Alert zijn voor nieuwe ziekten Pseudomonas en vervolgens werden ontsmettingsmiddelen aan...

3
| 11 | Proeſtuinnieuws 10 | 27 mei 2016 Studienamiddag bladgewassen Inagro Alert zijn voor nieuwe ziekten Binnen de principes van de geïntegreerde be- strijding krijgt een duurzame aanpak van ziek- ten en plagen veel aandacht. Op prevenef vlak kan je bijvoorbeeld kiezen voor resistente rassen, ziektevrij plantmateriaal en een aange- paste bemesng. Monitoren en waarnemin- gen zijn cruciaal om te kunnen beslissen of er al of niet chemisch moet worden ingegrepen. Monica Höſte (UGent): “We stellen vast dat het aantal pathogenen, plagen en onkruiden dat resistene tegen bepaalde middelen heeſt ontwikkeld, sterk in opmars is. Hoe snel een organisme resistene kan ontwikkelen hangt af van vele factoren. Op een aantal factoren heb je als teler geen invloed: de wijze van voortplanng, de generaejd, de mobiliteit … Maar op andere factoren kan je wel een stem- pel drukken. Wanneer je chemisch moet in- grijpen kies je bij voorkeur voor een selecef middel. Respecteer daarbij ook de voorge- schreven dosis en wissel voldoende af tussen de verschillende groepen of families. Op deze manier geef je resistene geen kans.” Water ontsmeen met peroxide Nadat bleekwater werd aangeduid als oorzaak van chloraatresidu’s in groenten ging men op zoek naar alternaeven voor de ontsmeng van gietwater. Alleen voor bedrijven die pro- blemen hebben met nerfrot (Pseudomonas cichorii) is het noodzakelijk om het gietwater te ontsmeen. Inagro en het PSKW staren een Thema: Bladgewassen onderzoek op waarbij verschillende handels- middelen die peroxide bevaen, werden ver- geleken. Peter Bleyaert gaf jdens de studie- namiddag een overzicht van de verschillende labo- en veldproeven. De resultaten van deze laboproeven kan je nalezen in Proeſtuinnieuws nummer 2 van 23 januari 2015 ‘Water ont- smeen doe je best met peroxide’. Je kan het (nadat je bent aangemeld) ook terugvinden in het online arkelenarchief op onze website www.proeſtuinnieuws.be. Eind oktober 2015 werd er nog een bijkomen- de proef uitgevoerd. Gietwater werd besmet met Pseudomonas en vervolgens werden ontsmengsmiddelen aan verschillende con- centraes toegevoegd (niet-gestabiliseerd waterstofperoxide, Agro TR50 (Huwa-San) en Cid Clean: 10 ppm waterstofperoxide; proefmiddel: 4 ppm waterstofperoxide; Diox Forte: 0,56 ppm aceve chloor). In het eer- ste object werden de planten na één minuut inwerken aangegoten; in het tweede object na 16 uur inwerken. Na één minuut inwerken had alleen Diox Forte een goede werking, na 16 uur inwerken was er een volledige bestrij- ding met Diox Forte en Huwa-San. Ook met het nieuwe proefmiddel –dat dit jaar hopelijk wordt erkend– werden goede resultaten be- haald in deze proef. De verbeterde werking na 16 uur inwerking toont het belang aan van een tussenciterne. Het gebruik van een injece- pompje voor het doseren van peroxiden heeſt weinig nut omdat de inwerkjd dan te kort is. Fusarium: bedreiging voor de slateelt? Vorig jaar deden allerlei geruchten de ronde over Fusarium-aantasngen bij kropsla in de provincie Antwerpen en in Nederland. Klop- pen deze verhalen en hoe kan je deze nieuwe schimmelziekte herkennen? Isabel Vandevelde (PSKW) gaf een overzicht van de situae: “In de jaren 50 werd Fusarium oxysporum f. sp. lactucae voor het eerst vastgesteld op sla in Japan. In de jaren 90 ook in Amerika en Azië. Begin 2000 werden de eerste gevallen op Eu- ropese bodem gesignaleerd, onder andere in Italië en Duitsland. Op het slacongres in 2014 werd Fusarium oxysporum f. sp. lactucae zelfs als bedreiging naar voren gebracht. In 2013 werden in Nederland verdachte symptomen waargenomen. Maar er werd lang gedacht dat deze schade veroorzaakt werd door de wor- telduizendpoot. Na heel wat onderzoek werd duidelijk dat het wel degelijk om Fusarium oxysporum f. sp. lactucae ging en dat de sporen sneller worden verspreid door de worteldui- zendpoot en ook door nematoden.” Ondertus- sen neemt de aantasng in Nederland al seri- euze propores aan, een zesental bedrijven zijn besmet. In vollegrond werd nog geen aan- tasng waargenomen in Nederland, wel in Ita- lië. De besmee bedrijven liggen in het West- land, in de regio rond Roerdam. Op sommige bedrijven is de aantasng zodanig agressief dat na vier teelten 60% van het bedrijf is aan- getast. Heel vaak vertrekt de aantasng vanaf het pad, en loopt zo in één lijn verder door, pa- rallel met de werkgang. Na elke ronde breidt de aantasng verder lijnvormig uit vanuit het eerste infecepunt. De onderste bladeren van de krop verkleuren geel, na 14 à 28 dagen zie je de verwelking. Op het einde van de teelt kan je na het doorsnijden van de pit een duidelijke donkerbruine tot roodpaarse verkleuring zien. Aantasngen werden al zowel op alternaeve slasoorten als op kropsla vastgesteld. Chlamydosporen kunnen jaren overleven Er bestaan zeer veel soorten Fusarium die planten kunnen aantasten, zowel pathogenen als niet pathogenen. De pathogenen veroor- zaken allerlei belangrijke verwelkingsziekten. Höſte: “Fusarium oxysporum dringt steeds bin- nen via de kleine zijworteltjes en koloniseert het xyleem waardoor de bovengrondse plan- tendelen vergelen en de plant uiteindelijk ver- welkt. Fusarium heeſt niet alleen twee soorten ongeslachtelijke sporen maar maakt ook over- levingsstructuren aan, namelijk chlamydo- sporen. Deze chlamydosporen kunnen zeer lange jd op gewasresten of in de bodem over- leven, zelfs in droge grond. Besmeng door Net wanneer we alles onder controle lijken te hebben, duikt er een nieuw probleem op. Dat geldt jammer genoeg ook vaak voor de be- strijding van ziekten en plagen. Begin maart organiseerde Inagro een studiedag bladgewassen waar een overzicht werd gegeven van alle actualiteiten. Nieuwe belagers zoals Fusarium in sla en Acidovorax in veldsla trokken de aandacht van veel telers. copyright Proeftuinnieuws

Transcript of Alert zijn voor nieuwe ziekten Pseudomonas en vervolgens werden ontsmettingsmiddelen aan...

| 11 | Proeftuinnieuws 10 | 27 mei 2016

Studienamiddag bladgewassen Inagro

Alert zijn voor nieuwe ziekten

Binnen de principes van de geïntegreerde be-strijding krijgt een duurzame aanpak van ziek-ten en plagen veel aandacht. Op preventief vlak kan je bijvoorbeeld kiezen voor resistente rassen, ziektevrij plantmateriaal en een aange-paste bemesting. Monitoren en waarnemin-gen zijn cruciaal om te kunnen beslissen of er al of niet chemisch moet worden ingegrepen. Monica Höfte (UGent): “We stellen vast dat het aantal pathogenen, plagen en onkruiden dat resistentie tegen bepaalde middelen heeft ontwikkeld, sterk in opmars is. Hoe snel een organisme resistentie kan ontwikkelen hangt af van vele factoren. Op een aantal factoren heb je als teler geen invloed: de wijze van voortplanting, de generatietijd, de mobiliteit … Maar op andere factoren kan je wel een stem-pel drukken. Wanneer je chemisch moet in-grijpen kies je bij voorkeur voor een selectief middel. Respecteer daarbij ook de voorge-schreven dosis en wissel voldoende af tussen de verschillende groepen of families. Op deze manier geef je resistentie geen kans.”

Water ontsmetten met peroxide

Nadat bleekwater werd aangeduid als oorzaak van chloraatresidu’s in groenten ging men op zoek naar alternatieven voor de ontsmetting van gietwater. Alleen voor bedrijven die pro-blemen hebben met nerfrot (Pseudomonas cichorii) is het noodzakelijk om het gietwater te ontsmetten. Inagro en het PSKW startten een

Thema: Bladgewassen

onderzoek op waarbij verschillende handels-middelen die peroxide bevatten, werden ver-geleken. Peter Bleyaert gaf tijdens de studie-namiddag een overzicht van de verschillende labo- en veldproeven. De resultaten van deze laboproeven kan je nalezen in Proeftuinnieuws nummer 2 van 23 januari 2015 ‘Water ont-smetten doe je best met peroxide’. Je kan het (nadat je bent aangemeld) ook terugvinden in het online artikelenarchief op onze website www.proeftuinnieuws.be. Eind oktober 2015 werd er nog een bijkomen-de proef uitgevoerd. Gietwater werd besmet met Pseudomonas en vervolgens werden ontsmettingsmiddelen aan verschillende con-centraties toegevoegd (niet-gestabiliseerd waterstofperoxide, Agro TR50 (Huwa-San) en Cid Clean: 10 ppm waterstofperoxide; proefmiddel: 4 ppm waterstofperoxide; Diox Forte: 0,56 ppm actieve chloor). In het eer-ste object werden de planten na één minuut inwerken aangegoten; in het tweede object na 16 uur inwerken. Na één minuut inwerken had alleen Diox Forte een goede werking, na 16 uur inwerken was er een volledige bestrij-ding met Diox Forte en Huwa-San. Ook met het nieuwe proefmiddel –dat dit jaar hopelijk wordt erkend– werden goede resultaten be-haald in deze proef. De verbeterde werking na 16 uur inwerking toont het belang aan van een tussenciterne. Het gebruik van een injectie-pompje voor het doseren van peroxiden heeft weinig nut omdat de inwerktijd dan te kort is.

Fusarium: bedreiging voor de slateelt?

Vorig jaar deden allerlei geruchten de ronde over Fusarium-aantastingen bij kropsla in de provincie Antwerpen en in Nederland. Klop-pen deze verhalen en hoe kan je deze nieuwe schimmelziekte herkennen? Isabel Vandevelde (PSKW) gaf een overzicht van de situatie: “In de jaren 50 werd Fusarium oxysporum f. sp. lactucae voor het eerst vastgesteld op sla in Japan. In de jaren 90 ook in Amerika en Azië. Begin 2000 werden de eerste gevallen op Eu-ropese bodem gesignaleerd, onder andere in Italië en Duitsland. Op het slacongres in 2014 werd Fusarium oxysporum f. sp. lactucae zelfs als bedreiging naar voren gebracht. In 2013 werden in Nederland verdachte symptomen waargenomen. Maar er werd lang gedacht dat deze schade veroorzaakt werd door de wor-telduizendpoot. Na heel wat onderzoek werd duidelijk dat het wel degelijk om Fusarium oxysporum f. sp. lactucae ging en dat de sporen sneller worden verspreid door de worteldui-zendpoot en ook door nematoden.” Ondertus-sen neemt de aantasting in Nederland al seri-euze proporties aan, een zestiental bedrijven zijn besmet. In vollegrond werd nog geen aan-tasting waargenomen in Nederland, wel in Ita-lië. De besmette bedrijven liggen in het West-land, in de regio rond Rotterdam. Op sommige bedrijven is de aantasting zodanig agressief dat na vier teelten 60% van het bedrijf is aan-getast. Heel vaak vertrekt de aantasting vanaf het pad, en loopt zo in één lijn verder door, pa-rallel met de werkgang. Na elke ronde breidt de aantasting verder lijnvormig uit vanuit het eerste infectiepunt. De onderste bladeren van de krop verkleuren geel, na 14 à 28 dagen zie je de verwelking. Op het einde van de teelt kan je na het doorsnijden van de pit een duidelijke donkerbruine tot roodpaarse verkleuring zien. Aantastingen werden al zowel op alternatieve slasoorten als op kropsla vastgesteld.

Chlamydosporen kunnen jaren overlevenEr bestaan zeer veel soorten Fusarium die planten kunnen aantasten, zowel pathogenen als niet pathogenen. De pathogenen veroor-zaken allerlei belangrijke verwelkingsziekten. Höfte: “Fusarium oxysporum dringt steeds bin-nen via de kleine zijworteltjes en koloniseert het xyleem waardoor de bovengrondse plan-tendelen vergelen en de plant uiteindelijk ver-welkt. Fusarium heeft niet alleen twee soorten ongeslachtelijke sporen maar maakt ook over-levingsstructuren aan, namelijk chlamydo- sporen. Deze chlamydosporen kunnen zeer lange tijd op gewasresten of in de bodem over-leven, zelfs in droge grond. Besmetting door

Net wanneer we alles onder controle lijken te hebben, duikt er een nieuw probleem op. Dat geldt jammer genoeg ook vaak voor de be-strijding van ziekten en plagen. Begin maart organiseerde Inagro een studiedag bladgewassen waar een overzicht werd gegeven van alle actualiteiten. Nieuwe belagers zoals Fusarium in sla en Acidovorax in veldsla trokken de aandacht van veel telers.

copy

right

Proe

ftuinn

ieuws

copy

right

Proe

ftuinn

ieuws

| 12 | Proeftuinnieuws 10 | 27 mei 2016

Fusarium gebeurt nooit via de lucht, steeds via de bodem. Verspreiding over lange afstand –zoals uit Japan of Amerika– zal waarschijnlijk via besmet zaad zijn gebeurd. Op dit moment zijn er al drie fysio’s gekend.” Deze drie kunnen niet worden onderscheiden op basis van hun morfologie, dat kan enkel via inoculatie op resistente rassen. Voor fysio 1 is er wel al een moleculaire methode ontwikkeld.

Vier gevallen in BelgiëIn de provincie Oost-Vlaanderen werden op twee bedrijven verdachte symptomen gesig-naleerd en uit staalnames uitgevoerd door een zaadhuis blijkt dat het om Fusarium oxysporum f. sp. lactucae zou gaan. Ook in de provincie Antwerpen werden verwelkingssymptomen gesignaleerd op drie bedrijven. Er werden stalen binnengebracht bij UGent en daaruit

bleek dat het op twee bedrijven effectief om Fusarium oxysporum f. sp. lactucae ging. Van-develde: “Verwelkingssymptomen kunnen ook worden veroorzaakt door aaltjes, Pythium of Botrytis. Dus als je twijfelt zeker en vast de pit doorsnijden op het einde van de teelt om te controleren op een roodbruine verkleuring. Of stuur een staal op zodat we in het labo een analyse kunnen laten uitvoeren.”

Oplossingen?Curatieve maatregelen zijn er voorlopig niet voor handen. Maar wat kunnen we nu doen om uitbreiding te vermijden? Vandevelde: “Hygiëne is ontzettend belangrijk. Aangezien de schimmel in de pit van de krop zit, is het belangrijk om alle oogstresten uit de serre te verwijderen. Je moet je realiseren dat de ver-spreiding gebeurt via grondpartikeltjes. Laat bezoekers dus niet zomaar toe op je bedrijf maar vraag steeds om eigen laarzen of over-laarsjes te dragen. Het dragen van wegwerp-handschoenen of het ontsmetten van de han-den kan ook nuttig zijn. Daarnaast kan je ook al het gebruikte materiaal ontsmetten, maar ook door de oogstbakken te ontsmetten ver-mijd je verspreiding van de schimmel. Het is nog niet duidelijk hoeveel uren de sporen op de bakken kunnen overleven nadat ze volledig opgedroogd zijn. Ook loonwerkers moeten hun machines tussen twee slabedrijven ont-smetten.” Vanuit de hoek van de veredeling verwacht men oplossingen. Op dit moment is er minimaal al één resistent vollegrondsras kropsla voor de zuiderse markt (openlucht). Bij de alternatieve slasoorten zijn er tolerante en hoog tolerante rassen te beproeven.Besmette bedrijven proberen de periode tot er resistente rassen beschikbaar zullen zijn te overbruggen met bodem- en kasontsmetting. In Nederland zijn er geen chemische bodem-ontsmettingsmiddelen meer. Oppervlakkig stomen bleek het Fusarium-probleem alleen maar te verergeren! Een stoomdrainage tot een diepte van 50 cm biedt mogelijkheden. De kans bestaat echter dat er enkele sporen zul-len overleven en die sporen zullen de bodem na de behandeling heel snel opnieuw koloni-seren. Fungiciden die werken tegen Fusarium oxysporum en erkend zijn in andere teelten zullen vermoedelijk niet gauw in de slateelt erkend geraken. Tussen de biologische mid-delen zitten er wel een aantal mogelijkheden. Prestop is erkend tegen Fusarium in sla. Van Se-renade, Trianum en enkele andere biologische proefmiddelen wordt de werking tegen Fusari-um oxysporum f. sp. lactucae momenteel nog onderzocht. In het onderzoeksproject FUNSLA (Fungi en Nematoden in sla) zullen het PSKW, PCG, Inagro, ILVO en UGent allerlei proeven

Een typisch beeld van Fusarium oxysporum f. sp. lactucae: verstopte zwarte vaatbundels bij het doorsnijden van de pit op het einde van de teelt.

Bij het afsnijden van de krop zie je een roodbruine verkleuring door de verstopte vaatbundels.

Fusarium oxysporum f. sp. lactucae is een verwelkingsziekte: de onderste bladeren verkleuren geel en verwelken.

copy

right

Proe

ftuinn

ieuws

| 13 | Proeftuinnieuws 10 | 27 mei 2016

aanleggen om te komen tot een beheersings-strategie van grondgebonden schimmels en nematoden (zie ook artikel ‘Paratylenchus spp. en Pratylenchus penetrans in bladgroenten onder glas’ op pagina 20-21). Uiteraard zul-len er ook allerlei proeven omtrent Fusarium oxysporum f. sp. lactucae worden uitgevoerd.

Bacterievlekken op veldsla

Bacterievlekkenziekte is sinds 2013 een op-komend probleem in veldsla, het aantal mel-dingen stijgt snel. Tom Beyers van het PCG schetste de situatie: “De ziekte wordt ver-oorzaakt door de bacterie Acidovorax valeri-anellae. Aantastingen kunnen het jaar rond voorkomen, de vlekken zijn vooral zichtbaar op de kiemlobben. Aangetaste bladeren zijn onverkoopbaar. Aanvankelijk waren er voor-al problemen in West-Vlaanderen, nu ook in Antwerpen. De bacterie kan ook tijdens de bewaring nog verder ontwikkelen, waardoor de aantasting tijdens transport of in de verpak-king nog kan uitbreiden.”De bacterie werd in 1991 voor het eerst geïso-leerd uit veldsla in Frankrijk. In 1999 gebeur-de dat opnieuw in Duitsland in de Pfalz. Op dit moment incasseert men in de regio van Nantes verliezen tot 10% door aantasting van Acidovorax. Doordat veldsla op wereldschaal een kleine teelt is, werd er tot op heden wei-nig onderzoek uitgevoerd. Uit oudere studies is wel gebleken dat de bacterie kan overleven in de bodem en dat overdracht via het zaad kan gebeuren.Maar worden alle zwarte vlekjes op veldsla veroorzaakt door Acidovorax? Neen, ze zijn ook te verwarren met een aantasting van de schimmel Phoma valerianellae. Beyers: “De symptomen van Acidovorax zijn kleine zwarte, vettige vlekjes die al zeer vroeg kunnen voor-komen op de kiembladeren. Bij Phoma ont-staan er zwarte necrotische vlekjes, soms zijn

er concentrische ringen zichtbaar in de vlek of een stip midden in de vlek. Soms kan je ook rode stipjes op de bladsteel zien bij een aantas-ting van deze schimmel.” Besmet zaaizaad zou een belangrijke infectie- oorzaak zijn. Daarom werden er al verschillen-de testen uitgevoerd om de contaminatie van commerciële loten na te gaan. ILVO zal in 2016 een moleculaire detectiemethode ontwikkelen om Acidovorax te detecteren in zaden, grond en gewasresten. Beyers: “Over de levenscyclus en verspreiding is nog niet zo veel geweten. De bacterie koloniseert de plantenwortels en kan vervolgens gedurende lange tijd in de bodem overleven op gewasresten. Of de bacterie zich ook kan verspreiden via irrigatiewater en kan overleven in een biofilm is nog niet duidelijk. Omdat verspreiding via gronddeeltjes aan machines of ander werkmateriaal ook een po-tentieel gevaar kan zijn, raden we loonwerkers aan om hun machines goed te reinigen en ont-smetten.” De bacterie gedijt het best in war-me en vochtige (broeierige) omstandigheden. Infectie is mogelijk bij temperaturen van 10 tot 30°C; hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de infectie verloopt. De bacterie zou ook latent aanwezig kunnen zijn in een serre, zonder dat er symptomen zichtbaar zijn. Het vernietigen of verwijderen van oogstres-ten uit de serre is een belangrijke beheers-maatregel. Chemische bodemontsmetting zou ook een goede werking kunnen hebben, maar dat werd nog niet aangetoond. De luchtvoch-tigheid blijft best onder de 85% en je stelt de beregening best zodanig af dat de bladnat- periodes zo kort mogelijk zijn. Tussen de rassen zijn er voorlopig geen verschillen in gevoelig-heid vastgesteld. Tom Beyers riep de telers op om verdachte stalen zeker binnen te brengen. Zo kan men uitsluiten of het over een infectie door Acidovorax of door Phoma gaat. Hoe meer cases gekend zijn, hoe meer het onderzoek –en dus ook de sector– vooruit wordt geholpen.

Heads up, roots down

An Decombel stelde de resultaten voor van de rassenproeven veldsla en de proef met de verschillende zaaidichtheden voor het vierde gamma. Deze resultaten kwamen al aan bod in het artikel ‘Dichter zaaien veldsla vervroegt oogst maar effect is beperkt’ van Proeftuin-nieuws nummer 6. Vervolgens gaf An Decom-bel een overzicht van de tips om de houd-baarheid van veldsla te verbeteren. In een onderzoeksproject in samenwerking met het VCBT en het Proefstation voor de Groenteteelt onderzocht Inagro welke technieken een in-vloed hebben op de houdbaarheid. Decombel: “De watergift, bemesting en uitgevoerde ge-wasbescherming bleken een verwaarloosbare invloed te hebben op de houdbaarheid. Maar alles wat je doet ná de oogst heeft wel een gro-te invloed. Een gouden regel bij het oogsten is: heads up, roots down. Een goede en uniforme stapeling in de kist voorkomt uitdroging en ver-welking. Wanneer je alle plantjes mooi schikt en de wortels tegen de onderkant van de kist komen, kunnen ze zelfs nog wat vocht opne-men.” Na het oogsten is het van groot belang om voldoende snel én diep (tot zeker 2°C) in te koelen. Omwikkelen met plastic kan, maar het is zeer belangrijk om niet onmiddellijk maar pas na één dag de plastic omwikkeling aan te brengen rond de kisten. Te vroeg omwikkelen zorgt voor broei en rot.

K. BlumSchadebeeld Acidovorax op veldsla: kleine zwarte, vettige vlekjes

De plantjes rechtsboven in de kist zijn niet mooi gestapeld volgens het principe: heads up, roots down. Een goede en uni-forme stapeling in de kist voorkomt uitdroging en verwelking.

copy

right

Proe

ftuinn

ieuws

copy

right

Proe

ftuinn

ieuws