ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BIKKELSWEG 2 TE … · 2016. 11. 4. · het geotechnisch...
Transcript of ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK BIKKELSWEG 2 TE … · 2016. 11. 4. · het geotechnisch...
ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK
BIKKELSWEG 2
TE OMMEREN
GEMEENTE BUREN
Uitvoerder: Econsultancy bv Havenstraat 124 7005 AG Doetinchem Tel. 0314 - 365150 Fax 0314 - 365177 Mail [email protected] Opsteller: Ir. E.M. ten Broeke Paraaf: Drs. M. Stiekema Kwaliteitscontroleur: Dr. E. Lohof
Project: BUR.WAL.ARC Rapportnummer: 08075699 Status: Eindrapportage Datum: 29 juli 2008 Opdrachtgever: De heer J.W. van de Wal Bikkelsweg 2 4032 ND Ommeren Tel. 06 - 20400073 Contactpersoon: Dhr. J. Boneschansker
08075699 BUR.WAL.ARC
COLOFON Archeologisch bureauonderzoek Bikkelsweg 2 te Ommeren in de gemeente Buren Auteur(s): Ir. E.M. ten Broeke en drs. M. Stiekema In opdracht van: De heer J.W. van de Wal
Autorisatie: Dr. E. Lohof © Econsultancy bv, Doetinchem, 29 juli 2008 Foto’s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, foto-kopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
Administratieve gegevens onderzoeksgebied
Projectcode en nummer 08075699 BUR.WAL.ARC
Toponiem Bikkelsweg 2
Opdrachtgever De heer J.W. van de Wal
Gemeente Buren
Plaats Ommeren
Kadastrale gegevens Gemeente Lienden, sectie O, nummer 1050
Kaartblad 39 E (1:25.000)
Coördinaten 161.065 / 438.390 161.042 / 438.366 161.091 / 438.321 161.112 / 438.345
Bevoegde overheid Gemeente Buren, mevrouw Timmerman
ARCHIS onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code) 29.769
ARCHIS onderzoeksnummer (CIS-code) 24.350
Beheer en plaats documentatie Econsultancy bv, Doetinchem
Uitvoerders Econsultancy bv, ir. E.M. ten Broeke en drs. M. Stiekema
Datum 29 juli 2008
08075699 BUR.WAL.ARC
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING .................................................................................................................................. 1
2. DOELSTELLING EN METHODIEK ............................................................................................ 1
2.1 Onderzoeksvragen ........................................................................................................... 1 2.2 Methoden .......................................................................................................................... 1
3. RESULTATEN ............................................................................................................................ 2
3.1 Afbakening van het plangebied ........................................................................................ 2 3.2 Beschrijving van het huidige gebruik ................................................................................ 2 3.3 Beschrijving van het historische gebruik .......................................................................... 3 3.4 Aardwetenschappelijke gegevens .................................................................................... 3 3.5 Archeologische waarden .................................................................................................. 5 3.6 Gespecificeerde archeologische verwachting .................................................................. 7
4. CONCLUSIES ............................................................................................................................. 7
5. ADVIES ....................................................................................................................................... 8
LITERATUUR ........................................................................................................................................ 9
BIJLAGE 1 Archeologische en geologische perioden
LIJST VAN AFBEELDINGEN Afb. 1 - Locatie van het plangebied binnen Nederland Afb. 2 - Situering van het plangebied Afb. 3 - Situering van het plangebied binnen de kadastrale kaart uit 1824 Afb. 4 - Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1846 Afb. 5 - Situering van het plangebied binnen de historische kaart van rond 1900 (Bonneblad) Afb. 6 - Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) Afb. 7 - Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) Afb. 8 - Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 9 - Situering van het plangebied binnen de CultuurHistorische Waardenkaart (CHW) van de
provincie Gelderland LIJST VAN TABELLEN Tabel I. - Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Tabel II. - Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Tabel III. - Archeologische (indicatieve) waarden
08075699 BUR.WAL.ARC
SAMENVATTING Econsultancy bv heeft in opdracht van de heer J.W. van de Wal een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Bikkelsweg 2 te Ommeren in de gemeente Buren. Het inventariserend veldonderzoek, in de vorm van een verkennend booronderzoek, heeft Econsultancy bv laten uitvoeren door ADC ArcheoProjecten, waarvan de resultaten als een aparte rapportage zijn bijgevoegd. In het plangebied zal een loods worden gebouwd. Het archeologisch onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de onder-grond worden aangetast. Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Uit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het plangebied op de noordrand van de Ommeren stroomgordel ligt. De Ommeren stroomgordel was actief tussen 4350 en 100 jaar voor Chr. De relatief hooggelegen stroomrug was geschikt voor bewoning vanaf het Midden-Neolithicum. Daarom kunnen in het plangebied archeologische resten voorkomen vanaf het Neolithicum. De archeologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houts-kool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houts-kool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd. De archeologische laag wordt verwacht in de top van de stroomgordelafzettingen, behorende tot de Ommeren stroomgordel. Indien de top van de stroomgordelafzettingen binnen het plangebied aan het oppervlak voorkomen is de kans op het voorkomen van intacte archeologische resten laag. Dit van-wege het feit dat de opdrachtgever heeft aangegeven dat een deel van de bovengrond reeds geroerd en daardoor verstoord is. Mogelijk zijn de stroomgordelafzettingen afgedekt met recentere kleiafzettingen, waardoor aanwezige archeologische resten buiten het bereik van moderne landbouwactiviteiten zijn gebleven. In dat geval is de kans op het voorkomen van archeologische resten middelhoog. Het complextype en de omvang van eventuele archeologische resten kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte ge-gevens. Econsultancy bv adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te laten voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespeci-ficeerde verwachting aan te vullen en te toetsen. Tevens dient het verkennend booronderzoek om een betrouwbaar beeld van de gaafheid van de bodem te verkrijgen. Dit veldonderzoek zal worden uitgevoerd door ADC ArcheoProjecten.
08075699 BUR.WAL.ARC
1
1. INLEIDING Econsultancy bv heeft in opdracht van de heer J.W. van de Wal een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Bikkelsweg 2 te Ommeren in de gemeente Buren. Het inventariserend veldonderzoek, in de vorm van een verkennend booronderzoek, heeft Econsultancy bv laten uitvoeren door ADC ArcheoProjecten, waarvan de resultaten als een aparte rapportage zijn bijgevoegd. In het plangebied zal een loods worden gebouwd. Het archeologisch onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de onder-grond worden aangetast. 2. DOELSTELLING EN METHODIEK 2.1 Onderzoeksvragen Het doel van het bureauonderzoek is om inzicht te verkrijgen in de specifieke archeologische waar-den van het plangebied. Hierbij wordt de beschikbare informatie op het vlak van historische geografie, cultuurhistorie, geologie en archeologie bestudeerd. Op basis van deze informatie wordt een gespeci-ficeerde archeologische verwachting van het plangebied opgesteld. Op basis van deze gespecificeer-de verwachting wordt een advies gegeven welk is afgestemd op de verwachte bodemverstoring. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld en zullen samenvattend worden beantwoord in de conclusie van dit bureauonderzoek: � Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden. Is
er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisa-ties, diepploegen of landinrichting?
� Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oog-punt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of –rug, nabij een veengebied, een beekdal)?
� Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied en wat is naar ver-wachting de locatie, omvang, aard, kwaliteit, datering en de landschappelijke context van (eventueel aanwezige) archeologische waarden?
� Welke vorm van vervolgonderzoek is noodzakelijk om de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen?
Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 17 juli 2008. Meegewerkt hebben: Ir. E.M. ten Broeke (fysisch geograaf), drs. M. Stiekema (prospector) en dr. E. Lohof (senior prospector). 2.2 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.1, augustus 2006), welke zijn vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie. Voor de uitvoering van het bureau-onderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06.
1
1 Beschikbaar via www.sikb.nl
08075699 BUR.WAL.ARC
2
Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: � afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige ge-
bruik (LS01) � beschrijving van de huidige situatie (LS02) � beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03) � beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens
(LS04) � opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05) 3. RESULTATEN 3.1 Afbakening van het plangebied Het plangebied betreft een perceel gelegen aan de Bikkelsweg 2, circa 2,2 km ten zuidwesten van de
kern van Ommeren (zie afb. 1 en 2) en heeft een oppervlakte van ± 1.250 m2. Het plangebied wordt
aan de noordwestzijde begrensd door een sloot en akkerland, aan de noordoostzijde door een op-slagterrein, aan de zuidoostzijde door grasland en aan de zuidwestzijde door kuilvoederopslagen, een tweetal schuren en een woning (behorend tot het terrein aan de Bikkelsweg 2) Het onderzochte gebied bevind zich in een straal van ca. 1.500 m rond het plangebied. In het plangebied is nieuwbouw van een loods gepland. Hiervoor zullen poeren worden gezet tot een diepte van gemiddeld 70 cm -mv. Tot het wel of niet zetten van heipalen zal besloten worden nadat het geotechnisch bodemonderzoek is uitgevoerd. De consequentie van het zetten van poeren (en mogelijk heipalen) is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aan-getast. De opdrachtgever heeft aangegeven dat een deel van de bovengrond reeds geroerd is, waarin puin en ander verhardingsmateriaal (bijvoorbeeld restanten baksteen) zijn vermengd. De diepte van de verstoring van de bodem dient echter bepaald te worden tijdens het verkennend booronderzoek. 3.2 Beschrijving van het huidige gebruik Het plangebied ligt in het buitengebied en is momenteel in gebruik als grasland.
08075699 BUR.WAL.ARC
3
3.3 Beschrijving van het historische gebruik De historische situatie is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I. geraadpleegd historisch kaartmateriaal
Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving onderzoekslocatie
Bijzonderheden/directe omgeving
Kadasterkaart (Minuutplan) 2
1824 Sectie B, blad 01
1 : 25.000 Onbebouwd, agrarisch gebied Geen bijzonderheden
Grote Historische Atlas van Nederland, deel 3, Oost-
Nederland3
1830-1855 39 1 : 50.000 Akkerland Geen bijzonderheden
Militaire topografische kaart4 1846 - 1 : 25.000 Akkerland Geen bijzonderheden
Gemeente Atlas provincie
Gelderland5
1868 - 1:50.000 Onbebouwd, agrarisch gebruik Geen bijzonderheden
Bonneblad Rond 1900 - 1:10.000 Akkerland Geen bijzonderheden
Volgens de historische kaarten (zie afb. 3, 4 en 5) is het gehele plangebied vanaf het begin van de 19
e eeuw tot heden in agrarisch gebruik. De Kadasterkaart (Minuutplan) uit 1824 laat zien dat op de
plaats van de huidige Harensestraat en de Ommerenveldseweg, respectievelijk ten noordwesten en ten zuidoosten van het plangebied, al wegen bestonden. Deze werden toentertijd aangegeven als de "Harensche straat" en "de zandweg van Tiel naar Ommeren". De kuilvoederopslagen, de twee schu-ren en het woonhuis (gelegen op het terrein van aan de Bikkelsweg 2), ten zuidwesten van het plan-gebied, zijn ruim 8 jaar geleden gebouwd. 3.4 Aardwetenschappelijke gegevens De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel II. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied
Type gegevens Gegevensomschrijving
Geologie 6 Overgang van stroomgordel naar komafzettingen, behorend tot de Formatie van Ech-
teld, op de grove grindhoudende fluviatiele zanden van de Formatie van Kreftenheye.
Geomorfologie 7
Rivierkom en oeverwalachtige vlakte (2M22)
Bodemkunde 8 Kalkloze poldervaaggronden, bestaande uit zware zavel en lichte klei (Rn95C)
Geologische-geomorfologische kaart van de Rijn-
Maas delta9
Ommeren stroomgordel (actief van 4350 tot 100 voor Chr.)
2 http://watwaswaar.nl
3 Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990
4 http://watwaswaar.nl
5 Kuyper, 1988
6 Mulder et al., 2003
7 Alterra, 2003
8 Stichting voor Bodemkartering,1966
9 Berendsen en Stouthamer, 2001
08075699 BUR.WAL.ARC
4
Geologie De onderzoekslocatie is gelegen in het rivierengebied en maakt onderdeel uit van de Holocene Rijn-Maas delta. Ruwweg 200.000 jaar geleden lag een groot gedeelte van Nederland onder een vanuit Scandinavie naar het zuiden opgeschoven ijskap. De rand van het ijs bestond uit een aantal gletsjertongen. Aan weerszijden van deze ijsmassa's werden stuwwallen opgeduwd. Zo liep er een grote W-vormige stuw-wal van Arnhem via Nijmegen over Groesbeek naar Kleef tot Montferland. De rivieren Rijn en Maas, die normaliter van zuid naar noord stroomden, werden door deze ijskap gedwongen hun weg langs de zuidzijde van het ijs westwaarts naar de zee te zoeken.
10 Daarbij werden enkele brede pradolina’s
of oerstroomdalen gevormd. Het grootste oerstroomdal lag ongeveer ter plaatse van het huidige ge-bied van de Rijn-Maas delta. In dit dal werden overwegend grove, grindhoudende zanden afgezet, welke behoren tot de Formatie van Kreftenheye.
11
Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien (115.000 tot 10.000 jaar geleden) bereikte het landijs Neder-land niet. Wel had het klimaat een continentaal karakter (koud en droog).
12 De zeespiegel stond in
deze periode 110 meter lager dan tegenwoordig. De Rijn bleef grove, grindhoudende zanden afzet-ten, welke ook behoren tot de formatie van Kreftenheye. Het zijn voornamelijk afzettingen gevormd door vlechtende rivieren. Daarnaast lagen de brede en ondiepe rivierbeddingen voor een groot ge-deelte van het jaar droog. Hierin trad verstuiving van zand op, waardoor langs de rivieren rivierduinen werden gevormd.
13
Het Holoceen begon ongeveer 10.000 jaar geleden en duurt nog steeds voort. Door de temperatuurs-stijging aan het eind van de Weichselien smolten de ijskappen op het noordelijk halfrond waardoor de zeespiegel sterk steeg. Ook kregen de grote rivieren zoals de Rijn een meer meanderend pa-troon.
14 Dit had verschillende oorzaken. Een van de redenen was dat de Rijn relatief langzaam
stroomde en de afvoer regelmatig over het jaar verspreidt was. Hierdoor nam de sedimentatie in de ri-vierdalen sterk toe. Vooral door de ontbossing tijdens de Romeinse tijd, spoelde er veel zand en klei van het Duitse middengebergte mee, die werden afgezet in de Rijn-Maas delta. Deze afzettingen be-horen tot de Formatie van Echteld.
15 Tijdens jaarlijkse overstromingen werd vooral het zandige mate-
riaal dicht bij de rivierbedding afgezet, in de vorm van hoog gelegen oeverwallen of stroomruggen, de zogenaamde stroomgordelafzettingen.
16 Het fijnere materiaal (vooral klei) werd verder van de rivier-
loop afgezet als komafzettingen, daar waar het water rustiger stroomde (de lager gelegen komgebie-den).
17 Tevens vonden er voor de bedijking veel rivierverleggingen (avulsies) plaats.
18
De door de rivier verlaten stroomgordels zijn afgebeeld op de geologische-geomorfologische kaart van de Rijn-Maas delta.
19 Volgens deze kaart ligt het plangebied tegen de noordrand van de Omme-
ren stroomgordel. Deze was actief van 4350 tot 100 jaar voor Chr. Ook op de topografische kaart van Nederland is af te lezen dat de onderzoekslocatie op de overgang van een relatief hooggelegen stroomrug naar een relatief laaggelegen komgebied ligt.
10
Bijl, 2007 11
Mulder et al., 2003 12
Berendsen, 2004 13
Berendsen, 2004 14
Berendsen, 2004 15
Mulder et al., 2003 16
Berendsen, 2004 17
Berendsen, 2004 18
Berendsen, 2004 19
Berendsen & Stouthamer, 2001
08075699 BUR.WAL.ARC
5
Geomorfologie Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied binnen de eenheid rivierkom en oeverwalachtige vlakten (2M22) (zie afb. 6). Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) is het plangebied gekarteerd als een kalkloze pol-dervaaggrond (Rn95C), bestaande uit zware zavel en lichte klei (zie afb. 7). Korte bewoningsgeschiedenis van het rivierengebied De oudst bekende nederzettingen in het rivierengebied dateren uit het Neolithicum (zie bijlage 1). Deze zijn voornamelijk te vinden op rivierduinen en grote stroomruggen. De relatief hooggelegen stroomruggen liepen meestal niet onder water tijdens overstromingen, en waren vanwege hun goed doorlatende en meestal kalkrijke gronden het meest geschikt voor landbouw. Daar kwam bij dat de ri-vieren de enige verkeersaders vormden. Tijdens de Romeinse tijd vormde de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk (de limes). Na de Romeinse tijd nam de bevolkingsdichtheid af. Dit hangt samen met het verval van het Romeinse rijk, en misschien ook met een toename van het aantal overstromin-gen als gevolg van een drastische wijziging in de ligging van de belangrijkste rivierarmen (ontstaan van Lek, Waal, Gelderse IJssel). Pas in de Vroege-Middeleeuwen (vooral de Karolingische tijd, 650-900 na Chr.) nam het aantal nederzettingen weer flink toe. De Karolingische nederzettingen zijn voor-al te vinden op de hoger gelegen stroomruggen, waardoor ze vaak een langgerekt patroon vormen. Rond 1200 na Chr. begon men met het aanleggen van dijken om zo de dorpen te beschermen tegen overstromingen.
20
3.5 Archeologische waarden In het onderzoeksgebied/plangebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden vastge-steld: Tabel III. Archeologische (indicatieve waarden)
Type gegevens Gegevensomschrijving
Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Middelhoge indicatieve archeologische waarde
CultuurHistorische Waardenkaart (CHW) provincie Gelderland (1:25.000)
Zuidoostelijke helft plangebied hoge indicatieve archeologische waarde. Noordwestelijke helft plangebied lage indicatieve archeologische waarde.
Archeologische Monumenten Kaart (AMK) Geen AMK-terreinen binnen het plangebied. Wel verschillende AMK-terreinen aangetroffen ten noordoosten en zuidwesten van het plangebied: 3.697, 4.013, 4.014, 4.015, 12.612, 12.638, 12.639.
Waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie Systeem)
Veel waarnemingen in en rondom de oude kern van Ommeren, samenhangend met AMK-terreinen. Veel waarnemingen ten zuidwesten van het plangebied, samenhangend met AMK-terreinen liggend nabij de Linge. Resterende waarnemingen rondom het plangebied: 1.675, 7.616, 11.018, 11.019, 11.020, 11.023, 11.024, 11.039, 11.040, 17.609, 17.899
vondstmeldingen ARCHISII Geen vondstmeldingen in of rondom het plangebied.
onderzoeksmeldingen ARCHISII Onderzoeksmeldingen rondom het plangebied: 12121, 16195, 21942 en 27435.
20
Berendsen, 2005
08075699 BUR.WAL.ARC
6
Indicatieve archeologische waarde Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waardenkaart (IKAW) van Nederland (1:50.000) bevindt het plangebied zich in een gebied met een middelhoge indicatieve archeologische waarde (zie afb. 8). De IKAW-kaart in dit gebied is vooral gebaseerd op de ligging van oude stroomgordels en komgebie-den. Het betreffende gebied met een middelhoge indicatieve archeologische waarde heeft een lang-gerekte maar smalle vorm en vormt de overgang van de Ommeren stroomgordel naar het komgebied, ten noordwesten van het plangebied. De provincie Gelderland heeft een meer verfijnd kaartbeeld (1:25.000) van de 'IKAW' laten opstellen. Volgens deze Cultuur Historische Waardenkaart (CHW) van de provincie Gelderland heeft de zuidoostelijke helft van het plangebied een hoge indicatieve archeo-logische waarde en de noordwestelijke helft een lage indicatieve archeologische waarde (zie afb. 9). Hiermee wordt dus ook aangegeven dat het plangebied op de overgang van een stroomrug naar een komgebied ligt. Monumenten rondom het plangebied Er bevinden zich ten noordoosten en ten zuidwesten van het plangebied verschillende AMK-terreinen: Op ongeveer 1500 m ten noorden van het plangebied, in en nabij de oude kern van Ommeren, bevin-den zich een viertal AMK-terreinen
21 (zie afb. 8), alle van hoge archeologische waarde. Het betreffen
oude woongronden op stroomrugafzettingen, die bij de aanleg van de provinciale weg N320 zijn ont-dekt. Binnen deze woongronden zijn veel archeologische resten aangetroffen (zie waarnemingen op afb. 8), vooral aardewerkfragmenten daterend uit de Late IJzertijd-Romeinse tijd. Ook zijn enkele greppels aangetroffen, daterend uit de Romeinse tijd. Net buiten deze vier AMK-terreinen zijn nog meer archeologische resten aangetroffen, zoals glaswerk, metaal- en aardewerkfragmenten en dierlij-ke botten, welke dateren uit dezelfde archeologische perioden (zie afb. 8). Ten zuiden van het plangebied, op ruim een kilometer afstand, bevinden zich twee AMK-terreinen
22
(zie afb. 8), beide van hoge archeologische waarde. Ook hier zijn veel archeologische resten aange-troffen uit de Romeinse tijd, ondermeer fragmenten van bouwmateriaal. Tevens bevindt er zich aan-grenzend een AMK-terrein
23 van hoge archeologische waarde waar houtskool-, leem- en botresten,
gebroken kwarts en twee vuursteenafslagen zijn aangetroffen daterend uit het Neolithicum en de Bronstijd. Waarnemingen rondom het plangebied In de nabijheid van het plangebied zijn nog een aantal "losse" vondsten aangetroffen (zie afb. 8). Op 250 meter ten zuiden van het plangebied zijn een wrijfschaal en een gladwandige kruik aangetrof-fen, daterend uit de Romeinse tijd. Op 400 meter ten westen van het plangebied, ter plaatse van een terrein aan de Harensestraat, zijn Belgisch grijs en ruwwandige aardewerkfragmenten aangetroffen, daterend uit de Romeinse tijd. Op 650 meter ten zuiden van het plangebied is geglazuurd steengoed aangetroffen, daterend uit de Late-Middeleeuwen. Onderzoeksmeldingen rondom het plangebied In de nabijheid van het plangebied zijn nog een viertal archeologische booronderzoeken uitgevoerd. Vervolgonderzoek is bij geen geval aanbevolen.
24
21
ARCHIS-monumentnummers: 4.013, 4.014, 4.015 en 12.612 22
ARCHIS-monumentnummers: 12.638 en 12.639 23
ARCHIS-monumentnummer: 15.574 / Bel, 2000 24
ARCHIS-onderzoeksmeldingen: 12121, 16195, 21942 en 27435
08075699 BUR.WAL.ARC
7
3.6 Gespecificeerde archeologische verwachting Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Uit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het plangebied op de noordrand van de Ommeren stroomgordel ligt.
25 De Ommeren stroomgordel was actief tussen 4350 en 100 jaar voor
Chr. De relatief hooggelegen stroomrug was geschikt voor bewoning vanaf het Midden-Neolithicum. Daarom kunnen in het plangebied archeologische resten voorkomen vanaf het Neolithicum. De ar-cheologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houts-kool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houts-kool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd.
26 De
archeologische laag wordt verwacht in de top van de stroomgordelafzettingen, behorende tot de Om-meren stroomgordel. Indien de top van de stroomgordelafzettingen binnen het plangebied aan het op-pervlak voorkomen is de kans op het voorkomen van intacte archeologische resten laag. Dit vanwege het feit dat de opdrachtgever heeft aangegeven dat een deel van de bovengrond reeds geroerd en daardoor verstoord is. Mogelijk zijn de stroomgordelafzettingen afgedekt met recentere kleiafzettingen, waardoor aanwezige archeologische resten buiten het bereik van moderne landbouwactiviteiten zijn gebleven. In dat geval is de kans op het voorkomen van archeologische resten middelhoog. Het complextype en de omvang van eventuele archeologische resten kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte ge-gevens. 4. CONCLUSIES Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: � Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden. Is
er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisa-ties, diepploegen of landinrichting? Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied in agrarisch gebruik is geweest. Tot op heden is het plangebied nog steeds in agrarisch gebruik. De opdrachtgever heeft aangege-ven dat een deel van de bovengrond reeds geroerd is, waarin puin en ander verhardingsma-teriaal (bijvoorbeeld restanten baksteen) zijn vermengd. De diepte van de verstoring van de bodem dient echter bepaald te worden tijdens het verkennend booronderzoek.
� Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oog-punt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of –rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Het plangebied ligt op de noordrand van een stroomrug, die behoort tot de Ommeren stroom-gordel (actief van 4350 tot 100 jaar voor Chr.). De relatief hooggelegen stroomruggen waren vaak geschikt voor bewoning. Archeologische resten daterend vanaf het Midden-Neolithicum kunnen voorkomen in het plangebied.
25
Berendsen & Stouthamer, 2001 26
Kars & Smit, 2003
08075699 BUR.WAL.ARC
8
� Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied en wat is naar verwachting de locatie, omvang, aard, kwaliteit, datering en de landschappelijke context van (eventueel aanwezige) archeologische waarden? Het plangebied ligt op de noordrand van de Ommeren stroomgordel. De Ommeren stroomgordel was actief tussen 4350 en 100 jaar voor Chr. De relatief hooggelegen stroom-rug was geschikt voor bewoning vanaf het Midden-Neolithicum. Daarom kunnen in het plan-gebied archeologische resten voorkomen vanaf het Neolithicum. Indien de top van de stroom-gordelafzettingen binnen het plangebied aan het oppervlak voorkomen is de kans op het voorkomen van intacte archeologische resten laag. Dit vanwege het feit dat de opdrachtgever heeft aangegeven dat een deel van de bovengrond reeds geroerd en daardoor verstoord is.
Mogelijk zijn de stroomgordelafzettingen afgedekt met recentere kleiafzettingen, waardoor aanwezige archeologische resten buiten het bereik van moderne landbouwactiviteiten zijn ge-bleven. In dat geval is de kans op het voorkomen van archeologische resten middelhoog.
� Wat voor vervolgonderzoek is noodzakelijk om de op basis van het bureauonderzoek opge-
stelde gespecificeerde verwachting aan te vullen en te toetsen? Een inventariserend veldonderzoek door middel van een verkennend booronderzoek
5. ADVIES Econsultancy bv adviseert om een inventariserend veldonderzoek uit te laten voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespeci-ficeerde verwachting aan te vullen en te toetsen. Tevens dient het verkennend booronderzoek om een betrouwbaar beeld van de gaafheid van de bodem te verkrijgen. Dit veldonderzoek zal worden uitgevoerd door ADC ArcheoProjecten.
Econsultancy bv Doetinchem, 29 juli 2008
08075699 BUR.WAL.ARC
9
LITERATUUR Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:25.000 Bel, M.M. van den, 2000: Plangebied Park Lingemeer, gemeente Lieden; een Aanvullende Archeolo-
gische Inventarisatie (AAI), Amsterdam, (RAAP-briefrapport) Berendsen, H.J.A. 2004: Fysische Geografie van Nederland, deel 1: De vorming van het land.
Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Van Gorcum, Assen Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 4: Landschappelijk Nederland. De
fysisch-geografische regio's. Van Gorcum, Assen Berendsen, H.J.A., Stouthamer, E. 2001: Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta,
The Netherlands. Van Gorcum, Assen Bijl, A. 2007: Het Gelderse rivierengebied. Arend Datema Instituut Kesteren. Kars, H. & Smit, A. (red.) 2003: Handleiding Fysiek Behoud Archeologisch Erfgoed. Degradatie-
mechanismen in sporen en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amster-dam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studies, 1).
Kuyper, J. 1988. Gemeente atlas van de provincie Gelderland 1868. Foresta bv, Groningen. Mulder, E.F.J. de, Geluk, M.C., Ritsema, I.L., Westerhoff, W.E., Wong, T.E. 2004: De ondergrond van
Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen. Stichting voor Bodemkartering, 1966: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 39
Oost/Rhenen Wolters-Noordhoff Atlasprodukties 1990: Grote Historische Atlas van Nederland, deel 3 Oost-Neder-
land 1830-1855. Groningen.
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 1
DrutenDrutenDrutenDrutenDrutenDrutenDrutenDrutenDrutenTielTielTielTielTielTielTielTielTiel
Beneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-LeeuwenBeneden-Leeuwen
OchtenOchtenOchtenOchtenOchtenOchtenOchtenOchtenOchten
KesterenKesterenKesterenKesterenKesterenKesterenKesterenKesterenKesteren
Wijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij DuurstedeWijk bij Duurstede
AmerongenAmerongenAmerongenAmerongenAmerongenAmerongenAmerongenAmerongenAmerongen
OpheusdenOpheusdenOpheusden
RhenenRhenenRhenenRhenenRhenenRhenenRhenenRhenenRhenen
BOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWEN
ECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELD
ECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIEL
ELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UT
ERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEM
HORSSENHORSSENHORSSENHORSSENHORSSENHORSSENHORSSENHORSSENHORSSEN
INGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGEN
KAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATH
KAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATH
KERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATH
LIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDEN
MAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIK
OMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMEREN
PUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJK
RIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLD
WADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJEN
WAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMEL
IJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORN
ZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNEN
ZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELEN
NNNNNNNNN
000000000
Ommeren (gemeente Buren) - Bikkelsweg 2
Locatie van het plangebied binnen Nederland
bron: Geodan
5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m
155000 160000 165000 17000043
00
00
43
50
00
44
00
00
44
50
00
0
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 2
Bikkelsweg
Ommeren (gemeente Buren) - Bikkelsweg 2
Situering van het plangebied
Legenda
Plangebied
160950 161000 161050 161100 161150 161200
43
82
50
43
83
00
43
83
50
43
84
00
43
84
50
43
85
00
NNNNNNNNN
50m0
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 3
Ommeren (gemeente Buren) - Bikkelsweg 2
Kadastrale kaart uit 1824
Legenda
PlangebiedNNNNNNNNN
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 4
Ommeren (gemeente Buren) - Bikkelsweg 2
Militaire topografische kaart uit 1846
Legenda
Plangebied
NNNNNNNNN
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 5
Ommeren (gemeente Buren) - Bikkelsweg 2
Historische kaart van rond 1900 (Bonneblad)
Legenda
Plangebied
NNNNNNNNN
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 6
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 7
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 8
08075699 BUR.WAL.ARC
Afb. 9
Ommeren (gemeente Buren) - Bikkelsweg 2
CultuurHistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Gelderland
Legenda
hoog
middelhoog
NNNNNNNNN
laag
niet gekarteerd
plangebied
08075699 BUR.WAL.ARC
Bijlage 1 Archeologische- en geologische perioden
Ommeren (gem. Buren), Bikkelsweg 2
Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek
J. Holl J. Huizer
2
Colofon ADC Rapport 1614 Ommeren (gem. Buren), Bikkelsweg 2 Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteurs: J. Holl & J. Huizer In opdracht van: Econsultancy BV © ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, januari 2009 Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
Autorisatie: dr. E. Lohof ISBN 978-90-6836-604-4 ADC ArcheoProjecten Tel 033-299 81 81 Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Fax 033-299 81 80 Email [email protected]
3
Inhoudsopgave Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied 4 Samenvatting 5 1 Inleiding 6
1.1 Algemeen 6 1.2 Doelstelling en vraagstelling 6
2 Resultaten bureauonderzoek 6 3 Inventariserend Veldonderzoek 7
3.1 Methoden 7 3.2 Resultaten 7 3.3 Interpretatie 7
4 Conclusies 8 5 Aanbeveling 8 Literatuur 8 Lijst van afbeeldingen 8 Lijst van tabellen 8 Bijlage 1 Boorgegevens 12
4
Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied
Provincie: Gelderland Gemeente: Buren Plaats: Ommeren Toponiem: Bikkelsweg 2 Kadastrale gegevens: Gem. Lienden, sectie O, nr. 1050 Kaartblad: 39E
Coördinaten: 161.065 - 438.390 / 161.042 - 438.366 / 161.091 - 438.321 / 161.112 - 438.345
Bevoegd gezag: gemeente Buren Deskundige namens het bevoegd gezag: Dhr. W. Vermeulen ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 30076 ADC-projectcode: 4108854 Periode van uitvoering: augustus 2008 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten, afd. P&B, Amersfoort
5
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
Samenvatting
In opdracht van Econsultancy BV heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Bikkelsweg 2 in Ommeren (gemeente Buren). In het plangebied zal een loods worden gebouwd. Hiervoor zullen poeren worden gezet tot een diepte van gemiddeld 70 cm -mv. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Tijdens het bureauonderzoek is vastgesteld dat in het plangebied stroomgordel- en komafzettingen van de stroomgordel van Ommeren voorkomen. Deze stroomgordel was actief tussen 6300 en 2050 v. Chr. (Neolithicum). Eventueel aanwezige archeologische resten uit de periode vanaf het Neolithicum bevinden zich in de top van de oeverafzettingen. Indien de stroomgordelafzettingen aan het oppervlak voorkomen, zijn archeologische resten waarschijnlijk door verploeging verloren gegaan. Indien de stroomgordelafzettingen zijn afgedekt met recente kleiafzettingen, is de kans op het voorkomen van archeologische resten middelhoog. Uit het booronderzoek blijkt dat de top van de oeverafzettingen niet meer aanwezig is. Daarom zullen archeologische resten binnen het plangebied niet meer aanwezig zijn. ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.
Tabel 1. Tijdsduur van de verschillende (pre)historische perioden.
PERIODE TIJD IN JAREN
Nieuwe tijd C 1850 na Chr. - heden na Chr. Nieuwe tijd B 1650 na Chr. - 1850 na Chr. Nieuwe tijd A 1500 na Chr. - 1650 na Chr.
Late-Middeleeuwen B 1250 na Chr. - 1500 na Chr. Late-Middeleeuwen A 1050 na Chr. - 1250 na Chr.
Vroege-Middeleeuwen D 900 na Chr. - 1050 na Chr. Vroege-Middeleeuwen C 725 na Chr. - 900 na Chr. Vroege-Middeleeuwen B 525 na Chr. - 725 na Chr. Vroege-Middeleeuwen A 450 na Chr. - 525 na Chr.
Romeinse tijd 19 voor Chr. - 450 na Chr.
IJzertijd 800 voor Chr. - 19 voor Chr.
Bronstijd 2000 voor Chr. - 800 voor Chr.
Neolithicum (Nieuwe Steentijd) 5300 voor Chr. - 2000 voor Chr. Mesolithicum (Midden Steentijd) 8800 voor Chr. - 4900 voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd) 300.000 voor Chr. - 8800 voor Chr.
6
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
1 Inleiding
1.1 Algemeen In opdracht van Econsultancy BV heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Bikkelsweg 2 in Ommeren (gemeente Buren). In het plangebied zal een loods worden gebouwd. Hiervoor zullen poeren worden gezet tot een diepte van gemiddeld 70 cm -mv. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 1.2 Doelstelling en vraagstelling Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting.1 Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend booronderzoek. Ten behoeve van het inventariserend veldonderzoek is een plan van aanpak (PvA) opgesteld conform KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) specificatie VS01 en de geldende beleidsregel van de Staatsecretaris van OCW.2 Hierin zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: - Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is naar
verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Indien er archeologische waarden aanwezig zijn: - In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? - Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Indien de archeologische waarden niet kunnen worden behouden: - Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun
omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Het onderzoek vond plaats op 21 augustus 2008. Meegewerkt hebben: J. Holl (junior archeoloog), J. Huizer (prospector) en E. Lohof (senior prospector).
2 Resultaten bureauonderzoek
Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Uit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het plangebied aan de noordrand van een stroomrug ligt die behoort tot de Ommeren stroomgordel.3 De Ommeren stroomgordel is gevormd tussen 6300 en 2055 jaar v. Chr., wat overeen komt met het Neolithicum. De relatief hoog gelegen stroomruggen waren vaak geschikt voor bewoning. Daarom kunnen in het plangebied archeologische resten voorkomen vanaf het Neolithicum. De archeologische laag bestaat uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd.4 De archeologische laag wordt verwacht in de top van de stroomgordelafzettingen, behorende tot de Ommeren stroomgordel. Indien de top van de stroom-gordelafzettingen binnen het plangebied aan het oppervlak voorkomen is de kans op het voorkomen van archeologische resten laag. Dit vanwege het feit dat de opdrachtgever heeft aangegeven dat een deel van de bovengrond reeds geroerd en daardoor verstoord is. Mogelijk zijn de stroomgordelafzettingen afgedekt met recentere kleiafzettingen, waardoor mogelijk aan-wezige archeologische resten buiten het bereik van moderne landbouwactiviteiten zijn gebleven. In dit geval is de kans op het voorkomen van archeologische resten middelhoog. Het complextype en de omvang van eventuele archeologische resten kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens.
1 Ten Broeke & Stiekema 2008. 2 Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 juni 2005, nr. WJZ/2005/26210 (8163), tot wijziging van de Beleidsregels opgravingsbevoegdheid. Het bureauonderzoek is gebruikt als PvA. Dit is opgesteld door E.M. ten Broeke (fysisch geograaf) en M. Stiekema (prospector) op 29 juli 2008.
3 Berendsen & Stouthamer, 2001 4 Kars & Smit, 2003
7
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
3 Inventariserend Veldonderzoek
3.1 Methoden De bij het Inventariserend Veldonderzoek toegepaste methoden zijn conform de KNA, versie 3.1, in het bijzonder specificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangspunt van het inventariserend veldonderzoek is de gespecificeerde verwachting zoals die is opgesteld in het bureauonderzoek. De strategie voor het veldonderzoek is hierop gebaseerd, alsmede op het voor dit onderzoek opgestelde Plan van Aanpak (VS01). De rapportage is opgesteld conform specificatie VS05. Tenslotte is een aanbeveling gegeven. 3.1.1 Booronderzoek (VS03) In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met als doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemverstoringen. Dit is de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek. Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten systematisch te beschrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoals vastgesteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied als verstoord te beschouwen. Er zijn 6 boringen geplaatst in een grid bestaande uit parallelle raaien met een afstand van 20 m. Binnen een raai zijn de boringen geplaatst om de 25 m. De boringen zijn zodanig geplaatst dat zij verspringen ten opzichte van die in de aangrenzende raai en zijn uitgevoerd met een 7 cm Edelmanboor en een 3 cm guts. De boringen zijn gezet tot minstens 25 cm in de oeverafzettingen tot gemiddeld 190 cm en maximaal 200 cm onder het maaiveld. Boring 1 is verdiept tot 400 cm – mv. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd.5 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden. 3.2 Resultaten 3.2.1 Booronderzoek (VS03) De locatie van de boringen is weergeven in afb. 3. In alle boringen is matig siltige tot sterk zandige, bruine of grijze, kalkloze klei aangetroffen, vaak met zandlagen, roestvlekken, ijzerconcreties en mangaanconcreties. De top van deze laag ligt op 5 tot 60 cm –mv. In boring 4 is deze laag verstoord tot 65 cm –mv. In boring 1 bevindt zich vanaf 250 cm tot 400 cm –mv (einde boring) een pakket matig siltige, kalkloze, grijze klei met plantenresten, waarvan de bovenste meter humeus is. In boring 4 is vanaf 100 cm –mv zwak siltig, matig fijn, lichtgrijs zand met kleilagen aangetroffen en vanaf 180 cm –mv sterk zandig grind. De bovenste 5 à 60 cm van het profiel bestaat uit donkergrijze, humeuze, kalkloze, matig tot sterk siltige, meestal grindige klei. Tijdens het booronderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem. 3.3 Interpretatie Op basis van het bureauonderzoek werden in het plangebied stroomgordel- en komafzettingen van de stroomgordel van Ommeren verwacht. Deze zijn tijdens het booronderzoek ook aangetroffen. De bovenste humeuze laag vormt de bouwvoor. Hieronder zijn in alle boringen oeverafzettingen aangetroffen. Dit is klei die is afgezet langs de oever van de rivier in de vorm van oeverwallen. In de meeste boringen lopen deze afzettingen door tot onderin het profiel. In boring 1 zijn onder de oeverafzettingen komafzettingen aangetroffen vanaf 250 cm -mv. Dit is sediment dat bij overstromingen is afgezet achter de oeverwallen. Aangezien in de overige boringen niet dieper dan 200 cm –mv is geboord, valt niet vast te stellen of deze afzettingen in de rest van het plangebied ook aanwezig zijn. In boring 4 is vanaf 100 cm –mv beddingzand en grind aangetroffen. Dit is afgezet in de bedding van de rivier. Tijdens het booronderzoek is vastgesteld dat de top van de oeverafzettingen niet meer aanwezig is. Een humeuze laag is binnen de oeverafzettingen niet aangetroffen. Archeologische resten zullen daarom niet meer aanwezig zijn.
5 Bosch 2005; Normalisatie-Instituut 1989.
8
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
4 Conclusies
Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig en, zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardestelling hiervan? Tijdens het bureauonderzoek is vastgesteld dat in het plangebied stroomgordel- en komafzettingen van de stroomgordel van Ommeren bevinden. Eventueel aanwezige archeologische resten zouden zich in de top van de oeverafzettingen bevinden. Uit het booronderzoek blijkt echter dat de top van de oeverafzettingen niet meer aanwezig is. Daarom zullen archeologische resten binnen het plangebied niet meer aanwezig zijn. In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? n.v.t. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? n.v.t. Indien de eventuele archeologische waarden niet kunnen worden behouden: Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Er is geen nader onderzoek nodig.
5 Aanbeveling
ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.
Literatuur
Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001: Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Assen.
Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNO-rapport, NITG 05-043-A).
Broeke, E.M. ten & M. Stiekema, 2008: Archeologisch bureauonderzoek Bikkelsweg 2 ten Ommeren, gemeente Buren. Amersfoort (Econsultancy Rapport 08075699).
Kars, H. & A. Smit (red.), 2003: Handleiding Fysiek Behoud Archeologisch Erfgoed. Degradatiemechanismen in sporen en materialen. Monitoring van de conditie van het bodemarchief. Amsterdam (Geoarchaeological and Bioarchaeological Studies, 1).
Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104, Delft.
Lijst van afbeeldingen
Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Boorpuntenkaart
Lijst van tabellen
Tabel 1. Tijdsduur van de verschillende (pre)historische perioden.
9
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
Afb. 1 Locatie van het plangebied
8888888888888888888888888
AMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGENAMERONGEN
BENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBENEDEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWENBOVEN LEEUWEN
BUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLDBUREN GLD
DRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTEDRUTE
ECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELDECHTELD
ECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIELECK EN WIEL
ELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UTELST UT
ERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEMERICHEM
HHHHH
INGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGENINGEN
KAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATH
KAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATHKAPEL AVEZAATH
KERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATHKERK AVEZAATH
KERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIELKERK AVEZAATH TIEL
KESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTERENKESTEREN
LIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDENLIENDEN
MAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIKMAURIK
OCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTENOCHTEN
OMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMERENOMMEREN
PUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJKPUIFLIJK
RHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRHENENRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLDRIJSWIJK GLD
TIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIELTIEL
WADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJENWADENOIJEN
WAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMELWAMEL
WIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDEWIJK BIJ DUURSTEDE
IJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORNIJZENDOORN
ZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNENZENNEWIJNEN
ZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELENZOELEN
bron: Geodan
8888888888888888888888888
155000 160000 165000 170000
4350
0044
0000
4450
00
NNNNNNNNN
5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m0000000000000000000000000
10
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
Afb. 2 Detailkaart van het plangebied
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Bikkelsweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
Ommerenve
ldseweg
50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m0000000000000000000000000
161000
4385
00
NNNNNNNNN
50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m50m0000000000000000000000000
11
ADC ArcheoProjecten Rapport 1614 Ommeren Bikkelsweg 2
Afb. 3 Boorpuntenkaart
1
62
53
4
161050 161100 16115
4383
0043
8350
4384
00
NNNNNNNNN
25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m25m0000000000000000000000000
12
AD
C A
rcheoProjecten rapport 1614 O
mm
eren Bikkelsw
eg 2
Bijlage 1 Boorgegevens nu
mm
er
bove
ngre
ns (
cm
onde
rm
v)on
derg
rens
(cm
on
der
mv)
gron
dsoo
rt
bijm
engi
ng
zand
med
iaan
kleu
r
kalk
geha
lte
nieu
wvo
rmin
gen
antr
opog
ene
bijm
engi
ngen
orga
nisc
he
bijm
engi
ngen
bode
mho
rizon
ten
over
ig
1 0 80 klei matig siltig; matig grindig grijs-; bruin; kalkloos spoor roestvlekken 80 10 klei zwak siltig; zwak grindig; matig humeus donker-; bruin-; grijs; kalkloos 10 90 klei sterk siltig licht-; bruin; kalkloos weinig roestvlekken 90 120 klei sterk siltig bruin; licht-; grijs-; kalkloos weinig roestvlekken; spoor ijzerconcreties spoor plantenresten 120 250 klei matig siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken 250 350 klei matig siltig; matig humeus donker-; grijs; kalkloos spoor plantenresten 350 400 klei matig siltig grijs; kalkloos spoor plantenresten2 0 5 klei sterk siltig; zwak grindig; matig humeus donker-; grijs-; bruin; kalkloos 5 90 klei uiterst siltig; zwak grindig bruin; kalkloos weinig roestvlekken spoor zandlagen 90 180 klei sterk siltig grijs; kalkloos weinig roestvlekken; spoor ijzerconcreties spoor zandlagen 180 200 klei sterk siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken 3 0 35 klei sterk siltig bruin; kalkloos spoor mangaanconcreties spoor puinresten bouwvoor 35 75 klei matig siltig grijs-; bruin; kalkloos spoor roestvlekken, spoor mangaanconcreties 75 150 klei sterk zandig grijs; kalkrijk spoor roestvlekken weinig zandlagen 4 0 10 klei sterk siltig; matig grindig; matig humeus donker-; grijs-; bruin; kalkloos 10 65 klei uiterst siltig; matig grindig grijs-; bruin; kalkloos weinig roestvlekken spoor baksteen; spoor puinresten 65 85 klei uiterst siltig; zwak grindig grijs-; bruin; kalkloos 85 100 klei sterk siltig bruin-; grijs; kalkloos weinig roestvlekken 100 180 zand zwak siltig matig fijn licht-; grijs; kalkloos weinig kleilagen 180 190 grind sterk zandig bruin-; grijs; kalkloos 5 0 45 klei sterk siltig bruin-; grijs; kalkloos weinig puinresten bouwvoor 45 75 klei sterk siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken, spoor mangaanconcreties 75 115 klei uiterst siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken, spoor mangaanconcreties weinig zandlagen 115 200 klei sterk siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken, spoor mangaanconcreties spoor zandlagen 6 0 60 klei sterk siltig; zwak grindig donker-; grijs; kalkloos weinig puinresten omgewerkte grond 60 130 klei uiterst siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken, spoor mangaanconcreties spoor zandlagen 130 200 klei sterk siltig grijs; kalkloos spoor roestvlekken, spoor mangaanconcreties