‘Ik zie veel kwaliteit op de locaties’...• Ronde tafelgesprek over ouderbetrokkenheid • In...

1
In deze VVE Nieuwsbrief ondersteuning borging KIJK! • Drie vragen over... De Zomerschool • Nieuwe peuterspeelzaal SKOS • In de praktijk: Angela Ouwehand • Ronde tafelgesprek over ouderbetrokkenheid • In de schijnwerpers: Opstap(je) • Nieuws Om de pm’ers in het werken met KIJK! te ondersteunen, krijgen alle VVE-locaties ongeveer vier keer bezoek van Riet Tuink van OBD Noordwest. Pm’er Irina: ‘Ik lette altijd al wel op allerlei dingen, maar ik doe dat nu bewuster.’ Irina is pm’er bij peuterspeelzaal Het Paradijsje (Haarlem Effect). Riet Tuink heeft deze locatie al een aantal keren bezocht. ‘Riets ondersteuning is welkom’, vertelt Irina, ‘want je moet op een heleboel ontwik- kelingsgebieden letten. Waar kijk je naar? Wat doe je dan? We willen het natuurlijk zo goed mogelijk doen.’ Het advies van Riet was: niet te veel opschrijven, de kinderen in kleine groepjes indelen en duidelijk de taken verdelen: wie gaat er met het kleine groepje aan de gang om observaties te doen? Irina: ‘Riet heeft met ons dus een soort werkplan gemaakt.’ Bewuster kijken Sinds KIJK! is geïntroduceerd, observeren Irina en haar collega’s meestal één ontwikkelingslijn per week of per twee weken. De VVE-coach maakt een globale themaplanning, die Irina en haar collega’s zelf verder invullen - zowel vanuit Uk & Puk als met zelfbedachte activiteiten. ‘Als wij nu de grove motoriek gaan obser- veren, dan bedenk ik: welke activiteit kunnen wij daar- voor inzetten? Zo hebben we laatst bij het thema regen “plassen” van papier gemaakt. We gingen in kleine groepjes “stampen in de plassen”, springen, en op één been staan. Dan kijk je: kunnen ze dat al? Ik lette altijd al wel op allerlei dingen, maar ik doe dat nu bewuster.’ Of neem de ontwikkelingslijn zelfredzaamheid. Op advies van Riet pakt Irina altijd eerst de handleiding van KIJK! erbij. Wat staat daarin over zelfredzaamheid, hoe kun je dat zien bij kinderen? Irina: ‘Zelfstandig naar de wc gaan, een broek kunnen uittrekken, zelf een jas aantrekken, om hulp vragen bij het pellen van een banaan... Daarvan maken we korte notities; opvallende observaties schrijven we sowieso op. Soms zie je niets, maar doordat je er zo mee bezig bent, kan het je een paar dagen later ineens opvallen dat ze toch zelf hun jas aantrekken.’ Groepsrapport Door het dagelijks observeren en halfjaarlijks registre- ren ontstaat een steeds completer beeld van de ont- wikkeling van de kinderen. De volgende stap is het kie- zen van activiteiten die hierbij aansluiten. Op de vraag of Het Paradijsje hier al mee bezig is, antwoordt Irina: ‘Eind mei gaan we een groepsrapport maken. Daarmee kunnen we zien wat er in de groep opvalt. Is er bijvoor- beeld al ontluikende geletterdheid? Dat kunnen we dan verwerken in ons handelingsplan. Als dat groepsrapport bijvoorbeeld laat zien dat drie kinderen eruit springen op cognitieve ontwikkeling, dan kunnen we ze moeilij- kere versies van Lotto of andere activiteiten aanbieden.’ Positieve reacties In het begin had Irina het gevoel dat ze ‘van alles moest’, vertelt ze. ‘Maar het wordt steeds makkelijker, nu we er meer bedreven in zijn. Soms denk ik, als er op een dag zestien kinderen zijn en het heel mooi weer is: we gaan gewoon lekker naar buiten en laten het observeren even voor wat het is.’ Ook gebeurt het wel eens dat er een activiteit is gepland voor de observatie van de fijne motoriek, en dat Irina en haar collega’s dan meteen de ontwikkelingslijn zelfredzaamheid in hun observaties meenemen. ‘De bedoeling is dat we in tien weken alle ontwikkelingslijnen een keer observeren; daar kunnen we zelf inmiddels een beetje mee spelen.’ De uitkomsten van de observaties kunnen worden gebruikt bij de overdracht naar de basisschool en in gesprekken met ouders. Irina: ‘Bij de drie-jaargesprek- ken hebben we alle observaties aan de ouders laten zien. De reacties waren heel positief; ouders vinden het fijn om te zien dat hun kinderen zo actief in hun ontwikkeling worden gevolgd.’ Pm’er Irina: ‘Het wordt steeds makkelijker, nu we er meer bedreven in zijn’ Riet Tuink (links) bespreekt met Anita en Irina activiteiten rond een bepaald thema. ‘Ik zie veel kwaliteit op de locaties’ Riet Tuink (OBD Noordwest): ‘Bijna alle pm’ers zijn inmiddels dagelijks bezig met KIJK!. Ik zie dat ze bewuster kijken en planmatiger bezig zijn met het aan- bod. Ze begeleiden bijvoorbeeld een klein groepje met een bepaalde activiteit, zoals een voorleesactiviteit of een spelletje. En ik zie ze steeds kort noteren wat ze bij de kinderen observeren. “Wat kunnen de kinderen al verwoorden, welke verschil- len merk ik op?” De pm’ers zijn zich er meer van bewust dat kinderen ervaringen opdoen en wat de kwaliteit is van het bezig zijn. Ik adviseer de pm’ers om ook te kij- ken naar de basiskenmerken van kinderen – onder andere zelfvertrouwen en nieuws- gierig/ondernemend. Als die kenmerken in orde zijn, kunnen kinderen leren van spel en spelen. Dat zie je dan vooral aan hun betrokkenheid. Daarom leer ik de pm’ers om elke dag te kijken of kinderen actief bezig zijn en of ze daarvan genieten. Door de nieuwe werkwijze worden kinde- ren nauwlettender geobserveerd en krij- gen ze meer gerichte aandacht. Ik denk met de pm’ers ook heel erg na over hun aanbod, met Uk & Puk of Piramide. Welke activiteiten ga je doen en met welk doel? Ik ben ontzettend trots op ze, want ik zie veel kwaliteit op de locaties. Eigenlijk hebben alle pm’ers de positieve ervaring dat KIJK! iets oplevert: ze merken dat ze gerichter kijken naar de ontwikkeling van kinderen en dat zij daardoor beter kunnen aansluiten bij hun behoeften. Langza- merhand wordt het routine om actief observaties te doen en die in het systeem te zetten. Daardoor kunnen de pm’ers er steeds meer winst uit halen.’ 1

Transcript of ‘Ik zie veel kwaliteit op de locaties’...• Ronde tafelgesprek over ouderbetrokkenheid • In...

Page 1: ‘Ik zie veel kwaliteit op de locaties’...• Ronde tafelgesprek over ouderbetrokkenheid • In de schijnwerpers: Opstap(je) • Nieuws Om de pm’ers in het werken met KIJK! te

In deze VVE Nieuwsbrief ondersteuning borging KIJK! • Drie vragen over... De Zomerschool • Nieuwe peuterspeelzaal SKOS • In de praktijk: Angela Ouwehand • Ronde tafelgesprek over ouderbetrokkenheid • In de schijnwerpers: Opstap(je)• Nieuws

Om de pm’ers in het werken met KIJK! te ondersteunen, krijgen alle VVE-locaties ongeveer vier keer bezoek van Riet Tuink van OBD Noordwest. Pm’er Irina: ‘Ik lette altijd al wel op allerlei dingen, maar ik doe dat nu bewuster.’

Irina is pm’er bij peuterspeelzaal Het Paradijsje (Haarlem Effect). Riet Tuink heeft deze locatie al een aantal keren bezocht. ‘Riets ondersteuning is welkom’, vertelt Irina, ‘want je moet op een heleboel ontwik-kelingsgebieden letten. Waar kijk je naar? Wat doe je dan? We willen het natuurlijk zo goed mogelijk doen.’ Het advies van Riet was: niet te veel opschrijven, de kinderen in kleine groepjes indelen en duidelijk de taken verdelen: wie gaat er met het kleine groepje aan de gang om observaties te doen? Irina: ‘Riet heeft met ons dus een soort werkplan gemaakt.’

Bewuster kijkenSinds KIJK! is geïntroduceerd, observeren Irina en haar collega’s meestal één ontwikkelingslijn per week of per twee weken. De VVE-coach maakt een globale themaplanning, die Irina en haar collega’s zelf verder invullen - zowel vanuit Uk & Puk als met zelfbedachte activiteiten. ‘Als wij nu de grove motoriek gaan obser-veren, dan bedenk ik: welke activiteit kunnen wij daar-voor inzetten? Zo hebben we laatst bij het thema regen “plassen” van papier gemaakt. We gingen in kleine groepjes “stampen in de plassen”, springen, en op één been staan. Dan kijk je: kunnen ze dat al? Ik lette altijd al wel op allerlei dingen, maar ik doe dat nu bewuster.’

Of neem de ontwikkelingslijn zelfredzaamheid. Op advies van Riet pakt Irina altijd eerst de handleiding van KIJK! erbij. Wat staat daarin over zelfredzaamheid, hoe kun je dat zien bij kinderen? Irina: ‘Zelfstandig naar de wc gaan, een broek kunnen uittrekken, zelf een jas aantrekken, om hulp vragen bij het pellen van een banaan... Daarvan maken we korte notities; opvallende observaties schrijven we sowieso op. Soms zie je niets, maar doordat je er zo mee bezig bent, kan het je een paar dagen later ineens opvallen dat ze toch zelf hun jas aantrekken.’

GroepsrapportDoor het dagelijks observeren en halfjaarlijks registre-ren ontstaat een steeds completer beeld van de ont-wikkeling van de kinderen. De volgende stap is het kie-zen van activiteiten die hierbij aansluiten. Op de vraag of Het Paradijsje hier al mee bezig is, antwoordt Irina: ‘Eind mei gaan we een groepsrapport maken. Daarmee kunnen we zien wat er in de groep opvalt. Is er bijvoor-beeld al ontluikende geletterdheid? Dat kunnen we dan verwerken in ons handelingsplan. Als dat groepsrapport bijvoorbeeld laat zien dat drie kinderen eruit springen op cognitieve ontwikkeling, dan kunnen we ze moeilij-kere versies van Lotto of andere activiteiten aanbieden.’

Positieve reactiesIn het begin had Irina het gevoel dat ze ‘van alles moest’, vertelt ze. ‘Maar het wordt steeds makkelijker, nu we er meer bedreven in zijn. Soms denk ik, als er op een dag zestien kinderen zijn en het heel mooi weer is: we gaan gewoon lekker naar buiten en laten het observeren even voor wat het is.’ Ook gebeurt het wel eens dat er een activiteit is gepland voor de observatie van de fijne motoriek, en dat Irina en haar collega’s dan meteen de ontwikkelingslijn zelfredzaamheid in hun observaties meenemen. ‘De bedoeling is dat we in tien weken alle ontwikkelingslijnen een keer observeren; daar kunnen we zelf inmiddels een beetje mee spelen.’De uitkomsten van de observaties kunnen worden gebruikt bij de overdracht naar de basisschool en in gesprekken met ouders. Irina: ‘Bij de drie-jaargesprek-ken hebben we alle observaties aan de ouders laten zien. De reacties waren heel positief; ouders vinden het fijn om te zien dat hun kinderen zo actief in hun ontwikkeling worden gevolgd.’

Pm’er Irina:

‘ Het wordt steeds makkelijker, nu we er meer bedreven in zijn’

Riet Tuink (links) bespreekt met Anita en Irina activiteiten rond een bepaald thema.

‘Ik zie veel kwaliteit op de locaties’

Riet Tuink (OBD Noordwest): ‘Bijna alle pm’ers zijn inmiddels dagelijks bezig met KIJK!. Ik zie dat ze bewuster kijken en planmatiger bezig zijn met het aan-bod. Ze begeleiden bijvoorbeeld een klein groepje met een bepaalde activiteit, zoals een voorleesactiviteit of een spelletje. En ik zie ze steeds kort noteren wat ze bij de

kinderen observeren. “Wat kunnen de kinderen al verwoorden, welke verschil-len merk ik op?” De pm’ers zijn zich er meer van bewust dat kinderen ervaringen opdoen en wat de kwaliteit is van het bezig zijn. Ik adviseer de pm’ers om ook te kij-ken naar de basiskenmerken van kinderen – onder andere zelfvertrouwen en nieuws-gierig/ondernemend. Als die kenmerken

in orde zijn, kunnen kinderen leren van spel en spelen. Dat zie je dan vooral aan hun betrokkenheid. Daarom leer ik de pm’ers om elke dag te kijken of kinderen actief bezig zijn en of ze daarvan genieten. Door de nieuwe werkwijze worden kinde-ren nauwlettender geobserveerd en krij-gen ze meer gerichte aandacht. Ik denk met de pm’ers ook heel erg na over hun aanbod, met Uk & Puk of Piramide. Welke activiteiten ga je doen en met welk doel?

Ik ben ontzettend trots op ze, want ik zie veel kwaliteit op de locaties. Eigenlijk hebben alle pm’ers de positieve ervaring dat KIJK! iets oplevert: ze merken dat ze gerichter kijken naar de ontwikkeling van kinderen en dat zij daardoor beter kunnen aansluiten bij hun behoeften. Langza-merhand wordt het routine om actief observaties te doen en die in het systeem te zetten. Daardoor kunnen de pm’ers er steeds meer winst uit halen.’

1