ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52...

251
1 APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN Gecoördineerde tekst LEESVERSIE Vaststellingsbeslissing Gemeenteraad van 11 juni 2012, inwerkingtreding 01 september 2012 Eerste wijziging Gemeenteraad van 16 december 2013, inwerkingtreding 01 januari 2014 Tweede wijziging Gemeenteraad van 15 december 2014, inwerkingtreding 19 december 2014 Derde wijziging Gemeenteraad van 29 juni 2015, inwerkingtreding vanaf 1 juli 2015

Transcript of ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52...

Page 1: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

1

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

ALGEMENE POLITIEVERORDENING

MENEN

Gecoördineerde tekst

LEESVERSIE

Vaststellingsbeslissing Gemeenteraad van 11 juni 2012, inwerkingtreding 01 september 2012

Eerste wijziging Gemeenteraad van 16 december 2013, inwerkingtreding 01 januari 2014

Tweede wijziging Gemeenteraad van 15 december 2014, inwerkingtreding 19 december 2014

Derde wijziging Gemeenteraad van 29 juni 2015, inwerkingtreding vanaf 1 juli 2015

Page 2: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

2

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 3: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

3

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

INHOUD

DEEL I

TITEL 1 - STRAFBEPALINGEN .................................................................................................... 9

TITEL 2 - BEMIDDELINGSPROCEDURE .................................................................................. 13

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 13

HOOFDSTUK 2 De bemiddelingsprocedure ............................................................................................................. 14

HOOFDSTUK 3 Bijzondere bepalingen ....................................................................................................................... 15

HOOFDSTUK 4 Ouderlijke betrokkenheid ............................................................................................................... 16

TITEL 3 - BEGRIPPENKADER .................................................................................................... 17

DEEL II

TITEL 1 OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN ................................................................... 25

HOOFDSTUK 1 *Evenementen en vermommingen ................................................................................................ 25

AFDELING 1 Evenementen ......................................................................................................................................... 25

AFDELING 2 Vermommingen ..................................................................................................................................... 26

AFDELING 3 Openbare *vertoningen ...................................................................................................................... 26

HOOFDSTUK 2 Nummering van gebouwen en aanbrengen van andere tekens .............................................. 27

AFDELING 1 Huisnummers......................................................................................................................................... 27

AFDELING 2 Aanduidingen van openbaar nut ........................................................................................................ 27

HOOFDSTUK 3 Andere inbreuken .............................................................................................................................. 27

TITEL 2 - OPENBARE ORDE EN RUST ..................................................................................... 28

HOOFDSTUK 1 Geluidsoverlast ................................................................................................................................... 28

AFDELING 1 Algemene bepalingen ........................................................................................................................... 28

AFDELING 2 Specifieke bepalingen inzake geluidsoverlast door muziek ......................................................... 28

AFDELING 3 Andere specifieke vormen van geluidsoverlast ............................................................................. 29

AFDELING 4 Maatregelen ............................................................................................................................................ 30

HOOFDSTUK 2 Sluitingsuur .......................................................................................................................................... 31

AFDELING 1 Algemeen ................................................................................................................................................ 31

AFDELING 2 Publieke inrichtingen bestemd voor vermaak of voor enige consumptie ............................... 31

AFDELING 3 Nachtwinkels ......................................................................................................................................... 32

AFDELING 4 Terrassen ................................................................................................................................................ 33

Page 4: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

4

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 3- OPENBARE VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG EN HET

*OPENBAAR DOMEIN ................................................................................................................ 34

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen ........................................................................................................................ 34

HOOFDSTUK 2 Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang ................................................................... 34

HOOFDSTUK 3 Privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg ............................ 34

AFDELING 1 Algemene bepalingen ........................................................................................................................... 34

AFDELING 2 Specifieke bepalingen ........................................................................................................................... 35

HOOFDSTUK 4 *Aanplakkingen ................................................................................................................................... 37

AFDELING 1 Algemene bepalingen inzake aanplakkingen ................................................................................... 37

AFDELING 2 Specifieke bepalingen inzake aanplakkingen .................................................................................... 38

HOOFDSTUK 5 Bewegwijzering ................................................................................................................................... 40

AFDELING 1 Tijdelijke bewegwijzering .................................................................................................................... 40

AFDELING 2 Permanente bewegwijzering .............................................................................................................. 40

HOOFDSTUK 6 Bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw of vrieskou, ijs en ijzel .................................... 42

AFDELING 1 Openbare weg en voetpaden ............................................................................................................ 42

AFDELING 2 Waterlopen, kanalen, stilstaande waters ........................................................................................ 42

HOOFDSTUK 7 Brandveiligheid ................................................................................................................................... 43

AFDELING 1 Brandvoorkoming ................................................................................................................................. 43

AFDELING 2 Brandveiligheid in publieke inrichtingen .......................................................................................... 43

HOOFDSTUK 8 Bestrijding van overlast door vandalisme en vernielingen ....................................................... 44

HOOFDSTUK 9 Het snoeien van planten op eigendommen langs de openbare weg ........................................ 46

HOOFDSTUK 10 Diverse bepalingen ........................................................................................................................... 47

TITEL 4 - OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID............................................................. 48

HOOFDSTUK 1 Algemeen onderhoud en reinheid van de openbare weg ........................................................ 48

HOOFDSTUK 2 Staat van onroerende goederen .................................................................................................... 49

AFDELING 1 Woningen ............................................................................................................................................... 49

AFDELING 2 *Bouwvallige gebouwen ...................................................................................................................... 49

AFDELING 3 Leegstaande woningen ......................................................................................................................... 49

AFDELING 4 Onderhoud van gronden .................................................................................................................... 49

AFDELING 5 Afsluiting van eigendommen .............................................................................................................. 50

Page 5: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

5

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 3 Verwijdering van afvalstoffen .......................................................................................................... 51

AFDELING 1 Algemene bepalingen ........................................................................................................................... 51

AFDELING 2 Aanbieding van afvalstoffen ................................................................................................................ 51

AFDELING 3 Afval op standplaatsen ......................................................................................................................... 52

AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers ......................................................................................... 52

HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare bedrijfsafvalstoffen (lokaal) .. 52

AFDELING 1 Algemeen ................................................................................................................................................ 53

AFDELING 2 Inzameling van restafval ....................................................................................................................... 53

AFDELING 3 Selectieve inzameling van glas ............................................................................................................ 53

AFDELING 4 Selectieve inzameling van *papier en karton .................................................................................. 54

AFDELING 5 Selectieve inzameling van *plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en

drankkartons (PMD)........................................................................................................................................................ 54

AFDELING 6 Selectieve inzameling van textiel ....................................................................................................... 54

AFDELING 7 Selectieve inzameling van *tuinafval .................................................................................................. 55

AFDELING 8 Selectieve inzameling van brandbaar *grofvuil ............................................................................... 55

AFDELING 9 Het recyclagepark ................................................................................................................................. 55

HOOFDSTUK 5 Verwijdering van *afvalwater, afwatering en waterwegen ....................................................... 57

AFDELING 1 Gebruik van leidingwater bij waterschaarste ................................................................................. 57

AFDELING 2 Ontstoppen, reinigen en herstellen van riolen en duikers ......................................................... 57

AFDELING 3 Grachten en straatontvangers ........................................................................................................... 57

TITEL 5 - DIEREN ........................................................................................................................ 58

HOOFDSTUK 1 Algemeen ............................................................................................................................................. 58

HOOFDSTUK 2 Honden ................................................................................................................................................ 58

HOOFDSTUK 3 Voederen en nestelen van dieren .................................................................................................. 59

HOOFDSTUK 4 Verloren dieren .................................................................................................................................. 59

HOOFDSTUK 5 *Gevaarlijke dieren ............................................................................................................................ 59

HOOFDSTUK 6 Uitvliegen van duiven ........................................................................................................................ 59

HOOFDSTUK 7 Preventieve bewarende maatregel ................................................................................................ 60

TITEL 6 - Begraafplaatsen en lijkbezorging ................................................................................ 61 HOOFDSTUK 1 Vaststelling van overlijden en vervoer van stoffelijk overschot.............................................. 61

Page 6: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

6

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 1 Vaststelling van overlijden .................................................................................................................. 61

AFDELING 2 Vervoer van het *stoffelijk overschot .............................................................................................. 61

HOOFDSTUK 2 Ordemaatregelen voor begraafplaatsen ....................................................................................... 62

AFDELING 1 Algemeen ................................................................................................................................................ 62

AFDELING 2 Toegang en orde ................................................................................................................................... 63

AFDELING 3 Graftekens, bouwwerken en beplantingen ..................................................................................... 64

HOOFDSTUK 3 Specifieke bepalingen voor de begraafplaatsen te Menen ......................................................... 67

AFDELING 1 Ligging en toegankelijkheid gemeentelijke begraafplaatsen ......................................................... 67

AFDELING 2 Begraven en *opgraven ....................................................................................................................... 68

AFDELING 3 Concessies .............................................................................................................................................. 70

HOOFDSTUK 4 Technische specificaties voor de begraafplaatsen te Menen .................................................... 74

AFDELING 1 Stedelijke begraafplaats Dadizelestraat te Menen (‘Nieuw Kerkhof’) .................................... 74

AFDELING 2 Stedelijke begraafplaats Zandputstraat te Menen (‘Oud Kerkhof’) ......................................... 77

AFDELING 3 Stedelijke begraafplaats te Rekkem .................................................................................................. 78

AFDELING 4 Stedelijke begraafplaats te Lauwe ..................................................................................................... 80

TITEL 7 - HANDEL ....................................................................................................................... 84

HOOFDSTUK 1 Ambulante handel en kermisactiviteiten ...................................................................................... 84

AFDELING 1 Ambulante en kermisactiviteiten ...................................................................................................... 84

AFDELING 2 *Collecten .............................................................................................................................................. 85

HOOFDSTUK I1 PUBLIEKE INRICHTINGEN BESTEMD VOOR VERMAAK OF VOOR ENIGE

CONSUMPTIE ...................................................................................................................................................................... 85

AFDELING 1 Opening en sluiting ............................................................................................................................... 85

AFDELING 1I Drankvergunning ................................................................................................................................. 86

AFDELING 1II Sluitingsuur ........................................................................................................................................... 86

TITEL 8 - OPENBARE VOORZIENINGEN ................................................................................. 87

HOOFDSTUK 1 Overnachten en kamperen ............................................................................................................. 87

HOOFDSTUK 2 Gemeentelijke infrastructuur .......................................................................................................... 87

AFDELING 1 Sport, spel en recreatie ....................................................................................................................... 87

AFDELING 2 Andere gemeentelijke openbare voorzieningen ............................................................................ 91

BIJLAGEN ...................................................................................................................................... 92

BIJLAGE 1 : REGLEMENT BRANDVEILIGHEID (Politieverordening brandveiligheid) ....................................... 95

Page 7: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

7

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 2 : ALGEMENE GEMEENTELIJKE POLITIEVERORDENING I.V.M. HET GEBRUIK VAN DE

OPENBARE WEG EN DE PLAATSING VAN TERRASSEN (‘TERRASREGLEMENT’) ................................... 130

BIJLAGE 3 : REGLEMENT HOUDENDE VASTSTELLING VAN VOORWAARDEN TOT HET

EXPLOITEREN VAN EEN TAXIDIENST (‘TAXIREGLEMENT’) .......................................................................... 149

BIJLAGE 4 : REGLEMENT HOUDENDE VASTSTELLING VAN VOORWAARDEN TOT HET

EXPLOITEREN VAN EEN DIENST VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER

(VVB) (‘REGLEMENT VERHUURVOERTUIGEN’) ................................................................................................... 163

BIJLAGE 5 : REGLEMENT INZAKE KERMISACTIVITEITEN OP OPENBARE KERMISSEN

(‘KERMISREGLEMENT’) .................................................................................................................................................. 171

BIJLAGE 6: REGLEMENT INZAKE AMBULANTE HANDEL EN OPENBARE MARKTEN

(‘MARKTREGLEMENT’) .................................................................................................................................................. 185

BIJLAGE 7 A: REGLEMENT BETREFFENDE NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR

TELECOMMUNICATIE ................................................................................................................................................... 201

BIJLAGE 7/ B: REGLEMENT BETREFFENDE TABAKSWINKELS ....................................................................... 211

BIJLAGE 8 : REGLEMENT (POLITIEVERORDENING) INZAKE KAMERWONEN (‘KAMERREGLEMENT’)

............................................................................................................................................................................................... 219

BIJLAGE 9 : GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT VOOR DE VEEMARKT VAN MENEN

(‘VEEMARKTREGLEMENT’) – opgeheven GR 15.12.2014 ..................................................................................... 227

BIJLAGE 10 - REGLEMENT STEDELIJKE VISVIJVER - Opgeheven GR 16.12.2013 .......................................... 231

BIJLAGE 11 - VISREGLEMENT OUDE LEIEARM - Sluizenkaai Menen (opwaarts de oude stuwsluis) ........ 235

BIJLAGE 12 - REGLEMENT AANMEERFACILITEITEN PLEZIERHAVEN, gelegen langs de Oude Leiearm

(afwaarts de oude stuwsluis)........................................................................................................................................... 238

BIJLAGE 13 - WATERSPORTREGLEMENT OUDE LEIEARM - Sluizenkaai Menen (opwaarts de oude

stuwsluis) ............................................................................................................................................................................. 242

BIJLAGE 14 - Reglement Natuurgebied "De Poel" (GR 31.05.1996) .................................................................... 246

BIJLAGE 15 – Overzicht locaties gemeentelijke aanplakborden en aankondigingsborden .............................. 250

RELEVANTE GEMEENTERAADSBESLISSINGEN ........................................................................... 251

Page 8: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

8

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 9: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

9

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

DEEL I

TITEL 1 - STRAFBEPALINGEN

Artikel 1

In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-

reglementaire toestand ongedaan te maken. De politieambtenaren aangeduid in artikel 20 van de wet van 24

juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, hierna GAS-wet, zijn bevoegd voor de

vaststelling van alle overtredingen vervat in deze politieverordening.

Ingevolge artikel 21 van de GAS-wet kunnen inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een

administratieve sanctie eveneens het voorwerp uitmaken van een vaststelling door de hiernavolgende

personen:

1° de gemeenteambtenaren die voldoen aan de door de Koning vastgelegde minimumvoorwaarden , bij een

besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad zijn bepaald inzake selectie, aanwerving, opleiding en

bevoegdheid, en die daartoe door de gemeenteraad worden aangewezen;

2° de provinciale of gewestelijke ambtenaren, de personeelsleden van de intergemeentelijke

samenwerkingsverbanden en autonome gemeentebedrijven die hiertoe binnen het raam van hun

bevoegdheden door de gemeenteraad worden aangewezen;

3° de personeelsleden van de openbare vervoersmaatschappijen behorend tot één van de categorieën

bepaald door de Koning, binnen het raam van hun bevoegdheden.

De personeelsleden van de bewakingsondernemingen, die daartoe door de gemeenteraad werden

aangewezen, kunnen uitsluitend bij de ambtenaren van de politie melding maken van inbreuken die enkel

bestraft kunnen worden met een administratieve sanctie en dit enkel in het kader van de activiteiten bedoeld

in artikel 1, §1, eerste lid, 6° van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere

veiligheid.

Artikel 2

Voor zover door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie geen straffen of administratieve

sancties worden bepaald, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden

met:

1° een administratieve geldboete van maximum 350 euro;

2° een administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

3° een administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

4° een tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting.

Indien de dader een minderjarige is, die de volle leeftijd van zestien jaar heeft bereikt op het tijdstip van de

feiten, bedraagt het maximum van de administratieve geldboete 175 euro.

Page 10: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

10

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De in het eerste lid bedoelde schorsing, intrekking of sluiting worden opgelegd door het college van

burgemeester en schepenen. De administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend

ambtenaar.

Artikel 3

Er is sprake van herhaling wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen

de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

In geval van herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste het dubbele van de geldboete die bij

de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 350 euro.

In geval van een nieuwe herhaling bedraagt de administratieve geldboete ten minste drie maal de

geldboete die bij de eerste overtreding werd opgelegd, met een maximum van 350 euro.

Het maximumbedrag van 350 euro vermeld in de voorgaande leden wordt tot een maximum van 175 euro

verminderd indien de minderjarige dader op het ogenblik van de vaststelling van de herhaalde feiten, de volle

leeftijd van zestien jaar heeft bereikt.

Artikel 4

De duur van de door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde administratieve sanctie kan

verdubbeld worden in geval van herhaling binnen de twaalf maanden volgend op de oplegging van de sanctie

en verdrievoudigd in geval van tweede herhaling binnen de twaalf maanden volgend op de oplegging van de

tweede sanctie.

§1. De sanctionerend ambtenaar kan zowel voor minderjarige als voor meerderjarige overtreders volgende

alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete opleggen:

1° de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de

overtreder ten gunste van de collectiviteit;

2 ° de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt

om door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of

om het conflict te doen bedaren.

§2. Een gemeenschapsdienst kan worden voorgesteld mits het akkoord van de overtreder of op zijn verzoek.

Deze gemeenschapsdienst mag voor meerderjarige overtreders niet meer dan dertig uur bedragen en moet

worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing

van de sanctionerend ambtenaar.

Voor minderjarige overtreders mag de gemeenschapsdienst niet meer dan vijftien uur bedragen, dient zij

georganiseerd te worden in verhouding tot zijn leeftijd en zijn capaciteiten en moet zij worden uitgevoerd

binnen dezelfde termijn als deze die voor de meerderjarigen geldt. Voor minderjarige overtreders kan de

sanctionerend ambtenaar beslissen de keuze en de modaliteiten van de gemeenschapsdienst toe te

vertrouwen aan de bemiddelaar.

De gemeenschapsdienst bestaat uit:

1° een opleiding en/of;

2° een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen

bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijke

Page 11: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

11

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt

aangewezen.

De procedure van gemeenschapsdienst zal omkaderd worden door een door de gemeente erkende dienst of

rechtspersoon.

De vader, de moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben, kunnen op hun

verzoek de minderjarige begeleiden bij de uitvoering van de gemeenschapsdienst.

In geval van niet-uitvoering van de gemeenschapsdienst of weigering van de gemeenschapsdienst kan de

sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.

§3. De sanctionerend ambtenaar dient verplicht het aanbod tot bemiddeling aan de minderjarige over te

maken, de sanctionerend ambtenaar oordeelt facultatief over het aanbod tot bemiddeling aan de

meerderjarige. Artikel 14 en verder bepalen het verloop van de bemiddelingsprocedure.

In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling kan de sanctionerend ambtenaar ofwel een

gemeenschapsdienst voorstellen ofwel een administratieve geldboete opleggen.

Artikel 5

Elke overtreding die aanleiding kan geven tot het opleggen van een administratieve sanctie dient te worden

vastgesteld door middel van een proces-verbaal of een bestuurlijk verslag.

Onverminderd artikel 6, wordt dit proces-verbaal of dit bestuurlijk verslag binnen de twee maanden na de

vaststelling bezorgd aan de sanctionerend ambtenaar, zoals bepaald in artikel 22 van de GAS-wet. Als de

overtreding wordt vastgesteld bij heterdaad wordt het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag binnen de

maand na de vaststelling overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar.

Indien het proces-verbaal of het bestuurlijk verslag onvoldoende gegevens zou bevatten, kan de sanctionerend

ambtenaar de politiediensten verzoeken die gegevens, eventueel na bijkomend onderzoek, nog toe te voegen

aan het dossier.

Artikel 6

Indien de feiten zowel een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke inbreuk vormen, wordt het

proces-verbaal binnen de voormelde termijnen na de vaststelling, toegestuurd aan de Procureur des Konings.

Een kopie wordt tegelijkertijd verzonden aan de sanctionerend ambtenaar.

Van feiten lastens minderjarigen die enkel met een administratieve sanctie kunnen bestraft worden, wordt

steeds een afschrift van het proces-verbaal of van het bestuurlijk verslag overgemaakt aan de Procureur des

Konings.

Artikel 7

De administratieve sanctie is proportioneel naargelang van de ernst van de feiten die haar verantwoorden en

van de eventuele herhaling. Wanneer de sanctionerend ambtenaar vaststelt dat de gemeenschapsdienst /

lokale bemiddeling correct werd uitgevoerd respectievelijk geslaagd is, kan hij geen administratieve geldboete

meer opleggen.

Artikel 8

De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen geeft

aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

Page 12: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

12

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 9

De sanctionerend ambtenaar kan geen administratieve geldboete opleggen na het verstrijken van een termijn

van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van de vaststelling van de feiten. De eventuele beroepsprocedures

zijn niet inbegrepen in deze termijn.

In afwijking van voormeld lid moet de beslissing van de sanctionerende ambtenaar binnen een termijn van

twaalf maanden vanaf de dag van de vaststelling van de feiten, genomen worden en aan de betrokkenene ter

kennis gebracht, indien er een gemeenschapsdienst of bemiddeling tussenkomt.

Artikel 10

De beslissing wordt door de sanctionerende ambtenaar aan de overtreder ter kennis te worden gebracht

door een aangetekend schrijven.

In het geval van een minderjarige overtreder wordt de beslissing op dezelfde wijze ter kennis gebracht aan de

minderjarige, evenals aan zijn vader en moeder, zijn voogden of de personen die de minderjarige onder hun

hoede hebben.

De sancties opgelegd door het college van burgemeester en schepenen worden ter kennis gebracht aan de

overtreder per aangetekend schrijven, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.

Beslissingen inzake feiten die tevens met een strafsanctie zijn bekleed worden eveneens toegestuurd aan de

Procureur des Konings.

Artikel 11

Wanneer deze politieverordening overtreden wordt, kan de bevoegde overheid van ambtswege de

noodzakelijke maatregelen laten uitvoeren op kosten en risico van de overtreder die heeft verzuimd op te

treden.

Artikel 12

Bevelen en beslissingen van de burgemeester, gegeven in uitvoering van artikel 133 tot en met artikel 135 van

de Nieuwe Gemeentewet, dienen te worden nageleefd. De niet-naleving van deze bevelen en beslissingen is

strafbaar overeenkomstig artikel 2 van deze politieverordening.

Iedere persoon, op de *openbare weg alsook in alle *openbare plaatsen, moet zich voegen naar de bevelen

en/of vorderingen hem door de bevoegde overheid in de uitvoering van zijn ambt gegeven.

Artikel 13

Alle vergunningen, toelatingen en machtigingen vermeld in deze politieverordening moeten worden

voorgelegd op het eerste verzoek van de bevoegde personen.

De voorwaarden opgelegd in de vergunning, toelating of machtiging dienen strikt te worden opgevolgd. De

niet-naleving ervan is strafbaar overeenkomstig artikel 2 van deze politieverordening.

Artikel 13bis

De procedure van onmiddellijk betaling wordt toegepast overeenkomstig titel II, hoofdstuk 5 van de GAS-wet

en haar uitvoeringsbesluiten.

Page 13: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

13

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 2 - BEMIDDELINGSPROCEDURE

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 14

De verplichte bemiddelingsprocedure met betrekking tot de feiten gepleegd door minderjarigen die de volle

leeftijd van zestien jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten en de facultatieve bemiddelingsprocedure

met betrekking tot meerderjarige overtreders waaromtrent de sanctionerend ambtenaar deze bemiddeling

wenselijk acht, worden als volgt georganiseerd.

Artikel 15

De bemiddelingsambtenaar, die is aangesteld door de stad Kortrijk en ter beschikking staat van alle

gemeenten van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, voert de bemiddelingsprocedure uit.

Artikel 16

De voorafgaande bemiddelingsprocedure heeft als doel de overtreder de mogelijkheid te bieden de

veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren, die ten

gevolge van een inbreuk op de politieverordening is ontstaan. De schadeloosstelling of herstelling van de

schade wordt vrij door de partijen onderhandeld en beslist.

Artikel 17

De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces. Bij een

geslaagde bemiddeling kan de sanctionerend ambtenaar rekening houden met het resultaat van de

bemiddeling door de administratieve geldboete te verlagen of door geen geldboete op te leggen.

De sanctionerend ambtenaar stelt het welslagen van de bemiddeling vast en kan geen administratieve

geldboete meer opleggen wanneer deze bemiddeling geslaagd is. In geval van weigering van het aanbod of

falen van de bemiddeling kan de sanctionerend ambtenaar ofwel een gemeenschapsdienst voorstellen, ofwel

een administratieve geldboete opleggen.

Artikel 18

Wanneer de overtreder een minderjarige is, die op het moment van de feiten de leeftijd van zestien jaar heeft

bereikt, kan deze bijgestaan worden door een advocaat die door de stafhouder van de orde van advocaten

wordt aangeduid. Deze advocaat kan ook aanwezig zijn tijdens de bemiddelingsprocedure.

De vader, de moeder, de voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben, worden op de

hoogte gebracht van de bemiddelingsprocedure en bij de procedure betrokken per aangetekend schrijven.

Voormelde personen kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij de bemiddeling.

Artikel 19

Bemiddeling kan slechts worden georganiseerd indien het slachtoffer geïdentificeerd is.

De overtreder, alsook het slachtoffer, aan wie de bemiddelingsprocedure wordt voorgesteld, kunnen de

procedure aanvaarden of weigeren.

De betrokken partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces.

Page 14: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

14

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Indien één van de betrokken partijen weigert deel te nemen aan de procedure of deze om het even welke

reden niet kan worden opgestart, dan sluit de bemiddelingsambtenaar de procedure af en maakt het dossier

onmiddellijk terug over aan de sanctionerend ambtenaar.

HOOFDSTUK 2 De bemiddelingsprocedure

Artikel 20

De sanctionerend ambtenaar selecteert de dossiers die in aanmerking komen voor de

bemiddelingsprocedure in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Vervolgens maakt hij de

vereiste elementen voor de opstart van de bemiddeling over aan de bemiddelingsambtenaar.

De bemiddelingsprocedure wordt na ontvangst van het dossier door de bemiddelingsambtenaar opgestart.

Artikel 21

Na ontvangst van het bemiddelingsdossier nodigt de bemiddelingsambtenaar de betrokken partijen en hun

eventuele advocaat tegelijk uit per brief, fax of email tegen ontvangstbewijs. Er worden minstens twee weken

voorzien tussen de datum waarop de uitnodiging wordt verstuurd en de datum van het bemiddelingsgesprek.

Indien de overtreder minderjarig is, worden de vader, de moeder, de voogd of de personen die de

minderjarige onder hun hoede hebben, ook aangeschreven.

Indien de betrokken partij geen natuurlijk persoon is, dan vraagt de bemiddelingsambtenaar aan de betrokken

partij om een vertegenwoordiger aan te duiden, die aan het bemiddelingsgesprek kan deelnemen.

Het staat de bemiddelingsambtenaar vrij alle vereiste maatregelen te nemen en contacten te leggen die nodig

zijn om de bemiddelingsprocedure op te starten en tot een goed einde te brengen.

Artikel 22

Tijdens het bemiddelingsgesprek zal de bemiddelingsambtenaar de bemiddelingsprocedure binnen het kader

van de gemeentelijke administratieve sancties verduidelijken voor de betrokken partijen. De partijen worden

geïnformeerd dat ze de mogelijkheid hebben om al dan niet op het aanbod in te gaan en om op elk moment

de bemiddeling te beëindigen.

Beide partijen krijgen in het gesprek de mogelijkheid een voorstelling van de feiten te geven en toe te lichten

hoe ze dit hebben ervaren.

De nadruk ligt tijdens het gesprek in de ondersteunende taak van de bemiddelingsambtenaar ten aanzien van

de betrokken partijen bij het zoeken naar een voor allen aanvaardbare, haalbare en proportionele oplossing;

in de vorm van een materieel, moreel, emotioneel en/of financieel herstel voor de geleden schade bij het

slachtoffer.

De bemiddelingsambtenaar voert de bemiddeling uit volgens de principes van onafhankelijkheid, neutraliteit

en vertrouwelijkheid. Daarnaast houdt hij zich strikt aan het beroepsgeheim wat betreft de identiteit van de

betrokken partijen en de onderzoeksgegevens in het dossier.

Page 15: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

15

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 23

Indien beide partijen een akkoord bereiken omtrent het herstel van de schade, wordt er een overeenkomst

opgemaakt. De overeenkomst geeft het resultaat van de bemiddelingsprocedure weer. De gemaakte

afspraken tussen de betrokken partijen worden expliciet vermeld.

Na ondertekening van de overeenkomst krijgen alle betrokken partijen een ondertekend exemplaar. Een

kopie van de overeenkomst wordt overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar.

Wanneer één van de partijen een beroep doet op een advocaat, wordt de overeenkomst eerst aan de

advocaat bezorgd en heeft deze één week de tijd om bemerkingen op de overeenkomst ter kennis te

brengen van de bemiddelingsambtenaar. Zonder tegenbericht wordt de overeenkomst ter ondertekening aan

de partijen voorgelegd en nadien aan de sanctionerend ambtenaar overgemaakt.

Indien de overeenkomst aan de sanctionerend ambtenaar wordt overgemaakt en op dat moment geen

verdere opvolging meer behoeft dan meldt de bemiddelaar dat de overeenkomst correct werd uitgevoerd.

Artikel 24

De bemiddelaar volgt de uitvoering van de overeenkomst op. In de overeenkomst staat gestipuleerd wanneer

de uitvoering moet voltooid zijn.

Artikel 25

Na een positieve afronding bij het correct naleven van de overeenkomst maakt de bemiddelingsambtenaar

een evaluatierapport over aan de sanctionerende ambtenaar en dit uiterlijk op de tiende werkdag na de

uitvoering van de overeenkomst.

De bemiddelingsambtenaar licht de advocaat in dat de overeenkomst correct werd uitgevoerd.

Indien de overeenkomst niet werd uitgevoerd, wordt dit vermeld in het rapport gericht aan de sanctionerend

ambtenaar. De advocaat van de overtreder zal hiervan op de hoogte worden gebracht.

Artikel 26

De volledige bemiddelingsprocedure dient uiterlijk één maand voor het verstrijken van de verjaringstermijn

beëindigd te zijn. Na overleg tussen de bemiddelingsambtenaar en de sanctionerend ambtenaar kan de

bemiddelingsprocedure verlengd worden onverminderd het in acht nemen van de wettelijke

verjaringstermijn.

HOOFDSTUK 3 Bijzondere bepalingen

Artikel 27

De documenten die worden opgemaakt en de mededelingen die worden gedaan tijdens de

bemiddelingsprocedure zijn vertrouwelijk. Zij mogen niet worden aangewend in een gerechtelijke of

administratieve procedure of enige andere procedure voor het oplossen van conflicten en zijn niet

toelaatbaar als bewijs, zelfs niet als buitengerechtelijke bekentenis.

Onverminderd de verplichtingen die de wet hem opleggen mag de bemiddelingsambtenaar de feiten waarvan

hij uit hoofde van zijn ambt kennis krijgt niet openbaar maken. Artikel 458 van het strafwetboek is op hem

van toepassing.

Page 16: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

16

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Partijen kunnen niet worden gehouden aan de door hen tijdens de bemiddeling ingenomen standpunten en

voorstellen, alsmede de door hen aan de bemiddelaar of aan de andere partij gedane mededeling van welke

aard en op welke wijze ook, behoudens hetgeen tussen hen werd overeengekomen in een

bemiddelingsovereenkomst, waarin het akkoord tussen partijen werd vastgelegd.

Artikel 28

De bemiddelingsambtenaar mag met geen van de partijen een band hebben of doen ontstaan die zijn

onafhankelijkheid in de ogen van de partijen in het gedrang kan brengen. In geval van een belangenconflict zal

hij zich onthouden.

In voorkomend geval zal de bemiddelingsambtenaar zowel voorafgaand als tijdens de bemiddeling de

elementen aanbrengen die zijn onafhankelijkheid in het gedrang kunnen brengen. De betrokken partijen

kunnen hierop hun schriftelijk akkoord geven om de bemiddelingsprocedure verder te zetten. Indien

minstens één van de betrokken partijen geen schriftelijk akkoord geeft, trekt de bemiddelingsambtenaar zich

terug uit de bemiddeling.

HOOFDSTUK 4 Ouderlijke betrokkenheid

Artikel 28 bis

§1 Voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling of, desgevallend, de oplegging van een administratieve

geldboete, kan de sanctionerend ambtenaar, indien hij dit aangewezen acht, de procedure van ouderlijke

betrokkenheid opstarten.

§2 In het geval dat de sanctionerend ambtenaar de procedure van de ouderlijke betrokkenheid opstart

informeert hij, per aangetekende brief, de vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de

minderjarige over de vastgestelde feiten. Hij verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het proces-

verbaal, hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen

opvoedkundige maatregelen. Daartoe kan hij een ontmoeting vragen met de vader en de moeder, de voogd

of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben, alsook met de minderjarige.

Indien, na het bekomen van de voormelde opmerkingen en/of nadat hij de minderjarige heeft ontmoet –

evenals zijn vader, moeder, voogd of personen die er de hoede over hebben, en indien hij tevreden is over de

educatieve maatregel(en) die door deze laatsten werd(en) voorgesteld, dan kan de sanctionerend ambtenaar

hetzij de procedure afsluiten, hetzij alsnog de administratieve procedure opstarten.

Page 17: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

17

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 3 - BEGRIPPENKADER

Artikel 29

De navolgende begrippen, gehanteerd in deze verordening, worden als volgt gedefinieerd. Iedere verwijzing

naar een hogere norm geldt als een verwijzing naar deze norm zoals hij op het ogenblik van de toepassing van

deze verordening van kracht is.

Aanplakking

Publiciteit aangebracht op tijdelijke of permanente wijze zowel voor evenementen, officiële mededelingen

alsook iedere andere aankondiging op tijdelijke of permanente wijze aangebracht.

Afvalwater

Water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, met

uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater.

B&B-huis

Kamerwoning, waar tegen betaling tijdelijk of bestendig, kamers, met of zonder maaltijden, ter beschikking

worden gesteld aan toeristen;

en waarbij maximum 3 kamers verhuurd kunnen worden of accommodatie voor 5 personen beschikbaar is;

en waarbij huurder individueel (in aangrenzende ruimte) kan gebruik maken van basisvoorzieningen wc en bad

of douche.

Begraven

Bijplaatsen van een stoffelijk overschot in een graf.

Beperkte verhuur

Kamerwoning waar maximaal 3 kamers of accommodatie voor 5 personen verhuurd wordt en waarbij de

*verhuurder zelf in de kamerwoning woont.

Bevoegde overheid

De gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester of enig ander (gemeentelijk)

bestuursorgaan naargelang de hen toegewezen bevoegdheid, hetzij de door deze organen aangeduide

personen.

Bouwvallige gebouwen

Gebouwen die door hun staat een gevaar opleveren voor de openbare veiligheid door instortingsgevaar, van

het volledig gebouw of een deel ervan (bv. afhangende of losse dakgoten, neerschuivende pannen, scheuren in

gevel, ontploffingsgevaar, brandgevaar, vermolmd houtwerk, enzovoort).

Bouwwerken (zoals bedoeld in Deel 2, Titel 3, Hoofdstuk 3)

Het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten van onroerende goederen.

Page 18: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

18

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Collecte

Activiteit waarbij beroep wordt gedaan op de vrijgevigheid van de bevolking door het vragen of inzamelen van

geld of giften onder elke mogelijke vorm ook, zoals elke inzameling van levensmiddelen, kledingstukken en

andere goederen.

Erkend laboratorium

Laboratorium erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 2 april 1974 houdende voorwaarden en

modaliteiten voor de erkenning van laboratoria die bij de bestrijding van de geluidshinder belast zijn met het

beproeven van en de controle op apparaten en inrichtingen.

Erkend milieudeskundige

Milieudeskundige door de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu erkend in de discipline geluid. Voor alle

artikelen in deze verordening waarin geluidsnormen worden opgelegd, gelden artikel 2 en 3 van de bijlage

4.5.1 van Vlarem II inzake de meetomstandigheden en de eisen waaraan de meetketen moet voldoen.

Evenement

Samenscholingen, betogingen, optochten, *openbare vergaderingen, rave-party’s en andere dergelijke

evenementen waarop meerdere personen aanwezig zijn.

Fundamentele basisvoorzieningen

Deze omvatten minimaal : wc met waterspoeling, aansluiting op riolering, bad of douche met koud en warm

stromend water, keukeninstallatie (met kooktoestel en gootsteen, voorzien van reukafsnijder).

Gelijkgestelde Bedrijfsafvalstoffen

met huishoudelijk afval vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen , van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid

als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als

activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54°

van het VLAREMA.

Geluid

Alle vormen van geluidsemissie, voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen, al dan niet

elektronisch versterkt.

Geluidsinstallatie

Elk toestel of groep van toestellen – daartoe speciaal geproduceerd of gebruikt - dat of die geluid maakt, al

dan niet elektronisch versterkt.

Gemakkelijk brandbare materialen

Materialen met een lage ontbrandingstemperatuur zoals rietmatten, stro, karton, boomschors, hout,

natuurlijke kerstbomen, papier, gemakkelijk brandbare textiel / kunststoffen…

Geparkeerd voertuig

Voertuig dat langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen van personen of voor het laden en lossen

van zaken (zie artikel 2.23 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement

op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg).

Page 19: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

19

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Gevaarlijke dieren (ook agressieve of kwaadaardige dieren)

Elk dier dat iemand aanvalt, bijt of verwondt zonder provocatie, of elk dier dat een ander dier verwondt of

aanvalt zonder provocatie, alsook ieder dier dat indien het vrij zou rondlopen, zonder enige provocatie

redelijkerwijze iemand of andere dieren zou kunnen aanvallen.

Onder deze bepaling vallen niet de volgens de milieuwetgeving (VLAREM) vergunnings- of meldingsplichtige

dieren.

Gezin

Eén persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan

elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven.

Graf

De laatste rustplaats van een stoffelijk overschot.

Grofvuil

Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, die omwille van de

omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden,

met uitzondering van alle selectief ingezamelde afvalstoffen en gevaarlijke stoffen.

Huishoudelijke afvalstoffen

Afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die

daarmee gelijkgesteld worden bij besluit van de Vlaamse regering (zie artikel 4.1.1 van het VLAREMA), zoals

gedefinieerd in artikel 3, 17° van het materialendecreet.

Huisvuil

Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare

bedrijfsactiviteit, die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilophaling kunnen geborgen worden, met

uitzondering van alle selectief ingezamelde afvalstoffen en gevaarlijke stoffen.

Huurder van een kamer

Elkeen die, in welke hoedanigheid of vorm of onder welke benaming ook, hetzij uitsluitend voor zichzelf,

hetzij in gemeenschap met andere bewoners, het genot krijgt over een kamer zonder daarvan eigenaar,

mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter of opstalhouder te zijn.

Kamer of niet-zelfstandige woning

Woongelegenheid waarvan de bewoner één of meerdere *fundamentele basisvoorzieningen moet delen met

bewoners van één of meerdere andere woongelegenheden in hetzelfde gebouw én waarbij bewoners voor

ontbrekende basisvoorzieningen afhankelijk zijn van gemeenschappelijke ruimtes in of aansluitend bij gebouw

waarvan woongelegenheid deel uitmaakt.

Kamerwoning

Elk gebouw met *kamers, ongeacht of er andere functies en/of *woongelegenheden in het gebouw aanwezig

zijn, in casu, *logementhuizen, *studentenhuizen en *B&B-huizen.

Page 20: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

20

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Kermis

Manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en

tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of

diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Kermisactiviteit

Elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in

het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.

Klein Gevaarlijk Afval (KGA)

De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

Logementshuis

Kamerwoning waar tegen betaling toevallig, tijdelijk of bestendig kamers, met of zonder maaltijden, ter

beschikking worden gesteld aan niet-studenten, ongeacht of ze er wettelijk gehuisvest zijn of niet.

Machtiging

De schriftelijke toelating verleend door het hiertoe bevoegde orgaan.

Markt

Manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente, om op vastgestelde plaatsen en

tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten verkopen.

Er zijn twee soorten markten:

Openbare markt: een markt die georganiseerd wordt door de gemeente, hetzij door deze autoriteit zelf

beheerd, hetzij door deze in concessie gegeven.

Private markt: een markt ingericht door een privé-initiatief, voorafgaand toegelaten door de gemeente.

Marktleider

De door de bevoegde overheid aangeduide ambtenaar, bevoegd tot aanduiding van de standplaatsen op de

openbare markten, en tot controle van de documenten die de machtiging en identiteit van de personen die

een ambulante of kermisactiviteit uitoefenen.

Milieuambtenaar

De ambtenaar die beschikt over een geldig bekwaamheidsbewijs, afgeleverd volgens de bepalingen van het

besluit van de Vlaamse regering van 7 november 1984 tot aanwijzing voor het Vlaams gewest van de

ambtenaren die bevoegd zijn voor het opsporen en vaststellen van inbreuken op de regelen ter bestrijding

van de geluidshinder of overeenkomstig artikel 61 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari

1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning.

Muziek

Alle vormen van muziekemissie, voortkomend van blijvende of tijdelijke geluidsbronnen, al dan niet

elektronisch versterkt.

Page 21: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

21

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Open vuur

Alle vormen van een vuur met open vlam zoals kampvuren, kerstboomverbrandingen, houtvuren, enzovoort.

Openbaar domein

Alle goederen die door een uitdrukkelijke of impliciete beslissing van de bevoegde overheid bestemd zijn tot

het gebruik van allen zonder onderscheid van de persoon, evenals alle goederen die behoren tot een

openbare rechtspersoon en nodig zijn voor een openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan een

openbare noodwendigheid en die in die functie door geen enkel ander kunnen vervangen worden.

Openbare of publieke inrichtingen

Alle gebouwen, lokalen of plaatsen die kosteloos of tegen betaling of op vertoon van een lidkaart voor het

publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt. De inrichtingen

bedoeld in rubriek 32 van de indelingslijst gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991

houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, hetzij

ontspanningsinrichtingen en schietstanden, zijn uit deze definitie gesloten.

Er zijn twee soorten inrichtingen:

Gesloten publieke inrichtingen: inrichtingen in gebouwen, lokalen, zalen, en dergelijke.

Open publieke inrichtingen: voor het publiek toegankelijke inrichtingen die geheel of gedeeltelijk

georganiseerd worden in open lucht, inclusief terrassen, tuinen, tenten, en dergelijke.

Openbare plaats

- iedere gesloten plaats in de zin van artikel 26 van de Grondwet die voor een openbare vergadering in de zin

van hetzelfde artikel wordt aangewend of voor iedereen toegankelijk is, hetzij occasioneel, hetzij uit haar aard

of primaire bestemming;

- de openbare weg;

- de overige ruimtes in de open lucht indien die voor iedereen toegankelijk zijn.

Openbare weg

Het gedeelte van het gemeentelijk grondgebied, dat in hoofdorde bestemd is voor het verkeer van personen

of voertuigen en voor iedereen toegankelijk is binnen de bij wetten, besluiten en verordeningen bepaalde

perken.

De openbare weg omvat eveneens :

- de installaties voor het vervoer en de bedeling van goederen, energie en signalen, en dit binnen

dezelfde perken

- de verkeerswegen, met inbegrip van de bermen en de trottoirs;

- de openbare ruimten, aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen, en voornamelijk bestemd

voor het stationeren van voertuigen, voor tuinen, wandelingen en markten, openbare pleinen en

groenzones.

Openbare vergadering

Vergaderingen die bestaan uit personen die zonder onderscheid toegelaten worden, maar ook die waar al

diegenen toegelaten worden die aan een voorwaarde voldoen die afhankelijk is van hun eigen wil, zoals bv. de

betaling van een willekeurige som.

Page 22: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

22

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Opgraven

Uit het graf halen van een stoffelijk overschot.

Papier en karton

Alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk,

publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of

kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een

vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag,

carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren

voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden,

behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken, enz.

Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (afgekort PMD-afval)

Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de

normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Privatieve ingebruikname

Elke blijvende of tijdelijke ingebruikneming, hetzij door het plaatsen van om het even welke voorwerpen of

inrichtingen op de openbare weg of het openbaar domein, hetzij door die voorwerpen aan de gevels of

afsluitingen op te hangen of te bevestigen zodat zij over de openbare weg of het openbaar domein

uitspringen.

Privatieve ingebruikname door bouwwerken

Het plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, toestellen die

niet zelfstandig in het verkeer mogen gebracht worden, zoals hoogtewerkers, bouwliften, constructies voor

steenvang, afbraakmaterialen, enz., telkens al dan niet afgebakend door een afsluiting of schutting. De

voorgaande begrippen maken deel uit van een niet-beperkende opsomming. (zie ook ‘Bouwwerken’)

Recyclagepark

Een inrichting, uitgebaat door de gemeente, desgevallend het intergemeentelijk samenwerkingsverband, die

tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de

maximale recyclage van deze afvalstoffen.

Rijbaan

Het deel van de openbare weg dat voor het voertuigenverkeer in het algemeen is ingericht, zoals bepaald in

artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van

het wegverkeer.

Sluikstorten

Het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op openbare en private wegen, plaatsen

en terreinen op een wijze of tijdstip dat niet overeenstemt met deze politieverordening en andere wettelijke

bepalingen.

Page 23: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

23

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Standwerker

De persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat in de verkoop, op verschillende markten, van producten

of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het gebruik uitlegt, door middel van argumenten en/of

demonstraties gericht op een betere bekendheid bij het publiek en zodoende de verkoop ervan poogt te

promoten.

Stoffelijk overschot

Lijk of asresten van menselijke oorsprong.

Studentenhuis

Kamerwoning waarvan de kamers uitsluitend worden te huur gesteld of verhuurd aan één of meer studenten.

Als student wordt beschouwd elkeen die ingeschreven is bij een instelling van hoger onderwijs, waarvan hij

de lessen volgt en voor wie dat zijn hoofdbezigheid vormt. Ook studentengemeenschapshuizen zoals

omschreven in de Vlaamse Wooncode worden hieronder begrepen.

Terras

Elke constructie die het openbaar domein inneemt ten bate van een horecauitbating, waar eetwaar en/of

drank voor consumptie ter plaatse te koop wordt aangeboden, die bestaat uit vaste en/of losse elementen,

zoals windschermen, meubilair allerhande, parasols en andere, zonder dat deze opsomming als beperkend

mag aanzien worden.

Textielafval

Alle niet verontreinigde kledij, lederwaren (zoals schoeisel en handtassen), beddengoed, woningtextiel

(gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, enz., die ontstaan door de normale werking van

een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Tuinafval

Organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren, organisch afval uit

parken en plantsoenen, boomstronken, gazonmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van

een particuliere huishouding, desgevallend door een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Onder snoeihout worden

enkel takken met een diameter van minder dan 10 cm verstaan.

Uitbater

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet noodzakelijk van het

handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt uitgebaat.

Verhuurder

Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter,

opstalhouder of lasthebber een woning, gebouw, kamer of elk ander onroerend goed verhuurt of ter

beschikking stelt tegen betaling of om niet.

Verantwoordelijke

De exploitant (uitbater en/of iedere door hem aangeduide persoon) van een inrichting of een activiteit, de

organisator van een evenement of van een bepaalde activiteit.

Page 24: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

24

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Verpakkingsglas

Hol glas, dienend als verpakking, zoals flessen en bokalen.

Vertoningen

Het tot uiting brengen van een gedachte in een publieke plaats waartoe iedereen toegang heeft, hetzij gratis,

hetzij tegen betaling. Voorbeelden zijn ondermeer film- en theatervoorstellingen in openbare lokalen

Vlammen

Zichtbaar verbrandingsverschijnsel zoals brandende fakkels en kaarsen.

Vreugdesalvo’s

Vuurwerk dat gebruikt wordt ter viering van een nakend huwelijk of andere feestelijkheden.

Vuurwerk

Eén of meer voorwerpen gevuld met ontploffende, brandbare en/of lichtgevende mengsels, meestal gebruikt

bij visueel en klankspektakel waardoor gekleurde en/of luidruchtige effecten ontstaan.

Waterwinpunten

Hydranten van het openbaar waterleidingnet en open watervoorraden.

Woongelegenheid

Lokaal of een geheel van aaneensluitende lokalen hoofdzakelijk bestemd voor feitelijke huisvesting van een

persoon of van een groep van samenlevende personen.

Page 25: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

25

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

DEEL II

TITEL 1 OPENBARE ORDE IN HET ALGEMEEN

HOOFDSTUK 1 *Evenementen en vermommingen

AFDELING 1 Evenementen

Artikel 30

Evenementen op de *openbare weg en/of openbare pleinen zijn verboden, tenzij voorafgaande en schriftelijke

*machtiging van de bevoegde gemeentelijke overheid.

Evenementen in open lucht die voor iedereen toegankelijk zijn, zijn eveneens onderworpen aan een

voorafgaande en schriftelijke machtiging van de bevoegde gemeentelijke overheid.

Evenementen in een gesloten openbare plaats (in de zin van artikel 26 van de grondwet die voor een

openbare vergadering in de zin van hetzelfde artikel wordt aangewend of voor iedereen toegankelijk is, hetzij

occasioneel, hetzij uit haar aard of primaire bestemming) dienen om redenen van openbare veiligheid vooraf

te worden gemeld aan de burgemeester.

Artikel 31

Elke aanvraag tot het inrichten van een evenement moet schriftelijk gebeuren, tenminste 8 weken vóór de

voorziene datum.

Commerciële activiteiten op de openbare weg moeten schriftelijk en minstens 8 weken vooraf aangevraagd

worden.

Voor sportmanifestaties op de openbare weg dienen bovendien de wettelijke bepalingen ter zake te worden

nageleefd.

De aanvraag gebeurt via het hiertoe geëigende formulier en bevat ondermeer volgende inlichtingen:

- de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en);

- het voorwerp van het evenement;

- de datum en het tijdstip van het evenement;

- de geplande route en/of de locatie;

- de voorziene plaats en tijdstip voor het begin en einde van het evenement en in voorkomend geval

de ontbinding;

- of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement;

- de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen;

- de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.

Artikel 32

De burgemeester kan uitzonderingen toestaan op de in artikel 31 voorziene termijn in uitzonderlijke

omstandigheden en kan tevens bepaalde voorwaarden opleggen. Bij gewichtige redenen kan hij het

evenement verbieden.

Page 26: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

26

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 2 Vermommingen

Artikel 33

Niemand mag een vermomming dragen die van aard is de openbare orde te storen.

Gemaskerde of vermomde personen mogen geen vlugschriften uitdelen of verspreiden.

Artikel 185 (zonaal) Gemengde inbreuk– volgens art. 463bis Sw.

§ 1 Het is , zoals bepaald in artikel 563bis van het Strafwetboek, behoudens andersluidende wetsbepalingen,

verboden zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen te begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk

bedekt of verborgen, zodat men niet herkenbaar is.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

§ 2 Het verbod opgenomen in paragraaf 1 geldt niet voor hen die zich krachtens arbeidsreglementen in de

voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen,

zodat ze niet herkenbar zijn.

Het verbod opgenomen in paragraaf 1 geldt evenmin voor vermommingen naar aanleiding van lokale

gebruiken, zijnde Sint-Maarten, Halloween, Sinterklaas, Kerstmis, Driekoningen, carnaval, 100 dagen,

(limitatieve opsomming).

Het verbod opgenomen in paragraaf 1 geldt evenmin mits schriftelijke en voorafgaande gemotiveerde

toestemming van de burgemeester voor evenementen met commerciële doeleinden en culturele en sportieve

evenementen op het openbaar domein.

§ 3 Het is verboden voor onbevoegden zich op de openbare weg te vertonen in de ambtskledij van

burgerlijke, gerechtelijke en militaire overheden.

De burgemeester kan, in het kader van een toegelaten evenement, afwijking verlenen op het verbod tot het

dragen van ambtskledij van burgerlijke, gerechtelijke en militaire overheden, zoals bepaald in eerste lid.

AFDELING 3 Openbare *vertoningen

Artikel 34

De toegang tot *openbare of voor publiek toegankelijke inrichtingen waar vertoningen worden gehouden is

verboden aan personen die kennelijk tekenen van dronkenschap vertonen.

Page 27: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

27

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 2 Nummering van gebouwen en aanbrengen van andere tekens

AFDELING 1 Huisnummers

Artikel 35

De eigenaars en bewoners van gebouwen zijn verplicht het huisnummer dat hen door de gemeentelijke

overheid is toegewezen aan te brengen en ervoor te zorgen dat dit nummer leesbaar en zichtbaar blijft.

AFDELING 2 Aanduidingen van openbaar nut

Artikel 36

De eigenaars, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook zijn verplicht,

- zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, op de gevel van hun gebouw, ook

wanneer die zich buiten de rooilijn bevindt, toe te staan dat aanduidingen van openbaar nut en

nutsvoorzieningen worden aangebracht;

- de gemeentelijke overheid te verwittigen wanneer deze tekens onleesbaar, onzichtbaar of verwijderd

worden.

HOOFDSTUK 3 Andere inbreuken

Artikel 185 bis (zonaal) Zware Gemengde inbreuk– volgens art. 448 Sw.

Het is, zoals bepaald in artikel 448 van het strafwetboek, verboden, hetzij door daden, hetzij door geschriften,

prenten of zinnebeelden, iemand te beledigen in een van de omstandigheden in artikel 444 Strafwetboek

bepaald. Het is tevens verboden, in een van de omstandigheden in artikel 444 Strafwetboek bepaald, iemand

die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of ie met een openbare hoedanigheid is

bekleed, door woorden te beledigen in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 185 ter (zonaal) Gemengde inbreuk– volgens art. 461- 463 Sw.

Het is zoals bepaald in artikel 461 en 463 strafwetboek verboden om een zaak die hem niet toebehoort

bedrieglijk weg te nemen (diefstal) of zoals bepaald in artikel 466 strafwetboek pogen weg te nemen (poging

diefstal). Met diefstal wordt gelijkgesteld het bedrieglijk wegnemen van andermans goed voor een

kortstondig gebruik. De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig

de strafbepalingen van deze verordening vermeld in deel 1.

Page 28: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

28

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 2 - OPENBARE ORDE EN RUST

HOOFDSTUK 1 Geluidsoverlast

AFDELING 1 Algemene bepalingen

Artikel 37

Het is verboden, door een gebrek aan voorzorg, *geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder

rechtmatige reden of zonder noodzaak, wanneer dit de rust van de inwoners in het gedrang brengt.

Artikel 38 Gemengde inbreuk – volgens art. 561,1° Sw.

Het is, zoals bepaald in artikel 561,1° van het strafwetboek, verboden zich schuldig te maken aan

nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de bepalingen van

Titel 1 (strafbepalingen) van deze verordening.

AFDELING 2 Specifieke bepalingen inzake geluidsoverlast door muziek

De voormalige artikelen 39 tot en met 41 (algemeen deel) en de voormalige artikelen 186 tot en met 194

(zonaal deel) worden opgeheven

Artikel 195 (zonaal)

Het is verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het

voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden

verondersteld door de bestuurder te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel

Page 29: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

29

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 3 Andere specifieke vormen van geluidsoverlast

1. Laden en lossen

Artikel 42

Voor het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of andere voorwerpen die geluiden kunnen

voortbrengen, moeten de nodige maatregelen genomen worden zodat ze zo geluidsarm mogelijk verplaatst

kunnen worden.

2. Draaiende houden van voertuigen

Artikel 43

Het is verboden, tijdens de nacht, voertuigen of hun toebehoren met koelinstallaties draaiende te houden

terwijl het voertuig * geparkeerd staat en dit op minder dan 200 meter van de bewoning.

3. Voertuigen met luidsprekers

Artikel 44

§1: Het gebruik van luidsprekers op voertuigen die bestemd zijn voor publiciteit is onderworpen aan de

voorafgaande schriftelijke machtiging van de bevoegde gemeentelijke overheid.

§2: De machtiging moet steeds in het voertuig aanwezig zijn.

4. Aandachtstrekkende geluidsmiddelen en geluidssignalen

Artikel 45

Het gebruik van fluiten, sirenen, bellen, klokken, muziek, of andere geluidsverwekkende hulpmiddelen om de

aandacht te trekken op de verkoop van een product of om een dienst te verlenen, is enkel toegelaten, mits

voorafgaande schriftelijke machtiging van de bevoegde gemeentelijke overheid.

5. Toestellen voor recreatief gebruik

Artikel 46

Het is verboden met ontploffingsmotor of verbrandingsmotor aangedreven sport- en speeltuigen te

gebruiken om er oefeningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden, wedstrijden of manifestaties mee te

houden of te organiseren in de open lucht, op minder dan 200 meter van de bewoning. (Dit verbod geldt niet

op de erkende terreinen waarop afzonderlijke reglementen van toepassing zijn).

§2: Afwijkingen hierop kunnen door de bevoegde gemeentelijke overheid worden toegestaan.

6. *Vuurwerk en *vreugdesaldo’s

Artikel 47

§1: Het is verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen

die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken.

§2: Naar aanleiding van feestelijkheden kan de burgemeester machtiging verlenen om feestvuurwerk af te

steken. In de nacht van 24 op 25 december en van 31 december op 1 januari, alsook op kerstdag en

nieuwjaarsdag, mag zonder voorafgaande machtiging of kennisgeving feestvuurwerk afgestoken worden.

Page 30: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

30

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Voormelde uitzondering op de voorafgaande machtiging is niet van toepassing op het oplaten van

wensballonnen.

§3: Vreugdesalvo’s zijn enkel toegelaten na voorafgaande machtiging van de burgemeester.

7. Werktuigen, grasmaaiers, e.d.

Artikel 196 ( zonaal)

Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers, kettingzagen of andere werktuigen aangedreven

door motoren (zowel ontploffings- en elektrische motoren), is verboden tussen 21 uur en 07 uur.

Op zondagen en wettelijke feestdagen is het gebruik van dergelijke toestellen niet toegestaan voor 09 uur.

Dit artikel is niet van toepassing voor de normale exploitatie van landbouwgronden.

8. Luchtdrukkanonnen

Artikel 297 (lokaal)

§1: Het gebruik van al dan niet automatische schrikkanonnen of gelijksoortige toestellen ter bescherming van

de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch versterkt, het

geluid laten horen van krijsende vogels om vogels te verjagen, is verboden tussen 21 uur en 07 uur.

§2: Het gebruik van dergelijke toestellen is uitsluitend in de periode van 15 april tot 15 juli toegestaan.

§3: Wegens onvoorziene omstandigheden eigen aan het klimaat (bv. laattijdige groei van de gewassen als

gevolg van de weersomstandigheden) of de aard van de gewassen kan de periode van het gebruik van

dergelijke toestellen door de burgemeester worden verlengd.

§4: De loopmond van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van

hindergevoelige plaatsen of gebieden.

§5: Dergelijke toestellen mogen alleen opgesteld worden op een afstand van meer dan 100 meter van een

woning.

AFDELING 4 Maatregelen

Artikel 48

De zaken die het voorwerp uitmaken van het misdrijf, en die gediend hebben tot het plegen van het misdrijf,

kunnen tijdelijk bestuurlijk in beslag genomen worden.

Page 31: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

31

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 2 Sluitingsuur

AFDELING 1 Algemeen

Artikel 49

Iedere uitbater van een inrichting dient de specifieke reglementering ter zake na te leven.

AFDELING 2 Publieke inrichtingen bestemd voor vermaak of voor enige

consumptie

Artikel 197 (zonaal)

Alle publieke inrichtingen bestemd voor vermaak of voor enige consumptie, met inbegrip van ambulante

installaties van dezelfde aard, moeten gesloten blijven tijdens het hele jaar vanaf 01 uur ’s nachts tot 07 uur

’s ochtends , met uitzondering van:

- de nachten van vrijdag op zaterdag, zaterdag op zondag

- de nacht voor en de nacht van de wettelijke/decretale feestdagen, met name:

Nieuwjaar (1 januari)

Pasen

Paasmaandag

Feest van de arbeid (1 mei)

O.L.H. Hemelvaart

Pinksteren

Pinkstermaandag

Vlaamse Feestdag (11 juli)

Nationale Feestdag (21 juli)

OLV Hemelvaart (15 augustus)

Allerheiligen (1 november)

Wapenstilstand (11 november)

Kerstmis ( 25 december)

- de nacht voor en de nacht van de plaatselijke kermisdagen;

Voor deze uitzonderingen geldt als sluitingsuur de uren van 03 uur tot 07 uur.

Dit artikel is tevens van kracht op de als hinderlijk ingedeelde inrichtingen van bijlage I Vlarem I onder de

rubrieken 32.1 en 32.2.

Met publieke inrichtingen bestemd voor vermaak of voor enige consumptie wordt ondermeer bedoeld

herbergen, drankinrichtingen, koffiehuizen, drankslijterijen, tapperijen, restaurants, eethuizen, tea-rooms,

frituren, feestzalen, …

Deze voorschriften inzake sluitingsuur zijn niet van toepassing op de erkende hotels, hotel-restaurants, ten

aanzien van de reizigers die er op regelmatige wijze zijn ingeschreven en op voorwaarde dat de inrichting niet

toegankelijk is voor het gewoon publiek.

Artikel 198 (zonaal)

§1: De bevoegde gemeentelijke overheid kan individuele afwijkingen op dit sluitingsuur verlenen mits een

voorafgaande en schriftelijke aanvraag.

De afwijking wordt slechts verleend na gunstig advies door de politie.

De burgemeester bepaalt de modaliteiten.

Page 32: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

32

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

§2: Machtiging tot afwijking moet door de houder op eerste vordering van de bevoegde overheid getoond

worden, zo niet wordt men geacht niet in het bezit te zijn van dergelijke machtiging.

Artikel 199 (zonaal)

De aanvraag tot afwijking gebeurt volgens het hiertoe bestemde formulier en dient volgende gegevens te

bevatten:

- naam en adres van de aanvrager;

- telefoon en GSM-nummer waarop de aanvrager te bereiken is tijdens de dag(en) van de afwijking;

- de dag(en) waarvoor de afwijking wordt aangevraagd

Artikel 200 (zonaal)

De uitbaters zijn verplicht de verbruikslokalen te doen ontruimen en te sluiten op het voorziene sluitingsuur.

Het is dan ook verboden voor alle personen, vreemd aan de inrichting die hun aanwezigheid niet kunnen

wettigen, zich na sluitingsuur in deze inrichting te bevinden.

Artikel 201 (zonaal)

De inrichtingen zoals bedoeld in artikel 197 kunnen door de politie ontruimd of gesloten worden, zelfs vóór

het er van toepassing zijnde sluitingsuur, in geval van overtreding op onderhavig artikel 197, in geval van

wanorde of wanneer de openbare orde en rust wordt verstoord, wanneer aan de aanmaningen van de politie

geen onmiddellijk gevolg wordt gegeven of wanneer na een aanmaning tijdens dezelfde nacht dezelfde

onregelmatigheden worden vastgesteld.

Artikel 202 (zonaal)

De burgemeester kan de sluiting bevelen voor een bepaalde duur van een in artikel 197 bedoelde publieke

inrichting waar de openbare rust werd verstoord of waar buren- en/of milieuhinder werden vastgesteld of

waarvan de houder of uitbater geweigerd heeft de bevelen van de politie op te volgen.

Artikel 203 (zonaal)

In iedere inrichting, zoals hoger vermeld, moet een afschrift van de reglementering inzake sluitingsuur goed

zichtbaar en leesbaar worden uitgehangen.

Artikel 298 (lokaal)

In afwijking van artikel 197 , zijn deze voorschriften inzake sluitingsuur niet van toepassing op koffiehuizen

waar ontbijt wordt verstrekt , en evenmin op de cafetaria van de Veemarkt, gelegen op de LAR.

AFDELING 3 Nachtwinkels

Artikel 299 (lokaal)

Volgens het specifiek reglement inzake nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie gelden

bijzondere sluitingsuren voor deze categoriën .

Artikel 299 bis (zonaal)

Als er een evenement wordt georganiseerd dat een breed publiek aanspreekt (met geraamde opkomst van

meer dan 1500 personen), worden de nachtwinkels van de deelgemeente waar het evenement doorgaat,

verboden om sterke alcoholische dranken te verkopen gedurende de avond en nacht van betreffend

Page 33: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

33

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

evenement. De burgemeester neemt naar aanleiding van een concreet evenement zoals bedoeld in de eerste

zin, een besluit.

AFDELING 4 Terrassen

Artikel 204

Het terras bij een publieke inrichting dient ten laatste tegen 24 uur te worden opgeruimd. Het opruimen van

het terras dient zo stil mogelijk te gebeuren om de nachtrust niet te verstoren.

Page 34: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

34

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 3- OPENBARE VEILIGHEID EN DOORGANG OP DE

OPENBARE WEG EN HET *OPENBAAR DOMEIN

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

*Artikel 50

Het is, zonder schriftelijke en voorafgaande machtiging van de *bevoegde overheid, verboden:

1) enige wijziging aan overheidsgoederen aan te brengen;

2) zonder noodzaak roosters, riooldeksels of toegangen tot ondergrondse ruimten te openen. De

nodige voorzorgsmaatregelen dienen hiertoe steeds in acht genomen te worden;

3) een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang

kan brengen;

4) aan gebouwen langsheen de openbare weg iets vast te hechten of te laten uitsteken. Hierbij dienen

steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden inzake stevigheid, veiligheid en vlotte

doorgang.

HOOFDSTUK 2 Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang

Artikel 51

Het achterlaten van fietsen en tweewielige motorvoertuigen op de openbare weg is enkel toegestaan op

plaatsen hiertoe specifiek voorzien. Bij afwezigheid van specifieke voorzieningen binnen een redelijke straal,

dient steeds voldoende doorgang te worden gelaten, hetzij een vrije doorgang van minstens één meter.

Artikel 205 (zonaal)

Het is verboden skateboards te gebruiken op openbare plaatsen indien daardoor de veiligheid van

voetgangers en de vlotte doorgang in het gedrang worden gebracht.

HOOFDSTUK 3 Privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de

openbare weg

AFDELING 1 Algemene bepalingen

Artikel 52

Elke privatieve ingebruikname van het openbaar domein* en de openbare weg is verboden tenzij schriftelijke

en voorafgaande machtiging door de bevoegde overheid wordt verleend.

Er dient, behoudens door de vergunnende overheid te verlenen afwijking – op het voetpad of de plaats

bestemd voor voetgangersverkeer – altijd een vrije doorgang van minstens 1,5 m over te blijven.

Artikel 53

Iedere persoon die het openbaar domein of de openbare weg in gebruik neemt, is ertoe gehouden die in zijn

oorspronkelijke staat te herstellen, onmiddellijk bij het beëindigen van de privatieve ingebruikname.

Page 35: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

35

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 206 (zonaal)

Bij privatieve ingebruikname van het openbaar domein dient de aanvraag minstens 2 weken vooraf te

gebeuren bij de lokale politie mits er geen werken gebeuren in de openbare weg

- voor werken van *categorie 4 tot en met 6 (in de zin van artikel 1.11 van het M.B. van 7 mei 1999

betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg),

- alsook voor werken van *categorie 2 en 3 (in de zin van artikel 1.11 van het M.B. van 7 mei 1999)

waarbij minder dan de helft van de rijbaan wordt ingenomen en er een vrije doorgang wordt

gevrijwaard van minstens 3 meter.

Bij privatieve ingebruikname van het openbaar domein in andere gevallen dient de aanvraag minstens 4 weken

vooraf te gebeuren bij de lokale politie.

Artikel 206bis (lokaal)

De machtiging dient uitgehangen te worden op de plaats van de werken, zijnde de locatie van de privatieve

ingebruikname van het openbaar domein.

AFDELING 2 Specifieke bepalingen

1. Ingebruikname van het openbaar domein of de openbare weg ter gelegenheid van

*bouwwerken

Artikel 54

Bij aanvraag tot ingebruikname van het openbaar domein overeenkomstig de bepalingen van artikel 52 dient

steeds een inname-, inrichtings- en signalisatieplan met aanduiding van de ingebruikname gevoegd te worden.

Artikel 55

§ 1 Iedere persoon die werken uitvoert of laat uitvoeren op het openbaar domein of de openbare weg, is

ertoe gehouden te zorgen voor de afdoende verlichting en signalisatie van de materialen, steigers of om het

even welke andere voorwerpen, die zij op het openbaar domein hebben neergelegd of achtergelaten, alsook

voor de verlichting van de uitgravingen die zij daar gedaan hebben. Bij niet-naleving kan de gemeente

ambtshalve de nodige signalisatie aanbrengen op kosten en risico van de overtreder.

§2 De voorwaarden opgelegd in de signalisatievergunning dienen strikt te worden opgevolgd. De niet-naleving

ervan is strafbaar overeenkomstig artikel 2 van deze politieverordening

2. Werkzaamheden met invloed op het openbaar domein en de openbare weg

Artikel 56

De aannemer of, bij ontstentenis, de bouwheer dient bij werkzaamheden die stof of afval op het openbaar

domein, de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden, de nodige

voorzorgsmaatregelen te nemen om hinder, ongemakken en ongelukken te voorkomen .

Artikel 57

De aannemer of, bij ontstentenis, de bouwheer die langs de openbare weg bouwt, verbouwt of afbreekt,

moet de volledige bouwwerf van een stevige afsluiting voorzien vooraleer de werken aan te vatten.

Page 36: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

36

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

3. Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door *terrassen

Artikel 58

De aanvraag tot uitbating van een terras op het openbaar domein overeenkomstig de algemene bepaling van

artikel 52 dient minstens 4 weken vooraf schriftelijk te worden ingediend.

Artikel 59

De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:

- een aanvraagformulier;

- technische tekeningen;

- een schets van de inplanting;

- de nodige attesten;

- eventuele materiaalstalen, foto’s;

- in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten.

Elke wijziging, vervanging of verlenging maakt steeds het voorwerp uit van een afzonderlijke en expliciete

machtiging.

Artikel 60

Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om hinder, ongemakken en ongelukken te voorkomen.

Eventuele verwarming van het terras kan slechts mits gunstig advies van de brandweer.

Artikel 61

De specifieke lokale reglementering inzake inrichting van een terras op het openbaar domein wordt door de

gemeente vastgelegd in een afzonderlijke terrasverordening.

Voor de toepassing van de specifieke lokale reglementering in zake inrichting van een terras op het openbaar

domein te Menen wordt verwezen naar de afzonderlijke terrasverordening zoals goedgekeurd in

gemeenteraadszitting dd. 31.01.2003, en recent gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing dd 19.12.2011. (bijlage)

en gemeenteraadsbeslissing dd. 27.02.2011

4. Ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg door uitstal van

handelsuitstallen (met inbegrip van verkoopautomaten)

Artikel 62

Overeenkomstig artikel 52 mag niemand op het openbaar domein zijn koopwaren uitstallen, tenzij vooraf een

schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid bekomen wordt. De aanvraag dient minstens vier weken

vooraf ingediend.

Page 37: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

37

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 4 *Aanplakkingen

AFDELING 1 Algemene bepalingen inzake aanplakkingen

Artikel 63

Aanplakking op het openbaar domein of erover uitstekend kan slechts op die plaatsen hiertoe specifiek

bestemd of aangeduid door de bevoegde overheid en op de wijze door de bevoegde overheid bepaald.

Artikel 64

Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes,

zelfklevers, aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg en op de bomen, aanplantingen, plakborden,

muren, omheiningen, pijlers, palen, straatmeubilair, openbare gebouwen, bruggen, kunstwerken, zuilen,

bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende

opstanden of op andere plaatsen.

Het is verboden aan te plakken op leegstaande panden, op verkeerstekens, verkeerslichten, vluchtheuvels.

Het verbod uit het eerste lid geldt niet in geval hiervoor uitdrukkelijke en voorafgaande schriftelijke

machtiging door de bevoegde overheid werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of van de

eigenaar of de gebruiker, voor wat betreft private goederen.

De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op:

a) de aanplakbiljetten die betrekking hebben op de verkoop of de verhuur van onroerende goederen,

voor zover hun totale oppervlakte geen 2 m² overschrijdt en voor zover zij aangebracht zijn op het

onroerend goed dat te koop of te huur wordt aangeboden;

b) de aanplakbiljetten aangebracht ter uitvoering van een wettelijke of reglementaire bepaling of door de

openbare of ministeriële ambtenaren.

Artikel 65

De inhoud van de aanplakkingen mag de openbare orde, openbare veiligheid, openbare rust en goede zeden

niet in het gedrang brengen.

Artikel 66

Op reglementaire wijze aangebrachte aanplakkingen mogen niet worden vernield, gescheurd, verwijderd of

overplakt, zolang de datum van het evenement dat vermeld is op de aanplakbrief niet verstreken is.

Artikel 67

De aanplakbiljetten dienen ten laatste één week na het evenement verwijderd te worden, tenzij anders

bepaald in specifieke reglementering.

Artikel 68

De aangebrachte publiciteitsmiddelen mogen in geen geval de veiligheid en zichtbaarheid van de weg en de

wegenuitrusting in het gedrang brengen.

Page 38: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

38

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 69

Alle publiciteitsmiddelen aangebracht in overtreding met de bepalingen van de algemene politieverordening,

dienen op het eerste bevel van de bevoegde overheid verwijderd te worden.

Bij niet opvolgen van dit bevel kunnen deze op kosten en op risico van de overtreder worden verwijderd.

Artikel 70

Als overtreders worden beschouwd: diegene die de aanplakking verrichtte en – zo deze niet kan worden

geïdentificeerd – de (rechts)persoon of de personen voor wie de aanplakking werd aangebracht.

AFDELING 2 Specifieke bepalingen inzake aanplakkingen

Artikel 207 (zonaal)

Aanplakkingen van tijdelijke reclame op het openbaar domein voor evenementen van sociale, culturele,

levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard kunnen enkel op de door het gemeentebestuur

vastgestelde plaatsen en wijze.

Artikel 208 (zonaal)

De vraag tot aanplakking dient schriftelijk en minstens 4 weken vooraf te worden ingediend.

Artikel 209 (zonaal)

Er kan enkel aanplakking gebeuren voor evenementen die plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente

of voor evenementen die georganiseerd worden door verenigingen uit de gemeente.

Artikel 210 (zonaal)

De tekst die wordt aangebracht mag uitsluitend een mededeling bevatten i.v.m. de evenementen en betreft

enkel aankondigingen van activiteiten van sociale, culturele, levensbeschouwelijke, liefdadige of sportieve aard.

Loutere commerciële publiciteit op de openbare weg is niet toegelaten.

Activiteiten betoelaagd door of in samenwerking met het gemeentebestuur, alsook braderieën en

handelsforen, kunnen wel gemachtigd worden om op de openbare weg gebruik te maken van de

gemeentelijke aankondigingsmogelijkheden.

Artikel 211 (zonaal)

De aanplakking van tijdelijke reclame gebeurt uitsluitend op volgende plaatsen:

- op hiertoe specifiek door het gemeentebestuur voorziene infokasten/infoborden;

- op hiertoe specifiek door het gemeentebestuur voorziene publiciteitsrasters door middel van

tijdelijke aankondigingsborden

- op hiertoe specifiek door het gemeentebestuur voorziene elektronische informatieborden.

Het plaatsen van tijdelijke reclameborden met affiches op het openbaar domein buiten deze specifieke

hiertoe bestemde plaatsen is enkel toegestaan indien dit in het bijzonder lokaal deel van deze verordening is

voorzien.

Page 39: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

39

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 212 (zonaal)

De tijdelijke aankondigingsborden bestemd voor bevestiging aan de gemeentelijke publiciteitsrasters worden

uitsluitend door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld. Deze moeten minstens 4 weken op voorhand

en schriftelijk aangevraagd worden aan het college van burgemeester en schepenen.

Het aanbrengen van commerciële logo’s is niet toegestaan.

Aankondigingsborden die niet voldoen aan de opgelegde kenmerken zullen niet worden opgehangen.

De bevoegde gemeentelijke dienst brengt de beletterde aankondigingsborden aan op de voorziene

gemeentelijke publiciteitsrasters. De gemeentelijke diensten staan eveneens in voor het verwijderen van de

aankondigingsborden.

Het is verboden aan de genoemde rasters andere zaken of publiciteitsborden aan te brengen dan de door de

gemeente ter beschikking gestelde aankondigingsborden, of borden aan te brengen die niet voldoen aan de

gestelde eisen.

Artikel 213 (zonaal)

Aanplakking m.b.t. de verkoop of verhuur van onroerende goederen is enkel toegelaten voorzover:

- één aanplakking per verkopende en/of verhurende instantie per woongelegenheid wordt aangebracht;

- zij is aangebracht op het onroerend goed dat te koop en/of te huur wordt aangeboden;

- enkel gebruik wordt gemaakt van eenzijdige aanplakbiljetten, evenwijdig met de voorgevel

aangebracht. Indien gebruik gemaakt wordt van ‘neusborden’ (= uitstekende borden, tweezijdig), dan

dient dit eveneens beperkt tot één neusbord per pand per verkopende en/of verhurende instantie.

Eventuele neusborden dienen op een hoogte van ten minste twee meter boven het gelijkvloers

bevestigd voor zover het neusbord uitsteekt boven het voetpad en/of de openbare weg;

- bij elke verhuring van een onroerend goed bestemd voor verhuring in de ruime betekenis moet bij

elke officiële of publieke vermelding de prijs en de gemeenschappelijke lasten worden vermeld.

Artikel 214 (zonaal)

Het is verboden zonder machtiging van de bevoegde overheid, op de openbare weg reclame te maken met

enig voertuig, daartoe louter en alleen met het oog op het voeren van reclame geplaatst.

Artikel 300 (lokaal)

De publiciteitsmiddelen bestemd voor de infokasten/infoborden dienen bij de bevoegde gemeentelijke dienst

te worden ingeleverd in voldoende exemplaren. Deze exemplaren worden door de gemeentelijke diensten

uitgehangen.

De gemeentelijke diensten staan eveneens in voor het verwijderen van de aangebrachte publiciteitsmiddelen

Page 40: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

40

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 5 Bewegwijzering

Artikel 71

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op wegwijzers die geplaatst zijn op openbaar domein.

AFDELING 1 Tijdelijke bewegwijzering

Artikel 72

Het is verboden tijdelijke wegwijzers te plaatsen op of te bevestigen aan verkeersborden, verkeerslichten,

rotondes en straatmeubilair.

Artikel 215 (zonaal)

De aanvraag van de machtiging voor plaatsing van tijdelijke bewegwijzering op het openbaar domein dient

minstens 4 weken vooraf en schriftelijk te worden gericht aan de bevoegde overheid.

Artikel 216 (zonaal)

De gemachtigde dient zelf te voorzien in de tijdelijke bewegwijzering (wegwijzers, borden en palen) en dient

ze zelf te plaatsen en te verwijderen, rekening houdende met andere vigerende wetgeving.

De plaatsing van de tijdelijke bewegwijzering mag ten vroegste 48 uur voor de aangelegenheid gebeuren. De

verwijdering van de tijdelijke bewegwijzering dient binnen de 24 uur na de aangelegenheid te gebeuren.

Artikel 217 (zonaal)

De gemeente kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de schade aan borden of aan derden, die

voortkomt uit de opstelling of opstellingswijze van de borden.

Artikel 218 (zonaal)

Tijdelijke bewegwijzering opgesteld zonder machtiging kan ambtshalve en onmiddellijk worden weggenomen

op kosten en risico van diegene die ze geplaatst heeft. Indien de bewegwijzering binnen de drie maanden niet

wordt afgehaald, kan ze worden vernietigd.

Artikel 301 (lokaal)

Machtiging tot plaatsen van tijdelijke bewegwijzering voor immobiliënkantoren tot aanduiding van een te koop

gesteld pand, kan slechts mits de te koop gestelde woning zich afgelegen bevindt.

AFDELING 2 Permanente bewegwijzering

Artikel 73

De wegwijzers ten behoeve van bedrijven en instellingen worden onderworpen aan een voorafgaande en

schriftelijke machtiging van de bevoegde overheid. De machtiging vervalt van rechtswege zo er geen gebruik

van gemaakt wordt binnen het jaar na de aflevering ervan.

Page 41: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

41

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 74

Met behoud van de hiernavolgende bepalingen kan de vergunning ook afhankelijk worden gesteld van de

adviezen van andere openbare besturen.

Artikel 75

De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:

- een aanvraagformulier;

- een schaaltekening, in tweevoud, met beschrijving van het wegwijzertype, opgave van de afmetingen,

de gebruikte kleuren, de tekst, het lettertype en het eventuele pictogram. De wegwijzers dienen

inzake model en gebruikte materialen in overeenstemming te zijn met de toepasselijke wettelijke

bepalingen;

- een liggingsplan, in tweevoud, met aanduiding van de plaatsen waar opstelling gevraagd wordt;

- een recente reeks foto’s van de plaatsen waar de opstelling gevraagd wordt;

- desgevallend een attest waaruit ondubbelzinnig blijkt hoeveel personen in het bedrijf tewerkgesteld

zijn;

- in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten, om te bewijzen dat het bedrijf of de

instelling bediend wordt door een belangrijk voertuigenverkeer.

Artikel 76

Het gemeentebestuur staat in voor:

- de levering en plaatsing van de palen op het openbaar domein;

- de nodige beugels ter bevestiging van de wegwijzers;

- de plaatsing, vervanging en het wegnemen van de wegwijzers.

Dit alles gebeurt op kosten van de aanvrager.

De levering van de wegwijzers, alsook het permanent onderhoud van de wegwijzers, zijn eveneens ten laste

van de aanvrager.

Artikel 77

Indien binnen de veertien dagen na aangetekende verwittiging geen gevolg wordt gegeven aan de aanmaning

tot herstel of onderhoud ervan, worden wegwijzers die niet in goede staat gehouden zijn, ambtshalve

onmiddellijk weggenomen op risico en kosten van de houder van de machtiging. Indien de wegwijzers binnen

de drie maanden niet worden afgehaald, kunnen ze worden vernietigd.

Artikel 78

Wegwijzers die een gevaar vormen en wegwijzers voor niet meer bestaande en niet actieve bedrijven en

instellingen, kunnen ambtshalve worden weggenomen op risico en kosten van de houder van de machtiging.

De maatregel wordt eveneens toegepast op de wegwijzers naar bedrijven en instellingen wanneer de

activiteiten zodanig gewijzigd zijn en niet langer voldoen aan de vereiste voorwaarden opgelegd in de wet en

in de machtiging. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden niet worden afgehaald, kunnen ze worden

vernietigd.

Artikel 79

Wegwijzers opgesteld zonder machtiging kunnen ambtshalve en onmiddellijk worden weggenomen op kosten

en risico van diegene die ze geplaatst heeft. Indien de wegwijzers binnen de drie maanden niet worden

afgehaald, kunnen ze worden vernietigd.

Page 42: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

42

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 219 (zonaal)

De vergunning voor het plaatsen van permanente wegwijzers dient afzonderlijk aangevraagd te worden. De

aanvraag kan niet ingevoegd worden bij andere aanvragen.

HOOFDSTUK 6 Bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw of vrieskou, ijs en

ijzel

AFDELING 1 Openbare weg en voetpaden

Artikel 80

Het is verboden op de openbare weg, bij vorst water te gieten of te laten vloeien en glijbanen aan te leggen.

Artikel 81

Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de aangelanden erover waken dat op het voetpad voor de eigendom

die zij bewonen of gebruiken voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd

en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden.

Artikel 82

§1: Het is verboden de sneeuw en het ijs bij het wegruimen op de openbare weg te brengen. Sneeuw en ijs

mogen wel op de uiterste rand van het voetpad geveegd worden zodanig dat de weggebruikers niet

gehinderd worden en er voldoende openingen worden gelaten voor het afvloeien van het dooiwater.

Autobushaltes, brandkranen, rioolputten en goten moeten altijd vrij blijven.

§2: De aangelanden maken daarbij gebruik van middelen die het milieu zo min mogelijk schade

Artikel 83

Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere *gezinnen, zijn allen hoofdelijk verantwoordelijk

voor de verplichtingen bepaald in de artikelen 80 tot en met 82.

AFDELING 2 Waterlopen, kanalen, stilstaande waters

Artikel 84

Het is verboden zich op het ijs van de waterlopen, kanalen en stilstaande waters te begeven.

Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na technisch advies te hebben ingewonnen, een afwijking op

dit verbod toestaan.

Page 43: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

43

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 7 Brandveiligheid

AFDELING 1 Brandvoorkoming

Artikel 85

De toegang tot de *waterwinpunten moet altijd vrij en gemakkelijk bereikbaar zijn.

De identificatie- en herkenningstekens van deze watervoorraden dienen steeds duidelijk zichtbaar gehouden

te worden.

Artikel 86

Het is verboden -zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester - enig vuur aan te leggen

waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of *vlammen een risico doet ontstaan voor het

publiek.

De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens 14 dagen voor de aanvang

van de activiteit ingediend te worden.

Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke rookontwikkeling met zich

meebrengen.

Artikel 87

Zonder voorafgaande schriftelijk machtiging van de burgemeester mag men geen open vuur of vlammen op de

openbare weg dragen of plaatsen.

AFDELING 2 Brandveiligheid in publieke inrichtingen

1. Algemene bepalingen

Deze afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen terzake, inzonderheid deze

betreffende de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming

(hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en de federale basisnormen inzake brandveiligheid (bij nieuwbouw).

Artikel 88

Deze afdeling is van toepassing op elke voor het publiek toegankelijke inrichting waar 50 personen of meer

kunnen aanwezig zijn.

Artikel 89

Het maximum aantal aanwezige personen wordt berekend volgens de berekeningswijze zoals bepaald in

artikel 52 ARAB.

Dit aantal wordt vastgesteld door de uitbater, op eigen verantwoordelijkheid, indien het aantal toegelaten

aanwezigen niet op een afdoende wijze kan worden bepaald.

Het maximum aantal personen dat in de publieke inrichting aanwezig mag zijn, moet gekend zijn door de

uitbater en zijn personeel. De bezetting mag nooit hoger zijn dan de capaciteit van de geldige evacuatieregels

en –wegen.

Page 44: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

44

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 90

De uitbater moet de nodige maatregelen nemen om overschrijding van het vastgesteld maximaal aantal

personen te voorkomen.

Artikel 91

Een publieke inrichting dient te beantwoorden aan de voorschriften inzake brandveiligheid. Op verzoek van

de burgemeester kan hiertoe verslag van de gemeentelijke brandweerdienst opgevraagd worden.

Artikel 92

*Gemakkelijk brandbare materialen mogen noch als versiering noch als bouwmateriaal aangewend worden.

Op eenvoudig verzoek dient een attest, afgegeven door een erkende controle-instelling aan de burgemeester

of de politiediensten te worden voorgelegd.

De normale, functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnen vallen

niet onder dit artikel.

2. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden

De specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden (voormalige art. 220-260), worden

opgenomen in bijlage 1 – gevoegd bij huidige politieverordening.

3. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in horeca-inrichtingen en gelijkaardige

inrichtingen

De specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in horeca-inrichtingen en gelijkaardige inrichtingen

(voormalige art 261-275) , worden opgenomen in bijlage 1 – gevoegd bij huidige politieverordening.

4. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid voor *kamerwoningen

De specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in kamerwoningen (voormalige art 276-296) , worden

opgenomen in bijlage 1 – gevoegd bij huidige politieverordening.

HOOFDSTUK 8 Bestrijding van overlast door vandalisme en vernielingen

Artikel 93

Het is verboden voorwerpen op iemand te werpen, die de persoon hinderen of bevuilen of op welke manier

dan ook schade veroorzaken.

Artikel 94

Het is verboden stenen of andere harde lichamen, of andere voorwerpen die kunnen bevuilen of beschadigen,

tegen voertuigen, huizen, gebouwen, afsluitingen of in tuinen en besloten erven te werpen.

Page 45: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

45

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 95 Gemengde inbreuk – volgens art. 534bis Sw.

Het is, zoals bepaald in art 534bis van het strafwetboek, verboden - zonder toestemming - graffiti aan te

brengen op roerende of onroerende goederen.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 96 Gemengde inbreuk – volgens art. 534ter Sw.

Het is, zoals bepaald in art 534ter van het strafwetboek, verboden opzettelijk andermans onroerende

eigendommen te beschadigen.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 97 Gemengde inbreuk – volgens art. 563, 2° Sw.

Het is, zoals bepaald in art 563, 2° van het strafwetboek, verboden stedelijke of landelijke afsluitingen, uit

welke materialen ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 97 bis Gemengde inbreuk – volgens art. 545 Sw.

Het is, zoals bepaald in artikel 545 van het strafwetboek verboden levende of dode hagen af te hakken of ui

te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, te vernielen, grenspalen,

hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te

verplaatsen of te verwijderen.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen

van deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 98

Het is verboden openbare watervoorzieningen, brandkranen of drinkwaterkranen te beschadigen, het water

ervan te verontreinigen of het voor een ander doel dan waartoe het bestemd is, te gebruiken.

Artikel 99 Gemengde inbreuk – volgens art. 559, 1° Sw.

Het is, zoals bepaald in art 559, 1° van het strafwetboek , verboden, buiten de gevallen omschreven in boek ll,

titel lX, hoofdstuk lll, van het strafwetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk te beschadigen of

te vernielen.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 100 Gemengde inbreuk – volgens art. 526 Sw.

Het is, zoals bepaald in art 526 van het strafwetboek, verboden grafsteden, gedenktekens, grafstenen,

monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd

zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht, evenals monumenten, standbeelden,

schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn

geplaatst, te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.

Page 46: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

46

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 296bis (zonaal) Zware Gemengde inbreuk – volgens art. 521 derde lid Sw.

Het is, zoals bepaald in art 521 3e lid van het strafwetboek, verboden , buiten de gevallen in de artikelen 510

tot 520 SW, door welk middel ook, gebouwen, bruggen, dijken, straatwegen, spoorwegen, sluizen,

magazijnen, werkplaatsen, loodsen, schepen, vaartuigen, vliegtuigen of andere kunstwerken of bouwwerken

die aan een ander toebehoren, geheel of ten dele te vernielen of onbruikbaar te maken met het oogmerk om

te schaden

Deze bepaling is ook van toepassing in geval van gehele of gedeeltelijke vernieling of van onbruikbaarmaking,

met het oogmerk om te schaden van rijtuigen, wagons en motorvoertuigen.

De overtreding van het eerste en tweede lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de

strafbepalingen van deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 296ter (zonaal) Gemengde inbreuk - volgens art. 563 derde lid Sw.

Het is, zoals bepaald in art 563 3e lid van het strafwetboek, verboden om, opzettelijk doch zonder het

oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand te werpen dat hem kan hinderen of bevuilen.

De overtreding van het eerste van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

HOOFDSTUK 9 Het snoeien van planten op eigendommen langs de openbare

weg

Artikel 101

De bewoners of gebruikers, hetzij de eigenaars (in tweede orde, doch hoofdelijk verantwoordelijk) van een

onroerend goed, gelegen langsheen de openbare weg moeten ervoor zorgen dat de beplantingen die op dat

goed groeien zodanig worden onderhouden dat:

a) geen enkele tak op minder dan 4,50 meter van de grond boven de *rijbaan hangt;

b) deze beplantingen niet over het voetpad of over de gelijkgrondse berm groeien tot op een hoogte

van 2,50 meter;

c) geen enkele beplanting hinder vormt voor de openbare veiligheid of de verkeersveiligheid in het

algemeen.

Artikel 102

Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, zijn allen hoofdelijk verantwoordelijk

voor de verplichting bepaald in artikel 101.

Page 47: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

47

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 10 Diverse bepalingen

Artikel 296 quater (zonaal)

Onverminderd de hogere regelgeving wordt het niet naleven van de voorafgaande meldingsplicht vermeld in

art 4.2.2. van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening VCRO gesanctioneerd met een gemeentelijke

adminsitratieve geldboete.

Page 48: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

48

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 4 - OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID

HOOFDSTUK 1 Algemeen onderhoud en reinheid van de openbare weg

De bepalingen van dit hoofdstuk doen geen afbreuk aan de bepalingen van de artikelen 80 tot en met 83

inzake de bijzondere veiligheidsmaatregelen bij sneeuw, vrieskou, ijs en ijzel.

Artikel 103

§1 Sluikstorten is verboden .

§2 Het is verboden op en langs de openbare weg en zijn aanhorigheden bevuilende en/of verontreinigende

materialen of vloeistoffen te storten of te gooien die schade kunnen berokkenen aan de openbare veiligheid,

de hygiëne of de kwaliteit van het leefmilieu.

Artikel 104

De aangelanden moeten erover waken dat de voetpaden, gazons, halfverharding, rioolroosters en de

straatgoten voor het onroerend goed dat zij respectievelijk bewonen, gebruiken of in eigendom houden, in

nette staat blijven door ondermeer vuilnis, modder en onkruid weg te nemen.

De bewoners of gebruikers zijn in eerste orde gehouden, de eigenaars in tweede orde (doch hoofdelijk

verantwoordelijk).

Artikel 105

Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, zijn allen hoofdelijk verantwoordelijk

voor de verplichtingen bepaald in de artikelen 103 en 104.

Artikel 106

Het is verboden op de openbare weg voertuigen te smeren en er - behoudens in geval van overmacht -

werken aan uit te voeren.

Het wassen van voertuigen is toegelaten op de openbare weg, mits de veilige en gemakkelijke doorgang, de

openbare rust en de openbare reinheid gewaarborgd wordt.

Artikel 107

Bij evenementen op het openbaar domein dienen de richtlijnen van de gemeente inzake afvalvoorkoming en

selectieve inzameling nageleefd te worden.

Artikel 108

Het is verboden zijn natuurlijke behoeften te doen op andere plaatsen dan deze die specifiek hiertoe zijn

ingericht. Deze plaatsen moeten volgens de regels van goed fatsoen gebruikt worden.

Page 49: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

49

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 2 Staat van onroerende goederen

AFDELING 1 Woningen

Artikel 109

Het is verboden een woonhuis dat slechts bestemd is voor één *gezin, te bewonen met meer dan één gezin.

Dit verbod geldt onverminderd de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

Artikel 110

Onverminderd de bepalingen van VLAREM, zijn de gebruikers van een gebouw of van een gedeelte van een

gebouw verplicht ervoor te zorgen dat de schoorsteen en de rookkanalen die zij gebruiken

1° voortdurend in goede staat onderhouden worden.

2° minstens éénmaal per jaar geveegd worden (geldt niet voor aardgasverwarming).

Artikel 111

Iedere bewoner , gebruiker of eigenaar dient de sanitaire en vuilnisvoorzieningen, berg- en leefruimten

alsook de gemeenschappelijke plaatsen van het pand dat hij gebruikt of waarop hij rechten heeft in

hygiënische staat te houden en dient alle maatregelen te nemen om het uitbreken en verspreiden van

besmettelijke ziekten of plagen te voorkomen.

De bewoners of gebruikers zijn in eerste orde gehouden, de eigenaars in tweede orde ( doch hoofdelijk

verantwoordelijk).

AFDELING 2 *Bouwvallige gebouwen

Artikel 112

Onverminderd de bepalingen van de VCRO, is het verboden de openbare veiligheid in het gedrang te

brengen door bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen.

Het is verplicht gehoor te geven aan de aanmaning van de bevoegde overheid om gebouwen die bouwvallig

zijn te herstellen of te slopen.

AFDELING 3 Leegstaande woningen

Artikel 113

De eigenaar van een onbewoond of niet-gebruikt gebouw is verplicht het op een zodanige wijze af te sluiten

dat iedere toegangsmogelijkheid, behoudens braak of inklimming of valse sleutel, onmogelijk wordt.

AFDELING 4 Onderhoud van gronden

Artikel 114

Elke bewoner , gebruiker of eigenaar eigenaar van een onbebouwd of bebouwd perceel grond, waar ook

gelegen, is verplicht het perceel rein te houden.

Hij moet ervoor zorgen dat de zaaddragende vegetatie jaarlijks minstens één maaibeurt krijgt tegen 30 juni,

indien noodzakelijk meerdere malen om zaadzetting te vermijden. Het maaisel dient verwijderd te worden.

De bewoners of gebruikers zijn in eerste orde gehouden, de eigenaars in tweede orde (doch hoofdelijk

verantwoordelijk).

Page 50: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

50

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 115

Langs landelijke wegen, waar geen grachten voorkomen, dienen de gebruikers van de gronden, palend aan de

openbare weg, zodanig hun akkers te bewerken, dat bestendig een gelijkgrondse strook van minstens 0,75 m

langs de rand van de rijbaan, behouden blijft.

Langs landelijke wegen waar grachten voorkomen bedraagt de afstand die men bij het bewerken t.o.v. de

gracht dient te respecteren en niet mag bewerken 0,5 m.

Bij het plaatsen van afsluitingen of bewerken van de bermen moet ervoor gezorgd worden dat steeds een

voldoende vrije doorgang verzekerd is.

De vegetatie langs de bermen en in de grachten mag niet vernietigd worden door vuur of chemische

bestrijdingsmiddelen.

AFDELING 5 Afsluiting van eigendommen

Artikel 116

Onverminderd de bepalingen van de VCRO, moeten onbebouwde gronden binnen een zone van

aaneengesloten bebouwing voorzien zijn van een degelijke afsluiting.

Artikel 117

Het is verboden langs de openbare weg op de perceelsgrens afsluitingen te plaatsen, die de voorbijgangers

kunnen verwonden of schade toebrengen

Artikel 118

Het gebruik van prikkeldraad is enkel toegelaten buiten de bebouwde kom op minstens 50 cm van de

perceelgrens.

Page 51: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

51

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 3 Verwijdering van afvalstoffen

AFDELING 1 Algemene bepalingen

Artikel 119

Het is voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen. Alleen de daartoe

door de gemeente aangewezen ophalers of haar opdrachthouders zijn gerechtigd om afvalstoffen in te

zamelen op het openbaar domein en op openbare wegen.

AFDELING 2 Aanbieding van afvalstoffen

Artikel 120

Afvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen aangeboden op

een wijze of tijdstip dat niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard.

Artikel 121

Straatkorven voor het deponeren van afval zijn enkel bestemd voor het occasioneel afval - zoals papier,

snoepverpakkingen, vruchtenschillen, dozen en blikjes - afkomstig van voorbijgangers.

Bladkorven geplaatst op het openbaar domein mogen enkel worden gebruikt voor het verwijderen van

bladeren van openbaar groen.

Artikel 122

Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen bij huis-aan-huisinzameling wordt uitgevoerd door de hiertoe

aangestelde ophalers.

Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen via het *recyclagepark wordt uitgevoerd door de parkwachter.

Voormeld toezicht houdt in dat de ophalers en de parkwachter de nodige richtlijnen voor een correcte

aanbieding verstrekken. De parkwachter kan, in hetzelfde kader, het deponeren van afval verbieden bij niet

correcte aanbieding alsook om redenen van goed beheer of veiligheidsredenen.

Artikel 123

De voorgeschreven recipiënten en aangeboden afvalstoffen dienen door de inwoners altijd aangeboden te

worden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is,

zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. Voor plaatsen of stegen die

niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dient de aanbieder de voorgeschreven recipiënten

of anders aangeboden afvalstoffen te plaatsen op de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg die wel

toegankelijk is.

Artikel 124

De aanbieder van het afval moet instaan voor het opruimen van het afval als dit verspreid wordt vóór of

tijdens de ophaling.

Artikel 125

Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen

en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.

Page 52: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

52

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 126

De geledigde recipiënten, de vergeten en de geweigerde recipiënten en afvalstoffen dienen door de aanbieder

op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg.

Artikel 127

Afvalstoffen dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid,

gezondheid en/of het besmeuren van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat

ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers.

AFDELING 3 Afval op standplaatsen

Artikel 128

De uitbater van een private vaste of verplaatsbare inrichting die niet onder toepassing valt van specifieke

reglementering en aan of langs de openbare weg voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt voor

onmiddellijk verbruik buiten de inrichting (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een

behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten voor gescheiden ophaling

te voorzien.

Artikel 129

De uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke

omgeving van de inrichting rein te houden.

AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers

Artikel 130

Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te

laten op andere plaatsen, anders dan de brievenbus.

Het is verboden niet geadresseerd reclamedrukwerk te deponeren in de brievenbussen die voorzien zijn van

een tekst waarbij de bewoners te kennen geven dat zij dit niet wensen.

Artikel 131

Het is verboden enig commercieel voorwerp (staaltjes en dergelijke) te verspreiden zonder vooraf de

burgemeester – via de lokale politie – hiervan in kennis te hebben gesteld.

Artikel 132

Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, documenten, drukwerk, pamflet of

vlugschrift, reclame of drukwerk op voertuigen te bevestigen.

HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare

bedrijfsafvalstoffen (lokaal)

Onverminderd de artikelen 119 tot en met 132 van het algemeen deel van het APV gelden bijkomend

volgende specifieke bepalingen te Menen.

Page 53: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

53

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 1 Algemeen

Artikel 302

Het is verboden afvalstoffen, afkomstig uit andere gemeenten die niet aangesloten zijn bij het

intergemeentelijk samenwerkingsverband, ter inzameling aan te bieden.

Artikel 303

De afvalstoffen mogen slechts vanaf 17 uur de dag voorafgaand aan de ophaling buitengeplaatst worden.

Artikel 304

De selectief ingezamelde afvalstoffen dienen gescheiden te worden aangeboden. Zij mogen geen andere

afvalstoffen bevatten en dienen voldoende gereinigd te zijn.

Artikel 305

Alle afvalstoffen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de

ophalers van de afvalstoffen

AFDELING 2 Inzameling van restafval

Artikel 306

Restafval kan enkel voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden worden in een reglementaire zak die tegen

betaling ter beschikking wordt gesteld.

Het gewicht van de aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg.

AFDELING 3 Selectieve inzameling van glas

Artikel 307

Glas wordt ingezameld op het recyclagepark.

Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente.

Artikel 308

Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in het daartoe voorziene

volume te worden gedeponeerd. Hol glas dient leeg en voldoende gereinigd te zijn.

Artikel 309

§1: Het deponeren in glascontainers van om het even welke andere afvalstof dan hol glas is verboden. Het is

verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten. Dergelijke activiteit wordt

beschouwd als *sluikstorten.

§2: Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 20 uur en 08 uur.

§3: Het is verboden elke vorm van sluikreclame aan te brengen op de glascontainers.

Page 54: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

54

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 4 Selectieve inzameling van *papier en karton

Artikel 310

Papier en karton worden huis aan huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is

ingericht, op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en wijze. Papier en karton worden ook

ingezameld op het recyclagepark.

Artikel 311

Het papier en karton dienen aangeboden te worden in pakken gebonden met natuurtouw, papieren zakken of

in kartonnen dozen.

Het gewicht per pak mag niet groter zijn dan 15 kg.

AFDELING 5 Selectieve inzameling van *plastic flessen en flacons, metalen

verpakkingen en drankkartons (PMD)

Artikel 312

De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden huis-aan-huis opgehaald langs de

straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht, op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en

wijze.

De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons worden ook ingezameld op het

recyclagepark.

Artikel 313

De plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons dienen voor de huis-aan-huisinzameling

en op het recyclagepark aangeboden te worden in een reglementaire zak die tegen betaling ter beschikking

wordt gesteld

AFDELING 6 Selectieve inzameling van textiel

Artikel 314

§1: Het *textielafval wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente

en/of op het recyclagepark. Het kan eveneens huis-aan-huis worden ingezameld langs de straten, wegen en

pleinen waar de ophaling is ingericht.

§2: Textielcontainers die op openbaar of privaat domein zijn opgesteld zonder toelating, kunnen in opdracht

van de bevoegde overheid worden verwijderd. Het wegnemen van de container gebeurt op kosten en risico

van diegene die de container heeft geplaatst.

Artikel 315

Het is verboden om naast de textielcontainers textielafval of andere voorwerpen of afvalstoffen achter te

laten, ook al is de container volledig gevuld. Dergelijke handelingen wordt beschouwd als sluikstorten.

Page 55: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

55

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 7 Selectieve inzameling van *tuinafval

Artikel 316

Het tuinafval wordt ingezameld volgens de geldende sorteerregels op het recyclagepark.

Artikel 317

Het tuinafval wordt op ‘afroep’ en mits betaling van de vastgestelde retributie, opgehaald langs de straten,

wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband

bepaalde dagen

Artikel 318

De ophaling gebeurt met rolcontainers. Deze worden via het intergemeentelijk samenwerkingsverband

verdeeld en ter beschikking gesteld aan de inwoner-gebruiker.

De wijze van aanbieding van tuinafval dient te voldoen aan de voorwaarden vastgesteld door overeenkomst

met het intergemeentelijk samenwerkingsverbanden

AFDELING 8 Selectieve inzameling van brandbaar *grofvuil

Artikel 319

Het brandbaar grofvuil wordt ingezameld volgens de geldende sorteerregels op het recyclagepark.

Artikel 320

Het brandbaar grofvuil wordt ook op afroep, en mits betaling van het tarief vastgesteld door het

intergemeentelijk samenwerkingsverband, opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is

ingericht, door het intergemeentelijk samenwerkingsverband.

De wijze van aanbieding van tuinafval dient te voldoen aan de voorwaarden vastgesteld door overeenkomst

met het intergemeentelijk samenwerkingsverband.

Artikel 321

Het grofvuil mag ten vroegste 24 uur voor de ophaling en moet ten laatste voor 07 uur van de dag van de

ophaling aangeboden worden.

AFDELING 9 Het recyclagepark

Artikel 322

§1: Inzameling van andere huishoudelijke afvalstoffen niet vernoemd in deze verordening worden verzameld

via het recyclagepark of via erkende ophaalpunten

§2 Op het recyclagepark kunnen enkel huishoudelijke afvalstoffen aangeboden worden. Bedrijven kunnen met

hun bedrijfsafval enkel terecht bij de recyclageparken die in deze mogelijkheid voorzien.

§3: Het recyclagepark is geopend op de door de bevoegde overheid bepaalde data en openingsuren. Buiten

de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

Page 56: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

56

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

§4: Op het recyclagepark gelden de bepalingen van het huisreglement zoals vastgesteld door de bevoegde

overheid.

§5: Aanbieders van afvalstoffen op het recyclagepark dienen zich te allen tijde te kunnen identificeren en

dienen de oorsprong van het afval te kunnen verantwoorden.

Artikel 323

§1: Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachter

§2: De aanbieders van afvalstoffen dienen de onderrichtingen van de parkwachters op te volgen.

De parkwachter is belast met het toezicht en de controle op de recyclageparken. Personen die weigeren de

gegeven richtlijnen of de aangebrachte onderrichtingen na te leven, kunnen de toegang ontzegd worden of

kunnen uit het recyclagepark worden verwijderd.

Artikel 324

§1: Het is de parkwachter toegestaan de aanbieders van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten

indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede

verkeersregeling op het recyclagepark.

§2: Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider

§3: De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe

voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd

worden

Artikel 325

§1: Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark.

§2 Het is verboden te roken of om op enige andere wijze vuur te maken op het recyclagepark

§3 Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen,

beplantingen of uitrusting.

Artikel 326

§1 De afvalstoffen dienen vooraf gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de

bezoekers op het terrein te beperken.

§2 De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het

lossen van de afvalstoffen.

Artikel 327

§1: De gebruikers van het recyclagepark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het

terrein steeds rein houden. Zij dienen het door hen bevuilde terrein te reinigen.

§2: Het is verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het

recyclagepark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten.

Page 57: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

57

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 5 Verwijdering van *afvalwater, afwatering en waterwegen

AFDELING 1 Gebruik van leidingwater bij waterschaarste

Artikel 133

De periodes van waterschaarste of de specifieke plaatsen waar het watergebruik beperkt dient te worden,

worden – met behoud van de bevoegdheden van de hogere overheden – door de burgemeester bepaald.

AFDELING 2 Ontstoppen, reinigen en herstellen van riolen en duikers

Artikel 134

Behoudens machtiging van de bevoegde overheid is het verboden ondergrondse riolen op het openbaar

domein te ontstoppen, te reinigen of te herstellen.

Dit verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van straatontvangers als de minste vertraging de

aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets wordt gedemonteerd of

uitgegraven.

Artikel 135

De aangelande eigenaars of de zakelijk gerechtigden wiens zakelijk recht een gebruiksrecht op het perceel

inhoudt moeten de duikers, grachten of onbevaarbare waterlopen die ze hebben aangelegd of laten aanleggen

op privaat terrein, ontstoppen en reinigen.

AFDELING 3 Grachten en straatontvangers

Artikel 136

Het is verboden modder, zand of afvalstoffen via grachten, goten, of straatontvangers te verwijderen.

Artikel 137

Gemengde inbreuk – volgens art 545 Sw.

Het is verboden, zoals voorzien in art. 545 van het strafwetboek, grachten op te vullen of te verleggen tenzij

hiervoor een vergunning werd verleend door de bevoegde overheid. De grachten die wederrechtelijk

werden opgevuld of verlegd, zullen op kosten van de overtreder in hun oorspronkelijke staat hersteld

worden.

De overtreding van het eerste lid van dit artikel wordt gesanctioneerd overeenkomstig de strafbepalingen van

deze verordening, vermeld in deel 1.

Artikel 138

Met het oog op de verdelging van ratten en ander ongedierte, langs de boorden van grachten en waterlopen,

zijn de bewoners, gebruikers en eigenaars van de aangelande percelen verplicht de vrije doorgang te verlenen

aan personen met de verdelging belast. Zij dienen het plaatsen van de daartoe nodige materialen te gedogen.

Page 58: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

58

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 5 - DIEREN

HOOFDSTUK 1 Algemeen

Artikel 139

§1: Het is de eigenaars, bezitters, bewakers, houders van dieren verboden deze te begeleiden, te laten

rondzwerven of onbewaakt op de openbare weg en voor het publiek toegankelijke plaatsen te laten lopen,

zonder de nodige voorzorgen te nemen om deze te beletten de veiligheid of het gemak van doorgang te

verstoren.

§2: Het is de personen die het dier niet in de hand kunnen houden, verboden het dier te begeleiden.

Artikel 140

De eigenaars, bezitters, bewakers, houders van dieren moeten er zorg voor dragen dat hun dieren parken en

plantsoenen, huisdrempels, gevels, voortuinen, straten en voetpaden, wandel- en fietswegen, sportvelden en

speelpleinen, en alle voor het publiek toegankelijke plaatsen, niet bevuilen met hun uitwerpselen. Eventuele

uitwerpselen dienen onverwijld met aangepaste middelen verwijderd te worden.

Artikel 141

De eigenaars, bezitters, bewakers, houders van dieren dienen alle nodige en nuttige maatregelen te nemen

om te voorkomen dat deze dieren overlast of abnormale hinder voor de omgeving veroorzaken.

HOOFDSTUK 2 Honden

Artikel 142

Het is eigenaars, bezitters, bewakers of houders van honden, verboden hun honden op te hitsen of niet in

bedwang te houden.

Artikel 143

a) Honden moeten aan de leiband gehouden worden op de openbare weg en op *openbare plaatsen.

b) Iedereen die een hond begeleidt moet hiertoe steeds minimaal een zakje bij zich hebben voor het

opruimen van de hondenpoep.

Het zakje moet voldoende groot zijn en moet kunnen dichtgeknoopt worden. Het zakje moet op het

eerste verzoek van de bevoegde overheid getoond worden.

Het zakje met de uitwerpselen mag alleen gedeponeerd worden in de gemeentelijke afvalkorven of

meegegeven worden met het gewone *huisvuil.

Uitzondering op de bovenstaande verplichting vermeld inzake het onmiddellijk verwijderen van

hondenpoep, wordt gemaakt voor mensen met een assistentiehond.

c) De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden evenwel niet van hun algemene verplichting de

bepalingen inzake het rein houden van de gemeente na te leven.

Page 59: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

59

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 3 Voederen en nestelen van dieren

Artikel 144

De eigenaars of gebruikers van gebouwen en installaties zijn verplicht maatregelen te nemen tegen het

nestelen van verwilderde dieren.

Artikel 145

Het is verboden verwilderde dieren te voederen. Dit verbod geldt niet voor personen hiertoe bevoegd in

functie van hun opdracht.

Artikel 146

Het is verboden op openbaar domein en op openbare plaatsen dieren te voederen. Dit verbod geldt niet

voor personen hiertoe bevoegd in functie van hun opdracht.

HOOFDSTUK 4 Verloren dieren

Artikel 147

Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare wegen of openbare plaatsen, worden door of in

opdracht van de bevoegde personen, gevangen en overgebracht naar het dierenasiel of andere geschikte

locaties.

Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.

HOOFDSTUK 5 *Gevaarlijke dieren

Artikel 148

Het is verboden op het grondgebied van de gemeente agressieve, kwaadaardige en gevaarlijke dieren te

houden.

HOOFDSTUK 6 Uitvliegen van duiven

Artikel 149

Het is binnen de grenzen van de gemeente verboden duiven die niet aan de prijskampen deelnemen, te laten

uitvliegen van zonsopgang tot één uur na het sluiten van de prijskampen op zaterdagen, zondagen en

wettelijke feestdagen of wijkkermissen waarop prijsvluchten plaatsgrijpen. Dit verbod geldt tijdens de periode

van 1 maart tot 31 oktober.

Het is eveneens verboden tijdens het verloop van wedstrijdvluchten voor reisduiven nadeel te berokkenen

door met opzet handelingen te stellen, die het normaal bereiken van de hokken door wedstrijdduiven

beletten of vertragen.

Artikel 150

Wanneer, in geval van overmacht, slecht weer of andere oorzaken, de prijsvluchten niet op de gestelde dagen

plaatsvinden, geldt het verbod in artikel 149 op de daarop volgende dag.

Page 60: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

60

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 7 Preventieve bewarende maatregel

Artikel 151

Dieren door middel waarvan deze verordening, zoals bepaald in artikel 148 wordt overtreden, kunnen door

de bevoegde overheden preventief in bewaring worden genomen en tijdelijk in een dierenasiel worden

ondergebracht.

Alle kosten voortvloeiend uit de bewarende maatregelen vallen ten laste van de eigenaar of houder van het

dier.

Page 61: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

61

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 6 - Begraafplaatsen en lijkbezorging

HOOFDSTUK 1 Vaststelling van overlijden en vervoer van stoffelijk overschot

AFDELING 1 Vaststelling van overlijden

Artikel 152

Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand nagegaan op basis van het overlijdensattest

zoals bedoeld in artikel 78 van het burgerlijk wetboek.

Artikel 153

Voordat de toegelaten geneesheer vaststelt dat het een natuurlijke dood betreft, mag er niet overgegaan

worden tot een lijkschouwing (behalve bij gerechtelijk onderzoek), tot het nemen van dodenmaskers en tot

het balsemen of kisten.

Artikel 154

De aangevers regelen zonder verwijl met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende het *begraven,

het verstrooien, het bewaren van de as na crematie of de lijkbezorging op de wijze en volgens de regels

bepaald door de Vlaamse regering.

Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur beslist over dag en uur van de begrafenis.

De begrafenis zal plaatsvinden meer dan 24 uren na vaststelling van het overlijden en uiterlijk de achtste dag

daaropvolgend.

Artikel 328 (lokaal)

Van de termijn, zoals aangegeven in artikel 154, kan niet worden afgeweken, behalve bij overlijden in het

buitenland of in het kader van gerechtelijk onderzoek.

Deze beslissing tot afwijking komt toe aan de ambtenaar van burgerlijke stand.

Artikel 329 (lokaal)

Alle niet in dit reglement voorziene gevallen worden beslecht door het college van burgemeester en

schepenen of de burgemeester, in zoverre zij niet door het decreet aan een andere overheid worden

toegewezen en niet in strijd zijn met het niet-discriminatieprincipe. De gemeenteraad wordt op de

eerstvolgende zitting van de genomen beslissing in kennis gesteld.

AFDELING 2 Vervoer van het *stoffelijk overschot

Artikel 155

Het lijkenvervoer wordt waargenomen door private ondernemingen, met inachtneming van de decretale en

reglementaire bepalingen terzake.

Artikel 156

Niet gecremeerde stoffelijke overschotten moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze

worden vervoerd.

Page 62: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

62

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 157

§1: In afwijking van artikel 156 is het toegelaten dezelfde lijkwagen te gebruiken uitsluitend in volgende

gevallen:

- voor het vervoer van een moeder en haar levenloos geboren kind of voor het vervoer van een

levenloos geboren meerling;

- voor het vervoer van twee bloed- en aanverwanten tot de tweede graad en voor personen die op

het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden, die, tengevolge van hetzelfde feit

overleden zijn, onder voorwaarde dat de kisten op behoorlijke wijze in de lijkwagen kunnen geplaatst

worden.

§2: In afwijking van artikel 156 is het toegelaten dat de lijkjes van kinderen van minder dan één maand, van

levenloos geboren kinderen en van foetussen, door diegene die instaat voor de begrafenis vervoerd worden

met een behoorlijk uitgerust voertuig.

Artikel 158

De lijkstoet naar de begraafplaats dient te gebeuren langs de kortst mogelijke weg. De orde van de lijkstoet

mag niet verstoord worden.

HOOFDSTUK 2 Ordemaatregelen voor begraafplaatsen

AFDELING 1 Algemeen

Artikel 159

De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven van lijken en de as van de gecremeerde lijken van:

- personen die overleden zijn in de gemeente of er dood zijn aangetroffen;

- personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn maar die ingeschreven zijn in

het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente;

- Hiermee worden gelijkgesteld de personen die de gemeente effectief bewonen, doch van die

inschrijving zijn vrijgesteld krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten;

- personen begunstigd van een recht op begraving op een gemeentelijke begraafplaats;

- personen die voordien hun gewone verblijfplaats in de gemeente hadden en die op het moment van

overlijden opgenomen waren in een instelling buiten de gemeente of inwoonden bij een

bloedverwant buiten de gemeente;

- ongehuwde personen van wie de bloedverwanten in 1ste of 2de graad wel ingeschreven zijn in de

gemeente.

Artikel 330 (lokaal)

In aanvulling op artikel 159 van het algemeen deel, zijn de begraafplaatsen bestemd voor het begraven van

lijken en de as van de gecremeerde lijken van:

- Personen die de gemeente expliciet in hun laatste wilsbeschikking hebben laten opnemen als laatste

rustplaats.

Page 63: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

63

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 2 Toegang en orde

Artikel 159bis

De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek op de uren zoals bepaald in het bijzonder deel van dit

reglement (zie art 340).

Artikel 160

Op de begraafplaatsen is het verboden:

1. de muren en omheiningen van de begraafplaatsen, evenals de omheiningen van de graven, de

grafstenen en de gedenkstenen te beklimmen;

2. de *graven, de strooiweide, de gras- en bloemperken te betreden, behoudens de specifiek daartoe

aangelegde graspaden;

3. afval, papier en andere voorwerpen weg te werpen binnen de omheining van de begraafplaats, tenzij

in de daartoe bestemde korven of bakken. Deze korven of bakken mogen alleen gebruikt worden

voor afval afkomstig van de begraafplaats;

4. zonder toelating binnen te dringen in de lokalen voorbehouden aan het personeel;

5. te bedelen, geld in te zamelen, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen of zijn diensten

aan te bieden;

6. reclamebriefjes uit te delen, aanplakbiljetten, borden, geschriften of andere publiciteitstekens aan te

brengen, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en muren met uitzondering van een plaatje

van maximum 5x10 cm van de maker van het grafteken;

7. op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet belemmeren;

8. zonder toelating van een begraafplaatsverantwoordelijke om het even welk voorwerp dat zich op de

begraafplaats bevindt, weg te nemen of te verplaatsen met uitzondering van de voorwerpen op de

graven van nabestaanden;

9. enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van assistentiehonden .

10. kinderen te laten rondlopen of spelen op de begraafplaatsen;

11. met fietsen of gemotoriseerde voertuigen (andere dan een lijkwagen, gemotoriseerde rolwagens voor

personen met een handicap, dienstwagens en alle ander vervoer voor het ophalen en afleveren van

bouwmaterialen) de begraafplaats binnen te rijden tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating

wordt verleend door de burgemeester of zijn gemachtigde;

12. op de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of fotograferen, met uitzondering voor

familieleden of mits toelating van de familie;

13. zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of op een wijze die onverenigbaar is

met de rust en de waardigheid van de plaats of met de eerbied die aan de doden is verschuldigd.

Page 64: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

64

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 3 Graftekens, bouwwerken en beplantingen

Artikel 161

Het is verboden op zaterdag, zondag en op wettelijke en decretale feestdagen enige bouwactiviteit op de

begraafplaatsen te verrichten of bouwmateriaal op de begraafplaats te brengen, behalve mits toelating door

de burgemeester of zijn gemachtigde verleend om reden van noodzakelijkheid.

Artikel 162

Behoudens toestemming van de burgemeester of zijn gemachtigde is het op zaterdag, op zondag, op

wettelijke en decretale feestdagen en vanaf de laatste werkdag van oktober tot en met 2 november van elk

jaar verboden:

a) graftekens of erbij horende voorwerpen te plaatsen of weg te nemen. Dit verbod betreft niet het

neerleggen van eenvoudige draagbare herinneringstekens, kransen, bloemen, medaillons noch de

graftekens met of zonder water te reinigen of ze recht te zetten;

b) aanplantingen van meer dan 60 cm hoogte te planten;

c) opschriften op graftekens te beitelen of de bestaande opschriften dieper te maken, enig bouw-,

beitel- of schilderwerk uit te voeren;

d) de begraafplaatsen te betreden met krui- of blokwagens, watertonnen, ladders en andere werktuigen.

Enkel het verzorgen van tuintjes is toegelaten, op voorwaarde dat de lanen en wegen niet beschadigd

worden en in behoorlijke toestand worden gehouden.

Artikel 163

De graftekens en de aanplantingen moeten voldoen aan de bepalingen van het bijzonder deel van deze

verordening.

De opschriften van grafschriften mogen de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde

eerbied, niet storen.

Artikel 164

Uitsluitend de begraafplaatsverantwoordelijke is ertoe bevoegd:

- een volgnummer aan te brengen op de kist of de urne;

- de as uit te strooien;

- de kist of de urne in de kuil, (graf)kelder of het columbarium te plaatsen;

- een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond en de kuil te vullen;

- de nis in een columbarium en het graf op een urnenveld te openen, te plaatsen en af te sluiten.

Andere personen kunnen eveneens bevoegd zijn, indien het bijzonder deel van de verordening dit zo

bepaalt.

Page 65: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

65

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 165

Gedenktekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementering dienen

terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De opdrachtgever of zijn

nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Daarenboven zal,

gedurende 6 maanden, een bericht worden uitgehangen aan het grafteken en aan de ingang van de

begraafplaats.

Bij gebrek aan herstel binnen een periode van 6 maanden na de ingebrekestelling en na de aanplakking van het

bericht zal de verwijdering door het gemeentebestuur gebeuren, en zullen de kosten ten laste gelegd worden

van de bekende opdrachtgever(s).

Artikel 166

Binnen de omheining van de begraafplaats mag geen enkel materiaal achtergelaten worden. De materialen

worden aangevoerd en geplaatst naarmate van de behoeften. Alvorens op de begraafplaats te worden

toegelaten, moeten de voor de graftekens bestemde materialen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en

gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

Bij overtreding wordt van ambtswege door het gemeentebestuur overgegaan tot de wegneming van de

materialen op kosten en risico van de overtreder.

Artikel 167

Ieder die één van deze verbodsbepalingen overtreedt, kan uit de begraafplaats worden gewezen,

onverminderd eventuele vervolgingen.

Artikel 331(lokaal)

Het plaatsen en wegnemen van graftekens, het openen en dichten van grafkelders valt ten laste van de

nabestaanden en gebeurt door een aannemer aangesteld door de nabestaanden. Deze werken gebeuren

tijdens de diensturen.

De aannemer dient de begraafplaatsverantwoordelijke minstens 2 dagen op voorhand op de hoogte te

brengen van het plaatsen van een grafteken. Het nieuwe grafteken dient geplaatst te worden volgens de

uitlijning zoals uitgezet door het gemeentelijk personeel van de begraafplaats.

Graftekens die door de aannemer tijdelijk weggenomen worden, dienen door de aannemer meegenomen te

worden of tijdelijk geplaatst te worden op de verharding voorzien op de begraafplaats, overeenkomstig de

afspraken met de begraafplaatsverantwoordelijke. Dit kan in geen geval op de grasstroken.

Artikel 332 (lokaal)

Het maken van grafkuilen voor een begraving in niet-geconcedeerde grond wordt kosteloos uitgevoerd door

de begraafplaatsverantwoordelijke.

Het maken van grafkuilen en het plaatsen van grafkelders en grafzerken voor een eerste begraving, evenals

het wegnemen van de grafzerk en het openen van de grafkelder voor het bijplaatsen van een tweede of derde

lijk, in geconcedeerde grond van 50 jaar, gebeurt op kosten van bloed-, aanverwanten of vrienden van de

overledene, door een persoon door laatstgenoemden aangesteld.

Het maken van grafkuilen voor een eerste of, tweede begraving in geconcedeerde grond van 30 jaar, wordt

kosteloos uitgevoerd door de begraafplaatsverantwoordelijke.

Page 66: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

66

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het plaatsen van de grafzerken of het wegnemen ervan voor een tweede begraving, gebeurt op kosten van de

bloed-, aanverwanten of vrienden van de overledene, door een persoon door laatstgenoemde aangesteld

Binnen het jaar na het verlenen van de concessie dient een grafteken te zijn geplaatst.

Artikel 333 (lokaal)

De bouw van een grafkelder gebeurt in opdracht van de concessiehouder , op kosten van de

concessiehouder of diens bloed-of aanverwanten

De bouw van de kelder moet beëindigd zijn binnen de drie maanden te rekenen van de beslissing tot

toekenning van de grafconcessie.

De kuil mag slechts open blijven gedurende de tijd die nodig is voor de bouw van de grafkelder.

De bouw van de grafkelder moet gebeuren voor de begraving

Artikel 334 (lokaal)

Het stadsbestuur staat in voor de inrichting van het urnenveld en de plaatsing van de urnenkeldertjes.

Artikel 335 (lokaal)

Het vernieuwen van grafmonument dient schriftelijk te worden aangevraagd, met toevoeging van schets,

afmetingen en soort materialen m.b.t. het grafmonument.

Artikel 336 (lokaal)

De scheefstaande , omgevallen, beschadigde graftekens dienen door toedoen van de nabestaanden rechtgezet

te worden.

Artikel 337 (lokaal)

Individuele beplanting is niet toegelaten, tenzij een plantperk is voorzien in het grafteken zelf.

Artikel 338 (lokaal)

Kransen of bloemstukken met natuurlijke bloemen dienen weggenomen te worden zodra ze niet meer fris

zijn.

De bloemen en planten moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze verwelkt of afgestorven

zijn, moeten ze verwijderd worden.

Bij gebreke hieraan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten gebeuren door de

begraafplaatsverantwoordelijke.

Bloempotten , bloemenkransen en sierstukken die naar aanleiding van Allerheiligen geplaatst worden, dienen

door de nabestaanden opgehaald te worden tegen 30 november van het jaar waarin ze geplaatst worden. Na

deze datum worden ze eigendom van de gemeente.

Page 67: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

67

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 3 Specifieke bepalingen voor de begraafplaatsen te Menen

AFDELING 1 Ligging en toegankelijkheid gemeentelijke begraafplaatsen

Artikel 339

De gemeentelijke begraafplaatsen zijn gelegen op volgende locaties:

- in de Zandputstraat (= oude begraafplaats van Menen);

- in de Dadizelestraat (te Menen);

- in de St.-Niklaasdreef (te Rekkem)

- in de Menenstraat (te Lauwe).

Artikel 340

De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek:

- van 1 april t.e.m. 15 november van 9 tot 19 uur;

- van 16 november t.e.m. 31 maart van 9 tot 17 uur.

Artikel 341

Er kunnen enkel begravingen, bijzettingen, uitstrooiingen plaatsvinden op werkdagen van 8u45 tot 16u30, en

op zaterdag van 8u45 tot 13u00.

Elk vervoer van een lijk of as naar de gemeentelijke begraafplaats en de lijkbezorging aldaar is verboden

buiten deze uren, alsook op zondag en op de wettelijke of decretale feestdagen (Paasmaandag, 1 mei,

Hemelvaartsdag, Pinksteren en Pinkstermaandag, 11 juli (Vlaamse feestdag), 21 juli (Nationale feestdag), 15

augustus(OLV Hemelvaartsdag), 1 en 2 november (Allerheiligen en Allerzielen), 11 november

(Wapenstilstand), 15 november (Dag van de Dynastie), 26 december (2de Kerstdag).

De burgemeester of zijn gemachtigde kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van de

bescherming van de openbare gezondheid.

Artikel 342

Voertuigen nodig bij de uitvoering van werken mogen, mits voorafgaande melding aan de

begraafplaatsverantwoordelijke, de begraafplaatsen binnenrijden op voorwaarde dat ze onmiddellijk

verwijderd worden zodra ze voor de uitvoering van de werken niet langer nodig zijn.

Het is verboden de begraafplaats met een voertuig , in het kader van uitvoering van werken, op te rijden

tijdens een begrafenisdienst.

Artikel 343

De gemeentelijke bezinningsruimtes zijn gelegen op volgende locaties:

- in de Dadizelestraat (te Menen);

- in de Menenstraat (te Lauwe).

De aanvraag tot gebruik van de bezinningsruimtes wordt ingediend bij de bevoegde gemeentelijke dienst

Page 68: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

68

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het gebruik wordt in functie van de volgende voorrang toegekend aan:

1. afscheidsplechtigheden ingericht door niet-confessionele levensbeschouwelijke verenigingen;

2. burgerlijke begrafenissen;

3. andere afscheidsplechtigheden.

Het is niet toegelaten dranken of spijzen aan te bieden in deze bezinningsruimtes.

AFDELING 2 Begraven en *opgraven

1. Begraven

Artikel 344

Het begraven van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten kan enkel plaatshebben in volle grond of in een

ondergrondse grafkelder.

Artikel 345

Het begraven wordt volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor

begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven alsook voor de bijzetting in de nissen van het

columbarium, het urnenveld en voor de asuitstrooiing.

Artikel 346

De niet-geconcedeerde grafplaatsen zijn uitsluitend bestemd voor de begraving van één stoffelijk overschot, al

of niet gecremeerd. De stoffelijke overschotten van moeder en pasgeboren kind kunnen in hetzelfde graf

worden geplaatst.

Artikel 347

Elk stoffelijk overschot moet in een afzonderlijke kist, lijkwade of urne begraven worden. Alleen de stoffelijke

overschotten van moeder en pasgeboren kind mogen in dezelfde kist, lijkwade of urne begraven worden.

Artikel 348

Alvorens tot de teraardebestelling mag worden overgegaan, moet de begraafplaatsverantwoordelijke in het

bezit zijn van de toelating tot begraven afgeleverd door de ambtenaar van de burgerlijke stand .

Artikel 349

Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing mag de kist na het kisten niet meer geopend worden.

2. Opgraven

Artikel 350

Opgraving kan gebeuren van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten, begraven in volle grond of in een

grafkelder, of van gecremeerde stoffelijke overschotten uit een urnenveld of columbariumnis of grafkelder.

Artikel 351

De aanvraag tot opgraving dient schriftelijk en gemotiveerd door de overlevende echtgenoot / de

samenwonende partner en de bloedverwanten in de 1ste graad te worden aangevraagd aan de burgemeester.

Page 69: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

69

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 352

Opgraving kan enkel om ernstige redenen , mits voorafgaande toestemming van de burgemeester.

Opgraving kan enkel na betaling van de bij retributiereglement bepaalde vergoeding.

Artikel 353

De toelating tot opgraven zal geweigerd worden wanneer deze opgraving tot doel heeft het al dan niet

gecremeerde stoffelijk overschot over te brengen naar een niet-geconcedeerd graf. De toelating tot opgraven

zal geweigerd worden wanneer het doel niet overeenstemt met de inhoud van de laatste wilsbeschikking van

de overledene.

Artikel 354

Opgraving gebeurt steeds in tegenwoordigheid van de begraafplaatsverantwoordelijke.

Artikel 355

Bij opgraving van een stoffelijk overschot (al of niet gecremeerd) mogen – naast de

begraafplaatsverantwoordelijke - slechts volgende personen aanwezig zijn:

de politie

de gemeentearbeiders

bevoegde personen binnen het kader van hun opdracht

de begrafenisondernemer

Een afvaardiging van de familie kan enkel aanwezig zijn bij de opgraving van gecremeerde stoffelijke

overschotten (=opgraving van een urne).

Artikel 356

De gemeentelijke overheid kan de vernieuwing bevelen van de opgegraven kist of elke andere maatregel ter

bescherming van de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid , op kosten van de aanvrager van de

opgraving.

Artikel 357

De opgravingen – met uitzondering van de gerechtelijke - hebben plaats op de datum en het uur in overleg

met de dienst begraafplaatsen vastgesteld.

Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot en met de 1ste week van november en op zaterdag,

zon- en feestdagen geen opgravingen verricht.

Artikel 358

Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toestemming bijzondere voorwaarden op te leggen,

moeten steeds de volgende beschikkingen worden nageleefd bij opgraving :

a) het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen

bemoeilijken of beletten, moet verwijderd worden door de nabestaanden vooraleer tot de opgraving

wordt overgegaan;

b) de gemeente zorgt voor het openleggen van het graf in volle grond, het lichten van de kist uit het graf

en het vullen van de kuil

Page 70: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

70

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

c) Het openen en sluiten van de grafkelders gebeurt steeds door een aannemer aangesteld door de

nabestaanden.

d) het openen van de nis of urnekelder, het uitnemen van de urne uit de nis en het opnieuw sluiten van

den nis gebeurt door de gemeente.

Artikel 359

Na opgraving van het stoffelijk overschot dienen alle regels inzake vervoer, crematie en begraven

gerespecteerd te worden.

Artikel 360

De overgang naar een andere begrafenisvorm (grafkelder, volle grond, urnenveld of columbariumnis) geeft

steeds aanleiding tot het betalen van een nieuwe concessie. Er is geen verrekening mogelijk van het eerst

betaalde concessiebedrag. Het eerste concessiebedrag is geheel aan de gemeente verworven.

Bij elke vraag tot overgang naar een andere begrafenisvorm dient rekening gehouden te worden met de

laatste wilsbeschikking van de overledene.

AFDELING 3 Concessies

Artikel 361

Elke wijze van begraven van een stoffelijk overschot, behalve de asuitstrooiing, kan het voorwerp uitmaken

van een concessie, mits de betaling van de bij retributiereglement bepaalde concessievergoeding.

Artikel 362

De graf- , urne- of nisconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en de hernieuwing ervan worden

verleend door het College van Burgemeester en Schepenen , conform de modaliteiten bepaald in deze

verordening, en conform het retributiereglement.

De concessie kan slechts worden verleend of hernieuwd nadat de concessieaanvrager het vastgestelde bedrag

betaald heeft.

Artikel 363

Bij gebrek aan betaling binnen één maand, wordt het perceel geherkwalificeerd tot niet geconcedeerde grond

en worden de bepalingen hieromtrent opgevolgd.

Artikel 364

De betaling van een concessie voor niet-inwoners dient uiterlijk voor de dag van de begrafenis te gebeuren.

Artikel 365

Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring, noch een verkoop in.

Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend.

Page 71: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

71

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 366

De concessies worden verleend onder de voorwaarden bepaald in deze verordening en in het

retributiereglement, zoals deze gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.

De concessietermijn neemt een aanvang vanaf de concessieaanvraag .

Artikel 367

§1 Een grafconcessie voor teraardebestelling in volle grond kan worden toegestaan :

voor 30 jaar voor 1 persoon

voor 30 jaar voor max. 2 personen

§2 Een grafconcessie voor teraardebestelling in een grafkelder kan worden toegestaan :

voor 50 jaar voor max. 1 persoon

voor 50 jaar voor max. 2 personen

Voor 50 jaar voor max. 3 personen

In een bestaande grafkelder kan één asurne worden bijgezet, rekening houdend met de decretale bepalingen

terzake.

§3 Een grafconcessie voor het bijzetten van een asurne in het columbarium of in een urnekelder kan worden

toegestaan

voor 30 jaar voor max. 2 personen

Voor 30 jaar voor max. 3 personen

voor 50 jaar voor max. 2 personen

voor 50 jaar voor max. 3 personen

§4 Boventallige bijzetting van asurnes kan slechts indien hiertoe ruimtelijke mogelijkheid bestaat, en rekening

houdend met de decretale bepalingen terzake en de bepalingen van het retributiereglement.

Dit kan enkel bij begraving in grafkelders, columbariumnis of urnenveld.

Dit is enkel toegestaan voor het stoffelijk overschot van nabestaanden in 1e graad, grootouders en

kleinkinderen van de overledene.

Artikel 368

De concessieaanvragen vermelden de identiteit van de begunstigden.

Artikel 369

De concessies zijn onoverdraagbaar.

Artikel 370

Enkel de concessiehouder kan een nieuwe begunstigde aanduiden.

Wanneer één van de begunstigden afstand wenst te doen van zijn plaats, dient hij een schriftelijke verklaring

af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Page 72: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

72

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Elders begraven worden, staat gelijk met de schriftelijke afstandsverklaring. In dat geval kan de

concessiehouder een nieuwe begunstigde aanduiden.

Artikel 371

De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daartoe aangewezen zijn op de begraafplaatsen,

volgens de door de gemeenteraad goedgekeurde plannen.

In geen geval mag een concessie verleend worden op een plaats die bestemd is voor de niet-vergunde

gronden.

Artikel 372

De concessie vervalt als er geen aanvraag voor hernieuwing is gedaan voor het verstrijken van de termijn.

De hernieuwing van een concessie kan gebeuren met bijzetting hetzij zonder bijzetting, dit volgens de

decretale bepalingen terzake

De concessies zijn hernieuwbaar voor dezelfde duur als de initiële concessie (30 of 50 jaar), ten laatste op de

dag waarop de initiële concessie of de hernieuwde concessie verstrijkt en dit onder de voorwaarden en mits

betaling van het tarief dat op het ogenblik in voege zal zijn.

Een aanvraag tot hernieuwing van een concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de

initiële of hernieuwde concessie.

Hernieuwing van een concessie met overgang naar een andere begrafenisvorm , geeft aanleiding tot een

opgraving. De bepalingen hieromtrent dienen te zijn vervuld, alsook de betaling van de hieraan verbonden

retributie.

Hernieuwingen kunnen geweigerd worden als blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie

verwaarloosd is.

Artikel 373

De concessie kan niet voortijdig beëindigd worden op verzoek van nabestaanden.

Artikel 374

De concessie kan teruggenomen worden indien het openbaar belang of de dienstnoodwendigheid dit vereist.

De familie wordt voorafgaandelijk en schriftelijk hiervan verwittigd.

De stoffelijke resten worden – mits aanvraag, conform de decretale bepalingen terzake, overgeplaatst naar

een gelijksoortige concessie voor de resterende duur.

Artikel 375

Ingeval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de

concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.

Artikel 376

Bij doorlopende verwaarlozing van het graf kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen

aan het recht op de concessie, onverminderd de decretale bepalingen terzake.

Page 73: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

73

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 377

Als een concessie van gecremeerde stoffelijke overschotten een einde neemt, om elke andere reden dan in

hogervermeld artikel (300), zal de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats door de

begraafplaatsverantwoordelijke.

Deze uitstrooiing gebeurt steeds en enkel in aanwezigheid van de bevoegde personen binnen het kader van

hun opdracht.

De urnehouder kan worden meegegeven met de nabestaanden. Met betrekking tot de as dienen de decretale

bepalingen te worden nageleefd.

Artikel 378

De nabestaanden kunnen uiterlijk bij beëindiging van een concessie ook opteren voor de overgang naar een

andere begrafenisvorm, mits het aangaan van een nieuwe concessie en mits betaling van de hieraan

verbonden retributies.

Artikel 379

Niet-geconcedeerde graven of niet-geconcedeerde columbariumnissen kunnen worden hernomen na het

verstrijken van de termijn van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van de begrafenis. Na deze datum kan geen

overbrenging naar een concessie meer worden aangevraagd.

Van de hernomen niet-geconcedeerde columbariumnis en het niet-geconcedeerde urneveld zal de as worden

uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats, onder dezelfde modaliteiten als bepaald in artikel (zie hoger)

Gedenktekens en voorwerpen die tegen deze datum niet werden weggenomen, worden eigendom van de

gemeente en worden ambtshalve weggenomen door de gemeentediensten.

Artikel 380

De gronden en nissen van de concessies kunnen worden teruggenomen na het verstrijken van de termijn van

de niet-hernieuwde concessie.

Gedenktekens en voorwerpen die tegen deze datum niet werden weggenomen, worden eigendom van de

gemeente en worden ambtshalve weggenomen door de gemeentediensten.

Page 74: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

74

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 4 Technische specificaties voor de begraafplaatsen te Menen

AFDELING 1 Stedelijke begraafplaats Dadizelestraat te Menen (‘Nieuw

Kerkhof’)

Onverminderd de artikelen 159 -167 van het algemeen deel van deze Agemene Politieverordening inzake

begraafplaatsen, en onverminderd de bepalingen van het specifiek lokaal deel van deze Algemene

Politieverordening (artikelen 328 –380), gelden voor de stedelijke begraafplaats gelegen in de Dadizelestraat

te Menen bijkomend volgende specifieke technische bepalingen:

1. Graftekens en grafmonumenten

Artikel 381

De afstand tussen de gewone grafkuilen wordt vastgesteld op 20 cm.

De percelen om de niet-gecremeerde lichamen te begraven hebben een éénvormige oppervlakte van 1 m x

2,30 m

Artikel 382

De graftekens en grafmonumenten op de graven bestaan uit een rechtopstaand en uit een platliggend

gedeelte. Zij worden uitgevoerd in natuursteen.

De afmetingen zijn de volgende :

A. Opstaand gedeelte van het grafteken of grafmonument :

o de maximum hoogte bedraagt de som van tweemaal de hoogte van de steen plus eenmaal de

breedte van de steen , en mag niet minder zijn dan 220 cm. en niet hoger zijn dan 235 cm

o de breedte is minimum 45 cm. – max. 80 cm

o de dikte is minimum 5 cm -maximum 20 cm

B. platliggend gedeelte van het grafmonument :

o breedte:: max. deze van het graf, minimaal deze van de rechtstaande steen

- niet-geconcedeerde graven: max. 80 cm

- geconcedeerde graven: max. 90 cm

o het grafteken/-monument wordt geplaatst in het midden van het perceel

o hoogte boven het maaiveld: maximum 20 cm, minimum 10 cm

o diepte, te rekenen vanaf de dwarse scheidingsgrens van de graven : maximum 65 cm,

minimum 35 cm

Artikel 383

Een houten kruis als grafteken is toegestaan

- Als tijdelijke maatregel ingeval van geconcedeerde graven (max 1jaar )

- Als definitieve maatregel ingeval van niet-geconcedeerde grond

2. Urnenveld

Artikel 384

Op de begraafplaatsen kunnen er urnen begraven worden in het daartoe voorbehouden urnenveld.

Page 75: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

75

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De urnen worden geplaatst in een gesloten betonnen keldertje.

De oppervlakte van de vergunning op het urnenveld is 0,3 m² of 0,50 x 0,60 m.

De afstand tussen de graftekens van aanpalende concessies bedraagt 25 cm.

Het volledige grafteken is vervaardigd uit gepolijst graniet. De afmetingen zijn de volgende :

A.Platliggend gedeelte:

o Afmetingen: 50 cm. x 60 cm. x 5 cm.

o Alle zichtbare kanten zijn gepolijst en voorzien van een vellingskant (schaffrein)

B Rechtopstaand gedeelte

o Afmetingen: H.: 50 cm. – B.: 25 cm. – D.: basis 10cm verlopend tot 5 cm. aan bovenkant.

o Het rechtopstaand gedeelte staat gecentreerd op 10 cm. van de achterzijde van de vloerplaat.

o Alle zichtbare vlakken zijn gepolijst.

o Het opschrift wordt slechts aangebracht bij wijze van gravering.

3. Gedenkzuil met naamplaatje bij strooiweide

Artikel 385

Mits betaling van de bij retributiereglement vastgestelde vergoeding , kunnen nabestaanden bij een

asverstrooiing een naamplaatje laten bevestigen op de gedenkzuil.

Artikel 386

De naamplaatjes dienen uniform te zijn en dienen vervaardigd te worden conform onderstaande gegevens:

Materiaal : zwarte plexiplaat met goudkleurige afdeklaag.

Afmetingen : 150 x 50 x 1,5 mm.

De randen worden afgewerkt met een kleine vellingskant.

Artikel 387

Als opschrift wordt enkel naam van de uitgestrooide persoon en data toegelaten.

Deze worden gecentreerd aangebracht d.m.v. gravering tot op de zwarte onderlaag zodanig dat een zwart

opschrift te voorschijn komt op een goudkleurige achtergrond.

Schrijfwijze :

-letterhoogte : hoofdletter 6 mm. - kleine letter 4 mm.

-ruimte tussen naam en data: 11 mm.

Naam :

- voornaam: hoofdletter/blokletter gevolgd door kleine letters in vette gravure (d.: 1 mm.)

- familienaam: hoofdletters in vette gravure (d.: 1 mm.)

Data :

- geboorte- en overlijdensdatum wordt voluit geschreven in cijfers (d.: 0,5 mm.)

- dag-maand-jaar en data onderling worden gescheiden door een liggend streepje.

De tussenruimte tussen beide data bedraagt 15 mm.

Page 76: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

76

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 388

De naamplaatjes worden bevestigd op de gedenkzuil d.m.v. een kleurloze siliconenlijm door de

begraafplaatsverantwoordelijke.

De naamplaatjes op de herdenkingszuil worden afgenomen door de gemeente na verstrijken van de termijn

van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van aanvraag.

De naamplaatjes kunnen door de nabestaanden tot 31 december van het 10 e jaar afgehaald worden bij de

gemeente

4. Columbariumnissen

Artikel 389

De rechthoekige columbariumnissen worden afgedicht bij middel van een gepolijste natuursteenplaat van

eerste kwaliteit. Enkel de granietsoort ‘Tarn’ wordt aanvaard.

De steenplaat van de rechthoekige columbariumnis wordt in de daartoe voorziene sponningen van de nis

geplaatst. De dikte van de plaat is gelijk aan de diepte van de sponning in de rand van de nis, zodat na de

dichting de voorvlakken van nisranden en afdekplaat in hetzelfde vlak liggen.

Bij de rechthoekige nissen worden opschriften en symbolen in reliëf of uitgehold op de steen aangebracht.

Het aanbrengen van afzonderlijke letters uit metaal of uit een ander materiaal bovenop de steenplaat is niet

toegelaten.

Op de deksteen van de nissen mogen kleine ornamenten aangebracht worden. Deze ornamenten mogen op

geen enkele manier het zicht hinderen op de andere nissen.

De zeshoekige columbariumnissen worden verplicht afgedicht bij middel van:

- ofwel het bijhorend deksel dat vervaardigd is uit hetzelfde materiaal als de module en dat ter

beschikking wordt gesteld door het Stadsbestuur;

- ofwel bij middel van een gepolijst granietdeksel met dezelfde afmetingen van het originele en dit voor

rekening van de nabestaanden.

De afdekplaat van de zeshoekige columbariumnis wordt op de nis gemonteerd d.m.v. 2 gesloten moeren uit

roestvrij staal.

Bij de zeshoekige nissen worden opschriften gegraveerd in een kunststof naambordje dat verplicht

aangebracht wordt in de daarvoor voorziene uitsparing. De afmetingen van het naambordje zijn gelijk aan de

uitsparing. Bij een natuurstenen deksel worden de opschriften of symbolen voorzien op dezelfde plaats als bij

de originele deksels.

Op de deksteen van de nissen mogen kleine ornamenten aangebracht worden. Deze ornamenten mogen op

geen enkele manier het zicht hinderen op de andere nissen.

5. Kinderperk

Artikel 390

Op de begraafplaats is er zowel een perceel in niet-geconcedeerde grond als in geconcedeerde grond (30

jaar) voorzien voor kindergraven, voorbehouden voor het begraven van levenloos geboren kinderen en

kinderen tot de leeftijd van 12 jaar.

Page 77: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

77

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De grondinname voor een kindergraf is gelijkaardig aan deze voor gewone grafkuilen (1m x 2,30 m).

De afstand tussen de graftekens van aanpalende percelen bedraagt 15 cm.

Het volledige grafteken is vervaardigd uit gepolijst granieten en bestaat enkel uit een platliggend gedeelte

bovenop de grondplaat.

De afmetingen zijn de volgende:

a. Grondplaat

- afmetingen 85 cm x 47,5 cm x 3 cm

- alle zichtbare kanten zijn gepolijst

b. Liggend gedeelte

- afmetingen : 60 cm x 30 cm. De hoogte verloopt van 7,5 cm naar 5 cm vooraan.

- het liggend gedeelte staat gecentreerd op 12,5 cm van de voor- en zijkanten van de vloerplaat en op 5 cm

van de achterzijde.

- alle zichtbare kanten zijn gepolijst en voorzien van een vellingskant (schaffrein).

Het opschrift wordt slechts aangebracht bij wijze van gravering.

6. Vlinderboom bij vlinderweide

Artikel 390 bis

Op de begraafplaats is er een perceel in niet-geconcedeerde grond voorzien voor een ‘vlinderweide’,

voorbehouden voor het begraven van niet levensvatbaar geboren kinderen/foetussen van maximaal 24 weken.

De ondergrondse grondinname in de vlinderweide is 30 x 30 cm.

Mits betaling van de bij retributiereglement vastgestelde vergoeding, kunnen nabestaanden als

herinneringsteken een vlinder al of niet met naamvermelding laten bevestigen op de ‘vlinderboom’ geplaatst in

deze vlinderweide.

Als opschrift wordt enkel de naam van het kindje (voornaam en familienaam) en datum van

geboorte/overlijden toegelaten.

De vlinders zijn uniform en worden vervaardigd door de stad.

De vlinders worden bevestigd op de vlinderboom door de begraafplaatsverantwoordelijke.

Na verstrijken van de termijn van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van de aanvraag worden de vlinders op

de vlinderboom afgenomen door de gemeente. De vlinders kunnen door de nabestaanden tot 31 december

van het 10e jaar afgehaald worden bij de gemeente.

AFDELING 2 Stedelijke begraafplaats Zandputstraat te Menen (‘Oud Kerkhof’)

Hiertoe wordt volledig verwezen naar de artikelen 159 -167 van het algemeen deel van deze algemene

Politieverordening inzake begraafplaatsen, alsook onverminderd de bepalingen van het specifiek lokaal deel

van deze algemene Politieverordening (artikelen 328 - 380).

Page 78: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

78

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 3 Stedelijke begraafplaats te Rekkem

Onverminderd de artikelen 159 -167 van het algemeen deel van deze algemene Politieverordening inzake

begraafplaatsen, en onverminderd de bepalingen van het specifiek lokaal deel van deze algemene

Politieverordening (artikelen 328 - 380), gelden voor de stedelijke begraafplaats gelegen in Rekkem

bijkomend volgende specifieke technische bepalingen:

1. Graftekens en grafmonumenten

Artikel 391

De afstand tussen de gewone grafkuilen wordt vastgesteld op 20 cm.

De percelen om de niet-gecremeerde lichamen te begraven hebben een éénvormige oppervlakte van1 m x

2,30 m

Artikel 392

De graftekens en grafmonumenten op de graven bestaan uit een platliggend gedeelte en eventueel een

rechtopstaand stuk . Zij worden uitgevoerd in natuursteen.

De afmetingen zijn de volgende :

A. Opstaand gedeelte van het grafteken of grafmonument :

o de maximum hoogte bedraagt de som van tweemaal de hoogte van de steen plus eenmaal de

breedte van de steen , en mag niet minder zijn dan 220 cm. en niet hoger zijn dan 235 cm

o de breedte is minimum 45 cm. – max. 80 cm , maximum de breedte van het platliggend

gedeelte

o de dikte is minimum 5 cm -maximum 20 cm

B. platliggend gedeelte van het grafmonument :

o breedte van het graf

o het grafteken/-monument wordt geplaatst in het midden van het perceel

o hoogte: maximum 50 cm, minimum 10 cm

o diepte : diepte van het graf A. platliggend gedeelte van het grafmonument:

Artikel 393

Een houten kruis als grafteken is toegestaan

- Als tijdelijke grafteken ingeval van geconcedeerde graven (max. 1jaar )

- Als definitief grafteken ingeval van niet-geconcedeerde grond

2. Urnenveld

Artikel 394

Op de begraafplaatsen kunnen er urnen begraven worden in het daartoe voorbehouden urnenveld.

De urnen worden geplaatst in een gesloten betonnen keldertje.

De oppervlakte van de vergunning op het urnenveld is 0,3 m² of 0,50 x 0,60 m.

Page 79: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

79

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De afstand tussen de graftekens van aanpalende concessies bedraagt 10 cm.

Het volledige grafteken is vervaardigd uit gepolijst graniet. De afmetingen zijn de volgende :

A.Platliggend gedeelte:

o Afmetingen: 50 cm. x 60 cm. x 5 cm.

o Alle zichtbare kanten zijn gepolijst en voorzien van een vellingskant (schaffrein)

B Rechtopstaand gedeelte

o Afmetingen: H.: 50 cm. – B.: 25 cm. – D.: basis 10cm verlopend tot 5 cm. aan bovenkant.

o Het rechtopstaand gedeelte staat gecentreerd op 10 cm. van de achterzijde van de vloerplaat.

o Alle zichtbare vlakken zijn gepolijst.

o Het opschrift wordt slechts aangebracht bij wijze van gravering.

3. Gedenkzuil met naamplaatje bij strooiweide

Artikel 395

Mits betaling van de bij retributiereglement vastgestelde vergoeding , kunnen nabestaanden bij een

asverstrooiing een naamplaatje laten bevestigen op de gedenkzuil.

Artikel 396

De naamplaatjes dienen uniform te zijn en dienen vervaardigd te worden conform onderstaande gegevens:

Materiaal : zwarte plexiplaat met goudkleurige afdeklaag.

Afmetingen : 150 x 50 x 1,5 mm.

De randen worden afgewerkt met een kleine vellingskant.

Artikel 397

Als opschrift wordt enkel naam van de uitgestrooide persoon en data toegelaten.

Deze worden gecentreerd aangebracht d.m.v. gravering tot op de zwarte onderlaag zodanig dat een zwart

opschrift te voorschijn komt op een goudkleurige achtergrond.

Schrijfwijze :

-letterhoogte : hoofdletter 6 mm. - kleine letter 4 mm.

-ruimte tussen naam en data: 11 mm.

Naam :

- voornaam: hoofdletter/blokletter gevolgd door kleine letters in vette gravure (d.: 1 mm.)

- familienaam: hoofdletters in vette gravure (d.: 1 mm.)

Data :

- geboorte- en overlijdensdatum wordt voluit geschreven in cijfers (d.: 0,5 mm.)

- dag-maand-jaar en data onderling worden gescheiden door een liggend streepje.

De tussenruimte tussen beide data bedraagt 15 mm.

Artikel 398

De naamplaatjes worden bevestigd op de gedenkzuil d.m.v. een kleurloze siliconenlijm door de

begraafplaatsverantwoordelijke.

Page 80: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

80

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De naamplaatjes op de herdenkingszuil worden afgenomen door de gemeente na verstrijken van de termijn

van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van de aanvraag. De naamplaatjes kunnen door de nabestaanden tot

31 december van het 10 e jaar afgehaald worden bij de gemeente

4. Columbariumnissen

Artikel 399

De columbariumnissen zijn zeshoekig.

De zeshoekige columbariumnissen worden afgedicht bij middel van:

- ofwel het bijhorend deksel dat vervaardigd is uit hetzelfde materiaal als de module en dat ter

beschikking wordt gesteld door het Stadsbestuur;

- ofwel bij middel van een gepolijst granietdeksel met dezelfde afmetingen van het originele en dit voor

rekening van de nabestaanden.

De afdekplaat van de zeshoekige columbariumnis wordt op de nis gemonteerd d.m.v. 2 gesloten moeren uit

roestvrij staal.

Bij de zeshoekige nissen worden opschriften gegraveerd in een kunststof naambordje dat verplicht

aangebracht wordt in de daarvoor voorziene uitsparing. De afmetingen van het naambordje zijn gelijk aan de

uitsparing. Bij een natuurstenen deksel worden de opschriften of symbolen voorzien op dezelfde plaats als bij

de originele deksels.

Op de deksteen van de nissen mogen kleine ornamenten aangebracht worden. Deze ornamenten mogen op

geen enkele manier het zicht hinderen op de andere nissen.

5. Kindergraven

Artikel 400

Op de begraafplaats is een perceel in niet-geconcedeerde grond voorzien voor kindergraven , voorbehouden

voor het begraven van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar.

De grondinname voor een kindergraf 100 cm lang en 60 cm breed.

Er mag een gedenkteken geplaatst worden met een maximum lengte van 100 cm, met een maximum hoogte

van 70 cm en met een maximum breedte van 60 cm.

Het materiaal van het gedenkteken dient duurzaam en natuurlijk te zijn en binnen de opgegeven afmetingen.

Indien gebruik wordt gemaakt van los materiaal dient dit geplaatst te worden binnen een kader.

AFDELING 4 Stedelijke begraafplaats te Lauwe

Onverminderd de artikelen 159 -167 van het algemeen deel van deze algemene Politieverordening inzake

begraafplaatsen, en onverminderd de bepalingen van het specifiek lokaal deel van deze algemene

Politieverordening (artikelen 328-380), gelden voor de stedelijke begraafplaats gelegen in Lauwe bijkomend

volgende specifieke technische bepalingen:

Page 81: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

81

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

1. Graftekens en grafmonumenten

Artikel 401

De afstand tussen de gewone grafkuilen wordt vastgesteld op 20 cm.

De percelen om de niet-gecremeerde lichamen te begraven hebben een éénvormige oppervlakte van1 m x

2,30 m

Artikel 402

De graftekens en grafmonumenten op de graven bestaan uit een platliggend gedeelte en eventueel een

rechtopstaand stuk . Zij worden uitgevoerd in natuursteen.

De afmetingen zijn de volgende :

A. Opstaand gedeelte van het grafteken of grafmonument :

o de maximum hoogte bedraagt de som van tweemaal de hoogte van de steen plus eenmaal de

breedte van de steen , en mag niet minder zijn dan 220 cm. en niet hoger zijn dan 235 cm

o de breedte is minimum 45 cm. – max. 80 cm , maximum de breedte van het platliggend

gedeelte

o de dikte is minimum 5 cm -maximum 20 cm

B. platliggend gedeelte van het grafmonument :

o breedte van het graf

o het grafteken/-monument wordt geplaatst in het midden van het perceel

o hoogte: maximum 20 cm, minimum 10 cm

o diepte : diepte van het graf

Artikel 403

Een houten kruis als grafteken is toegestaan

- Als tijdelijke grafteken ingeval van geconcedeerde graven (max. 1jaar )

- Als definitief grafteken ingeval van niet-geconcedeerde grond

2. Urnenveld

Artikel 404

Op de begraafplaatsen kunnen er urnen begraven worden in het daartoe voorbehouden urnenveld.

De urnen worden geplaatst in een gesloten betonnen keldertje.

De oppervlakte van de vergunning op het urnenveld is 0,3 m² of 0,50 x 0,60 m.

De afstand tussen de graftekens van aanpalende concessies bedraagt 10 cm.

Het volledige grafteken is vervaardigd uit gepolijst graniet. De afmetingen zijn de volgende :

A.Platliggend gedeelte:

o Afmetingen: 50 cm. x 60 cm. x 5 cm.

Page 82: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

82

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

o Alle zichtbare kanten zijn gepolijst en voorzien van een vellingskant (schaffrein)

B Rechtopstaand gedeelte

o Afmetingen: H.: 50 cm. – B.: 25 cm. – D.: basis 10cm verlopend tot 5 cm. aan bovenkant.

o Het rechtopstaand gedeelte staat gecentreerd op 10 cm. van de achterzijde van de vloerplaat.

o Alle zichtbare vlakken zijn gepolijst.

o Het opschrift wordt slechts aangebracht bij wijze van gravering.

3. Gedenkzuil met naamplaatje bij strooiweide

Artikel 405

Mits betaling van de bij retributiereglement vastgestelde vergoeding , kunnen nabestaanden bij een

asverstrooiing een naamplaatje laten bevestigen op de gedenkzuil.

Artikel 406

De naamplaatjes dienen uniform te zijn en dienen vervaardigd te worden conform onderstaande gegevens:

Materiaal : zwarte plexiplaat met goudkleurige afdeklaag.

Afmetingen : 150 x 50 x 1,5 mm.

De randen worden afgewerkt met een kleine vellingskant.

Artikel 407

Als opschrift wordt enkel naam van de uitgestrooide persoon en data toegelaten.

Deze worden gecentreerd aangebracht d.m.v. gravering tot op de zwarte onderlaag zodanig dat een zwart

opschrift te voorschijn komt op een goudkleurige achtergrond.

Schrijfwijze :

-letterhoogte : hoofdletter 6 mm. - kleine letter 4 mm.

-ruimte tussen naam en data: 11 mm.

Naam :

- voornaam: hoofdletter/blokletter gevolgd door kleine letters in vette gravure (d.: 1 mm.)

- familienaam: hoofdletters in vette gravure (d.: 1 mm.)

Data :

- geboorte- en overlijdensdatum wordt voluit geschreven in cijfers (d.: 0,5 mm.)

- dag-maand-jaar en data onderling worden gescheiden door een liggend streepje.

De tussenruimte tussen beide data bedraagt 15 mm.

Artikel 408

De naamplaatjes worden bevestigd op de gedenkzuil d.m.v. een kleurloze siliconenlijm door de

begraafplaatsverantwoordelijke.

De naamplaatjes op de herdenkingszuil worden afgenomen door de gemeente na verstrijken van de termijn

van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van aanvraag. De naamplaatjes kunnen door de nabestaanden tot 31

december van het 10 e jaar afgehaald worden bij de gemeente

Page 83: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

83

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

4. Columbariumnissen

Artikel 409

De columbariumnissen zijn zeshoekig.

De zeshoekige columbariumnissen worden afgedicht bij middel van:

- ofwel het bijhorend deksel dat vervaardigd is uit hetzelfde materiaal als de module en dat ter

beschikking wordt gesteld door het Stadsbestuur;

- ofwel bij middel van een gepolijst granietdeksel met dezelfde afmetingen van het originele en dit voor

rekening van de nabestaanden.

De afdekplaat van de zeshoekige columbariumnis wordt op de nis gemonteerd d.m.v. 2 gesloten moeren uit

roestvrij staal.

Bij de zeshoekige nissen worden opschriften gegraveerd in een kunststof naambordje dat aangebracht wordt

in de daarvoor voorziene uitsparing. De afmetingen van het naambordje zijn gelijk aan de uitsparing. Bij een

natuurstenen deksel worden de opschriften of symbolen voorzien op dezelfde plaats als bij de originele

deksels.

Op de deksteen van de nissen mogen kleine ornamenten aangebracht worden. Deze ornamenten mogen op

geen enkele manier het zicht hinderen op de andere nissen.

5. Kindergraven

Artikel 410

Op de begraafplaats is een perceel in niet-geconcedeerde grond voorzien voor kindergraven , voorbehouden

voor het begraven van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar.

De grondinname voor een kindergraf 100 cm lang en 60 cm breed.

Er mag een gedenkteken geplaatst worden met een maximum lengte van 100 cm, met een maximum hoogte

van 70 cm en met een maximum breedte van 60 cm.

Het materiaal van het gedenkteken dient duurzaam en natuurlijk te zijn en binnen de opgegeven afmetingen.

Indien gebruik wordt gemaakt van los materiaal dient dit geplaatst te worden binnen een kader.

Page 84: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

84

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 7 - HANDEL

HOOFDSTUK 1 Ambulante handel en kermisactiviteiten

AFDELING 1 Ambulante en kermisactiviteiten

1. Algemeen

Artikel 168

De standplaatshouder dient de nodige maatregelen te nemen om het markt- of kermisterrein rein te houden

en om hinder te vermijden.

2. Ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein

Voor de toepassing van de specifieke reglementering inzake openbare markten en ambulante activiteiten op

het openbaar domein te Menen , wordt verwezen naar de afzonderlijke gemeentelijke reglementering inzake

marktactiviteiten, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd.x , in bijlage hieraan gehecht (bijlage nr.6)

(Marktreglement) – (lokaal)

Artikel 169

Indien daartoe aanleiding zou bestaan, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen de openbare

*markten op een ander tijdstip en/of plaats te organiseren.

Artikel 170

De richtlijnen van de marktleiding moeten strikt opgevolgd worden.

Artikel 171

Het is verboden koopwaar of welke belemmering ook op te stellen in de doorgangen die voorbehouden zijn

voor het publiek of de veiligheidsdiensten.

Artikel 172

De opengeklapte luiken van winkelwagens of luifels of paraplu’s die te koop aangeboden worden of die

beschermen tegen zon of regen moeten zich minimum twee meter boven de grond bevinden.

Artikel 173

Het is de bezoekers verboden tussen de kramen een fiets, bromfiets of motorfiets te besturen.

Artikel 174

Behoudens toelating van de *marktleider is het gebruik van geluidsinstallaties verboden. Uitzondering wordt

gemaakt voor *standwerkers wiens koopwaar het gebruik van een geluidsversterker noodzakelijk maakt,

maar enkel in de mate dat daardoor de verkoopsactiviteit van andere marktkramers niet wordt verstoord.

Page 85: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

85

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 175

Het is verboden, elders dan op de bestemde marktplaats en de gestelde uren en behoudens voorafgaande

machtiging om een standplaats in te nemen op het openbaar domein buitende de openbare markten, de

marktactiviteiten in te richten of voort te zetten.

Artikel 176

De specifieke reglementering inzake de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten en het

openbaar domein wordt door de gemeente vastgelegd in een administratieve verordening.

3. *Kermisactiviteiten op de openbare *kermissen en op het openbaar domein

Voor de toepassing van de specifieke reglementering inzake openbare kermissen te Menen wordt verwezen

naar de afzonderlijke gemeentelijke reglementering inzake kermisactiviteiten, zoals goedgekeurd in

gemeenteraadszitting dd. 27 augustus 2007, in bijlage hieraan gehecht (bijlage nr.5)(Kermisreglement) –

(lokaal)

Artikel 177

De richtlijnen van de plaatsmeester, in het bijzonder deze voor het plaatsen en voor het wegnemen van de

kermisattracties, moeten strikt opgevolgd worden.

Artikel 178

De specifieke reglementering inzake de organisatie van kermisactiviteiten op de openbare kermissen en op

het openbaar domein wordt door de gemeente vastgelegd in een administratieve verordening.

AFDELING 2 *Collecten

Artikel 179

Collecten op de openbare weg en in openbare plaatsen zijn toegelaten mits een voorafgaande schriftelijke

machtiging van de bevoegde overheid.

HOOFDSTUK I1 PUBLIEKE INRICHTINGEN BESTEMD VOOR VERMAAK OF

VOOR ENIGE CONSUMPTIE

AFDELING 1 Opening en sluiting

Artikel 298bis (lokaal=zonaal)

Al wie een drankgelegenheid of een inrichting waar eetwaren door het publiek kunnen gebruikt worden

opent, of verplaatst, is gehouden daarvan voorafgaand schriftelijke melding te geven aan de burgemeester.

Onder drankgelegenheid wordt begrepen elke openbare of private plaats die onder toepassing valt van artikel

1 van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke dranken en betreffende het

vergunning.

Page 86: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

86

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 298ter (lokaal=zonaal)

Elke sluiting of wijziging in de exploitatie van een drankgelegenheid dient schriftelijk meegedeeld te worden

aan de burgemeester.

Artikel 298quater (lokaal=zonaal)

De inrichtingen die reeds uitgebaat worden op het ogenblik dat de bepalingen van bovenstaande artikelen van

kracht worden, dienen binnen de 6 maanden de bedoelde melding aan de burgemeester te verrichten.

AFDELING 1I Drankvergunning

Artikel 298quinquies (lokaal=zonaal)

Onverminderd alle andere en hogere regelgeving waaraan een *drankgelegenheid dient te voldoen, gelden

volgende bepalingen voor occasionele drankgelegenheden :

De verkoop van sterke dranken voor gebruik ter plaatse dient voorafgaandelijk schriftelijk te worden gemeld

aan de burgemeester.

De burgemeester kan bepaalde modaliteiten opleggen in het kader van openbare veiligheid.

AFDELING 1II Sluitingsuur

De bepalingen inzake sluitingsuur zijn opgenomen in de artikelen 197 tot en met artikel 203 (zonaal deel) en

artikel 298 (lokaal)

Page 87: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

87

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TITEL 8 - OPENBARE VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK 1 Overnachten en kamperen

Artikel 180

§1 Het is verboden te overnachten of te kamperen op openbare plaatsen behoudens machtiging van de

burgemeester.

§2 Overnachten door jeugdgroepen/jeugdverenigingen of sportverenigingen op plaatsen die niet bestemd zijn

tot overnachten, dient voorafgaand gemeld te worden aan de burgemeester. De burgemeester kan bepaalde

modaliteiten opleggen in het kader van openbare veiligheid.

HOOFDSTUK 2 Gemeentelijke infrastructuur

Artikel 411 (lokaal=zonaal)

De gebruikers en bezoekers van de gemeentelijke infrastructuur verbinden zich er toe de respectievelijke

huishoudelijke reglementen, gebruikersreglementen en de hierbij aansluitende richtlijnen van het

toezichthoudend personeel strikt na te leven.

AFDELING 1 Sport, spel en recreatie

1. Gemeentelijke sportinfrastructuur

Artikel 181

Behoudens anders bepaald of anders aangeduid door verkeersborden, zijn de gemeentelijke speelpleinen,

parken en in openlucht gelegen sportterreinen uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en niet-

gemotoriseerde voertuigen.

Uitzondering wordt gemaakt voor gemeentelijke dienstwagens, voertuigen van hulpdiensten, personen die

toestemming hebben gekregen van de bevoegde overheid en voor personen met een handicap, alsook voor –

maar beperkt tot de duur van het onmiddellijk laden en lossen van goederen en personen.

Artikel 182

In de openbare parken, pleinen en tuinen is het verboden:

1. te fietsen buiten de verharde, dit zijn de van een wegdek voorziene paden. Behoudens anders

aangeduid door verkeersborden, moeten motorrijtuigen steeds aan de hand geleid worden;

2. op kunstwerken te klimmen;

3. op de openbare grasperken te lopen en erop te zitten of te liggen op plaatsen waar een verbodsbord

daartoe is aangebracht;

Page 88: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

88

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

4. om over de afsluitingen te klauteren;

5. barbecues te houden, behoudens een machtiging van de burgemeester;

6. een normale doorgang te belemmeren;

7. kwaadwillig één of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, verminken of ontschorsen dat zij

vergaan, alsook één of meer enten te vernielen.

(Gemengde inbreuk (3de soort) – volgens artikel 537 Sw. )

Artikel 183

Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen gelegen in openbare ruimten of deze

te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen.

Het zwemverbod geldt niet op plaatsen waar dit expliciet is toegelaten.

Artikel 184

Elke bezoeker of gebruiker dient de richtlijnen van de verantwoordelijken van het terrein onmiddellijk op te

volgen.

Artikel 412 (lokaal= zonaal)

De gemeentelijke sportinfrastructuur omvat alle buitenterreinen, de binnen-accommodaties, de kleedkamers,

de bijhorende sanitaire voorzieningen, de cafetaria, bergplaatsen en alle annexen horende tot de

sportaccommodatie -tenzij anders is vermeld in de gebruikersovereenkomst – en dit alles volgens hun

normaal gebruik

Hetzelfde geldt voor het beschikbare sportmateriaal in verband met de toegelaten sportactiviteit

Artikel 413 (lokaal= zonaal)

De bezoekers en gebruikers mogen enkel de voor het publiek toegankelijke gedeeltes van de sporthal

betreden.

Artikel 414 (lokaal=zonaal)

De gemeentelijke sportinfrastructuur is alleen toegankelijk voor het publiek, door groepen en particulieren,

op de dagen, uren en onder de voorwaarden vastgesteld door het College van burgemeester en schepenen.

Het is verboden de sportinfrastructuur te betreden buiten de vastgestelde openingsuren, uitgezonderd voor

de personen belast met het toezicht.

Artikel 415 (lokaal= zonaal)

Er wordt geen toegang verleend aan

a) Personen die in dronken toestand verkeren

b) personen die door hun wangedrag de openbare orde, rust of veiligheid storen.

c) Personen die zich om andere redenen in een staat bevinden die hun weigering rechtvaardigt, zelfs

indien ze op welke wijze ook een toegangsbewijs hebben bekomen

Page 89: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

89

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 416 (lokaal= zonaal)

In de gemeentelijke sportinfrastructuur is het verboden:

1. zich om te kleden buiten de daartoe aangewezen kleedkamers;

2. zich onbetamelijk te gedragen;

3. de infrastructuur en de uitrusting te verontreinigen of te beschadigen;

4. gelijk met welke voorwerpen ook, vreemd aan de beoefende sport, te werpen of welke tuigen ook te

laten ontploffen of knallen;

5. vuur te maken

6. zich onnodig in de gangen en op de trappen op te houden, zodat de doorgang wordt belemmerd;

7. de toe- en uitgangswegen, alsook deze naar de nooduitgangen, te belemmeren

8. zelf de tribunes te verplaatsen;

9. de afsluitingen te beklimmen, erop te zitten of erop te staan;

10. de orde en veiligheid te verstoren of het normaal verloop van wedstrijden of trainingen te hinderen;

11. enig gemotoriseerd voertuig alsook fietsen binnen te brengen, tenzij om dienstredenen of

uitdrukkelijk toegestane afwijkingen (inclusief deze aangeduid door verkeersborden). Zij dienen op

plaatsen die ervoor zijn aangeduid te worden geplaatst.

12. dieren binnen te brengen.

13. publiciteit aan te brengen, tenzij na goedkeuring.

Artikel 417 (lokaal=zonaal)

§1 De sportinfrastructuur mag enkel gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor ze bestemd is,

behoudens schriftelijke toelating van het College van burgemeester en schepenen.

§2 De toestellen en het materiaal mogen alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor zij zijn bestemd.

De gebruikte toestellen dienen na afloop van de activiteiten ordelijk op de ertoe voorziene plaatsen te

worden teruggeplaatst.

Artikel 418 (lokaal=zonaal)

De gebruikte ruimtes moeten in nette toestand achtergelaten worden.

Papier en afval dienen in de daartoe bestemde afvalrecipiënten te worden gedeponeerd.

Artikel 419 (lokaal=zonaal)

Personen die weigeren de gegeven richtlijnen of de aangebrachte onderrichtingen na te leven, kunnen de

toegang ontzegd worden of kunnen uit de inrichting worden verwijderd.

Page 90: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

90

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

2. Gemeentelijke speel- en recreatie-infrastructuur

Artikel 420 (lokaal=zonaal)

De gemeentelijke speel- en recreatie -infrastructuur omvat alle terreinen bestemd voor spel en recreatie, de

speelpleinen, de binnenaccommodaties, de kleedkamers, de bijhorende sanitaire voorzieningen, de cafetaria,

bergplaatsen en alle annexen horende tot de speelaccommodatie -tenzij anders is vermeld in de

gebruikersovereenkomst – en dit alles volgens hun normaal gebruik

Hetzelfde geldt voor het beschikbare spel- of recreatiemateriaal in verband met de toegelaten activiteit

Artikel 421 (lokaal=zonaal)

De bezoekers en gebruikers mogen enkel de voor het publiek toegankelijke gedeeltes betreden.

Artikel 422 (lokaal=zonaal)

De gemeentelijke speelpleinen en recreatie-infrastructuur zijn alleen toegankelijk voor het publiek op de

dagen, uren en onder de voorwaarden vastgesteld door het College van burgemeester en schepenen.

Het is verboden de speel- en recreatie-infrastructuur te betreden buiten de vastgestelde openingsuren,

uitgezonderd voor de personen belast met het toezicht.

Artikel 423 (lokaal=zonaal)

Er wordt geen toegang verleend aan :

a) Personen die in dronken toestand verkeren

b) personen die door hun wangedrag de openbare orde, rust of veiligheid storen.

c) Personen die zich om andere redenen in een staat bevinden die hun weigering rechtvaardigt, zelfs

indien ze op welke wijze ook een toegangsbewijs hebben bekomen

Artikel 424 (lokaal=zonaal)

In de gemeentelijke speel- en recreatie-infrastructuur is het verboden:

1. zich om te kleden buiten de daartoe aangewezen kleedkamers;

2. zich onbetamelijk te gedragen;

3. de speelinfrastructuur en de uitrusting te verontreinigen of te beschadigen;

4. ontploffingen of knallen te veroorzaken;

5. zich onnodig in de gangen en op de trappen op te houden, zodat de doorgang wordt belemmerd;

6. zelf de tribunes te verplaatsen;

7. de afsluitingen te beklimmen, erop te zitten of erop te staan;

8. de orde en veiligheid te verstoren of het normaal verloop van de speelpleinwerking te hinderen;

9. enig gemotoriseerd voertuig alsook fietsen binnen te brengen, tenzij om dienstredenen of

uitdrukkelijk toegestane afwijkingen (inclusief deze aangeduid door verkeersborden). Zij dienen op

plaatsen die ervoor zijn aangeduid te worden geplaatst.

Page 91: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

91

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

10. dieren binnen te brengen.

11. publiciteit aan te brengen, tenzij na goedkeuring..

Artikel 425 (lokaal=zonaal)

§1 De speel- en recreatie-infrastructuur mag enkel gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor ze

bestemd is, behoudens schriftelijke toelating van het College van burgemeester en schepenen.

§2 De toestellen en het materiaal mogen alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor zij zijn bestemd.

Het gebruikte materiaal dient na afloop van de activiteiten op de ertoe voorziene plaatsen te worden

teruggeplaatst.

Artikel 426 (lokaal=zonaal)

De gebruikte ruimtes moeten in nette toestand achtergelaten worden.

Papier en afval dienen in de daartoe bestemde afvalkorven te worden gedeponeerd

Artikel 427 (lokaal=zonaal)

Personen die weigeren de gegeven richtlijnen of de aangebrachte onderrichtingen na te leven, kunnen de

toegang ontzegd worden of kunnen uit de inrichting worden verwijderd.

AFDELING 2 Andere gemeentelijke openbare voorzieningen

Voor de toepassing van de specifieke reglementering inzake andere gemeentelijke openbare voorzieningen te

Menen , wordt verwezen naar de afzonderlijke gemeentelijke reglementeringen terzake, in bijlagen hieraan

gehecht.

Het betreft concreet :

a) Visreglement oude Leie-arm

b) Reglement aanmeerfaciliteiten plezierhaven Oude Leie-arm

c) Watersportreglement oude Leie-arm,

d) Reglement Natuurgebied ‘de Poel’,

Page 92: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

92

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGEN

1) Reglement Brandveiligheid, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 27.02.2012

2) Terrasreglement, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 30.04.2012

3) Taxireglement, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 04.06.2004

4) Reglement inzake Verhuurvoertuigen met bestuurder, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd.

04.06.2004

5) Kermisreglement, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 27.08.2007

6) Marktreglement, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. (25.03.2013)

7) A. Reglement Nachtwinkels, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 20.12.2010, en gewijzigd

bij gemeenteraadsbesluit dd 26.08.2013

B. Reglement Tabakswinkels, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 26.08.2013

8) Reglement Kamerwoningen, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 27.08.2007

9) Politiereglement Veemarkt, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd.11.06.2012

10) Stedelijk visvijverreglement - opgeheven in gemeenteraadszitting dd.16.12.2013

11) Visreglement oude Leie-arm – opgeheven in gemeenteraadszitting dd. 15.12.2014

12) Reglement aanmeerfaciliteiten plezierhaven Oude Leie-arm

13) Watersportreglement oude Leie-arm,

14) Reglement Natuurgebied ‘de Poel’, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd.25.05.1996

15) Overzicht locaties aanplakborden en aankondigingsborden in de gemeente

Page 93: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

93

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 1: REGLEMENT

BRANDVEILIGHEID

Page 94: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

94

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 95: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

95

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 1 : REGLEMENT BRANDVEILIGHEID (Politieverordening

brandveiligheid)

Gelet op

de wet dd .30 juli 1979 inzake preventie van brand en ontploffingen

De bepalingen van Vlarem II inzake brandpreventie

art. 52 Algemeen Reglement ArbeidsBescherming (ARAB),

het Algemeen Reglement op elektrische Installaties (AREI) , KB dd 10.03.1981

Het reglement (politieverordening) inzake brandveiligheid werd als volgt goedgekeurd en vastgesteld in

openbare zitting van de gemeenteraad dd. 27 februari 2012 , en trad in werking per 1 maart 2012:

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 11 juni 2012 en dd. 16

december 2013 naar aanleiding van de invoering van Gemeentelijke Administratieve sancties en de wijziging

van de GAS-Wet.

REGLEMENT BETREFFENDE BRANDVEILIGHEID

AFDELING 1 Brandvoorkoming

Artikel 1

De toegang tot de *waterwinpunten moet altijd vrij en gemakkelijk bereikbaar zijn.

De identificatie- en herkenningstekens van deze watervoorraden dienen steeds duidelijk zichtbaar gehouden

te worden.

Artikel 2

Het is verboden -zonder voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester - enig vuur aan te leggen

waarbij het gebruik of de aanwezigheid van *open vuur of *vlammen een risico doet ontstaan voor het

publiek.

De aanvraag tot machtiging dient samen met de nodige stukken, tijdig, minstens 14 dagen voor de aanvang

van de activiteit ingediend te worden.

Het is enkel toegelaten niet-afvalstoffen te gebruiken die geen hinderlijke rookontwikkeling met zich

meebrengen.

Artikel 3

Zonder voorafgaande schriftelijk machtiging van de burgemeester mag men geen open vuur of vlammen op de

openbare weg dragen of plaatsen.

Page 96: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

96

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

AFDELING 2 - Brandveiligheid in publieke inrichtingen

1. Algemene bepalingen

Artikel 4

Deze afdeling is van toepassing op elke voor het publiek toegankelijke inrichting waar 50 personen of meer

kunnen aanwezig zijn.

Artikel 5

Het maximum aantal aanwezige personen wordt berekend volgens de berekeningswijze zoals bepaald in

artikel 52 ARAB.

Dit aantal wordt vastgesteld door de uitbater, op eigen verantwoordelijkheid, indien het aantal toegelaten

aanwezigen niet op een afdoende wijze kan worden bepaald.

Het maximum aantal personen dat in de publieke inrichting aanwezig mag zijn, moet gekend zijn door de

uitbater en zijn personeel. De bezetting mag nooit hoger zijn dan de capaciteit van de geldige evacuatieregels

en –wegen.

Artikel 6

De uitbater moet de nodige maatregelen nemen om overschrijding van het vastgesteld maximaal aantal

personen te voorkomen.

Artikel 7

Een publieke inrichting dient te beantwoorden aan de voorschriften inzake brandveiligheid. Op verzoek van

de burgemeester kan hiertoe verslag van de gemeentelijke brandweerdienst opgevraagd worden.

Artikel 8

*Gemakkelijk brandbare materialen mogen noch als versiering noch als bouwmateriaal aangewend worden.

Op eenvoudig verzoek dient een attest, afgegeven door een erkende controle-instelling aan de burgemeester

of de politiediensten te worden voorgelegd.

De normale, functionele stoffering voor gordijnen, overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnen vallen

niet onder dit artikel.

Page 97: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

97

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

2. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in dansgelegenheden

Artikel 9 - Toepassingsgebied

Deze afdeling is van toepassing op alle lokalen of inrichtingen waar gedanst wordt en die een

publiektoegankelijke ruimte hebben (intra muros) van meer dan 100 m².

Deze afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen terzake, inzonderheid deze

betreffende de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming

(hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en de federale basisnormen inzake brandveiligheid (bij nieuwbouw).

Artikel 10 - Indeling

De lokalen of inrichtingen die onder het toepassingsgebied van deze afdeling vallen, worden opgedeeld in vier

categorieën, afhankelijk van de aanvraag of van de feitelijke vaststellingen inzake dansactiviteiten:

D1: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een dansgelegenheid met een permanent

en/of commercieel karakter;

D2: alle lokalen waar de hoofdactiviteit bestaat in het uitbaten van een eetgelegenheid, doch waar daarnaast

ook gedanst wordt;

D3: alle lokalen die op een polyvalente manier kunnen gebruikt worden en waar op onregelmatige tijdstippen

een dansactiviteit naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid doorgaat (maximum twaalf maal per jaar,

maximum twee maal per maand);

D4: tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies en tenten.

Artikel 11 - Algemeen principe

Deze afdeling heeft tot doel de voorwaarden te bepalen waaraan de lokalen met dansgelegenheid, lokalen

voor polyvalent gebruik en tijdelijke constructies moeten voldoen om:

1. brand te voorkomen en uitbreiding tegen te gaan;

2. ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;

3. een veilige en snelle ontruiming van de aanwezige personen te allen tijde te verzekeren; 4° de

tussenkomst van de brandweer te vergemakkelijken.

Daartoe bepaalt de brandweer de technische bepalingen waaraan de lokalen moeten voldoen. Deze

bepalingen betreffen:

1. de toegangswegen en de inplanting van het lokaal of de constructie tegenover derden; 2° de

compartimentering van een eventuele woongelegenheid;

2. de toegelaten bouwelementen;

3. de evacuatiemogelijkheden;

4. de voorschriften voor specifieke lokalen en technische ruimten; 6° de voorschriften waaraan de

technische uitrusting moet voldoen;

5. de voorwaarden waaronder ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen moeten worden

opgeslagen;

Page 98: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

98

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

6. de voorschriften met betrekking tot bekleding en versiering van het lokaal

7. de regels inzake periodieke controle van technische installaties en veiligheidsuitrusting;

8. de uitbatingvoorschriften.

Artikel 12 - Toelating

De lokalen D1 en D2 moeten conform zijn aan de respectieve bepalingen die omschreven zijn in technische

voorschriften zoals opgenomen onder puntje f. Toelating wordt bekomen via het milieuvergunningsstelsel

(decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning) waarvan voormelde conformiteit deel uit maakt.

De lokalen D3 moeten een toelating inzake brandveiligheid bekomen van de burgemeester. De toelating is

gebaseerd op de conformiteit van het lokaal met de respectieve bepalingen uit de technische nota zoals

opgenomen onder puntje f.

De tijdelijke inrichtingen, tijdelijke constructies en tenten (D4) moeten eveneens een toelating inzake

brandveiligheid bekomen van de burgemeester, telkens een activiteit wordt georganiseerd waarbij er

dansgelegenheid zal zijn. De toelating is gebaseerd op de conformiteit van de inrichting met de respectieve

bepalingen uit de technische nota zoals opgenomen onder puntje f.

Artikel 13 - Nieuw nazicht D1, D2, D3

Voor ingebruikneming van nieuwe dansgelegenheden of uitbreiding van de bestaande moet een nazicht

aangevraagd worden bij de gemeentelijke technische dienst en de dienst brandvoorkoming.

Het verslag van de brandweer dat wordt opgesteld naar aanleiding van dit nazicht zal gelden als onderdeel

van het onderzoek dat nodig is voor het bekomen van de toelating van de burgemeester of voor het

bekomen van een milieuvergunning.

Artikel 14 - Technische voorschriften

Het toepassingsgebied van elke bepaling van deze onderafdeling is algemeen of wordt nader omschreven

door bijgaande vermelding van de categorie waarop het van toepassing is.

Toegangswegen en inplanting ten aanzien van derden

Artikel 15

De toegangswegen worden bepaald in akkoord met de brandweer.

D1 D2 D3 D4

Het gebouw of de inrichting moet bereikbaar zijn voor het brandweermaterieel.

Bijgebouwen, luifels of anderen uitspringende delen, beplantingen en parkeerplaatsen zijn enkel toegelaten

indien zij de interventies van de brandweerdienst niet bemoeilijken.

D1 D2 D3

De dansgelegenheid moet van de aanpalende gebouwen gescheiden zijn door wanden vervaardigd uit

metselwerk of beton of wanden met een minimale brandweerstand:

- D1 Rf = 2h

- D2 D3 Rf = 1h

Page 99: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

99

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale

brandweerstand:

- D1 Rf = 1h

- D2 D3 Rf = 1/2h

D1 D2

De dansgelegenheid moet van aanpalende lokalen die geen deel uitmaken van het voorwerp van de uitbating,

gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) vervaardigd uit metselwerk of beton of wanden

met een minimale brandweerstand Rf = 1h. Verbindingen kunnen enkel via zelfsluitende of bij brand

zelfsluitende deuren met een minimale brandweerstand Rf = 1/2h.

D1

Verkoopspunten met warmtebron moeten buiten de dansgelegenheid op minstens 8 m van de uitgangen en

gevelopeningen gelegen of brandwerend Rf = 1h ervan gescheiden zijn.

D4

De inrichting moet van aanpalende gebouwen en lokalen die geen deel uitmaken van het voorwerp van de

uitbating, gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) vervaardigd uit metselwerk of beton of

op een afstand van minstens 6 m ervan verwijderd zijn.

D1 D2 D3 D4

Er dient een parkeerverbod ingesteld aan de buitenzijde ter hoogte van de (nood)uitgangen.

Compartimentering woongelegenheid D1 D2 D3

Artikel 16

Indien er een woongelegenheid is in het gebouw, moet deze van de dansgelegenheid of polyvalente zaal

gescheiden worden door wanden (horizontaal en verticaal) met een minimale brandweerstand Rf = 1h. De

deuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf = 1/2h hebben en zelfsluitend zijn.

De evacuatie van de woongelegenheid gebeurt via evacuatiewegen waarvan de verticale binnenwanden en -

deuren een minimale brandweerstand Rf = 1/2h hebben. Deze evacuatie-eis is niet van toepassing indien deze

woongelegenheid betrokken wordt door de uitbater van de bijhorende dansgelegenheid of polyvalente zaal.

Bouwelementen D1 D2 D3 D4

Artikel 17 Doorvoeringen D1 D2 D3 D4

De doorvoeringen van de wanden en de uitzetvoegen mogen de vereiste brandweerstand niet nadelig

beïnvloeden.

Artikel 18 Structurele elementen D1 D2 D3

De structurele elementen die de stabiliteit van het geheel of van een gedeelte van het gebouw verzekeren

Page 100: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

100

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

(kolommen, balken, dragende wanden, vloeren,… met uitzondering van het dak) moeten vervaardigd uit

metselwerk of beton of een minimale brandweerstand hebben:

- D1 D2 Rf = 1h

- D3 Rf = 1/2h.

Artikel 19 Valse plafonds D1 D2

In de evacuatiewegen en de voor het publiek toegankelijke lokalen moeten de valse plafonds een stabiliteit bij

brand van Rf = 1/2h hebben en tot de klasse A1 behoren.

iv. Evacuatie

Artikel 20 Algemeen D1 D2 D3 D4

De maximale bezetting dient door de uitbater vermeld in

D1 D2 - de vergunningsaanvraag;

D1 D2 - aan de toegang tot de zaal;

D1 D2 D3 D4 - elke gebruiksovereenkomst;

D1 D2 D3 D4 - elke veiligheidsinstructie.

De maximale bezetting wordt bepaald rekening houdend met:

- de oppervlakte (intra muros): - D1 0,65 m²/persoon

- D2 D3 D4 1 m²/persoon

- de uitgangsbreedte: * D1 D2 D3 D4 uitgangen: 1cm/persoon

(bepaald met min. van 0,80 m en gehele veelvoud van 0,60 m)

* D1 D2 D3 D4 trappen: dalend 1,25 cm/persoon

stijgend 2,00 cm/persoon.

waarbij in rekening mogen worden gebracht alle uitgangen die:

een draaideur hebben;

een minimum hoogte hebben van 2 m;

open draaien in de vluchtzin (de ingangsdeur mag opendraaien naar binnen mits ze vastgezet wordt in

open stand).

Het minimum aantal (nood)uitgangen bedraagt:

twee vanaf vijftig personen;

drie vanaf vijfhonderd personen (tweehonderdvijftig voor tenten); Alle nooduitgangen moeten open

gaan in de vluchtzin.

Alle deuren moeten ontgrendeld zijn.

Alle deuren moeten openen bij een minimale druk.

De uitgangen bevinden zich in tegenovergestelde zones.

Page 101: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

101

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Alle uitgangen moeten buiten uitgeven hetzij rechtstreeks (D1,D2,D3,D4), hetzij via een ander

brandveilig compartiment (D1, D2), hetzij via een evacuatieweg (D3).

D1 Voor trappen gelden volgende voorschriften:

rechte traparmen;

maximaal zeventien treden per traparm;

slipvrije treden hebben;

bestaan uit onbrandbare materialen (A0) of een stabiliteit van ½ h hebben.

D2 D3 D4 Spiltrappen zijn verboden.

D1 D2 D3 Geen enkel punt van de dansgelegenheid mag zich verder bevinden dan:

30 m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt;

45 m van de toegang tot de dichtstbijzijnde trap of uitgang;

80 m van de toegang tot een tweede trap of uitgang.

D4 Geen enkel punt van de inrichting mag zich verder bevinden dan 45 m van een uitgang.

D1 D2 D3 D4

De maximale bezetting per niveau mag niet meer dan vijftig personen bedragen, zo niet moet een tweede

vluchtweg (deur of trap) voorzien worden.

De organisator staat in voor de permanente controle van het aantal aanwezigen dat te allen tijde onder het

toegelaten maximum aantal moet blijven.

Artikel 21 Signalisatie D1 D2 D3 D4

De plaats en de richting van alle uitgangen en nooduitgangen moet aangeduid worden met pictogrammen

volgens de modellen goedgekeurd bij koninklijk besluit van 17 juni 1997.

Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht in de evacuatiewegen en op de overlopen van de

trappen en de liften.

v. Voorschriften voor sommige lokalen en technische ruimtes

Artikel 22 Stookplaats D1 D2 D3 D4

De stookplaats moet van de andere lokalen gescheiden worden door wanden met een minimale

brandweerstand: - D1: Rf = 2h

- D2 D3 D4: Rf = 1h.

De toegang tot de stookplaats:

D1 moet gebeuren via een sas met wanden met een minimale brandweerstand Rf = 2h en zelfsluitende

binnendeuren met een minimale brandweerstand Rf = 1/2h die opendraaien in de vluchtzin.

Het sas mag vervangen worden door een zelfsluitende branddeur Rf = 1h op voorwaarde dat deze niet

uitgeeft op een trappenhuis, liftoverloop of lokaal met bijzondere risico’s.

D2 D3 D4 moet gebeuren met zelfsluitende binnendeuren met een minimale brandweerstand Rf = 1/2h.

De stookplaats moet doelmatig verlucht worden via buitenmonden.

Page 102: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

102

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen worden niet

opgesteld in dit lokaal.

D1 D2 De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in de dans- of feestzaal.

D4 De verwarmingsinstallatie moet brandveilig gescheiden of op een minimumafstand van 2 m verwijderd zijn

van de inrichting.

Artikel 23 Hoogspanningslokaal D1 D2 D3

Het hoogspanningslokaal moet van de andere lokalen gescheiden worden door binnenwanden met een

minimale brandweerstand Rf = 1h. De deuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf =

1/2h hebben.

Het lokaal moet degelijk verlucht worden.

Het lokaal moet voorbehouden blijven voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen worden niet

opgesteld in dit lokaal.

Het lokaal moet uitgerust worden met een vloeistofdichte inkuiping zodat ingeval van lek de volledige inhoud

ontvlambare vloeistof van de toestellen kan opgevangen worden.

De bepalingen van de norm NBN C18-200 betreffende de beveiliging van transfolokalen moeten nageleefd

worden.

Artikel 24 Keukenactiviteiten D1 D2 D3 D4

D1

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met een

minimale brandweerstand Rf = 1h en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale

brandweerstand Rf = 1/2h die opendraaien in de vluchtzin.

D2

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met een

minimale brandweerstand Rf = 1h en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale

brandweerstand Rf = 1/2h die opendraaien in de vluchtzin.

Wanneer de keukenactiviteiten niet brandwerend gescheiden zijn ten opzichte van de dansgelegenheid:

is elk vast frituurtoestel voorzien van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan een

toestel dat de toevoer van energie van het frituurtoestel onderbreekt;

zijn mobiele frituurtoestellen niet toegelaten.

D3

De keukenactiviteiten moeten van de rest van het gebouw gescheiden worden door wanden met een

minimale brandweerstand Rf = 1h en zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een minimale

brandweerstand Rf = 1/2h die opendraaien in de vluchtzin.

Indien de keuken niet beantwoordt aan voormelde bepalingen, dient ze tijdens het gebruik van de zaal als

dansgelegenheid buiten gebruik gesteld en de brandstoftoevoer afgesloten. Tijdelijke en mobiele drank- en

voedselbereidingen met warmtebron zijn verboden:

Page 103: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

103

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- in de dansgelegenheid;

- in de evacuatiewegen.

Zij kunnen enkel in andere lokalen of op minstens 8 m van de uitgangen.

Bij gebruik van de zaal voor andere activiteiten dan dansen, kunnen enkel vaste kookinstallaties of mobiele op

elektriciteit toegelaten worden.

D4

De mobiele drank- en voedselbereidingen met warmtebron moeten in een afzonderlijke ruimte geplaatst

worden of buiten op minstens 8 m verwijderd.

Artikel 25 Tellerlokalen D1 D2 D3 D4

Tellers dienen voldoende veilig opgesteld (zie voorschriften nutsmaatschappijen o.a. droog, verlucht,

beschermd tegen beschadiging, slechte werking, warmtestraling en gevaarlijke producten,…).

Artikel 26 Technische lokale D1 D2 D3

De technische ruimten moeten van de andere lokalen gescheiden worden door wanden (horizontale en

verticaal) met een minimale brandweerstand Rf = 1h.

De binnendeuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf = 1/2h hebben en zelfsluitend

zijn.

Het technisch lokaal moet voorbehouden worden voor zijn specifiek doeleinde. Andere uitrustingen worden

niet opgesteld in dit lokaal.

vi. Technische uitrusting

Artikel 27 Elektrische installaties D1 D2 D3 D4

De elektrische installaties moeten gekeurd worden door een externe dienst voor technische controles en de

vastgestelde inbreuken moeten weggewerkt worden. Een eindkeuringsverslag zonder bemerkingen moet

voorgelegd worden aan de bevoegde ambtenaar.

Artikel 28 Veiligheidsverlichting D1 D2 D3 D4

De inrichting moet uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om

een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet onmiddellijk in werking treden bij een

stroomonderbreking, een autonomie van één uur hebben en beantwoorden aan de geldende normen.

In het bijzonder dient veiligheidsverlichting voorzien aan:

D1 D2 D3 D4 - elke (nood)uitgang binnen;

D1 D2 - elk niveauverschil;

D1 - elke (nood)uitgang buiten;

D1 - de blusmiddelen;

D1 - de middelen voor melding, waarschuwing en alarm.

Page 104: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

104

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 29 Autonome stroombronnen D1 D2 D3 D4

Alle veiligheidsinstallaties zoals de veiligheidsverlichting, de installatie voor melding, waarschuwing, alarm en

detectie, de installaties voor rookafvoer en de waterpompen voor de brandbeveiliging en eventuele

ledigingspompen, moeten voorzien zijn van autonome stroombronnen. Deze moeten een autonomie van

één uur hebben en automatisch in werking treden binnen de zestig seconden na onderbreking van de

normale stroomtoevoer.

Artikel 30 Verwarmingsinstallaties

§1: Algemeen D1 D2 D3 D4

De centrale verwarming en de onafhankelijke verwarmingstoestellen moeten beantwoorden aan de

voorschriften van de vigerende reglementeringen en normen en geïnstalleerd worden volgens de code van

goed vakmanschap.

De conformiteit van deze installaties moet gestaafd worden door een attest afgeleverd door een bevoegd

persoon of organisme.

Volgende verwarmingstoestellen zijn verboden:

D1 D4

- met open vlam of gloeiend oppervlak

D1 D2 D3 D4

- met gasflessen

D1 D2 D3 D4

- verplaatsbare.

§2: Centrale verwarming met gas

D1 D2 D3 Buiten de stookplaats moet een algemene gasafsluiter aangebracht worden op de toevoerleiding.

D1 D2 Gasleidingen in of op de wanden van de dansgelegenheid zijn verboden.

§3: Centrale verwarming met stookolie D1 D2 D3

Op de ketel(s) moet een automatische blusinstallatie geplaatst worden met voldoende blusvermogen. Buiten

de stookplaats moet een algemene afsluitkraan voorzien worden op de toevoer- en terugvoerleiding. De

nodige maatregelen moeten getroffen worden om hevelwerking te voorkomen ingeval van leidingbreuk.

Artikel 31 Gasinstallaties

§1: Algemeen D1 D2 D3 D4

De gasinstallaties moeten voldoen aan de reglementaire voorschriften en regels van goed vakmanschap. Ze

moeten gekeurd worden door een daartoe uitgerust organisme of bevoegd installateur en gebeurlijke

inbreuken moeten weggewerkt worden. Een eindkeuringsverslag zonder bemerkingen moet voorgelegd

worden aan de bevoegde ambtenaar.

Page 105: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

105

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Elke installatie voor opslag en ontspanning van vloeibaar petroleumgas, gebruikt voor de verwarming ligt

buiten het gebouw.

D1 D2 D4 Gasleidingen in of op de wanden van de danszaal of inrichting zijn verboden.

§2: Algemene gasafsluiter D1 D2 D3

Op de gastoevoerleiding moet een algemene handbediende gasafsluiter voorzien worden die opvallend wordt

aangeduid en gemakkelijk bereikbaar is.

§3: Gasafsluiter keuken D1 D2 D3

In de keuken moet een algemene gasafsluiter voorzien worden die opvallend wordt aangeduid en gemakkelijk

bereikbaar is.

Artikel 32 Meldingen, waarschuwing, alarm D1 D2 D3 D4

§1: Melding

De melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de brandweerdiensten telefonisch

kunnen worden doorgegeven via een telefoontoestel.

§2: Waarschuwing en alarm

D1 D2 Het gebouw moet uitgerust worden met een waarschuwings- en alarminstallatie die overal hoorbaar is

en die beantwoordt aan de voorschriften van artikel 52,10° van het A.R.A.B.

Bij bediening van de alarminstallatie moet de muziek ogenblikkelijk onderbroken worden en moet een

gesproken boodschap het alarm verduidelijken.

D3 D4 De zaal of inrichting moet voorzien zijn van een evacuatiesignaal dat overal hoorbaar is.

Artikel 33 Blusmiddelen

§1: Axiaal gevoede muurhaspels D1 D2 D3

In de inrichting moeten per bouwlaag (vanaf 500 m²) axiaal gevoede muurhaspels voorzien worden, zo

opgesteld dat elk punt van de inrichting bereikt kan worden met een doeltreffende waterstraal.

D1

De overblijvende druk aan de minst begunstigde straalpijp moet minstens 2,5 bar bedragen.

§2: Snelblussers D1 D2 D3 D4

In de inrichting moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen worden met een minimum inhoud

van één bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte.

Bij mobiele en tijdelijke drank- en voedselbereidingen dient in de onmiddellijke omgeving een aangepast

blustoestel aanwezig te zijn.

§3: Aanduiding en bereikbaarheid blusmiddelen D1 D2 D3 D4

De blusmiddelen moeten duidelijk aangeduid worden met de conventionele pictogrammen (koninklijk besluit

van 17 juni 1997 inzake veiligheidssignalering). De toestellen moeten in goede staat van onderhoud verkeren

en vlot bereikbaar zijn zodat ze steeds gebruiksklaar zijn.

Page 106: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

106

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het is niet toegelaten goederen te stapelen in de zones voor de blusmiddelen (snelblussers, haspels,

hydranten).

§4: Vuurbestendig deken D1 D2 D3 D4

Bij de keukenactiviteiten moet een vuurbestendig deken beschikbaar zijn.

vii. Opslag ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen D1 D2 D3 D4

Artikel 34

Elke opslag van ontvlambare vloeistoffen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare gassen is verboden in

de dansgelegenheid of inrichting.

De opslag van brandbare vloeistoffen dient te gebeuren buiten op minimum 8 m van de dansgelegenheid of

inrichting of in een lokaal afgescheiden van de andere lokalen door wanden (horizontaal en verticaal) met

een minimale brandweerstand Rf = 1h. De deuren in deze wanden moeten een minimale brandweerstand Rf

= 1/2h hebben en zelfsluitend zijn. Inkuiping en buitenverluchting dienen steeds gewaarborgd.

Deze opslag mag niet rechtstreeks uitgeven in de dansgelegenheid of inrichting.

viii. Bekleding/versiering

Artikel 35

D1 De bekleding- en versieringsmaterialen van plafonds, wanden en vloeren behoren minstens tot de klasse

A0 of A1.

D2 D3 De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende voorwaarden voldoen:

plafond: A0 ofA1

wanden: A2 vloeren: A3.

D4 De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende voorwaarden voldoen: Plafond en

tentzeilen: A2

wanden en panelen: A3 vloeren: A4.

ix. Periodieke controle

Artikel 36

D1 D2 D3

De technische uitrusting van de inrichting, waaronder de elektrische installaties, veiligheidsverlichting, de gas-

en de verwarmingsinstallaties, het brandbestrijdingsmaterieel, de alarminstallatie, ... moet periodiek

gecontroleerd worden door een bevoegd persoon.

De data van deze onderzoekingen en de gebeurlijke bemerkingen moeten in een register bijgehouden

worden. Deze laatste moeten zo snel mogelijk gevolgd worden door de nodige aanpassingen.

De periodieke controle dient te gebeuren volgens het schema in:

artikel 256 voor D1;

Page 107: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

107

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

artikel 257 voor D2;

artikel 258 voor D3.

D4

Voor de ingebruikneming moet een geldig verslag worden ingediend van de technische uitrustingen zoals

omschreven in artikel 259.

D1 D2 D3 D4

Naast de periodieke controles dient voor de aanvang van elke activiteit de goede werking en bruikbaarheid

nagegaan van waarschuwing en alarm, veiligheidsverlichting, blusmiddelen en (nood)uitgangen. De registratie

van deze controles dient te gebeuren in een register, voor te leggen aan de veiligheidsdiensten.

x. Uitbatingsvoorschriften

Artikel 37 Verzekering objectieve aansprakelijkheid D1 D2 D3 D4

Ingeval de inrichting valt onder het toepassingsgebied van de wet van 30 juli 1979 en zijn uitvoeringsbesluiten,

moet een verzekering objectieve aansprakelijkheid afgesloten worden.

Artikel 38 Brandinstructies D1 D2 D3 D4

De aanwezigen (bewoners, personeel, gasten,...) moeten de nodige brandinstructies ontvangen, onder meer

wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende vluchtwegen, de brandbestrijdingsmiddelen, de

waarschuwings- en alarminstallatie,...

Deze instructies moeten op oordeelkundig gekozen plaatsen opgehangen worden.

Artikel 39 Evacuatie D1 D2 D3 D4

Het is niet toegelaten enig voorwerp te plaatsen dat de doorgang kan belemmeren naar of de nuttige breedte

kan beperken van evacuatiewegen, trappen en (nood)uitgangen. In het bijzonder moeten zeilen, doeken, en

dergelijke de vrije doorgang van (nood-)uitgangen steeds volledig garanderen.

De vluchtdeuren moeten ongesloten zijn zolang publiek of personeel aanwezig is.

Artikel 40 Open vuren D1 D3 D4

Elke vorm van open vuur is verboden.

Artikel 41 Voorkoming van brand D1 D2 D3 D4

Alle installaties of voorwerpen die warmte kunnen genereren, voldoende om tot een ontbranding te komen,

moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen gehouden worden zodat brandgevaar

voorkomen wordt.

Op de plaatsen waar roken toegelaten is, dienen alle voorzorgen genomen om brandrisico’s hierdoor te

vermijden.

Artikel 42 Bezetting D1 D2

De uitbater moet op ieder ogenblik de juiste bezetting kunnen opgeven/aantonen.

Page 108: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

108

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 43 Branddeuren D1 D2 D3 D4

Branddeuren moeten na het openen terug dicht; zelfsluitende branddeuren mogen in hun werking niet

gehinderd worden.

xi. Attesten D1 D2 D3 D4

Artikel 44

De attesten waaruit blijkt dat de bouwelementen en bouwmaterialen respectievelijk de vereiste

brandweerstand of reactie bij brand hebben, moeten bijgehouden worden door de uitbater/bouwheer, die ze

te allen tijde moet kunnen voorleggen aan de bevoegde ambtenaar. In een aanvullende verklaring dient

bevestigd dat deze geplaatst werden volgens de voorschriften van het proefrapport en volgens de regels van

de kunst en van goed vakmanschap.

g. Periodieke controles D1

Artikel 45

ONDERHOUD EN CONTROLE

TECHNISCHE UITRUSTING

PERIODICITE

IT

EDTC BI BP

Hoogspanning J X

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting, J X

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) J X

Gastoestellen (goede werking) J X

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J X

brandstoffen (goede werking)

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of J X

vaste brandstoffen (reiniging)

Rookgasafvoer alle toestellen (goede J X

werking)

Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X

Page 109: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

109

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Veiligheidsverlichting (goede 3M X

werking+autonomie)

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie J X

(goede werking+autonomie)

Rf deuren J X

Draagbare blustoestellen J X

Muurhaspels en -hydranten J X

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.

Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.

EDTC: Externe Dienst Technische Controles

BI: bevoegd installateur

BP: bevoegd persoon

h. Periodieke controles D2

Artikel 46

ONDERHOUD & CONTROLE PERIODICI

TECHNISCHE UITRUSTING TEIT

EDTC BI BP

Hoogspanning J X

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting, 5J X

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X

Page 110: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

110

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Gastoestellen (goede werking) J X

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J X

brandstoffen (goede werking)

schoorstenen van toestellen op vloeibare of J X

vaste brandstoffen (reiniging)

Rookgasafvoer alle toestellen (goede J X

werking)

Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X

Veiligheidsverlichting (goede 3M X

werking+autonomie)

Melding, waarschuwing - en alarminstallatie J X

(goede werking+autonomie)

Rf deuren J X

Draagbare blustoestellen J X

Muurhaspels en - hydranten J X

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.

Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.

EDTC: Externe Dienst Technische Controles

BI: bevoegd installateur

BP: bevoegd persoon

i. Periodieke controles D3

Artikel 47

ONDERHOUD & CONTROLE PERIODICI

Page 111: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

111

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

TECHNISCHE UITRUSTING TEIT

EDTC BI BP

Hoogspanning J X

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting, 5J X

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) 5J X

Gastoestellen (goede werking) J X

Verwarmingstoestellen op vloeibare of vaste J X

brandstoffen (goede werking)

Schoorstenen van toestellen op vloeibare of J X

vaste brandstoffen (reiniging)

Rookgasafvoer alle toestellen (goede J X

werking)

Centrale klimaatregeling (incl. afvoer) J X

Veiligheidsverlichting (goede 3M X

werking+autonomie)

Melding, waarschuwing- en alarminstallatie J X

(goede werking+autonomie)

Rf deuren J X

Draagbare blustoestellen J X

Page 112: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

112

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Muurhaspels en -hydranten J X

Alle verslagen dienen gebundeld bijgehouden door de uitbater.

Het wegwerken van de eventuele inbreuken/opmerkingen dient permanent opgevolgd.

EDTC: Externe Dienst Technische Controles

BI: bevoegd installateur

BP: bevoegd persoon

II. Tecnische controles D4

Artikel 48

ONDERHOUD & CONTROLE

TECHNISCHE UITRUSTING

EDTC BI BP

Hoogspanning X

Laagspanning (incl. veiligheidsverlichting, X

melding, waarschuwing, alarm, detectie)

Gasleidingen en –toestellen (dichtheid) X

Gastoestellen (goede werking) X

Rookgasafvoer alle toestellen (goede

werking)

Veiligheidsverlichting (goede X

werking+autonomie)

Page 113: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

113

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Melding, evacuatiesignaal X

Draagbare blustoestellen X

EDTC : Externe Dienst Technische Controles

BI : bevoegd installateur

BP : bevoegd persoon

j. overgangsbepalingen

Artikel 49

De bestaande lokalen die onder het toepassingsgebied vallen van deze afdeling , dienen zich binnen de drie

jaar na het nazicht door de gemeentelijke brandweerdienst brandvoorkoming in overeenstemming te stellen

met alle technische voorschriften.

Hiertoe kan een nazicht worden gevraagd bij de gemeentelijke technische dienst en de dienst

brandvoorkoming.

Page 114: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

114

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

3. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid in horeca-inrichtingen en gelijkaardige

inrichtingen

a. Toepassingsgebied

Artikel 50

Deze reglementering is van toepassing op alle horecazaken welke permanent uitgerust zijn om de bezoekers

toe te laten tot consummatie van eten of drinken.

Deze afdeling geldt onverminderd andere wettelijke en reglementaire bepalingen terzake, inzonderheid deze

betreffende de stedenbouw en de ruimtelijke ordening, het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming

(hierna afgekort het A.R.A.B.), Vlarem en de federale basisnormen inzake brandveiligheid (bij nieuwbouw).

Deze bepalingen zijn echter niet van toepassing op de instellingen van tijdelijke aard zoals kermisinrichtingen,

tenten, e.d.

b. Algemeen principe

Artikel 51

Deze reglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van

horecazaken moeten voldoen om:

1° brand te voorkomen en uitbreiding tegen te gaan;

2° ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;

3° een veilige en snelle ontruiming van de aanwezige personen te allen tijde te verzekeren; 4° de tussenkomst

van de brandweer te vergemakkelijken.

c. Technische voorschriften

i. Toegankelijkheid en inplanting ten aanzien van derden

Artikel 52

De toegankelijkheid van de inrichting wordt bepaald in akkoord met de brandweer.

De inrichting moet van de aanpalende gebouwen gescheiden zijn door wanden uit metselwerk of beton of

brandveilige bouwelementen met minimale brandweerstand van EI60. Verbindingen met deze aanpalende

gebouwen kunnen enkel via openingen met brandweerstand van minstens EI1 30.

ii. Compartimentering woongelegenheid

Artikel 53

De horecazaak moet brandwerend gescheiden zijn van het privaat gedeelte met overnachtingsmogelijkheid,

door wanden (horizontaal en verticaal) uit beton of metselwerken of met minimum brandweerstand EI60 en

zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren EI1 30.

Hiervan kan enkel afgeweken worden voor overnachtingsmogelijkheid ten behoeve van de uitbater zelf voor

over de woongelegenheid uitgerust is met (autonome) rookdetectoren.

Page 115: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

115

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De evacuatie van de woongelegenheid gebeurt via evacuatiewegen waarvan de verticale binnenwanden en -

deuren een minimale brandweerstand EI1 30 hebben. Deze evacuatie-eis is niet van toepassing indien deze

woongelegenheid betrokken wordt door de uitbater van de horecazaak.

Het doorvoeren van leidingen doorheen wanden mag de vereiste weerstand tegen brand van de

bouwelementen niet nadelig beïnvloeden.

iii. Evacuatie

Artikel 54

Geen enkel punt van de publiek toegankelijke inrichting mag zich op meer dan 45 m bevinden van een uitgang

naar buiten of naar een ander gebouw en van waaruit men de openbare weg kan bereiken. De

evacuatiewegen en uitgangen mogen geen voorwerpen bevatten die de evacuatie kunnen belemmeren.

De plaats en de richting van alle uitgangen en nooduitgangen moeten aangeduid worden met pictogrammen

volgens de modellen goedgekeurd bij KB van 17 juni 1997.

Bij lokalen met een bezetting van 50 of meer personen moet een tweede vluchtweg aanwezig zijn. De

breedte van de uitgangsdeuren moet minstens in cm gelijk zijn aan het maximaal toegelaten aantal personen.

De uitgangen zijn in tegenovergestelde zones gesitueerd.

iv. Technische uitrusting

Artikel 55

Elektrische installaties

De elektrische installaties moeten gekeurd worden door een externe dienst voor technische controles. Een

recent eindkeuringsverslag zonder bemerkingen moet voorgelegd worden aan de bevoegde ambtenaar.

Artikel 56

Veiligheidsverlichting

De publiek toegankelijke delen moeten uitgerust worden met een veiligheidsverlichting die een voldoende

lichtsterkte heeft om een veilige evacuatie te verzekeren. Deze verlichting moet onmiddellijk in werking

treden bij een stroomonderbreking, een autonomie van 1 uur hebben en beantwoorden aan de geldende

normen.

Artikel 57

Verwarmingsinstallaties

De centrale verwarming of individuele verwarmingstoestellen moeten beantwoorden aan de voorschriften

van de vigerende reglementeringen en normen en geïnstalleerd worden volgens de code van goed

vakmanschap.

Verplaatsbare verwarmingstoestellen met stralingswarmte of houders met vloeibare brandstoffen zijn niet

toegelaten in horecazaken.

Artikel 58 Butaan- en propaangas in flessen

Butaan- en propaangas in flessen, evenals de lege flessen, moeten in de open lucht worden ondergebracht.

Page 116: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

116

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De voedingsleidingen naar de verbruikstoestellen zijn vast.

Artikel 59 Frituurtoestellen

Indien de keuken niet gecompartimenteerd is ten opzichte van de horecazaak, moet elk vast frituurtoestel

voorzien zijn van een vaste automatische blusinstallatie die gekoppeld wordt aan een toestel dat de toevoer

van energie naar het frituurtoestel automatisch onderbreekt.

Artikel 60 Melding, waarschuwing en alarm

De melding van ontdekking of detectie van brand moet onmiddellijk aan de brandweerdiensten kunnen

worden doorgegeven via een meldingstoestel met vermelding van de oproepnummers van de hulpdiensten,

evenals de naam, het adres en het telefoonnummer van de horecazaak.

Een alarmsysteem is eveneens verplicht indien er zich in het gebouw meerdere voor het publiek

toegankelijke, van elkaar gescheiden lokalen bevinden die gelijktijdig in gebruik kunnen zijn. Het alarm moet in

alle publiek toegankelijke lokalen van het gebouw hoorbaar zijn.

v. Blusmiddelen

Artikel 61

In de horecazaak moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen worden met een minimum inhoud

van 1 bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte en in samenspraak met de brandweer.

vi. Reactie bij brand

Artikel 62

Alle aangebrachte bouwmaterialen en versieringen mogen geen bijzonder risico voor de (brand)veiligheid met

zich meebrengen.

De normale functionele stoffering voor overgordijnen, vaste muurbekleding en tafellinnen vallen niet onder

dit artikel, evenmin als toneeldecors.

vii. Onderhoud en controle

Artikel 63

Periodiciteit EDTC BI BP

Laagspanning 5J X

Veiligheidsverlichting (goede werking) 6 Mnd X

Verwarming (goede werking) J X

Gasdichtheid J X

Waarschuwing en alarm J X

Blustoestellen J X

Dampkappen J X

EDTC: externe dienst technische controle

Page 117: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

117

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BI: bevoegd installateur

BP: bevoegd persoon

d. Overgangsbepalingen

Artikel 64

De bestaande lokalen die onder het toepassingsgebied vallen van deze afdeling , dienen zich binnen de drie

jaar na het nazicht door de gemeentelijke brandweerdienst brandvoorkoming in overeenstemming te stellen

met alle technische voorschriften. Hiertoe kan een nazicht worden gevraagd bij de gemeentelijke technische

dienst en de dienst brandvoorkoming.

4. Specifieke bepalingen inzake brandveiligheid voor *kamerwoningen

Algemeenheden

Artikel 65

§1: Toepassingsgebied

De hiernavolgende artikelen zijn van toepassing op een kamerwoning, behoudens voor de kamerwoning met

*beperkte verhuur. Voor dergelijke kamerwoningen met beperkte verhuur gelden slechts de artikelen 277,

§1, 283, en 290 tot en met 294.

§2: Terminologie

De in onderhavige artikels gebruikte terminologie stemt overeen met de inhoud aan deze begrippen gegeven

in het koninklijk besluit van 7 juli 1994 inzake de basisnormen voor preventie, brand en ontploffing.

§3: Nieuwbouw

Voor nieuwe gebouwen gelden naast de hiernavolgende bepalingen tevens de federale basisnormen van het

koninklijk besluit van 7 juli 1994.

§4: Indeling van de inrichtingen

De inrichtingen worden ingedeeld in drie categorieën:

Categorie 1: de lage gebouwen: deze worden onderverdeeld in 2 subcategorieën:

Sub cat. 1a – gebouwen met maximum één bovengrondse bouwlaag, boven het normale evacuatieniveau

Sub cat. 1b – de overige gebouwen, die niet tot de categorie 2 of 3 behoren

Categorie 2: de middelhoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag vanaf 10 m tot 25 m).

Categorie 3: de hoge gebouwen (hoogte bovenste bouwlaag 25 m of meer).

Inplanting en toegangswegen

Artikel 66

§1: De kamerwoning moet ofwel van de nevenliggende constructies gescheiden zijn door wanden met een

brandweerstand van tenminste:

voor de categorie 1: Rf = 1h

Page 118: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

118

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

voor de categorie 2 en 3: Rf = 2h

ofwel opgericht zijn in metselwerk of beton.

Verbindingen mogen enkel gebeuren via zelfsluitende deuren met Rf minstens 1/2h (voor categorie 1) of 1h

(voor categorie 2 en 3).

§2: Kamers voor overnachting en de bijhorende gemeenschappelijke lokalen mogen slechts grenzen aan

andere ruimten, voor zover ze ervan gescheiden zijn door wanden met Rf = 1h of uit metselwerk/beton. De

deuren in deze wanden moeten een Rf = 1/2h hebben en zelfsluitend zijn.

Het gedeelte van het gebouw met kamers moet over een afzonderlijke toegang beschikken die afgescheiden

is van andere ruimten met een bestemming vreemd aan de kamerverhuur door wanden en deuren met

voornoemde eigenschappen.

Artikel 67

De kamerwoning moet altijd bereikbaar zijn voor de brandweervoertuigen. In de nabijheid van de

kamerwoning moeten de wegen zodanige kenmerken vertonen dat de opstelling en de bediening van het

materieel voor brandbestrijding en redding gemakkelijk kunnen uitgevoerd worden.

c. Voorschriften voor sommige bouwelementen (constructieve elementen en kamerwanden)

Artikel 68

§1: De constructieve elementen die de stabiliteit van het gebouw verzekeren, zoals kolommen, dragende

wanden, hoofdbalken, vloeren en andere essentiële delen die de draagconstructie van het gebouw vormen,

moeten ofwel beantwoorden aan de hiernavolgende vereisten:

voor de categorie 1a: Rf = 1/2h

voor de categorieën 1b en 2: Rf = 1h

voor de categorie 3: Rf = 2h

ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton.

§2: Indien aan de voorschriften van de vorige paragraaf niet voldaan wordt moet het ganse gebouw uitgerust

worden met een algemene branddetectie-installatie, die voldoet aan de voorschriften van artikel 292, §5.

Voor de inrichtingen van de categorieën 2 en 3 moeten de constructieve elementen respectievelijk een Rf =

1/2h en een Rf = 1 h bezitten.

Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor de constructieve elementen van het dakwerk.

Artikel 69

Onverminderd de bepalingen van artikel 279 moeten de verticale binnenwanden die de kamers begrenzen ten

minste een Rf = 1h hebben of gebouwd zijn in metselwerk of beton.

De toegangs(binnen)deuren tot de kamers moeten Rf = 1/2h hebben.

Page 119: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

119

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Compartimentering

Artikel 70

Iedere bouwlaag, die geen normaal evacuatieniveau is, vormt één of meer compartimenten. De oppervlakte

van een compartiment moet kleiner zijn dan 1.250 m2.

De lengte van een compartiment wordt gedefinieerd als de afstand tussen de twee punten van het

compartiment die het verst van elkaar verwijderd zijn. Deze lengte mag niet meer dan 75 m bedragen.

Artikel 71

De wanden tussen de compartimenten moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel

beantwoorden aan de hiernavolgende minima:

Voor de categorie 1a: Rf = 1/2h

Voor de andere categorieën: Rf = 1h.

De verbinding tussen twee compartimenten wordt slechts toegestaan bij gebruik van zelfsluitende of bij brand

zelfsluitende deuren met Rf = 1/2h .

Indien aan bovenvermelde voorschriften niet voldaan wordt moet de inrichting uitgerust worden met een

branddetectie-installatie die voldoet aan de voorschriften van artikel 292, § 5.

Evacuatie

Artikel 72

De evacuatiewegen moeten oordeelkundig verdeeld worden over het gebouw en een vlugge en gemakkelijke

ontruiming van personen toelaten.

Elk compartiment, de kelderverdieping uitgezonderd en voor zover er geen kamers in ingericht worden,

moet minstens twee onafhankelijke vluchtmogelijkheden hebben in geval van brand.

De eerste vluchtmogelijkheid bestaat uit een binnentrap. Aanvaardbare oplossingen voor de tweede

vluchtmogelijkheid zijn:

een tweede binnentrap;

een buitentrap;

buitenladders per kamer voor de inrichtingen van categorie 1;

een opendraaiend of openschuivend venster per kamer, met kamervloer op of onder het maaiveld. Daarbij

moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,5 m boven deze vloer;

een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, indien de kamervloer zich ofwel lager bevindt dan 3

m boven het maaiveld, ofwel grenst aan een stevig begaanbaar afdak of platform met ladder (categorie 1) of

trap (categorie 2 en 3); daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op maximum 1,2 m boven de vloer

(dakvensters moeten van het type zijn die bovenaan scharnieren);

Page 120: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

120

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

een opendraaiend of openschuivend venster, per kamer, dat toegankelijk is voor de ladderwagen van de

brandweer, voor de inrichtingen van categorieën 1 en 2. Daarbij moet de vensterdorpel zich bevinden op

maximum 1,2 m boven de vloer (dakvensters moeten van het type zijn die bovenaan scharnieren).

De te gebruiken ramen dienen minstens 1 m2 nuttige doorgang te hebben, waarvan één zijde minstens 0,8 m

bedraagt.

De af te leggen weg, vanaf iedere plaats in het gebouw, mag niet groter zijn dan 30 m tot de eerste

vluchtmogelijkheid en 60 m tot de tweede vluchtmogelijkheid. De lengte van de doodlopende delen van de

evacuatiewegen mag niet meer bedragen dan 15 m.

Artikel 73

§1: Plaats, verdeling en breedte van evacuatieruimten.

De plaats, de verdeling en de breedte van de evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen moeten

een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen toelaten.

De deuren, evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen moeten een minimale nuttige breedte van

0,70 m hebben en een minimale hoogte van 2 m.

Elke open zijde van de trappen moet voorzien zijn van een stevige leuning.

In ieder geval moet elke trap voorzien zijn van minimum één degelijke leuning.

Het is verboden enig voorwerp te plaatsen, dat de doorgang kan belemmeren naar of de nuttige breedte kan

beperken van evacuatiewegen, trappen, uitgangen en nooduitgangen.

De kamers en andere lokalen waar huurders vertoeven, moeten rechtstreeks uitgeven op een evacuatieweg.

De verbinding tussen en naar de trappenhuizen of trappen moet via evacuatiewegen gaan of over

vluchtterrassen.

§2: Wanden van de evacuatiewegen

De binnenwanden van evacuatiewegen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel Rf = 1h

hebben. De toegangsdeuren van de andere lokalen dan kamers (uitgezonderd sanitair) tot de evacuatiewegen

moeten zelfsluitend of bij brand zelfsluitend zijn met Rf = 1/2h.

§3: Opvatting van nieuw te bouwen trappen

Onverminderd de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel moeten de nieuw te bouwen trappen een

minimale nuttige breedte van 0,80 m en een maximale helling van 37° hebben.

De diepte van de treden moet op de looplijn minstens 0,20 m bedragen. De treden van de binnentrappen

moeten voorzien zijn van tegentreden.

Spiltrappen zijn verboden. De trappen moeten een stabiliteit bij brand van ½ uur hebben. Buitentrappen

moeten anti-slip uitgevoerd worden en vervaardigd zijn uit onbrandbare materialen.

§4: Binnentrappenhuizen

Elke binnentrap in een inrichting van de categorieën 1b, 2 en 3, die verschillende compartimenten verbindt,

moet ommuurd worden.

Page 121: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

121

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Voor de inrichting van de categorie 1b mogen de muren en toegangsdeuren van de kamers de ommuring

vormen.

De binnenwanden van de trappenhuizen moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton, ofwel

beantwoorden aan de hiernavolgende minima:

voor de categorieën 1b en 2: Rf = 1h

voor de categorie 3: Rf = 2h.

De trappenhuizen geven toegang tot een evacuatieniveau. De trappenhuizen die toegang geven tot de

ondergrondse verdiepingen mogen niet rechtstreeks in het verlengde liggen van deze die dienen voor

verdiepingen boven een evacuatieniveau.

Dit sluit niet uit dat het ene trappenhuis boven het andere mag liggen, mits de wanden die ze scheiden

voldoen aan de voorwaarden vereist voor de wanden van de trappenhuizen.

De toegang tot de trappenhuizen geschiedt voor de categorie 2 via Rf = 1/2h zelfsluitende of bij brand

zelfsluitende deuren. Voor categorie 3 dienen twee dergelijke deuren voorzien in een sas met wanden Rf =

2h en een oppervlakte van minimum 2 m2 .

§5: Buitenladders

De buitenladders moeten stevig bevestigd zijn. Zij mogen vast of opklapbaar zijn.

Ze moeten uitgeven op een plaats waar de gebruikers zich in veiligheid kunnen stellen. De eventuele

toegangsterrassen moeten 0,8 m breed zijn en voorzien zijn van een leuning met een hoogte van minstens 1,1

m. Een buitenladder kan slechts dienstig zijn voor de ontruiming van ofwel twee kamers per verdieping, ofwel

vier kamers in geval van één verdieping (categorie 1a).

De tussenafstand van de treden, as op as gemeten, moet 250 à 300 mm bedragen. De breedte moet minstens

0,4 m zijn.

De bovenste trede moet zich minimaal 1 m boven het hoogste toegangsniveau van de ladder bevinden. De

tussenafstand tussen de muren en de ladder bedraagt minstens 0,2 m.

Een valbeweging dient steeds voorzien; indien dit niet kan gerealiseerd worden door de afstand tussen muur

en ladder dient een specifieke kooibeveiliging aangebracht.

§6: Signalisatie

De evacuatiewegen en de plaats van elke uitgang en nooduitgang moeten worden aangeduid door de

reddingstekens bepaald in het koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en de

gezondheidssignalering op het werk.

Het volgnummer van de verdiepingen moet aangebracht worden in de evacuatiewegen en op de overlopen

van de trappen en de liften.

Eisen op gebied van reactie bij brand

Artikel 74

De eisen die opgenomen zijn in volgende tabel dienen toegepast te worden voor nieuwe bekledingen of

wanneer de bestaande bekledingen worden vervangen.

Page 122: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

122

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De classificatie van de bouwmaterialen is conform aan de proefmethodes opgenomen in het koninklijk besluit

van 7 juli 1994, bijlage 5.

Vloerbekledingen Vlottende en vaste Bekledingen van

bekledingen van Plafonds en valse

verticale

wanden plafonds

A0 A0 A0 technische lokalen

collectieve keukens

liftmachinekamers en liftschachten

A2 A1 A1 evacuatiewegen

Binnentrappenhuizen

liftkooien

huiskeukens

A3 A2 A1 andere gemeenschappelijke ruimtes,

uitgezonderd sanitaire ruimtes

Constructievoorschriften voor sommige lokalen

Artikel 75

De wanden die de stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof scheiden van de andere lokalen van het

gebouw moeten Rf = 1h hebben of bestaan uit metselwerk/beton.

De stookplaats en het opslaglokaal voor brandstof dienen elk voor hun specifiek doeleinde voorbehouden en

rechtstreeks naar buiten verlucht te worden.

Indien de toegangsdeur een binnendeur is, dan dient deze een zelfsluitende deur te zijn met Rf = 1/2h. De

vloer van het brandstoflokaal moet komvormig zijn zodat ingeval van lek de volledige tankinhoud kan

opgevangen worden.

Indien het nominale vermogen van de stookketel 30 Kw niet overtreft, mag deze ondergebracht worden in

een lokaal dat ook voor andere doeleinden gebruikt wordt met uitzondering van slaapkamers, op

voorwaarde dat een voldoende luchtaanvoer verzekerd wordt.

Page 123: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

123

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 76

De parkeerruimten moeten afgescheiden worden van de andere lokalen van het gebouw door wanden met Rf

= 1h of metselwerk/beton en zelfsluitende deuren met Rf = 1/2h.

Artikel 77

De keukens en de combinaties keuken-restaurant/refter moeten ofwel gebouwd zijn in metselwerk of beton,

ofwel begrensd worden door wanden met minstens Rf = 1h.

De toegang dient te gebeuren door zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren Rf = 1/2h.

Uitrusting van de inrichting

Artikel 78

Het geheel van de liften en goederenliften bestaande uit één of meer schachten, moet ofwel gebouwd zijn in

metselwerk of beton, ofwel begrensd worden door wanden met een brandweerstand van minstens

voor de categorieën 1 en 2: Rf = 1h

voor de categorie 3: Rf = 2h.

Uitzondering wordt gemaakt voor de voorzijde van de liftbordessen en de wanden die deel uitmaken van de

gevel.

De liftbordesvoorzijde, de deuren inbegrepen, moet gedurende een half uur voldoen aan de criteria van

stabiliteit en vlamdichtheid, volgens de norm NBN 713-020.

Artikel 79

De verwarmingsinstallaties moeten beantwoorden aan de voorschriften van de vigerende reglementeringen

en normen, geplaatst worden volgens de code van goed vakmanschap en in goede staat gehouden worden

zodat ze voldoende veiligheid verzekeren.

Zo de verwarmingstoestellen gevoed worden met vloeibare brandstof moeten de nodige schikkingen

getroffen worden om hevelwerking te voorkomen.

Elektrische verwarmingstoestellen die een zichtbare elektrische weerstand bevatten, installaties met butaan-,

propaan- of ander brandbaar gas in verplaatsbare recipiënten of verplaatsbare toestellen, gevoed met

vloeibare brandstof, zijn verboden.

Daarentegen zijn installaties gevoed met vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan of mengsels

daarvan in vaste ongekoelde houders en opgesteld volgens de desbetreffende wettelijke voorschriften

toegelaten voor zover geen mogelijkheid bestaat om aan te sluiten op het openbaar gasbedelingsnet.

Artikel 80

De grote gemeenschappelijke lokalen (refters, restaurantzalen, keukens, vergaderzalen, ontspanningszalen,

enzovoort) evacuatiewegen (ook buiten gelegen noodladders en noodtrappen), bordessen, overlopen,

liftkooien, stookplaatsen moeten voorzien zijn van een veiligheidsverlichting.

Deze moet, zodra de normale verlichting uitvalt, in werking treden binnen de dertig seconden en dit

gedurende minstens één uur. Deze veiligheidsverlichting mag gevoed worden door de normale stroombron,

maar valt deze uit, dan moet de voeding door één of meer autonome stroombronnen gebeuren.

Page 124: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

124

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 81

§1: Algemeenheden met betrekking tot detectie, melding, waarschuwing, alarm en brandbestrijding Alle

inrichtingen moeten uitgerust zijn met installaties voor detectie, melding, waarschuwing, alarm en

brandbestrijding.

De brandweerdienst wordt door de uitbater geraadpleegd voor het bepalen van de aard en de omvang van

deze uitrusting.

§2: Melding

Vanuit elke inrichting of haar onmiddellijke omgeving moet de melding van brand of ander gevaar onmiddellijk

aan de brandweerdienst overgemaakt kunnen worden.

§3: Waarschuwing en alarm

De waarschuwings- en alarmseinen of –berichten moeten door alle betrokken personen kunnen opgevangen

worden en mogen niet met elkaar noch met andere seinen verward kunnen worden.

Hun elektrische netten verschillen van elkaar. Voor de gebouwen van categorie 1 mogen de waarschuwings-

en alarmsignalen nochtans identiek zijn en voortgebracht worden door dezelfde installatie.

§4: Brandbestrijding

De snelblussers en muurhaspels moeten voldoen aan de geldende normen en zo geplaatst worden dat ze een

vlotte eerste interventie toelaten.

§5: Detectie

Wanneer de onderhavige verordening een branddetectie-installatie vereist, wordt de aard en de omvang van

de installatie bepaald in overleg met de brandweerdienst.

Onverminderd bovenvermelde bepalingen moeten alle lokalen met branddetectie worden uitgerust, met

uitzondering van uitsluitend sanitaire voorzieningen.

§6: branddetectie-installatie:

uiterlijk na verloop van de overgangsperiode zoals bepaald in artikel 296, dient elke uitbating uitgerust te zijn

met een branddetectie-installatie van het type ‘algemene bewaking’.

Onderhoud en controle

Artikel 82

De technische uitrusting van de inrichting moet in goede staat gehouden worden. Onverminderd andere

wettelijke bepalingen ter zake moet de uitbater periodiek volgende installaties laten nazien hetzij door een

bevoegd persoon (BP) of installateur (BI), hetzij door een daartoe erkende externe dienst voor technische

controle (EDTC).

Installatie controleorgaan periodiciteit

hoogspanning EDTC jaarlijks

Page 125: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

125

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

laagspanning (inclusief EDTC vijfjaarlijks

veiligheidsverlichting)

centrale verwarming en BI/EDTC jaarlijks

centrale klimaatregeling

autonome BI/EDTC jaarlijks

verwarmingstoestellen

gasleiding (dichtheid) BI/EDTC vijfjaarlijks

waarschuwing en alarm EDTC/BI jaarlijks

automatische branddetectie BI/EDTC jaarlijks

brandbestrijdingstoestellen BP jaarlijks

Geregeld moet de werking van de veiligheidsverlichting gecontroleerd worden door de uitbater, minstens om

de zes maanden moeten door de uitbater duurzaamheidsproeven verricht worden, teneinde de batterijen

tijdig te doen herladen.

Deze data dienen bijgehouden te worden in voormeld register.

Bovendien dient elke uitbreiding van de technische uitrusting te gebeuren volgens de regels van de kunst en

van goed vakmanschap. Elke belangrijke uitbreiding van de elektrische installatie moet gecontroleerd worden

door een daartoe erkende externe dienst voor technische controle. Een uitbreiding van de gasinstallatie moet

nagezien worden door een daartoe bevoegd installateur.

Page 126: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

126

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Uitbatingsvoorschriften

Artikel 83

Buiten hetgeen voorzien is door onderhavige reglementering, moet de uitbater, op het vlak van de veiligheid,

alle nodige maatregelen nemen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermen tegen brand,

paniek en ontploffingen.

De permanente maatregelen die in dat opzicht door de uitbater moeten genomen worden, moeten vermeld

worden in een huishoudelijk reglement.

De huurders moeten, bij inschrijving en het personeel, bij indienstneming, alsook periodiek en ten minste één

maal per jaar ingelicht worden over het bestaan en gebruik van de verschillende vluchtwegen, meldings-,

waarschuwings- en alarminstallatie, blusinrichtingen,… Deze moeten te allen tijde vrij bereikbaar en

gebruiksklaar gehouden worden.

De goede werking van zelfsluitende en bij brand zelfsluitende deuren mag niet verhinderd worden.

De opmerkingen die voorkomen in de processen-verbaal van de periodieke controles, voorzien in artikel

293, moeten onverwijld gevolgd worden door de nodige aanpassingen en verbeteringen.

Toezicht en controle

Artikel 84

De daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaren en deskundigen hebben het recht om

controlebezoeken te verrichten aan de kamerwoning. De datum en het uur van het controlebezoek zullen

minstens vijf dagen vooraf schriftelijk meegedeeld worden aan de verhuurder ervan.

De verhuurder dient de respectievelijke huurders van de kamers in kennis te stellen van het controlebezoek

en ervoor te zorgen dat alle lokalen behorend tot de kamerverhuur kunnen bezocht worden door

voormelde ambtenaren.

Het controlebezoek zal uitsluitend tussen 08 uur en 20 uur plaatsvinden.

Overgangsregeling

Artikel 85

De bestaande lokalen die onder het toepassingsgebied vallen van deze afdeling , dienen zich binnen de drie

jaar na het nazicht door de gemeentelijke brandweerdienst brandvoorkoming in overeenstemming te stellen

met alle technische voorschriften. Hiertoe kan een nazicht worden gevraagd bij de gemeentelijke technische

dienst en de dienst brandvoorkoming.

ARTIKEL 2

Overtredingen van dit reglement worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie, conform de

bepalingen van de Wet van 24 juni 2013 (GAS-Wet).

Page 127: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

127

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

ARTIKEL 3

Dit reglement treedt in werking per 1 maart 2012 en vervangt van dan af de voordien geldende bepalingen

inzake brand , brandpreventie en brandveiligheid

De bekendmaking zal gebeuren conform de bepalingen van art 186 Gemeentedecreet

ARTIKEL 4:

Afschrift van deze verordening wordt overgemaakt aan

de Brandweercommmandant Menen

de Zonechef Politiezone Grensleie

Hulpverleningszone Fluvia

de griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Kortrijk

de griffie van de Politierechtbank te Kortrijk

de provinciegouverneur

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) G. BOSSUYT

(Goedgekeurd openbare zitting van de gemeenteraad dd. 27 februari 2012)

Page 128: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

128

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 129: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

129

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 2: TERRASREGLEMENT

Page 130: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

130

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 2 : ALGEMENE GEMEENTELIJKE POLITIEVERORDENING I.V.M.

HET GEBRUIK VAN DE OPENBARE WEG EN DE PLAATSING VAN

TERRASSEN (‘TERRASREGLEMENT’)

Het stedelijk reglement inzake inname van het openbaar domein door terrassen werd als volgt goedgekeurd

en vastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 30.04.2012, en trad in werking, per 1 mei 2012 :

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 11 juni 2012 en dd. 16

december 2013 naar aanleiding van de invoering van Gemeentelijke Administratieve sancties en de wijziging

van de GAS-Wet.

Stedelijke Terrasverordening

A - Begripsomschrijving

B - Algemene bepalingen inzake inname openbaar domein en openbare weg

C - Specifieke lokale bepalingen inzake ingebruikname openbaar domein en openbare weg

door terrassen (Menen)

Hfdst. 1 Vergunningsaanvraag en modaliteiten

Hfdst. 2 Vergunning tot plaatsen van terrasconstructie (‘Terrasvergunning’) –

Algemene bepalingen

Algemene verplichtingen en modaliteiten verbonden aan de vergunning

Hygiënische verplichtingen t.a.v. uitbater

Veiligheidsverplichtingen

Hfdst. 3 Bijzondere voorwaarden voor plaatsing van terrassen in Menen, Lauwe, Rekkem

(met uitzondering van de Grote Markt te Menen)

Verplichte doorgang

Parkeervakken

Windschermen en zonnetenten

Terrasmeubilair

Verwarming

Regels der kunst en herstel oorspronkelijke staat

Opruimen terras

Hfdst. 4 Bijzondere voorwaarden voor plaatsing terrassen op de Grote Markt te Menen

Afbakening en plan

o Terrasmeubileir

o Parasols

Page 131: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

131

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

o Terrastypes

A/ Luifelterras : vormgeving en typevoorwaarden

o Één lijn

o Zijdelingse windschermen

o Publiciteit

o Wegneembare constructie

o Verankering

o Balustrade

o Zonnetent/luifel als dakbedekking

o Dragende delen van de zonnetent

o Verlichting en verwarming

o Ondervloer

o Leidingen van nutsbedrijven

o Muziek

o Opruimen terras

o Tegensprekelijke plaatsbeschrijving.

B/ open terras : vormgeving en typevoorwaarden

o Afbakening en plan

o Toegang

o Ondervloer

o Verlichting en verwarming

o Muziek

o Opruimen terras

C/ vrijstaand terrasmeubilair : vormgeving en typevoorwaarden

Hfdst. 5 Bijzondere voorwaarden voor het inrichten van een rokersstoep/terras met

rokersvoorziening.

Inname openbaar domein

Specifieke bestemming

Voorwaarden bij inrichting van rokersvoorziening / rokersstoep

Melding of aanvraag tot inrichten van rokersvoorzieningen

Hfdst. 6 Naleving en sancties

Stedelijke Terrasverordening

A - Begripsomschrijving

Artikel 1.

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :

Terras elke inname van het openbaar domein ten bate van een horeca-uitbating, waar

eetwaren en/of drank voor consumptie ter plaatse te koop worden aangeboden

Page 132: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

132

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Terrasconstructie zowel vaste als losse elementen, zoals windschermen, meubilair allerhande, parasols

en andere, zonder dat deze opsomming als limitatief mag worden aanzien

Open terras elk niet-overdekte terras waarop losse tafels en stoelen staan binnen een vooraf afgebakende

zone, al dan niet afgeschermd met windschermen

Luifelterras elk terras dat langs boven beschermd is met een luifel.

parkeervak duidelijk afgebakende zone , bestemd tot het parkeren van een voertuig langsheen de

openbare weg.

Rokersstoep plaats palend aan de gevel of aan het luifelterras, met rokersvoorziening op het openbaar

domein (onder strikte voorwaarden), bestemd om klanten of bezoekers toe te laten buiten

te roken, gelet op het algemene rookverbod in horecazaken

B Algemene bepalingen inzake inname openbaar domein en openbare weg

Artikel 2. (conform art 50 APV)

Het is, zonder schriftelijke en voorafgaande toelating van de bevoegde overheid, verboden:

1. Enige wijziging aan overheidsgoederen aan te brengen

2. (…)

3. Een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang

kan brengen.

4. Aan gebouwen langsheen de openbare weg iets vast te hechten of te laten uitsteken. Hierbij dienen

steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden inzake stevigheid, veiligheid en vlotte

doorgang.

Artikel 3 (conform art 52 APV)

Elke privatieve ingebruikname van het openbaar domein en de openbare weg is verboden tenzij

schriftelijke en voorafgaande machtiging door de bevoegde overheid wordt verleend.

Er dient, behoudens door de vergunnende overheid te verlenen afwijking – op het voetpad of de

plaats bestemd voor voetgangersverkeer – altijd een vrije doorgang van minstens 1,5 m over te blijven.

Artikel 4 (conform art 53 APV)

Iedere persoon die het openbaar domein of de openbare weg in gebruik neemt, is ertoe gehouden die in zijn

oorspronkelijke staat te herstellen, onmiddellijk bij het beëindigen van de privatieve inname.

C. Specifieke lokale bepalingen inzake ingebruikname openbaar domein en openbare weg

door terrassen (Menen)

Binnen het grondgebied van de stad Menen gelden volgende specifieke bepalingen inzake inrichten en plaatsen van een

terras:

Page 133: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

133

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Hoofdstuk. 1 Vergunningsaanvraag en modaliteiten

Artikel 5 (conform art 52 APV)

De aanvraag tot uitbating van een terras op het openbaar domein dient minstens 4 weken vooraf schriftelijk

te worden ingediend.

Artikel 6(conform art 59 APV)

De aanvraag tot machtiging dient volgende documenten te omvatten:

a) een aanvraagformulier

b) technische tekeningen;

c) een schets van de inplanting;

d) de nodige attesten;

e) eventuele materiaalstalen, foto’s.

f) in voorkomend geval, alle nodige en nuttige documenten

Elke wijziging, vervanging of verlenging maakt steeds het voorwerp uit van een afzonderlijke en expliciete

machtiging

Artikel 7

Slechts na het effectief verkrijgen van de vergunning tot ingebruikname openbare weg voor plaatsing van een

terrasconstructie kan het terras geplaatst worden.

Artikel 8 - nieuwe aanvraag

1. De kandidaat-vergunninghouder dient minstens 4 weken vooraf een aanvraag aan het College van

Burgemeester en Schepenen te richten met het oog op de ingebruikname van het openbaar domein,

voor plaatsing van een terrasconstructie.

2. Ingeval het enige vaste terrasconstructie betreft, dient de kandidaat-vergunninghouder eveneens een

aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in te dienen. Ingeval een stedenbouwkundige vergunning

vereist is, dient ook rekening gehouden te worden met de behandelingstermijnen hiervoor.

Indien het een terrasconstructie betreft waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is,

kan de dienst ruimtelijke ordening bijkomende opmerkingen geven in het kader van de goede

ruimtelijke inrichting.

3. Het aanvraagdossier dient volledig te zijn, conform de bepalingen hogervermeld in art 6.

Artikel 9 - aanvraag tot verlenging of overname

1 Bij een aanvraag voor verlenging van de vergunning voor een volgend terrasseizoen kan een brief aan

het College van burgemeester en schepenen volstaan. In dit geval moet naast de vraag, tot plaatsen

van terras expliciet vermeld worden dat het om de eerder vergunde en dus dezelfde constructie

gaat.

2 Ook bij overname van een bestaand terras moet de aanvraag door de nieuwe uitbater gedaan

worden, minstens vier weken voor men de uitbating effectief wenst te beginnen.

Page 134: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

134

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 10 - aanvraag tot wijziging

Elke wijziging van terrasinname of terrasconstructie is onderworpen aan een afzonderlijke en expliciete

aanvraag aan het College van burgemeester en schepenen.

Hoofdstuk 2 Vergunning tot plaatsen van terrasconstructie (‘Terrasvergunning’)

- Algemene bepalingen-

Artikel 11 - Algemene verplichtingen en modaliteiten verbonden aan de vergunning

1. De uitbaters van een terras te Menen dienen in het bezit te zijn van een vergunning tot plaatsen van

een terrasconstructie (terrasvergunning). De vergunning bepaalt de modaliteiten van plaatsing en

inrichting van het terras.

2. De vergunning tot plaatsing van een terras kan slechts worden verleend na positief advies van de

politie.

3. De verleende terrasvergunning draagt een precair karakter. De vergunninghouder kan hieraan geen

enkel ander recht ontlenen. De vergunning kan ten allen tijde om een gemotiveerde reden opgezegd

worden.

4. De vergunning tot plaatsing van een terrasconstructie wordt verleend op naam en is niet

overdraagbaar . Een nieuwe uitbater moet bijgevolg een nieuwe aanvraag doen. De vergunning kan

niet worden overgedragen aan een andere uitbater of naar een andere handelszaak .

5. De vergunning houdt in zich eveneens een principiële toelating in van het college van burgemeester

en schepenen tot privatieve inname van het openbaar domein

Voor het openbaar domein dat beheerd wordt door het Vlaams Gewest zullen ook de voorschriften,

opgelegd door het Ministerie van het Vlaamse Gewest, Administratie Wegeninfrastructuur en

Verkeer, opgevolgd te worden. Een bijkomende vergunning van bovenvermelde administraties is in

dit geval vereist en dient voorafgaandelijk te worden voorgelegd.

6. Voormelde vergunning doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de beheerder van het openbaar

domein, om de ingebruikname van het openbaar domein in duur te beperken .

7. De vergunning doet geen afbreuk aan de toepasselijkheid van het stedelijk belastingreglement met

betrekking tot het plaatsen van terrassen en het stedelijk belastingreglement omtrent privatieve

ingebruikname van het openbaar domein.

8. Enkel na het bekomen van een vergunning tot plaatsen van een terrasconstructie en na ontvangst van

de vergunning mag de terrasconstructie geplaatst worden, en kan het openbaar domein worden

ingenomen.

Ingeval een stedenbouwkundige vergunning vereist is voor de gewenste terrasconstructie, kan deze

constructie pas na ontvangst van de stedenbouwkundige vergunning worden geplaatst. De

terrasvergunning kan wel reeds toelating verlenen voor de inname van het openbaar domein en de

plaatsing van de niet-vergunningsplichtige terraselementen, mits dit de veiligheid niet in het gedrang

brengt.

9. Wijziging of vervanging maakt steeds het voorwerp uit van een afzonderlijke en expliciete vergunning.

10. Het College van burgemeester en schepenen kan beslissen in de vergunning bijzondere voorwaarden

op te nemen afhankelijk van de specifieke omstandigheden of de ligging van de inrichting

11. De vergunning is geldig, te rekenen vanaf de ondertekening door de burgemeester en de

stadssecretaris

Page 135: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

135

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

12. De vergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar ter

inzage worden voorgelegd

13. Een terrasseizoen wordt vastgesteld voor de periode beginnend 1 maart tot en met 30 november

Het terras kan enkel uitgebaat en geopend zijn gedurende het terrasseizoen, met uitzondering van

- de specifieke voorzieningen voor rokers.

- de terrassen op de Grote Markt waartoe een specifieke afwijking werd verleend(zie art

39)

14. De toelating voor een terras, evenals voor alle eventuele aanvullende uitrustingen die in de

vergunning zijn vermeld, wordt verleend voor een termijn van maximum 3 jaar

15 Door het stadsbestuur georganiseerde of goedgekeurde activiteiten, installaties… hebben voorrang

op de terrassen. Dergelijke toelatingen gebeuren echter zoveel mogelijk in overleg met de betrokken

handelszaken

16 De houders van een door het College van Burgemeester en Schepenen verleende vergunning tot

ingebruikname van het openbare domein door een terras, leven strikt de bepalingen na van het

algemene politiereglement van de stad Menen. Zij houden zich strikt aan alle andere toepasselijke

reglementering ,teneinde de rechten van derden onverkort te laten.

Artikel 12 Hygiënische verplichtingen t.a.v. de uitbater

1 Het terras moet dagelijks grondig worden gereinigd. Het laten vervuilen van het terras en de

terrasconstructie kan de intrekking van de vergunning tot gevolg hebben

2 Ook greppels en stoep dienen in reine staat te worden gehouden en dagelijks gereinigd;

3 Afval of vuilnis afkomstig van op terrassen mag niet in de greppels of in de straatkolken

terechtkomen en moet op een reglementaire manier verwijderd worden

Artikel 13 veiligheidsverplichtingen

1. Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om hinder, ongemakken en ongelukken te

voorkomen.

(conform art 36 APV)

2. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het terras berust volledig bij de uitbater.

3. De uitbater van het terras blijft verantwoordelijk voor alle schade en ongevallen aan derden of aan

het openbaar domein, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen en uitbaten van een terras.

4. Ieder terras moet zodanig zijn opgevat en geïnstalleerd, dat het onmiddellijk , ingeval van gevaar of

om veiligheidsredenen, op het eerste verzoek van de burgemeester of zijn aangestelde of de

hulpdiensten (of van andere personen belast met een opdracht van de stad zoals bv.

nutsmaatschappijen), moet worden vrijgemaakt. Dit houdt in dat het terras en alle ermee verbonden

toebehoren onmiddellijk kunnen weggenomen worden door de uitbater of het personeel, en dit op

eerste verzoek.

Het tijdelijk wegnemen van het terras brengt voor de vergunninghouder geen recht op terugbetaling

of schadevergoeding, onder welke vorm ook, met zich mee.

Page 136: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

136

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Hoofdstuk. 3 Bijzondere voorwaarden voor plaatsing van terrassen in Menen, Lauwe, Rekkem

(met uitzondering van de Grote Markt te Menen)

Artikel 14

De algemene bepalingen voor plaatsing van terrassen op het openbare domein inzake vergunningsaanvraag en

modaliteiten vergunning blijven hier van kracht (art 5 - art 13)

Artikel 15 - Verplichte doorgang

1. op de voetpaden van minder dan 2m breed, worden noch windschermen, noch terrassen toegelaten.

2. op de voetpaden van meer dan 2m dienen de windschermen of terrassen op het voetpad een vrije

ruimte te laten van tenminste 1,5m, berekend vanaf de buitenrand van de boordstenen of de belijning

van het parkeervak

3. het schepencollege kan specifieke voorwaarden omleggen omtrent die vrije doorgang van 1,5 m

Artikel 16 - parkeervakken

1. parkeervakken kunnen deel uitmaken van het voetpad bij de berekening vermeld in voorgaande

bepaling

2. tijdelijke inname van een parkeervak tot inrichting van een terras is enkel mogelijk voor horecazaken

gelegen in het hiertoe aangeduide handelscentrum van Menen, met name de handelsas:

Bruggestraat (van Grote Markt tot aan de Donkerstraat), Rijselstraat (van Grote Markt tot aan de

Waalvest), Kortrijkstraat (van Grote Markt tot aan de A. Debunnestraat) (plan in bijlage)

alsook op de Plaats te Rekkem

3. inname van een parkeervak kan op deze plaatsen enkel mits

dit parkeervak is gelegen voor de handelszaak,

maximaal voor de gevelbreedte van de handelszaak

mits de nodige maatregelen inzake veiligheid worden genomen

4. tijdelijke inname van een parkeervak tot inrichting van een terras is niet mogelijk voor horecazaken

gelegen in de Barakken. In de Barakken dienen terrassen steeds aansluitend aan de gevel worden

geplaatst, met respect voor de vrije doorgang van tenminste 1,5 m.

Artikel 17 - Windschermen en zonnetenten

1. de windschermen mogen niet hoger zijn dan 2 meter; vanaf 1 meter boven de grond moeten ze

transparant zijn.

2. de windschermen worden stevig vastgehecht ofwel moeten zij 's nachts weggenomen worden

3. Zonnetenten en hun steunconstructie moeten op een hoogte van minimum 2,20 m boven het

trottoirpeil , over de hele lengte, aangebracht worden.

Artikel 18 - Terrasmeubilair

Het meubilair moet geconcipieerd zijn voor terrassen op de openbare weg : het is voldoende stevig en

getuigt van een kwalitatieve design.

Per type uitbating is slechts eenzelfde type van tafels en stoelen toegelaten.

Page 137: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

137

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 19 - verwarming

Eventuele verwarming van het terras kan slechts mits gunstig advies van de brandweer. (conform art 36 APV)

Artikel 20 - regels der kunst en herstel oorspronkelijke staat

De plaatsing van het terras dient te gebeuren volgens de regels der kunst, overeenkomstig de aanwijzingen

die door de stedelijke diensten worden gegeven. De eventuele bevestiging op de openbare weg dient te

gebeuren met niet schendende verankeringspunten. Na wegname van het terras dient het openbaar domein

in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.

Artikel 21 - opruimen terras

1. Het terras dient ten laatste tegen 24 uur te worden opgeruimd. Bij vaststelling van overlast

veroorzaakt door terrasbezoekers, kan het terras onmiddellijk ontruimd worden door de politie.

2. Het opruimen van het terras dient zo stil mogelijk te gebeuren om de nachtrust niet te

verstoren.

3. Het stapelen moet ordelijk gebeuren. Alle meubilair (tafels, stoelen en parasols) dient ’s avonds veilig

te worden opgeruimd, om misbruiken te voorkomen.

4. Na het terrasseizoen dient alle terrasmeubilair alsook de volledige terrasconstructie verwijderd te

worden van de openbare weg, tenzij deze terrasconstructie stedenbouwkundig werd vergund

Hoofdstuk 4 - Bijzondere voorwaarden voor plaatsing terrassen op de Grote Markt te Menen

Artikel 22

De algemene bepalingen voor plaatsing van terrassen op het openbare domein inzake vergunningsaanvraag en

modaliteiten vergunning blijven hier van kracht (art 5 - art 13)

Artikel 23 Afbakening en plan

Op het plein van de Grote Markt te Menen wordt de ingebruikname van het openbaar domein met het oog

op het plaatsen van terrasconstructies en het uitbaten van een terras , duidelijk afgebakend en opgedeeld in 2

terraszones, nl. (zie plan )

- Eerste terraszone (eerste 4 meter vanaf de gevel)

- Tweede terraszone (volgende 10 meter vanaf de 1e terraszone)

De plaatsing van de terrassen t.o.v. de gevels en de openbare weg, net als de afmetingen van de terrassen,

zowel van de luifelterrassen als ook van de open terrasconstructies, zijn vastgelegd en aangeduid op bijgaand

plan dat integraal deel uitmaakt van deze voorwaarden.

Op dit plan wordt de maximaal in te nemen ruimte per zaak aangeduid.

Een detailuittreksel van het plan is gevoegd bij de vergunning.

De individueel benutbare zone wordt onderverdeeld in een eerste terraszone, zijnde strook (4 m) die

aansluit aan de gevel waarop hetzij een luifelconstructie, hetzij een open terras (met windschermen

afgeschermd) kan worden opgericht (eerste terraszone). Onmiddellijk hierbij aansluitend is een brede strook

Page 138: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

138

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

van 10 meter bestemd voor het uitbaten van een geheel open terras, afgebakend met bloembakken (tweede

terraszone). Enkel in de eerste terraszone kan een luifelterras worden geplaatst.

Artikel 24 - Terrasmeubilair

Het meubilair moet geconcipieerd zijn voor terrassen op de openbare weg :

het is voldoende stevig en getuigt van een kwalitatieve design. Vooraf dient de schriftelijke goedkeuring van

het gewenste model gevraagd. Plastieken meubilair in discrete kleuren is wel toegelaten

Per type uitbating is slechts eénzelfde type van tafels en stoelen toegelaten.

Artikel 25 - parasols

- De vormgeving is vrij te kiezen.

- De kleur dient te harmoniëren met de basiskleur van de luifel (terracottarood) Schreeuwerige felle

kleuren zijn niet toegelaten.

- Eenzelfde type en kleur parasol per uitbating

- Reclame kan enkel op de flappen. Enkel sobere en niet schreeuwerige reclame op parasols is

toegestaan.

Artikel 26 - terrastypes

Op de Grote Markt van Menen zijn drie types terrastypes mogelijk

- A/ Luifelterras

- B/ Open terras

- C/ Vrijstaand terras

A/ het luifelterras : vormgeving en typevoorwaarden

Artikel 27 één lijn

De voorzijde moet aansluiten op dezelfde lijn als de buurterrassen. In- of uitsprongen zijn in geen geval

toegelaten.

De terrasconstructies dienen zo veel als mogelijk één lijn te vormen met de onderscheiden gevels.

Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt, in overleg met de aannemer en de vergunninghouder,

de aansluithoogte evenals de hoogte van de hoofdstijlen (voorkant terras).

Artikel 28 Zijdelingse windschermen.

Ieder terras gelegen in de zone voor half-gesloten terrasconstructies, dient aan weerszijden (links en rechts)

worden afgesloten met windschermen.

- Maximum hoogte 1,80 meter

- 80 cm in natuur aluminium (specificatie van type)

- 1 m in doorzichtig veiligheidsglas, van voldoende stevigheid om een windluwe plaats te creëren.

Page 139: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

139

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het glas mag niet afgedekt worden door middel van gordijnen, stickers enz.

- op te delen in panelen van ongeveer 1 meter breedte

- bovenregel is verboden

- de opening van de zijwand tussen glas en zonnetent mag dichtgemaakt worden met

hetzelfde type zeil als het bovenzeil. Op dit gedeelte zeil is elke vorm van reclame

verboden

Artikel 29 - publiciteit

Het aanbrengen van merkreclame op windschermen is niet toegestaan. Er kan wel op sobere, esthetisch

verantwoorde wijze en in de Nederlandse taal een verwijzing worden gemaakt naar de uitbating in het

hoofdgebouw door bijv. het aanbrengen van een logo, tekening of naam van de uitbating.

Alle andere vormen van publiciteit (stickers, affiches, …) zijn strikt verboden.

Artikel 30 - wegneembare constructie

De constructie moet zodanig zijn dat het terras ten allen tijde uit elkaar kan worden genomen. Artikel 31 verankering

- De toestand van de verharding van de straat mag in principe niet worden gewijzigd.

- Indien de terrrasconstructie dient verankerd te worden, moet deze bevestiging gebeuren in overleg

met de technische diensten, en na opmaken van een plaatsbeschrijving door de stedelijke technische

dienst, zoals vermeld in art 34.

- Dit geldt onverminderd de bepalingen van de VCRO (stedenbouwkundige vergunning)

- Na wegname van de terrasconstructie dienen de boorgaten telkens te worden opgevuld en de

bestrating in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.

Artikel 32 Balustrade

Vooraan de terrasconstructie kan zich een balustrade bevinden

- in natuuraluminum profielen

- de open gedeelten mogen opgevuld worden met doorzichtig veiligheidsglas (zonder enige opschriften

of reclame)

- balustrade is op te delen in panelen van ongeveer 1 m breedte.

- hoogte van de panelen is 80 cm.

- onderste deel bestaat uit ondoorzichtig gezandstraald veiligheidsglas , al of niet met gezandstraald

logo of naam van uitbating.

- de enige toegang tot het terras, die uitsluitend aan de voorzijde kan worden voorzien, is beperkt tot

een opening met een breedte van minimaal 1,50 m en maximaal 1/3 van de totale breedte voor

terrassen kleiner dan 4,5 m. In de zijwanden is het nemen van een toegang verboden

- tussen twee terrasuitbatingen in is slechts één windscherm te voorzien. De respectievelijke uitbaters

maken hieromtrent de nodige afspraken.

Artikel 33 - Zonnetent/luifel als dakbedekking

- Hoogte

- De maximale hoogte waarop het luifel aan de gevel van het hoofdgebouw is bevestigd, bedraagt 3

meter (buitenafmeting). In functie van het architecturale karakter van het hoofdgebouw kunnen

afwijkingen worden opgelegd.

- De minimale hoogte aan de voorzijde van het terras bedraagt 2,20 meter

Page 140: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

140

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- de hoogte van de onderzijde van de afhangende voorrand wordt bepaald op (2,20meter) boven de

terrasvloer. De afhangende voorranden van alle aan elkaar palende terrassen moeten op die manier

één lijn vormen.

- Materiaal en kleur

- Het luifel bestaat uit duurzame constructiematerialen (bewegende draagconstructie) en is afgewerkt

met een zeil.

- kleur : diklon 32 kleurnr. 8207 (waterafstotend) (terracottarood) of nr. 3914 (rouge RAL 3003) of

kleur bij benadering. Een kleurstaal dient vooraf het plaatsen ter verifëring voorgelegd aan de

stedelijke dienst Stedenbouw.

- indien moet gewerkt worden met een spie, dan moet deze steeds worden ingevuld met hetzelfde zeil

(kleur) als van de zonneluifel.

Er mag behalve de zonnetent geen andere dakbedekking (onderdakplaten) gebruikt worden

- Reclame

- op de boven- en onderkant van de luifel is iedere vorm van reclame verboden.

- enkel op de voorflap van de zonnetent is reclame toegelaten :

o lettertype vrij te kiezen

o letterhoogte :20 cm

o kleur letters en andere opschriften : niet opzichtig of fluorescerend (in harmonie met zeil- en

parasolkleuren)

o enkel de naam van de uitbating (centraal te plaatsen) en maximaal twee logo’s/opschriften

zijn toegelaten

Artikel 34 Dragende delen van de zonnetent

- De constructieve delen moeten zich aan de onderzijde van het zeil bevinden. (Voor het uitrollen

van het tentzeil dient uitsluitend gebruik gemaakt van een (verticaal) geleidingssysteem dat deel

uitmaakt van de terrasconstructie).

- Constructies van het ophangtype zijn niet toegelaten

- De kleur van de constructieve onderdelen is natuur aluminium

Artikel 35 Verlichting en verwarming

Binnen de zone bestemd voor de half gesloten terrasconstructie (luifelterras) is verlichting en verwarming

toegelaten. De verwarmings- en verlichtingselementen moeten op een veilige afstand van de zonnetent

aangebracht worden.

Elektriciteit moet aangebracht worden overeenkomstig het AREI.

De uitbater dient over een aangepaste verzekering te beschikken.

De vergunning wordt afgeleverd onder voorbehoud van een jaarlijks attest van de brandweer inzake de

brandveiligheid van de installatie.

Artikel 36 Ondervloer

Het aanbrengen van verhoogde vloerelementen is toegestaan. De optrede is maximaal 15 cm en toegankelijk

voor o.a. rolstoelgebruikers. Tapijt is niet toegestaan.

Page 141: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

141

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 37 Leidingen van nutsbedrijven

Leidingen van nutsbedrijven (boven- en ondergrond) moeten gemakkelijk te bereiken zijn en mogen niet

worden afgesloten of afgedekt door bezetting.

Tellers en aansluitingen, vitaal voor het gebouw, mogen niet worden geplaatst in de terrasconstructie. Het

aanbrengen van bedrading, van welke aard dan ook, op de tegelbekleding van het openbare domein is

verboden. Geen enkele opgehangen elektriciteitsbedrading mag de doorgang belemmeren. De voorschriften

van het AREI dienen strikt nageleefd.

Artikel 38 Muziek

Muziek onder de luifel is niet toegestaan.

Artikel 39 Opruimen terras

- Het terras dient ten laatste tegen 24 uur te worden opgeruimd. Bij vaststelling van overlast

veroorzaakt door terrasbezoekers, kan het terras onmiddellijk ontruimd worden door de politie.

- Het opruimen van het terras dient zo stil mogelijk te gebeuren om de nachtrust niet te verstoren.

- Het stapelen moet ordelijk gebeuren. De doorgangen moeten vrijgehouden worden

- Na het terrasseizoen dient alle terrasmeubilair alsook de volledige terrasconstructie verwijderd te

worden van het openbaar domein tenzij deze terrasconstructie stedenbouwkundig werd vergund

- Verlichtings- en verwarmingselementen die eventueel aan de gevel worden bevestigd, moeten bij de

verwijdering van het terras van de gevel worden weggenomen (met uitzondering van eventuele

leidingen)

- Mits uitdrukkelijke aanvraag aan het College van burgemeester en schepenen kan toestemming

verleend worden tot plaatsen van een permanent terras, gedurende de winterperiode, weliswaar

beperkt tot de eerste terraszone,. De bepalingen van artikel 12,4e (precair karakter) en art 10, 3e en

10,6e (wegneembaar op eerste bevel om veiligheidsredenen) blijven evenwel onverminderd van

toepassing.

Artikel 40 Tegensprekelijke plaatsbeschrijving

Voorafgaand aan de plaatsing van de terrasconstructie en naar aanleiding van iedere demontering ervan dient

een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt te worden, met betrekking tot de toestand van het

openbaar domein.

De vergunninghouder zal hiertoe de Stad Menen uitnodigen bij middel van aangetekend schrijven , dat ter

post dient afgegeven te worden uiterlijk tien kalenderdagen voor de voorgenomen plaatsing of demontering.

Iedere aldus vastgestelde beschadiging van het openbaar domein zal aanleiding geven tot een herstel van dit

domein, door toedoen van de overheid die het domein beheert en op kosten van de vergunninghouder.

Page 142: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

142

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

B/ het open terras : vormgeving en typevoorwaarden

Artikel 41 Afbakening en plan

In de eerste terraszone kan de uitbater opteren om enkel een open terrasconstructie te plaatsen. (Een

luifelterras is geen verplichting)

- Dit open terras is afgeschermd door zijdelingse windschermen. De vormgeving van de zijdelingse

windschermen is dezelfde als bepaald voor de luifelterrassen (uniformiteit).

- De eerste terraszone dient steeds te worden gerealiseerd vooraleer de tweede terraszone wordt

ingericht

In de tweede terraszone kan een open terras worden ingericht

Geen enkel voorwerp mag op buiten de afgebakende zone uitspringen, ook niet de parasols

Artikel 42 Toegang

De toegang tot het terras dient vooraan te worden genomen, met een breedte van 1,5 meter.

Artikel 43 - Ondervloer

Het aanbrengen van verhoogde vloerelementen of tapijt is niet toegestaan

Artikel 44 - Verlichting en verwarming

Binnen de tweede terraszone is het niet toegelaten om enige vorm van verwarming of verlichting toe te

passen.

Artikel 45 - Muziek

Muziek is niet toegestaan in enige open terraszone.

Artikel 46 - Opruimen terras

- Het terras dient ten laatste tegen 24 uur te worden opgeruimd. Bij vaststelling van overlast

veroorzaakt door terrasbezoekers, kan het terras onmiddellijk ontruimd worden door de politie.

- Het opruimen van het terras dient zo stil mogelijk te gebeuren om de nachtrust niet te verstoren.

- Het stapelen moet ordelijk gebeuren, alsook veilig om misbruik te voorkomen. Het meubilair dient

onder het luifelterras of tegen de gevel van het gebouw te worden geplaatst. De doorgangen

moeten echter steeds vrijgehouden worden .

- Na het terrasseizoen dient alle terrasmeubilair alsook de volledige terrasconstructie verwijderd te

worden van het openbaar domein

C/ vrijstaand terrasmeubilair : vormgeving en typevoorwaarden

Page 143: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

143

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 47

Voor uitzonderlijke gelegenheden waarbij de stad Menen medeorganisator is , of participeert, kan extra

terrasruimte ingenomen worden.

Hierbij zal er ten allen tijde zorg voor worden gedragen, voor de voetgangers en voor de veiligheidskorpsen

voldoende vrij de doorgang te laten.

Bij door het stadsbestuur georganiseerde of goedgekeurde activiteiten kunnen eventueel financiële

voorwaarden gekoppeld worden aan deze uitbreiding, steeds in overleg met de stad.

Hoofdstuk. 5 Bijzondere voorwaarden voor het inrichten van een rokersstoep/terras met

rokersvoorzieningen

Artikel 48 - Inname openbaar domein

Horecazaken te Menen kunnen een rokersvoorziening (rokersstoep) inrichten voor hun uitbating

De rokersstoep houdt een inname in van het openbaar domein.

Artikel 49 - Specifieke bestemming

De rokersstoep is specifiek bestemd om rokers toe te laten buiten te roken.

Bij het voorzien van een rokersstoep is het verboden voor de uitbater of aangestelden van de

uitbater, bediening op de rokersstoep te verlenen.

Eveneens is het verbruik van dranken op de rokersstoep verboden.

Artikel 50 - Voorwaarden bij inrichting van rokersvoorzieningen /rokersstoep

Specifiek gelden voor het inrichten van een rokersvoorziening op het openbaar domein volgende

voorwaarden:

de rokersvoorziening kan enkel ingericht worden

o buiten de periode van het terrasseizoen, van 1 december tot en met 1 maart 2021 (winter-

rokersstoep)

o waar geen terrasvergunning mogelijk is (zomer- en winterperiode)

de rokersvoorziening moet aansluiten aan de gevel en mag niet verankerd worden in de grond;

de rokersvoorziening moet ten allen tijde verwijderd kunnen worden

het plaatsen van een plankenvloer is niet toegelaten

voldoende asbakken dienen voorzien te worden

er mogen enkel bistrotafels aanwezig zijn en dit met een maximum van 3 stuks -de maximum

diameter van een bistrotafel is 90 cm

er mag geen mogelijkheid tot zitten aangeboden worden (geen stoelen, banken, barkrukken, e.d.)

alle tafels en asbakken dienen ’s avonds te worden verwijderd;

de rokersvoorziening mag een maximum diepte innemen van 2 meter te rekenen vanaf de voorgevel

er dient steeds een doorgang van minstens 1,5 meter gerespecteerd te worden tussen de plaats met

rokersvoorziening en de rijweg of parkeerplaats

Bij het inrichten van een plaats met rokersvoorziening , dienen de richtlijnen onverminderd te

worden nageleefd.

Page 144: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

144

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

o inzake Hygiënische verplichtingen

o inzake Verplichtingen inzake Veiligheid

De uitbater is ertoe gehouden om dagelijks de omgeving op en rond de rokersvoorziening net te

houden, en hij moet instaan voor het ruimen van het afval dat door het gebruik van de rokersstoep

ontstaat

De ondergrondse en bovengrondse hydranten moeten vrij blijven voor de hulpdiensten (1 meter

rondom de hydrant vrij te houden), bijhorende signalisatieborden moeten goed zichtbaar blijven

vanaf de openbare weg.

het plaatsen van een luifel is niet toegelaten (incl. partytent ), met uitzondering van

knikarmschermen die aan de gevel worden bevestigd. Knikarmschermen moeten bij het sluiten van

de handelszaak ingetrokken worden tot tegen de gevel.

het is niet toegelaten om enige vorm van verwarming of verlichting toe te passen

Het college van burgemeester en schepenen kan , indien het dit noodzakelijk acht, bijkomende voorwaarden

opleggen inzake het respecteren van de voorwaarden rond veiligheid, doorgang en toegankelijkheid.

Artikel 51 - Melding of aanvraag tot inrichten van rokersvoorzieningen

a) Zomerperiode

Op plaatsen waar in de zomerperiode een terras mogelijk is , kan gedurende het terrasseizoen geen

afzonderlijke rokersvoorziening op het openbaar domein worden ingericht. Het (open) terras kan dan

gebruikt worden als voorziening voor rokers, mits een geldige (zomer)terrasvergunning is verkregen.

b) winterperiode – rokersvoorziening als uitbreiding van een reeds geldig verkregen

(zomer)terrasvergunning melding volstaat

Een rokersvoorziening kan in de winterperiode worden ingericht als uitbreiding van een reeds geldig

verkregen zomerterrasvergunning, als overgangsmaatregel tussen twee terrasseizoenen in, van 1

december tot en met 1 maart 2012 (winter-rokersstoep),

Voor deze rokersvoorziening hoeft geen afzonderlijke aanvraag meer te gebeuren. Een schriftelijke

melding aan het college van burgemeester en schepenen volstaat.

De houder van een geldige terrasvergunning , moet er steeds voor zorgen dat de verplichtingen hem

opgelegd via dit reglement inzake rokersvoorziening (bepaald in artikel 49-50), alsook de algemene

verplichtingen worden nageleefd.

c) De uitbating van een rokersvoorziening zonder (zomer)terrasvergunning aanvraag nodig

Ingeval men geen terrasvergunning heeft voor het plaatsen van een (zomer)terras, omdat men niet aan deze

voorwaarden tot plaatsen terras voldoet, kan de uitbater van de handelszaak een aanvraag indienen voor het

inrichten van een rokersvoorziening, via het formulier ‘aanvraag tot plaatsen van handelsuitstallingen’.

De aanvraag wordt gericht t.a.v. het college van burgemeester en schepenen

De houder van de vergunning tot plaatsen handelsuitstalling op openbaar domein , met name inrichten van

rokersvoorziening, moet er steeds voor zorgen dat de verplichtingen hem opgelegd via dit reglement,

vernoemd in artikel 49-50 bovenstaand, alsook de algemene verplichtingen in de vergunning worden

nageleefd.

Page 145: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

145

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

d) De inrichting van een rokersvoorziening op de Grote Markt

Horecazaken gelegen op de Grote Markt te Menen kunnen een rokersvoorziening inrichten in de eerste

terraszone, halfopen gedeelte, zijnde de eerste 4 meter aansluitend aan de gevel van de handelszaak,.

Conform art. 35 is verlichting en verwarming in dit gedeelte wel toegelaten.

Waar een gesloten luifelterras is ingericht in de eerste terraszone, met permanent karakter, kan een

rokersvoorziening worden ingericht aansluitend, in de eerste 2 meter van de open terraszone, mits eveneens

de bepalingen van artikel 49-50 worden nageleefd.

Hoofdstuk 6 Naleving en sancties

Artikel 52

De bepalingen van deze terrasverordening gelden onverminderd de toepassing van de sancties opgelegd

in de VCRO , ingeval een stedenbouwkundige vergunning vereist is.

Artikel 53

Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, worden inbreuken op dit terrasreglement

overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 (GAS-wet) bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie

(GAS), namelijk :

een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 euro.

Het College van burgemeester en schepenen kan bovendien op basis van de wet van 24 juni 2013 (GAS-

wet) overgaan tot:

een administratieve schorsing of intrekking van de door de gemeente afgeleverde vergunning

voor het terras , tijdelijk of definitief

een tijdelijke of definitieve sluiting van de horeca-inrichting

Deze intrekking of schorsing van vergunning kan opgelegd worden , wanneer de terrasconstructie of

onderdelen ervan geplaatst worden – zelfs al is dat maar tijdelijk –

- buiten de in onderhavige verordening vastgestelde zone

- En/of in strijd met de bepalingen van deze terrasverordening

- en/of in strijd met de bepalingen van de afgeleverde vergunning.

- En/of in strijd met de bepalingen inzake rokersstoep

Alsdan dient op eerste verzoek daartoe vanwege de stad het terras ontruimd te worden binnen de 24 uur,

volgens de instructies van de gemeente.

Indien aan deze eerste verwittiging geen gevolg wordt gegeven, kan de gemeente daartoe overgaan , dit op

kosten en risico van de nalatige uitbater, en zonder dat hij enige opgelopen schade aan het materiaal of

winstderving kan verhalen op de stedelijke overheid.

ARTIKEL 3

Dit reglement treedt onmiddellijk in werking, per 1 mei 2012 .

Page 146: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

146

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De bepalingen van het algemeen politiereglement TITEL 4 – Afdeling 2 – Gebruik van de openbare weg -

Artikel 4.2.4 (van Art. 4.2.4.1 tot en met Art. 4.2.4.8) inzake terrrasreglementering , worden opgeheven en

volledig vervangen door hogervermelde bepalingen

Dit reglement vervangt vanaf 1 mei 2012 de voordien geldende bepalingen inzake inname van openbaar

domein door terrassen.

ARTIKEL 4

Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van art 186 van het

Gemeentedecreet.

ARTIKEL 5

Afschrift van deze aanvuling bij de Algemene Politieverordening zal worden overgemaakt aan :

de Bestendige Deputatie van de Provincieraad

de griffie van de politierechtbank

de griffie van de rechtbank van eerste aanleg

de Lokale Politie PZ Grensleie

de administratie voor wegen en verkeer (West-Vlaanderen)

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) G. BOSSUYT

(Goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 30 april 2012)

Page 147: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

147

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 148: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

148

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 3: TAXIREGLEMENT

Page 149: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

149

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 3 : REGLEMENT HOUDENDE VASTSTELLING VAN

VOORWAARDEN TOT HET EXPLOITEREN VAN EEN TAXIDIENST

(‘TAXIREGLEMENT’)

Gelet op

het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en

tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (B.S. 21 augustus 2001), aangevuld met

wijzigingen;

het besluit van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van

voertuigen met bestuurder (B.S. 19 september 2003);

Het gemeentelijk reglement houdende voorwaarden tot het exploiteren van een taxidienst wordt als volgt

vastgesteld en goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 04 juni 2004 en wordt met ingang

van 1 juni 2004 toegepast :

GEMEENTELIJK REGLEMENT HOUDENDE DE VOORWAARDEN TOT HET

EXPLOITEREN VAN EEN TAXIDIENST

HOOFDSTUK 1. VERGUNNING EN EXPLOITATIE.

Afdeling 1. Vergunning

Artikel 1. Niemand mag, zonder vergunning, een taxidienst exploiteren door middel van één of meer

voertuigen van op de openbare weg of op elke andere niet voor het openbaar verkeer opengestelde plaats

die zich op het grondgebied van Menen bevindt.

Met “voertuig” kan het zowel gaan om een auto of een minibus, als om een twee- of driewielige motor, al

dan niet met zijspan of aanhangwagen, op voorwaarde dat het voertuig naar constructie en uitrusting geschikt

is voor het vervoer van ten hoogste negen personen, de bestuurder inbegrepen. De paardenkoetsen en

taxifietsen (met hulpmotor van minder dan 0.3 KW) vallen niet onder het toepassingsgebied van dit

reglement.

Artikel 2. De vergunning voor het exploiteren van een taxidienst wordt aangevraagd bij het College van

Burgemeester en Schepenen. Het model van het aanvraagformulier is gevoegd als bijlage 1 bij dit reglement.

Page 150: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

150

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 3. Onder de voorwaarden vastgesteld door de Gemeenteraad in dit reglement wordt de vergunning

of de hernieuwing van de vergunning voor het exploiteren van een taxidienst op het grondgebied van

MENEN afgegeven door het College van Burgemeester en Schepenen binnen de 3 maanden na de indiening

van de aanvraag.

De vergunning voor het exploiteren van een taxidienst omvat de toelating voor het stationeren op eender

welke standplaats die niet op de openbare weg gelegen is maar waarover de exploitant beschikt, of op

eender welke standplaats op de openbare weg in de vergunningverlenende gemeente die voorbehouden

wordt voor de taxi’s en vrij is mits de vergunning het gebruik hiervan expliciet vermeldt.

Artikel 4. Het College van Burgemeester en Schepenen levert 1 vergunning af per exploitant. De vergunning

vermeldt het aantal taxivoertuigen en het aantal reservevoertuigen, waarvoor ze afgegeven werd en of er al

dan niet gebruik mag gemaakt worden van standplaatsen op de openbare weg en van radiotelefonie.

In de vergunning wordt er aan elk voertuig een identificatienummer (bestaande uit vier cijfers) toegekend.

Elke identificatienummer kan slecht éénmaal worden toegewezen. De vergunning geeft een opsomming van

de identificatienummers.

Artikel 5. De houder van een vergunning kan te allen tijde het bevoegde college verzoeken het aantal

voertuigen dat het voorwerp uitmaakt van zijn vergunning voor een taxidienst, te verhogen of te verlagen.

De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen wordt genomen volgens de procedure en de

voorwaarden die van toepassing zijn op de aanvraag van een vergunning voor een taxidienst.

Artikel 6. De vergunning wordt afgegeven na een onderzoek door het College van Burgemeester en

Schepenen omtrent de door de aanvrager gegeven zedelijke waarborgen, zijn beroepsbekwaamheid en zijn

solvabiliteit.

Wanneer de vergunning aan een rechtspersoon wordt afgegeven, moet de zaakvoerder van de

rechtspersoon voldoen aan de voorwaarden opgelegd aan een natuurlijk persoon om houder te worden van

de vergunning, en dit gedurende de hele duur van de exploitatie.

Artikel 7

§1. De vergunning wordt slechts afgegeven aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon die hetzij eigenaar is

van het of de voertuigen, hetzij er de beschikking over heeft door een contract van aankoop op afbetaling,

hetzij door een leasingovereenkomst.

§2. De vergunninghouder van wie een voertuig tijdelijk niet beschikbaar is ten gevolge van een ongeval, een

ernstig mechanisch defect, brand of diefstal kan, op zijn verzoek, gemachtigd worden zijn dienst te verrichten

door middel van een vervangingsvoertuig dat hij niet in eigendom heeft en waarvoor hij evenmin een

contract van aankoop op afbetaling of een leasingovereenkomst kan voorleggen.

Deze machtiging wordt voor maximum 3 maanden verleend en is niet hernieuwbaar.

De machtiging om de dienst te verrichten met een vervangingsvoertuig wordt aangevraagd aan het College

van Burgemeester en Schepenen.

Het stadsbestuur reikt binnen de twee werkdagen de vervangingskaart (wit) uit.

Na afloop van de toegestane termijn moet de exploitant binnen twee werkdagen de vervangingskaart

inleveren bij de stad.

§3. De verhuring, door de exploitant, onder welke vorm dan ook, van het of de voertuigen aan enigerlei

persoon die het of de voertuigen zelf bestuurt of laat besturen, is verboden.

Page 151: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

151

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 8. De vergunning is persoonlijk en onoverdraagbaar.

Nochtans mits voorafgaande machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen:

1° mag de echtgeno(o)t(e) of de duurzaam samenwonende partner of mogen bloed- of aanverwanten tot de

tweede graad bij overlijden of permanente werkonbekwaamheid van de vergunninghouder, onder dezelfde

voorwaarden de exploitatie van de dienst voortzetten tot het einde van de inde vergunning gestelde termijn.

2° kan een rechtspersoon de exploitatie van een natuurlijk persoon die houder is van een vergunning

voortzetten wanneer deze houder zijn vergunning inbrengt in deze rechtspersoon die hij opricht en waarvan

hij de meerderheidsvennoot is, alsook de zaakvoerder.

3° kan een rechtspersoon zijn vergunning verdelen onder de personeelsleden van zijn onderneming op

voorwaarde dat:

- de vergunning in zijn geheel wordt overgedragen en de rechtspersoon zijn activiteiten als taxi-exploitant

volledig stopzet;

- de personeelsleden onder wie de vergunning wordt verdeeld, op datum van de aanvraag tot verdeling

van de vergunning, sedert ten minste 3 jaar actief en ononderbroken aan de exploitatie van een

taxidienst deelnemen, en die sedert tenminste 1 jaar als werknemer zijn ingeschreven in het

personeelsregister van de rechtspersoon die zijn vergunning wenst te verdelen;

- de rechtspersoon die zijn exploitatie stopzet de nodige bewijsstukken voorlegt waarbij wordt aangetoond

dat voldaan is aan de sociale en fiscale verplichtingen.

Artikel 9. De vergunning met de taxi- en de reservekaarten dient afgehaald te worden binnen de drie

maanden vanaf de datum van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Na deze termijn

vervalt de vergunning.

Artikel 10. De duur van de vergunning is vijf jaar. De vergunning kan voor dezelfde duur hernieuwd worden.

Zij kan voor minder dan vijf jaar verleend of hernieuwd worden als bijzondere, in de vergunning of

hernieuwingsakte vermelde omstandigheden, die afwijking wettigen.

Artikel 11. Bij een met redenen omklede beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan de

vergunning ingetrokken of voor een bepaalde duur geschorst worden of kan de hernieuwing van de

vergunning worden geweigerd wegens één van volgende redenen:

- indien de exploitant de bepalingen van de exploitatievoorwaarden, het decreet van 20 april 2001 en de

uitvoeringsbesluiten ervan niet naleeft;

- indien de exploitant niet langer voldoet aan de voorwaarden inzake zedelijkheid, beroepsbekwaamheid

of solvabiliteit;

- indien de exploitant de op hem van toepassing zijnde wetgeving in het kader van zijn beroepsuitoefening,

niet naleeft.

Met uitzondering van voorgaande gevallen, kan een vergunninghouder die zijn taxi-exploitatie stopzet,

gedurende een periode van tenminste drie jaar na datum van akteneming hiervan door het College van

Burgemeester en Schepenen, geen vergunning verwerven, noch meerderheidsvennoot worden in een

rechtspersoon die houder is van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst of deze heeft

aangevraagd.

Artikel 12. Tegen de in artikel 11 genoemde beslissingen, of in voorkomend geval bij ontstentenis van

beslissing binnen drie maanden na de indienen van de aanvraag, kan beroep ingesteld worden bij de

bestendige deputatie van de provincie West-Vlaanderen die bij een met redenen omklede beslissing uitspraak

doet binnen drie maanden na het ontvangen van het beroepsschrift.

Page 152: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

152

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het beroep moet worden ingediend bij aangetekend schrijven binnen vijftien dagen na de betekening van de

beslissing tot weigering of binnen vijftien dagen na de datum waarop de termijn van drie maanden verstrijkt

die op de indiening van de aanvraag volgt.

Indien de bestendige deputatie geen beslissing genomen heeft binnen de gestelde termijn kan de aanvrager bij

aangetekend schrijven, vragen om binnen de dertig dagen na de verzending, een beslissing te nemen. Indien

binnen deze termijn de bestendige deputatie niet heeft beslist, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

Afdeling 2 - Exploitatie

Artikel 13. De exploitant van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, die een

vergunning bezit, mag de in de vergunning vermelde voertuigen inzetten als taxidienst, mits een vergunning

van het College van Burgemeester en Schepenen en betaling van een bijkomende belasting overeenkomstig

artikel 21 van dit reglement.

Artikel 14. De exploitanten van taxidiensten mogen ertoe gemachtigd worden om voor de exploitatie van

hun diensten over reservevoertuigen te beschikken waarvan ze eigenaar zijn of waarover ze beschikken bij

een contract van verkoop op afbetaling of een leasingovereenkomst. De reservevoertuigen moeten ten

minste uitgerust zijn om een taxidienst te verzekeren. Deze reservevoertuigen mogen niet verhuurd worden.

De vergunning vermeldt, in voorkomend geval, het aantal reservevoertuigen waarover de exploitant mag

beschikken.

Artikel 15. Het aantal reservevoertuigen is beperkt: voor elk begonnen schijf van tien toegelaten

taxivoertuigen is er maar één reservevoertuig.

De aanvraag om het aantal reservevoertuigen te verhogen of te verlagen dient te gebeuren bij het College

van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 16. Ieder taxivoertuig krijgt twee taxikaarten met de volgende kleuren:

De taxikaarten met standplaatsvergunning krijgen een gele kleur. De taxikaarten zonder standplaatsverguning

krijgen een lichtblauwe kleur.

De reservevoertuigen krijgen een witte reservekaart.

Artikel 17. De exploitanten die over een exploitatievergunning voor een taxidienst beschikken, kunnen die

voertuigen enkel inzetten in het kader van geregeld vervoer of van bijzondere vormen van geregeld vervoer

mits ze een schriftelijke overeenkomst gesloten hebben met de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM).

Met geregeld vervoer wordt bedoeld: stads- of streekvervoer van personen met een bepaalde regelmaat en

op een bepaald traject, waarbij op vooraf vastgestelde halteplaatsen reizigers mogen worden opgenomen of

mogen worden afgezet. Dit vervoer is voor iedereen toegankelijk.

Met bijzondere vormen van geregeld vervoer wordt bedoeld: geregeld vervoer van bepaalde categorieën

reizigers met uitsluiting van andere reizigers, met een bepaalde regelmaat en op een bepaald traject, waarbij

op vooraf vastgestelde halteplaatsen reizigers mogen worden opgenomen of mogen worden afgezet. De

bijzondere vormen van geregeld vervoer omvatten onder meer:

Page 153: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

153

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- vervoer van werknemers van en naar het werk;

- vervoer van scholieren en studenten van en naar hun onderwijsinstellingen;

- vervoer van militairen en hun gezinnen van en naar hun plaats van legering.

Artikel 18. De exploitant is verplicht elke wijziging van adres van woonplaats, exploitatiezetel of

maatschappelijke zetel, binnen vijf dagen aan het College van Burgemeester en Schepenen mee te delen.

Afdeling 3 – Norm aantal vergunde taxivoertuigen

Artikel 19. De norm voor het aantal vergunde taxivoertuigen op het grondgebied van MENEN is één per

1.000 inwoners.

Als deze norm bereikt is, wordt een wachtlijst opgemaakt waarin de naam of handelsnaam en het adres van

de aanvrager in chronologische volgorde van ontvangst van de aanvraag wordt ingeschreven. Er wordt

voorrang gegeven aan de exploitant die de hernieuwing van de vergunning aanvraagt op voorwaarde dat die

voldoet aan alle vergunningsvoorwaarden.

Op eenvoudige vraag kunnen de personen die op de wachtlijst staan, hiervan een afschrift krijgen.

HOOFDSTUK 2 – BELASTINGEN

Artikel 20. De afgegeven vergunningen geven aanleiding tot een jaarlijkse en ondeelbare belasting, zoals

bepaald in het gemeentelijk belastingreglement op de exploitatie van taxidiensten, ten laste van de

natuurlijke of rechtspersoon die houder is van de vergunning. Deze belastingen worden door de gemeente

geïnd.

Artikel 21. Deze belastingen zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de

vergunning werd afgeleverd. Ze zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de

vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning.

Artikel 22. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave. Dit

geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van

één of meer voertuigen voor welke reden dan ook.

Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de belasting niet op.

Artikel 23. De bedragen vermeld in artikel 21 worden aangepast volgens de schommelingen van het

indexcijfer van de comsumptieprijzen.

HOOFDSTUK 3 – TARIEVEN

Page 154: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

154

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 24 §1 Het College van Burgemeester en Schepenen stelt de tarieven vast rekening houdend met de

maximumtarieven voor taxivervoer opgelegd door de bevoegde minister en op voorstel van de exploitant.

De exploitant kan tijdens de duur van de exploitatie een aanpassing van de tarieven aanvragen.

§2. De tarieven moeten in elk voertuig zichtbaar uitgehangen worden. In de voertuigen die in opdracht van

de VMM rijden in het kader van geregeld vervoer worden de tarieven van de VMM uitgehangen. Als het

vervoer wordt ingezet in opdracht van de VMM past de exploitant van de taxidienst de tarieven van de VMM

toe in plaats van de tarieven die de gemeente heeft bepaald en wordt het berekeningsmechanisme niet

ingeschakeld.

§ 3. Er zijn 26 tarieven mogelijk, van A tot Z.

HOOFDSTUK 4 – STOPZETTING

Artikel 25. In geval van definitieve stopzetting van de taxidienst brengt de exploitant de gemeente daarvan

onmiddellijk op de hoogte en levert de eerstvolgende werkdag de vergunning, de taxikaarten en de reserve-

en vervangingskaarten in bij de stad. De datum van effectieve stopzetting is de datum waarop de exploitant

de taxivergunning, de taxi- de reserve- en vervangingskaarten ingeleverd heeft bij de stad. Hiervan krijgt hij

een ontvangstbewijs.

HOOFDSTUK 5 – BEPALINGEN BETREFFENDE HET VOERTUIG

Artikel 26. Met uitzondering van een motortaxi heeft het voertuig, als er twee of drie zitplaatsen zijn in het

voertuig, de bestuurder inbegrepen, ten minste twee deuren. Zijn er vier zitplaatsen of meer, dan heeft het

voertuig ten minste drie deuren om in- en uit te stappen.

Artikel 27. De voertuigen in dienst bevinden zich in goede staat en bieden de nodige kwaliteit, comfort,

gemak en netheid, zowel met betrekking tot de carrosserie als met betrekking tot de cabine.

Artikel 28. De exploitant mag geen reclame op het voertuig aanbrengen.

Artikel 29. Elk voertuig in dienst heeft twee geplastificeerde kaarten aan boord. Eén kaart wordt in het

voertuig, rechts onderaan, aan de binnenkant van de achterruit bevestigd. De gegevens van die kaart moeten

leesbaar zijn voor derden.

De tweede kaart wordt op de rugleuning van de voorste passagiers bevestigd. Als het voertuig slechts over

twee deuren beschikt, dan wordt die kaart op het dashboard bevestigd. De gegevens van die kaart moeten

leesbaar zijn voor de klant.

Bij een motortaxi worden de twee kaarten leesbaar voor derden op het voertuig aangebracht.

In geval van verlies, diefstal of vernietiging van de taxikaart wordt een nieuwe kaart met de vermelding

“duplicaat” door de stad uitgereikt op vertoon van een attest van de politie.

Artikel 30. Bepalingen betreffende de reserve- en vervangingsvoertuigen.

Op het ogenblik dat de reservevoertuigen of de vervangingsvoertuigen ingezet worden, moeten ze

daarenboven aan de volgende voorwaarden voldoen:

- één geplastificeerde reservekaart, respectievelijk één geplastificeerde vervangingskaart en de taxikaart

zijn naast elkaar, rechts onderaan aan de binnenkant van de achterruit bevestigd;

- de reservevoertuigen, respectievelijk de vervangingsvoertuigen zijn als taxi verzekerd.

In geval van verlies, diefstal of vernietiging van de reservekaart, respectievelijk de vervangingskaart wordt

een nieuwe kaart met de vermelding “duplicaat” door de stad uitgereikt op vertoon van een attest van

Page 155: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

155

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

de politie.

-

HOOFDSTUK 6 – BEPALINGEN BETREFFENDE DE DIENST EN DE RITTEN

Afdeling 1. Taxameter en tarieven

Artikel 31. De taxivoertuigen, de reserve- en vervangingsvoertuigen zijn uitgerust met een taxameter en

randapparatuur.

Artikel 32. De randapparatuur bestaat ten minste uit een apparaat met opslagcapaciteit voor elektronische

gegevens en een printer.

De gegevens zijn beveiligd in die zin dat de integriteit, de oorsprong en het niet-weerlegbare karakter ervan

gewaarborgd zijn.

De exploitant bewaart gedurende vijf jaar de beveiligde gegevens.

Artikel 33. De taxameter en eventueel de randapparatuur worden zo in het voertuig geplaatst dat de

wijzerplaat ervan leesbaar is voor een klant die in het voertuig plaatsgenomen heeft. Zodra dat nodig is,

wordt de wijzerplaat verlicht.

Als het voertuig wordt ingezet voor collectieve ritten, dan moet het voertuig uitgerust zijn met apparatuur

die collectieve ritten kan berekenen.

Dit artikel is niet van toepassing op motortaxi’s.

Artikel 34. De taxameter en de randapparatuur zijn in werking tijdens de dienst.

Artikel 35. Het prijsberekeningsmechanisme van de taxameter wordt ingeschakeld op het ogenblik dat de

klant plaatsneemt in het voertuig.

Als de klant wordt afgehaald op het afgesproken tijdstip, dan mag het prijsberekeningsmechanisme van de

taxameter worden ingeschakeld op het ogenblik dat de taxi stopt op de plaats van afhaling en nadat de

bestuurder de klant verwittigd heeft dat hij aangekomen is.

Het prijsberekeningsmechanisme van de taxameter blijft ingeschakeld zolang de klant het voertuig gebruikt.

Artikel 36. De taxameter bevat enkel de tarieven die in de vergunning zijn vermeld.

Artikel 37. Overgangsbepalingen.

Met uitzondering van de bepalingen omtrent de printer, geldt voor de randapparatuur een overgangsperiode

van 5 jaar vanaf publicatie van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de taxidiensten en de diensten

voor het verhuur van voertuigen met bestuurder.

Afdeling 2 - Dienststaten

Artikel 38. De taxameter met zijn randapparatuur moet de volgende gegevens kunnen verstrekken (deze

gegevens worden opgeslagen in de randapparatuur):

- bij de aanvang van de dienst:

de naam of benaming van de exploitant, zijn adres en telefoonnummer

Page 156: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

156

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

de datum

het identificatienummer of het immatriculatienummer van de taxi

de naam en de voornaam van de bestuurder

de totalisatoren

het uur waarop de dienst van de bestuurder begint

voor de bezoldigde bestuurders het vastgestelde uur van het einde van de dienst

tijdens de dienst: de uren van de effectief genomen rustpauze en van de dienstonderbreking

- aan het einde van de dienst:

de totalisatoren

de datum en het uur van de effectieve beëindiging van de dienst

-

Artikel 39. De bestuurder kan een exemplaar van de dienststaat voor zichzelf afdrukken.

Artikel 40. De gegevens van de taxameter met zijn randapparatuur worden gedurende 5 jaar bewaard. Ze

worden verstrekt op elk verzoek van de bevoegde ambtenaren en agenten.

Artikel 41. Overgangsbepalingen.

Gedurende de overgangsperiode van vijf jaar, te rekenen vanaf publicatie van het besluit van de Vlaamse

regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder, mag de

dienststaat vervangen worden door een met de hand geschreven rittenblad in onuitwisbare inkt. Dat

rittenblad vermeldt volgende gegevens:

Bij de aanvang van de dienst:

de naam of benaming van de exploitant, zijn adres en telefoonnummer

de datum

het identificatienummer of het immatriculatienummer van de taxi

de naam en de voornaam van de bestuurder

de totalisatoren

het uur waarop de dienst van de bestuurder begint

voor de bezoldigde bestuurders het vastgestelde uur van het einde van de dienst

Tijdens de dienst:

de uren van de effectief genomen rustpauze en van de dienstonderbrekingen

Aan het einde van de dienst:

de totalisatoren

de datum en het uur van de effectieve beëindiging van de dienst

het volgnummer van de rit dat een oplopend getal is dat bestaat uit zeven cijfers, te beginnen

met 0000001

de datum en het uur van het in- en uitstappen

de instap- en uitstapplaatsen

het aantal afgelegde kilometer

de totale prijs van de rit, voorafgegaan door de vermelding “te betalen bedrag” of de prijs

per persoon in geval van een collectieve rit.

Page 157: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

157

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Afdeling 3 – Vervoerbewijs

Artikel 42. De randapparatuur drukt de vervoerbewijzen automatisch af. Hierop staan ten minste de

volgende vermeldingen in onuitwisbare inkt:

de vermelding “vervoerbewijs”

de naam of benaming van de exploitant, zijn adres en telefoonnummer

het identificatienummer of het immatriculatienummer van de taxi

de naam van de bestuurder

het volgnummer van de rit dat een oplopend getal is dat bestaat uit zeven cijfers, te beginnen met

0000001

de datum en het uur van het in- en uitstappen

de instap- en uitstapplaatsen

het aantal afgelegde kilometers

het toegepaste tarief

de totale prijs van de rit, voorafgegaan door de vermelding “te betalen bedrag” of de prijs per

persoon in geval van een collectieve rit

de vermelding “klachten” en het telefoonnummer van de politiepost van de vergunningverlenende

gemeente.

In geval van een collectieve taxi worden de vermeldingen per klant afgedrukt.

In geen geval mag een handgeschreven vervoerbewijs worden afgegeven. Als het vervoerbewijs niet kan

worden geprint geeft de bestuurder een handgeschreven vervoerbewijs met alle voornoemde gegevens. Hij

mag daarna geen klanten meer vervoeren met dit voertuig zolang het toestel niet is hersteld.

Alle bovenvermelde gegevens worden opgeslagen in de randapparatuur. Deze gegevens worden gedurende

vijf jaar bewaard. Ze worden verstrekt op elk verzoek van de bevoegde ambtenaren en agenten.

Extra kosten die verbonden zijn aan het taxivervoer, zoals parkeerkosten of wegentol, kunnen aan de klant

worden doorgerekend mits het ontvangstbewijs aan de klant wordt afgegeven.

Artikel 43. Aan het einde van de rit wordt het vervoerbewijs van de desbetreffende rit aan de klant

overhandigd, zelfs zonder dat die erom verzoekt.

Artikel 44. Overgangsbepalingen.

Vanaf 1 juni 2004 is de bestuurder verplicht om aan de klant een gedrukt vervoerbewijs af te geven met de

vermeldingen:

“vervoerbewijs”

de naam of de benaming van de exploitant, zijn adres en telefoonnummer

het identificatienummer of het immatricualatienummer van de taxi

het volgnummer van de rit dat een oplopend getal is dat bestaat uit zeven cijfers

de datum en het uur van het in- en uitstappen

het aantal afgelegde kilometers

het toegepaste tarief

de totale prijs van de rit, voorafgegaan door de vermelding “te betalen bedrag” of de prijs per

persoon in geval van een collectieve rit

Page 158: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

158

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

de vermelding “klachten” en het telefoonnummer van de politiepost van de

vergunningverlenende gemeente

Zolang het voertuig niet uitgerust is met de nodige randapparatuur moet op het vervoerbewijs volgende

gegevens met de hand bij geschreven worden:

- de naam van de bestuurder

- de instap- en uitstapplaatsen.

Als het voertuig nog niet uitgerust is met de nodige randapparatuur moet de bestuurder een dubbel van elk

vervoerbewijs vasthechten aan het rittenblad.

Het rittenblad en de vervoerbewijzen moeten gedurende vijf jaar bewaard worden op de exploitatiezetel en

getoond worden op elk verzoek van bevoegde ambtenaren en agenten.

Het is verboden de gegevens te wijzigen.

Afdeling 4 - Controlerapport

Artikel 45. De randapparatuur moet een controlerapport kunnen afdrukken. Hierop staan tenminste de

volgende vermeldingen in onuitwisbare inkt:

de naam of benaming van de exploitant, zijn adres en telefonummer

het identificatienummer of het immatriculatienummer van de taxi

de naam of de benaming van de installateur van de taxameter en de randapparatuur

de naam van de bestuurder

de datum en het uur waarop de dienst van de bestuurder begonnen is

alle gegevens betreffende de uitgevoerde ritten sinds het begin van de dienst

alle tarieven die de taxameter kan uitvoeren

de totalisatoren

Artikel 46. Taxilicht

Met uitzondering van een motortaxi is er op het dak van elk taxivoertuig een taxilicht aanwezig. Dat is

gekoppeld aan de taxameter. Hiervoor geldt een overgangsperiode van vijf jaar vanaf 1 juni 2004.

Dat taxilicht vermeldt in het middengedeelte het woord “TAXI” op de voor- en achterkant van de

lichtinstallatie.

Als de taxi vrij is, brandt het taxilicht. In alle andere gevallen brandt het taxilicht niet.

Er moet zich geen taxilicht op het dak van het taxivoertuig bevinden als het in opdracht rijdt van de Vlaamse

Vervoermaatschappij.

Artikel 47. Affichering in de taxi.

Met uitzondering van een motortaxi worden het keuringsbewijs en de groene verzekeringskaart van het

voertuig duidelijk leesbaar voor de gebruikers in het taxivoertuig aangebracht.

Een collectieve taxi is duidelijk als dusdanig herkenbaar voor het publiek door middel van een bord met

daarop minstens de vermelding “collectieve taxi”. Dat bord wordt vooraan in het voertuig geplaatst.

Page 159: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

159

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 6 – KLANTEN EN TAXIBESTUURDERS

Artikel 48. Behalve op andersluidend verzoek van de klant brengt de bestuurder hem langs de snelste weg

naar zijn bestemming.

De bestuurder die een collectieve taxirit uitvoert kiest zelf welke de meest geschikte en snelste route is.

Artikel 49. De klant die een taxi wil nemen, heeft het recht om opgepikt te worden door een taxibestuurder

in dienst zodra die vrij is of in geval van een collectieve taxi, als er nog een lege plaats is, zelfs als de taxi zich

dan op het grondgebied van een andere gemeente bevindt, dan waar de toegelaten standplaats van de

exploitant gelegen is.

Nochtans weigert de bestuurder deze rit als zijn voertuig zich op minder dan honderd meter bevindt van een

standplaats voor taxi’s, waar één of meer voertuigen beschikbaar zijn.

Artikel 50. Het is verboden voor de klanten om in het taxivoertuig te roken.

Artikel 51. De bestuurder mag:

- weigeren iemand mee te nemen die naar een verre of afgelegen plaats wil worden

gebracht, tenzij zijn identiteit kan worden vastgesteld, zo nodig door een interventie van de

politie;

- een voorschot eisen voor lange ritten;

- klanten weigeren die de openbare orde verstoren, de veiligheid in gevaar brengen, de goede

zeden in het gedrang brengen en die het taxivoertuig niet respecteren.

Artikel 52. De bestuurder geeft de in zijn voertuig gevonden voorwerpen af bij de politie uiterlijk binnen

twee kalenderdagen.

Artikel 53. Het is de bestuurder verboden om:

- aan de klant een ander tarief of een andere prijs te vragen dan het tarief of de prijs

vermeld in de vergunning, in de geafficheerde tarieven, door de taxameter of de

randapparatuur;

- in geval van een taxi die ingezet wordt als geregeld vervoer in opdracht van de Vlaamse

Vervoermaatschappij, aan de klant een prijs te vragen die hoger ligt dan die welke bepaald wordt

door de VVM;

- in geval van een collectieve taxi, aan de klant een andere prijs te vragen dan die welke berekend

wordt op basis van de op- en afstapplaatsen van elke klant, tenzij er een forfaitair tarief wordt

toegepast;

- zijn dienst te verzekeren in het gezelschap van andere personen dan het cliënteel, behalve als het

gaat om een kandidaat-taxibestuurder die zijn stage doet;

- met zijn voertuig heen en weer te rijden om klanten te ronselen;

- de gegevens van de dienststaat en het vervoerbewijs te wijzigen;

- te roken tijdens de dienst.

Artikel 54. Als er zich tijdens de rit een storing voordoet in de werking van de taxameter en de

randapparatuur brengt de bestuurder de klant hiervan onmiddellijk op de hoogte en wordt het bedrag van de

rit in overleg tussen de bestuurder en de klant vastgesteld. Nadat de klant naar de bestemming is gebracht,

stopt de bestuurder de taxidienst met dit voertuig.

Page 160: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

160

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Als er zich tijdens de rit een defect voordoet aan het voertuig of het raakt betrokken bij een ongeval, dan

heeft de klant het recht om de taxi te verlaten na betaling van het door de taxameter aangegeven bedrag

voor de reeds afgelegde kilometers. De taxibestuurder zorgt ervoor dat de klant zijn rit kan voortzetten met

een ander taxivoertuig. In geen geval mogen de kosten van het oponthoud aan de klant aangerekend worden.

Artikel 55. Statistische gegevens.

Iedere taxi-exploitant dient de statistische gegevens betreffende zijn onderneming te verstrekken aan het

stadsbestuur indien deze hierom verzoekt. Deze gegevens zijn vertrouwelijk en slechts bestemd voor

statistische doeleinden betreffende het personenvervoer.

HOOFDSTUK 7 – HET STATIONEREN

Artikel 56. §1. De vergunning voor het exploiteren van een taxidienst omvat de toelating voor het

stationeren op eender welke standplaats die niet op de openbare weg gelegen is maar waarover de

exploitant beschikt, of op eender welke standplaats op de openbare weg in MENEN die voorbehouden

wordt voor de taxi’s en vrij is mits de vergunning het gebruik hiervan expliciet vermeldt.

§2. Het aantal voertuigen dat aanwezig is op een bepaalde standplaats op de openbare weg mag in geen geval

het aantal beschikbare plaatsen overschrijden.

§3. Het voorzien, het wijzigen en het afschaffen van standplaatsen op de openbare weg gebeurt in overleg

met de VVM (Vlaamse Vervoermaatschappij) en met de taxi-exploitanten met een vergunning.

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) K. DEBUCK

(Goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 04 juni 2004)

Page 161: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

161

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 4: REGLEMENT INZAKE

VERHUURVOERTUIGEN MET

BESTUURDER

Page 162: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

162

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 163: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

163

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 4 : REGLEMENT HOUDENDE VASTSTELLING VAN

VOORWAARDEN TOT HET EXPLOITEREN VAN EEN DIENST VOOR HET

VERHUREN VAN VOERTUIGEN MET BESTUURDER (VVB) (‘REGLEMENT

VERHUURVOERTUIGEN’)

Gelet op

het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en

tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (B.S. 21 augustus 2001), aangevuld met

wijzigingen;

het besluit van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van

voertuigen met bestuurder (B.S. 19 september 2003);

Het gemeentelijk reglement houdende voorwaarden tot het exploiteren van een dienst voor het verhuren

van voertuigen met bestuurder (VVB) wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd in openbare zitting van de

gemeenteraad dd. 04 juni 2004 en wordt met ingang van 1 juni 2004 toegepast :

GEMEENTELIJK REGLEMENT HOUDENDE DE VOORWAARDEN TOT HET

EXPLOITEREN VAN EEN DIENST VOOR HET VERHUREN VAN VOERTUIGEN

MET BESTUURDER

HOOFDSTUK 1. VERGUNNING EN EXPLOITATIE

Afdeling 1 - Vergunning

Artikel 1. Niemand mag, zonder vergunning, een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op

het grondgebied van MENEN (Menen-Lauwe-Rekkem) exploiteren door middel van één of meer voertuigen.

Bij een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder moeten de ritten op voorhand zijn

afgesproken. Bovendien moet het voertuig ter beschikking gesteld worden van de klant gedurende ten minste

drie uur. Als het voertuig voor een kortere duur wordt ter beschikking gesteld, gaat het om een taxi.

Artikel 2. De vergunning voor het exploiteren van een dienst van verhuurvoertuigen met bestuurder wordt

aangevraagd bij het College van Burgemeester en Schepenen met een aangetekende brief. Het model van het

aanvraagformulier is gevoegd als bijlage 1 bij dit reglement.

De kandidaat-exploitant voegt de gewenste tarieven bij zijn vergunningsaanvraag. De exploitant kan tijdens de

duur van de exploitatie van de vergunning een aanpassing van de tarieven aanvragen.

Artikel 3. Onder de voorwaarden vastgesteld door de Gemeenteraad in dit reglement wordt de vergunning

of de hernieuwing van de vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen

met bestuurder verleend door het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Menen op wiens

Page 164: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

164

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

grondgebied de exploitatiezetel van de kandidaat-vergunninghouder is gevestigd. De vergunning wordt

uitgereikt binnen een termijn van drie maanden na de indiening van de aanvraag.

Artikel 4. Het College van Burgemeester en Schepenen kan slechts één vergunning afgeven per exploitant.

De vergunning wordt afgegeven aan elke natuurlijke of rechtspersoon die erom verzoekt. De vergunning

vermeldt het aantal voertuigen waarvoor ze afgegeven werd.

In de vergunning wordt er aan elk toegelaten voertuig een identificatienummer toegekend. Dat nummer

bestaat uit vier cijfers. Elk identificatienummer kan slechts éénmaal worden toegewezen. De vergunning geeft

een opsomming van de identificatienummers.

Artikel 5. De vergunning wordt slechts afgegeven aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon die hetzij

eigenaar is van het of de voertuigen, hetzij er de beschikking over heeft door een contract van aankoop op

afbetaling, hetzij door een leasingovereenkomst.

De vergunninghouder van wie een voertuig tijdelijk niet beschikbaar is ten gevolge van een ongeval, een

ernstig mechanisch defect, brand of diefstal kan, op zijn verzoek, gemachtigd worden zijn dienst te verrichten

door middel van een vervangingsvoertuig dat hij niet in eigendom heeft en waarvoor hij evenmin een

contract van aankoop op afbetaling of een leasingovereenkomst kan voorleggen.

Deze machtiging wordt voor maximum 3 maanden verleend en is niet hernieuwbaar.

De machtiging om de dienst te verrichten met een vervangingsvoertuig wordt aangevraagd bij het College

van Burgemeester en Schepenen.

De exploitant mag een vervangingsvoertuig inzetten op voorwaarde dat hij over de vervangingskaart voor

een verhuurvoertuig met bestuurder en de twee vervangingskentekens beschikt. Het stadsbestuur reikt

binnen de twee werkdagen na de aanvraag de vervangingskaart en de vervangingstekens uit.

Na afloop van de toegestane termijn levert de exploitant binnen twee werkdagen de vervangingskaarten voor

een verhuurvoertuig met bestuurder in bij het stadsbestuur.

Artikel 6. De vergunning is persoonlijk en onoverdraagbaar.

Artikel 7. §1. De duur van de vergunning is vijf jaar. De vergunning kan voor dezelfde duur hernieuwd

worden. Zij kan voor minder dan vijf jaar verleend of hernieuwd worden als bijzondere, in de vergunning of

hernieuwingsakte vermelde omstandigheden, die afwijking wettigen.

Artikel 8. Bij een met redenen omklede beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan de

vergunning ingetrokken of voor een bepaalde duur geschorst worden of kan de hernieuwing van de

vergunning voor alle of sommige voertuigen worden geweigerd wegens één van volgende redenen:

- indien de exploitant de bepalingen van de exploitatievoorwaarden, het decreet van 20 april 2001

en de uitvoeringsbesluiten ervan niet naleeft;

- indien de exploitant niet langer voldoet aan de voorwaarden inzake zedelijkheid,

beroepsbekwaamheid of solvabiliteit;

- indien de exploitant de, op hem van toepassing zijnde wetgeving in het kader van zijn

beroepsuitoefening, niet naleeft.

Artikel 9. Tegen de in artikel 8 genoemde beslissingen, of in voorkomend geval bij ontstentenis van beslissing

binnen drie maanden na het indienen van de aanvraag, kan beroep ingesteld worden bij de bestendige

deputatie van de provincie West-Vlaanderen die bij een met redenen omklede beslissing uitspraak doet

Page 165: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

165

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

binnen drie maanden na het ontvangen van het beroepsschrift.

Het beroep moet worden ingediend bij aangetekend schrijven binnen vijftien dagen na de betekening van de

beslissing tot weigering of binnen vijftien dagen na de datum waarop de termijn van drie maanden verstrijkt

die op de indiening van de aanvraag volgt.

Indien de bestendige deputatie geen beslissing genomen heeft binnen de gestelde termijn kan de aanvrager bij

aangetekend schrijven, vragen om binnen de dertig dagen na de verzending, een beslissing te nemen. Indien

binnen deze termijn de bestendige deputatie niet heeft beslist, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

Artikel 10. Indien de exploitant het aantal voertuigen, dat ingezet wordt gedurende de geldigheidsduur van de

vergunning, wenst te verhogen of te verlagen, wijzigt het College van Burgemeester en Schepenen op zijn

aanvraag en tot het aflopen van de vergunning, het aantal voertuigen dat in de vergunningsakte vermeld

wordt.

Artikel 11. De vergunning wordt afgegeven na een onderzoek omtrent de door de aanvrager gegeven

zedelijke waarborgen, zijn beroepsbekwaamheid en zijn solvabiliteit.

Artikel 12. Wanneer de vergunning aan een rechtspersoon wordt afgegeven, moet de zaakvoerder voldoen

aan de voorwaarden opgelegd aan een natuurlijk persoon om houder te worden van de vergunning, en dit

gedurende de hele duur van de exploitatie.

Artikel 13. Het aantal vergunningen en voertuigen voor een dienst van verhuurvoertuigen met bestuurder is

onbeperkt.

Afdeling 2 - Exploitatie

Artikel 14. De exploitant met een vergunning van een taxidienst, mag een taxi inzetten als dienst voor het

verhuren van voertuigen met bestuurder, mits toelating van het College van Burgemeester en Schepenen.

De taxi die ingezet wordt als dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder mag een taximeter

houden aan boord van het voertuig.

Artikel 15. De verhuring door de exploitant, onder welke vorm dan ook, van het voertuig(en) aan enigerlei

persoon die het voertuig(en) zelf bestuurt of laat besturen, is verboden.

Artikel 16. Elke verhuring geeft aanleiding tot een inschrijving in een register, dat gehouden wordt op de

zetel van de onderneming en waarin de datum en het uur van de bestelling voorkomen alsook het precieze

voorwerp van het verhuurcontract en de prijs ervan. Dit register dient gedurende vijf jaar vanaf de

ingebruikname ervan, op de zetel van de onderneming te worden bewaard.

Artikel 17. Het voertuig mag slechts ter beschikking gesteld worden van een welbepaalde natuurlijke of

rechtspersoon krachtens een schriftelijke overeenkomst naar het model vastgelegd door de Vlaamse regering

(zie bijlage 2 bij dit reglement) . Een exemplaar van de overeenkomst bevindt zich op de zetel van de

onderneming en een kopie aan boord van het voertuig wanneer de ondertekening van de overeenkomst

voorafgaat aan het instappen van de klant. In de andere gevallen bevindt de originele overeenkomst zich aan

boord van het voertuig.

De schriftelijke overeenkomst vermeldt in elk geval dat het voertuig ter beschikking gesteld wordt van de

natuurlijke persoon of rechtspersoon voor een duur van ten minste drie uren.

Page 166: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

166

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De overeenkomsten en de eventuele ontwerpovereenkomsten krijgen een doorlopende nummering. De

exploitanten bewaren gedurende vijf jaar alle overeenkomsten op de zetel van hun onderneming. Ze zijn

gehouden die te bewaren in de volgorde van hun nummering.

Artikel 18. Het voertuig mag zich noch op de openbare weg begeven noch erop stilstaan, indien het niet

vooraf op de zetel van de onderneming verhuurd is.

Artikel 19. Het huurcontract slaat enkel op het voertuig en niet op de zitplaatsen ervan.

Artikel 20. Elk voertuig dat in dienst is, heeft een kaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder aan boord.

In geval van verlies, diefstal of vernietiging van de kaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder wordt een

nieuwe kaart met vermelding “duplicaat” uitgereikt door de gemeente op vertoon van een attest van de

politie.

Artikel 21. Elk voertuig in dienst heeft leesbaar van buiten uit, twee geplastificeerde herkenningstekens aan

boord. Die worden in het voertuig aan de rechterzijde, bovenaan, aan de binnenkant van de voor- en

achterruit bevestigd. Bij een motorverhuurvoertuig wordt dat herkenningsteken leesbaar voor derden op het

voertuig aangebracht.

De aanvrager dient voor het verkrijgen van dit herkenningsteken de vergunning en een uittreksel uit het

handelsregister voor te leggen waaruit blijkt dat hij ingeschreven werd als exploitant van diensten voor het

verhuren van voertuigen met bestuurder. De kleur van het herkenningsteken is zwart met witte letters.

In geval van verlies, diefstal of vernietiging van het herkenningsteken wordt een nieuw herkenningsteken met

de vermelding “duplicaat” door de gemeente uitgereikt op vertoon van een attest van de politie.

Artikel 22. Kentekens die kenmerkend zijn voor als taxi ingezette voertuigen of die hieraan herinneren,

mogen noch in noch op het voertuig aangebracht worden.

Artikel 23. Het voertuig mag niet uitgerust zijn met een zend- of ontvangtoestel voor

radioverbinding, zoals bedoeld in artikel 1,4° van de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving

met uitzondering van de diensten die vergund zijn door het College (uitzondering voor de verhuurvoertuigen

met bestuurder die ingezet worden als taxidienst).

Artikel 24. De exploitanten mogen voor de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder geen

reclame maken onder de benaming “taxi” of onder een motto waarin aan dit woord wordt herinnerd.

Artikel 25. De dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder kan ook worden gebruikt door

bedrijven, reisbureaus, mutualiteiten, enz…. die met de exploitant een kaderovereenkomst afsluiten om hun

klanten, bezoekers, leden, enz…. te vervoeren. In dat geval kan het precieze voorwerp van het

verhuurcontract nog niet worden bepaald. Telkens wanneer de exploitant een opdracht krijgt in uitvoering

van deze kaderovereenkomst, moet dit worden ingeschreven in het register en moet er een overeenkomst

worden opgesteld (zie bijlage 2 bij dit reglement). Het precieze voorwerp van de verhuring moeten worden

opgenomen in de overeenkomst.

De essentiële voorwaarde blijft dat het voertuig ter beschikking wordt gesteld van de klant, dus het bedrijf,

het reisbureau, de mutualiteit, enz. … voor een duur van minimum drie uur.

Page 167: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

167

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

HOOFDSTUK 2. BELASTINGEN

Artikel 26. De afgeleverde vergunningen geven aanleiding tot een jaarlijkse en ondeelbare belasting, zoals

bepaald in het decreet betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van

de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon.

Artikel 27. De belastingen zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de

vergunning afgegeven werd. Ze zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de

vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning.

Artikel 28. De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de exploitatie met één of meer

voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de

intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden

dan ook.

Het indienen van een klacht heft de invorderbaarheid van de belasting niet op.

Artikel 29. De bedragen van de belastingen worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer

van de consumptieprijzen.

HOOFDSTUK 3. TARIEVEN

Artikel 30. Het College van Burgemeester en Schepenen stelt de tarieven vast op voorstel van de exploitant.

Als het voertuig wordt ingezet in opdracht van de VMM, past de exploitant van een dienst voor het verhuren

van voertuigen met bestuurder de tarieven toe van de Vlaamse Vervoermaatschappij in plaats van de tarieven

die de gemeente heeft bepaald.

HOOFDSTUK 4. STOPZETTING

Artikel 31. In geval van definitieve beëindiging van de dienst van verhuurvoertuigen met bestuurder brengt de

exploitant de gemeente daarvan onmiddellijk op de hoogte en levert hij de eerstvolgende werkdag de

vergunning, de herkenningstekens, de kaarten voor verhuurvoertuigen met bestuurder, de vervangingstekens

en de vervangingskaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder in bij de gemeente. De datum van de

effectieve stopzetting is de datum waarop de exploitant deze documenten en tekens ingeleverd heeft bij de

gemeente. Hiervan krijgt hij een ontvangstbewijs.

HOOFDSTUK 5. BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET VOERTUIG

Artikel 32

§1. Het voertuig moet het door het cliënteel vereiste comfort en accessoires bieden aan passagiers.

§2. Het voertuig moet periodiek geschouwd worden ten einde na te gaan of het nog voldoet aan alle

exploitatievoorwaarden.

Artikel 33. Bepalingen betreffende het vervangingsvoertuig

Op het ogenblik dat de vervangingsvoertuigen ingezet worden, moeten ze daarenboven aan de volgende

voorwaarden voldoen:

- onder de gewone herkenningstekens zijn de twee herkenningstekens bevestigd;

Page 168: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

168

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- de kaart voor een verhuurvoertuig met bestuurder en de vervangingskaart voor verhuurvoertuig

bevinden zich aan boord;

- de vervangingsvoertuigen zijn verzekerd als verhuurvoertuig met bestuurder op het moment van het

gebruik.

HOOFDSTUK 6.– STATISTISCHE GEGEVENS

Artikel 34. Iedere verhuurder van wagens met bestuurder dient de statistische gegevens betreffende zijn

onderneming waarnaar het stadsbestuur vraagt, te strekken indien deze hierom verzoekt.

De gegevens zijn vertrouwelijk en slechts bestemd voor statistische doeleinden betreffende het

personenvervoer.

De statistieken vermelden tenminste het aantal voertuigen en vergunningen en de tarieven.

HOOFDSTUK 7 – HET STATIONEREN

Artikel 35. De exploitant, die door het College van Burgemeester en Schepenen, ertoe gemachtigd wordt

een dienst voor het verhuren van voertuigen te exploiteren, mag de voertuigen, die niet in dienst zijn, slechts

laten stationeren op plaatsen die zich bevinden op het privé-terrein bestemd voor de exploitatie van een

dienst van bezoldigd vervoer van personen waarvan de exploitant van de dienst eigenaar is of erover beschikt

en zijnde de zetel van de exploitatie van de onderneming.

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) K. DEBUCK

(Goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 04 juni 2004)

Page 169: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

169

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 5: KERMISREGLEMENT

Page 170: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

170

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 171: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

171

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 5 : REGLEMENT INZAKE KERMISACTIVITEITEN OP OPENBARE

KERMISSEN (‘KERMISREGLEMENT’)

Gelet op

de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van

openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005 en wet van 20 juli 2006, meer bepaald de

artikelen 8 tot en met 10,

het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van

kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie meer bepaald de artikelen 8 tot en

met 24,

Het reglement inzake kermisactiviteiten op openbare kermissen wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd

in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 27 augustus 2007.

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 11 juni 2012 en dd. 16

december 2013 naar aanleiding van de invoering van Gemeentelijke Administratieve sancties en de wijziging

van de GAS-Wet.

REGLEMENT INZAKE KERMISACTIVITEITEN OP OPENBARE KERMISSEN

AFDELING 1

ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN EN AMBULANTE ACTIVITEITEN IN

KERMISGASTRONOMIE OP OPENBARE KERMISSEN

Artikel 1 Toepassingsgebied (wet art. 1 5°, art. 2 §2)

Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om,

op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van

kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.

Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de

verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen

van kermisgastronomie.

Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.

Artikel 2 Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)

Page 172: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

172

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare kermissen in:

- REKKEM - ‘Breughelkermis’ - derde zondag van juni (zaterdag, zondag en maandag)

- REKKEM - ‘Wijkkermis Het Paradijs’ - tweede weekend van oktober( zaterdag, zondag en maandag)

- LAUWE - ‘Mei-Kermis’ - eerste zondag van mei (zaterdag, zondag en maandag)

- LAUWE - ‘Oktober-Kermis’ - eerste zondag van oktober (zaterdag, zondag en maandag)

- MENEN- ‘Carnavalskermis’ - eerste weekend van maart (zaterdag, zondag en maandag)

- MENEN - ‘Sint-Janskermis’ - zondag van of na Sint Jan (24 juni)( zaterdag, zondag en maandag)

- MENEN - ‘Wieltjesfeest’ - eerste zaterdag van september (vrijdagnamiddag en zaterdag)

- MENEN - ‘Wijkkermis De Barakken’ – Pinksterenweekend (zaterdag, zondag en maandag)

- MENEN- Wijkkermis Ons Dorp’- 15 augustus- weekend (voor of na 15 augustus inbegrepen)

De gemeenteraad geeft volmacht aan het College van Burgemeester en Schepenen om het plan van de

standplaatsen voor de kermis te bepalen.

De standplaatsen ingenomen door de foorinrichtingen en kermiskramen ter gelegenheid van voornoemde

kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.

Artikel 3 Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10 § 1 en KB art. 4

§2 en art. 10)

De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen:

§1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:

- houder zijn van een “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor eigen rekening;

- aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur

houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”.

Bijkomende voorwaarden:

de uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke

aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s

wanneer het een kermisattractie met voortbeweging van personen, aangedreven door een

niet-menselijke energiebron betreft, de atrractie voldoet aan de bepalingen van artikel 10 van

het KB van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen

het bewijs dat de uitbating van de kermisattractie met dieren voldoet aan de reglementaire

voorschriften betreffende deze materie

het bewijs dat de vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel en de personen die

er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire voorwaarden inzake volksgezondheid

§2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel:

Page 173: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

173

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- houder zijn van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”voor eigen rekening;

- aan rechtspersonen door tussenkomst van de persoon verantwoordelijk voor hun dagelijks bestuur

houder van de “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”.

Bijkomende voorwaarden:

- de uitbater dient behoorlijk gedekt te zijn door verzekeringspolissen inzake burgerlijke

aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s;

- het bewijs dat de vestiging en de personen die er werkzaam zijn voldoen aan de reglementaire

voorwaarden inzake volksgezondheid.

§3 Er wordt zoveel mogelijk naar gestreefd om slechts één inrichting van dezelfde soort op een marktplein

of straatgroep bij wijkkermissen op te stellen, teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen.

Bij gelijk aanbod voor dezelfde inrichting en kermis, wordt de plaats toegekend aan de kermisreiziger die in

de voorafgaande 5 jaar het meest een standplaats heeft bekomen.

Over de gelijkaardigheid van de inrichtingen oordeelt enkel het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 4 Verhouding abonnement – losse plaatsen (KB art. 8, 9 § 1)

De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij

per abonnement. Het abonnement is de regel.

De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:

- in geval van absolute noodzaak;

- wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis (bijvoorbeeld

introductie van nieuwe attracties).

De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een

abonnementsplaats heeft verkregen gedurende drie opeenvolgende jaren.

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door

de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij

de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting

van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe

overnemer is geworden van de standplaats.

Artikel 5 Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen (KB art. 13)

5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats (KB art. 13 en 14)

Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de burgemeester of zijn afgevaardigde deze vacature bekend maken

door publicatie van een kennisgeving.

Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht via de website (www.menen.be) en/of via de

lokale pers.

Page 174: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

174

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De kandidaturen worden ingediend volgens de voorschriften 1 en binnen de termijn voorzien in de

kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

5.2. Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)

Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake

toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.

De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria :

a) de aard van de attractie of van de vestiging;

b) de technische specificaties van de attractie of van de vestiging;

c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;

d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;

e) de deskundigheid van de uitbater, van de « aangestelde - verantwoordelijken » en van het tewerkgesteld

personeel;

f) desgevallend, de nuttige ervaring;

g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.

Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de

gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.

5.3. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats

(KB art. 15 § 5)

De gemeente deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet

weerhouden kandidaat de beslissing die hem aanbelangt mee:

- hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;

- hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;

- hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.

1 De wijze van indiening wordt nader bepaald in art 14, eerste lid van het KB van 24 september 2006

Page 175: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

175

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 6. Het register of plan van de toegewezen standplaatsen

(KB art. 16)

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats vermeld staat:

a) de situering van de standplaats;

b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats;

c) de duur van het gebruiksrecht of het abonnement;

d) de naam, voornaam, adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats

toegewezen werd;

e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en

het adres van haar maatschappelijke zetel;

f) het ondernemingsnummer;

g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten

is;

h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;

i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de overdracht.

Artikel 7 Spoedprocedure (KB artikel 17)

Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,

- hetzij omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure (cf. artikel 6 van dit

reglement),

- hetzij omdat ze dit in die tussentijd zijn geworden,

- hetzij tengevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder,

kan er worden voorzien in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:

1° de gemeente raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot

verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;

2° de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij schriftelijk

tegen ontvangstbewijs;

3° de gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen;

4° hij stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeld die hun

kandidatuur hebben ingediend;

5° indien meerdere kandidaten naar eenzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie

van zijn keuze aan;

6° hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij

persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (bijv. fax of e-mail) met

ontvangstmelding, de beslissing mede die hem aanbelangt.

Page 176: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

176

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op

basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen aan het plan van de kermis, voor zover deze

beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de

toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.

De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het eerstvolgende college van

burgemeester en schepenen.

Artikel 8 Duur abonnement (KB Art. 12, §1 en 2)

1° Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.

Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bedoeld bij het opschorten (cfr. artikel 10

van dit reglement) of het afstand doen van het abonnement (cfr. artikel 11 van dit reglement).

2° De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur

verkrijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de

loopbaan.

Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van het college

van burgemeester en schepenen.

3° De prijs van de standplaats wordt door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld, op basis

van een eenheidsprijs per lopende meter.

Artikel 9 Opschorten abonnement (KB art. 12 § 3)

De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:

1° hij tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:

-door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest,

-door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De opschorting gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt op op het einde van

de kermis.

Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis

hernieuwd worden.

2° hij over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.

De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis.

Zij mag geen drie opeenvolgende jaren overschrijden.

De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst

voortkomen.

De vraag tot opschorting dient te gebeuren:

-hetzij bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;

-hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;

-hetzij per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.

Page 177: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

177

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 10 Afstand van het abonnement (KB art. 12 §4)

De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:

- bij de vervaldag van het abonnement, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden;

- bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van tenminste drie maanden.

- indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in

artikel 10 1° van dit reglement. De opzegging gaat in onmiddellijk na de bekendmaking van de

ongeschiktheid.

- De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven. De

beslissing om gevolg aan deze aanvraag te geven hangt af van de beoordeling van de burgemeester, zijn

afgevaardigde of de concessionaris.

- De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij

zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

Artikel 11 Schorsing en opzegging van het abonnement (KB art. 12 § 6)

De gemeente kan het abonnement intrekken of opschorten:

1° hetzij omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende

de uitoefening van kermisactiviteiten of aan deze die van toepassing zijn op de betrokken attractie of

vestiging;

2° hetzij omdat de titularis van de standplaats niet of niet tijdig betaalt.

3° hetzij omdat de titularis van de standplaats zonder geldige reden van de kermis wegblijft;

4° hetzij bij wijziging van de uitbating in strijd met de modaliteiten van de standplaatsen;

5° hetzij bij het herhaaldelijk niet naleven van de onderrichtingen van de plaatsmeester.

De beslissing tot schorsing wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op

een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

De opschorting bedraagt minstens 2 jaar.

Artikel 12 Overdracht standplaats (KB artikel 18)

De overdracht van een standplaats is toegelaten wanneer:

1/ de houder van een standplaats op een openbare kermis de uitbating van zijn attractie(s) of zijn

vestiging(en) stopzet;

2/ de houder van een standplaats overlijdt. Zijn rechthebbenden kunnen zijn standplaats overlaten.

In beide gevallen is overdracht slechts mogelijk op voorwaarde dat

- de overnemer(s) de attractie(s) of vestiging(en) uitgebaat op de overgedragen standplaatsen overneemt;

- de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot het toewijzen van een standplaats op de kermis (cf. artikel 4

van dit reglement).

- de gemeente vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht.

Page 178: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

178

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 13 Inname standplaatsen (KB art. 11)

- De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel

kunnen ingenomen worden door :

1) de personen aan wie standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement) houders “machtiging als

werkgever in kermisactiviteiten””

2) de verantwoordelijke van het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is

toegewezen, houder van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten”

3) de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de

standplaats werd toegewezen, houders van de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de

uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening

4) de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houders van

de “machtiging als werkgever in kermisactiviteiten” voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen

rekening

5) de personen die beschikken over de “machtiging als aangestelde-verantwoordelijke in kermisactiviteiten”

die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1) tot en met 4)

5) aangestelden die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de personen bedoeld in 1)

tot en met 4) onder het gezag en in aanwezigheid van deze of van een persoon bedoeld in 5)

De personen bedoeld in 2) tot en met 5) kunnen deze standplaatsen innemen voor zover hun machtiging

geldig is voor de attractie of vestiging die erop uitgebaat worden.

Zij kunnen deze standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van

wie ze werden toegewezen.

- De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel

kunnen ingenomen worden door :

1) de personen aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement) houders “machtiging als

werkgever in ambulante activiteiten””

2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is

toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”

3)) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder

van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

4) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de

standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een

ambulante activiteit voor eigen rekening;

Page 179: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

179

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

5) door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als

aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon

of rechtspersoon bedoeld in 1) tot en met 4)

6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten2 in een

vestiging kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder

van de “machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante

activiteiten als aangestelde A of B”

De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de

personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.

AFDELING 2

ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN

OPENBARE KERMISSEN

Artikel 14 Toepassingsgebied

Op aanvraag van een kermisuitbater

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein

buiten de openbare kermissen om een kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan

tafel uit te baten dient dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente.

Deze aanvraag dient te gebeuren via standaardformulier (bijlage).

Vanuit de gemeente

Wanneer de gemeente een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure

zoals omschreven in artikel 5 van Afdeling 1 van dit reglement gevolgd.

Artikel 15 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 4) en innemen

van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra Afdeling 1 artikel 13) kunnen standplaatsen op het

openbaar domein verkrijgen en innemen.

Artikel 16 Duur machtiging (KB art. 22)

De machtiging wordt door de gemeente toegekend

- hetzij voor een bepaalde periode;

- hetzij per abonnement.

2 KB art. 2, §3

Page 180: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

180

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Een abonnement kan toegekend worden van zodra de kermisuitbater een zelfde standplaats heeft verkregen

gedurende drie opeenvolgende jaren.

Voor de berekening van de termijn, worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door

de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij

de overname.

De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting

van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe

overnemer is geworden van de standplaats.

AFDELING 3

BIJKOMENDE BEPALINGEN INZAKE DE ORGANISATIE VAN KERMISACTIVITEITEN OP

HET OPENBAAR DOMEIN

Artikel 17

Alleen kermiswagens op het plan aangeduid zijn toegelaten. Voor zover als de beschikbare plaats het

mogelijk maakt, wordt één woonwagen voorzien bij iedere inrichting.

De plaatsmeester duidt eveneens de plaats aan voor de wagens welke niet bij de inrichting zelf kunnen

geplaatst worden.

Artikel 18

De aansluiting op het elektriciteitsnet en het wegnemen van de aansluiting vallen ten laste van en onder

verantwoordelijkheid van de uitbater.

In geval van stroomonderbreking, hetzij wegens beperking van verbruik, hetzij wegens defect aan de

stroomvoorziening, kan geen vermindering van standgeld toegekend.

Artikel 19

De uitbaters moeten hun geluidsversterking zodanig afstemmen dat zij de uitbating van hun collega’s of van

hun handelsinrichting niet storen.

Het is verboden sirenes of andere storende geluidsvoortbrengende toestellen die de normale hinder

overschrijden te gebruiken.

Artikel 20

De kermisreizigers mogen hun wagens en inrichting slechts plaatsen vanaf de woensdag voor de kermis om

20.00 uur. De kermispleinen moeten volledig ontruimd zijn, de dinsdagavond na de kermis om 20.00 uur.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan deze tijdstippen verlengen. Op de grote kermissen mag

gedurende de kermis zelf, dit is van zaterdagmorgen tot maandagavond, niets afgebroken en weggenomen

worden.

De kermissen worden niet verlengd tot een tweede zondag.

Page 181: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

181

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 21

Het Stadsbestuur is geenszins verantwoordelijk voor eender welke schade of ongevallen veroorzaakt door

de uitbaters, hun inrichting of hun personeel, ten opzichte van klanten of voorbijgangers.

Artikel 22

De personen belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het

openbaar domein, hiertoe aangesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde zijn gemachtigd om de

documenten vermeld in Afdeling 1, artikel 3 van dit reglement te controleren .

AFDELING 4 Inwerkingtreding (wet, art 10§2)

Artikel 23

Huidig reglement vervangt het gemeentelijk reglement betreffende het toekennen aan kermisinrichtingen van

staanplaatsen op het openbaar domein.

Huidig kermisreglement vervangt alle hiermee strijdige bepalingen van het geldend politiereglement inzake

kermissen (artikelen 6.31. tot 6.3.9)

Artikel 24

Dit reglement wordt binnen de maand na de aanneming ervan gestuurd naar de minister van Middenstand en

treedt in werking op 1 oktober 2007.

Artikel 25

Onverminderd de strafbepalingen, voorzien door andere wettelijke beschikkingen, worden de inbreuken op

dit reglement bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), overeenkomstig de Wet van 24

juni 2013 (GAS-wet).

.

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) G. BOSSUYT

(zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 27.08.2007)

Page 182: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

182

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 183: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

183

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 6: MARKTREGLEMENT

Page 184: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

184

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 185: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

185

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 6: REGLEMENT INZAKE AMBULANTE HANDEL EN OPENBARE

MARKTEN (‘MARKTREGLEMENT’)

Gelet op

de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van

openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005 en wet van 20 juli 2006, meer bepaald de

artikelen 8 tot en met 10,

het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante

activiteiten, meer bepaald de artikelen 23 tot en met 44,

Het reglement inzake ambulante handel en openbare markten wordt als volgt voorlopig vastgesteld en

goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 25 maart 2013.

REGLEMENT INZAKE AMBULANTE HANDEL EN OPENBARE MARKTEN

AFDELING 1 ORGANISATIE VAN AMBULANTE ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE

MARKTEN

Artikel 1 Gegevens van openbare markten (wet art. 8 §2)

De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in:

a) Iedere zaterdag openbare markt in de deelgemeente Menen op de Grote Markt van 08.00u tot 12.00u

(specialisatie : gemengd)

Wanneer de marktdag valt op een wettelijke feestdag, kan de wekelijkse markt gehouden worden daags

voordien.

b)Iedere zondag openbare markt in de deelgemeente Lauwe op het Marktplein van 08.00u tot 12u

(specialisatie : gemengd)

De gemeenteraad vertrouwt aan het College van Burgemeester en Schepenen de bevoegdheid toe om de

markten in te delen en wijzigingen op te nemen.

Het schepencollege bepaalt het plan van de standplaatsen.

Indien daartoe aanleiding zou bestaan, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen de

openbare markten op een andere plaats of tijdstip te organiseren.

De beslissingen van het college zullen worden bekend gemaakt door middel van een bericht aangeplakt aan

het gemeentelijk infobord en via de website (www.menen.be ).

Page 186: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

186

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 2 Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet art. 8 §2, art. 10 §1 en KB art. 25)

Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan :

o de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen houders van een

“machtiging als werkgever”

o rechtspersonen die dezelfde activiteit uitoefenen. De standplaatsen worden toegekend door

tussenkomst van een persoon verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de vennootschap die

houder is van de “machtiging als werkgever”

De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken van

verkoopsacties zonder commercieel karakter, hiervoor toegelaten overeenkomstig artikel 7 van voornoemd

KB van 24 september 2006 . De verantwoordelijke van de actie vraagt via een uniform formulier de toelating

hiertoe aan de burgemeester. Afschrift van de aanvraag en toelating wordt overgemaakt aan de

marktverantwoordelijke, ter nuttige inlichting.

Verkoopsacties zonder commercieel karakter verkrijgen een standplaats buiten het marktplan.

Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt

tot 2.

Artikel 3 Verhouding abonnementen – losse plaatsen (KB art. 24 §1)

De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:

o hetzij per abonnement (maximum 95 % van het totaal aantal standplaatsen)

o hetzij van dag tot dag (minimum 5 % van het totaal aantal standplaatsen)

Bij de standplaatsen die per abonnement worden toegewezen , wordt voorrang gegeven aan de

standwerkers3 tot 5 % van het totaal aantal standplaatsen op de markt.

Artikel 4 Toewijzingsregels losse plaatsen (KB art 27)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt in chronologische volgorde van aankomst, onder toezicht van de

door het college van burgemeester en schepenen aangestelde ambtenaar (marktleider).

De houder van de machtiging als werkgever moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn.

Bij gelijktijdige aankomst gebeurt de toewijzing van de losse plaatsen via loting.

Het College van burgemeester en schepenen kan beslissen de verantwoordelijken van verkoopsacties

zonder commercieel karakter voorrang te geven om verkopen op de markt te realiseren.

De marktleider wijst hen in dit geval een plaats toe binnen of buiten de standplaatsen van het marktplan,

naargelang de instructies van de marktleider.

Artikel 5 Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten

5.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 en 30)

3 KB artikel 24 §1, tweede lid: Wordt als standwerker beschouwd, de persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat uit de verkoop,

op verschillende markten, van producten of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het gebruik uitlegt, door middel van

argumenten en/of demonstraties gericht op een betere bekendheid bij het publiek en zodoende de verkoop ervan te promoten.

Page 187: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

187

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt ,zal deze vacature bekend

gemaakt worden door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een

bericht aangeplakt aan het gemeentelijk infobord, via de website (www.menen.be ) en via de

marktcommissie van de gemeente.

De kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip.

De kandidaturen worden ingediend hetzij bij brief neergelegd tegen ontvangstbewijs hetzij bij ter post

aangetekend schrijven, hetzij op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs gericht aan de gemeente en

binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature . Kandidaturen vermelden de inlichtingen

gevraagd in de kennisgeving. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.

5.2. Register van de kandidaturen (KB art. 31)

Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst chronologisch bijgehouden in een register.

Overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register

steeds geraadpleegd worden.

De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur. Om de

twee jaar zullen kandidaten opgenomen in het register de vraag krijgen om hun kandidatuur te bevestigen en

dus in het register opgenomen te blijven.

5.3. Volgorde van toekenning van de standplaatsen (KB art 29)

Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement worden met het oog op de toekenning ervan, de

kandidaturen als volgt geklasseerd in het register

rekening houdend met de eventuele specialisatie :

-aan standwerkers voor zover ze 5% van het totaal aantal standplaatsen niet bereiken

-en dan volgens de kandidaturen bij voorrang van volgende categorieën:

a) personen die een standplaats vragen als gevolg van de opheffing ervan die ze op één van de markten van de

gemeente innamen of aan wie de gemeente een vooropzeg heeft gegeven omwille van definitieve opheffing

van de markt of een deel van de standplaatsen ;

b) personen die een wijziging van hun standplaats vragen;

c) personen die een uitbreiding van hun standplaats vragen;

d) de externe kandidaten.

-en dan binnen elke categorie, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie,

en tenslotte volgens datum.

Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden,

wordt als volgt voorrang gegeven :

a)voorrang wordt gegeven (uitgezonderd de categorie externe kandidaten) aan de aanvrager die de hoogste

anciënniteit op de markten van de gemeente heeft; wanneer de anciënniteit niet kan vergeleken worden,

wordt de voorrang bepaald bij loting;

b)voor de externe kandidaten wordt de voorrang bepaald bij loting.

Van de in het eerste lid gestelde volgorde van toekenning kan worden afgeweken :

1. wanneer het soort door de betrokken handelaar te koop aangeboden producten niet past in het marktplan

dat door het College van Burgemeester en Schepenen wordt vastgesteld;

Page 188: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

188

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

2. om een overaanbod van gelijkaardige producten te voorkomen;

3. wanneer rekening moet gehouden met het criterium “grootte van het kraam” met het oog op het

vermijden van organisatorische problemen bij de toewijzing van marktplaatsen (d.i. wanneer de oppervlakte

van de aangevraagde stand deze van de standplaats overschrijdt).

In dit geval wordt vooraf de marktkramer de gelegenheid geboden te kiezen : ofwel voor de slechts

beschikbare marktruimte ofwel om zijn vroegere rangschikking op de chronologische lijst van het register

der kandidaturen te behouden.

5.4. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen (KB art. 33)

De toewijzing van de standplaats wordt bekend gemaakt aan de aanvrager :

- bij een ter post aangetekend schrijven;

-of door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs;

-of bij elektronische post met ontvangstbewijs.

o Wanneer de marktkramer de standplaats niet wenst in te nemen of niet inneemt binnen de door het

College van Burgemeester en Schepenen gestelde termijn, heeft deze weigering automatisch het verlies van

de inschrijving in het register der kandidaturen tot gevolg.

5.5. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34)

Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld

staat:

o de naam, voornaam, het adres van de persoon aan wie of door wiens tussenkomst de

standplaats werd toegekend;

o in voorkomend geval, de handelsnaam van de rechtspersoon aan wie de standplaats

toegekend werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;

o de machtiging

o het ondernemingsnummer;

o de producten en/of diensten die te koop aangeboden worden;

o in voorkomend geval, de hoedanigheid van standwerker;

o de datum van de toewijzing van de standplaats en de duur van het gebruiksrecht;

o indien de activiteit seizoensgebonden is, de periode van activiteit;

o de prijs van de standplaats, behalve indien deze op een uniforme wijze is vastgelegd

o desgevallend, de naam en het adres van de overlater en de datum van de overdracht.

Overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register

steeds geraadpleegd worden.

o Buiten de identiteit van de houder van de standplaats of van de persoon door wiens tussenkomst de

standplaats werd toegekend mag het plan of het register verwijzen naar een bestand dat de andere

inlichtingen overneemt.

5.6 Betaling plaatsrechten

De vergoeding voor staangeld is zoals bepaald in het belastingsreglement op staangeld op de wekelijkse

markten .

Page 189: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

189

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- De houders van een standplaats toegewezen per abonnement ontvangen via de post het verzoek hun

bijdragen te hernieuwen tegen uiterlijk de laatste dag van de maand, voorafgaand aan het semester

waarop hun abonnement betrekking heeft en dit door storting op rekening van het stadsbestuur

Menen of door betaling aan de stadskas welke daarbij een ontvangstbewijs aflevert.

- Diegene die de losse standplaats krijgt toegewezen, betaalt de vergoeding voor staangeld

rechtstreeks en ter plaatse aan de marktleider tegen afgifte van een ontvangstbewijs

- Occasionele verkopers zonder commercieel karakter, aan wie een standplaats buiten het marktplan

werd toegewezen, betalen het staangeld eveneens rechtstreeks en ter plaatse aan de marktleider

tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Artikel 6 Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten op openbare markt

(KB art. 21)

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op de openbare markt, dient zich te identificeren aan de

hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit

aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelden aangebracht worden

waneer deze alleen werken.

Het bord bevat volgende vermeldingen:

1° hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon

voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de

naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor

wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

2° de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

3° al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de

onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;

4° het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt,

indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

Artikel 7 Duur abonnement (KB Art. 32)

De abonnementen worden toegekend voor de duur van 12 maanden telkens ingaand op 1 januari van het

desbetreffende jaar en eindigend op 31 december van datzelfde jaar. Abonnementen die tussen deze data

worden toegekend, krijgen in eerste instantie de duur van het aantal resterende kalendermaanden. Na deze

periode wordt overgeschakeld op een duur van 12 maanden.

Na verloop van deze termijn worden zij stilzwijgend verlengd behoudens anders bepaald door de aanvrager

(cf. artikel 8 en 9 van onderhavig marktreglement) en behoudens intrekking (bij aangetekend schrijven of

duurzame drager tegen ontvangstbewijs) door het gemeentebestuur in de gevallen bepaald in artikel 10 van

onderhavig marktreglement.

Page 190: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

190

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 8 Opschorting abonnement (KB Art. 32)

De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste

een maand wanneer hij ongeschikt is zijn activiteit uit te oefenen:

o door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest

o door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.

De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de ongeschiktheid en

houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de

opschorting krijgt de geabonneerde zijn standplaats terug. De opschorting impliceert de opschorting van de

wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.

Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse plaats.

De aanvragen van opschorting en herneming van een abonnement worden betekend volgens één van de

vermelde modaliteiten:

o bij per post aangetekend schrijven

o overhandiging tegen ontvangstbewijs

o op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

Ingeval van opschorting van het abonnement van minstens 1 maand kan terugbetaling van het

abonnementsgeld gebeuren, overeenkomstig hogervermelde schorsingsvoorwaarden.

Artikel 9 Afstand van het abonnement (KB art. 32)

De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement

o op ieder ogenblik mits een opzegtermijn van ten minste 30 dagen

o indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in

artikel 8 van dit reglement. In dit geval is geen vooropzeg nodig.

De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent kunnen bij zijn

overlijden, zonder vooropzeg afstand doen van het abonnement waarvan hij de houder was.

De opzegging van een abonnement wordt betekend volgens één van de vermelde modaliteiten:

o bij ter post aangetekend schrijven

o overhandiging tegen ontvangstbewijs

o op een duurzame drager (fax, email) tegen ontvangstbewijs

Artikel 10 Schorsing en opzegging van abonnement ( KB art 32 laatste lid)

Het abonnement kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst of ingetrokken worden in

volgende gevallen:

- bij niet of niet tijdige betaling van standplaatsvergoeding.

- bij afwezigheid gedurende vier opeenvolgende weken zonder de marktleider vooraf of tijdens zijn eerste

week van afwezigheid ervan op de hoogte te stellen.

- bij overdracht van een abonnement aan een derde zonder te voldoen aan voorwaarden bepaald in artikel

14 van onderhavig gemeentelijk reglement

Page 191: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

191

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

- wanneer andere waren of diensten verkocht worden dan diegene vermeld op zijn abonnement

- wanneer betrokkenen niet langer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante

activiteiten

- wanneer na een schriftelijke aanmaning, de abonnementshouder de goede gang van zaken blijft storen en

tegen het marktreglement blijft handelen en de richtlijnen van de marktleider blijft negeren.

De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven of op een

duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

Artikel 11 Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)

Wanneer de manifestatie of een deel van de standplaatsen definitief worden opgeheven, geldt een termijn van

vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van één jaar. Deze personen krijgen

voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement .

Artikel 12 Seizoensgebonden ambulante activiteiten(KB art. 37)

Een seizoensgebonden activiteit is in het algemeen een activiteit die betrekking heeft op producten of

diensten die wegens hun aard of traditie slechts gedurende een periode van het jaar verkocht worden.

De abonnementen die toegekend worden voor de verkoop van hoger vernoemde activiteiten worden

geschorst gedurende de periode van non-activiteit.

Gedurende de periode van non-activiteit kunnen deze standplaatsen toegewezen worden als losse

standplaatsen.

Artikel 13 Inname standplaatsen (KB art. 26)

De standplaatsen op de openbare markt kunnen ingenomen worden door:

a) a.1) de natuurlijke personen die voor eigen rekening een ambulante activiteit uitoefenen houders van

een “machtiging als werkgever”, aan wie een standplaats is toegewezen

a.2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is

toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever”

b) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder

van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;

c) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de

standplaats werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een

ambulante activiteit voor eigen rekening;

d) de standwerker, houder van een “machtiging als werkgever” aan wie het tijdelijk gebruikrecht van de

standplaats werd onderverhuurd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 36 van voornoemd KB van 24

september 2006 alsook aan de standwerker, houder van een “machtiging als aangestelde A en B” voor de

uitoefening van een ambulante activiteit voor rekening of in dienst van de persoon aan wie de standplaats

werd toegewezen of onderverhuurd;

e) door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als

aangestelde B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon

of rechtspersoon bedoeld in a) tot c)

f) De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties

bedoeld in artikel 7 van voornoemd KB van 24 september 2006, kunnen een standplaats innemen,

Page 192: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

192

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de

aanwezigheid van deze.

De personen opgesomd in a)2) tot e) kunnen de standplaatsen innemen, toegewezen of onderverhuurd aan

de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst zij de activiteit uitoefenen,

buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats werd toegewezen of

onderverhuurd.

Artikel 14 Overdracht standplaats (KB art. 35)

14.1. De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

1° wanneer de houder van de standplaats(en) zijn ambulante activiteiten als natuurlijk persoon stopzet of

overlijdt of wanneer de rechtspersoon haar ambulante activiteiten stopzet. Bij stopzetting bezorgt de

overlater of zijn rechthebbenden een document als bewijs van schrapping van zijn ambulante activiteit in de

Kruispuntbank van Ondernemingen.

2° en indien de overnemer(s) houder(s) zijn van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten

als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzetten op elke overgedragen standplaats. Een

eventuele wijziging van de specialisatie dient aangevraagd te worden per aangetekend schrijven bij het college

van burgemeester en schepenen. In beide gevallen (behoud specialisatie of toegelaten wijziging van

specialisatie) dient de overnemer over de gepaste machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten te

beschikken.

3 ° De onderneming van de overnemer mag door de overname over niet meer dan 2 standplaatsen

beschikken (cf. art. 2)

14.2. In afwijking van 14.1. wordt de overdracht van standplaatsen toegelaten tussen

o echtgenoten bij feitelijke scheiding,

o echtgenoten bij scheiding van tafel en bed en van goederen

o echtgenoten bij echtscheiding

o wettelijk samenwonenden bij stopzetting van de wettelijke samenwoning

op voorwaarde dat

o de overlater of de overnemer aan de gemeente een document voorlegt als bewijs van de vermelde

toestand in 14.2.

o de overnemer voldoet aan de voorwaarden vermeld in 14.1 2° en 3°

De overdracht is geldig voor de resterende geldigheidsduur van het abonnement van de overlater. Ingeval

van overdracht wordt het abonnement eveneens stilzwijgend vernieuwd.

Artikel 15 Onderverhuur standwerkers (KB Art. 36)

De standwerkers, die een abonnement voor een standplaats verkregen hebben, kunnen hun tijdelijk

gebruiksrecht op deze standplaats onderverhuren aan andere standwerkers namelijk:

-rechtstreeks aan een andere standwerker;

-via een vereniging om die voor alle standwerkers zonder discriminatie openstaat.

Al naargelang, deelt de standwerker of de vereniging de lijst van standwerkers mee, aan wie het tijdelijk

gebruiksrecht van de standplaats werd onderverhuurd.

Page 193: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

193

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De prijs van de onderverhuring mag niet hoger zijn dan het deel van de abonnementprijs voor de duur van

de onderverhuring.

AFDELING 2

ORGANISATIE VAN AMBULANTE ACTIVITEITEN OP HET OPENBAAR DOMEIN BUITEN

DE OPENBARE MARKTEN

Artikel 16. Toepassingsgebied (KB art. 43)

De plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn niet vooraf bepaald)

Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein

buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen dient dit voorafgaand schriftelijk aan te

vragen bij de gemeente.

Artikel 17 Voorafgaande machtiging

1. Aanvraag machtiging

Om een standplaats in te nemen zoals vermeld in artikel 16 moet voldaan zijn aan de voorwaarden vermeld

in artikel 2 en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging dient voorafgaand aan het

uitoefenen van de ambulante activiteit schriftelijk aangevraagd te worden bij het college van burgemeester en

schepenen, bij gewone brief.

2. Beslissing machtiging

In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld

o de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

o de plaats

o de datum en duur van de verkoop

De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen:

- redenen van openbare orde

- redenen van volksgezondheid

- bescherming van de consument

- activiteit kan het bestaand commercieel aanbod in gevaar brengen

De gemeente zal deze reden(-en) motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager

en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.

Artikel 18 Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen

De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cfr. artikel 2) en innemen van de

standplaatsen op de openbare markt (cfr. artikel 13) kunnen standplaatsen op het openbaar domein

verkrijgen en innemen.

Artikel 19 Toewijzingsregels losse standplaatsen (KB art. 42 §2)

De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanvragen en desgevallend

in functie van de gevraagde plaats en specialisatie.

Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de

toewijzing via loting.

Page 194: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

194

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 20 Toewijzingsregels per abonnement

Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten. Voorwaarden inzake melding van vacature (cf.

supra artikel 5.1) gelden niet.

Artikel 21 Identificatievereiste bij uitoefenen ambulante activiteiten ( KB art 21)

Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op het openbaar domein, dient zich te identificeren aan

de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig, indien hij de activiteit

aan het kraam of het voertuig uitoefent. Het bord moet eveneens door de aangestelde aangebracht worden

wanneer deze alleen werken.

Het bord bevat volgende vermeldingen:

1° hetzij de naam, de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon

voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend; hetzij de

naam, de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor

wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend;

2° de firmanaam en/of de benaming van de onderneming;

3° al naargelang het geval, de gemeente van haar maatschappelijke zetel of van de uitbatingszetel; en indien de

onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt;

4° het inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (of een identificatie die deze vervangt,

indien het om een buitenlands bedrijf gaat).

AFDELING 3

Artikel 21

Marktleider

De marktleiding voor de openbare markt zal toevertrouwd worden aan één of meerdere personen die door

het College van burgemeester en schepenen worden aangesteld.

De marktleider(s) maken deel uit van de marktcommissie.

De richtlijnen van de marktleider(s) moeten strikt opgevolgd worden, zoniet kan conform art. 10 het recht

op een standplaats ingetrokken of geschorst worden voor een marktkramer met abonnement of kan een

losse marktkramer een plaats geweigerd worden, of kan dit aanleiding geven tot het opleggen van een

gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) in toepassing van de Algemene politieverordening (cfr infra

artikel 25).

Eventuele klachten dienen schriftelijk worden overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen.

Page 195: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

195

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 22

Bevoegdheid marktleider (KB art. 44)

- De marktleider is bevoegd om de machtigingen en identiteit van de personen die een ambulante

activiteit uitoefenen, te controleren. Hij is eveneens bevoegd om alle bijhorende documentennodig

om de betrokken ambulante activiteit uit te oefenen, na te zien. (vergunningen FAVV,

arbeidsovereenkomsten enz…)

- De aanduiding van de standplaatsen ter plaatse gebeurt door de gemachtigde ambtenaar die werd

aangewezen door het College van Burgemeester en Schepenen, zijnde de marktleider.

- In geval van betwisting beslist het College van Burgemeester en Schepenen, zonder verhaal, zo nodig

na advies van de marktcommissie (indien deze werd opgericht) en/of de marktleider .

- De markleider zorgt voor de plaatsing van toevallige marktkramers (losse standplaatsen) of de

plaatsing van de occasionelen. De marktkramer die zich niet houdt aan de onderrichtingen of

aanwijzingen van de marktleider, kan door deze verplicht worden de marktplaats met zijn stand of

inrichting te verlaten.

Artikel 23

Marktcommissie

Het College van burgemeester en schepenen kan , indien zulks nodig wordt geacht, een marktcommissie

oprichten.

Deze marktcommissie zal dan samengesteld zijn als volgt :

- De burgemeester of zijn afgevaardigde schepen van middenstand en handel, die voorzitter is van de

marktcommissie

- Een ambtenaar vanuit de dienst Lokale economie

- De marktleiders, door het College van burgemeester en schepenen aangesteld

- Max.4 afgevaardigden van de marktkramers;

- Een vertegenwoordiger van de lokale politie PZ Grensleie

De marktcommissie vergadert telkens wanneer dit nodig blijkt . Ze kan worden bijeengeroepen door

- Het College van burgemeester en schepenen

- De meerderheid van de leden

- De voorzitter

De marktcommissie brengt advies uit bij het College van burgemeester en schepenen. Zij maakt tevens

voorstellen.

De beslissing inzake elke marktaangelegenheid behoort, voor zover het de uitvoering betreft van dit

marktreglement, tot de bevoegdheid van het College van burgemeester en schepenen.

Artikel 24

Opstellen en ontruimen

Het opstellen van de kramen mag pas aanvangen om 06.00 uur ’s morgens op de marktdag zelf en moet

voltooid zijn tegen 08.30u.

De ontruiming mag niet beginnen voor 11.30u en moet tegen uiterlijk 13.00 u voltooid zijn.

Page 196: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

196

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De markt kan niet worden verlaten voor 12.00 uur.

Handelaars met abonnement moeten tegen 08.00u aanwezig zijn, zoniet komt hun plaats ter beschikking als

losse standplaats, zonder recht op enige schadevergoeding.

Wanneer conform art. 1 de wekelijkse markt op een ander tijdstip of plaats wordt ingericht, bepaalt het

college van burgemeester en schepenen de tijdstippen van aankomst en ontruiming.

Artikel 25

Indirecte belastingen (zie ook Afdeling 1, art. 5.6)

De houders van een standplaats moeten het standgeld vereffenen overeenkomstig de modaliteiten van het

stedelijk reglement houdende de heffing van een contantbelasting op de staangelden op de openbare markten

of de indirecte belasting op het leuren (staangeld op de openbare weg buiten de openbare markt).

Degene die een niet-vaste of occasionele standplaats inneemt, betaalt de vergoeding ter plaatse aan de

gemachtigde ambtenaar, tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Artikel 25

Afname elektriciteit

- De marktkramers dienen zich te wenden tot de marktleider voor het gebruik van de aansluiting van

de kasten voor afname van elektriciteit,.

- Handelaren die elektrische stroom afnemen van de geplaatste cabines, zijn verplicht de door het

College van Burgemeester en Schepenen vastgestelde kostprijs te betalen.

- De door de gemeente ter beschikking gestelde stroom mag niet aangewend worden voor de

verwarming van het kraam.

- De marktkramers mogen slechts 1000 W gebruiken voor de verlichting van hun kraam.

- Iedere marktkramer dient te beschikken over een eigen mono-CEE-stekker (capaciteit 16 of 32

Amp)

Artikel 26 Politionele bepalingen bij ambulante handel (zie ook APV ,Titel 7 – art. 168 tot 176)

Algemeen

De richtlijnen van de marktleider(s)inzake marktaangelegenheden, alsook van de politie moeten strikt

opgevolgd worden, zoniet kan dit aanleiding geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve

sanctie, conform de algemene politieverordening zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 11 juni

2012, in toepassing van art 119bis NGW.

Bijzondere ordemaatregelen :

§1

De standplaatshouder dient de nodige maatregelen te nemen om het markt- of kermisterrein rein te houden

en om hinder te vermijden. (art 168 APV)

§2

Het is verboden koopwaar of welke belemmering ook op te stellen in de doorgangen die voorbehouden zijn

voor het publiek of de veiligheidsdiensten. (art 171 APV)

Page 197: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

197

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

§3

De opengeklapte luiken van winkelwagens of luifels of paraplu’s die te koop aangeboden worden of die

beschermen tegen zon of regen moeten zich minimum twee meter boven de grond bevinden. (art 172 APV)

§4

Het is de bezoekers verboden tussen de kramen een fiets, bromfiets of motorfiets te besturen. (art 173

APV)

§5

Behoudens toelating van de marktleider is het gebruik van geluidsinstallaties verboden. Uitzondering wordt

gemaakt voor standwerkers wiens koopwaar het gebruik van een geluidsversterker noodzakelijk maakt, maar

enkel in de mate dat daardoor de verkoopsactiviteit van andere marktkramers niet wordt verstoord. (art

174 APV)

§6

Het is verboden, elders dan op de bestemde marktplaats en de gestelde uren, de marktactiviteiten in te

richten of voort te zetten. (art 175 APV)

Artikel 27 - Andere bepalingen van inwendige orde bij ambulante handel

§1

Het is verboden om verbrandingsmotoren te gebruiken voor de afkoeling, verwarming of gelijk welk ander

doel, behoudens een voorafgaande schriftelijke toelating van de marktleider.

§2

De voertuigen die niet ingericht, noch gebruikt worden voor de verkoop, moeten - indien de marktleider

omwille van het goede marktverloop hierom vraagt - verwijderd worden van de markt. De instructies van de

marktleider dienen hierin strikt te worden gevolgd.

§3

Het is verboden pinnen of andere scherpe voorwerpen in de grond te slaan. Het is verboden om de

bekleding van de marktplaats op enigerlei wijze te beschadigen.. Iedere marktkramer dient een beschermplaat

onder de steunpoten van zijn marktinrichting te plaatsen zodat het wegdek niet beschadigd wordt

Elke aangebrachte schade zal op de marktkramers verhaald worden.

§4

Het is verboden op de openbare weg het marktkraam te reinigen. Er zal geen afval/vet in de openbare

riolering worden geloosd.

Page 198: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

198

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

§5

Tussen 08.30uur en 12.00 uur is alle verkeer op de markt verboden , ook voor de marktkramers en

standwerkers.

Alle voertuigen, uitgezonderd de winkelwagen en de wagens nodig voor de uitoefening van de marktactiviteit,

zijn verboden op de marktplaats tussen 8u30 en 12.00 uur, uitgezonderd bij noodweer.

Indien de toegang tot de marktplaats genomen wordt via de voorzijde van het stadhuis , dient hiertoe

vergunning te worden voorgelegd. Marktkramers worden beschouwd als vergunninghouders .

§6

Elektrische installaties voor verlichting en drijfkracht, verwarmingsinstallaties en kooktoestellen dienen te

voldoen aan de wettelijke voorschriften. De attesten/certificaten moeten te allen tijde kunnen worden

voorgelegd .

§7

Naast verwarmings- of kooktoestellen dient steeds een geschikt en bedrijfsklaar draagbaar blustoestel te

worden opgesteld .

Artikel 28

Onverminderd de strafbepalingen, voorzien door andere wettelijke beschikkingen, worden de inbreuken op

dit reglement bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), overeenkomstig de Wet van 24

juni 2013 (GAS-wet).

Artikel 29 In werking treden reglement (Wet 2005 art. 10§2) 4

Dit reglement wordt voor advies overgemaakt aan de minister van Middenstand en wordt binnen de maand

na ontvangst van het advies voor definitieve goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad, waarna dit

onmiddellijk in werking treedt na definitieve goedkeuring ervan .

Het besluit wordt hierna bekendgemaakt bij middel van aanplakking, overeenkomstig art. 186 van het

gemeentedecreet.

Het marktreglement, zoals opgenomen in vroeger algemeen politiereglement , dd 26.02.1993 wordt – na definitieve

goedkeuring van dit reglement - opgeheven.

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) C. BONTE-VANRAES

(zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting dd. 25 maart 2013)

4 Het ontwerp van reglement moet voor de goedkeuring in de gemeenteraad aan de minister van Middenstand voor advies worden

overgemaakt . Hetzelfde geldt voor alle wijzigingen aan het reglement(cf wet, art 10 §2)

Page 199: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

199

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 7A : REGLEMENT

NACHTWINKELS

Page 200: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

200

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 201: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

201

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 7 A: REGLEMENT BETREFFENDE NACHTWINKELS EN PRIVATE

BUREAUS VOOR TELECOMMUNICATIE

Gelet op

de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening,

ondermeer bepaald de artikelen 6, 7, 16,17 en 18;

Het stedelijk reglement inzake nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie wordt als volgt

goedgekeurd en vastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 20 december 2010, en gewijzigd bij

gemeenteraadsbeslissing dd. 26 augustus 2013:

Het reglement werd gewijzigd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 26 augustus 2013 en

hervastgesteld in gemeenteraadszitting dd. 16 december 2013 naar aanleiding van de wijziging van de GAS-

Wet.

REGLEMENT BETREFFENDE NACHTWINKELS EN PRIVATE BUREAUS VOOR

TELECOMMUNICATIE

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet

noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt uitgebaat.

vestigingseenheid: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor

de consument toegankelijk is waar activiteiten waarop de Wet van 10 november 2006 van toepassing is,

uitgeoefend worden

nachtwinkel: een vestigingseenheid die

a) ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder de rubriek

“verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen”

b) geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld

c) een maximale netto-verkoopsoppervlakte heeft van 150 m²

d) en op een duidelijke en permanente manier de vermelding “Nachtwinkel” draagt

privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid

voor het verlenen van telecommunicatiediensten (inclusief ’belwinkels’ en ‘internetcafés’)

Page 202: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

202

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 2 - Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle nieuw te openen en bestaande vestigingseenheden op het

grondgebied van de gemeente die, rekening houdend met de begripsomschrijvingen van artikel 1 van dit

reglement, worden beschouwd als een nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie.

Artikel 3 – Vergunning

§1 De uitbater moet voor het openen, het open houden of het heropenen van een privaat bureau voor

telecommunicatie of een nachtwinkel in het bezit zijn van een vergunning afgeleverd door het college van

burgemeester en schepenen.

§2 De vergunning wordt afgeleverd voor een welbepaalde vestigingseenheid. De vergunning kan niet worden

overgedragen aan een andere uitbater of naar een andere vestigingseenheid.

§3 De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten opzicht van de

veiligheid, onmiddellijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen.

§4 De vergunning wordt verleend voor een termijn van maximum drie jaar. Uiterlijk drie maanden voor het

verstrijken van voormelde termijn moet de uitbater schriftelijk een aanvraag indienen bij het College van

burgemeester en schepenen tot hernieuwing van de vergunning. De uitbater die nalaat binnen de voormelde

termijn een hernieuwing van de vergunning aan te vragen, verliest zijn vergunning op de vervaldag van de

duurtijd.

§5 Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen in de vergunning bijzondere voorwaarden op

te nemen afhankelijk van de specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld de ligging van de inrichting.

§6 De vergunning is geldig, te rekenen vanaf de ondertekening door de burgemeester en de stadssecretaris

§7 De vergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar ter inzage

worden voorgelegd.

Artikel 4 – vergunningsaanvraag

Elke aanvraag tot het openen, open houden, of heropenen van een nachtwinkel of privaat bureau voor

telecommunicatie moet schriftelijk gebeuren, via het hiertoe geëigende aanvraagformulier, minstens 60 dagen

voor de geplande opening van de nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie .

De aanvraag tot vergunning dient volgende documenten te omvatten :

een aanvraagformulier, met vermelding van ondermeer

o de contactgegevens van de uitbater

o de contactgegevens van de eigenaar van de handelszaak

o het juiste adres van de handelszaak

o de vermelding van het soort zaak dat hij wenst te openen

o het ondernemingsnummer, uitgereikt door een ondernemingsloket

een kopie van de identiteitskaart van de uitbater

een plan en plattegrond van het pand

een kopie van een geldig lopend brandverzekeringscontract

Page 203: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

203

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

een kopie van de verzekering betreffende de preventie van brand en ontploffing en de objectieve

aansprakelijkheid, overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 .

een attest uitgaand van een bevoegd organisme waaruit blijkt dat de elektrische installaties van het

pand beantwoorden aan de wettelijke voorschriften

een kopie van de licentie van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT),

wat een of privaat bureau voor telecommunicatie betreft

een kopie van de statuten van de vennootschap met stempel van de griffie van de Rechtbank van

Koophandel

desgevallend een kopie van de aanvraag tot toelating van fabricage of in de handel brengen van

voedingswaren bij het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV)

kopie vergunning afnemer tabaksfabricaten bij Douane en Accijnzen (formulier 108 of 109)

Artikel 5 – voorafgaand administratief onderzoek

Onverminderd de hogere wetgeving en de bepalingen van het Politiereglement die hier ook van toepassing

zijn, kan de vergunning bedoeld in artikel 3 enkel worden toegekend na een voorafgaandelijk administratief

onderzoek en positieve beoordeling betreffende volgende onderdelen

1. een brandveiligheidsonderzoek: dit is een onderzoek naar de brandveiligheid zoals nader omschreven in

het Algemeen Politiereglement

2. een financieel onderzoek: dit is een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentelijke

facturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de uitbater, de instelling of de

vestiging

3. een moraliteitsonderzoek : dit is een onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten;

4. een stedenbouwkundig onderzoek : dit is een onderzoek naar de stedenbouwkundige conformiteit van

de vestigingseenheid waarbij wordt onderzocht of de vestigingseenheid beschikt over de benodigde

stedenbouwkundige vergunningen en in overeenstemming is met de geldende stedenbouwkundige

voorschriften.

5. een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: dit is een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als

ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is.

6. Een onderzoek inzake de verplichte verzekering objectieve aansprakelijkheid :Dit is een onderzoek naar

de verplichte verzekering betreffende de preventie van brand en ontploffing en de objectieve

aansprakelijkheid, overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 . Deze verzekering is van toepassing voor elke

vestiging met een toegankelijke oppervlakte van meer dan 50m².

Artikel 6 – Weigeringsgronden

Het college van burgemeester en schepenen weigert de vergunning:

Als de openbare orde, de openbare rust, en/of de openbare gezondheid gevaar loopt. Hiervoor

baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de politie met betrekking

tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot

eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen

Indien één of meerdere onderzoeken ( zoals bepaald in artikel 5) die voorafgaan aan het verlenen van

de vergunning negatief werden geadviseerd.

Indien één of meerdere telecommunicatiecabines staan opgesteld in de etalage.

Indien de buitenetalages van de private bureaus voor telecommunicatie en de nachtwinkels voor

meer dan 20% van hun oppervlakte bedekt worden door diverse opschriften

Page 204: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

204

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 7 – Plaatsbeperkingen

Geen enkele vergunning tot het openen van een privaat bureau voor telecommunicatie of een nachtwinkel

zal verleend worden:

Indien de voorziene vestiging in één van de volgende straten gelegen is:

o Grote Markt

o Plaats Rekkem

o Plaats Lauwe

o Ieperstraat: vanaf Grote Markt tot kruispunt met Wervikstraat

o Rijselstraat - volledig

o Moeskroenstraat: vanaf Rijselstraat tot aan N32

o Hoornwerk

o Bruggestraat: vanaf Grote Markt tot aan Weststraat

o Bakkerstraat

o Kortrijkstraat: vanaf Grote Markt tot aan Leopoldplein

o Menenstraat: vanaf Lauweplaats tot aan kruispunt met Rekkemstraat

o Wevelgemstraat – volledig

o Lauwbergstraat: vanaf Lauweplaats tot aan kruispunt met Schonekeerstraat

o Schoolstraat – volledig

o Leiestraat – volledig

o Larstraat: vanaf Lauweplaats tot aan kruispunt met Hospitaalstraat

Als er binnen een straal van 50 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, geen openbare

parkeergelegenheid is

Als er binnen een straal van 100 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, al een privaat bureau voor

telecommunicatie, een nachtwinkel, een openbare drankgelegenheid of een openbare verkoopplaats

van dranken gevestigd is

Als er binnen een straal van 150 meter, gemeten vanaf de toegangsdeur, een openbaar plein gelegen

is;

In of naast gebouwen met een voortuin

In meergezinswoningen

Deze plaatsbeperkingen worden beoordeeld op de datum van de inschrijving van de vergunningsaanvraag op

de gemeente.

Artikel 8 – Sluitingsuren

8.1 Sluitingsuren van private bureaus voor telecommunicatie

In afwijking van artikel 6d van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht

en dienstverlening, wordt de toegang van de consument tot private bureaus voor telecommunicatie

verboden: voor 08 uur en na 21 uur.

8.2 Sluitingsuren van nachtwinkels

In afwijking van artikel 6c van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht

en dienstverlening, wordt de toegang van de consument tot nachtwinkels verboden voor 18 uur en na 24

uur.

Page 205: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

205

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

8.3 sluiting nachtwinkels bij grote evenementen

Als er een evenement wordt georganiseerd dat een breed publiek aanspreekt (met geraamde opkomst

van meer dan 1500 personen), worden de nachtwinkels van de deelgemeente waar het evenement

doorgaat, verboden om sterke alcoholische dranken te verkopen gedurende de avond en nacht van

betreffend evenement. De burgemeester neemt naar aanleiding van een concreet evenement zoals

bedoeld in de eerste zin een besluit. (art 299bis APV)

Artikel 9 - Flankerende maatregelen met betrekking tot overlast

Onverminderd, en overeenkomstig met de bepalingen van het Algemeen Politiereglement die hier ook van

toepassing zijn, geldt het volgende om overlast te voorkomen of te beperken:

§1. Het is verboden geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder rechtmatige reden of zonder noodzaak

als dit toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en wanneer dit de rust van de

inwoners in het gedrang brengt

§2. Het is verboden zich schuldig te maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de

inwoners kan worden verstoord.

§3. Het is verboden om te laden en/of te lossen aan nachtwinkels of private bureaus voor telecommunicatie

tussen 22u en 07u.

§4. Het is verboden om alcoholhoudende dranken te verbruiken in de nachtwinkels of private bureaus voor

telecommunicatie.

§5. Het is verboden om voertuigen of hun toebehoren met koelinstallaties draaiende te houden terwijl het

voertuig geparkeerd staat.

§6. Het is verboden om elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten

het voertuig.

§ 7 De uitbater van een nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie is verplicht om de omgeving

rond zijn uitbating net te houden. Hij dient op een behoorlijke wijze voldoende, duidelijk zichtbare en goed

bereikbare afvalrecipiënten voor gescheiden ophaling te voorzien, in of bij zijn inrichting.

Voor het plaatsen van vuilnisbakken op het openbaar domein is een voorafgaande machtiging vereist,

conform de bepalingen van het algemene politiereglement. Indien hiertoe geen machtiging wordt aangevraagd

of bekomen, dan moet een afvalrecipiënt binnen in de inrichting worden geplaatst.

De uitbater dient de afvalrecipiënten zelf tijdig te ledigen en te bergen. Hij staat in voor het rein houden van

deze recipiënten, alsook voor het rein houden van de onmiddellijke omgeving van zijn uitbating, met inbegrip

van de voorliggende openbare weg.

§8 De exploitant is verplicht de politiediensten op eenvoudig verzoek toelating te verlenen tot de

nachtwinkel zolang er publiek aanwezig is. De exploitant is in overtreding met deze verordening indien hij de

toegang tot de inrichting weigert.

Page 206: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

206

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 10 – Camerabewaking

De uitbater van een privaat bureau voor telecommunicatie of van een nachtwinkel moet tijdens het open

houden van zijn inrichting minstens één bewakingscamera binnen zijn inrichting in werking hebben die

duidelijk herkenbare beelden opneemt van iedere bezoeker. Ook een automatische tijdsregistratie is hierbij

verplicht. De voorschriften vermeld in de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing van

bewakingscamera’s evenals de uitvoeringsbesluiten zijn integraal van toepassing.

Artikel 11 – Verval van rechtswege

De vergunning vervalt van rechtswege op het moment dat de exploitatie van de inrichting voor een periode

van langer dan zes maanden feitelijk is onderbroken.

Artikel 12 Politiemaatregelen en strafbepalingen

§1 Overeenkomstig artikel 18 § 3 van de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in

handel, ambacht en dienstverlening kan de burgemeester de sluiting bevelen van de nachtwinkels en private

bureaus voor telecommunicatie die worden uitgebaat in overtreding op onderhavig gemeentelijk reglement.

§2 Bij het overtreden van de in artikel 8 voorziene openingsuren gelden de strafbepalingen zoals voorzien in

artikelen 19 tot en met 22 van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel,

ambacht en dienstverlening.

§3 Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, worden inbreuken op de artikelen 3,8,9,10

van dit reglement overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 juni 2013 (nieuw GAS-wet) bestraft met

een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), namelijk :

een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 euro.

Het college van burgemeester en schepenen kan bovendien op basis van de GAS-wet , zoals bepaald in

artikel 2 van deze Algemene Politieverordening , overgaan tot:

een administratieve schorsing of intrekking van de door de gemeente afgeleverde vergunning

voor de nachtwinkel of het privaat bureau voor telecommunicatie

een tijdelijke of definitieve sluiting van de nachtwinkel of het privaat bureau voor

telecommunicatie

§4 In toepassing van art. 134quater Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester de tijdelijke sluiting van

maximaal 3 maanden bevelen van de inrichting, bij vaststelling van overlast rond de inrichting ten gevolgde

van de activiteiten in de handelszaak .

Page 207: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

207

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 13 - Overgangsbepalingen

Voor de private bureaus voor telecommunicatie en de nachtwinkels die al bestonden voor de

inwerkingtreding van het reglement op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie , ingevoerd

bij gemeenteraadsbeslissing dd. 20.12.2010, en die tijdig een vergunningsaanvraag hebben ingediend , gelden

de plaatsbeperkingen vermeld in artikel 7 niet. De aanvraag tot vergunning geldt als voorlopige vergunning

voor de bestaande inrichtingen tot zolang de vergunningsaanvraag niet is ingewilligd of is geweigerd.

Bij de overname van een bestaande handelszaak dient binnen de 6 maanden een nieuwe vergunningsaanvraag

te worden ingediend, zo niet verliest deze handelszaak het statuut van bestaande handelszaak en dient de

nieuwe vergunningsaanvraag wel te voldoen aan de plaatsbeperkingen zoals bepaald in artikel 7.

Artikel 14 - Inwerkingtreding en bekendmaking

§1 Dit reglement treedt in werking op 1 september 2013 en zal worden bekendgemaakt in overeenstemming

met de bepalingen van artikel 186 van het gemeentedecreet.

§ 3. Afschrift van dit reglement zal, conform artikel 42 §3 van het gemeentedecreet, worden verzonden aan

de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank van Kortrijk, alsook ter

kennisgeving aan de politiezone Grensleie.

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) G. BOSSUYT

(Goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 20 december 2010, en gewijzigd bij

gemeenteraadsbeslissing dd. 26 augustus 2013 en gemeenteraadsbeslissing dd. 16.12.2013 (wijziging inzake

sluitingsuren).

Page 208: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

208

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 209: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

209

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 7/B: REGLEMENT

TABAKSWINKELS

Page 210: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

210

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 211: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

211

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 7/ B: REGLEMENT BETREFFENDE TABAKSWINKELS

Gelet op

de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening,

ondermeer bepaald de artikelen 6, 7, 16,17 en 18;

de bepalingen van art. 136 Nieuwe Gemeentewet

Het stedelijk reglement inzake tabakswinkels wordt als volgt goedgekeurd en vastgesteld in openbare zitting

van de gemeenteraad dd. 26 augustus 2013:

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 26 augustus 2013 naar

aanleiding van de wijziging van de GAS-Wet.

REGLEMENT BETREFFENDE TABAKSWINKELS

ALGEMEEN ARTIKEL

Het stedelijk reglement inzake tabakswinkels wordt als volgt goedgekeurd en vastgesteld , en toegevoegd als

bijlage 7B in de Algemene Politieverordening (APV):

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet

noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt uitgebaat.

vestigingseenheid: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor

de consument toegankelijk is waar activiteiten waarop de Wet van 10 november 2006 van toepassing is,

uitgeoefend worden

tabakswinkel : elke winkel waarvan de hoofdactiviteit de verkoop van tabak en rookwaren uitmaakt.

Er is sprake van een hoofdactiviteit indien aan de buitenzijde van de vestigingseenheid naar deze activiteit wordt

verwezen, er voor deze activiteit reclame wordt gemaakt, de keuze aan andere producten beperkt is en

de verkoop van de producten die de hoofdactiviteit uitmaken, minstens 50 % van het jaarlijkse zakencijfer

(omzet) vertegenwoordigt.

Artikel 2 - Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op alle nieuw te openen en bestaande vestigingseenheden op het

grondgebied van de gemeente die, rekening houdend met de begripsomschrijvingen van artikel 1 van dit

reglement, worden beschouwd als een tabakswinkel.

Page 212: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

212

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 3 – Vergunning

§1 De uitbater moet voor het openen, het open houden of het heropenen van een tabakswinkel in het bezit zijn van een

vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.

§2 De vergunning wordt afgeleverd voor een welbepaalde vestigingseenheid. De vergunning kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of naar een andere vestigingseenheid.

§3De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten opzicht van de veiligheid, onmiddellijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen.

§4De vergunning wordt verleend voor een termijn van maximum drie jaar. Uiterlijk drie maanden voor het verstrijken

van voormelde termijn moet de uitbater schriftelijk een aanvraag indienen bij het College van burgemeester

en schepenen tot hernieuwing van de vergunning. De uitbater die nalaat binnen de voormelde termijn een

hernieuwing van de vergunning aan te vragen, verliest zijn vergunning op de vervaldag van de duurtijd.

§5 Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen in de vergunning bijzondere voorwaarden op te nemen

afhankelijk van de specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld de ligging van de inrichting.

§6 De vergunning is geldig, te rekenen vanaf de ondertekening door de burgemeester en de stadssecretaris.

§7 De vergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar ter inzage worden

voorgelegd.

Artikel 4 – vergunningsaanvraag

Elke aanvraag tot het openen, open houden, of heropenen van een tabakswinkel moet schriftelijk gebeuren,

via het hiertoe geëigende aanvraagformulier, minstens 60 dagen voor de geplande opening van de

tabakswinkel .

De aanvraag tot vergunning dient volgende documenten te omvatten :

een aanvraagformulier, met vermelding van ondermeer

o de contactgegevens van de uitbater

o de contactgegevens van de eigenaar van de handelszaak

o het juiste adres van de handelszaak

o de vermelding van het soort zaak dat hij wenst te openen

o het ondernemingsnummer, uitgereikt door een ondernemingsloket

een kopie van de identiteitskaart van de uitbater

een plan en plattegrond van het pand

een kopie van een geldig lopend brandverzekeringscontract

een kopie van de verzekering betreffende de preventie van brand en ontploffing en de objectieve

aansprakelijkheid, overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 .

een attest uitgaand van een bevoegd organisme waaruit blijkt dat de elektrische installaties van het

pand beantwoorden aan de wettelijke voorschriften

een kopie van de licentie van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT),

wat een of privaat bureau voor telecommunicatie betreft

een kopie van de statuten van de vennootschap met stempel van de griffie van de Rechtbank van

Koophandel

desgevallend een kopie van de aanvraag tot toelating van fabricage of in de handel brengen van

voedingswaren bij het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV)

Page 213: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

213

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

een gunstig brandpreventieverslag (of attest aanvraag hiertoe)

kopie aankoop/ foto camerabewakingssysteem in de handelszaak

kopie vergunning afnemer tabaksfabricaten bij Douane en Accijnzen (formulier 108 of 109)

Artikel 5 – voorafgaand administratief onderzoek

Onverminderd de hogere wetgeving en de bepalingen van het Politiereglement die hier ook van toepassing

zijn, kan de vergunning bedoeld in artikel 3 enkel worden toegekend na een voorafgaandelijk administratief

onderzoek en positieve beoordeling betreffende volgende onderdelen

een brandveiligheidsonderzoek: dit is een onderzoek naar de brandveiligheid zoals nader omschreven

in het Algemeen Politiereglement

een financieel onderzoek: dit is een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentelijke

facturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de uitbater, de instelling

of de vestiging

een moraliteitsonderzoek : dit is een onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten;

een stedenbouwkundig onderzoek : dit is een onderzoek naar de stedenbouwkundige conformiteit

van de vestigingseenheid waarbij wordt onderzocht of de vestigingseenheid beschikt over de

benodigde stedenbouwkundige vergunningen en in overeenstemming is met de geldende

stedenbouwkundige voorschriften.

een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: dit is een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten

als ondernemer (inclusief beroepskaart) of enige andere vergunning die wettelijk voorgeschreven is.

Een onderzoek inzake de verplichte verzekering objectieve aansprakelijkheid :Dit is een onderzoek

naar de verplichte verzekering betreffende de preventie van brand en ontploffing en de objectieve

aansprakelijkheid, overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 . Deze verzekering is van toepassing voor

elke vestiging met een toegankelijke oppervlakte van meer dan 50m².

Artikel 6 – Weigeringsgronden

Het college van burgemeester en schepenen weigert de vergunning:

Als de openbare orde, de openbare rust, en/of de openbare gezondheid gevaar loopt. Hiervoor

baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de politie met betrekking

tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze handelszaak en tot

eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen

Indien één of meerdere onderzoeken ( zoals bepaald in artikel 5) die voorafgaan aan het verlenen van

de vergunning negatief werden geadviseerd.

Indien de buitenetalage van de tabakswinkel voor meer dan 20% van hun oppervlakte bedekt worden

door diverse opschriften

Artikel 7 – Sluitingsuren tabakswinkels

§1 In afwijking van artikel 16 §2a van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht

en dienstverlening, wordt de toegang van de consument tot tabakswinkels verboden voor 07 uur en na 24

uur.

§2 Als er een evenement wordt georganiseerd dat een breed publiek aanspreekt (met geraamde opkomst

van meer dan 1500 personen), worden de tabakswinkels van de deelgemeente waar het evenement doorgaat,

verboden om sterke alcoholische dranken te verkopen gedurende de avond en nacht van betreffend

Page 214: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

214

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

evenement. De burgemeester neemt naar aanleiding van een concreet evenement zoals bedoeld in de eerste

zin een besluit.

Artikel 8 - Flankerende maatregelen met betrekking tot overlast

Onverminderd, en overeenkomstig met de bepalingen van het Algemeen Politiereglement die hier ook van

toepassing zijn, geldt het volgende om overlast te voorkomen of te beperken:

§1. Het is verboden geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder rechtmatige reden of zonder noodzaak

als dit toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en wanneer dit de rust van de

inwoners in het gedrang brengt

§2. Het is verboden zich schuldig te maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de

inwoners kan worden verstoord.

§3. Het is verboden om te laden en/of te lossen aan tabakswinkels tussen 22u en 07u.

§4. Het is verboden om alcoholhoudende dranken te verbruiken in tabakswinkels.

§5. Het is verboden om voertuigen of hun toebehoren met koelinstallaties draaiende te houden terwijl het

voertuig geparkeerd staat.

§6. Het is verboden om elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten

het voertuig.

§ 7 De uitbater van een tabakswinkel is verplicht om de omgeving rond zijn uitbating net te houden. Hij

dient op een behoorlijke wijze voldoende, duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten voor

gescheiden ophaling te voorzien, in of bij zijn inrichting.

Voor het plaatsen van vuilnisbakken op het openbaar domein is een voorafgaande machtiging vereist,

conform de bepalingen van het algemene politiereglement. Indien hiertoe geen machtiging wordt aangevraagd

of bekomen, dan moet een afvalrecipiënt binnen in de inrichting worden geplaatst.

De uitbater dient de afvalrecipiënten zelf tijdig te ledigen en te bergen. Hij staat in voor het rein houden van

deze recipiënten, alsook voor het rein houden van de onmiddellijke omgeving van zijn uitbating, met inbegrip

van de voorliggende openbare weg.

§8 De exploitant is verplicht de politiediensten op eenvoudig verzoek toelating te verlenen tot de

nachtwinkel zolang er publiek aanwezig is. De exploitant is in overtreding met deze verordening indien hij de

toegang tot de inrichting weigert.

Artikel 9 – Camerabewaking

De uitbater van een tabakswinkel moet tijdens het open houden van zijn inrichting minstens één

bewakingscamera binnen zijn inrichting in werking hebben die duidelijk herkenbare beelden opneemt van

iedere bezoeker. Ook een automatische tijdsregistratie is hierbij verplicht. De voorschriften vermeld in de

wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing van bewakingscamera’s evenals de uitvoeringsbesluiten

zijn integraal van toepassing.

Page 215: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

215

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 10 – Verval van rechtswege

De vergunning vervalt van rechtswege op het moment dat de exploitatie van de inrichting voor een periode

van langer dan zes maanden feitelijk is onderbroken.

Artikel 11 Politiemaatregelen en strafbepalingen

§1 Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, worden inbreuken op de artikelen 3,8,9,10

van dit reglement overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 juni 2013 (Nieuwe GAS-wet) bestraft

met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), namelijk :

een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 euro.

Het college van burgemeester en schepenen kan bovendien op basis van de GAS-wet , zoals bepaald in

artikel 2 van deze Algemene Politieverordening , overgaan tot:

een administratieve schorsing of intrekking van de door de gemeente afgeleverde vergunning

voor de nachtwinkel of het privaat bureau voor telecommunicatie

een tijdelijke of definitieve sluiting van de nachtwinkel of het privaat bureau voor

telecommunicatie

§2 In toepassing van art. 134quater Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester de tijdelijke sluiting van

maximaal 3 maanden bevelen van de inrichting, bij vaststelling van overlast rond de inrichting ten gevolgde

van de activiteiten in de handelszaak .

§3 In toepassing van art. 134ter Nieuwe Gemeentewet kan de burgemeester de tijdelijke sluiting van

maximaal 3 maanden bevelen van de inrichting, ingeval van hoogdringendheid, bij vaststelling van niet naleving

van de vergunningsvoorwaarden

Artikel 12 - Overgangsbepalingen

De tabakswinkels die al bestonden bij de inwerkingtreding van huidige reglementering moeten hun aanvraag

ter verkrijging van een vergunning indienen uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van huidig

reglement. De datum van inschrijving door de gemeentelijke administratie van de vergunningsaanvraag is

bepalend. Deze aanvraag gebeurt via het hiertoe geëigende aanvraagformulier en dient gestaafd met de

nodige documenten (cfr. art 4)

De aanvraag tot vergunning geldt als voorlopige vergunning voor de bestaande inrichtingen tot zolang de

vergunningsaanvraag niet is ingewilligd of is geweigerd.

Voor de tabakswinkels die al bestonden voor de inwerkingtreding van huidig reglement, is er met betrekking

tot artikel 9 betreffende de camerabewaking een overgangsperiode van 1 jaar vanaf de inwerkingtreding van

huidig reglement.

Page 216: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

216

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 13 - Inwerkingtreding en bekendmaking

§1 Dit reglement treedt in werking op 1 september 2013 en zal worden bekendgemaakt in overeenstemming

met de bepalingen van artikel 186 van het gemeentedecreet.

§ 3. Afschrift van dit reglement zal, conform artikel 42 §3 van het gemeentedecreet, worden verzonden aan

de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank van Kortrijk, alsook ter

kennisgeving aan de politiezone Grensleie worden gebracht.

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) C. BONTE-VANRAES

(Goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 26 augustus 2013, en gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing dd. 16

december 2013 naar aanleiding van de wijziging van de GAS-Wet.

Page 217: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

217

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 8: REGLEMENT

KAMERWONINGEN

Page 218: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

218

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 219: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

219

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 8 : REGLEMENT (POLITIEVERORDENING) INZAKE

KAMERWONEN (‘KAMERREGLEMENT’)

Gelet op

Het decreet dd. 04 februari 1997 (B.S. 07 maart 1997) houdende de kwaliteitsnormen voor kamers en

studentenkamers, in het bijzonder artikel 9 van voormeld decreet waarin de mogelijkheid is

ingeschreven dat de gemeente bij verordening van de gemeenteraad strengere veiligheids- en

kwaliteitsnormen voor kamers en kamerwoningen oplegt en het te huur stellen of het verhuren van

kamers met het oog op de naleving van deze normen aan een voorafgaande vergunning onderwerpt;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 betreffende de kwaliteits- en

veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, in het bijzonder op artikel 6;

De politieverordening inzake kamerwonen wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd in openbare zitting

van de gemeenteraad dd. 27 augustus 2007 :

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 11 juni 2012 en dd. 16

december 2013 naar aanleiding van de invoering van Gemeentelijke Administratieve sancties en de wijziging

van de GAS-Wet.

POLITIEVERORDENING OP HET KAMERWONEN

Artikel 1 : Definities

- Kamerdecreet: het gewijzigd decreet van 4 februari 1997 houdende kwaliteits- en veiligheidsnormen

voor kamers en studentenkamers;

- Kamer: woongelegenheid waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: wc met

waterspoeling, reukafsnijder en een aansluiting op de riolering;

- bad of douche met koud en warm water, aangesloten op het rioleringsnet;

- kookgelegenheid

- en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke

ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de kamer deel uitmaakt;

- Kamerwoning: elk gebouw dat bestaat uit één of meer te huur gestelde of verhuurde kamers en

gemeenschappelijke ruimtes.

- Woonlokaal: Als woonlokalen worden enkel keuken, woonkamer en slaapkamers gerekend. Voor-

en inkomhallen, gangen, sanitaire lokalen, bergplaatsen, garages, de lokalen voor beroepsbezigheden

en de niet voor bewoning ingerichte kelders, zolders en bijgebouwen tellen niet mee als

woonlokalen.

- Huurder van een kamer: elkeen die, in welke hoedanigheid of vorm en in welke benaming ook, hetzij

uitsluitend voor zichzelf, hetzij in gemeenschap met andere bewoners, het genot krijgt over een

Page 220: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

220

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

kamer, al dan niet tegen betaling, zonder daarvan eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker,

erfpachter of opstalhouder te zijn.

- Verhuurder van een kamer: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar, mede-

eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of lasthebber een kamerwoning of kamer

verhuurt of ter beschikking stelt al dan niet tegen betaling.

Artikel 2: Voorafgaande vergunning

Onverminderd de door de wetgeving inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw vereiste vergunning, is het

verboden een gebouw/woning waarin kamer(s) worden ingericht, te verhuren al dan niet kosteloos, zonder

een voorafgaande schriftelijke vergunning van het College van burgemeester en schepenen. Deze vergunning

is persoons- en plaatsgebonden en moet aan alle voorwaarden zoals hieronder vermeld voldoen. Elke

wijziging van verhuurder of wijziging aan gebouw maakt voorwerp uit van een nieuwe voorafgaande

schriftelijke aanvraag. Indien de verhuuractiviteit wordt stopgezet dient de vergunninghouder het College van

burgemeester en schepenen hiervan onverwijld in kennis te stellen.

Onverminderd de bepalingen van dit reglement, zijn de voorschriften van de betreffende wetten, decreten,

reglementen en besluiten van toepassing. In het bijzonder zijn de normen gesteld in het gewijzigd decreet van

de Vlaamse Gemeenschap van 4 februari 1997 en het besluit van 23 juli 1998 betreffende de kwaliteits- en

veiligheidsnormen voor (studenten)kamers onverkort van toepassing.

Dit reglement is van toepassing op alle kamerwoningen, met uitzondering van de gebouwen waarvoor door

de wetgever speciale voorwaarden inzake brandveiligheid en/of hygiëne worden opgelegd.

Artikel 3: oppervlakte , afmetingen en inrichting van de kamer

Een éénpersoonskamer moet een minimum oppervlakte hebben van 24 m², de vrije hoogte tussen vloer en

plafond moet minimum 220 cm bedragen in bestaande woningen en 240 in nieuwe woningen. Om de

oppervlakte van de kamer te kennen waar schuine plafonds voorkomen wordt de vrije hoogte vanaf 180cm

in aanmerking genomen. De minimumbreedte van een kamer bedraagt 275 cm.

Indien een kamer aan meer dan 1 persoon verhuurd wordt, wordt de minimale oppervlakte verhoogd met

6m² per persoon.

Stapelbedden zijn niet toegelaten. In de ondergrondse kelders mogen zich geen kamers bevinden. Enkel de

bewoners mogen de kamers als huisvesting gebruiken.

Artikel 4: Sanitaire inrichtingen

Elk gebouw of woning waarin kamer(s) worden verhuurd dienen minstens over volgende sanitaire uitrusting

te beschikken:

1 lavabo per kamer, voorzien van koud en warm stromend water, afvoer met sifon, aangesloten op het

rioleringsnet en een spiegel;

1 langs de binnenzijde vergrendelbare WC (afmetingen 0,80m x 1,2m) met reukafsnijder, waterspoeling en

aangesloten op het rioleringsnet, per groep van 4 personen. Vanaf de 5de persoon een tweede WC.

1 bad of douche voorzien van warm en koud stromend water en aangesloten op het rioleringsnet, per groep

van 4 personen. Vanaf de 5e een tweede. De ruimte waarin het bad of douche zich bevindt dient op een

degelijke manier vergrendeld te kunnen worden en dient te beschikken over voldoende ruimte die toelaat

om zich in alle privacy om te kleden.

Page 221: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

221

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

De gemeenschappelijke sanitaire ruimten, de WC’s de baden en stortbaden dienen voorzien te zijn van een

rechtstreekse luchttoevoer, onafhankelijk van de luchtverversing van de andere kamers en dienen goed

hygiënisch onderhoudbaar te zijn. Het toilet mag niet rechtstreeks uitgeven op een woonlokaal.

Artikel 5: gemeenschappelijke keuken

De oppervlakte van de gemeenschappelijke kookruimte bedraagt ten minste 16m². Vanaf 4 huurders wordt

per bijkomende huurder de oppervlakte van gemeenschappelijke keuken verhoogd met 1,5m². De keuken

moet uitgerust zijn met:

- een aanrecht met 2 spoelbakken voorzien van drinkbaar koud en warm stromend water en van een afvoer

met reukafsnijder aangesloten op het rioleringsnet;

- een vast kookfornuis met minstens 2 kookplaten aangesloten op een afzonderlijk geaard stopcontact met

voldoende vermogen;

- een oordeelkundig geplaatste afzuigkap aangesloten op een bijkomend stopcontact;

- een koelkast van voldoende grootte aangesloten op een bijkomend stopcontact;

- voldoende tafels en zitgelegenheid voor het maximum aantal bewoners.

- afsluitbare opbergkasten in overeenstemming met het aantal huurders.

Alle toestellen moeten goed functioneren en onderhouden zijn. De wandbekleding rond de kookplaats moet

bestaan uit onbrandbaar materiaal. De gemeenschappelijke keuken is enkel toegankelijk via een

gemeenschappelijke toegang.

Artikel 6: Verluchting

Elke kamer moet voorzien zijn van een rechtstreeks helder en dubbel buitenraam dat kan geopend worden,

zodanig dat er voldoende daglicht en verse lucht binnen kan. De ramen moeten een minimumoppervlakte

hebben van 1m² per kamer. Koepels in een plat dak, al dan niet open draaiend, komen niet in aanmerking

voor verlichting en of verluchting.

Artikel 7: elektriciteit en verlichting

In het gebouw is enkel elektrische verlichting toegestaan. In de evacuatiewegen is een veiligheidsverlichting

verplicht. In elke kamer zijn minstens 2 oordeelkundig geplaatste en geaarde stopcontacten en één lichtpunt

ingebouwd. Per elektrisch toestel klasse 1 dient een bijkomend geaard stopcontact aanwezig te zijn. Alle

elektriciteitsinstallaties dienen voorafgaand door een erkend organisme gekeurd te worden.

Artikel 8: Verwarming

Elk woonlokaal en elke gemeenschappelijke sanitaire ruimte moet beschikken over een vast

verwarmingstoestel dat voldoende warmtevermogen heeft in verhouding tot het volume van de kamer

zodanig dat het plaatsen van bijkomende verwarmingselementen door de gebruiker van de kamer overbodig

wordt.

Alle individuele verwarmingstoestellen van het verbrandingstype zijn verboden, tenzij het gaat om luchtdichte

gastoestellen met een goed onderhouden schoorsteen- en gevelafvoer. Het gebruik van verplaatsbare

verwarmingstoestellen met vaste, vloeibare of gasvormige brandstof is ten strengste verboden.

Page 222: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

222

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 9: Hygiëne, huishoudelijk afval en fietsenberging

Het stapelen van gesorteerd huishoudelijk afval mag enkel geschieden in een daartoe geschikt lokaal dat

voorzien is van een rechtstreekse buitenverluchting waarvan de binnendiameter van de verluchtingsopening

ten minste 8 cm bedraagt. Het afval dient op regelmatige tijdstippen verwijderd te worden.

Er moet in het gebouw een afzonderlijke fietsenberging zijn die evenveel fietsen kan herbergen als het

maximaal toegelaten aantal bewoners. Elke kamerwoning dient te beschikken over een aparte ruimte voor

onderhoudsmateriaal.

De verhuurder of aangestelde verantwoordelijke dient ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke delen

van het gebouw minstens om de week een schoonmaakbeurt krijgen en bestendig in een nette staat worden

gehouden.

Artikel 10: Privacy

Alle toegangen van de kamerwoning moeten voorzien zijn van een slotvaste deur. Aan elke inwoner moet

een sleutel overhandigd worden van de kamer en van de hoofdingang. De toegang tot elke kamer moet

rechtstreeks vanuit de gemeenschappelijke gang kunnen geschieden, zonder gebruik te moeten maken van

een andere woongelegenheid of van een gemeenschappelijke aansluitende ruimte. De naam en voornaam van

elke huurder moet permanent duidelijk zichtbaar zijn aan de hoofdingang van het gebouw. Per kamer wordt

een deurbel en een brievenbus met slot voorzien op een goed bereikbare plaats aan de hoofdingang van het

gebouw. Bij de plaatsing ervan moet rekening gehouden worden met de richtlijnen van De Post.

Alle tellers en tussenmeters moeten voor de huurders permanent bereikbaar zijn.

Artikel 11:Brandpreventie en brandbestrijding

Onverminderd de andere wettelijke en reglementaire bepalingen ter zake, neemt de verhuurder alle nodige

maatregelen door de omstandigheden aangewezen om:

1) brand te voorkomen;

2) ieder begin van brand snel en doeltreffend te bestrijden;

3) in geval van brand:

a) te waarschuwen en alarm te geven;

b) de veiligheid van de personen te verzekeren en zo nodig voor hun snelle en gevaarloze

ontruiming te zorgen;

c) onmiddellijk de brandweer te verwittigen.

Alle aanvragen voor het uitbaten van kamer(s) zijn onderworpen aan een brandweerverslag. De eisen van de

brandweer gelden onverminderd en dienen voorafgaandelijk aan de uitbating te worden uitgevoerd. Door de

brandweer zal een controlebezoek uitgevoerd worden. Ten allen tijde dienen de vereiste keuringsverslagen

zonder inbreuken voorgelegd te kunnen worden.

Artikel 12: slot- en strafbepalingen

Onverminderd de bepalingen inzake toezicht en controle geregeld in artikel 20 van het kamerdecreet mag de

eigenaar, huurder, de verhuurder of aangestelde verantwoordelijke zich niet verzetten tegen een

controlebezoek aan zijn inrichting of kamer door de afgevaardigden van: de politie, de brandweer, de

stedelijke dienst voor leefmilieu en de stedelijke huisvestingsdienst. Het controlebezoek wordt minstens 2

dagen op voorhand en schriftelijk meegedeeld aan de verhuurder of aangestelde verantwoordelijke. Dit

bezoek zal uitsluitend plaats hebben overdag tussen 08.00 uur en 17.00 uur.

De burgemeester kan de sluiting van de inrichting bevelen tot aan alle wettelijke en reglementaire

voorschriften is voldaan.

Page 223: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

223

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Alle vaststellingen van inbreuken op de normen en voorwaarden van het ‘kamerdecreet’ en deze verordening

zullen aan de gewestelijke ambtenaar, bedoeld in artikel 24,3° van het decreet op de heffing ter bestrijding

van de leegstand en verkrotting, handelend in zijn hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, worden

overgemaakt.

Ongeacht de straffen voorzien bij overtreding van andere wetten, decreten en reglementen wordt elke

inbreuk op de beschikkingen van, evenals de niet-naleving van de voorwaarden gesteld in deze verordening

bestraft met politiestraffen.

Artikel 13: inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na bekrachtiging door de Vlaamse regering (cfr. Art 9 van het decreet

houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers - BS 07/03/1997)

Artikel 14: Opheffing

Hoofdstuk 5: logementshuizen van het algemeen politiereglement van de stad Menen wordt integraal

opgeheven.

Artikel 15: Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt op de wijze zoals voorgeschreven door het gemeentedecreet.

Artikel 16: Afschrift

Afschrift van deze verordening zal gezonden worden naar de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen,

Bestendige Deputatie, de Griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg, de Griffie van de Politierechtbank

Namens de Raad

De Secretaris, De voorzitter,

(Get.) E. ALGOET (get.) G. BOSSUYT

(Goedgekeurd in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 27 augustus 2007)

Page 224: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

224

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 225: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

225

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 9: POLITIEREGLEMENT

VEEMARKT

(Opgeheven GR 15.12.2014)

Page 226: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

226

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 227: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

227

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 9 : GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT VOOR DE VEEMARKT

VAN MENEN (‘VEEMARKTREGLEMENT’) – opgeheven GR 15.12.2014

Het reglement werd opgeheven in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 15 december 2014 naar aanleiding van de

verkoop van het veemarktcomplex (verkoopakte dd. 12.05.2014 - gemeenteraadszitting dd. 31 maart 2014)

Page 228: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

228

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 229: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

229

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 10: STEDELIJK

VISVIJVERREGLEMENT –

(Opgeheven GR 16.12.2013)

Page 230: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

230

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 231: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

231

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 10 - REGLEMENT STEDELIJKE VISVIJVER – (Opgeheven GR

16.12.2013)

Het reglement werd opgeheven in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 16 december 2013 .

Page 232: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

232

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 233: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

233

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 11: VISREGLEMENT OUDE LEIE-

ARM

Page 234: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

234

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 235: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

235

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 11 - VISREGLEMENT OUDE LEIEARM - Sluizenkaai Menen

(opwaarts de oude stuwsluis)

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 16 december 2013 naar

aanleiding van de wijziging van de GAS-Wet.

Artikel 1 - Algemene bepalingen.

De Oude Leiearm is een openbaar hengelwater. De wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij en het besluit van

de Vlaamse Executieve van 20 mei 1992 zijn van toepassing.

Het visrecht op de Oude Leie behoort toe aan het Vlaamse Gewest, zodat een visverlof van het Vlaamse

Gewest wordt vereist, ook indien wordt gehengeld vanaf Frans grondgebied. Dit visverlof wordt afgeleverd

door een postkantoor van het Vlaamse Gewest.

Artikel 2 - Het visverlof.

Er mag gehengeld worden vanaf de oever met één of twee hengels. De hengel dient voortdurend bewaakt te

worden door de visser.

Kinderen jonger dan 14 jaar, niet vergezeld van vader, moeder of voogd in het bezit van een visverlof, mogen

hengelen met één hengel met een jeugdvisverlof. Zijn ze vergezeld van vader, moeder of voogd in het bezit

van een visverlof, dan mogen ze zonder visverlof hengelen met één hengel.

Artikel 3 - Gesloten tijd.

Het vissen is verboden van 16 april tot en met 31 mei.

Buiten de gesloten periode mag gehengeld worden van twee uur vóór zonsopgang tot twee uur ná

zonsondergang.

Specifiek op snoek mag niet gehengeld worden van 1 januari tot en met 31 mei. Gedurende deze periode is

het gebruik van levende of dode vis als aas, en kunstaas geschikt om snoek te vangen, niet toegestaan.

Het hengelen op paling met de peur is toegestaan.

Artikel 4 - Verboden hengelplaatsen.

Het is verboden in de sluizen en van op bruggen te hengelen.

Het is verboden te hengelen ter hoogte van paaiplaatsen en verzamelplaatsen voor vissen. Deze zones

worden afgebakend door signalisatieborden “Verboden te vissen”.

Artikel 5 - Ondermaatse vis.

Vissen die kleiner zijn dan hieronder aangegeven, moeten onmiddellijk en voorzichtig in het water worden

teruggeplaatst. De lengte wordt gemeten van de punt van de bek tot het uiteinde van de staartvin. De kop of

staart van een gevangen vis mag niet worden verwijderd.

Blankvoorn en rietvoorn: 15 cm

Winde, zeelt, kopvoorn en paling: 25 cm

Karper en sneep: 30 cm

Snoekbaars: 40 cm

Snoek: 45 cm

Van 1 juni tot en met 31 december mogen blankvoornen van minder dan 15 cm worden gebruikt als aasvis

voor het vangen van paling, baars, snoek of snoekbaars.

Artikel 6

Onverminderd de strafbepalingen, voorzien door andere wettelijke beschikkingen, worden de inbreuken op

dit reglement bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), overeenkomstig de Wet van 24

juni 2013 (GAS-wet).

Page 236: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

236

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 237: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

237

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 12: REGLEMENT

AANMEERFACILITEITEN PLEZIERHAVEN

OUDE LEIE-ARM

Page 238: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

238

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 12 - REGLEMENT AANMEERFACILITEITEN PLEZIERHAVEN, gelegen

langs de Oude Leiearm (afwaarts de oude stuwsluis)

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 16 december 2013 naar

aanleiding van de wijziging van de GAS-Wet.

Artikel 1 –Toepassingsgebied

Dit reglement is van toepassing op de openbare aanmeerplaats (betonnen kesp) in de jachthaven gelegen

langs de Oude Leiearm te Menen, afwaarts de oude stuwsluis.

Artikel 2 - Functie van de aanmeerplaats

De openbare kesp is bedoeld voor het onthaal van toervaarders op doorvaart langs de Leie en heeft

geenszins tot doel vaste ligplaatsen aan te bieden.

Artikel 3

Het aanmeren is toegestaan voor pleziervaartuigen, zijnde boten geschikt voor vervoer van personen, met

een max. lengte van 15 m. gedurende max. 2 opeenvolgende periodes van 24 uur. In afwijking hierop kan het

College van burgemeester en schenen toelating verlenen om pleziervaartuigen met een grotere lengte, te

laren aanmeren mits de bestuurder van de plezierboot een schriftelijke aanvraag richt aan het College van

burgemeester en schepenen. Deze toelating geldt eveneens slechts gedurende max. 2 opeenvolgende

nachten.

Artikel 4 - Gebruik nutsvoorzieningen

Voor het gebruik van de aftakpalen van water en elektriciteit dient men zich te wenden tot het stedelijk

zwembad - Sluizenkaai 76 te Menen. Daar krijgt men, mits betaling van een borgsom van 25 Euro of 1008,-BF,

de sleutel van de aftakpalen ter beschikking. Bij het terugbrengen van de sleutel krijgt men de borgsom terug.

De borgstelling wordt bijgehouden in een apart register.

Artikel 4

Het is verboden afval achter te laten op de betonnen kesp of op de oever. Gebruikers van de steiger dienen

hun afval te deponeren in een vuilniscontainer, geplaatst aan het Stedelijk Zwembad - Sluizenkaai 76 - Menen.

Artikel 5

Het is verboden schade toe te brengen aan de aanmeersteiger en aanhorigheden.

Artikel 6

Het is verboden te hengelen, te barbecuen of te spelen op de aanmeerplaats.

Artikel 7

Het is verboden vaartuigen te water te laten vanaf de aanmeerplaats. Men dient hiervoor gebruik te maken

van de voorziene trailerhellingen langs de Leie.

Artikel 8

Het is verboden onderhoudswerkzaamheden aan een vaartuig uit te voeren op de aanmeerplaats.

Het gebruik van verven, oplosmiddelen en detergenten is verboden.

Page 239: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

239

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 9

Gebruikers van de aanmeerplaats dienen het gebruik van onderwatertoiletten te beperken.

Het is verboden bilgewatertanks en vuilwatertanks leeg te pompen bij de aanmeerplaats.

Artikel 11

Vaartuigen die zonder schriftelijke toestemming van de gemeente langer dan 2 keer 24 uur aangemeerd

blijven, kunnen ambtshalve verplaatst worden.

Artikel 12

Onverminderd de strafbepalingen, voorzien door andere wettelijke beschikkingen, worden de inbreuken op

dit reglement bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), overeenkomstig de Wet van 24

juni 2013 (GAS-wet).

Page 240: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

240

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 13: WATERSPORTREGLEMENT

OUDE LEIEARM- SLUIZENKAAI

Page 241: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

241

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 242: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

242

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 13 - WATERSPORTREGLEMENT OUDE LEIEARM - Sluizenkaai

Menen (opwaarts de oude stuwsluis)

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 16 december 2013 naar

aanleiding van de wijziging van de GAS-Wet.

Artikel 1 - Vaarperiode

Tijdens het Paasverlof (enkel tot 15 april), en tijdens de maanden juni – juli – augustus – september is zachte

vaarrecreatie (kajak – roeiboot – waterfiets) op de meander toegestaan tussen 14u00 en 19u00, en dit op

eigen risico.

Artikel 2 - Vaarzone

De vaarzone is van de sluis tot de damverbindingsweg (richting Wervik). Gebruikers dienen steeds het

circulatieplan (aangeduid door boeien) te volgen.

Artikel 3 - Gebruik reddingsvest

Het dragen van een reddingsvest is ALTIJD verplicht bij het varen met kajaks.

Artikel 4 - Zwemverbod

Zonder uitdrukkelijke toestemming van de overheid geldt een zwemverbod voor de Leie.

Artikel 5 - Betreden van het vlot

Het betreden van het vlot zonder de toestemming van de sportdienst, alsook het gebruikmaken van het

wateroppervlak is op eigen risico. De Stad Menen kan niet aansprakelijk gesteld worden voor gebeurlijke

ongevallen.

Artikel 6 - Gebruik van het vlot

Het vlot mag enkel gebruikt worden voor het in- en uitstappen van vaartuigen. Het gebruiken van het vlot

voor andere doeleinden dan deze wordt niet toegelaten.

Artikel 7 - Zwemkennis

Iedere gebruiker van een kajak, roeiboot of waterfiets moet 100 m. kunnen zwemmen (verklaring op woord

bij gebruik van een vaartuig).

Artikel 8 - Toezicht

Enkel tijdens activiteiten georganiseerd door de sportdienst wordt er toezicht gehouden door het

aangestelde Stadspersoneel.

Artikel 9 - Kennisname van het reglement

De watersporters dienen zich steeds te gedragen volgens de richtlijnen van de door de Stad aangestelde

bevoegde personen. Iedere watersporter wordt geacht kennis te hebben genomen van het

watersportreglement vooraleer aan watersport te doen op de meander.

Het reglement ligt ter kennisgeving in het boothuis, en is te verkrijgen aan de kassa van het Stedelijke

Zwembad en op de Stedelijke Sportdienst.

Artikel 10

Onverminderd de strafbepalingen, voorzien door andere wettelijke beschikkingen, worden de inbreuken op

dit reglement bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), overeenkomstig de Wet van 24

juni 2013 (GAS-wet).

Page 243: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

243

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 244: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

244

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 14: REGLEMENT NATUURGEBIED

“DE POEL”

Page 245: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

245

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 246: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

246

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 14 - Reglement Natuurgebied "De Poel" (GR 31.05.1996)

Het reglement werd goedgekeurd en vastgesteld in gemeenteraadszitting van 31 mei 1996.

Het reglement werd hervastgesteld in openbare zitting van de gemeenteraad dd. 11 juni 2012 en dd. 16

december 2013 naar aanleiding van de invoering van gemeentelijke administratieve sancties en van de

wijziging van de GAS-Wet.

Voor de bezoekers van het natuurgebied "De Poel" gelden, naast wettelijke en andere reglementaire

schikkingen, alle hierna volgende bepalingen :

Artikel 1

Het publiek moet zich gedragen naar de schikkingen en richtlijnen die hen ter kennis gebracht worden door

aanwijzingen, borden of gelijk welk ander middel.

Artikel 2

Het natuurgebied "De Poel" is het gehele jaar van zonsopgang tot zonsondergang uitsluitend en alleen voor

voetgangers toegankelijk.

Artikel 3

1) Fietsen, motoren, paarden e.d. zijn ten strengste verboden in het natuurgebied.

2) Het is verboden, in het natuurgebied "De Poel" te kamperen, en dit op gelijk welke manier.

3) Het is verboden, door eender welke daad, het oorspronkelijke karakter van het natuurgebied "De

Poel" te verstoren en schade aan te richten, hetzij aan beplantingen, gewassen, vruchten enz..., hetzij

aan om het even welke goederen die zich in het natuurgebied "De Poel" bevinden.

4) Het is verboden de rust en de orde te verstoren, vb. jeugdgroepen die spelen, belemmeren van de

doorgangen, het doen spelen van transistors en /of andere geluidverwekkende toestellen, het storten

van vuilnis,...

5) Deze opsomming is niet limitatief.

6) Het is verboden publiciteit, reclameborden of affiches aan te brengen in het natuurgebied "De Poel".

7) Het is verboden nachtspelen, kampvuren e.d. in het natuurgebied "De Poel" te organiseren.

8) Het is verboden vuur te maken, tenzij in functie van beheerswerken, hierbij rekening houdend met de

bepalingen van het veldwetboek.

9) Het is verboden zich buiten de wegen of paden te begeven.

10) Het is verboden te vissen, te baden of bij vriesweer het ijs te betreden.

11) Het plukken van bloemen en 'planten', het verzamelen van droog hout, stro, droge bladeren of

grond weghalen is verboden.

12) Personen met honden moeten deze aan de leiband houden.

Artikel 4

Afwijkingen op de bovenstaande gebods- en verbodsbepalingen kunnen enkel schriftelijk toegestaan worden

door het College van Burgemeester en Schepenen.

Page 247: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

247

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Artikel 5

Iedere bezoeker is aansprakelijk voor de schade aangericht door hemzelf, door de persoon/personen of

dieren voor wie hij verantwoordelijk is, en dit overeenkomstig artikelen 1382 e.v. van het Burgerlijk

Wetboek.

Artikel 6

Het stadsbestuur en de natuurgroep "De Leiemeersen" zijn niet aansprakelijk voor de ongevallen die de

bezoeker van het natuurgebied "De Poel" zouden kunnen overkomen.

Artikel 7

Door het feit dat men zich in het natuurgebied "De Poel" bevindt, onderwerpen de bezoekers zich aan alle

artikelen van deze afdeling.

Artikel 8

Onverminderd de strafbepalingen, voorzien door andere wettelijke beschikkingen, worden de inbreuken op

dit reglement bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), overeenkomstig de Wet van 24

juni 2013 (GAS-wet).

Page 248: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

248

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 15:

OVERZICHT LOCATIES

AANPLAKBORDEN EN

AANKONDIGINGSBORDEN IN DE

GEMEENTE

Page 249: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

249

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

Page 250: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

250

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

BIJLAGE 15 – Overzicht locaties gemeentelijke aanplakborden en

aankondigingsborden

Locaties Gemeentelijke aanplakborden (8)

Menen

- St.-Jozefsplein Barakken

- G. Gezellelaan (parking St.-Janskerk)

- Generaal Lemanstraat (grasperk kant Ieperstraat)

- Bevrijdingsplein

Lauwe

- Lauweplaats

- Spoorwegstraat (Verrijzeniskerk)

Rekkem

- Plaats - Schelpenstraat (parking Kerk)

Locaties Gemeentelijke aankondigingsborden (12)

Hogeweg: rondpunt aan Koekuitcentrum

Ieperstraat: verkeerslichten G. Gezellelaan

Bruggestraat: verkeerslichten expresweg

Rijselstraat: bushokje Schippershof

Kortrijkstraat: verkeerslichten tunnel

Moeskroenstraat: verkeerslichten Palma

Wevelgemstraat: t.h.v. de Leieboord

Deken Darrasstraat-Boldriesstraat: marktplein

Hospitaalstraat: t.h.v. school - sportcentrum

Dronckaertstraat: einde expresweg

Paradijsstraat: t.h.v. de school

Lauwestraat: t.h.v. het sportcentrum

Page 251: ALGEMENE POLITIEVERORDENING MENEN...AFDELING 4 Reclamedrukwerk, gratis regionale pers.....52 HOOFDSTUK 4 Verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en verglijkbare …

251

APV_GR20150629_APV_tweede_derde_EVALUATIE_leesversie_DEFINITIEF.docx

RELEVANTE GEMEENTERAADSBESLISSINGEN

- Vaststellingsbeslissing van de Gemeenteraad dd. 11 juni 2012 van de Algemene

Politieverordening: Algemene politieverordening – gemeentelijke administratieve sancties. A/ Goedkeuring

vernieuwde algemene politieverordening en invoering van gemeentelijke administratieve sancties

- Eerste wijziging van de Algemene Politieverordening (APV 11.06.2012) goedgekeurd bij

Gemeenteraadsbeslissing dd. 16 december 2013:

- Algemene politieverordening (APV). Aanpassing ten gevolge van de nieuwe gaswet en eerste zonale

evaluatie. Goedkeuring wijzigingen en hervaststelling.

- Tweede wijziging van de Algemene politieverordening - Gemeenteraadsbeslissing dd. 15

december 2014:

-Algemene politieverordening (APV). Diverse wijzigingen. Hervaststelling.

- Gemeentelijk politiereglement voor de veemarkt van Menen. Beslissing tot opheffing.

- Derde wijziging van de Algemene politieverordening – Gemeenteraadsbeslissing dd. 29 juni

2015:

- Algemene politieverordening (APV). Wijziging begraafplaatsen (Titel 6 APV). Hervaststelling.