van de verschillende tafels bij elkaar gaan zitten. Ze mogen eens

luisteren welk geluid de andere kleuters bij dezelfde prent hebben gemaakt.