“ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en...

16
ATLETIEKCLUB HAMME v.z.w. Aangesloten bij de K.B.A.B. onder het nummer 330 E-mail adres: [email protected] website: http://www.achamme.be Erkend door BLOSO en sportraad HAMME Bankrekeningnummer: AC HAMME VZW: 068-2184503-90 RPR Dendermonde 430.540.042 BTW nummer: BE 0 430 540 042 Maatschappelijk adres: Baasrodeveerstraat 48 9220 Hamme- Kastel Tel: 052/470790 “ATLETIEK IS MEER DAN LOPEN ALLEEN 5j. Beleidsplan voor de jeugd 2009-2014 Inhoudsopgave 1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5 doelstellingen 6 actieplannen 2009 7 evaluatie seizoen 2008-2009 8 evaluatie seizoen 2009-2010

Transcript of “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en...

Page 1: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

ATLETIEKCLUB HAMME v.z.w.

Aangesloten bij de K.B.A.B. onder het nummer 330

E-mail adres: [email protected] website: http://www.achamme.be

Erkend door BLOSO en sportraad HAMME

Bankrekeningnummer: AC HAMME VZW: 068-2184503-90

RPR Dendermonde 430.540.042

BTW nummer: BE 0 430 540 042

Maatschappelijk adres: Baasrodeveerstraat 48 9220 Hamme- Kastel Tel: 052/470790

“ATLETIEK IS MEER DAN LOPEN ALLEEN 5j. Beleidsplan voor de jeugd 2009-2014

Inhoudsopgave

1 Voorwoord (panathlon verklaring en

eindtermen VAL)

2 inleiding

3 Visietekst

4 balans (sterke – zwakke punten)

5 doelstellingen

6 actieplannen 2009

7 evaluatie seizoen 2008-2009

8 evaluatie seizoen 2009-2010

Page 2: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

PANATHLON VERKLARING OVER ETHIEK IN DE JEUGDSPORT

Met deze verklaring gaan we de verbintenis aan om, over de discussie heen, heldere gedragsregels vast te leggen bij

het nastreven van de positieve waarden in de jeugdsport.

We verklaren dat:

1. We de positieve waarden in de jeugdsport actiever, met volgehouden inspanning en met goede planning zullen nastreven.

• Op het vlak van training en competitie zullen we op evenwichtige manier vier hoofddoelen nastreven: de ontwikkeling van de

motorische (technische en tactische) vaardigheid, een gezonde en veilige competitieve stijl, een positief zelfbeeld en goede sociale

vaardigheden. Hierbij zullen we ons laten leiden door de noden van het kind.

• We geloven dat de drang om uit te blinken en te winnen, succes en plezier net als mislukking en frustratie te ervaren,

integrerend deel uitmaken van de competitiesport. We zullen kinderen de kans geven zich dit eigen te maken en het te intergeren

(binnen de structuur, de regels en de beperkingen van het spel) in hun prestatie en we zullen hen helpen hun emoties te

beheersen.

• We zullen speciale aandacht schenken aan de leiding en opleiding van kinderen aan de hand van modellen die de ethische en

humanistische principes in het algemeen en de fair play in de sport in het bijzonder naar waarde schatten.

• We zullen ervoor zorgen dat kinderen betrokken worden bij het besluitvormingsproces in hun sport.

2. We onze inspanningen zullen voortzetten om alle vormen van discriminatie uit de jeugdsport te bannen.

Dit heeft te maken met het fundamentele ethische principe van gelijkheid, dat sociale rechtvaardigheid en gelijke verdeling van de

mogelijkheden vereist. Laat maturen, gehandicapten en minder getalenteerde kinderen zullen dezelfde kansen krijgen om aan

sport te doen en zullen dezelfde professionele begeleiding krijgen die ter beschikking staat van vroeg begaafde kinderen, valide en

meer getalenteerde kinderen zonder onderscheid van geslacht, ras of cultuur.

3. We erkennen en aanvaarden het feit dat sport ook negatieve effecten kan veroorzaken en dat er preventieve en curatieve

maatregelen nodig zijn om kinderen te beschermen.

• We zullen de psychische en fysieke gezondheid van kinderen maximaal bevorderen door ons in te spannen om bedrog, doping,

misbruik en uitbuiting tegen te gaan en de kinderen te helpen mogelijke negatieve effecten ervan te overwinnen.

• We aanvaarden dat het belang van de sociale omgeving van het kind en het motiverende klimaat nog steeds onderschat

worden. Daarom zullen we een gedragscode ontwikkelen, aanvaarden en toepassen met klaar vastgelegde

verantwoordelijkheden voor allen die betrokken zijn bij het netwerk rond de jeugdsport: sportorganisaties, sportleiders, ouders,

opvoeders, trainers, sportmanagers, sportbesturen, artsen, kinesisten, diëtisten, psychologen, topatleten, de kinderen zelf…

• We raden sterk aan dat ernstig wordt overwogen om organen te creëren op de gepaste niveaus om deze code op te volgen.

• We steunen systemen ter registratie en accreditatie voor trainers en coaches.

4. We verwelkomen de steun van sponsors en de media, maar we geloven dat die steun in overeenstemming moet zijn met de

hoofddoelstellingen van de jeugdsport.

• We verwelkomen sponsoring van organisaties en bedrijven alleen wanneer dit niet botst met het pedagogische proces, de

ethische basis van de sport en de hoofddoelstellingen van de jeugdsport.

• We geloven dat het niet alleen de functie van de media is om reactief te zijn, dit betekent een spiegel te zijn van de problemen

van onze maatschappij, maar ook pro-actief, dit betekent stimulerend, opvoedend en vernieuwend.

Page 3: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

5. Daarom onderschrijven we formeel het ‘Panathlon Charter over de Rechten van het Kind in de Sport’. Alle kinderen hebben

het recht

• Sport te beoefenen

• Zich te vermaken en te spelen

• In een gezonde omgeving te leven

• Waardig behandeld te worden

• Getraind en begeleid te worden door competente mensen

• Deel te nemen aan training die aangepast is aan hun leeftijd, individueel ritme en

mogelijkheden

• Zich te meten met kinderen van hetzelfde niveau in een aangepaste competitie

• In veilige omstandigheden aan sport te doen

• Te rusten

• De kans te krijgen kampioen te worden, of het niet te worden

Dit alles kan alleen worden bereikt wanneer regeringen, sportfederaties, sportagentschappen, bedrijven voor sportartikelen,

media, zakenwereld, sportwetenschappers, sportmanagers, trainers, ouders en de kinderen zelf deze verklaring onderschrijven.

GENT, 24 September 2004

Copyright Charter: Service des loisirs de la Jeuesse,

(D.I.P.) Genève

Copyright Declaration: Panathlon International

Page 4: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Visie VAL: verantwoordelijke training geven aan de jeugd

Training geven impliceert een grote verantwoordelijkheid zowel naar prestatieniveau als naar gezondheid van de atleet. De jeugdtrainer legt het fundament van de atleet en draagt in grote mate bij tot het succes of falen van de atleet. De begeleiding van de jonge atleet gebeurt vanaf 6 jaar tot 11 jaar via spelvormen, aanvankelijk met het oog op het ontwikkelen van algemene basisvaardigheden, nadien gerichter naar het ontwikkelen van specifieke, atletiekgerichte bewegingsvaardigheden. Vanaf de leeftijd van 12 jaar zullen meer technische prikkels tijdens de trainingen toegevoegd worden en spreekt men eerder over initiëren dan over spelen. De positieve sportbeleving blijft primordiaal: het kind moet plezier beleven tijdens de trainingen, mentale druk moet vermeden worden. In die zin zijn individuele wedstrijden voor jongeren aan te raden voor kinderen die graag presteren en zich graag meten doch af te raden voor kinderen die daar (nog) geen behoefte aan hebben. Voor benjamins en pupillen zijn de Funhappenings een goed wedstrijdalternatief. Qua invulling van de trainingen is het niet enkel belangrijk wat je geeft maar ook en vooral hoe je het geeft: een oefening geplaatst in een verkeerde context of foutief uitgevoerd kan een nadelig resultaat hebben. Daarom is het van belang dat de jeugdtrainer weet waarom een oefening in een bepaalde context gegeven wordt en hoe ze op een correcte manier uitgevoerd wordt. Het is beter niets te leren dan dingen fout te leren: aangeleerde fouten hebben grote implicaties zowel naar prestaties als naar kwetsuren en kunnen later vaak moeilijk rechtgezet worden. De trainer moet zeer alert zijn voor foute statiek en dynamiek: een gebrek aan vormspanning, lenigheid, stabiliteit en lichaamsbesef kan leiden tot voet-, knie-, bekken- en rugklachten ! In de groeispurt, die bij miniemen meisjes al kan aanvangen, is het belangrijk voorzichtig te zijn in het belasten van pezen en gewrichten. Het bijhouden van een halfjaarlijkse groeicurve kan de trainer helpen om de groeispurt te herkennen en de intensiteit van de trainingen aan te passen.

Page 5: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

1. VOORWOORD

Wanneer de jeugdafdeling van onze atletiekclub gestadig groeit, kan je hieruit besluiten dat de aanpak wel goed moet zijn. Je kan je natuurlijk ook

afvragen of het aanbod wel voldoende is en hoe je deze tendens verder kan zetten en of te verbeteren. Als atletiekvereniging ben je tenslotte

verantwoordelijk om jeugdigen op een prettige, veilige en verantwoorde manier aan atletiek te laten doen.

Dit beleidsplan geeft adviezen en voorwaarden om de groeiende jeugdafdeling van AC HAMME in goede banen te leiden. In de komende jaren willen wij via

dit beleidsplan het imago van AC HAMME verder vorm en inhoud geven. Wij wensen een club te zijn waar de jeugd zich thuis voelt om echt te presteren,

maar ook om rustig en op een aangename speelse manier zijn of haar doelstellingen te kunnen verwezenlijken.

2. INLEIDING

Met het opstellen van dit beleidsplan hebben wij als uitgangspunt “DE ALGEMENE RECHTEN VAN HET KIND” en de eindtermen van onze Liga genomen. Elk

kind heeft recht op SPELEN – LEREN – ERKENNING en PRESTEREN. Zie bijlage (panathlon verklaring) en heeft recht om op een verantwoordelijke manier

training te krijgen. AC HAMME wenst een positieve invloed te hebben op de sportieve, atletiekgerichte ontwikkeling van de atleet, groepsgericht en

persoonsgericht werken en haalbare doelen aanbieden.

Om deze tendens te kunnen blijven verder zetten moeten wij beroep kunnen doen op verschillende mensen: bestuur, trainers, coördinatoren, ouders, jury,

vrijwilligers, sponsors enz.

Om een gezonde vereniging te blijven is het noodzakelijk dat er een duidelijke verenigingsstructuur aanwezig is, met daarbij een duidelijke taakomschrijving.

Door middel van een sterkte – zwakte ballans op te maken kunnen wij de prestaties en vooruitzichten makkelijker analyseren.

Page 6: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

3. ONZE VISIE IVM JEUGDATLETIEK “atletiek is meer dan lopen alleen”

Atletiek staat bekend als een prestatiegerichte sport waarbij de conditionele eigenschappen (algemene talentontwikkeling) en de technische perfectie

(specifieke talentontwikkeling) van de atleet bepalend zijn voor het succes. Reeds vanaf de leeftijd van 6 jaar kunnen atleetjes aansluiten bij een atletiekclub.

Deze jonge kinderen vormen een grote groep binnen de club. Er dienen daarom ook afzonderlijke begeleiders aangetrokken te worden voor de begeleiding

van deze groep. De begeleiding van de jeugdatleten is uiteraard erg verschillend van de training van jongeren en volwassenen. Daarom moet een

talentontwikkelende aanpak vanaf het prille begin van de atletiekcarrière nagestreefd worden en de atletiekvaardigheden op een spelende manier aangeleerd

worden. In een maatschappij waarin kinderen niet meer in bomen klimmen, niet meer met keitjes gooien of over prikkeldraden springen, is het meer en

meer een taak geworden van de sportclubs om eenvoudige basisbewegingen aan te leren.

De algemene rechten van het kind, zoals die ook door de Verenigde Naties zijn vastgelegd, zijn als leidraad genomen voor de benadering van de jeugd

binnen AC HAMME. Bovendien willen we aansluiten bij de algemene uitgangspunten zoals die door de VAL zijn vastgelegd.

Een viertal rechten en behoeften van het kind verdienen hierbij speciale aandacht. Het gaat hierbij om:

1. Elk kind heeft behoefte aan en dus ook het recht om te spelen.

Volwassenen mogen dat het kind niet afnemen of daarin beperkingen opleggen. Het spelen mag, zoals bekend, niet opgevat worden als alleen maar het

spelen van bekende teamsporten of het bezig zijn met spelletjes.

Spelen is veel meer. Spelen heeft ook te maken met het kunnen en laten fantaseren over dingen en mensen uit de omgeving. Ook het uitlokken en

uitgedaagd worden door alles waarmee het kind in aanraking komt is van grote invloed. Spelen is bovendien bewegen. Bewegen omdat het kind dat nodig

heeft voor zijn groei. Daarom is het van belang dat dit verantwoord (en vooral gezond) gebeurt. Kinderen en jonge volwassenen willen zich vaak graag

spiegelen aan of in de huid kruipen van aansprekende voorbeelden op het gebied van sport. Dit blijkt onder andere uit het nadoen van specifieke

sportbewegingen, op enthousiasme bij een goede prestatie, maar ook uit het meedoen met snel wisselende trends in de sportmode en bewegingsvormen. De

trainer of sportbegeleider moet hier op een verantwoorde manier op inspelen. Af en toe afwijken van bekende patronen kan de motivatie vaak weer

prikkelen.

2. Elk kind heeft ook behoefte om te leren.

Een volwassene heeft de plicht om het kind te helpen groeien naar de volwassenheid op allerlei vlakken, dus ook op het sporti ef gebied. Kinderen

hebben een aangeboren nieuwsgierigheid. Als ze iets zelf ontdekken, leren ze het meest efficiënt. Ze hebben er immers behoefte aan om telkens weer nieuwe

ervaringen op te doen. Daarvoor willen ze experimenteren, spanning zoeken, grenzen aftasten en eventueel risico's nemen. Juist daarom hebben trainers en

begeleiders de taak en de plicht om kinderen te helpen op zowel sporttechnisch, gedragsmatig en moreel gebied. Leren is een continu proces van lukken en

mislukken en telkens weer opnieuw beginnen. Het enthousiasme en de inzet van volwassenen zal op jonge leeftijd een stimulerende invloed uitoefenen.

3. Ieder kind heeft een fundamentele behoefte aan erkenning.

Kinderen vragen vaak veel aandacht maar hebben daar ook recht op. Aandacht voor zowel het spelen, presteren als leren. Die aandacht vragen ze onderling

van elkaar, maar vooral ook van de ouderen. Daarom moeten we ze mogelijkheden bieden om iets te kunnen laten zien, maar tevens dienen trainers en

begeleiders alert te zijn op datgene wat ze doen en welke signalen ze afgeven. Kinderen moeten kans krijgen zichzelf te kunnen zijn en/of om zich met

iemand of iets te identificeren. Kinderen die daarbij problemen ondervinden dienen geholpen te worden om ook hen reële kansen te geven. Indien nodig

moet extra aandacht worden gegeven aan kinderen met een geestelijke of lichamelijke beperking en aan kinderen uit achterstandsgroepen. Kinderen moeten

serieus genomen worden wat inhoudt dat er met ze gepraat wordt en niet alleen over hen. Het scheppen van een gevoel van geborgenheid, veiligheid en

zich thuis voelen bevordert een sociale instelling.

4. Elk kind heeft een behoefte om te presteren.

Onder presteren wordt niet alleen de meetbare prestatie in wedstrijden verstaan, maar zeker ook de waardeerbare eigen prestat ie. Het kind wil zich

verbeteren, maar wil ook uitgedaagd worden om beter te worden. Daartoe zullen de situaties, zowel in trainingen als op wedstrijden, zo gecreëerd worden

dat het kind daadwerkelijk uitgedaagd wordt om zijn of haar prestaties te verbeteren. Telkens kleine verbeteringen houden de motivatie vaak beter gaande

Page 7: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

dan te grote sprongen vooruit, die meestal dan weer gevolgd wordt door stilstand. Mogelijke wantoestanden bij de begeleiding van kinderen kunnen opgelost

worden door het competitiegerichte element uit de kindersport te bannen. Dit zou echter een grote fout zijn omdat het zou indruisen tegen de natuurlijke

drang van kinderen en jongeren om bij het ontwikkelen van hun talenten te wedijveren met andere kinderen. Sport betekent immers voor heel wat kinderen

‘competitie’ en een aangeboren drang naar competitie zet velen aan tot fysieke activiteit. Vooral door plezier te beleven aan de atletiekbeoefening kan het

verloop onder jeugdleden worden teruggedrongen. Door meer variëteit in de atletiek zal het gemiddelde prestatieniveau verbeteren, wat weer mogelijkheden

biedt voor talentontwikkeling en uiteindelijk perspectief kan bieden voor de topsport. Het plezier in de sportbeoefening wordt daarmee een uiterst belangrijk

kwaliteitskenmerk voor de jeugdatletiek. Bij de jeugdatleten kiezen wij voor een talentontwikkelend model dat rekening houdt met en respect heeft voor de

leefwereld, de verwachtingen, de ontwikkeling … van het kind.

EEN TALENTONTWIKKELENDE AANPAK VANAF HET PRILLE BEGIN (AC HAMME)

Tussen de leeftijd van 6 tot 9 jaar of benjamins worden de kinderen in contact gebracht met een zo breed mogelijk gamma van

bewegingsvaardigheden (atletiekvaardigheden) en dit vanuit een speelse benadering. Aldus ontwikkelen ze onbewust de conditionele eigenschappen

kracht, snelheid , uithouding, coördinatie en lenigheid en worden ze maximaal gestimuleerd in hun motorische ontwikkeling. In de praktijk

betekent dit voor AC HAMME bijvoorbeeld dat de kinderen niet enkel op speelse wijze in contact gebracht worden met varianten van lopen,

werpen en springen maar tevens ook met tuimelen, klimmen, vangen, kruipen,…. Wij opteren dan ook voor steeds dezelfde begeleiders bij

deze groep, die als het waren fungeren als vader of moederkloek. De trainingsdagen zijn dan ook beperkt tot 2x per week (2 en een half

uur/week)

In de leeftijdsgroep van 10 tot 11 jaar of pupillen volgt de periode van ‘basistraining’ waarin voor het eerst sprake is van ‘training’. Dit

betekent dat de jeugdtrainer nu op meer systematische, doch jeugdvriendelijke wijze, zal werken aan de ontwikkeling van een breed gamma van

motorische vaardigheden en conditionele eigenschappen. Deze basistraining is slechts gedeeltelijk sporttakspecifiek doch grotendeels algemeen

georiënteerd. Op deze leeftijd mag niet te eng worden gewerkt in functie van 1 sporttak (atletiek) of in functie van 1 discipline (speerwerpen,

verspringen, afstandslopen,…) De brede aanpak binnen de basistraining vormt dan ook de ideale periode voor de jongere en zijn begeleiders

om de specifieke talenten te ontdekken in functie van de verdere planning. In deze periode biedt ook het competitieve aspect veel positieve

elementen. De jongere leert zijn eigen talenten te situeren ten opzichte van anderen. Deze groep traint 2 maal per week (2 en een half uur).

Op woensdag is er een doorschuifsysteem die de groep toelaat om van de verschillende disciplines van de atletiek te proeven. Op zaterdag

kunnen de atleten zelf een keuze maken, natuurlijk steeds in samenspraak met de trainer.

In de leeftijdsgroep van 12 tot 13 jaar of miniemen is een verdere ontwikkeling van de prestaties binnen de sporttak enkel nog mogelijk door

middel van een sporttakspecifieke benadering op het vlak van motorische vaardigheden en conditionele eigenschappen. Verdere talentontwikkeling

betekent hier dan ook de keuze voor het competitiemodel, maar vanaf 15 jaar kan de jongere ook opteren voor een recreatieve benadering,

gericht op het onderhouden van de reeds ontwikkelde eigenschappen en vaardigheden. Deze groep traint 2 maal per week (2 en een half uur).

Ook zij doen nog mee aan het doorschuifsysteem op woensdag, en de vrije keuze op zaterdag. Voor deze groep is er nog een extra training

voorzien op dinsdag, enkel voor atleten die heel graag wedstrijden mee doen.

In de leeftijdsgroep van 14 tot 17 jaar of cad-scholieren groep willen wij nog steeds een variabel aanbod van disciplines geven. Het is de

jeugdcoördinator en trainerscoördinator in samenspraak met de atleet zelf die bepaald, welke trainingen en hoeveel maal per week zij of hij

naar de atletiekclub kan komen.

Vanaf junior kunnen de meest getalenteerde jongeren kiezen voor de specifieke topsporttraining. Anderen zullen hier de verder doorgedreven

talentontwikkeling opgeven en overschakelen naar recreatieve sportbeoefening of naar een niet-topsportgerichte competitiebeoefening.

Dit talentontwikkelend model is ook de benadering die wij in onze club gebruiken. We proberen zoveel mogelijk onze trainingen aan te passen aan de

mogelijkheden, de verwachtingen en de ontwikkeling van de jonge atleet.

Page 8: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Indeling van de leeftijdsgroepen

Ten aanzien van het training- en leerproces kan er een systematische indeling gemaakt worden,bestaande uit basistraining, opbouw- of voorbereidende

training en wedstrijdtraining. Dat betekent echter niet dat dit altijd de leidraad voor de training moet zijn. Bij de jeugd is het eigenlijk van groter belang

om te kijken wat atleten in een bepaalde fase al kunnen. Dat moet het startpunt zijn. De beleving is daarom ook een essentieel uitgangspunt voor de

aanpak van trainen. Een indeling in leeftijdsgroepen is uiteraard geen absoluut gegeven. Sommige jonge atleten kunnen wat betreft biologische of mentale

leeftijd beter in een andere groep worden geplaatst. Wij staren ons dan ook niet blind om strak vast te houden aan trainingsg roepen. Enkel bij de jongste

groep nemen wij de leeftijd in acht, omdat we dus van mening zijn dat deze groep behoefte heeft aan één en dezelfde trainer die als kloek of hen

fungeert.

Training geven aan benjamins – 1ste jaar pupillen

Het leggen van een goede basis voor een verdere ontwikkeling van het prestatieniveau, moet het uitgangspunt zijn van de trainingen. Aan de veelzijdigheid

moet veel aandacht worden besteed waarbij atletiekspecifieke bewegingsvormen in algemene zin altijd aan de orde dienen te komen. Met speelse vormen

doen kinderen in deze leeftijdsfase de meeste bewegingservaring op. De betrokkenheid van de trainers moet bij deze groep groot zijn. Door doelgericht

oefenen kan ook al zeer atletiekspecifiek bewogen worden. Op deze wijze wordt dan de eerste 'technische' grondslag gelegd. Kinderen in de leeftijd van 7

tot 12 jaar moeten hun motorische mogelijkheden zo veel mogelijk verbreden, waardoor het fijnere bewegingsgevoel op een later tijdstip gemakkelijker,

sneller en meer doelgericht kan worden toegepast. In deze fase past een speelsprestatieve benaderingswijze, waarbij het accent duidelijk op het speelse en

uitdagende ligt. In deze leeftijdsgroep, waarbij het erbij horen van groot belang is, moeten kinderen niet snel in andere groepen worden geplaatst om al

echt specifiek te gaan trainen.

Training geven aan miniemen

In deze categorie komt het accent meer te liggen op een gezonde, prestatieve vorming, met in het achterhoofd de echte sportontwikkeling. Toch geldt ook

voor deze groep nog steeds dat de oefenstof uitdagend en speelsprestatief moet worden aangeboden. De prestatiedrang van de vaak mondige pupillen kan

goed gestuurd worden. Er dient wel gewaakt te worden voor chronische overbelasting of teleurstelling. In deze leeftijdsfase wordt bewust gewerkt met de

wetenschap dat de atleet iets willen leren en wil presteren op sportgebied. Als in deze trainingsgroep de basis niet gelegd wordt voor zelfstandig,

ontspannen en plezierig trainen, dan komt dat op een latere leeftijd, waarop topprestaties verricht moeten worden, zeker niet meer tot stand. Toch mag de

norm nog steeds niet de volwassenenatletiek zijn. Het spelende, bezig zijnde en presterende kind is zelf de norm. De basistechnieken dienen grondig en

gecontroleerd aangeleerd te worden. Zo niet dan komen er later, wanneer ze onder druk moeten presteren, te grote lichamelijke en/of psychische problemen.

Sport speelt een belangrijke rol in het leven van deze leeftijdsgroep. Ze willen veel doen en kunnen ook veel aan. Dat moeten de volwassenen onderkennen.

Als trainers niet in staat zijn om de oefenstof met veel herhalen, inslijpen en met veel variatie en speels gemak te verkopen, raken ze de greep op de

groep kwijt. Verveling en teleurstelling betekenen hier leegloop! Laat ze samen leuke dingen in de atletiek doen, dan blijven ze hopelijk de sport trouw en

kunnen ze zich daarna gaan toeleggen op bepaalde onderdelen. De jongens en meisjes zijn bovendien zeer gevoelig voor randverschijnselen, trends en idolen.

Die realiteit dient onder ogen gezien te worden.

Training geven aan cadetten en scholieren

Rekening houden met de persoonlijkheid, de behoefte aan emotionele momenten en het kunnen onderhouden van sociale contacten, dienen binnen de

trainingen van deze groep voldoende ruimte en aandacht te krijgen. Niet dat de prestatie minder belangrijk zou zijn, maar de plaats ervan kan bij hen

gemakkelijk variëren. Bij sommigen, zeker de beteren, is de prestatie misschien wat belangrijker dan bij anderen. Op school ( in de tweede fase) wordt deze

groep geleerd zelfstandig en verantwoordelijk te werken en vooral te plannen. Dat dient ook in de sport zo te gebeuren. Minder dominant leiden en meer

verantwoord begeleiden van de kant van coaches en trainers is meestal een zinvollere weg. Zonder de anderen te kort te doen, hebben we ook de plicht

om getalenteerde jongeren kansen te geven hun mogelijkheden ten volle te ontplooien. Daarbij dient het belang van het individu voorop te staan en niet de

belangen van anderen. Omdat de prestatieontwikkelingen heel ver uiteen kunnen lopen, moeten we niet streng vast willen houden aan de voorgeschreven

leeftijdsindeling. Dat geldt voor trainingen maar ook voor de wedstrijden en nevenactiviteiten. Voorwaarde is wel voldoende deskundigheid van de trainers bij

het nemen van beslissingen hieromtrent.

Page 9: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Welke motieven spelen een rol bij het presteren van jeugdigen?

Op ieder niveau en op iedere leeftijd in de atletieksport hoort presteren thuis. Als de wil om te presteren, om beter te worden of om iets onder de knie te

krijgen bij de jeugd ontbreekt, zal de motivatie om atletiek verder te blijven doen snel verminderen. Trainers en begeleiders moeten er daarom voor zorgen

dat de jeugd zelf vooruitgang ziet. Van de andere kant kan het ook gevaarlijk zijn om de ogen uitsluitend te richten op de absolute prestatie, waartoe

record- of bestenlijsten vaak uitlokken. Presteren is immers heel erg persoonlijk. Wat beweegt de jeugd dan om te willen blijven presteren? Waarom vinden

zij dat het goed of steeds beter gaat? Met andere woorden: wat speelt een rol bij de prestatiemotivatie?

Als kinderen 'hoop en uitzicht op succes hebben', dan is dat bijna vanzelf een garantie dat ze willen presteren. Telkens met kleine beetjes vooruit gaan

werkt op de lange duur vaak veel positiever dan meteen een groot succes boeken. Hoop en uitzicht blijven houden op vooruitgaan, daar draait het om. In

bijzondere gevallen moeten begeleiders wel extra op hun hoede zijn. Zo zullen jongeren in de puberteit bij snelle groei en een explosieve krachttoename,

relatief sneller vooruit kunnen gaan ten opzichte van leeftijdsgenoten. Het goed inschatten van die prestaties en de vertaling en/of verklaring naar die

jongeren toe is van groot belang. De motivatie om te willen presteren moet geleidelijk groeien. Dat vraagt tijd en geduld. Als de miniemen prettige, leuke

en goede trainingen krijgen en naar geschikte en gezellige wedstrijden gaan, dan wordt een basis gelegd voor telkens nieuwe successen. Dan is hij of zij

later in staat om zelfstandig en planmatig te trainen omdat de doelen bekend zijn. Het voorkomen van negatieve aspecten kan bijdragen tot een 'positieve

beïnvloeding' van de wil tot presteren. Angst om te falen, de vrees om af te gaan, schaamte om tegen veel beteren te strijden, niet opgenomen te worden

in de groep of bang zijn de schuld te krijgen van een gezamenlijk verlies, zijn veel vaker dan we denken redenen om af te haken. Laat kinderen niet over

te hoge horden gaan of hoogspringen als ze er nog niet aan toe zijn. Als de trainingsdoelen haalbaar zijn voor de groepen waarmee gewerkt wordt, de

tegenstanders zorgvuldig worden uitgezocht (d.w.z. ongeveer van gelijk niveau), er een vertrouwensrelatie opgebouwd wordt door open en eerlijk te zijn, dan

worden er situaties geschapen waarin kinderen zich veilig voelen en ze veel minder snel mislukken of afhaken. Als bovengenoemde zaken 'persoonsgericht'

worden verwerkt in het trainingsprogramma, zodat ieder kind de nodige aandacht krijgt, dan wordt de motivatie om zelf te willen presteren geleidelijk aan

iets van de atleet zelf. Geduld is een schone eigenschap. In sommige gevallen is het tegenwoordig zelfs belangrijker om een goede entertainer te zijn dan

een goede technische trainer.

Hoe kan de prestatieontwikkeling worden gestuurd?

Het is voor leidinggevenden in de atletiek interessant om te weten of en in welke mate de prestatieontwikkeling kan worden beïnvloed of gestuurd. Het is

dezelfde vraag als: 'kun je hardlopen wel of niet leren'? Iedereen kan van nature lopen, maar er is nog heel wat bij te schaven als je wat meer gaat eisen

van jezelf. Het eindniveau van individuele sportprestatie wordt enerzijds bepaald door aangeboren fysieke factoren, zoals lengte, bouw, kracht, beweeglijkheid

e.d. en anderzijds door de ontwikkeling van motorische en psychische bewegingseigenschappen.

Twee factoren waarmee dus altijd rekening dient te worden gehouden zijn:

a. De groei en de rijping, waarbij de tijd en een goede leefomgeving belangrijke factoren zijn.

b. Het leerproces, waarbij systematisch trainen, aanleg werksfeer en materiële omstandigheden mede bepalend zijn.

De jonge atleten in onze vereniging dienen te worden gekoesterd. Hierbij is een goed pedagogisch sportklimaat absoluut van belang. De groei mag niet

bewust worden beïnvloed, maar de omgeving des te meer. Mogelijkheden daartoe zijn: Gezelligheid in training- en wedstrijdgroepen goede begeleiding, een

geschikte jeugdcoördinator, die alle jeugdzaken op elkaar kan afstemmen en die kan bijsturen waar nodig. Het leerproces in de atletiek vindt voornamelijk

plaats tijdens de trainingen. Wil dat leerproces effectief zijn dan moet de trainer methodisch, didactisch en techn isch goed onderlegd zijn. Het ‘zo maar wat

doen’ en vrijblijvend trainen is meestal niet voldoende. De bestuurders hebben voor wat betreft het technische beleid een eindverantwoordelijkheid, die ze

weliswaar kunnen delegeren aan een technische coördinator, maar zij blijven daarop aanspreekbaar. Leerdoelen voor lange en korte termijnen zijn daarom

van belang. Het volgen van cursussen en bijscholingen geven daarbij een goede ondersteuning.

Bovendien dient rekening gehouden te worden met de volgende punten:

Page 10: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Zorg dat de jeugd voldoende bewegingsprikkels krijgt. Aanleren van bewegingspatronen kan alleen via herhalingen en variatie binnen de thema’s houdt de

motivatie gaande. Werk schematisch en planmatig naar vastgestelde doelen.

De benadering van de kinderen en de oefenstof dienen aangepast te zijn aan de belevingswereld van de groep. Blijven aanmoedigen en volhouden is altijd

beter dan dwang! Het goed kijken naar kinderen en het inspelen op hun behoeften, is vele malen belangrijker dan welke theorie dan ook.

Zorg dat ieder kind zich optimaal kan ontplooien. Zoek vooral naar de sterke kanten van het kind en werk daaraan.

Zorg voor geschikte en uitdagende trainingsmiddelen zodat saaiheid wordt vermeden.

Aandachtspunten bij trainingen en wedstrijden:

Om de atletiek voor 7 tot 17j aantrekkelijk te houden en te maken is het van belang om aandacht te geven aan de volgende onderwerpen:

· Kortere wedstrijden

· Meer gezelligere en jeugdvriendelijke wedstrijden en trainingen

· Andere nummers naast de bestaande aanbieden

· Meerdere nummers in korte tijd aanbieden

· Andere combinaties op trainingen en wedstrijden

· Goede communicatie en verslaglegging

· Het meer serieus nemen van de toeschouwers ( wedstrijd moet te volgen

zijn)

· Weldoordachte boeiende meerkampvormen

· Meer op individuele behoeften afgestemde wedstrijden en trainingen

· Bewust werken aan een gezonde mentaliteit op training en wedstrijden

· Meer systematiek in trainingen

· Meer werken aan zelfstandigheid en verantwoordelijkheid op de trainingen

· Meer deelnemers aan jeugdcompetities

· Snellere jurering van jeugdwedstrijden

· Onderling laten jureren (fun dag)

· Meer affiniteit van juryleden bij de jeugduitgangspunten

· Aandacht voor prijsuitreikingen en het hele randgebeuren

· Blijven zoeken naar nieuwe geschikte oefenmaterialen

· Contacten leggen met scholen en andere maatschappelijke geledingen

4. balans (sterke – zwakke punten)

Aandachtpunten die besproken zullen worden: jeugd – trainers – trainingen – vrijwilligers – profilering – communicatie – Financiën.

1 JEUGD

Sterkte: 2009

- het aantal jeugdleden is de laatste 5 jaar sterk toegenomen. Normaal zien we als tendens een uitval naar de leeftijd van miniem en cadet toe.

- Het doorschuifsysteem (ingevoerd ongeveer 3j) geleden blijkt effect te hebben.

- Er is een sociale jeugdcoördinator en ook een technische jeugdcoördinator.

- Gratis clubaansluiting (via scholencross) van 6 maand is een succes.

Page 11: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Zwakte: 2009

- Te weinig jeugdleden doen mee aan competitie/wedstrijden.

- Geen opleidingsplan voor trainers binnen de club.

- Geen vrijwilligers of jeugd binnen de club waarop we beroep kunnen doen.

- Geen jeugdcommissie. (wel enkel op sociaal gebied)

Kansen:2009

- Om de aangroei bij de jeugd te stabiliseren of nog te versterken is er het fenomeen dat atletiek steeds meer bekendheid verwerft via de media, natuurlijk

hebben onze topsporters “ Tia en Kim” hier ook iets mee te maken.

- Aanwervingen gebeuren via: scholenveldloop, initiatie atletiekdag of sportdag voor scholen (buiten Hamme) regio Elversele, Temse

- Atletiek wordt steeds meer bekender onder de jeugd.

Bedreigingen:2009

- Studiemogelijkheden voor 16jarigen bieden de dag van vandaag meer mogelijkheden, mogelijke trainers haken af omwille van studies.

- Te kort aan technisch gekwalificeerde trainers/begeleiders/vrijwilligers.

- Door gratis aansluiting (scholencross) te kort aan trainers, is in dalende lijn en slechts ¼ sluit zich aan of houdt het na 1 j bekeken. Zij vullen enkel hun

vrije tijd op door naar de trainingen te komen en doen zeker niet mee aan wedstrijden.

2 TRAINERS – Trainingen

Sterkte:2009

- benjamins (7j tot 9j) trainen onder persoonlijke begeleider (ster) en enkele hulptrainers.

- benjamin trainster: geen diploma maar heel gemotiveerd en op niveau met onze“visie” Is aangesloten als animator (met diploma) bij jeugdwerk.

- pupillen: doorschuifsysteem op woensdag.

- miniemen: idem pupillen.

- 2de jaar miniemen, cadetten scholieren: worden via trainercoördinator (door trainer met B diploma) begeleid ( al naar gelang de wens van de atleet zelf,

in overleg met coördinator) om nog aan zoveel mogelijk disciplines mee te doen.

Zwakte:2009

- Hulptrainers te jong (14j-15j)

- Het aantal benjamins (35) is een te grote groep om door 1 begeleider (met ervaring) goed te kunnen fungeren.

- Algemeen: te weinig trainers met een diploma.

- Het vinden van weinig NIEUWE enthousiaste trainers.

- Kunnen geen beroep doen op oud atleten. Wij zijn pas 5j een echte atletiekclub, hiervoor waren wij een lopers club, waarbij er dus geen ervaring werd

opgedaan naar kamp en werpnummers.

Kansen:2009

- Scholingsmogelijkheden , cursus aspirant initiator

- Trainersvergaderingen 1x per maand

Bedreigingen:2009

- Te kort aan gekwalificeerde trainers.

- Onderlinge communicatie moet beter kunnen.

3 VRIJWILLIGERS

Sterkte:2009

- Er bestaat een groep van mensen waar je regelmatig

Page 12: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

beroep op kunt doen.

- Sociaal contact “kaas en wijnavond”

Zwakte:2009

- Geen vaste kern, steeds dezelfde vrijwilligers.

- Geen vrijwilligersbeleid of coördinator.

- Te weinig sociaal contact.

- Geen jaarlijks bedankingsfeest.

Kansen:2009

- vernieuwd complex met kantine waarbij het sociaal aspect zeker meer aan bod zal komen

Bedreigingen:2009

- Komen geen nieuwe mensen bij.

- “Het steeds meer vragen” geeft een hoge druk op de vrijwilligers.

4 PROFILERING

Sterkte:2009

- samenwerking met scholen en gemeente ( scholenveldloop, Kerstmannenloop, initiatie atletiek scholen uit andere gemeentes)

- samenwerking buurtcomité: wegwedstrijden

- Eigen jeugdwebsite

- wedstrijdkledij, trainingspak, regenjas van de club sponsors.

- PR manager heeft regelmatig contact met media (krant en “atletiekleven”)

Zwakte:2009

- Steeds dezelfde vrijwilligers waarop men een beroep moet doen

- Te weinig sponsors

- Relatie sponsors

Kansen:2009

- Contact onderhouden met scholen.

- Contact sponsors onderhouden: Kaas en wijnavond

Bedreigingen:2009

- Het vinden van nieuwe sponsors.

5 COMMUNICATIE (extern en intern)

Sterkte:2009

- Eigen website

- Maandelijkse bestuursvergadering

- Flyer nieuwe leden, cross, indoor en piste wedstrijden.

Zwakte:2009

- Geen info avond ouders

- Geen technisch geschoolde trainerscoördinator die in het bestuur zit.

- Te weinig bestuursleden

Page 13: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

- Geen clubblad voor de leden

- Een en dezelfde persoon moet steeds meer taken op zich nemen.

Bedreiging:2009

- Geen interesse van vrijwilligers voor bestuur functies.

6 FINANCIEN

Sterkte:2009

- Stabiele inkomstenbron

- Inkomsten uit diverse organisaties (wedstrijden) en organisaties.

Zwakte:2009

- Weinig sponsorgeld

- Geen inkomsten kantine

- Reeds twee jaar negatief saldo eindbalans

Kansen:2009

- 2011 inkomsten kantine

- meer leden meer inkomsten

- Meer subsidies overheid

Bedreiging:2009

- minder sponsorgeld door financiële recessie.

Door middel van deze analyse worden de verbeterpunten goed zichtbaar. Het doel van het beleidsplan is om door

het uitstippelen van beleid en het opschrijven en uitvoeren van de actiepunten de vereniging gezond te houden

en verder te ontwikkelen.

5. Doelstellingen

Wat willen we in de komende jaren bereiken?

1. Als vereniging willen we onze visie behouden (zie visietekst)

2. Verbeteren van de opleiding van jeugdtrainers

Page 14: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

3. Deelname van jeugdleden aan competitie wedstrijden verbeteren: meer dan 37% zou haalbaar moeten zijn.

4. Betrokkenheid van ouders verbeteren

5. Benutten van hulptrainers verbeteren

6. Meer vrijwilligers proberen aan te trekken

7. Meer sponsors trachten warm te maken

8. Onderlinge communicatie trainers en communicatie bestuur - trainers te verbeteren.

9. Financiën handhaven

10. Duidelijke omschrijving maken van de taken bestuursfuncties en commissies verantwoordelijken.

11. Fun happening organiseren.

6. Planning jaar 2009-2014

Algemeen

Werven van bestuursleden

Duidelijke taakomschrijving maken van alle commissies. vergadering frequentie, verslaggeving, budgetbeheer) en afspraken maken over de afstemming en

terugkoppeling naar bestuur of de verantwoordelijke hiervoor)

Zorg dragen voor voldoende trainers en hulptrainers in verhouding met het aantal leden, vergoeding herbekijken en een duideli jke structuur opbouwen.

Heropstarten van clubblad

Jaarplanning opstellen

Lidgeld herbekijken

aanwerven trainers met ervaring

clubclustering:

Vrijwilligers aanwerven

Aandacht besteden aan het aantrekken van nieuwe juryleden (jurycoördinator), opleidingen (ET en uitslagenverantwoordelijke) deze moeten tot het jurykorps

behoren wat voor de taak als uitslagenverantwoordelijke niet het geval is.

Opzetten van een vrijwilligerscommissie, coördinator, functies benoemen, materiaalverantwoordelijke….

Jeugd

Extra activiteiten organiseren (fundag, ouderdag) in samenwerking met andere verenigingen van onze gemeente.

Jeugd commissie samenstellen

Actie om de jeugd meer aan wedstrijden te laten doen (beloningssysteem via kledingsbon en clubklassement)

Apart organogram jeugd opstellen

Talenten detectie systeem handhaven.

Sponsoring

Sponsorbeleid opmaken.

Page 15: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Communicatie

Indien kantine, meer sociaal contact mogelijk.

7. evaluatie seizoen 2008-2009

Verbeteren van de opleiding van jeugdtrainers:

Via de cursus aspirant initiator, met als docent Roels Paul (B trainer AC HAMM), hebben we in samenwerking met de atletiekclub AC DENDERLAND, enkele

van onze trainers en atleten kunnen warm maken om deze cursus te volgen gaan deze cursus ook volgen. Zij staan in als vervangende hulptrainer en indien

nodig kunnen wij een beroep op hen doen.

Deelname van jeugdleden aan competitie wedstrijden verbeteren: meer dan 37% zou haalbaar moeten zijn:

Het lidgeld voor nieuw aangesloten leden is verhoogd met 25€. Na een bewijs van deelname aan 5 wedstrijden, krijgen zij hun borstnummer en bon van

40€ (voor aankoop clubkledij). Bij een deelname van 10 wedstrijden, kunnen krijgen ze gratis een trainingspak. De gratis aansluitingen na de

scholenveldloop, blijven bestaan maar worden aangesloten als recreant.

Betrokkenheid van ouders verbeteren

Door de bouw van een kantine hadden wij gehoopt, het sociaal contact te verbeteren en zo ook ouders en vrijwilligers aan te spreken om te helpen met

verschillende taken. Spijtig genoeg is de financiële kwestie nog steeds niet opgelost en loopt het project heel wat vertraging op. Wij organiseren wel een

info avond voor nieuwe, oud-leden en ouders. Via de trainers vergadering werd er wel gevraagd om meersociaal contact te leggen dmv een BBQ of….

Het bestuur zal proberen dit te organiseren indien er voldoende medewerkers zijn. Het starten van een vrijwilligerscommissie is nog niet aan de orde, wel

hebben we reeds een database aangelegd.

Meer sponsors trachten warm te maken

Door de financiële recessie heeft onze hoofdsponsor (tijdelijk) afgehaakt. Wij opteren voor een jaaraffiche te maken en hopen hiermee, nieuwe en kleinere

sponsors aan te trekken.

Activiteiten meetings

Door brand polsstokstand kunnen wij volgend jaar geen wedstrijden houden. Wel zal er voor de jeugd enkele fundagen georganiseerd worden.

8. evaluatie seizoen 2009-2010

Jeugd

Voor het éérst in 5 jaar stellen wij een vermindering vast van het aantal jeugdleden. Wellicht te wijten aan het niet meer uitdelen van gratis aansluitingen

tijdens de scholencross. Wij geven enkel nog een info flyer mee; de atleten die aansluiten via dit systeem hielden het na 1 jaar voor bekeken.

Initiatie atletiekdag is een groot succes, misschien nog meer publiciteit maken naar de Hamse scholen toe. Volgend seizoen wordt er een fundag

georganiseerd (waarvoor er meer reclame zal gemaakt worden) ook voor niet aangesloten leden.

Trainers

Het doorschuifsysteem, waarbij alle disciplines voor de jeugd aan bod komt, begint zijn vruchten af te werpen. Enkele cadetten, scholieren doen nu zelfs

meerkampwedstrijden mee.

Via de cursus aspirant initiator hebben we meer gediplomeerde trainers.

Na ontslag van een B trainer is de communicatie onderling sterk verbeterd. Een trainer afgestudeerd met diploma bachelor LO neemt zijn plaats in en zal

in de loop van 2011 een cursus B diploma discus-kogel willen behalen.

Page 16: “ATL TI K IS M R AN LOP N ALL N 5j. Beleidsplan voor de ......1 Voorwoord (panathlon verklaring en eindtermen VAL) 2 inleiding 3 Visietekst 4 balans (sterke – zwakke punten) 5

Vrijwilligers

Bouw kantine is een feit, De start wordt gegeven in november 2010, het einde is voorzien in augustus. Hierdoor zullen onze pi stemeetings beperkt zijn tot

2. Maar het sociaal contact zal hierbij verhogen en kunnen we meer vrijwilliger aantrekken.

Profilering

Samenwerking: scholen (initiatie dag) – feestcomités (stratenloop Kastel en Moerzeke) misschien in de toekomst een eigen organisatie – gemeente

(Kerstmannenloop) – publicatie lichtkrant – deelname week van de sportclub.

Communicatie extern intern

Website is aan vernieuwing toe. Indien kantine meer organisaties mogelijk. Info dag voor ouders nieuwe leden is een feit.

Financiën

Meer inkomsten door kantine.

Meer kleinere sponsors door aanmaak van jaar affiche.

evaluatie seizoenen 2010-2012

Leden: In 2009 was het aantal jeugdleden geleidelijk aan het dalen. Nu merken we enkel nog een daling bij de overgang van benjamin naar pupillen.We

gaan het volgend seizoen (2014) meer fundagen organiseren en alternatieve wedstrijden voor benjamins en pupillen organiseren om zo de overgang van het

competitie gebeuren niet te bruusk te laten verlopen.We organiseren meerdere stratenlopen: 10 miles Hamme, Kastel, Berlare waar we meer aandacht

schenken aan de afstanden voor de jeugd. De benjamins gaan we niet integreren in het doorschuifsysteem, we zijn van mening dat deze groep nog steeds

meer behoefte heeft aan eenzelfde trainster (moederkloek) en de atletiek disciplines nog steeds in spelvorm aangeboden worden op deze leeftijd.

Organisaties: Organisatie van een ouder kind evenement zal in de kalender van 2014 een plaats krijgen. De samenwerking scholen, sportorganisaties, dienst

welzijn gemeente en VESTA blijven een must en breiden verder uit.

De kantine is stilletjes aan ingeburgerd: na 48j als zonder kantine, vinden de ouders en atleten dit niet zo vanzelfsprekend om er info of sociaal contact op

te doen. Het houden van een festiviteit is noodzakelijk. De infodag voor nieuwe leden zal eind september in het lokaal doorgaan.

Vrijwilligers: Steeds meer vrijwillige hulp van ouders bij meetings en dergelijke activiteiten. 3 nieuwe ET operatoren. Een spijtig punt is dat onze juryleden

stilletjes aan afhaken (de meeste hebben geen kinderen meer bij de club). Ondanks de vele publiciteit om de mensen warm te maken en een cursus als jury

lid te doen, is er weinig respons van de ouders. Vroeger kon men op het terrein zelf een proef afleggen als jurylid, nu is de verplaatsing voor velen te ver

en data niet gepast. Men wordt ook afgeschrikt door de proef zelf. Misschien een soepelere aanpak door VAL of PC kan het aantal juryleden weer doen

stijgen.

Trainers: Afdeling Berlare, kern breidt uit en hopelijk in 2014 vinden ook de jeugd de weg naar Berlare. Natuurlijk is de accommodatie daar niet zo

bijzonder en wordt er op dinsdag of woensdag een training georganiseerd in Hamme.