Annemiek Veen, Geert Driessen & Maartje van Daalen (2015) ORD VVE-doelgroepkinderen in voorschoolse...
-
Upload
radboud-university-nijmegen-the-netherlands -
Category
Education
-
view
154 -
download
0
Transcript of Annemiek Veen, Geert Driessen & Maartje van Daalen (2015) ORD VVE-doelgroepkinderen in voorschoolse...
Hier een appetizer
1
Vve-doelgroepkinderen in voorschoolse voorzieningen:
indicering en aanbod
Annemiek VeenGeert Driessen
Maartje van Daalen
ORD18 juni 2015
2
Twee vragen1. Hoe vindt indicatiestelling plaats?
2. Hoe gaan de instellingen/pedagogisch medewerkers om met kinderen met verschillende indicaties?
Opdrachtgever: ProBO, NROUitvoering: ITS en Kohnstamm Instituut
3
OnderzoeksaanpakSteekproef: 12 gemeenten (3 groot, 6 middelgroot, 3 klein)Vraag 1:Documentstudie gemeentelijke documenten (doelgroepcriteria; werkwijze indicatiestelling); interviews 11 JGZ-stafmedewerkersVraag 2: Interviews 25 stafmedewerkers/pm-ers van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, 2 per gemeenteHoofduitkomsten vraag 1 en 2:Voorgelegd aan deskundigenpanel (30 personen; schriftelijk), knelpunten en mogelijke oplossingen 4
Uitkomst vraag 1
• Gemeenten verschillen in doelgroepdefiniering en indicatoren voor vve-verwijzing
• Variatie in door JGZ gebruikte instrumenten bij de indicering van doelgroepkinderen voor vve
• Leidt tot heterogene instroom in voorschoolse voorzieningen
5
Indicatoren voor vve
• opleidingsniveau ouders• thuistaal• taalomgeving• taalachterstand• sociale, sociaal-emotionele
en sociaal-medische factoren
6
Vraag 2
Hoe gaan de instellingen/pedagogisch medewerkers om met die heterogeniteit?
• Zijn zij op de hoogte van de indicatie?• Zijn ze adequaat geschoold mbt de specifieke
indicaties?• Wordt het vve-aanbod afgestemd op de
verschillen?• Zijn de beschikbare programma’s geschikt?• Hoe worden ouders bij de aanpak betrokken?
7
Interviews met 25 pm-ers (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven), 2 per gemeenteGespreksleidraad (open en gesloten vragen):-Achtergrondgegevens-Voorbeelden van kinderen-De organisatie van vve in de groep
8
Voorbeelden van kinderen, gebaseerd op- Indicatoren- Uiting in de groep- Thuissituatie
9
Vignet 1(Dreigende) taalachterstand
Sami is een jongetje van 2,5 jaar, en is nog maar kort in de groep. Hij spreekt nog geen enkel woord Nederlands. Dat is niet zo gek, omdat bij hem thuis een andere taal wordt gesproken. Hij spreekt vlot zijn eigen taal met andere kindjes in de groep die dezelfde taal spreken. Hij is wel leergierig, en luistert aandachtig naar de leidster.
10
Aanbod door pm-ers
• Zorgen voor veiligheid kinderen• Vve-programma gebruiken• Extra materiaal en activiteiten
inzetten• Stimuleren van ouders
11
Differentiëren • Door observeren en plannen maken• Goede voorbereiding en planning• Taakjes aanpassen aan niveau kind• In kleine groepjes werken• Losse momenten gebruiken
12
Knelpunten
• Teveel doelgroepkinderen in één groep
• Combinatie baby’s en peuters• Ouders die geen Nederlands spreken
of geen interesse tonen
13
Vignet 6 (Dreigende) achterstand in sociaal-emotionele ontwikkeling en
zelfstandigheid
Lara is ruim 3 jaar en heeft het thuis niet gemakkelijk omdat haar ouders haar niet goed verzorgen. Haar ouders hebben teveel problemen met zichzelf. Lara is nog niet zindelijk en heeft ook hulp nodig met andere dingen die kinderen van haar leeftijd al zelf kunnen doen. Zo kan ze haar jas nog niet zelf aantrekken.
14
Aanbod
• Deze kinderen moeilijk op te vangenVoor zover mogelijk:• Zorgen voor veiligheid kinderen• Vertrouwen ouders verkrijgen• Hen helpen externe hulp te zoeken
15
Nodig
Deskundigheid in • signaleren• betrekken ouders–niet als bemoeial overkomen–niet te ver met hen meegaan
16
Uitkomsten vraag 2:• Bijna alle pm-ers weten van de meeste of alle
kinderen wat de indicatiegrond is geweest• In peuterspeelzalen grotere variatie/heterogener
dan in kinderdagverblijven• Nauwelijks kinderen met (sociaal)medische
problemen
17
Aanbod:• Doelgroep- en niet doelgroepkinderen zitten bij
elkaar• Pm-ers zeggen geen onderscheid te maken op
basis van de officiële doelgroepdefinitie, maar kinderen de individuele hulp te bieden die nodig is
• Zolang het gaat om kleine problemen in de ontwikkeling kunnen ze het aan
18
Maar als sprake is van zwaardere problematiek of ‘teveel’ kinderen met problemen: • Moeilijk om ieder kind de juiste steun en
stimulering te bieden• Volstaat de groepsgrootte van 1: 8 niet (dan is 1-
op 1 contact nodig) • Bieden vve-programma’s te weinig houvast • Is contact met ouders moeilijker• Hulp van buiten is dan gewenst
19
Experts:• Pm-ers wel pedagogisch en praktisch, maar te
weinig ‘educatief’ • Nederlandse taalvaardigheid pm-ers laat te
wensen over
20
Aanbevelingen• Besteed in de opleiding van de leidsters
nadrukkelijker aandacht aan sociaal-emo tio nele, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, opbrengstgericht werken, interactie vaar dig heden, differentiëren, eigen taalvaardigheid Nederlands, ouderparticipatie.
21
• Verbeter de samenwerking tussen de verschillende partijen, zoals consultatiebureau/JGZ, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, basisscholen en gemeenten.
• Investeer in ouderbetrokkenheid en -participatie, thuis en in de groep.
• Zet onderzoek uit naar de effecten van nieuwe aanpakken of programma’s die gericht zijn op zorgkinderen of combinaties van kinderen met zorg en achterstanden in de voorschoolse voorzieningen.
22
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen m.m.v. Yolande Emmelot & Iris BollenVVE-doelgroepkinderen in de voorschoolse fase. Indicering en aanbod. Nijmegen: ITS (2015).
its.ruhosting.nl/publicaties/pdf/r2026.pdf
23
Dank voor uw aandacht!
24
25