agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur...

41
Beheerstrategie ANLb Het Drents Collectief Juli 2015

Transcript of agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur...

Page 1: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Beheerstrategie ANLb

Het Drents Collectief

Juli 2015

Page 2: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Inhoudsopgave

1 INLEIDING................................................................................................................................41.1 OP WEG NAAR EFFICIËNTER EN EFFECTIEVER AGRARISCH NATUURBEHEER.................................................41.2 OPZET EN STATUS BEHEERSTRATEGIE.................................................................................................4

2 NATUURBEHEERPLAN..............................................................................................................52.1 LEEFGEBIEDEN..............................................................................................................................52.2 BEHEERTYPEN...............................................................................................................................62.3 INSTAPEISEN................................................................................................................................7

3 HUIDIG EN TOEKOMSTIG AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER................................83.1 HUIDIGE SITUATIE..........................................................................................................................8

3.1.1 Akkerfauna.........................................................................................................................83.1.2 Weidevogelbeheer.............................................................................................................93.1.3 Landschap agrarisch en Botanisch beheer.........................................................................9

3.2 WAT GAAT ER VERANDEREN?..........................................................................................................93.2.1 Doelstellingen....................................................................................................................93.2.2 Akkervogelbeheer............................................................................................................103.2.3 Weidevogelbeheer...........................................................................................................103.2.4 Droge en natte dooradering.............................................................................................10

4 STRATEGIE.............................................................................................................................124.1 OPEN AKKERLAND.......................................................................................................................124.2 OPEN GRASLAND.........................................................................................................................124.3 DROGE EN NATTE DOORADERING...................................................................................................13

5 WERKWIJZE............................................................................................................................165.1 COMMUNICATIE MET GRONDEIGENAREN..........................................................................................16

5.1.1 Gecontracteerde grondeigenaren....................................................................................165.1.2 Niet-gecontracteerde grondeigenaren.............................................................................165.1.3 Andere relevante partijen................................................................................................16

5.2 GEBIEDSAANVRAAG.....................................................................................................................165.2.1 Voorintekening per werkgebied.......................................................................................165.2.2 Beheerplan.......................................................................................................................175.2.3 Gebiedsaanvraag.............................................................................................................17

5.3 CONTRACTEN MET GRONDEIGENAREN.............................................................................................175.3.1 Prioritering huidige en nieuwe contractanten..................................................................185.3.2 Looptijd contracten..........................................................................................................185.3.3 Drempelwaarde...............................................................................................................18

5.4 BEHEERPAKKETTEN......................................................................................................................185.5 TARIEVEN..................................................................................................................................205.6 MONITORING.............................................................................................................................20

5.6.1 Uniforme monitoringssystematiek ANLb..........................................................................205.6.2 Water...............................................................................................................................20

BIJLAGE 1 INSTAPEISEN PER LEEFGEBIED.................................................................................21

BIJLAGE 2 OVERZICHT AFLOPENDE CONTRACTEN 2015-2020...................................................26

2

Page 3: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

BIJLAGE 3 KAARTEN LEEFGEBIEDEN EN LIGGING HUIDIGE CONTRACTEN (2015).......................27

3

Page 4: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

1 Inleiding

1.1 Op weg naar efficiënter en effectiever agrarisch natuurbeheer

Het stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) wordt hervormd. Dit met als doel om de uitvoering en organisatie efficiënter en effectiever te maken. Per 2016 kunnen boeren en andere grondeigenaren alleen nog een contract voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer afsluiten via een collectief, vaak een samenwerking van meerdere agrarische natuurverenigingen (ANV’s). In de provincie Drenthe is er sprake van één collectief: Het Drents Collectief (HDC). Het bestuur van het Drents collectief wordt gevormd door ANV Drenthe en LTO Noord, de werkorganisatie ligt in handen van ANV Drenthe.

Inhoudelijk ligt de focus van het nieuwe stelsel op een kwaliteitsverbetering. Contracten worden gerichter afgesloten in gebieden waar verwacht wordt dat agrarisch natuur- en landschapsbeheer het beste bijdraagt aan een versterking van de biodiversiteit. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij bestaande elementen en netwerken, om zo tot een samenhangend geheel te komen. Ook wordt gekeken welke doelsoorten er in een kansrijk (deel)gebied voorkomen. Door het uitvoeren van gerichte inrichtings- en beheermaatregelen wordt een geschikt habitat voor de betreffende doelsoorten gecreëerd.

1.2 Opzet en status beheerstrategie

Het Drents Collectief omschrijft met deze beheerstrategie haar koers voor het agrarisch natuurbeheer in de periode 2016-2021. De huidige situatie van beheer wordt naast de voorwaarden uit het provinciale Natuurbeheerplan gelegd. Aanvullend hierop zal het collectief zelf speerpunten voor de komende jaren formuleren waarop zij zich wil gaan richten. Met deze informatie samen worden doelen voor de lange en korte termijn geformuleerd.

Het resultaat is een concrete onderbouwde aanpak op basis waarvan in het veld keuzes kunnen worden gemaakt én uitgelegd. Een beheerstrategie is een dynamisch document voor intern gebruik. Wanneer door nieuwe inzichten en/of aanvullende informatie blijkt dat het collectief haar koers moet wijzigen, dan kan bestuurlijk worden besloten deze beheerstrategie aan te passen. Voor dit moment wordt er gewerkt met de kennis en informatie die er nu beschikbaar is.

Grondeigenaren en grondgebruikers Contracten voor agrarisch natuurbeheer kunnen worden afgesloten door grondgebruikers. In de meeste gevallen is de grondgebruiker tevens grondeigenaar. Dit geldt echter niet voor gronden die bijv. verpacht zijn. Pachters kunnen met hun verpachter afspraken maken over agrarisch natuurbeheer op hun grond. Waar in dit document over grondeigenaren wordt gesproken kan ook grondgebruiker worden gelezen.

4

Page 5: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

2 Natuurbeheerplan

In dit hoofdstuk worden nader ingegaan op het provinciale Natuurbeheerplan (NBP) dat het beleidskader is waarbinnen HDC moet werken. De provincie Drenthe heeft het NBP in nauw overleg met HDC en andere gebiedspartijen opgesteld. Jaarlijks bestaat de mogelijkheid om het NBP aan te passen.

In het nieuwe stelsel voor ANLb worden door de provincie vier leefgebieden onderscheiden: open grasland, open akkerland, natte dooradering en droge dooradering. Zij vormen de agrarische natuurtypen van de Index Natuur en Landschap 2016. De categorie water is hier apart aan toegevoegd. In het Natuurbeheerplan zijn de leefgebieden (agrarische natuurtypen) en de categorie water als zoekgebieden op de kaart gezet. Binnen deze begrenzingen is het mogelijk om subsidie aan te vragen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Er wordt sterk ingezet op het verbeteren van de leefgebieden van (inter-) nationale en Drentse soorten, waarbij wordt gestreefd naar inzet in de meest kansrijke gebieden. Het gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel of gedeeltelijk afhankelijk zijn van het agrarisch cultuurlandschap.

2.1 Leefgebieden

Een leefgebied is een begrenzing van een gebied gericht op specifieke soorten van open grasland, open akkerland, natte dooradering of droge dooradering. Het zijn gebieden die bijdragen aan de instandhouding en/of verbetering van een aantal soorten of soortengroepen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn (VR/HR), aangevuld met provinciale soorten en/of gebieden die bijdragen aan de versterking van het Natuur Netwerk Nederland, Natuur Netwerk Drenthe, de kwaliteit van het landschap en de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Het gaat om soorten die afhankelijk zijn van of in grote mate baat hebben bij agrarisch natuurbeheer. Per leefgebied is in het NBP aangegeven om welke soorten het gaat. Deze zijn verkregen uit verspreidingsgegevens van de afgelopen jaren, alsmede op basis van resultaten van agrarisch natuurbeheer projecten.

Voor de begrenzing van de leefgebieden zijn de uniforme instapcriteria gehanteerd (conform ‘Nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer, criteria voor leefgebieden en beheertypen”, Alterra, 2014). Van deze criteria kan alleen met goede onderbouwing worden afgeweken. De leefgebieden zoals deze zijn ingetekend op de kaart voldoen allen aan de landelijke instapcriteria. In de meeste gevallen zijn de leefgebieden als grotere zoekgebieden ingetekend, waarbinnen het collectief bij het uitwerken van haar gebiedsaanvraag tot een kerngebied moet gaan komen. Het zoekgebied wordt als werkgebied aangemerkt, de kerngebieden vormen de clusters binnen een werkgebied.

Open graslandHet leefgebied open grasland is gericht op weidevogelbeheer. Doelsoorten die hierbij centraal staan zijn o.a. kievit, tureluur, grutto, graspieper, veldleeuwerik, kwartelkoning, watersnip, gele kwikstaart en wulp.

Door het vormen van een mozaïek van voldoende omvang en diversiteit in beheer (zowel in type als in tijdstip) wordt een geschikt biotoop gecreëerd waarin deze weidevogels kunnen foerageren, voortplanten, broeden en kuikens kunnen grootbrengen. Het beheer bestaat met name uit pakketten voor

5

Page 6: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

grasland met rustperiode, kuikenvelden, plas-dras, legselbeheer, kruidenrijk grasland, extensief beweid grasland.

Het leefgebied open grasland telt op de NBP2016 kaart twee werkgebieden. Binnen deze begrenzing dienen kerngebieden te worden gevormd (clusters).

Open akkerlandHet leefgebied open akkerland is gericht op broedende en overwinterende akkervogels. Doelsoorten die hierbij centraal staan zijn o.a. gele kwikstaart, veldleeuwerik, patrijs, fazant, kwartel en geelgors.

Door het vormen van een mozaïek van voldoende omvang en diversiteit in beheer (zowel in type als in tijdstip) wordt een geschikt biotoop gecreëerd waarin akkervogels kunnen foerageren, voortplanten, broeden en kuikens kunnen grootbrengen. Het beheer bestaat met name uit kruidenrijke akkerranden en wintervoedselveldjes.

Het leefgebied open akkerland is op de NBP 2016 kaart gecentreerd in meerdere werkgebieden. Binnen deze begrenzing dienen kerngebieden te worden gevormd (clusters).

Droge en natte dooradering De leefgebieden droge dooradering en natte dooradering zijn zeer divers van aard. Bij droge dooradering gaat het met name om lijnvormige beplantingen (houtwallen en singels) en opgaande en kruidige begroeiingen (struweel en ruigte). Ook het botanische beheer valt onder de droge dooradering. De natte dooradering zijn poelen en watergangen. Omdat doelsoorten van de natte dooradering veelal ook afhankelijk zijn van aanwezigheid van droge elementen, worden deze twee samen beschouwd.

De diversiteit en spreiding van het beheer maakt de lijst met relevante doelsoorten uitgebreid. Vogels, reptielen, insecten, zoogdieren en planten profiteren. Het is binnen dit leefgebied dan ook noodzakelijk om focus aan te brengen en habitats passend bij de doelsoort te ontwikkelen.

De leefgebieden droge/natte dooradering zijn op de NBP kaart 2016 zeer verspreid ingetekend. Het betreft veelal de beekdalen en droge essen.

2.2 Beheertypen

6

Page 7: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Waar in een leefgebied/werkgebied op wordt ingezet is afhankelijk van de doelsoort en het beheertype dat voor deze doelsoort geschikt is. Voor elk leefgebied zijn in het NBP internationale en Drentse doelsoorten geformuleerd, alsmede op welke beheertypen er wordt ingezet. Het beheertype wordt bepaald door de behoeften van de doelsoort voor o.a. foerageer-, bescherming- en nestmogelijkheden, ook wel beheerfunctie genoemd. Hier wordt nadere uitwerking aan gegeven bij het opstellen van het collectieve beheerplan en de gebiedsaanvraag.

2.3 Instapeisen

Om tot een kwalitatief en samenhangend netwerk te komen dient te worden voldaan aan de instapeisen die in het NBP voor de verschillende leefgebieden zijn omschreven. Hierbij gaat het met name om:

voorkomen/verspreiding van doelsoorten omvang gebied connectiviteit met bestaande elementen (mozaïek, netwerk) Heterogeniteit in contracten (m.n. bij weidevogels afwisseling in periode)

De volledige instapeisen zijn opgenomen in bijlage 1.

Het beschikbare budget van de lopende contracten (dat de komende jaren gefaseerd vrijvalt), zal op basis van de instapeisen gericht worden ingezet in gebieden waar de beste kansen liggen voor agrarisch natuurbeheer. In haar gebiedsaanvraag zal HDC de komende jaren gaan toewerken naar het omschreven beheerniveau, vanuit de korte en lange termijn doelen die zij in deze strategie omschrijft.

Een samenvatting van de beheertypen, doelsoorten en beheerfuncties per leefgebied worden in onderstaande tabel weergegeven.

Leefgebied Doelsoorten Beheertypen Beheerfuncties

A Open grasland Watersnip, wulp, gele kwikstaart, kleine zwaan, graspieper, veldleeuwerik, kwartelkoning, roek, spreeuw, torenvalk, haas, oranjetipje

1. Weidevogelgrasland in open landschap

Optimaliseren nestbeschermingCreëren nat biotoopOptimaliseren broedmogelijkhedenCreëren foerageergebiedOptimaliseren voortplantingsmogelijkhedenVerschralen

B Open akker Grauwe kiekendief, torenvalk, gele kwikstaart, veldleeuwerik, kwartelkoning, roek, patrijs, geelgors, ringmus, kwartel, korenbloem, slofhak, gele ganzenbloem, grote windhalm, dwergmuis

2. Open akkerland voor broedende akkervogels

Creëren foerageergebiedOptimaliseren voortplantingsmogelijkhedenVerschralen

Torenvalk, velduil, veldleeuwerik, kleine zwaan, roek, geelgors, blauwe kiekendief, ringmus, kneu, groenling, keep, toendrarietgans

3. Open akkerland voor overwinterende akkervogels

C Droge dooradering

Patrijs, geelgors, grauwe klauwier, torenvalk, roek, keep, knoflookpad, ringmus, ransuil, spreeuw, spotvogel, kamsalamander, grasmus, eikenpage, koevinkje, oranje zandoogje

4. Struweel en Ruigte Creëren foerageergebiedOptimaliseren voortplantingsmogelijkhedenVerschralen

Keep, gekraagde roodstaart, grote lijster, ransuil, spreeuw, steenuil,

5. Bomenrij en Singels

7

Page 8: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

grasmus, boompieper, grote muur, gewone eikvaren, bosanemoon, tweestijlige meidoorn, hulst, dubbelloof, bunzing, das, dwergvleermuis, grootoorvleermuis, veldspitsmuis, eikenpage

D Natte dooradering

Drijvende waterweegbree, poelkikker, bosrietzanger, groene kikker

6. lijnvormige waterelementen

Creëren foerageergebiedOptimaliseren voortplantingsmogelijkhedenVerschralen

Watersnip, knoflookpad, kamsalamander

7. poel

E Water Toekomstbestendige, duurzame waterlopenDuurzaam bodembeheer

WaterbergingBufferzoneVerbeteren waterkwaliteitVernattingWater vasthouden

Tabel 2.1 Uniforme weergave van leefgebieden, beheertypen, doelsoorten en beheerfuncties. Water is in het kader van Blauwe Diensten (POP3 gelden) extra toegevoegd, maar zal in de beheerstrategie niet worden uitgewerkt. In vet gedrukte doelsoorten zijn zowel Drentse als internationale doelsoort.

3 Huidig en toekomstig agrarisch natuur- en landschapsbeheer

In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie van het agrarisch natuurbeheer beschreven en wordt ingegaan op de veranderingen die de komende periode moeten plaatsvinden.

Contracten voor agrarisch natuurbeheer worden over het algemeen voor een periode van zes jaar afgesloten. De huidige situatie vormt het startpunt voor HDC. Verspreid over de komende jaren lopen contracten af en kan worden bijgestuurd in de koers die er met agrarisch natuurbeheer wordt nagestreefd.

Contracten die buiten de begrenzing van de leefgebieden vallen kunnen worden uitgediend, maar niet opnieuw worden afgesloten. Dit geld zal vrijvallen en worden ingezet binnen de leefgebieden. Bij contracten die wel binnen de begrenzing van een leefgebied vallen is het de vraag of de huidige beheervorm aansluit bij de criteria/doelstelling van het leefgebied. Wanneer dit wel het geval is kan het contact doorlopen of worden overgesloten. Wanneer dit niet het geval is zal moeten worden gekeken of op deze locatie, wellicht met inzet op ander type beheer, mogelijkheden bestaan om deelname voort te zetten.

3.1 Huidige situatie

3.1.1 AkkerfaunaVoor het akkerfaunabeheer zijn in 2015 een viertal collectieve beheerplannen opgesteld. De invulling hiervan is gebaseerd op het evaluatierapport “Meetnet Agrarische Soorten in Collectieve beheergebieden in Drenthe in 2013”, opgesteld door werkgroep Grauwe Kiekendief. Het gaat hier om de volgende werkgebieden:

Veenkoloniën Eexterveld Broekstreek/Witteveen Exloo-Odoorneveen Noordenveld Buinen

8

Page 9: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

In de collectieve beheerplannen is een mozaïek gevormd, op basis van twee beheerpakketten:

A01.02.01c2 akkerrandenA01.02.02b wintervoedsel

De ligging van de contracten voor akkervogelbeheer zijn opgenomen in bijlage 3.

3.1.2 WeidevogelbeheerHet weidevogelbeheer in 2015 kende 5 zoekgebieden waarbinnen contracten konden worden afgesloten. In het “Monitoringsverslag Collectief Weidevogelbeheer” (Landschapsbeheer Drenthe, 2013) is de aanwezigheid van doelsoorten in deze gebieden omschreven. Het gaat hier om de volgende werkgebieden:

Klatering Masloot Breevenen Wapserveen Drostendiep

De ligging van de contracten voor weidevogelbeheer zijn opgenomen in bijlage 3.

3.1.3 Landschap agrarisch en Botanisch beheerDe contracten voor landschapselementen en botanisch beheer liggen verspreid over Drenthe en zijn niet middels collectieve beheerplannen vastgelegd. Hierdoor dragen niet alle contracten evenveel bij aan de doestellingen. Echter, om tot robuuste verbindingen te komen zijn wel voorwaarden gesteld aan omvang, functie en connectiviteit van de verschillende beheerpakketten.

De ligging van de contracten voor landschap agrarisch en botanisch beheer zijn opgenomen in bijlage 3

3.2 Wat gaat er veranderen?

3.2.1 DoelstellingenOm het agrarisch natuurbeheer effectiever te maken (more value for money) zullen keuzes moeten worden gemaakt hoe en waar het beschikbare budget ingezet zal gaan worden. Het gaat dan om het werken aan geconcentreerde robuuste structuren en het versterken en verbinden van het groenblauwe netwerk in de meest kansrijke gebieden voor de doelsoorten. Om tot een kwalitatief en samenhangend netwerk te komen dient een beheereenheid in een bredere context te worden bekeken. Hierop zijn ook de instapeisen in het NBP gericht. voor de verschillende leefgebieden zijn omschreven.

Het vrijkomende budget uit de lopende contracten dat de komende jaren gefaseerd vrijvalt zal gericht worden ingezet. Het is niet realistisch om te denken dat op korte termijn grote veranderingen zullen plaatsvinden. Dit zal richting 2021 steeds verder vorm moeten krijgen. In haar gebiedsaanvraag zal HDC de komende jaren gaan toewerken naar het omschreven beheerniveau voor 2021, vanuit de korte en lange termijn doelen die zij in deze strategie omschrijft.

Op basis van de natuurdoelen zal er de komende jaren een verschuiving van budget plaats moeten gaan vinden tussen de verschillende leefgebieden. De provincie heeft hiervoor een streefverhouding meegegeven van 50/30/20, respectievelijk voor open akker, natte/droge dooradering en open grasland. Het toewerken naar deze streefwaarde kost echter enige tijd, gezien de huidige verdeling van contracten en het gefaseerd vrijvallen van het budget. Tabel 3.1 geeft een indicatie van de omvang van verschuiving die de komende jaren plaats zal moeten vinden.

9

Page 10: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Leefgebied Totaal % obv huidige

contracten

Streefsituatie 2021 (%)

100 100Open akkerland 18 50Droge dooraderingNatte dooradering

59 30

Open grasland 23 20Tabel 3.1 Overzicht beschikking eind 2014, waarbij uitgegaan is van faunabeheer -> open akkerland, weidevogelbeheer -> open grasland, botanisch en landschap agrarisch -> nat/droge dooradering (zie ook bijlage 2)

Om zorgvuldig om te gaan met de beschikbare middelen, kwaliteit te bereiken en te komen tot de gewenste verhouding tussen leefgebieden, dient de huidige koers te worden bijgesteld. Daarnaast vraagt aansluiting met de situatie in de praktijk in sommige gevallen om maatwerk.

3.2.2 AkkervogelbeheerDrenthe is een akkervogelprovincie bij uitstek. Het akkervogelbeheer is de afgelopen jaren in Drenthe goed ontwikkeld. Er liggen collectieve beheerplannen die verder kunnen worden versterkt en uitgebouwd. Daarom wordt de helft van het budget voor agrarisch natuurbeheer beschikbaar gesteld voor akkervogelbeheer.

3.2.3 WeidevogelbeheerDe mogelijkheden voor het afsluiten van contracten voor weidevogelbeheer is al beperkt door slechts twee begrensde gebieden op de NBP2016 kaart, waarvan er één nieuw is. Gezien 20% van het budget voor weidevogels wordt ingezet, is het realistisch dat HDC zich in eerste instantie centreert op het gebied waar draagvlak en kwaliteit aanwezig is: Drostendiep.

3.2.4 Droge en natte dooradering

Botanisch beheerLandelijk onderzoek heeft doen uitwijzen dat het botanisch vlakdekkende beheer te weinig resultaat levert voor de relatief hoge vergoeding die er voor wordt betaald. Daarom is in Drenthe besloten geen nieuwe contracten voor botanisch vlakdekkend beheer meer af te sluiten en alleen nog botanische weide- of hooilandranden onder contract te brengen. Contracten die nog enkele jaren lopen mogen worden uitgediend.

MaatwerkpakkettenNiet alle landelijk opgestelde beheerpakketten sluiten 1 op 1 aan bij de praktijksituatie in Drenthe. Daarom zijn er een tweetal maatwerkpakketten ontwikkeld.

Natuurvriendelijk slootkantenbeheerIn de bestaande beheerpakketten is er alleen sprake van een pakket voor duurzaam slootbeheer (nr. 12), gericht op onderhoud van de slootbodem. Er is geen pakket waarmee natuurvriendelijk slootkantenbeheer kan worden uitgevoerd. Dit aangepaste beheer heeft echter wel een meerwaarde voor de kwaliteit van het groenblauwe netwerk in Drenthe. In het verleden is met het project Slim Slootbeheer in de Broekstreek al succes bereikt met een vergelijkbare vorm van beheer. In dit maatwerkpakket wordt daarom ingezet op het natuurvriendelijk beheren van slootkanten.

Het beheer van een slootkant alleen is echter niet voldoende om tot een robuuste structuur te komen. Daarom kan dit pakket alleen worden toegepast in combinatie met botanisch randenbeheer van minimaal 6 meter breed.

10

Page 11: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Kruidenrijke akker (op essen) De voorwaarden van het beheerpakket kruidenrijke akker (nr. 18) - 3, 4 of 5 v/d 6 jaar graan - zijn gewijzigd t.o.v. de oorspronkelijke SNL voorwaarden voor dit beheerpakket. In het nieuwe stelsel mogen deelnemers in de tussenliggende jaren geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, waar dit tot op heden alleen van toepassing was in de jaren wanneer er graan wordt verbouwd. Dit betekent dat de grond 6 jaar uit productie wordt gehaald. Onder de oude SNL voorwaarden was er door de bemesting alle jaren sprake van een oogstbaar product, wat aantrekkelijker is voor de grondeigenaren. Het nieuwe maatwerkpakket wordt in grote lijnen weer gebaseerd op de oude SNL-voorwaarden.

Stimuleren robuuste netwerkstructurenWaar voor het weide- en akkerfaunabeheer mozaïeken worden gevormd, is het creëren van samenhang en verbinding in de natte en droge dooradering belangrijk om de gewenste ecologische kwaliteit te bereiken. Juist met het combineren van beheerpakketten en het aansluiten bij bestaande natuur- en landschapselementen kan een robuust netwerk worden gevormd waar meerdere doelsoorten van kunnen profiteren. Het gaat daarbij om het combineren van natte, kruidige en houtige elementen.

Ecologische (agrarische) verbindingenDe provincie Drenthe heeft de ambitie om ecologische verbindingen te realiseren en/of versterken. Waar vroeger gronden werden aangekocht en ingericht als natuur, is dat in de huidige tijd niet meer aan de orde. De ecologische verbindingen behoren niet langer tot het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen EHS), maar hebben wel een belangrijke rol in het functioneren van het NNN. Daarom wordt gezocht naar een alternatieve manier om ecologische verbindingen te realiseren, bijvoorbeeld door ze te verbinden met andere opgaven in een gebied. Het agrarisch natuurbeheer kan een belangrijke bijdrage leveren om ontbrekende schakels in het landschap op te vullen en bestaande elementen te versterken. Agrarisch natuurbeheer kan daarmee diverse doelsoorten de gelegenheid bieden om zich van A naar B te verplaatsen.Middels een pilotproject van de provincie/ANV Drenthe wordt onderzocht welke bijdrage agrarisch natuurbeheer in deze context kan leveren. HDC reserveert hiervoor in haar gebiedsaanvraag ruimte. Belangrijk aandachtspunt is het verkrijgen van draagvlak onder grondeigenaren. In dat kader kan beter worden gesproken van een agrarisch verbindingszone in plaats van een ecologische verbindingszone.

11

Page 12: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

4 Strategie

In voorgaande hoofdstukken is het beleidskader beschreven en zijn het huidige en gewenste toekomstige agrarisch natuurbeheer uiteen gezet. In dit hoofdstuk wordt de strategie omschreven hoe dit daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Het maken van strategische keuzes voor de korte en lange termijn wordt grotendeels bepaald door drie pijlers: 1) budget, 2) ecologische potentie en 3) draagvlak. Hieronder wordt per leefgebied de te volgen strategie weergegeven.

4.1 Open akkerland

De huidige collectieve beheerplannen uit 2015 liggen in kansrijke gebieden (aanwezigheid van doelsoorten) en vallen binnen de begrenzing van het leefgebied Open Akkerland. Zij kunnen daarom in stand worden gehouden. Daarnaast is er op de NBP-kaart een nieuw gebied begrensd: Smilde. Hier liggen momenteel nog geen contracten, maar voor het bereiken van de streefwaarde 50% van het budget voor akkerfauna in heel Drenthe zal ook hier naar draagvlak worden gezocht om een mozaïek te vormen.

Strategie korte termijn

Wij gaan de huidige 4 collectieve beheerplannen voortzetten (contracten oversluiten) en verder versterken. Wij baseren ons daarbij op het evaluatierapport “Meetnet Agrarische Soorten in Collectieve beheergebieden in Drenthe in 2013” en aanvullende tellingen (voor zover beschikbaar).

Strategie lange termijn

De bestaande collectieve beheerplannen houden we in stand zo lang ze bijdragen aan de doelen. Wij gaan daarnaast in andere kansrijke gebieden (o.a. Smilde) actief werken aan draagvlak om ook daar te komen tot collectieve beheerplannen. Wij baseren ons bij de keuzes waar contracten worden gesloten op het voorkomen van de doelsoorten.

Voorwaarden In de collectieve beheerplannen worden twee typen beheerpakketten ingezet, gericht op zomermaatregelen (akkerranden) en op wintermaatregelen (wintervoedselveldjes). Voor de ligging van beheerpakketten wordt rekening gehouden met:

- een verhouding van 80/20 in zomer- en wintermaatregelen- dekking van het beheer (gewenste dekking 5 of 10%)- akkerranden niet aansluitend aan bebouwing, bomen of grasland - akkerranden op afstand <100 meter van het nest, wil oudervogels er op zoek gaan naar voedsel

4.2 Open grasland

Van de huidige collectieve beheergebieden is alleen Drostendiep als leefgebied op de NBP2016 kaart begrensd. Deze keuze is gemaakt op basis van de behaalde resultaten in relatie tot de provinciale natuurdoelen. Naast Drostendiep is ook een tweede gebied begrensd: Hunzedal.

12

Page 13: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

De nieuwe begrenzing heeft tot gevolg dat aflopende contracten in de overige werkgebieden niet opnieuw kunnen worden afgesloten. Aan de nieuwe begrenzing is een streefwaarde voor weidevogelbeheer van 20% van het budget voor agrarisch natuurbeheer gekoppeld.

Afb 4.1 Drostendiep: 54 deelnemers, 254 beheereenheden

Strategie korte termijn

Op basis van ecologische potentie, aanwezig draagvlak en instapvoorwaarden (uit het NBP) zetten we in eerste instantie in op één werkgebied: Drostendiep. Wij houden het huidige mozaïek in stand en zullen het waar mogelijk en kansrijk verder optimaliseren. We kijken daarbij kritisch naar de zwaarte (en daarmee kosten) van het beheer i.r.t. de kwaliteit.

Strategie lange termijn

In het Drostendiep zetten we in op kwaliteitsbehoud en waar mogelijk versterking van het mozaïek als dat bijdraagt aan de doelstelling.In het Hunzedal gaan we de ecologisch potentie (nader) in beeld brengen en gaan we werken aan draagvlak om zodoende ook daar te komen tot een collectief weidevogelbeheerplan te komen. Wij proberen daarbij aan te sluiten bij ontwikkelingen in nabije omgeving.

4.3 Droge en natte dooradering

Het leefgebied droge en natte dooradering is zeer divers. Om de doelstelling, het versterken van het groenblauwe netwerk voor de doelsoorten, te realiseren en het beschikbare budget op de meest kansrijke plekken in te zetten is het nodig om het bestaande netwerk goed te kennen. Alleen dan kunnen de juiste keuzes worden gemaakt en zal de ecologische kwaliteit kunnen toenemen. Echter, de bestaande natuur- en landschapsstructuren en de verspreiding van de doelsoorten in de droge en natte dooradering is onvoldoende goed in beeld. Hiervoor moet een nadere analyse plaatsvinden. Voor de korte termijn zijn er wel enkele speerpunten waar op zal worden ingezet.

13

Page 14: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Strategie korte termijn

Wij kiezen er voor om ons te richten op enkele kansrijke ontwikkelingen. Wij focussen op de volgende 4 speerpunten:

- ecologische (agrarische) verbindingen- kruidenrijke akkers op essen- poelen- robuuste structuren

Hieronder worden de 4 speerpunten nader toegelicht.

Strategie lange termijn

Wij gaan het groenblauwe netwerk samen met gebiedspartners verder in beeld brengen en analyseren, zodat wij de focus kunnen leggen op de meest kansrijke gebieden voor de doelsoorten. Als wij deze zogenaamde ’kernstructuur’ hebben bepaald zullen wij gericht werken aan draagvlak om contracten af te sluiten. Waar nodig zullen wij maatwerkpakketten inzetten om de doelen te halen.

Ecologische (agrarische) verbindingenEr wordt in twee pilotgebieden gewerkt aan het realiseren/versterken van een ecologische verbinding via agrarisch natuurbeheer. In de gemeente Westerveld gaat het om een verbinding van het Drents Friese Wold naar het Holtingerveld. HDC en provincie Drenthe werken samen om dit tot stand te brengen. Provincie Drenthe ondersteunt het proces en HDC reserveert budget voor het sluiten va contracten. Het creëren van draagvlak onder grondeigenaren is hier een van de grootste opgaven. Het tweede pilotgebied betreft Westdorp. In dit gebied is onder grondeigenaren draagvlak aanwezig om contracten af te sluiten, maar is men ook nadrukkelijk op zoek naar mogelijkheden om de vergroeningsopgave (1e pijler GLB ) te combineren met agrarisch natuurbeheer (2e pijler GLB). HDC opteert daarbij voor een pilot van het minsterie van EZ. Ook voor dit piltogebied wordt een (beperkt) budget gereserveerd. Mochten de pilots niet slagen en er geen contracten worden gesloten, dan zal het budget op een andere manier worden ingezet.

Kruidenrijke akkers op essenDrenthe is rijk aan waardevolle essen (zie kaart). HDC heeft het duurzaam beheer van deze essen als één van haar speerpunten benoemd vanwege de identiteit die zij geven aan het Drentse Landschap. Het telen van graangewassen op de essen met ruimte voor akkerkruiden wordt gestimuleerd via een beheerpakket (3,4 of 5 van de 6 jaar graan). Omdat het landelijke beheerpakket onvoldoende aansluit bij de wensen van de grondeigenaren heeft HDC hiervoor een maatwerkpakket samengesteld. Op de essen kan een pakket worden afgesloten mits dit binnen het leefgebied droge en natte dooradering valt.

14

Page 15: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Essenkaart Drenthe. Let op: Het afsluiten van een contract voor het beheerpakket kruidenrijke akker o.b.v. agrarisch natuurbeheer kan alleen wanneer een es gelegen is binnen de begrenzing van het leefgebied Droge dooradering.

PoelenPoelen in het agrarisch gebied zijn van groot belang voor onder meer amfibieën. Soorten als kamsalamander en knoflookpad zijn er bijna helemaal van afhankelijk. Het beheer van poelen is daarom een speerpunt. Er kan een beheerpakket voor poelen worden afgesloten als de betreffende poel binnen de begrenzing van droge en natte dooradering ligt en als het onderdeel is van een keten van poelen en/of aansluit bij andere natuur- en landschapsstructuren die waardevol zijn voor de doelsoorten. Daarnaast is het noodzakelijk dat de doelsoorten voorkomen of binnen overbrugbare afstand aanwezig zijn.

Robuuste structurenOm het groenblauwe netwerk waardevoller te maken voor de doelsoorten is het noodzakelijk om de aanwezige landschapsstructuren te verbinden en versterken. Het creëren van robuuste structuren met overgangen van nat naar droog en van laag naar hoog is daarbij van groot belang. Met name overgangszones zijn van grote waarde voor veel soorten vogels en insecten. Wij stimuleren daarom het combineren van houtige, kruidige en natte elementen in groenblauwe netwerk. Voorwaarde is wel dat de locatie niet geïsoleerd ligt, maar aansluit op het omliggende netwerk. Hierbij hanteren wij voor houtige elementen een maximale afstand van 100 m en voor kruidige en natte elementen een maximale afstand van 50 m.Een situatie die in Drenthe veelvoorkomend is en zich leent voor het realiseren van robuuste structuren is:

- een perceelrand met een slootkant- een perceelrand met een houtwal/singel- een perceelrand met een slootkant en een houtwal/singel

HDC wil deze combinatie van 2 of 3 beheerelementen, waarbij altijd een kruidenrijke rand aanwezig is, stimuleren. Het voordeel is dat een grondeigenaar via deze weg ook vergoeding kan krijgen voor het beheer van zijn aangrenzende houtwal/singel of slootkant (maatwerkpakket). Voor de korte termijn zullen we ons richten op de grondeigenaren die een botanisch vlakdekkend beheerpakket hadden (wat niet kan worden verlengd). Zij zijn gemotiveerd en kunnen als alternatief een combinatie van beheerpakketten afsluiten.

321

Een voorbeeld hoe verschillende elementen in het landschap elkaar kunnen versterken

15

Page 16: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

5 Werkwijze

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de communicatie met de grondeigenaren en andere gebiedspartijen verloopt, hoe we komen tot een gebiedsaanvraag en hoe we contracten in de werkgebieden sluiten. Verder wordt kort stil gestaan bij de beheerpakketten, tarieven en monitoring.

5.1 Communicatie met grondeigenaren

5.1.1 Gecontracteerde grondeigenarenAlle huidige contractanten worden geïnformeerd over de veranderingen in het agrarisch natuurbeheer, de keuzes die hierin zijn gemaakt voor het inzetten van de vrijkomende budgetten de komende jaren en de gevolgen die dit heeft voor hun contract nu en in de toekomst. Dit is gedaan via algemene informatiebijeenkomsten (plaatsgevonden in maart 2015), voorafgaand aan de voorintekening. Omdat deze bijeenkomsten plaats hebben gevonden voordat deze beheerstrategie (en de daarin opgenomen keuzes) opgesteld was, is er nog een essentiële aanvulling te geven met uitleg over aanpak, beheerpakketten en tarieven. Dit zal worden gedaan n de periode tussen de gebiedaanvraag en het definitief afsluiten van de nieuwe contracten.

5.1.2 Niet-gecontracteerde grondeigenarenNaast de grondeigenaren die nu al een contract hebben is het van belang om ook ‘nieuwe’ grondeigenaren de kans te bieden om deel te nemen. Mogelijk vormen zij de ontbrekende schakel om een ecologisch netwerk of een mozaïek te vormen. Zij worden daarom in ieder geval via de media geïnformeerd over de mogelijkheden voor het afsluiten van een contract. Hoe intensief dit zal gebeuren is mede afhankelijk van de ruimte in het beschikbare budget. Daarnaast zullen kansen die worden waargenomen door de veldmedewerker of ecoloog actief worden opgepakt door de betreffende grondeigenaren te benaderen voor deelname.

5.1.3 Andere relevante partijenHet agrarisch natuurbeheer maakt onderdeel uit van het ecologisch netwerk in een gebied. Het biedt leefgebieden voor bepaalde soorten en vormt soms een belangrijke schakel in het verbinden van natuurgebieden. Natuurbeheer, waterbeheer en agrarisch natuurbeheer kunnen elkaar versterken. Daarom is afstemming met terreinbeherende organisaties (TBO’s) en de verschillende waterschappen zinvol. Er wordt gezocht naar een overlegstructuur hiervoor. Mogelijk dat via deze weg ook kansen kunnen worden gerealiseerd voor grondeigenaren die op basis van de begrenzing in het NBP niet in aanmerking komen voor subsidie, maar bijvoorbeeld wel gunstig liggen voor het realiseren van waterdoelen (in het kader van Blauwe Diensten).

5.2 Gebiedsaanvraag

Om beschikking te krijgen over financiële middelen dient een collectief een gebiedsaanvraag in bij de provincie. In dit proces worden verschillende stappen doorlopen.

5.2.1 Voorintekening per werkgebiedContracten die per 2016 aflopen (einddatum tussen 31-12-2015 en 30-12-2016) kunnen opnieuw worden aangevraagd wanneer grondeigenaren deze willen voortzetten en ze binnen de beheerstrategie passen. Ook nieuwe aanvragen kunnen via deze weg kenbaar worden gemaakt. Doorlopende contracten kunnen

16

Page 17: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

tussentijds worden overgesloten naar het nieuwe stelsel1. In alle gevallen kan intekenen alleen als het om percelen gaat die in het NBP zijn aangemerkt als leefgebied én door het collectief zijn opengesteld voor 2016.

Voor de voorintekening zijn vijf inloopdagen verspreid in Drenthe georganiseerd en drie kantoordagen (op afspraak). Mensen kunnen op deze dagen hun aanvraag in de SCAN ICT Tool laten intekenen en een intentieverklaring hiervoor tekenen. Deze intentieverklaring biedt geen garantie voor deelname. In het najaar zullen definitieve contracten worden getekend, op basis van de gebiedsaanvraag die door de provincie is goedgekeurd en toetsing aan de beheerstrategie.

Er zullen mensen teleurgesteld raken, bijvoorbeeld omdat ze buiten begrensd gebied vallen of omdat het collectief binnen de begrenzing andere keuzes heeft gemaakt. Om het draagvlak op peil te houden moet duidelijk worden gecommuniceerd dat tot 2021 ieder jaar ‘nieuw’ geld beschikbaar is en dat er nog mogelijkheden zijn om begrenzingen in het NBP aan te passen. Met andere woorden, men maakt nog kans om de komende jaren wel mee te kunnen doen. Echter, als de aanvraag echt niet kansrijk is, dan dient daar ook duidelijk over te worden gecommuniceerd. Er moeten geen valse verwachtingen worden gewekt.

5.2.2 Beheerplan Na de voorintekening wordt de balans opgemaakt. De kans bestaat dat er meer animo is dan het beschikbare budget mogelijk maakt. Selectie vindt plaats op basis van de gestelde instapvoorwaarden voor de leefgebieden en aansluitend bij de verhouding van leefgebieden die wordt nagestreefd. Bij de uitwerking van een deelgebied wordt er een beheerplan opgesteld die laat zien welke beheercontracten er waar worden afgesloten, en bevat daarmee informatie op perceelniveau.

5.2.3 GebiedsaanvraagDe gebiedsaanvraag wordt gevormd door een optelsom van alle beheeractiviteiten in de beheerplannen, gespecificeerd per leefgebied. Dit is een totaalweergave, geanonimiseerd, maar wel onderbouwd vanuit doelsoorten en beheertypen. De route naar de gebiedsaanvraag staat in onderstaande figuur weergegeven.

5.3 Contracten met grondeigenaren

HDC maakt afspraken op basis van (te verwachten) contracten met grondeigenaren en sluit één contract met de provincie Drenthe voor het hele collectieve werkgebied. De grondeigenaar sluit een contract af met het collectief en heeft te maken met de voorwaarden die aan de hierin opgenomen beheerpakketten zijn gesteld.

1 Het is nog niet zeker of tussentijds oversluiten is toegestaan. Zowel provincie Drenthe als HDC zetten hier wel op in.

Wensen uit gebied in beeld brengen:- Aflopende contracten- Doorlopende contracten- Nieuwe deelnemers

Samenvoegen van wensen met beschikbaar (vrijvallend) budget- Prioriteren o.b.v. beheerstrategie- Kwaliteit mozaïek realiseren met voldoende omvang,

samenhang en diversiteit

Samenvatting beheerplan in 1 offerte

17

Page 18: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Een collectief kan alleen subsidie verstrekken voor percelen die binnen de begrenzing van het NBP liggen. Daarbuiten komt een grondeigenaar niet in aanmerking voor een vergoeding voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De begrenzing van deze percelen kan jaarlijks worden aangepast door de provincie, mits daar een goede onderbouwde bij wordt gegeven.

5.3.1 Prioritering huidige en nieuwe contractantenHet gevolg van oversluiten is dat de vergoeding van een contract omhoog gaat. Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid hectares die onder beheer kunnen worden gebracht. Wanneer op basis van het beschikbare budget keuzes moeten worden gemaakt zal dit per leefgebied in eerste instantie worden gedaan in deze volgorde:

1. aanvragers met aflopende contracten2. deelnemers met lopende contracten die willen oversluiten3. nieuwe deelnemers

5.3.2 Looptijd contractenEen collectief mag contracten afsluiten voor minimaal 1 en maximaal 6 jaar. In de regel worden contracten voor agrarisch natuurbeheer afgesloten voor een periode van 6 jaar. Dit wordt ook nu als uitgangspunt gehanteerd.

In enkele gevallen kan het collectief besluiten om kortlopende contracten af te sluiten. Het uitgangspunt van het collectief hierbij is dat de duur van het contract niet ten koste mag gaan van de (natuur)kwaliteit en de borging van de kwaliteit en omvang van een leefgebied. Situaties die mogelijk om een uitzondering vragen zijn:

- bij het opstarten van beheer in een nieuw cluster, waar naar een goed mozaïek wordt toegewerkt, maar nog niet met zekerheid kan worden gesteld of daar ook voldoende draagvlak voor wordt gevonden

- beheer waar langdurigheid geen voorwaarde is voor de (natuur)kwaliteit en relatie met omliggende beheereenheden

5.3.3 DrempelwaardeEen collectief kan een minimale omvang aan contracten stellen. In Drenthe wordt een minimale beheersubsidie van 200 euro per deelnemer als uitgangpunt gehanteerd. Bij lagere bedragen is het niet efficiënt omdat de afsluitkosten dan hoger zijn de beheersubsidie. In specifieke gevallen kan het bestuur besluiten hier een uitzondering op te maken, bijvoorbeeld wanneer het gaat om een beheerelement dat een belangrijke schakel vormt voor een mozaïek/verbinding of een poel.

5.4 Beheerpakketten

Op landelijk niveau is er een lijst van 35 beheerpakketten opgesteld, die voor ANLb beschikbaar zijn. Een collectief mag zelf bepalen welke beheerpakketten zij hiervan inzet/openstelt voor deelnemers in haar werkgebied. Ook is het mogelijk om een nieuw ‘maatwerkpakket’ aan te vragen, wanneer de bestaande beheerpakketten niet overeenkomen met de behoeften die er in de praktijk zijn.

Het Drents Collectief heeft als volgt haar lijst met beheerpakketten bepaald:

1. Beheerpakketten die in Drenthe niet van toepassing zijn worden uitgezet

18

Page 19: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

2. Beheerpakketten die onpraktisch zijn of relatief dure (zware) pakketten die ook op andere wijze kunnen worden vervuld worden uitgezet

3. Daar waar beheerpakketten niet aansluiten bij de praktijk zoeken naar alternatieven via maatwerkpakketten. In Drenthe is dit in twee situaties het geval.

19

Page 20: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

5.5 Tarieven

Het agrarisch natuurbeheer moet effectiever en efficiënter worden geregeld. Het bestaande budget blijft gehandhaafd (in Drenthe 2,6 mln). Uit het vrijkomende budget dient een collectief echter ook haar overhead (werkkosten) te betalen. Daarnaast zijn de beheervergoedingen veelal verhoogd t.o.v. het tarief in 2015. Opgeteld betekent dit dat er minder geld overblijft voor het uitvoeren van beheer en dat er met hetzelfde budget minder ha’s onder beheer kunnen worden gebracht.

Een collectief krijgt in het nieuwe stelsel de ruime om haar eigen tarieven te bepalen, zolang deze de plafondwaarde van de vergoedingen uit de Catalogus Groene en Blauwe Diensten niet overstijgen (ivm staatssteun). HDC gebruikt de volgende uitgangspunten voor de hoogte van de vergoedingen:

Voor de bepaling van de beheertarieven wordt uitgegaan van de huidige SNL-vergoedingen + 20%, met als maximum de landelijke adviestarieven die via SCAN zijn opgesteld (versie 1 mei 2015). In geval van nieuwe beheerpakketten wordt de landelijke SCAN adviesprijs gehanteerd.

Van het totale vrijkomende budget uit contracten wordt 20% gereserveerd voor overheadkosten van het collectief. Dit is in lijn met de landelijk gegeven richtlijnen. HDC streeft ernaar om dit de komende jaren naar 15% terug te brengen en de resterende 5% te gebruiken als marge voor beheercontracten. Wanneer zich kansen of calamiteiten voordoen kan hier dan naar worden gehandeld.

Uitzondering op bovenstaande wordt mogelijk gemaakt bij vergoedingen voor weidevogelbeheer, waar het beschikbare budget niet toereikend zal zijn om al het huidige beheer in stand te houden met hogere tarieven en de te berekenen overheadkosten. Bij het uitwerken van de gebiedsaanvraag kan dit gegeven op waarde worden gezet en dient het collectief te besluiten of contractanten afvallen of dat de vergoedingen omlaag gaan om alle aanvragen te kunnen honoreren.

5.6 Monitoring

5.6.1 Uniforme monitoringssystematiek ANLb Voor de monitoring van het agrarisch natuurbeheer wordt een nieuwe systematiek ontwikkeld. De planning is dat in het najaar van 2015 deze uniforme monitoringssystematiek wordt vastgesteld. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen beheermonitoring (het verzamelen van natuurgegevens die nodig zijn om het beheer (beter) uit te voeren) en beleidsmonitoring (het verzamelen van gegevens om de realisatie van de beleidsdoelen op provinciaal, landelijk en Europees niveau te evalueren).

De verantwoordelijkheid voor de beheermonitoring bij het agrarisch natuurbeheer ligt bij de agrarische collectieven, de provincies zijn verantwoordelijk voor de beleidsmonitoring. Nadere uitwerking volgt.

5.6.2 Water De blauwe diensten worden ingezet ten behoeve van de waterkwaliteit van de KRW-watergangen en het verhogen van het waterbergend vermogen. Hiervoor besaat een monitoringsprogramma van waterschappen en provincies (kwaliteit en kwantiteit) via welke lijn de toestand en ontwikkeling van de betreffende parameters worden gevolgd. Dit betekent dat voor blauwe diensten niet een apart monitoringsprogramma ontwikkeld hoeft te worden.

20

Page 21: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Bijlage 1Instapeisen per leefgebied

Open grasland

Binnen het leefgebied open grasland worden 3 beheertypen onderscheiden. Dit onderscheid wordt gemaakt op basis van de verschillende eisen die bepaalde groepen ‘open grasland’ soorten stellen aan hun leefomgeving. De provincie kiest gezien de doelsoorten en het voor deze soorten voorkomende leefgebied voor het inzetten van het beheertype Weidevogelgrasland in open landschap (kritische soorten). Dit betreft maatregelen gedurende het broedseizoen (plas dras/hoogwaterpeil vanaf 15 feb tot en met juli (sommige soorten aug)). Het is van belang te zorgen voor een optimaal biotoop door voldoende broed- en opgroeimogelijkheden, foerageergebied en nat biotoop.

Weidevogel in open grasland

Criteria Instapeis

1 Aanwezigheid van doelsoorten (komen de relevante soorten voor).

Op basis van de doelsoorten is reeds begrensd.

2 Voldoende openheid, omvang en connectiviteit Instapeis: Minimaal 100 ha samenhangende beheerde oppervlakte waarop leefgebied open grasland aanwezig is. Het gebied is zoveel mogelijk aaneengesloten en heeft een zo kort mogelijke buitengrens. Beheerde percelen liggen in samenhang met elkaar en er zijn geen geïsoleerde percelen met uitgesteld maaibeheer en/of kruidenrijk grasland

3 Voldoende natte situaties en geschikte drooglegging (creëren nat biotoop)

Instapeis: In 20% van de beheerde oppervlakte en een voor weidevogels geschikte drooglegging. Daarnaast tenminste 0.5 ha per 100 ha ‘plas-dras’ gedurende het broedseizoen (15 februari tot minimaal 15 juni).

4 Oppervlakte en ruimtelijke samenhang kuikenland inclusief rustperiode bewerking (Catalogusgroen blauwe diensten) : optimaliseren broed- en opgroeimogelijkheden en foerageergebied)

Instapeis: Minimaal 20 ha per 100 ha beheerd gebied bestaat uit kuikenland. Er is minimaal1.4 ha kuikenland per grutto-broedpaar aanwezig, daarvan is minimaal 0,7 ha kuikenland kruidenrijk grasland aanwezig bereikbaar in ruimte en tijd (gedurende het hele broedseizoen en bereikbaar, hiervoor kan Beheer op maat worden gebruikt)

5 Planmatig predatiebeheer (optimaliseren broed- en opgroeimogelijkheden en foerageergebied)

Instapeis: Voor het beheerd gebied wordt met gebiedspartners gewerkt met planmatig predatiebeheer

AlgemeenPer weidevogelmozaïek wordt op basis van de instapeisen een onderbouwing gegeven van de bereikte spreiding in tijd en ruimte. Binnen het mozaïek dient te worden omschreven op welke wijze een gevarieerd en inzichtelijk beheer wordt gerealiseerd op basis van de criteria.

Open akkerland

In het leefgebied open akkerland worden drie beheertypen onderscheiden. Voor Drenthe zijn gezien doelsoorten en het voor deze soorten voorkomende leefgebied relevant

1. Open akkerland voor broedende akkervogels Dit beheertype betreft maatregelen gedurende het broedseizoen (maart tot en met augustus).

2. Open akkerland voor overwinterende akkervogels Dit beheertype gaat over het winterhalfjaar en is gericht op het bevorderen van winteroverleving van in Nederland overwinterende akkervogels.

21

Page 22: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Voor alle beheertypen geldt dat wordt gericht op een optimaal biotoop door het zorgen voor voldoende: broed- en opgroeimogelijkheden; foerageergebied; verschraling.

Open akkerland voor broedende akkervogels

Criteria Instapeis/voorwaarden

1 Aanwezigheid van doelsoorten (komen de relevante soorten voor).

Op basis van de doelsoorten is reeds begrensd.

2 Een gebied van voldoende openheid, omvang en connectiviteit

Instapeis: akkerbouwgebied van tenminste 250 ha, waarvan minimaal 5% beheerde oppervlakte (beheermaatregelen) is. Ligging naast (natuur)gebieden die belangrijk zijn voor de doelsoort(en) is een pré.

3 Samenstelling, configuratie en beheer akkerranden Akkerranden zijn minstens 9 meter breed. Zaadmengsel afhankelijk van grondsoort maar gedomineerd door granen, grassen en kruiden. Er wordt rekening gehouden met landschapsstructuren (met name voor de situering van de winterveldjes). De richtlijn is 80% zomermaatregelen en 20 % winterveldjes. Variatie van breedte en spreiding is wenselijk. Maaibeheer afhankelijk van doelsoort. In principe niet maaien voor 1 augustus. Gefaseerd maaibeheer. Akkerranden worden niet bemest.

Waar wijken aanwezig zijn kan worden volstaan met een breedte van 6 meter aan weerszijde van de wijk. Indien door de EU regelgeving gerende percelen worden geaccepteerd, kan daar ook praktisch mee worden omgegaan.

4 Pesticiden gebruik Alleen lokale bestrijding van probleemonkruiden (distels)

AlgemeenPer akkervogelmozaïek wordt op basis van de instapeisen een onderbouwing gegeven van de bereikte spreiding in tijd en ruimte. Binnen het mozaïek dient te worden omschreven op welke wijze een gevarieerd en inzichtelijk beheer wordt gerealiseerd op basis van de criteria. Dit kan leiden tot maatwerk per gebied en/of gebiedsonderdeel

Open akkerland voor overwinterende akkervogels

Criteria Instapeis

1 Aanwezigheid van doelsoorten (komen de relevante soorten voor).

Op basis van de doelsoorten is reeds begrensd.

2 Een gebied van voldoende openheid, omvang en connectiviteit

Instapeis: akkerbouwgebied van tenminste 250 ha, waarvan minimaal 5% beheerde oppervlakte (beheermaatregelen) is. Ligging naast (natuur)gebieden die belangrijk zijn voor de doelsoort(en) is een pré.

3 Gewasdiversiteit en gebruikswijze; creëren van foerageergebied en het optimaliseren van broed- en opgroeimogelijkheden en verschraling

zie criteria beheertype broedende akkervogels. Met als toevoeging: Wintervoedselveldjes moeten altijd gelegen zijn aan opgaande vegetatie (struweel, heg, houtwal, bosje), zie “droge dooradering”. Wintervoedselveldjes worden niet bewerkt voor 1 april.

22

Page 23: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

AlgemeenWintermaatregelen moet altijd deel uitmaken van de onderbouwing van het akkervogel mozaïek van beheertype 1 (zie criteria beheertype 1 onder Algemeen).

Droge dooradering

Bij leefgebied droge dooradering wordt gedacht aan (droge) ruigten, struwelen, bomenrijen en singels en poelen. Hoewel de poelen ook als natte dooradering kunnen worden aangemerkt, zijn de voor Drenthe relevante aan poelen gebonden doelsoorten vaak ook afhankelijk van de aanwezigheid van droge landschapselementen. Om deze reden worden de leefgebieden droge en natte dooradering samen beschouwd. Onderdeel van de droge dooradering kunnen ook de botanische bouwlanden (essen) zijn.Er worden twee beheertypen onderscheiden, waarvoor specifieke criteria gelden. Beide beheertypen zijn voor Drenthe van belang.

1. Struweel en ruigte: Soorten van struweel profiteren van de aanwezigheid van cyclisch onderhouden struweel , vaak in combinatie met een ondergroei van ruigtevegetatie

2. Bomenrij en singel: Soorten van bomenrijen en singels profiteren vaak van een ondergroei van ruigtevegetatie en struweel.

Struweel en ruigteBomenrij en Singels

Criteria Instapeis1 Aanwezigheid van doelsoorten (komen de

relevante soorten voor).Hiervoor kunnen geen uniforme controleerbare en verifieerbare instapcriteria worden geformuleerd

2 Een gebied van voldoende omvang en connectiviteit

- Een gebied met droge dooradering sluit bij voorkeur aan bij bestaande reservaten of kerngebieden met soortgelijk habitat. - Beheer voor opgaande elementen is altijd gekoppeld aan een kruidenrijke en structuurrijke grasland- of akkerrand en vice versa.

3 Combinatie met leefgebied open akkers Instapeis: struweel dient te grenzen aan wintervoedselveldjes, zie hoofdstuk “open akkers”

AlgemeenPer droge dooradering wordt op basis van de instapeisen een onderbouwing gegeven van de bereikte spreiding in tijd en ruimte. Habitateisen passend bij doelsoort. In de soortenfiches worden de specifieke habitateisen m.b.t. instaprichtlijn en streefdoel voor de doelsoorten beschreven. In het algemeen geldt dat verstoring door maai- en baggeractiviteiten beperkt zou moeten worden, bijvoorbeeld via gefaseerd maaien/baggeren (gefaseerd in ruimte en tijd, dus vast laten leggen in een beheerplan welke sloten wel niet en wanneer). Dit kan leiden tot maatwerk per gebied en/of gebiedsonderdeel.

Natte dooradering

Hoewel de poelen en watergangen als natte dooradering worden aangemerkt, zijn de voor Drenthe relevante aan poelen en watergangen gebonden doelsoorten vaak ook afhankelijk van de aanwezigheid van droge landschapselementen. Om deze reden worden de leefgebieden droge en natte dooradering samen beschouwd. Er worden 2 beheertypen onderscheiden. Beide zijn voor Drenthe relevant:

1. Beheertype lijnvormige wateren; combinatie van lijnvormige waterelementen met plas/dras (of natte) oever 2. Beheertype poelen; combinatie van puntvormige wateren met vochtig, kruidenrijk grasland/akkerland en

beplanting

23

Page 24: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Lijnvormige waterenPoelen

Criteria Instapeis1 Aanwezigheid van doelsoorten of potentieel

bereikbaar na uitvoering van maatregelenHiervoor kunnen geen uniforme controleerbare en verifieerbare instapcriteria worden geformuleerd

2 Oppervlakte vereiste habitatelementen doelsoort van voldoende omvang en mate van connectiviteit

- voldoende tussen benodigde habitatelementen en/of deelpopulaties - Beheer voor lijnvormige wateren en poelen is altijd gekoppeld aan een kruidenrijke en structuurrijke graslandrand en vice versa. - Idealiter sluiten gebieden sluiten aan bij bestaande reservaten of kerngebieden

3 Habitateisen passend bij doelsoort met betrekking tot waterkwaliteit, hydrologie, morfologie

Onderhoud (o.a. type en frequentie) moet het voortbestaan van de populaties doelsoorten niet bedreigen.

AlgemeenPer natte dooradering wordt op basis van de instapeisen een onderbouwing gegeven van de bereikte spreiding in tijd en ruimte. Binnen het mozaïek dient te worden omschreven op welke wijze een gevarieerd en inzichtelijk beheer wordt gerealiseerd op basis van de criteria. Dit kan leiden tot maatwerk per gebied en/of gebiedsonderdeel.

Water

Met de blauwe diensten wordt een bijdrage geleverd aan de verbetering van de waterkwaliteit en aan duurzaam bodembeheer. In deze gebieden wordt een bijdrage geleverd aan de volgende clusters uit de Catalogus Groen Blauwe Diensten (CGBD):

- Toekomstbestendige, duurzame waterlopen(6.2): het gaat om de doelstellingen vergroten waterbergend vermogen om neerslagextremen op te vangen (robuust systeem), het verbeteren van de waterkwaliteit en het versterken van het natuurlijk karakter.

- Duurzaam bodembeheer (6.5): het gaat om het vergroten van het bufferend vermogen van de bodem door het vergroten van het organisch stofgehalte in de bodem, stimuleren luchtige bodem en vitaal bodemleven dat mede bijdraagt aan een gezond biotoop voor soorten.

In 2016 is er voor gekozen twee gebieden aan te wijzen, waar blauwe diensten kunnen worden ingezet. Deze zijn weergegeven op de kaart categorie water in de bijlage 3 van dit natuurbeheerplan. Het betreft:

1. Het Drentscha Aa gebied, waar een beheervergoeding mogelijk is voor bufferzones en akkerranden langs oppervlaktewater als onderdeel van de cluster toekomstbestendige duurzame waterlopen. Het doel is om de belasting van het oppervlaktewater met gewasbeschermingsmiddelen te verminderen.

2. In het kader van het cluster duurzaam bodembeheer is in een deel van de Veenkoloniën een bijdrage mogelijk voor het verhogen van het organische stofgehalte, waardoor het water bufferend vermogen van de bodem wordt verhoogd en er minder uitspoelt.

Toekomstig bestendige waterlopenDuurzaam bodembeheer

Criteria Instapeis1 Voldoende omvang en connectiviteit - Bestaande blauwe diensten die op de goede plekken liggen te

versterken. - Blauwe diensten zijn beheeractiviteiten die een bovenwettelijke inspanning vormen voor een agrariër en bijdragen aan de waterdoelen. - De activiteiten vinden plaats op agrarisch eigendom of op agrarisch

24

Page 25: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

gebruikte/gepachte percelen. - Synergie te zoeken met de keuze voor beheermaatregelen in de leefgebieden van het ANLb

2 Prioritaire gebieden - Doorzetten wat goed loopt, dus verlengen van bestaande afspraken die op de goede plekken liggen. - De concept- gebiedsaanvraag voor het onderdeel blauwe diensten wordt in nauw overleg met provincie en waterschap opgesteld.

3 Specifiek voor maatregel toekomstbestendige waterlopen

- Alleen langs sloten die uiteindelijk afwateren op de Drentsche Aa, - Het gaat om bouwland en mais - Het mengsel en het beheer moeten worden afgestemd op voorwaarden van het waterschap. - Er zijn een of meerjarige randen mogelijk - Prioriteit wordt gegeven aan de meest risicovolle gebieden voor uitspoeling en afspoeling, zoals blijkt uit de resultaten van onderzoek. - Alleen langs watervoerende sloten

25

Page 26: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Bijlage 2Overzicht aflopende contracten 2015-2020

Vrijval faunabeheer 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal

Droge dooradering     € 19.510,90 € 13.413,84     € 32.924,74

Droge/natte dooradering     € 2.577,60       € 2.577,60

Open akker € 122.990,44   € 183.845,62 € 4.147,30 € 13.104,72 € 22.509,14 € 346.597,22

Open grasland             nvt

Buiten leefgebied     € 60.954,96   € 9.138,82 € 2.111,72 €72.205,50

Totaal € 122.990,44 € 0,00 € 266.889,08 € 17.561,14 € 22.243,55 € 24.620,86 €454.305,06 17,80%

Vrijval weidevogelbeheer 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal

Droge dooradering € 4.387,92           € 4.387,92

Droge/natte dooradering € 12.469,38 € 39.996,65 € 69.051,25 € 22.730,67   € 1.653,74 € 145.901,68

Open akker             nvt

Open grasland € 21.172,56 € 128.922,52 € 166.486,71 € 44.875,22 € 55.575,66   € 417.032,67

Buiten leefgebied € 7.154,34   € 19.176,73 € 321,84     € 26.652,91

Totaal € 45.184,20 € 168.919,17 € 254.714,68 € 67.927,72 € 55.575,66 € 1.653,74 € 593.975,18 23,27%

Vrijval landschap agrarisch 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal

Droge dooradering €12.817,65 €14.276,48 €4.660,45 €1.179,67 €3.102,22   €36.036,47

Droge/natte dooradering €1.033,09 €4.573,93 €9.050,82 €625,88 €130,78   €15.414,50

Open akkerland €108,32 €1.048,06         €1.156,38

Open grasland             nvt

Buiten leefgebied €6.612,78 €47.722,02 €23.949,34 €3.287,80 €853,15   €82.425,09

Totaal €20.571,84 €67.620,49 €37.660,61 €5.093,35 €4.086,15 €0,00 €135.032,44 5,29%

Vrijval botanisch 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Totaal

Droge dooradering €44.952,84 €347.694,22 €132.729,91 €70.689,74 €69.775,58 €53.060,87 €718.903,16

Droge/natte dooradering €22.551,75 €189.507,11 €80.508,48 €25.005,12 €36.461,27 €54.805,25 €408.838,98

Open akkerland             nvt

Open grasland             nvt

Buiten leefgebied €85.206,54 €124.480,95 €25.809,13 €0,00 €3.075,15 €3.131,10 €241.702,87

Totaal €152.711,13 €661.682,28 €239.047,51 €95.694,85 €109.312,00 €110.997,21 €1.369.444,98 53,65%

26

Page 27: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

Bijlage 3 Kaarten leefgebieden en ligging huidige contracten (2015)

27

Page 28: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

28

Page 29: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

29

Page 30: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

30

Page 31: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

31

Page 32: agrarischenatuurdrenthe.nl · Web viewHet gaat dan om het versterken of verbinden van het Natuur Netwerk Nederland (voorheen EHS) én om gebieden waar soorten voorkomen die geheel

32