Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de...

8
@rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016 1 rchieflink In de zeventiende en achttiende eeuw was de ge- buurte een stedelijke instelling die in grote delen van West-Europa courant te vinden was. In ste- den als Den Haag, Londen en Parijs, die al het onderwerp van onderzoek waren, zorgde de ge- buurte voor de versterking van de gemeenschap. In weinig andere steden was de gebuurte echter zo machtig en zo betekenisvol als in Gent. De Gentse gebuurte was een soort onofficieel parti- cipatieorgaan, dat vooral voor de lagere klassen van belang was. In die hoedanigheid verving ze in zekere zin de rol van de ambachten uit de middeleeuwen, na de inperking van hun macht in 1540 door Karel V. GESCHIEDENIS VAN DE GENTSE GEBUURTEN Het is onduidelijk wanneer de Gentse gebuurte is ontstaan. De eerste vermeldingen van ‘de gemeene geburen’ in de schepenboeken dateren uit de veer- tiende eeuw, maar het is niet zeker of die verwijzen naar de gebuurte als instelling. Pas in de vijftiende eeuw wordt er in de schepenboeken gesproken over de gebuurte en het is in deze periode dat ook de eerste archiefstukken opduiken. Een gebuurte om- vatte toen een aantal straten en had vooral een fol- kloristisch karakter. Zo speelden de gebuurten in het begin van de zestiende eeuw een belangrijke rol in de optocht rond Vastenavond. Daarbij deed de Driemaandelijkse nieuwsbrief van de vriendenkring van het Stadsarchief Gent - jaargang 16 - nummer 1 - januari 2016 Overzicht van alle gebuurten in Gent, aangebracht op het plan van G. Goethals van 1796, SAG_IC_AG_L_1_58 @ De Gentse gebuurten doorgelicht Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1

Transcript of Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de...

Page 1: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

@rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016 1

rchieflink

In de zeventiende en achttiende eeuw was de ge-buurte een stedelijke instelling die in grote delenvan West-Europa courant te vinden was. In ste-den als Den Haag, Londen en Parijs, die al hetonderwerp van onderzoek waren, zorgde de ge-buurte voor de versterking van de gemeenschap.In weinig andere steden was de gebuurte echterzo machtig en zo betekenisvol als in Gent. DeGentse gebuurte was een soort onofficieel parti-cipatieorgaan, dat vooral voor de lagere klassenvan belang was. In die hoedanigheid verving zein zekere zin de rol van de ambachten uit demid deleeuwen, na de inperking van hun machtin 1540 door Karel V.

GESCHIEDENIS VAN DE GENTSE GEBUURTEN

Het is onduidelijk wanneer de Gentse gebuurte isontstaan. De eerste vermeldingen van ‘de gemeenegeburen’ in de schepenboeken dateren uit de veer-tiende eeuw, maar het is niet zeker of die verwijzennaar de gebuurte als instelling. Pas in de vijftiendeeeuw wordt er in de schepenboeken gesproken overde gebuurte en het is in deze periode dat ook deeerste archiefstukken opduiken. Een gebuurte om-vatte toen een aantal straten en had vooral een fol -kloristisch karakter. Zo speelden de gebuurten inhet begin van de zestiende eeuw een belangrijke rolin de optocht rond Vastenavond. Daarbij deed de

Driemaandelijkse nieuwsbrief van de vriendenkring van het Stadsarchief Gent - jaargang 16 - nummer 1 - januari 2016

Overzicht van alle gebuurten in Gent, aangebracht op het plan van G. Goethals van 1796, SAG_IC_AG_L_1_58

@De Gentse gebuurten doorgelicht

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1

Page 2: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

2 @rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016

‘Gekkenkeizer’ zijn intrede in de stad, omringddoor zijn ‘prinsen’ (in werkelijkheid de dekens vande gebuurten).

Op het einde van de zestiende en het begin van dezeventiende eeuw kregen de gebuurten een meerformalistisch karakter. Ze werden kleiner in om-vang en werden ook officieel erkend door de stad.De stad deed ook steeds vaker een beroep op de ge-buurten door ze te belasten met officiële taken. Zowerden de gebuurten ingeschakeld voor de brand-bestrijding, de nachtwacht, het aansteken van lan-taarns en (vanaf de achttiende eeuw) het aanleggenvan verhardingen met kasseien. De ‘voorzitter’ vande gebuurte (de deken) trad ook op als een soortvrederechter; hij bemiddelde bij conflicten en konin beperkte mate recht spreken. Aan de vooravondvan de Franse tijd waren er 230 tot 240 gebuurten,verspreid over het volledige grondgebied van Gent(inclusief de Sint-Pietersheerlijkheid).

Tijdens de Franse periode (vanaf 1795) stopten veelgebuurten met hun activiteiten, maar in 1804 wer-den alle gebuurten in ere hersteld. Ze hadden ech-ter bijna geen officiële taken meer (in 1854 werdook hun laatste taak, de nachtwacht, overgenomendoor de stad), waardoor het aantal gebuurten in deloop van de negentiende eeuw drastisch afnam. Ophet einde van die eeuw bleven er nog een zestigtalgebuurten over. Zij gingen zich beter organiserenen richtten in 1903 een overkoepelende dekenbondop. Deze gebuurten (nu ‘dekenijen’ genoemd) blij-

ven tot op de dag van vandaag actief in het Gentsegemeenschapsleven.

RECHTEN EN PLICHTEN IN DE GEBUURTE

Iedere gebuurte had een reglement dat zowel doorde geburen zelf als door het stadsbestuur werdgoedgekeurd. Zo werd de gebuurte officieel erkenddoor de stad en kon ze worden ingezet bij het ver-vullen van dienstverlenende taken (zoals de brand-bestrijding), maar ook van een aantal administra-tieve taken (zoals het tellen van het aantal inwo-ners). In een reglement werden de sociale gedrags-regels beschreven waaraan de geburen zich moestenhouden. Overtredingen werden bestraft met geld-boeten volgens tarieven opgenomen in het regle-ment. Dit kon gaan om zaken zoals nachtlawaai,vechten en andere vormen van overlast. Kortom, deGAS-boeten van de vroegmoderne periode!

Er waren ook andere vormen van sociale regule-ring. Het bestuur van de gebuurte schakelde hogergeplaatste instellingen (schepenbanken, Raad vanVlaanderen) in om haar gezag op te leggen aan degeburen. Dat bestuur verwachtte van de gebureneen zeker engagement in de gebuurte. Dit engage-ment vertaalde zich onder andere in het betalen vanverschillende ‘baten’, zoals een ‘willekom’ bij de ge-boorte van een kind of de aankomst van een nieuwebewoner, trouwgeld bij een huwelijk, een dood-schuld bij een overlijden, enzovoort. De geburenwaren onder andere verplicht om aanwezig te zijnop diverse plechtigheden, zoals kerkdiensten, be-grafenissen, optochten en buurtvergaderingen. Af-wezigen werden verplicht om een ‘kerf’ te betalen.

Bij allerlei problemen of geschillen kon men een be-roep doen op de gebuurte. De gebuurte kon zelfmensen opvangen, maar vaker klopte ze voor henbij de meer officiële instellingen aan. De gebuurtewas ook een vrij democratische instelling. Zo werdde deken verkozen en konden ook vrouwen deel-nemen aan het bestuur.

DE ARCHIEVEN VAN DE GEBUURTEN

Het Gentse Stadsarchief bezit een relatief grote col-lectie aan gebuurte-archieven, namelijk zes strek-kende meter, wat meer is dan andere stadsarchie-ven. Dit is vooral te danken aan het acquisitiebeleidvan Victor Vander Haeghen, stadsarchivaris vanGent van 1882 tot 1916. Hij koos ervoor om de ge-buurte-archieven te beschouwen als stadsarchief,wat de verwerving van deze archieven voor reke-ning van de stad verantwoordde. Dit neemt nietweg dat slechts een fractie van de archieven van alle

Reglement van de gebuurte van de Bennesteeg uit 1632,SAG_OA_Gebuurten_500.

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 2

Page 3: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

@rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016 3

gebuurten bewaard bleef. Van een aantal gebuurten(zoals de Kalandeberg, de Middelburgstraat en deNederburgstraat, beide delen van de Burgstraat)zijn grotere archieven overgeleverd, van anderesoms slechts één stuk.

Deze slechte bewaartoestand heeft uiteraard gevol-gen voor de mogelijkheden tot onderzoek en dusvoor onze historische kennis van de gebuurten. Opbasis van de bewaarde archieven kan slechts vooreen paar gebuurten een studie worden onderno-men. Bovendien zullen de resultaten van dit onder-zoek waarschijnlijk niet representatief zijn voordeze instelling in het algemeen. De Middelburg-straat en Nederburgstraat werden bijvoorbeeldvooral bewoond door advocaten van de Raad vanVlaanderen, wat een impact had op hun werking.Zij bedongen namelijk bij de Raad een aantal gun-sten – iets wat de gebuurten van de Brabantdamniet konden doen.

Het archief van een gebuurte bestond uit een aantalvaste documenten. Uiteraard stond het reglementcentraal. Voorts hielden de gebuurten vooral finan-ciële documenten (zoals rekeningen en kwijtschrif-ten) bij, naast een aantal rechtsdocumenten (pro-cesstukken) of bestuursdocumenten (processen-verbaal, resolutieboeken). De meeste documentenwerden opgesteld aan het eind van een ‘proces’ (eenrekening na afloop van de bestuursperiode van dedeken, een verzoekschrift na een beslissing van hetstadsbestuur, enzovoort), waardoor er weinig werk-documenten zijn overgeleverd.

MOGELIJKHEDEN TOT VERDER ONDERZOEK

Ondanks het feit dat voor veel gebuurten slechtseen beperkt deel van hun archief is overgeleverd, ishet toch mogelijk om deze archieven te betrekkenin (lopend) onderzoek. Een evident onderwerp isde instelling ‘gebuurte’ zelf, al dan niet in vergelij-king met andere instellingen (ambachten, schut-

tersgilden, broederschappen, enzovoort).

Doordat de bewoners zo nauw betrokken waren bijde werking van hun gebuurte, is het mogelijk omde levensloop van bepaalde personen te volgen inde gebuurte. De gebuurten zorgden namelijk vooreen indirecte registratie van geboorten, huwelijken,overlijdens en verhuizingen. Hierdoor kan dewoonplaats, het adres of het beroep van bepaaldepersonen achterhaald worden. Ook hun kennissen-kring kan in beeld worden gebracht. Dit opent per-spectieven voor individuele levensgeschiedenissen,genealogisch onderzoek of prosopografisch onder-zoek.

De grootste waarde van de gebuurte-archieven ligtechter in hun potentieel als bron voor huizenon-derzoek. Dit heeft vooral te maken met de taken diede gebuurten uitvoerden, waarvan veel betrekkinghadden op ruimtelijke ordening en werken in hetopenbaar domein (vooral het leggen van kasseien).Het lidmaatschap van een gebuurte was daaromsterk verbonden met de eigendom of bewoning vanhuizen in de gebuurte. De geldwaarde van de hui-zen diende ook als aanslagvoet bij de inning vanbijdragen in onvoorziene of grote kosten door degebuurten. Daarom treffen we in de gebuurte-ar-chieven vaak overzichtslijsten van huizen en huneigenaars/huurders aan. Voor sommige gebuurtenkan zo de geschiedenis van bepaalde panden vrijnauwkeurig (en beter dan op basis van overheids-archieven) worden gereconstrueerd.

De Gentse gebuurten zijn nog maar weinig onder-zocht. Onterecht, volgens ons, want deze unieke in-stelling vervulde een belangrijke rol in de stads-geschiedenis en verdient daarom meer aandacht intoekomstig onderzoek.

Remco BruijnjeStudent Master-na-Master Archivistiek (VUB)

De historische groep van de gebuurten op het ontwerp voor de praalstoet bij de intrede van koning Leopold III en koningin Astrid in 1935, ontwerp door Frans Coppejans, SAG_IC_AG_L_5_103a

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 3

Page 4: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

4 @rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016

De afdeling Onderzoek en Bescherming van hetAgentschap Onroerend Erfgoed startte in 2012,in navolging van de beleidsnota Onroerend Erf-goed (2009-2014), met de herinventarisatie vanGent. In samenspraak met de Dienst Monumen-tenzorg en Architectuur van de Stad Gent(DM&A) werd tussen 2012 en 2014 de vroegereSint-Pie ters-Aaigemwijk in de omgeving van hetGent se Sint-Pietersstation geïnventariseerd.Vanaf 2013 werd in samenwerking met deDM&A de inventarisatie van de wijk rondom hetMuinkpark opgestart. In de huidige beleidsnotaOnroerend Erfgoed (2014-2019) werd bepaalddat deze herinventarisatie wordt verdergezet meteen focus op twintigste-eeuwse architectuur. Ge-zien de omvang van dit patrimonium, wordt descope van het onderzoek in eerste instantie be-perkt tot een thematisch onderzoek van het na-oorlogse erf goed (1945-1985) in Gent en haardeelgemeenten. Vanaf 2016 zal het agentschapOnroerend Erfgoed daarnaast de DM&A begelei-den bij de ruimere herinventarisatie.

De opmaak van een overzichtsinventaris van hetbouwkundig erfgoed van de stad Gent startte in1975 en werd gepubliceerd in boekvorm in de reeksBouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen.De boek-delen behandelden achtereenvolgens het oudste

historische stadscentrum (4na, 1976), de zestiende-eeuwse stadsuitbreiding (4nb, 1979) en de negen-tiende-eeuwse stadsuitbreiding (4nc, 1983). Dedeelgemeenten werden behandeld in het laatsteboekdeel van de Gentse inventarisatie, namelijk4nd uit 1983. Tegenwoordig wordt de inventarishoofdzakelijk geraadpleegd in zijn digitale variant,meer bepaald de online Inventaris van het Bouwkun-dig Erfgoed (https://inventaris.onroerenderfgoed.be).

Gezien de nieuwe ontwikkelingen op het vlak vande zorg om onroerend erfgoed bleek een herinven-tarisatie van de stad Gent verschillende jaren gele-den al sterk aangewezen. Hoewel er in principegeen chronologische limiet voor opname in de in-ventaris was vooropgesteld, was de architectuur vande twintigste eeuw ondervertegenwoordigd in deeerste inventarisatiecampagne. Het naoorlogse erf-goed was quasi volledig afwezig. En net dit naoor-logse erfgoed staat tegenwoordig steeds meer onderdruk. De oorspronkelijke bouwheren en de eerstegeneratie bewoners verlieten hun huizen al of zul-len dit in de komende jaren doen. Eigenaarswisselsmaken dat de kans op zware verbouwing of sloopgevoelig toeneemt. Daarnaast gaan ook de betrok-ken architecten stilaan met pensioen en belandenveel archieven in het slechtste geval op de contai-ner. Hoog tijd dus om meer kennis over deze na-oorlogse bouwkunst en zijn architecten te verwer-ven en een indicatieve selectie van waardevolle pan-den op te nemen in de online Inventaris van hetBouwkundig Erfgoed. Aansluitend op de inventari-satie zal een selectie van panden met grote erfgoed-waarde voorgesteld worden om te beschermen alsmonument. De ervaring die vanuit dit onderzoeks-project tot stand komt, is bovendien een aanzet tothet opbouwen van een expertise binnen het agent-schap over het waarderen van het naoorlogse on-roerende erfgoed. Deze expertise kan nadien ruimerin Vlaanderen ingezet worden.

In 2015 schoot de herinventarisatie van de naoor-logse bouwkunst uit de startblokken. Een lijst vannaoorlogse architectuur in Gent, opgemaakt doorde DM&A, vormt de basis van het onderzoek. Dezelijst werd na een literatuurstudie aangevuld metmogelijk interessante panden en via desktoponder-zoek werden de adressen en de bewaringstoestandgecontroleerd. Gedurende de voorbije maanden

Woning ontworpen door Olivier Nowé en Daniel Craet (1955), KorteRijakkerstraat 20, Mariakerke. (Onroerend Erfgoed, Inventaris vanhet Bouwkundig Erfgoed, © Vlaamse Gemeenschap)

De herinventarisatie van het onroerend erfgoed in deGentse deelgemeenten

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 4

Page 5: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

@rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016 5

werd veldwerk uitgevoerd in de deelgemeenten Af-snee, Mariakerke, Sint-Denijs-Westrem, Wondel-gem en Zwijnaarde. Hierbij werden de panden uitde lijst gecontroleerd en gefotografeerd, en werd hetvolledige grondgebied van elke deelgemeente ge-screend op interessant naoorlogs erfgoed.

Dit leidde tot nieuwe, verrassende ontdekkingen,én tot een bevestiging van de interessante pandendie in de literatuur reeds meermaals werden ver-meld. Goede voorbeelden zijn de architectenwo-ning van Jos Van Driessche in Sint-Denijs-Westremen de modelwoningen in de buurt van de Korte Rij-akkerstraat in Mariakerke, voornamelijk ontwor-pen door Olivier Nowé, René Heyvaert en DanielCraet.

Tegelijkertijd werd het archiefonderzoek naar deoriginele bouwplannen opgestart. Het Gentse Stads-archief centraliseert in De Zwarte Doos de bouw-plannen van nieuwbouw en renovaties vanaf degemeentelijke fusie in 1977. Voor het Gentse grond-gebied en voor enkele Gentse deelgemeentes kon-den ook vroegere plannen hier geraadpleegd wor-den. Een voorbeeld zijn de bouwdossiers vanMariakerke tot en met 1961. Overige plannen ble-ken nog in de dienstencentra van de deelgemeentesbewaard, in afwachting van een verhuis naar hetStadsarchief. Bouwplannen van panden in Maria-kerke en Wondelgem vanaf 1962 zijn nog bewaardin het dienstencentrum van Mariakerke en kondengeraadpleegd worden op basis van de dossierrefe-renties uit de ROL, het vergunningenregister vande Stad Gent. Het dienstencentrum in Zwijnaardebewaart daarnaast nog de bouwdossiers van Sint-Denijs-Westrem, Zwijnaarde en een deel van Afsneevanaf circa 1962. Soms kregen we van eigenaars enbewoners interessante informatie over de architect,de bouw en de ontwerpprincipes. In het beste gevalhadden zij ook nog de bouwplannen bewaard. Inde huidige fase wordt verder archiefonderzoek uit-gevoerd om te komen tot een definitieve selectievan naoorlogse panden voor de reeds gescreendedeelgemeenten en wordt het veldwerk voor de deel-gemeente Wondelgem voltooid. Hierna worden deverschillende bronnen per pand verwerkt tot eenbeschrijving, waarna de panden een fiche zullenkrijgen in de online inventaris. Van sommige archi-tecten werd reeds een relatief groot aantal pandenontdekt, zoals van Daniel Craet, Eric Balliu enJohan Baele (BARO), Jean Van den Bogaerde enFritz Schaffrath & Jo Raman. Binnen de huidige se-lectie kan zo al een deel van het oeuvre van dezearchitecten getraceerd worden. Toch zal het verdereonderzoek en het veldwerk in de andere Gentse

deelgemeenten in de komende fases dit overzichtverder verfijnen en de selectie eventueel nog bijstu-ren.

Voor het naoorlogse erfgoed in het Gentse stads-centrum zal het veldwerk beperkt worden tot in li-teratuur vermelde en door de Dienst Monumen-tenzorg en Architectuur gesignaleerde panden. Desamenwerking met de stedelijke dienst zal nietenkel op naoorlogse architectuur betrekking heb-ben. Ook zal de dienst verder inzetten op de aan-vulling van de Gentse inventaris met andertwintigste-eeuws erfgoed en eventueel kleinere the-matische inventarissen. De invoer in de inventariszal verlopen onder begeleiding van het agentschapOnroerend Erfgoed.

In de komende maanden en jaren zal de online In-ventaris van het Bouwkundig Erfgoed van Gent verderworden aangevuld met de resultaten van dit thema-tisch onderzoek. Deze herinventarisatie hoopt ookindirect eigenaars en bewoners van naoorlogse pan-den met erfgoedwaarde te sensibiliseren tot eenwel overwogen en bewuste omgang met dit patri-monium.

Veerle De Houwer, Katrijn Depuydt en Julie Verhelst

Onroerend Erfgoed - Vlaamse Overheid

Architectenwoning Jos Van Driessche (1972-1975), Pieter Pauwel Rubenslaan 18, Sint-Denijs-Westrem.

(Onroerend Erfgoed, Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed, © Vlaamse Gemeenschap)

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 5

Page 6: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

6 @rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016

Dit voorjaar opent het gerenoveerde diensten-centrum van Ledeberg opnieuw zijn deuren voorhet publiek. Weinig mensen weten evenwel dathet oudste gedeelte van het gebouw (het linker-deel) in oorsprong bestemd was voor de plaat-selijke harmonie Concordia.

In 1854 had Norbert Eggermont (1795-1869), deeerste burgemeester van Ledeberg in het onafhan-kelijke België, deze fanfaremaatschappij gesticht.Ze gaf vaak concerten, nam deel aan talloze festivalsen ondersteunde de volksfeesten die in de gemeenteplaatsvonden. In 1877 kreeg ze dan ook een lokaalter beschikking aan de Vooruitgangsplaats, het hui-dige Ledebergplein. Jaren later besloot zijn zoon Isi-dore Eggermont (1844-1923) het Concordialokaalsamen met vier aanpalende huisjes te verkopen aande gemeente, die op zoek was naar een geschiktelocatie voor een nieuw gemeentehuis. De muziek-maatschappij moest noodgedwongen verhuizen.

Niet alleen op muzikaal vlak scoort Ledeberg goed;de gemeente kan ook bogen op een rijke toneeltra-ditie die eeuwen teruggaat. De oudste bekende spo-ren leiden naar de regeringsperiode van deOostenrijkse vorstin Maria-Theresia (1740-1780),die de beoefening van kunst en wetenschap zeer ge-negen was. In een herberg buiten de Keizerpoort,op het grondgebied van Ledeberg, vertoonde demaatschappij Redenconst-minnende Jongheyd op3 mei 1778 het historisch werk De vrome heldadig-heyd van Arnoldus den vijfden grave van Vlaenderen,winnaer ende minnaer van Rosalia in het Tournoyspel,dochter van Berengarius, Koning van Lombardiën,ende de standvastige kloekmoedigheyd der Gentena-ren, onder het uytstaen van een zevenjaerig beleg vandry koningen, van Vrankrijk, Engeland en Schotland,in het jaer 965. Het was een totaalspektakel met ver-lichting, vuurwerk, kanonschoten, het optredenvan een dans- en balletgroep en de opvoering vandiverse volksdansen. Wegens het succes werd hetstuk meermaals opgevoerd en kreeg de Ledebergsetoneelvereniging naambekendheid.

Muziek- en toneelverenigingen in Ledeberg

Zicht op het voormalige Kerkplein van Ledeberg (nu Ledebergplein), met de ondertussen verdwenen kiosk en het voormalige ge-meentehuis, nu dienstencentrum (DC Ledeberg), SAG_STORME_PBK_157

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 6

Page 7: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

@rchieflink - jaargang 16 - nr. 1 - januari 2016 7

In het vooruitzicht van de inhuldiging van eennieuwe Vlaamse toneelzaal in herberg Bonne Aven -ture aan de huidige Akkerstraat in Gent, spoordede Gentse rederijkerskamer De Fonteine dichtersen toneelkamers uit het Nederlandstalige landsge-deelte aan om de plechtigheid luister bij te zetten.Ook de rederijkerskamer van Ledeberg kreeg eenuitnodiging op 17 november 1784. Ze vertoondehet opgelegde treurspel De Weduwe van Malabarvoor de eerste maal op 3 april 1785 in de nieuwetoneelzaal en verwierf hiermee een verdienstelijkederde plaats na Wakken en Nevele.

Tijdens de Franse tijd kwam de toneelbedrijvigheidop een laag pitje te staan, zonder echter helemaalte verdwijnen. Vanaf 1869 verscheen de rederijkers-kamer van Ledeberg opnieuw op het voorplanonder de naam Vriendenkring. Later was er de to-neelkring Onder Ons (1878), gesticht in de katho-lieke Werkmanskring (Kleine Kerkstraat), waaruitnog later een afgescheurde groep, De Onvermoei-baren, ontstond. Deze vereniging koos Het Bour-gondische Kruis – een herberg op de hoek van dePosthoornstraat en de Brusselsesteenweg – alsnieuw lokaal. De inspiratie bleef echter katholiek.

Toen ook binnen De Onvermoeibaren onenigheidontstond, stichtten een aantal leden De Ware Vla-mingen (1891). De groep trad regelmatig op in deKatholieke Kring in de Noordstraat (nu Hoveniers-straat) of in de Kleine Kerkstraat. Muziek- en zang-stukken dienden als bindmiddel tussen deverschillende toneelwerkjes. Bij de componistenvan de muziekstukken treffen we bekende namenaan zoals Edward Blaes, Emiel Hullebroeck en KarelMiry. Wanneer deze toneelgroep uit elkaar ging, isonduidelijk door gebrek aan archiefdocumenten.Na 1930 zijn er in elk geval geen sporen van dit ge-zelschap meer terug te vinden.

Op 21 augustus 1941 werd een toneelbond herop-gericht met als naam De Ghesellen van Sint-Lieven.Is dit de voortzetting van De Ware Vlamingen ofvan een ander spoorloos verdwenen gezelschap? Dearchieven geven andermaal geen uitsluitsel. Het se-cretariaat van de vereniging was gevestigd in de Ka-tholieke Kring in de Driesstraat – waar ook demuziekmaatschappij de Concordia gevestigd was –en richtte zich enkel tot heren en de jeugd. Devrouwenrollen werden door mannen vertolkt. Zowas De familie Klepkens, een blijspel van AugustHendrickx, gewezen directeur van de VlaamseSchouwburg van Gent (het huidige NTGent), eenvan de successtukken van deze groep. De toneel-groep ontving van de Gentse Hoofdkamer De Fon-teine haar erkenning als rederijkerskamer in 1953.De Ghesellen hielden op te bestaan in 1964 en in2014 werd het archief van de vereniging overge-maakt aan het Gentse Stadsarchief.

Het Gents Volkstoneel, opgericht in 1991, latertheater Maskee genoemd, en het gezelschap vanRomain Deconinck, dat noodgedwongen de Mi-nardschouwburg had verlaten, maakten regelmatiggebruik van de feestzaal in het gemeentehuis vanLedeberg. Hopelijk zal dat voor de nog bestaandegezelschappen in de toekomst opnieuw mogelijkzijn.

Wij zijn Patrick Van Damme erkentelijk omdat hijin zijn Ledebergse Historietjes heel veel aandachtheeft besteed aan Ledebergse toneelgezelschappen.Ook het boek van Marcel De Bleecker, Ledeberg,was een welkome hulp.

Beatrix BaillieulDienst Monumentenzorg en Architectuur

Foto’s van een wagenspel door de toneelvereniging en rederijkerskamer De Ghesellen van Sint-Lieven uit Ledeberg, opgevoerd tijdens deAjuinmarkt in augustus 1954, SAG_PA_88

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 7

Page 8: Archieflink januari 2016 Opmaak 1 2/02/16 18:40 Pagina 1 ...€¦ · Sint-Pieters-Aaigemwijk in de omgeving van het Gentse Sint-Pietersstation geïnventariseerd. Vanaf 2013 werd in

1 De Gentse gebuurten doorgelicht

4 De herinventarisatie van het onroerend erfgoed in de Gentse deelgemeenten

6 Muziek- en toneelverenigingen in Ledeberg

8 Wynantz & Gent

Colofon

@rchieflink is de driemaandelijkse nieuws brief van‘t Archief. Gent on Files (GOF), de vriendenkring van hetStads archief Gent

Het abonnement is begrepen in de lid maat schaps bij dragevan de vzw: 20 euro individuele leden, 25 euro gezin, 35euro steunende leden en 250 euro ereleden. Een los nummer kost 5 euro.Rekeningnummer: IBAN: BE31 0003 2520 7755 BIC: BPOTBEB1

Contactgegevens GOFDe Zwarte Doos, Stadsarchief GentDulle-Grietlaan 12, 9050 Gentbrugge Tel. (09) 266 57 60 E-mail: [email protected] E-mail: [email protected]: www.gentonfiles.be

Coördinatie en eindredactieGuy Dupont, Pieter-Jan Lachaert, Marie Christine Laleman, Valérie Meillander, Piet Veldeman

Foto’s en illustratiesStorm Calle, Goedele Stappers, Veerle De Houwer

Ontwerp logoErika Vanderstockt

Verantwoordelijke uitgeverPiet Veldeman, Ooistraat 10, 9041 Oostakker

VormgevingCandace Verbeke

DrukNV Drukkerij Verbeke, Gent

ISSN - nummer: 1376-2966

Inhoud

Op 9 oktober 2015 werd inde Pacificatiezaal van hetGentse stadhuis het nieuweboek Kleurrijk. Wynantz &Gent omstreeks 1820 voorge-steld. De publicatie is eenrealisatie van de Stad Gent(Stadsarchief en Stadsarche-ologie) en Uitgeverij Snoeckin samenwerking met foto-

graaf Philippe Debeerst. In het eerste deel van het boek komende resultaten van het recente onderzoek naar het werk en defiguur van de schilder Jean-Baptist Joseph Wynantz (1795 –na 1829) aan bod. Zijn representatie van de stad Gent in deNederlandse tijd, onder de vorm van aquarellen met uniekestadsgezichten (waarvan de grootste collectie in het Stadsar-chief Gent wordt bewaard), is het onderwerp van het tweededeel. Wat deze publicatie bijzonder en aantrekkelijk maakt,is dat elke aquarel van Wynantz wordt vergezeld van een fo-tografisch portret van de huidige situatie en vaak ook van eenhistorisch beeld uit de tussenliggende periode. De verande-ringen in het stedelijke landschap – van de urbanisatie en deindustrialisatie in de negentiende eeuw tot de de-industriali-sering en de stadsontwikkeling in de twintigste en eenentwin-tigste eeuw – worden zo voor de lezer zichtbaar gemaakt.

De evolutie van het Gentse stadsbeeld tijdens de voorbije 200jaar zal trouwens ook de rode draad vormen van een tijdelijketentoonstelling van sogent (het Gentse stadsontwikkelings-bedrijf), in samenwerking met de partners van de publicatie,in de Bank van de Arbeid in de Voldersstraat. Vanaf 12 apriltot eind augustus 2016 zullen (reproducties van) de aquarel-len van Wynantz samen met ander historisch beeldmateriaalén de foto’s van Philippe Debeerst er gepresenteerd worden inde Kluizenzaal.

Ten slotte zal het Wynantz-project ook financieel in schoon-heid worden afgesloten. Het project voor de conservatie, derestauratie, de digitalisering, het onderzoek, de ontsluiting ende publicatie van de Wynantz-collectie van het Stadsarchiefwerd in november 2015 immers laureaat van het Fonds Bail-let-Latour van de Koning Boudewijnstichting. Hieraan is eengift van bijna 8000 euro verbonden, die de conservatiekostendekken. We zijn het Fonds dan ook erg dankbaar voor dezegenereuze steun! Onze dankbaarheid gaat eveneens uit naaronze Vriendenkring, die voornoemd bedrag heeft voorgescho-ten en die bereid was om - in het geval een subsidie zou uit-blijven - de conservatiekosten voor zijn rekening te nemen.

Het boek “Kleurrijk. Wynantz & Gent omstreeks 1820” is ver-krijgbaar in De Zwarte Doos, het STAM, de Stadswinkel en deboekhandel voor 28 euro.

Guy DupontStadsarchief Gent

Wynantz & Gent

Archieflink_januari_2016_Opmaak 1 2/02/16 18:41 Pagina 8