August Staf Gillé (1892 – 1989)

79
August Staf Gillé ik kan je niet vergeten Laurens Windig

description

Herinneringen aan een groot vergeten Vlaamse Kunstenaar

Transcript of August Staf Gillé (1892 – 1989)

Page 1: August Staf Gillé (1892 – 1989)

August Staf Gillé

ik kan je niet vergeten

Laurens Windig

Page 2: August Staf Gillé (1892 – 1989)

voor August ‘Staf’ Gillémet dank aan Dominik Lybaerten Rudolf Dierckx

Page 3: August Staf Gillé (1892 – 1989)

IK ZAL JE NIET VERGETEN

August Gillé

1892 – 1989

“Mijn werk na mijn dood hoort toe aan alle mensen”

Page 4: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Inleiding E-book/PDF bestand

Ik schrijf dit boek in combinatie met proza en poëzie, ookwel ‘proëzie’ genoemd, uit grote bewondering voor dezeVlaamse kunstenaar.

Er is door mij enige fictie ter hand genomen in verant-woorde situaties, bijvoorbeeld in stilzwijgende tweege-sprekken: die van Staf zijn cursief weergegeven.

In dit boek zijn met toestemming van zijn fakkeldragerDominik Lybaert afbeeldingen van August Gillézijn werken opgenomen.Meer informatie is te vinden op websites van Lybaert:http://www.august-gille.be Van daar uit kan wordendoorgelinkt naar opeenvolgende informatie actua enlinks.

Wij hopen u op deze wijze dichterbij August Staf Gillé tebrengen.

Laurens Windig Amsterdam 20 juli 2013

Page 5: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Voorwoord Dominik Lybaert

First they ignore you, then they ridicule you, then theyfight you, and then you win.” M. Gandhi

August 'Staf' GILLÉ, Belgisch kunstenaar, "de ongeken-de, de onbekende..." geboren te Mechelen in 1892 over-leden in 1989, Bonheiden waar hij sinds 1963 in de herfstvan zijn leven resideerde.

Gillé behoort tot de zogenaamde generatie van de verge-ten kunstenaars. Telkens als hij een zeldzame keer meteen expositie naar buiten kwam, stond de artistieke we-reld er verbaasd over dat zijn werken niet meer weer-klank vonden in de nationale en zelfs internationaleartscene. Hij is een asceet met een échte kunstenaars-ziel: de mensgeworden eenvoud, leefde teruggetrokkenin een Franciskaanse soberheid maar was verre vanasociaal. Hij deed weinig moeite om bekendheid te krij-gen, om het 'te maken' als kunstenaar, daarom is hij eenkunstenaar met een authentieke roeping, die ongekun-steld en onbevangen zijn weg is gegaan, die in zijn langeleven een evolutie als denkend en voelend mens heeftdoorlopen en dat aan doek en papier, aan steen en gipsheeft toevertrouwd. Hij heeft de wereld nooit opgezochtmaar de wereld was wel altijd welkom bij hem. Zo heefthij in de laatste twee decennia van zijn leven het lot vanandere kansarme kunstenaars aangetrokken die bij hemgratis mochten tentoonstellen in zijn tentoonstellingsruim-te naast zijn woning "De Witte Vlag", symbool van vrij-heid, vreugde én VREDE !

Zich onbewust van de stijlevoluties die door critici werdenuitgevonden, heeft hij zich als jonge kunstenaar laten

leiden door zijn religieuze geaardheid, zijn afkeer vooroorlog, uitbuiting en leugen en op latere leeftijd door zijnherwonnen levensvreugde en zijn verdiepte beschouwin-gen over het mysterie van de schepping en zijn grootstemuze, de natuur.August Gillé is een unieke figuur, een monument, eenverdoken voorbeeld.Houten fichebakken zijn nu de enige getuigen die deomvang van zijn oeuvre weergeven: duizenden werken,honderden mappen, beelden die dwars door je heenkijken, kilo's 'vergeten' kunst, zeventig jaar noeste arbeidrust, roest..."Alles van waarde is weerloos" schreef de dichter-kunstenaar Lucebert alsof hij het toen al wist ....Daarom én ook vol verwachting, nu het vijf na 12 is, hoopik ten stelligste dat men dit legaat kan redden van detotale ondergang, dat iedereen Gillé leert kennen alskunstenaar maar vooral ook als mens die je bezielt, inspi-reert en nieuwe inzichten schenkt.Immers een volk dat zijn kunstenaars eert, is een grootvolk.

Wij wachten... !

Dominik Lybaert, 1 augustus 2013. www.august-gille.be

Page 6: August Staf Gillé (1892 – 1989)

August Gillé

Remigius August Staf Gillé (Nekkerspoel (Mechelen),1892 - Rijmenam, 1989) is een Belgisch beeldhouwer enkunstschilder.

August ‘Staf’ Gillé begon te schilderen en wat later tebeeldhouwen na WO1 in 1919 tot en met zijn dood indecember 1989. Hij liep academie te Mechelen (waar hijbegin jaren '40 docent werd) en academie te Brusselwaar hij onderwezen werd door Montald en Rousseau(voordien bezocht hij reeds als jonge tiener de academievan Mechelen, richting “meubelmaken” waar hij steeds debeste van de klas was).

Als jonge meubelmaker van beroep zoekt hij naar nieuweornamentsculpturen en stelt zich op die manier onbewustop tegen de geijkte tradities waar toen niet van afgewe-ken werd: dat zal alleszins tot discussies geleid hebbenmet zijn toenmalige werkgevers. Het is duidelijk dat dejonge kunstenaar op dit gebied veel exploreert wat hemlater tot een volleerd Meester zal maken.

Hij neemt tijdens zijn “Mechelse periode” ook lessen bijbeeldhouwer Theo Blickx, schakelt over op antiekteke-nen, tekenen naar levend model, schilderen en boetse-ren. Hij is steeds zichzelf gebleven en de manier waarophij zijn gedachten en levensvisie deelt zowel met hetwoord als met de borstel, beitel of pen maakt hem des tecompleter en vollediger als kunstenaar.

Ondanks zijn vriendschappen met Alice Nahon, ProsperDe Troyer, Gustave Van de Woestijne en vele anderebekende kunstenaars eind jaren ‘20 trok hij zich terug uitalle bekendheid en 'begroef' zichzelf. August Gillé isimmers geen lokale zondagsschilder maar een kunste-naar die behoort tot wat men kan noemen “de VergetenMechelse School na WO 1”, iemand die zeker ontbreektin nationale en internationale publicaties. Hij schonk in1980 zijn hele oeuvre aan de gemeente Bonheiden metde vraag om zijn werken in de openbaarheid te brengen.

Gillé verhuist in 1962 naar Bonheiden om aldaar in eenoude hoeve zijn tentoonstellingsruimte "De Witte Vlag" opte richten die gratis de kans gaf om beginnend en artis-tiek talent een kans te bieden om zich voor te stellen aanhet grote publiek. In 1983 verhuisde hij opnieuw, dit keernaar Rijmenam waar hij verbleef tot aan zijn dood. Zijnwerken werden aldaar tot zijn overlijden tentoongesteld in"De Mart", het oude schoolgebouw van de jongensschoolvan Brandheide in het Rijmenamse gehucht Mart.Op 11-1-2011 werd een bronzen afgietsel van een beeldvan hem onthuld, naar een idee van Dominik Lybaert,schuin over de kerk in Bonheiden in een heraangelegdetuin.

Page 7: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 8: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Aan James Ensor,

Dag James, nu ik in *Berlicum stranddeen door Rudolf Dierckx struinde, tegelijkertijd

zijn tekeningen en gedichten onderging:aards, filosofisch, spiritueel, mystiek, mix vanhandwerk in combinatie met bijzonder mooie

kleurige computertechnieken

bracht hij mij naar August Gillé, ook weer zo’nverborgen Belg destijds als jij, waar ik zijn

kunst aan jou deed denken door middel vaneen masker want hoe ik het ook wend en

keert, verdorie man, daarin zag ik zomaar jouopdagen?

jij Ensor was toen ook geen jonkie meer toenGillé ter aarde kwam - het is dat Rudolf mijattendeert - dan ken jij je eigen landgenoot

toch wel, zo’n grote broeder in schilderkunsten beeldhouwwerk? Dit is iets wat mij in het

bijzonder intrigeert

wat kronkelt er toch tussendoor Belgenkunstof ziet men alleen maar Rubensvrouwen

als kunst op waarde in te schatten of is hetmisschien broodnijd, ik weet het niet?

ben er bijna zeker van dat er straks nog meeropduikt.

(*Wat bijzonder is: Berlicum heeft een stedenband)met het Belgische Bonheiden (althans voor 2002...)

Page 9: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 10: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Jongeman Gillé

En toch zat alreeds uw kunsten passie in het draagvlak

van uw geboorte

vanaf het beginin de zitting van de stoelde klas van het meubel

waarin werd geleundwaarin werd overdachtgeen doorzakken aan

u behaalde de eerste prijs

nagelopen van ondertot boven

gedegen vastgenageld

nog omvat uw ziel alle takkendie zijn uitgetest

en staande zijn gehouden

telkens terugkerenvanuit de zitting

van uw geboortestoel

beelden zijn gecreëerddoor eigen ogen vol van liefde

ach, vergetelheid hoe teer

Page 11: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 12: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Raadsel

Omgekeerde werelddat Ensor’s zucht naar roem

na zijn dood alle eer toekwam

hij werd op een voetstuk gezet?

en u Gillé na de uwein alle schone eenvoud

hield zich verborgen

een monumentje is altijd leuk

van een markante kopmaar wat hebben wij d’r an

dacht ik voorzichtig

dat Bonheiden-Rijmenammet een enorm museumop de proppen kwam?

Page 13: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 14: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Bewondering

Voelbaar zijn de woordendie op mijn lippen branden

vederzacht zou zich vertillenals zij worden uitgesproken

alleen de leden van mijn ogenzijn verstaanbaar

als mijn wimpers samenvoegen

Page 15: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 16: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Ons zwijgzaam tweegesprek

In alle eenvoudigheidvoel ik wat u denkt

rond de stilte om ons heenzonder elkaar in de ogen te lezen

zwijgzaam

weer die ogen door u getekenden geschilderd

verbazingwekkend helderdoortastend in observatie

en emotie in alle stilte

zonder maar iets te hoeven zeggenzelfs niet het geluid van onze adem

wij accepteren de stilteen beleven rust zonder te spreken

dit is onze levenskunsthet moeten - durven laten keren

onze kunst van het loslatennu pas kunnen wij

door deze overwinningelkaar als gabbers toespreken

ter overbrugging

mag ik u als Staf nu tutoyeren?jijen en jouen

ik voel uw antwoordin een glimlach van berusting:

Lau, zeg maar Staf

Page 17: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 18: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Mag ik jou iets vragen

Als er even tijd voor isover het verfijnde rood

het behoeft niet uitgebreidgewoon even in het kort

wat hebben kunstschilders tochmet roodharige dames?

nu zie ik er bij jouook weer een aantal

schoon blozend staan

Gustav Klimt was ook verzotop rode poezen

Hundertwasser had ze ook

Dante Gabriel RossettiJohn Collier

Sandro BotticelliWaterhouse

Abraham BloemaertLawrence Alma-Tadema

Jan van Scorel

Adriaen van der WerffAnton van Dijck

Rubens

Rembrandt: ja hoorSaskia had ook iets rood

Zelikahde vrouw van Potifar

was ook rood aangezet

August Macke: dat is leukjouw voornaam?

moet zeggen dat ik ook welgecharmeerd ben

kun jij mij met die rode kwastverklaren?

wat zou nou de reden zijnvan al die rode vrouwende tegenstelling soms?

blanke huidmet hier en daar

rood haar

jouw rode rozendoen het ook geweldig

Page 19: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 20: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Zo schoon is zij niet

Of heb jij de rivier De Dijleeen zachter uiterlijk gegeven

zoals ik haar niet ken

is dit jouw natuurlijke krachthoe troebel was haar wassend water

voordat Mechelen er omheen geschikt werd?

misschien is het wel je terugziende geestin het vooruitzien zoals jij dat wenst

jij bepaalt je eigen werk

laat aanschouwers maarmee peinzen en de vraag stellen

waarom in zwart wit en geen kleur?

is het in werkelijkheid misschien iets anders?of heb jij dat met opzet zo gefikst?

soms zeg je datalles wat lelijk is ook schone kanten heeft

Page 21: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 22: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Herkenbare ogen

Ze houden gevangendoor bedwelmend gebiedniet anders te benoemen

dan goden der macht

droom ogender hemelse ordedie toegang geven

tot hun kern

ze maken mij slaafsik aanbid ze

met mijn hele hebbenen houden van

al mijn liefde stort ikin hun klaarheid

zeg mij Staf, waarplukte jij die edelstenen?

er bestaat geen droomtuinwaar ze zomaar ogenwel een heldere hemeldie van hieruit te zien is

ze voeren mij bevlogenwelwillend ten gronde

tillen ook weer opnaar de iris van hun ziel

Page 23: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 24: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Lucide

Zijn dit nu de droomtuinendie zich alleen maar openbaren

in mijn dromen

zou dat groen van jouwweer als paradijs ontstaan

waar wij met z’n allenmogen vertoeven in schoonheid

van de eerste mens vóór de zondeval

of was die val al voorbestemd?zodat mijn droom voor eeuwig

lucide blijft door jouw werk

Page 25: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 26: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Heerlijkheid, O Mechelen

Neen, mijn lichaamis niet bestand

en zwicht ikonder maagdelijk en

omgeslagen kantgeklost

door eeuwen heen

laat mij een loflied zingenlangs de Dijle

sleep mijdromend over ijle draden

van je open hartdan pas wil ik meten

met verleden, hedenen vooruitzicht, vrij zijn

in geweten als ik verslingerden gelijk eendrachtig

vastgenageld ben metMargaretha, Rombouts en Gillé

Mechelenkasseien weerspiegelen

slechts een schaduwvan mijn gedaante

sta mij toe, ik kniel

Page 27: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 28: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Rond

Gebeiteld hout en steengeslepen en geschuurd

gegoten brons

jouw geest en handenblijven voelen als een blinde

naar het volkomen ronde beeld

in al jouw vormen van gelijkheidzoals God de mensheid

in het leven blies

Page 29: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 30: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Hoe zwart de inkt

Zo zwart het bloedook lijden doetkeer op keer

en telkens weer

Jezus genageldaan het kruis is thuis

het spiegelt hemin tranen dood

gewaand

hoe zwart de inktook print

wij zijn van zondenvrij

Hij hing daar tochvoor jou en mij

wij blijvenongebonden

zo zwart het bloedook lijden doetkeer op keer

en telkens weer

sterft De Heer voor ons

Page 31: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 32: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Bedwelming

Volmaakt naakt zweeft hetnaar de lagune van de vlinderstreekin de schoot van het meest lokkende

eiland waar het fruit rijpt

zoals zij daar waadtin al haar betovering

streelt hemelse schoonheidzelfs dode erogene weer tot leven

ogen glijden langs haar kustduinen versperren het verlangenwaar helmgras in de wind verstijft

langs de hitte van haar mondnimmer zal men er verkoelen

al is er maar even te strelendoch zelfs de aller teerste kus

zou haar perzik roze huidnog schenden

vloedgolven van lust en ware liefdezullen haar ontwijken

bang om te worden afgewezen

niets mag worden afgedektdat kan wakkeren uit deze bedwelming

van engelengezang

verdomme Staf wat heb je met me gedaan?hier ligt een droom als slapend naakt

Page 33: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 34: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Ik ontdek persoonlijk

In de kleurrijke abstractieeen welving van gevoel

waar non figuratief niet geheeltot uiting komt

dat komt door jouw instellingdaar ben jij te reëel voor

personificatie van de eenvoudzelve zegt voldoende

er bruist in jou overvloedlokt alle kunstige perspectieven

realisme stroomt ten overals kolkende waterstromen

neem nou jouw buste‘hemelwaarts’

een versteende verstillingen toonbeeld van rust

na een overweldigende tsunamivan uiteenlopende stijlen

ik voel dat je weer glimlacht

Page 35: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 36: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Is het een gemis?

Wanneer ik constateer dat mijn taalbereiktekortschiet als ik lofgezangen op jouw

kunstwerken wil schrijven?

een barrière omdat ik meer op gevoel schrijfdan vanuit taalbeschouwing ondanks dat het

continu nadenken is of men het ontleden kan?

besef het nu pas omdat jij zoveel werk hebtnagelaten dat te bewonderen is en niet te

beschrijven valt, kom ik toch woorden te kort?

wil de juiste parolen en zinnen kunnen vindenzoals: ‘eensamig’ wel bij je past vooral door jouwvoornamen en jij dan ook als kunstwerk tezamen

jij bent Remigius August en in de omgevingbekend als Staf Gillé, was er soms al een

Augustaaf in de buurt? het kan niet op

eensamig is toepasselijk en divers op te vattenjij begroef jezelf door afzondering dat begrijp ik

maar dat men je bijna vergeten is begrijp ik niet?

Jij hebt jezelf en jouw hele oeuvre eensamig aande gemeente Bonheiden – Rijmenam geschonkenmet de vraag het in de openbaarheid te brengen

Ja, ammehoela!

Page 37: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 38: August Staf Gillé (1892 – 1989)

De brief

Zinnebeeldvan het verwachtte

onverhoedse bericht

af te lezenvan het gezicht

ogen spreken boekdelen

de spanning stijgtbinnen een bliksemschicht

de explosie volgt

Page 39: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 40: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Vrouw met oorring

Jij liet mij haar beeltenis liet zienbetwijfelde ik de echtheid niet

meteen de oorbel

want dat kan van alles zijnnep of mat natuursteentjein ieder geval geen parel

van nabij zag ik olieverfzo knap gedaan

wat mij wel meteen opviel

dat half vallende ooglidmaar ik zag er maar ééndat niet uitgeslapen oog

of een slaapkamer oogin die zin dat ik wel enigeverborgen goesting zag

mannen vinden datnormaliter niet sexy

maar zij, zij mag er zijn

werd jij er opgewonden door?

Page 41: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 42: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Dame met de rode blouse

Je ziet aan haar gelaat iets van ontevredenheiddan had ze maar niet zo doorzichtig door het leven moeten gaan

want niet alleen haar ogen priemenmaar ook die zwarte vliegende schotel op het hoofd?

Waar liep jij haar dan precies tegen het lijf Staf?dacht dat wij elkaar ergens in Mechelen passeerdenliep tegen haar op maar werd meteen teruggekaatst

wel werd ik keihard tegen een blinde muur geslingerd

zij moest ook lachen want het was niet onprettigik vroeg nog van: is hier een auto zaak in de buurt

want de bumpers van mijn auto vangen niks opze trok haar schouders omhoog en liep boos weg?

Een paar dagen later kwam ik er weer tegenhad ze een beige vliegende schotel op het hoofd

ze droeg weer die rooie opzichtige doorzichtige blousemaar wat die clown ineens weer naast haar moest?

Toen pas ging er ineens bij mij een lichtje brandenhet was natuurlijk een reclame: een soort circusstel

ben er toch maar effies naar toe gelopen en gevraagdtreedt u op in Circus Ronaldo en kreeg een knietje?

niet zo’n zachte ook want ik liep gewoon uit mekaaren zij lachen Staf het leek meer op schuddebuikenze stond heel dichtbij me en haar borsten klotsten

zowat in mijn oren en zei ze: dat krijg je d’r nou van?

Page 43: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 44: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Bloemeke van Vlaanderen

Alice, laat mij nou maar dromenwaar ik beland

onze jonkheid zo tomeloos

is het alreeds voorbestemddat man en vrouw

geen vrienden kunnen zijn?

als ik val voor jouw poëzieen jij voor de mijne

verlang ik dan slapeloosnaar jouw lichaam?

mijn beeld hangt bij jougroots aan de wand

bewondering is een wonder

bloemeke lief bloemekeik bescherm uw zwakke steeltje

en draag u in de palmenvan mijn handen

naar oogverblindend teer kristal

* Alice Nahon stierf 37 jaar jong

Page 45: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 46: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Piëta

Staf, als ik mij in haar verplaatsonwillekeurig ook in jou

wekt eveneens mijn droefenis

drie in één pakket van ongeloof

hoe dit gebeuren konloste totaal niets op in ons

zeg maar wederkerend lijden

gecompliceerd in veel facettenzij blijft de uitverkoren vrouw

geboortemoeder der ontsteltenis

zag haar kind steeds kleiner groeienzoals wij jou met al het schone werk

doch geloof hoop en liefde

ons allergrootste leef pakketlaten wij toch nimmer los

ogen rijzen steeds weer naar het zwerk

al blijkt bijstand ver te zoekenvolgt op het allerlaatst moment nog hulp

wonder ik maar even uit de doeken

Page 47: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 48: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Veders

Nu wij toch weer evenaan het parlepauwen zijnparlevinken past hier niet

over veren en vedershet meest over jouw kunst

als hangoudjesop een sober bankje

onderhand mijn ogen dwalendoor adembenemende tuinen

niet eerder ter plekkezo intens waargenomen

deinen er drie studies voorbijwaar uit ik kiezen mag

ik lijm ze wel even aanelkaar

de keuze is niet aan mijplaats er eentje

op jouw eigen pauwentroon

Page 49: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 50: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Maria Knops

Ach, ik liet op deze oudere vrouwmijn oog vallen

of zij het gevoeld heeftzou ik niet durven zeggen

kan het ook niet weerleggenwat maakt het uit

behalve dan dat ze gehuwd wasals de vrouw van mijn baas

waar ik werkte als meubelmaker

was meer genegenheidmaar of ik van liefde kon spreken?

ik mocht die vrouw gewoondat speciale hormoon van mij

ging tekeer als een gek

als zij heupwiegend dookvan de ene stoel in de anderedan had zij het misschien ook?

ze kirde een tikkeltje hoogmaar ik was nog een broekie

at nog een koekie van eigen deegwat moet je?

zelf na de dood van mijn baasen vlak voor de hare

kwam ik er nog over de vloerik lag allang niet meer op de loer

Page 51: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 52: August Staf Gillé (1892 – 1989)

1e wereldoorlog 1914 – 1918

Toch wisten wijamper

van oorlogdoch alleen de naam alwas een verschrikking

als de dood was ikvluchtte naar Ierlandeen jaar later terug

ingelijfdin de ladderdes doodsloopgraven

slokte mij opverminkte

mijn rechterarmen hand

laterin een invalidenkampontpopte ik talenten

begonte tekenen

te schilderengeen stoppen meer aan

in mijn achterhoofdgillende kinderenkrijsende ouders

de doodde graven

zoekende ogenzeeën vol tranen

Page 53: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 54: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Ongehuwd

Het is nu eenmaal zoben de enige nietnooit zitten tobbenmet het waarom

creërenkwam in de plaats

voelde mijeenvoudige godvan de creatie

wijder en wijderom mij heen

nooit gevraagdwie of wat

mijn liefdes zijn

had ze alin scheppingen

waar ik maar wildekuste en copuleerde

in fantasieën

waar Freudgeen kaas

van heeft gegetenik ben mijn eigen

eenvoudigeanalyse

Page 55: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 56: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Met lede ogen aanzien

Een illusionist ben jij die emoties weet los te makenmet welvingen van kleur en goochel je met tonenzacht en week pastel die overgaan in felle tinten

waar mijn oogleden niet van gaan hangen

nu ik het nogmaals over oogleden hebvraag ik mij voor de verandering toch weer eens af

wat er achter die half geopende oogleden schuiltin jouw schilder en beeldhouwwerken

vragen zij om analyse?

daar moet een psycholoog aan te pas komen wanthet intrigeert mij in het bijzonder want je kunt mij niet wijsmaken

dat jij bij het creëren al zo moe was maar er is een redendie als een paal boven water staat!

speelde het toen al door jouw hoofd met lede ogenaanzien en het vooruitzien van verlatenheid?

of is het een familietrekje?van jouw moederskant

Page 57: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 58: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Natuurlijke zaak

Hoe ouder je wordtdichterbij het sterven komt

zoveel geschilderd heb als ikdenk je daar eerder over na

filosofie over erfrechtwie zal al mijn werk gaan erven?

ikzelf verkoos isolementaspiratie los ging laten

je kunstkring wordt veel kleinernietiger zomaar te zeggen

dat huist gewoon in mijneem mijn alter ego nou?

amper fluistert na te denkenover ego’s lopen meningen uiteeneigen visie ziet dan om de hoek

zonder vrouw geen nazaten

wie kan mijn oeuvre na de doodvoor iedereen bereikbaar maken?aspiratie sloeg over naar inspiratie

uiteindelijk viel mijn keuze

Bonheiden Rijmenam natuurlijk!dat lijkt mij een goede zaak!

of ik moet de plank misslaan?

Page 59: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 60: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Vanuit mijn visie Staf

Maar even tussen ons gezegd en verzwegenjij was toch al behoorlijk op weg en niet alleenom je omgeving te veroveren als strijder voor

eigen schone scheppingsdrift?

sloot jij niet een te nauw verbond met eenvoud?begrijp je wel omdat ik hetzelfde raakvlak heb

mijn ambities zijn nu ook zeer beperkt enherken dat rustverlangen

vat ook dat jij inmiddels de dief van mijn dagen nachtrust bent omdat er niets tastbaar is

alleen virtueel moet ik een beeld te vormen enhak ik te veel in op Bonheiden en Rijmenam

reist mij steeds weer de vraag of het wel juist isdat wij hen als zondebok zien en het wel klopt

wij hen de zwarte Piet toespelen omdat er NIETeerbiedige ruimte is waar men zich kan verbazen

men kreeg het toentertijd zomaar van jouin de schoot geworpen en laten wij eerlijk zijn

om ons bloot te willen geven dat de bestuurderser geen kaas van hadden gegeten wat zij

aannamen en veel te gretig waren

dat is de andere kant van de medaille en was ergenoeg geld om alles te kunnen financieren?

logischerwijs had men het kunnen doorspelen naar hetstadsbestuur van Mechelen, lege kerken genoeg!

Page 61: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 62: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Ode aan een bijna dode

Zwart en zwaardagen lang als nachten werden

eindeloos en diepspelonken krochten graven

naar de hel

waar vocht en schimmelsoverwegend langs de muren druipendraagkracht

op hun tocht naar de verrottingopgeslagen beelden deden krijsen

tegen wil en dank sluit ik mij inom te redden wat er te redden valtstruikel over bijna dood vergeten

oude transparante geest der kunst

samen met mij verder wildehij werd veel eerder ingesloten

door belofteszijn werk aan narren toevertrouwdeen kunsthuis als een kathedraal

voor iedereen toegankelijkwaar wij nog steeds naar snakken

met onze grote eerste vriendzijn fakkeldrager Lybaert

die nog steeds voor hem een weg baant…

http://youtu.be/5OlabcDl_Ks

Page 63: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 64: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Daar sta je dan met je goeie gedrag

Is dit stank voor dank: jij als monumentjemet amper omheen lopers donker in de nachtdaarom heeft Lybaert jou met heel veel moeite

extra in het licht geplaatst

Ben zo trots op die manom jou te kunnen ten•toon•stel•len

zo maar mag la ten zien?

zonder het hamerenvan een trouwe volgeling

had jij er niet gestaan!

of het een verdienste iswij kennen het hoofd maar al tegoed

al vanaf jouw jonkheid

is er geen andere plekbijvoorbeeld een leegstaande kerk?

want jij bent aanbidding waard

als middelpunt van alle kunstwerkenkomt allen tezamen

hier behoort een beeldenstorm

van bezoekers op de knieënhier moet een koor van engelen zingen

die voor spasmodermie zorgen

http://www.youtube.com/watch?v=BcBQclozy3U

Page 65: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 66: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Laten wij gaan zitten

Neem Staf’s poëzie ter handwant hij heeft meer talenten

dan u denkt

het is een giftdie hij aan de gehele wereld

schenkt

ook hier ontdekt menzijn eenvoud

in het duidelijke woord

niets wordt erin een omhaal van woorden

cryptisch vermoord

hij streelt in ’t Vlaamsmijn hartekind

zo puur

dat in geenenkele taal

zo lieflijk klinkt

zijn bloemkensstrelen

oog en hart

Page 67: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Poëzie van August ‘Staf’ Gillé

Page 68: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Dromen

Dromen, altijd maar dromen,Dromen om tot schilderen te komen,Schilderen wat men denkt en voelt,

Schilderen dat naar hoger doelt.Wanneer mijn werk U heeft bekoord,

was’t mijn droom die U heeft doorgloord.Niets meer kan mijn binnenste geven

dat U vraagt om te beleven.Schilderen dat het hoogste doeltSchilderen wat het harte voelt,

was mijn droomMijn enige droom.

Page 69: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Kunstenaarszieltjes

Op een vroegen zomermorgen,De zon was nog verborgen

Achter morgendauw: ’t was Gods werk.Ik wandelde, doch voelde mij niet sterk,

door de wijde beemden het “Spuihuis” voorbij,Ik weende bij het zien der vele bloemkens langs mijn zij.

Ze schenen mij zeer tevreden te wezen,Door de warme zonne nu verrezen.Kleine bloemkens gelukkig en blijDoor de zonne geholpen en vrij.

Wat zoudt gij doen zonder de zonneEn hare warmte, was uw leven niet begonnen

En nu leeft gij voort en weet waar naartoe.Middag, gans de dag tot ’s avonds moe.

En wanneer gij haar niet meer hebt vandoen,Verdwijnt de zonne achter een gordijn van groen.

Gelukkige bloemkens,Gelukkige bloemkens …

A. GILLE (1892-1989)(omstreeks 1927)

Page 70: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Zij die met me leed

Zij die met me leed, mijn brave moe,Ze weet ook van ’t oneerlijk gedoe.Hoe ouder en hoe grijzer ze blijkt,Hoe nader ze Gods moeder gelijkt.

Zij was arm, die met me leed te zeer,Met haar diepe zachte blikken te meer,Zij alleen weet hoezeer ik heb gewerkt.

Oude moeder met een taaie wil gesterkt.

En toch hopen we tezaam te sterven,Met de gave die ons is gegeven,

Voor hen, die het willen vergoeden,Tot hem die we noemen: de goede.

De goede aller, God, hierboven,Die we ootmoedig hebben te loven.O moeder! Hij is die schikt ons lot,

Ik heb met U beiden ook meermaals gespot.

Page 71: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Moeder!

Hoe heerlijk klinkt haar naam:moeder, moeder,

mijn allerliefste moeder..

Moeder!

Moeder was goed.Als kind konden we moeder niet missen.

Was er iets verkeerddan gingen we

bij moedertroost zoeken

en vonden het telkens.

Moeder !

Hoe menigmaalhebben we haar verweten

voor al wat slecht is…Wat moet zij

in haar binnensteveel geleden hebben

maar,

Moeder was goed.Hoe ouder we worden

hoe meer we dat inzien.

Moeder !

Vergeef het onsvoor onze dwaasheden

en soms ook onverschilligheid.We weten, lieve moeder,dat we hebben misdaan

en jij steeds ons hartverblijdt.

Moeder !

Onze gedachten aan jouzullen nooit vergaan.

Page 72: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Zij die men vergeet

Aan het kruis hangt Gij Heer met een doornenkroon,Aan de IJzer ligt gij soldaat zo schoon,

Voor wie is ’t dat ge hebt gezwicht?Voor hen die verzuimden hun plicht.

Herinner u wie er streed?Zij die men vergeet.

Aan het kruis Heer met Uw blik zo zacht,Aan de IJzer soldaat met uw bleke lippen zonder klacht,

Voor wie is ’t dat ge offerde uw bloed?Voor hem, die u nog ziet, noch groet.

Herinner u wier er leed?Zij die men vergeet.

Almachtige God met Uw hemels huis,Het zijn de oudstrijders van Uw kruis,

Die zich geheel schonken voor hetgeen was in nood,En met U smeken hun recht, hun brood.

Wie is ’t die nog lijdt?Zij die men benijdt.

Kindertjes onschuldig lief en teer,Wilt u vragen en bidden de Heer

Dat men ’t kruis en de IJzer in eer zou bewaren,De mensen voor altoos zouden bedaren.

Met een dank van wie leed?Zij die men vergeet.

Page 73: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Het Mechelsbroek

Voor mij was het Mechelsbroekhet bovenste gedeelte

van de aardbol.

Men kon er zo goed de sterrenbekijken en de zon zien reizen

en weer zien ondergaan.

We zagen in de verteSt.-Romboutstoren pronken als uitzicht

de machtigste Toren op aardewaarschijnlijk omdat hij

geen punt heeft.

Als de wind goed stondhoorden we de beiaard spelen.

En dit van in het middender beemden.

Toen ik gans alleenwandelde in het Mechelsbroek

de weide in, ging ik net:op de weg naar de hemel :

Wilde bloemen en de bomendie me tegenlachtede vogels zongen.

We zweefden hogerwaartsen we hoorden vanuit de hemel

engelenkoren zingen en ons hart zong mee….

Page 74: August Staf Gillé (1892 – 1989)

DE WIND

Op de fiets vocht ik graagtegen de wind.

Maar,hij was mij steeds de baas.

Wat zijn wij kleine schepselsop “ons” wereldje.

De natuurelementenkan niemand meester.En er is niets mooier…

DE ZON

Probeer maar eensde zon te schilderen.

We kunnen ze wel voorstellenop de ene of andere manier,

dat is ook al.Als de zon schijntzweven we in hogere sferen

zijn we opgetogen en voldaan.

HET LICHT

Het natuurschoonde eindeloze hemel,

daarbij het waarderen der kunstschept ons diepe vreugde.

Er brandt Licht in ons binnenste,of de zon schijnt in ons hart.

Juichen en danken wehet eeuwige mysterie !

Page 75: August Staf Gillé (1892 – 1989)

OVER DE WEIDE: http://youtu.be/XU-kXUahtNo

Van mijn prilste jeugd af, liep ik langs de Kapoenenweg het broek in!Ik ben duizenden malen in de beemden geweest!

Op alle tijdstippen van het jaar, op elk uur van de dag, ook als het donker was.Met goed weer en slecht weer, met stil weer en met storm, in regen en zonneschijn

bij koud en warm weer, ook als het zeer koud of heet was.Ik heb er kikvorsen zien slaan en zoveel anders bijgewoond: vogels vangen, jagenvissen. De sloten en greppels zien kuisen. Ik heb er zien maaien en heb er mee in

’t hooi gewerkt. Ik heb er koeien zien kalven en ik heb ze zien melken.Ik heb gewandeld en gelopen en over beken gesprongen.

Ik heb er gefloten, gezongen en lawaai gemaakt, gezwommen en geschaatstpaddenstoelen gezocht en vele bloempjes geplukt.

Ik heb er de vogels horen zingen en ook de engelen van uit de hemel, en ik deed mee!Ik heb er bewonderd en bemind.

Ik heb er met vissen, vogels en andere dieren gesproken.Ik sprak er met bloemen. Ik heb ze alle zeer blij geweten, maar ze hadden ook hun strijd.

In de beemden vertoeven is heilzaam voor de gezondheid naar lichaam en geest.Daarbij geeft het ons de moed en men leert er de waarde van de verdraagzaamheid kennen.

Onze blikken strekken er hoger en wijder, men komt er in geestdrift en dat zet aantot voortbrengen, werken en nog werken! Zijn gedachten op het werk kunnen zetten

is de énige troost!In de beemden wordt men nooit oud, men kan er zo kinderlijk tevreden zijn.

En hoe meer ik er nu naartoe ga, hoe meer ik er van houd, en hoe krachtiger en mooier,neen! hoe goddelijker de beemdenwereld –al wat er groeit en bloeit en leeft, héél zijn

bevolking –mij voorkomt, en hoe meer ik er mee samenleef en er in opga!

De open, vrije natuur wordt men nooit moe, zij is altijd anders en nieuw.Wij moeten er nog altijd méér naartoe, en ze nog hoger leren achten

A. Gillé, 1948.

Page 76: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 77: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro-film op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.

No part of this proëtry may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means, without writtenpermission from the writer: ©® Laurens Windig

Laurens Windig Poezie Planeet:http://members.chello.nl/l.windig

YouTube kanaal: http://www.youtube.com/user/windigful

E-books: http://issuu.com/windig

Bron: Dominik Lybaert: http://www.august-gille.be

http://nl.wikipedia.org/wiki/August_Gill%C3%A9

Portfolio: http://augustgille.com

Introductiefilm AG werken: by Rudolf Dierckx: http://www.youtube.com/watch?v=RYyQAcQE4Rs

Kunstwerken te bewonderen via Facebook:https://www.facebook.com/august.s.gille?fref=ts

Fotografie o.a: Dhr. (wijlen) Jo Haazen. Brecht Cloetens, Dominik Lybaert

Page 78: August Staf Gillé (1892 – 1989)
Page 79: August Staf Gillé (1892 – 1989)

Laurens Windig 1943

Amsterdammer en Nederlandse dichter, laat zich er nietvan weerhouden veel humor een plaats te geven in zijnwerk, maar vooral ook drama: wie mij leest en naar mijluistert zal willen glimlachen en ook ontroering willenvoelen. Bijzonder thuis voelt hij zich in de rij Vlaamsedichters welke hij links en rechts ziet als zijn poëtischbalans.

Vooral vrije poëzie boeit hem uitermate, zoals het werkvan de Nederlandse schrijver Pastuiven Verkwil, omdater bij hem geen beperkingen zijn.

Windig gebruikt rijm wanneer het op de meest onvoorzie-ne momenten opduikt. Hij voelt zich gedreven, zoals veledichters, vooral de liefde in al haar vormen een groteplaats in zijn werk te geven. Hij is telkens opzoek naarhet juiste, mooiste gevoel dat erin ons leven bestaat.Persoonlijke liefdevolle, maar vooral ook dramatischelevenservaringen hebben hem tot het schrijven gebracht:invoelen is zijn motto.