Ali ferzat april2012

2
Ali Ferzat: Niemand mag werkeloos toekijken ‘Mijn handen zijn voor 95 procent genezen,’ zegt Ali Ferzat. De beroemde Syrische cartoonist werd in augustus 2011 zwaar werd mishandeld en verblijft nog steeds in Koeweit. Maar hij tekent weer. De Wereldomroep spreekt Ferzat in het kader van de Cartoon Spring wedstrijd (http://www.rnw.nl/arabic/ article/663007 ) over herstel, persoonlijke verantwoordelijkheid en de stilte van de internationale gemeenschap. Slapeloze nachten ‘Ik heb het heel druk, ik wou dat je iets van me kon overnemen,’ zegt Ali Ferzat. Tot een maand terug kon de beroemde cartoonist nauwelijks tekenen omdat bij de aanval op hem in Damascus in augustus 2011zijn handen zwaar getroffen waren. Nu werkt Ferzat weer, voor het Koeweitse dagblad Al-Watan dat al sinds 1992 tekeningen van hem publiceert. Het was Watan-eigenaar sheikh Ali al-Khalifa al-Sabah die Ferzat naar Koeweit haalde om er te genezen. Nu zijn gezondheidstoestand het toelaat, reist Ferzat de wereld rond om zijn boodschap te verspreiden. Hij komt net terug uit Londen en gaat binnenkort naar Parijs en mogelijk naar Nederland. ‘Soms slaap ik twee of drie dagen niet, omdat ik niets wil afzeggen.’ Ziet zijn familie hem nog wel eens? De cartoonist moet lachen. ‘Ook mijn familie betaalt een prijs voor mijn handelen, ze moeten veel geduld met mij opbrengen,’ zegt hij. Maar Ferzat twijfelt niet over zijn missie. ‘Een kunstenaar heeft niet zomaar een baantje. Ik heb een ethische verantwoordelijkheid.’ Oorverdovende stilte Terwijl in Syrië de ontwikkelingen doorgaan, zijn de internationale instanties volgens Ferzat veel te stil. ‘De regeringen van Europa, Amerika en andere landen zijn wat mij betreft deelnemer in de criminele actie van het Syrische regime,’ zegt Ferzat. ‘Ze jagen hun handelsbelangen na, niet de belangen van het Syrische volk.’ Maar is dat volk niet ook verdeeld? Ferzat reageert fel. ‘Dat is een fabricage van het regime. En de media geloven het, ondanks dat de revolutie vanaf het begin haar identiteit kenbaar heeft gemaakt: nee tegen sektarisme, ja tegen de rechten van Koerden, vrouwen, christelijke minderheden enzovoorts.’ Hij ontkent niet dat er onenigheid is binnen de Syrische oppositie, zoals de strubbels binnen de Syrische Nationale Raad (SNC). ‘Maar ik denk dat dat gezond is. Anders dan het Baath-systeem waar iedereen het per definitie met elkaar eens moet zijn, voelen mensen nu dat ze van mening kunnen verschillen.’ Het recht op zelfverdediging En de kwestie van bewapening van de rebellen dan, is dat geen struikelblok? Weer is de cartoonist verontwaardigd. ‘De rebellen zijn niet bewapend. Bewapening, dat betekent tanks, raketten, vliegtuigen. We weten allemaal wie die gebruikt.’ En hij gaat verder: ‘Trouwens, als de demonstranten wel bewapend zouden zijn of worden, dan zou dat hun volste recht zijn. Of moet iemand maar ‘ga je gang’ zeggen als iemand zijn huis binnenvalt en zijn vrouw en dochters verkracht?’

Transcript of Ali ferzat april2012

Page 1: Ali ferzat april2012

Ali Ferzat: Niemand mag werkeloos toekijken

‘Mijn handen zijn voor 95 procent genezen,’ zegt Ali Ferzat. De beroemde Syrische cartoonist werd in augustus 2011 zwaar werd mishandeld en verblijft nog steeds in Koeweit. Maar hij tekent weer. De Wereldomroep spreekt Ferzat in het kader van de Cartoon Spring wedstrijd (http://www.rnw.nl/arabic/article/663007) over herstel, persoonlijke verantwoordelijkheid en de stilte van de internationale gemeenschap.

Slapeloze nachten

‘Ik heb het heel druk, ik wou dat je iets van me kon overnemen,’ zegt Ali Ferzat. Tot een maand terug kon de beroemde cartoonist nauwelijks tekenen omdat bij de aanval op hem in Damascus in augustus 2011zijn handen zwaar getroffen waren. Nu werkt Ferzat weer, voor het Koeweitse dagblad Al-Watan dat al sinds 1992 tekeningen van hem publiceert. Het was Watan-eigenaar sheikh Ali al-Khalifa al-Sabah die Ferzat naar Koeweit haalde om er te genezen.

Nu zijn gezondheidstoestand het toelaat, reist Ferzat de wereld rond om zijn boodschap te verspreiden. Hij komt net terug uit Londen en gaat binnenkort naar Parijs en mogelijk naar Nederland. ‘Soms slaap ik twee of drie dagen niet, omdat ik niets wil afzeggen.’ Ziet zijn familie hem nog wel eens? De cartoonist moet lachen. ‘Ook mijn familie betaalt een prijs voor mijn handelen, ze moeten veel geduld met mij opbrengen,’ zegt hij. Maar Ferzat twijfelt niet over zijn missie. ‘Een kunstenaar heeft niet zomaar een baantje. Ik heb een ethische verantwoordelijkheid.’

Oorverdovende stilte

Terwijl in Syrië de ontwikkelingen doorgaan, zijn de internationale instanties volgens Ferzat veel te stil. ‘De regeringen van Europa, Amerika en andere landen zijn wat mij betreft deelnemer in de criminele actie van het Syrische regime,’ zegt Ferzat. ‘Ze jagen hun handelsbelangen na, niet de belangen van het Syrische volk.’

Maar is dat volk niet ook verdeeld? Ferzat reageert fel. ‘Dat is een fabricage van het regime. En de media geloven het, ondanks dat de revolutie vanaf het begin haar identiteit kenbaar heeft gemaakt: nee tegen sektarisme, ja tegen de rechten van Koerden, vrouwen, christelijke minderheden enzovoorts.’ Hij ontkent niet dat er onenigheid is binnen de Syrische oppositie, zoals de strubbels binnen de Syrische Nationale Raad (SNC). ‘Maar ik denk dat dat gezond is. Anders dan het Baath-systeem waar iedereen het per definitie met elkaar eens moet zijn, voelen mensen nu dat ze van mening kunnen verschillen.’

Het recht op zelfverdediging

En de kwestie van bewapening van de rebellen dan, is dat geen struikelblok? Weer is de cartoonist verontwaardigd. ‘De rebellen zijn niet bewapend. Bewapening, dat betekent tanks, raketten, vliegtuigen. We weten allemaal wie die gebruikt.’ En hij gaat verder: ‘Trouwens, als de demonstranten wel bewapend zouden zijn of worden, dan zou dat hun volste recht zijn. Of moet iemand maar ‘ga je gang’ zeggen als iemand zijn huis binnenvalt en zijn vrouw en dochters verkracht?’

Page 2: Ali ferzat april2012

In essentie is het Syrische volk eendrachtig in haar eisen, stelt de tekenaar: ‘Het volk vraagt alleen om vrijheid en waardigheid. Al meer dan een jaar.’ De vraag wat er gedaan moet worden om Syrië te helpen, ligt volgens Ferzat niet bij de Syriërs, maar bij de internationale gemeenschap. ‘Terwijl wij zitten te praten, zijn er alweer zo’n 50 mensen vermoord in Syrië. De internationale gemeenschap moet een manier vinden om daar iets aan te doen.’

Jullie zijn niet alleen

De morele verantwoordelijkheid die hij zelf voelt, heeft iedereen, benadrukt Ferzat. ‘Niemand komt naar deze wereld om alleen maar getuige te zijn. Als je iets ziet gebeuren, moet je een bijdrage leveren aan een wereld van liefde en vrede.’

Aan de deelnemers aan de cartoonwedstrijd ((http://www.rnw.nl/arabic/article/663007) en andere jongeren die zich inzetten voor vrijheid heeft Ali Ferzat dan ook een boodschap: ‘Jullie zijn niet alleen op de wereld, de strijd tussen goed en kwaad is er altijd geweest. Het leven betekent werken voor de goede zaak. En de waarheid zal uiteindelijk overwinnen.’