Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over...

66
december 2002 editie 5 Leraarzijn en onderricht Wat maakt dat iemand zich ertoe geroepen voelt leraar te zijn en wat betekent de rol van leraar voor de leerling? Met deze vraag gingen we voor je op pad. Tijdens het lezen van het voorwoord in de Nederlandse editie van De Dansende Woe- Li Meesters (Gary Zukav, 1981) werd me een aardige analogie aangereikt. Rudy Kousbroek vertelt over het welbekende spelletje waarbij je de gang op wordt gestuurd terwijl de groep in de kamer een woord in gedachten neemt dat jij bij terugkomst via ja/nee-antwoorden moet zien te ontdekken. Rudy vertelt hoe de Amerikaanse natuurkundige John Wheeler dit spel speelde en de gang op werd gestuurd. Toen hij weer binnen werd geroepen, zag hij allemaal olijke gezichten alsof er een complot gesmeed was. Hij begon zijn vragen te stellen en in eerste instantie werd er vlot geantwoord. Maar na verloop van tijd liet het antwoord steeds langer op zich wachten. Ten einde raad vroeg hij of 'wolk' het woord was en de groep bevestigde dit. Wat bleek, het gezelschap had besloten om géén bepaald woord af te spreken: iedereen was vrij om ja of nee te antwoorden, met als enige voorwaarde dat het antwoord niet in tegenspraak mocht zijn met het voorgaande – en zoals daaruit volgt dus niet met alle eerder gegeven antwoorden. Daarom had men steeds meer tijd nodig gehad om te antwoorden. Het spel liep in die zin dus zoals altijd en had, zoals gebruikelijk, een resultaat. Alleen was het resultaat 'wolk' niet los te zien van de gestelde vragen. Door de vragen ontstond het antwoord 'wolk'. Zou het kunnen zijn dat er dus ‘een leraar’ volgt uit dat wat we ons afvragen In deze Amigo vertelt Wolter Keers over de ontmoeting met zijn leraar Ramana Maharshi. Jan van Delden over De Odyssee die hij ontdekte als instrument voor onderricht. We hadden een gesprek met Wayne Liquorman over hoe het is om zonder steentje in je schoen rond te lopen. Hans Laurentius spreekt o.a. over ‘krijgerschap’. Jan Kersschot ziet de persoon als een smeltende ijsschots. We hadden een ontmoeting met Peter Vos, die verhaalde over zijn jaren bij John Levy. Johan van der Kooij schrijft over het belang van een centrifuge. Douwe Tiemersma over de dualiteit in de relatie leraar- leerling. Jan Koehoorn opent met een duidelijk standpunt: 'Leraarzijn is verschrikkelijk'. Jan van Rossum over zijn drive leraar te zijn. En tot slot een stuk uit het Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 1

Transcript of Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over...

Page 1: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

december 2002 editie 5

Leraarzijn en onderrichtWat maakt dat iemand zich ertoe geroepen voelt leraar te zijn en wat betekent de rol van leraar voor de leerling? Met deze vraag gingen we voor je op pad.Tijdens het lezen van het voorwoord in de Nederlandse editie van De Dansende Woe-Li Meesters (Gary Zukav, 1981) werd me een aardige analogie aangereikt. Rudy Kousbroek vertelt over het welbekende spelletje waarbij je de gang op wordt gestuurd terwijl de groep in de kamer een woord in gedachten neemt dat jij bij terugkomst via ja/nee-antwoorden moet zien te ontdekken. Rudy vertelt hoe de Amerikaanse natuurkundige John Wheeler dit spel speelde en de gang op werd gestuurd. Toen hij weer binnen werd geroepen, zag hij allemaal olijke gezichten alsof er een complot gesmeed was. Hij begon zijn vragen te stellen en in eerste instantie werd er vlot geantwoord. Maar na verloop van tijd liet het antwoord steeds langer op zich wachten. Ten einde raad vroeg hij of 'wolk' het woord was en de groep bevestigde dit.Wat bleek, het gezelschap had besloten om géén bepaald woord af te spreken: iedereen was vrij om ja of nee te antwoorden, met als enige voorwaarde dat het antwoord niet in tegenspraak mocht zijn met het voorgaande – en zoals daaruit volgt dus niet met alle eerder gegeven antwoorden. Daarom had men steeds meer tijd nodig gehad om te antwoorden. Het spel liep in die zin dus zoals altijd en had, zoals gebruikelijk, een resultaat. Alleen was het resultaat 'wolk' niet los te zien van de gestelde vragen. Door de vragen ontstond het antwoord 'wolk'.Zou het kunnen zijn dat er dus ‘een leraar’ volgt uit dat wat we ons afvragen

In deze Amigo vertelt Wolter Keers over de ontmoeting met zijn leraar Ramana Maharshi. Jan van Delden over De Odyssee die hij ontdekte als instrument voor onderricht. We hadden een gesprek met Wayne Liquorman over hoe het is om zonder steentje in je schoen rond te lopen. Hans Laurentius spreekt o.a. over ‘krijgerschap’. Jan Kersschot ziet de persoon als een smeltende ijsschots. We hadden een ontmoeting met Peter Vos, die verhaalde over zijn jaren bij John

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 1

Page 2: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Levy. Johan van der Kooij schrijft over het belang van een centrifuge. Douwe Tiemersma over de dualiteit in de relatie leraar- leerling. Jan Koehoorn opent met een duidelijk standpunt: 'Leraarzijn is verschrikkelijk'. Jan van Rossum over zijn drive leraar te zijn. En tot slot een stuk uit het boek van Leen Kuiper waarin hij ons een blik gunt in de keuken ofwel hoe het zelf zichzelf serveerde.

Tenslotte vrij naar de geleende woorden van Eckhart Tolle: In essentie is er eigenlijk maar één onderricht. Weliswaar verpakt in vele vormen. En met name in oude religies is dit onderricht overwoekerd door de aandacht voor die vorm waardoor de diepere betekenis en de kracht tot transformatie niet meer herkend wordt en verloren is gegaan. Voor de waarheid hoef je nergens heen, die is in alles te vinden, alomtegenwoordig. In álles schuilt dus dat éne onderricht. Zouden we dan kunnen concluderen dat er dus maar één (universeel) leermeester is...?

[Kees Schreuders]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 2

Page 3: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

inhoud:

• Het hart van de wereld[Wolter Keers]

• aan de ontbijttafel (deel 2)[in gesprek met Jan van Delden]

• John Levy: vriend en tegendraadse goeroe[in gesprek met Peter Vos]

• De levende traditie[Alexander Smit]

• De leraar en de zoeker zijn het instrument en niet de auteur![in gesprek met Wayne Liquorman]

• Het ogenschijnlijke verschil tussen leraar en leerling[in gesprek met Hans Laurentius]

• Het leven is de enige leermeester [Tony Parsons]

• De directheid van verlichting en activiteiten op het spirituele pad[Douwe Tiemersma]

• Leraarzijn is verschrikkelijk[Jan Koehoorn]

• Leraarschap in deze tijd[Jan van Rossum]

• Een smeltende ijsschots[in gesprek met Jan Kersschot]

• Zelfrealisatie: een ballonnetje dat je cadeau krijgt bij aankoop van een paar nieuwe schoenen[Johan van der Kooij]

• Zien. Direct waarnemen tijdens Satsang[bespreking boek Leen Kuiper]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 3

Page 4: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Het hart van de wereld 1977: Wolter Keers vertelt hoe hij tijdens de tweede wereldoorlog de naam Ramana Maharshi hoort. Het startpunt van een odyssee, die hem via India weer thuis brengt.

Als ik terugkijk op mijn jeugd is het zo klaar als een klontje dat ik geboren werd met een ongelooflijke hoeveelheid spirituele karmische ballast. Afkomstig uit een geslacht van dominees waarin zowel mijn vader als grootvader voorgangers waren in de protestantse kerk, was thuis alle aandacht gericht op religieuze zaken. En ik denk dat ik eerder kon bidden dan dat ik kon praten.

Als het waar is dat de kinderjaren bepalend zijn voor de belangrijkste dingen in je leven, dan is dat in mijn geval zeker waar. Twee gebeurtenissen zijn richtinggevend geweest in de opeenvolging van avonturen op het spirituele niveau. Dat leidde tot een wanhopige zoektocht naar iemand die mij tot verlichting kon brengen. En het eindigde in die ongelooflijke gebeurtenis waarin ik juist die leiding vond.

Het eerste voorval deed zich voor toen ik ongeveer vijf jaar was. Een bekende rondreizende missionaris bezocht ons dorp en bracht een expositie mee over Nederlands Nieuw-Guinea waar hij had gewerkt. Ik kan me nog steeds een paar voorwerpen herinneren die hij liet zien, maar belangrijker was dat hij bij ons thuis logeerde en bij ons at. Op een dag, tijdens het middageten, vertelde hij mijn ouders dat hij deze keer vanuit Indonesië niet met de boot (zoals gangbaar in die tijd) gereisd had, maar gedeeltelijk over land, door India.

Dat woord India raakte me als een bliksemflits. Het is vrijwel onmogelijk dat ik op die jonge leeftijd dat woord eerder gehoord had. Maar het raakte me alsof het me in tweeën spleet. Ik was verdoofd door een stille, opperste verbazing –– met een onverklaarbare herkenning van iets wat buitengewoon was, iets uitzonderlijk begeerlijks, zoiets als het ultieme, bijna als God.

De tweede gebeurtenis speelde zich korte tijd later af. Ik denk dat het in de lente van 1928 was toen ik vijf jaar oud was.  Ik speelde op een klein grasveld bij een zandbak. Ik keek omhoog naar een haag met kleine paarse bloemetjes en witte sneeuwbessen zo groot als knikkers.

Ik kan niet zeggen wat de oorzaak was van de daaropvolgende gebeurtenis. Opeens veranderde de hele wereld en ikzelf in licht. Ik verviel in samadhi. Het was een zeer indrukwekkende ervaring, en tegelijkertijd was het gewoner dan gewoon. Zo klein als ik was besloot ik om deze ervaring geheim te houden en ik heb er nooit over gesproken tot mij op mijn twintigste hetzelfde overkwam. Ik was toen in gezelschap van een goede vriend die mij een oude klassieke Indiase tekst voorlas. Plotseling, zonder waarschuwing – zoals dat altijd gebeurt – loste ik als het ware op in samadhi.

Natuurlijk was er in de periode tussen mijn vijfde en twintigste van alles gebeurd. Maar dit keerpunt bevestigde dat het antwoord op mijn vragen – die ik aan alle theologen in en buiten mijn familie stelde en die door hen in de verste verte niet beantwoord konden worden – in het verre oosten lag.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 4

Page 5: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Ik bleef boeken lezen en hoewel ik veel interessante boeken tegenkwam, was er geen enkel boek dat mij uitleg kon geven over hetgeen ik wilde weten. Geleidelijk werd het een hopeloze zaak. Toen ik na de tweede spontane samadhi ontdekte dat ik, wat ik ook deed op geen enkele manier terug kon keren naar die toestand, kwam ik in een diepe depressie terecht. Ik besloot dat ik een goeroe moest gaan zoeken, en als ik die niet zou vinden, dan zou het leven niet meer de moeite waard zou zijn.

In die tijd leende ik twee boeken van de moeder van een vriend. Het ene boek was geschreven door Swami Vivekananda, getiteld Jnana Yoga. Ik had geen idee dat zowel het boek als de auteur wereldberoemd waren; voor mij was het gewoon een boek, zoals er zo vele waren. Toen ik het begon te lezen veroorzaakte het een soort explosie van binnen. Hier had ik eindelijk iemand ontdekt die in staat was om datgene onder woorden te brengen wat ik intuïtief had aangevoeld, maar zelf nooit kon verwoorden.

Het tweede boek, geschreven door Paul Brunton deed de rest. Toen ik las dat er een wijsgeer in India leefde met wie je kon praten, die je vragen kon stellen waarop je echte antwoorden kreeg, begon ik weer hoop te krijgen. Het enige waar

ik mij zorgen over maakte was dat deze wijze man intussen misschien al overleden was. Het was oorlog en dus onmogelijk om daarachter te komen.

Ik besloot te vertrouwen op wat er over hem geschreven was, en ik begon me op hem te concentreren. In de Nederlandse vertaling van het boek van Paul Brunton Verborgen Wijsheid was een foto van Bhagavan (Ramana Maharshi), die ik tijdens mijn meditaties gebruikte. Aanvankelijk, met veel inspanning, concentreerde ik mij op het hartcentrum, wat het gereedschap was dat hij ons aanreikte om voorbij het waarneembare te komen. Dankzij mijn sterke karmische

inprints of aangeboren karaktereigenschappen was het voor mij niet moeilijk om na verloop van tijd direct in dit centrum af te dalen. Tijdens mijn meditaties concentreerde ik me sterk op Bhagavan en na enige tijd was ik zeker van zijn bezielende begeleiding. Toch was dit niet genoeg. Wel hielp het als een uitstekende voorbereiding; in een mum van tijd smolten mijn depressieve neigingen. Het hielp me in te zien dat ik niet een lichaam was, niet dit, niet dat, maar het bracht me nog niet in mijn ware centrum.

In die tijd wist ik nog niet dat het door de hechte identificatie met het lichaam nodig was om op z'n minst één keer, maar bij voorkeur veel vaker, in de fysieke nabijheid te zijn van een authentiek leermeester. Wel wist ik dat ik dit exotische

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 5

Page 6: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

wezen in die kleine Indiase stad moest gaan ontmoeten. Steeds vaker concentreerde ik me op hem, vocht soms met hem, vroeg hem om hulp bij mijn pogingen om hem te gaan opzoeken. En hoe vreemd deze uitspraak nu ook klinkt – ik won. Hij maakte zijn aanwezigheid voelbaar, zeer krachtig, en daarmee kwam de zekerheid in mij naar boven dat ik hem zou gaan ontmoeten.

Welk deel van deze sadhana toebehoorde aan mijn eigen projectie en welk deel aan Bhagavan, daar zal ik nooit achter komen. Zeker is dat elke sadhaka (spirituele zoeker) op iedere 'wijze' een mens projecteert, een mens die loopt, spreekt, eet en naar dingen verlangt, en daarbij uit het oog verliest dat vanuit zijn eigen 'standpunt' de leermeester niets is van dien aard. Een authentiek leermeester geeft de sadhaka nooit iets om aan vast te houden. Hij is als ijle lucht – waar je ook probeert hem te grijpen, of iets tastbaars te vinden, daar verdwijnt hij. Je kunt er geen grip op krijgen, net zomin als je zonlicht in een doos kunt stoppen, hoewel het zonlicht daar ontegenzeggelijk aanwezig is.

Toch duurde het nog een aantal jaren voordat ik eindelijk, in het begin van 1950, in India aankwam. Alsof het gisteren was, herinner ik me de treinreis van Madras: de eerste blik op de berg Arunachula, met de volle maan erboven – een goed voorteken dacht ik. De vechtende kruiers, die mijn bagage in handen hadden voordat ik wist wat er gebeurde; de rit in de jutka met de bestuurder, die alsmaar 'hey-hey' riep, met de klemtoon steeds op de tweede lettergreep. Het gebeurde allemaal, ik was niet meer betrokken. Het was net alsof ik volkomen transparant was geworden. Ik hoorde van vrienden buiten de ashram dat Bhagavan ernstig ziek was, maar ik wist ook dat ik nog op tijd gekomen was en dat hij zijn belofte had gehouden om me te helpen er te komen. Niets in de wereld kon er nu nog misgaan.

Roda MacIver, die nog steeds in de ashram woont, nam me een paar uur later mee naar hem toe. En toen ik hem van een afstand zag zitten op een stoel op de kleine doorgang tussen zijn kamer en de grote zaal, begon ik helemaal te trillen – niet van de zenuwen of ongemak, maar vanwege de confrontatie. Daar was ik dan – maar wat ter wereld kon dit betekenen? Ik, dit transparante ding – en daar, daar, daar, op die stoel, het licht Zelf, stralend, zoals ik dat nog nooit in iemand of iets gezien had.

Roda stelde me aan hem voor en Bhagavan keek me aan. Hij sprak nauwelijks, maar zijn gezicht, zijn aanwezigheid zei: zo, daar ben je dan eindelijk.

Ik werd uitgenodigd om te gaan zitten bij een groep van tien of twintig mannen. Ik zat met mijn rug tegen de muur, tegenover hem. Ik keek, en keek, en keek. Lang geleden had ik het geloof van mijn kinderjaren opgegeven. Een God tussen de wolken bestond niet meer. En nu, plotseling, het heldere Licht Zelf, vlammend en allesdoordringend, als röntgenstralen ging het dwars door me heen.

Tegelijkertijd leek Bhagavan volkomen onbezorgd. Hij keek om zich heen, glimlachend om de eekhoorns die langs de boomstammen op en neer renden; hij sprak wat met de verzorgers; hij doezelde af en toe een halve minuut weg en dan, onmiddellijk en volkomen wakker, keek hij niet náár je, maar ìn je. Moeiteloos, alsof je een straat inkijkt en alles wat er in die straat gebeurt in één ogenblik in je opneemt; en daarna wreef hij met zijn lange vingers over zijn voorhoofd.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 6

Page 7: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

In die dagen kwam hij twee keer per dag naar buiten: twee uur 's ochtends en twee uur 's middags, zodat we zijn darshan (zegen) konden ontvangen.

Die eerste dagen waren voor mij de vervulling van alles dat ik ooit gehoopt had te vinden – in feite was het veel meer dan dat. In de meest stralende en transparante momenten van mijn hart, had ik me nog geen fractie voor kunnen stellen van deze schitterende Aanwezigheid die dwars door alles heen straalde en me ver voorbij het waarneembare meenam.

De tweede – of was het de derde dag –  moest ik lachen over de absurditeit van mijn leven tot op dat moment. Hoe had ik het in mijn hoofd kunnen halen om een tuin aan problemen te blijven onderhouden? Wat gaf mij het idee dat ik zo belangrijk was dat ik problemen zou moeten hebben – vragen en ingewikkelde situaties waaraan ik zou moeten ontsnappen. En voordat ik het wist zat ik midden in de wie ben ik-sadhana. Maar nu, in zijn aanwezigheid zag dat er volkomen anders uit. In dit stralende licht was het zo overduidelijk dat ik niet een lichaam, niet een ego was, dat er geen onderzoek voor nodig was. Dit licht verdreef in een klap al het duister in mij.

Na ongeveer twee weken kwam er irritatie bij me naar boven. Het viel me namelijk op dat als ik terugkeerde naar het kleine huis van een Nederlandse vriend, tegenover de ashram, de transparante stralende toestand die altijd alles verdreef in de aanwezigheid van Bhagavan, me verliet. En als er vragen in mij naar boven kwamen, dan was het onmogelijk voor me die op te lossen.

Na een paar dagen werd ik opstandig, en besloot Bhagavan te confronteren.

Toen ik binnenkwam tijdens de middagdarshan, weigerde ik weg te smelten in zijn aanwezigheid, die sterk was als altijd. Ik weigerde botweg zijn zegen, en ik moet zeggen dat het niet makkelijk was. Het was zoiets als je eigen moeder in haar gezicht slaan. Toch besloot ik om koppig te blijven, ik was niet op zoek naar een hemels uurtje, maar naar definitieve bevrijding van onwetendheid.

Toen ik voor hem langs liep en hem groette in Indiase stijl, verscheen er even een glimlach op zijn gezicht – en dat was alles. Op dat moment was ik er volkomen van overtuigd dat hij zich bewust was van de hele situatie, maar hij gaf er geen enkele aandacht aan. Hij liet zijn aanwezigheid over alle bezoekers neerdalen (en elke dag waren het er meer, het nieuws van zijn onvermijdelijk vertrek verspreidde zich snel, en heel veel mensen wilden hem nog zien voordat hij heen zou gaan); hij wreef over zijn voorhoofd, keek naar de eekhoorns, doezelde even weg, of keek geheel onverschillig naar het een of het ander.

Ik vond een zitplaats tegenover hem, onder de overdekte doorgang, die toen langs de muur van de zaal liep, dichtbij de plek die we nu kennen als zijn samadhi. De doorgang is nu aan de grote zaal toegevoegd. Van hieruit startte ik mijn aanval. Met al mijn kracht vuurde ik mijn gedachten op hem af. 'Bhagavan, wat voor zin heeft je uitstraling voor mij als ik mijn problemen niet kan oplossen op het moment dat ik niet in je aanwezigheid ben?' Dat was ongeveer de strekking.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 7

Page 8: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Bhagavan schonk er geen aandacht aan. Dus concentreerde ik me nog dieper, en met m'n gedachten begon ik aan hem te duwen en trekken alsof hij een fruitboom was. Ik moest en zou een antwoord krijgen.

Plotseling keek hij me aan met een glimlach in opperste verbazing. 'Wat wil je?' vroeg de glimlach. En daarna met een andere uitdrukking op zijn gezicht: 'Je zoekt je bril terwijl die op je eigen neus staat!' Daarna schoten zijn ogen plotseling vuur, en toen hij me aankeek drong zijn blik bij mij naar binnen, fysiek voelbaar in mijn borstkas. Het hartcentrum, dat vaak in zijn aanwezigheid voelbaar was, werd warm, heet, roodgloeiend en flitste net alsof er een elektrische machine naast m'n hart stond. Ik zat kaarsrecht, mijn ogen als lijm vastgeplakt aan zijn 'vuurblik'. Dood me, bad ik.

Hoelang dat geduurd heeft, kan ik niet zeggen. Het was buiten tijd en ruimte. Het moment kwam dat mijn lichaam de druk niet langer kon dragen. Het was alsof mijn borstkast zou exploderen en ik vroeg hem mij te laten gaan. Ik had gekregen waar ik voor kwam. Dit verslag van deze initiatie is alleen maar een indicatie; in werkelijkheid was het een complete transformatie – een Umwertung aller Werte, zoals Nietzsche het noemt. En dit alles zonder Bhagavans stem te horen. Communicatie in stilte was duidelijker dan welke uitleg in woorden dan ook.

Maar ik had nog steeds woorden nodig.

Een paar dagen voor Bhagavans dood, besloot ik uit Tiruvannamalai te vertrekken. Er waren op z'n minst duizend mensen, die ieder zo'n 10 tot 20 seconden voor de deur mochten blijven staan om Bhagavan te zien. Ik vond dat hij met rust moest  worden gelaten.

Terug in Bombay, waar ik bij een vriend logeerde, was ik verbaasd over de reikwijdte van de veranderingen. Voor ik naar Bhagavan vertrok was ik Spinoza's Ethiek aan het lezen, een pittig boek, waar ik me doorheen moest worstelen. Nu kon ik het lezen als een novelle.

Maar het was nog niet genoeg. Ondanks de twee maanden bij Bhagavan die me binnenstebuiten en ondersteboven hadden gekeerd, was het toch te kort om alle obstakels te doen oplossen. Alleen al omdat een aantal fundamentele vragen nog niet boven was gekomen en zekere fouten nog niet herkend werden. Ik had bijvoorbeeld sterke yogische neigingen en ik kon niet begrijpen dat bewustzijn niet vanuit kundalini ontstond, maar dat kundalini in Bewustzijn verscheen. Waar ik dit absurde idee vandaan haalde weet ik niet. Totdat iemand mij erop wees en er twijfel opkwam met betrekking tot dit onderwerp – een aantal weken na Bhagavans overlijden. Andere en nieuwe vragen begonnen me te verzoeken: hoe zit het nu met die mysterieuze droomloze slaap en wat werd er bedoeld met de simpele woorden dat je altijd de waarnemer van een gedachte bent en niet de (be)denker...

Maar ondanks dat ik nog verre van voldaan was, maakte ik me geen zorgen meer. Het lijden, zoals ik dat kende toen ik nog in Europa was, was verdwenen.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 8

Page 9: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Bhagavan had bewezen een hulp te zijn met een zekerheid zo groot als de Mount Everest; hij zou me niet verlaten, ook niet na zijn dood. Dus wachtte ik in het volste vertrouwen af.

En die hulp kwam.

Drie maanden na zijn fysieke vertrek, voerde ik in mijn verbeelding een dialoog met hem. Het veranderde zodanig dat het op een visioen leek. Plotseling was ik weer terug in Ramanashram en zat ik tegenover hem, zoals altijd tijdens de eerste weken van mijn verblijf. Er waren wel honderd tot tweehonderd mensen.

In stilte wenste ik: O Bhagavan, ik wou dat ik alleen met U was. Nauwelijks had ik dit gedacht of de eerste persoon stond op en daarna nummer twee en in onafzienbare tijd was de galerij leeg, behalve Bhagavan en ik.

Ik ging dicht bij hem zitten, keek naar hem en zei: 'Het is fantastisch om alleen te zijn met Bhagavan.' En er verscheen de bekende glimlach, die de wereld leek te bezitten, een bad van licht en liefde. Dit keer sprak hij enigszins gepeperd, met wat sarcasme om mijn absurde standpunt duidelijk te maken, en heel langzaam, om elke lettergeep duidelijk uit te spreken, zei hij: 'Ben....je....ooit...niet...alleen?'

Onmiddellijk deed deze 'Bhagavaneske' opmerking me gloeien van blijdschap en herkenning. Ik begreep direct wat hij bedoelde. Ik was weer helemaal thuis.

Bewust van mijn nieuwe problemen, vroeg ik hem wat te doen. Hij verwees me toen naar een zekere persoon, die naar ik later ontdekte zeer eerbiedwaardig bleek te zijn, iemand die me om een onverklaarbare reden toestond een aantal jaren bij hem door te brengen tot alle obstakels overwonnen waren.

Tijdens dit visioen ondervroeg ik Bhagavan over deze goeroe: Is hij gerealiseerd? Hij kaatste één van zijn cryptisch antwoorden terug: 'Hij is noch gerealiseerd, noch niet-gerealiseerd.' Het duurde een week voor ik dit begreep; 'gerealiseerd' en 'niet gerealiseerd' zijn etiketten die we op iemand plakken. Maar de persoon naar wie Bhagavan verwees was zonder etiket – en ik vond snel bevestiging van datgene waar Bhagavan naar verwees.

Nu, vijfentwintig jaar later, ben ik nog steeds af en toe met Bhagavan – en dan bedoel ik niet met Hem als puur Bewustzijn of Atma Brahman, maar als zijn 'typische bhagavaneske aanwezigheid', met en zonder vorm. Ik ben niet meer in visioenen of in andere yogische fenomenen geïnteresseerd Maar als Hij er dan plotseling is, zorgt zijn aanwezigheid voor tranen van diepe Liefde en emotie in mijn ogen of ik gloei van geluk en mijn hart slaat drie slagen in de lucht. Zo sterk is de straling van Zijn hart. Het is het Hart van de wereld.

Zoek in het water en je zult de golven niet vinden;Toch komen de golven op vanuit het water.Daito Kokushi.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 9

Page 10: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Uit: Mountain Path, aflevering 14, nr. 1, januari 1977

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 10

Page 11: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Ontbijt met Jan van Delden deel 2 Jan spreekt deze keer over de ontdekking van de Odyssee en waarom dit epos zoveel voor hem ging betekenen. Hoe en waarom hij over Advaita ging praten. Over Ajax -Feijenoord en Rambo. Hij trekt haarfijn de parallel tussen een ieders zoektocht met de omzwervingen van Odysseus. Legt uit dat alles wat Odysseus overkomt een metafoor is voor de etappes op de schijnbare weg naar 'er zijn'.

Amigo: Je hebt altijd een fascinatie gehad voor De Odyssee en Odysseus. Je hebt het als kind al gelezen. Wanneer ontdekte je eigenlijk dat de hele Odyssee een metafoor was voor je eigen zoektocht?

Jan: De eerste keer dat ik me hier echt van bewust werd, was bij Wolter (Keers). Ik was door mijn werk en de zoektocht uitgeput geraakt en was tijdens meditatie in trance geraakt. Ik kon toen heel lang in trance blijven en zo vluchten voor de imperfectie van het leven. Trance is eigenlijk hetzelfde als de natuurlijke staat, maar dan gedaan door een persoon. Dus dan zit je lekker veilig en je hebt niets met de enge incomplete wereld te maken. Gewoon lekker; een soort samadhi, in een soort van nulstand verwijlen. Wolter was net bezig om mensen uit te leggen hoe stom ze waren als ze in trance raakten en daar gingen wonen... Op een gegeven moment knalde het ineens open: ik moet langs de Sirenen gaan. Vanaf dat moment kwam er vanzelf elke keer als er een inzicht in het zelf doorbrak, een vergelijking met wat het in de Odyssee te betekenen had. Ik deed dat niet, het overkwam me.

Je hebt uit de Odyssee je eigen taal en toonzetting ontwikkeld om hierover te praten en je vertelt naar aanleiding daarvan over je eigen zoektocht?

Ja, wat me steeds meer begon te interesseren is: zou dit nu echt zo bedoeld zijn?... Als kind wilde ik, zoals elk kind, de grote wereld begrijpen. En het antwoord, dacht ik, stond dan in die zogenaamde geleerde boeken, en dit boek stond in mijn vaders boekenkast. Dat was universele literatuur.

Hoe heb je dat indertijd als kind gelezen: als een sprookje of als een bijbel die onderricht geeft?

Ik zag alleen maar dat de Odyssee een boek was dat werd gelezen door intelligente mensen en dat wilde ik natuurlijk ook zijn. Ik was getroffen door de

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 11

Page 12: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

hypocrisie die er in zat: Odysseus doet alles wat god verboden heeft. Als hij dan uiteindelijk thuiskomt, slacht hij heel hypocriet de 108 vrijers af die helemaal niets met z'n vrouw gedaan hebben, behalve dat zij haar probeerden te versieren. En die Odysseus vond men een rechtvaardige man. Dat kon ik niet behappen; ik vond dat zo onrechtvaardig. Daardoor had ik er toen wat mee en dat is gebleven.

Na het grote 'zien', wist je toen al: de Odyssee is mijn manier, mijn taal om het te begrijpen?

Ja, maar ik had nooit gedacht dat het verteld zou gaan worden; dat ik er naar buiten iets mee zou gaan doen...

Je kunt je altijd afvragen of het onderwezen kan worden of dat je de zogenaamde anderen er iets over kunt vertellen, want er zijn geen anderen?

Inderdaad, als er geen andere mensen zijn, dan is het hele onderricht onzin. Maar als er dan toch nog golven zijn die niet beseffen water te zijn... en denken in een nachtmerrie te zitten en ze komen dan hier met de vraag: ben ik echt water?, dan wil ik ze wel over die illusie vertellen, maar verder niet. Ik zie het zelf ook niet als een opdracht, want het water is altijd al water. Maar ik help hooguit schimmen die geloven dat ze in een nachtmerrie zitten, door te zeggen: geloof die nachtmerrie niet echt, schouw vanuit je essentie het water en denk niet een golf te zijn.

Wanneer kreeg je het gevoel dat je erover moest gaan praten?

Dat heb ik nooit gehad. Ik heb wel momenten gehad dat ik erover wilde praten, en dat gebeurde ook wel, maar ik heb steeds gekeken of bewustzijn dat ook zo vond. Ergens rond 1988 heb ik, op uitnodiging, een serie lezingen gegeven. Maar dat hield op. Ik heb het nooit gepromoot, dat doet het bewustzijn wel. In 1998 is er wat gebeurd na het overlijden van een goede vriendin, toen voelde ik mijzelf openen om het buiten het kleine kringetje van toen te gaan spiegelen. Daarna is het allemaal snel gegaan.

Heb je toen de Odyssee erbij gehaald als leidraad voor je verhaal?

Ik ben altijd al een agoog geweest en als het dan toch een illusie is, probeer ik het verhaal zo echt mogelijk te maken. Mijn hoofd is altijd bezig met hoe het nog beter kan. Dat doe ik niet, dat zit in mijn aard en komt gewoon spontaan op. Gezien mijn capaciteiten, met een slecht woordgeheugen maar een goed plaatjes geheugen, is de Odyssee een makkelijk verbeeldingsboek, waaruit ik elke keer weer kan putten en op kan

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 12

Page 13: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

navigeren. Een soort innerlijke kompas waarmee ik steeds kan zien in welke toestand iemand zich bevindt en dat kan toelichten met voorbeelden. Daarom is het voor mij een makkelijk hulpmiddel.

En het is uniek...

Maar je doet het niet! Wat ik zie dat er met mij gebeurd is en wat ik iedereen wil aanraden, is 'spelen' met de dingen die je boeien. De Odyssee heeft zich bij mij 'bespeeld', het is een soort verleiding met jezelf. Het leuke is dat je telkens weer iets nieuws toevalt waarvan je van tevoren niets wist. Die hele Odyssee is me toegevallen, maar ook dat is 'twee keer twee is vier' (een schijnbaar gevolg van een schijnbare oorzaak). Ik kan het niet anders zien dan dat alles je eigenlijk toevalt. En dat komt niet van mij, maar van Bewustzijn zelf en ik zit vooraan en volg de show en hou me nederig door niet iets te zijn. Dat is geen aangenomen houding, maar ik schouw vanuit een niet beïnvloedbare plek die zich tegelijkertijd bewust is dat het Jantje niets te vertellen heeft. Dat nederige van Jan, daar ben ik getuige van. Jan kan nooit meer die kapsoneslijer en of schijterbroek van vroeger zijn, want ik heb hem zo haarscherp in de gaten; ik zie dat hij niets te zeggen heeft, want hij heeft geen zeggenschap over het zeggen.

Heb je een mening over politiek en de moord op Pim Fortuyn?

Politiek, daar kan ik niet zoveel mee. Ik heb er geen mening over behalve dat ik meningen zie langstrekken. Ze zijn er van uiterst rechts tot ultra links. Ik kom alles in mezelf tegen, zowel de Ajax- als de Feyenoordkant. Maar ik identificeer me daar niet mee. Vandaar dat ik ook niet ergens achter kan gaan staan. Wat ik wel mooi vind, is als iemand, zeker een politicus, z'n goede en slechte kanten durft te laten zien. Natuurlijk marchandeert een politicus altijd, dat is nu eenmaal politiek, maar durf in godsnaam je eigen hypocriete kleur te laten zien. In de politiek en het gewone leven laat niemand graag zien dat ie af en toe een mening heeft die niet strookt met die van zijn partij of zijn kant. Maar verder heb ik niets met politiek en uiteindelijk is het toch Bewustzijn dat met zichzelf speelt. Het is allemaal niet echt en er zit niet een iemand in. Ik ben toch meer een ongedefinieerde voyeur geworden. Een voyeur die z'n eigen Jantjes daar op het toneel met zichzelf ziet spelen, maar dan gereflecteerd in wat 'anderen' lijken. Ik zie allemaal eigenschappen van mijn Ene aard die zich op dat toneel kunnen uitleven in deze verdroming.

Wel een voyeur zonder voorkeuren?

Ik zie delen van Jantje in alle mensen die iets willen verbergen of er juist open en bloot over zijn; dat vind ik wel mooi. Maar ik voel me niet bij een of andere partij of kant horen. Als ik naar extreem links of rechts kijk, dan zie ik wel dat het Rambo's zijn. Net als bijvoorbeeld Israël en de Palestijnen die tegenover elkaar staan, dat is ook Ajax-Feijenoord. Maar probeer het vooral niet te begrijpen. Zie in dat je er alles van je eigen Jantjes in herkent. Als iemand jan iets flikt, is zijn eerste impuls hem voor de bek te slaan. Maar als je je dan afvraagt wat de zin ervan is en je kunt beide partijen overzien dan kan je zien dat het niet echt is en dat Bewustzijn probeert zichzelf een loer te draaien,

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 13

Page 14: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Als je zegt: 'Bewustzijn probeert je een loer te draaien' bedoel je dan dat dit vanuit Jantje wordt gezegd, want het klinkt heel dualistisch?

Natuurlijk. Het klinkt dualistisch omdat jij vanuit het dualisme kijkt. Maar ik zie het als non-dualistisch, want ik zie dus niet iemand die dat doet, anders zou ik er toch nog wat mee hebben. Ik zie alleen dat het een spelletje is van en met Bewustzijn: trap je erin, dan zit je in het dualisme. Je moet gewoon niet in het doenerschap trappen en blijven zien dat Bewustzijn alles doet.

Dus dan is het Jantje die er niet in moet trappen?

Ja, je moet niet in het spelletje van een Jantje-zijn trappen. Als Jantje bijvoorbeeld opgefokt wordt, daar trap Ik niet in. Het ligt eraan vanuit welk standpunt je kijkt; als je vanuit het object-subject standpunt kijkt, dan kan Jantje er wel of niet in trappen, maar voor mij is er geen object-subject meer, dus is het altijd het Ene. Het maakt niet uit wat Jan doet of laat, Bewustzijn doet alles.

Ik weet de laatste tijd niet meer wat ik met het woordje 'ik' bedoel, als ik jou dan over 'ik' hoor praten dan denk ik: wat bedoel je daar precies mee?

Ik praat alleen maar vanuit Bewustzijn. Ik kan het niet meer anders zien. Ik zie wel dat er een reactie komt, b.v. als iemand jan bedondert: wat ga ik nu doen, ga ik nu bellen of ga ik er naar toe of wat dan ook. Maar hij bedondert me niet, het is Bewustzijn dat zichzelf bedondert. Het is een leeg-bootje-tegen-leeg-bootje-gevecht, en die botsingen geven allerlei reacties. Maar zodra je weer ziet dat ze leeg zijn, hou je ermee op. Dan draai je je weer om en dan zie je: o ja! En dan komt vanzelf wel weer het besef: het is toch allemaal Bewustzijn en dan ga je niet meer op de inhoud in.

Is dat een of-of situatie? Pietje die zich druk maakt en vindt dat hij al of niet benadeeld is en daarna tot het besef komt dat het onderdeel is van het grote spel?

Het maakt ook niet meer uit of het nu wel of niet echt is. Er is wel een mening, maar uiteindelijk maken ook die meningen niets meer uit, die meningen zullen nooit ophouden. Als je alle identificatie met de Jantjes, 'de vrijers' gedood hebt, lijkt het of je ze overwonnen hebt. Maar dat is helemaal niet waar, want dan komen de familieleden van die vrijers je weer pesten en je rust verstoren.

Maar als je los bent van de meningen, dan kan een mening van een Jantje kloppen, maar die hoeft dus helemaal niet te kloppen?

Nee, dat heb je altijd met meningen. Dat maakt mij ook helemaal niet meer uit. Maar hoe kan je los zijn van die mening, je BENT die mening, alleen zit er in die mening geen object-subject meer. Wat is er dan nog over? Als een ervaring niet komt door een object, waar komt die ervaring dan vandaan? Waar bestaat die ervaring dan uit? Dat perspectief benut ik om dat zo te blijven zien. Ik zie dus alles zonder iets te doen of te laten. Als ik zie dat er iets opgewonden raakt en vervolgens zie waar die opwinding vandaan komt, dan stort die hele zeepbel in elkaar. In de praktijk kan ik nog wel doorgaan met die opwinding, maar er zit niemand in die opwinding en er is geen oorzaak.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 14

Page 15: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Het feit dat ik vaak schijnbaar kies voor de makkelijke kant, komt omdat ik toevallig een Jan zie verschijnen die liever geen oorlog heeft, maar in principe maakt het niet uit. Want er is geen oorlog, alleen het kennen van oorlog. Er zit geen object in die oorlog. En als er geen object in zit, zit er geen beleving en geen ervaring in van iets anders dan het Ene allesomvattende zelf.

Maar er zijn soms twee aspecten in jezelf die reageren. Er zijn diverse Jantjes, er is een 'opstandig-Jantje' en een 'Jantje-laat maar', maar wie er dan reageert maakt eigenlijk niet uit?

Wat ik zie, is niet vanuit een Jantje maar vanuit het vormloze ongedefinieerde volgen. Allereerst komt er een 'druktemaker-Jantje'; een 'Rambo-Jantje' met: ik ga hem in elkaar slaan. Punt. Vervolgens komt 'Jantje-moet-dat-nu-wel', die denkt wat heb je daar nu aan? Punt. Al die Jantjes komen zich een voor een aandienen. Als ik mezelf met een van die Jantjes identificeer en ik ga zijn verhaal volgen, zit ik bovenop de kast. Zie dan wel, dat jij het niet bent die zegt: ik moet wachten of leren wachten op 'Jantje-geduld'! Blijf ik in het er al zijnde vormloze nu en brei ik niet door met een van die Jantjes, dan komt weliswaar van alles langs, maar ik ga er niet meer op in. Dit is wat ik noem: de e-mails niet openen. De rechterhand weet niet wat de linkerhand doet. Maar dat doet er niet toe, want het vormloze nu heeft geen mening nodig om geluk te zijn.Als je in mag zien dat jij al die langstrekkende Jantjes niet bent, maar het stille, lekkere vormloze nu, dan kies je vanzelf voor dat lekkere.

Soms zie je zo'n poppetje opkomen dat bijvoorbeeld iemand wil overtuigen van z'n gelijk. Je ziet dat poppetje bezig gaan. Maar dat lijkt anders dan zoals jij het vertelt: je ziet het opkomen, je laat het los als het ware en dan komt de volgende. Ik zie continu dat poppetje bezig zijn gelijk te halen in de discussie. En dan sta je er op de een of andere manier toch buiten, maar het gaat wel door. Hoe zie jij dat?

Goed kijken! Dan zie je zo'n poppetje het verhaal naar zich toe trekken, maar als je goed kijkt, zie je tegelijkertijd dat het niets inhoudt. Als ik bij voorbeeld rustig alles schouw, dan zie ik in mij dat Jantje denkt: er zit iemand te kijken, en dan is de pret er voor dat Jantje af. Dat neutrale actieloze kijken, brengt indirect rust in de tent. Ga niet iets in het gebeuren wegduwen, blijf er goed naar kijken en laat alles zijn zoals het is. Dan kan dat poppetje daar nog wel mee bezig blijven, maar jij niet. Dan kun je misschien getuige zijn dat plotseling Jantje mag veranderen of iets mag doorzien. Jan heeft zich bijvoorbeeld, toen in 1974 voetballend Nederland van Duitsland verloor, schofterig gedragen. Jan heeft Duitsers geslagen en wagens in elkaar lopen trappen. Maar de andere dag vond Jan, nou ja dit is niet NORMAAL! Toen is Jan er spontaan mee gekapt, hij vond het te ver gaan. Dat is misschien achteraf gezien de eerste keer dat Jan het geluk had dit in te mogen zien. Ik zie ook best het Jantje dat erop los wil slaan of zielig wil doen; die kan ik bezien. Vroeger werd 'zielige Jan' gelijk weggecamoufleerd. Nu kijk ik naar zielige Jan, want als ik goed naar hem kijk, zie ik het tijdelijke verhaaltje van hem en dat het niets met mij te maken heeft.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 15

Page 16: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Als je goed naar al die poppetjes kijkt, zie je gewoon de leegte, je ziet dat het niets inhoudt?

Ja, en dan kan de achtergrond naar voren komen. Dus het gaat niet om het overwinnen van dit ding, deze hele waaktoestand, maar om het kijken, het schouwen zelf. Dan vind je rust. En niet in het veroordelen of vermijden van welk Jantje dan ook. Je ontdekt dat niet een Jantje kijkt, maar de achtergrond. Dat is dan het enige wat er gebeurt. En omdat je niet meer ingrijpt, kunnen al die dingen zich gewoon in Jou afspelen. Daarin is geen goed en slecht meer en jij hebt toch geen keus, want er is geen voor- of nadeel voor een iemand. En als Jan vindt dat er wel een voor- of nadeel is, laat hij dan z'n gang maar gaan, hij heeft toch geen macht om het wel of niet naar z'n hand te zetten. Er kan daarin ook niets goed of fout gaan, want hij kan toch niet verder gaan dan wat er gebeurt. Wat we lullig vinden, is dat het gevecht juist begint als we dingen willen vermijden; bijvoorbeeld een vervelende eigenschap als jaloezie. Dat is de ellende.

Als je zegt: Je moet de vrijers doden, dan lijkt het erop dat ze weg moeten, dat je ze kwijt moet, je moet er vanaf. Maar zoals je al eerder zei: Als ze gedood zijn, komen ze toch weer terug. Waar zit dan het verschil in? Lopen ze dan niet meer in de weg?

Dan zijn het niet meer jouw vrijers. Odysseus stond er eerst nog middenin en zag de vrijers als tegenstanders die weg moesten om een te worden met Penelope. Nu ga je steeds meer zien dat jij noch Odysseus noch de vrijers bent. Je gaat zien dat je aan die onveranderlijke filmdoekkant woont en dat Jij nooit Odysseus (de filmhoofdrolspeler) bent geweest. Er zit geen jij of ik meer in, dus kunnen ze ook niet meer in de weg lopen. Al die Jantjes die ik dacht te zijn, zitten aan de vrijers-kant; dat zijn zelfverbeeldingen.

Kun je dat zien als de binnen- en de buitenwereld: eerst stonden de vrijers buiten, die waren iets anders dan jij, en op een gegeven moment zie je dat die vrijers niets anders zijn dan jezelf, want er is geen buitenwereld meer?

Uiteindelijk wel, maar eerst moet er een verschuiving van standpunt komen. Eerst ben je een lichaam met manschappen; zij zijn je familie, je vrienden en je maatjes, alle mensen die je denkt nodig te hebben in het leven. Het zien of herkennen van de vrijers, is dat je langzaam ontdekt dat al die geliefde mensen ook hun slechte kanten hebben. Je ergert je aan de slechte kanten van de anderen en je ziet niet

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 16

Page 17: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

die van jezelf... Het zijn de splinters in het oog van anderen, maar je ziet de balk in je eigen oog niet. Je geeft net zo lang 'de anderen' de schuld, totdat je ziet dat al die vrijers die buiten je zijn, eigenlijk binnen-vrijers zijn, die je eerst moet herkennen en vervolgens ook nog moet passeren. Je gaat steeds meer zien dat die slechte kant bij jezelf ontkend wordt, maar tegelijk bij de andere bestreden wordt. Dus eerst moet de geloofwaardigheid van die manschappen van Odysseus afgepakt worden en vervolgens gaat hij inzien dat hij de vrijers in zijn totaliteit moet passeren.

Wat bedoel je met passeren?

In eerste instantie zien dat je dus niet aan deze waaktoestand, de hoofdrolspeler vast zit; uiteindelijk passeren is dus zien dat je in wezen de achtergrond bent en niet een of andere wisselende toestand. Dat je dus als er iets te zien is de hele breedte van het waargenomene bent. Passeren is het zien dat je die vrijers niet bent, en dat die vrijers geen inhoud hebben en geen enkele bedreiging voor jou kunnen zijn, dus hoef je ze ook niet meer op commando aandacht te geven. Nu blijkt Odysseus niet een belichaamd wezen te zijn, maar in wezen de aandacht zelf. Jij bent de aandacht zelf, jij bent die vormloze aandacht.

Kun je dan kiezen waar je aandacht aan geeft?

Als je het goed begrepen hebt, stel je die vraag niet meer. Aandacht IS wat er IS. Er is geen sprake van een object dat aandacht krijgt of geeft. Er is geen object in de aandacht. Dus hoe of wie kan dan aandacht richten? Aandacht is niet persoonlijk, ook al lijkt het alsof aandacht iets van de persoon is. Dat lijkt maar zo, dat is het spel van de illusie.

Toch heb je gezegd: het enige wat je kan doen is aandacht voor de aandacht hebben.

Ja maar, daar zeg ik altijd bij: er is niemand die dat kan doen, het kan gebeuren dat er aandacht voor de aandacht is. Dat is genade. Maar ga je dan niet afvragen

waarom en waar dat vandaan komt! Omdat je dan weer van de aandacht een activiteit maakt.

Bovendien, hoe vaker je het hoort, hoe meer het in je op zal komen om die aandacht te verleggen?

Eerst zie je aandacht als de aandacht hiervoor en daarvoor en hoe zit dat nu. Op een gegeven moment zie je het vormloze van aandacht. Daarmee wordt niet bedoeld het zien en volgen van de inhoud van wat in de aandacht komt... Op een zeker moment wordt je aandacht even groot en onverplaatsbaar als het Kennen, als het

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 17

Page 18: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Er-zijn, het Nu. Dan kun je ook zien dat aandacht geen activiteit is, net zomin als het Nu, de Stilte, het Kennen. Maar dat kun je meestal niet in één keer in zijn geheel bevatten. Het Jantje doet dat toch al; Jantje blijft zich gewoon voordoen en dus wat heb je eraan dat je eigenlijk aandacht bent? Uiteindelijk zie je dat aandacht absoluut niets kan en hoeft te doen en nooit wat deed. Dat is nu precies het mooie van het Odysseus-stuk waar hij plotseling herkent, door de boog zich herinnert, niet de mens Odysseus te zijn, maar de aandacht zelf. Die boog symboliseert dat aandacht-zijn; die boog leek eerst een onderdeel van de vrijers, maar nu herkent aandacht zichzelf plotseling als vormloos en onveranderlijk. Door dit inzicht stort alles wat er eerst dacht te zijn in, alles draait zich om, het standpunt van Jantje-zijn, is van zijn voetsstuk geslagen en kan hij voor het eerst richting Penelope, het non dualistische zien en de objecten passeren door zijn aandacht op de schone Penelope te houden. En dan komt het doel, de vrede, langzaam in beeld. Dít is uiteindelijk enerzijds het doden van de vrijers: je aandacht wordt onpersoonlijk, die gaat van de persoon Jan naar de achtergrond. Anderzijds komt door het passeren van de objecten het subject Penelope (het Absolute zolang er nog een dualiteitsgeloof is) in beeld en kan je één worden met haar als je mag behappen dat je geen object bent, maar de aandacht zelf. Dan zie je dat het huwelijksbed met Penelope uit het Ene bestaat en niet uit twee.

En nu moet het gras gemaaid worden ...

(aan tafel zaten: Albertine van Peursen, Wilmy Moors, Abraham Werner & Kees Schreuders)

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 18

Page 19: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

John Levy: vriend en tegendraadse goeroeJohn Levy was een markante Engelsman die in de 50-er jaren lange tijd in India doorbracht bij zijn goeroe Shri Krishna Menon. John Levy leerde van Krishna Menon om geen yogi te zijn, maar de kennis over advaita in een toegankelijke vorm mee te nemen naar het Westen. John Levy hielp Krishna Menon met de Engelse versies van Atma Darshan & Atma Nirvriti, teksten die Wolter Keers en John Levy sterk hebben geïnspireerd.John Levy woonde tot aan zijn dood ±1980 in Londen. Van zijn leerlingen is niet zoveel bekend. Amigo sprak met één van zijn leerlingen: de 63-jarige filmregisseur Peter Vos.

Wie was John Levy?Amigo: Wat voor man was John Levy eigenlijk?

P: Ik heb hem vele jaren meegemaakt. Hij kwam uit een rijke, joodse, aristocratische familie en was een autoriteit op het gebied van Aziatische volksmuziek, met name uit India. Hij had een behoorlijke bron van inkomsten door het uitgeven van een serie grammofoonplaten over Indiase volksmuziek. Verder had hij over dit onderwerp iedere twee weken zijn eigen radioprogramma op de BBC. In zijn huis in Londen was er een kamer die volstond met muziekinstrumenten: clavecimbel, piano, enzovoort. Daar speelde hij zeer verdienstelijk op. Hij onderhield ook mensen, o.a. in India, voor wie hij veel bewondering had. Hij heeft zijn hele fortuin weggegeven en leefde een tijdlang in India met alleen een lendedoek. In die tijd heeft hij Shri Krishna Menon ontmoet. John Levy assisteerde Krishna Menon bij het onderricht geven. Krishna Menon schijnt hem een opdracht gegeven te hebben: 'Leef jij maar een tijdje als yogi, want ik vind het belangrijk dat als je terug bent in het Westen je mensen afleert een yogi te zijn.'

Amigo: Hoe kenden de mensen John Levy?

P. Misschien door de twee boeken die hij over advaita vedanta heeft geschreven*. Ik weet niet hoe de mensen bij hem kwamen, dat interesseerde me niet. Een heleboel dingen van John Levy waren voor mij vanzelfsprekend, daar heb ik nooit vragen over gesteld, dat was gewoon zo. Toch heeft hij er ook wel eens mensen uitgegooid, hij was rigoureus, hij voelde het aan als mensen niet oprecht waren of andere bedoelingen hadden. Hij heeft mijn ego zo vermorzeld dat er hier (Peter Vos wijst naar zichzelf) niets meer te vermorzelen valt, ik besta niet meer.

De ontmoetingAmigo: Hoe heb je John Levy ontmoet?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 19

Page 20: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

P. Dat verhaal begint met Wolter Keers. Ik heb Wolter jarenlang gekend en ik had veel respect voor hem. Toch bleef het onderricht in advaita vedanta voor mij ergens steken. Wolter heeft me veel verteld over Shri Krishna Menon. Wolter Keers en John Levy waren in dezelfde tijd leerling bij Krishna Menon in India. John Levy was de absolute lievelingsleerling van Krishna Menon. Hij heeft Krishna Menon geholpen de teksten van Atma Darshan en Atma Nirvriti op papier te zetten. Wolter zei tegen mij: eigenlijk zou je naar John Levy toe moeten. Ik woonde in die tijd in Londen. In de bibliotheek heb ik alles wat met filosofie te maken had uitgespit. Daar las ik het eerste boek van John Levy: 'Immediate Knowledge and Happiness', ik vond het prachtig. Helaas is het nu niet meer te krijgen. Ik had een aantal vragen over dat boek en dat was de reden waarom ik met John Levy in contact wilde komen.

Ik zal het moment nooit vergeten, het was op een mistige dag, de zon scheen als een grote rode bal door mijn raam en ik dacht: ik ga John Levy vinden, het gaat mij lukken en wel nu, ik wist zijn adres niet eens, en Levy in Londen, dat is net zoiets als Jansen in Nederland. Ik heb het telefoonboek gepakt. Hij moet in een chique buurt wonen dacht ik, ik kies een Levy uit, ik bel op en… hij was het, ik dacht: misschien komt er wel een raar beest op me af na al die spannende verhalen, maar het was een zeer gecultiveerde man. 'Ik heb uw boek gelezen en ik heb een aantal vragen' zei ik. Ik werd ontvangen in een prachtig huis, hij was zo ontzettend aardig. Binnen vijf minuten wist ik, dit wordt mijn goeroe. Hij ontnam me onmiddellijk, als vanzelf, al mijn vragen. De kracht en uitstraling van de goeroe bijvoorbeeld, daar rekende hij compleet mee af, in een klap, rücksichtslos. Hij zei: dat is het verschil tussen een saint en een sage, tussen een heilige en een wijze.

Amigo: Hoe bedoelde hij dat?

P. Een saint is nog bezig om met technieken boven zijn lichaam uit te stijgen, om er los van te geraken, en een sage, dat is iemand die weet het, die is het. En ik heb nog nooit zoiets directs en moois gezien als op dat moment bij John Levy, en op nog vele momenten daarna ook.

Amigo: Je hoefde niet meer naar hem terug daarna?

P. Nee dat is niet waar, want toen begon het pas. Maar toen ik me realiseerde: ik voel me helemaal thuis, heb ik hem dat ook gezegd: 'Ik ben thuisgekomen'. Ik heb hem in dat eerste kwartier ook gelijk gevraagd of hij mijn goeroe wilde worden. Hij zei: 'I would be delighted'. In die tijd was ik heel jong, misschien wel de jongste leerling van John Levy. Dat moet je niet vergeten, we weten heel weinig van John Levy, maar er kwamen mensen vanuit de hele wereld naar hem toe.

In het begin wilde ik heel veel weten over Krishna Menon, ik vroeg steeds over hem, toen vroeg John Levy een keer aan mij: 'Waarom wil je eigenlijk alles over Krishna Menon weten?' Ik brak opeens in tranen uit… ik besefte: ik ben in de aanwezigheid van een heel bijzonder mens. Opeens was al het gedoe van willen weten over iemand anders verdwenen. Dat was voor mij de realisatie dat ik de juiste keuze had gemaakt.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 20

Page 21: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Amigo: Ken je nog andere leerlingen van John Levy? Je hoort relatief weinig uit die richting.

P. Dat weet ik niet, ik heb me daar nooit zo voor geïnteresseerd. John Levy was erg enthousiast over Claus van der Pas. Dan was er Rick Matthews (studiegenoot van Peter in Londen en ontwierp o.a. een aantal platenhoezen voor John Levy. Red.) en Jeffry de begrafenisondernemer. Ruud Jacobs is ook een tijd bij hem geweest, ik weet het gewoon niet, ik was er voor heel egoïstische redenen (ha, ha).

Peter voor en na John LevyAmigo: Je hebt een 'jojo' periode meegemaakt; soms was je één met essentie en soms werd de verbinding verbroken. Heeft John Levy daar een rol in gespeeld?

P. Ja, dat was een hele lange periode, ik heb eigenlijk alles te danken aan John Levy. Sommige mensen bezoeken verschillende goeroes, maar ik had geen enkele hunkering, ik had geen behoefte meer om naar andere leraren toe te gaan.

Amigo: Toen je in Londen woonde heb je John Levy regelmatig opgezocht. Zat daar structuur in of belde je hem gewoon op?

P. We woonden allebei in dezelfde stad. Hij had zijn werk, ik had mijn werk, ik wilde hem zoveel mogelijk zien, dus ik zocht hem tussen de bedrijven door steeds op.Ik was bijna altijd met hem alleen, soms waren er andere mensen, uit het buitenland. Soms belde ik op omdat ik hem wilde spreken. Dan zei hij: 'kom maar, ik moet mijn auto naar de garage brengen, ga maar mee'. De teaching ging gewoon door, op allerlei niveaus, zeker in de laatste tijd dat hij in de rolstoel zat, dan kon hij de liefde zelf zijn, zo aardig, ik heb zoveel leuke feestjes met hem meegemaakt, dan kwamen er allerlei professoren, erudiete mensen, en dan nam ik mijn Engelse vrouw mee. Dat waren hele leuke avonden en dan werd er geen woord over advaita gesproken; al die keren dat John Levy niet over advaita sprak heb ik heel erg veel van hem geleerd, gewoon door zijn aanwezigheid, dat hij een kop koffie op de grond liet vallen, dat hij stond te stuntelen met zijn melkglazen bril, soms was hij kwaad over de meest onbenullige dingen.

Amigo: Als leerling is de goeroe een geïdealiseerd persoon. John Levy was (soms) een heel gewone man die boos werd over onbenullige dingen, was het niet confronterend om dat ideaalbeeld aan diggelen te zien gaan?

P. Dat is wat hij bedoelde met het verschil tussen een heilige (saint) en een wijze (sage). De waarheid heeft toch niets te maken met wat we zijn als mens? En hij was daar zo'n goed voorbeeld van. Hij heeft me alles laten zien zoals een mens kan zijn.

Amigo: Riep hij geen tegenreactie op?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 21

Page 22: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

P. John Levy zei altijd: de mensen zien mij op het niveau waar ze zelf zijn. Vaak verwachten mensen dat een goeroe een fantastische uitstraling heeft; kijk, daar komt hij binnen, wow… en dan komt er opeens iemand binnen die tegen het meubilair aanbotst…

Amigo: Maar beantwoordde hij aan je verwachtingen of ging hij daar juist tegenin?

P. Tegen die verwachtingen ging hij juist helemaal in. Voor mij heeft hij afgerekend met die dingen waar ik bleef steken op het niveau van de persoon. Bij John Levy kon er alles gebeuren, de lamp kon bij wijze van spreken van het plafond vallen, hij bleef nuchter en handelde gewoon in het moment. Daar gaat het toch om?De eerste jaren was hij altijd extreem aardig en gastvrij voor mij, hij gaf me wel eens cadeaus en op een gegeven moment vond hij het blijkbaar nodig om ook een andere kant te laten zien. Hij had 's middags een keer gekookt voor me en ik zag een prachtige fles wijn staan die hij had opengemaakt en ik zei: 'Goh John, wat een verrassing dat je zo'n lekkere fles wijn voor me hebt opengemaakt'. 'Die is niet voor jou', zei hij en pakte een andere, goedkope fles… heel raar. Zo heb ik duizenden voorbeelden, dat hij dat soort 'grapjes' uithaalde. Ik heb hem eens naar het Kröller-Müller museum meegenomen op de Veluwe, daar stond een Afrikaans beeld. John Levy zei: 'Oh dat is een beeld om op te trommelen'. Hij pakte een steen en begon op het beeld te tikken: tok, tok, beng, beng. Er kwam direct een zaalwacht aan… 'Mijn vriend is musicoloog, mag hij even op dat beeld slaan?'…Hij was net een soort kind, maar dat allemaal terzijde, er is altijd een kracht aanwezig, maar die kracht is er alleen maar voor diegenen die het kunnen zien. Eigenlijk is een goeroe gewoon een mens, een schil die rondloopt, maar de ene persoonlijkheid is niet de andere.

Amigo: John Levy gaf je inzicht in de dagelijkse werkelijkheid?

P. Het ging in de eerste plaats om de inzichten in de advaitafilosofie, maar in de tweede plaats moest ik ontzettend wennen aan zijn manieren. Hij was wel eens kwaad op me, en hij zei dan: 'Sodemieter maar op, we hebben genoeg gepraat, ga maar weg…' Dan was ik helemaal gebroken, ik kon niet slapen 's nachts, tot op een moment midden in de nacht. Opeens dacht ik: jij kunt me niet raken want daar houden we te veel voor van elkaar. Toen viel alles weg. De volgende keer dat ik hem zag was hij de liefde zelf, alsof er niets gebeurd was, dat is het mooie van een goeroe.

Amigo: Wat betekende het overlijden van John Levy voor jou?

P. Er was geen reactie bij mij. De laatste keer dat ik hem in levende lijve zag, had ik wel op een wonderbaarlijke manier afscheid van hem genomen. Op een bepaald niveau had ik veel medelijden met hem; hij zat in een rolstoel, met veel ongemak en pijn, want dat gaat door, advaita is geen recept om je pijntjes kwijt te raken. Er was heel veel ellende met dat lijf van hem, daarom was hij voor mij een lichtend voorbeeld; tussen het gestumper van dat lijf voelde je de vulkaan die daar onder lag. John Levy raakte een keer geïrriteerd door mij omdat ik gezellig met een vrouw zat te praten, opeens zei hij: 'het wordt hoog tijd dat je vertrekt'. Hij zat in de rolstoel, kon niets doen, op zo'n moment kwam er een stukje mens naar boven,

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 22

Page 23: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

dat verdween daarna meteen weer, maar zijn reacties waren heel primair. Het laatste wat hij zei was: 'Give my love to your wife'. Ik ben toen weggegaan, het irriteerde me; dat is geen goede manier om afscheid te nemen dacht ik. Toen ik in het vliegtuig zat werd ik gewoon high. Ik dacht: jij kan me wel twintig keer wegsturen, maar jij kan mij nooit meer echt wegsturen, dat kan je me niet meer aandoen, ik blijf altijd bij je, ik zal de rest van mijn leven van je blijven houden, we zijn altijd en eeuwig met elkaar verbonden. Een maand later was hij dood. Ik was eigenlijk wel blij voor hem.

De Advaita traditieAmigo: Gaf John Levy onderricht vanuit een traditie, vanuit een school?

P. De kracht van een echte goeroe is dat een goeroe niet meer iets doorgeeft, een goeroe is het zelf. Het is de bedoeling dat je als leerling los komt te staan. De leerling kijkt eerst op naar de leraar, net zolang totdat de leerling realiseert dat hij de leraar is. Dan krijg je het proces dat die persoon alles verwoordt vanuit zijn eigen ervaringen, vanuit zijn eigen belevenis. Dat kunnen vlagen zijn van dingen die de goeroe heeft verteld, en dat kunnen ook eigen ontdekkingen, gevoelens of bevindingen zijn. Dan denk je dus niet meer: hoe vertelde Krishna Menon dat? Integendeel, John Levy heeft advaita helemaal vertaald voor het Westen.

Amigo: Was John Levy een jnani- of een bhaktigoeroe?

P. John Levy was dol op vrouwen die om vedanta gaven, vrouwen zijn veel directer dan mannen. Mannen zijn ongelovige Thomassen, die willen alles bewezen hebben, en vrouwen zijn intuïtieve wezens.Mijn vrouw dacht dat ik compleet gestoord was toen ik 'zoekende' was. Ik deed veel yoga, stond op mijn hoofd tegen de deur, dan kwam zij met opzet binnen zodat ik over de vloer rolde… Toen ik John Levy ontmoette was een van de eerste dingen die hij zei: 'Ik ga je vrouw ook uitnodigen'. Hij wilde de gedachte bij haar wegnemen dat ik misschien wel een homoseksuele relatie met hem had. Alle zweverigheid heeft hij weggenomen en hij heeft haar uitgenodigd op een dinnerparty en toen zei mijn vrouw: wat een leuke man, daar wil ik ook meer van weten. De week daarna heeft ze twee gesprekken met John Levy gehad over advaita. Ik heb met mijn vrouw eigenlijk heel weinig gesproken over advaita. 'Waarom zou je er over praten?' vroeg ze, 'het is zoals het is'.

Amigo: Vond John Levy het belangrijk 'de waarheid' te verbreiden?

P. Ik weet het niet. In de tijd dat ik hem gekend heb vond hij dat helemaal niet belangrijk. Ik kan me voorstellen dat hij dat vóór die tijd wel belangrijk vond, anders had hij die boeken niet geschreven. Zijn eerste boek bestond uit een aantal lezingen die hij heeft geschreven voor de radio in India. Hij heeft in het Britse leger in India gediend in de koloniale tijd. In de tijd dat ik bij hem was in Londen zei hij eigenlijk maar een ding: ik ben als een koe, je moet me melken als een koe. Daarmee bedoelde hij: stel maar vragen, dan weet ik op wat voor niveau ik antwoord moet geven.

Peter Vos en advaitaAmigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 23

Page 24: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

P. Ik ben christelijk opgevoed, maar ik zag zoveel contradicties om me heen, ik geloofde er geen bal meer van. Ik was toen twaalf jaar en ben naar de dominee gegaan en ik zei, het spijt me maar ik kom niet meer. De dominee heeft tegen mijn moeder gezegd: 'Maakt u zich geen zorgen, Peter komt wel goed terecht'. Ik ben allerlei boeken gaan lezen over yoga en zen, ik had samen met een vriend een abonnement op een tijdschrift uit India over yoga, dat hebben we stukgelezen.

Amigo: Tijdens je eerste ontmoeting met John Levy verdwenen al je vragen (voor dat moment) Daarna heb je hem nog jarenlang bezocht, je hebt alles van hem geleerd. Had je daarmee de illusie in huis gehaald dat je met advaita een soort gereedschap had waarmee je nog iets zou kunnen doen in de wereld?

P. Ja en nee, het een heeft geen bal met het andere te maken. Op het niveau van het bestaan heb ik dat gemerkt toen mijn vrouw overleed en twee jaar later mijn oudste zoon. Ik ging door alle rouwprocessen, ik heb me rotgehuild, ik heb intens verdriet gevoeld, maar ik weet ook dat er in essentie niets gebeurt, dat essentie niet geraakt wordt. Dat is de kern van alles, dat je al dood bent, dat je al afgerekend hebt met het leven. Er kan je niets worden afgenomen. Daarna kun je ook het lef hebben om alles aan te pakken, om alles te doen, want in essentie gebeurt er niets. Alle geluk en plezier kan ik aanvaarden, maar ik kan ook al het verdriet in het leven aanvaarden. Het leven is als een poppenkast… Jan Klaasen slaat Katrijn, het ene moment lach je je rot, het volgende moment is het diep tragisch, dan krijgt iemand op zo'n sodemieter en dan huil je als een kind. Dus wat het leven betreft: spring erin, doe mee, geniet ervan, maar neem niets mee naar huis.

Amigo: Was er een behoefte van je om anderen deelgenoot te maken?

P. Nee, dat heeft John Levy eigenlijk meteen de kop ingedrukt. Ik realiseerde me dat er eigenlijk maar een ding is: dat iedereen de verantwoordelijkheid heeft om dat voor zichzelf uit te gaan zoeken. Dat is het grote verschil tussen een religie en deze filosofie. Zo'n religie wordt uitgedragen, maar zo creëer je ook de kern van oorlog. Realiseer je je dat? Dan ontstaat er wij en zij. En wij weten het zo goed, want wij weten de waarheid. Toen ik met advaita in aanraking kwam sprak ik er met iedereen over, nu helemaal niet meer. Ik spreek alleen nog maar hierover, als mensen het mij vragen. Ik zal nooit zelf iets ondernemen.

Amigo: Wat is nu de betekenis van advaita voor je?

P. Zoals je me hier zit zitten betekent het dat ik tot rust gekomen ben, ik vind het heerlijk om er over te praten, maar als ik er niet over praat dan ben ik het ook. Filosofisch ben ik tot rust gekomen, ik heb wat dat betreft geen enkele ambitie meer. De rest bubbelt, sprankelt en knalt in het dagelijks leven verder.

* 'The Nature of Man according to the Vedanta' (1956). Vertaald door N.G. van der Pas in 1972 als 'Non-Dualiteit' en opnieuw uitgegeven in 1992 door Uitgeverij Altamira (ISBN 90-6963-179-2)

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 24

Page 25: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Biografie Peter Vos (1939)Peter Vos heeft een opleiding tot art director aan een kunstacademie in Londen gevolgd. Daarna heeft hij drie jaar voor een Engelse filmproductiemaatschappij gewerkt.Begin jaren '60 is hij naar Amsterdam gekomen. Als creative manager ontwikkelde hij reclamecampagnes voor de Nederlandse en internationale markt.Sinds 1996 is hij werkzaam als filmregisseur. Zijn specialiteit is commercials maken voor charitatieve doelen.

[september 2002, Johan van der Kooij & Kees Schreuders]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 25

Page 26: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

De levende traditieEen goede, levende traditie zorgt ervoor dat het verhaal helemaal afgerond wordt. Bij een levende traditie is er op z'n minst één iemand die tot op de bodem weet waar het over gaat. Wie het weet, mag het zeggen. Zo iemand zal geen nieuw instituut creëren met opvolgers en dergelijke. Die waakt over het levende inzicht dat zich bij iemand aandient. En

er zal bij degene die ontwaakt geen conflict zijn, maar ook geen verlangen om les te gaan geven of iets uit te dragen. Je kunt rustig zeggen dat als er een missiedrang in je zit, een drang om les te gaan geven, of om je op dit gebied te uiten, het honderd van de honderd keer is omdat je, vanuit je eigen onzekerheden, bevestiging zoekt in je omgeving. Want als er gerealiseerd is waar het om gaat, dan is er juist een einde gekomen aan die drang tot erkenning. Mensen zeggen: 'Waarom praat jij dan?' Wat ze niet weten, is dat ik de eerste anderhalf jaar mijn mond niet eens open heb kúnnen doen. En dat ik een duidelijke opdracht heb gekregen om iets te gaan doen. Dat is nogal een verschil, want je moet er ook nog geschikt voor zijn. Begrijp goed dat zelfrealisatie heel vaak voorkomt, maar mensen die ook nog een soort talent hebben om ermee  naar buiten te treden, is een ander verhaal. Het is niet zo, dat wanneer je HET gezien hebt dat automatisch betekent dat je een spiritueel leermeester wordt. No way! Spirituele leermeesters worden niet gemaakt, die worden geboren. Net als musici niet echt gemaakt worden; die worden geboren. Het talent is er al en alleen door mensen die daar verstand van hebben, wordt dat talent gevormd en uitgewerkt. Maar het is altijd een talent. Want een aap kun je net zo lang piano laten spelen als je wilt, het wordt nooit wat. Een aap is gewoon een aap. Toen Jaap van Zweden in de wieg lag, zei zijn vader: 'Dit wordt een heel groot violist.' Niet dat het dan vanzelf gaat - hij moest er heel hard voor werken - maar de interesse, de dynamiek, het natuurlijke verlangen, was er.

Zelfrealisatie is absoluut voor iedereen realiseerbaar, niemand uitgezonderd, maar goeroe of spiritueel leermeester zijn, is een ander verhaal! Van alle mensen die bij Ramakrishna waren, was er maar één Vivekananda. Die had de dynamiek, die had net alles in huis om te doen wat hij gedaan heeft. Er is maar één Osho, één Jiddu Krisnamurti. Er is zelfs geen plaats voor twee Osho's; er is maar één Boeddha. Het bestaan zelf zorgt altijd voor een Boeddha, een Krishnamurti, een Osho, een Mahavira, een Jezus. Zodra er vraag is, een diepe vraag vanuit het bestaan, voldoet het bestaan aan dat verlangen. Maar volgens de traditie zijn er nooit meer dan vijf topmensen in de wereld. Wanneer er een doodgaat, kun je verwachten dat er binnen tien à vijftien jaar ergens anders iemand opstaat. Dat is de zichzelf herstellende balans van het bestaan. Het is ook geen kwestie of je zo iemand wilt zijn. Dat is net zo absurd als aan John Lennon vragen of hij John Lennon wil zijn. Hij IS gewoon John Lennon. Misschien willen andere mensen John Lennon zijn, maar John Lennon IS John Lennon. Spirituele leermeesters zijn zelf verrast over hun manifestatie. Je zou kunnen zeggen dat elke spirituele

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 26

Page 27: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

leermeester 'a freak of nature' is. Gewoon ontstaan door de natuur, een spontane respons van het bestaan zelf. Je kunt nu eenmaal niet iets anders worden dan je al bent. Je kunt  imiteren, maar dat is het niet. Je kunt het proberen te ensceneren, it is a failure! Net zomin als er violisten en grote zangers gemaakt worden, worden er spirituele leermeesters gemaakt. Als die ambitie er is, heb je met iets anders te maken. Althans op dit gebied. Want een goed spiritueel leermeester wil niets van jou; hij wil niet eens dat je verlicht wordt, want vanuit het standpunt van de leermeester ben je dat allang. Er is geen paniek aan de kant van de leermeester van 'O mijn God, dat mens moet geholpen worden, want die zit zo in de problemen'. Nee, want dan zou de leermeester doen alsof die leerling gelijk heeft. Dat is absurd! Nee, die leerling moet zich richten op dat andere, daar komt hij voor. Niet iedereen komt voor hetzelfde, dat weet ik natuurlijk ook wel, maar dat is helemaal niet erg. Dat zegt de oude Cheng ook: Jullie zeggen nu wel dat je zelfrealisatie wilt, maar in wezen willen jullie toestanden waarin je enige bevrediging vindt, of je wilt iets waar je je prettig bij voelt... Dat heeft de oude Cheng ook wel in de gaten. En dat is mij natuurlijk in die zeventien jaar ook niet ontgaan.

Wat doe je als je dat signaleert?

Niets.

Dat laat je gewoon gebeuren?

Er is behoefte aan vanuit het bestaan. Daarom gebeuren de dingen. Waar geen behoefte aan is, valt weg. Daarom moeten er in de economie en in de wereld van de reclame kunstmatig behoeften gekweekt worden om dingen te verkopen. In de natuur is het anders. Als er in het bestaan een behoefte is, dan wordt eraan voldaan. Je zou kunnen zeggen dat een gebeurtenis pas plaatsvindt wanneer alle voorwaarden aanwezig zijn. Daarom gebeurt er niets zomaar. Wat niet betekent dat jij het met je magisch denken in gaat vullen en uitroept: 'O, 'het' heeft dus een betekenis.' Nee, zo bedoel ik het niet. Ik bedoel dat er pas iets kan gebeuren wanneer alle voorwaarden om het te laten gebeuren aanwezig zijn. Anders kan het niet. Het kan heel complex zijn, het kan ook heel eenvoudig liggen. Zodra de mensheid opnieuw in duisternis komt, ontstaat er een evenredige kracht die manifestaties creëert, zoals mensen, om het evenwicht te herstellen. Dat is die zichzelf zoekende balans. Dat is de natuurlijke kracht van de orde der dingen. Het is geen persoonlijke kracht! Onthoud dat! Ik ben alleen maar een heel klein mechanisme, een wieltje in het grote geheel van het bestaan. Net als jij. Ik kan niet bestaan zonder jou. In zekere zin besta ik en ondervind ik geluk aan wat ik zelf zeg omdat dit er allemaal is. Een Osho of een Krishnamurti kunnen alleen maar bestaan omdat er een diep verlangen is naar Waarheid. En omdat zoveel mensen dat verlangen hadden, moest er een Osho komen. Hij kon komen omdat er in die tijd een soort gat geslagen werd in de werkelijkheid. Alle voorwaarden waren aanwezig. De kans dat er nu een Osho komt, is veel kleiner. Je hebt het meegemaakt en daar de vruchten van geplukt, of niet.  Mensen moeten nu een tijdje wachten. Zoiets komt niet zomaar weer op.

Begrijp dus goed dat het bestaan zelfvoorzienend is. Een Hitler kan alleen maar bestaan als alle voorwaarden voor zijn manifestatie aanwezig zijn. Fascisme kan

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 27

Page 28: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

alleen maar ontstaan als alle voorwaarden voor fascisme aanwezig zijn. Het geldt voor elke gebeurtenis. Zwanger raken kan ook alleen maar als alle voorwaarden aanwezig zijn. Ik ken geen enkele gebeurtenis die niet de uitkomst is van het feit dat alle voorwaarden aanwezig zijn. Dat geldt dus ook voor geestelijke leraren en al die andere kletskousen. [.]

(Dit is een passage uit Het Onmiddellijke Zien van Alexander Smit uitgeverij Altamira,1999, pag. 150-153, met toestemming van de Advaita Foundation.)

[Alexander Smit, selectie Belle Bruins]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 28

Page 29: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

De leraar en de zoeker zijn het instrument en niet de auteur!We spreken Wayne Liquorman tijdens zijn laatste bezoek aan Nederland dit jaar. De lijn van het levende onderricht loopt via Nisargadatta, Ramesh Balsekar naar Ram Tzu, Wayne's alter ego, of eigenlijk moet ik zeggen zijn non ego (een samenstelling van de namen Ramesh en Lao Tzu). Geduldig staat hij ons te woord. Hij houdt van analogieën om dingen te verhelderen. Hier volgt een typerende:Je komt ergens waar mensen bijeen zijn die niet beter weten dan dat ze altijd een steentje in hun schoen hebben gehad. Als jij dan zegt dat je geen steentje in je schoen hebt, zullen ze meteen vragen hoe het is om zonder steentje in je schoen rond te lopen. 'Hoe is dat? Vertel ons hoe dat voelt!' Maar jij hebt geen ervaring van de afwezigheid van een steentje, want jij kent die ervaring niet. Er zit altijd een ervaring in de aanwezigheid niet in de afwezigheid van iets. Als iemand het steentje uit zijn schoen zou halen, zou hij een ervaring hebben van afwezigheid, maar ook dat is slechts een kortstondige ervaring van de aanwezigheid van de afwezigheid van het steentje. De 'ervaring' van verlichting toont dat er nooit een steentje geweest is. Dus is er niet het ervaren van de aanwezigheid van de afwezigheid, omdat er nooit een aanwezigheid was die nu afwezig zou zijn.

Een waarachtige wijze? Amigo: Is het nodig dat er over realisatie en verlichting gesproken wordt?

Wayne Liquorman: Het moet als dat is wat er gebeurt. Achteraf zou je dan kunnen zeggen dat het nodig was. Als er voor de spreker geen enkele egobehoefte mee gediend is, kun je spreken van een waarachtige wijze. Er zijn echter wel degelijk leraren die continu behoefte hebben zich te uiten, maar dat is een ander verhaal.

Je hebt het over een 'waarachtige wijze'. Hoe zou je zo iemand definiëren?

W.L: Als een menselijk organisme waarin het valse geloof in afgescheidenheid - door zichzelf als de auteur van zijn gevoelens, gedachten en handelingen te zien - totaal verdwenen is. En dan bedoel ik niet dat je gelooft dat je dat niet bent, maar ik bedoel de afwezigheid van geloof. Er lopen heel wat mensen rond die

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 29

Page 30: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

geloven dat ze niet de doeners van hun handelingen zijn, maar dat is domweg weer een ander geloof.

Is de waarachtige wijze altijd een persoon of zou je kunnen zeggen dat het leven in zijn totaliteit een waarachtige wijze kan zijn?

W.L: Het leven kan een leraar zijn. Een waarachtige wijze hoeft niet altijd een leraar te zijn. Hij kan totaal geen effect hebben of respons krijgen, en iemand die geen wijze is kan van doorslaggevende betekenis zijn, in positieve en in negatieve zin. Sommigen van de beste leraren, met veel toehoorders, zijn geen wijzen. Dat zijn gewoon goede, charismatische leraren, maar dat heeft niets te maken met waarachtig wijs.

Ben jij een leraar?

W.L: Mensen komen, stellen vragen en dan praat ik erover en dan vindt er onderricht plaats. Dat zou ik leraarschap noemen.

'Alles wat is, is bewustzijn; bewustzijn is alles wat is'. Als beiden bewustzijn zijn, waarom is er dan verschil tussen zoeker en wijze? Dat lijkt tegenstrijdig.

W.L: Het is tegenstrijdig als je zegt: 'Dit een lamp en dit is een tafel en beide zijn bewustzijn, bewustzijn als lamp, bewustzijn als tafel', maar je probeert toch ook niet de tafel aan te steken om licht te krijgen? Dus je vermogen onderscheid te maken tussen de verschillende uitingen van bewustzijn is van belang voor je functioneren. De tafel en de lamp zijn verschillend, maar niet afgescheiden!

Is verlichting van de zoeker het doel van het leven?

W.L: Daarvoor geldt ook weer: als dat het is wat zich uitdrukt als het te behalen doel voor een zoeker, dan is dat wat er gebeurt. Maar in feite is het een beweging in bewustzijn; het gebeurt als onderdeel van wat zich in bewustzijn uitdrukt als alles wat is. Over dat wat is wordt de structuur van een 'ik' dat succes, doel en meer van dat soort zaken verlangt, heen gelegd. Het menselijk organisme kijkt en begrijpt doorgaans als volwassene. Jonge kinderen nemen niet op die manier waar. Zij kennen het concept niet van handelingen ten behoeve van een doel. Als je bijvoorbeeld met ze naar het strand gaat, bouwen ze een zandkasteel. En wat doen ze aan het einde van de dag? Ze springen er bovenop en vernietigen het. Als je vraagt waarom kijken ze je vreemd aan, want de bouw en de vernietiging had geen enkel doel. Kinderen handelen, kijken en denken niet zoals volwassenen.

Voor hen is er geen begin en geen einde; ze doen het gewoon?

W.L: Inderdaad. Als je ze dwingt om een antwoord te geven, zullen ze waarschijnlijk zeggen: 'voor de lol'. Dat is een aanvaardbaar antwoord waarmee ze volwassenen tevreden kunnen stellen. Een volwassene kan het begrip 'doelloos' tijdelijk begrijpen, maar ook dat wordt weer aangewend als rationele verklaring van het gebeuren.

Het is gewoon wat er gebeurde?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 30

Page 31: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

W.L: Het IS wat er gebeurde. Niet 'gewoon'... Het is curieus dat we als mensen vaak zeggen: het gebeurde 'gewoon'. Dat verkleint het gebeuren. Als het ego er niet is om betekenis en bedoeling aan een gebeuren toe te kennen, gebeurt iets 'gewoon'. Alsof het belangrijker is als het met een reden of doel gedaan wordt.De reden is de verklaring die we toekennen aan onze handelingen en is een weerspiegeling van de persoonlijkheid. Maar het wordt er altijd achteraf aan toegevoegd.

Een 'niet-zoeker' beweren te zijn Amigo 4 ging over de torenhoge ideeën die we over zelfrealisatie koesteren. Het kan bijna niet anders dan tot teleurstelling leiden. Die ideeën hebben de zoeker op pad geholpen. Hij krijgt piekervaringen en raakt daaraan verslaafd, maar diezelfde ideeën en ervaringen staan hem uiteindelijk juist in de weg.

W.L: Inderdaad, maar je hoeft ze niet uit de weg te gaan. Je kunt ze niet uit de weg gaan. We zien het vaak genoeg. Mensen worden 'waanwijze' zoekers en zeggen: 'Okee, vanaf nu ben ik geen zoeker meer.' Conceptueel hebben ze begrepen dat 'het zoeken' in de weg staat. Zonder zoeken geen zoeker. En dus besluit de zoeker geen zoeker meer te zijn. Maar dat te beweren, te wensen of te willen betekent nog niet dat het echt zo is.Het zoeken verdwijnt op dezelfde manier als het kwam: als het functioneren van bewustzijn als geheel, het kwam niet als de voortdurende handelingen van een zoeker! De zoeker eigent zich dat wat op een bepaald niveau gebeurt als zijn handelingen toe, maar als we dat telkens weer dieper onderzoeken blijkt dat er allerlei invloeden waren die ver buiten de reikwijdte van het individu lagen.

Alles wat gebeurt vindt plaats via handelingen, gedachten en gevoelens van het organisme alsof het zijn handelingen, gedachten en gevoelens waren, maar het individu is het instrument en niet de auteur! En dat is een wezenlijk verschil.

Soms wordt 'er zijn' gezien. Het is zo alledaags en zo volmaakt, maar de eerste reactie van lichaam en geest is: is dit alles? Is het zo gewoon? Het lijkt erop dat het even duurt voor het wonder van die alledaagsheid wordt ingezien.

W.L: Dat kan, het is zeker het kenmerk van de wijze. De wijze is de meeste gewone van alle mensen. Die alledaagsheid is de wereld waarin de wijze zich beweegt: onmiddellijk in het moment met wat is. In direct contact met dat. Het zogenaamd gewone is dan in feite buiten gewoon.

De traditieWe kennen het klassieke rollenspel en ambiance: mensen die komen luisteren, een podium, de leermeester, bloemen enzovoort. Tegenwoordig lijkt het erop dat leraren en wijzen meer 'geaard' zijn. Er is minder afstand en ze zijn benaderbaar, we kunnen met ze praten, ze dragen spijkerbroeken. We kunnen ze bellen, e-mailen enzovoort. Het lijkt op een verandering.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 31

Page 32: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

W.L: In de bhakti-traditie spelen die zaken nog steeds. Je hebt Ammaji en anderen die rondreizen met een groot gevolg en een organisatie - een geïdealiseerde figuur. Binnen dat gegeven kun je even contact hebben, maar het is een geïdealiseerde situatie en dat bestaat. Op het bhakti-pad is ook veel meer te doen. (lacht) Het is voor 'doeners' en voor groepsmensen. Het is socialer.Wat je zegt kan waar zijn, maar het is niet van toepassing op de advaita traditie. Advaita heeft nooit grote groepen mensen aangetrokken. Zelfs Ramana Maharshi had maar een kleine ashram en was toch zeer 'beschikbaar'. Het is een weg die niet attractief is voor de meerderheid van de spirituele zoekers, want die zijn op zoek naar iets concreets. De groepen, zoals die van Ammaji, Osho, Sai Baba hebben een ander soort aantrekkingskracht en hebben een andere kwaliteit, maar de simpele en basale advaita is mijn inziens in al die tijd niet erg veranderd.

Zijn jnana en bhakti twee aspecten van hetzelfde? Bij de jnani is er eerst het inzicht en komt uiteindelijk de overgave en bij bhakti is dat net andersom.

W.L: Dat is één manier om ernaar te kijken. Het effect van alle paden is dat ze het ego van het individu verzwakken totdat het uiteindelijke begrijpen plaatsvindt. Bij bhakti door middel van een proces van voortdurende overgave aan de goeroe. Bij jnana met behulp van het denken en voelen kijken en onderzoek doen naar de  ware aard van het 'ik'. En bij de weg van karma gaat het om egoloos handelen ofwel handelen zonder belang voor het 'ik'.In het traditionele beeld leiden al deze paden naar hetzelfde punt. Ik zie het liever als verschillende stroompjes of beekjes die bergafwaarts stromen en eenmaal beneden verdwijnen of oplossen in het woestijnzand. Het is dus meer een proces van oplossen dan dat alle paden voeren naar een bereikt punt waar ze elkaar ontmoeten.

liefde & LiefdeIk was geraakt door je gedicht 'a bespectacled banker from Bombay*', waarmee je uitdrukking geeft aan je liefde voor Ramesh Balsekar. Hoe verhoudt liefde (met een kleine l) zich tot Liefde (met een hoofdletter). Is de één uitdrukking van de ander?

W.L: Ze kunnen een relatie met elkaar hebben, maar dat is niet noodzakelijk. Alledaagse liefde kent veel kwaliteiten en aspecten. Liefde met een hoofdletter is de liefde van acceptatie. Ik denk dat hoe meer gewone liefde doordrenkt is van Liefde, hoe krachtiger en blijvend de gewone liefde is. En hoe minder er

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 32

* Who would have thoughtThat I'd fall in loveWith a bespectacled bankerFrom Bombay?

RidiculousLudicrousI must be out of my mindI'm married - A father -An international businessman –

A cynicYet here I find myselfFlitting about YouWith all the volitionOf a moth at a flameWondering...Afraid...Secretly hoping....That this 'me' will get too close

Page 33: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

sprake is van acceptatie hoe meer het doorslaat in het tegendeel. Kijk maar naar gepassioneerde liefdesrelaties; drie jaar later staan ze elkaar naar het leven of staan ze voor de rechter. Ram Tzu noemt het een zakelijk contract: jij geeft mij dit en ik geef jou dat. En zolang we ons aan die afspraak houden werkt het. Maar op het moment dat één zich niet aan de afspraak houdt, in het echt of in de verbeelding, heb je een fikse ruzie in de tent.

Het is zoiets als Liefde projecteren in liefde en dat past van geen kant?

W.L: Nee. Maar het doordringen van Liefde kan liefde wel groter maken. Liefde is niet afhankelijk, het is de Liefde voor het compleet en volledig geven: onbaatzuchtig. Als bij Liefde je maatje verliefd wordt op een ander en met die ander wil verder leven, laat je hem of haar gaan! Je wilt het allerbeste voor de ander, en niet voor jezelf. Ware Liefde is willen voor de ander, en niet voor jezelf. Als romantische liefde een uitdrukking is van de diepe wens om te geven, dan is het ware Liefde.

De rivier van het leven'Chopping wood before enlightenment and chopping wood after enlightenment'. Je bent terug op het punt waar je begon. Alles is hetzelfde, maar het kan zonder weerstand omarmd worden?

W.L: Mm… het is niet echt een omarming. Omarmen is wat de zoeker doet. De zoeker zegt: 'Het leven is heerlijk, ik bied geen weerstand, ik omarm het'. Voor de wijze is er niemand meer die zich verzet of verzoent. Er is domweg de 'rivier van het leven.'

Je bedoelt 'er zijn' en zien dat er niemand is?

W.L: Inderdaad. De reactie van de zoeker na een spirituele ervaring kan zijn: 'ik omarm het leven. Dit alles is wat ik ben. We zijn allen één...', maar dat is nog steeds afgescheidenheid: ìk ga alles belichamen en ík ben dit alles. Voor de wijze is er geen ik waarin dat belichaamd wordt. Die afgescheidenheid is volledig afwezig.

Dus na het inzicht is er nog steeds een proces om te zien dat het niet door een iemand wordt gedaan?

W.L: Nee. Er is geen proces van dat zien. Als ik dat zeg, is dat louter een verwijzing of een didactisch instrument. Het is niet het gewaarzijn van het organisme dat het zo is. Er is geen afgescheiden gewaarzijn over de aard der dingen. Die hele vraag van een relatie tot 'Het', de eenwording met 'Het' is verdwenen. Er is niets en niemand tot wie je je kunt verhouden. Voor de wijze is er na verlichting geen proces.

Maar er was een dag dat je plotseling ontdekte: het is niet mijn zien, mijn inzicht.

W.L: Ja, dat moment dat het 'mij' compleet oploste, is een historisch moment in de geschiedenis van het organisme. Wat er op dat moment gebeurde, daar kunnen

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 33

Page 34: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

we alleen maar naar wijzen. Allegorisch zou je kunnen zeggen: er was toen een realisatie, er werd toen gezien dat er geen afgescheidenheid bestaat, maar dat is eigenlijk niet juist. In dat moment loste het hele paradigma op, de hele vraag loste op. Dus het meest precieze wat je kunt zeggen is dat er niets gebeurd is! Het valse idee is verdwenen en er verandert letterlijk niets.

Advaita is geen instrument Een praktische vraag: is er ook maar iets dat toegepast kan worden?

W.L: Ik kan alleen maar zeggen, ik pas het niet toe. Als je op internet het woord advaita intypt, vind je advaita voor ouderschap, advaita voor succes enzovoort. Net zoals tien jaar geleden over zen: zen van kracht, zen van relaties enzovoort. En dáárvoor was er tao: tao van kracht, tao van liefde enzovoort. Advaita is in die zin gewoon een nieuw label om mee te spelen, een markt om iets aan de man te brengen, maar advaita is geen instrument, net zomin als alle andere esoterische leringen, zoals zen en tao...! Je moet hierbij onderscheid maken tussen voorschrijven en beschrijven. Advaita schrijft niet voor wat je moet doen, nee, het beschrijft wat er is.

Dat is helder. Maar er zijn leraren die zeggen: je kunt dit of dat doen, of je kunt het zus of zo doen...

W.L: …En men doet het ook nog! En sommigen hebben er baat bij en anderen helemaal niet...Er is dus geen methode?

W.L: (zucht) Zo simpel is het ook weer niet, want er zijn methoden en er zijn mensen die ze hanteren. Methoden, zou je kunnen zeggen, zijn ook weer instrumenten van bewustzijn zodat er dingen gebeuren door mensen die methoden toepassen. De kern van het onderricht is dat het niet het individu is die een methode volgt, het is bewustzijn die een methode volgt via het individu. Er zijn verschillende wegen waardoor er gebeurt wat er gebeurt.

Over opvoeden. Soms voel ik een noodzaak mijn kinderen hierover te vertellen, maar aan de andere kant...

W.L: Ik heb mijn kinderen verteld wat mij boeit zonder te zeggen dat zij dat ook zo zouden moeten vinden of moeten leren. En als ze interesse tonen, dan zullen ze die interesse gaan volgen. Eigenlijk op dezelfde manier als je je kinderen laat kennisnemen van muziek. Je geeft ze de gelegenheid, maar laat de keus aan hen. Mijn visie als een ouder is ze niets op te dringen omdat ík denk dat het belangrijk is. Maar er zijn ouders die dat wel doen.

Vrije wilIk heb me altijd afgevraagd waarom Alexander Smit en Ramesh Balsekar andere uitspraken deden over vrije wil en keuze, hoewel ze dezelfde leermeester (Nisargadatta Maharaj) hadden. Ramesh zegt: er is geen vrije wil, alles is bewustzijn en bewustzijn is alles wat is. Alexander zei: je hebt de keuze je te identificeren met wat er gebeurt of niet. Kun je daar iets over zeggen?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 34

Page 35: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

W.L: Wat ik kan zeggen is dat noch Alexander noch Ramesh de waarheid spraken. Beiden maken gebruik van concepten als vingerwijzing naar dezelfde onderliggende waarheid, door gebruik te maken van verschillende concepten en terminologie. Je hoeft dus niet uit te pluizen wie er nu gelijk heeft maar begrijpen dat beiden in relatie tot de ultieme waarheid verkeerd zitten, omdat de ultieme waarheid nooit en te nimmer uitgedrukt kan worden!

De schepping Tot slot: waarom is er zoiets als een schepping? Dit schijnt een onbeantwoordbare vraag te zijn, maar waarom explodeert het noumenon, de mogelijkheid, in expressie, in uitdrukking?

W.L: Het is niet onbeantwoordbaar. Het kan letterlijk op duizenden manieren beantwoord worden. En al die antwoorden zijn gebaseerd op het besef dat bewustzijn een object is dat iets doet. En vervolgens kennen we er menselijke eigenschappen aan toe.Het gaat hier om hetzelfde principe dat we gebruiken om menselijk gedrag te willen kennen, of om te begrijpen waarom kinderen een zandkasteel bouwen en het vervolgens vernietigen. Je zegt: geef me een constructie waarmee ik als volwassene kan begrijpen hoe de hele wereld in elkaar steekt. Wat is de reden voor de schepping? De mensheid heeft zich dat eeuwenlang afgevraagd. Er zijn overal ter wereld, in elke stad, in elke plaats informatiecentra te vinden waar je vaak vierentwintig uur per dag naar binnen kan gaan en dit soort vragen stellen! Die informatiecentra zijn opvallend gebouwd en hebben kruisen of zespuntige sterren op het dak. Je kunt vragen: waarom is er zoveel leed in de wereld? Als antwoord krijg je dan zoiets als: 'Je bent aan het juiste adres, mijn zoon. Het is goed dat je niet voor informatie naar de overkant bent gegaan, je zou daar het verkeerde antwoord hebben gekregen...' (gelach, gelach). 'Hier, op pagina 83, is het antwoord op je vraag en dit Boek komt niet zomaar van iemand. Wat wij je hier vertellen komt rechtstreeks van God en dit is Zijn antwoord...'Die vragen zijn beantwoord door alle grote godsdiensten. Het is niet dat er geen antwoord is, er zijn er wel duizenden antwoorden, kies er maar een die je aanstaat...

Dus er is geen reden voor dit alles, de dans, lila. God speelt met zichzelf?

W.L: Dat is een antwoord, het rationele antwoord. Iemand zoals jij, zou hier tevreden mee kunnen zijn, maar anderen niet. Waar we naar verwijzen is dat het antwoord willekeurig is. Het projecteert menselijke kenmerken in God! En God is geen object met bijbehorende eigenschappen! Als je God echt wilt zien, kijk om je heen. Alles wat je ziet, voelt, aanraakt, proeft, denkt, hoort, weet, verbeeldt en fantaseert is God!

[juni 2002, interview & vertaling: Belle Bruins & Kees Schreuders]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 35

Page 36: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Het ogenschijnlijke verschil tussen leraar en leerling De leerling beschouwt zichzelf als een leerling. Bij de leraar ligt dat anders. In de ogen van de jnani zijn zowel de leraar als de leerling dat. Tijdens de sadhana staat de leraar de leerling toe zichzelf te zien als een leerling die inzicht zoekt bij een leraar. Uiteindelijk wordt ingezien dat noch leraar noch leerling ooit hebben bestaan of ooit zullen bestaan.

een interview over leraarschap met Hans Laurentius Johan: Waaruit bleek dat je 'klaar' was om les te geven in advaita vedanta? Kwam dat door een speciale gebeurtenis?

Hans: In de tijd dat de 'herkenning' plaatsvond was ik actief als spiritueel therapeut en gaf onder meer chakrameditatie-cursussen e. d. Tijdens een van die cursussen bleek dat het onmogelijk voor me was nog over chakra's te spreken, maar er ontstond spontaan iets wat we satsang kunnen noemen. Het diende zich dus gewoon aan. Gaandeweg heb ik het energiewerk zien verdwijnen en werd ik ertoe gebracht over zelfrealisatie te gaan spreken.

J: Gebruik je een speciale discipline of oefening in je onderricht?

H: Er is geen strikte discipline. Alles vindt plaats in wat is, en iedereen brengt zelf mee wat hij of zij aan onderricht nodig heeft. Er is met andere woorden wat mij betreft geen standaardbenadering. Van oefening is derhalve ook geen sprake. Het gaat immers om de directe herkenning zelf.Waar ik de laatste tijd wel veel aandacht aan geef is wat je als krijgerschap zou kunnen omschrijven. Dat komt onder meer neer op het stoppen van energieverspilling door tegen beter weten in te handelen. Mensen hebben enorm de neiging om in allerlei situaties de kool en de geit te sparen in plaats van gevolg te geven aan datgene waarvan ze weten dat het juist is. Velen zijn, met andere woorden, behoorlijk halfslachtig en dat dient je werkelijke belangen niet. Je zou kunnen zeggen dat het leven zelf het oefenterrein is, wat is ingezien vindt daarin, in het dagelijks leven, zijn beslag. In concrete situaties merk je vanzelf wat er echt begrepen is, hoe belangrijk waarheid echt voor je is, wat werkelijk is weggevallen aan identificatie, angst of verlangen. Door eerlijk en open te kijken naar 'jezelf' in concrete situaties leer je enorm veel en voorkom je dat je in een spirituele illusie terechtkomt. Alles moet aan het licht komen, alles is satsang.

J: Vind je het belangrijk om de 'waarheid' (de helderheid van advaita vedanta) te verbreiden?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 36

Page 37: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

H: Belangrijk? Satsang geven is me overkomen zou je kunnen zeggen. Het is niet door mij uitgekozen of beslist. Mijn leven heeft deze wending genomen en ik vind het prima zo. Het is niet een kwestie van al dan niet belangrijk, het is me simpelweg niet mogelijk iets anders te doen. Ik ben een van de gevangenen van vrijheid, zal ik maar zeggen en ik voel me er prima bij. Ik doe wat Ik Ben.

J: Maak je gebruik van oude tradities of teksten van de advaita vedanta?

H: Zelden. Mensen lezen al genoeg. Het meest krachtig is de rechtstreekse interactie, het meegenomen worden door de Kracht en de levende dialoog. Uiteraard raad ik mensen wel eens aan iets te lezen, maar de meesten die komen hebben al genoeg informatie verzameld. Dat helpt vaak minder dan we willen geloven.

J: Mijn leraar Jean Klein zei eens: 'There is no teacher, and there is no one to teach'. Ben je het daarmee eens? Een andere uitspraak van Jean Klein is: de goeroe staat de leerling toe om hem (de leraar) te zien als een leraar van vlees en bloed, 'the outer guru', zolang de leerling dat nodig heeft. Op het moment dat de leerling zijn eigen 'inner guru' heeft ont-dekt, kan de leerling alleen verder. Mee eens?

H: Natuurlijk is er strikt genomen geen sprake van leerling of leraar, maar dat kan pas naar waarheid gezegd worden als realisatie er is. Omdat de zoeker zich als persoon ziet, ziet hij de leraar ook als zodanig en dat wordt inderdaad geaccepteerd door de zogenaamde leraar. Maar in werkelijkheid is alles DAT. Verder is iedereen leraar en leerling tegelijk en geen van beide.Desondanks is de tweede uitspraak wel mooi, hoewel wat romantisch. De dingen gaan nu eenmaal zo. Leerlingschap is een hulpmiddel, de goeroe is een soort kruk die je denkt nodig te hebben, omdat je ervan overtuigd bent niet op eigen benen te kunnen staan. Zodra je hebt ontdekt dat je prima lopen kunt heb je hem als kruk niet meer nodig. Misschien loop je nog een tijdje met hem op, maar strikt genomen kan, wanneer de realisatie een feit is, de verhouding beëindigd worden. Wat echter ook vaak gebeurt, is dat de 'relatie' op een ander niveau verder gaat. Eigenlijk een kwestie van vriendschap die overblijft. In samenzijn valt veel te leren en te ontdekken; sommigen ontwaken en vinden het prima zo, voor een ander gaat het pad een andere kant op.

J: Als de leerling twijfelt over zijn eigen inzicht, (zoals: ik heb 'het' gezien, maar heb ik het nou e c h t gezien?)  Bevestig je hem dan in het inzicht?

H: Zolang er twijfel is, is het nog niet genoeg doorgedrongen. Het hangt dan heel erg af van de situatie en het individu wat het meest handig is. Dus komt het voor dat er een bevestiging komt, maar evenzeer dat juist de twijfel wordt aangewakkerd, zodat hij of zij er zelf achter komt dat de twijfel illusie is. Het zelf ontdekken verdient de voorkeur.

J: Is een levende leraar wel nodig voor een leerling om tot inzicht te komen?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 37

Page 38: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

H: In essentie niet, maar in de praktijk blijkt dat de meesten niet zonder kunnen. Het gevaar zonder gids op pad te gaan is dat je verdwaalt. Het ik is razend inventief en het vermogen van mensen om zichzelf voor de gek te houden is bijna tot kunst verheven. Zelfs met een leraar is het al lastig. Uiteindelijk echter hebben we allemaal leraren. Iedereen die je tegenkomt, elke situatie in je leven is Goeroe. Dat in te zien is iets wat razend belangrijk is wat mij betreft. Bij velen wordt dit pas echt gezien na enige tijd van naar satsang gaan. Dan zie je vaak twee gelijktijdige bewegingen. De eerste is dus dat ze inzien dat het onderricht niet beperkt blijft tot de satsangs en ten tweede dat de band met de leraar sterker wordt, waardoor er meer Kracht kan overvloeien om het zo te zeggen. Er zijn dus vele niveaus van verbinding met waarheid, het onderricht en de leraar; dat evolueert als het goed is.

J: Hoe weet je als leraar dat de leerling bij jou op de juiste plek is? En hoe weet de leerling dat hij bij de juiste leerling is?

H: Wat bij me hoort blijft, wat niet bij me hoort gaat. Dus in het grootste deel van de gevallen bemoei ik me daar niet zo mee. Wanneer iemand leerling wil worden, laat ik de leerling in spé wel goed uitzoeken wat zijn motieven zijn. In het begin wilde ik helemaal geen leerlingen, maar ontdekte dat velen het instrument van leerlingschap nodig hebben. Toen zei ik een tijdlang tegen iedereen die erom vroeg: 'Okee.' Dat is nu anders. Het moet kloppen, er moet een soort wederzijdse 'klik' zijn of ontstaan. Vaak is dat direct duidelijk. Soms weet ik dat de kans bestaat dat die klik komt, of overtuigt het bestaan me toch iemand te accepteren terwijl de 'klik' er nog niet of nog niet helemaal is. Gaandeweg echter kan altijd nog blijken dat het verandert. Dus komt het ook voor dat ik er een eind aan maak of dat het op andere wijze stopt. Of natuurlijk dat iemand leerling van een zogenaamde andere leraar wil worden. En dat is ook okee. Het gaat immers om waarheid en de mogelijkheid voor de leerling. Het gaat in dit verband natuurlijk nooit om de leraar. Dat zou al te zot zijn, nietwaar?

J: Als een van je leerlingen tot inzicht is gekomen, spoor je hem dan aan om ook te gaan praten?

H: Niet per definitie. Wakker zijn is nog iets anders dan leraar zijn. Daar zijn bepaalde vaardigheden of kwaliteiten voor nodig die niet iedereen heeft en die ook niet automatisch verschijnen bij het ontwaken. Maar bij een aantal heb ik gezien dat die kwaliteiten er wel degelijk zitten, dus die moedig ik aan. In mijn geval waren zulke mensen Vivian, Jan van Rossum, Leen & Wilja Kuiper, ook Ard Luymes heb ik aangemoedigd zijn  mond open te doen. Jan bijvoorbeeld kwam er zelf mee, hij kon de energie gewoon niet meer tegenhouden en zei: 'Ik moet erover gaan praten, kan het niet meer stoppen, wat vind je daarvan?' Het verbaasde me niets en ik zei dus dat hij wat mij betreft er klaar voor was.Overigens komt het ook voor dat mensen wel willen, maar dat ik zie dat het helemaal niet aan de orde is. Dat vinden ze meestal niet zo leuk, maar ik zeg alleen 'spreek' als ik ervan overtuigd ben dat het helemaal klopt. Er moet goed gezien worden of het puur de Kracht zelf is die je ertoe brengt of dat het een move is van het ik, die gezien wil worden of zo. Enige weerstand tegen het tot uitdrukking gaan brengen van wat gerealiseerd is, is in het algemeen wel een gunstig teken.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 38

Page 39: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Toen men mij begon te beschuldigen van verlichting, heb me ook met hand en tand verzet en getracht het te ontkennen, net zolang tot die idioterie van het ontkennen van wat is, me helemaal en voor 100% duidelijk was. In het begin vond Hansje het een ramp, niet zozeer het spreken over realisatie, maar het inzien dat de boel nog helemaal niet geïntegreerd was. Het hele eerste jaar was alleen maar teaching voor mij. Voorzover anderen er iets aan gehad hebben is dat mooi meegenomen. Ik was nogal hardleers en heb in die zin dus heel wat satsangs moeten meemaken voor de boel een beetje was doorgewerkt. Dat zeg ik dus ook meestal tegen mensen die 'ertoe uitgenodigd worden': besef dat je er zit om te leren en als anderen er baat bij hebben is dat een leuke extra. Kortom, ga nooit de goeroe uithangen, de goeroe is strikt genomen een totaal onpersoonlijke Kracht, gepresenteerd met de individuele kleurtjes van de vertegenwoordiger in kwestie. Laat je dus niet te veel afleiden door de kleurtjes, ga maar liever voor waarheid zelf.

[Johan van der Kooij en Hans Laurentius]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 39

Page 40: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Het leven is de enige leermeester'Zoals Het Is' is de Nederlandse vertaling van de 'Dialogen' in de Engelse uitgave 'As It Is' en verschijnt voorjaar 2003 bij de nieuwe uitgeverij Samsara.

Vraag: Er zijn verlichte meesters geweest met veel charisma die ook magie toepasten, zoals voorwerpen laten verschijnen en dergelijke.

Mensen hadden het over zeer sterke, fysieke, emotionele en mentale ervaringen, niet alleen in de aanwezigheid van de meester, maar ook duizenden mijlen bij hem vandaan. Waar gaat dat allemaal over?

Tony Parsons: Dat gaat over iemand die heel veel charisma heeft en voorwerpen kan laten verdwijnen, ofwel magie. Het heeft niet meer gewicht dan al die andere dingen die relevant zijn binnen het levenswiel. Onlangs vertelde iemand me dat ze in de ogen van een zogenoemd meester keek en ze gedurende een moment verdween. Maar als het iets zou betekenen, waarom stelde ze dan nog vragen? Niets dat in samenhang met deze verschijnselen gebeurt, is van enige betekenis of

meer bevrijdend dan het verkopen van hamburgers op de markt. Het wordt pas een probleem wanneer mensen geloven dat dit soort gebeurtenissen op de een of andere manier een bewijs zijn van persoonlijke verlichting - ze gaan die mensen dan ook nog aanbidden en dan is er een scheuring. Ze zien die ogenschijnlijk schitterende mensen en ogenblikkelijk geloven ze dat ze zo'n niveau van belangrijkheid nimmer kunnen bereiken. Het is een andere manier om het ontwaken te vermijden. Uiteraard is het wederom de oneindige uitdrukking die deze ervaring wenst te hebben, maar dat geldt ook voor mijn antwoord op deze vraag en het feit dat je hier zit en dat hoort. [...]

[...] Waar we het hier vandaag over hebben, is het alledaagse en de ongelooflijk adembenemende pracht van het alledaagse. Dat is immer en altijd eenvoudig, schijnbaar onopvallend, en toch gaan we eraan voorbij op zoek naar magie. Onmiddellijk, hier, is het zien van wat we zijn. Als er een behoefte leeft in mensen om magie te zien, zullen er altijd magiërs zijn om aan die behoefte te voldoen, maar niets van dat alles heeft ook maar iets te maken met ontwaken. [...]

[...] Waar zoeken wij eigenlijk naar in een leraar?

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 40

Page 41: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Iemand die je absoluut niets geeft en je hulpeloos achterlaat. Dan kan het zijn dat je achterblijft met wat is. Als ze tegen je zeggen dat je iets kunt doen of dat je je op een bepaalde manier moet gedragen om tot ontwaken te komen, voeden ze je eigen weerstand.

Wat bedoel je daarmee?

We hebben allemaal een diep verlangen en een diepe angst om te ontdekken wie we zijn, en het denken verzint van alles om die ontdekking te vermijden. De meest doeltreffende manier om maar niet wakker te hoeven worden is ernaar zoeken. Zodra je begint je open te stellen voor de revolutionaire mogelijkheid waar hier over gesproken wordt, voelt het denken dat als een bedreiging. Ik merk dat bij sommige mensen een tijdlang hun grootste angsten bovenkomen en ze willen het liefst wegrennen of iets proberen te doen om maar niet overweldigd te worden door die angsten. Dat kan een cruciale periode zijn en er worden dikwijls ontsnappingswegen gezocht.

Sommige mensen die dit bericht horen, gaan op een gegeven moment een leraar zoeken die hen iets lijkt te bieden - een proces of een manier van leven, zoals het denken overstijgen, het ego verslaan, eerlijk zijn, kuisheid betrachten en dergelijke. Anderen zullen sterk aangetrokken worden door mensen die aanbieden een handje te helpen bij iets wat ze verlichting noemen. Over het algemeen suggereren die leraren dat ze op de een of andere manier bijzonder uniek zijn en dikwijls handelen ze op een manier die afhankelijkheid oproept in de volgeling. Al dat verpersoonlijkte onderricht heeft niets te maken met ontwaken. Het denken wordt er echter een tijdlang enorm door geïntrigeerd en tevredengesteld. [...]

[...] Is een leermeester eigenlijk nodig?

Het leven is de enige leermeester. Alles wat er tot nu toe met je is gebeurd, is je onderricht en precies wat je nodig hebt om te ontwaken. Op dit moment is dat hier in deze kamer zitten en deze woorden horen en zo mogelijk toelaten dat ze diep in je doordringen. Het is het zaad dat is uitgezaaid en op vruchtbare of onvruchtbare grond valt. Je bent klaar om te horen wanneer je klaar bent om te horen. Je hebt niets nodig behalve dat wat je hebt. Is dat niet schitterend? Maak je dus niet druk over wat je wel of niet nodig hebt. Alles ligt klaar. Laat het zijn gang gaan en rust in wat is, en je zult zeker het beminde ontmoeten en je ware natuur herontdekken. [...]

[...] Hoe kun je een echt of een waarachtig leraar herkennen?

Dat kun je niet. Wel kun je tot de conclusie komen dat er niet zoiets bestaat als waarheid - er is alleen maar wat is, zoals het hier nu is. Wie je onderweg ook mag ontmoeten, zo moet het zijn. Als je bij iemand bent die een groot leermeester lijkt te zijn maar spreekt vanuit onwetendheid, is dat de oneindige uitdrukking. Als je naar iemand luistert die ontwaakt is en vanuit die helderheid spreekt, is ook dat de oneindige uitdrukking; er is echter geen garantie dat jij daar oor voor hebt. Sommige mensen voelen de behoefte bij iemand te zijn die zeer speciaal, magisch en belangrijk lijkt. Ik zou zeggen, zoek een leraar die je niets biedt, geen hoop, geen methodiek, geen persoonlijk aanbod om je daar naar toe te brengen, want er is uiteraard nergens heen te gaan. Zoek iemand die al je geloofssystemen van

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 41

Page 42: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

tafel veegt, en die je altijd weer teruggooit in wat is, hier nu. Elk onderricht dat je adviseert serieus of eerlijk te zijn of je te louteren door een of ander proces, is domweg niet relevant. Ik ken mensen die bij zeer krachtige oosterse leermeesters zijn geweest en die veel zogenaamde spirituele ervaringen hebben gehad. Die mensen hebben grote moeite om het idee dat het goddelijke in het alledaagse is te accepteren en ermee te leven. Ze zoeken nog steeds de opwinding van die zogenaamde spirituele ervaringen en schenken heel weinig aandacht aan het idee dat één enkele voetstap een wonderbaarlijke ervaring zou kunnen zijn. Het gevolg daarvan is dat die mensen zich enigszins verloren voelen in de gewone wereld en nog steeds overal op zoek zijn naar het buitengewone.

Maar verlichting is toch iets buitengewoons?

Nee, helemaal niet, daar gaat het nu juist om. Verlichting is onze natuurlijke en alledaagse manier van zijn. Als je het vergelijkt met het gevoel van afgescheidenheid is ontwaken iets heel bijzonders. Het gevoel van vervreemding is opeens verdwenen. Er is niet opeens iets drastisch veranderd in je leven behalve dat je alles op een andere manier waarneemt. [...]

[...] Wat is de zoeker/leraar-relatie?

Nogmaals, die is er niet. Er is geen relatie in het ontwaken, want relatie houdt in twee die los van elkaar zijn en een of andere overeenkomst hebben om samen te zijn. Als de zogenaamde leraar geen verstrengeling meer heeft met afgescheidenheid en de illusie van het ik voorbij is, wat valt er dan te relateren? Wat door de zoeker in die vorm gezien wordt is een vrijheid, een ruimtelijkheid, een viering die resoneert. Dat is niets anders dan een herkenning van wat de zoeker al is. Jij bent het licht; rust daarin en vier je natuurlijke geboorterecht. [...]

[...] In hoeverre heeft je leraar je bijgestaan?

Ik heb nooit een leraar gehad of iemand als een leermeester beschouwd. Als kind wist ik dat het leven de leraar moest zijn. Ik geef de voorkeur aan het woord 'uitnodiging'. Dat werd bevestigd toen ik door het park liep. [...]

[Tony Parsons, vertaling & selectie: Belle Bruins]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 42

Page 43: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

De directheid van verlichting en activiteiten op het spirituele pad Mensen vragen soms waarom ik yoga en meditatieles geef, waarom ik mensen vaak op het mentale vlak aanspreek. Welnu, dat zal ik nog eens uitleggen. Verlichting is een bevrijding van beperkingen op alle niveaus van het menselijk bestaan: fysiek, energetisch, gevoelsmatig, mentaal en bovenmentaal. Als dat heeft plaatsgevonden is er op al deze niveaus kennis van de processen, die blijven doorgaan zolang er leven is. Die

kennis houdt in een doorzien van de betrekkelijke aard van de processen, de vormen, de namen. Ze zijn betrekkelijk ten opzichte van Dat wat niet-betrekkelijk is en wat daarom 'absoluut' genoemd wordt: de totale openheid zonder beperkingen als de meest eigen ruimte van zelf-zijn.

Verlichting is de overgave van beperkte vormen van zelf-zijn aan deze totale openheid, alles wat je van jezelf vasthield Daar in laten verzinken, het herkennen van die oneindige sfeer als het meest eigene, het inzicht, dat is het wegvallen

van onzekerheid en twijfel, in deze waarheid. Dat is een direct, onmiddellijk gebeuren, waarbij tijd en ruimte wegvallen. Op twee manieren komt de relevantie van yoga, meditatie en filosofie naar voren.

Wanneer er een situatie is waarin van een leraar en leerling wordt gesproken, is er blijkbaar een dualiteit. Dat is het uitgangspunt. De leerling wil iets bereiken en ziet iemand anders als leraar. De leraar zegt, dat er niets valt te bereiken, omdat het Ene altijd al aanwezig is, dat de leerling niets anders kan doen dan zich zo open mogelijk op te stellen en zich te ontspannen. Maar, als nu de geest te onrustig is, als er een verkrampte lichamelijk-gevoelsmatige situatie is, die de leerling niet herkent, dan is het nuttig om daaraan iets te gaan doen. Daaraan kun je iets doen, al was het maar eens rustig te gaan zitten en op de gewaarwordingen van je lichaam te letten, zoals in de hathayoga. Energetisch kunnen veel zware brokstukken oplossen, bij een geschikte vorm van pranayama. Als iemand veel denkproblemen heeft – en dat zijn er in onze samenleving heel wat – blijkt het denken door te draaien, totdat het aan zijn grens komt. Deze beweging wordt in de filosofie gemaakt, waarbij er een verstandelijke helderheid ontstaat over het eigen denken en over de structuur van de advaita-benadering. Zo moet de waarheid van advaita ook overdacht worden. Niet te lang, want dan zal zij ook moeten groeien tot een eigen inzicht over wat betrekkelijk is en wat daaraan voorbijgaat, over wat men is en niet is. Hiervoor is een rustige en heldere geest noodzakelijk. Nisargadatta Maharaj stuurde soms mensen naar een meditatiecentrum als er teveel onrust was. 'Kom volgend jaar maar eens terug,' zei hij dan. Het kan nuttig zijn 'voorwerk' te verrichten, zodat de situatie stiller en opener wordt. Daardoor wordt de kans van een werkelijke doorbraak groter.

Ook als de levende herkenning van de meest eigen aard is doorgebroken, is de 'terugkeer' naar de diverse niveaus van menselijk functioneren vaak nodig. Deze

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 43

Page 44: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

is blijkbaar nodig, voorzover nog niet op alle niveaus alles doorzichtig en vrij is geworden. Bij Nisargadatta Maharaj werden we door alle sferen naar de grens en daaroverheen gejaagd. Als de wereld en het wereldse leven weer terugkeren, blijkt er nog een proces te zijn waarin de bevrijdende doorbraak zich hierin gaat uitwerken. Dat is bij velen te zien en velen ervaren dat ook zo. In dat kader is het nuttig nog eens heel precies te gaan kijken naar het lichaam, naar de energetische, de gevoelsmatige en mentale processen. Als dat wordt gedaan vanuit het grote bewust-zijn, komen alle donkere resten aan het licht en lossen op in deze ruimte.

In de praktijk is er meestal een mengvorm van beide situaties. Er is een zekere kennis, maar niet alles is helder. Dan kan yoga, pranayama, meditatie en filosofie behulpzaam zijn, als zij uitgaan van die kennis die er is. Dat is het 'hoogste besef'. Dat blijft het centrum, van waaruit al het andere in een juist perspectief komt te staan, namelijk als betrekkelijk. Het op deze wijze laten oplossen van moeilijkheden op allerlei vlak helpt dan om de ruimte van die kennis zich te laten uitbreiden. Dat gaat tot een grensgebied, waarin alleen maar op een open wijze kan worden gewacht op de beslissende vloedgolf van totale openheid.

Die vloedgolf heeft niets met activiteiten en condities te maken. Wel speelt de 'leraar' daarbij een grote rol, niet als de persoon die men van buitenaf waarneemt, maar als ongeconditioneerde totale openheid zelf. Zo kan direct, zonder middelen, totale openheid zich manifesteren.

[Douwe Tiemersma]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 44

Page 45: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Leraar zijn is verschrikkelijk

Er is in deze hele wereld werkelijk geen mens te vinden die zich bij zijn volle verstandelijke vermogens als leraar op zal werpen. Je zou wel gek zijn: rijen mensen die je aangapen alsof je van een andere planeet komt. Al je woorden worden op een weegschaaltje gewogen. Er worden allerlei beelden op je geprojecteerd. Het is niet voor niets dat een heleboel advaitaleraren tegen wil en dank leraar zijn geworden.

Ik hoor vaak verbaasde reacties als ik vertel dat in mijn kennissenkring niemand in advaita geïnteresseerd is. Ik zelf vind dat volkomen normaal. Het zou een vreemde zaak zijn als ik iedereen in mijn onmiddellijke omgeving zou willen overtuigen van het feit dat ze Bewustzijn zijn. Waarom zou je iemand daarmee lastig vallen? Ongevraagd advies, daarvan is niemand gediend. Het is in de traditie van de advaita vedanta een goed gebruik dat er uitsluitend onderricht verleend wordt op uitdrukkelijk verzoek van de leerling.

Daarom zal een echte leraar zich nooit aan je opdringen om jou te vertellen hoe het zit. Je moet naar hem toe. Hij nodigt je niet uit en zal niet proberen om je te overtuigen. Maar, en daar komen we tot de kern, je kunt niet zonder goeroe als je wilt weten wie of wat je bent. Er zijn genoeg mensen die beweren dat je geen goeroe nodig hebt, maar daar gaat het niet om. Een goeroe kan je zelfonderzoek in een stroomversnelling doen belanden. Misschien had je het zonder hem of haar ook wel gered, maar waarom zou je er langer over doen dan nodig is? Ze zijn er, dus maak er dan ook gebruik van!

In het begin denk je dat je naar iemand 'anders' toe gaat, die jou vertelt hoe het zit. Hoe meer je gaat zien hoe de zaken in elkaar steken, hoe meer je ontdekt dat ook die leraar in Jou verschijnt. De grenzen tussen leraar en leerling verdwijnen dan, of beter: je ziet dat ze nooit werkelijk waren. De grote vraag lijkt altijd: "Heb ik een goeroe nodig, of niet?" Bijna niemand blijkt bereid te zijn om te onderzoeken wie die 'ik' is die wel of niet iemand nodig heeft. "Ik heb iemand nodig, ik heb niemand nodig". Wie is die ik? En heeft die wel iets te willen of iets niet te willen? Of nodig te hebben?

Ga op reis. Ga op zoek naar een leraar. Doe je niet slimmer voor dan je bent. Ga niet van tevoren zeggen dat een leraar niet nodig is of onzin is. Je kunt dat wel roepen, maar zeker weten doe je het niet. Als je het zeker zou weten, zou je het niet roepen. Je roept ook niet de hele tijd dat de zee nat is, de hemel blauw en het gras groen. Op dat punt hoef je namelijk niet overtuigd te worden. Als je dus twijfelt over wel of geen leraar, dan is het duidelijk: wel een leraar.

[Jan Koehoorn]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 45

Page 46: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Leraarschap in deze tijdeen persoonlijke visieSpiritueel leraar zijn in deze tijd is geen sinecure, maar wel makkelijker dan het vroeger was.  Enerzijds vanwege een toenemend aantal zoekenden die voor het uitdragen van 'waarheid en liefde'  ontvankelijk zijn en anderzijds omdat de leraar dichter bij de mensen is komen te staan.  Feit is echter dat er nog steeds heel veel mensen verstrikt raken in de belangen die ze in de wereld hebben. Dit zou potentiële spirituele leraren ertoe moeten bewegen hun taak op zich te nemen.

Er valt echt veel werk te doen, want de kennis omtrent ons ware Zelf is nog lang geen gemeengoed. 

Hoewel een toenemend aantal hedendaagse leraren veel mensen trekt, is de tijd van de grote wegbereiders en voortrekkers zoals Krishnamurti, Osho en anderen wel voorbij. Nu, in kleine kring en op de eigen woon- en werkplek zullen we bewust moeten worden van het feit dat alle voorwaarden

om tot 'verlichting' te kunnen komen in alle facetten van het leven reeds aanwezig zijn. En dat dit inzicht niet beperkt moet blijven tot jezelf.

Het is daarom ook juist handig en voorbeeld scheppend om als leraar een partner en kinderen te hebben, de afwas en boodschappen te doen, het huis te poetsen en andere aardse aangelegenheden te onderhouden. Zo kan een referentiekader geschapen worden waarin mensen zichzelf kunnen herkennen. Geen heilige meer ergens ver weg hoog op een berg, maar gewoon een toegankelijke leraar dichtbij midden in de maatschappij. En hoe meer die beschikbaar is in de eigen omgeving, hoe beter het is.

Hoe je nu spiritueel leraar wordt is een vraag van een andere orde. Ik zelf ben erin gerold omdat iets wat groter was dan mijzelf zich aan mij opdrong. Weliswaar was ik tweeënhalf jaar lang leerling van Hans Laurentius, maar de drive om ook leraar te spelen kwam ergens anders vandaan. Leraarschap is in mijn ogen een rol die je, als je die eenmaal aanvaard hebt, zo goed mogelijk moet zien te vervullen.

Als potentieel leraar was ik er destijds al van doordrongen dat ik weliswaar in deze wereld ben, maar niet van deze wereld. Dat is een oerweten dat intrinsiek gekend wordt ook al ben je je er niet altijd van bewust. Daarin lag dus mijn vrijheid die is en niet gevonden kan worden, noch in het materiële, noch in het spirituele.

Wat ik voorts in mijn eigen aard altijd weerspiegeld zag, was het op orde brengen van mijn eigen leven. Tegelijkertijd zag ik ook hoe anderen hiermee omgingen en waarmee ze de mist in gingen. Inzicht in jezelf geeft wonderlijk genoeg ook inzicht in anderen.  Een en ander drukte zich hoe dan ook uit in een bepaalde levensstijl en leraarschap is daar uiteindelijk de verzilvering daarvan. Het was en is het gaan voor 'waarheid', ongeacht wat de uitkomst en de consequenties ervan mogen zijn.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 46

Page 47: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Dit betekende dus helemaal niet dat er geen fouten of misstappen begaan mochten worden, maar dat iedere beweging en identificatie die mij uit mijn middelpunt haalde bewust gadegeslagen werd. Op die manier werd ik iedere seconde in mijn eigen middelpunt gecenterd dat uiteindelijk leidde tot 'bewoning' van dat middelpunt  waar of in welke toestand ik mij ook bevond.

Mijn leraarschap kreeg smoel in het geven van satsangs waarmee ik in september 2001 startte. Deze oude traditie bleek uitermate geschikt voor het overbrengen van dat waarover ik zo graag wilde spreken. Je gerealiseerd weten is een ding, dat ook kunnen uitdragen vraagt  andere competenties dan alleen maar het vertellen van de waarheid. Weten hoe te zeggen en weten waar de ander zit blijkt een factor X te zijn die zich geheel buiten mijn persoon om manifesteert.

Satsang begint daarom altijd met stilte waardoor inductief die energie gekanaliseerd wordt die er voor zorgt hoe en wat er gebeuren moet. Hetzij door humor, hetzij door ernst dan wel vrolijkheid of speelsheid, het zijn allemaal instrumenten die de leraar tot dienst zijn omwille van dat wat er begrepen en gerealiseerd kan worden. Dit klinkt misschien mysterieus maar is het niet. Horen we onszelf ook niet vaak een 'goed gesprek' voeren dat helemaal vanzelf gaat en waarin je helemaal niet naar de juiste woorden of de juiste toon hoeft te zoeken? Zo ook in satsang waar alleen het onderwerp van gesprek verschilt.

Vanuit deze stilte komt er vervolgens een verhaal op gang.  Hierin 'ingeplugd' blijvend beweegt de energie zich soms abrupt, soms geleidelijk naar bepaalde  personen waarna een meer specifiek en individueel getint gesprek zich ontrolt dat gericht is op  het aan de orde stellen van een bepaald probleem waarmee geworsteld wordt. Door de aanwezigheid van deze energie wordt het probleem alsmede degene die het probleem heeft tot een ander zijnsniveau 'opgetild'. Dan wordt het probleem meestal snel doorzien en gezien voor wat het is.

Leerling en  leraar vormen in een actief gebeuren als satsang een geheel, want zonder leerling is er geen leraar en omgekeerd. Het is betrokkenheid bij de zaak die beiden met elkaar verbindt zolang het passend is in de gegeven omstandigheden. Ook de leraar heeft nog veel bij zichzelf te ontdekken en moet zich voortdurend rekenschap geven van zijn queeste.

Toch is het reëel na verloop van tijd, als inzicht en helderheid met name bij de leerling toenemen, de rol van de leraar enigszins te relativeren. Beiden worden immers steeds meer aan elkaar 'gelijk'. Dan is het, nu vooral voor de leraar, tijd om afstand van de leraarsrol te doen, zodat er een nieuwe situatie kan ontstaan waarin beiden elkaar op een ander zijnsniveau kunnen ontmoeten, b.v. in vriendschap.

Zo gebeurde het ook bij mijn leraar.

Natuurlijk zijn er ook nog veel andere aspecten die aan het leraarschap kleven interessant, b.v. hoe de leraar met leerlingen om moet gaan. Afwisselend is er strengheid geboden, dan weer toegevendheid, stimulering of terughoudendheid etc. etc. Dit is volledig afhankelijk van de gegeven omstandigheden waarin zowel de leraar als de leerling zich bevinden. Soms is het echt nodig leerlingen het bos in te sturen om 'iets' te laten doorbreken, een andere keer is het wenselijk de

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 47

Page 48: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

leerling dichtbij je te houden en deze 'koesterend' te omringen. Regels kunnen niet gegeven worden.

Daarnaast zit je met de beperking dat niet iedere locatie geschikt is om 'Het' over te dragen. Nergens staat b.v. vermeld dat je in een zaaltje op een bank moet gaan zitten. Persoonlijk gezien vertel ik het hele verhaal liever in de kroeg met een goed gevulde pint bier, ware het niet dat een dergelijke omgeving afleidend is.

Bovendien denken veel mensen, die zich spiritueel noemen nog in termen van hoog en laag en zie ik mij genoodzaakt mijzelf alsnog op de bank te hijsen.

Feit is in elk geval dat er vele wegen naar Rome leiden en dat ieder lichtend voorbeeld aan wie mensen zich kunnen spiegelen eigenlijk al leraar is zonder dat hij dat van zichzelf in de gaten heeft. Die mag wat mij betreft naar voren treden.

Spiritueel leraarschap is uiteindelijk een combinatie van inzicht, inzet, overgave, didactische know-how en een groot relativeringsvermogen. Het is, anders gezegd, een bewust hanteren van intentie en een daad van onberispelijkheid tegen de achtergrond van niet-weten waartegen volmondig 'ja' gezegd moet worden.

[Jan van Rossum, oktober 2002]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 48

Page 49: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Een smeltende ijsschotsEen gesprek per e-mail met Jan Kersschot uit België (schrijver van de boeken 'Coming Home' en 'Eén Zijn') over leraarschap.

Amigo: Welke rol hebben leraren op jouw pad gespeeld en wat is het belang van een leraar voor de zoeker?

Jan Kersschot: Ik heb vele leraren gehad op het schijnbare pad en elk van hen heeft me iets bijgeleerd. De meesten onder hen heb ik vermeld in het boek 'Coming Home'; je leest er meer over in de interviews die ik met hen had. De echte spirituele leraren hebben me in feite een aantal dingen afgeleerd. Stap voor stap geraak je dan een aantal overtuigingen kwijt tot je merkt dat er niets meer overblijft, ook niet de zoeker die hoopte ooit verlicht te worden. Tot je ziet dat de heldere tegenwoordigheid die je bent nooit weggeweest is.Tony Parsons was mijn uiteindelijke leraar en ik vraag me af in welke mate het noodzakelijk is om een levende leraar te hebben. Ik denk dat het voor iedereen verschillend is. Voor mij was de directe confrontatie met Tony heel belangrijk. Reeds de eerste keer dat ik hem ontmoette in Hampstead (Londen) was er een direct inzicht toen hij zei: 'This is It'. Die drie woorden waren voldoende om alle vragen op te lossen –– ogenblikkelijk. Ook de vele gesprekken die we gehad hebben, de tijd die we samen hebben doorgebracht, zijn (achteraf bekeken) allemaal essentieel geweest om allerhande spelletjes van het ego te doorzien.

Toch wil ik hier onmiddellijk aan toevoegen dat zo'n getuigenis van mijnentwege de lezer de indruk kan geven dat er inderdaad een proces is van 'niet verlicht' naar 'een beetje verlicht' tot uiteindelijk 'volledig verlicht'. Zo'n geloof in een progressief pad is heel populair, maar is volgens mij volledig in tegenspraak met wat echte bevrijding werkelijk is. Het geloof in een spiritueel pad dat leidt naar de top van de berg stoelt namelijk op twee fundamentele misvattingen:1. het belang dat je hecht aan het persoonlijke (hoe kan ik Het bereiken?)2. het geloof dat je nog koestert in het fenomeen tijd: de hoop op een betere toekomst  (wanneer zal ik Het bereiken?)Zolang je niet begrepen hebt dat ware bevrijding onpersoonlijk en tijdloos is, ben je als de ezel die zichzelf een wortel voorhoudt. Ware bevrijding is onpersoonlijk, en Dat kun je dus niet naar je toetrekken. Ik - als Jan - kan nooit 'Dat' voor mezelf opeisen. Bovendien is 'Het' tijdloos (niet 'hier en nu' maar buiten tijd en ruimte) en Dat kan dus nooit in de toekomst geprojecteerd worden. Als je dat toch doet, maak je jezelf maar wat wijs (en eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen dat met jezelf iets wijs maken ook niets verkeerd is!).

Toch wil ik stellen dat het éne niet een of andere ideaaltoestand is, al dan niet in de toekomst. En in feite kun je dit alles ook in boeken lezen. Maar misschien lees je alleen maar wat je wil lezen. En blijf je zitten met een aantal misvattingen. Dat

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 49

Page 50: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

merk ik ook bij mensen die mijn boeken hebben gelezen. Dat ze er toch in slagen om een aantal dingen niet te zien.Een ware spirituele leraar zal de zoeker steeds opnieuw op deze misverstanden wijzen. Totdat alle spirituele ambities wegsmelten. En ik ben ervan overtuigd dat een directe confrontatie met iemand die hieromtrent helder en direct is, heel inspirerend kan zijn.

Je hebt het over 'echte spirituele leraren'; dit impliceert dat er ook 'minder echte leraren' zijn. Wat is daarin het onderscheid? Is dat het verschil tussen het zogenaamde 'progressieve' pad ('step by step') en het 'directe' pad?

Ja, nu komen we natuurlijk terecht in een paradox. Als je mijn boek aandachtig leest, zul je vrij snel zien dat ik mezelf meermaals tegenspreek. Dat is echt onvermijdelijk. Communicatie via woorden is per definitie dualistisch: woorden splitsen de eenheid in stukken; ze geven een naam aan dingen en wij schrijven aan die naam een werkelijkheid toe. Maar dat gaat niet op als we praten over eenheid. 'Eén zijn', 'bevrijding' of 'non-dualisme' zijn immers zelf allemaal concepten.Om terug te komen bij jouw vraag: er zijn natuurlijk geen 'echte' versus 'onechte' of 'minder echte' leraren. En ik voel bij mezelf niet de minste neiging meer om kritiek te leveren op zogenaamde leraren van het progressieve pad (dat deed ik vroeger trouwens wel). De echte leraar waar ik naar verwijs is als persoon zo weinig mogelijk aanwezig, en is op die manier een spiegel voor de leerling die in feite ook leeg is. En in die 'leegte' zijn beiden een. Dan is er geen onderscheid meer tussen leerling en leraar, tussen dit en dat, tussen 'bevrijd' en 'niet bevrijd'. Daarom zeg ik ook: 'er is niemand thuis' [de Engelstalige versie van 'Eén Zijn' zal trouwens 'Nobody Home' als titel hebben].

In mijn boek 'Eén Zijn' geef ik dan de leegte de naam bewustzijn, maar ook dat is maar een etiket. Het onbeperkte bewustzijn is onbeschrijfbaar, onbereikbaar. En kan dus nooit in een ideale toestand in de toekomst geprojecteerd worden. En 'Het' kan ook nooit in een leraar geprojecteerd worden, hoe bijzonder of inspirerend hij of zij ook mag zijn. Vandaar dat ik altijd direct zal ontkennen dat ik Het gevonden heb. Ik stel mij niet op als een leraar, als iemand die in satsang anderen probeert hun hart te openen voor Dat. Ik laat ook niet doorschemeren dat ik Het kan doorgeven aan anderen. Waar zijn trouwens die anderen? Het enige wat ik kan doen is een aantal misvattingen ontmaskeren. Dat wat er is, is voor mij voldoende en ik hoef niemand ergens naar toe te brengen. Voor mij is 'Het' overal. Ook bij mensen die zeggen dat ze Het niet zien.Zoals ik al eerder zei, het progressieve pad kan enkel bestaan als we geloven in het persoonlijke en het tijdelijke. Vandaar dat ik het progressieve pad als 'minder echt' heb beschreven omdat ik geen geloof meer hecht aan het persoonlijke en het tijdelijke – tenzij om louter praktische redenen. Mijn spirituele ambitie is verdwenen, mijn spiritueel materialisme is opgelost. En ook deze twee laatste zinnen kun je niet letterlijk nemen, want er is geen ik die over 'mijn' kan spreken. Ook die 'ik' is maar een plaatje op het scherm.

En vergeet niet dat het progressieve pad, net als alle andere verschijningen, kenbaar wordt via een beeldenreeks op het bewustzijn. En het gaat mij hier niet

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 50

Page 51: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

om de kwaliteit of de inhoud van de beelden, maar om het licht in die beelden. Dáár wil ik naar verwijzen, niet naar de verschillen tussen al die paden, leraren en ook niet naar de verschillen tussen al die tradities.Ik kan ook niet stellen dat er werkelijk iets fout is met het progressieve pad, net zoals er niets fout is met de rest die op het scherm verschijnt. En waarom is dat zo? Ook diegene die oordeelt, die kritiek geeft op dat progressieve pad, is zelf een beeld dat verschijnt. Ook diegene die – zoals ik daarnet – de pretentie heeft te laten doorschemeren dat het zogenaamde directe pad superieur is aan de progressieve paden, ook die persoon is een beeld op het scherm. En is in feite totaal onbelangrijk.

Op het progressieve pad is er een hoop dat 'gedaan en onderricht' kan worden en op het directe pad is er geen zoeker en leraar en dus niets wat overgedragen kan worden. Toch?

Er is niets dat moet of kan overgedragen worden, omdat waar ik het over heb in mijn boeken en lezingen nu net geen grenzen kent. Geen grenzen in ruimte of tijd. Het is dus per definitie overal en altijd. Niets of niemand kan ooit uitgesloten worden. Ik zal het nog eens zeggen: 'Niets of niemand kan ooit uitgesloten worden!' Dus hoe zou Het nog kunnen of moeten verplaatst worden? Van de ene persoon naar de andere? Wie dat suggereert praat over iets anders (bijv. transcendente ervaringen, spiritueel inzicht, piekervaringen, een gevoel van vrede, liefde en openheid) dan waar ik naar verwijs in mijn lezingen. Bovendien, er is helemaal niemand thuis bij de leraar en niemand thuis bij de zogenaamde ontvanger, dus waar hebben we het over?

Zou je kunnen vertellen hoe je je Jan Kersschot als zoeker herinnert?  Wat was zijn 'schijnbare' weg? 

Jouw vragen worden alsmaar moeilijker, omdat je veronderstelt dat er een persoon is geweest die het nu volgend verhaal heeft meegemaakt, maar dat lijkt alleen maar zo. En ja, de grap is: ook voor mij lijkt het echt! Ik herinner me Jan (de zoeker) inderdaad, maar let op: die herinneringen verschijnen hier en nu. Niet 10 of 20 jaar geleden. Maar goed, ik speel het spel van de tijd en het persoonlijke even mee, om jouw vraag te kunnen beantwoorden. Om jouw lezers een plezier te doen. Ze moeten dan wel voor ogen houden dat mijn persoonlijke ervaringen in principe niets betekenen – het zijn enkel maar ervaringen, in dit geval herinneringen en waar ik wil naar verwijzen is Dat waarin alle ervaringen en herinneringen verschijnen. En het is zeker niet de bedoeling dat de lezers mijn ervaringen gaan vergelijken met hun eigen ervaringen. Dat is net waar het boek 'Eén Zijn' niet over gaat! Waar het mij uiteindelijk om gaat is dat wat we allemaal zijn, niet wat ons verschillend maakt. Er zijn al genoeg boeken verschenen met 'sterke verhalen'. Er zijn al genoeg zoekers in de war geraakt omdat ze hun eigen spiritueel verhaal vergelijken met dat van een of andere spirituele held.

Goed, hier gaan we dan. Jan was een heel gedreven zoeker, heel open en toch heel kritisch. Geen enkele steen zou onaangeroerd blijven, tot ik 'Het' gevonden zou hebben. Dat ik gedreven was betekende echter niet dat ik het gewone westerse leven achter me liet. Ik voelde geen behoefte om mij in een klooster of ashram te vestigen, om andere kleren te gaan dragen, een nieuwe naam te

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 51

Page 52: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

krijgen. Ik vond dat mijn zoektocht moest compatibel zijn met een familiaal leven, met wijn, seks, vlees, BMW, luxe vakanties en de rest dat gewoonlijk als niet-spiritueel bestempeld wordt. Dat is misschien een van de kenmerken van mijn zoektocht: als ik op zoek ben naar het éne, naar het ultieme, dan moet dat voor iedereen en voor alle tijden beschikbaar zijn. Ongeacht gedrag of gevoel. Dat was mijn logica en ik stond daar dikwijls alleen mee.Als ik op zoek was naar het éne kon ik niets uitsluiten. Al gauw was het me duidelijk dat ik alle gedragsregels aan mijn laars ging lappen. Wie heeft er het lef om mij iets te verbieden als het draait om het universele, om het éne? Dus alle spirituele regels werden bekeken, soms tijdelijk uitgetest en later weer verworpen. Niet alleen de regels van de katholieke kerk waarin ik was opgegroeid als kind, maar uiteindelijk ook de regels en geboden uit bijv. het boeddhisme en hindoeïsme.Mijn eerste eenheidservaring was op mijn 15e jaar. Een moment van totale openheid. Je zou het een mystieke ervaring kunnen noemen, maar dat klinkt een beetje te ernstig, te religieus. Het was heel eenvoudig, heel kinderlijk en toch lichamelijk. Zuivere aanwezigheid, ten volle. Onverwacht en toch zo helder. En tegelijkertijd was 'ik' er niet bij betrokken. En misschien was ik daarna – bewust of onbewust – altijd terug op zoek geweest naar die eenheid, naar die totale versmelting. Misschien was die ervaring wel (onbewust, als je wilt) de drijfveer van mijn zoektocht.

Rond mijn 18de startte ik met transcendente meditatie. Al direct tijdens de eerste meditatie ging ik als het ware voorbij een muur. Ik wist dat er 'iets' op mij wachtte, een onbeschrijfbare leegte, die ook heel vertrouwd overkwam. Het was alsof ik een oud 'gevoel van eenheid' herkende. Ik kwam een oude vriend tegen, die meer 'ik' was dan mijn eigen persoon. Het was een thuiskomen bij het onzegbare. Het voelde zo ongelooflijk vertrouwd aan. Ik moest er absoluut meer over weten. Op mijn schijnbare weg kwam ik allerhande leraren tegen, sommigen in de vorm van boeken (bijv. J. Krishnamurti, Osho, Deepak Chopra, Wolter Keers, Jean Klein, Lao Tze, Alan Watts, Sri Nisargadatta, Ramana Maharshi), anderen in de vorm van levende leraren of goeroes (Armando Dacosta, Jacques Lewensztain, Alexander Smit, Andrew Cohen, Ranjit Maharaj, Francis Lucille, Douglas Harding).Vooral de experimenten van Douglas waren voor mij een openbaring. De eerste keer (ik denk dat het in 95 of 96 was) was het alsof de gordijnen van mijn waarnemingsvenster plots werden opengetrokken. Alles wat ik in al die boeken gelezen had, was nu zonneklaar. Van 'horen zeggen' naar 'zien'. Van begrijpen naar ZIJN. Ook de andere experimenten van Douglas gaven me korte of lange momenten van openheid, zuiverheid en volle leegte, die mij toen het gevoel gaven dat ik op goede weg was. Maar de honger was nog niet gestild.  Ik las nog meer boeken (bijv. van Justus Kramer Schippers, Eckhart Tolle, Ramesh Balsekar, Wayne Liquorman, Chuck Hillig), en geleidelijk werden allerlei geloofssystemen overboord gegooid. Toch zat ik nog in mijn hoofd met een spiritueel pad, ook al besefte ik dat niet als dusdanig. Op een heel subtiel niveau waren egospelletjes toch nog ergens aan de gang: vergelijken, verlangen, verwachten, idealiseren, opeisen, enz.

Anderzijds voelde ik toen al dat ik op een smeltende ijsschots zat en dat de zee waarop ik dreef altijd maar warmer en warmer werd. Wat ik toen nog niet besefte

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 52

Page 53: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

was dat ikzelf ook van ijs gemaakt was en dus ook zou mee wegsmelten. Ik dacht nog altijd dat ik – als Jan – ergens naar op weg was. Dat er iets mis was met mij of dat ik nog moest verbeterd worden op spiritueel vlak en dat daar absoluut iets aan gedaan moest worden. Tot ik Tony Parsons leerde kennen. Al bij de eerste ontmoeting was het raak. Gewoon die woorden 'this is it'. Toen werd het pad ontmaskerd. Let op: dit was helemaal geen spectaculaire openbaring. Het was heel gewoon. Geen bruuske overgang of zo. Op een hoogst eenvoudige en heel natuurlijke manier werd alles duidelijk. Gans het kaartenhuisje zakte in elkaar. In alle eenvoud en gewoonheid. Alle vragen waren verdwenen.En ook al probeerde het denken achteraf om toch maar weer een kaartenhuisje op te bouwen, het illusoire van het hele huisje werd onontkoombaar duidelijk. Tony ontnam me alle hoop. De motor bleef nog een tijdje draaien, ook al was de stekker eruit getrokken. Ik protesteerde nog enkele keren, totdat mijn verstand het uiteindelijk opgaf. Toen viel alles wat ik nog verwachtte (op spiritueel vlak), alles waar ik nog aan gehecht was, van mij af. Of beter nog, ik zag dat die 'ik' waarmee ik me identificeerde nooit bestaan had – tenzij als een idee. Het leek er soms op alsof Tony mij in een trage wurggreep had, maar in feite waren het mijn eigen vragen die ik op hem afvuurde, die terugkeerden als boemerangs. Ook mijn gesprekken met Nathan Gill – een vriend van Tony – waren toen heel verrijkend. Ik had mezelf in het drijfzand genesteld en liet me moeiteloos zinken. Het sterven van het ego was eigenlijk maar het sterven van een illusie. En dus niet zo bijzonder als ik altijd had gedacht. Er was enkel nog maar het tijdloze 'This is it'.

Is er voor die persoon en arts als 'expressie van bewustzijn' iets veranderd na 'This is it'?

In tegenstelling tot wat ik had verwacht, is er met de persoon 'Jan' en zijn functie in de maatschappij zeer weinig veranderd. Het feit dat je het éne herkend hebt in het diverse, verandert niets. Zelfs degene die Het zou herkend hebben, is een illusie. Ik bén bewustzijn zelf (en dat is de lezer trouwens ook) en de persoon 'Jan' verschijnt in datzelfde bewustzijn. Maar ik heb geen enkele hogere taak of zo. Ik zie trouwens niet wat er zou moeten veranderd worden. Alles is zoals het is, ook al lijkt het constant te veranderen. De persoon bekend als 'Jan' (en dat is ook maar een plaatje) mag er nog altijd zijn. Met zijn kwaliteiten en gebreken.Toch is er wel iets veranderd. Er is geen gevecht meer op spiritueel niveau. Het zoeken is voorbij want de zogenaamde zoeker was maar een concept. Was maar een figurant. Het bewustzijn was er al de ganse tijd, ook wanneer ik het niet als dusdanig herkende. Als gevolg van dit inzicht kan ik niets voor mezelf opeisen, zelfs niet de zogenaamde ervaringen die ik zonet beschreven heb! Ook al geloofde ik toen nog in 'mijn ik' dat op weg was naar iets hoger, het 'ik' was toen ook al illusoir. Ook al waren die ervaringen voor mijn spirituele ego zeer belangrijk, nu lijkt het alsof ze zelfs niet gebeurd zijn. Het betekent eigenlijk niets, en dat is geen valse bescheidenheid. Het zijn maar beelden die nu (of beter: in het tijdloze) verschijnen. Het zijn als het ware herinneringen aan gebeurtenissen waar ikzelf niet aanwezig was. En de eenheid was er al voor die transcendente ervaringen, tijdens die ervaringen en ook daarna. Ook op momenten die we als banaal of niet spiritueel bestempelen, is het éne voor de volle 100% aanwezig.

Meer informatie over het boek 'Eén Zijn': www.kersschot.com

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 53

Page 54: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

[Kees Schreuders & Jan Kersschot]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 54

Page 55: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Zelfrealisatie: een ballonnetje dat je cadeau krijgt bij aankoop van een paar nieuwe schoenen.Na een spirituele zwerftocht van bijna dertig jaar kwam ik onverwachts oog in oog te staan met het Ongekende. Een ontnuchterende ontmoeting, want ik ont-dekte: ik ben het Ongekende.

Mijn spirituele zoektocht begon in de jaren zeventig toen ik Wolter Keers ontmoette. Ik was op zoek naar een hatha-yogaleraar en wist niet veel van advaita of zelfrealisatie. Verlichting was naar mijn idee voorbehouden aan yogi's in de Himalaya en middeleeuwse mystici. Wolter Keers was net gepensioneerd en besteedde veel tijd aan het redacteurschap van het tijdschrift Yoga & Vedanta. Daarnaast gaf hij lezingen over advaita en vertaalde de lezingen van Jean Klein in Nederland. Ik voelde me thuis in de rommelige studeerkamer aan de 's Gravelandseweg waar ik Wolter regelmatig ontmoette en met hem sprak over levensvragen en advaita. Ik was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was.

Ik voelde een diepe vriendschap voor Wolter en halverwege de jaren zeventig verhuisde ik met hem en een aantal andere 'advaita-addicts' naar Zuid-Frankrijk om er op verzoek van Jean Klein een yoga-advaita-centrum op te zetten. We huurden een groot oud spookhuis in de heuvels en hielden er seminars voor Nederlandse gasten. Wolter en Jacques Lewensztain schreven er hun eerste bladzijden van Yoga als kunst van het ontspannen.Het was een bijzondere tijd met veel advaita en hatha-yoga. Ik begon aan een studievertaling van I Am That. Later is Wolter aan een serieuze vertaling gaan werken. Wolter hield lezingen over advaita en hield er daarnaast, om het zo maar te zeggen, een vrolijke leefstijl op na. Dat was het begin van een strijd tussen Wolter en Jacques. Wolter deed waar hij zin in had en rekende af met de samskara van vijf generaties dominees achter zich. Dat stond haaks op de leefstijl van de anderen in de 'commune', die conform de hatha-yoga gezondheid nastreefden. In de praktijk kwam het er vaak op neer dat ik bruine rijst kookte, maar dat we lekker pizza gingen eten en rode wijn drinken in het dorpscafé. Er was humor en dynamiek, maar het lukte ons niet om als groep bij elkaar te blijven. Na een half jaar waren we terug in Nederland.

Aan de samenwerking tussen Jean Klein en Wolter Keers kwam eind jaren zeventig een einde. Wolter was regelmatig een angry young man. Tijdens een van de

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 55

Page 56: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

lezingen die Jean Klein in Nederland hield stelde iemand een vraag of dieren ook verlicht konden zijn. Nog voordat Jean Klein kon antwoorden stelde Wolter voor om bij de volgende lezing een hok met konijnen neer te zetten om te kijken of ze gerealiseerd waren. En dat was te radicaal voor de gentleman Jean Klein die daarna niet meer toestond dat Wolter zijn lezingen vertaalde.

Wolter koos vanaf dat moment zijn eigen weg en verbond zich meer met de stijl van Nisargadatta die hij vaak opzocht in Bombay.Jean Klein was in mijn ogen een authentieke goeroe. Ik smolt in zijn aanwezigheid, maar ik besefte met een teleurstelling dat zelfrealisatie bij mij nog niet had plaatsgevonden.

Ik raakte in een advaita-dip. Ik besloot om Nisargadatta in India op te zoeken in de hoop daar bevrijding te vinden. In de achterbuurt van Bombay vielen volgens Wolter Keers de zelfgerealiseerden als rijpe appels van de boom. Ik wist dat ik niet lang kon wachten, Nisargadatta had keelkanker. In de kleine kamer van Marahaj aangekomen voelde ik een diepe herkenning; hier wilde ik blijven, hier wilde ik sterven, maar de realiteit was anders, na drie dagen stuurde hij me weg, hij was onverbiddelijk, ik mocht niet meer terugkomen, 'You ask too many questions… you must come to silence'. Ik herinner me nog goed hoe bang ik voor hem was. Waarom? Ik was achtentwintig, gezond en sterk. Hij was tachtig jaar, oud en ziek, maar iets in mij wist dat deze man hetgeen in mij kon doden wat ik maar niet los kon laten. Ik schreef hem een smeekbede of ik alsjeblieft terug mocht komen, Maharaj vroeg aan een vriend van mij: 'When are you leaving Bombay? Next week? Take him with you'. Einde oefening.

Terug uit India ging ik gedesillusioneerd bij Wolter Keers te rade die zei: 'Maak je niet ongerust, het belangrijkste is al gebeurd, je stroomt mee in de rivier die vanzelf bij de oceaan uitkomt, leg niet te veel nadruk op zelfrealisatie, het is zoiets als een ballonnetje dat je cadeau krijgt bij aankoop van een paar nieuwe schoenen.'

Het was een oud verlangen van Wolter een boek te schrijven over de overeenkomsten tussen het christendom en advaita vedanta: 'Jezus en de Yogi'. Wolter vroeg mijn praktische hulp hierbij. We zouden op de eerste maandag van januari 1985 beginnen. Op die ijskoude winterochtend belde hij mij op, hij was ziek. Dat was de laatste keer dat ik hem sprak, twee uur later was hij overleden.

Met een gevoel van 'er klopt nog iets niet in mijn leven' bleef ik een aantal leraren bezoeken zoals Byron Katie, Han Stiekema, Mother Meera, Isaac Shapiro, Barry Long, Ramesh Balsekar, Tony Parsons maar er gebeurde niets bijzonders en langzaamaan begon ik het idee op te geven om 'verlicht te raken'. Een goede vriend vroeg: 'Heb je alles gedaan wat je kon doen?' Ja, ik had genoeg goeroes gezien, voldoende boeken gelezen, advaita uitgediept, wat kon ik nog meer doen? Ik zette advaita in de koelkast. 

Op mijn tweeënveertigste voorspelde een vriendin dat mijn leven over de kop zou gaan. Ik was er stellig van overtuigd dat het mij niet zou overkomen, maar door de midlifecrisis ging alles bewegen in mijn leven. Ik verloor de interesse in mijn werk, ik lag in het ziekenhuis voor een operatie en wist niet meer wat ik wilde. Ik koos voor transpersoonlijke psychotherapie, een synthese van spiritualiteit en

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 56

Page 57: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

psychologie. Ik raakte zo geïnteresseerd dat ik een opleiding ging volgen. Ik heb steeds rivaliteit gevoeld tussen 'de spirituelen' en 'de psychologen'. 'De psychologen' onderstrepen het belang van onderzoek naar mentale trauma's, en vinden dat 'de spirituelen' maar al te vaak hun emoties onder de mat vegen. 'De spirituelen' daarentegen vinden dat 'de psychologen' hun tijd verdoen met 'het verplaatsen van meubilair', zoals Jean Klein het fijntjes uitdrukte. Wolter Keers zei daarover: 'Als je probeert om al je problemen in dit leven op te lossen, kun je daarna beginnen met het oplossen van problemen uit je vorige leven'. Met andere woorden: als je dualistische oplossingen creëert voor dualistische problemen, dan bestaat het gevaar dat je gaat geloven in het dualistisch perspectief, met alle gevolgen vandien (bijvoorbeeld het in stand houden van een ik-geloof). Dat perspectief geeft nooit definitieve resultaten omdat je je bezighoudt met het oplossen van problemen die niet het echte probleem veroorzaken. Zoals benzine tanken in een auto waar geen motor in zit. Helderheid Op een ochtend in dit voorjaar dacht ik na over mijn toekomst. Ik had mijn baan opgezegd en maakte me zorgen hoe mijn leven verder zou gaan. Hoe meer ik erover nadacht, des te sterker besefte ik dat ik het gewoon niet wist. Van welke kant ik het ook bekeek, ik kon alleen maar accepteren: ik weet het niet. Elke gedachte over de toekomst was een concept, een verzinsel. Dit besef van niet-weten werd sterker, ik schrok en belandde in een mentale leegte. Ik kon niets anders doen dan die leegte accepteren en ging zitten voor een dagelijkse meditatie. Ik zonk weg in een leegte die comfortabel, helder en ruim was. Na enige minuten besefte ik plotseling dat ik omgeven was met iets wat ik alleen maar kan omschrijven als 'een enorme aanwezigheid', een geluidloze vulkaanuitbarsting had in en om me heen plaatsgevonden. Ik besefte dat deze enorme aanwezigheid er alleen maar kon zijn omdat ik leeg was. En ik, die gewend was te zeggen, aha, dit ervaar ik, werd aan de kant geduwd: er was geen ruimte meer voor een eigenaar van gedachten, alleen nog ruimte voor een waarnemer. Ik zag mijn gedachten als een muis de woestijn in rennen.Vervolgens waren er twee dingen glashelder: dat 'bundeltje gedachten' dat de woestijn in rende; dat was ik niet. Tot mijn opperste verbazing besefte ik dat ik juist het tegenovergestelde, die enorme aanwezigheid was… Niets en niemand in de wereld kon mij overtuigen dat het anders was. Ik had mijn midden gevonden.Na dit diepe besef verdween 'de aanwezigheid' weer en liet een echo van stilte en helderheid in mij achter. Het voelde allemaal zo natuurlijk dat ik aan niemand vertelde wat er gebeurd was. In de weken daarna ging mijn dagelijks leven gewoon verder. Mijn meditaties werden stiller en dieper, als ik met m'n aandacht naar binnen ging, naar mijn 'centrum', ontdekte ik dat daar niets, maar dan ook helemaal n i e t s was… En als ik met mijn aandacht naar de buitenwereld ging, merkte ik dat 'buiten' geen einde had. Als een eindeloos uitdijend heelal. Maar het was niet allemaal Hemel en Glorie. Ik werd heen en weer geslingerd. De ene dag was ik stevig in het evenwicht gevestigd en de volgende dag liet ik me tackelen door een emotie of een verlangen. Toen ik voor de zoveelste keer onderuit werd gehaald had ik schoon genoeg van alle afleiding en op dat moment stroomde er een nieuwe autonomie in mezelf naar boven: ik kan niet zeggen dat ik een beslissing nam, maar iets in mij koos voor stilte en helderheid, de rest liet ik achter.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 57

Page 58: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Wat verandert er nou na zelfrealisatie?Toen Ramana Maharshi die vraag werd gesteld antwoordde hij: 'vóór zelfrealisatie hield ik van aardbeien, nu hou ik nog steeds van aardbeien'. Op een bepaald niveau verandert er dus niets. In mijn lichaam, zintuigen en geest verschijnen gedachten en gevoelens, maar ik claim niet meer dat ik er de producent en eigenaar van ben. Het bewustzijn schept vormen, die Ik, als ultiem subject, ken als objecten. Nu ik de gedachten en gevoelens (en dus ook verlangens) niet meer claim als van mij, verdwijnt de hunkering om gedachten en gevoelens te beïnvloeden. Ik heb best zin om mijn oude auto in te ruilen voor een nieuwe, maar ik heb die nieuwe auto niet nodig voor vrede. Voor vrede heb ik helemaal niets meer nodig, want dat bén ik. Dat is mijn natuurlijke staat: één-zijn zonder het gevoel dat er aan allerlei voorwaarden moet worden voldaan.

Als kind was ik gefascineerd door een centrifuge die we thuis hadden om de was te drogen. Daarin speelde zich een metafoor af: terwijl de kleding in de trommel naar de buitenkant werd geslingerd ontstond in het midden van de centrifuge een leegte. Hoe hard de centrifuge ook draaide, het midden bleef leeg.

Zo gaat het ook met gedachten en gevoelens. Die worden vanuit een leeg midden geboren, hoe woest of hemels, positief of negatief die gedachten ook zijn, de leegte blijft leegte. Ik deed vroeger mijn best om via allerlei methoden mijn gedachten stil te leggen. Dat was een vergissing, de menselijke geest is juist geconditioneerd om gedachten te verwekken. Er is niets mis met een gedachte of een gevoel, wel met het gemekker dat erop volgt. Het gemekker probeert met alle geweld geluk af te dwingen. Daar begint het gegoochel: als ik nou zus, of als ik nou zo, dán zal ik wel gelukkig worden... Dat is pech, want geluk is niet deelbaar. Keer op keer moest mijn illusoire ik-gedachte tegen de muur lopen, keer op keer moest ik in de doodlopende steeg beseffen: dit leidt tot niets. Pas toen de gedachte om het ik gelukkig te maken zich overgaf, kwam het grote besef naar boven drijven. En dat grote besef hoefde ik helemaal niet te zoeken, dat zat namelijk in mij.

[Okt 2002 Johan van der Kooij]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 58

Page 59: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

Zien. Direct waarnemen tijdens SatsangHans Laurentius en Leen Kuiper. Uitgeverij de Horizon, Ottersum 2002-11-23 ISBN: 90-80734-61-6.

Het grootste gedeelte van het boek beschrijft de persoonlijke ervaringen van Leen Kuiper tijdens het proces van zelfverwerkelijking. Hierbij werd niet uit het oog verloren waar het werkelijk om gaat: datgene wat voorafgaat aan welke ervaring dan ook: het onveranderlijke zelf of Bewustzijn.Bij Leen Kuiper ontwikkelde zich tijdens dit bewustwordingsproces het vermogen tot direct waarnemen of schouwen (zonder tussenkomst van het ego energieën waarnemen). Dit bracht diepe ervaringen met zich mee en daarmee ook het gevaar tot versterking van de ik-gerichtheid.Het hele proces van ongeveer een jaar wordt afwisselend verteld middels beschouwingen van Leen Kuiper zelf,

zijn e-mails naar Hans Laurentius, de e-mailreacties van Hans en fragmenten van de satsangs van Hans.Het is een heel aardig boek om te lezen omdat het een verhaal 'uit de praktijk' is, en het je onbeschaamd een kijkje gunt in andermans keuken: hoe vergaat het een ander in zijn bewustwordingsproces? Leen schrijft hier heel openhartig over. Daarbij waren voor mij juist de beschrijvingen (en daarmee ook de herkenning) van de valkuilen van het ego heel verhelderend. En met name door de reacties van Hans op de vragen en ervaringen van Leen, waarbij hij consequent niet op de inhoud ingaat, maar steeds terugverwijst naar waar het werkelijk om gaat in zelfrealisatie. Het boek laat zich gemakkelijk lezen door de speelse opzet middels de afwisseling van beschouwingen, e-mailtjes etc. en geeft een  prachtig beeld van de transformatie bij het persoonlijk opengaan en opgaan in het Zelf. Wel één kritische kanttekening: waarom zoveel Engelse terminologie? De Nederlandse taal is toch 'rijk' genoeg?

[November 2002, Wilmy Moors]

uit het boek:

Leen: Wat een opluchting: ik was opgemerkt. Niet alleen door de 'outer guru', maar ook de 'inner guru' begon vanaf dat moment steeds vaker zijn ware aard te tonen. Aanvankelijk gebeurde dat vooral tijdens satsang waarbij ik als persoon me steeds meer bewust werd van een onveranderlijke, stille basis die regelmatig op de voorgrond trad. Maar soms ook verschoof het perspectief, waarbij Ik als een

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 59

Page 60: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

enorme stilte en ruimte me soms als persoon uitdrukte. Die persoon verscheen dan in Mij en dat was aan de ervaringskant heel wat anders dan dat je jezelf als een persoontje ziet die naar de stilte toegaat. Jarenlang had ik zitten mediteren als persoon en kon heel gemakkelijk de stilte ervaren die diep in ons verborgen ligt op het niveau waar onze gedachten steeds subtieler worden en ten slotte verdwijnen. Maar het was altijd een ikje dat ergens naar toe ging — hoe echt en hoe aantrekkelijk die stilte ook was. Maar nu werd ik opeens overgenomen door het Zelf en was de waarnemende persoon verdwenen. Zelfs het bewustzijn was op een gegeven moment weg en er was alleen maar Zijn, zonder inhoud, zonder gedachte, zonder besef van wat dan ook. En opeens in datgene wat ik Ben verschijnt dan een ik-besef en daarmee het bewustzijn van de omgeving en het feit dat er weer gedachten komen, en gevoelens, etc. Pas toen begreep ik werkelijk de uitdrukking 'Ik ga aan alles vooraf.'

Hoe authentiek ook, deze ervaring was alleen maar een ervaring. En het kenmerk van ervaringen is dat ze vanzelf komen en vanzelf weer gaan. Het lastige was, dat ik weliswaar begreep dat de ervaring van stilte niet datgene was wat ik ten diepste Ben, maar ik begon de aanwezigheid van stilte plus een mooie ervaring te beschouwen als waar het bij realisatie om ging. De rest van de tijd was ik die stilte of die ervaring natuurlijk 'kwijt' en dat maakte me diep ongelukkig. Eerlijk gezegd begreep ik er niet veel meer van. Een diepe ervaring plus die stilte was in mijn perceptie oké, maar dat wisselde voortdurend af met gewone huis-, tuin- en keukengedachten en die waren naar mijn gevoel helemaal niet oké. Er klopte nog steeds iets niet, maar wat, daar kwam ik niet zo gemakkelijk achter. In die periode wisselden diep geluk en mogelijk nog diepere wanhoop voortdurend af. En Hans maar vertellen dat alles oké was en dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Gewoon wat meer vertrouwen en geduld hebben. Er waren momenten dat ik me rottiger voelde dan ooit tevoren. Waar was ik aan begonnen? Kon ik nog terug?

Mailtje 23 november 2000

Satsang gisteren was speciaal. Bijzonder krachtig. Ik word er gewoon ongeduldig van. Dan krijg je een 'taste' van wat het zou kunnen zijn, wat het Is, en dan gaat het weer weg naar de achtergrond. Het is er natuurlijk wel, maar dan even out of focus. Inderdaad moet je body/mind wennen aan die nieuwe situatie. Ik wil dat het nu gebeurt, permanent en niet telkens in en uit. Maar dat zal er wel bij horen. Je vroeg aan het eind: hoe voel je je? Hoe kan je dat vragen? Eerst is er darshan, je kijkt me aan en ik begin weg te smelten. Grenzen vervagen en ook de waarneming wordt abstract. Je ziet, maar niet meer met je ogen, hoewel die merkwaardigerwijs ook blijven functioneren. Dat alles wordt tegelijk geregistreerd. Met het verzinken komt er in het lichaam een warmte op en door elkaar schudden, wat op zich niet onplezierig is, en ik begin er, nu dat een paar keer ervaren te

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 60

Page 61: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

hebben, aan te wennen en het zelfs te verwelkomen. En terwijl ik wegsmelt wordt er opeens door jou appèl gedaan op mijn mind: hoe voel je je? Ik wil helemaal niet terug in die mind. Laat me toch gaan. De mind neemt zijn kans waar: He, ik moet reageren. Let's take over, denkt hij. En ja, het wegzakken wordt minder. De grenzen komen weer terug en ook die lichamelijke gewaarwording van warmte is er weer. Zelfs het kijken vindt weer plaats door mijn ogen en ik zou op dat moment kunnen antwoorden met m'n oude vertrouwde ikje. Maar dat wil ik niet. Ik wil terug! Come on, Take me. En inderdaad vlak daarna was er weer het Zelf, door jou heen, direct, in resonantie met wat ik ben in diepste Wezen. En wat zijn trouwens die kleuren? Af en toe verschijnt er in de stilte een dieppaarsblauw licht. Als je ernaar 'kijkt' is het weg, het laat zich niet beetpakken. Maar het is er meteen weer, en eigenlijk nooit weggegaan, alleen ongrijpbaar. En zo mooi. Er is geen bliss op dat moment; alleen maar stille verwondering. En er komt het idee op dat je door dat licht heen zou kunnen gaan als een soort poort, als het ware, maar zo concreet is het niet. Als je je ergens mee wilt vereenzelvigen op dat moment - want er is natuurlijk ook de gewaarwording van het concrete body/mind functioneren - dan is er dat abstracte blauwe licht, ingebed en opborrelend in mezelf. Heb jij dat nou ook?Je merkt, dat er in deze 'initial stage' van het opgaan in het Zelf allerlei dingen lijken te gebeuren, die er helemaal niet toe doen, maar er zijn. Ook zijn. Ik moet er niets mee met al die gewaarwordingen, maar het lijkt alsof ik nu bij jou bevestiging zoek op de juiste weg te zijn. En dat antwoord weet ik natuurlijk al: het padloze pad. Alles is 'grace'. En ik mag van geluk spreken dat het Zelf (via jou) me een duw in de goede richting geeft. Such a joy and such a blessing. Ik zou alleen zo graag willen loslaten. Helemaal los. Ik ben onuitsprekelijk dankbaar dat dit af en toe gebeurt. L.

Antwoord Hans:

Als ik vraag wat je ervaart (o.i.d.) stel ik dan de vraag aan het 'ik'? De uitnodiging is er alleen om volledig bewust te maken wat er is. De lichtverschijnselen zijn waarnemingen van subtiele energie uit het zesde en zevende chakragebied. Niet ongewoon, ook niet veel voorkomend. Enjoy it. Leen, het loslaten is al een paar weken geleden in gang gezet. Wees niet ongeduldig, hoe lastig dat ook is. Er wordt alles aan 'gedaan' wat nodig is. Trust me, trust it, trust your innermost Self. Er zal een moment komen waarop je kunt reageren zonder dat de mind zich ermee bemoeit: rechtstreeks dus, net zoals Hans spreekt: zonder mind.Gezegend het padloze pad en de wandelloze wandelaar. H.

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 61

Page 62: Amigo maart 2002 editie 3 · Web viewIk was onder de indruk over zijn inzicht en zijn verhalen over Ramana Maharshi en Krishna Menon bij wie hij in India 'in de leer' was. Ik voelde

m e d e w e r k e r s a a n d i t n u m m e r :

Jan van DeldenWayne LiquormanHans Laurentius

Tony ParsonsPeter Vos

Jan KersschotJan Koehoorn

Douwe TiemersmaJan van Rossum

Leen KuiperWilmy Moors

Belle Bruins (interviews, redactie & vertalingen)Raf Pype (redactie)Kees Schreuders (redactie & lay-out) Foekje Detmar (transcriptie van tekst Wolter Keers)Johan van der Kooij (redactie)

redactie statuut

AMIGO, een periodiek verschijnend web-tijdschrift, als bühne voor teksten over diverse Non-dualistische benaderingen. Poëtischer gezegd: Amigo wil tonen dat je in de lege stoel, die je in de kop van het magazine ziet een vriend zonder voorwaarden treft.Elk nummer zal in ieder geval teksten van Wolter Keers bevatten en de mentaliteit, waarmee Wolter het door hem opgezette tijdschrift 'Yoga Advaita' gestalte gaf, voortzetten.

www.ods.nl/amigoe-mail: [email protected]

Amigo 5 - december 2002 www.ods.nl/amigo 62