Archief - rudnhn.nl · v?pPrh^nd V?nJ3'?kl3-8 Van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing...

9
Archief I UU i o n a Uitvoeringsdienst bord-Holland Noord Gemeente Hoorn t.a.v. mevrouw C. Plat Postbus 603 1620 AR HOORN Hoorn, 17 april 2018 VERZONDEN 1 8 APR. 2018 Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie RUD.237454 Mevrouw E.J.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Plangebied Bangert en Oosterpolder, Blokker, Gemeente Hoorn Geachte mevrouw Plat, Op 29 januari 2018 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. Op 30 maart 2018 hebben wij uw aanvullingen op de aanvraag ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project 'Realisatie woonwijk Bangert en Oosterpolder fase 5 Noord'. Het project betreft de herinrichting van het plangebied. De werkzaamheden bestaan uit het slopen van een kassencomplex en percelen met fruitteelt, verwijderen van groen, bouwrijp maken van het plangebied en het realiseren van een nieuwbouwwijk. Voor onderhavig project wordt ontheffing gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 en lid 4 van de Wnb voor wat betreft de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2023. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RUD.237454. Besluit Wij besluiten om u ontheffing te verlenen van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 en lid 4 van de Wet natuurbescherming voorzover dit betreft het opzettelijk verstoren; alsmede het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2023 met aanvullende voorschriften. Hieronder motiveren wij ons besluit. Overwegingen WetteHik kader De gewone dwergvleermuis is opgenomen in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn, dier en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het onder meer verboden in het wild levende dieren van soorten genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied: opzettelijk te doden ofte vangen (artikel 3.5, lid 1); opzettelijk te verstoren (artikel 3.5, lid 2); opzettelijk eieren te vernielen ofte rapen (artikel 3.5, lid 3); voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen ofte vernielen (artikel 3.5, lid 4). Postbus 2095 1620 EB Hoorn www.rudnhn.nl Pagina 1 van 7

Transcript of Archief - rudnhn.nl · v?pPrh^nd V?nJ3'?kl3-8 Van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing...

ArchiefI UU

i o n a Uitvoeringsdienst bord-Holland Noord

Gemeente Hoorn t.a.v. mevrouw C. Plat Postbus 603 1620 AR HOORN

Hoorn, 17 april 2018VERZONDEN 1 8 APR. 2018

ZaaknummerBehandelaarBetreftLocatie

RUD.237454 Mevrouw E.J.G. RosWnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepenPlangebied Bangert en Oosterpolder, Blokker, Gemeente Hoorn

Geachte mevrouw Plat,

Op 29 januari 2018 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. Op 30 maart 2018 hebben wij uw aanvullingen op de aanvraag ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project 'Realisatie woonwijk Bangert en Oosterpolder fase 5 Noord'. Het project betreft de herinrichting van het plangebied. De werkzaamheden bestaan uit het slopen van een kassencomplex en percelen met fruitteelt, verwijderen van groen, bouwrijp maken van het plangebied en het realiseren van een nieuwbouwwijk. Voor onderhavig project wordt ontheffing gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 en lid 4 van de Wnb voor wat betreft de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2023. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RUD.237454.

BesluitWij besluiten om u ontheffing te verlenen van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 en lid 4 van de Wet natuurbescherming voorzover dit betreft het opzettelijk verstoren; alsmede het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2023 met aanvullende voorschriften. Hieronder motiveren wij ons besluit.

OverwegingenWette Hik kaderDe gewone dwergvleermuis is opgenomen in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn, dier­en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het onder meer verboden in het wild levende dieren van soorten genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied:

opzettelijk te doden ofte vangen (artikel 3.5, lid 1);opzettelijk te verstoren (artikel 3.5, lid 2);opzettelijk eieren te vernielen ofte rapen (artikel 3.5, lid 3);voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen ofte vernielen (artikel 3.5, lid 4).

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 1 van 7

v?pPrh^nd V?nJ3'?kl3-8 Van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld m artikel 3.5 of artikel 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren van daarbiivand^re^va^daarbif^ ten aanZien Van d6 voortP|antin9sP|aatsen, rustplaatsen of eieren

an dieren van daarbij aangewezen soorten. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend indinn p=rgeen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er „iet bg of krachtens Irtg ander artfe, vanstreien H rlJstel15 of kan ”orden verleend, dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een^ër^noirb^rwS:"8 te laten V0°rtb«aa"' - “P - - in de

‘ ïnstandlióuthn^van^^natuuri'ijke SiïtsT'^ °f faUna' °f^ be'an9 de

ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom; m het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale ofvnnrnnnl 'T'1 en Tet inbe9rip Van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; daartoe hPnoH T °nde™',JS' reP°Pulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten,

wMzeeetn0WnneSnrh? 9e1cH°ntroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling7irh^e^hh33nta ,van bePaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder aStaf van hen: 0|nder^chf denl|jk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld hebben bePaalde Pinten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te9

Andere bevredigende onlnssinqUit de gegevens van uw aanvraag blijkt dat het project is gebonden aan een specifieke locatie vanwege de sloop van bestaande opstallen en begroeiing. Binnen de gemeente Hoorn bestaat'h™Jk?rek a\" 9°e.de l0fatieS met een dit gebrek te het «n bdeng om debeperkte ruimte optimaal te benutten. Een alternatieve locatie kan daarom niet worde^ overwogen. Daarbij stelt u dat het onwaarschijnlijk is dat er bouwlocaties te vinden zijn waar geen verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis worden aangetroffen, gezien het algemeneo0m0dratOdeenbomnene ^ de b00m met is'geen rede.ïjk^optfe

Lr bo.men In slfchte staat zijn en een gevaar vormen voor de openbare veiligheid^. Er is geen alternatieve werkwijze voorhanden waarbij de verblijfplaatsen van de gewoned erg vleermuis met worden aangetast. Bij de planning is rekening gehouden met de kwetsbare(^buiten deLn df ?eWOne dwergvleermuis. Door de gekozen inrichting, werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan gewone dwergvleermuis zoveel moqeliik 9voorbanen rs!5™66 * ^ V°'d°ende a3"9et0°nd dat P68" andare bevredigende opSng

Belang van de innmnp0 verbodsbePalin9en aangevraagd op grond van het belang 'de

be ann me??nh« 0penba:e veili9beid of andere dwingende redenen van groot openbaarsocia,e of economische aard en met inbe9rip van—h-

Het belang van het project, het realiseren van een woonwijk en de daarbij horendefase dl9r°te wonin9behoefta b^nen de gemeente Hoorn. De locatiede nemeenÏÏ hL U[ V3n de wonin9bouwlocatie Bangert en Oosterpolder. In 2006 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Bangert en Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WROwnS n^ Plarfn V3t een nieUW woon9ebied van 185 ha w'aar 3.400 ^ningan zulten

0rd,e^9!rea"Se5rd- In para9raaf 12 van het uitwerkingsplan Bangert en Oosterpolder fase 5oenfandp91 reCent 15 vast9esteld) is ingegaan op de woningbehoefte. Daaruit blijkt dat dé geplande woningen voorzien m een duidelijke behoefte aan woningbouw.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www rudnhn.nl

Pagina 2 van 7

Er bestaat tevens de noodzaak om de in het plangebied aanwezige bomen te kappen vanwege de slechte staat waarin de bomen verkeren. Doordat er een verhoogde kans is op het omvallen van de bomen of het afbreken van takken vormen zij een gevaar voor de openbare veiligheid. Volgens het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier moeten de betreffende bomen en het lagere groen hieromheen tevens worden verwijderd omdat deze het wettelijk verplichte onderhoud van de watergang hiernaast ernstig bemoeilijken (schouwplicht).

In het onlangs door de gemeenteraad vastgestelde beeldkwaliteitsplan voor fase 5 Bangert & Oosterpolder staat als uitgangspunt omschreven dat groen zoveel mogelijk gebundeld moet worden tot groenstructuren en parkjes. Deze moeten komen op locaties waar deze het beste tot hun recht komen en de meeste toegevoegde waarde hebben voor de bewoners maar ook voor klimaatadaptatie. De locatie waar de betreffende te kappen bomen staan, is in deze afweging geen logische locatie voor een groene invulling.

Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat het belang 'de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen.

Staat van instandhouding gewone dwergvleermuisTot voortplantingsplaatsen en rustplaatsen als bedoeld in artikel 3.5 van de Wnb worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Essentiële migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een voortplantingsplaatsen en rustplaatsen van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, voortplantingsplaatsen en rustplaatsen (bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau hieronder.

De gewone dwergvleermuis is in het plangebied aangetroffen. In een te kappen boom is een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis vastgesteld. Door de werkzaamheden wordt deze paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis vernield.

Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven in hoofdstuk 7 van het bij de aanvraag gevoegde rapport'Activiteitenplan herinrichting Bangert en Oosterpolder fase 5 noord'en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 30 maart 2018. De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende.

Door de werkzaamheden gaat één paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis verloren.De werkzaamheden vangen aan in de periode september/oktober 2018. Zes maanden voorafgaand aan de kapwerkzaamheden worden tijdelijke alternatieve verblijfplaatsen aangeboden in de vorm van kasten aan bomen die behouden blijven in de directe omgeving van het plangebied. U houdt daarmee voldoende rekening met de gewenningsperiode van de gewone dwergvleermuis. Met het oog op deze gewenningsperiode wordt geacht dat de aanwezige exemplaren van de gewone dwergvleermuis voldoende tijd hebben om uit te wijken naar alternatieve verblijfplaatsen. Doordat de vleermuizen langs de bomen foerageren is het aannemelijk dat deze snel worden gevonden en in gebruik worden genomen door de exemplaren van de gewone dwergvleermuis. Er is gekozen voor kasten van houtbeton. Deze kasten zullen na afronding van de werkzaamheden aanwezig blijven en zullen jaarlijks worden onderhouden. Ter compensatie van de verloren verblijfplaats worden tijdens de nieuwbouw in totaal vier inbouwkasten gerealiseerd in één of meerdere van de woningen. Met inachtneming van de door u voorgestelde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de paarverblijfplaats voor de aanwezige exemplaren van de gewone dwergvleermuis. De functionaliteit van de paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis blijft hierdoor behouden.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 3 van 7

Beoordeling stand van instandhouding gewone dwergvleermuisDe gewone dwergvleermuis is de meest algemeen voorkomende vleermuissoort van Nederland. De soort wordt verspreid door het hele land aangetroffen, met name in bebouwde omgeving (Kennisdocument Gewone dwergvleermuis, BD12 2017; figuur 3). Ook uit verspreidingsgegevens van de provincie Noord-Holland blijkt dat de gewone dwergvleermuis algemeen voorkomt in de gehele provincie Noord-Holland en dus ook in de gemeente Hoorn. In combinatie met de uit te voeren mitigerende en compenserende maatregelen wordt voldoende aannemelijk geacht dat de soort in de directe omgeving van het plangebied aanwezig blijft. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen welke in ons besluit middels voorschriften zijn opgenomen en volgens de overige in deze ontheffing opgelegde voorschriften.

ZorgplichtVoor de soorten waarvoor wij u ontheffing verlenen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is nadelige gevolgen op deze soorten te voorkomen.

Gesignaleerde soortenWij willen u erop wijzen dat in het bij de aanvraag gevoegde natuurwaardenonderzoek melding wordt gemaakt van de (mogelijke) aanwezigheid van de ransuil en de steenuil in of in de nabije omgeving van het plangebied, ü heeft er echter voor gekozen om voor deze soorten geen ontheffing aan te vragen. Ik wil u er, wellicht ten overvloede, op wijzen dat wanneer u bij uitvoering van de werkzaamheden verbodsbepalingen ten aanzien van deze soorten dreigt te overtreden, u de werkzaamheden dient stil te leggen en alsnog ontheffing voor deze soorten dient aan te vragen.

VogelsU dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Wij wijzen u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode.

Voorschriften en intrekking ontheffingAan dit besluit zijn op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb voorschriften, beperkingen en een geldigheidsduur verbonden. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict.

Postbus 209S 1620 EB Hoorn ■ www rudnhn.nl

Pagina 4 van 7

Besluit (RUD.237454)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

GelezenDe aanvraag van mevrouw E. Schut, namens de Gemeente Hoorn, d.d. 29 januari 2018 en de aanvullingen op de aanvraag van 30 maart 2018, voor een ontheffing ex artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor het uitvoeren van werkzaamheden voor het project 'Realisatie woonwijk Bangert en Oosterpolder fase 5 Noord'. De ontheffing is aangevraagd ter behartiging van het wettelijke belang 'de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voor het verstoren en beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2023. Het gebied waarvoor de ontheffing is aangevraagd is gelegen aan de Bangert en Oosterpolder (Blokker) gelegen in de gemeente Hoorn, één en ander zoals is weergegeven in de bijlage bij dit beluit.

Gelet op• de artikelen 3.5, 3.8 en 5.1 tot en met 5.4 van de Wet natuurbescherming;

Overwegende dat• geen vrijstelling is of kan worden verleend bij of krachtens enig ander artikel van de Wet

natuurbescherming;• er in dit geval geen andere bevredigende oplossing bestaat;• er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de gewone

dwergvleermuis in hun natuurlijk verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan;

Besluitaan de Gemeente Hoorn op grond van artikel 3.8, eerste lid van de Wet natuurbescherming ontheffing te verlenen van:

1. de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 van de Wet natuurbescherming voor zover het betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus);

2. de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 4 van de Wet natuurbescherming voor zover het betreft het opzettelijk beschadigen en vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus).

Voorschriften en intrekking ontheffingAan dit besluit zijn op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb voorschriften, beperkingen en een geldigheidsduur verbonden. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict.

Verloop termijn ontheffingIndien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, adviseren wij u, zeker vijf maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project.

Voorschriften en beperkingenAlgemene voorschriften1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden

handelingen verleend. De ontheffing ziet dan ook slechts op het verwijderen van één paarverblijfplaats in een boom van de gewone dwergvleermuis.

2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 5 van 7

4.

3' S o^heffinghoucJcr cl'Bnt: onverwijld contact op te nemen met Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere peschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn,Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffing houder handelende (rechts-)personen De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 3Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren.Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. De gebruiker van de ontheffing moet op of nabij het plangebied waar de uitvoerders gerechtigd tot uitvoering zijn ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing strekt, aan genoemde toezichthouders op eerste aanvrage (een kopie van) de ontheffing en ecologisch werkprotocol tonen. De genoemde documenten mogen langs elektronische weg, leesbaar worden getoond.De werkzaamheden en voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige1 op het gebied van de soort waarvoor ontheffing is verleend.

8' De on^heffin9houder d'ent een ecologisch werkprotocol op te (laten) stellen waarin de in de ontheffing genoemde voorschriften zijn opgenomen. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 3

Meldingsplicht9' De °ntheff|n9hopder dient minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden de

start van de werkzaamheden te melden bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-HollanddeRUDN^N6 dm9 PlaatS ^ V'a het digitale me|dformulier op de website van

7.

Specifieke voorschriften10. De ontheffinghouder dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met

de paarpenode van de gewone dwergvleermuis. Deze loopt globaal respectievelijk van half augustus tot en met half oktober. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis.

11. De te kappen bomen dienen vooraf onderzocht te worden op holtes die geschikt zijn voor vleermuizen. Aanwezige holtes worden dan geïnspecteerd met behulp van een endoscoop, indien m de holtes op het moment van inspectie geen vleermuizen aanwezig zijn, zal de holte worden dichtgemaakt met bijvoorbeeld purschuim. Wanneer niet uitgesloten kan worden of m een holte vleermuizen aanwezig zijn, moet de boom minstens een nacht blijven liggen met geschikte openingen naar boven, zodat de eventueel aanwezige vleermuizen de kans krijgen om de verblijfplaats te verlaten.

LN,V “erStaat °nder een deskund'9e een persoon die voor de si,ua"e e" «oorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te opgedaan doorta. de"^^ " erVarin9 en kenniS heen °P he‘ ^ S00rtsPecffieka “ologie De e.anng en kenn.s dien, ,e zijn

op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie en/of«nTsoorten; en/o°Ple'd'n9 hee'' af9er°nd me' ^ ZwaartePu"'de Flora- e" fau"a"a'. soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opachte

Bureaus;0en/ofrkZaam * V0°r ^ eCOl°9iSCh advlesbureau' zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene

bestaande°oraames (^^“hiivnnmf 7™ h* s00rtenbeschDermin9 en is afgesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland

zich aantoonbaar actie, inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 6 van 7

12. De reeds geplaatste tijdelijke alternatieve verblijfplaatsen in de vorm van vleermuiskasten (4 stuks, zie bijlage bij dit besluit) aan bomen dienen na de werkzaamheden te blijven hangen en dienen tevens jaarlijks te worden onderhouden.

13. U dient bij het verwijderen van de huidige paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis rekening te houden met voldoende gewenningstijd (6 maanden in de actieve periode van de soort). Voorafgaand aan de kapwerkzaamheden dienen vier tijdelijke alternatieve verblijfplaatsen (in de vorm van vleermuiskasten aan bomen) zes maanden aanwezig te zijn op de locatie die is aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

14. Met betrekking tot de permanente alternatieve verblijfplaatsen worden vier inbouwkasten in de nieuw te bouwen woningen gerealiseerd. Deze inbouwkasten dienen zodanig geplaatst te worden dat deze, direct of indirect, niet verlicht worden door kunstmatige verlichting zoals straatlantaarns of gevelverlichting. De permanente alternatieve verblijfplaatsen dienen tevens onbereikbaar te zijn voor predatoren en hoger dan 3 meter te worden geplaatst. U dient gelijktijdig met het meldingsformulier 'aanvang werkzaamheden' aan te geven waar de definitieve verblijfplaatsen in de nieuwbouw worden gerealiseerd.

15. De gerealiseerde tijdelijke en permanente alternatieve verblijfplaatsen dienen te allen tijde toegankelijk te zijn voor vleermuizen. De toegang tot de voorzieningen mag niet belemmerd worden en dient er een vrije uitvliegruimte gehandhaafd te worden.

GeldigheidDe ontheffing geldt voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2023.

KennisgevingVan dit besluit zal door ons kennis worden gegeven middels publicatie op de website van deRUD Noord-Holland Noord.

Meer informatieHeeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via 088-10 21 300. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten namens dezen,

n Noord-Holland,

iw^drs./KA.MJ. Sweepsmanager Regulering Groen

Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUDNHN)

Ligging van het plangebied en locatie vleermuiskasten

Afdeling Toezicht & Handhaving RUDNHN

BezwaarAls u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie. Postbus 123, 2000 MD Haarlem. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

Postbus 209$ ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 7 van 7

ArchiefBijlage: locatie plangebied en locaties alternatieven (permanente nog toev^^^fiNDEN I 8 APR, 2018

Figuur 1. Ligging van het plangebied.

Onderzochte locaties en verblijfplaatsen vleermuizen

•fa balts-/paarverblijfplaats Gewone dwergvleermuis

— onderzochte lijnvormige structuur

plangebied

A&W

teknr 2786_002a<X)9t02017i1h luchWoto CC-6V Esn et al