anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december...

46

Transcript of anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december...

Page 1: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,
Page 2: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

anarchistisch tijdschrift

Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989.De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS, Moerkapelle,ISSN-nummer 0920-3257.Bestelling: door storting op postgiro 4460315 van de AS te Moerkapelle.Jaarabonnement: ƒ24,-; buiten Benelux f30,-Druk: Macula, Boskoop.Zetwerk: Stichting Rode Emma, Amsterdam.Adreswijzigingen: bij voorkeur per briefkaart, of per giro (verbeter het adres op de kaart)graag met vermelding van de postcode.Reklamering: met vermelding van de laatste betaaldatum, als aangegeven in uw giro-admini-stratie.Nieuwe abonnementen: gaan in met het eerste nummer van de jaargang, tenzij anders aange-geven bij bestelling.Redactie-adres: postbus 35061, 3005 DB Rotterdam.Administratie-adres: postbus 43,2750 AA Moerkapelle.Redactie: Cees Bronsveld, Marius de Geus, Thom Holterman, Marli Huijer, Rudolf de Jong,Jaap van der Laan, Wim de Lobel, Bas Moreel, Simon Radius, Hans Ramaer.Omslagontwerp: Detlef Greinert.Verder werkten mee: Ferd. v.d. Bruggen en Chris Roemen

DE STAAT VAN DE ECOLOGIE

Marius de Geus

De kwaliteit van het bestaan en mogelijk het menselijk overleven zelf worden be-dreigd door grootschalige milieuvervuiling. De ernst van de situatie begint langza-merhand tot steeds meer mensen door te dringen. Ook de politieke partijen lijkenzich nu met de milieuproblematiek te gaan bezighouden, waarbij echter opvalt datze -met uitzondering van Groen Links en De Groenen- niet opereren vanuit eenconsequent kritische visie.In deze bijdrage wil ik de vraag aan de orde stellen of het mogelijk is om met hetanarchisme als leidraad een analyse te geven van en antwoorden te bedenkenvoor de huidige milieuproblematiek Bestaat er een samenhangend libertair alter-natief? Of zijn libertaire oplossingen juist ongeschikt voor de hedendaagse proble-men? Want hoewel anarchisten zich zoals men weet tegen de dominante staatkeren, menen sociaal-democraten bijvoorbeeld "dat een daadkrachtig milieube-leid voor alles scherp normerende, bindende en met sanctiemogelijkheden to9e-ruste regelgeving vereist", en dus een omvangrijke en actief optredende overheid.

Het actuele milieuprobleem vindt zijngrondslag in een ingewikkeld complexvan factoren, waarvan ik in dit kortebestek de meest in het oog springen-de wil bespreken.In onze maatschappij heeft de menszich een autoritaire houding eigen ge-

maakt ten opzichte van zijn natuurlij-ke leefomgeving. De natuur wordtdoor velen louter beschouwd als eeninstrument dat volledig ten dienstemoet staan aan de mensheid. Hetidee overheerst dat de mens zondermeer mag ingrijpen in de natuurlijke

Page 3: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

verhoudingen om zijn eigen wel-vaartsniveau te verhogen en zich niethoeft te bekommeren om de gevolgenvan zijn handelen. Met de opkomstvan de industriële maatschappij is degedachte ontstaan dat de mens moetheersen over de natuur en dat de na-tuur een object is dat er sleshts opwacht te worden geëxploiteerd. Het iseen kijk op de natuur die men in zo-wel de kapitalistische als de zogehe-ten socialistische wereld aantreft.De (economische) ideologie van degroei hangt hiermee nauw samen. Hetideaal van economische groei, van uit-breiding van markten, van telkensgrotere productie, treft men feitelijkbij alle industriële naties aan, en isnog steeds boven iedere discussie ver-heven. Er wordt niet ingezien dat ereen fundamentele tegenstelling be-staat tussen het gelijktijdig strevennaar milieubehoud en het stimulerenvan de industriële groei. In de prak-tijk leidt groei immers tot het gebruikvan grotere hoeveelheden energie endus tot grotere vervuiling (onder an-dere het broeikaseffect). De ideolo-gie van de groei is een ideologie vankwantiteit, terwijl zowel maatschappijals milieu primair gebaat zijn bij eenideologie van kwaliteit, dat wil zeggenvan hoogwaardige, duurzame en ener-giezuinige productie.Ook de wijze van produceren is opzich een belangrijke factor die zijnweerslag heeft gehad op het milieu. Inde kapitalistische economie wordtniet geproduceerd met het oog op demaatschappelijke behoeften en metinachtneming van de natuurlijke leef-omgeving van de mens, maar om win-sten te behalen. De ondernemersrichten zich op expansie en dus kapi-taalsvermeerdering en houden daarbijin de regel geen rekening met demaatschappelijke en ecologische con-sequenties van hun handelen. Zij pro-

beren de goederen zo voordelig mo-gelijk te produceren, terwijl milieuin-vesteringen in hun optiek alleen maartot hogere kosten leiden. Net als veelindividuen trachten bedrijven de mi-lieukosten te ontlopen en waar moge-lijk af te wentelen op anderen (de ge-meenschap als geheel, de toekomstigegeneraties, etc.). Zij verschuilen zichachter de volgende bekende argu-mentatie: 'laat de anderen maar voor-op lopen met milieuvriendelijk ge-drag' -bang als ze zijn voor een ver-slechterde concurrentiepositie en af-nemende groei- en winstcijfers. Eendergelijke houding van de producen-ten is inherent aan het kapitalistischeeconomische stelsel.Een andere factor is die van de con-sumptiemoraal die onze maatschappijstevig in de greep houdt. Er is gelei-delijk een mentaliteit ontstaan diegrotendeels is gericht op materiëlegroei en onbeperkte consumptie. Debelangstelling van velen richt zich inhoge mate op het bezit van nog meerconsumptiegoederen, terwijl men zichniet in het minst lijkt af te vragen watde gevolgen van deze houding voorhet milieu zijn. Overigens wordt dezeconsumptiedrift sterk aangewakkerddoor de bedrijven die de gefabriceer-de artikelen met intensieve reclame-campagnes aan de man/vrouw probe-ren te brengen.Een volgende factor is de centralisa-tie- en concentratietendens van de in-dustriële maatschappij. Zo wijst Mur-ray Bookchin in zijn werk terecht opde concentratie van hulpbronnen enarbeidskracht in gigantische industri-ele ondernemingen en stedelijke een-heden, waardrr enorme afvalstro-men ontstaan. De industriële maat-schappij concentreerde de arbeidersin massale stedelijke agglomeraties enhet werk in grootschalige en gecentra-liseerde fabrieken, waardoor het lo-

2

Page 4: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

kale milieu onvermijdelijk sterk over-belast raakte en er een oneigenlijkescheiding is ontstaan tussen plattelanden stad. Daarnaast werden na deTweede Wereldoorlog met de op-komst van buitenwijken en slaapste-den de werk- en leefomgeving van demensen geleidelijk meer en meer uitelkaar getrokken. Het werk van demensen is op deze wijze steeds verdervan hun huis en haard komen te lig-gen. De verplaatsingen die hiervanhet gevolg zijn, hebben een onaan-vaardbaar groot beslag gelegd op hetnatuurlijk leefmilieu met alle gevol-gen vandien (wegen, lucht- en bo-demverontreiniging, etc.)In verband hiermee moet ook hetontstane 'mobiliteitsethos' worden ge-noemd. Terwijl de mens vroeger ge-noegen nam met transport binnen eenbeperkt gebied, wordt heden ten dageaangenomen dat iedereen, ongeachtde schade voor het milieu, zich onbe-perkt moet kunnen verplaatsen, voor-al natuurlijk gemotoriseerd. Het ge-volg is dat velen ver van hun werk zijngaan wonen en in het weekend en tij-dens de vakanties in hun auto krui-pen, met als gevolg milieuveront-reiniging. Het recht op bewegings-vrijheid is op zich uiteraard een grootgoed, maar de maatschappelijke enecologische kosten van het gemotori-seerde verkeer zijn inmiddels tot eengevaarlijk niveau gestegen.Verder is het liftersgedrag' ('free-ri-derprobleem') een belangrijke factor.Met name Mancur Olson besteedt inzijn The Logic of collective action aan-dacht aan het verschijnsel dat indivi-duen en groepen zullen trachten teprofiteren van bepaalde collectievegoederen, zoals een schoon intlieu,maar er niet voor willen betalen. Dithoudt in dat mensen zich, indien ergeen vormen van dwang worden uit-geoefend, gaan gedragen als ratio-

neel-calculerende individuen die hunindividuele belang (bijvoorbeeld alsblije rijder) laten prevaleren bovenhet gemeenschappelijk belang (scho-ne lucht). Dit vanuit de gedachte 'watmaakt het uit wanneer ik besluit ommijn wagen van de hand te doen. Ikverlies wel mijn automobiliteit, maarhet milieu wordt er niet merkbaarschoner van'. Veel individuen vindenzich voor dit dilemma geplaatst.Last but not least is het beleid van de(kapitalistische) staat een niet weg tecijferen factor die van invloed is ophet milieu. De staat heeft de laatstedecennia, ondanks het feit dat de kansop een dreigende milieuramp reedslang bekend was, een zeer weifelend,terughoudend en volledig ontoerei-kend milieubeleid gevoerd. De staatheeft zich op deze wijze feitelijk ge-dragen als belangenbehartiger van hetbedrijfsleven. De ondernemerslobby iser vooralsnog wonderwel in geslaagdom te voorkomen dat dure milieu-in-vesteringen en milieuzorgsystemenwerden opgelegd. Zij hebben wetenLe bereiken dat de ondernemersvrij-heid niet of nauwelijks werd aange-tast, dat er uiterst soepele milieunor-men en -voorschriften werden gehan-teerd, en aan de uitstoot van schade-lijke stoffen weinig of soms geen be-perkingen werden opgelegd. De vrijeondernemingsgewijze productie werdtot op heden in milieuopzicht eigen-lijk geen strobreed in de weg gelegd,waardoor Nederland naar puur eco-nomische maatstaven welvarenderwerd, maar de kwaliteit van de leef-omgeving drastisch verslechterde.Dit zijn enkele van de centrale facto-ren die in samenhang met de toene-mende bevolkingsgroei tot gevolghebben gehad dat het zelfordenendevermogen van de diverse eco-syste-men is aangetast. Natuurlijke syste-men zijn zoals bekend in principe

3

Page 5: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

zelfregulerend en op deze wijze instaat om in te spelen op de com-plexiteit van de omgeving. Bij al tegrote verstoringen van buitenaf wordtechter het stabiele voortbestaan vande natuurlijke systemen in gevaar ge-bracht. Momenteel komt de mens detwijfelachtige eer toe het zelforgani-serende en herstellende vermogenvan de natuur te vernietigen door on-doordacht ingrijpen in de natuur endoor verspillende c.q. milieugevaar-lijke consumptie- en productiepatro-nen. Wat zijn nu de voornaamste li-bertaire oplossingen voor de milieu-problematiek?

LIBERTAIRE OPLOSSINGENDe grote kracht van het libertaire ge-dachtengoed ligt in de ideeën over e-thiek. Anarchisten hebben vanoudseen houding van overheersen en uit-buiten afgewezen. Het idee van har-monie tussen mensen onderling en inde verhouding van mens en natuurstaat bij hen centraal. Anarchismekenmerkt zich door een denken intermen van evenwichtige en duurza-me relaties en verantwoordelijkheidten opzichte van de omgeving. De op-voeding van mensen zal zich dan ookmeer moeten richten op het vermij-den van dominerend gedrag ten aan-zien van medemens en leefmilieu.Het bijbrengen van ecologisch be-wustzijn moet een onderdeel vormenvan deze strategie, die op den duurzal kunnen leiden tot een diepgaandementaliteitsverandering. Inzicht inhet belang van de kwaliteit van hetbestaan in plaats van ongelimiteerdeconsumptie zal hier een onderdeelvan moeten uitmaken, evenals het be-nadrukken van ieders individuele ver-antwoordelijkheid voor het leefmili-eu. De kerngedachte is hier in feite:verbeter het milieu door bij jezelf te

beginnen. Dat betekent zoveel mo-gelijk milieuvriendelijk consumeren,verplaatsen, etc.In de libertaire visie zal de gecentrali-seerde industriële maatschappij plaatsmoeten maken voor een gedecentrali-seerde samenleving zonder massalestedelijke en industriële concentra-ties. In navolging van Kropotkins 'sce-nario' dienen goederen geproduceerdte worden in kleinschalige fabriekenen werkplaatsen die over het heleland verspreid staan: dus geen con-centraties in fabriekssteden, maar fa-brieken en werkplaatsen in kleineverbanden op het platteland, dicht bijde akkers en de velden. Het resultaatzal bestaan uit zelfbeherende lokaleeenheden waarin de mensen industri-ele en agrarische activiteiten in eenharmonische samenhang met de na-tuur combineren en zowel gegtelijkals lichamelijk werk verrichten. Dezeverregaande decentralisatie, gekop-peld aan kleinschalige productie, zalzorgen voor een meer gespreide enoverzichtelijker afvalproductie.De productie en consumptie van goe-deren zullen in een dergelijk produc-tiesysteem een fundamentele veran-dering ondergaan. De centrale ge-dachte zal moeten zijn dat de eco-sys-temen in evenwicht blijven. Een liber-tair en ecologisch verantwoorde ordeis een orde die zich door ingebouwdeprocessen van aanpassing telkens her-stelt en zijn evenwicht terugvindt. Ditimpliceert dat de geproduceerde af-valstoffen opneembaar c.q. afbreek-baar moeten zijn voor het milieu,zonder blijvende schade aan te rich-ten. De goederen worden vervaardigdmet vermijding van verspilling vanenergie en grondstoffen, terwijl deproductie zich concentreert op duur-zame kwaliteitsgoederen, die te repa-reren zijn, een lange levensduurhebben, zich lenen voor recycling en

4

Page 6: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

die het milieu na afloop van de ge-bruiksperiode dus niet belasten.'Bij de productie wordt in dit modelgebruik gemaakt van onuitputtelijkeen schone energiebronnen zoals zon,wind en getijdenwisseling en vindt zo-veel mogelijk decentrale energieop-wekking plaats. Anarchistische econo-mie is niet georiënteerd op ongelimi-teerde groei, ongebreideld energie-verbruik en grootschaligheid, maar opkwalitatief hoogwaardige producten,energiezuinigheid, menselijke schaalen derhalve op een ecologisch aan-vaardbare en verantwoorde vooruit-gang. Dit houdt onvermijdelijk in-krimping in van de vervuilende secto-ren van de economie (zoals chemieen intensieve veehouderij) en, waarmogelijk, een uitbreiding van de mi-lieuvriendelijke sectoren.Anders dan door tegenstanders veelalwordt gesuggereerd, hebben anarchis-ten geen afkeer van de techniek. Zijhebben nooit een 'primitieve samen-leving' of een 'terug naar de natuur'bepleit. In zijn The Conquest of Breadgeeft Kropotkin bijvoorbeeld tallozevoorbeelden van een mIttig gebruikvan technische middelen.'Waar techniek het bestaan veiliger engerieflijker maakt en er een intelli-gent gebruik van wordt gemaakt, zon-der riskante gevolgen voor mens enmilieu, hebben de libertaire denkershaar zonder problemen geaccepteerd.Er dient dus verstandig gebruik teworden gemaakt van de modernetechnieken om zo efficiënt en schoonmogelijk te kunnen produceren. Ui-teraard dienen deze technieken bijvoorkeur 'inherent schoon' te zijn enop eenvoudige wijze te onderhoudenen te beheren. Bij libertair-ecologi-sche techniek gaat het om technolo-gieën met een laag energieverbruiken zo gering mogelijke invloed op hetmilieu. Onderzoeksgelden dienen dan

ook gebruikt te worden voor een ver-dere ontwikkeling vin dit specifiekesoort technologieën.'Een libertair-ecologisch verantwoordvervoerssysteem gaat uit van de per-soonlijke vrijheid om te gaan en testaan waar men wil. De onvoorwaar-delijke vrijheid van het individu istenslotte het centrale uitgangspuntvan de libertaire politieke theorim(Proudhon, Bakoenin, Kropotkin)."Vanuit ecologische overwegingenmag echter de maatschappij als voor-waarde stellen dat de individuele ver-plaatsingen gepaard gaan met een zolaag mogelijk energieverbruik, zo minmogelijk milieuschade en hinder aande medemens. Dit impliceert dat hetvoortbewegen op eigen kracht allevoorrang dient te krijgen. Tenslotte:te voet en per fiets vervuilt men niets.De benodigde voorzieningen zoalswandel- en fietspaden worden danook drastisch uitgebreid.Onderzoek heeft uitgewezen dat defiets momenteel het meest efficiëntevoertuig is, dat weinig ruimte ge-bruikt, niet vervuilt en een relatiefeenvoudige en goedkope infrastruc-tuur 'vereist. Ook Ivan Illich wijst opde wijdverbreide misvatting "dat beterverkely gelijk staat aan sneller ver-keer". Bij afstanden tot circa tien ki-lometer kan de fiets overigens in tijdmoeiteloos concurreren met de auto.Daarnaast zal er een efficiënt, fijnma-zig, frequent en goedkoop (of gratis)openbaar vervoer moeten zijn, dat zomin mogelijk ruimte en energie op-slokt. Het auto- en vliegverkeer (tweevan de meest inefficiënte transport-middelen) dienen drastisch af te ne-men, aangezien zij een onevenredigebelasting voor het milieu inhouden.Dit kan worden bereikt door onver-kort de ecologische kosten van dezevervoersvormen aan de gebruikersdoor te berekenen. Autorijden en

Page 7: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

vliegen zullen in dat geval niet onmo-gelijk of verboden zijn, maar wel duuren mogelijk met beperkingen.Fiets en openbaar vervoer zullen der-halve de twee dragende pijlers vor-men van een pertair-ecologisch ver-voerssysteem. Alleen deze wijzenvan transport stellen de mens in staatom zich acceptabel snel te verplaat-sen, zonder veel ruimte- en energie-verspilling, zonder de verplaatsingvan de medemens te hinderen en deveiligheid van anderen in gevaar tebrengen. Of blijven we de 1500 ver-keersdoden per jaar in Nederlandnormaal vinden?

DE ROL VAN DE STAATLibertaire denkers hebben de gecen-traliseerde en piramidaal georgani-seerde kapitalistische staat altijd prin-cipieel afgewezen. Hun ideeën gaanin de richting van het afbreken vanhet bestaande staatsapparaat en be-wegen zich naar een gedecentraliseer-de, federalistische, van onderop func-tionerende organisatie, die zelfbe-stuur van lokale eenheden mogelijkmaakt. Een dergelijke libertaire orga-nisatiestructuur gaat uit van de vrij-heid en autonomie van de individuen,van het in staat stellen van de organi-satieleden om zichzelf te regeren enzelf verantwoordelijk te zijn.Het zonder enig voorbehoud introdu-ceren van een anarchistische 'staats-conceptie' bij een onveranderd on-dernemingsgewijze productie lijktmet het oog op het milieu niet ver-standig. Kapitalistische ondernemin-gen zullen zich momenteel alleenmilieuvriendelijk gedragen wanneerzij daartoe worden gedwongen dooreen sterk normerende overheid, diebereid en in staat is scherp te vervol-gen en streng te straffen. Bij handha-ving van een liberale economische

orde lijkt een strak regelende over-heid die de doelstellingen en rand-voorwaarden van het algemene mili-eubeleid vaststelt en sanctioneert dusonontbeerlijk, gezien het reeds be-sproken inherent milieuvijandige ge-drag van de meeste ondernemers. Indeze situatie is hoe dan ook een actiefsturende overheid geboden die tegen-wicht biedt tegen de macht van de on-dernemers.De staatsorganisatie en de economi-sche orde zijn i de libertaire visieniet te scheiden. Pas bij het invoe-ren van een libertaire economischeorde die is gebaseerd op gemeen-schappelijk eigendom van de produc-tiemiddelen en waar bedrijven in ei-gen beheer voor de productie zorgen,is de introductie van een volledig 'li-bertaire' politieke organisatie op zijnplaats. Een dergelijke organisatie zalniet echt een actief dwingende rol be-horen en hoeven te spelen, ook nietop het gebied van het milieu. De voor-naamste reden hiervoor is dat de zelf-beherende bedrijven niet producerenmet het oogmerk winst te maken. Incombinatie met de reeds besprokenecologisch verantwoorde opvoedingen moraal, een libertair-ecologischproductiesysteem, dito techniek envervoerssysteem zal dit kunnen leidentot een stabiele, evenwichtige enduurzame 'staat van de ecologie'.Dit neemt niet weg dat het overkoe-pelende federalistische orgaan vooralle zekerheid een milieuconstitutiedient op te stellen, met richtlijnenvoor een ecologische productie. Inhe-rent aan de libertaire visie is verderdat de uitvoering en het beheer vanhet milieubeleid in hoge mate wordengedecentraliseerd.Voorzover er dwangmaatregelennoodzakelijk zouden blijven, wordendeze alleen uitgevaardigd wanneerbedrijven zich na herhaalde en bear-

Page 8: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

gumenteerde waarschuwing niet ge-dragen conform de milieugrondwet.Om de individuele vrijheid van deburgers niet in gevaar te brengenwordt hun gedrag niet gedwongendoor de overheid. Een 'ecologisch-li-bertaire' staat zal in principe geendwang tegen burgers dienen uit te oe-fenen, maar zich primair moeten con-centreren op het scheppen van situa-ties die het de burger aantrekkelijk ma-ken om telkens milieuvriendelijke keu-zen te doen. Niet mensen verbieden inde auto te rijden of wegwerpartikelente kopen, maar de milieuschade diebepaalde goederen veroorzaken opconsequente wijze doorberekenen inde prijs, via heffingen en belastingen,en duurzame en her te gebruiken goe-deren relatief goedkoop maken. Opdeze wijze blijft de individuele keuze-vrijheid (een fundamenteel libertairegedachte) bestaan, terwijl het milieuminder wordt belast.Dan resteert nog het 'free-riderspro-bleem'. Zullen de individuen eharbeidersassociaties in een op dezewijze georganiseerde maatschappijtoch niet 'hftersgedrag' blijven verto-nen? Een aantal voorwaarden is ineen libertaire samenleving in iedergeval gunstig om dit soort gedrag tevoorkomen.1. Er bestaat van origine meer aan-dacht voor een ecologisch gerichteopvoeding en ethiek.2. Kleinschaligheid werkt liftersge-drag' tegen. In grote, onpersoonlijkeverbanden komt dit soort gedrag we-gens de anonimiteit vaker voor. Inkleinere 'gemeenschappen' waar menelkaar persoonlijk kent, voelen men-sen zich eerder verantwoordelijk voorhun handelen eg Abestaat er ook meersociale controle."3. Het type mens dat hoort bij het ka-pitalisme is individualistisch, ratio-neel-calculerend; primair uit op ei-

gen voordl; typische 'free-rider'kenmerken. Het type mens dathoort bij het anarchisme is meer ge-meenschapsgeoriënteerd, bereid totwederkerige hulp en solidariteit. Ditzijn meer de kenmerken van individu-en die niet trachten om de lasten vanhun gedrag af te wentelen op ande-ren.Ondanks deze gunstige voorwaardenbestaat er vanzelfsprekend geen ga-rantie dat er in de libertaire maat-schappij geen profiteurs en vervuilerszullen zijn. Hun aantal zal ongetwij-feld kleiner zijn, maar in sommige ge-vallen zullen maatregelen waarschijn-lijk onvermijdelijk zijn. In eerste in-stantie zal men moeten volstaan methet enkel wijzen op het 'liftersgedrag'van bepaalde individuen. Indien zijhun gedrag niet wensen te wijzigenzal de maatschappij de veroorzaaktemilieukosten op deze mensen moetenverhalen. In het geval dat individueningrijpende en onomkeerbare schadeaan het milieu aanbrengen zal er ookin een libertaire maatschappij niet ge-heel aan dwingende (straf)maatrege-len ontkomen kunnen worden.

De vraag of er een samenhangend ge-heel van libertaire oplossingen be-staat voor de huidige milieuproble-matiek kan positief worden beant-woord. Een fundamenteel probleemblijft in dit kader echter dat de econo-mische orde en de staatsorganisatieonlosmakelijk met elkaar zijn verbon-den. Handhaving van de onderne-mingsgewijze productie zal een effec-tief milieubeleid zeer moeilijk makenen vereist een sterk regelgevende endus uitgebreide en actief ingrijpendeoverheid, met alle risico's voor devrijheden van de individuele burgers.Een werkelijk ecologisch verantwoor-de maatschappij zal uit moeten gaanvan een libertair ecologisch produc-

7

Page 9: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

tie-systeem: gedecentraliseerd, in har-monie met de natuur, zelfbesturend,niet gericht op het scheppen vanwinst, maar op bevrediging van demaatschappelijke behoefte aan duur-zame en schone gebruiksgoederen.Bij een dergelijke economische ordehoort een 'staat van de ecologie'. Ditis een libertair georganiseerde samen-leving; federalistisch en gedecentrali-seerd, die zich primair inspant omomstandigheden te scheppen die het

de burger aantrekkelijk maken ommilieuvriendelijke keuzen te doen. Inzo'n maatschappij zal het free-rider-probleem aanzienlijk minder acuutzijn, zodat met een minimum aandwingende maatregelen kan wordenvolstaan. Qua omvang, rol en stu-ringscapaciteit is deze staat van deecologie een 'minimale staat' die dekeuzevrijheid van het individu zal we-ten te combineren met een optimalezorg voor het milieu.

NOTEN1. Zie bijvoorbeeld: Kiezen voor kwaliteit, PvdA Verkiezingsprogramma 1989, p. 4.2. Alvin Toffler, The 77zird Wave, Bantam Books 1981, p. 103.3. Prof. dr. J. Pen, o.a. Wie heeft er gelijk?, Academie Service, 1989.4. Murray Bookchin, Ekologie en anarchisme, Anarchistisch Kollektief, Utrecht 1977, p. 82/83.5. Mancur Olson, The Logic of collective action, Harvard University Press, Cambridge 1986, p. 2en verder.6. Zie met name Peter Kropotkin, Fields, Factories and Workshops, Swan and Sonnenschein &Co., London 1904, pp. 179-212.7. Zie ook Murray Bookchin, Ekologie en anarchisme, p. 82.8. Peter Kropotkin, The Con quest of Bread, Elephant Editions, London 1985, met name hoofd-stuk 10.9. Zie ook E.F. Schumacher over technologie met een menselijk gezicht in Hou het klein, Ambo,Baarn 1973, pp. 141-162.10. Voor een nadere uitwerking: M. de Geus, Organisatietheorie in de Politieke Filosofie, Ebu-ron, Delft 1989, p. 124.11. Ivan Illich, Energieverbruik en maatschappelijke tegenstellingen, Het Wereldvenster, Baarn1980, p. 68.12. Zie Kirkpatrick Sale, Human Scale, Perigee Books, New York 1980, pp. 251-265, over eenmens- en milieuvriendelijk vervoerssysteem.13. The essential Kropotkin, Modern Science and Anarchism, edited by E. Capouya and K.Tompkins, Liveright, New York 1975, p. 83.14.Zie ook Michael Taylor, Community, anarchy and libeny, Cambridge University Press, Cam-bridge 1982, hoofdstuk 2.15.Zie C.B. MacPherson, The political themy of Possesive Individualism, Hobbes to Locke, Ox-ford University Press, Oxford 1975.

ABONNEMENT 1990

Kostenstijgingen en vooral de grotere omvang van De AS dwingen ons het abonne-mentsgeld voor 1990 te verhogen tot 24 gulden. Losse nummers gaan 0,50 kosten.Binnenkort verzenden we de acceptgiro's voor het jaarabonnement 1990, waarbij wenadrukkelijk het steunfonds onder de aandacht brengen. Een bijdrage aan dit fondsnaast het minimumbedrag van 24 gulden is noodzakelijk om De AS te kunnen blijvenuitgeven. (Adm.)

Page 10: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

WAS KROPOTKIN WEL GROEN?

Ferd. van der Bruggen

Het is opmerkelijk dat veel lezers van Kropotkins werken hem ecologische ] ge-dachten toedichten. We veronderstellen dergelijke gedachten wèl bij hem, maarniet of in mindere mate bij andere klassieke anarchistische schrijvers zoals God-win, Proudhon, Bakoenin, Malatesta. Zo gaan bijvoorbeeld Colin Ward in zijnaantekeningen bij de doqr hem verzorgde uitgave van Fields, Factories andWorkshops (verder: FR( ) en Roel van Duyn in De Boodschap van een WijzeKabouter ook van die veronderstelling uit, evenals de redaktie van De As, die mijom een beschouwing van Kropotkins ecologische opvattingen vroeg.

De veronderstelling ontstaat mijns in-ziens enerzijds doordat Kropotkinover zo veel verschillende onderwer-pen heeft geschreven, die steeds nogactueel zijn: over evolutie-theorieën,strafrecht en criminologie, economieen de bijbehorende inrichting van demaatschappij, ethiek, fysische geogra-fie, Russische literatuur en de Franserevolutie. Dan komt gemakkelijk degedachte op, dat hij ook wel zal heb-ben geschreven over de ecologischeonderwerpen, die ons nu zozeer be-zighouden.Ten tweede stellen we vast dat de op-vattingen van Kropotkin, ze mogennog zo avantgardistisch, futurologischen utopistisch voorkomen, door hemworden gefundeerd op feiten en ophet gezond verstand. Het lijkt dan lo-gisch dat er dan ook wel -op basis vannu bekende feiten- ecologische me-ningen kunnen worden verwacht.Maar al kunnen we dan wel verklarenwaarom we bij Kropotkin dergelijkemeningen veronderstellen, de vraag isgerechtvaardigd: was Kropotkin ei,1genlijk wel zo groen, een ecologist'avant la lettre?

Om een antwoord op de vraag te kun-nen geven, moeten we eerst nagaanwie ecologist kan worden genoemd.Ik hoef hier uiteraard geen 'groenmanifest' op te stellen en voer duskortheidshalve alleen aan wat van be-

lang is voor dit artikel.Allereerst moet zo iemand de grond-houding hebben, dat zij/hij zich zor-gen maakt over de wijzen vanproductie en consumptie van de hui-dige maatschappij en de overtuiginghebben dat het anders móet, willenwe niet allen omkomen in een broei-kas van vergif. Meer positief geformu-leerd zijn belangrijke aspecten van degrondhouding: het doordacht en zorg-zaam willen omgaan met al hetgeenons omringt; respect voor de natuuren natuurkrachten, voor flora en fau-na; het niet willen heersen over of uit-buiten van de natuur maar erop in-spelen om te voorzien in onze be-hoeften.Uit deze grondhouding vloeien eenviertal meer konkrete opvattingenvoort, die kenmerkend zijn voor deecologist:1. De productie moet zijn afgestemdop de werkelijke menselijke behoef-ten; dus geen productie van nutteloze,onzinnige dingen zoals wapens of ex-tra-verpakkingen; in de lijn hiervanliggen het afwijzen van het consumen-tisme en het via de reclame opzwependaarvan;2. Bij productie en consumptie (incl.de recreatie) moet men doordacht,dat wil zeggen zo zuinig en sober alsredelijk mogelijk is, omgaan met de inde natuur aanwezige, doch slechts inbeperkte mate beschikbare energie

Page 11: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

en grondstoffen;3. Voorkomen moet worden: bescha-diging van de natuur door het afvalvan onze cultuur; het vergiftigen vanbodem, water en lucht; de gevaarzet-ting door het vrijmaken van nucleairekrachten;4. Geëist wordt 'dat er wat gebeurt':ecologische voorlichting moet wordengegeven, zodat iedereen zich bewustis' van gevaren en mogelijkheden; danmaatregelen die inbreuken op ecolo-gisch verantwoord handelen door on-nadenkendheid, onverschilligheid, ge-brek aan discipline, winststreven ofgeldzucht voorkomen en die overtre-ders met sancties en schadeclaims totde orde roepen.

TIJDGEBONDENBij de confrontatie van de opvattin-gen van Kropotkin met deze vier ken-merken moeten we ons de vanzelf-sprekendheid realiseren, dat zowelzijn als ènze opvattingen en prioritei-ten bepaald zijn door de actuele situa-tie waarin hij verkeerde en wij ons nubevinden. Voor hem bestond het pro-bleem van nucleair afval eenvoudig-weg nog niet, maar evenmin dat vande aantasting van de ozonlaag, de di-oxine-uitstoot door pvc-verbranding,de luchtverontreiniging door auto- envliegtuigmotoren.Vanuit onze door deze calamiteitenbedreigde situatie lijkt die van Kro-potkin rond de eeuwwisseling (FFWverscheen voor het eerst in 1898, her-zien in 1912) idyllisch. Althans: tenaanzien van de milieuproblematiek!Want de problemen waren in die tijdzeker zo groot, maar lagen op een an-der vlak, namelijk op dat van de soci-aal-economische verhoudingen, derechteloosheid van de arbeiders, dehonger in de industriesteden en deachterlijkheid van het platteland, het

gebrek aan ontwikkelingsmogelijkhe-den van de werkers in de in omvangtoenemende kapitalistische concerns.En daarover schreef Kropotkin nujuist in FFW en in La Con quête duPain (verder: CdP; eerste publicatiein 1,1892). Hij probeert in beide boe-ken aan te tonen dat honger en ach-terstand geen onontkoombaar nood-lot zijn. Er is voedsel voor de gehelewereldbevolking (Kropotkin beperkthet blikveld in deze boeken echterwel wat sterk tot Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika), mits menrationeel en gedecentraliseerd produ-ceert. Men behoeft daartoe ook maarbeperkte tijd in het leven aan arbeidte besteden, globaal vijf uur per dag,vijf dagen per week, gedurende ronddertig levensjaren, zodat tijd voor opt-wikkeling en ontplooiing overblijft.'Noodzakelijk zijn echter kleinschaligeland- en tuinbouw met inschakelingvan de (toenmalig) moderne techno-logie, gedecentraliseerde en over allelanden gespreide industrieën, samen-hang tussen de lokale industrie en delandbouw, waarbij de producten voor-al aan de bevolking van de eigenstreek ten goede moeten komen. Opdeze wijze krijgen we vanzelf -aldusKropotkin- een rationele productie-methode, een rechtvaardige verdelingvan de opbrengsten, een voldoen aande arbeidsbehoeften en arbeidswilvan alle leden van de maatschappij,een humanisering van de arbeid doorbetere arbeidsomstandigheden, kort-om: een anarcho-communistischemaatschappij.Duidelijk is, dat de doelstellingen vanKropotkin in deze geschriften op soci-aal-economisch vlak lagen en niet ophet ecologische. Een belangrijk argu-ment, soms zelfs het uiteindelijke cri-terium, in een redenering vormt danook vaak het financieel-economischeaspect. Een veelzeggend voorbeeld

10

Page 12: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

hiervan -ook al lijkt het wat anecdo-tisch- is de houding van Kropotkin tenopzichte van het gebruik van kunst-mest. Vaak wijst hij zonder enige toe-lichting dit gebruik van de hand. Maarsoms laat hij zich in FFW (bijvoor-beeld op p. 67) er positief over uit inverband met de grote opbrengstenvan algemeen als onvruchtbaar be-schouwde gebieden. (Een vanzelf-sprekende conclusie in FWW, datimmers wil aantonen dat ieder landvrijwel in staat moet worden geachtde eigen bevolking -zonder al te veelimporten- te voeden.)Enkele bladzijden verder schrijft hijeen typerende passage over het ge-bruik van dierlijke mest. Hij pleit er-voor dat de boer minstens enkelekoeien en varkens houdt om de mest,gemengd met het stalstro ("pure mestis vergif voor de grond") te gebruikenop zijn land. De argumenten hiervoorzijn (a) louter financieel: dit is veelvoordeliger dan het gebruik vankunstmest; (b) proto-ecologisch: dier-lijke mest is natuurlijker. Jammer ge-noeg werkt hij deze laatste gedachte,die inderdaad een aanzet tot ecologi-sche beschouwingen zou kunnen zijn,niet uit. (Over Kropotkins gebruikvan het begrip 'het natuurlijke als ar-gument kom ik later nog te spreken.)

BEHOEFI ENMet deze gedachten in het achter-hoofd kunnen we toch wel enkele op-vattingen van Kropotkin vergelijkenmet de hierboven genoemde kenmer-ken van de ecologist.In verscheidene geschriften en bijherhaling heeft Kropotkin als uit-gangspunt van een gezonde productiegenomen dat deze moet zijn afge-stemd op de werkelijke menselijkebehoeften. En het woord 'werkelijke'neemt hij dan in volle zwaarte: het

moeten redelijke behoeften zijn, dieovereenkomen met de menselijke na-tuur, dus in zekere zin algemeen men-selijk en sociaal aanvaardbaar. Nutte-loze zaken moeten in be3inse1 nietworden geproduceerd; noceloze luxemoet worden voorkomen. Niet iedereluxe wordt uitgebannen door Kropot-kin, maar het moet wel binnen rede-lijke perken van het normale men-selijk leven blijven. Als iemand graagiets extravagants luxueus zou willenaanschaffen, dan zal zo iemand moei-te hebben daarvoor een producent tevinden. Zulk een zaak zal duur zijn(Kropotkin laat in CdP luxe-goederenbuiten beschouwing bij zijn stellingvan het 'nemen naar behoefte'!) enwaarschijnlijk ziet de betrokkene danwel het onredelijke ervan in. Vooreen goed begrip van zowel Kropot-kins levensstijl als zijn daarmee ver-band houdende ideeën: hij ging ervanuit, dat iedereen heel genoeglijk kanleven zonder luxe, maar ook zonderasceet te zijn. Hij kon zelf in het so-ciale verkeer goed meedoen, was eengezellige gast en een gulle gastheer(zie hiervoor de autobiografie vanEmma Goldman).Van betekenis is in dit verband nogKropotkins opvatting, dat men in eenbepaalde streek vooral moet produce-ren voor de bevolking van die streek.Dit is een uitvloeisel van zijn stellingdat in ieder land, liefst nog zelfs in ie-dere grotere regio, zowel land- entuinbouw als lichte en zware industriemoeten worden beoefend. Hij verzetzich dus tegen de tendensen dat lan-den zich in bepaalde takken van pro-ductie zouden gaan specialiseren: inEngeland en Duitsland zware indus-trie, in Rusland grootschalige land-bouw. Veel in het betoog in FWW iseen pleidooi ervoor, dat Engelandmoet streven naar meer autarkie in devoedselproductie voor de eigen be-

11

Page 13: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

volking, door invoering van kleinscha-lige intensieve land- en tuinbouw. InRusland daarentegen moet zware in-dustrie van de grond komen.Het is niï voor ons huidige gevoel eenvreemde zaak in FWW wat lyriek telezen over "rokende schoorstenen inhet wijde Russische land" en het ent-housiasme te ontwaren waarmee Kro-potkin investeringen van grote En-gelse maatschappijen in de Russischeindustrie begroet (het begin van mul-tinationals?). Vergeten we daarbijniet, dat -en dat was zijn belangrijksteargument voor bovengenoemde stel-ling- de lonen van de arbeiders in deindustrie, vooral de zware industrie,ver uitgingen boven die van de land-arbeiders: in Rusland zouden de lo-nen gemiddeld dus stijgen, in Enge-land zouden landarbeiders werkendie de hogere industrie-lonen zoudeneisen. De slechte arbeidsomstandig-heden in de industrie zouden weldoor verdere invoering vn de tech-nologische vernieuwingen" snel wor-den verbeterd.Een tweede argument, dat Kropotkinaanvoert voor de spreiding en integra-tie van landbouw en industrie over delanden is het voorkomen van afhanke-lijkheid van het ene land van het an-dere voor het verkrijgen van voedselvoor de bevolking; hij zag deze afhan-kelijkheid vanzelfsprekend ook alseen inbreuk op de vrijheid en gelijk-heid van de volken. Hij wijst op hetgevaar van chantage door het voedsel-producerende land, waardoor het ont-vangende land de neiging zou krijgennaar de wapens te grijpen. Dit argu-ment is voor ons gedateerd. Maar datis niet het geval met het derde argu-ment: de voorgestelde spreiding vande productie maakt lange en duretransporten overbodig, vermindert inieder geval de transportcolonnes. Ditspreekt ons aan! Wij denken dan me-

teen aan vermindering van uitlaatgas-sen, van het fileprobleem, van hetenergieverbruik. Maar voor Kropot-kin was de basis van dit argument definanciële besparing.

VERKWISTENHet grondstoffenprobleem speelde inhet geheel nog niet in de tijd vanKropotkin, namelijk de laatste decen-nia van de vorige eeuw. Hij is erg en-thousiast over een voortvarend ge-bruik van electriciteit, omdat dezenaar zijn mening zonder verlies vianetwerken kan worden verspreid. Ditbrengt de mogelijkheden, die tot dantoe alleen de steden konden bieden,ook naar het platteland en dat bevor-dert dus de decentralisatie. Dat metkolen gestookte electriciteitscentra-les, zoals Kropotkin die in Engelandvan nabij zag (maar kennelijk nietrook in de ook toen veel voorkomen-de smog), ernstige luchtvervuilerszijn, was bij de toenmalige capaciteitvan de electriciteitsvoorziening niet teoverzien.Hij waarschuwt in CdP voor uitbui-ting van in een land aanwezige grond-stoffen, maar dan wel indien dit dooreen ander land gebeurt. Immers -zo-als reeds gezegd- alle landen moetenieder voor zich zoveel mogelijk zelf-voorzienend zijn ten aanzien van deprimaire levensbehoeften.Belangrijker in dit verband lijkt mijechter een element in de definitie dieKropotkin in FFW (p. 18) geeft vaneconomie als "de wetenschap tot on-derzoek van de behoeften van demensheid en van de middelen omdeze met een zo klein mogelijke ver-kwisting van menselijke krachten tebevredigen". Er staat dus niet: meteen zo gering mogelijke menselijkeinspanning. Er wordt het begrip 'ver-kwisting' als criterium ingevoerd: er

12

Page 14: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

moet niet nodeloos en nutteloos ar-beid worden verricht. Enerzijds ligtdit in de lijn van de gedachte dat deproductie moet zijn gericht op de be-vrediging van redelijke behoeften.Anderzijds is het ook in overeenstem-ming met de fundamentele opvattingvan Kropotkin, dat de menselijkekrachten niet alleen in sociaal ver-band op arbeid zijn gericht, maar ookop individuele en sociale ontwikke-ling.Hij betoogt in dit verband verder, datmensen zich niet moeten inspannenvoor werkzaamheden die door machi-nes kunnen worden verricht. Hierzien we weer zijn positieve opstellingten opzichte van de technologie, maarhet feit dat deze technologie ook kanbijdragen tot een zuiniger gebruik vanenergie en grondstoffen, tegen ver-kwisting dáárvan, kwam nog niet bijKropotkin op.Waar hij heel vaak in FFW (bijvoor-beeld p. 83ev.) pleit voor het inzettenvan machinale hulpmiddelen in delandbouw, bijvoorbeeld voor verwar-ming van de teeltgrond via heetwater-buizen en voor methoden tot opvoe-ring van het aantal oogsten per jaar ofhet rendement per oogst, onstaat tochwel eens de indruk dat hij de bodemwil uitbuiten door deze kunstmatig tothoge productie te brengen.Het probleem van de afvalstoffen, in-clusief die van het energieverbruik,leefde kennelijk niet voor Kropotkin,hoewel hij fysisch geograaf en notoirnatuurliefhebber was. We kunnen indit verband alleen maar bedenken:wanneer zijn wij eigenlijk bewust ge-worden van het afvalprobleem?

Zij die de geschriften van Kropotkinover misdaad en straf, en over ge-vangenisstraf in het bijzonder (Gevan-genissen en hun morele invloed opgevangenen en In Russische en Franse

gevangenissen) kennen, zullen zondermeer onderschrijven dat het vrijwelonmogelijk is dat Kropotkin milieu-delicten in een strafwet zou willen op-nemen en dus met straffen sanctio-neren. Deze veronderstelling is welis-waar speculatief omdat ecologischecriminaliteit onbekend was. We kun-nen echter met grote waarschijnlijk-heid lijnen van zijn gedachtengangdoortrekken. Deze houden allereerstin dat in een anarchistische maat-schappij a-sociale en anti-sociale han-delingen niet moeten worden gecri-minaliseerd, in strafwetten omschre-ven. Belangrijker zijn voorlichting enpreventieve maatregelen. In de op-voeding en in de sociale controlemoet het vanzelfsprekend zijn, datvoorlichting wordt gegeven over deonvervangbare waarden van natuuren milieu, van grondstoffen en ener-gie.Kropotkin gaat ervan uit dat bij eengoede en voortdurende beïnvloedingdoor dergelijke positieve voorlichtingiedereen kan worden overtuigd enaan iedereen voldoende inzicht kanworden bijgebracht. De zonder meertoch al tot het sociale geneigde menszal zich houden aan de in de gemeen-schap gemaakte afspraken over het-geen zeker wèl en hetgeen niét moetworden gedaan. Het klinkt wat on-werkelijk, wat naïef. Maar zit Kropot-kin daarmee niet op één lijn met desocratische uitspraak 'kennis isdeugd'? Baseert hij zich voorts nietop een uitgangspunt dat wij nog nietgeheel kunnen overzien en nog min-der volledig invoelen: de anarchisti-sche maatschappij, die zonder dwangmaar met een voortdurend beroep opde socialiteit van de gemeenschapsge-noten functioneert? En, zoals Ca-pouya en Tomkins in hun inleiding totThe Essential Kropotkin (p. XVII)zeggen: "Kropotkins naïviteit is een

13

Page 15: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

groot deel van zijn genialiteit.De voorlichting zou dan moeten wor-den ondersteund door preventievemaatregelen, vooral maatregelen, ge-nomen door de anarchistisch geor-dende maatschappij, die het de indi-viduen mogelijk maken ecologisch tehandelen. Als er dan nog overtrederszijn (Kropotkin gaat inderdaad steedsuit van die waarschijnlijkheid) danzullen deze vanuit de maatschappij zóworden benaderd dat hen de voorde-len van hun a-sociaal handelen wor-den weggenomen, betere voorlichtingwordt gegeven en maatregelen omherhaling te voorkomen aan de ordeworden gesteld.Al met al: gemeten aan de vier gestel-de criteria kunnen we in Kropotkinniét een ecologist avant la lettre zien.Hij had duidelijk andere bedoelingendan ecologische toen hij zijn belang-rijkste werken schreef.

NATUUREn toch kunnen we ons nog steedsniet aan de indruk onttrekken dat erwèl iets ecologisch in een aantal vanzijn uitspraken schijnt te zijn; dat dewijze kabouter niet alleen vriendelijkis voor al zijn medemensen, maar ookten opzichte van milieu en natuur.'Laten we dit nader onderzoeken. Ex-pliciete uiteenzettingen over het res-pect voor natuur en natuurkrachten,over het gevoel van eenheid met floraen fauna, over een afwijzing van debeheersing van de natuur, komen vrij-wel niet voor in zijn geschriften dan interloopse zinnetjes. Van meer belangis hetgeen hij impliciet hierover zegtin een andere context. En dat gebeurthoofdzakelijk in zijn boeken MutualAid (1902) en Ethics (posthuum1924).Mutual Aid werd geschreven als eenpolemiek tegen Thomas H. Huxley,

die Darwins evolutietheorieën inter-preteerde in de richting van onderlin-ge strijd van de mensen als kenmerkvan het leven en als basis van de voor-uitgang. Kropotkin stelt hiertegen-over dat juist onderlinge samenwer-king en hulpverlening meer tot over-leven, ontwikkeling en evolutie bij-dragen. Hij haalt daarbij zijn ar-gumenten vooral uit het instinctievegedrag van de diersoorten, waar deindividuen ook steeds meer neigingtot onderlinge hulp hebben dan totstrijd. Hij leidt dus de natuur, de na-tuurlijke gegevenheden van de mensaf uit de gegevens die (planten en)dieren bieden. We zien hier bij hemdus een eerste aanzeto tot wat wij nusociobiologie noemen.'Ook de uitgangspunten van zijn e-thiek (in zijn laatste, niet voltooidewerk van die naam) zoekt hij in dezenatuurlijke gegevens van de mens, diehij gemeen heeft met de (hogere) die-ren: de neiging tot sociaal gedrag, tgtonderlinge hulp, zelfs tot opoffering.Ik laat in dit kader in het midden ofKropotkin zich bij het weergeven vangegevens uit het dierenrijk schuldigmaakte aan een selectieve blik. Be-langrijker nó voor ons is, dat hij bij dedieren èn bij de mensen een structu-rele eenheid van gegevenheden ziet,zoals socialiteit, territoriumdrift, wiltot voortplanting, tot sexualiteit en in-timiteit, agressie en conflictoplossen-de vermogens, onderlinge hulp en so-lidariteit. Anders dan de meesten vanzijn tijdgenoten zag hij dus een onver-brekelijke samenhang en een weder-zijds afhankelijkheid van al het leven-de: wij allen, planten, dieren en men-sen, zijn wezenlijk met elkaar verbon-den als levende wezens, we hebbenelkaar nodig (zelfs door planten of la-gere dieren in ons als voeding op tenemen), we zijn voor ons welzijn af-hankelijk van elkander. Zelfs de ma-

14

Page 16: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

terieverzamelingen in het heelal wilhij tot de levende wezens (in uitge-breide zin) rekenen; ook zij immersontstaan, ontwikkelen zich, bewegenzich kunnen gaan kwijnen en ster-ven.1-

0 Hier zien we dus een holisti-

sche trek bij Kropotkin! Maar dit iseen zijsprongetje, dat nergens wordtherhaald en waaraan hij ook geenconclusies verbindt.Integendeel: hij beperkt in de loopvan zijn gedachtengang, vooral in E-thics, de instincten en neigingen, diehij ook bij dieren constateert, al sneltot de mensen onderling. De 'natuur',als totaliteit van planten, dieren enmensen, is voor hem dus allereersteen sociobiologische leermeesteres.Al heeft hij duidelijk het ecologischbasisbegrip van de fundamentele sa-menhang van al wat leeft aangetoond,hij geeft aan deze samenhang niet eenethische dimensie door de conclusiete trekken, dat wij als mensen dus ookeen zorg en een verantwoording vooral dat andere levende hebben.Hij grondt de ethiek immers niét opdeze algemene biologische samen-hang, maar op de sympathie en soli-dariteit van de mensen onderling; metandere woorden niét op de natuur inhet algemeen maar op de menselijkenatuur.Zoals ik hiervoor al opmerkte, heeftKropotkin de neiging 'het natuurlijke'als laatste en beslissende argumentaan te voeren. Dit was bijvoorbeeldook het geval bij zijn voorkeur voorhet gebruik van stalmest in plaats vankunstmest. De discussie lijkt voorhem na dit argument gesloten. Een-zelfde redeneermethode vinden wehier en daar in Mutual Aid en in Et-hics: dat wat 'natuurlijk' is, dat wilzeggen in flora en fauna overheersendis als tendens of neiging, is aanbe-velenswaard om ook te doen. Opval-lend is dat Kropotkin, die toch mees-

tal heel scherpzinnig denkt, daarbijniet stuit op het grote probleem vande (evolutionistische) ethiek, name-lijk hoe te argumenteren, dat de na-tuurlijke situatie of neiging als ethischpositief en dus als na te volgen kan ofmoet worden beschouwd en niet alseen situatie of neiging die juist moetworden overwonnen (het 'is-ought'-probleem).Het is duidelijk dat Kropotkin, die inzijn algemeenheid het uitoefenen vanmacht (zij het dan meestal verbijzon-derd in: macht van de ene mens overde andere) afwijst, ook negatief staattegenover iedere tendens om machtover de natuur uit te oefenen. Roelvan Duyn stelt in een vergelijking vanhet moraalbegrip bij Trotsky en bijKropotkin, dat "Trotsky het een doelvan het socialisme vindt om de natuurte onderwerpen, terwijl Kropotkin hetals een doel van de socialistischemaatschappij ziet in harmonie met de(moraal-)wetten van de natuur te le-ven. Trotsky wil heersen over de na-tuur, Kroyptkin wil naar de natuurluisteren".Ondanks alle expliciete en implicietevindplaatsen in de boeken van Kro-potkin die zouden kunnen wijzen inecologische richting, meen ik dat deconclusie onontkoombaar is dat Kro-potkin niet de ecologist was waarvoorvelen hem hielden en houden. De ty-perende opvattingen van de strijdersvoor natuur en milieu kwamen nogniet bij hem op, omdat de problemenwaarmee wij ná worden geconfron-teerd geen actualiteit hadden. Wat detyperende grondhouding betreft kun-nen we niet anders zeggen dan dat heteen ernstige vorm van 'hineininter-pretieren' zou zijn deze in sommigeonduidelijke uitlatingen te willen le-zen.'Groen' was Kropotkin dus niet. Hoezou hij het ook hebben kunnen zijn in

15

Page 17: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

het begin van deze eeuw? Kropotkins 'groen' moeten hedendaagse anar-anarchisme was 'zwart-rood', het ehisten toevoegen.

NOTEN1. Ik gebruik dit woord, dat op zich neutraal is, in de positieve betekenis die er nu veelal aanwordt gegeven: doordacht milieuvriendelijk; pleitbezorger voor een juist omgaan met de natuurin ruime zin.2. Verwijzingen hebben betrekking op Landwirtschaft, Industrie und Handwerk (Karin KramerVerlag Berlin 1976), een vertaling van de Engelse uitgave die werd verzorgd en van aantekenin-gen voorzien door Colin Ward (George Allen & Unwin London 1974). Er bestaat een Neder-landse vertaling van de oorspronkelijke uitgave uit 1901: Van veld, fabriek en werkplaats(Sterringa Amsterdam 1901).3.Met dit woord wordt de in noot 1 genoemde pleitbezorger bedoeld.4.CdP verscheen in 1894 in een Nederlandse vertaling als De verovering van het brood bij Veen-stra, Nijmegen. De Roode Bibliotheek van Rijnders bracht later een tweedelige editie (Amster-dam z.j.). Overigens is het hier niet de plaats om beide boeken (eigenlijk: beide bundels van af-zonderlijk gepubliceerde artikelen) te bespreken en met elkaar te vergelijken. FFW werkt aande hand van gedetailleerde en met veel statistisch (uiteraard nu sterk gedateerd) materiaal en-kele hierna in de tekst vermelde makro-economische basisstellingen uit. CdP heeft een meerpamflettistisch karakter. Dit boek behandelt de noodzakelijke reorganisatie van productie endistributie, gericht op het overwinnen van het kapitalisme en de vestiging van het anarcho-kom-munisme, alsook de mogelijkheden tot verbetering van de positie van de arbeiders.5.Zie mijn artikel 'Arbeid en arbeidsethos bij Peter Kropotkin; in: De AS 67.6. Over de positieve instelling van Kropotkin ten opzichte van de technologie zie mijn artikel'Klassieke anarchisten en hun visie op techniek' in DeAS 73.7. Zie hiervoor veel passages in Memoires van een Revolutionair, de autobiografie (tot rond1900) van Kropotkin Het Wereldvenster Baarn 1978).8. Eerder had hij in deze zin al geschreven in La morale anarchiste (1889). Ferdinand DomelaNieuwenhuis vertaalde het geschrift in 1891 met als titel De onafhankelijke moraal; in 1902 ver-scheen een nieuwe vertaling door de sexuoloog J. Rutgers bij v.d. Weijer Rotterdam, nu getiteldDe natuurlijke moraal.9. Zie hiervoor uitvoeriger in mijn artikel 'De betekenis van Kropotkins anarchistische moraal'in De AS 82.10.In Ethik (Karin Kramer Verlag Berlin 1976), p. 7. De oorspronkelijke uitgave is van 1923. DeEngelse versie Ethics verscheen in 1924. Er is ook een tweedelige Nederlandse uitgave van Rijn-ders: Ethiek (Zandvoort 1932).11.Roel van Duyn, De boodschap van een wijze kabouter (Meulenhoff Amsterdam 1969), p. 45.Bron voor de mening van Trotsky is diens geschrift Hun moraal en de onze; jammer genoeg ver-meldt Van Duyn niet waaruit hij Kropotkin citeert.

MILIEU, STAAT EN RECHT

Thom Holterman

De ecologische problematiek waarmee we op wereldschaal geconfronteerd wor-den, beroert niet anarchisten alleen. De aandacht voor een natuurbeheer en denoodzaak tot een duurzame ontwikkeling is algemeen. Bij natuurbeheer gaat hetom het stimuleren van activiteiten en processen, die het behoud van de voorwaar-den tot doel hebben, waaronder natuurlijke ecosystemen gedijen kunnen. Daar-naast gaat het om het verminderen, opheffen of voorkomen van activiteiten dieschadelijke effecten voor die ecosystemen hebben. Duurzame ontwikkeling kan inhet licht van het natuurbeheer omschreven worden als het streven naar welvaartop zo'n wijze, dat voldaan kan worden aan de wensen van huidige generaties zon-der dat daarmee toekomstige generaties geblokkeerd worden om hun wensen tedien aanzien te kunnen vervullen.

16

Page 18: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

Het nastreven van natuurbeheer enduurzame ontwikkeling vereist medebeslissingen in collectieve belangen.Dit kunnen beslissingen zijn in con-crete gevallen, maar vaak zal het gaanom algemeen verbindende voorschrif-ten, met name gericht aan het adresvan uitvoerders van die voorschriften(zoals producenten, maar ook wat'uitvoerend publiek gezag' wordt ge-noemd). Ik spreek in dat geval overpolitieke beslissingen. De organisatiedie belast is met het nemen daarvanheet politieke organisatie. De vragendie in dit kader te stellen zijn, betref-fen dan onder meer: Hoe komen poli-tieke beslissingen tot stand? In welkevormen worden politieke beslissingengegoten? Hoe (dat wil zeggen doorwie) worden politieke beslissingenuitgevoerd?Kijkt men naar de huidige politiek,dan wijzen de meeste anarchisten dieaf. Dit mag niet betekenen dat ze omhet beantwoorden van de gesteldevragen heen schieten. Waar ze datoverigens wel doen, gaat dat vaak ver-gezeld met de opmerking dat het omde verkeerde vragen gaat. Het uit-gangspunt van dergelijke anarchistendaarbij is dat al meteen uitgegaanwordt van het bestaan van zodanig an-dere verhoudingen, dat de politiekebeslissingen in direct-democratischezin tot stand komen. Het maatschap-pijbeeld is dan ééndimensionaal-kleinschalig bepaald. De maatschap-pelijke werkelijkheid laat echter eendergelijk beeld niet toe, althans ik kaner niet mee werken. En dat het uitein-delijk ten aanzien van bepaalde zakenverkeerd kan uitpakken, is 2nlangsnog eens opnieuw beschreven.Dat alles wil niet zeggen dat het on-doenlijk of onverantwoord is om van-uit een notie als kleinschaligheid tevertrekken teneinde de gestelde vra-gen te beantwoorden. De milieupro-

blematiek dwingt daar zelfs toe. Hetis immers het individu dat bewust e-cologisch moet willen handelen. Maarecologie is tevens de uitdrukking vanwat wel de 'samenhang der dingen' of'interdependentie' heet. Vaak zietmen dit ook nader uitgewerkt in ter-men van 'alles hangt met alles samen'en gebruikt men in dat verband vaakhet woord 'holisme'.Vanuit de interdependentie van deproblemen gedacht, kunnen oplossin-gen slechts in gezamenlijkheid totstand komen. Wanneer er beslissin-gen genomen moeten worden, dieook hun effecten elders hebben, danmoeten die effecten in een dergelijkebeslissing meegewogen worden. Hier-bij spreekt men ook wel van 'integraleafweging'.

WEDERZIJDSEAFHANKELIJKHEID

In het idee van de interdependentieligt de wederzijdse afhankelijkheidopgesloten, niet alleen van individuenonderling maar ook van hun (politie-ke) organisaties ten opzichte van el-kaar. De 'sociale individualiteit'(communal individuality), waarvanAllen Ritter in3 zijn boek over anar-chisme spreekt , strekt zich dus ookuit over de organisatorische verban-den. Zelfstandigheid van mensen enorganisaties is niet een autarkische,een voor eigen behoud aan zichzelfgenoeg hebbende zelfstandigheid,maar een zelfstandigheid in weder-zijds afhankelijkheid ten opzichte vananderen (mensen/organisaties). Anar-chisten hebben dit overigens altijd alonderkend door enerzijds vanuit delokale situatie te vertrekken om danvia federale verbanden bij supranatio-nale organisatie-constructies terechtte komen.Het zijn natuurlijk niet alleen anar-

17

Page 19: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

chisten die zich met de problematiekvan de samenhangen en de organisa-torische opzet van wederzijdse afhan-kelijkheidsrelaties bezighouden. Zogeldt onder staats- en bestuursrecht-juristen met betrekking tot het pu-bliek organisatierecht als kernvraag,waar een bepaalde bevoegdheid hetmeest adequaat uitgeoefend kan wor-den. De vraag zelf geeft al aan datmen daarbij niet een hiërarchischemaar een functionele benaderingkiest. Spoelen lokale of regionale om-standigheden een belangrijke rol, danligt het bij een functionele benaderingvoor de hand, dat de bevoegdheids-uitoefening komt te berusten bij depolitieke organen op dát vlak. Gaathet om kwesties van grensoverschrij-dend (lokaal, regionaal, nationaal)belang, dan zal op het corresponde-rende omvangrijker vlak de bevoegd-heidsuitoefening plaats dienen te vin-den. De instrumenten waarvan menzich daarbij bedient kunnen variërenvan de 'gebonden beschikking' tot enmet de 'richtlijn'. In het eerste gevalligt er een politieke beslissing, dieaangeeft dat de uitvoerder alleen alseen bepaalde situatie zich voordoeteen zekere -en alleen die- beslissingmoet nemen. In het tweede gevalwordt aan bevoegde organen op an-dere niveaus een kader verschaft,waarbinnen zij met middelen naar ei-gen keuze tot uitvoering kunnen (ofmoeten) overgaan. Wie de voor ditonderwerp relevante teksten van Ba-koenin leest, zal opmerken dat eendergelijk publiek organisatierechtheel wel is in te passen in wat, ik sa-menvatte onder Bakoeninisme."Anarchisten houden zich met publiekorganisatierecht bezig om daarin hunbeeld van de andere maatschappij tebeschrijven. Vele anarchisten be-schouwen daarbij de handelendemens als een relatief-autonoom, rela-

tioneel netwerk. Die mens gaat ver-banden aan met anderen en is deel-genoot van een groot aantal relatio-nele netwerken. De grotere netwer-ken zijn weer onder te brengen in re-lationele structuren. Die structurenzijn naar bepaalde beginselen geleed(bijvoorbeeld naar een 'bottom-up'model).Van de grotere netwerken maken po-litieke knooppunten deel uit. Dezezijn ingesteld ten behoeve van inte-grale afweging bij de uitvoering vannaar voorrang strijdende belangen.De bedoelde politieke knooppuntenzijn organen die zich met integrale af-weging en uitvoering van collectievebesluitvorming bezighouden. Zij ken-nen een relatieve autonomie. Het re-latieve karakter van de autonomieberust op het inzicht dat die autono-mie kwetsbaar is. In de kwetsbaarheidligt een vorm van wederzijdse afhan-kelijkheid, waarv9 hierboven sprakewas, opgesloten. Kwetsbaarheidnoopt -op straffe van ondergang- totsamenwerking en daarmee tot organi-satie. Dat wat ik hier kortweg over re-lationele netwerken en relationelestructuren gezegd heb, laat zich in pu-bliek organisatierecht beschrijven. Ennatuurlijk, het kunnen heel uiteenlo-pende redenen zijn waarom zowelanarchisten als juristen zich op datbeschrijven toeleggen.Het valt op dat van de kant van niet-anarchistisch georiënteerde vergui-sers van de staat het nut van die in-stelling onder een zekere gezichts-hoek weer erkend wordt. Het typeverguisers van de staat die deregule-rings-, privatiserings- en decentralisa-tieoperaties meenden te moeten pro-pageren zijn inmiddels op de aftocht.Deze operaties zijn namelijk groten-deels op niets uitgelopen (of de buit isbinnengehaald). Er is méér in plaatsvan minder regelgeving gekomen. Ge-

18

Page 20: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

privatiseerd is er hier en daar wel,maar dat kost de overheid nög meergeld (denk aan het loodswezen). Hetdecentralisatiestreven is verpieterd.De drie grote operaties raken al weeruit de mode. Tijdens een symposiumover 'Veranderingen in de bedrijfs-voering van de rijksdienst' werd datook door een topambtenaar erkend.De secretaris-generaal van Verkeeren Waterstaat gaf kort geleden onom-wonden toe dat van de privatiseringvan overheidstaken niet veel is te-recht gekomen, tenminste niet in diegevallen waar privatiserjng bedoeldwas om geld te besparen."De discussie gaat niet langer meerover het onverkort afstand doen vanoverheidsbemoeienis, maar over defunctionele grondslagen om tot eenbetere verdeling van de aan- en afwe-zigheid van politieke bemoeienis tegeraken. De staat heeft terug te tre-den waar zijn bemoeienis het karaktervan betutteling heeft. De staat kanzich daarnaast als organisatorisch ver-band nuttig maken en manifest wor-den -na politieke besluitvorming- opeen aantal specifieke terreinen. Deene spreekt dan over de 'vitale staat'die initiatieven neemt, de ander heefthet over de 'goede' overheid ommaatschappelijke doeleinden te be-reiken (versus de 'foute', de betutte-lende overheid). Het opvallende isdat een aantal dementen van op eenandere manier tegen de overheid aan-kijken, overeenkomsten vertoont meteen bepaalde optiek die ook bijProudhon te vinden is en waarvan ikeen7beeld schetste onder Proudhonis-me.Niet de mensen, maar het milieuwordt revolutionair, zei een van deredacteuren van De AS toen we hetthema van dit nummer bespraken. Enwat lees ik in het tijdschrift De Neder-landse Gemeente: het milieu mobili-

seert collectieve, op verandering ge-richte doeleinden. De auteur voegtdaaraan het inzicht toe, dat "de'markt' het milieu niet zal kunnenredden. Daarover raken we het steedsmeer eens"."De rol van de staat wordt in de jarennegentig niet minder belangrijk. Datis zonder blozen -want opgemerkt nade met de mond beleden totale uit-verkoop van de staat aan het maat-schappelijke middenveld- van eenCDA-coryfee te vernemen. Ook hierdezelfde trendmatige gevoeligheid.Hij voegt eraan toe dat wel het succesen het falen van 'big government', zo-als we dat in de jaren zeventig hebbenleren kennen, zal moeten doorwerkenin de °manier waarop de staat op-treedt.' In CDA-kring blijken ineensook heel andere zaken bespreekbaar,zoals het oproepen tot discussie of ertoch niet beter tot een gekozen burgmeester over gegaan kan worden.Dit heeft kennelijk als proefballon ge-diend, want slechts geringe tijd laterdook het idee ook op in het concept-regeerakkoord, zoals door informa-teur Lubbers opgesteld. Daarin wordtde discussie over andere staatsrechte-lijke onderwerpen eveneens vrijgege-ven, zoals daar zijn het volksinitiatiefen het correctief wetgevingsreferendum.

LIBERTAIRE ORDEAnarchisten moeten aanhaken bij dehernieuwde discussie over de rol vande staat, de organisatie van de over-heidsbemoeienis en de veranderdefunctie van recht. Daarbij moeten zijzich realiseren aan het eind en tege-lijk aan het begin van een periode testaan. Ze staan aan het eind van eenperiode die ruim een eeuw geledenwerd ingeluid. Hun klassieke afwij-zing van de staat en recht is gebaseerdop wat toen aan dwangapparatuur was

19

Page 21: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

opgezet. De afwijzing gold in de kernde inzet van die apparatuur, gesymbo-liseerd door het verschijnsel staat enrecht, ten behoeve van de ongebrei-delde opkomst en verdere ontwikke-ling van het nietsontziende en allesverzwelgende, vernietigende industri-ele kapitalisme. Zelfs menig liberaalwas dat te erg. Zo verzette de beken-de Van Houten zich , iegen het ver-bruik van arbeiders.' Anarchistenhebben daarnaast overigens ook nooitiets gezien in het even weerzinwek-kende staatskapitalisme, dat zich so-cialisme noemt.Het failliet van beide stelsels manifes-teert zich in de huidige tijd. Het mi-lieu blijkt de dupe. Het industrieel-kapitalisme kon zich systematisch ge-zien niet beheersen in de trant vanhet spreekwoord: 'Een wijze herderscheert zijn schapen, maar vilt zeniet'. De accumulatie-dwang is nietbeheersbaar omdat het geënt is ophet idee: als ik het niet doe, doet eenander het wel. En het reëel bestaandesocialisme heeft lang met de mythegespeeld dat de socialistische produc-tiewijze geen milieuverontreinigingoplevert, dat socialistische bruinkoolgeen luchtverontreiniging veroor-zaakt. Doch naast dat dit alles wel hetgeval was, hielp het niet alleen hetmilieu naar de bliksem, maar smoor-de het ook de persoonlijke vrijheidvan het individu.Door op een andere manier over de rolvan de staat en het recht te denken,hoeven anarchisten niet hun verzet te-gen staat en recht los te laten, waar datgericht ingezet wordt om een faillieteboedel te redden. Het insteken in dediscussie kan daarentegen plaats vin-den met het oog op de dwingendenoodzaak van maatschappijverande-ring. Dit dient dan gepaard te gaanmet een hernieuwde en positief ge-richte aandacht voor staat en recht. In

die zin staan ook anarchisten aan hetbegin van een nieuwe periode, doorde confrontatie met de milieuproble-matiek. Het is nu mogelijk om terugte keren naar de in het begin van ditartikel gestelde vragen.De vraag hoe politieke beslissingentot stand moeten komen, hoeft nietop een andere wijze beantwoord teworden dan anarchisten dit gewendwaren te doen. Ten eerste bepaalt demaatschappelijke problematiek zelfop welk niveau besluitvorming ge-wenst is. Of er in een bepaalde straatbomen geplant zullen worden zit dusduidelijk op wijkniveau -tenzij het te-vens een ruimer infrastructureelvraagstuk oproept (denk aan de door-stroming van het verkeer of juist hetblokkeren daarvan), of dat de wijkeen financiële bijdrage van de ge-meente verlangt voor het kopen enplaatsen van de bomen. Door zulkezaken tilt een wijkprobleem zichzelfnaar een boven-wijksprobleem. Zobegrijpt ook iedereen dat het schoon-maken van de Rijn niet de activiteit isvan één gemeente afzonderlijk, zelfsniet van één afzonderlijk land. Hetvergt een boven-nationale coördine-rende aanpak. Ten tweede vereist ditde nodige politieke beslissingen overde wijze van produceren, die gerichthoort te zijn op natuurbeheer in hetperspectief van duurzame ontwikke-ling.Ten behoeve van het beslissingspro-ces met betrekking tot dit type beslui-ten is de organisatie van de dubbeleintercommunale verbinding bruikbaar.Dit betreft onder meer aan Kropotkinen Buber ontleende en door mij toteen libertaire staatsopvatting ver-werkte organisatieis2tructuur naar eenzelfsturingsmodel. De relationelestructuur daarvan weerspiegelt eenorganisatie die zich erop richt omvanuit het lokale (communale) vlak in

20

Page 22: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

een dubbel radenstelsel (de politiekegemeenteraad naast een organisatievan producentenraden) het natuurbe-heer in het perspectief van de duurza-me ontwikkeling te brengen en tehouden. Zo ontwikkelen zich twee ty-pen organisaties, de politieke en defunctionele organisaties. In de politie-ke organisatie vindt een integrale af-weging plaats en in de functionele eensectorale of partiële afweging. Conse-quentie van dit bestuursmodel is hetprimaat van de politieke organisatie bijde productiebeslissingen. Dat is nietvreemd, omdat op dat vlak de integra-le, meer algemene afweging plaatsvindt. De beslissingen die dat ople-vert, vormen het kader waarbinnen defunctionele organisaties weer tot na-dere, sectorale of partiële besluitvor-ming komen.De libertaire staatsopvatting die metde organisatie van de dubbele inter-communale verbinding tot uitdruk-king komt, kent een bepaalde waar-den-oriëntatie. Deze oriëntatie ont-leent ze aan anarchistische waardenals autonomie en diversiteit. In ge-schriften over ecologie is het niet on-gebruikelijk dezelfde soort waardenbenadrukt te vinden. Het ligt dus voorde hand om een verband te constru-eren tussen ecologie en anarchisme.Maar een machtsvrije maatschappijmet economische en politieke decen-tralisatie ten gunste van individuali-teit, veelvormigheid en spontaniteit isniet persé een ecologische, dat moetdie maatschappij eerst maar eens be-wijzen. Hiermee is de kritiek van deDuitse auteur Rolf Cantzen oin de vi-sie van Bookchin samengevat.—Het zijn niet alleen anarchisten die delokale eenheid als grondvlak voorverdere ontwikkeling van de relatio-nele structuur nemen. Dat een aantallokale eenheden een regionale een-heid vormt, is iets wat in de Neder-

landse staatsorganisatie overigens nuook gebeurt, zij het sectorgewijs opgrond van de Wet Gemeenschappelijkeregelingen. Het denkbeeld dat er ver-bindingen tussen gemeenten moetenontstaan is verre van nieuw en ooksommige niet-anarchisten hangen hetaan. Wat anarchisten ten opzichte vananderen verdeeld houdt, zullen de on-derwerpen zijn die tot verbindingenaanleiding zijn. Dit neemt niet Wegdat het me trof dat zelfs een staats-rechtsgeleerde als C.J. Friedrich in dejaren zestig ook eens ervoor pleittedat de grote steden zich naar een'federale geding' zouden moetenorganiseren.Naast de vraag omtrent de soort orga-nisatie, hadden we ook nog de vragenin welke vormen de politieke beslis-singen gegoten worden en hoe de po-litieke besluitvorming wordt uitge-voerd. Blijft men binnen de dubbeleintercommunale verbinding dan ligtde uitvoering van besluitvorming inhanden van vooral de producentenor-ganisaties ('arbeidersraden'; uitvoe-ring van wat geproduceerd mag wor-den) en/of waar mogelijk bij de men-sen wie de effecten van de besluitvor-ming aangaan (het wijkgericht instand houden van de behuizing, degezondheidszorg; het besteden vantoegewezen middelen).De politieke besluitvorming zal methet oog op de duurzame ontwikkelingvia productierichtlijnen aangeven, datde gemaakte producten niet vervui-lend mogen zijn (of dat ze 'afbreek-baar' moeten zijn). In die zin treedtde politieke organisatie dus sturendop.De onderlinge verhoudingen wordenvanuit het politieke vlak neergelegdin programma's die relaties beschrij-ven, welke relaties door de deelgeno-ten zelf nader gestalte krijgen. Nietwordt dus voorgeschreven hoe er ge-

21

Page 23: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

handeld moet worden, er wordt juistvanuit het politieke vlak open gehou-den dat belanghebbenden zelf asso-ciaties opbouwen om gestalte te ge-ven aan wat zij wensen. De genoemderichtlijnen, de relationele program-ma's, de financiële budgetten, ze be-horen allemaal tot een juridisch be-stuursinstrumentarium waarmee an-archisten kunnen werken, zonder temenen dat ze nu hun anarchistischegrondslag verloochenen. Er zal name-lijk orde geschapen moeten worden.De libertaire orde waaraan hier tedenken valt, is dus die van de dubbeleintercommunale verbinding. Deze or-de produceert recht (R), wat als eenafhankelijke variabele ( = f) van depolitieke beslissingen (P) verschijnt(R = f P). Anarchisten hebben hetdus zelf in de hand wat zij aan recht

produceren in de door hen wenselijkgeachte orde.Het is duidelijk dat individueel-anar-chisten niets van dit type denken overorde en recht moeten hebben. Zij zul-len uiteraard betogen dat hiermeewèl de anarchistische grondslag ver-loochend wordt. Ik blijf er echter bijdat anarchisten het idee hebben af teleggen dat mensen alles zèlf kunnen,los van een sociale (communale) zinin een ongedefinieerde situatie. Wantanders zal dit enerzijds leiden tot hetnajagen van een soort 'Jacobse enVan Es' anarchisme (naar de 'vrijejongens' club van de satirici VanKooten en De Bie) en in gespannensituaties anderzijds tot 'mob-rule': destraat zal wel eens vertellen hoe hetmoet. Een dergelijk anarchisme is hetmijne niet.

NOTEN1. Rond de invulling van de twee begrippen, natuurbeheer en duurzame ontwikkeling, werd eind1988 in Groningen een internationaal congres georganiseerd, waarvan in 1989 de papers in drukverschenen. Samensteller van de bundel (Engelstalig) is W.D. Verwey; te bestellen (voor eenhoge prijs, f130,-): IOS, Van Diemenstraat 94, 1013 CN Amsterdam.2. Zie hoofdstuk 5 over arbeiders onderling, in B. de Swaan, Zorg en de staat, Amsterdam, 1989.Overigens vind ik het vreemd in dit boek geen enkele verwijzing naar Kropotkin aan te treffen.3. A. Ritter, Anarchism. A theoretical analysis, London, 1980. Zie de bespreking in De AS 53.4. Zie paragraaf 5 van hoofdstuk 3 in mijn Recht en Politieke organisatie, Zwolle, 1986.5. Het idee van de kwetsbaarheid ontleen ik aan W. Achterberg, 'Gronden van moreel respectvoor de natuur', in W. Achterberg en W. Zweers (red.), Milieufilosofie tussen theorie en praktijk,van ecologisch perspectief naar maatschappelijke toepassing, Utrecht, 1986 (p. 105-134).6. De Volkskrant 20 oktober 1989.7. Zie paragraaf 4 van hoofdstuk 3 in mijn Recht en Politieke organisatie, Zwolle, 1986.8. W. Derksen, 'De goede en de foute overheid', in De Nederlandse Gemeente, 1989, nr. 31/32, p.803. Een andere benadering van de staat en aandacht voor de 'vitale' staat is te vinden in de in-treerede van R.J. in 't Veld, De verguisde staat, Den Haag, 1989.9. Verwezen is naar de WRR-voorzitter Albeda in zijn toespraak op een symposium over wel-zijnsbeleid; de toespraak is integraal gepubliceerd in de Ned. Staatscourant, 1989, nr. 102.10. Zo CDA-Tweede-Kamerlid B. Hennekam, geciteerd in De Nederlandse Gemeente, 1989, nr.39, p. 957.11.S. van Houten, Bijdragen tot den strijd over Go4 Eigendom en Familie, Haarlem, 1883, p. 122.Van Houten was niet tegen het gebruik maken van arbeiders, maar hij vond het stom om arbei-ders zo te gebruiken dat ze binnen een aantal jaren volledig gebroken waren. Vandaar ook VanHoutens verzet tegen kinderarbeid. Hij merkt dan ook eerlijkheidshalve op: "Onze bestrijdingheeft geen zuiver philantropisch, maar voornamelijk een organiserend karakter" (p. 123).12.Zie mijn Recht betreffende lagere rechtsgemeenschappen, Zwolle, 1987, 2de dr., p. 103-105.13.R. Cantzen, Freiheit unter saurem Regen, überlegungen zu einem liberteir-ökologischen Gesell-schaftskonzept, Berlin, 1984, p. 61.14. C.J. Friedrich, geciteerd in W. Roters., Kommunale Mitwirkung en höherstufigen Entschei-dungsprozessen, Köln, 1975, p. 191. Friedrich is een vermaard jurist; van hem onder meer hetomvangrijke werk Man and his govemment. An empirical theory of politics, New York, 1963.

22

Page 24: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

DE VERNIETIGENDE KRACHT VAN HET VVTK-BESTEL

Wim de LobelTijdens zijn wandeling op de markt in Athene, in gedachten verzonken zoals eenfilosoof betaamt, hield Socrates (468-399) plotsklaps zijn pas in. En, terwijl hij inde rondte keek, verzuchtte hij "Wat is hier toch veel te koop wat ik niet nodig heb."Zo '12 kleine 2400 jaar geleden kon de wijsgeer Socrates niet vermoeden dat zijnwoorden nog een draagkracht zouden hebben tot in onze 20ste eeuw. Natuurlijkhad hij geen notie van onze huidige milieuproblemen, maar wel begreep hij datoverdaad schaadt.

Om wat dichter bij huis te blijven,Max Dendermonde schreef in 1956zijn bestseller De wereld gaat aan vlijtten onder. Ook hier nog niet directeen milieuprobleem, maar wèl hetsignaleren van een toepassen van we-tenschap en techniek, dat de hoog-moedige mens nog eens ten val zoukunnen brengen. In zijn ballade vande Tovenaarsleerling gaf de Duitsedichter Goethe (1749-1832) het pro-bleem weer van het niet meer kunnenbreidelen van opgeroepen krachten.Hij laat het uiteindelijk toch nog goedaflopen door het ingrijpen van de ou-de wijze tovenaar. Wijze mannen envrouwen ontmoet je met dagelijks enzeker niet op het Binnenhof in DenHaag. Daar heeft inmiddels de soci-aal-democraat Wim Kok een knievalgemaakt voor koning, kerk en kapi-taal. En zo zullen de donkere wolkendie zich samenpakken aan de horizonvoorlopig nog wel blijven hangen.De Duitse socialist Moses Hess(1812-1875) betoogde in 1845 in eenopstel dat het botte egoïsme (concur-rentie) en het geld de a-sociale ele-menten zijn: "Wij hebben een eigengodheid gecreëerd, een eigen gelde-lijk bezit verworven, voor ons, voorons alleen". Inderdaad, het geld re-geert de wereld. In de christelijke ker-ken wordt nog steeds geen ernstgemaakt van het Evangelie, met namede Bergrede: "De rijken zullen hetkoninkrijk gods niet beërven". Maar

in ons landje waar de zondag-christe-nen van het CDA veel belangrijkeplaatsen bezetten in de samenleving,zijn het de diepgelovige miljonairs die's zondags ter kerke gaan en hetEvangelie aanhoren, maar door deweeks in de weer zijn met god Mam-mon en de armoede voor anderenprediken.

VOETSPORENIn De ogen van de panda. Een milieu-filosofisch essay, van de hand van deBelgische hoogleraar Etienne Ver-meersch* wordt de vinger gelegd ophet naieve wetenschappelijk-techno-logisch optimisme van onze westersebeschaving. Anderzijds benadrukt deschrijver het culturele erfgoed van denaastenliefde en om daar eens watmeer werk van te maken. Te meeromdat wij een onleefbare wereld zul-len nalaten aan de volgende genera-ties.De paleontologe Mary Leakey deedin 1978 een sensationele ontdekking.Zij vond voetafdrukken in de gestoldelava van de Sadimanvulkaan, gelegenin het huidige Tanzania, van zo'n 3,7miljoen jaar oud. Achtergelaten dooreen hominide, geen aap doch ook noggeen mens, maar wel een rechtop-gaand wezen. Er ligt een immense tijdtussen dat moment en het tijdstip datde kosmonauten Armstrong en Aldrinhun voetafdrukken achterlieten in het

23

Page 25: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

mulle stof van de kale maanbodem(20 juli 1969). Voetsporen van demens. De eerste aarzelende schredentoen de aarde nog ontdekt moest wor-den en de eerste stappen van de men-sen die de aarde achter zich lieten omhet heelal te ontsluiten. De mens diedoor de planeet aarde is voortge-bracht is het meest fascinerende maarook het meest schrikwekkende we-zen. De mens die enerzijds van uto-pieën droomt, maar anderzijds demeest vreselijke rampen over zich af-roept.De oorspronkelijk jagende homo-sa-piens die zich steeds nieuwe territoriatoeëigende om aan de groeiende po-pulaties van mensen voedsel te ver-schaffen, ziet Vermeersch als eeneerste aantasting van het milieu. Demens vond de oplossing zo'n twaalfduizend jaar geleden in landbouw enveeteelt. Culturen ontstonden (Egyp-te, Mesopotamië, Indusvallei, YangTse-vallei). Het verbeteren van tech-nieken en het scheppend denken datdaarnaast kunst en cultuur voort-bracht raakten in een stroomversnel-ling.In de mythen, die wij onder andere inde heilige boeken vinden opgetekenden via mondelinge overlevering en ge-schriften tot ons gekomen zijn, er-vaart de mensheid zich als een uniekwezen. Prometheus stal het vuur vande goden en legde de grondslag vande techniek. Sophokles zegt in de An-tigone: "Veel is geweldig, maar niets isgeweldiger dan de mens". Maar ooklegt hij in dezelfde tragedie de waar-schuwing, dat de scheppende geestzowel het kwaad als het edele kan na-streven. Ik zou hier zelf willen wijzenop de uitspraak van Bakoenin: "Devernietigende drift is een scheppendedrift". Zo'n uitspraak is ook om tedraaien, zal een dialecticus kunnenopmerken. De mens past bezinning

en zal wellicht dienen terug te kerenop zijn schreden.De ontploffing van de atoombommenop Hiroshima en Nagasaski (6 en 9augustus 1945) deed de mens ontdek-ken dat wetenschap en techniek geenvrijblijvende activiteit is. Vermeerschwijst op het ophefmakende boek vanRachel Carson Silent Spring (DodeLente) dat in 1962 verscheen. Daarinwerd onder andere gewezen op devergiftiging door insecticiden. Ook degroeiende twijfel op wijsgerig vlakomtrent de vooruitgangsgedachtenvan de Verlichting en de zo hoog ge-prezen Rede is een teken aan dewand. Vanuit de Frankfurter Schulewerden de eerste aanzetten tot kritiekgegeven, met name door Adorno enHorkheimer (Dialectiek van de ver-lichting, 1947) en geactualiseerd doorMarcuse. De libertaire beweging ende studenten stelden in de jaren zestigmeer en meer de consumptiemaat-schappij ter discussie en ageerden te-gen het machtsdenken van deautoriteiten.

CHRISTENDOMHet tijdschrift Nature wees in 1974 opde gevaren die de ozonlaag bedrei-gen. In de jaren tachtig werden weverontrust door zure regen, die dewouden aantast. Optimisme over we-tenschap en techniek verandert inpessimisme, ecologisch denken wordtmeer en meer manifest. De Belgi-sche filosoof releveert in het tweededeel aan de discussie die is ontstaannaar aanleiding van het artikel 'TheHistorical Roots of our Ecologic Cri-sis' in het wetenschappelijk tijdschriftScience in 1967. Daarin wordt doorLynn White de verbinding gelegd tus-sen milieucrisis en christendom. Dezestelt onder andere dat de wereldwijdenatuurvernietiging sinds de 19e eeuw

24

Page 26: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

zijn weerga niet kent in de geschiede-ms van de mensheid.White spreekt van een 'christelijke ar-rogantie' ten opzichte van de natuur.In tegenstelling met de natuurgods-diensten waarin de natuur en de aar-de bezield zijn heeft het christendomde mens gesacraliseerd. In de beken-de bijbelse Genesis-mythe krijgt demens de opdracht de aarde en al haarflora en fauna aan zich te onderwer-pen en zich voort te planten. Niet denatuur is heilig, maar de mens, ge-schapen naar gods beeld en gelijkenis.De visie van White is overigens nietorigineel en reeds verkondigd door de17de eeuwse fysicus-chemicus RobertBoyle.Vermeersch merkt op dat we dienenaf te stappen van dat 'antropocen-trisch' christelijk denken en de killeafstandelijke houding aangaande denatuur. De aarde dient weer een sa-craal karakter te krijgen als in hetpantheïsme of de oosterse religies.Zelf lijkt mij dat Nietzsche in dezeeen met te verwaarlozen factor is.Verderop komt nog de Stoa ter spra-ke waarvoor de mens het enige ratio-nale wezen is en het einddoel van denatuur. Inderdaad liggen de wortelsvan het christendom in het Grieksedenken dat zonder Plato (428-347,leerling van Socrates), die ook wel deeerste theoloog wordt genoemd, on-denkbaar zou zijn.Maar Vermeersch komt nog met eenandere verklaring. Hij richt zijn blikop het westerse bestel met als funda-ment wetenschap, technologie en ka-pitalisme (WTK-bestel). Ook de zo-genaamde socialistische economieënvertonen hetzelfde karakter, in datgeval staatskapitalisme. Het WTK-be-stel vertoont een tendens tot 'middel-doel omkering'. Er wordt in de eigen-lijke zin van het woord niet gepro-duceerd voor de behoeftenbevredi-

ging, maar meer en meer worden be-hoeften gekweekt, want er moet geldverdiend worden, al zegt Vermeerschdit laatste niet letterlijk. We krijgenderhalve te maken met een 'auto-noom voorthollend systeem'.Natuurlijk is niet te ontkennen dat degroei van consumptiegoederen endienstverlening óók een positievekant heeft. Het leven in de westersewereld heeft immers zijn aangenamekanten. Toch, zegt Vermeersch,steekt dit schril af tegen het bestaanvan Jesus Christus die "geen steen hadom zijn hoofd op te laten rusten".Er is sprake van twee dimensies: eenecologische en een morele. Ver-meersch noemt dat het Scylla-Cha-lybdis-principe, ofwel twee tegenelkaar in druisende krachten. Hoemeer mensen er in welstand leven,hoe meer het ecosysteem in gevaar is.Hoe meer men dit laatste wil ontzien,hoe meer materiële ellende, vooral inde derde wereld. Het energie- engrondstoffenverbruik is per persoonin het westen immers twintigmaal zohoog als in de ontwikkelingslanden.•Maar wie wil er genoegen nemen metde levensstandaard van de gemiddel-de Chinees of Javaan? Willen we ech-ter de huidige welvaart behouden,dan moet de bevolkingsgroei tot staangebracht worden.Verder wijst Vermeersch er op dat ergestreefd zal moeten worden naar eencyclisch productieproces. Want een on-onderbroken expansie zal onherroe-pelijk leiden tot energietekort, uit-putting van grondstoffen en onder-gang van het ecosysteem. Noodzake-lijk is een ombuiging van het westersconsumptiepatroon tot een leefbaarniveau, waartoe ook de ontwikke-lingslanden zullen kunnen komen.Meer aandacht zal er gericht moetenworden op 'zichzelf vernieuwendeenergiebronnen' (duurzame energie).

25

Page 27: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

Maar mensen hebben mensen-wen-sen. De problemen vragen echter omeen oplossing en daarin zijn de men-sen op elkaar aangewezen. Solidari-teit vertaalt Vermeersch in naaste-begrip, dat zich uit dient te strekkentot de flora en de fauna, ja tot de aar-de als geheel. Vermeersch wil in hetchristendom, de wetenschap, het posi-tivisme, het kapitalisme, niet de boos-doeners aanwijzen. De ontsporing vanhet wereldsysteem is volgens hem eengevolg van de omgang met de natuuren karakteristiek voor de mens sindshij voet op aarde zette. Hij neemt hiereen 'neutraal' standpunt in. Hoewelhet indirect in zijn analyses zit inge-

bakken, mis ik kritiek op de 'vrijemarkteconomie'. Zo wijst hij bijvoor-beeld niet op de enorme verspilling inde oorlogsindustrie en de daaraan ge-koppelde bewapeningswedloop!Niettemin is het een interessant boek-je van slechts 72 bladzijden. Het istien jaar geleden geschreven, maartoen toonden de uitgevers geen be-langstelling. Nu, in een geactualiseer-de versie, haalde het in België deboeken-toptien.

* Etienne Vermeersch, De ogen van de panda.Een milieufilosofisch essay. Uitgeverij Marcvan de Wiele, Jacobijnessenstraat 5, 8000Brugge (België), 1989, 72 p.; 375 Bfr.

MURRAY BOOKCHIN IN MILAANHet Italiaanse Centro Studi Libertari, te Milaan, heeft Murray Bookchin en Janet Biehl vanhet Institute for Social Ecology (Vermont, USA) uitgenodigd voor een aantal bijeenkomsten.Deze vinden in de tweede helft van januari 1990 te Milaan plaats. Tevens organiseert het stu-diecentrum een speciale bijeenkomst voor Europese anarchisten die geïnteresseerd zijn in dediscussie met Bookchin en Biehl over de Noordamerikaanse ecologische beweging en de link-se Groenen (voertaal Engels). De bijeenkomst zal worden gehouden op 3/4 februari 1990.Wie wil deelnemen wordt verzocht contact op te nemen met bovengenoemd studiecentrum.Postadres: postbus 17005, 20170 Milaan, Italië (telefoon (02) 2846923; op werkdagen tussen15.30 - 19.30 uur).

EEN AFSCHEID VAN DE CONSUMPTIEMAATSCHAPPIJHans RamaerIn de discussies over de oorzaken van en oplossingen voor de dreigende milieu-catastrofe zijn bijna evenveel meningen te horen als er problemen bestaan. Zo zijner mensen als de Amerikaan Paul Ehrlich die al twintig jaar verkpndigt dat alleellende te herleiden is tot de bevolkingsexplosie in de derde wereld. Anderen, metname een deel van de 'deep ecology-movement' (die niet zozeer 'holistisch' is alswel geloot in de hocus pocus â la Mellie Uyldert), zoeken het heil in het bovenna-tuurlijke. Hun oplossingen leiden onvermijdelijk tot eco-fascisme, waarbij een to-talitaire spat lat naam van 'de natuur' alle humanistische verworvenhedenvernietigt.

Weer anderen, en dat is de overgrotemeerderheid, beweren dat door eenstringenter overheidsbeleid in combi-natie met technische vernieuwing demilieucatastrofe kan worden afge-wend. Zoals dat met alle sociale pro-blemen het geval is moeten méér

staat en méér techniek ook nu weerde oplossing brengen. Zo'n expansiefmilieubeleid zou zonder meer goedzijn voor de economie. Het bestaatvooral uit het aanstellen van extra mi-lieu-ambtenaren, het subsidiëren vaninnovatie en onderzoek en het inves-

26

Page 28: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

teren in afvalverwerking, het oprui-men van gifbelten en het stimulerenvan het openbaar vervoer. Het is eenbeleid dat politici en managers aan-spreekt, want de economie (opgevatals groei van de productie) vaart erwel bij. Het vormt dan ook de basisvan het Nationaal Milieubeleidsplan.Het geld voor zo'n beleid komt vande burgers en van het bedrijfsleven,maar die fiscale lasten worden weergecompenseerd door een groeiendnationaal inkomen. Zoals baron vonMünchhausen zich zelf uit het moerastrok, kan de afbraak van het milieublijkbaar gestopt worden door méérte produceren en te consumeren.Maar de stelling dat de productiemoet toenemen om een dergelijk mi-lieubeleid te financieren is vanzelf-sprekend onzinnig, gevaarlijk onzin-nig zelfs omdat ze tot een niets ge-rechtvaardigd optimisme leidt.Opmerkelijk -of juist niet- is overi-gens de opstelling van de pragmati-sche vleugel van de milieubeweging.4Dezelfde milieu-organisaties die alsinds het begin van de jaren tachtigmet het ambtelijke apparaat samen-werken, propageren nu dat zo'n be-leid via de weg van het marktmecha-nisme tot stand komt. Via heffingen,subsidies, statiegelden en keurmerkenkan de markt in een milieuvriendelij-ke richting gestuurd worden. Vergun-ningen, laat staan verboden, zijn in-strumenten die deze milieu-organisa-ties zoveel mogelijk willen vermijden.Ook rekenen ze voor dat de koop-kracht van de burgers niet zal dalenen da dus het consumptienivo op peilblijft. Kortom, hun conclusie luidtdat zowel het milieu als het bedrijfsle-ven en de consumenten gebaat zijn bijméér van hetzelfde.Dat dat optimisme nergens op slaat isal jaren geleden aangetoond doorHans Peters, die daarvoor verwees

naar de wet van behoud van ellende.6Deze wet is een variant op de beken-de wet van behoud van energie enkomt er op neer dat vervuiling als ge-volg van fysische wetmatigheid nietkan verdwijnen. Als de ellende op deene plaats is weggewerkt, duikt ze ineen andere vorm op een andereplaats weer op. Er zijn voorbeelden teover die dit illustreren. Een waterzui-veringsinstallatie kan het waterslechts zuiveren met energie die el-ders vervuilend is opgewekt. Het af-valslib moet verbrand worden, watweer verontreiniging veroorzaakt.Hergebruik van blik en wegwerpfles-sen noodzaakt tot vervuilende ener-gieproductie, het spoelen van retour-flessen leidt weer tot vervuiling vanhet afvalwater, etc.De vervuiling gehoorzaamt boven-dien aan de tweede hoofdwet van dethermodynamica die leert dat alleenergie slechts van een hoger naareen lager nivo kan gaan. Het gevolg istoenemende entropie (verval). Dat be-tekent dat de ellende allen maar ergerkan worden. Grondstoffen worden•

immers verwerkt tot producten dieuiteindelijk als afval in het milieu te-rugkeren, energie vervalt bij opwek-king en gebruik tot afvalwarmte, diezich in de biosfeer verspreidt, etc.Het ecologisch evenwicht raakt dusfundamenteel verstoord door proces-sen, waar geen technologisch kruid te-gen gewassen is, omdat ze onom-keerbaar zijn.

Daarom is de enige oplossing voorhet milieuvraagstuk even simpel alsingrijpend: het verminderen van deproductie van consumptiegoederen.Die boodschap is verre van nieuw,want al in 1970 stelde Baudrillard vastdat de consumptie de moraal vanonze wereld was geworden en lang-zaam maar zeker alle andere waarden

27

Page 29: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

aan zich ondergeschikt maakte.'Bij Provo was het verzet tegen deconsumptiemaatschappij vooral eenverzet tegen de verslaving, want metverslaafde consumenten is het slechtrevolutie maken. Provo onthulde depsychologische consequenties van demateriële welvaart die de' inwonersvan het rijke westen in de loop van dejaren zestig ten deel begon te vallen.Een paar jaar later werd voor wie wil-de zien duidelijk dat de consumptie-maatschappij ook ecologische conse-quenties had. De Kabouter-bewegingvan het begin van de jaren zeventiglegde dan ook terecht de nadruk opde 'nieuwe schaarste' aan schonelucht, zuiver drinkwater en gifvrijvoedsel. De alternatieve consumentdie gezondheid belangrijker vond daneen nieuwe stereotoren, was geboren.Sindsdien is de tegenstroom gestaagtoegenomen, maar de consumptie-maatschappij heeft er niet van te lij-den gehad. In de afgelopen twintigjaar zijn productie en consumptie bij-na verdubbeld, met alle ecologischegevolgen vandien.Toch moet de productie worden inge-krompen om zoiets als een ecologischverantwoorde en dus duurzipme eco-nomie te kunnen realiseren. Het gaatdaarbij om de vraag welke aktivitei-ten en consumptiegoederen behalve'schoon' ook 'waardevol' zijn. Hoe

waardevol zijn de chemische indus-trie, de auto-industrie en de bio-in-dustrie? Het beantwoorden van dievraag geeft de sleutel tot het oplossnvan de milieuproblemen in handen.Maar krimpende productie ('contrac-tie' in het economenjargon) doet desamenleving vanzelfsprekend op haargrondvesten schudden. De socialeverhoudingen in de consumptiemaat-schappij zijn immers afgestemd opeen groeiende productie, op eensteeds stijgende stroom consumptie-goederen waarmee immateriële waar-den worden omgezet in materiële. "Ofer opnieuw een ecologisch evenwichtgevonden kan worden", zegt Illich,"hangt af van het vermogen van demaatschappij om de voortschrijdendevermaterialisering van waarden tegente gaan. Anders zal de mens zich vol-komen opgesloten zien in zijn kunst-matige schepping, zonder kans opontsnapping. Opgesloten in een fy-siek, sociaal en psychologisch milieuvan eigen makelij, zal hij gevangenzitten in het pantser van de technolo-gie, niet in staat om het oeroude mi-lieu waaraan hij honderdduizendenjaren aangepast was weer terug te vin-den. Het ecologisch evenwicht kanniet weer bereikt worden als we nietopnieuw inzien dat alleen mensen eendoel hebben en dat alleen pensendaar naartoe kunnen werken".'

NOTEN(1) Paul Ehrlich, The population bomb; New York 1968. (2) Zie over deep ecology het artikelvan Murray Bookchin, Deep Ecology versus Social Ecology, in The Raven 3 (1987); een verta-ling ervan in Perspectief 15 (1989). De kritiek van BookcKn is niet helemaal terecht en zekerdeel ik zijn conclusies niet. De benaming 'deep ecology' is afkomstig van A. Ness (zie Green Ti-mes nr. 1 (1989), een uitgave van de Belgische milieupartij Agalev). Voor Uyldert zie Felix Zwit-ser, Mellie Uyldert. De onbegrepen wijze maagd; Boxtel 1984. (3) Vgl. Ivan Mich, Naar een nieuwelevensstijl; Bussum 1973, alsook André Gorz, Ecologie en vrijheid; Amsterdam 1978. (4) Zie overde pragmatisten Jacqueline Cramer, De groene golf; Utrecht 1989. (5) Vgl. 'Milieueconomievoor beginners' in Nieuwe Bèta maart 1989. (6) Hans Peters, De wet van behoud van ellende;Amsterdam 1973. (7) J. Baudrillard, La societé de consommation; Paris 1970. (8) Een uitgespro-ken voorstander van 'krimp' is de econoom Jan Pen, zie bijvoorbeeld zijn artikel in Vrij Neder-land van 22 juli 1989. (9) Zie in dit verband de discussies lelie gevoerd worden in 't Kan Anders,met name de discussiebijdrage van Aktiegroep Strohalm ('tKA 4, 1989). (10) Ivan Illich, Naareen nieuwe levensstijl, p. 81.

28

Page 30: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

TECHNOLOGIE EN MAATSCHAPPIJVORMDat technologische ontwikkelingen en sociale en culturele veranderingen onlos-makelijk met elkaar verbonden zijn, wordt al jaren ingezien. De consequentie vanhet vorenbedoelde verband is, dat de keuze voor een bepaalde technologie tevenstegelijk een keuze voor een bepaalde maatschappijvorm inhoudt. Waar een vande AS-redacteuren (Holtennan) het over de 'immanente wet van de functionelestructuur' heeft, spreekt prins Claus von Amsberg over de 'verborgen code'. Claussprak daarover bij het derde lustrum van de Stichting TOOL. Hieronder nemenwij een aantal passages uit zijn toespraak op (die integraal in de Staatscourant1989, nr. 221 gepubliceerd is). Zijn toespraak mag voor delen als bijzonder be-schouwd worden door de toonzetting en het inzicht, uiteraard gelet op de kringwaaruit die afkomstig is.Claus opent met het poneren van vier niet opzienbarende stellingen ("waarmee demeesten van u denk ik het wel eens kunnen zijn", zegt hij zelf). Vervolgens ver-schaft hij de door hem gebruikte definitie van 'technologie': het geheel van kennis,vaardigheden, ervaring en organisatie dat nodig is voor de productie, het gebruiken de beheersing van diensten en werktuigen. Hierna volgen de elementen uit zijntoespraak die aandacht in dit themanummer verdienen. (Redactie)

"Men zou kunnen stellen, hetgeen teverdedigen is, dat elke technologiehaar eigen 'code' in zich draagt -eencode die economische, sociale, cultu-rele en milieutechnische aspecten be-vat. Als dit inderdaad zo is, laten wijdan eens wat dieper ingaan op de'code' van een groot deel van de tech-nologie die in de westerse wereld isontwikkeld. Zoals u weet komt meerdan 80 procent van de moderne tech-nologie die in de ontwikkelingslandenwordt gebruikt voort uit de westerselanden. De economische code vereistnaar mijn idee in toenemende matedat de technologie steeds intensieverwordt wat betreft de factoren kapi-taal, onderzoek en organisatie ensteeds extensiever wat betreft de fac-tor arbeid.Wat de sociale en culturele code be-treft, geeft de technologie noodzake-lijkerwijs uiting aan de waarden enovertuigingen van het westen. Zodradeze worden uitgedragen om vorm tegeven naar hun eigen beeld, vragende technologieën meer van hetzelfdeom ze in stand te houden.

Op het gebied van het milieu gaatveel westerse technologie er nog vanuit dat de mens heer en meester isvan de natuur, uitgaande van hetstandpunt dat de natuurlijke omge-ving de mens in zijn activiteiten wei-nig beperkingen oplegt. Dit blijkt on-der andere uit de roofzuchtige hongernaar niet-vervangbare hulpbronnenen uit het feit dat milieuvervuilingvaak nog wordt afgedaan als 'een bij-komstigheid' -een sociale cost-, dieals zodanig geen deel uitmaakt van detechnologie.

U zult begrijpen dat alles wat ik zo-even heb gekenschetst, niet directbeantwoordt aan de behoeften van demeeste ontwikkelingslanden. Integen-deel, in veel gevallen blijkt de uitwer-king juist nadelig te zijn.Wat ik wil onderstrepen, is dat even-tuele negatieve effecten van technolo-gie niet slechts als 'bijproducten'moeten worden beschouwd. Zij kun-nen namelijk diep geworteld zijn inde structuren en waarden die door detechnologieën zelf worden behelsd.

29

Page 31: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

REPRINT-REEKSDe AS is van start gegaan met de herdruk van oude anarchistische pamfletten en brochures.In deze reprint-reeks van curieuze geschriften zijn nu verschenen:

- Anton Constandse, Anarchisme; een uit 1930 daterende, 14p. omvattende beschouwing diebij Constandse's eigen uitgeverij de Albatros verscheen;- R. Tamminga, Theorie en praktijk van het nemen; een begin van deze eeuw door de schrijverin eigen beheer uitgegeven brochure van 16 p., waarin het neem- en eetrecht wordt verde-digd;- Henk Eikeboom, De anarchist en het huwelijk; een 24 p. tellende, in 1921 bij Libertas (dedrukkerij van Rijnders' Vrije Socialist) verschenen betoog van Henk Eikeboom dat veel stofdeed opwaaien. Clara Wichmann sabelde Eikebooms pleidooi voor 'Stirneriaanse lustbele-ving' rijntjes neer.

LOSSE EXEMPLARENZolang de voorraad strekt zijn nog losse exemplaren verkrijgbaar van diverse reeds versche-nen afleveringen van de AS. Van enkele oudere afleveringen zijn nu ook reprints verkrijgbaar.Bij voldoende belangstelling zullen ook andere uitverkochte afleveringen reprint worden.Stuur daarom een bericht aan onze administratie over welke nummers u graag herdrukt zouzien. Men kan de nog leverbare nummers/reprints bestellen door storting/overmaking vanƒ3,- (inclusief verzendkosten) op postgiro 4460315 van de AS, postbus 43, 2750 AA Moerka-pelle. In verband met de portokosten moet voor minimaal P,- besteld worden!

Hieronder volgt een overzicht van alle inmiddels verschenen nummers van de AS. De num-mers met een sterretje zijn uitverkocht en komen dus in beginsel voor reprint in aanmerking!De overige nummers zijn normaal leverbaar.

Nr. 1* (Syndikalisme), nr. 2* (Mandsmekritiek), nr. 3* (Anarchisme vandaag), nr. 4* (Vrou-wenbevrijding), nr. 5* (Zelfbeheer), nr. 6* (Registratie), nr. 7* (Energie), nr. 8* (Anarchisme& parlement), nr. 9/10* (Opvoeding, onderwijs, misvorming). nr. 11* (De vakbeweging in dekrisis), nr. 12* (De grote depressie), nr. 13* (Terrorisme), nr. 14* (De voordelen van degodsdienst), nr. 15/16* (Fascisme), nr. 17 (Misdaad/straf/klassejustitie -met teksten van ClaraWiclunann), nr. 18 (Arthur Lehning & het anarchisme), nr. 19* (Antimilitarisme), nr. 20*(Monarchie & Oranje), nr. 21/22 (Michael Bakoenin), nr. 23* (Duitsland), nr. 24* (Anarchis-me), nr. 25* (Orgamsatie), nr. 26* (Kiezen of delen), nr. 27* (Bouwen & wonen), nr. 28 (Pe-ter Kropotkin), nr. 29/30* (Veiligheid), nr. 31 (Milieu en macht), nr. 32* (Ontwikke-lingshulp), nr. 33/34* (Sexualiteit), nr. 35* (Anarchisten & de staat), nr. 36 (Europa), nr. 37*(Anarchisme & wetenschap), nr. 38 (Bedrog), nr. 39/40* (Anton Constandse & het anarchis-me), nr. 41 (Gezondheid & zorg), nr. 42/43 (P.J. Proudhon), nr. 44/45 (Oorlog aan de oor-log), nr. 46 (USA), nr. 47 (Geweld), nr. 48* (Kunst & anarchie), nr. 49* (Stembiljet of socialealctie), nr. 50/51/52* (Anarchisme over de grenzen), nr. 53 (De staat van verzorging), nr. 54*(Schijnanarchisme), nr. 55/56 (Politieke vorming), nr. 57* (Tolstoj), nr. 58 (Koöperaties &kollelctieven), nr. 59/60 (Anarchistische perspectieven), nr. 61 (De dood van Marx), nr. 62(Bart de Ligt), nr. 63 (Anarchie & avantgarde), nr. 64 (Hoe wel vaart de krisis), nr. 65 (Natio-nalisme & bevrijdingsbewegingen), nr. 66 (Een libertaire staat?), nr. 67 (Arbeidsethos), nr. 68(Anarchisme & utopie), nr. 69 (Nieuwe sociale bewegingen), nr. 70 (Clara Wichmann), nr. 71(Staatskunst of straatcultuur), nr. 72 (Eigendom), nr. 73 (Technologie), nr. 74 (Spanje 1936--1986), nr. 75 (Macht), nr. 76 (De sociocratie van Kees Boeke), nr. 77 (Verwording), nr. 78(Max Stirner), nr. 79 (Musica Anarchica), nr. 80 (Berlijn), nr. 81 (Onderdak), nr. 82 (Tegen-ethiek), nr. 83 (Provo), nr. 84 (Oost-Europa), nr. 85 (Anarcha-feminisme), nr. 86 (Litera-tuur), nr. 87 (F. Domela Nieuwenhuis).

En tenslotte geldt als speciale aanbieding alle nog leverbare afleveringen (inclusief reprints)voor slechts j'75,- (portokosten inbegrepen).

30

Page 32: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

AUTO ALS TECHNOLOGISCHPRODUCT

Ik zal dit toelichten. Neem bijvoor-beeld een product dat wij allemaalkennen, de auto. De auto is een pro-duct van het westen en ik zou haastdurven stellen dat deze technologieeen goed beeld geeft van de maat-schappij waarin zij werd ontwikkeld.Wij zien bijvoorbeeld dat de stan-daard-eenheid van die maatschappijuit vier personen bestaat (een autoheeft vier zitplaatsen). Binnen dieeenheid heeft de man een dominantepositie (hij zit meestal achter hetstuur). De auto verschaft ook enig in-zicht in de waarden van de maat-schappij, zoals de persoonlijke vrij-heid, blijkend uit het belang dat menhecht aan de eigen mobiliteit. Het iskennelijk ook een maatschappij dieuiterlijk vertoon van welvaart enmacht belangrijk vindt. Overduidelijkblijkt hoe de maatschappij haar ver-houding tot de natuurlijke omgevingervaart. Zij maakt zich niet sterk voorhet behoud van de niet-vervangbarehulpbronnen, waarvan zij grote hoe-veelheden verbruikt om de auto teproduceren en op de weg te houden.De vervuiling, de verstoring en desterfte die direct door de auto wordenveroorzaakt, worden afgedaan als'een bijkomstigheid' die maatschap-pelijke kosten met zich meebrengt dievaak door anderen moeten wordengedragen. De auto is echter eenkrachtige technologie, die erin slaagtde wereld naar haar eigen beeld tevormen. Degenen onder u die weleens het verkeer in steden als Caïro,Teheran, Bangkok, Jakarta of Mexi-co-City hebben gezien om Amster-dam maar niet te noemen, zullen zichmet mij wel eens afvragen of dit eengeheel gunstige ontwikkeling is. Trou-wens, de gebruikelijke oplossing voor

de verkeersproblemen in deze en an-dere steden is dan uiteraard het aan-leggen van meer wegen, parkeerga-rages, verkeersbegeleidingssystemen,enzovoort, hetgeen bevestigt wat ik aleerder heb gezegd, dat een technolo-gie na haar invoering steeds meer vanhetzelfde vraagt om zichzelf in standte houden. Deze spiraal van behoef-ten komt op veel manieren tot uiting,onder andere in de betalingsbalansvan een land. Om niet voor hypocriette worden versleten, moet ik beken-nen dat ik hier vanochtend in eenauto naar toe ben gekomen waarintwee plaatsen onbezet waren.

ALTERNATIEVETECHNOLOGIE/MAATSCHAPPIJDeze opmerkingen over technologiebrengen mij op een aantal gedachtendie ik, hoewel zij misschien te contro-versieel zijn voor een gelegenheid alsdeze, toch graag aan u zou willenvoorleggen.In de eerste plaats: omdat technologi-sche ontwikkeling en sociale en cultu-rele veranderingen onlosmakelijk metelkaar zijn verbonden en elkaar in ve-le opzichten haast ongemerkt verster-ken, moet men concluderen dat hetkiezen voor een bepaalde technologieimpliceert dat men kiest voor een be-paald soort maatschappij. Omdattechnologische ontwikkeling en maat-schappelijke verandering deel uitma-ken van hetzelfde proces, moet menzich afvragen of een alternatieve tech-nologie -een thema dat velen onder ubezighoudt- slechts op grote schaalkan worden ontwikkeld binnen hetkader van wat genoemd wordt een al-ternatieve maatschappij.Ten tweede: het proces van technolo-gische aanpassing is van cruciaal be-lang. Het is echter een bijzonder in-gewikkeld proces. Om met succes eenvreemde technologie te kunnen aan-

31

Page 33: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

passen, is naar mijn mening veel meernodig dan prutsen aan het uiterlijk.Het welslagen van de aanpassing be-rust uiteindelijk op ons vermogen omde verborgen 'code' van de technolo-gie te ontmantelen, teneinde deze teontdoen van de ingebouwde etnocen-trische trekken en te voorzien van hetmaatschappelijk stempel van het landwaarin de technologie wordt toege-past.In de derde plaats: omdat de techno-logie de weerspiegeling is van destructuren en waarden van het landwaarin zij is ontwikkeld, is het waar-schijnlijk dat een technologie die tenbehoeve van ontwikkeling wordt uit-gedacht, veelal beter geschikt is vooreen ontwikkelingsland dan een tech-nologie die dat niet is. Ik weet uit ei-gen ervaring dat regeringen van veelontwikkelingslanden de neiging heb-ben om de invoering van technologiete zien als het zorgen voor 'het besteuit het Westen'. Dit is begrijpelijk,maar soms denk ik kortzichtig, omdatdie technologie immers steeds meervan hetzelfde vraagt om zichzelf instand te houden, dat heb ik al onder-streept. Invoering ervan kan leidentot nieuwe vormen van afhankelijk-heid en een verdergaande verzwak-king van een toch al kwetsbaar land.Technologie uit andere ontwikke-lingslanden kan een 'code' bezittendie beter past bij een bepaald ontwik-kelingsland. Als dat zo is, zal men deonderlinge overdracht van technolo-gie in het Zuiden stelselmatig moetenbevorderen. Deze onderlinge over-dracht schiet, naar mijn mening, jam-merlijk te kort, althans nu nog. Ditondanks de inspanningen van deontwikkelingsorganisaties van de Ver-enigde Naties om kracht te zettenachter de uitvoering van het actieplanvan Buenos Aires voor technische sa-menwerking tussen ontwikkelingslan-

den, dat nu alweer ruim tien jaar gele-den, in 1978, werd aangenomen.In de vierde plaats: ontwikkelingslan-den zouden zelf overtuigd moetenzijn van de voordelen van onderlingesamenwerking en overdracht vantechnologie. Dáárnaar zouden zijmoeten streven. Hierbij gaat het ech-ter niet alleen om de ontwikkelingvan geschikte nieuwe technologieën,die al worden toegepast in het landzelf, in buurlanden of in andere lan-den in het Zuiden. Aangezien voorhet Noorden in dit proces slechts eenbeperkte rol is weggelegd, zijn wijwaarschijnlijk geneigd eerder te den-ken aan de ontwikkeling van nieuwetechnologien dan aan de verspreidingof het helpen verspreiden van be-staande. Dit heeft tot gevolg dat veelingenieuze ontwikkelingen, die voorverschillende gemeenschappen uiterstgeschikt zouden zijn, te weinig inpraktijk worden gebracht gewoon om-dat er onvoldoende over bekend is.En dan te bedenken dat men intussenelders blijft zoeken naar oplossingenvoor soortgelijke problemen, of, pro-beert het wiel nog eens uit te vinden.

CREATIEF VERMOGENMOBILISERENTenslotte: gezien mijn definitie enopvatting van technologie, kom ik totde conclusie dat ons gezamenlijk stre-ven om vreemde technologieën aan tepassen en de onderlinge overdrachtvan technologie in het Zuiden te sti-muleren, dient te worden onder-steund met een doordacht beleid daterop is gericht in de afzonderlijkeontwikkelingslanden een eigen ver-mogen tot technologische vernieu-wing te doen ontstaan. Dat vermogenis de drijfveer achter de technologi-sche ontwikkeling. Voor het verbete-ren van dat vermogen is, lijkt mij, veelmeer nodig dan formele regelingen

32

Page 34: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

en nieuwe overheidsinstellingen, hoenuttig die ook zijn. Het succes wordtin de eerste plaats bepaald door hetmobiliseren van creatief vermogen envindingrijkheid van de gewone mens.Daarom zal men serieus moetentrachten een beroep te doen op devaak genegeerde kennis en vaardighe-den die verborgen aanwezig zijn bijbijvoorbeeld de plaatselijke gemeen-schappen, de plattelandsbevolking ofbij de vrouwen.Ik ga ervan uit dat u na deze kantte-keningen niet denkt dat ik iets heb te-gen technologie in het algemeen, ofwesterse technologie in het bijzonder.Integendeel, ik heb immers reeds be-toogd dat er geen ontwikkeling moge-lijk is zonder de moderne technolo-gie. Wat ik heb willen aantonen is dattechnologie vaak meer inhoudt danwij doorgaans beseffen.

BLADEREN 12

In een eerdere aflevering van deze rubriek(Bladeren 10, De AS 86) signaleerde ik reedsde studie van Walter Fühnders over anarchis-tische literatuur. Inmiddels ontving ik dezestudie. Welnu: Fanders blijkt een tamelijkstrikte definitie van 'anarchistische literatuur'te hanteren waardoor hij zich op een analysevan het literaire werk van Gustav Landauer,Erich Mühsam en John Henry Mackay kanconcentreren. Een goede indruk van zijn aan-pak geven voorts zijn hoofdstuktitels: 'Anar-chistische Lyrik', 'Anarchismus und Bohème'en 'Anarchismus und Décadence' (MetzlerVer- lagsbuchhandlung Stuttgart, 1987, 261blz., 48 DM).Fühnders vulde nagenoeg ook een driedub-belnummer van het Hamburgse anarcho-bladDie Aktion (Heft 47-49, ca. 50 blz., 6 DM,uitg. Ed. Nautilus, Hamburg) gewijd aan deanarchistische dichter Senna Hoy. Naast hetessay Senna Hoy: Ein romantischer Rowdyverder in dit nummer een aantal teksten vanHoy en een tweetal brieven die Else Lasker-Schitter aan Pierre Ramus schreef.Het nummer opent overigens met een fotovan de dichter.., een foto die kwa sfeer onwil-lekeurig deed denken aan Oscar Wilde en zijnwereld.

Enkele belangrijke ontwikkelings-vraagstukken die verband houdenmet technologie betreffen namelijkjuist aspecten die wij niet gemakkelijkkunnen waarnemen. Erkenning vande vele verborgen dimensies van tech-nologie houdt in dat wij nog bewusteren kritischer te werk moeten gaan alshet gaat om de keuze van technologie.Wij zullen nauwgezetter te werk moe-ten gaan als het aankomt op aanpas-sen aan nieuwe situaties. Als wij meerop die aspecten letten, zijn wij beterin staat van technologie een krachtigebondgenoot van ontwikkeling te ma-ken. Als wij daar niet op letten, kaneen technologie die op het eerste ge-zicht veelbelovend is en lijkt, uitdraai-en op een sociale en culturele invasie,sommigen spreken van cultureel im-perialisme, en een ernstige verstoringvan het ecologisch evenwicht."

André Hielkema schreef over de dandy Wildein de door hem zelf samengestelde bundel Dedandy of de overschrijding van het alledaagse(Boom, MeppellAmsterdam, 1989, 205 blz.,f3850). Uiteraard aandacht in de bundelvoor Beau Brummel, evenals voor de Neder-landse schrijvers Van Deijssel en Couperus.De vraag wat iemand nu precies tot een dan-dy maakt blijft echter helaas onbeantwoord.Was Senna Hoy een dandy? Zijn naam staatniet in het register. Die van popartiest en 'un-derground dandy' Lou Reed wel. Helaas ont-breekt daarin de Frisco-sixties-cult groep TheBeau Brummels... Veel anecdotes, dat wel.Ook maakt de bundel iets duidelijk van de so-ciale context van het dandyisme, maar al metal valt de bundel tegen.

Literatuur en politiek: het thema lijkt hoogstactueel. Maatstaf kwam met een themanum-mer over literatuur en politiek. Daarin hethier reeds aangekondigde artikel van HansRamaer en Jan Bervoets, Van kunstenaars-opstand tot engagement: literatuur en politiekin de jaren zestig. Verder ondermeer eem in-teressante bijdrage van J.S.M. van Holsteynwaarin hij enkele stevige vraagtekens zet ach-ter het imago van Louis Paul Boon als 'tedereanarchist'.'De droomers van Waagenvoort: anarchisme in

33

Page 35: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

het j7n de siècle' is de titel van een artikel vanJacqueline Bel in het maandblad Literatuur,Tijdschrift over Nederlandse letterkunde(198914, ca. 70 blz., f11,-; info bij uitgever Hes,030-316977), waarin zij aandacht waagt voorhet nagenoeg vergeten werk van MauritsWaagenvoort. Zij beschouwt hem min of meerals de Anja Meulenbelt van het fm de siècle.Over pakweg 75 jaar is een boek als Deschaamte voorbij, zo denkt zij, alleen nog maarinteressant als tijdsbeeld; en: hetzelfde geldtná in ieder geval voor De droomers van Waa-genvoort...Zeer benieuwd wat Maaike Meijer van dezevergelijking zou vinden. Zij promoveerde vo-rig jaar op de studie De lust tot lezen, Neder-landse dichteressen en het literaire systeem(SAR41Van Gennep, Amsterdam, 1988, 464blz., f48,50). Een van haar stellingen was datde mannelijke literaire kritiek systematischvrouwelijke dichters negeerde (danwel klei-neerde). Een leuk, bij vlagen 'ongewild ko-misch', boek dat zoals bekend de nodigediscussies losmaakte.In het tijdschrift Over Multatuli (1989/22, 60bh., 115,-, info: 020-245781) trof ik een inte-ressant artikel van Dik van der Meulen getiteldEen pionier van den nieuwen tijd fascisten overMultatuli, waarin onder andere aandacht voorErich Wichman, bewonderaar èn criticus vanMultatuli. Van der Meulen wijst er onder an-dere op dat Wichman in zijn discussie met deanarchist Henk Eikeboom over het fascismezich herhaaldelijk op Multatuli beriep_Het tijdschrift voor filosofie, Krisis , kwam an-dermaal met een nummer over de VerenigdeStaten, met als centraal thema dit keer de cul-tuur en de cultuurkritiek aldaar (1989/37, losf16,-). Het nummer bevat onder andere eenbijdrage over de componist John Cage ('Pio-nier van de stilte), een (vertaald) artikel vanW.J.T. Mitchell die de stelling verdedigt dat deklassieke, kritische rol van de literatuur in deVS is overgenomen door de literatuurkritiek,èn, last but not least, een verrassend verhaalover 'de beste schrijver van Amerika': overLester Bangs dus, rockkriticus bij bladen alsRolling Stone, Creem en Vi llage Voice. De titel:"I was fun"...

Berlijn. In de maanden april en mei 1987 wasdaar een indrukwekkende tentoonstelling tezien: Inszenierung der Macht: Aesthetische Fas-zination im Faschismus. De gelijknamige cata-logus verscheen bij Dirk Nishen Verlag (Benin1987, 360 blz., 44 DM). Doel van die tentoon-stelling was om de mechanismes van de esthe-tische aantrekkingskracht van het fascisme

bloot te leggen. Volgens sommigen slaagdende inrichters van deze tentoonstelling daarwat 'al te goed in: die aantrekkingskracht bleeknamelijk nog steeds te 'werken'! Das einzige,was mich aaiing macht ist da vvir den Krieg ver-loren haben, stond er na afloop in het gasten-boek te lezen. Een reden om van dit soorttentoonstellingen af te zien? Dirk Nishenkwam met een bundel reacties op de tentoon-stelling: Erbeutete Sinne (Berlin 1988, 94 blz.,ca. 15 DM).De invloed van beelden blijft moeilijk te ach-terhalen. Tot die conclusie komt ook WillemLangeveld -hij was ooit mèt Rudolf de Jong enGer Hannsen redacteur van het pre-provo-blad Buiten de perken! - in zijn aardige en rijkgeillustreerde boekje Politiek per prent (AmboBaarn, 1989, 166 bh., f37,50). Toch kreeg zijnboek de ondertitel Een inleiding tot de politie-ke beeldcommunicatie mee...Het is dan ook nauwelijks verbazingwekkend -en in ieder geval geruststellend- dat de Neder-landse politieke partijen 'de kunst van hetverleiden' middels beelden niet of nauwelijksverstaan. Het weekblad De Groene (30-8-1989) sprak hierover met de Amsterdamsehoogleraar kunstsociologie Bram Kempers."Toch is het PvdA-rood dit jaar iets minder le-lijk..." Veel meer kon elök hij er gelukkig nietover zeggen!Kempers promoveerde overigens in 1987 opeen schitterend (zij het niet onomstreden)proefschrift, Kunst, macht en mecenaat geti-teld (Arbeiderspers Amsterdam, 1987, 439 blz.,f45,-), over de opkomst van de Italiaanse Re-naissance-schilderkunst. In zijn oratie Socia-lisme, kunst en reclame (Arbeiderspers Amster-dam 1988, 40 blz., ca. f15,-) trekt Kemperszelfs een parallel tussen die Renaissance-schilders en hedendaagse kunstenaars die huntalenten aan het bedrijfsleven verkopen doorin de reclame-branche te gaan werken.Renaissance-schilders werden tenslotte ookgebruikt, zo luidt zo ongeveer Kempers' rede-nering...Niets aan de hand dus? Ik weet het eigenlijkniet. Van belang is mijns inziens de autonomievan de kunst en die is bij het bedrijfsleven netzo goed, of net zo slecht, gegarandeerd als bijons aller overheid.Het gevaar is natuurlijk wel dat de overheidzich bij toenemende kunstsponsoring e.d.steeds minder verantwoordelijk gaat voelenvoor een goed 'kunstklimaat'. In dit licht is hetzonder meer verheugend dat Emanuel Boek-man's klassieke studie Overheid en kunst inNederland (uit 1939) onlangs wéér herdruktwerd (BoelananstichtinglVan Gennep Amster-

34

Page 36: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

dam, derde druk 1989, 222 blz., f34,50).Tegelijkertijd verscheen de bundel Het levenals leerschool, Portret van Emanuel Boekman1889-1940 (idem, 176 blz., f34,50): een welko-me aanvulling op de studie van Tony Jansen enwijlen Jan Rogier over Boekman uit 1984.

Berlijn. "Mocht de muur binnenkort wordenafgebroken -misschien maak ik het nog mee..."Een citaat uit de Mondliaan-lezing van ArthurLehning, Rotterdam, 2 november 1989. EnLehning maakte het mee...!Op 23 oktober 1989 werd Lehning 90. Op 5november kreeg hij een liber amicorum aange-boden, een boek waarover ik op dit momentslechts kan zeggen dat het f39,50 kost en ver-krijgbaar is bij de boekhandels Nijhof & Lee(Staalstraat 13a, Amsterdam) en Aitaud(Rechtstraat 102, Maastricht)...Overigens werpt Lehning's lezing (die binnen-kort door de Sikkens Foundation zal wordenuitgegeven; info: Postbus 3, 2170 BA Sassen-helm) ook een interessant licht op de proble-matiek van de kunst(enaar) in verhouding tothet bedrijfsleven.. Want, de Nederlandse mul-tinational Akzo zal vermoedelijk niet echt watje noemt 'EO-blij' geweest zijn met Lehning'slezing. "Zoals u weet draagt mijn rede denaam van Mondriaan-lezing, bedoeld als eenhommage aan Piet Mondnaan, maar hoewelhet niet verplicht is om over Mondriaan tespreken -het is ook niet verboden", zeiLehning op driekwart van zijn verhaal.De tijd daarvoor had hij gebruikt om het kapi-talisme aan te klagen: zoals de munitie-leve-ranties van Muiden-Chemie en de levering vanNederlandse grondstoffen voor gifgassen diein de oorlog tussen Iran en Irak werden ge-bruikt. Het leverde hem een staande ovatieop. Én ongemakkelijk geschrijf en gekuch opde eerste rijen. Daar had men ongetwijfeldeen ander verhaal verwacht...Lehning werd namelijk denk ik vooral ge-vraagd voor deze lezing vanwege het feit dathij Mondriaan gekend heeft. Mondriaan be-hoorde bijvoorbeeld tot de medewerkers vanLehning's tijdschrift i10...Wat i10 betreft: in Parijs was dit jaar (15maart - 30 april) een tentoonstelling te zienrond dit tijdschrift. Het is werkelijk verbijste-rend dat hier in de Nederlandse pers met geenletter over geschreven werd, eens te meerdaar deze tentoonstelling te zien was in hetbijna wegbezuinigde Institut Néerlandais,waarover de media zich zéér kwaad maakten.'Het Parijse Institut Néerlandais: van jongens-droom tot twistappel' (NRC 23-9-1989) luiddeweliswaar een kop, maar geen enkele journa-

list vroeg zich af wat dat Institut zoal aan expo-sities georganiseerd had.Gelukkig verscheen er een catalogus: i10 etson époque (82 blz., ca. ƒ35,-, verkrijgbaar bijhet Institut (Rue de Lille 121, Paris 7) èn bij deAmsterdamse boekhandel De Verbeelding. Deinhoud? Een voorwoord van de -godverdom-me- weggepromoveerde directeur van het In-stitut George Strasser (ook daar maakte geenenkele journalist een punt van!), artikelen vanYve-Alain Bois (La legon de 110), Flip Bool(Photographie et typographie dans il0), Mari-stella Casciato (Traces de Pavant-garde: i10 etl'architecture) en, naast een vertaling vanMondriaans Het huis, de straat, de stad, vanLehning's inleiding bij de bij Bert Bakker in1963 verschenen 'keuze uit il0', een portret-tengalerij van de i10-medewerkers: een bio-grafische schets van Toke van Helmond,waarin onder andere Lelming's militaire dienstter sprake komt... In die portrettengalerij ont-breekt uiteraard Naum Gabo (1890-1977)niet. Over Gabo verscheen onlangs een inte-ressant boek: Naum Gabo: Ein russischer Kon-struktivist in Berlin 1922-1932 (Dirk Nishen,Berlin 1989, 160 blz., DM 28). Geen woord indit boek over i10 evenwel. Ik vroeg Lehningom een reactie: Gabo was belangrijk voor i10.Hoe belangrijk was i 10 voor Gabo?Totzover 'de kunsten' en wat daar zoal meesamenhangt. Noodgedwongen zal de rest vandeze Bladeren uit varia bestaan...

Boekhandel Lynx kwam met een Totaalwijzer,een handboek over totaalweigeren dus. Infor-matief, veel adressen en toch slechts 1'7,50(over te maken op giro 4988847 t.n.v. Boek-handel Lynx te Beverwijk o.v.v. 'Bestelling ttw-brochure').Boekhandel De Roode Hond (Prins Hendrik-straat 138, 2518 HX Den Haag) gaf, in samen-werking met drukkerij De Bijstand (vande-Blauwe-Aanslag-faam) een bijzonder fraaiverzorgd boekje uit over het revolutionaire enlinks-nationalistische verzet in Euskadi geti-teld Baskenland autonoom?! Ik las het nogniet, dus: wellicht kom ik er nog op terug.De naam van Wim van Noort blijkt in deze ru-briek wéér te moeten vallen. Samen met L.W.Huberts stelde hij namelijk de bundel Socialebewegingen in de jaren negentig. Stand van za-ken en vooruitblik samen (info: DSWO Press071-273795), voornamelijk interessant vanwe-ge het hoofdstuk van de beide redacteurenover (de toekomst van) radicale bewegingen.

Tot slot enige Duitse uitgaven.Trafik 32 (1989/2) is gewijd aan Anders Leben

35

Page 37: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

('Theorie und Praxis libertürer Kommunen')en bevat voorts een interview met Peter Stip-kovics over het Oostenrijks anarchisme.Schalom Libertad heet een prijzige studie vanArno Lustiger over de rol van de joden in deSpaanse burgeroorlog (Atheniium VerlagFrankfurt 1989, 397 blz., f87,50). In V/s/'s boe-kenbijlage van 14-10-1989 een bespreking.Bij Konlcret Literatur Verlag verscheen een stu-die van Oliver Tolmein en Detlef zum Winkel

BOEKBESPREKINGEN

ANARCHISME OVER DE GRENSIn West-Duitsland is net als in Nederland eendiscussie gaande, die door libertairen wordtsamengevat met 'minder staat, méér maat-schappij' (zie De AS 84 over het gelijknamigeboek van Rolf Cantzen). Ook gebruikt menwel de termen 'ontstatelijking' en 'vermaat-schappelijking', die bijna letterlijk bij de Duit-se anarchisten Gustav Landauer en ErichMühsam zijn terug te vinden. Er lijkt dus nietzo veel nieuws onder de zon, zij het dat dedreigende milieucatastrofe vanzelfsprekendniet in hun geschriften voorkomt. In ieder ge-val levert T. Schmid een aardige bijdrage aande discussie met zijn Entstaatlichung. NeuePerspektive au/ . das Gemeinwesen (ca. DM 20),verschenen bij Wagenbach, Berlin. Zijdelingshoudt ook Stefan Loibl zich met die discussiebezig in zijn Kollektiv oder kooperativ? Genos-senschaften und Kollektive in Katalonien (DM16.80) verschenen bij Edition Tranvia, Pf303626, D-1000 Berlin 30. Loibl beschrijft inkort bestek de geschiedenis van beide bewe-gingen, enerzijds de vooral praktisch ingestel-de coöperatiebeweging die de belangen vande consument centraal stelde en anderzijdshet anarcho-collectivisme met zijn nadruk opde arbeider als producent. In het revolutionai-re Catalonië van 1936-39 kwamen de tegen-stellingen tussen beide bewegingen scherperdan voorheen naar voren en hoewel de Gene-ralitat deed alsof beide tradities van 'vermaat-schappelijking' van de economie elkaar aan-vulden, maakt Loibl duidelijk dat in werkelijk-heid helemaal geen sprake was van harmonie.

Dit najaar is grand old man van het anarcho-syndicalisme, Arthur Lehning, negentig jaargeworden. Vijf jaar terug vierde de universi-teit van Oldenburg diens 85e verjaardag meteen symposium. De bundel inleidingen vandat symposium, Anarchismus im Kunst undPolitik (ca. DM 16), is al eerder in dit tijd-schrift gesignaleerd, maar is te mooi om niet

over de Berlijnse krant taz. Strekking: wat ooiteen blad van 'de beweging' was is nu een bladdat zich sterk maakt voor de rood-groene sa-menwerking (tazSachen, Konkret LiteraturVerlag Hamburg, 1989, 254 blz., 24 DM).Een soortgelijke analyse geeft Stephanie Hornvan het Frankfurtse blad Pf7asterStrand in Ab-schied vom Kollektiv (Brandes & Apsel VerlagFrankfurt/M., 120 blz., DM 19,80). Dus ookdat blad is niet meer wat het was... (CB)

nog eens onder de aandacht te brengen. Menvindt er onder andere bijdragen in van ThomHolterman en van Marcel van der Linden. Delaatste inventariseert het onderzoek dat we-reldwijd gedaan is op het gebied van syndica-lisme en syndicalistische organisaties. In zijninformatieve overzicht vermeldt hij terloopsde studie van Peter Schöttler uit 1982, DieEntstehung der 'Bourses du Travail'. Sozialpoli-tik und französischer Syndikalismus am Endedes 19. Jahrhunderts (Campus Verlag, Boeken-heimerlandstral3e 100, 6000 Frankfurt 1; DM49). Schöttler laat zien dat het Franse syndica-lisme -in ieder geval tot 1902 toen de Boursesdu Travail opgingen in de vakorganisatieCGT- a-politiek was en er dus bitter weinigvan anarchistische invloeden te bespeurenviel. In de jaren negentig van de vorige eeuwwas het (Franse) anarchisme vooral populairin andere kringen, die van kunstenaars en in-tellectuelen, zoals nog eens blijkt uit het auto-biografische relaas van Zo d'Axa, uitgever vanhet legendarische weekblad L'Endehors(1891-93). Nautilus/Nemo Press, HassestraBe22, 2050 Hamburg 80 bracht een paar jaar ge-leden een Duitse vertaling van: Leben ohne zuwarten. Von Mazas nach Jeruzalem (DM 18).Edition SOAK (Junius Verlag, Von Hutten-straBe 18, 2000 Hamburg 50) bracht in dereeks 'Einführungen' een deeltje over GustavLandauer, dat in de Westduitse anarcho-perspositief besproken werd (Siegbert Wolf, Gus-tav Landauer zur Einftihrung; DM 14.80). Ookde commerciële gigant Suhrkamp Verlag (Pf101945, D-6000 Frankfurt 1) schonk onlangsweer aandacht aan Landauer. Ruth Link-Salinger verzorgde een omvangrijke bloemle-zing van Landauer artikelen uit de eerste tweeedities van het tijdschrift Der Sozialist (1892-99). In die periode vond Landauers overgangnaar het anarchisme plaats, evenals zijn veran-dering van strategie (coöperatiebeweging inplaats van vakbeweging). Link-Salinger voeg-de aan de bloemlezing een uitgebreide inlei-ding toe (Signatur: g.l. Gustav Landauer imSozialist (1892-1899); DM 18).Van Das Argument, het prachtige tijdschrift

36

Page 38: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

rond Wolfgang Fritz Haug, bestaat, evenminals van Enzensbergers Kursbuch, een Neder-landse pendant. Das Argument -dat er al der-tig jaargangen heeft opzitten- kreeg in dejaren zestig vooral bekendheid door de fascis-mediscussie die het blad mede op gang bracht.Nog altijd houdt Haug zich intensief met deideologische componenten van het fascistischedenken bezig, zoals blijkt uit het recent uitge-komen Vom hilf7osen Antifaschismus zur Gna-de der spüten Gebult (DM 28). Deze studie-met daarin onder meer een overzicht van deenige jaren geleden in de BRD gevoerde His-toriker-Streit ('Waren Stalins goelags onmen-selijker dan Hitlers vernietigingskampen?')-verscheen in één van de verschillende reek-sen die Das Argument (RentzelstraBe 1, 2000Hamburg 13) naast het tijdschrift uitgeeft.Daarin ook een wat pretentieuze bundel overeen fascinerend onderwerp: Jutta Held (Hg.),Der Spanische Bürgerkrieg und die bildendeKiinste. Schriften der Guemica-Gesellschaft I(ca. DM 30)

Eerder (De AS 83) schreef ik dat er in deBRD flink wat over libertair(e) opvoeding enonderwijs wordt gepubliceerd. Opvallendvaak is de pedagoog Ulrich Klemm er dan alsauteur, redacteur en/of uitgever bij betrokken.Zo heeft hij in zijn eigen Edition Flugschriften(Strassburgweg 19, 79 Ulm) diverse reeksenondergebracht. In de serie LiteraturrundschauAnarchismus & Pedagogik verschijnt hoofdza-kelijk bibliografisch materiaal, maar de serieAnarchismus & Bildung. Schaften zur libertürenPüdagogik richt zich op een breder publiek.Inmiddels zijn er van deze reeks drie afleve-ringen verschenen (in Heft 4 zal plaats wor-den ingeruimd voor een vertaling van hetartikel van Simon Radius dat in De AS 83 ver-scheen). Heft 2 bevat artikelen over actueleperspectieven van de libertaire pedagogiek,een tiental boekbesprekingen en artikelenover onder meer Ernst Friedrich en WalterBorgius, twee libertaire pedagogen uit deWeimar-tijd, en over de receptie van MaxStirner in Duitse pedagogische kringen. Heft 3is een coproductie van Klemm en Peter Peter-son, uitgever van Trafik (Internationales Jour-nal zur libertâren Kultur und Politik). Heft 3van A & B is daarom nr. 29 (3/1988) van Tra-fik, met als thema: Prinzip Freiheit. Daarinonder meer artikelen over kibbutzim, overWalden, een libertair-pacifistische school inCalifornië (oorspronkelijk in The Raven 2) enover Summerhill, de legendarische school vanA.S. Neill. Een nummer van Trafik (Eduard-straBe 40, D-4330 Mülheim 1) kost DM 7, vijf

nummers DM 30.Voor AG SPAK-Publikationen (Adlzreiter-stral3e 23, 8000 München 2) redigeerdeKlemm samen met Alfred Treml de bundel Apropos Lemen (DM 26), waarin zowel 'alter-natieve' pedagogen (Steiner, Montessori, Frei-net, Freire, Neill) worden behandeld, als eenoverzicht wordt gegeven van de ontwikkelingvan 'vrije alternatieve scholen' (de benaming'vrije school' is -helaas- geclaimd door de an-troposofen) in de BRD, Italië, Zwitserland,Engeland en de VS. In het rijtje grondleggershiervoor ontbreekt Tolstoj, maar in die leemtevoorziet Studien zur Piidagogik Tolstojs (DM19.80). Klemm redigeerde deze diepgravendebundel samen met Horst Wittig, Mmerva Pu-blikation (Pf 711009, 8000 München 71) ver-zorgde de uitgave ervan.

Stap voor stap bouwt het libertaire TrotzdemVerlag (Pf 1159, 7043 Grafenau-Döffmgen)voort aan een fonds dat niet alleen voor Duit-se anarchisten interessant is. Van de recentverschenen uitgaven noem ik allereerst HolgerJenrichs bibliografie Anarchistische Presse inDeutschland 1945-1985 (DM 34). Hoewel ge-zegd wordt dat het overzicht van Jenrich on-volledig is, lijkt me zijn aanpak zo kwaad nogniet. In ieder geval telde hij m de onderzochteperiode rond 350 anarchistische en aan hetanarchisme verwante bladen, met de jaren ze-ventig als bloeiperiode. Van alle titels geeft hijde oplage en het verspreidingsgebied, een ka-rakteristiek en vanzelfsprekend een overzichtvan wel en wee. Veel wee soms, want óók inde BRD weet men op het gebied van redactio-nele ruzies van wanten. Het aardige van deze273 p. tellende, geillustreerde, bibliografie isnaar mijn mening dat niet alleen de 'grote'landelijke tijdschriften worden behandeld,maar ook de talloze minuscule regionaleblaadjes en stadskranten, die het soms maarenkele afleveringen vol hielden. Kortom, eenuitgave die navolging verdient. Wie in Neder-land voelt zich geroepen om zich op de naoor-logse anarchistische pers te storten?In De AS 86 besprak Cees Bronsveld het sym-pathieke boekje van Romantiek-specialist Ri-chard Holmes over Mary Wollstonecraft, devrouw van de anarchistische filosoof WilliamGodwin, en ook -zoals Rudolf de Jong in het-zelfde nummer opmerkte- de eerste modernefeministe. Even later doken Mary en Williamop in een artikel in nummer 4 (1989) van hetblad 't Kan Anders. Plotseling lijkt er zoiets alseen Wollstonecraft-revival uitgebroken, wantzie... 'Wir fordem alles' (DM 20), een boekwaarin de Zwitserse pedagoog Hans Ulrich

37

Page 39: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

Grunder zich met het thema 'Weibliche Bil-dung' bezig houdt, opent met een beschrijvingvan Wollstonecrafts feministische ideeën.Verder in deze studie onder meer aandachtvoor de anarchistes Louise Michel en EmmaGoldman.Wolfgang Hang (niet te verwarren met Wolf-gang Fritz Haug) en Herby Sachs, beiden re-dacteur van het ook bij Trotzdem Verlag ver-schijnende anarchistische magazine SchwaizerFaden, bundelden een aantal politieke opstel-len over media en cultuur in Die Ausblendungder Wirklichkeit (DM 16). Nieuw is ook debundel Mythen des Spanischen Bürgerkriegs(DM 22). Deze uitgave bevat de teksten vanhet Spanje-symposium dat in 1987 op de uni-versiteit van Oldenburg gehouden werd. Eénvan de bijdragen is van Rudolf de Jong. Totslot noem ik de zojuist verschenen studie vanMichael Seligmann over de (eerste) BeierseRadenrepubhek. Dit Aufstand der Rine (DM48) is een kloeke dissertatie (711 p.) met eenapart gebonden noten- en literatuurgedeelteen maar liefst 138 afbeeldingen. De Grünensubsidieerden de uitgave.

Kurt Eisner geldt, naast Landauer, Mühsam,Toner en Leviné, als sleutelfiguur in de poli-tieke gebeurtenissen in Beieren gedurende deperiode 1918-mei 1919. Eisner, pacifist en lidvan de USPD (linkse socialisten) werd in no-vember 1918 minister-president van de voorlo-pige regering van de vrijstaat Beieren. Hijprobeerde een evenwicht te zoeken tussen derevolutionaire stromingen, die een republiekvan arbeiders-, boeren- en soldatenraden na-streefden, en de behoudende MSPD (sociaal-democraten). Bovendien had hij te maken metburgerlijk-rechts dat met zijn vrijkorpsen uitwas op een gewelddadige contrarevolutie.In februari 1919 werd Eisner door een rechtseextremist vermoord en raakten de .politiekeontwikkelingen in een stroomversnelling. Op 7april riepen anarchisten, linkse socialisten eneen deel van de sociaal-democraten als ver-tegenwoordigers van de raden de Beierse Ra-denrepubliek uit, waarin onder andere Lan-dauer, Mühsam, Toner (USPD), Red Marut(Ben Traven) en de libertaire 'Frei Geld'-eco-noom Silvio Gesell een hoofdrol speelden. Decommunistische KPD keerde zich echter feltegen de 'schijnradenrepubliek', zoals Selig-mann in zijn studie benadrukt. De communis-ten namen daardoor een 'contra-revolutionai-re' positie in, die als twee druppels water lijktop hun latere optreden in het revolutionaireSpanje. Binnen een week werd de Beierse Ra-denrepubliek door regeringstroepen om zeep

geholpen. Mühsam werd gevangen genomenen afgevoerd, maar miraculeus wisten de ra-den in de stad München stand te houden. Le-viné (KPD) nam nu de leiding en riep eentweede Radenrepubliek uit, die in de commu-nistische literatuur voortleeft als 'de' Raden-republiek. Op 2 mei werd het experimentbloedig neergeslagen. Tot de 'bevrijders' vanMünchen die en passant Landauer dood-schopten, behoorde korporaal Adolf Hitler.Eisner is een wat vergeten politicus die eenvreedzame en evolutionaire weg zocht, waar-bij parlement en raden zouden moeten samen-gaan om een 'libertair socialisme' op te bou-wen. Dat althans is de visie van Freya Eisner,die voor Suhrkamp Verlag een bloemlezing uitde geschriften en redevoeringen van Eisnersamenstelde (Kurt Eisner. Sozialismus als Ak-don; DM 6) en een biografie over hem schreef(Kurt Eisner: Die Politik des libertliren Sozialis-mus; DM 10). (HR)

De genoemde boeken zijn te verkrijgen/bestellenbij Karl Kreuger, postbus 61523, Den Haag. Mo-gelijk is een deel ervan te vinden in de winkelsvan De Rooie Rat, Utrecht en 't Fort van Sja-lcoo, Amsterdam.

SITUATIONISMEOnlangs verscheen de handelseditie van hetproefschrift van Rene Sanders, getiteld Bewe-ging tegen de Schijn. De Situationisten, eenavant-garde. Sanders beschrijft de geschiede-nis van de Situationistische Internationale(SI), schetst de ontwikkeling van haar theorieen plaatst deze in een historisch kader.De SI wordt in 1957 door een groep radicalekunstenaars opgericht. Zij zet een traditievoort die in het begin van deze eeuw door fu-turisten en dada-beweging wed begonnen endie voortgezet werd door surrealisten, lettris-ten en Cobra. Als doel formuleert zij de op-heffing van de kunst om ruimte te scheppenvoor een revolutionaire kritiek die het totaleveld van maatschappij, cultuur en politiek be-slaat. Ondanks haar marxistische wortels, on-der andere blijkend uit het feit dat uiteindelijknog steeds de arbeiders de revolutie moetenbrengen, formuleert de SI een, sterk dooranarchistische en radencommunistische idee-en beïnvloede, analyse. Hierbij gaat de SI uitvan de overvloed aan consumptieartikelen diezij veronderstelt aanwezig te zijn, de verre-gaande individualisering en de totale ver-vreemding in deze maatschappij. De mens isverworden tot een passief toeschouwer in hetspektakel dat voor hem wordt opgevoerd enhem van zijn werkelijke behoeften vervreemdt.

38

Page 40: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

De Parijse mei-opstand wordt wel gezien alsde culmmering van de theorie van de SI. Ze-ker is dat de SI veel heeft bijgedragen aan devoorbereiding van deze revolutionaire periodemaar, en daaruit blijkt mijns inziens ook debeperking van hun overigens ook voor anar-chisten zeer interessante theorievorming, erniet in slaagt haar totaalkritiek voort te zettenin een instrument om de negatie van het be-staande ook om te zetten in een andere maat-schappijvorm. De theorie van de SI is voor-namelijk een doeltreffende kritiek; voor hoedan iets beters gerealiseerd moet leunt ze nog-al op Pannekoek. (Overigens ken ik ook geenanarchisten die je nog het recept voor Utopiakunnen geven.)Kortom een interessante studie over een inNederland nauwelijks bekende theorie. Vooriedereen die meent dat we niet meer kunnenvolstaan met wat Bakoenin en Domela te zeg-gen hadden, een must. (JvdL)

R.I. Sanders, Beweging tegen de schijn. De Si-tuationisten, een avant-garde; Huis aan de DrieGrachten, Amsterdam, 1989, 320 blz., f65,-.

MYSTICUSOmstreeks 1980 vatte Anton Constandse hetplan op om een essay te schrijven over levenen werk van Johan Brouwer (1898-1943), ie-mand die in het vooroorlogse wereldje vanhispanisten nogal wat opzien had gebaard.Het plan is door zijn dood nooit uitgevoerd endus wekte de biografie van Brouwer die Hen-drik Henrichs bij de AP publiceerde mijnnieuwsgierigheid. Tenslotte is Brouwers levenin velerlei opzichten ongewoon geweest. Hijgroeide in een gereformeerd arbeidersgezinop, ging naar de Zendingsschool en studeerdeIndische talen in Leiden. Een pedant student-je dat te veel geld uitgaf en daarom het planopvatte een bank te beroven. Bang gechan-teerd te worden met zijn plan schoot Brouwereen schuldeiser dood, wat hem zes jaar gevan-genisstraf opleverde (die hij uitzat in Leeu-warden, waar in diezelfde jaren 1922-1928 deanarchist Piet Kooijman voor een heel wat on-schuldiger delict opgesloten zat).In de gevangenis begon Brouwer Spaans testuderen en na zijn vrijlating promoveerde hijop een studie over de Spaanse mystiek. Hetproefschrift werd in katholieke kringen goedontvangen omdat het een vurige verdedigingwas van de Spaanse Moederkerk en de Inqui-sitie. Brouwers overgang naar het katholicis-me was hierna slechts een kwestie van tijd. Alsrechtse intellectueel voelde hij zich goed thuisin Spanje, schreef er artikelen over in de ka-

tholieke pers en publiceerde ook literair-his-torisch werk over Spanje. Wie zal het verba-zen dat Brouwer bij de aanvang van deburgeroorlog in 1936 aan de kant van deopstandelingen opdook?Al snel echter realiseerde hij zich dat deSpaanse tradities niet door Franco maar doorde linkse partijen en vakorganisaties werdenverdedigd. Brouwer zwaaide om en berichttenu als aanhanger van de Republiek over deburgeroorlog. Zijn reportages en achtergrond-informatie (Het mysterie van Spanje bijvoor-beeld) brachten hem enige populariteit inlinkse intellectuele kringen, maar het grote li-teraire succes waarop hij (onder meer met zijnIn de Schaduw van de dood) hoopte, bleef uit.Tijdens de bezettingsjaren stortte Brouwerzich in het verzet: in 1943 werd hij geëxecu-teerd in verband met de aanslag op het Am-sterdamse bevolkingsregister.Een biografie over zo'n opmerkelijk leven kanmoeilijk mislukken, dacht ik, maar Henrichsziet toch kans irritatie bij de lezer op te wek-ken. Allereerst is hij te wijdlopig, met namedaar waar hij de geschriften van Brouwer sa-menvat en bespreekt. Hinderlijker is dat hijzich te pas en te onpas overgeeft aan psy-chologische explicatie. Henrichs meent datBrouwers gedrevenheid en passies, zowel voorvrouwen als voor geld, populariteit en succes,terug te voeren zijn op verdrongen homo-sexualiteit. Onmogelijk is dat natuurlijk niet,maar steeds wanneer het levensverhaal vanmysticus Brouwer begint te boeien staat Hen-richs klaar om zijn psycho-analytische veron-derstellingen uit de doeken te doen. Jammer.(HR)

Hendrik Henrichs, Johan Brouwer. Zoeker, zie-ner en bezieler. Een biografie; De Arbeideres-pers, Amsterdam, 1989, 464 blz., geïll., f49,50.

MILIEUFILOSOFIEIn het boek Milieucrisis & filosofie wordendoor zeven auteurs, die werkzaam zijn bij deNederlandse universiteiten, de milieuproble-men vanuit diverse wetenschappelijke richtin-gen belicht. De discussie-aanzetten wordenrespectievelijk benaderd vanuit de politiek,ecologie, kritische wetenschapstheorie, cul-tuurfilosofie, ethiek, metafysica en ook vanuiteen Indiaanse levensbeschouwing.Een breed scala dat verder reikt dan wat kre-tologie. Milieuproblemen zijn niet zozeer na-tuurwetenschappelijk of technisch maar voor-al maatschappelijk. Daarbij komen de filosofi-sche aspecten die liggen op metafysisch, soci-aal-cultureel, filosofisch en ethisch vlak. Die-

39

Page 41: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

nen we de mens als norm te nemen of de na-tuur? Of dienen we te zoeken naar een har-moniemodel? Oplossingen zoeken in klein-schaligheid en/of het terrein van het weten-schappelijk-technische? Is het vrije marktme-chanisme de grote veroorzaker of speelt eenmenselijk tekort ons parten en dienen we totinkeer te komen? Is het Indiaanse natuurbesefof het 'terug naar de natuur' van Rousseau al-leen maar een vrome wens?Het enorme industrieel-technologisch-bu-reaucratisch complex met in zijn kielzog debewapeningswedloop belooft niet veel goeds.En de kapitalistische oplossing zou wel eenskunnen zijn, lijkt mij, dat we behalve de flesbronwater van nu, straks een zuurstoffles oponze rug dragen. En de Staat die geen belangheeft bij beperking van productie- en com-sumptiedrift van de welgestelden, zal de tech-nische oplossingen en beperkingen afwentelenop de onderste lagen van de bevolking en opde derde wereld. De totalitaire macht zal toe-nemen onder het mom van democratie. Hetdilemma is dat we alle technologie niet aan dekant kunnen schuiven. Keuze zullen gemaaktmoeten worden!Onder het kopje 'neo-anarchisme en ecologis-me' wordt gewezen op bekende namen: PeterKropotkin, Paul Goodman, Murray Bookchin,André Gorz, de 'witte plannen' van Provo enemancipatiebewegingen. Dan krijg je de slag-woorden als zelfordening en gedecentraliseer-de autoregulatie. Dit al in bizarre tegenstellingmet de van bovenaf regulerende Staat. Book-chin wijst bijvoorbeeld op een ecologie als'artful' science, aansluitend bij Goethes na-tuurbegrip, dat elk deel er is voor het geheelen omgekeerd.Holisme, een nieuw trefwoord, wijst op deeenheid van de delen en stelt dus het geheelprimair. Niet als een geloofsartikel met kwalij-ke gevolgen van mystificatie, maar als een we-tenschappelijke methode.Christendom, rationaliteit en technologie heb-ben ons vervreemd van het zogenaamde ar-chaïsch sacraal 'Indiaanse' denken: mythischekosmologie en een spiritueel verbonden zijnmet de aarde. Spinoza was het die de goddehj-ke en de menselijke norm in zijn pantheïsmeweer verbond: deus sive natura. Hij herhaaldewellicht een oud adagium uit de Griekse wijs-begeerte: het gelijke kent het gelijke. Het god-delijke in de natuur ontsteekt de goddelijkevonk in de mens. Ofwel Platonisch gedacht:het universele (de natuur) reflecteert zich inhet menselijk bewustzijn, komt tot echt begrij-pen (het heil door inzicht, is de blijde bood-schap).

Hoopvolle gedachten, in schrille tegenstellingtot het dagelijks gebeuren. Maar waar ligt degulden middenweg? Een ander boek onderdezelfde redactie gaat nader in op de theorieen de praktijk. Interessant daarin is dat er ge-wezen wordt, evenals Bookchin dat doet, opde rol van de vrouw in de 'organische' samen-levingen van het Neolithicum. Matriarchaletegenover de latere patriarchale structuren.Feminisme en anarchisme, liefde en anti-machtsstructuur, zou wel eens een goed huwe-lijk kunnen zijn voor een leefbaresamenleving, als ik zo mag formuleren. (WdL)

Wouter Achterbeig Wim Zweers (red.), Milieu-crisis & filosofie; Ekologische Uitgeverij, Am-sterdam, ƒ29,-.Wouter Achterberg Wim Zweers (red.), Milieu-filosofie tussen theorie en praktijk; Jan van Ar-kel, Utrecht, ƒ39,-.

STAAT EN ZORGEnthousiast gemaakt door besprekingen in di-verse bladen gewijd aan het nieuwe boek vanA. de Swaan, schafte ik me een exemplaaraan. Na lezing vind ik dat ik beter een anderboek had kunnen kopen. Ik zal aangevenwaarom.De Swaan noemt zijn boek een studie, die eenpoging tot synthese van historische sociologieen welzijnseconomie is. Blijkens het voor-woord berust de studie op secundaire bron-nen en tertiaire geschriften. De vraag die destudie moet beantwoorden is: Hoe en waaromkwamen mensen ertoe om collectieve, natio-nale en bindende regelingen te treffen ter be-strijding van tekorten en tegenslagen die hentoch elk afzonderlijk troffen en die individueleremedies leken te vereisen? Die vraag beant-woordt De Swaan door de stof, die zijn secun-daire bronnen en geschriften leverden,bekwaam en vlot leesbaar met behulp van eenscherp associatief vermogen aan elkaar teschrijven. Wie van dat soort teksten houdt, zaler leesplezier aan beleven. Dat is op zichzelfnatuurlijk waardevol.Mijn bezwaar is echter dat het tè luchtig is endat er nauwelijks van geëxpliciteerde theorie-vorming sprake is. Als staatsrechtjurist vind iker niet de sociologische theorievorming in diemij iets méér leert over het proces van staats-vorming (De Swaan spreekt over 'statenvor-ming') dan ik elders al tegenkwam. Dat demoderne staat voor een belangrijk deel het re-sultaat van de collectivisering van gezond-heidszorg, onderwijs en inkomenshandhavingis, daarin heeft De Swaan ongetwijfeld gelijk.Maar het is iets dat elk studieboek over ge-

40

Page 42: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

meenterecht of bestuursrecht al leert dooraandacht te vragen voor de sterke toenamevanaf eind vorige eeuw van de zogenaamde'gevorderde' taken (art. 124, lid 2 Grondwet)of, zoals ze ook wel genoemd worden, de 'me-debewindstaken' van de gemeente.Waar het boek misschien voor anarchisten eeninteressante kijk had kunnen opleveren, stopthet abrupt. Het gaat dan om de volgende sa-menhangende problematiek. De Swaan stelt inhet begin van zijn boek dat het heel goed zoukunnen dat de heffing en herverdeling van in-komensoverdrachten het beste aan de staatkunnen worden overgelaten. De beoordelingvan afzonderlijke gevallen en de individuelehulpverlening kan daarnaast dan beter plaats-vinden in kleine, zelfbesturende coöperatiesop basis van vrijwillig lidmaatschap. Vervol-gens verwijst De Swaan door naar hoofdstukvijf van zijn boek. Sla je dat op, dan verwachtje een tekst aan te treffen met theorievormingover het op elkaar inspelen van centripetalekrachten (centralistische staatsactiviteiten) encentrifugale krachten (zelfbesturende coöpe-raties), toegelicht met voorbeelden. Tevensverwacht je m dat gedeelte tenminste de naamvan Kropotkin tegen te komen. Dat laatste ge-beurt echter nergens in het boek en het eersteontbreekt. Het zou ook niet gekund hebben:het betreffende vijfde hoofdstuk bestrijkt intotaal zeven bladzijden (het is het kortste vanalle hoofdstukken). Kortom, ik voel me be-kocht. (ThH)

A. de Swaan, Zorg en de staat; Bert Bakker,Amsterdam 1989, 340 blz., f45,-

SPIONNEN VOOR MOSKOUVoor de oorlog moet Nederland een eldoradovoor geheime diensten geweest zijn. Engelseen Duitse spionnen hadden er bijna vrij spelen ook de GP0e, de Russische geheimedienst, recruteerde er zijn agenten. Igor Cor-nelissen heeft een schitterend boek geschre-ven over enkele Nederlandse bolsjewisten, dievoor Moskou spioneerden, met als bekendstede beeldend kunstenaar Han Pieck, broer vande tekenaar Anton Pieck. Ze waren meestalaangeworven door Ignace Reiss -alias 'Lud-wik'- die in 1937, kort nadat hij met Moskouhad gebroken, in Zwitserland werd vermoord,zonder twijfel in opdracht van zijn ex-werkge-ver. Vlak voor zijn breuk met Moskou hadReiss raad gevraagd aan de revolutionairesocialist Henk Sneevliet, vriend en geestver-want van Trotsky. Rond Sneevliets huis op deOvertoom in Amsterdam werden echterGPOers gesignaleerd en het lijkt dus aanne-

melijk dat dit contact Reiss noodlottig gewor-den is. (Waarmee de titel van het boek is ver-klaard.)Op basis van gesprekken met nabestaanden(met name de weduwe Pieck), vrienden, poli-tieke geestverwanten, een gepensioneerdBVD-ambtenaar en het navlooien van memoi-res schetst Cornelissen zijn speurtocht. Dezereconstructie is fascinerende lectuur, waarnade lezer echter met twee vragen blijft zitten.De eerste: welke inlichtingen verzameldenPieck en andere agenten eigenlijk? De twee-de: de informatie van de BVD was Cornelis-sen vanzelfsprekend zeer welkom, maar inhoeverre heeft diezelfde BVD daardoor in-vloed gehad op de richting waarin Cornelissenis gaan speuren? (HR)

Igor Cornelissen. De GPOe op de Overtoom.Spionnen voor Moskou 1920-1940; Van Gen-nep, Amsterdam, 1989, 306 blz., gein., f44,50

AMERIKA, AMERIKAOf het een citaat is, en zo ja van wie, ik weethet niet helemaal zeker, maar wáár is het wel:"Anti-amerikanisme is per definitie rechts".Een uitspraak die, zo moet gevreesd worden,menig anarchist op zijn minst de wenkbrau-wen zal doen fronsen. Ten onrechte dus: anti-amerikanisme is mijns inziens even kortzichtigen verwerpelijk als anti-semitisme.Wie zich hiervan wil laten overtuigen leze Pe-ter Conn's schitterende studie The DividedMin4 Ideology and Imagination in America1898-1917 uit 1983 waarvan onlangs een, ove-rigens nogal prijzige, paperbackeditie ver-scheen.Conn's studie is in feite een bundel essays over(onder andere) de schrijver Henry James, denegerleider W.E.B. Du Bois, de feministe E-dith Wharton, de architect Frank Lloyd Wright,de componist Charles Ivens en de anarchisteEmma Goldman.Conn behandelt hen als representanten van de'divided mind', van de dialectische strijd tussentraditie en vernieuwing in de Amerikaansecultuur die de door hem behandelde figurendestijds belichaamden. Conn geeft zondermeer toe daarmee niet een representatiefbeeld van de betreffende periode gegeven tehebben: "mij interesseren de cross currents,niet zozeer de main cuirents", schrijft hij metzoveel woorden.Hoe het ook zij: Conn slaagt er op indrukwek-kende wijze in een aantal even interessante alsbelangwekkende Amerikaanse cultuurtrekkente schetsen waar zelfs de meest rabiate Rea-gan/Bush-haters onder ons niet om heen zul-

41

Page 43: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

len kunnen. Om maar eens wat te noemen:Goldman was behalve 'anarchiste' en 'vanRussische afkomst' óók heel erg Amerikaans!En al beweert Conn heel veel onzin overEmma's anarchisme -zij zou niet alleen Sorel,Fanon en Nonnan Mailer maar ook de nazi's'geanticipeerd' hebben met haar opvattingenover geweld!!-, zijn analyse van Emma's me-moires Living my life is, niet in de laatsteplaats voor haar bewonderaars, zeer de moei-te waard! (CB)

Peter Conn, The divided min4 ideology andimagination in America, 1898-1917; CambridgeUniversity Press, Cambridge etc. 1988 358 blz.,£10,95.

DE INTERNATIONALEJames Guillaumes 'L'Internationale' (oor-spronkelijk vier delen, Parijs 1905-1910) is eenonmisbare bron voor iedereen die zich enigs-zins serieus bezighoudt met de bestudenngvan de internationale arbeidersbeweging tus-sen 1864 en 1878 en het leven van Bakoenin.De door Editions Gérard Lebovici uitgegevenherdruk in twee delen is dan ook zeer welkom,temeer daar een eerdere reprint (Topos Ver-lag, Vaduz 1979) meer dan twee keer zo duurwas. De betekenis van Guillaume (1844-1916)in de vroege geschiedenis van de Zwitsersearbeidersbeweging en in de strijd der 'anti-au-toritairen' tegen de door Marx aangevoerde'staatscommunisten' is bekend: stichter van deInternationale-sectie van Le Lode (samenmet Constant Meuron, 1866); vriend en mede-werker van Bakoenin; redacteur van enkelevan diens belangrijkste geschriften; schrijvervan de invloedrijke Circulaire van Sonvilliersenz. Vanaf het emde der jaren 1870 leidde hijeen teruggetrokken leven dat vooral gewijdwas aan pedagogische en historische arbeid,en velen beschouwden hem als verloren voorde anarchistische zaak. Pas rond de eeuwwis-seling groeide, in verband met het opkomendesyndicalisme in Frankrijk, zijn belangstellingvoor de revolutionaire beweging weer.Ervan overtuigd dat verschillende geschriftenuit de tijd van de eerste Internationale vanwaarde konden zijn voor de nieuwe beweging,begon hij te werken aan zijn aanvankelijk alsbronnenuitgave bedoelde 'L'Intemationale'.Maar men vindt er behalve tijdschriftartike-len, congresbesluiten en correspondentie ookveel autobiografisch materiaal. Marc Vuilleu-mier schreef voor deze uitgave een inleidingover Guillaumes leven en werk, met bijzonde-re aandacht voor de totstandkoming van hethier aangekondigde werk, daarbij enkele as-

pecten belichtend waarover Guillaume zelfniet wenste te schrijven, met name Bakoeninsgeheime organisaties. (ChR)

James Guillaume, L'Intemationale, documentset souvenirs (1864-1878), présentation de MarcVuilleumier, 2 dln., Editions Gérard Leb ovici,Panjs 1985, 752 + 768 blz., FF 300.

HET BURGERSCHAP IN VERVALTerecht staat Murray Bookchin in libertairekringen hoog aangeschreven. Hij is de auteurvan een aantal smaakmakende boeken waarinhij op intelligente wijze ecologisme en anar-chisme met elkaar weet te verbinden, waar-door het libertaire gedachtengoed aan actua-liteit en relevantie heeft gewonnen. Met namemet zijn The Ecology of Freedom (1982) heeftBookchin op velen grote indruk gemaakt alssociaal en politiek denker. Mijn verwachtin-gen waren dan ook hoog gespannen toen ikThe Rise of Uri, anization and the Decline ofCitizenship onder ogen kreeg. Is Bookchin instaat om voor verder vernieuwing te zorgen,om het hoge niveau van analyse te handhaven,om waar te maken dat hij wellicht de belang-rijkste politiek-filosoof van onze tijd is (zoalsgesuggereerd op de achterflap van het boek)?Laat ik eerst een korte samenvatting van hetboek geven. De kerngedachte van het boek isdat van oudsher de gemeente (of stad, City)de basis vormt van een werkelijk vrij menselijksamenleven. Uitgaande van de Griekse stads-staat (Polis) toont Bookchin aan dat de menshet best functioneert in een kleinschalige enintieme gemeenschap. De polis was niet opge-richt om zuiver economische of defensieve re-denen, maar omdat een dergelijke gemeen-schap de ontwikkeling mogelijk maakte van demens als moreel en politiek wezen. De ledenvan de polis konden namelijk zelfbestuur uitoe-fenen; alle burgers namen actief deel aan depolitieke debatten (stadsvergadering). Deburgers konden hierdoor directe invloed uit-oefenen, kregen de kans om de capaciteitenverder te ontwikkelen die nodig zijn voor in-spraak en zelfsturing en ontwikkelden op dezewijze verantwoordelijkheidsgevoel en ethischbesef.De geschiedenis laat nog andere voorbeeldenzien van de stad als politieke basiseenheid diede zelfverwerkelijking van het individu reali-seerde. Zo gaat Bookchin uitgebreid in op destadstaten van de Middeleeuwen, de ParijseCommune en de steden van 'New-England'.Deze werden alle gekenmerkt door actieveparticipatie in de gemeenschappelijke sfeer.Als oorzaak van het verval van het politiek be-

42

Page 44: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

lang van de steden ziet Bookchin allereerst deopkomst van de gecentraliseerde natiestaten.Door deze ontwikkeling werden de steden be-roofd van hun onafhankelijkheid en soeverei-niteit. Daarnaast noemt hij het meer recenteurbanisatieproces, dat hij omschrijft als 'Theexplosion of the city itself into vast urban ag-glomerations that threaten the very integrity ofcity-life and citizenship' (p. 202). Bookchinnoemt urbanisatie een 'kankergezwel' dat be-staande gemeenschappen ontwricht, het stads-leven ontmenselijkt en het platteland ver-nietigt. Er zijn hierdoor grootstedelijke gebie-den ontstaan, waardoor het milieu wordt be-schadigd en de menselijke maat van de leef-gemeenschappen verloren gaat.In het slothoofdstuk van het boek komt Book-chin met een agenda voor de steden van detoekomst. Zo wenst hij invoering van het oudeideaal van de stadsvergaderingen en het con-federeren van gemeenten en steden (hetfederatieve model in plaats van de Staat). Ver-der bepleit hij de wenselijkheid van politiekals een 'school voor burgerschap' zoals bij deGrieken en tenslotte de 'municipalization ofthe economy' -het beheer van de economiedoor de locale gemeenschap (pp. 257-262).Op deze wijze wil Bookchin de burger weerwerkelijke medezeggenschap geven over zijnwerk- en leefomgeving en de functie herstellenvan de stad als centrum van menselijk samen-leven.De these van Bookchin in dit boek spreektzonder twijfel aan, maar is op zich weinig ver-rassend en vernieuwend. Zo teert hij sterk ophet werk van anderen (Peter Kropotkin, Han-nah Arendt, Benjamin Barber). Daarnaastvertelt hij feitelijk weinig meer dan hij al eer-der zelf deed in The Ecology of Freedom enLimits of the City. In die zin is dit boek teveeloude wijn in nieuwe zakken. Bezwaren kanmen ook hebben tegen de langdradige histori-sche bewijsvoeringen en de vele herhalingendie men m het boek aantreft. Het lijkt ereigenlijk op dat Bookchin enigszins een haast-klus heeft verricht van achter de dictafoon ofpersonal computer. Het boek had mijns in-ziens de helft dunner gekund, verdient eenveel strakkere structuur en een beter notenap-paraat (94 noten voor 228 vol bedrukte pagi-na's). Bookchin heeft ongetwijfeld (nog) veelintelligents in te brengen, maar het is wel tehopen dat hij afstapt van deze aanpak. (MdG)

Murray Bookchin, The Rise of Urbanizationand the Decline of Citizenship; Sierra ClubBooks, 730 Polk Street, San Francisco USA,1987, 300 blz., 22.95 dollar.

PRAGMATISCHE REGELTOEPASSINGEen indertijd gepleegd onderzoek (van H.K.ter Brake, Het strafrecht van de gemeente, Arn-hem, 1986) leerde dat een groot aantal ge-meentelijke verbodsbepalingen verouderd enoverbodig was. Stel nu dat die bepalingen alle-maal geschrapt worden, dan blijft er nog heelwat aan 'geregel' over. Anarchisten zullen zeg-gen: schrap dat ook maar. Dat klinkt wel leuk,de aanbeveling zal echter niet worden overge-nomen. Dus is het niet zo gek om eens te kij-ken hoe de toch overblijvende regels toege-past worden. Daarvoor is leerzaam de studievan M.V.C. Aalders.Aalders is gaan kijken hoe in de ambtelijkepraktijk regels worden toegepast (en dan metname van de Hinderwet- en Bouwtoezichtaf-deling van de gemeente Roostmare, in 1981 en1982). Hij kreeg toestemming om een aantalmaanden in die beide diensten mee te lopen('participerende observatie') om te zien hoeambtenaren met regelgeving omgaan. Aalderswilde er achter komen of er verschillende ma-nieren, stijlen, van regeltoepassing zijn. Het isniet verwonderlijk dat hij een ambtelijke, for-mele en een pragmatische stijl tegenkwam.In het boek wordt één manier van met regelsomgaan besproken, die ook anarchisten Icanaanspreken. Aalders heeft het dan over eenpro-actieve (in plaats van reactieve) regeltoe-passing. Het gaat in dat geval om oplossings-gericht te werk gaan (resultaatstrategie)waarbij men de regeltoepassing baseert op on-derhandelen, overtuigen en argumenteren(zonder meteen met wettelijke dwang te ko-men). Regeling en regeltoepassing worden alshulpmiddel gezien bij het onderhandelen. Re-geltoepassing is dan ook een sociaal proces,waarbij het handelen (het regel 'toepassen')niet alleen wordt bepaald door wettelijke re-gels, maar ook door andere sociale regels.Wie deze manier van omgaan met regelstegenkomt, wordt naar de conclusie van Aal-ders gedrongen. Die luidt: Meer dan nieuweregulering of deregulering zijn faciliteiten no-dig om het werk pragmatischer aan te pakken,een stimulans om regeltoepassing doelmatigerte verrichten.Een steeds groter aantal sociologisch en juri-disch geschoolde auteurs houdt zich met deproblematiek van de wet- en regelgeving enregeltoepassing bezig. De voornoemde Aal-ders deed dat op een praktisch vlak, een klei-ne twintig auteurs doen dat in het Westduitsejaarboek voor rechtssociologie en rechtstheo-rie op een theoretisch vlak.Het jaarboek is een boek voor specialisten ophet gebied van het bestuderen van de verande-

43

Page 45: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,

ringen, die optreden met betrekking tot staats-activiteiten. Centraal in het jaarboek staat deaandacht voor het feit, dat het interventionisti-sche recht (het recht waarmee door de over-heid in de maatschappij 'ingegrepen' wordt)niet (meer) werkt. Mensen en collectieve ac-toren zijn het beu om van de centrale overheidopgedragen te krijgen wat ze moeten doen enhoe ze zich moeten gedragen. Dit betekent datde centrale overheid de te regelen zaken zelfen de politieke randvoorwaarden in acht heeftte nemen, anders kan ze wel op haar buikschrijven dat een wet zal 'werken'. Over dieproblematiek gaat het jaarboek dus, maar danop zijn moeilijke geleerden-Duits en niet zoonparlementair als ik me uitdruk.In het bedoelde jaarboek treft men het inzichtaan dat rechtstoepassing niet als een activiteitmoet worden gezien, waarbij uit geldenderechtsnormen een beslissing is af te leiden.Normsystemen zijn zo wie zo al armer dan dewerkelijkheid, dus om die reden lukt dat alniet. Het zal dus veel meer om argumentatiemoeten gaan, om bevredigend aan te gevenwaarom men zó handelde en niet anders. Ditbrengt een hernieuwde aandacht voor de juri-dische argumentatieleer en retorica onderstaatsrechtjuristen met zich mee.De filosofen onder ons vinden wat dit betreftheel wat tot nadenken in Alexy's Theorie vande juridische argumentatie. Het boek bestondal m het Duits (1978), nu is het in het Engelsvertaald. Hoewel alleen al de moeilijkheids-graad van het boek velen problemen zal ge-ven, toch permitteer ik mij voor zo'n boekaandacht te vragen. Het belicht namelijk datmenig jurist met heel andere dingen bezig is,dan een gemiddelde anarchist voor mogelijkhoudt. Zo vind je er samenvattingen in vanmanieren van betogen en 'waarheid' vinden(er zijn vele waarheden!) en een theorie overeen rationele, praktische discussie. Deze alge-mene uitgangspositie wordt dan gebruikt omiets over juridische argumentatie te zeggen.Op ongeveer dezelfde wijze is W. Witteveen tewerk gegaan in zijn proefschrift De retoriek inhet recht. Het handelt enerzijds over retoricaen interpretatie, anderzijds over staatsrecht endemocratie. Het boek valt in die zin ook intwee delen uiteen, welke delen zich afzonder-lijk laten lezen. De kern van het omvangrijkeboek is het aangeven dat in een retorische si-tuatie er telkens mede sprake is van interactie.Die interactie wordt enerzijds gevoed door,zoals Witteveen zegt, strategische overwegin-

gen, door het streven effectief het eigen stand-punt over te dragen. Anderzijds leidt dit totcommunicatief handelen, tot handelingscoör-dinatie op basis van expliciete en open argu-mentatie. Kortom, retorisch handelen is bijWitteveen steeds gemengd strategisch-com-municatief handelen.

De aanvaarding van dit type inzicht wordtsteeds groter. Een wetgever die wil dat menzich richt naar zijn wetten zal daar rekeningmee moeten houden. Hij kan gewoon nietmeer verordenen wat hij wil, ook al heeft hijde formele macht dat te doen. Dit is een vande facetten die de aandacht van anarchistenmag hebben. In een anarchistische maatschap-pij zal er ook geregeld (moeten) worden, maardan anders als wij reeds kennen. Laat zichniet-opgelegde coördinatie in regelgeving op-nemen? Hoe past men zulke regelgeving toe?Met welke typen van argumentatie overtuig jeelkaar beter? Hoe? Daarover gaan de tekstenwaarnaar hier verwezen is. En daarover gaatook mijn boek Argumentatieve willekeur en debeoefening van de staatsrechtwetenschap, dat inDe AS 87 besproken werd.

Argumentatieve willekeur vat ik hier zo op,dat men zijn of haar keuze (keur) van de argu-menten richt naar wat men bereiken wil, wiemen overtuigen wil. Iedereen herkent dit pro-ces en juristen bedienen zich daar ook van.Enerzijds noopt dit tot een andere vorm, een'anarchistische', van regelgeving. In het laatstehoofdstuk besteed ik daaraan aandacht, doorinzichten te gebruiken van een aantal Duitseauteurs, die ook in het hiervoor genoemdejaarboek schreven. Anderzijds leidt het tot'pragmatische regelgeving', wat weer in de lijnligt met auteurs als Aalders. (ThH)

M.V.C. Aalders, Regeltoepassing in de ambtelij-ke praktijk van Hinderwet- en Bouwtoezichtaf-deling Groningen, 1987, 209 blz, f32,50.R. Alexy, A theory of legal argumentation. Thetheory of rational discourse as theory of legaljustification, Clarendon Press, Oxfor4 1989,323 blz., 35 Eng. pond.D. Grimm und W. Maihofer, Gesetzgebungs-theorie und Rechtspolitik. Jahrbuch fiir Rechts-soziologie und Rechtstheorie, WestdeutscherVerlag Opladen, 194 423 blz., 78 DM.W.J. Witteveen, De retoriek in het recht. Over re-torica en interpretatie, staatsrecht en democra-tie, Tjeenk Willink, Zwolle, 1988 536 blz.

44

Page 46: anarchistisch tijdschriftanarchistisch tijdschrift Zeventiende jaargang, nr. 88 oktober - december 1989. De As verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Stichting De AS,