Arbeidspsychologie II - UGentkerauw/bama/PSY masters/b parameters.pdf · De inhoud is afhankelijk...

Work psychology II Arbeidspsychologie II 620 HLPSYC02O00013

T: 15 O: 20 SP: 5 Peter Vlerick

��

�� werkgerelateerd (on)welbevinden, burnout, bevlogenheid, werkverslaving

�� <li>Het concept werkgerelateerd (on)welbevinden kennen en inzien.</li> <li>Inzicht hebben in enkele arbeidspsychologische basisthema's, theorieën, risico- en beroepsgroepen.<li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken van data- analyse.</li> <li>Inzicht hebben in de kernaspecten van de arbeidspsychologie.</li> <li>Kennis hebben van de belangrijkste arbeidspsychologische theorieën, methoden en technieken.</li>

��

S 260 Theoretische kennis verwerven van de psychologie van personeel, organisatie, arbeid en consumenten.

�� In deze cursus worden een aantal vormen van werkgerelateerd (on)welbevinden (e.g. burnout versus bevlogenheid, werkverslaving) met inbegrip van enkele van hun antecedenten (e.g. werk-thuisinterferentie) en gevolgen (e.g., kwaliteits- en klantentevredenheidpercepties), en theorieën (e.g. het Karasek model) verder bestudeerd. Tevens worden enkele arbeidspsychologische basisthema's geïntroduceerd, met name industriële veiligheid en arbeidsreïntegratie en -rehabilitatie. Tenslotte wordt ingegaan op de arbeidpsychologische positie van een aantal specifieke risico- (e.g. oudere werknemers, minderheden) en beroepsgroepen (e.g. verpleegkundigen, leerkrachten, managers).

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges en plenaire discussies.</li> <li>Projectwerk.</li> <li>Groepsdiscussies in oefeningen.</li>

��&��<li>Interactieve ondersteuning via MINERVA.</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen (50%).</li> <li>In- en output bij oefeningen (50%).</li>

��)��<li>Literatuurbundel.</li> <li>Transparanten.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 15 Euro.

*�+��

An introduction to labour law and social security law Beginselen sociaal recht 622 HLPSYC02O00015

T: 60 O: SP: 7 Patrick Humblet

��

�� arbeidsrecht, sociaalzekerheidsrecht

�� <li>Vertrouwd zijn met de algemene beginselen van het sociaal recht en deze praktisch kunnen gebruiken.</li>

�� <li>Eindtermen van de rechtstreeks aansluitende bachelor of science in de psychologie.</li>

��

S 262 Theoretische kennis verwerven van bedrijfseconomie en sociaal recht. S 263 De arbeidsmarkt kunnen analyseren en inzicht hebben in de industriële relaties.

�� Deze cursus omvat naast een algemene inleiding vier grote delen waarin het sociaal recht doorgaans wordt opgesplitst: (1) het collectief arbeidsrecht, (2) het individuele arbeidsrecht, (3) de arbeidsreglementering en (4) de sociale zekerheid. Bij de behandeling van deze themata zal vooral aandacht worden besteed aan de onderdelen waarmee arbeids- en organisatiepsychologen in de beroepspraktijk zullen worden geconfronteerd.

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges.</li>

��&��<li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Schriftelijk examen.</li>

��)��<li>Humblet, P., & Rigaux, M. (2002, red.). Synopsis van het Belgisch Arbeidsrecht. Antwerpen, Intersentia, 452 p.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 30 Euro.

*�+��

Cognitive neurosciences Cognitieve neurowetenschap 636 HLPSYC02O00019

T: 30 O: SP: 5 Wim Fias

��

�� neurowetenschappelijke methoden, cognitieve functies

�� <li>Kennis hebben van de recente ontwikkelingen in de neurowetenschappelijke studie van cognitieve functies, zowel op theoretisch als op methodologisch vlak.</li> <li>Inzien hoe een multidisciplinaire benadering van cognitieve functies een meerwaarde kan zijn.</li>

�� <li>De interactie tussen de neurofysiologische basis enerzijds en psychologische- en gedragsmatige aspecten anderzijds, kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li>

��

S 269 Beschikken over een brede kennisachtergrond. S 270 Beschikken over een degelijke kennis van de onderzoeksmethodologie in al zijn aspecten en onderdelen gesteund op ervaring ermee. S 271 Technieken beheersen om op een snelle en efficiënte manier relevante literatuur op te sporen. S 272 Beschikken over een voldoende basis om zich snel in te werken in de literatuur van elke psychologische deeldiscipline. S 273 In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten, een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren.

�� Inhoudelijk wordt vertrokken van de visuele waarneming. In eerste instantie wordt visuele waarneming op zich bestudeerd. Later komen dan interacties met cognitieve en motorische functies aan bod. De thema's zullen telkens bestudeerd worden tegen de achtergrond van verschillende onderzoeksmethoden zoals single-cell recording, functionele beeldvorming, elektrofysiologische metingen, transcraniale magnetische stimulatie en gedragsmetingen. Hierbij zal speciale aandacht gegeven worden aan de beperkingen van elk van deze technieken en aan de mate waarin deze beperkingen door andere technieken kunnen ondervangen worden.

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Seminaries met actieve participatie van de student in discussiegroepen.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Mondeling examen.</li> <li>Evaluatie van seminarie-opdrachten.</li> De verhouding periodieke/permanente evaluatie is 1/3 tegenover 2/3.

��)��<li>Literatuurbundel.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��

Cognitive psychology II Cognitieve psychologie II 633 HLPSYC02O00023

T: 30 O: SP: 6 Tom Verguts

��

�� vraagstukken uit de cognitieve psychologie

�� <li>Specifieke vraagstellingen in verband met cognitieve (experimentele) psychologie kunnen situeren en en uitdiepen.</li>

�� <li>De interactie tussen de neurofysiologische basis enerzijds en psychologische- en gedragsmatige aspecten anderzijds, kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>De belangrijkste principes van wetenschappelijk onderzoek in de gedragswetenschappen kennen en kunnen gebruiken om wetenschappelijke onderzoeksmethodes te situeren en te evalueren.</li>

��

S 269 Beschikken over een brede kennisachtergrond. S 276 Vertrouwd zijn met de verschillende deelgebieden en paradigmata binnen de cognitieve wetenschappen. S 278 Experimenteel-psychologisch onderzoek kunnen kaderen in een breder wetenschappelijk en filosofisch kader.

�� De inhoud is afhankelijk van de gekozen vraagstellingen. Er zal worden geput uit de domeinen van perceptie, aandacht, geheugen, visuele woordverwerking (inbegrepen lezen), zinsverwerking, spreken, numerieke cognitie, actieplanning, redeneren, probleemoplossen, beslissen, neuropsychologie en emotie.

�� !�

��"��6


��&��<li>Interactieve ondersteuning.</li>


��)��<li>Syllabus.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 30 Euro.

*�+��

Cognitive psychology III Cognitieve psychologie III 647 HLPSYC03O00015


��

�� vraagstukken uit de cognitieve psychologie

�� <li>Specifieke vraagstellingen in verband met cognitieve (experimentele) psychologie kunnen situeren en en uitdiepen.</li>

�� <li>De interactie tussen de neurofysiologische basis enerzijds en psychologische- en gedragsmatige aspecten anderzijds, kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>De belangrijkste principes van wetenschappelijk onderzoek in de gedragswetenschappen kennen en kunnen gebruiken om wetenschappelijke onderzoeksmethodes te situeren en te evalueren.</li>

��

S 269 Beschikken over een brede kennisachtergrond. S 276 Vertrouwd zijn met de verschillende deelgebieden en paradigmata binnen de cognitieve wetenschappen. S 278 Experimenteel-psychologisch onderzoek kunnen kaderen in een breder wetenschappelijk en filosofisch kader.

�� De inhoud is afhankelijk van de gekozen vraagstellingen. Er zal worden geput uit de domeinen van perceptie, aandacht, geheugen, visuele woordverwerking (inbegrepen lezen), zinsverwerking, spreken, numerieke cognitie, actieplanning, redeneren, probleemoplossen, beslissen, neuropsychologie en emotie.

�� !�

��"��6





*�+��

Consulting Consulting 628 HLPSYC03O00011

T: 15 O: 15 SP: 5 Marcel Van Lerberge

��

�� consulting

�� <li>Vertrouwd zijn met en inzicht hebben in het proces van consulting in organisaties.</li>

�� <li>Organisatiepsychologische concepten kennen, inzien, en aan de praktische implicaties kunnen toetsen.</li> <li>Recente technieken binnen personeelsbeleid kritisch kunnen bespreken.</li> <li>De rol van personeelsbeleid binnen organisaties kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Het concept werkgerelateerd (on)welbevinden kennen en inzien.</li> <li>Inzicht hebben in enkele arbeidspsychologische basisthema's, theorieën, risico- en beroepsgroepen.<li>

��

S 261 Communicatieve vaardigheden beheersen om samen te werken met partners op de arbeidsmarkt en binnen het industriële relaties-systeem. S 264 Beschikken over vaardigheden inzake methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek in organisaties. S 266 Beschikken over interventievaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld training). S 267 Beschikken over communicatieve vaardigheden om samen te werken met personeel, collega’s en opdrachtgevers (bijvoorbeeld gespreks- en vergadertechnieken, mondelinge en schriftelijke rapporteringstechnieken).

�� In dit opleidingsonderdeel worden de volgende onderwerpen behandeld: <ul> <li>consulting aan de subjecten zelf; </li> <li>consulting over subjecten aan opdrachtgevers; </li> <li>consulting over groepen aan hiërarchisch hogere niveaus; </li> <li>consulting aan de groep over de groep. </li> </ul>

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Vraaggestuurde hoorcolleges.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen.</li> <li>In- en output bij oefeningen.</li>


*�+��<li>Clark, T. (1995). Managing consultants: consultancy as the management of impressions. Open University Press. </li> <li>Kubr, M. (1996). Management consulting. A guide to the profession. International Labour Office, Geneva. </li> <li>Stern, P. & Tutoy, P. (1995). Le métier du consultant: principes - méthodes - outils. Les editions d'organisation. </li>

Consumer psychology I Consumentenpsychologie I 621 HLPSYC02O00014


��

�� consumentengedrag, determinanten

�� <li>De belangrijkste individuen omgevingsgebonden variabelen die van invloed zijn op het besluitvormingsproces en het gedrag van de consument kennen, kunnen illustreren, en kunnen operationaliseren in wetenschappelijk onderzoek en in de beleidsvoering van organisaties.</li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken van data- analyse.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht verwerven in de theoretische basisconcepten en de werkvelden voor de arbeidspsychologie, organisatiepsychologie, personeelsbeleid, consumentenpsychologie.</li>

��


�� De inhouden bij dit opleidingsonderdeel vallen uiteen in drie delen. Deel 1. Introductie en overzicht. <ul> <li>Consumentengedrag en -onderzoek.</li> <li>Consumentenanalyse en bedrijfsstrategie.</li> </ul> Deel 2. Omgevingsinvloeden. <ul> <li>Cultuur, etniciteit en sociale klasse.</li> <li>Familiale en huishoudelijke invloeden.</li> <li>Persoonlijke en groepsbeïnvloeding.</li> </ul> Deel 3. Individuele determinanten. <ul> <li>Demografie, psychografie en persoonlijkheid.</li> <li>Motivatie.</li> <li>Kennis.</li> <li>Intenties, attitudes, overtuigingen en gevoelens.</li> </ul>

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges en plenaire discussies.</li> <li>Oefeningen in subgroepen.</li>

��)��<li>Literatuurbundel.</li> <li>Handboek: Blackwell, R.D., Miniard, P.W &, Engel, J.F (2001). Consumer Behavior. Orlando: The Dryden Press, ninth international edition.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��

Consumer psychology II Consumentenpsychologie II 626 HLPSYC03O00009


��

�� consumentengedrag, besluitvorming, beïnvloeding

�� <li>Inzicht hebben in de complexiteit van het eigenlijke besluitvormingsproces/gedrag bij de consument, en de implicaties daarvan inzien voor het wetenschappelijk onderzoek en het organisatiebeleid.</li> <li>De relevante vakliteratuur kritisch kunnen hanteren.</li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken van data- analyse.</li> <li>De belangrijkste individuen omgevingsgebonden variabelen binnen het besluitvormingsproces en het gedrag van de consument kennen, kunnen illustreren, en kunnen operationaliseren in wetenschappelijk onderzoek en in de beleidsvoering van organisaties.</li>

��


�� Dit opleidingsonderdeel valt uiteen in 2 delen. Deel 1. Besluitvorming bij de consument: <ul> <li>Beslissingsprocessen bij de consument. </li> <li>Pre-aankoop processen. </li> <li>Aankopen. </li> <li>Post-aankoop porcessen. </li> </ul> Deel 2. Beïnvloeden van consumentengedrag. <ul> <li>Contact maken.</li> <li>Opinies vormen. </li> <li>Helpen herinneren. </li> </ul>

�� !�

��"��4

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges met plenaire discussies.</li> <li>Oefeningen in subgroepen.</li>



��)��<li>Literatuurbundel.</li> <li>Handboek: Blackwell, R.D., Miniard, P.W &, Engel, J.F (2001). Consumer Behavior. Orlando: The Dryden Press, ninth international edition.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��

Data analysis II Data-analyse II 601 HLPSYC02A00056

T: 30 O: 10 SP: 6 Wilfried De Corte

��

�� data-analyse

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken voor multi-variate data-analyse ten behoeve van (a) het zelfstandig en kritisch verwerken van voor het vakgebied psychologie relevant empirisch wetenschappelijk onderzoek, en (b) het verrichten en meewerken aan empirisch wetenschappelijk onderzoek.</li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken van data-analyse.</li>

��

A 205 In staat zijn via literatuurstudie en empirisch onderzoek een probleemstelling op het gebied van de psychologie zelfstandig aan te pakken. A 221 De relevante methoden en technieken voor wetenschappelijk onderzoek en data-analyse correct kunnen selecteren en correct kunnen aanwenden in het kader van toegepast en fundamenteel onderzoek. A 222 Inzichtelijke kennis hebben van de relevante methoden en technieken voor wetenschappelijk onderzoek en data-analyse.

�� In dit opleidingsonderdeel worden de volgende onderwerpen behandeld: <ul> <li>bijkomende calculus kansvectoren;<li> <li>multivariate normaalverdeling;<li> <li>toetsen i.v.m. vectoren van gemiddelden;<li> <li>toetsen i.v.m. covariantie matrices;<li> <li>multivariaat lineair model: multivariate regressie, MANOVA, MANCOVA en repeated measures (mixed models);<li> <li>canonische correlatie;<li> <li>discriminantanalyse;<li> <li>confirmatorische factoranalyse en structurele vergelijkingsmodellen.<li> </ul>

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges waarin doel, aard en gebruik van verschillende technieken van data-analyse uiteengezet worden.</li> <li>Illustratie van het gebruik van verschillende technieken via voorbeelden gebaseerd op o.m. gepubliceerd onderzoek.</li> <li>Werkcolleges en computerpractica in de PC-klas waarin studenten begeleid en in subgroepen de aangebrachte methoden en technieken inoefenen.</li>

��&��<li>Ondersteuning via MINERVA.</li> <li>Vast spreekuur.</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Schriftelijk open boek examen waarbij de studenten vertrekkende van een reële dataset en vooropgestelde onderzoeksvragen de gepaste data-analytische technieken moeten kiezen en implementeren, en de bekomen analyseresultaten dienen te interpreteren en reflecteren naar de onderzoeksvragen. Daarnaast worden enige open vragen gesteld die peilen naar inzicht in de materie.</li>

��)��<li>Syllabus (slides).</li> <li>Datasets.</li> <li>Oefeningenmateriaal.</li> <li>Voorbeeldexamens.</li>

Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 20 Euro.

*�+��<li>Dillon, W.R., Goldstein, M. (1984). Multivariate analysis -methods and applications. New York: Wiley. </li> <li>Johnson, R.A., & Wichern, D.W. (1998). Applied multivariate statistical analysis. New Jersey: Prentice Hall. </li> <li>Rencher, A.C. (1995). Methods of multivariate analysis. New York, Wiley. </li>

Data analysis III Data-analyse III 646 HLPSYC03O00013

T: 30 O: SP: 4 Geert De Soete

��

�� data-analyse

�� <li>Inzicht hebben in de gangbare mathematische modelformuleringen in de psychologie.</li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken voor multi-variate data-analyse ten behoeve van (a) het zelfstandig en kritisch verwerken van voor het vakgebied psychologie relevant empirisch wetenschappelijk onderzoek, en (b) het verrichten en meewerken aan empirisch wetenschappelijk onderzoek.</li>

��


�� Een aantal representatieve mathematische modellen voor keuzegedrag, perceptie en cognitie zullen behandeld worden.

�� !�

��"��4

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges aan de hand van transparanten.</li>


��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Schriftelijk examen met open boek.</li>

��)��<li>Kopies van transparanten.</li> <li>Aanvullende tijdschriftartikels en hoofdstukken uit boeken.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��

Research project experimental psychology Experimenteel-psychologisch onderzoek 637 HLPSYC02O00018

T: O: 45 SP: 8 Tom Verguts

��

�� experimentele psychologie, onderzoek

�� <li>In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren.</li> <li>Een volledige onderzoeksprocedure, met inbegrip van resultaten en implicaties in een technisch rapport kunnen neerschrijven.</li> <li>Beschikken over goede mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden.<li>

�� <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken voor multi-variate data-analyse ten behoeve van (a) het zelfstandig en kritisch verwerken van voor het vakgebied psychologie relevant empirisch wetenschappelijk onderzoek, en (b) het verrichten en meewerken aan empirisch wetenschappelijk onderzoek.</li>

��

S 270 Beschikken over een degelijke kennis van de onderzoeksmethodologie in al zijn aspecten en onderdelen gesteund op ervaring ermee. S 271 Technieken beheersen om op een snelle en efficiënte manier relevante literatuur op te sporen. S 273 In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten, een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren. S 274 Gegevens op de best passende wijze kunnen analyseren en interpreteren. S 275 De onderzoeksprocedure met inbegrip van resultaten en implicaties kunnen neerschrijven in een technisch rapport.

�� Individueel en zelfstandig uitwerken van een beperkt onderzoeksproject: probleemstelling, planning, uitvoering, verwerking, mondelinge en schriftelijke rapportering en discussie.

�� !�

��"��8

��#�� $�%�� <li>Projectwerk.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Uitvoering van een project.</li> <li>Eindverslag.</li> <li>Mondelinge presentatie.</li>


*�+��

Behavioural therapy Gedragstherapie 607 HLPSYC02O00009

T: 30 O: 23 SP: 7 Rudi De Raedt

��

�� psychotherapie, leertheorie, klinische oordeels- en besluitvorming, gespreksvaardigheden

�� <li>Inzicht hebben in de theoretische en empirische basis van de gedragstherapie, in de visie op psychologische problematiek vanuit deze oriëntatie, in de empirische cyclus van probleemidentificatie, en in de fundering van de interventiemethoden in de theorievorming.</li> <li>Het volledige gedragstherapeutisch proces kunnen toepassen in functie van een zinvolle structurering van de problematiek en een adequate modeleigen indicatiestelling.</li> <li>Inzicht hebben in de manier waarop vanuit het gedragstherapeutisch proces wordt gewerkt, met een differentiatie naargelang de setting.</li> <li>De passende diagnostische methoden kunnen integreren.</li> <li>Beschikken over de vereiste modelspecifieke gespreksvaardigheden met aandacht voor de therapeutische relatie.</li>

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie en de ontwikkelingen hierin kennen en vanuit het 'scientist-practitioner' model kunnen bespreken.</li> <li>Zicht hebben op de psychologische processen die een rol spelen bij conditionering en instrumenteel leren.</li>

��

A 228 De effecten van de toegepaste psychologische interventies kunnen evalueren. S 245 Inzicht hebben in de principes en methodes van klinische oordeels- en besluitvorming, de geëigende diagnostische protocollen en instrumenten, de indicatiestelling voor klinisch psychologische interventie. S 247 Aandacht hebben voor de ethische aspecten van het klinisch-psychologisch handelen en zich de ethische regels van de discipline eigen maken. S 248 Inzicht hebben in de theoretische grondslagen en de empirische ondersteuning van de klinisch psychologische interventiemethoden. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context.

�� In dit opleidingsonderdeel worden de volgende onderwerpen behandeld: <ul> <li>ontstaan en evoluties in de gedragstherapie: van behaviourisme tot cognitieve therapie; </li> <li>een empirisch model voor probleemidentificatie binnen het gedragstherapeutisch proces, van aanmelding tot behandelplan; </li> <li>toepassing van de theorie omtrent leerprocessen (klassieke conditionering, operante conditionering en observatieleren), emotie en informatieverwerking; </li> <li>rol van de klassieke en de operante component in de functionele analyse bij de conceptualisatie van psychologische problematiek; </li> <li>analyse van complexiteit binnen een leertheoretisch en psychobiologisch kader; </li> <li>funderen van interventiemethoden als operante technieken, cognitieve technieken, blootstelling (in vivo en in vitro). </li> </ul> De oefeningen haken in op probleemidentificatie als empirische cyclus en zijn gebaseerd op een casus. Elk deelaspect van het gedragstherapeutisch proces wordt toegelicht, geïllustreerd en ingeoefend.

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges met mogelijkheid tot vraagstelling en discussie, ondersteund met praktijkvoorbeelden.</li> <li>Begeleide uitwerking van praktijkvoorbeelden en simulatieoefeningen op basis van casusmateriaal met videodemonstraties.</li>

��&��<li>Interactieve ondersteuning via MINERVA.</li> <li>Vast spreekuur: ...</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Schriftelijk examen met open vragen.</li> Voor het oefeningengedeelte moet een casus uitgewerkt worden en is het examen open boek.

��)��<li>De Raedt, R., & Schacht, R. (2003). Een empirisch model voor probleemidentificatie binnen het gedragstherapeutisch proces. Gedragstherapie, 36, 197-222. </li> <li>Schacht, R., De Raedt R., Van Hunsel, F., Ponjaert-Kristoffersen, I., & Cosyns, P. (2001). Het Neurotische Lussen Model: een leertheoretische conceptualisatie van complex disfunctioneren. Tijdschrift voor Psychotherapie, 27, 77-104.</li> <li>Orlemans, J., Eelen, P. & Hermans, D. (1995). Inleiding tot de gedragstherapie. Houten/Diegem: Bohn, Stafleu, Van Loghum.</li> <li>Literatuur en studiemateriaal samengesteld door de vakgroep.</li> <li>Slides.</li>


*�+��<li>Clark, D.M., & Fairburn, C.G. (1999). Science and practice of cognitive behaviour therapy. New York: Oxford University Press. </li> <li>De Raedt R., Schacht, R., Cosyns, P, & Ponjaert-Kristoffersen, I. (2002). Pain-Provoking Behavior as a Driven Reaction to Psychological Distress: The Bio-Psycho-Social Neurotic Loop Model. New Ideas in Psychology, 20, 59-87. </li> <li>Schwartz, B., Wasserman, E.A. & Robbins, S.J. (2002). Psychology of learning and behavior. New York: W.W. Norton & Company.</li>

Gender studies and sexual dysfunctions Genderstudies en seksuele stoornissen 610 HLPSYC03O00003

T: 30 O: SP: 3 Frédéric Declercq

��

�� gender identity, seksuele drift, polymorfe perversie, normoverschrijdende seksualiteit

�� <li>Inzicht hebben in de complexiteit van wat seksualiteit en seksuele identiteit inhoudt en om op grond daarvan seksuele stoornissen en normoverschrijdend seksueel gedrag kunnen begrijpen.</li>

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie en de ontwikkelingen hierin kennen en vanuit het 'scientist-practitioner' model kunnen bespreken.</li> <li>De psychoanalytische theorie kunnen toepassen op grond van een correcte diagnostiek en een daarbij aansluitende indicatiestelling, via een psychoanalytische gespreksvoering met bijzondere aandacht voor het hanteren van de overdracht en voor de ethische implicaties.</li>

��

S 245 Inzicht hebben in de principes en methodes van klinische oordeels- en besluitvorming, de geëigende diagnostische protocollen en instrumenten, de indicatiestelling voor klinisch psychologische interventie. S 246 Psychodiagnostisch onderzoek ten aanzien van specifieke disfuncties en klachten gepast kunnen uitvoeren. S 247 Aandacht hebben voor de ethische aspecten van het klinisch-psychologisch handelen en zich de ethische regels van de discipline eigen maken. S 252 Bereid zijn tot en kunnen gemeenschapsgericht denken en handelen. S 253 Bereid zijn tot en kunnen bijdragen tot het bevorderen van de mentale en sociale gezondheid en het welbevinden van individuen en van groepen in de samenleving.

�� Bespreking van de recente seksuologische literatuur betreffende gender-identiteit, seksualiteit en seksuele disfunties. De bespreking wordt gekaderd binnen de historische visie van M. Foucault. In een tweede deel worden seksualiteit en seksuele disfuncties vanuit Freud en Lacan uiteengezet. Een derde deel handelt over daders en slachtoffers van (seksueel) misbruik.

�� !�

��"��3




��)��<li>Reader.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��<li>Cleckley, H. (1976). The mask of Sanity, Saint-Louis, The CV Mosby Company.</li> <li>Declercq, F. (2000). Het reële bij Lacan, over de pulsie en de finaliteit van de psychoanalytische kuur, Gent Idesça.. </li> <li>Knight, R.A., & R. Prentky, R. (1990). Classifying sexual offenders; The development and corroboration of taxonomic models. in W.L. Marshall & H.E. Barbaree (red.) Handbook of Sexual assault (pp. 23-52), New York, Plenum. </li> <li>Foucault, M. (1986). Geschiedenis van de seksualiteit, deel 1: De wil tot weten, Sun, Nijmegen. </li> <li>Verhaeghe, P. (1998). Liefde in tijden van eenzaamheid. Drie verhandelingen over drift en verlangen, Leuven, Acco. </li> <li>Welldon, E. (1996). Contrasts in male and female perversions. In: Corcess & Cox (eds). Forensic Psychotherapy. J. Kingsley Publishers, pp. 273-289. </li>

Discussion techniques and applied group dynamics Gesprekstechnieken en toegepaste groepsdynamica 623 HLPSYC02O00016

T: O: 30 SP: 4 Johnny Fontaine

��

�� communicatie, onderhandelen, vergaderen, conflicthantering, leidinggeven, teamwork

�� <li>Gesprekstechnieken en groepsdynamische processen m.b.t. communicatie, vergaderen, onderhandelen, conflicthantering, leidinggeven en teamwork kennen en kunnen hanteren.</li>

�� <li>Inzicht hebben in de rol en de competenties van de bedrijfspsycholoog als expert/facilitator op het vlak van diagnose, interventie en evaluatie.</li> <li>Beschikken over de nodige vaardigheden om bedrijfspsychologische processen te begeleiden.</li>

��

S 261 Communicatieve vaardigheden beheersen om samen te werken met partners op de arbeidsmarkt en binnen het industriële relaties-systeem. S 266 Beschikken over interventievaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld training). S 267 Beschikken over communicatieve vaardigheden om samen te werken met personeel, collega’s en opdrachtgevers (bijvoorbeeld gespreks- en vergadertechnieken, mondelinge en schriftelijke rapporteringstechnieken).

�� Dit opleidingsonderdeel wordt gegeven in de vorm van een residentieel trainingsweekend. Ter voorbereiding van dit weekend wordt er een screeningssessie georganiseerd waarin er wordt gepeild naar persoonlijke en groepsdynamische vaardigheden (vb. conflicthanterings- en leiderschapsstijl) naar analogie met workshops rond groepsdynamische processen in het bedrijfsleven. Nog vóór het trainingsweekend wordt hierover individuele feedback gegeven in de vorm van een schriftelijk rapport, wat een persoonlijke voorbereiding op het trainingsweekend toelaat. Tijdens het trainingsweekend worden theoretische beginselen naar voren gebracht aan de hand van praktisch gerichte workshops over non-verbale communicatie, efficiënt vergaderen, onderhandelen, constructieve conflicthantering, leidinggeven en teamrollen.

�� !�

��"��4

��#�� $�%�� <li>Residentiële seminaries met workshops, rollenspelen, video-opnames, discussiegroepen, en andere vormen van interactieve inoefening.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Na het trainingsweekend dient er een evaluatiepaper geschreven te worden over de voornaamste opgedane inzichten, leerpunten, positieve en negatieve ervaringen.</li> <li>Het opleidingsonderdeel wordt afgesloten met toepassingsgerichte schriftelijke oefeningen.</li>

��)��<li>Door de vakgroep uitgegeven syllabus.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 65 Euro.

*�+��<li>Broekhuis, M. (2003). Vergaderen. Alphen aan de Rijn, Nederland: Kluwer. </li> <li>Klaas, S. & Schermer, K. (1997). Vergaderen en onderhandelen. Houten, Nederland: Van Loghum. </li> <li>MacMillan, P. (2001). The Performance Factor: Unlocking the Secrets of Teamwork. Nashville, TN: Broadman & Holman. </li> <li>Robbins, S. P. & Hunsacker, P. L. (2001). Trainen van interpersoonlijke vaardigheden. Schoonhoven, Nederland: Prentice Hall. </li>

Labour law and social security law: case studies Gevallenstudie in de sociale wetgeving 629 HLPSYC03O00012

T: 30 O: SP: 4 Patrick Humblet

��

�� arbeidsrecht, socialezekerheidsrecht

�� <li>Specifieke problemen i.v.m. het sociaal recht kunnen herkennen, juridisch kwalificeren en oplossen.</li>

�� <li>Vertrouwd zijn met de algemene beginselen van het sociaal recht en deze praktisch kunnen gebruiken.</li>

��

S 262 Theoretische kennis verwerven van bedrijfseconomie en sociaal recht. S 263 De arbeidsmarkt kunnen analyseren en inzicht hebben in de industriële relaties. S 267 Beschikken over communicatieve vaardigheden om samen te werken met personeel, collega’s en opdrachtgevers (bijvoorbeeld gespreks- en vergadertechnieken, mondelinge en schriftelijke rapporteringstechnieken).

�� De inhoud van de colleges verschilt van jaar tot jaar. Ze hebben evenwel steeds betrekking op de aspecten van het arbeidsrecht waarmee de personeelsverantwoordelijke wordt geconfronteerd. Tijdens het eerste college wordt aan de studenten de mogelijkheid geboden om suggesties te doen.

�� !�

��"��4

��#�� $�%�� <li>Hoor- en werkcolleges.</li>


��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (open boek).</li>


*�+��

Case studies and practical in behaviour therapy Gevallenstudies en practica in de gedragstherapie 613 HLPSYC03O00006

T: O: 30 SP: 7 Paulette Van Oost

��

�� gedragstherapie, klinische psychologie, psychotherapie

�� <li>Een behandelingsplan bij enkele veel voorkomende problematieken kunnen beargumenteren, rekening houdend met de setting en met differentiatie naar kinderen, adolescenten en volwassenen.</li> <li>Een gedetailleerd behandelingsplan gefaseerd kunnen uitwerken met aansluitende selectie van evaluatiemethoden en instrumenten.</li> <li>Behandelingsmethoden kunnen toepassen vanuit de cognitieve gedragstherapie en op het niveau van een startende zelfstandige praktijkvoering als psycholoog in een klinische werksetting.<li>

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie en de ontwikkelingen hierin kennen en vanuit het 'scientist-practitioner' model kunnen bespreken.</li> <li>Inzicht hebben in de theoretische en empirische basis van de gedragstherapie, in de visie op psychologische problematiek vanuit deze oriëntatie, in de empirische cyclus van probleemidentificatie, en in de fundering van de interventiemethoden in de theorievorming.</li> <li>Het volledige gedragstherapeutisch proces kunnen toepassen in functie van een zinvolle structurering van de problematiek en een adequate modeleigen indicatiestelling.</li> <li>Inzicht hebben in de manier waarop vanuit het gedragstherapeutisch proces wordt gewerkt met een differentiatie naargelang de setting.</li> <li>De passende diagnostische methoden kunnen integreren.</li> <li>Beschikken over de vereiste modelspecifieke gespreksvaardigheden met aandacht voor de therapeutische relatie.</li>

��

A 224 Probleemstellingen of casussen op een multi-theoretische en multidisciplinaire wijze kunnen bekijken en bespreken. A 227 Wetenschappelijk geverifieerde psychologische interventiemethoden kunnen indiceren en gepast kunnen aanwenden. A 228 De effecten van de toegepaste psychologische interventies kunnen evalueren. S 247 Aandacht hebben voor de ethische aspecten van het klinisch-psychologisch handelen en zich de ethische regels van de discipline eigen maken. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context.

�� De student kiest één van twee groepen: kinderen en adolescenten, of volwassenen. In elke groep worden een aantal belangrijke probleemgebieden geselecteerd en leert de student aan de hand van casuïstiek, demonstraties en begeleide inoefening een behandelingsplan opstellen en een aantal relevante behandelingstechnieken hanteren. Voor de groep ‘kinderen en adolescenten’ omvat dit: behandelingsmethoden bij fobie en dwang, bij depressieve problemen, bij gedragsproblemen, bij relatieproblemen en incestproblematiek, en bij psychosomatische klachten. Bij volwassenen omvat dit: behandelingsmethoden bij fobie en dwang, bij depressieve problemen, bij verslaving en dubbele diagnose, bij persoonlijkheidsstoornissen, bij seksuele en bij incestproblematiek. Als behandelingsvormen komen aan bod: relaxatie, systematische desensitisatie, cognitieve technieken, exposure en psycho-educatie gedifferentieerd in aanpak naargelang de leeftijdsgroep en de problematiek. Er wordt aandacht gegeven aan de bespreking van geschikte psychodiagnostische en evaluatie-instrumenten.

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Casuïstiek.</li> <li>Video en live-demonstraties. </li> <li>Rollenspel.</li> <li>Oefeningen in kleine groepen.</li>

��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen (analyseren van een casus).</li> <li>Uitwerken van deelopdrachten tijdens de practica.</li>

��)��<li>Literatuurbundel, samengesteld door de vakgroep.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 30 Euro.

*�+��<li>Praktijkreeks ‘Gedragstherapie’. Bohn, Stafleu, Van Loghum.</li> <li>GGZ-programma ‘Cure & Care development’. Bohn, Stafleu, Van Loghum.</li>

Case study and practicals in developmental therapy Gevallenstudies en practica in de ontwikkelingsgerichte therapie 612 HLPSYC03O00005

T: O: 30 SP: 7 Caroline Braet

��

�� behandelmethodieken bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen

�� <li>Methodieken, klinische vaardigheden en attitudes betreffende de psychologische behandeling van kinderen, adolescenten en jongvolwassenen kennen en kunnen toepassen.</li>

�� <li>De klassieke en recente theorieën betreffende de psychische ontwikkeling kennen, kunnen verklaren vanuit een kritische, systematisch-vergelijkende analyse, en kunnen gebruiken om menselijk gedrag genuanceerd te interpreteren.</li> <li>Zelfstandig een psychologisch probleem bij een kind vanuit een ontwikkelingspsychopathologische invalshoek kunnen analyseren, de relevante methodieken selecteren, correct toepassen, en hierover rapporteren.</li> <li>De basisprincipes van de ontwikkelingsgerichte psychotherapie voor kinderen, jongeren en volwassenen inzien en kunnen toepassen.</li>

��

S 245 Inzicht hebben in de principes en methodes van klinische oordeels- en besluitvorming, de geëigende diagnostische protocollen en instrumenten, de indicatiestelling voor klinisch psychologische interventie. S 249 Beroepsrelevante vragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen beluisteren en analyseren. S 250 Methoden en technieken van het wetenschappelijk onderzoek op het domein van de klinische psychologie adequaat kunnen hanteren. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden.

�� De student kiest twee clusters van elk 5 sessies. In elke cluster worden behandelmethodieken omtrent één topic aangebracht. Momenteel zijn er de volgende clusters: <ol> <li>psychosomatische klachten bij kinderen (slaapproblemen, zindelijkheidsproblemen, eetproblemen, pijnklachten); </li> <li>angst en depressie bij kinderen; </li> <li>angst en identiteitsvragen bij adolescenten; </li> <li>problematieken bij het jonge kind; </li> <li>speltechnieken; </li> <li>actie- en dramatechnieken. </li> </ol> De clusters 1 tot 3 behandelen cognitieve technieken, relaxatietechnieken en evidence-based interventies voor deze specifieke klachten. Er is aandacht voor de complexiteit van de praktijk en de technieken worden steeds gekaderd binnen een systematisch opgebouwde probleemanalyse en een indicatiestelling. Dit gebeurt ook in cluster 4 welke verder vooral oudertraining en sociale vaardigheidstraining omvat. Bij cluster 5 en 6 wordt groot belang gehecht aan het persoonlijk ervaren en het toepassen van deze methodieken in aansluiting met de ervaringen tijdens de stage, zowel in het werken met groepen als met individuele cliënten.

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Werkgroepen waarin de student onder andere via rollenspelen en het bespreken van praktijkvoorbeelden geactiveerd wordt. </li> <li>Opdrachten tot zelfstandig verwerken van aangebrachte thema's.</li>

��&��<li>Ondersteuning via MINERVA .</li> <li>Via e-mail.</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie.

<li>Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.</li> <li>Evaluatie van de vorderingen tijdens het practicum en van 2 papers. </li> Het mondeling examen telt voor de helft van de uiteindelijke punten.

��)��<li>Syllabus.</li> <li>Rigter, J. (2002). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. Bussum: Coutinho. </li> <li>Verhofstadt-Denève, L. (2001). Zelfreflectie en Persoonsontwikkeling. Leuven: Acco. </li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 75 Euro.

*�+��<li>Braet, C. & Scholing, A. (1999). Cognitieve therapie bij kinderen en jeugdigen. In: S.M. Bogels & P. Van Oppen (eds.). Cognitieve therapie: theorie en praktijk, chapter 14, p. 331-369, Houten: Van Loghum. </li> <li>Braet, C. (2000). Protocolbehandeling van jongeren met eetbuien. In: P. Prins & N. Pameijer (eds). Protocollen in de jeugdzorg. Psychologie & Praktijk, chapter 10, p. 191-206. Lisse: Swets & Zeitlinger. </li> <li>De Wit, C., Braet, C. & Snaterse, T. (2000). Behandeling van depressie bij kinderen en adolescenten. Lisse: Swets & Zeitlinger. </li> <li>Scholing, A. & Braet, C. (2002). Angststoornissen bij kinderen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. </li>

Case study and practicals in psychoanalytic therapy Gevallenstudies en practica in de psychoanalytische therapie 611 HLPSYC03O00004

T: O: 30 SP: 7 Stijn Vanheule

��

�� psychoanalytische therapie, institutionele therapie, psychosen

�� <li>Psychopathologische processen bij psychische problematieken in het algemeen en bij psychosen in het bijzonder (schizofrenie, paranoia, manisch-depressieve psychose, melancholie, niet-gedeclencheerde psychosen) inzien en kunnen toepassen op klinische cases.</li> <li>Principes van psychoanalytische therapie bij psychosen inzien en kunnen toepassen.</li> <li>Principes van psychoanalytisch werken in/met instituties inzien en kunnen toepassen.</li>

�� <li>Een aantal basisconcepten van de psychodynamische consultatie inzien en kunnen toepassen.</li> <li>De psychoanalytische theorie kunnen toepassen op grond van een correcte diagnostiek en een daarbij aansluitende indicatiestelling, via een psychoanalytische gespreksvoering met bijzondere aandacht voor het hanteren van de overdracht en voor de ethische implicaties.</li> <li>Over een kadertheorie beschikken, voorbij de verschillende psychotherapeutische benaderingen, van waaruit een psychodiagnostische praktijk zowel gedacht als uitgevoerd kan worden, en dit in functie van een daarbij aansluitende psychotherapie.</li> <li>Zelfstandig een volledig diagnostisch proces kunnen uitvoeren: het beargumenteerd formuleren van hypothesen, de adequate keuze van psychodiagnostische instrumenten ter toetsing van die hypothesen, het genereren van conclusies en daarbij aansluitende richtlijnen voor de behandeling, en ten slotte de neerslag hiervan in een mondelinge en schriftelijke rapportering. Dit alles met uitdrukkelijke inachtname van de daaraan gekoppelde ethische implicaties.</li>

��

A 241 Inzicht hebben in de psychopathologie en in de psychologische theorievorming hieromtrent. S 245 Inzicht hebben in de principes en methodes van klinische oordeels- en besluitvorming, de geëigende diagnostische protocollen en instrumenten, de indicatiestelling voor klinisch psychologische interventie. S 248 Inzicht hebben in de theoretische grondslagen en de empirische ondersteuning van de klinisch psychologische interventiemethoden. S 249 Beroepsrelevante vragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen beluisteren en analyseren.

�� Dit opleidingsonderdeel omvat verschillende sessies. De sessies zijn steeds deels programma-gestuurd, waarbij door de lesgever aangebrachte aspecten centraal staan, en deels probleem-gestuurd, waarbij klinische vragen/problemen van studenten centraal staan. Het programma-gestuurd gedeelte gaat in op de psychoanalytische behandeling van psychosen en psychoanalytisch werken in/met instituties. Het probleem-gestuurd gedeelte wordt enerzijds inhoudelijk opgelaten in functie van vragen van de studenten. Anderzijds worden een aantal klassieke problemen operationeel besproken (bvb. hantering van de overdracht, interpretatie). Klinische cases staan doorheen de oefeningen centraal.

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Groepsbesprekingen van opgegeven literatuur en casussen.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Permanente evaluatie van de individuele bijdrage tot het werkseminarie (75%).</li> <li>Korte reflectiepaper, toegespitst op het probleemgestuurde gedeelte (25%).</li>

��)��

<li>Capita selecta.</li> <li>Freud, S. (1998). Ziektegeschiedenissen. Amsterdam-Boom.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��<li>Billiet, L. (1996). Het gebroken oor, Lacan voor de kliniek van de psychose. Idesça, Gent.</li> <li>Lacan, J. (1966[1959]). D’une question préliminaire à tout traitement possible de la psychose. Ecrits, 531-583.</li> <li>Lacan, J. (2001[1967]). Allocution sur les psychoses de l’enfant. Autres Ecrits, 361-371.</li> <li>Sauvagnat, F.R. (2003). On the Lacanian treatment of psychotics: Historical background and future prospects. Psychoanalytic Review, 90(3), 303-328.</li>

Case studies and practical in marital and family therapy Gevallenstudies en practica in de relatie- en gezinstherapie 614 HLPSYC03O00007

T: O: 30 SP: 7 Ann Buysse

��

�� relatie- en gezinstherapie, kinderen, adolescenten, volwassenen, individuele en relatieproblematiek

�� <li>Inzicht hebben in de structuur, het proces en de inhoud van de relatie- en gezinstherapie.</li> <li>Relatie- en gezinstherapeutisch interventies kunnen indiceren en aanwenden.</li>

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie en de ontwikkelingen hierin kennen en vanuit het 'scientist-practitioner' model kunnen bespreken.</li> <li>De theorievorming en het fundamenteel en toegepast onderzoek rond interpersoonlijke relaties, met nadruk op partnerrelaties en gezinsrelaties, en de link met inter- en intrapersoonlijke moeilijkheden kennen en begrijpen.</li> <li>Beschikbare diagnostische instrumenten kunnen gebruiken.</li>

��

S 248 Inzicht hebben in de theoretische grondslagen en de empirische ondersteuning van de klinisch psychologische interventiemethoden. S 249 Beroepsrelevante vragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen beluisteren en analyseren. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden.

�� Dit opleidingsonderdeel behandelt de volgende topics: <ul> <li>vertalen van hypothesen naar modaliteiten en technieken; </li> <li>indicatie voor en concrete uitvoering van technieken binnen de relatie- en gezinstherapie; </li> <li>gedifferentieerde toepassingen van technieken naargelang de klacht, de eenheid waarmee men werkt (individu, paar of gezin), de leeftijd van het cliëntsysteem (gezin met jonge kinderen, adolescente kinderen, volwassenen, kinderen), en de behandelingssetting (ambulant of residentieel); </li> <li>de eigenheid van een aantal specifieke aanmeldingsklachten, met ruimte voor het inbrengen van problematieken door studenten. </li> </ul>

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Analyse van casussen.</li> <li>Demonstratie van technieken: live, op video, via one-way screen en rollenspel.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen.</li> De studenten wordt gevraagd om op basis van een uitgeschreven tekst, al dan niet aangevuld met videomateriaal en diagnostische gegevens, interventies en therapiemodaliteiten voor te stellen.

��)��<li>Capita selecta.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 25 Euro.

*�+��<li>Barker, P. (1998). Basic family therapy. Fourth edition. Blackwell Science. </li>

Health psychology I Gezondheidspsychologie I 600 HLPSYC02A00055

T: 30 O: SP: 5 Geert Crombez

��

�� psychologie van gezondheid en ziekte

�� <li>Kennis hebben van de eigenheid van gezondheidspsychologie.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in een planningsmodel binnen het domein van de gezondheidspsychologie.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in gezondheidspsychologische theorieën en concepten, en de implicaties ervan voor de praktijk van de gezondheidspromotie, ziektepreventie en de behandeling van ziekten en aandoeningen.</li> <li>Gezondheidspsychologische theorieën en concepten op praktijkvoorbeelden kunnen toepassen.</li>

�� <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>De belangrijke theorieën omtrent sociale perceptie en sociale beïnvloeding kennen en kunnen situeren.</li> <li>Inzicht hebben in de relatie psycholoog-cliënt en in het proces van verandering en acceptatie als basis voor een evidence-based benadering in het klinisch-psychologisch werkveld.</li>

��

A 219 De variaties aan gedragsuitingen en persoonlijke karakteristieken in relatie tot variaties in lichamelijke, groepskenmerken en culturele contexten kunnen situeren. A 230 Psychologische theorieën op het gebied van de gezondheidspsychologie kunnen situeren, kunnen vergelijken, kritisch kunnen verwerken en evalueren. A 232 Problemen op het gebied van ziekte en gezondheid kunnen analyseren, structureren en concretiseren. A 233 Problemen op het gebied van gezondheidspromotie en ziektepreventie kunnen analyseren, structureren en concretiseren.

A 234 Wetenschappelijk geverifieerde methoden inzake gezondheidspromotie en ziektepreventie kunnen selecteren en toepassen.

�� In dit opleidingsonderdeel worden volgende onderwerpen behandeld: <ol> <li>situering van de gezondheidspsychologie binnen de historische en culturele context;</li> <li>situering van de gezondheidspsychologie binnen het biopsychosociaal perspectief op ziekte, ziek-zijn, ziekte-rol en op gezondheid;</li> <li>situering van de gezondheidspsychologie t.a.v. andere disciplines (medische sociologie, medische antropologie, liaison psychiatrie en gedragsgeneeskunde);</li> <li>de uitwerking van een planningsmodel waarin gezondheidsproblemen op een planmatige en systematische wijze aangepakt worden, gaande van de fase van probleemanalyse, determinanten-analyse, interventie, implementatie t.e.m. evaluatie van de interventie;</li> <li>theoretische modellen over determinanten van gezond en ongezond gedrag: 'health belief model', 'protection-motivation theory', 'theory of planned behavior', 'theory of reasoned action', 'ASE-model', 'transtheoretical model of change';</li> <li>illustraties uit diverse settings (gemeenschap, werkplek, klinische setting) in het bijzonder ivm gezondheidspromotie (gezonde voeding, fysieke beweging, psychische gezondheid), primaire preventie (ongevallen) en secundaire preventie (screening);</li> <li>uitwerking van belangrijke theoretische concepten binnen de gezondheidspsychologie, m.n. stress & stresshantering, communicatie tussen patiënten en hulpverleners, placebo, symptoomperceptie en -interpretatie;</li> <li>analyse van hoog-prevalente gezondheidspsychologische problemen, m.n. vermoeidheid en pijn, in diverse settings (gemeenschap, werkplek, klinische setting.</li> </ol>

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges ondersteund met transparanten en video.</li>

��)��<li>Slides.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 15 Euro.

*�+��<li>Brug, J., Schaalsma, H., Kok, G., Meertens, R.M., & van der Molen, H.T. (2000). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Van Gorcum.</li><li>Stroebe, W. (2000). Social Psychology and health. Open University Press, pp. 342.</li>

Health psychology II Gezondheidspsychologie II 603 HLPSYC02O00005

T: O: 20 SP: 3 Geert Crombez

��

�� gezondheid, ziekte, interventie

�� <li>Planningsmodellen in het domein van de gezondheidspsychologie inzien en kunnen toepassen.</li> <li>Gezondheidspsychologische theorieën en concepten inzien en op gezondheidspsychologische problemen kunnen toepassen.</li> <li>Beschikken over vaardigheden in de omgang met groepen en individuen met gezondheidspsychologische problemen.</li>

�� <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>De belangrijke theorieën omtrent sociale perceptie en sociale beïnvloeding kennen en kunnen situeren.</li> <li>Inzicht hebben in de relatie psycholoog-cliënt en in het proces van verandering en acceptatie als basis voor een evidence-based benadering in het klinisch-psychologisch werkveld.</li>

��

A 232 Problemen op het gebied van ziekte en gezondheid kunnen analyseren, structureren en concretiseren. A 233 Problemen op het gebied van gezondheidspromotie en ziektepreventie kunnen analyseren, structureren en concretiseren.


S 252 Bereid zijn tot en kunnen gemeenschapsgericht denken en handelen. S 253 Bereid zijn tot en kunnen bijdragen tot het bevorderen van de mentale en sociale gezondheid en het welbevinden van individuen en van groepen in de samenleving.

�� Een probleemoplossende heuristiek waarin systematisch en stapsgewijs een gezondheidsprobleem geformuleerd, geanalyseerd, opgelost en geëvalueerd wordt, wordt toegepast op één geselecteerd gezondheidspsychologisch probleem bij kinderen, adolescenten of volwassenen. Dit gebeurt in kleine groepen met elk een ander gezondheidspsychologisch probleem. De problemen situeren zich op het niveau van de primaire preventie (promotie van fysieke activiteit, promotie van geestelijke gezondheid), secundaire preventie (therapietrouw bij astma, therapietrouw bij diabetes, drugs) en tertiaire preventie (kanker, chronische pijn en chronische vermoeidheid).

�� !�

��"��3

��#�� $�%�� <li>Probleemgestuurd onderwijs.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>In- en output bij oefeningen.</li>


*�+��<li>Brug, J., Schaalsma, H., Kok, G., Meertens, R.M., & van der Molen, H.T. (2000). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Van Gorcum.</li>

Individual and group oriented methods and techniques for primary and secondary prevention Individu- en groepsgerichte methoden en technieken voor gedragsbeïnvloeding

644 DLMEDI02A00017

T: 30 O: 15 SP: 6 Geert Crombez

��

�� gezondheidspsychologie, interventietechnieken

�� <li>Inzicht hebben in de theoretische basis van een aantal technieken voor gedragsbeïnvloeding.</li> <li>Een aantal technieken voor gedragsbeïnvloeding kunnen toepassen.</li>

�� <li>Kennis hebben van de eigenheid van gezondheidspsychologie.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in een planningsmodel binnen het domein van de gezondheidspsychologie.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in gezondheidspsychologische theorieën en concepten, en de implicaties ervan voor de praktijk van de gezondheidspromotie, ziektepreventie en de behandeling van ziekten en aandoeningen.</li> <li>Gezondheidspsychologische theorieën en concepten op praktijkvoorbeelden kunnen toepassen.</li>

��


A 238 Communicatieve vaardigheden in de omgang met cliënten en/of met professionelen uit dezelfde of uit andere disciplines gepast kunnen aanwenden. S 248 Inzicht hebben in de theoretische grondslagen en de empirische ondersteuning van de klinisch psychologische interventiemethoden. S 249 Beroepsrelevante vragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen beluisteren en analyseren. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden.

�� Vertrekkend vanuit een gezondheidspsychologisch planningsmodel, wordt in deze cursus de fase van de interventie uitgewerkt. Interventietechnieken worden gekaderd binnen het transtheoretisch model van gedragsverandering. De theoretische achtergrond van de belangrijkste interventietechnieken komen uitgebreid aan bod, vooraleer de praktijk van de interventietechnieken besproken, geïllustreerd en ingeoefend wordt. Volgende interventietechnieken worden besproken in het licht van het transtheoretisch model: motivatietechnieken voor individuen & groepen, cognitieve herstructurering en problem solving bij individuen en groepen, exposure, shaping, straf, relaxatie.

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges waarbij illustraties gegeven en vaardigheden ingeoefend worden.</li> <li>De oefeningen nemen de vorm aan van projectwerk.</li>


��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Schriftelijk examen met open boek.</li>

��)��<li>Kopies van transparanten.</li> <li>Aanvullende tijdschriftartikels en hoofdstukken uit boeken.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 15 Euro.

*�+��

Industrial relations Industriële relaties 627 HLPSYC03O00010

T: 15 O: 15 SP: 5 Rita Claes

��

�� arbeidsmarkt, werkgevers-werknemers relaties

�� <li>Wetenschappelijk onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren m.b.t. de arbeidsmarkt en industriële relaties.<li> <li>Beschikken over diagnostische en interventievaardigheden voor de persoon-arbeidsmarkt interactie.</li> <li>Communicatieve vaardigheden beheersen teneinde samen te werken met partners op de arbeidsmarkt en binnen het industriële relaties systeem.</li> bestuderen van de relaties tussen de overheid, werkgevers en werknemers (het IRS of industriële relaties systeem) op verschillende niveaus (arbeidsmarkt, bedrijven, werkgeversorganisaties, vakbonden, management, individuele werknemer); via praktijkgerichte interactie met de actoren binnen de industriële relaties, de rol van de bedrijfspsycholoog verduidelijken en waarmaken.

�� <li>Organisatiepsychologische concepten kennen, inzien, en aan de praktische implicaties kunnen toetsen.</li>

��

S 261 Communicatieve vaardigheden beheersen om samen te werken met partners op de arbeidsmarkt en binnen het industriële relaties-systeem. S 263 De arbeidsmarkt kunnen analyseren en inzicht hebben in de industriële relaties.

�� In dit opleidingsonderdeel worden de volgende thema’s behandeld: <ul> <li>arbeidsmarktindicatoren; </li> <li>IRS in België en Europa; </li> <li>industriële relaties met en zonder vakbonden; </li> <li>industriële relaties vanuit management perspectief; </li> <li>industriële relaties en organisatiecultuur; </li> <li>industriële democratie, inclusief cross-culturele benadering. </li> </ul>

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Vraaggestuurde hoorcolleges.</li> <li>Projectwerk.</li> <li>Groepsdiscussies.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen, multiple choice (50%).</li> <li>In- en output bij oefeningen (50%).</li>

��)��<li>Literatuurbundel.</li> <li>Pettinger, R. (2000). The future of industrial relations. Londen: Continuum.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 45 Euro.

*�+��<li>IDE (1993). Industrial democracy in Europe revisited. Oxford: Oxford <li>Pettinger, R. (2000). The future of industrial relations. London: Continuum.</li>

Unversity Press.</li>

Clinical psychology Klinische psychologie 640 HLPSYC01O00014

T: 22,5 O: 10 SP: 6 Rudy De Raedt

��

�� experimentele psychopathologie, klinisch psychologische praktijk, evidence-based praktijk, gerontopsychologie

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie, en de ontwikkelingen hierin, kennen en kunnen kaderen vanuit het 'scientist-practitioner' model.</li> <li>Vertrouwd zijn met casusconceptualisatie binnen verschillende empirisch ondersteunde modellen voor psychopathologie, met aandacht voor gerontopsychologische aspecten.</li> <li>Kennis hebben van het klinisch psychologisch wetenschappelijk onderzoek en de klinisch psychologische praxis op het gebied van assessment en behandeling.</li>

�� <li>De processen die betrokken zijn in automatische en gecontroleerde aandacht en in korte- en langetermijngeheugen kennen en kunnen situeren.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in de descriptieve en biologische basis van de psychopathologie.</li>

��

A 203 Gericht zijn op levenslang leren. A 224 Probleemstellingen of casussen op een multi-theoretische en multidisciplinaire wijze kunnen bekijken en bespreken. A 241 Inzicht hebben in de psychopathologie en in de psychologische theorievorming hieromtrent. S 248 Inzicht hebben in de theoretische grondslagen en de empirische ondersteuning van de klinisch psychologische interventiemethoden. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden.

�� In de theorie worden volgende onderwerpen behandeld: <ul> <li>domeinen en modellen in de klinische psychologie;</li> <li>klinische oordeelsvorming en besluitvorming en introductie in de empirische cyclus voor probleemidentificatie;</li> <li>evidence-based werken en omgaan met behandelprotocollen;</li> <li>werkingsmechanismen van psychologische stoornissen en de implicaties met betrekking tot assessment en behandeling gebaseerd op de theorievorming uit de experimentele psychopathologie in het bijzonder: cognitieve stoornissen bij ouderen, angststoornissen, stemmingsstoornissen en psychotische stoornissen.</li> </ul> De oefeningen dienen voor: <ul> <li>actieve kennismaking met onderzoek uit de experimentele psychopathologie (bv. rond aandachtsbias): van onderzoeksvraag naar onderzoeksopzet en interpretatie;</li> <li>actieve kennismaking met de klinische praktijk: hier wordt de student geïntroduceerd in de principes van informatieverzameling, klinisch redeneren en oordeelsvorming op basis van casusmateriaal;</li> <li>kennismaking met multidisciplinaire samenwerkingsverbanden en het gebruik van multidisciplinaire informatiebronnen binnen een concrete setting;</li> <li>differentiatie in verband met setting (bv. forensische psychologie, psychiatrisch ziekenhuis), leeftijd (kinderen, adolescenten, volwassenen) en pathologie (bv. aan middelen gebonden stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen).</li> </ul>

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges met mogelijkheid tot vraagstelling en discussie, en ondersteund met praktijkvoorbeelden.</li> <li>Begeleide actieve kennismaking met psychologisch onderzoek (interactief computergestuurd) en met de klinisch psychologische praktijkvoering (aan de hand van casuïstiek en simulatieoefeningen).</li>

<li>Begeleide uitwerking van een theoretische vraagstelling met klinische relevantie in werkgroepverband.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen (open vragen, gesloten boek).</li> <li>Permanente evaluatie op basis van een paper in groepen van 3-4 studenten.</li> De paper behandelt de theoretische grondslagen van een klinisch relevante probleemstelling.

��)��<li>Hammen, C. (1997). Depression. Hove: Psychology Press.</li> <li>Rachman, S. (1998). Anxiety. Hove: Psychology Press.</li> <li>Birchwood, M. & Jackson, C. (2001). Schizophrenia. Hove: Psychology Press.</li> <li>Bundel met literatuur en studiemateriaal samengesteld door de vakgroep.</li> <li>Slides (PowerPoint).</li>


*�+��<li>Barker, C., Pistrang, N., & Elliot, R. (1994). Research methods in clinical and counselling psychology. Chichester: John Wiley & Sons.</li> <li>De Bruyn, E.E.J., Pameijer, N.K., Ruijssenaars, A.A.J.M., & van Aarle, E.J.M. (1995). Diagnostische besluitvorming. Handleiding bij het doorlopen van de diagnostische cyclus. Leuven: ACCO.</li> <li>Salthouse, T.A. (1998). Cognitive and information-processing perspectives on aging. In I.H. Nordhus, G.R. VandenBos, S. Berg and P. Fromholt (eds.), Clinical geropsychology. Washington, DC: American Psychological Association.</li> <li>Vereycken, J., Cools, B., & Van G'l, M. (1996). De psyche als zorg. Klinische psychologie in Vlaanderen. Kapellen: Uitgeverij Pelckmans.</li> <li>Williams, J.M.; Watts, N.F.; MacLeod,C., & Mathews,A. (1997). Cognitive psychology and emotional disorders. New York: John Wiley & Sons.</li> <li>Zuckerman, M. (1999). Vulnerability to psychopathology. A biosocial model. Washington, DC: American Psychological Association.</li>

Modelling of cognitive processes Modellering van cognitieve processen 635 HLPSYC02O00023


��

�� neurale netwerken, formele modellen, theorievorming m.b.t. cognitieve processen

�� <li>Psychologische theorieën kunnen situeren, kunnen vergelijken, kritisch kunnen bespreken, en kunnen evalueren.</li>

�� <li>De processen die betrokken zijn in automatische en gecontroleerde aandacht en in korte- en langetermijngeheugen kennen en kunnen situeren.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li>

��

S 269 Beschikken over een brede kennisachtergrond. S 270 Beschikken over een degelijke kennis van de onderzoeksmethodologie in al zijn aspecten en onderdelen gesteund op ervaring ermee. S 272 Beschikken over een voldoende basis om zich snel in te werken in de literatuur van elke psychologische deeldiscipline. S 276 Vertrouwd zijn met de verschillende deelgebieden en paradigmata binnen de cognitieve wetenschappen. S 278 Experimenteel-psychologisch onderzoek kunnen kaderen in een breder wetenschappelijk en filosofisch kader.

�� Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van mathematische of van computergebaseerde modellen ter beschrijving en verklaring van cognitieve processen. Doel van dit opleidingsonderdeel is kennis te verwerven over de verschillende methodieken die hiervoor worden gebruikt door enerzijds de theoretische basis van deze modelleringstechnieken te bestuderen en anderzijds door kennis te maken met specifieke succesvolle modelleringen van cognitieve processen. In een eerste gedeelte worden de verschillende modelleringstechnieken uitgediept. Met name de formeel-mathematische modellering en neurale netwerkmodellen komen daarbij aan de orde. De bespreking richt zich op een degelijke kennis van de basiskenmerken van deze technieken, inzicht in voordelen en beperkingen, situering tegenover de ontwikkelingen in het onderzoeksgebied. In een tweede gedeelte wordt deze kennis geconfronteerd met specifieke voorbeelden van succesvolle modellen van cognitieve processen, aan de hand van geselecteerde tijdschriftartikels. Daarbij wordt er zorg voor gedragen dat verschillende inhoudelijke domeinen en verschillende soorten van modellering aan bod komen.

�� !�

��"��5

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges.</li> <li>Presentaties door studenten.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Mondeling examen.</li> <li>Beoordeling van de presentaties doorheen het jaar.<li> Het examen en de presentaties maken elk 50% uit van de uiteindelijke score.

��)��<li>Handboek.</li> <li>Kopies van slides.</li> <li>Literatuurbundel.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 50 Euro.

*�+��<li>McLeod, P., Plunkett, K., & Rolls, E.T. (1998). Introduction to connectionist modelling of cognitive processes. Oxford University Press: Oxford.</li>

Neuropsychological assessment Neuropsychologische diagnostiek 634 HLPSYC01K00027

T: 30 O: SP: 4 Guy Vingerhoets

��

�� neuropsychologie, psychodiagnostiek van cognitieve functies

�� <li>De mogelijkheden en beperkingen van neuropsychologische diagnostiek kunnen inschatten.</li> <li>Inzicht hebben in de psychometrische evaluatie van cognitieve disfuncties vanuit neuropsychologisch perspectief.</li>

�� <li>De interactie tussen de neurofysiologische basis enerzijds en psychologische- en gedragsmatige aspecten anderzijds, kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li>

��

S 245 Inzicht hebben in de principes en methodes van klinische oordeels- en besluitvorming, de geëigende diagnostische protocollen en instrumenten, de indicatiestelling voor klinisch psychologische interventie. S 246 Psychodiagnostisch onderzoek ten aanzien van specifieke disfuncties en klachten gepast kunnen uitvoeren. S 269 Beschikken over een brede kennisachtergrond. S 276 Vertrouwd zijn met de verschillende deelgebieden en paradigmata binnen de cognitieve wetenschappen.

�� Testmateriaal voor de objectivatie van cognitieve klachten van aandacht, geheugen, fasie, gnosie, praxie en executieve functies worden gedemonstreerd en kritisch besproken. De opbouw van een neuropsychologisch bilan wordt op praktische wijze geïllustreerd en het neuropsychologisch profiel van belangrijke pathologieën wordt besproken. De nadruk ligt op praktische kennis en de studenten zullen zelf een neuropsychologisch onderzoek uitvoeren en een bilan opmaken.

�� !�

��"��4

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges met demonstraties van testmateriaal.</li>


��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Mondelinge bespreking van een cognitief profiel na schriftelijke voorbereiding met open boek.</li>


*�+��<li>Bouma, A. e.a. (1998). Neurologische diagnostiek. Lisse, Swets & Zeitlinger. </li> <li>Lezak, M.D. (1995). Neuropsychological assessment, third edition. New York: Oxford University Press. </li> <li>Spreen, O. & Strauss, E. (1998). A compendium for neuropsychological tests. Administration, norms, and commentary. New York: Oxford University Press. </li> <li>Vingerhoets, G. & Lannoo, E. (1998). Handboek neuropsychologie. De biologische basis van het gedrag. Leuven/Amersfoort: Acco. ISBN 90-334-3882-8. </li>

Exercises experimental social psychology Oefeningen experimentele sociale psychologie 642 HLPSYC02O00020

T: O: 30 SP: 6 Ivan Mervielde

��

�� experimentele sociale psychologie

�� <li>Een volledig onderzoek binnen een paradigma uit de experimentele sociale psychologie kunnen opzetten, uitwerken en uitvoeren, en rapporteren.<li>

�� <li>In staat zijn om sociaal-psychologische en sociaal-cognitieve theorieën te situeren, vergelijken, kritisch verwerken en evalueren.</li> <li>Inzicht hebben in de processen van sociale perceptie, automatische processen, aandacht, geheugen, alsook de interactie van deze processen met emoties.</li> <li>Zicht hebben op de theorievorming over sociale perceptie en sociale beïnvloeding.</li> <li>Kennis hebben van empirisch sociaal-psychologisch onderzoek.</li>

��

A 205 In staat zijn via literatuurstudie en empirisch onderzoek een probleemstelling op het gebied van de psychologie zelfstandig aan te pakken. S 273 In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten, een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren. S 274 Gegevens op de best passende wijze kunnen analyseren en interpreteren. S 275 De onderzoeksprocedure met inbegrip van resultaten en implicaties kunnen neerschrijven in een technisch rapport. S 277 Een objectief-kritische houding kunnen innemen tegenover het eigen onderzoek en dat van anderen.

�� In dit opleidingsonderdeel moeten de studenten een onderzoeksproject uitwerken en uitvoeren, in overleg met de begeleider en aansluitend bij een paradigma naar keuze uit de experimentele sociale psychologie.

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Projectwerk.</li>

��&��<li>Interactieve ondersteuning via MINERVA (documentatie, demonstraties, feedback).</li> <li>Vast spreekuur bij Ilse Cornelis: maandag van 10u tot 12u.</li>

��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Permanente evaluatie op basis van de mondelinge en geschreven output van het project.</li>


*�+��

Research internship Onderzoeksstage 648 HLPSYC03T00005

T: O: SP: 30 André Vandierendonck

��

�� onderzoek, cognitieve psychologie, neuropsychologie

�� <li>Zelfstandig en in teamverband experimenteel laboratoriumonderzoek kunnen uitwerken, opzetten, uitvoeren, verwerken en rapporteren.</li>

�� <li>In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen, uitvoeren en rapporteren.</li> <li>Beschikken over een kritische houding ten opzichte van empirische en theoretische claims m.b.t. taalpsychologie en de beperkingen van de huidige kennis errond inzien.</li> <li>Het belang inzien van de neurowetenschappelijke studie van cognitieve functies.</li>

��

S 273 In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten, een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren. S 274 Gegevens op de best passende wijze kunnen analyseren en interpreteren. S 275 De onderzoeksprocedure met inbegrip van resultaten en implicaties kunnen neerschrijven in een technisch rapport.

�� Meewerken in een lopend onderzoeksproject. De bedoeling is dat de onderzoeksstage op een zo zelfstandig mogelijke wijze wordt verricht onder begeleiding van een deskundige. Alle aspecten van het onderzoek komen daarbij zo goed mogelijk aan bod: onderzoeksplanning en uitwerking, uitvoering, verwerking, verslaggeving en presentatie.

�� !�

��"��30

��#�� $�%��

��&��<li>Interactieve ondersteuning via MINERVA (FAQ, e-mail..).</li> <li>Vast spreekuur: maandag van 11u tot 12u.</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Paper.</li> <li>Mondeling en schriftelijk verslag.</li>

��)��Geschatte kostprijs van het leermateriaal: Euro.

*�+��

Developmental psychotherapy Ontwikkelingsgerichte psychotherapie 605 HLPSYC02O00007

T: 30 O: 22,5 SP: 7 Leni Verhofstadt-Denève

��

�� ontwikkelingspsychologie, psychotherapie

�� <li>Inzicht hebben in de theorievorming rond, basisprincipes van, en specifieke toepassingsmogelijkheden van de ontwikkelingsgerichte psychotherapie voor kinderen, jongeren en volwassenen.</li> <li>Beschikken over vaardigheden en attitudes betreffende diagnosestelling en aanpak van ontwikkelingspsychologisch bepaalde problemen.</li>

�� <li>Basisconcepten en basismethodieken van de ontwikkelingspsychopathologie begrijpen en inzichtelijk kunnen toepassen.</li> <li>In staat zijn om stoornissen bij kinderen te differentiëren en relevante etiologische of instandhoudende factoren te onderscheiden; onderzoeksvragen op dit terrein inzien en kunnen formuleren.</li> <li>Klinische vraagstukken vanuit een ontwikkelingspsychopathologisch referentiekader kunnen analyseren, de recente ontwikkelingen op het terrein van psychopathologie kunnen situeren en hierover kritisch te reflecteren.</li> <li>Zelfstandig een psychologisch probleem bij een kind vanuit een ontwikkelingspsychopathologische invalshoek kunnen analyseren, de relevante methodieken selecteren, correct toepassen, en hierover rapporteren.</li>

��

S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden. S 256 Openstaan voor meewerken aan praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek vanuit de werksituatie. S 273 In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten, een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren. S 274 Gegevens op de best passende wijze kunnen analyseren en interpreteren.

�� In de theorie worden de volgende topics behandeld: <ul> <li>ontstaan en ontwikkeling van de reflectieve mogelijkheid op zichzelf, anderen en objectwereld in relatie tot het therapeutisch handelen; </li> <li>de eis tot integratie van cognitieve, emotioneel-affectieve en handelingsaspecten, gesteund op het dialectisch persoons- en ontwikkelingsmodel; </li> <li>de fenomenologisch-existentiële basisprincipes binnen de ontwikkelingsgerichte psychotherapie; </li> <li>structurerende individuele en groepstechnieken (waaronder actie- en dramatechnieken en creatieve (spel)technieken) binnen diverse therapeutische settings en voor verschillende doelgroepen; </li> <li>het informatieverwerkingsmodel vanuit het ontwikkelingspsychopathologisch denkkader: basisconcepten, onderzoeksgegevens en klinische implicaties (cognitieve therapie). </li> </ul> In de practica worden de thema’s –onder supervisie van academisch personeel– in kleine groepen uitgewerkt. De aandacht gaat daarbij vooral naar de psychodiagnostische aspecten en naar de aan te wenden gespreks- en interventietechnieken (met inbegrip van actie- en dramatechnieken, zowel individueel als in groepsverband).

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges met praktische demonstraties (casuistiek, video..).</li> <li>Groepswerk in kleine groepen en onder supervisie. </li> <li>Gebruik van one-way screen, video, rollenspel en andere actietechnieken. </li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Een schriftelijk examen met open vragen.</li> <li>Evaluatie van de vorderingen in de loop van het jaar en van een afsluitende paper.</li>

Het examen en de permanente evaluatie maken elk 50% uit van de uiteindelijke score.

��)��<li>Handboek: Verhofstadt-Denève, L. (2001). Zelfreflectie en Persoonsontwikkeling. Een handboek voor ontwikkelingsgerichte psychotherapie. Leuven/Amersfoort: Acco.</li> <li>Capita selecta.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 35 Euro.

*�+��<li>Braet, C., & Scholing, A. (1999). Cognitieve therapie bij kinderen en jeugdigen. In: Bogels, S.M. & Van Oppen, P. (eds.), Cognitieve therapie: theorie en praktijk, hoofdstuk 14, 331-369, Houten: Van Loghum.</li> <li>Kievit, T. & Tak, J.A. (1992). De praktijk van de hulpverlening en het gebruik van de regulatieve cyclus. In: Kievit, T., De Wit, J., Groenendaal, J.H.A. & Tak, J.A. (eds.). Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen. Amersfoort: Colleg uitgevers.</li> <li>Verhofstadt-Denève, L., Dillen, L., Helskens, D., Siongers, M. (in press). The psychodramatical "social atom method" with children: Dialogical self in dialectical action. In: Hermans,H. & Dimaggio, G.: The Dialogical self in psychotherapy. Brunner-Routledge.</li>

Developmental psychology III Ontwikkelingspsychologie III 604 HLPSYC02O00006

T: 22,5 O: SP: 4 N.N.

��

�� taalontwikkeling, emotionele competentie, zelfrepresentatie

�� <li>Inzicht hebben in een aantal fundamentele ontwikkelingspsychologische thema's in verschillende levensfasen en contexten.</li>

�� <li>De klassieke en recente theorieën betreffende de psychische ontwikkeling kennen, kunnen verklaren vanuit een kritische, systematisch-vergelijkende analyse, en kunnen gebruiken om menselijk gedrag genuanceerd te interpreteren.</li> <li>Psychologische theorieën omtrent ontwikkeling kunnen toepassen bij de analyse van de onderscheiden ontwikkelingsfasen.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li>

��

S 250 Methoden en technieken van het wetenschappelijk onderzoek op het domein van de klinische psychologie adequaat kunnen hanteren. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden. S 274 Gegevens op de best passende wijze kunnen analyseren en interpreteren. S 276 Vertrouwd zijn met de verschillende deelgebieden en paradigmata binnen de cognitieve wetenschappen.

�� In dit opleidingsonderdeel worden topics besproken zoals: <ul> <li>perceptie en aandacht: zoals bewegingsperceptie en -controle bij jonge kinderen (Bertenthal); </li> <li>specificatie van oppervlakten, grenzen, objectvervollediging (Kellman); </li> <li>taalontwikkeling: waaronder preverbale voorlopers in spraak- en auditieve processen (Aslin); </li> <li>emotie: waaronder ontwikkeling van de emotionele competentie (Saarni); </li> <li>zelfrepresentatie en motivatie: Ontwikkeling van zelfrepresentatie in relatie tot zelfwaardering in diverse relationele contexten (Harter); </li> <li>zelfevaluatie in relatie tot competentie (Eccles). </li> </ul>

�� !�

��"��4

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges met demonstraties.</li>




*�+��<li>Aslin, R. (1999). Statistical learning of tone sequences by human infants and adults. Cognition, 70 (1), 27-52. </li> <li>Bertenthal, B. (1999). Infants' sensitivity to statistical distributions of motion direction and speed. Vision Research, 39 (20), 3417- 3430. </li> <li>Eccles, J. (1999). Self-evaluations of competence, task, values, and self-esteem. In: N. Johnson (ed.). Beyond appearance: A new

look at adolescent girls. Washington, DC, USA: American Psychological Association. </li> <li>Harter, S. (1998). Relational self-worth. Differences in perceived worth as a person across interpersonal contexts among adolescents. Child Development, 69 (3), 756-766. </li> <li>Kellman, Ph. (1999). The dynamic specification of surfaces and boundaries. Perception, 27 (4), 403-415. </li> <li>Saarni, C. (1999). The development of emotional competence. New York: The Guilford Press. </li>

Developmental disorders Ontwikkelingsstoornissen 609 HLPSYC02O00011

T: 22,5 O: 15 SP: 6 Herbert Roeyers

��

�� autisme, ADHD, Gilles-de-la-Tourette, leerstoornissen

�� <li>De etiologie, psychologische theorievorming en verschijningsvorm van de diverse ontwikkelingsstoornissen inzien.</li> <li>Het verloop van het besluitvormingsproces vanaf de aanmelding tot en met het formuleren van een indicatiestelling bij personen met een ontwikkelingsstoornis inzien en kunnen toepassen.</li>

�� <li>De interactie tussen de neurofysiologische basis enerzijds en psychologische- en gedragsmatige aspecten anderzijds, kritisch kunnen bespreken.</li>

��

A 241 Inzicht hebben in de psychopathologie en in de psychologische theorievorming hieromtrent. S 244 Inzicht hebben in de basismechanismen en kenmerken van de ontwikkelingsstoornissen. S 245 Inzicht hebben in de principes en methodes van klinische oordeels- en besluitvorming, de geëigende diagnostische protocollen en instrumenten, de indicatiestelling voor klinisch psychologische interventie. S 246 Psychodiagnostisch onderzoek ten aanzien van specifieke disfuncties en klachten gepast kunnen uitvoeren. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context.

�� In dit opleidingsonderdeel komen volgende stoornissen komen aan bod (in hoofdzaak bij personen met een normale begaafdheid): specifieke ontwikkelingsstoornissen (leerstoornissen, taalontwikkelings-stoornissen,…), pervasieve ontwikkelingsstoornissen, ADHD, en het syndroom van Gilles-de-la-Tourette. Telkens wordt aandacht besteed aan: <ul> <li>etiologie (met nadruk op genetische factoren); </li> <li>psychologische theorievorming; </li> <li>diagnostische criteria; </li> <li>gedetailleerde voorstelling van de symptomatologie bij kinderen, adolescenten, volwassenen; </li> <li>prevalentiegegevens; </li> <li>screening binnen de geestelijke gezondheidszorg; </li> <li>verloop van het diagnostisch proces; m.i.v. aanmelding, instrumenten, differentiaaldiagnose, assessment, stappen in de besluitvorming, adviesgesprek; </li> <li>overzicht van de klinisch psychologische interventiemogelijkheden. </li> </ul>

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges.</li> <li>Uitwerking van praktijkvoorbeelden in werkgroepverband.</li> <li>Uitwerking van casussen in een elektronische leeromgeving.</li> <li>Rollenspel.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk open boek examen (max. 18 punten).</li> <li>Permanente evaluatie op basis van participatie tijdens de oefeningen (max. 2 punten).</li>

��)��<li>Syllabus.</li> <li>Een selectie van artikels, voornamelijk uit the Journal of Autism and Developmental Disorders, Journal of Child Psychology and

Psychiatry, Journal of Abnormal (Child) Psychology.</li>


*�+��<li>Goldstein, S., & Reynolds, C.R. (1999). Handbook of neurodevelopmental and genetic disorders in children. New York: Guilford Press.</li>

Organizational psychology II Organisatiepsychologie II 619 HLPSYC02O00012

T: 30 O: 20 SP: 7 Rita Claes

��

�� organisatiegedrag

�� <li>Organisatiepsychologische concepten kennen, inzien, en aan de praktische implicaties kunnen toetsen.</li>

�� <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in basisconcepten van de organisatiepsychologie.</li>

��

S 259 Theoretische kennis verwerven van de psychologie van de organisatie.

�� Dit opleidingsonderdeel behandelt de volgende organisatiepsychologische thema’s: <ul> <li>communicatie;</li> <li>macht en politiek organisatiegedrag;</li> <li>conflicten en onderhandelen;</li> <li>organisatorische rechtvaardigheid;</li> <li>psychologisch contract”, inclusief cross-culturele benadering;</li> <li>cross-culturele organisatiepsychologie omtrent leiderschap;</li> <li>cross-culturele organisatiepsychologie omtrent organisatiecultuur.</li> </ul>

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Vraaggestuurde hoorcolleges.</li> <li>Projectwerk.</li> <li>Groepsdiscussies in oefeningen.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen, multiple choice (75%).</li> <li>In- en output bij oefeningen (25%).</li>

��)��<li>Syllabus.</li> <li>Robbins, S.P. (2001). Organizational Behavior. 9th Edition. Upper Saddle River, NJ: Prentice-Hall International, inclusief CD-Rom met videocases, internetoefeningen, zelfevaluatie, link met website. </li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 85 Euro.

*�+��<li>Robbins, S.P. (2003). Organizational behavior. Upper Saddle River, NJ: Prentice-Hall International.</li>

Human resource management II Personeelsbeleid II 625 HLPSYC03O00008

T: 30 O: 15 SP: 6 Filip Lievens

��

�� personeelsbeleid, human resource management, personeelsmanagement, personeelspsychologie

�� <li>Recente technieken binnen personeelsbeleid kritisch kunnen bespreken.</li> <li>De rol van personeelsbeleid binnen organisaties kritisch kunnen bespreken.</li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken van data- analyse.</li> <li>Onderliggende principes en technieken van personeelsbeleid kunnen toepassen.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in basisconcepten van de organisatiepsychologie.</li>

��

A 203 Gericht zijn op levenslang leren. A 224 Probleemstellingen of casussen op een multi-theoretische en multidisciplinaire wijze kunnen bekijken en bespreken. S 258 Onderliggende principes en technieken van personeelsbeleid kennen en inzien. S 265 Beschikken over diagnostische vaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld selectiemethoden). S 266 Beschikken over interventievaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld training).

�� De inhoud van dit opleidingsonderdeel verandert van jaar tot jaar. Recente topics in HRM staan immers centraal en worden uitgediept. De voorbije jaren passeerden onder andere de volgende topics de revue: <ul> <li>employer brand marketing;</li> <li>competentiemanagement;</li> <li>situational and multimedia testing;</li> <li>web-based rekrutering en selectie;</li> <li>internationaal HRM en expatriate management;</li> <li>e-learning;</li> <li>assessment en development centers;</li> <li>performance management.</li> </ul>

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Probleemgestuurde hoorcolleges en discussie colleges. <li>Human Resources Management Simulation: dit is een competitief, interactief en strategisch business game dat gebaseerd is op de HR functie.</li>

��&��<li>Interactieve ondersteuning via MINERVA.</li> <li>Vast spreekuur.</li>

��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen.</li> <li>In- en output bij oefeningen.</li> Het examen telt mee voor 4/5 van de uiteindelijke score, de permanente evaluatie voor 1/5.

*�+��<li>Cable, D. M., & Turban, D. B. (2001). Establishing the dimensions, sources and value of job seekers' employer knowledge during recruitment. In G.R. Ferris (Ed.) Research in Personnel and Human Resources Management (pp. 115-163). New York, NY: Elsevier Science. </li> <li>Lievens F., & Highhouse, S. (2003). The relation of instrumental and symbolic attributes to a company's attractiveness as an employer. Personnel Psychology, 56, 75-102. </li> <li>Lievens, F. (1998). Factors which improve the construct validity of assessment centers: A review. International Journal of Selection and Assessment , 6, 141-152. </li> <li>Lievens, F. (2002). An examination of the accuracy of slogans related to assessment centres. Personnel Review, 31, 86-102. </li> <li>Lievens, F., & Harris, M.M. (2003). Research on Internet recruitment and testing: Current status and future directions. In C.L. Cooper & I.T. Robertson (Eds.) International Review of Industrial and Organizational Psychology vol. 18. Chicester, England: John Wiley. </li> <li>Lievens, F., & Harris, M.M., Van Keer, E., & Bisqueret, C. (2003). Predicting cross-cultural training performance: The validity of personality, cognitive ability, and dimensions measured by an assessment center and a behavior description interview. Journal of Applied Psychology, 88, 476-489. </li> <li>McHenry, J.J, & Schmitt, N. (1994). Multimedia testing. In M.J. Rumsey, C.D. Walker, & J. Harris (Eds.), Personnel Selection and Classification Research (pp. 193-222). Mahwah, NJ: Erlbaum. </li> <li>Rynes, S.L., Barber A.E., & Varma, G.H. (2000). Research on the employment interview: Usefulness for practice and recommendations for future research. In C. Cooper & E. Locke (Eds.), I/O psychology: What we know about theory and practice (pp. 250- 277). Oxford: Blackwell. </li> <li>Schippmann, J.S., Ash, R.A., Battista, M., Carr, L., Eyde L.D., Hesketh, B., Kehoe, J., Pearlman, K., Prien, E.P., & Sanchez, J.I. (2000). The practice of competency modelling. Personnel Psychology, 53, 703-740. </li> <li>Sinangil, H.K., Ones, D.S. (2001). Expatriate Management. In N. Anderson, D.S. Ones, H.K. Sinangil, & Viswesvaran, C. (Eds.) Handbook of Industrial, Work & Organizational Psychology Volume 1: Personnel Psychology (pp. 425-443). London, UK: Sage Publications. </li>

Psychoanalytic therapy Psycho-analystische therapie 606 HLPSYC02O00008

T: 30 O: 23 SP: 7 Paul Verhaeghe

��

�� onbewuste, drifttheorie, interpretatie, overdrachtsdynamiek, kortdurende psychoanalytische psychotherapie, ethiek van de behandeling

�� <li>De psychoanalytische theorie kunnen toepassen op grond van een correcte diagnostiek en een daarbij aansluitende indicatiestelling, via een psychoanalytische gespreksvoering met bijzondere aandacht voor het hanteren van de overdracht en voor de ethische implicaties.</li>

�� <li>Zelfstandig een volledig psychodiagnostisch proces kunnen kaderen en uitvoeren.</li> <li>Een aantal basisconcepten van de psychodynamische consultatie inzien en kunnen toepassen.</li>

��

S 247 Aandacht hebben voor de ethische aspecten van het klinisch-psychologisch handelen en zich de ethische regels van de discipline eigen maken. S 249 Beroepsrelevante vragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen beluisteren en analyseren. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context. S 252 Bereid zijn tot en kunnen gemeenschapsgericht denken en handelen.

�� In dit opleidingsonderdeel worden de volgende topics besproken: <ul> <li>de evolutie inzake de psychoanalytische praktijk vanaf Freud tot en met Lacan als illustratie van de voortdurende wisselwerking tussen conceptuele ontwikkeling en veranderende praktijkvormen; </li> <li>de toepassing van de hedendaagse psychoanalytische therapie op een aantal klinische categorieën (hysterische en obsessief- compulsieve neurose, depressie, posttraumatische stressdisorders, borderline, toxicomanie);</li> <li>een model voor kortdurende psychoanalytische psychotherapie. </li> </ul>

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges.</li> <li>Groepsbespreking van literatuur.</li> <li>Uitwerken van een casus in subgroepen.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Een schriftelijk eindexamen.</li> <li>Permanente evaluatie van de vorderingen in de loop van het jaar.</li>

��)��<li>Freud, S. (1998). Ziektegeschiedenissen. Amsterdam, Boom.</li> <li>Verhaeghe, P. (3de gewijzigde editie, 2000). Tussen hysterie en vrouw, Leuven, Acco. </li> <li>Selectie van papers. </li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 60 Euro.

*�+��

Marital and family therapy Relatie- en gezinstherapie 608 HLPSYC02O00010

T: 30 O: 23 SP: 7 Ann Buysse

��

�� psychotherapeutische stromingen, individuen, paren, gezinnen, psycho-pathologie en relatieproblematiek

�� <li>Basisconcepten binnen de relatie- en gezinstherapie en de bijbehorende hypothesen voor de behandeling van relatie- en individuele pathologie inzien en begrijpen.</li> <li>Vaardigheden voor het uitvoeren van intake gesprekken met een cliëntsysteem (individu, paar of gezin), m.i.v. diagnostiek, formuleren en toetsen van hypothesen, en beargumenteren van behandelingsplan kunnen toepassen.</li>

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie en de ontwikkelingen hierin kennen en vanuit het 'scientist-practitioner' model kunnen bespreken.</li> <li>De theorievorming en het fundamenteel en toegepast onderzoek rond interpersoonlijke relaties, met nadruk op partnerrelaties en gezinsrelaties, en de link met inter- en intrapersoonlijke moeilijkheden kennen en begrijpen.</li> <li>Beschikbare diagnostische instrumenten kunnen gebruiken.</li>

��

S 248 Inzicht hebben in de theoretische grondslagen en de empirische ondersteuning van de klinisch psychologische interventiemethoden. S 249 Beroepsrelevante vragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze kunnen beluisteren en analyseren. S 251 Gespreksvaardig zijn in een klinisch-psychologische context. S 255 Gericht zijn op het opzoeken en implementeren van empirisch ondersteunde psychologische interventiemethoden.

�� In dit opleidingsonderdeel komen volgende topics aan bod: <ul> <li>de voornaamste denkkaders binnen de relatie- en gezinstherapie, basisconcepten en hypothesen rond relatiepathologie (o.m. relatieproblemen, misbruik, jaloersheid, hechtingsproblemen) en individuele pathologie (o.m. depressie, angst, schizofrenie, verslaving, eetstoornissen en gedragsproblemen); </li> <li>therapie-onderzoek en de daaruit voortvloeiende diagnostiek voor relatie- en individuele pathologie; </li> <li>therapieplannen en modaliteiten in de relatie- en gezinstherapie; </li> <li>technieken, hun indicatiestelling en indicaties voor effectiviteit vanuit het therapie-onderzoek; </li> <li>het proces en de fasen een probleemidentificatie binnen de relatie- en gezinstherapie; </li> <li>analyse van de inhoud van intakegesprekken binnen de relatie- en gezinstherapie; </li> <li>gedifferentieerd gebruik van proces en inhoud in de intake; </li> <li>de opbouw van een therapeutische relatie met een cliëntsysteem; </li> <li>basisvaardigheden voor het zelfstandig uitvoeren van een intakegesprek binnen de relatie- en gezinstherapie.</li> </ul>

�� !�

��"��7

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges, aangevuld met gevalsbesprekingen.</li> <li>Inoefenen van vaardigheden via groepsdiscussies, video, rollenspel en specifieke oefeningen in kleine groepen.</li>


��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Schriftelijk examen met open vragen.</li> <li>Casusbespreking.</li>

��)��<li>Syllabus.</li> <li>Capita selecta.</li>

*�+��<li>Barker, P. (1998). Basic family therapy: Fourth edition. Blackwell Science.</li> <li>Crowe, M., & Ridley, J. (1990). Therapy with couples: a behavioural-systems approach to marital and sexual problems. Oxford: Blackwell scientific publications. </li> <li>Halford, W.K., Markamn, H.J. (1997). Clinical handbook of marriage and couples intervention. NY: Wiley & sons. </li> <li>Hinde, R.A. (1997). Relationships: A dialectical perspective. Psychology Press. </li> <li>Jacobson, N.S., & Christensen, A. (1996). Integrative couple therapy: Promoting acceptance and change. NY: W.W. Norton & Company. </li> <li>Kaslow, F.W. (1996). Handbook of relational diagnosis and dysfunctional family patterns. Wiley series in couples and family dynamics and treatment. NY: Wiley & sons. </li> <li>Patterson, J.E., Williams, L., Grauf-Grounds, C., Chamow, L. (1998). Essential skills in family therapy: from the first interview to termination. NY: The Guilford Press. </li>

Work placement and deontology I Stage en deontologie I 624 HLPSYC02T00002

T: O: SP: 14 Rita Claes

��

�� praktijkervaring, bedrijfspsychologische werkvelden

�� <li>Zicht hebben op de werkvelden van de bedrijfspsycholoog.</li>

�� <li>Kennis hebben van de belangrijkste arbeidspsychologische theorieën, methoden en technieken.</li> <li>Bereid zijn tot en kunnen bijdragen tot het bevorderen van het welzijn van werknemers.</li> <li>Theoretische kennis hebben van de dynamiek en psychologie waarop personeelsbeleid steunt, diverse technieken binnen personeelsbeleid kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in basisconcepten van de organisatiepsychologie.</li>

��

S 265 Beschikken over diagnostische vaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld selectiemethoden). S 266 Beschikken over interventievaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld training). S 267 Beschikken over communicatieve vaardigheden om samen te werken met personeel, collega’s en opdrachtgevers (bijvoorbeeld gespreks- en vergadertechnieken, mondelinge en schriftelijke rapporteringstechnieken).

�� Kennismaken met de werkvelden van de bedrijfspsycholoog.

�� !�

��"��14

��#�� $�%�� <li>Studenten zorgen zelf voor een stageplaats (organisatie, consultatiebureau, bedrijfskundig adviesbureau, reclame- of marketingbureau, onderzoeksinstelling buiten de UGent) waar minstens 1 universitaire psycholoog werkt. De stage duurt 6 weken.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Evaluatieformulier, ingevuld door de stagementor.</li> <li>Stageverslag.</li>


*�+��

Work placement and deontology II Stage en deontologie II 630 HLPSYC03T94051

T: O: SP: 16 Rita Claes

��

�� praktijkervaring, bedrijfspsychologische werkvelden

�� <li>Beschikken over diagnostische vaardigheden en interventievaardigheden in het kader van de persoon-arbeid-organisatie interactie</li>

�� <li>Organisatiepsychologische concepten kennen, inzien, en aan de praktische implicaties kunnen toetsen.</li> <li>Het concept werkgerelateerd (on)welbevinden kennen en inzien.</li> <li>Inzicht hebben in enkele arbeidspsychologische basisthema's, theorieën, risico- en beroepsgroepen.<li> <li>Onderliggende principes en technieken van personeelsbeleid kennen en inzien.</li> <li>Theoretische kennis verwerven in de dynamiek en psychologie waarop personeelsbeleid steunt, diverse technieken binnen personeelsbeleid kritisch kunnen bespreken.</li> <li>Sleutelvraagstukken uit personeelsbeleid inzien en kunnen oplossen.</li>

��

S 264 Beschikken over vaardigheden inzake methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek in organisaties. S 265 Beschikken over diagnostische vaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld selectiemethoden). S 266 Beschikken over interventievaardigheden inzake de persoon-arbeid-organisatie interactie (bijvoorbeeld training). S 267 Beschikken over communicatieve vaardigheden om samen te werken met personeel, collega’s en opdrachtgevers (bijvoorbeeld gespreks- en vergadertechnieken, mondelinge en schriftelijke rapporteringstechnieken).

�� Ervaring opdoen als stagiair-werknemer onder begeleiding van psycholoog.

�� !�

��"��16

��#�� $�%�� <li>Studenten zorgen zelf voor een stageplaats (organisatie, consultatiebureau, bedrijfskundig adviesbureau, reclame- of marketingbureau, onderzoeksinstelling buiten de UGent) waar minstens 1 universitaire psycholoog werkt. De stage duurt 14 weken.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Evaluatieformulier, ingevuld door de stagementor.</li> <li>Stageverslag.</li>


*�+��

Language psychology Taalpsychologie 632 HLPSYC01O00025

T: 45 O: SP: 6 Robert Hartsuiker

��

�� taal, psycholinguistiek, spreken, lezen, verstaan, taalontwikkeling

�� <li>Beschikken over een kritische houding ten opzichte van empirische en theoretische claims m.b.t. taalpsychologie en de beperkingen van de huidige kennis errond inzien.</li>

�� <li>Zicht hebben op de themata en de belangrijke theoretische modellen die in de psychologie aan bod komen.</li> <li>De processen die betrokken zijn in automatische en gecontroleerde aandacht en in korte- en langetermijngeheugen kennen en kunnen situeren.</li> <li>Het specifieke van de experimenteel-psychologische benadering kunnen inschatten, zowel in termen van gehanteerde methodes en paradigma's als in termen van verklaringsmodellen, theorieën en achtergronden.</li> <li>Kennis hebben van en inzicht hebben in de descriptieve en biologische basis van de psychopathologie.</li>

��

A 242 Beschikken over goede mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden. S 272 Beschikken over een voldoende basis om zich snel in te werken in de literatuur van elke psychologische deeldiscipline. S 276 Vertrouwd zijn met de verschillende deelgebieden en paradigmata binnen de cognitieve wetenschappen. S 277 Een objectief-kritische houding kunnen innemen tegenover het eigen onderzoek en dat van anderen. S 278 Experimenteel-psychologisch onderzoek kunnen kaderen in een breder wetenschappelijk en filosofisch kader.

�� Dit opleidingsonderdeel valt uiteen in 3 delen. Het eerste deel handelt over ‘basisprocessen. In een eerste inleidend college worden kernbegrippen uit de taalkunde (met name syntaxis en fonologie) uitgelegd. Er volgen colleges over woordproductie, zinsproductie, visuele woordherkenning, auditieve woordherkenning, en insparsering. In het tweede deel wordt verder ingegaan op de basis van taal. De colleges handelen over taalontwikkeling en de neurocognitie van taal. Het derde deel tenslotte zet taal in context. De onderwerpen daar zijn: taal en geheugen, zelfbewaking van taal, tweetaligheid, en discours en dialoog.

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges.</li> <li>Studentreferaten.</li> <li>Geleide oefeningen op ad-hoc basis.</li>

��&��<li>Interactieve ondersteuning.</li> <li>Vast spreekuur: maandag van 11u tot 12u.</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Een combinatie van periodegebonden en permanente evaluatie. <li>Mondeling eindexamen.</li> <li>Permanente evaluatie op basis van korte schriftelijke toetsen doorheen het jaar.</li> Het gemiddelde van de toetsen doorheen het jaar telt voor de helft mee bij de bepaling van het eindcijfer. Het mondeling examen, waarin elke student individueel een artikel bespreekt, telt mee voor de andere helft.

��)��<li>Harley, T. A. (2001). The Psychology of Language: From data to theory (2nd. edition). Hove, UK. Psychology Press.</li> <li>Hartsuiker, R. J., et al. (In press)." Introduction". In: Hartsuiker et al, (Eds.). Phonological encoding and monitoring in normal and pathological speech. Hove, UK: Psychology Press. </li>

*�+��<li>Brown, C. M., & Hagoort, P. (1999). The neurocognition of language. Oxford: Oxford University Press. </li> <li>Dijkstra, T., & De Smedt, K. (1996). Computational Psycholinguistics. London: Taylor & Francis. </li> <li>Gernsbacher, M. A. (1994). Handbook of psycholinguistics. San Diego: Academic Press. </li> <li>Levelt, W. J. M. (1989). Speaking: from intention to articulation. Cambridge, MA: MIT Press. </li>

Applied data analysis Toegepaste data-analyse 602 HLPSYC02A00057

T: 30 O: 10 SP: 6 Wilfried De Corte

��

�� data-analyse

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken voor multi-variate data-analyse ten behoeve van (a) het zelfstandig en kritisch verwerken van voor het vakgebied psychologie relevant empirisch wetenschappelijk onderzoek en (b) het verrichten en meewerken aan empirisch wetenschappelijk onderzoek.</li>

�� <li>Kennis hebben en inzichtelijk weten hanteren van courant in de gedragswetenschappen gebruikte technieken van data-analyse.</li>

��


�� Dit opleidingsonderdeel behandelt volgende inhouden: <ul> <li>noties multivariate normaalverdeling;</li> <li>toetsen i.v.m. vectoren van gemiddelden;</li> <li>multivariaat lineair model: multivariate regressie, MANOVA, MANCOVA en Repeated Measures (mixed models);</li> <li>canonische correlatie;</li> <li>discriminantanalyse;</li> <li>confirmatorische factoranalyse en structurele vergelijkingsmodellen. </li> </ul> In vergelijking met ‘data-analyse II’ worden de inhouden minder technisch en meer toepassingsgericht behandeld.

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Hoorcolleges waarin doel, aard en gebruik van de behandelde technieken van data-analyse uiteengezet worden.</li> <li>Illustratie van dit gebruik via voorbeelden gebaseerd op o.m. gepubliceerd onderzoek.</li> <li>Werkcolleges en computerpractica waarin studenten begeleid en in subgroepen de aangebrachte methoden en technieken inoefenen.</li>

��&��<li>Ondersteuning via MINERVA.</li> <li>Vast spreekuur.</li> <li>Op afspraak.</li>

��'��(�� (�� Periodegebonden evaluatie. <li>Schriftelijk open boek examen.</li> De studenten moeten, vertrekkende van een reële dataset en vooropgestelde onderzoeksvragen, de gepaste data-analytische technieken kiezen en implementeren, en de bekomen analyseresultaten interpreteren en terugkoppelen naar de onderzoeksvragen.

��)��<li>Syllabus (slides).</li> <li>Datasets.</li> <li>Oefeningenmateriaal.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 20 Euro.

*�+��<li>Dillon, W.R., Goldstein, M. (1984). Multivariate analysis -methods and applications. New York: Wiley. </li> <li>Hair, J.F., Anderson, R.E., Tatham, R.L., & Black, W.C. (1998). Multivariate data-analysis (5th edition). London: Prentice-Hall.</li>

Advanced issues in cognition-related processes (partim experimental psychpathology) Vraagstukken cognitie-gerelateerde processen (partim experimentele psychopathologie) 641

T: O: 45 SP: 6 Jan De Houwer

��

�� experimentele psychopathologie, cognitie en emotie, leerpsychologie

�� <li>De kennis over basale cognitieve functies (waarneming, aandacht, geheugen,...) en hun neuraal substraat kunnen koppelen aan gerelateerde processen betrokken in experimentele psychopathologie.</li> <li>Gebiedspecifieke onderzoekstechnische aspecten kennen en begrijpen.</li>

�� <li>De werkwijze en kernbegrippen in de klinische psychologie en de ontwikkelingen hierin kennen en vanuit het 'scientist-practitioner' model kunnen bespreken.</li> <li>Zicht hebben op de psychologische processen die een rol spelen bij conditionering en instrumenteel leren.</li>

��

S 269 Beschikken over een brede kennisachtergrond. S 270 Beschikken over een degelijke kennis van de onderzoeksmethodologie in al zijn aspecten en onderdelen gesteund op ervaring ermee. S 272 Beschikken over een voldoende basis om zich snel in te werken in de literatuur van elke psychologische deeldiscipline. S 273 In overleg met opdrachtgevers en teamgenoten, een optimaal onderzoeksplan kunnen opstellen en uitvoeren. S 278 Experimenteel-psychologisch onderzoek kunnen kaderen in een breder wetenschappelijk en filosofisch kader.

�� De inhoud is afhankelijk van de gekozen vraagstellingen. Er zal worden geput uit de domeinen: evaluatie en attitudes, geheugen, contingentieleren, impliciet leren, vermijdingsleren, en aandacht en emotie.

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Seminaries.</li> <li>Begeleide zelfstudie.</li> <li>Oefeningen.</li>


��'��(�� (�� Permanente evaluatie. <li>Beoordeling van schriftelijke en mondelinge rapportering.</li>

��)��<li>Een selectie van recente artikels uit vaktijdschriften.</li> Geschatte kostprijs van het leermateriaal: 15 Euro.

*�+��<li>Dalgleish, T., & Power, M. (1999). Handbook of cognition and emotion. Chichester, UK: Wiley.</li> <li>O’Donohue, W. (1998). Learning and behaviour therapy. Boston: Allyn and Bacon.</li>

Advanced issues in cognition-related processes (partim health psychology) Vraagstukken cognitie-gerelateerde processen (partim gezondheidspsychologie) 645

T: O: 45 SP: 6 Geert Crombez

��

�� experimentele psychopathologie, gezondheidspsychologie

�� <li>De kennis over basale cognitieve functies (waarneming, aandacht, geheugen,...) en hun neuraal substraat kunnen koppelen aan gerelateerde processen betrokken in de gezondheidspsychologie.</li> <li>Gebiedspecifieke onderzoekstechnische aspecten kennen en begrijpen.</li>

�� <li>Gezondheidspsychologische theorieën en concepten kennen en in praktijksituaties kunnen toepassen.</li>

��


�� De inhoud is afhankelijk van de gekozen vraagstellingen. Er zal worden geput uit de domeinen: symptoomperceptie en interpretatie, ziekte-opvattingen, aandacht, geheugen, executieve functies, emoties, en stress en coping.

�� !�

��"��6

��#�� $�%�� <li>Seminaries.</li> <li>Begeleide zelfstudie.</li> <li>Projectwerk.</li>

��&��<li>Interactieve ondersteuning via MINERVA.</li>



*�+��

Advanced issues in cognition-related processes (partim developmental disorders) Vraagstukken cognitie-gerelateerde processen (partim ontwikkelingsstoornissen) 639

T: O: 45 SP: 6 Herbert Roeyers

��

�� cognitie, informatieverwerking, ontwikkelingsstoornissen

�� <li>De kennis over basale cognitieve functies (waarneming, aandacht, geheugen,...) en hun neuraal substraat kunnen koppelen aan gerelateerde processen betrokken in ontwikkelingsstoornissen.</li> <li>Gebiedspecifieke onderzoekstechnische aspecten kennen en begrijpen.</li>

�� <li>De etiologie, psychologische theorievorming en verschijningsvorm van de diverse ontwikkelingsstoornissen inzien.</li> <li>Het verloop van het besluitvormingsproces vanaf de aanmelding tot en met het formuleren van een indicatiestelling bij personen met een ontwikkelingsstoornis inzien en kunnen toepassen.</li>

��


�� Volgende capita komen in dit opleidingsonderdeel aan bod: <ul> <li>cognitieve endofenotypes;</li> <li>executieve disfuncties, met bijzondere aandacht voor inhibitie en werkgeheugen;</li> <li>face processing;</li> <li>centrale coherentie;</li> <li>sociale cognitie;</li> <li>metacognitie.</li> </ul> Op onderzoekstechnisch vlak wordt aandacht besteed aan: informatieverwerkingsparadigma’s, psychofysiologisch onderzoek (o.a. ERP, PPI, hartslagmeting) en sociaal-cognitieve onderzoeksmethoden.

�� !�

��"��6





*�+��

Advanced issues in cognition-related processes (partim social psychology) Vraagstukken cognitie-gerelateerde processen (partim sociale psychologie) 643

T: O: 45 SP: 6 N.N.

��

�� sociale cognitie, groepsprocessen

�� <li>De kennis over basale cognitieve functies (waarneming, aandacht, geheugen,...) en hun neuraal substraat kunnen koppelen aan gerelateerde processen betrokken in het sociaal-psychologisch functioneren.</li> <li>Gebiedspecifieke onderzoekstechnische aspecten kennen en begrijpen.</li>

�� <li>In staat zijn om sociaal-psychologische en sociaal-cognitieve theorieën te situeren, vergelijken, kritisch verwerken en evalueren.</li> <li>Inzicht hebben in de processen van sociale perceptie, automatische processen, aandacht, geheugen, alsook de interactie van deze processen met emoties.</li> <li>Zicht hebben op de theorievorming over sociale perceptie en sociale beïnvloeding.</li> <li>Kennis hebben van empirisch sociaal-psychologisch onderzoek.</li>

��


�� De inhoud is afhankelijk van de gekozen vraagstellingen. Er zal worden geput uit de domeinen: zelfconcept, zelfwaardering, persoonsperceptie, attitudes, sociale schemata, stereotypen, automaticiteit, gemotiveerde cognitie, en groepsprocessen.

�� !�

��"��6





*�+��

Dienst onderwijsondersteuning FPPW, 17/06/2004 10:44:34

Arbeidspsychologie II - UGentkerauw/bama/PSY masters/b parameters.pdf · De inhoud is afhankelijk...

Documents

Transcript of Arbeidspsychologie II - UGentkerauw/bama/PSY masters/b parameters.pdf · De inhoud is afhankelijk...