Artikel silke van dijk van arbo04 2012

3
18 arbo 4|2012 Overgewicht Voeding- en bewegingsinterventies voor een gezond gewicht Overgewicht en obesitas van werknemers kosten het bedrijfsleven handenvol geld. Een breed pakket aan maatregelen kan helpen om gewichtsproblemen te bestrijden. Binnen organisaties bestaat daar voldoende draagvlak voor, en niet alleen onder directie en leidinggevenden. tekst Silke van Dijk N u de overheid maatregelen neemt om de pensioenleef- tijd te verhogen van 65 jaar naar 67 jaar is het extra be- langrijk om er als overheid en werkgever alles aan te doen om te zorgen dat werknemers zo lang mogelijk gezond aan het werk kunnen blijven. Een beleid gericht op het tegen- gaan van overgewicht mag daarbij niet ontbreken, maar wat dat betreft moet er nog veel gebeuren. Om een beeld te schet- sen: in 2008 had ruim 43 procent van de werknemers overge- wicht (in 2006 was dit 36 procent) en voerde niet meer dan 14 procent van de werkgevers hier actief beleid op. Werknemers met overgewicht kosten alle werkgevers bij elkaar zo’n 2 miljard euro per jaar. Die kosten ontstaan door produc- tiviteitsverlies als gevolg van ziekteverzuim en vervroegde uit- treding uit het arbeidsproces. Het risico op arbeidsongeschikt- heid is anderhalf tot tweemaal hoger bij mensen met overgewicht dan bij mensen met een normaal gewicht (VWS, 2009; NIGZ, 2011). Ook melden werknemers met een onge- zonde leefstijl zich bijna tweemaal zo vaak ziek (Eysink, Ham- berg- van Reenen, & Lambooij, 2008; NIGZ, 2011). Verder cor- releert overgewicht met tal van aandoeningen en ziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten, enkele soorten kanker, depressie en aandoeningen aan het bewegingsstelsel en ademhalings- stelsel (Bakel & Zantinge, 2010). Screeningsinstrumenten Om tot een passende interventie te komen die doelgericht en effectief ingezet kan worden is het nodig te kijken naar het ge- drag van werknemers en de behoeften van de werkgever. Het zullen immers met name de werknemers zijn die de interven- tie moeten ondergaan en de werkgever zal hierin moeten in- vesteren. Een kant-en-klare interventie waarbij niet gekeken is naar het gedrag van de werknemers en naar de behoeften van de werkgever, heeft slechts een kleine kans van slagen. De inzet van screeningsinstrumenten kan de effectiviteit van een interventie vergroten. Als in kaart wordt gebracht welke activiteiten en benaderingsvormen het meest geschikt zijn voor een doelgroep, kan een interventie hierop aansluiten. In Het is nodig om te kij- ken naar het gedrag van werknemers en de behoeften van de werkgever

Transcript of Artikel silke van dijk van arbo04 2012

Page 1: Artikel silke van dijk van arbo04 2012

18 arbo 4|2012 arbo 4|2012

Overgewicht te lijfVoeding- en bewegingsinterventies voor een gezond gewicht

Overgewicht en obesitas van werknemers kosten het bedrijfsleven handenvol geld. Een breed pakket aan maatregelen kan helpen om gewichtsproblemen te bestrijden. Binnen organisaties bestaat daar voldoende draagvlak voor, en niet alleen onder directie en leidinggevenden.

tekst Silke van Dijk

Nu de overheid maatregelen neemt om de pensioenleef-tijd te verhogen van 65 jaar naar 67 jaar is het extra be-langrijk om er als overheid en werkgever alles aan te

doen om te zorgen dat werknemers zo lang mogelijk gezond aan het werk kunnen blijven. Een beleid gericht op het tegen-gaan van overgewicht mag daarbij niet ontbreken, maar wat dat betreft moet er nog veel gebeuren. Om een beeld te schet-sen: in 2008 had ruim 43 procent van de werknemers overge-wicht (in 2006 was dit 36 procent) en voerde niet meer dan 14 procent van de werkgevers hier actief beleid op.Werknemers met overgewicht kosten alle werkgevers bij elkaar zo’n 2 miljard euro per jaar. Die kosten ontstaan door produc-tiviteitsverlies als gevolg van ziekteverzuim en vervroegde uit-treding uit het arbeidsproces. Het risico op arbeidsongeschikt-heid is anderhalf tot tweemaal hoger bij mensen met overgewicht dan bij mensen met een normaal gewicht (VWS, 2009; NIGZ, 2011). Ook melden werknemers met een onge-zonde leefstijl zich bijna tweemaal zo vaak ziek (Eysink, Ham-berg- van Reenen, & Lambooij, 2008; NIGZ, 2011). Verder cor-releert overgewicht met tal van aandoeningen en ziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten, enkele soorten kanker, depressie en aandoeningen aan het bewegingsstelsel en ademhalings-stelsel (Bakel & Zantinge, 2010).

ScreeningsinstrumentenOm tot een passende interventie te komen die doelgericht en effectief ingezet kan worden is het nodig te kijken naar het ge-

drag van werknemers en de behoeften van de werkgever. Het zullen immers met name de werknemers zijn die de interven-tie moeten ondergaan en de werkgever zal hierin moeten in-vesteren. Een kant-en-klare interventie waarbij niet gekeken is naar het gedrag van de werknemers en naar de behoeften van

de werkgever, heeft slechts een kleine kans van slagen.De inzet van screeningsinstrumenten kan de effectiviteit van een interventie vergroten. Als in kaart wordt gebracht welke activiteiten en benaderingsvormen het meest geschikt zijn voor een doelgroep, kan een interventie hierop aansluiten. In

Het is nodig om te kij-ken naar het gedrag van werknemers en de behoeften van de werkgever

018-020_ARBO04_TH-ART03.indd 18 26-03-12 14:51

Page 2: Artikel silke van dijk van arbo04 2012

19arbo 4|2012 arbo 4|2012

GEZOND WERKEN

0

10

20

30

40

50

60

70

80

6873

19 1913

8

perc

enta

ges

algemene bevolkinghuisartsen

(geheel) mee eens eens noch oneens (geheel) oneens

Figuur Het is de taak van huisartsen mensen met overgewicht hieeroverongevraagd advies te geven

Overgewicht te lijf

het onderzoek Overgewicht te lijf binnen het bedrijf (Dijk, 2011) is naast diverse segmentatiemethoden ook gekeken naar deter-minanten van voeding- en beweeggedrag (ASE-model, de Vries) en de verschillende fasen van gedragsverandering (Sta-ges of Change, Prochaska) om zo tot een passend aanbod van methodieken binnen een interventie te komen.Hiernaast dient aangesloten te worden op de behoeften van de werkgever. Uit bovenstaand onderzoek kwam een aantal aan-bevelingen naar voren waarvan er enkele genoemd zullen wor-den. Een daarvan is: ‘geef de werkgever inspraak in de samen-stelling, randvoorwaarden, implementatie en uitvoering van

een interventie.’ De werkgever wil betrokken worden en wil het gevoel van inspraak hebben zodat de interventie custom made kan worden gemaakt. De interventie dient verder laag-drempelig te zijn (gemakkelijk bereikbaar, keuze uit meerdere activiteiten, gratis, onder werktijd), gericht op preventieve en curatieve begeleiding, met een multidisciplinaire aanpak van voeding, beweging en psychologie en met keuze uit groeps- en individuele begeleiding. De inzet van eigen disciplines wordt niet door iedere werkgever geapprecieerd; een goed werkend team van vakbekwame specialisten krijgt de voorkeur. Ook is het voor de werkgever nog niet altijd duidelijk wat het verschil is tussen een preventieve, secundair preventieve en curatieve interventie.Het valt te verwachten dat niet iedereen zich prettig voelt in een groep en dat sommige werknemers intensievere begelei-ding behoeven, vandaar de individuele benadering. Verder ver-wacht de werkgever veel van een interne ambassadeur, die on-der andere de werknemer kan aansporen tot deelname. In het belang van de motivatie van de werknemer dient de introduc-tie van de interventie vooral luchtig, leuk en ludiek te worden gebracht. Ook moet de benadering van de werknemers door een externe partij worden geïnitieerd en moet de benadering van de werkgever positief zijn.

Taboe doorbrekenHet bespreken van overgewicht blijkt nog een taboe: de werk-gever durft het vaak nog niet aan. Het (vroegtijdig) bespreek-baar maken van overgewicht en obesitas door de juiste per-soon kan er dus voor zorgen dat er eerder en dus preventief

018-020_ARBO04_TH-ART03.indd 19 26-03-12 14:51

Page 3: Artikel silke van dijk van arbo04 2012

20 arbo 4|2012 arbo 4|2012

geïntervenieerd kan worden. De werkgever wil dit taboe graag doorbreken door trainingen, vaardigheden en gesprekstechnie-ken aan te leren om deze problematiek bespreekbaar te ma-ken.Hierbij is het interessant te weten hoe de cliënt en de pro-fessional tegenover het bespreken van overgewicht staan. Uit onderzoek door F. Spikmans et al. (2011) onder leiding-gevenden, werknemers, diëtisten en bedrijfsartsen is geble-ken dat alle groepen het van belang vinden dat de leidingge-vende medewerkers indien nodig aanspreekt op hun leefstijl. Dit wordt bevestigd door het onderzoek van Witte & Mulder (2011). Hieruit blijkt dat ongeveer 75 procent van de werkgevers en werknemers vindt dat de werkgever de professional mag attenderen op ongezond gedrag van de werknemer. Het aanspreken van de werknemer op een

gebrek aan vitaliteit gaat werknemers echter te ver: slechts 29 procent vindt dat dit kan, tegenover 45 procent van de werkgevers.Ook de huisarts speelt hierbij een grote rol. Blijkens onder-zoek van Reitsma & de Jong (2010) is 73 procent van de be-volking en 68 procent van de huisartsen het eens met de stelling ‘Het is de taak van de huisarts om ongevraagd ad-vies te geven over overgewicht.’ Merkwaardig genoeg zegt 95 procent van de huisartsen dit wel eens te doen, terwijl slechts 15 procent van de bevolking zegt weleens onge-

vraagd advies te hebben gekregen over het gewicht. Het is dus de vraag of de huisarts het probleem daadwerkelijk heeft benoemd en/of de patiënt de boodschap ook daadwer-kelijk heeft ontvangen. Verder wordt onder andere geadvi-seerd om behalve aan overgewicht en obesitas ook aandacht te besteden aan de balans tussen werk en privé. De nadruk moet niet liggen op het gewicht, maar op het totale fysieke en geestelijk welbevinden.Op dit moment lijkt het aan te bevelen om professionals bui-ten de organisatie te betrekken bij het vormgeven van een in-terventie. Ook zal naast de rol van de werkgever c.q. leidingge-vende verder gekeken moeten worden naar de rol van onder andere de bedrijfsarts, zorgverzekeraar, overheid, andere para-medici en leerkrachten.

Silke van Dijk is werkzaam als diëtist en voedingsdeskundige.

Dijk, S. v. (2011). Overgewicht te lijf binnen het bedrijf. Een studie naar de effecten van het beter laten aansluiten van interventies op het gedrag van werknemers en behoeften van werkgevers. Tilburg: CZ.

Bakel, A., & Zantinge, E. (2010). Hoeveel mensen hebben overgewicht of ondergewicht? Opgeroepen op 24 Maart, 2011, van Nationaal Compas Volksgezondheid: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdetermi-nanten/persoonsgebonden/lichaamsgewicht/hoeveel-mensen-hebben-overgewicht-of-ondergewicht/

Eysink, P., Hamberg- van Reenen, H., & Lambooij, M. (2008). Leefstijl en arbeid in balans. Bilthoven: RIVM.

NIGZ. (2011). De introductie. Opgeroepen op 22 April, 2011, van http://www.gezondheidsmanagement.nl/index.cfm?act=themas.aspect&thema=1

Reitsma, M., & Jong, J. d. (2010). Ongevraagd advies bij overgewicht. Huis-arts & Wetenschap , 53 (11), 583.

Spikmans, F., Engels, J., Gulden, J. v., & Heerkens, Y. (2011). Bespreekbaar maken van overgewicht op de werkplek; kan dat en wie moet het doen? Een inventariserend onderzoek onder leidinggevenden, medewerkers en professionals. TSG , 89 (2), 114-121.

TNO. (2010). Bewegen en overgewicht onder Nederlandse werknemers 2000-2008. Opgeroepen op 20 Februari, 2011, van TNO: http://www.tno.nl/downloads/TNOKvL-PZ_Bewegen_en_overgewicht_werkne-mers_2000-2008.pdf

VWS. (2009). Nota Overgewicht. Uit balans, de last van overgewicht. Den Haag: VWS.

Witte, E., & Mulder, P. (2011). CZ Vitaliteitspeiling. Kwantitatief onderzoek onder werkgevers en werknemers naar (de betekenis van) vitaliteit op de werkvloer. Tilburg: CZ.

De inzet van eigen disciplines wordt niet door iedere werkge-ver geapprecieerd

2000-2001 2002-2003 2004-2005 2006-2007 2008

Totaal 36 38 37 41 41

Beroepstak

1. Ambacht, industrie, transport-beroepen en verwante functies

46 43 43 49 53

2. Beleidsvoerende en hogere lei-dinggevende functies

42 44 44 * 44

3. Commerciële functies 34 43 41 52 26

4. Agrarische beroepen, visserij etc.

45 27 41 * 34

5. Administratieve functies 35 39 34 35 43

6. Dienstverlenende functies 35 37 33 56 53

7. Wetenschappelijke beroepen, vakspecialisten, kunstenaars

26 31 33 23 34

Tabel 1: Trends (2000-2008) in het percentage Nederlandse werknemers die overgewicht hebben(BMI ≥ 25 kg/m2) uitgesplitst naar beroepstak (TNO, 2010).* Te weinig respondenten voor een betrouwbaar percentage

018-020_ARBO04_TH-ART03.indd 20 26-03-12 14:51