Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig...

63
Architectuuractualia 1

Transcript of Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig...

Page 1: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Architectuuractualia

1

Page 2: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

laatste update: academiejaar 2015-2016

OPMERKINGEN VOORAF - Altijd noteren, ook al zegt hij dat het in de syllabus staat, meestal is dat niet zo (vooral

over POMO is er in de cursus niet veel te vinden en ook de werken van andere WTT’s, die wel eens op het examen gevraagd worden, staan niet in de syllabus, bovendien is er helemaal niets te vinden over Rem Koolhaas …).

- Werken WTT’s kennen zoals bv. die van Hannover (hij geeft foto > kunnen aangeven welke WTT, welk land / architect, waar, wanneer …).

- Het Academisch Minimum (te vinden op het Internet) is altijd handig om eens te bekijken, maar het geeft geen goed beeld van het soort vragen dat gesteld wordt op het examen, aangezien deze vragen vooral van vroegere, mondelinge examens afkomstig zijn.

- Naar de les gaan is altijd een voordeel, niet alleen blijft het beter hangen en heb je al een basis voor bij het leren, je eigen notities helpen je ook bij het leren en kunnen dit document natuurlijk nog verbeteren!

- Dit document is een hulp bij het leren. Ik raad je daarom aan om de syllabus op z’n minst één keer de te lezen. Daarna kun je dit document erbij nemen om de hoofd- van de bijzaken te scheiden en het belangrijkste te leren.

- Dit document werd opgesteld aan de hand van een aantal al bestaande samenvattingen, documenten en notities, aangevuld met nog wat andere notities. Al deze zaken werden opgesteld door studenten. Houd er dus rekening mee dat er zeker nog fouten en/of onvolledigheden in kunnen zitten. Er kunnen ook altijd stukken teveel in zitten (de te kennen leerstof is niet altijd dezelfde).

- Als je zelf ideeën (en de tijd en motivatie) hebt, om dit document nog wat aan te vullen of te verbeteren (met bv. fotomateriaal), zeker doen! Help ook elkaar en zorg ervoor dat dit document op Minerva te vinden is (studentenpublicaties), en zorg er dan ook voor dat de Word-versie op Minerva geplaatst wordt zodat ook je medestudenten kunnen helpen bij het op punt zetten van dit document.

Veel plezier bij het leren!

2

Page 3: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

INHOUDSTAFEL

HOE BELGIË ZIJN HUIDIGE AANBLIK KREEG. ALGEMEEN OVERZICHT ................................................... 4 WILLY VAN DER MEEREN ........................................................................................................... 6 IEDEREEN ZIJN HUIS, EVERE – WILLY VAN DER MEEREN .................................................................. 8 CECA-HUIS – WILLY VAN DER MEEREN ...................................................................................... 10 EEN TIJD VANZELFSPREKENDHEID – MARCEL SMETS ..................................................................... 13 BRUSSEL 1945-1970: VERWACHTINGEN EN ILLUSIES ..................................................................... 15 AARDE, PASSAGIERS EN GEBOUWEN – LUC DELUE (1990) ............................................................. 19 BOB VAN REETH REVISITED – MECHELEN 1968-1975 ...................................................................22 HET LANGDURIGE DAT TOEVAL MAAKT – BOB VAN REETH ............................................................. 27 POSTMODERNE ARCHITECTUUR ................................................................................................. 30 POMO: LIJST MET BELANGRIJKSTE WERKEN & ARCHITECTUURBIËNNALE VAN VENETIË ...................... 35 MEERVOUDIGE ONTWERP-OPDRACHT VOOR DE NIEUWE VOORHAVEN VAN ZEEBRUGGE/BELGIË ........... 37 20 JAAR ONTWERPEN VOOR HET EUROPAKRUISPUNT TE BRUSSEL………………………………………… 45 EUROPE SQUARE REARRANGEMENT PROJECT, BRUSSELS .............................................................. 48 DE RINGCULTUUR – W.J. NEUTELINGS ........................................................................................ 50 REM KOOLHAAS ...................................................................................................................... 61

3

Page 4: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 1: HOE BELGIË ZIJN HUIDIGE AANBLIK KREEG. ALGEMEEN OVERZICHT INLEIDING België:

- Vol en weinig samenhang - Natuurlijke expressie van onze volksaard (baksteen in de maag) - Bouwen = economische activiteit - Resultaat = probleem??

Baksteen

Tot voor WO2: overzichtelijk (dorp – stad: afgebakend) Wildgroei = gevolg van wettelijke instrumenten, verordeningen > ingeburgerde ‘mentale’ beelden Liberale grondwet > onbeperkt recht op economisch initiatief en privé-eigendom garandeert

TO THE POINT WOII: grootschalig tekort aan woningen Wet de Taeye (’48):

- Katholiek - Premie en leningen - Niet ‘neutraal’, niet waarden-vrij, ieder gezin ‘eigen huis’ - Belang verwerven eigen kleine woning - Verheffing van het gezin, aankweken spaarzin - Tegengif: tot promiscuïteit leidende gegroepeerde woonvormen: hoogbouw

Wet Brunfaut (’49)

- Socialistisch - Rationele, planmatige organisatie en ruimtelijke ordening van het land - Talrijke woongelegen heden en gegroepeerde woningen - > tegengesteld aan de Taeye - Gedebatteerd (door Koude oorlog, verzuilde landschap)

Katholieken: proletarisering tegengaan > resultaat: in werkelijkheid Brunfaut enkel nog subsidiëren van infrastructurele werken bij de aanleg van nieuwe woongebieden - Taeye: gewonnen, reusachtig succes bij grote publiek (succes door stijgende welvaart, uitbouw immobiliënsector, bouwindustrieën, technisch-wetenschappelijke vooruitgang) >> hier oorsprong ingeburgerde verkavelingswoede

4

Page 5: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Vooruitstrevende architecten van die jaren > achter Brunfaut > voorstanders van rationele ordening, hoogbouw (huisvesting van minderbegoeden in hoge gebouwen): prioritair programmapunt, belichaming sociale idealen, vooruitstrevende architectuur modernistische architectuur Renaat Braem – Willy Van Der Meeren > ‘Modelwijken’ Kiel Antwerpen (Renaat Braem), Modelwijk Heysel te Laken (RB), IZH-hoogbouw Evere (WVDM), ontwikkeling Antwerpse linkeroever Typisch Belgisch: wonen in verkavelingen (idylle paradijselijke staat herhalen, wonen in verspreide slagorde> wonen tegen de stad in*) * > 2de helft jaren 60: uitzwerming van de stad en reële destructie stadsdelen Destructie door

1. 2de wet de Taeye: slopingsvergunning (liet steden toe verkrotte buurten op te kopen, slopingswerken, geldelijk equivalent operaties ontvangen van Staat verminderd met grondwaarde; steden: terreinen verkopen aan promotoren, privé-ondernemers met winst)

2. Groot-kapitaal (hebben belang bij vestiging in stad: macht) 3. Aanleg autosnelwegen > effect op stadskernen 4. Negatieve imago stad >> verzet van bewoners en professionelen

‘Bouwen in België’ (Geert Bekaert): proces van falen van elke aanspraak van elk modeldenken (modernistisch!), leven in complexiteit en volheid regisseren Waarde ingezien chaotische banaliteit België: vorm van oorspronkelijkheid en vitaliteit Pleidooi architectuuraanpak die zou uitgaan van in concrete chaos leven > boek werd meestal oppervlakkig geïnterpreteerd, als pleidooi ‘architectuur zonder architect’ begrepen (’68: deskundigheid verdacht) ‘Architect als deskundige’ (bv. Braem) wordt verruild voor ‘architect als dienaar’ > architectuur die gezellig wil zijn (kleinschalig) Jaren ’70: alle aandacht naar historisch gegroeide stad >> goede bedoelingen, gaan daaraan ten onder: architectuur op maat van kleinburgerlijke behoeften Jaren ’80: - Keerpunt - Eerste architectuurbiënnale in Venetië (doorbraak postmoderne architectuur) > PM niet meer populair vandaag (simplistisch, commercieel amalgaam van historiserende fragmenten en stilistische verwijzingen, populair bij grote publiek); máár: ook werken die getuigen van bewuste, intelligente en gecultiveerde omgang van de architectuur met de vele gegevens en middelen waarover ze beschikt PM’sten zijn er niet in geslaagd om een plaats te geven aan de meer recente ontwikkelingen: stad vs. platteland weg

5

Page 6: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 3: WILLY VAN DER MEEREN - Académie de Bruxelles: neoclassicisme, nadruk op studie van klassieke orden (beaux

arts) > verzet modernisten (↔ Sint-Lucasscholen: architectuur als ambacht, vanuit neo-gotische traditie)

- > La Cambre (Ter Kameren): ⋅ bastion moderne architectuur België ⋅ De Koninck en Bourgeois ⋅ ‘esprit de La Cambre’:

I. Architectuur voor de massa, de grote aantallen die geen degelijke woning hebben en geen enkele vorm van comfort > architectuur = vorm van ‘maatschappelijk dienstbetoon’

II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn

III. ‘la fonction engendre la forme’: vorm moet verantwoord worden vanuit pragmatische functie

- WVDM: obsessie met de ‘economie’ van middelen, materialen en hun constructieve mogelijkheden (geen vooringenomenheid materiaalkeuze)

- Verlangen om kostprijs te reduceren & voorliefde voor het experiment > combinatie maatschappelijk engagement en bouwkundige pioniersmentaliteit >> weerstand

- Problemen: ⋅ debuteert in volle wederopbouwperiode ⋅ idealisme en experimentele attitude ↔ algemene tijdsgeest van burgerlijk herstel

(rust, orde, netheid, harmonie: heimat-geborgenheid) ⋅ moderne architectuur-design: slecht daglicht (vooraanstaande modernisten

verdacht van collaboratie) ⋅ algemene teneur van regionale, nationale, monumentale bouwkunst

CECA-huis - groot tekort woonhuizen - geen voedingsbodem voor bouwkundige experimenten - conflict tussen klerikalen – anti-klerikalen: wet De Taeye – Brunfaut - 2 officiële organismen volkshuisvesting: Nationale Maatschappij voor Goedkope

Woningen en Woonvertrekken (NMGWW) & Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (NMKL)

- > gerichtheid op individueel bouwen (wet de Taeye) en bepalingen van ‘Kleine Landeigendom’: bemoeilijken gegroepeerd bouwen

- onstaan CECA-huis

6

Page 7: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Meubelen en modelappartementen - Verkettering moderne interieur met buismeubelen - Skandinaafs design populair (hout) - Buitenlandse meubelen slaan aan in Bel > fabrikanten voelen zich bedreigd > kansen

voor nieuwe design WVDM: - Wint meubelwedstrijd A l’Innovation - Wordt opgemerkt door metaalbedrijf - > behoort tot belangrijkste meubeldesigners naoorlogse periode - Serieproductie goede & goedkope meubelen (want machinaal vervaardigd) - Knowhow fabrikant en mogelijkheden machine medebepalend voor vormgeving - Vormgevers groeperen & gezamenlijke initiatieven > laten aanslaan bij grote publiek Hoogbouw ‘Ieder Zijn Huis’ - 3de CIAM-congres: hoogbouw als point de doctrine geaccepteerd - Unité: inspiratiebron (herkende er een inspirerend woonmilieu in: cité jardin verticale) Research - Werkgroep architecten, urbanisten en industrial designers - Research verrichten que designmethode, industrialisatie, uitvoeringsmogelijkheden en

stedenbouw - Hoofdmotief: tekorten scholen en universiteiten opvangen (gevolg van intra muros-

mentaliteit: geen contact met realiteit) - Atelier Alpha - Ontwerpproces op punt zetten: ontwerper, bewoner en fabrikant eenzelfde taal laten

spreken (inspiratie: SAR)

7

Page 8: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 5:

IEDEREEN ZIJN HUIS, EVERE – WILLY VAN DER MEEREN

1. dimensie (50x90x9m) 2. indeling: T1, T2, T3(i&u), T4: totaal 105 appartementen (72 + 16 + 17), conciërge,

hoogspanningscabine, kelders, fietsenstallingen, twee ingangen, twee trapschachten, terras (drogen, wassen), mortuarium (1), vergaderzaaltjes (2), technische galerij (2)

3. module: 1,13m 4. constructie:

- portieken: zichtbaar gelaten gewapend beton, glad bekist - windverbanden: lengterichting met geprefabriceerde welfsels: 56,5 cm - in de trappen en boven de pilotis: geen welfsels, maar platen in gewapend

beton 5. invulling van de structuur (gevel): gevelelementen in gewapend beton;

raamkozijnen; spouwmuren 6. betonnen welfsels: hol, ingeklemd in de portieken, 56,5 cm breed; 17cm hoog;

afwerking; voeg (geaccentueerd in profiel) (manier op punt gezet door Palm, Smets en VDM)

7. geprefabriceerde gevelelementen: langsrichting (onderhevig aan windbelasting en temperatuurschommelingen > maximum aan dilatatiemogelijkheden): complete elementen; drie soorten; in één mal gegoten; plaatsing > waterdicht; zelfde afmetingen van openingen in de panelen, voegen zijn plastisch

8. geprefabriceerde betonnen trappen: twee trappen (de gemeenschappelijke, de individuele); zeer nuttige afmeting (2,50m)

9. concept van de appartementen: verticale leidingschachten (organiseren van de sanitaire ruimtes: keuken & badkamer) geen nacht & daggedeelte

10. stimulansen tot gemeenschapsleven: galerijen en ruime hallen 11. leefbaarheid

8

Page 9: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

9

Page 10: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 6: CECA-HUIS – WILLY VAN DER MEEREN Context: probleem van blijvende grote woningnood, onevenwichtigheid tussen behoefte en realisatie (individualistische constructiemethodes, verhouding prijs-bereikte resultaten). De oplossing komt met: een sterk doorgedreven geïndustrialiseerde constructiemethode, die toelaat met eenzelfde volume aan inspanning een aanzienlijker resultaat te bereiken en daardoor de kostprijs per gebouwde eenheid gevoelig naar beneden te drukken. Kritiek vanuit een menselijk-sociaal standpunt: een woning moet iets persoonlijks zijn, dat de eigenheid van de bewoner(s) moet kunnen weergeven. Architecten (Palm en VDM) hebben daarmee rekening gehouden bij het maken van het CECA-huis:

- goedkope woongelegenheid (door verregaande rationalisering van de bouwelemen-ten en constructiemethodes)

- sociaal verantwoord maximum comfort - door variaties bij de afwerking en inrichting krijgt de persoonlijkheid van de bewoner

vrij spel REVOLUTIONAIR: (deels op vormgeving, maar vooral:) grondig gebroken met de diep ingewortelde traditie (eerst indeling en vervolgens (zo goed en zo kwaad als het gaat) de buitenwanden erom heen plaatsen).

Ideaal woonvolume: 7mx7mx(2.2,5)m → zo eenvoudig, zo sterk en zo economisch mogelijk bouwen (door industrie die de afzonderlijke elementen geprefabriceerd levert). Pas na dit omhulsel: de indeling (zonder een 'beste' kamer → zo ruim mogelijke woonkamer)

Indeling:

- woonkamer (hoofdbestanddeel van de benedenverdieping): eethoek & keuken (minimum aan verplaatsing, niet afgezonderd) & zithoek (gescheiden door voor-gebouwde kasten en trap)

- drie slaapkamers, geïnstalleerde badkamer - verwarmingszuil: uitstraling & warme lucht naar boven

Prijs: 150 000 frank = 3750 €: slechts mogelijk door de rationalisatie van de constructiemethode, met een ruim gebruik van geprefabriceerde elementen zonder kwaliteitsverlies van grondstoffen. Constructie:

1. funderingen: geen kelder → betere stabiliteit (75cm → geen vorst beschadiging) 2. metalen geraamte: portiek van geplooide staalplaatprofielen gevormd uit twee

helften (aan elkaar schroeven op de bouwplaats)

10

Page 11: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

⋅ elektrische leidingen ⋅ dragend element van de hele constructie ⋅ precies in het midden gelegen: twee delen, zonder de indeling te bepalen ⋅ alle lijsten zijn reeds voorzien ⋅ gevelramen vooraan en achteraan bevestigen ⋅ module 113cm > veranderlijk gebruik van de elementen: andere gevels

3. metselwerk der gemene muren: isolerende betonblokken (20cm) > voldoende geluidsisolatie

4. vloeren en zolderingen: 1 systeem nl. Bimsbeton: zowel de onder- als bovenkant is afgewerkt:

⋅ onderkant (zolderingen): glad gepolierd, voegen, verven ⋅ bovenkant (vloerbedekking): marmergranitolaag, of krukgranitolaag

5. binnenmuren: monolithplaten in gewapend bimsbeton in metalen lijsten geplaatst (geen bepleistering nodig!)

6. dak: (waterdichte dakplaat)steekt uit, loopt schuin af naar achteren, isolatie door lucht (15-50cm)

7. trappen en vast meubilair: ⋅ trap is een hangconstructie (↔ traditionele stijl) ⋅ vast meubilair: scheidingswanden alias opbergkasten (slaapkamers, keuken

& badkamer) 8. sanitaire inrichting: geheel geprefabriceerd, en ter plaats monteren. Badkamer: WC,

stortbad(diep bekken en wasbekken), warm en koud water (warmwatergeyser, verlichting, alle leidingen, vuile linnen, apotheek … verwerkt in stalen kast)

montage: het huis wordt van binnen naar buiten gebouwd

- funderingen en de vloer van de benedenverdieping - portiek - aan de portiek: binnenmuren en onderste delen van de voor- en achtergevel,

buitenramen - gemene muren (tot halve hoogte) - vloer der bovenverdieping en de rest terugkeren naar stap 3 - steunbalken voor de zoldering & de dakplaat

11

Page 12: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 9:

12

Page 13: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

EEN TIJD VAN VANZELFSPREKENDHEID – MARCEL SMETS Systematische vernietiging van hele stadsdelen tijdens de jaren ’60 (het is een toevalligheid als er iets behouden worden van sommige binnensteden, niet een doelbewuste politiek).

Oorzaak: afbrokkeling van de stedenbouwkundige cultuur (toenemend aantal auto’s + verhogen speculatieve druk bedreigen de stad, en juist dan verliest ze de coherentie (en dit was juist onontbeerlijk voor een ontwikkeling met respect voor de bestaande kwaliteiten)) De moderniteit is evidentie geworden (geen overwinning meer op het oude) en daardoor wordt het ook gebanaliseerd: de emblematische bekommernis gaat verloren en de veruiterlijking van het moderne wordt teruggedrongen tot zijn programmatische dimensie (een object wordt nog slechts beoordeeld in functie van zijn prestaties, zonder om te zien naar verdere repercussie op de omgeving). In de praktijk komt dit neer op een verzelfstandiging van het gebouwde, het stedenbouwkundige (die juist de onderlinge relaties onderzoekt) wordt opgegeven. Het stedelijk patroon wordt nog meer overhoop gehaald door de snelle intensivering van het autogebruik (nationaal niveau, lokaal niveau, parkings, geen openbaar vervoer): alle planmatige begeleiding of globale inzichten ontbreken.

Bovendien waren er nieuwe locaties bereikbaar: stadsuitwaaiering + overtuiging dat de grootschalige activiteiten best in de stadsrand konden afspelen (geen limitatie op groei en vlot bereikbaar). De wet op de stedenbouw en de ruimtelijke ordening (1962): wildgroei proberen in te perken

- reeds bestaande bestemmingsplannen (richting geven aan lokale bouwinitiatieven) - streekplannen (infrastructurele en ruimtelijke prioriteiten vastleggen voor

economisch samenhangende regio’s) - gewestplannen (concrete richtlijnen voor het toekomstig bodemgebruik):

overmatige vorm van detaillering Uiteindelijk (wanneer ze uiteindelijk bekrachtigd werden) waren ze al afgevlakt tot beperkingen (eerder dan richtlijnen). Reactie op het einde van de jaren ’60:

13

Page 14: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- het herstel van gediversifieerde woonomgeving (voortdurende modernisering (saneringen en plaatsmaken voor meer draagkrachtige functies) bedreiging voor de woonkwaliteit > tegengaan door: verbetering van de resterende woongelegenheden)

- vrijwaring van het historisch stadsbeeld Deze bewustwording lag aan de basis van de vele buurtcomités en actiegroepen, ook architectuurscholen zochten naar stedelijke benaderingen (eigenzinnig, eclectisch): veel meer dan een sensibilisering en een grotere omzichtigheid van promotors en beleidsvoerders, maakt deze bundeling echter niet los. De bescherming van het cultureel erfgoed kende meer succes (ICOMOS): het ging om het bewaren van de schelp (de uiterlijk vorm). Het ging hoofdzakelijk om het conserveren van objecten, ook wanneer het om grotere sites ging, werd het project eerder in zichzelf gekeerd en bewaarde het daardoor een zekere afstand t.o.v. zijn omgeving.

14

Page 15: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 10:

BRUSSEL 1945-1970: VERWACHTINGEN EN ILLUSIES - 1950-60: veel belangrijke historische monumenten werden gesloopt (in vlaag van het

vigerende vooruitgangsgeloof) bv. Volkshuis van Victor Horta - Verachte 19de-eeuwse historiserende architectuur: grootste slachtoffer afbraakwoede

Victor Horta

>>> BRUSSEL GEHAVENDE STAD <<<

- Vernieuwingskoorts en vastgoedspeculatie heeft meer schade berokkend dan de verwoestingen van WOII

- Hoogbouw & scheiding van de 4 functies: lijkt CIAM-itisch recept dat aan grondslag reconstructie van Brussel lag

- Vooral oude stadscentrum slachtoffer, maar ook repercussie op de ontwikkeling van de randgemeenten

Scheiding 4 functies volgens CIAM

• Wonen • Werken • Verkeer • Ontspanning

‘Heropbouw’ Brussel A. FACELIFT BINNENSTAD

1. Noord-Zuidverbinding

- Aanvankelijk vond wederopbouw zijn werkterrein in een van voor WOI geërfd project: verbinding van Noord- en Zuidstation via ondergronds spoorwegtracé met centrale halte in het historische hart

- > slopen van 1 van de dichtstbevolkte wijken van Brussel: in plaats daarvan: brede stedelijke snelweg op spoorwegtracé

- > toenemend protest buurtbewoners > plannen stopgezet > “Verbindingslaan” loopt op niets uit (geflankeerd door aantal imposante gebouwen moest het bepalend zijn

15

Page 16: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

voor nieuwe Brussel, moderne metropool, internationaal verkeersknooppunt en communicatiecentrum) (aanleg zonder stedenbouwkundig plan)

2. Rijksadministratief centrum

- Verder richting noordstation - Na bouw nieuwe vleugel Nationale Bank - Ontwerp: groots, monumentaal opgevatte Rijksadministratief Centrum

(mastodont!) - Overdekte markt van Cluysenaer aan de voet van het Congresplein werd hiervoor

afgebroken - Monumentale opzet weerspiegelt patroon van de nieuwe inrichting van de

Kunstberg

3. Nieuwe inrichting Kunstberg

- Bouw Congrespaleis en Koninklijke Bibliotheek (architectuur wordt soms fascistisch omschreven)

- Bracht een visuele as tot stand, maar hiervoor moest populaire ‘Vacherots getrapte terrastuin’ wijken

- Beoogde oplossing te bieden aan historische probleem van verbinding tussen boven- en onderstad (nog extra benadrukt door brede stedelijke laan)

4. Ravensteingalerij

- Met zelfde helende bedoeling opgetrokken - Fletse fifties-complex - Net op tijd klaar voor Expo ‘58 WT: 1 van de voornaamste drijfkrachten achter de moderniseringswerken die stadscentrum modern gezicht wilden geven

B. WEGENINFRASTRUCTUURWERKEN

- Even ingrijpend - Aangevat naar aanloop expo - “Belgische wegennet tot 1 van de beste van

Europa maken” - Heraanleg noordelijk en oostelijk deel kleine

ring (met ondertunneling belangrijke kruispunten en viaducten)

- profiel belangrijkste invalswegen werd hertekend

- grote ring rond Brussel werd gepland - kritiek: Brussel een exclusief op auto gerichte,

bewonersonvriendelijke en “onher-bergzame” stad

16

Page 17: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Stadsvlucht - >>saneringscampagnes binnenstad & wegeninfrastructuurwerken zouden exodus

bewoners Vijfhoek naar omliggende gemeenten in de had hebben gewerkt & opkomst Brussel als louter administratieve stad hebben voorbereid (Brussel als vestigingsplaats Europese Gemeenschap)

- Bijkomende factor: naoorlogse wetgeving inzake sociale huisvesting (aanmoediging privé-eigendom individuele woning door bouwpremies + verlenging in Wet De Taeye) > werkte stadsvlucht in de hand > deed verkavelingen in de buitenwijken van grote steden in gestaag tempo

aangroeien Gevolg: Ganse Brusselse regio werd geleidelijk 1 groot verstedelijkt gebied Oplossing: sociale woningbouwcampagne in centrum (volgens zelfde schema als Noord-Zuidverbinding: groezelig stadsweefsel met onhygiënische krotwoningen gesloopt voor volkshuisvesting in hoogbouw) bv. woonblok in de Hoogstraat

- > om soortgelijke projecten te stimuleren: 2de wet De Taeye goedgekeurd die in staatstoelagen voorzag voor het opruimen van onbewoonbaar verklaarde panden (toepassingsveld in sociale huisvestingsprojecten: troosteloze hoogbouwprojecten)

- > ravage aan binnenstad! Want wet voorzag subsidies voor afbraak krotwoningen zonder uitspraak te doen over de bestemming van de gekomen gronden > effectief wapen stedelijke overheid & projectontwikkelaars (bv Noordwijk)

GEVOLG: schaarse interessante realisatie tegen0ver stedenbouwkundige wanorde en verminking Nieuwe constructies gekenmerkt door bloedeloze modernisme kan NIET opwegen tegen architectuur die ervoor heeft moeten wijken. >>> BRUSSEL METROPOOL REVISITED <<<

- Intrede modernisme in het oude Brussel: tragiek (onvoltooide projecten, verminkte / kaal geslagen plekken)

- Máár wat niet in het centrum lukt, lijkt te lukken aan de rand ervan: - Ook hier promenades opgeofferd aan eisen moderne autoverkeer, stad van flaneur die

verdrongen wordt door de moderniseringswerken; maar er moeten geen gaten worden geslaan of gedicht:

- Moderne stadsring: plaats waar Brussel zich een passend metropolisch gezicht zal aanmeten

- Gespreide opeenvolging van torengebouwen die gestalte geven aan nieuwe programma’s van contemporaine cultuur (hotels, banken, kantoren …) = tegenhanger burgerlijke monumenten van weleer

- Aanpassing Brussel aan eisen moderne autoverkeer = onafwendbaar (in ruimere context van stedenbouwkundige en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen)

- Transformatie Brusselse kleine ring: noodzakelijke transformatie - Infrastructuurwerken gaven aanleiding tot 1 van de meest fascinerende stedelijke

ensembles van de afgelopen eeuw in Brussel: parcours vanaf de Leopold II-laan tot aan de Hallepoort

17

Page 18: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Parcours vanaf de Leopold II-laan tot aan de Hallepoort

- Startpunt: Basiliek van Koekelberg (perspectiefsluiter Leopold II-laan) - Tegenhanger aan de andere kant van deze monumentale as: socialistische bolwerk

van de Prévoyance Sociale (wolkenkrabber, vastgeplugd op ring) - in spanningsveld tussen die twee: bouw Martinitoren (flamboyant icoon architectuur

jaren ’50): strategische plek, verbinding tussen Noordstation en commerciële stadscentrum, stad in stad (rendez-vous met de wereld)

- verderop: Madoutoren, Westburyhotel (licht modernisme), “tempel” BBL

- bebouwing langs kleine ring: gevormd naar de gewijzigde, kinetische perceptie vanuit een voorbijrazend voertuig

- ballet van torens wordt vervolledigd door Hiltonhotel en Zuidtoren (referentiepunt voor Brussel) alsof benedenstad opgespannen wordt tussen Martini- en Zuidertoren

Martinitoren Basiliek van Koekelberg Hallepoort Zuidertoren Europakruispunt “ gapende gat” wellicht meest heroïsche ruimte die het modernisme tot stand heeft gebracht Expo ’58 Na expo: intrede gevelpuien in glas, glasal en aluminium in stadsbeeld (vernaculaire modernisme) bv. correctie Zuidtoren Brussels grondgebied: patchwork van urbane en suburbane verbrokkeling Transformatie van de randgemeenten: door ambiguïteit en onduidelijkheid kon elke gemeente zo goed als autonoom te werk gaan. Aanzetten tot eigentijds woonmilieu worden gegeven (bv IZH, Evere) en andere interessante woningen (bv. CECA). Transformatie van Brussel MODERNISME!!

18

Page 19: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 12: AARDE, PASSAGIERS EN GEBOUWEN – LUC DELEU (1990) Luc Deleu: de architectuur is dringend aan verandering toe: architectuur herdefiniëren (de taak, de inhoud, de doelstelling, de realisatie, de verschijning). > De architect is de meest geschikte persoon om architectuur in vraag te stellen, maar doet dit niet. Na het modernisme wordt er niet meer nagedacht over de doelstelling van de bouwkunst; nochtans kan er zonder doel niet gestuurd worden. Orbanistisch Manifest (1980): architectuur op wereldschaal bekijken. Het ruimtelijk probleem (de vele infrastructuren) wordt nooit in de sfeer van het architecturaal denken gebracht. Architecten houden zich bezig met details (prachtige ruimtes) maar laten de grote lijnen liggen, de ‘aardruimte’. Deze wordt dan ook verknoeid door de geld- en politieke lobby. Architectuur: - materiële functie - spirituele taak: de verbeeldingskracht van de architectuur moet een voor-beeld

scheppen voor de toekomst > het is niet nodig elke ruimte te bouwen. De primordiale eis van de architectuur is de vrijheid van het individu te waarborgen: vrijheid creëren is geestelijke ruimte creëren.

Architectuur: verankerd in het heden (problemen van vandaag oplossen), ook in de toekomst verankerd (architectuur is van lange tot zeer lange levensduur) > we moeten noodgedwongen nu kiezen voor vele generaties na ons: het grootste belang dat het individu zijn vrijheid behoudt. Stedenbouw en planning zouden de mogelijkheden moeten vergroten, jammer genoeg treden ze op in de repressieve sfeer (moeten of niet mogen) (bouwwetgeving, gewestplannen, de BPA’s, de Orde van de Architecten) > repressief, niet stimulerend (vb. autoverkeer inperken: taksen, belastingen, maar niet openbaar vervoer). Moraliteit van de hedendaagse architectuur: architectuur als een dogma (het bouwen van bouwkunst als waarde op zich).

19

Page 20: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Architectuur heeft twee basisschalen: mens en aarde. Orbanisme (wereldschaal als context) kan, in bescheiden mate, bijdragen tot een wezenlijke verbetering van het algemeen leefklimaat op aarde (vb. beter de aardruimte organiseren). > dringend nieuwe visionaire modellen voor de aardruimte uitdenken: dit is een grote uitdaging, maar tevens een grote inspiratiebron voor elke architect. (Architectuur geeft mee vorm aan de maatschappij: werkt in maatschappelijke ruimte en context.) T.O.P. office: deze doelstellingen voor ogen houden: architectuur en bouwen (in het algemeen) in vraag stellen. Vaststelling: er wordt (in de Westerse wereld) te snel, te onbezonnen en te vlug gebouwd; bouwen is de primaire vervuiling van onze aarde (de aarde is eindig, landbouwgrond (eten) weg) > zeeoppervlak benutten: immobiliën > mobiliën. Steden complexer laten worden > meer functies: druk op het land verkleinen + meer vrijheid aan de bewoners > meer chaos (meer individuele vrijheid) in een hogere orde. Verschillende voorstellen:

Zoals afschaffing van het verkeersreglement; open rioleringsstelsel van afvalwaters; inter-nationale mesthoop in de Sahara; naakte Olympische spelen; nucleair afval naar de zon schieten; groentebakken i.p.v. bloembakken; zichtbare telefoonlijnen en kabels; bescherm-ing van het onkruid; stopzetting van vrijetijdsbesteding; stadslandbouw, -tuinbouw en -bosbouw; dakvoetpaden… Uitvoering van sommige voorstellen:

1. Quartier des Halles te Parijs Het niet bouwen van een vergezocht programma zodat men de wijk voor de toekomst reserveert: minimale aanpassingen. Dit leidt niet tot de ontkenning van architectuur, integendeel: daar waar mogelijk en nodig kan hij tot intensere en meer op de maatschappij geënte bouwkunst leiden > architecten moeten wel hun onmiddellijke bouwambitie opgeven ten voordele van een meer theoretisch en conceptueel gedrag (vb. legoblokken, of containers).

2. 1980: Nieuw stedenbouwkundig principe uitwerken ‘Schaal en perspectief’ > monumentaliteit sinds de Oudheid: axiaal, min of meer symmetrisch perspectief > monumentaliteit vanuit identieke staande en liggende volumes: speels & dynamisch (onder verschillende hoeken zien), waarin de meeste stedelijke functies en een ruime ‘promenade architecturale’ vervat zijn.

20

Page 21: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

3. Monument voor het beëindigen van het Deltaplan (Friesland): Twee maquettes (schaal 1:3, gewapend beton) van de pijlers van de stormvloedkering in de Oosterschelde, haaks t.o.v. elkaar gezet op een virtueel vlak geplaatst dat de nieuwe dijk en de buitendijkse polder snijdt. Op het eerste zicht toevallig, maar dit is niet zo: ze plaatsen de kustverdediging van Friesland in een nationaal kader.

4. Theoretische en conceptuele benadering Zeer radicale houding aannemen t.o.v. de bouwende klant (aanklagen van het architectenmonopolie). Groot aantal readymade volkswoningen realiseren: tekening of schets van de klant in quasi ongewijzigde toestand bouwen (zonder de hand van de architect) > ‘Luc Delue manifest aan de Orde’: het is volstrekt onnodig het monopolie van het bouwen aan de architecten te geven en dat zij in veel gevallen als specialisten onnodig en zelfs ongewenst zijn. Men kan aan de bouwheer slechts dat huis of gebouw geven dat hij zich kan voorstellen. Wanneer men het bouwproces wil controleren (met wetten enzo) hebben die enkel zin als ze het mogelijk maken dat de familie als bouwheer in volle vrijheid haar eigen nest zou kunnen concipiëren en bouwen. Zoals de vrijheid van het individu heilig is, is de beperking opgelegd aan structuren noodzakelijk. Chaos is dus een verworven recht van de individuele vrijheid en de ordening is de tegenkracht die het individu hanteert binnen een organisatie. Architect: verschaffen van voor-beelden.

21

Page 22: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 13: BOB VAN REETH REVISITED – MECHELEN 1968-1975 De eerste werken van bOb Van Reeth zorgend voor enkele beslissende momenten in het verloop van de hedendaagse architectuur, een aantal nieuwe perspectieven. bOb Van Reeth: (wanneer hij die eerste twee werken gemaakt heeft, pas afgestudeerd):

- tegen de reductie van architectuur tot recepten of modellen - ‘Belgische lelijkheid’ (R. Braem): geen probleem dat moest opgelost worden (niet

redeneren in termen van problemen en oplossingen – architect als deskundige) > hij zocht aansluiting bij de reële vitaliteit in die vermeende vulgariteit, hij vraagt aandacht voor de ‘achterkant’ van België

- Zonder voorschriften, geen clichés, geen voorbeelden vanuit de behoefte om eigen ervaring op te bouwen

Voor commentatoren is hij een lastig geval: zijn visie levert niet bepaald een oeuvre dat voor de buitenwereld herkenbaar is, maar dat vindt Van Reeth niet belangrijk

- Eerst leek het alsof hij spontaan wou bouwen - Voorliefde voor boutades (architectuur is niet interessant)

Gevolg: misverstanden, maar dit komt omdat men te oppervlakkig keek naar het werk: je kon zelfs al in de eerste werken een structuur herkennen van een buitengewone zeggingskracht, rauw en brutaal maar tegelijk ontzettend geraffineerd

- een gecontroleerde spontaniteit - constructie, vorm en beeld waren niet apart van elkaar gedacht, maar bepaalde

elkaar > Zijn werk is één uitgebreide staalkaart van structurele systemen die niet alleen vanuit een constructieve logica maar misschien nog meer vanuit hun beeldende, vormelijke en associatieve mogelijkheden worden bepaald (> continuïteit is meer zichtbaar dan de schijnbare breuken). Woning Botte en eigenhuis in Mechelen (1969) > een nieuwe sensibiliteit ontstaan: een soort vormgevoel dat komt ‘vanuit de buik’: het kon alle kanten opgaan (en inderdaad, bij elk nieuw werk verlegde Van Reeth zijn grenzen) > Van Reeth werd al snel de meest invloedrijke architect boven de taalgrens (en er was de man zelf: zijn lengte, zijn voornaam, zijn charisma, zijn bereidheid en behoefte om op de bouwwerf even goed als in het onderwijs, inzichten over te dragen) Zeer belangrijk in z’n werk: spanning tussen structuur (de ordening die door de architectuur wordt opgelegd) en de ‘invulling’ (‘het wonen’ dat daarin zijn weg moet vinden). In z’n eerste werken kleven de structuur en het wonen nog kort op elkaar Ook heel belangrijk: de dynamiek in zijn werk: het verzet tegen clichés, tegen een opvatting die het wonen ‘definieert’ > een plattegrond met weinig afbakeningen, maar met veel overlappingen: plattegrond van een soort wandeling zonder duidelijk centrum (~ het idealistische geloof in een architectuur als ‘middel tot socialisatie’: gezinsstructuur en

22

Page 23: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

ordening zonder hiërarchie, vb. Woning Huyse: apart kwartier voor de kinderen; woning Botte: kinderkamers losgemaakt van de gang. Dit huis had ook een enorme kracht (niet een gevolg van de slogans van een tijdsgeest) maar als gevolg van de beslissingen omtrent vorm, materiaal en ruimte (verspringende dragende portieken, het net niet raken van de verdiepingsgang, en de getrapte vloerplaat van de kamers): vanuit die ontwerp-intensiteit is de hele structuur uitgedacht: avontuurlijk, logisch, speels en gedisciplineerd. Dit geldt ook voor het beeld (meerdere beelden!) 1973 - nieuwe visie: zijn woningen opvatten als ‘intelligente ruïne’, ‘gecomprimeerde complexiteit’ (er was te weinig speling tussen het wonen en de architectuur, want hij wilde ze bevrijden van elkaar) Drastische verandering van plattegronden: dynamische wervelingen > repetitief patroon van structurele elementen: de enige ‘ordening die door de architectuur wordt opgelegd: geen bijkomende aanleg meer nodig, geen 1 wandelpad meer, er zijn er talloze mogelijk! Opnieuw in Mechelen: sterk voorbeeld van deze ontwikkeling: Baumann-hoeve. > hij gebruikt slechts twee elementen: langgerekte U-vorm en vloerwelfsels: een structuur

van drie parallelle ‘aquaducten’ > in aanbouw is het een fantastisch beeld: een onuitputtelijke ruimtelijkheid > de beleving of bewoning is eens te meer niet aan één bevoorrecht middelpunt

gebonden > planopbouw loskoppelen van beeldvorming: dubbelzinnigheid. De vele soorten

verbanden die tussen gevel en plan kunnen ontstaan wordt voor hem een constante obsessie

Maar hij is nog ietwat te radicaal-idealistisch om dubbelzinnigheid als strategie te kunnen aanwenden > 1975: faliekante afloop van de wedstrijd voor het Mechelse Klein Begijnhof (Die wijk was in volle neergang (slopingswerken, bouwspeculanten) > Krokus: Van Reeth, Laenen, Smets > pleintje aanleggen > wedstrijd voor de herwaardering: Krokus: een structuur dat ruimte zou laten voor onvoorziene en onvoorspelbare ontwikkelingen > zeer radicaal voorstel: introductie van ‘geometrie’, elke bewoner over gelijkwaardige mogelijkheden > opheffen van de straat en versnippering van het openbare domein over het ganse woongebied)

23

Page 24: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

bOb Van Reeth (samenvatting schema’s) - °1943

- St.-Lucas Schaarbeek: artistieke humaniora architectuuropleiding 1963-68

Ervaringen tijdens studiejaren:

- reële destructie Brusselse binnenstad

- ‘verschraald modernisme’, i.h.b. Brusselse kantoren

- stimulerende rol La Cambre uitgespeeld

Belgische architectuurtijdschriften: geen discussie van betekenis. bVR ziet zich geconfronteerd met het ‘weten’ van de architect-expert:

- geloof in prefabricatie en industrialisatie

- geloof in ‘maakbaarheid’ van de stad (stad wordt opgedeeld volgens functionele categorieën: wonen, werken, ontspanning, verkeer)

bOb Van Reeth heeft een probleemoplossende ontwerpmethode; hij plaatst tegenover het ‘weten’ van de expert plaatst zijn eigen ‘niet-weten’.

Algemeen: het ‘leven’, ‘wonen’ kan niet gereduceerd worden tot een ‘probleem’ en de architectuur kan zich niet bezig houden met ‘oplossingen’ te vinden voor dit probleem. Dit denken in problemen en oplossingen plaatst de ‘specialist’ tegenover de ‘onmondige massa’ of de ‘onmondige bewoner’.

bOb Van Reeth wil zich opstellen als niet-specialist en wil op zoek gaan naar architectuur vanuit de concreetheid van een opdracht, gezinssituatie, bouwproces, elementen en middelen van het vlak. (‘telkens hetzelfde telkens anders’ - B. Dylan)

Organisatie van een wandeling over het ganse terrein:

- ‘wonen’ houdt niet op bij de rand van het huis

- geen huis waar men IN leeft maar waar men MEE leeft

Architectuur expliciteert de elementen die een dagelijkse belevingswaarde hebben.

1STE PERIODE 1965-1973

- ‘achterkant van België’: poëzie van het verkeerdelijk gebruik

- invloed Rudolph Shindler, functionalist met aandacht voor de concrete alledaagsheid van wonen / leven

- invloed van Aldo van Eyck & ‘het verhaal van een andere gedachte’, concept van de ‘doorstep’

- concretiseren van potentiële relaties

vbn: woning Botte, Vanderauweraer, Gielens, Huyse, eigen woning

24

Page 25: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

01. WONING HUYSE - orthogonale geometrie van de verkavelingslogica versus de niet-orde van een woud

- natuurlijke orde als ‘onderlegger’ voor het ontwerp

- aanleg van een boswegel waarlangs plekken voor bewoning worden geschikt gemaakt

- ‘2 huizen’ met een gemeenschappelijke ‘open plek’ in het woud

- 3 kinderen: eigen kwartier <-> CECA

02. WONING GIELENS - niet denken in termen als ‘huis’ - geen a-priori omtrent ‘wonen’, gezinsleven

- ‘plekken organiseren’ waar overlappende activiteiten kunnen plaatsvinden

- plekken met variabele sfeer en intimiteit

- autonomie van uitvoerders

- fout is geen ‘fout’ meer, want er is geen ideaalbeeld

- 2 delen: werkplaats & woning, scharnier tussen beide

03. WONING BOTTE - ‘topologische’ organisatie van het ganse terrein

- verzameling plekken die ineenvloeien - cfr. Horta

- niet denken in programmaonderdelen die gefixeerd worden, “The supposable is the only possible truth”

- samenhang constructie - vorm - beeld

- ‘autonomie’ van elk gezinslid

- geloof in hiërarchieloze ordening en corresponderende hiërarchieloze gezinsstructuur

25

Page 26: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

04. EIGEN WONING - Klein Begijnhof (17de E) Mechelen

- verbouwing woning als strategie tegen bedreiging van de buurt (reële afbraak vs. ‘afbraak’ door restauratie)

- het ‘nieuwe’ versterkt de identiteit van het bestaande

trap als ‘verzameling plekken’ - cfr. Horta – uitdrukking van potentiële communicatie tussen de bewoners

05. WONING BAUMANN - complexiteit moet gecomprimeerd worden tot een moeizaam veroverde eenvoud

- architectuur mag het gebruik niet vastleggen

- gevel is niet de uitdrukking van het interieur (ambiguïteit ‘beeld’ in vgl met wisselende mogelijkheden binnenin)

gebruik kan gestimuleerd worden m.b.t. architecturale elementen: dimensie en plaatsing van structurele elementen - structurele hiërarchie - open vs. gesloten - licht vs. donker

26

Page 27: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 15: HET LANGDURIGE DAT TOEVAL MOGELIJK MAAKT EN VERBEELDING – BOB

VAN REETH Enkele uitgangspunten: - architectuur bestaat - de architect is degene die het plan maakt, een project concipieert: gedelegeerd om

vorm te geven aan het woonmilieu, aan de omgeving - de architect is maatschappelijk nodig (werk!) - geen verschil met stedenbouwkundige - wel verschil met binnenhuisontwerper (een specifieke taak, als dat gewild wordt) - wel verschil met beeldhouwer (vorm geven aan andere globale gegevenheden) De architect heeft dus wel enkele dingen waar hij zijn handen moet afhouden: het wonen zich niet toe eigenen, maar vormgeven aan het woonmilieu. Hij weet namelijk niets van mijn specifiek wonen Binnenhuisarchitect (ontwerper):

- volgens sommige architecten: overbodig ‘persoon’ - een immens verschil als men het heeft over de eigenheid van elk van de terreinen

Wanneer men een gebouw moet ontwerpen is er een zeer groot pakket van het werk dat voor een kortstondige duur wordt gemaakt: huidig comfortabel gebruik en dat gebruik veranderd veel, afhankelijk van wie er gebruik van maakt, afhankelijk van de gebruiken die op dat moment algemeen gelden): geldt vooral voor woningen. De binnenhuisontwerper: inrichting in functie van het gebruik (voorlopig en zeer specifiek) De architect schept de context waarbinnen wordt ingericht (gericht op het mogelijk inrichten, maar is de inrichting zelf niet) > verantwoording: het globale wonen, het langdurig wonen Het existentieel gegeven dat mensen wonen is de verantwoording van de architectuur: een autonomie, maar dit is een relatieve autonomie voor de ontwerper (het wonen ≠ de woning). Een architectuuropdracht (programma van eisen) gaat over het kortstondige, normaal want een opdrachtgever heeft nu nl. die specifieke behoeften. De ontwerper moet hierbij weten dat dit kortstondige dingen zijn, en het enige wat zeker is, is het feit dat die behoeftes zullen veranderen: behoefte aan verandering. Van daaruit: al het specifieke globaliseren: de drager van het kortstondige zo te bepalen dat zij landrug kan zijn voor al het onvoorziene Hoe? Hoe niet: Functie > vorm. Hoe wel: Vorm > bestemming. Want als het juist is dat functie niet tot één bepaalde vorm aanleiding geeft, dan moet het juist zijn dat een vorm tot meerdere functies aanleiding kan zijn. Architectuur is één van de wegen die de mensheid heeft gezocht om te overleven. Niet omdat zij voor een welbepaalde functie gedacht zijn, maar omdat zij andere functies

27

Page 28: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

mogelijk laten. Door iets te benoemen voor één bepaald gebruik, maken wij een ander gebruik onmogelijk, ander gebruik is dan misbruik. Iets bestemmen voor het ene en niet voor al het andere (het onvoorziene) mag niet geprezen worden. De betekenis van een gebouw ligt in de vaste dingen (de dimensies, afstanden, verhoudingen, het stelsel), die staan in voor de vrijheid en de verbeelding (dus ze moeten goed berekend en geplaatst zijn). Architectuur moet zich beperken tot het langdurige en het kortstondige van het leven tot het leven laten behoren > geen flexibel gebouw, maar een gebouw dat los staat van een bepaalde planopbouw, waarin vele plannen kunnen ingebouwd worden. Architect niet meer nodig? Nee! Hij zal zich niet meer kunnen beroepen op een bepaald gebruik, op een bestemming die hij versteend. Hij moet ontwerpen voor vele gebruiken: het resultaat toetsen aan het nu gewenste gebruik (is het specifiek wonen mogelijk?). Een beperkte ontleding maken van de ruimte en de elementen van een woning: beschrijving van ruimte, van bouwelementen, van planopbouw van een rijwoning (gevel, twee gaten > raam en voordeur > binnen: opnieuw deuren > ruimtes)

- plafondhoogte gelijk: alles verplaatsbaar, uitwisselbaar Nu: planopdeling veranderen: probleem want alles zakt in als ik een steunmuur weghaal (ook als de buren dat doen): alles is vastgemetseld, versteend. De architect moet het minimum leveren: het langdurige dat toeval en verbeelding mogelijk maakt. De bewoner is het toeval. > Bouwen zodanig dat het gebouw wel kan veranderen. De architect ontwerpt voor de gemeenschap de ruïnes waarvan de steeds wisselende bewoners gebruik maken om er hun eigen leven in te organiseren (kan daarbij hulp van een architect inroepen, waarbij de architect zich houdt aan het globale). Hoe wordt architectuur gemaakt? Door de architect die (bezig houdende met het globale en het langdurige) zijn intenties duidelijk maakt, blootlegt in een voorontwerp. Wat gaat gebouwd worden is het haalbare (wat haalbaar is voor iedereen), het verenigbare (geen compromis, want er zijn (liefst) geen ideaalbeelden aanwezig). De architectuur (niet toegeëigend aan de architect) wordt door iedereen gemaakt, voor vandaag. De toekomstgerichte richt zich erop om het morgen niet onmogelijk te maken. Is dit voor sociale woningen haalbaar? Eerst: wat is de eigenschap die een woning een sociale woning maakt? Wat is vorm geven aan het globale? >> De vorm gegeven aan het globale wonen. Wanneer men zich afvraagt wat dat globale wonen is, is alleen bespreekbaar als men voor een project staat (alle gegevens zijn gekend: geen lijst maken, maar aanvullen). Het globale vindt zijn aanleiding ook in het specifieke wonen, maar het is alleen een aanleiding. Onze omgeving is samengesteld uit gebouwen die onze voor-voorouders overleefd hebben en die ons zullen overleven. Die voor een bepaald gebruik, comfort gebouwd zijn, en reeds honderden malen van bewoners en bestemming zijn veranderd. We leren dat dit alles

28

Page 29: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

vertrekt vanuit een welbepaalde visie, nl. dat architectuur de wijze is waarop een gemeenschap zich uitdrukt. Een architectuuropvatting die ervan uitgaat dat het bestaande, omdat het bestaande, een groter bestaansrecht heeft dan wat er moet komen bijstaan. Sociale woningen: de kleinst mogelijke afgeleide van wat er voor model staat. Het moet juist omgekeerd zijn: de architectuur in de sociale sector moet juist de modellen van het globale wonen, van het woonmilieu leveren. Architectuur is hoe een gemeenschap zich uitdrukt en dat mag niet overgelaten worden aan mensen die de gemeenschap onkundig of cynisch misbruiken. Garantie voor kwaliteit:

- bereid zijn het haalbare met plek, omstandigheden en bewoners te verenigen - intenties geven blijk te willen uitdrukken wat er in de samenleving leeft - niet trachten te verdoezelen (of zelfs te verbloemen) wat er niet leeft

29

Page 30: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 16:

POSTMODERNE ARCHITECTUUR: EEN SPECTACULAIR PLEIDOOI VOOR EEN

METAFYSIEK VAN DE METAFOOR Neue Staatsgalerie: Stuttgart (James Stirling): het gebouw zelf reflecteert wat er in onze hedendaagse cultuur aan de hand is. Het gebouw is modern, maar breekt tegelijk op een heleboel punten met de codes van wat we de moderne bouwkunst plegen te noemen: het gebouw heeft iets te vertellen (functioneel, romantiek) door een hele reeks van details in constructie en versiering die telkens weer verschillende reminiscenties en associaties oproepen (het gebouw ~ een ruïne van een oude Griekse tempel: het is een valse, gefingeerde ruïne: helemaal het tegendeel van wat we van een modern gebouw verwachten). Kenmerken van een postmoderne cultuur:

- een verhaal - gefingeerd - speelse associaties - reminiscenties aan het verleden - onafheid - speelse oppervlakkigheid Neue Staatsgalerie

Een ontkoppeling van moderniteit en rationaliteit Postmoderne tijd werd aangekondigd door de postmoderne ontwikkeling in de kunst (literaire kritiek en architectuur), werd pas populair met de vele teksten van de Franse filosoof Jean-François Lyotard. “Een werk kan maar modern zijn als het eerst postmodern is”. > heeft het niet over de historisch te situeren richting, maar een permanent kenmerk van alles wat op een bepaald moment modern wordt genoemd: het postmoderne begint altijd met de verdachtmaking en afwijzing van wat dan als modern geldt. Charles Jencks, noemt zoiets eerder laatmodern, dan postmodern. De postmoderne architectuur is de plaats waar het postmodernisme de meest spectaculaire producten heeft voortgebracht, vooral dan de ruimte die de postmoderne architectuur opeist voor het metaforische potentieel van de architecturale taal met daarachter een filosofie en zelfs een type van metafysiek. Postmoderne architectuur De term werd geïntroduceerd door Charles Jencks in ‘The Language of Post-Modern Architecture’ (1977, een boek met een zeer grote impact). Ook Robert Venturi (Denise Scott Brown) en John Rauch zijn zeer belangrijk met hun ‘Complexity and Contradiction in Architecture’ (1966). Complexity and contradiction in Architecture

- de kern van het manifest bevat al de sleutelwoorden van de postmoderne architectuur: hybride (zuiver), compromitterend (eerlijk), verwrongen (rechtlijnig), ambigu (helder verwoord), eigenzinnig en onpersoonlijk, behoudend en vernieuwend, inconsistent

30

Page 31: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

en meerzinnig (direct en helder), verwarde vitaliteit (doorzichtige eenheid), dualiteit, rijkdom van betekenis (klaarheid van betekenis), zowel-als (ofwel-ofwel), zwart wit en grijs (zwart of wit)

- vooral gericht tegen de tendens tot vereenvoudiging van de moderne architectuur (~ dwingende behoefte om opnieuw te beginnen: het elementaire en het meest oorspronkelijke: alles wat de cultuur in het verleden aan diversiteit en sofisticatie had aangebracht, moest worden geëlimineerd, alleen het strikt functionele moest worden overgehouden

- Less is More (MVDR) > Less is a bore, More is not less (RV) - Modernisme: de eenvoud is de sterkte, maar ook de zwakte (vereenvoudiging lost niet

alle problemen op, negeert sommige)

The Language of Post-modern Architecture Architectuur is niet zomaar een kunstvorm naast alle andere: ze heeft een geprivilegieerd karakter omdat ze de publieke kunst bij uitstek is. Ze weerspiegelt wat de samenleving belangrijk acht en het is een kunstvorm waar iedereen mee geconfronteerd wordt. Gebouwen maken onlosmakelijk deel uit van je dagelijkse omgeving.

Communicatie De moderne architectuur is er niet in geslaagd te communiceren met haar gebruikers (lange gangen, anonimiteit, afwezigheid van eigen persoonlijke territoria staan soms haaks op de traditionele wooncultuur van de bewoners) (~ hangt samen met het niet willen een onderscheid maken tussen kantoor- of werk- of woonruimte: alles moest uitwisselbaar zijn).

- Mies VDR: universele architecturale grammatica die overal zou gelden - Corbusier: het huis is een machine waarin je woont, geprefabriceerd. In ruil

daar-voor zon, groen en ruimte (de drie vreugden van het urbanisme), ten koste van de traditionele straten, tuinen en semi-private ruimten (vb. voortuintjes)

Postmoderniteit wil deze impasse verspreken, het houdt een pleidooi voor een hernieuwd en creatief gebruik van de klassieke vormgevingstaal omdat die voor iedereen herkenbaar is.

31

Page 32: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Het postmodern classicisme: belang van de traditie. Niet revolutionair, maar evolutionistisch: ze opteert zowel voor de meest moderne constructieve technieken, maar ook voor traditie en regionalisme: halfmodern en halfconventioneel > communicatie met zowel de elite als met het publiek

Modernisme Postmodernisme Rationalistisch, behavioristisch, pragmatisch

Pluralistisch

Waarden: technologie, circulatie en efficiëntie

Stedelijke context, houdt rekening met waardepatroon van de mensen en durft opnieuw beroep te doen op het ornament

Betekenis van gebouwen: kunst, versieringen en symboliek

Semiotiek (studie van het wezenlijke karakter, de tekens) en linguïstiek (taalwetenschap, taalkunde) gebruiken om positie te beargumenteren. Tekenwaarde van gebouwen herleiden tot syntaxis van de elementen en tot een functionele pragmatiek

Herwaardering van alle dimensies van het teken (metaforische, symbolische en semantische dimensie)

Postmoderne architectuur heeft meest aandacht aan de metaforische dimensie van het teken (vrijheid voor een veelheid aan associaties, maar wel in overeenstemming met de functie en de symbolische betekenis van een gebouw + gevaar voor overcodering) Architecturaal woord als elementaire eenheid van betekenis (deuren, kolommen, vensters): woorden die ooit ontstonden als creatieve metafoor, kunnen cliché worden.

- Daarom stond de moderne architectuur bijzonder wantrouwig t.o.v. conventionele tekens (louter symbolisch) in de architectuur: alle symboliek moest worden geweerd (in naam van creativiteit en functionaliteit). Ze waren gerechtvaardigd als indicatoren of als iconen, maar daar moest het bij blijven.

- Postmodernen zijn niet bang voor dergelijke conventies: het architecturale woord leidt niet per se tot clichés (door de verschillen in sociale en fysieke omgeving, diversiteit aan semantische en historische connotaties en zelfs de telkens weer wisselende syntactische context): leren verstaan en leren omgaan met de conventies (niet radiaal mee breken) bijvoorbeeld met ironie

Een eigen syntaxis Net als woorden in de taal moeten ook architecturale woorden met elkaar worden verbonden tot een complex geheel. In de regel zijn syntactische regels behoorlijk streng (dus ook voor de architectuur). De modernen waren hier dan ook zeer gevoelig voor. De postmodernen beleven een esthetisch genoegen met het doorbreken van de syntactische codes: gebruik maken van retorische middelen (verschuivingen, overdrijvingen, herhalingen): verkeerd gebruik op de aandacht op de architecturale taal te vestigen. Syntaxis is ook nooit zuiver, maar is altijd verbonden met semantische connotaties (zelfs bij de moderne architectuur). De postmodernen ondernemen niet langer pogingen om

32

Page 33: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

dergelijke associaties te verdringen: de vormgeving mag duidelijk maken wat een gebouw betekent. (~ eclectische bouwkunst: stond ten dienste van de semantiek). Postmodernen pleiten niet voor een eenduidige architecturale vormentaal, waarbij gebouwen gelezen zouden kunnen worden als een open boek, ze kiezen voor het spel van vrije associaties op een verstaanbare manier. Semantiek en metaforiek zijn daarom onverbrekelijk met elkaar verbonden. De bewuste optie voor speelse oppervlakkigheid (geeft zelf kritiek op het dogmatisme van de modernen) in de postmoderne architectuur heeft, samen met die voor een eclectische heropname van traditionele elementen (ironie behoedt de postmodernen voor louter traditionalisme of te gemakkelijke imitatie), veel aanleiding gegeven tot kritiek. Cultuurhistorische achtergronden Metafysische achtergronden:

- geen vaste wezenheden: taal en denken zijn doordrongen van metaforiek: geen eenduidig systeem meer met vaste betekenissen. Geen rationeel geordende of te ordenen wereld van betekenissen en functies meer > een oneindig spel van metaforen ~ post-Heideggeriaanse denken in de filosofie

- postmodernen zijn tegen alles dat ook maar enigszins naar een denken van de totaliteit zou kunnen zwemen: tegen elke vorm van univalentie of stroomlijning van het denken. Men wil veeleer geschillen activeren: geschillen zijn een aanduiding voor de ongrijpbaarheid van de werkelijkheid (Lyotard) > postmoderne denken is pluralistisch en nominalistisch

- postmoderniteit wordt volgens Lyotard ingeluid met het ongeloof in de grote verhalen (↔ moderne project: realisatie van de universaliteit: niet langer aan te houden) (communisme, kapitalisme): ze deden niet wat ze beloofden en ze betekenen geen vooruitgang meer. Hoe moeten we hieraan inspelen?

⋅ Enerzijds de computerisering van wetenschap en samenleving aanvaarden ⋅ Anderzijds stelt zich meer en meer de vraag naar het naakte overleven

Geen antwoord van of-of. Daarom is het postmodernisme ook niet het einde van het modernisme, het pleit voor een andere relatie ertoe

Metafysiek van de metafoor Recapitulatie: het postmodernisme differentieert van de moderne tijd doordat het niet langer gelooft in de ‘grote verhalen’. De postmoderne mens lijkt zich niet langer te kunnen beroepen om een rationeel, allesomvattend gezichtspunt > crisis. Het is een moeilijke tijd om het onderscheid te maken tussen het wezenlijke, het onwezenlijke, tussen oppervlakte en diepte, tussen waarheid en overtuiging > nominalisme, pluralisme en scepticisme. De kunsten daarentegen lijden daar het minst onder: voortaan kan alles. Dit wordt echter niet gebruikt om de allerlaatste avant-garde te legitimeren, maar om het verleden creatief te hernemen. Het is een tijd waar alles al geprobeerd is en al gezegd is: geen sprake meer van vooruitgang > nieuwe interpretaties van het bestaan.

33

Page 34: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Charles Jencks pleit voor een nieuwe metafysiek die rekenschap geeft aan het metaforische gehalte van het denken. Suggestie: metafysiek die op zoek gaat naar de basismetaforen ( ~ menselijk lichaam, natuur) die het architecturale denken en mogelijke alle denken impliciet of expliciet zouden oriënteren. Vb. van een overdreven expliciete antropomorfisme: Minoru Takeyama, een hotel in de vorm van een fallus (ook in alle details). > naïeve vorm van humanisme (de metafoor is toch niet volstrekt willekeurig, maar is het daarom gelegitimeerd om een hotel de vorm van een fallus toe te kennen?)

34

Page 35: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

POMO: LIJST MET BELANGRIJKSTE WERKEN & ARCHITECTUURBIËNNALE

VAN VENETIË Internationale doorbraak van postmodernisme: Architectuurbiënnale van Venetië (The presence of the past: “it is again possible to learn from tradition and to connect one’s work with the fine and beautiful works of the past”) Aldo Rossi Types gebouwen heropnemen, speelt interessant spel met omkering van een bepaald type; DIALOOG = typisch retorische figuur van postmodernisme ↔ modernisme: veegt oorspronkelijke weg (tabula rasa, geen poorten ±∞ (?)) Bv. Teatro del Mondo (“Een drijvend theater dat ver wijst naar de 17e eeuwse drijvende theaters, maar hij keert het om, en treedt daardoor in dialoog. Hij ontwerpt een poort voor het binnenkomen maar helemaal anders dan de modernen die in vlakken en doorlopende vormen dachten.” ‘Het is historisch want het is een drijvend theater, maar vernieuwend omdat het volledig gesloten is. Daarom is het typisch postmodernistisch.’ “Omkering: bij de 17de-eeuwse theaters stonden de toeschouwers aan wal en vond het spel plaats op het vlot. In dat van Rossi komen de bezoekers aan boord en wordt de stad het theater. Sluit aan bij de biënnale in het algemeen namelijk terug interesse voor de stad. + qua vormgeving sluit hij aan bij de omgeving. Of zoiets. De poort is zo vernieuwend omdat modernisten net niet dachten in termen van begrenzing maar in termen van het 'wegvloeien van de ruimte' en meer van dat moois. Denk ik.”) O.M. Ungers Bv. Deutsches Architekturmuseum (overdekte galerij, glazen passage, huis in huis)

Hans Hollein Architectuur maken aan de hand van plaats, pint zich niet vast op klassieke architectuur, architectuur is het product van een persoonlijke verbeelding van een architect als kunstenaar Bv. Städtisches Museum ‘Abteiberg’ (je kan op gebouw lopen om park te bereiken vanuit centrum; golvende muren ~ Gaudi; verwijzing naar Japanse architectuur; vvvv-dak verwijst naar industriële architectuur)

35

Page 36: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

James Stirling speelt spelletjes Bv. Neue Staatsgalerie (je kan op en door gebouw lopen > van ene naar andere straat zonder door museum te moeten; koepel: verwijzing Pantheon Rome; hij ‘haalt’ een paar stenen uit de muur en ‘legt’ ze op de grond > postmodernisme: spel; knipoog naar Centre Pompidou, MVDR … > bezoeker moet verwijzingen niet snappen om van architectuur te genieten) (syllabus: het gebouw is modern, maar breekt tegelijk op een heleboel punten met de codes van wat we de moderne bouwkunst noemen (nl dat gebouwen moesten functioneel zijn en daarmee basta) hier: heeft een heleboel te vertellen, via een reeks details in constructie en versiering die verschillende reminiscenties en associaties oproepen, soms zelfs kitscherig bv. gedeeltelijk in de grond verzonken poort op het binnenplein herinnert aan RUÏNES Griekse tempel (ook gevallen blokken doen daaraan herinneren); ruïne blijkt valse, gefingeerde ruïne te zijn (↔ modern) ) Philip Johnson Bv. Skyscraper (‘die wolkenkrabber met torentjes op dak’> gotiek) bOb Van Reeth Bv. OLV-college Moderne project: bevrijding van de mens d.m.v. ? ↔ Postmodernisme: denkkader op lokale, zwakke rationaliteit, fragmentatie (geen stad wegmaaien bv. Brasilia, maar zoals Hollein) Venturi en Rauch Mede van groot belang is het architectenbureau ‘venturi en rauch’. Ze hebben geschriften nagelaten en gebouwen gemaakt. Belangrijke boeken: - Charles Jencks: The language of Post Modern Architecture (dood moderne architectuur) - Complexity and Contradiction, Venturi (In het boek schrijft Venturi wat de ‘moderne

ervaring’ is maar keert hij zich tegen de morele taal van de orthodoxe moderne architectuur. Het is gericht tegen de tendens tot vereenvoudiging in de moderne architectuur, die tendens hing samen met dwingende behoefte om opnieuw van niets te beginnen > less is a bore; )

36

Page 37: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 17: MEERVOUDIGE ONTWERP-OPDRACHT VOOR DE NIEUWE VOORHAVEN VAN

ZEEBRUGGE/BELGIË Doel: Het gebied van de nieuwe gecreëerde voorhaven een architectuur te verlenen, die deze omgeving waard is.

- Unieke landschap (door haar uitbouw in zee): haar aantrekkingskracht en de indruk versterken door een architectuur die aansluit bij het dynamische gebeuren in de haven en tevens herinnert aan de eeuwenoude geschiedenis van Brugge als haven-, handels-, en kunstcentrum.

- Een zeer polyvalente haven Opdracht:

- Globaal stedenbouwkundig bebouwingsplan: toegang van het nieuwe havengebied en zijn aansluiting op de bestaande bebouwing, de verkeersstructuur, de parkings, de inschepingsbruggen, de inplanting en de toegankelijkheid van de terminal en de loodsen

- Terminalgebouw: hier ligt het zwaartepunt: 3 miljoen passagiers per jaar: voetgangers, autobestuurders, busreizigers en een half miljoen vrachtwagenchauffeurs

⋅ Passagiersafdeling (ontvangsthal, baliefunctie, controle, EHBO-post, cafetaria/self-service/restaurant)

⋅ Vrachtafdeling (ontvangsthal, baliefunctie, kantoorruimte, cafetaria/self-service)

⋅ Administratie (kantoorruimten, directieruimten met kleinere nevenruimten en een conferentiezaal

⋅ Eigen afdeling voor het onderhoudspersoneel (eetzaal, kleed- en wasruimten, kantoor)

⋅ Vergaderacccommodatie (polyvalente zaal, bioscoop en de nodige kantoorruimte)

⋅ Sanitair op iedere afdeling (passagiersafdeling aparte voorzieningen voor personeel en bezoekers

> plaats van overgang en vertrek, prachtig uitzicht, technische eisen - Loods

37

Page 38: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

>>> Fumihiko Maki (1928) <<<

Biografie Een uiterst intens en intelligent oeuvre dat trilt van ingehouden spanning. Zijn wereldwijde bekendheid berust alleen op de intrinsieke kwaliteit van zijn betrekkelijk bescheiden architectonisch oeuvre en de rustige diepgang van zijn volstrekt onpolemische publicaties. Aanpak: gebouwen niet zien als incidentele realisaties, maar als fragmentaire uitingen van een zich steeds ontwikkelende intellectuele architectuurbenadering: het ene werk verwijst naar het andere. Een reis in een luchtspiegeling Nieuwe ferryterminal in Zeebrugge: Het wordt een poort tussen BE, EN en SC, maar ook een plaats die aantrekkingskracht uitoefent op nabijgelegen recreatiegebieden. Functionele organisatie en verkeersstromen:

- een woud van bomen: animeert ongewoon open plaats + beschutting tegen wind - verhoogde aarden bermen: de nieuwe terminal zwevend boven de grond (terminal

verheven boven bomenlijn) los van context van land en water - lay-out minimaliseert overdreven gebruik hellingen: cirkelvormige hellingen in de

binnenste kern van de terminal - twee buitenhellingen - dekniveau (met liften bereikbaar): cirkelvormig plateau: in het midden een

voetgangersweg die de vier elementen verbindt, die het gehele programma voorzien in alle vereisten:

1. terminal: pijl die wijst naar het water: rechtstreekse inscheping 2. kantoortoren: 12 verdiepingen samengesteld uit driedimensionale

tetraëdrale vormen met een groot tuinatrium op het dak 3. fitnesscentrum: zwembad en gymruimte voor de wachtende passagiers 4. cafetariawiel en het restaurant:

38

Page 39: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

> genieten van consumpties samen met een uniek panorama over de gehele site

> restaurant + openlucht patio + bioscoop Visuele aspecten en lyrische associaties: De eenvoud van de pure cirkelvorm van de nieuwe terminal is het constante organisatorisch element waaruit alle andere elementen ontwikkeld worden met vele gezichtspunten. De vier elementen op het plateau, samengevoegd tot een groep, suggereren op metaforische wijze een associatie met de sterrenbeelden die gebruikt worden in de zeescheepvaart. Afzonderlijk gezien, zijn het elementen die geassocieerd worden met de zee. (kompaspunt (1), ijsberg (2), vleugels van een zeevogel in volle vlucht (3) & (4)) Vanop zekere afstand (bv. vanop aanmerend schip) creëert het plateau een vast en onveranderlijke basis, waarboven sculpturale elementen zich steeds wisselende silhouetten vormen.) >>> Charles Vandehove (1927) <<<

Biografie Aandacht op de vormpotenties die bouwtechniek in zich bergen, een allesbehalve theoretische benadering want het maken staat bij hem voorop. Net als grote onafhankelijkheid en de herontdekking van de ambacht van de architectuur. Typerend: prachtige inplanting, sterke volumes, perfecte detaillering en beheerst materiaalgebruik (> beheersing hele bouwproces die in staat is de materialiteit van de architectuur tot een menselijk bewustzijn te verheffen) Hij heeft reeds veel grote opdrachten voor publieke gebouwen vervuld.

- Nationaal Instituut voor de Kolenindustrie in Luik - Studentehuis Résidence Brull - Universiteit Medisch Centrum

Uitnodiging tot de reis: een zeer monumentaal terminalgebouw Volgens richtlijnen:

- inplanting (vlakbij de inschepingsbruggen van de schepen)

39

Page 40: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- parkeeroppervlakten, het verkeer, de bereikbaarheid van de Terminal, de situatie van de loodsen

- verkeer en toegang tot de schepen - situering van de parkeergebieden, controleposten bij het inschepen - toegang tot de schepen, toegang tot de overdekte parkings, diensttoegangen - het traject van ontschepen

o Onderbouw: Het inschepen en ontschepen van de auto’s gebeurt via hellende rijstroken

met spiraalvormig verloop: twee platte in elkaar dringende cilinders. o Tweede verdieping: overdekte parkings voor lange en korte duur + (programma:) de

receptiehal voor reizigers, de plaatskaartenbalie, de loketten, bijhorende kantoren, de conferentiezaal en de bioscoop.

o Derde verdieping: duplex met het tweede + ruim uitzicht + restaurants, cafetaria, keukens, wachtruimte

o Begane grond: toegang voor de voetgangers o De toren: administratie van de Terminal, zowel die van de havendiensten als die van de

privé-bedrijven > drie hallen boven elkaar Toren: krachtig signaal

- gestuwd door de heersende westenwind wendt hij zich als een bol zeil oostwaarts - met zijn volledig verglaasde holle zijde zeewaarts gericht > ’s nachts lichtend baken

>>> Aldo Rossi (1931) <<<

Biografie - Zee en strand, de grens tussen water en land, de onbestemde sfeer van de waterkant >

zijn thema’s bij uitstek (vb. vuurtorens, havenstaketsels, strandcabines) - Zee = onuitputtelijke natuurgeweld & plaats voor gelukzalige vakanties - ‘Alle goeds komt van de zee’ - Teatro del Mondo: varend theater

40

Page 41: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- Zee, haven, scheepvaart als thema: niet om efficiëntie, maar om de geladen betekenissen die de maritieme wereld in het collectieve geheugen van de mensheid oproept

- Maakte aanvankelijk indruk als theoreticus (boegbeeld van ‘rationale tendens in de architectuur’: interpreteert modernisme niet langer als een dogmatisch idealisme, maar integreert het in de realiteit van de bestaande stad en de concrete geschiedenis; de stad is geen zuiver formeel gegeven, maar een verzameling van individuele ‘stedelijke feiten’; de geschiedenis is geen chronologische opeenvolging van losstaande momenten, maar een verzameling van dingen die het geheugen bezoeken)

- Rationale architectuurbenadering: architectuur en stedebouw kunnen niet als een technisch vraagstuk worden omschreven; ze zijn een complex en concreet en geïndividualiseerd gegeven, dat zelf ontwikkelingen genereert. De architect tracht niet meer van buitenaf een visie aan de realiteit op te dringen, wel de gegeven realiteit van stad en gebouw van binnenuit verder te denken

- Alfabet van algemene typen en elementaire vormen vastgelegd in ontwerpen; geometrie houdt er de ervaring vast; elementaire vormen zijn geladen met het geheugen van eeuwen

- Bekendheid: woonblok van Gallaratese-2 Milaan: streng wit blok dat expliciet verwijst naar het idioom van LC & de internationale stijl interbellum & typologie Italiaanse stad en wooncultuur

- Complexe samenhang van fragmenten die samen het leven en de stad uitmaken vinden we ook in Zeebrugge terug: akropolis als samenvatting oeuvre

Akropolis van Zeebrugge - Vlaamse kust gericht op Amerika - Maar Atlantische kust ook kust van de op zee gebouwde citadellen > Basis ontwerp: - ‘zeestation’ als een ‘ruimtestation’: groepeert al die gebouwen die bestaan tussen het

geheugen en de toekomst > ook zeebibliotheek, hotels, conferentiezalen (naast nodige voorzieningen voor maritieme wereld: bruggen, restaurants, kantoren, douanelokalen) > citadel

- Stevig stenen platform, terras ter hoogte van de schepen (dek schip) waaruit torens oprijzen - Wereld van de zee: wereld van torens, vuurtorens die de route afbakenen zoals de

radartorens voor de vliegtuigen - Station is als et ware pool van attractie (vanop land & zee): ‘zin’ ontwerp & wedstrijd

(constructief en technologisch zeer gevorderde techniek het nodige beeld meegeven opdat ze niet louter een machine zou zijn, bestemd tot een snel verslijten in de tijd; maar een gebouw waar toekomst zich het geheugen eigen maakt en zo nieuwe kathedralen bouwt)

- Ontwerp dat gebouwd kan worden zonder bijzondere moeilijkheden; enige moeilijkheid: aanvaarding van het beeld, oud en nieuw tegelijk

Verkeersthema - Verkeer: 3 rijstroken in 2 richtingen - Plein: busstation & rondweg naar de 3 parkeer niveaus - Zuilen schragen een brede opening voor voetgangers

41

Page 42: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- Baan, dwars door flanken, die open parkeergebieden en het plein in verbinding brengt met schepen en de ondergrondse parkeerverdieping(en): 3 rijstroken in 1 richting

- Viaduct verbindt verdieping met het plein en met de ondergrondse verdiepingen Centrale hal en toren - Hoofdhal (op het laatste niveau, juist onder terras): hoog en overkoepeld - Polygonale ‘schiertoren’ - Vergaderzaal onder glazen koepel (o.a. te zien vanop ijzeren traptoren) Overige faciliteiten - In rood en wit gestreepte toren: zeebibliotheek en (geheugen van de zee), hotelgebouw - Op begaanbare dek: winkelgalerij Constructie - Aan kust gebruikelijke materialen (steen, baksteen, beton, staal glas, geschilderd hout

etc.) - Torens: kunnen constructief, technisch en economisch elk op zichzelf beschouwd

worden, maar hun rol en karakter zijn bepaald - Loodsen: veelvoudig bruikbaar voor de bouw van een front of een straat, voor het

nieuwe Zeebrugge >>> bOb Van Reeth (1943) <<<

Bibliografie

- Architectuur = herinnering aan wat nooit bestaan heeft (zoals herinnering is architectuur steeds nieuw en actueel, maar inhoud is eeuwige droom, werkelijker dan wat ooit bestaan heeft)

- > hele oeuvre: vraag naar wat werkelijkheid is - Gefascineerd door het verbazingwekkende van het gewone en het alledaagse, door het

mysterieuze van het beschikbare materiaal, door het geheimzinnige van een te maken vorm > betovering in het werk niet verloren te laten gaan

42

Page 43: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- Non-conformistische voortrekker - Wonen werd van zijn sleur ontdaan en als spontane activiteit erkend (in bv. verbouwing

begijnenhuis), geen naïeve spontaniteit, maar gedragen door inzicht in de complexe verhoudingen tussen een onvoorbedachte belevenis en de behoefte aan ordenende structuur.

- Optimistische architectuuraanpak (nauw aansluitend bij maatschappelijke veranderingen einde jaren ’60): aanleiding echte bevrijding architectuurbeoefening

- Liet zich niet op zijn eigen ‘stijl’ vastpinnen (wel gevoelig gebleven voor concreetheid van omgeving en programma en blijven luisteren naar inspiratie plek) > accenten verleggen: helderheid van structuur krijgt voorrang op het omspelen en het interpreteren ervan

- Bv. OLV-College Antwerpen: architectuurintegratie, compromisloze moderne architectuur, uitgesproken ordening in de herhaling van identieke elementen maar toch ook spanning en dynamiek

- Structuur mag niet bepaald worden door de eisen van een specifiek woonprogramma - Betekenis gebouw ligt in de structurele elementen (met grootst mogelijke precisie plaats

krijgen omdat zij het toeval en de verbeelding moeten mogelijk maken, omdat je de ruïnes ontwerpt waarvan steeds wisselende bewoners gebruik maken om er hun eigen leven in te organiseren, hun eigen opvattingen, smaak en inzichten)

- > niet aan bepaalde stijl gebonden >> Samenvatting bVR’s werk:

⋅ beheerstheid en elegantie van de vorm ⋅ respect & waardering van context die het vernieuwt ⋅ speelsheid en inventiviteit waarmee beelden worden aangewend > ook te vinden in STC Zeebrugge

Terugvinden wat er stond

Concept - project: eerste ‘globale beeld’ - Brugs, polders, tot de zee behorend > 3 kwaliteiten verenigend - Herinneringen: schuur in de polder, silo’s in een industriële haven, rempart als

bescherming > samen: gedramatiseerde schuur, theatraal, gemaakt en rechtgehouden door silo’s, gevuld en uitgevoerd met high-tech van de scheepsbouw

- Sokkel + rempart (soort van muur, borstwering?) met silo’s + schuur > er ontbreekt iets > hoogte > toren

- Grond winnen op zee is een beetje schepper spelen, bouwen op die grond wordt dan zoiets als zich ‘dubbel’ vestigen (de schepping verbeteren, toevoegen wat er niet was … )

- Architectuur: maken wat er eigenlijk al was, terugvinden met een geheugen voor wat nooit bestaan heeft

- Concept o.b.v. tweedeling: maat van mens t.o.v. maat van schip - Rol gebouw: forum voor het publieke leven - Stedelijk beeld - Terminal: poort tot grootstad (aankomen/vertrekken is stedelijk) - Gebouw is doorgang (wie te laat komt blijft achter, maar in luxueus geëquipeerde

omgeving > achterblijven doel op zich) - Gelijktijdigheid van Zeebrugge en Brugge opnemen en uitdragen in gebouw

43

Page 44: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Ontwerp - Cirkel > samenhang tussen de verschillende assen en richtingen, die de gebouwen

ordenen: orde in ietwat vormeloze terrein & cirkel kan terrein qua gebruik ook optimaliseren

- Muur maakt oppervlakte tot ruimte: geheel wordt als 1 beeld gevat - Inkomgedeelte: poortgebouw (stadspoort) - Boot: men is al ergens > in de terminal moet de vakantie/avontuur al begonnen zijn >

grote oppervlakten aan vloer - Hoofstructuur maakt vele bestemmingen mogelijk - Door verschuiving vloerplaten verwerft elke verdieping eigen identiteit >

opdeelbaarheid - Vergelijking met vroegere spoorwegstations (bv. bij restaurant) - Toren, niet alleen vuurtoren met sterk verlicht punt, ook licht dat de vorm heeft van een

torenspits (wil belfort, halletoren zijn) Hoofdgebouw - Spiraalhelling Torengebouw - Verticale circulatie, 4 panoramische liften met noodtrappen: aan buitenant toren in een

autonoom element Besluit - Architectuur is wezenlijk onvrij; architectuur verkrijgt haar autonomie door het ‘globale’,

haar relatieve autonomie door het gericht zijn op het gebruik - Concrete architectuur heeft het programma nodig om er te kunnen aan ontsnappen,

om het te kunnen negeren

>>> Rem Koolhaas (1944) <<<

44

Page 45: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Bibliografie

- Fascinatie t.o.v. architectuur; lucide onderkenning van haar tirannie (>Exodus!) - Grootvader architect - Omzwervingen om de hele wereld > Brasilia: ontwaakt oude ambitie om architect te

worden - Mei-revolte, Russen die Praag binnenvallen - Redactie architectuurmanifest - Ontwerpen vertellen verhaal over mogelijkheden van de architectuur in die tijd - Opdracht STC op het lijf geschreven: in situatie die a.h.w. geen architectuur verdraagt

toch een sterk architectonisch monument ontwerpen dat zich tegen de omgeving niet verzet, maar ze opneemt en metamorfoseert

Een werkend Babel

- Project wil maximaal artistiek en maximaal efficiënt zijn - Thema: ‘werkend babel’ analoog aan nieuwe ambitie Europa; deze machine wordt een

functioneel Babel waarin de massa van reizigers moeiteloos wordt opgenomen, geamuseerd en afgehandeld.

- Inkomende – uitkomende zone, stroom auto’s in S-vorm Gebouw - Gebouw = kruising tussen bol en kegel - Onderste 2 lagen: verkeer wordt naar en van boten geleid (bewegingen verlopen

kruisingsvrij) - Buslaag bovenop deze sorteermachine bediend via een aparte buitenslinger - Hierboven slingeren 2 parkeerlagen omhoog - Spiraalbeweging culmineert in een grote publiekshal waar uitzicht op zee en land

manifest wordt - Verder naar boven: kegel splitst in verticale segmenten: kantoortoren klieft cirkel in een

hotelboog en een managments/promotiesegment - > vide: biedt omhoog uitzicht op de hemel en naar beneden via glazen vloer tot de

diepten van de parkeergarage - Dakniveau: helften worden met luchtbruggen weer aan elkaar geklonken - Hoteldak: ultieme noordzeecasino Constructies - Dragende schaal aan buitenkant en een afzonderlijke draagstructuur voor ruimtes

binnenin - Koepel: staal en glas - Loods

45

Page 46: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 18:

46

Page 47: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

20 JAAR ONTWERPEN VOOR HET EUROPAKRUISPUNT TE BRUSSEL:

OVERZICHT EN KRITIEK Midden in het hart van Brussel, ingeklemd tussen de laagstad en de hoogstad, lag een leeg stuk Brussel (leeg: niet bedekt met gebouwen). Het Europakruispunt bleef een geliefde opgave voor allerhande architectuurwedstrijden, tegenprojecten, eindwerken … Maar als deze voorstellen boden niet direct een juiste oplossing, een perfect alternatief. Een overzicht wijst dan ook op de snelheid waarmee de architectuurvertogen en stijlen versleten werden. Het toont ook hoe krampachtig de architectuur in totaal uiteenlopende richtingen ee uitweg zocht. De betekenis van det verhaal van het Europakruispunt. - einde jaren ’60: schandalige uitverkoop van publieke stadsruimten

> alleen bewinders kunnen de stad redden, de stad moet herwaardeerd worden als ontmoetingsplaats, het hart van de stad moet opnieuw uitgroeien tot een echt stedelijk forum in sociologische (niet architectonische) zin.

Vorm moet plaats ruimen voor een veelheid van veronderstelde functies.

1. Tegenproject ARAU (Atelier de Recherche et d’Actions Urbaines) 1969

Wedstrijd 1970 om vele losgeslagen protesten over ARAU in goede banen te leiden.

2. Voorstel Bugod, Graus en Terlinden Veschillende stadsfuncties op één site, vertikaal op verschillende bouwlagen gescheiden houden, maar te duur.

Stedelijkheid staat voor verscheidenheid. Nadruk op het dorbreken van een als rigide en monotoon ervaren moderne vormentaal. Veel verwijzingen naar elementen van het stedelijk weefsel. Sociale leuze “de stad aan haar bewoners” en de architectuurslogan “reconstructie van de stad” . Het modernisme had de kennis van de stad uitgewist. Herontdekking slaat op elementaire stedelijke types en morfologische types.

3. “esthetisch alternatief” van ARAU (1976) Vroeg morfo-typologische benadering maar vooral simplistiche typologie. Slaagt er niet in een samenhangende publieke ruimte te vormen. Het heeft iets van een collage en staat tegenover de “choas de la ville libérale”.

4. Voorstel La Cambre-ploeg (Birkiye, Busieau

47

Page 48: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

en Neirinck) (1978) Meer zelfzeker morfo-typologisch. Architectuur herwint aan autonomie. Monumentale publieke stadsruimtes zijn een leidraad in het ontwerp. Referenties naar een modernischtische vormentaal worden vermeden. De monumentaliteit vindt haar inspiratie in de 19de eeuwse grootstad.

Bonduelle-wedstrijd in 1983. Veel bekroonde inzendingen.

5. Voorstel G. Baines (winnaar bonduelle wedstrijd) Baines heeft een voorkeur voor klare symmetrische composities. De typologische transformatie verandert een deel van het binnengebied in een publiek park, een kleiner deel behoud een strikt privaat karakter. Wonen en werken nemen elk een wand in (samenbrengen functies zonder vermenging). Op de hoekpunten krijgen stedelijke functies een ander architecturaal accent. Een voetgangersbrug voor de ‘flaneur’. Hoektoren met uurwerk. Op het einde slorpen de deuren van het station je op. MAAR het is geen Place de l’Etoile en geen Gare de Lyon.

6. Inzending Jo Crepain Transformaties van morfo-typologische kenmerken. Poogt het conflict tussen de uiteengelegde volumes van de moderne stad en het fijnmazige weefsel van de oude stad op te lossen. Aan de hoogstad-zijde: CIAM-gevel, skelet en vrij plan. Laagstad-zijde: stadswal met massiefbouw, natuursteen en kleine ramen. Monumentale gallerij in het midden. Het is een getransformeerd weefseltype met de woningen in concentrische stroken.

Elke leegte, geslagen door modernischtische stadsontwikkeling moet opgevuld worden met arcitectuur. De modernischtische typologie blijft taboe. De architect wil zijn rol van ‘eigenmachtige bedenker van woonkwaliteit’ terug. De nadruk van de stadswederopbouw ligt op het helen van de wonden in het weefsel. Poëtische eigenheid verlenen aan een plaats (hier het hart van een hoofdstad) vergt gevoelige en gevatte transformatis van morfo-typologische gegevenheid.

7. Merkwaardinge inzending van Volcrick Een openluchttheater van de stand, een groots architecturaaal gebaar. Deze invoudige ingreep heeft een Metropolitaan karakter. Het sluit geen compromis tussen de twee steden maar

48

Page 49: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

er ontstaat een nieuw stedlijk feit (cultuurcreatie). Vorm genereert functie.

8. Ontwerp Jean-Louis Dujardin Een volwaardig stadsopera midden in het niemandsland. Het ondersteept het onmiskenbaar verschil en de principiële gelijkwaardigheid van hoogstad en laagstad. De opera is een derde verschil dat de beide andere niet opheft maar juist de nevenschikking van zinrijke verschillen vervolledigt.

Buiten Bonduelle wedstrijd zijn ook nog andere architecten bezig met een tegenproject.

9. Luc Deleu (1969) Het ontwerp is verwarrend en suggestief. Het is een vreemd laat-moderne architectuurmachine. Een deel van het stadsweefsel wordt weggerukt, dynamische circulatielijnen verbinden het nieuwe architectonisch centrum. Het modernisme gaat door met zijn destructieve actie. Het is de onvermijdelijke prijs voor “het opladen van de poteliële energie van de publieke ruimte” .

15 jaar en heel wat architectuurstijlen later. 10. Ontwerp van Louis Dams

Een modernistische stedenbouwkundige compositie van aparte gebouwen omringd door open ruimte. De spil van het ontwerp is een toren. Zichtbare beweging van liften, ritme van vloeren beklemtonen superpositie, verticaliteit en opwaartse beweging.

11. Ontwerp Hoogpoort (S. Beel, XDG, Karsenberg en Neutelings) Vormelijke geleiding van leegte. Lege driehoek draagt meer geschiedenis en meer metropolitane potentialiteit. Architecturale uitwerking van de randen waar roltapijten de stroom opvangen en verbinden met trein en metro. De trein is niet meer het bruuske einde van de nostalgische architectuurwaarden maar neemt deel aan de beweging. De open driehoek is een volwaardige derde term tussen hoogstad en laagstad. Zichtbare stad verbonden met verborgen, ondergrondse stad. Een langgerekt volume zweeft over de driehoek en hangt aan een wolkenkrabber op 1 van de hoekpunten. Het krachtige verticale teken geeft een perfect tegenbeeld van de horizontale leegte; wolkenkrabber vervolledigt de schrale skyline. Wolkenkrabber zorgt voor nodige verdichting van vloeroppervlake en compenseert zo met de lege driehoek. (overduidelijke OMA stempel) Op compromisloze wijze worden met stijl, typologie en compositie moderne thema’s bespeeld.

Bianes en Hoogpoort brengen belangrijke zienswijzen. De plek heeft enorme kansen en het debat krijgt allure en diepgang. Nog voor uitslag Bonduelle-wedstrijd keuren instanties een nieuw BPA goed. Hierin vinden we met wat goede wil resten van synthesevoorstel van Planning en doelstellingen van ARAU. De middelmaat heeft het gehaald.

49

Page 50: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

12. Plan dat wordt uitgevoerd Breukstreep tussen hoogstad en laagstad. Een uiteengelegde ruimte rond een enorme betonnen helling. Het mooie perspectiefzicht gaat verloren. Een nieuwe wand vestigd aandacht op Nationale Bank. Tussen gevelritme en achterliggend bouwvolume is elk verband zoek. Essentiële relatie tussen gelijkvloers en straat is verloren gegaan. “Brussel was ooit nog een bruidende stad”. Het is geen achitectenwerk en een magere troost. De achitectuur is marginaal geworden.

De afloop wijst erop hoe buiten het architectuurwereldje de architectuurcultuur te dun geworden is om de stad over te laten aan ondernemens, politiekers, handelaars en actiegroepen.

50

Page 51: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 19:

EUROPE SQUARE REARRANGEMENT PROJECT, BRUSSELS 3 contrasterende elementen in ruimte en functie: - Oude benedenstad (historisch gastronomisch buitenmuseum in een labyrint) - Nieuwe bovenstad (administratieve culturele as georganiseerd in een chaos van

superblokken) - Niet- geëxploiteerde ondergrondse stad (gigantisch areaal van ondergrondse ruimtes

voor ontmoeting en massatransport) > tussenin driehoekig niemandsland (strategische setting in hart van Brusselse Vijfhoek): heeft mogelijkheid te groeien van een ‘objet trouvé’ in een stadsfoyer Om dit te realiseren: minimale acties met maximale efficiëntie

1. Driehoek uitsnijden ⋅ Niemandsland wordt 4de onafhankelijk element: driehoek met noord-zuidverbinding,

horizon bovenstad en zijscène benedenstad aan zijden ⋅ Een wig in de kelderstad, trechter naar het marktplein

2. Zijden activeren

2 zones blijven behouden tussen de driehoek en de oude stad ⋅ Volume met de vorm van een banaan, bevat 2 lagen: zal uitgerust worden met

loungefuncties en een park met een idyllische atmosfeer op z’n dak ⋅ Volume met de vorm van een vleugel, gearrangeerd als een binnen- en

buitenkustlijnresort met een kunstmatige golf-strand, een stomend zwembad en straalvormige service-eenheden

3. Kelderstad reprogrammeren Door de heuvelglooiing bloot te leggen > mogelijkheden ondergrondse stad komen letterlijk aan het licht ⋅ Ongebruikte ruimtes krijgen nieuwe functies overeenstemmend met de stadsfoyer, het

informatie- en entertainmentcentrum ⋅ Belangrijke stedelijke activiteiten (zoals centraal station …) worden naast de driehoek

geplaatst ⋅ Beweging van de treinen wordt zichtbaar in het punt van de driehoek en in de leegte

voor de kathedraal

4. Verbinding van de elementen Bestaande netwerken worden verbonden op strategische plaatsen met als resultaat dat driehoek zijn functie als stadsfoyer tussen alle elementen van de stad behoudt

5. Introductie van nieuwe volumes ⋅ Nieuwe toren gesitueerd aan de rand van de driehoek als een aanwijzer van nieuwe

werk- en leefcultuur (eenheden zijn gedifferentieerd volgens de duur van het verblijf)

51

Page 52: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

⋅ Horizontaal lineair gebouw snijdt door de toren met een ritme van gelijksoortige functies

⋅ 2 torens verkennen potentiële sites voor de toekomstige skyliners

6. Uitrusten van het oppervlak Een waaiervormig grid van service-eenheden en mechanische natuurlijke elementen zijn verspreid over de driehoek Grid verkrijgt hogere dichtheid op plaatsen waar meer intensiteit wordt verwacht Probleem Europe Square is de scheiding tussen boven en onderstand. De leegte kan ervaren worden als een inspirerende veelheid aan ‘objets trouvés’ (niet volbouwen!)

52

Page 53: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

TEKST 20: DE RINGCULTUUR – W.J. NEUTELINGS

A> Proclamatie van de Ringcultuur Het Ringmechanisme: spontane verjongingskuur aangejaagd door de nieuwe massacultuur. Perifere zone > ruimtelijk-programmatisch element in de stad (…) Een eigen esthetiek van mobiele snelheid en filmische effecten, grootschaligheid, dichtheid van de leegte. De Ring is het decor en de voedingsbodem van een periode: het is noodzakelijk dat we nu vormgeven aan onze eigen tijd. Het is noodzakelijk om modellen en strategieën te ontwikkelen voor de perifere stedelijke ontwikkeling: het grootse deel van de bouwopgave speelt zich af in de perifere zones. (de architectonische en stedenbouwkundige discipline negeren dit proces)

B> Het ontstaan van de moderne Ring De tweede industriële revolutie (omwenteling in de politieke, economische en culturele verhoudingen; grootschalige productie van consumptiegoederen > welvaart binnen het bereik van de massa) > het fenomeen van de massacultuur. Ruimtelijke gevolgen:

- grootscheepse verstedelijking (monofunctionele satellietwijken rond de oude Europese steden) met daartussen groenzones en industrieterreinen

- het stadscentrum verdicht met functies voor handel, bestuur en cultuur > functiescheiding: een enorme transportbehoefte De auto (massaproduct, voor iedereen bereikbaar): hét embleem van de massacultuur (bewegingsvrijheid, status, zelfbeschikking) > enorme infrastructuur van autowegen nodig (in de groene zones aangelegd). Daarnaast ook een enorm programma van nieuwe activiteiten (massaliteit): popconcerten, sportevenementen, pretparken, meubelpaleizen, doe-het-zelf-markten, expo’s, beurzen, motelkentens, joggingbanden, sportparken, zwembaden, volkstuinen, crossterreinen … Waar? De zones langs de pas aangelegde ringsnelwegen (laatste grote open ruimtes, publieke bereikbaarheid (centrum-voorsteden). Dit gebeurt internationaal! Gemeenschappelijke kenmerken:

- landschappelijk karakter - collier van grootschalige gebouwen om de hals van de stad - esthetiek van snelheid en beweging - programma van massa-activiteiten - dichtheid van leegte

53

Page 54: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- geen masterplan (juxtapositie) - centraal ↔ (juxtapositie) - stadspoort - foyer

De oude stadscentra bevriezen tot openluchtmusea, gespecialiseerde diensten voor beperkte groepen. Het werkelijke leven speelt zich af in de buitensteden: het echte centrum van de hedendaagse stad (werk, vermaak, distributie, recreatie …)

C> Fenomenologie van de Ring

a. De dichtheid van de leegte

Hoge functiedichtheid ↔ zeer lage volumedichtheid > Max. aan massa-evenementen > Min. aan ruimtelijke voorzieningen > De architectuur van de ring beperkt zich tot een tweedimensionale opgave; niet meer het creëren van ruimtes, maar het orkestreren van programmatische activiteiten (reclame-panelen, grondvlak met lijnen).

b. De kinetische perceptie

De beweging is het belangrijkste ordenend principe op de ring. Het verblijf op de ring (constante snelheid) wordt een filmische ervaring:

54

Page 55: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- Tunnels: licht- en geluidseffecten - krommende wanden: plotse panorama’s op de stad - langgerekte bochten: glijdende camerabeweging - viaducten: korte karakterschetsen van de stad

Invloed van de beweging op de compositie van de Ring: - viaducten en afritten: vloeiende lijnen - reclameborden en verkeerstekens: in grafiek, proporties en plaatsing - gebouwencomplexen: repetitie, schaal en gevelindeling - geluidswallen: autonome kunst

c. De productieve juxtapositie

De Ring: geen masterplan aanwezig! De situering van activiteiten en compositie van gebouwen: willekeurig > een lint van fragmentarische patronen > toevallige opeenstapeling van programma > spontane generatie van nieuwe onbedoelde evenementen De ring is een labo voor nieuwe programmatische en architectonische typologieën, de generator van de ringcultuur.

d. De arcadische idylle

De Ring is de enige locatie waar nog onaangetaste rurale terreinen voorkomen (naast ...): parken, sportvelden, volkstuinen, zandafgravingen, jachthavens. Ook kunstmatig-rurale activiteiten (groenten telen, honden africhten, motorcrossen, landlopen, boogschieten, kamperen, picknicken, …) > een uitlaatklep voor de natuurlijke driften, tijdelijke ontsnapping in zelfopgelegd primi-tivisme.

e. De concentrische centrumverschuiving

Nieuwe Ringen nemen langzamerhand de positie in van het oude centrum: Oorzaak:

- betere bereikbaarheid (t.o.v. buitenwijken) - aantrekkingskracht (activiteiten van de hedendaagse cultuur) - oude centrum is een openluchtmuseum (monumenten en instellingen van vroegere

culturen), enkel nog gespecialiseerde voorzieningen (> pretpark voor toeristen) - het werkelijke leven speelt zich hier af (de Ring bevredigt de behoeftes van de

massa)

~ 19de-eeuwse Ringen met programma voor burgerlijke cultuur (Amsterdam en Wenen): nu het nieuwe centrum

55

Page 56: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

f. De moderne stadspoort

De Ring vormt een scherpe scheidingslijn (19e-eeuwse blokkenstad – 20ste-eeuwse buiten-wijken). > de ring omsluit de oude stad als een halssnoer en daarbuiten dijen de voorsteden eindeloos uit over het landschap. Entrée van de stad:

- vroeger: silhouetten van kerktorens, stadswallen, poorten - de plotse intensivering van de snelweg met grootschalige elementen

De ring neemt de fysieke plaats in van de oude verdedigingsgordel + het vervult de symbolische grensfunctie.

g. De stedelijke foyer

Stadspoort-effect + diverse transitovoorzieningen (=voor pendelaars) > de Ring is als een foyer voor de stad De ring is het snelst te bereiken (stadscentrum: verkeersopstoppingen en parkeer-problemen) > groot aantal faciliteiten langs de Ringen (hotels, kampeerterreinen, kantoren, parkeergarages, treinstations, beurscomplexen, …): voorzieningen die ontvangen en verzorgen

D> Een Inventaris van de Parijse Périphérique (400m breed, 35km lang)

Een ceintuur tussen het centrum en de banlieu met een afwisselend profiel (aantal rijbanen, verzonken, tunnel, talud, bebouwd of niet ...) Gelijkaardige oppervlakte (periferie-centrum) & heeft een gelijkaardig belang voor de stad (lint aan grootschalige voorzieningen) 35 portes (‘knooppunten’ met op- en afritten) op de kruisingen met de radiaalboulevards. Het is niet echt een autosnelweg (korte op- en afritten, smalle rijstroken, geen vlucht-stroken …) Vroeger (jaren ’20): Boulevard des Maréchaux (ook een ceintuurboulevard) > een muur van woongebouwen t.o.v. het toen nog lege landschap rondom de stad: parkceintuur (groen lint). Het is dit die na de oorlog de centrale locatie werd van de massacultuur (hotels, sportparken, scholen, …) met een zeer gevarieerde bebouwingsstructuur en evenwichtig gespreid op de ring (NO zijde nadruk op industrie- en woonfuncties; ZW nadruk op recreatieve en culturele activiteiten).

56

Page 57: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Het ringvormingsproces heeft zich volledig ongestuurd voltrokken, zonder masterplan of reglementen. (vrijemarktprincipes en een laissez-faire-politiek): het is een ordenend raster van locaties geworden waar ieder een logische plaats kan vinden (op basis van specifieke terreinomstandigheden) Voornaamste functies: - 50% vrije groene ruimte (parken, sportvelden, begraafplaatsen, renbanen) - 20% vooroorlogse superblokken - 10% grootschalige complexen (stadions, hallen en torengebouwen, ziekenhuizen,

universiteiten en scholen) - 10% spoorwegemplacementen (metrostations) - 10% Boulevard Périhpérique

E> Een ontwikkelingsmodel van de Ring van Antwerpen (400m breed, 10 km lang) Distributiehal Industriezone Sportcomplex Stadsvestibule Argotechniek Hightechzone Lineair park Flatstrook Evenementenhal Handelscentrale Airportshuttle Educatiepark Spaghettipark Museumeiland Cultuurpark Tijd-verblijfbouw Stadsvestibule Expopaleis Rivieraanzicht

a. Massa

De Ring vormt een lege gordel tussen binnenstad en voorsteden: - binnenzijde van de Ring: scherpe scheidingslijn van de 19de-eeuwse blokkenstad - buitenzijde van de Ring: franjeachtige rand, met uitwaaierende structuren van de

voorsteden - groene luchtstromen (parken en scheldefront)

Enorme potentie voor grootschalige projecten van de massacultuur

- centrale ligging

57

Page 58: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- gemakkelijk bereikbaar - open ruimte

> een open groene strook met geïsoleerde massa’s b. Wegenstelsel: 8 banen

Een adembenemend ruimtelijk-kinetisch schouwspel, dit door een prachtige aanleg met: - glooiende taluds - vloeiende op- en afritten - bruggen en viaducten - continu bewegende verkeersstromen

Variabel profiel:

- N: gelijk met het landschap - Vervolgens opgetild tot een prachtige panoramabaan boven de stad - Vervolgens verzonken in een zacht krommende groene geul - Eindigen in een donkere tunnel

Parallelroutes

- de singel: verkeerswisselaar met de stad (met viaducten die het centrum verbinden met de voorsteden over de Ring)

- spoorlijn Amsterdam-Parijs volgt het ringtracé

c. Grondgebruik: de Ring is de groene rivier die stroomt door de stad

Open, groene karakter > aangewezen voor openluchtactiviteiten in een fragmentarisch lint van landschaptypes (volkstuinen, gazons, parken, kampeerterreinen, sportvelden, wilde natuur, parkeervelden …) Twee zijden:

- buitenste rand: formele parken - binnenrand: wildere terreinen

d. Programma: steeds meer grootschalige functies

Toevallige zonering waarin gelijkaardige functies groepsgewijs voorkomen: - flatgebouwenstrook - kantoorgordel - industriebekken - cultureel eiland - parklint

> maken deel uit van de massacultuur + een deel is voor reizigers bestemd

e. Ontwikkelingsmodel

Op basis van - instrumentarium: ordeningsprincipes (na bestudering van de structuren van de Ring) - te verwachten functies,

kan een toekomstmodel voor de Ring van Antwerpen ontwikkeld worden:

58

Page 59: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

- verkavelingspatronen - lokale uitbuiting - kinematische compositie - atomisering dagelijkse activiteiten - monumentalisering snijpunten - aansluiting randen - mathematische distributie - circuitvorming

F> Vijf programmatische typologieën voor de Ring van Antwerpen

Locatie Functie Opbouw Stads-vestibule

Kruispunt bij een invalsweg naar het centrum

Transitomachine: aansluiting van vervoerssystemen en bevrediging dagelijkse behoeften

Bestaand spoorstation met een platform erop

Distributie-hal

Goed bereikbaar terrein bij op- en afritten, langs een verhoogd gedeelte van de ring

Geautomatiseerde goederendistributie aan de consument

Home-shopping: bestelling > automatisch logistiek systeem. Een rechtopgezette supermarkt Uitwendig: gigantische reclamelichtkrant

Handels-centrale

Twee taluds aan weerszijden van de ring, omsloten door viaducten

Een zakencentrum met hoogwaardige kantoorruimte

Plateau: bouwlocatie voor vijf torens op twee laagbouwvolumes > monumentaal herkenningspunt op de ring

59

Page 60: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

Tijdverblijf-gebouw

Zeer smal en stijl talud (Ring-Singel), bestaand parkeerterrein

Tijdelijk tot permanent verblijf

Wigvormig lichaam op zijn punt staand Organisatiesysteem (langer verblijf) Balkvormig element Kinetische compositie (repe-terende wiggen)

Communi-catiepaleis

Spaghettiknoop-punt op de ring vlakbij het stadscentrum

Vergader- en tentoonstellings-complex

Ommuring van elk terrein Daarin rationele elementen en utilitaire functies Verbinding: ruggengraatgebouw met aerodynamische welving

60

Page 61: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

REM KOOLHAAS • Koolhaas groeit op in een verwoest Amsterdam, “op de rand van een krater”. Zijn

ouders reizen veel en ze verhuizen dan ook naar Indonesië, en op 14 jarige leeftijd komen ze terecht in Brasilia waar hij door de indruk van de stad beslist architect te worden. Uiteindelijk verhuizen ze terug naar Amsterdam waar hij eerst journalist wordt, deze job leert hem om onbevooroordeeld naar de realiteit te kijken.

• Enkele jaren later beslist hij om naar Londen te trekken en toch architectuur te gaan

studeren. In hun laatste jaar krijgen ze de opdracht een ‘klassieker’ te bespreken (zoals een witte villa, hoogbouw met gordijngevels van Mies ...). Koolhaas kiest voor de Berlijnse Muur, het zijn de verschillende condities van de muur die hem interesseren. Uit deze bespreking komt zijn project ‘EXODUS’ voort, die zeer kenmerkend is voor Koolhaas’ denken over de architectuur. Hij plaatste een muur doorheen Londen = “slaapwandelende metropool”. De mensen zouden de stad verlaten om in Exodus te gaan wonen en Londen zou een Ghosttown worden.

• Koolhaas toont ook een grote interesse in NY, met zijn hoogbouw en zijn grootstedelijk

centrum dat zo verschilt van die van de Europese. In Europa praat men liever en schrijft men liever over het bouwen, maar het komt nooit zo ver, in Amerika doet men, maar denkt men niet. Deze fascinatie mondt uit in het boek ‘Delirious New York’. Wat een pleidooi is voor ‘de cultuur van congestie’ (grootstedelijkheid, drukte, verschillende activiteiten die samen komen die totaal niets met elkaar te maken hebben).

• Na de publicatie van het boek keert hij terug naar Nederland om daar Manhattaniaanse

dingen toe te passen. We zien Koolhaas echter vaker in het buitenland bij grote wedstrijden aan het werk. De tekeningen die in het boek worden opgenomen zijn van zijn vrouw Madelon Vriesendorp. Ze geven duidelijk weer hoe Koolhaas over de grootstedelijke architectuur dacht: het is niet de verpakking maar de congestie en de instabiliteit van een gebouw dat een wolkenkrabber kenmerkt. Zo liggen de Empire State Building en de Chrysler Building samen in één bed. Met de uitgave van Delirious New York plaatst Koolhaas zich midden in het postmoderne debat.

De foto van Winston Link, waar een trein voorbij een openlucht cinema raast is een perfect voorbeeld van wat Koolhaas bedoelde met zijn cultuur van congestie. “Dit zijn allemaal verschillende activi-teiten die simultaan gebeuren maar niets met elkaar te maken hebben”

61

Page 62: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

er is dus niet eens architectuur nodig om dit te laten gebeuren. Er kan zelfs door een minimum aan materie een maximaal effect verkregen worden.

• Koolhaas toont ook een grote interesse in Dali, die vaak werkt volgens de paranoïde-kritische methode (> Door een proces van hallucinatie, waartoe Dali door het onderzoek van Sigmund Freud naar de droomduiding geïnspireerd was, probeerde de kunstenaar zijn waarneming van de werkelijkheid te veranderen. Freud had gevonden dat patiënten, die zich onder hypnose verdrongen, traumatische voorvallen konden herinneren. De bewustmaking hiervan zou tot afname van de psychische ziekte kunnen leiden. Freud benadrukte daarom de waarde van dromen en de vrije, spontane associatie, om zo herinneringen en ervaringen uit het onbewuste naar boven te brengen.)

> poging om met rationele argumenten een vals argument in de realiteit te introduceren

INVLOED REM KOOLHAAS OP JONGERE GENERATIE a. Stephane Beel Klinische observator moderne architectuur Ironie villa M in zedelgem belangstelling voor Duchamps dubbelzinnigheid b. WJ Neutelings Ringcultuur en model voor antwerpen Luiheid (gepaard met ambitie)

Laten verdwijnen opdracht Recyclage van gebouwen Recyclage typologieën en concepten Methodiek van sculpturale wiskunde Dwingt tot vernuftigheid

Veenman drukkerij MAS in Antwerpen Voorstel schouwburg Brugge Kunstcentrum stuk Leuven

c. Xaveer De Geyter XDG kijkt naar de Sprawl. Sprawl is de wanorde, chaos in de ongestructureerde stad, after sprawl is het project waarbij satelietfoto's negatief worden gemaakt, zodat de niet-gebouwde stad (bos, velden..) duidelijk zichtbaar worden gemaakt. Het kapot-verkavelde Vlaanderen wordt altijd negatief geïnterpreteerd. Eind jaren ’90 werd een ruimtelijk structuurplan Vlaanderen opgericht: de steden moeten zoveel mogelijk verdicht worden en open gebieden moeten zo open mogelijk blijven. De Geyter keert zich hier tegen. Hij maakt eerst een analyse van de Sprawl van Londen tot Venetië. Het is een fenomeen dat zich internationaal voor doet, hij werkt met satellietbeelden, neemt negatieve foto’s. Zelfs in de verstedelijkte omgeving is er 60% openruimte (inclusief wegen, industrieterreinen). De

62

Page 63: Architectuuractualia - VTK Gent · ‘maatschappelijk dienstbetoon’ II. Vorm: niet schatplichtig aan historische stijl, maar moet ‘nieuw’, ‘modern’ zijn III. ‘ la fonction

open ruimte mag niet negatief genoemd worden. Strategieën bedenken om de Sprawl aan te pakken waardoor ze kwaliteitvol worden.

1. SHIFT Vlaanderen bestaat uit een blokkenpatroon van linten en wegen. We mogen hier geen negatieve conclusies aan binden (zoals Braem doet). De binnengebieden worden door gebouwen omsloten. Hij wil een ‘shift’ invoeren waardoor de gebieden anders gebruikt kunnen worden. Binnengebied moet omsloten worden en leefbaar gemaakt worden.

2. HIDE Vertrekt van rivierdorp langs Schelde dat gekenmerkt wordt door leegstand. Omheen de dorpskern liggen veel verkavelingen met villa’s. Tegen dorpskernwaardering, tegen afbraak villa’s. Woningen moeten langs bestaande wegen liggen, ze moeten gecamoufleerd worden door gordel van groen, leegstand moet worden afgebroken. Programmatisch veel intenser, landschap minstens zo open als vroeger. Nieuwe groenzones aanplanten.

Het voorstel kreeg veel tegenstand van stedenbouwkundigen. Het gaat te veel in tegen eigendommen van mensen.

63