Aeolus Apollo 11 SpaceBuzz...Apollo 11: first steps edition Review van de recente IMAX...

48
Aeolus Apollo 11 SpaceBuzz

Transcript of Aeolus Apollo 11 SpaceBuzz...Apollo 11: first steps edition Review van de recente IMAX...

  • Aeolus

    Apollo 11

    SpaceBuzz

  • Nederlandse Vereniging voor Ruimtevaart (NVR)

    BestuurHet bestuur van de NVR wordt gekozen door de leden en bestaat uit:Dr. Ir. G.J. Blaauw (voorzitter)Dr. Ir. P.J. Buist (vice-voorzitter)Drs. B. ten Berge (secretaris)Ir. M. de Brouwer (penningmeester)Ir. P.A.W. BatenburgD. Jeyakodi LLMMr. F.N.E. van ’t KloosterIr. A.G.M. MaréeDr. Ir. C. Verhoeven

    Redactie ‘Ruimtevaart�Dr. Ir. P.J. Buist (hoofdredacteur)Ir. M.O. van Pelt (eindredacteur)Drs. P.G. van DiepenIr. E.A. KuijpersIng. M.C.A.M. van der ListIr. H.M. Sanders MBA

    WebsitecommissieDrs. B. ten Berge (voorzitter)Dr. R.P.N. BronckersD. Jeyakodi LLMS. Praal, MA

    Sociale media-commissieMr. S.V. Pieterse (voorzitter)Drs. B. ten BergeM. MarcikF. OvertoomF. RoelfsemaD. StefoudiDrs. Ing. R. Timmermans

    EvenementencommissieIr. P.A.W. Batenburg (voorzitter)Ir. S. de JongIng. R.H. LindeIr. S. PetrovicIr. N. SilvestriIr. L. van der Wal

    KascommissieC. MartinusIr. J.A. MeijerDrs. T. Wierenga

    EreledenIr. D. de HoopProf. Dr. C. de JagerDrs. A. KuipersIr. J.H. de KoomenDrs. T. Masson-ZwaanIr. H.J.D. ReijnenP. SmoldersProf. Ir. K.F. Wakker

    ContactRichelle ScheffersKapteynstraat 12201 BB [email protected] 1382-2446

    Copyright © 2019 NVRAlle rechten voorbehouden. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Ruimtevaart is alleen toegestaan na overleg met en akkoord van de redactie, en met bronvermelding. De NVR noch de drukker kan aansprakelijk gesteld worden voor de juistheid van de informatie in dit blad of voor eventuele zet- of drukfouten.

    KopijIndien u een bijdrage aan het blad wilt leveren of suggesties wilt geven, neem dan contact op met de redactie via [email protected]. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken in te korten of niet te plaatsen.

    Vormgeving en opmaakEsger Brunner/NNV

    DrukkerTen Brink, Meppel

    Van de hoofdredacteur:

    In juli is het 50 jaar geleden dat de mens voor het eerst op de maan landde. Daarom is in dit zomernummer van Ruimte-vaart veel aandacht voor deze historische gebeurtenis. Vanaf dit nummer zullen helaas Frank Wokke en Peter Batenburg de redactie verlaten. Frank heeft zich maar liefst 23 jaar ingezet voor ons blad, waarvan de laatste 5 jaar als eindredacteur. Tijdens de Algemene Leden-Vergadering, gehouden op 24 juni in het Galileo Referentie Centrum, heeft Frank voor de bewezen diensten een certificaat ontvangen. Ook vanuit de redactie bedanken we Frank voor zijn inzet en plezierige samenwerking. Peter blijft actief binnen het bestuur en de evenementencommissie.We hopen dat deze uitgave u weer weet te inspireren, danken alle auteurs ook deze keer weer voor hun bijdragen en roepen iedereen op om Nederlandse bijdragen aan ruimtemissies, bij voorkeur bij de lancering, te blijven melden.

    Peter Buist

    Foto van het kwartaal

    Satelliet-tracker Marco Langbroek filmde vanuit Leiden deze “trein” van 60 Starlink satellieten van SpaceX toen deze kort na de lancering over Nederland vloog. Inmiddels zijn de satellieten naar een hogere baan en verder van elkaar gemanoeuvreerd, waardoor ze nu veel moeilijker waar te nemen zijn. [Marco Langbroek]

    Bij de voorplaat

    Het ruimtepak van Neil Armstrong, waarin hij 50 jaar geleden de eerste voetstap op de Maan zette. Het pak is onlangs gerestaureerd en geconserveerd, en nu in het fameuze National Air and Space Museum in Washington te zien. [Smithsonian Institution]

    mailto:info%40ruimtevaart-nvr.nl?subject=

  • Apollo 11: first steps editionReview van de recente IMAX ruimtevaartfilm.

    12

    A new Member of HonourLaudation for Tanja Masson-Zwaan. 4 SpaceBuzz klaar voor vertrek

    Een VR educatieprogramma dat kinderen ambassadeurs maakt van de planeet Aarde .

    8

    TESSNASA ruimtetelescoop zoekt naar exoplaneten.

    28

    Volkssterrenwacht Simon Stevin en de Apollo 10 en 11 missiesEen Nederlandse bijdrage aan de bemande maanmissies.

    20

    Succesvolle handelsmissie BremenBezoek versterkt samenwerking tussen Zuid-Holland en Bremen.

    40

    First Man – een mooie, ingetogen film over een introverte manReview van de recente ruimtevaartfilm.

    36

    Technologie, teamwork én plezier bij FIRST® LEGO® LeagueKinderen bouwen een robot, presenteren een project en leren nog veel meer.

    16

    Aeolus windmetingenDe lancering en het gebruik door het KNMI.

    23

    Mobiele communicatie altijd en overal via de satellietHoe kun je snel en efficiënt mobiel communiceren vanaf een plek waar je telefoon geen bereik heeft?

    32

    Samenwerken aan het meest geavanceerde navigatiesysteemInterview met Bas van der Hoeven van CGI.

    38

    RuimtevaartkroniekAlle lanceringen en belangrijke ruimtevaartgebeurtenissen tussen 1 januari 2019 en 11 april 2019.

    42

    Michael Collins: “Vóór alles wil je terug!”De vaste column van Piet Smolders.

    14

  • A new Member of HonourBart Reijnen, NVR Member of Honour

    Laudation on the occasion of the nomination of Tanja Masson-Zwaan as

    Member of Honour of the Netherlands Space Society, NVR, Leiden, 15th

    April 2019. Pictures by Peter Batenburg.

    Dear Members of the Board and present Members of Honour of the Netherlands Space Society, NVR; Dear Members of the International Space Resources Governance Working Group; Dear guests, Ladies and Gentlemen, and last but not least, Dear Tanja,

    The Board of the NVR has asked me, as its youngest Member of Honour, to deliver this laudation speech on Tanja on the occasion of her installation today as Member of Honour of the Association.Dear Tanja, it is a real pleasure and hon-our for me to do that. I cannot remember when we exactly met the first time, but

    I am sure it was not long after I joined Dutch Space in Leiden as their CEO back in 2006, probably at one of the many NVR, ESA, NIVR or later Netherlands Space Of-fice events. In the following years it was always a pleasure to meet you, not only in the Netherlands but in different places around the world for the annual Interna-tional Astronautical Congress; one of your many duties and commitments.The list of Tanja’s past and current roles and responsibilities is truly impressive. I was asked by the Chairman to limit my speech to 5 - 10 minutes, which honestly would not even be enough to address the full list of all of Tanja’s functions, member-ships, awards etc. So let me try to give

    you just the short summary.Tanja Masson-Zwaan is an Assistant Professor and Deputy Director of the International Institute of Air and Space Law (IISL) at Leiden University. She has served for more than 25 years on the Board of the IISL, of which nine years as their President. In 2016 Tanja was elected President Emerita. She lectures at many universities around the world, teaching and supervising students, setting up new courses on air and space law, like at the National University of Singapore. Tanja has advised different government bod-ies and private companies including the Secure World Foundation, China Institute of Space Law as well as Mars One.

    NVR members of honour: Karel Wakker, Jan de Koomen, Tanja Masson-Zwaan and Bart Reijnen.

  • Ereleden/ Members of HonourDe NVR kent sinds haar oprichting in 1951 enkele ereleden. Overeenkomstig artikel 6 lid 1 van de Statuten geldt:”Erelid is hij die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en die op voordracht van het bestuur als zodanig door de algemene ledenvergadering is benoemd wegens zeer

    Ereleden Naam Benoemingsjaar Korte toelichting

    Huidige Ir. J.H. (Jan) de Koomen

    1991 Voorzitter NVR, projectleider ANS en IRAS bij Fokker

    Prof. ir. K.F. (Karel) Wakker

    1998Voorzitter en bestuurslid NVR, redacteur Ruimtevaart, eerste hoogleraar ruimtevaarttechniek en Rector Magnificus, Technische Universiteit Delft, algemeen directeur SRON

    P. (Piet) Smolders

    2001 Publicist (pers, tv, boeken), directeur Artis Planetarium

    Drs. A. (André) Kuipers

    2004 Nederlandse astronaut

    Ir. D. (Daan) de Hoop

    2005 Voorzitter en bestuurslid NVR, redacteur Ruimtevaart, NIVR

    Prof. dr. C. (Kees) de Jager

    2011Professor Stellaire Astrofysica, Universiteit Utrecht, Directeur van Sterrenwacht ‘Sonnenborgh’, oprichter en eerste directeur van de Utrechtse Laboratorium voor Ruimteonderzoek (nu SRON)

    Ir. H.J.D. (Bart) Reijnen

    2015Directeur Dutch Space (nu Airbus Defence and Space Nether-lands), voorzitter SpaceNed

    Drs. T.L. (Tanja) Masson - Zwaan

    2019Vicevoorzitter en bestuurslid NVR, International Institute of Air and Space Law, Universiteit Leiden

    Overleden Ing. R. Fehres 1965 Directeur Anthony Fokkerschool

    Prof. ir. dr. J.M.J. Kooy

    1970Medeoprichter en eerste voorzitter van de NVR, leeropdracht ruimtevaart TH Delft (nu Technische Universiteit Delft), hoog-leraar rakettechniek KMA Breda

    Ir. J.H. Houtman 1970 Medeoprichter en vele jaren NVR bestuurslid

    M. Vertregt 1970 Jarenlang bestuurslid en vicevoorzitter

    Drs. C.W. Dornseiffen

    1971 Jarenlang NVR bestuurslid en redacteur Ruimtevaart

    Lt-Gen.bd A.B. Wolff

    1974 Voorzitter NIVR

    Ir. M.J. Bottema 1976Werkzaam bij Dienst voor het Stoomwezen; jarenlang voorzitter van de Studiegroep NVR

    J.A. Redeker ?Dichter, journalist, redacteur wetenschappen bij Algemeen Dagblad, redacteur Ruimtevaart

    Prof. ir. H. Wittenberg

    1991Voorzitter NVR, ruimtevaartpionier binnen TH Delft (nu Techni-sche Universiteit Delft), o.a. als initiator ruimtevaartopleiding bij toenmalige Afdeling der Vliegtuigbouwkunde

    bijzondere verdiensten jegens de vereniging of de ruimtevaart in het algemeen. Een erelid heeft toegang tot de algemene vergadering met stemrecht.”Hieronder vindt u een overzicht van huidige en helaas overleden ereleden:

    Het Bestuur heeft haar uiterste best gedaan om, in overleg met de huidige ereleden, bovenstaand overzicht te completeren teruggaand tot de datum van oprichting van de NVR.

    5Ruimtevaart 2019 | 3

  • Since 2008 Tanja is part of a team of ex-perts that advise the Dutch Government on the implementation of the Nether-lands Space Activities Act. Tanja is an elected member of various professional associations, such as the International Academy of Astronautics (IAA), the Acad-emie de l’Air et de l’Espace (AAE) and the International Law Association (ILA).Her strong commitment and drive also becomes very clear when I share with you some of the different initiatives Tanja has started or co-founded. First of all, Tanja is a co-founder and member of the Hague Space Resources Governance Working Group; without her we would probably not be here together today. She was also a Member of the Founding Board of Women in Aerospace Europe. Not a surprise, as you truly are real woman in aerospace! And allow me to use this oc-casion to remind all of us, that we still do not have enough women in aerospace, and certainly not enough like Tanja. To continue the list, she was also a Founding Board Member of European Centre for Space Law. And last but not least, Tanja was one of the initiators and members of the Local Organizing Committee of the first ISU – the International Space Univer-sity Space Studies Program, which took place last summer in the Netherlands.An impressive list, and most probably she is already working on one or more new initiatives.The wider space community in the Neth-erlands knows Tanja well, as she also served for two terms as Board Member and Vice Chairman of the Netherlands Space Society NVR, from 2010 till 2016.Dear Tanja, you are clearly a great Woman in Space, with an impressive track record of activities in the Netherlands as well as around the world.

    That all of your commitments and ini-tiatives were not left unnoticed, but were very much appreciated and recognised, is shown by the different international awards you have received: the Distin-guished Service Award of the IISL (2001), the Social Sciences Award of the Inter-national Academy of Astronautics (IAA, 2008) and the IAF Distinguished Service Awards (2015).

    Dear Tanja, Ladies and Gentlemen, to-day one additional decoration is added to this honourable list: Member of Hon-our of the Netherlands Space Society. In its General Assembly of June 18th last year, the Board made a proposal for your nomination, which – without any surprise – was accepted. The Board had three main reasons to support your nomination:1. Tanja Masson-Zwaan plays a leading

    global role in the profiling and imple-

    mentation of Space Law, in what is regarded as a rather technology and science dominated space community. She has been advising the Dutch Gov-ernment for more than 10 years on the Netherlands Space Activities Act. She has worked as an expert on Legal and Insurance aspects. Her work together with the technical experts of NLR and the financial expertise of PWC on the topic of Small Satellites, paved the way for some Dutch National Laws governing space activities.

    2. The second reason for Tanja’s nomi-nation points at her strong personal drive. I mention here the many ini-tiatives and contributions to build and further deepen the relationships between her group at the University in Leiden and other stakeholders and organisations in the Netherlands. The NVR, the Netherlands Space Society, was clearly one of those. Tanja puts a lot of personal efforts in building the links between her international stu-dents and the space organisations and industry in the Netherlands. The topic of Gender Diversity has always been of high importance to her, for which she continuously acts as a catalyser and role model.

    3. Last but not least, Tanja has been a very active member of the NVR. As I already mentioned she served for two periods as a member of the Board, including taking up the Vice Chair-manship. In this period she played an important and stimulating role in de-veloping the Society towards what it is today: a very active and recognised organisation in the Netherlands space domain. Tanja particularly focused on promoting the organisation towards Women and Young Professionals,

    Left: audience at the symposium The Role and Relevance of the The Hague International Space Resources Governance Working Group at Leiden University. Right: NVR members of honour Tanja Masson-Zwaan and Bart Reijnen, with from left to right the speakers at the Symposium: Gerard Blaauw (NVR chairman), Ian Crawford (Birkbeck College, London), Rene Lefeber (Ministry of Foreign Affairs, chairman of the The Hague Internati-onal Space Resources Governance Working Group), Michael Simpson (vice-chairman of the Working Group, executive director emeritus at Secure World Foundation, former ISU president) and Mahulena Hofmann (University of Luxemburg)

    6 Ruimtevaart 2019 | 3

  • with the aim to get them engaged. Besides, she played an important role in the preparation and signing of dif-ferent MoUs regarding cooperation with other national and international space associations. As well, Tanja was instrumental in the development of the Social Media Policy of the NVR.

    Dear Tanja, with these arguments it must certainly not have been very difficult for

    the Board to convince the General As-sembly that you are a well-deserved new Member of Honour for the Netherlands Space Society.On a personal note I want to add – and I am sure many people will agree with me – that it is always a great pleasure to meet and talk with you. Your positive and friendly attitude, your energy in combination with your strong expertise and experience, as well as your drive to

    develop people and policies for a better use of space is truly contagious.You are a true leader in space, an expert in your domain of expertise and beyond, as well as a role model for students and young professionals. It is my great pleas-ure to welcome you now as an Honorary Member of the Netherlands Space Soci-ety, NVR.

    Congratulations!

    The Planetary Radio Astronomy and Doppler Experiment (PRIDE), developed at JIVE (Joint Institute for VLBI ERIC, located in Dwingeloo) and Delft University of Technology, aims for multi-disciplinary enhancement of the science out-put of planetary and space science missions. PRIDE has been accepted as one of the eleven experiments of the European Space Agency’s (ESA) Jupiter Icy Satellites Explorer (JUICE) mission, scheduled for lift-off in May 2022. PRIDE will ad-dress and enhance the science tasks of the JUICE mission by providing measurements for improvement of the Jovian system ephemerides as well as by measuring parameters of the propagation medium penetrated by the spacecraft radio transmission.PRIDE is based on the Very Long Baseline Interferometry (VLBI) technique. The first essential component of the experiment is a modification of “traditional” VLBI, called a near-field VLBI technique, which considers the challenges of conducting interferometric observations of objects within the Solar System. The second component is high-resolution spectrometry of artificial radio signals (emitted by space-craft). The experiment on the JUICE mission will build on prior successful applications of PRIDE, such as the ESA’s Huygens Titan Probe, Smart-1, Venus Express and Mars Express plane-tary missions, which have demonstrated the validity of the technique.

    advertentie

    During the Venus Express mission an investigation demon-strated the potential of the PRIDE methodology in measu-ring parameters of the planetary atmosphere at altitudes and pressures unreachable by other available techniques. Radio occultation experiments with Venus Express were conducted from 2012-2014 with the European VLBI Network and Global VLBI arrays. Among other things, these PRIDE observations provided measurements down to about 45 km above the Ve-nus surface, deeper than was achieved by other techniques during the same occultation events.

    PRIDE to feature as an experiment on ESA’s JUICE mission

    7Ruimtevaart 2019 | 3

  • SpaceBuzz klaar voor vertrekPeter van Diepen en Peter Buist

    Dit najaar zal het nieuwe programma SpaceBuzz van André Kuipers

    van start gaan. SpaceBuzz is een VR educatie programma wat speciaal

    ontwikkeld is voor kinderen van groep 6 en 7 van de basisschool om ze

    kennis te laten maken met het zogenaamde ‘Overview Effect’ en hen

    daardoor bewust te maken van de schoonheid en kwetsbaarheid van

    onze planeet. Onlangs was er een voorlichtingsbijeenkomst van ‘De

    vrienden van de SpaceBuzz’ op het Mediapark in Hilversum.

    Overview EffectHet is een prachtige zonnige zondag-ochtend, begin april, als we een bijeen-komst bezoeken van ‘De vrienden van de SpaceBuzz’ op het Joop van de Endeplein in het Mediapark te Hilversum. Het ra-ketvoertuig staat er in de blakende zon, omringd door vergrotingen van foto’s gemaakt door André Kuipers zelf tijdens zijn tweede verblijf in het International Space Station (ISS). De SpaceBuzz, een raketvormige trailer achter een vracht-wagen, is ongeveer vijftien meter lang en is voorzien van de nieuwste Virtual Reality (VR) technologieën. Er werd ruim ander-half jaar aan gewerkt door ingenieurs, programmeurs, technici en onderwijs-specialisten. In het voertuig (zelf statisch)

    zijn negen bewegende stoelen en de mo-dernste VR-brillen met hoofdtelefoons geplaatst. Eenmaal plaatsgenomen in een stoel kun je, met een VR-headset op, een zo getrouw mogelijk nagebootste ruimtevlucht meemaken.Het idee voor de SpaceBuzz, een non-profit initiatief van de Stichting Overview Effect (een ANBI), werd geboren in mei van 2017 en de eerste fundraising vond al in november van dat jaar plaats. Op 19 december 2018 werd het onthuld voor het publiek in bijzijn van André Kuipers en de pers (de onthulling haalde het jeugdjournaal). Precies vijftig jaar nadat Apollo 8 met aan boord Frank Borman, Jim Lovell en William Anders als eerste bemande missie om de maan cirkelde.

    Tijdens deze missie werd de bekende foto van de opkomende Aarde boven het maanoppervlak gemaakt: ‘Earthrise’. Voor het eerst zag de mens, van afstand, hoe kwetsbaar de planeet Aarde en zijn dunne atmosfeer zijn.Het effect dat het uitzicht over de Aarde vanuit de ruimte op astronauten heeft wordt ook wel het ‘Overview Effect’ genoemd. Frank White heeft hierover onderzoek onder astronauten gedaan en kwam met de definitie: The overview ef-fect is a cognitive shift in awareness repor-ted by astronauts during spaceflight, often while viewing the Earth from outer space. It is the experience of seeing first-hand the reality of the Earth in space, which is im-mediately understood to be a tiny, fragile

    Links: André Kuipers tijdens de onthulling van de SpaceBuzz. Rechts: André Kuipers met VR-bril in de SpaceBuzz. [Foto’s: SpaceBuzz]

    8 Ruimtevaart 2019 | 3

  • ball of life, “hanging in the void”, shielded and nourished by a paper-thin atmosp-here.Het is dit ‘Overview Effect’ dat André Kuipers graag wil delen met anderen. Hij zegt hierover: “Vanuit de ruimte zag ik hoe schitterend mooi en bijzonder de Aarde is. Wij mensen zijn allemaal astro-naut van een ruimteschip dat de Aarde heet. Daar moeten we ongelooflijk zuinig op zijn”. Van de 100 miljard mensen die tot op heden geleefd hebben is slechts een groep van minder dan 540 mensen zelf in staat geweest om het effect in de ruimte mee te maken.

    AmbassadeursDe SpaceBuzz is ontwikkeld voor kin-deren in groep 6 en 7 (9-11 jaar) van het primaire onderwijs. Aan boord ‘reizen’ de kinderen door de ruimte, ervaren het ‘Overview Effect’, komen satellieten en het ISS tegen en scheren over het maan-oppervlak. Maar voordat de kinderen de ruimte ingaan moeten ze eerst een astro-nautenopleiding hebben gehad.Het ruimtevoertuig is ontwikkeld voor Nederland maar het heeft een wereld-wijde missie. De doelstelling is om zo-veel mogelijk kinderen in de wereld de indringende ervaring van astronauten te laten beleven, om zo een blijvende mind-shift bij hen te bewerkstelligen. Op deze manier wil men zoveel mogelijk zoge-naamde ‘Ambassadeurs voor de planeet Aarde’ te creëren.

    Drie fasesDe bijeenkomst vindt plaats in een ge-zellig, huiselijk, restaurantje op het Me-diapark in Hilversum. Er zijn zo’n vijftien genodigden op de eerste bijeenkomst. De tweede bijeenkomst is in de middag. Een bijeenkomst bestaat uit een presentatie van Janine Geysen, directeur SpaceBuzz,

    en een demonstratie van de stoelen en VR-brillen in de SpaceBuzz. De presentatie van Janine begint met een twee minuten durend filmpje over André Kuipers’ ervaringen in de ruimte. Daarna vertelt zij over het ontstaan van het ruim-tevoertuig en zijn functie. De SpaceBuzz is een VR-educatieprogramma dat kin-deren opleidt tot astronaut en daarna op ruimtemissie stuurt. De astronautenopleiding voor de kinde-ren bestaat uit drie fases:Fase 1 is een pre-flight astronautenop-leiding van circa zes uur. De kinderen krijgen les van hun leerkracht over het as-tronautenleven en de rol van de ruimte-vaart in ons dagelijks leven. Speciaal voor de lessen is er een digitale leeromgeving ontwikkeld, ‘Mission Control’, waar een virtuele André Kuipers van alles uitlegt en vertelt. Ook worden er waterraketten gelanceerd, kunnen kinderen iets sa-menstellen met een ruimtehandschoen aan, moet er op de kop hangend aan het klimrek een boterham gegeten worden om de werking van zwaartekracht op het slikken te demonstreren, en is er een astronautentest waarbij de kinderen moeten samenwerken. De leerkrachten kunnen gebruik maken van het lesma-teriaal dat via ‘Mission Control’ wordt aangeboden.Fase 2 is een VR-ruimtereis in de Space-Buzz die ongeveer een dagdeel in beslag neemt. De SpaceBuzz komt dan op een locatie dichtbij de school en in groepen van acht leerlingen en één leerkracht worden er ruimtereizen gemaakt.Fase 3 is het post-flight programma. De kinderen krijgen weer les van hun leer-kracht over de Aarde, Mens & Natuur en Wetenschap & Techniek via ‘Mission Con-trol’. En, net als echte astronauten, sluiten de kinderen het programma af met een persconferentie voor familieleden en

    leerlingen van andere klassen. Op deze manier delen zij hun ervaringen met an-deren. Na afloop ontvangen de kinderen een SpaceBuzz-patch.

    Komende maandenAls school kun je je gratis aanmelden via www.spacebuzz.nl. Er hebben zich inmiddels al zo’n 300 scholen aange-meld. Dit betekent dat het programma al tot 2021 gevuld is. Op dit moment is er maar één SpaceBuzz, maar dit zullen er uiteindelijk negen moeten worden. De eerste SpaceBuzz missie zal, volgens planning, in oktober van dit jaar van start gaan. Tot nu toe hebben al meer dan 750 kinderen het SpaceBuzz programma getest. De SpaceBuzz zal niet alleen in Nederland worden gebruikt, want de be-doeling is dat er in meerdere landen één of meerdere raketvoertuigen komen, met dezelfde missie. Spacebuzz is gratis voor alle kinderen wereldwijd en aanpasbaar aan andere landen en astronauten. Over vijf jaar zou het al in tien landen gebruikt kunnen worden. Inmiddels zijn daar de contacten al voor gelegd en het team van de SpaceBuzz stelt zijn kennis en ervaring belangeloos beschikbaar voor initiatieven in het buitenland. De komende maanden, tot en met ok-tober, zal het team van de stichting met de SpaceBuzz over de wereld reizen en een aantal internationale evenementen bezoeken om contacten te leggen en fondsen te werven. Van 14 tot 18 oktober is SpaceBuzz aanwezig op het jaarlijkse congres van de Association of Space Ex-plorers (ASE) in Houston en van 21 tot 25 oktober op het International Astronau-tical Congress (IAC) in Washington. Ook zullen zij aanwezig zijn op evenementen die deze zomer in Nederland worden georganiseerd omtrent het vijftigjarige jubileum van de maanlanding.

    Links: De SpaceBuzz tijdens de onthulling [SpaceBuzz]. Rechts: SpaceBuzz in de blakende zon tijdens de bijeenkomst van de Vrienden van de SpaceBuzz.

    9Ruimtevaart 2019 | 3

  • Tilburg UniversityVoor de ontwikkeling van het lespro-gramma wordt nauw samengewerkt met Prof. Dr. Max Louwerse, Professor Cognitieve Psychologie en Kunstmatige Intelligentie van de Tilburg University. Professor Louwerse is initiatiefnemer van het project Virtual Humans in the Brabant Economy (VIBE). Dit project is opgezet om virtuele mensen, avatars, mogelijk te maken die in de nabije toekomst ingezet kunnen worden in de gezondheidszorg. Zijn ervaring en kennis is van onschatbare waarde voor het project omdat de rol van André Kuipers, in het lesprogramma en in de SpaceBuzz, een virtuele is. Overigens gaat Tilburg University een Virtual oplei-dings-, en onderzoeksinstituut ontwik-kelen.Om de kinderen een zo goed mogelijke ervaring van een ruimtereis te laten be-leven wordt er gebruik gemaakt van VR-brillen en hoofdtelefoons. Omdat je helemaal afgesloten bent is er geen omgevingsinformatie meer. Het lijkt alsof je een andere wereld instapt. Als je naar links, rechts, boven of onder kijkt veran-dert het beeld met je mee. Het is driedi-mensionaal, interactief en 360 graden.

    De ontwikkelaars: MediaMonks en UnbrandedUnbranded, een decorbouwer op het Mediapark, heeft de raket gebouwd. Om de ervaring in de SpaceBuzz zo realistisch mogelijk te maken hebben zo’n 100 men-sen van het bedrijf MediaMonks meege-werkt aan het project, waarvan ongeveer 75 mensen aan de VR-ervaring. Media-Monks is een Creatief Digitaal Productie Bureau in Hilversum. De medewerkers van MediaMonks hebben allen een tech-nische- of IT-achtergrond en delen een interesse in de ruimtevaart. Livestreams van lanceringen worden door hen allen

    met veel interesse gevolgd. Van het begin af aan zijn ze bij de SpaceBuzz betrokken en hebben ze gewerkt aan het creëren van de omgeving in de SpaceBuzz. Ook zijn ze betrokken bij de website, het educatieplatform, de fysieke raket en campagnemateriaal. Met het programmeren van de VR-omgeving zijn ze ongeveer een half jaar bezig geweest. Om de omgeving te animeren heb je een aantal expertises nodig. Er moet in eerste instantie een script geschreven worden en de route van het ‘ruimteschip’ moet worden geplot. Daarnaast moet het ruimteschip worden ontworpen, met een groot observatiedek waar vanaf je naar de Aarde kunt kijken.De grootste klus voor MediaMonks was om de Aarde zo realistisch mogelijk te maken. Zij zijn daar anderhalf jaar mee bezig geweest. Er zijn duizenden gigabytes aan satellietfoto’s gebruikt, Googlemaps-data om de lichtjes aan de nachtkant van de Aarde te laten oplichten en simulaties voor wolken, lichtbreking en -reflectie en zelfs de beweging van het Noorderlicht. De SpaceBuzz is geprogrammeerd in Unity, een ‘game engine’ waarin de om-geving, interacties en regels ingebouwd kunnen worden. Hierin zit ook een standaard ‘physics engine’ die de natuur-kundige regels beheerd, zoals voor een zwaartekrachtloze omgeving. Om een gevoel van gewichtloosheid te creëren moeten een aantal dingen samenkomen: belichting, animaties en simulaties. Tijdens de lancering wordt er gebruik gemaakt van trillende stoelen.

    SpaceBuzzDe presentatie van Janine duurt ongeveer een uur. Na afloop is er nog tijd om vragen te stellen en kunnen we de SpaceBuzz zelf gaan ervaren.

    In de hypermoderne SpaceBuzz staan ne-gen blauwe comfortabele stoelen naast elkaar. Daar kunnen straks de leerkrach-ten en leerlingen gaan zitten. In iedere stoel ligt er een VR-bril en hoofdtelefoon. We nemen plaats in een stoel en volgen de instructies die worden gegeven door twee dames die ons gedurende de gehele ‘ruimtereis’ begeleiden. Voor ons, aan de wand, is een beeldscherm waarop plots André Kuipers, als avatar, verschijnt. We zetten een VR-bril op en stappen onmid-dellijk een andere wereld binnen. Van het éne naar het andere moment zitten we in de cockpit van een ruimteschip die door twee astronauten wordt bestuurd. In de linker astronaut herkennen we André Kuipers.

    LanceringOnze ‘ruimtereis’ begint met een lance-ring. Als het ruimteschip zich losmaakt van de Aarde trillen de stoelen om daarmee het effect van een lancering te versterken. Door de ramen van de cockpit zien we het hemelse blauw langzaam vervagen en overgaan in zwart. We zijn in de ruimte. Wat wordt bevestigd door een bloknoot en een pen die voor ons op een soort dashboard lagen maar nu zijn gaan zweven. De bewegingen van de twee voorwerpen voelen heel natuurgetrouw aan, je zou de bloknoot en de pen zo wil-len pakken. Ook het licht lijkt onder de juiste hoek binnen te vallen in het ruimte-voertuig t.o.v. de zon. De programmeurs van MediaMonks hebben geen half werk geleverd. Na de lancering verschuiven wij in het ruimteschip naar een andere ruimte waar zich een enorm luik opent en wij uitzicht over de ruimte en de Aarde krijgen; het ‘Overview Effect’. Even lijkt het of we in het ISS zitten, genietend van het uitzicht vanuit de Cupola. De Aarde draait onder

    Links: De bijeenkomst van de Vrienden van de SpaceBuzz. Rechts: De begeleiding van onze ‘ruimtereis’.

    10 Ruimtevaart 2019 | 3

  • Partners en donateurs gezocht! Om het SpaceBuzz educatieprogramma voor zoveel mogelijk kinderen beschikbaar te stellen zoeken we donateurs en partners. Helpt u ons met de bouw van de tweede SpaceBuzz die kinderen inspireert met het perspectief van astronauten? Zodat ook zij ambassadeurs van planeet Aarde worden, net als Andre Kuipers en alle andere astronauten! Iedere bijdrage is welkom, van klein tot groot! Kijk op onze website voor meer informatie over het SpaceBuzz donateurschap. Of stuur een mailtje aan janine@spacebuzzfoundation voor meer informatie over ons (internationale) partnerprogramma en onze bijzondere SpaceBuzz-op-locatie mogelijkheden.https://www.spacebuzz.earth/

    ons door. Zo zien we de continenten, bliksem, steden in het donker, maar ook lampjes van vissers op zee, realistische overgangen van dag naar nacht en vice versa en het Noorderlicht. Net zoals An-dré Kuipers dat zag vanuit het ISS. Het is een ervaring die heel dicht bij de realiteit komt. MaanWe vervolgen onze reis naar de Maan. Onderweg komen we satellieten en het ISS tegen. André Kuipers geeft, als avatar, uitleg over de ruimtevaartuigen. Een reis naar de Maan duurt in het echt een aantal dagen maar in de SpaceBuzz zijn we er binnen een mum van tijd. En dan scheren we over het Maanoppervlak. Onder ons zien we Maankraters. Even hebben we de tijd om ons voor te stellen hoe imposant het moet zijn geweest om dit in het echt te zien, zoals de astronauten van de Apol-lovluchten naar de Maan in de jaren ’60 en ‘70. De stilte in de koptelefoons is geheel op zijn plaats.Het is nu tijd om terug te keren naar de

    Aarde. Door de ramen van de cockpit zien we de lucht rood kleuren als we door de dampkring vliegen. Even later staan we weer op het schoolplein en kunnen we uitstappen.De ruimtereis in de SpaceBuzz neemt zo’n twintig minuten in beslag. Het is een indrukwekkende ervaring die je heel even het leven van astronauten in de ruimte doet beleven. De kinderen van de scholen die zich hebben aangemeld staat

    een prachtige ervaring te wachten. Niet alleen de ruimtereis maar ook het proces er naartoe (de astronautenopleiding) en het proces erna. De kinderen leren over de ruimtevaart, techniek, wetenschap, de Aarde, samenwerken, communiceren, creatief zijn en het geven van een pers-conferentie. Vaardigheden die ze in hun verdere leven kunnen gebruiken en hen voorbereiden om ‘Ambassadeurs van de planeet Aarde’ te worden.

  • Apollo 11: first steps edition Peter Buist

    Deze documentaire over Apollo 11, dit jaar een halve eeuw geleden,

    neemt je mee naar het hart van de onderneming om de eerste mensen

    op de maan te zetten én weer veilig terug te brengen. Je voelt de span-

    ning bij de voorbereiding, de lancering, de landing en de terugkeer op

    aarde. Een verslag van de persvertoning en de, mede door NVR geor-

    ganiseerde, première in het Haagse Omniversum.

    Nederlandse premièreOp 15 en 17 april ging de nieuwe docu-mentaire in het Omniversum in premi-ère. Beide avonden, mede georganiseerd door de NVR, waren uitverkocht en daarmee een groot succes. Apollo As-tronaut trainer Scott Millican, bekend in Nederland als de oprichter van HE Space, verzorgde een inleiding bij de film en beantwoordde vragen van het publiek. Ik heb de documentaire twee keer gezien, de eerste keer samen met Piet Smolders bij de persvertoning op 16 april en de avond daarop samen met mijn 9 jaar oude zoon. De uitgave van de documentaire, waarin niet eerdere gebruikte 70 mm film- en audio-opnames, is getimed om samen te vallen met het 50-jarig jubileum op 20 juli van de eerste maanlanding. Som-mige beelden waren wel bekend, maar alleen van 35 mm opnames. Vrijwel alle bioscoopfilms zijn tot op heden op 35mm formaat gedraaid en worden ook op dit formaat in de bioscoop vertoond. 70mm wordt o.a. gebruikt voor IMAX-films en hebben dan ook een 70 mm IMAX-projectie nodig. Uniek is dat er wel 70 mm opnames van de Apollo 11 missie gemaakt zijn maar dat deze tot nu toe niet waren gebruikt (en tot voor kort zelfs zoekgeraakt). Het gebruik van de 70 mm opnamen levert een documentaire op die goed tot zijn recht komt op het grote scherm (840 m²!) van het Omniversum in Den Haag.

    Hoogtepunten in beeld waren voor mij de Saturnus-V raket op het lanceerplatform gefilmd vanuit de lucht, de Crawler die de raket naar het lanceerplatform brengt, de personenlift die de bemanning naar de top van de raket brengt op het lanceer-platform, de enorme schare publiek dat bij de lancering aanwezig is (een miljoen mensen verzamelden op de publieke terreinen en stranden rond het Kennedy Space Centre) en het naderen van de maanlander gefilmd vanuit de Comman-do en Service Module na de opstijging van het maanoppervlak. Dit zijn alle beelden die erg goed tot hun recht komen op een groot scherm. Zover ik kon nagaan zijn de echt nieuw beschikbare beelden die van de lancering, opnames binnen mission control, van het oppikken van de capsule in de Grote Oce-aan na terugkeer op aarde en sommige post-mission beelden zoals opnames bin-

    nen de quarantaine module. Niet alleen het beeldmateriaal is erg indrukwekkend, ook geluidseffecten worden op een goede manier ingezet om de spanning op te bouwen, zoals die van de hartslag van de bemanning tijdens verschillende fasen van de vlucht. De audio-opnames zijn geselecteerd uit meer dan 11.000 uur aan materiaal van zo’n 60 hoofdpersonen betrokken bij de eerste maanlanding. Deze opnames zijn gebruikt om het verhaal te vertellen; er is geen commentator die uitlegt wat het publiek te zien krijgt.De regisseur heeft een opmerkelijke pro-cedure gevolgd om deze documentaire te maken. Hij begon met het recreëren van de hele 9-daagse missie in een ongeveer 9 dagen durende film, om alles compleet en in de juiste volgorde te krijgen. Ver-volgens heeft hij de boel ingekort, met een selectie van beelden die het meest

    12 Ruimtevaart 2019 | 3

  • geschikt zijn voor een grote projector en voor het publiek dat naar musea en science centres gaat, tot de 47 minuten die nu getoond worden in het Omniversum.De muziek, speciaal gecomponeerd voor de documentaire, is ook de moeite waard en werd gespeeld door instrumenten uit de tijd van de eerste maanlanding, met een grote rol voor de legendarische Moog synthesizers. Op het grote scherm van Omniversum, uitgerust met 36 luidspre-kers, zeskanaals digitaal geluid en zes subwoofers voor voelbaar lage tonen, le-vert dit samen met de beelden een fraaie ervaring op.

    Tijdsbeeld van historische gebeurtenisIk vroeg me af bij de persvertoning of mensen zonder achtergrondinformatie het verhaal voldoende konden volgen, maar de volgende dag bleek dat mijn zoon daar geen enkele moeite mee had. Hij begreep wat er aan de hand was en was erg opgewonden bij de belangrijkste

    gebeurtenissen: lancering, landing op de maan en terugkeer op aarde. Alleen het feit dat de stuwstof van de maanlander bijna op is als Neil Armstrong over het maanoppervlak blijft vliegen op zoek naar een vlakke plek om te landen, is misschien niet duidelijk voor iemand die van dit feit niet op de hoogte is. De film laat wel een indicator zien met de tijdseenheid, maar vermeld niet dat het dan bij Armstrong bekend is dat er nog voor 60 seconden stuwstof in de tanks zat. Als uiteindelijk Armstrong de maanlander neerzet in een vlak gebied is er nog maar voor 20 secon-den stuwstof over. De documentaire geeft een mooi tijds-beeld van de late jaren zestig. Ik vond het opvallend dat, net als tegenwoordig iedereen met een mobiele telefoon alles bij belangrijke gebeurtenissen filmt, ook bij de lancering van de Apollo 11 de meer-derheid van het toegestroomde publiek met een fotocamera voor het oog stond. De enige vrouw rechtstreeks betrokken bij de lancering op Kennedy Space Center

    is opvallend prominent in beeld: JoAnn H. Morgan. Zij was als 28-jarige Instrumen-tation Controller de eerste vrouw ooit in de zogenaamde Firing Room, de control room van waaruit de lancering werd gere-geld (waarna Mission Control in Houston het overnam voor de rest van de missie). Een andere vrouw, Frances Northcutt, moet aanwezig geweest zijn in een back room van Apollo 11’s Mission Control in Houston; ze is niet te zien in de film maar schijnt wel te horen te zijn in een audio-fragment.

    Tot slotDe documentaire op IMAX-formaat maakt gebruik van origineel beeldma-teriaal en geluid, waarvan een gedeelte recent (her)ontdekt werd in de kluizen van NASA. Daardoor krijg je het gevoel dat je zelf aanwezig bent bij de missie uit 1969 die de astronauten Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins naar de maan voerde. Het filmproject is niet alleen belangrijk omdat het een mooie documentaire op-geleverd heeft maar ook omdat het heeft bij gedragen tot archivering en documen-tatie van het vele film- en audiomateriaal aanwezig in de NASA archieven. Al het audiomateriaal is gedigitaliseerd, geca-talogiseerd en doorzoekbaar gemaakt, hetgeen voor historici van groot belang kan zijn.

    Deze film is te zien in het Omniversum en is in het Engels gesproken zonder Nederland-se ondertiteling. Voor actuele informatie zie https://www.omniversum.nl/

    13Ruimtevaart 2019 | 3

  • Michael Collins: “Vóór alles wil je terug!”

    Piet Smolders, www.smoldersonline.nl

    Memories

    Michael Collins in de Apollo-trainer, een maand voor het vertrek van Apollo 11. [NASA]

    Foto van “one small step”, genomen van Smolders’ zwart-wit TV met een Yashica 6x6 camera op statief op Kodak Tri-X film, op maandag 21 juli 1969 om 03.56 in de ochtend. Gebruikt in het boek “Amerikanen op de maan.” [Piet Smolders]

    Kort na hun terugkeer op aarde bezochten de eerste drie maan-vaarders Armstrong, Aldrin en Collins ons land. Nadat we op een boot door de grachten van Amster-dam hadden gevaren mocht ik op een persconferentie enkele vragen aan hen stellen, maar tot een echt gesprek kwam het niet. Bij de tiende verjaardag van hun vlucht, in 1979, probeerde ik weer met hen in contact te komen. Neil Armstrong liet me per brief weten dat hij geen inter-view zou geven. Ook Buzz Aldrin, die na de vlucht in psychische en alcoholpro-blemen was geraakt, bleef zich voorlo-pig aan het publiek onttrekken. Later zou ik hem enkele malen ontmoeten. Maar Michael Collins, die tijdens Apollo 11 eenzaam in zijn moederschip om de maan had gedraaid, stemde toe. Ik ontmoette hem als directeur van het be-faamde National Air and Space Museum in Washington. In zijn ruime werkkamer

    keek hij uit op het hoofdkwartier van zijn vroegere werkgever.Om te beginnen gaf ik hem een exemplaar van mijn boek “Soviets in Space”. Snel bladerde hij het door en stuitte op een foto van kosmonaut Boris Volynov als parachutist. “Is dat een onderdeel van hun opleiding, parachutespringen?” vroeg hij verbaasd. Ik knikte bevestigend. “Nooit of te nimmer zou ik uit een vliegtuig sprin-gen, behalve in een noodgeval”, riep hij uit. Waar Armstrong zich altijd ongemakkelijk leek te voelen en Aldrin je meteen begon door te zagen over zijn Mars Cycler, bleek Michael Collins een vlotte en plezierige verteller. Hij ontpopte zich als een man zonder kapsones, die de gestelde vragen bloemrijk beantwoordde.Ons gesprek begon met de vaststelling dat Amerika’s maansuccessen terug te voeren waren op een trauma dat de VS opliepen bij de lancering van de eerste Spoetnik en dat vervolgens versterkt werd door de

    vlucht van Joeri Gagarin. Collins: “How right you are! Ik geloof dat wat het gaan naar de maan betreft Gagarin een belang-rijker drijfveer voor ons was dan Spoetnik. Er was geen twijfel aan: we hadden het gevoel in een race te zitten. En omdat we verslagen waren door de Russen wat be-treft een vlucht in een baan om de aarde vroegen we ons af: Wat kan onze volgende zet zijn? Dat was: naar de maan gaan.Toen ik in 1964 in het ruimtevaartpro-gramma kwam vroegen sommigen mij of ik vond dat we met de Russen in een race zaten. Ik kon toen eerlijk antwoorden met zowel yes als no. Ik geloof dat we in een race zaten, maar dat feit had geen invloed op ons dagelijks leven of op onze dage-lijkse beslissingen. We hadden onze eigen koers en ons eigen tempo bepaald. Als er toen iemand gekomen zou zijn (Michael buigt zich naar me toe, samenzweerderig fluisterend) “Hey, de Russkies staan op het punt naar de maan te vliegen” dan hadden

    14 Ruimtevaart 2019 | 3

    http://www.smoldersonline.nl

  • we hadden we het niet anders of vlugger kunnen doen dan we het deden.”

    Er gaat een hardnekkig gerucht dat nogal wat maanvaarders na hun vlucht in de religie of alternatieve weten-schappen zijn gedoken.“Ik geloof dat dat overtrokken wordt. Niet erg veel ex-astronauten hebben dat gedaan. Ik weet niet precies hoeveel Amerikanen er tot nu toe in de ruimte zijn geweest. Veertig? Nou, zo’n stuk of drie hebben dat soort banen aangenomen. Statistisch gezien is dat niet iets om grote conclusies aan op te hangen. Wel, we hebben Jim Irwin van Apollo 15 die “God op de maan vond.” Hij heeft een stichting en praat over godsdienst. Ed Mit-chell van Apollo 14 was al voor zijn vlucht erg geïnteresseerd in alles wat met buiten-zintuiglijk contact (telepathie en zo meer) te maken heeft. Ook hij richtte nadien een stichting op die hier mee te maken heeft, maar nu doet hij alweer wat anders.”

    En Buzz Aldrin?“Aldrin heeft psychische problemen ge-had. Hij heeft een zware depressie door-gemaakt en is in het ziekenhuis terecht gekomen. Hij had ook problemen met de alcohol. Maar kijk eens, my God, in een groep van veertig mensen mogen er toch wel drie een wat afwijkend gedrag verto-nen? En alleen van Aldrin kun je zeggen dat hij – zij het tijdelijk – wat abnormaal was. Wat ik belangrijk vind is dat zoveel astronauten helemaal niet aangeslagen waren door hun trip en gewoon doorgin-gen nadat ze waren teruggekomen. Dus vind ik het onzin als ze me vragen: Wat is er in hemelsnaam met jullie gebeurd daar in de ruimte?”

    Feit blijft natuurlijk dat zoiets een ge-weldige ervaring is. Heeft het uw kijk op het leven beïnvloed?“O ja, vliegen naar de maan verandert je visie zeker. Niet zozeer het vliegen in de ruimte. Wat die Russen tot nu toe hebben gezien komt veel dichter bij wat je uit een verkeersvliegtuig ziet dan wat wij zagen toen we naar de maan vlogen. De aarde te zien, erg klein. Dat is het denk ik. Het volgende zegt al iets over je ervaringen op weg naar de maan. Ons ruimteschip had vijf ramen. Je kijkt door raam nummer één en je ziet niks. En dan kijk je door raam nummer twee en je ziet niks. En je kijkt door die andere ramen: ook al niks. Je kunt

    de aarde niet vinden. Je zoekt verder. Dat is het begin. Iets heel vreemds. Ons hele leven weten we precies waar de aarde is. Daar onder onze voeten of onder onze rug. Heel soms onder ons hoofd. Maar we weten altijd waar ze is. En nu weet je dat plotseling niet meer.”“Dus je eerste job is de aarde te vinden. Je grijpt de stuurknuppel en laat het ruimte-schip draaien, eerst de ene kant op, dan de andere. En als je de aarde eenmaal hebt gevonden, dan zie je hoe prachtig ze is. Erg klein, zoiets als je duimnagel. Je kunt haar met je duimnagel bedekken. En ze is blauw en wit. Je ziet het blauw van het water en het wit van de wolken. Het land daar zie je niet zoveel van. Alleen Noord-Afrika komt licht roestbruin over. Maar als dat van je af-gekeerd is, dan zie je praktisch alleen maar blauw en wit. Erg helder, helderder dan de volle maan op een mooie avond. Bij dat licht kun je al bijna een boek lezen. Maar de aarde is nog veel schitterender, wel vier keer zo helder als de volle maan. En dan voel je hoe je met je hele bewustzijn in de richting van de aarde wordt gezogen. Het is net een sterke magneet, dat juweeltje in de verte.”Michael lacht geamuseerd: “Misschien herinner je je nog, Piet, dat in de eerste jaren van de ruimtevaart sommige art-sen zich afvroegen of er niet iets als een “break-away effect” zou kunnen optreden. Als mensen erg diep onder water zijn gebeuren er twee dingen. Allereerst iets lichamelijks. Dat heeft te maken met de

    stikstofrijke lucht die je een beetje dronken maakt. Het tweede aspect is psychisch: je raakt zó ver weg van het oppervlak en van alles wat je tevoren kende dat je je le-venslijn zou willen doorsnijden en alsmaar doorgaan, steeds verder naar beneden. Aanvankelijk dachten onze dokters dat zoiets met de astronauten ook wel eens zou kunnen gebeuren. Dat je niet meer terug zou willen als je eenmaal zo ver van de aarde zou zijn. Het touw doorsnijden en steeds maar verder vliegen. Nou, niets bleek minder waar. Er is dat geweldig sterke gevoel, zoals een magnetische kracht, dat je met de aarde verbindt. En je voelt dat je heel erg gelukkig bent met die aarde om op te leven. Niet alleen ben je blij dat je er weer naar terug kunt, maar ook realiseer je je dat de mensen daar gelukkig kunnen leven.”“Als je eenmaal rond de maan draait, nou die ziet er verschrikkelijk uit. En als je de andere kant op kijkt zie je niets. Totdat je plotseling die prachtige kleine blauw-witte bal ziet hangen. Boven alles krijg je dan het gevoel dat de aarde erg teer en kwetsbaar is, dat er iets mee zou kunnen gebeuren. En als je dan terugkomt op aarde, dan ga je jezelf die vragen opnieuw stellen: Is het een tere planeet? Kan ze gemakkelijk in verkeerde zin worden veranderd? Wat zou er allemaal fout kunnen gaan? En dan blijkt de kijk die je er in de ruimte op had plotse-ling een heel nauwkeurige.Wat dat betreft zou het voor iedereen goed zijn eens naar de maan te vliegen!”

    Piet Smolders tijdens een presentatie voor TROS Aktua TV in de F-1 motor van een der drie overgebleven Saturnus 5 ra-ketten, in Huntsville. [Paul Wallenburg]

    Michael Collins met het boek over “the Russkies”. [Piet Smolders]

    15Ruimtevaart 2019 | 3

  • Technologie, teamwork én plezier bij FIRST® LEGO® League

    Marleen de Kanter

    Wie kent het niet, LEGO® is onmisbaar in de speelgoedkist in huis. Het

    is ook een heel handig bouwsteentje voor de robots die kinderen van 9

    tot 15 jaar bouwen voor de wereldwijde technologiewedstrijd FIRST®

    LEGO® League. Elk jaar werken vele kinderen aan het programmeren

    van een robot en het onderzoeken van een vraagstuk over een wisse-

    lend thema. Afgelopen seizoen was het thema ‘Into Orbit’.

    Teamleden werken aan hun robot bij de wedstrijdtafel. [fotograaf: Thomas Vugs]

  • Het draait niet alleen om de robotElk voorjaar stijgt de spanning weer op veel scholen. Wat wordt dit jaar het thema van de FIRST® LEGO® League (FLL)? Wat voor missies moet de robot uitvoeren op de wedstrijdtafel? Welk vraagstuk gaan we onderzoeken? Onder begeleiding van de teamcoach gaan de kinderen aan de slag om in meerdere sessies een LEGO MINDSTORMS® Ro-bot te programmeren. Deze robot gaat op een speciale tafel van 2,5 bij 1,25 me-ter opdrachten uitvoeren en doet daarbij precies wat de kinderen geprogram-meerd hebben. De robot moet voorwer-pen verplaatsen, over obstakels rijden en allerlei acties in werking stellen. Doet de robot wat ‘ie moet doen, dan scoort het team punten.Dit is spectaculair en zeer aansprekend voor de deelnemers, maar toch draait FLL niet alleen om de robot. Elk team van maximaal tien kinderen werkt ook hard aan een project. Ze bijten zich vast in een vraagstuk en gaan op zoek naar een innovatieve oplossing. Bij alle activi-teiten van de kinderen spelen de Core Va-lues een belangrijke rol, de kernwaarden die zo belangrijk zijn in onze moderne samenleving. Meedoen zorgt niet alleen voor kennis en kunde op het vlak van technologie, maar zeker ook voor groei op persoonlijk vlak.

    Thema ‘Into orbit’ spreekt kinderen enorm aanElk jaar is er een ander thema, zo was het thema in 2016 ‘Trash Trek’, in 2017 ‘Ani-mal Allies’ en in 2018 ‘Hydro Dynamics’. Dit jaar was het thema ‘Into orbit’ en hebben de kinderen onderzocht hoe een leven in de ruimte eruit zou kunnen zien. Ze hebben onderzocht welke problemen ze kunnen tegenkomen en daar oplos-singen voor bedacht.Brigitte van Helden, directeur van Stich-ting Techniekpromotie: “Het thema van dit seizoen spreekt kinderen enorm aan, maar is soms lastig om je iets bij voor te stellen. Dat betekent dat er goed on-derzoek moet worden gedaan. Gelukkig helpt hun natuurlijke nieuwgierigheid om met het onderzoek de diepte in te gaan. De keuze in de problematiek voor het project was breed. Dat kon fysiek zijn, maar ook mentaal. Een langdurige ruimteverkenning binnen ons zonnestel-sel is een heel complex gebeuren en het

    is heel bijzonder dat kinderen tussen 9 en 15 jaar hier mee bezig zijn!”In het kader van dit thema hebben ESA en NASA intensief samengewerkt met FIRST en LEGO® Education. Er zijn speci-ale video’s gemaakt, onder andere vanuit het ISS door Alexander Gerst. Astronau-ten en andere wetenschappers gaven veel informatie over diverse onderwer-pen binnen dit thema. Ze verzorgden bronnen waar kinderen voor hun onder-zoek terecht konden.

    325.000 kinderen wereldwijdWel 325.000 kinderen uit meer dan 90 verschillende landen nemen deel aan de FLL en nog veel meer leerlingen gaan jaarlijks met het lesmateriaal aan de slag. Elk team mag zich presenteren op regio-finales, waarbij juryleden hen beoordelen op de verschillende aspecten. Afgelopen seizoen mochten uit de 28 regiofinales in de Benelux 50 teams door naar de grote finale in het Klokgebouw in Eindhoven op zaterdag 16 februari. De winnende teams van deze finale bemachtigen, naast hun Benelux titel, een plaats op het

    World Festival in Detroit Michigan (VS). De eerste prijs voor de Benelux ging dit jaar naar de MarsMellows, een team van zeven kinderen uit Delft en Den Haag. Hun project ging over het verbeteren van de smaak van voedsel in de ruimte. De kinderen ontwikkelden daartoe een pro-totype voor een ‘geurmasker’, waarmee astronauten voor hun ruimtevlucht hun reukzintuig kunnen trainen en daarmee voorkomen dat hun smaakbeleving in de ruimte verminderd. Tijdens de vlucht kan het masker helpen de smaak van voedsel te versterken.Drie medewerkers van ESA waren te gast tijdens de Beneluxfinale en hielpen onder andere bij de jureringen, te we-ten Jennifer Ngo-Anh, hoofd van ESA’s Human Research Office, Martin Born, Product Assurance and Safety Manager, en Michel van Pelt, Cost Engineer en Concurrent Design team leader. Michel van Pelt: “Ik was verrast door het hoge niveau van de projecten en presentaties, en zeker ook de originele onderwerpen. In de jureringsgroep waar ik bij hielp kwam een team langs die voorstelde om

    De Core Values• Ontdekking: we verkennen nieuwe vaardigheden en ideeën.• Innovatie: we gebruiken creativiteit en doorzettingsvermogen om problemen op

    te lossen.• Effect: we passen toe wat we hebben geleerd om onze wereld te verbeteren.• Integratie: we hebben respect voor elkaar en omarmen onze verschillen.• Teamwork: we bereiken meer als we samenwerken.• Plezier: we hebben plezier en vieren wat we doen!

    Meer programma’s van Stichting Techniekpromotie

    Naast de FLL-programma’s zet Stichting Techniekpromotie zich ook in voor de volgende programma’s:OO Techniek is een landelijke techniekwedstrijd voor alle groepen van het basisonderwijs. De leerlingen werken aan verrassende technische vraagstukken rondom een thema. Kinderen én leerkrachten raken spelenderwijs bekend met techniek. In juni vindt het OO Techniek Spektakel plaats, een prachtig evenement waar hoogleraren in toga en andere vrijwilligers van Stichting Techniekpromotie het werk van de kinderen bewonderen en jureren.Eureka!Cup is een landelijke technologiewedstrijd voor onderbouw HAVO en VWO. Leerlingen buigen zich over vraagstukken uit de praktijk van 6 bedrijven en organisaties. In mei vindt de Eureka!Day plaats, waar de teams hun prototype en het doorlopen proces presenteren aan medewerkers van de organisaties en de vrijwilligers van Stichting Techniekpromotie.

    17Ruimtevaart 2019 | 3

  • honden naar het ISS te sturen, als maatje voor de bemanning. De honden zouden goed getraind worden en met een soort luier worden uitgerust om te voorkomen dat behoeften door het ISS zouden gaan vliegen. Een ander team had onderzocht of je raketsla in gesimuleerde Marsgrond kan laten groeien met urine, in een zelf-gebouwde mini-kas. De jury vond de sla prima te eten.”

    Leren terwijl je plezier hebtSteeds meer mensen zien de noodzaak van het integreren van technologie in het onderwijs. LEGO® Education doet veel onderzoek en aan de hand van de resultaten ontwikkelen ze producten voor verschillende onderwijsgebieden en leeftijden. Zo is er ook een programma voor kinderen van 6 tot 10 jaar, genaamd FIRST® LEGO® League Jr. In dit pro-gramma werken de kinderen aan hun Model, een LEGO® WeDo 2.0 robot, en

    aan hun onderzoek. Een team bestaat uit maximaal 6 kinderen van 6 tot 10 jaar. Dit jaar komt er uitbreiding van de FLL-familie. Op 1 augustus lanceert LEGO® Education het nieuwe programma FIRST® LEGO® League Jr. Discovery edi-tion. Kinderen van 4 tot 6 jaar gaan aan de slag met LEGO® DUPLO®. De basis is een set DUPLO over het pretpark met di-verse bewegende onderdelen die tot de verbeelding spreken, zoals schommels, kanonnen en hellingbanen. Ook op deze leeftijd kunnen ze al onderzoek doen: hoe ver denk je dat je auto komt vanaf de hellingbaan? Elk jaar is er een andere set DUPLO als thematische aanvulling; dit jaar was dat een stoere raket.LEGO Education benadrukt in het les-materiaal dat je vaak meer bereikt dan je ooit alleen kunt bereiken als je samen de schouders eronder zet, elkaar helpt en plezier hebt. Dankzij FLL doen vele kinderen ervaringen op die ze nooit zul-

    len vergeten!Meer informatie over de FIRST® LEGO® League: www.firstlegoleague.nl, over OO Techniek: www.ootechniek.nl en over Eureka!Cup: www.eurekacup.nl. Het door Alexander Gerst in het ISS ge-maakte filmpje is hier te vinden: www.youtube.com/watch?v=zidR6Lr2dHM. Voor de evenementen kunnen wij veel vrijwilligers gebruiken. Wil je ons helpen als vrijwilliger, ga dan naar de betref-fende website of stuur een e-mail naar [email protected].

    De auteur werkt als educatief mede-werker bij Stichting Techniekpromotie (http://www.techniekpromotie.nl). Deze stichting maakt zich sterk om ieder kind in aanraking te brengen met technologie, door het ontwikkelen van lesmateriaal, het ondersteunen van leerkrachten en het organiseren van evenementen voor kinde-ren van 4 tot 18 jaar.

    Links: teamleden doen een dansje! Plezier hebben staat hoog in het vaandel bij de FIRST® LEGO® League [fotograaf: Thomas Vugs]. Rechtsbo-ven: de winnaars van de Champions Award 2019: de MarsMellows [fotograaf: Thomas Vugs]. Teamleden presenteren hun innovatieve oplossing aan de jury. [fotograaf: Erik Janssens]

    18 Ruimtevaart 2019 | 3

  • Volkssterrenwacht Simon Stevin en de

    Apollo 10 en 11 missiesWim Holwerda

    Op 21 juli 2019 is het 50 jaar geleden dat Neil Armstrong en Edwin Aldrin de

    eerste voetstappen in het maanstof achterlieten. Een geweldige prestatie

    waar meer dan 600 miljoen televisiekijkers en nog veel meer radioluis-

    teraars op aarde rechtstreeks getuige van waren. Ook nu zal men weer

    uitgebreid stil staan bij deze onvergetelijke gebeurtenis. Minder bekend is

    dat ook amateurs via de Volkssterrenwacht Simon Stevin (destijds in Ou-

    denbosch en sinds 2015 op dezelfde locatie herrezen als Volkssterrenwacht

    Tivoli) een bijdrage leverden aan het maanonderzoek en het Apollo project.

    In 1961 werd in het Noord-Brabantse Oudenbosch de Volkssterrenwacht Simon Stevin als eerste publieksster-renwacht in Nederland opgericht door twee broeders van het toenmalig kloos-ter. De sterrenwacht heeft zich, vooral in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, mogen verheugen in een grote belang-stelling uit binnen- en buitenland. Dit was

    de tijd van de eerste verkenning van de ruimte door de mens en de Apollo missies naar de maan.

    Volkssterrenwacht Simon Stevin en Project ApolloDankzij de goede contacten met NASA van de begin 1969 aangestelde directeur van Simon Stevin, Theo Vermeesch, kon men vanuit Oudenbosch een directe

    bijdrage leveren aan het Apollo project. Allereerst werd Vermeesch gevraagd om mee te doen aan het wereldomspannend waarnemingsprogramma LION (Lunar International Observers Network), ge-durende de maanvluchten van Apollo 10 en Apollo 11 in respectievelijk mei en juli 1969. De bedoeling was dat zowel vanaf de aarde als door de astronauten zou worden uitgekeken naar kortdurende ver-anderingen op het maanoppervlak. Met kijkers had men vanaf de aarde namelijk soms in bepaalde gebieden verschijnselen waargenomen die zouden kunnen duiden op bijvoorbeeld vulkanisme of inslagen. Er was door NASA een lijst opgesteld van welke maanformaties op welk tijdstip in de gaten gehouden moesten worden. Eventuele waarnemingen moesten on-middellijk gecodeerd per telegram aan Amerika worden doorgegeven.Volgens het draaiboek zou tijdens de maanvlucht een aantal vrijwilligers van Simon Stevin gedurende telkens 15 mi-

    MAANifestatie 2019Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de eerste maanlanding, en de samen-werking tussen NASA en de Volkssterrenwacht in Oudenbosch tijdens de Apollo 10 en 11 missies, is de sterrenwacht op 20 en 21 juli a.s. open voor het publiek. Speciaal grootouders, die de Apollolandingen nog bewust hebben meegemaakt, zijn met hun kleinkinderen bijzonder welkom. Er bestaat de laatste tijd een groeiende belangstel-ling voor sterrenkunde en ruimtevaart onder de jeugd en dit is een prima gelegenheid om dat te stimuleren. Meer informatie: www.sterrenwachttivoli.nl/apollo11. Voor een overzicht van evenementen in Nederland die aan de viering van 50 jaar maanlan-ding gerelateerd zijn: www.50jaarmaanlanding.nl.

    20 Ruimtevaart 2019 | 3

  • nuten bepaalde formaties op de maan observeren en de waarnemingen note-ren. Tijdens de vlucht van de Apollo 10 in mei 1969 was het gedurende drie van de vijf avonden helder. Er is toen visueel waargenomen met zowel de 30 cm als de 15 cm Maksutov kijker. Op de Volksster-renwacht zijn toen geen veranderingen op het maanoppervlak waargenomen.

    Apollo 11Bij de vlucht van Apollo 11 werd behalve tijdens de vlucht ook gevraagd om in de periode direct daaropvolgend nog waarnemingen te blijven doen. Dit om eventuele uitbarstingen of inslagen te kunnen correleren met metingen door de seismometer die door de astronauten op de maan werd geplaatst. Er kon echter maar beperkt worden waargenomen omdat de maan vanuit Oudenbosch laag boven de horizon stond. Slechts op twee avonden is het gelukt. Hoewel er een telegram binnenkwam uit Amerika dat de

    astronauten een lichtverschijnsel hadden waargenomen, is er toen op de sterren-wacht niets bijzonders gezien.Behalve deelname aan het LION pro-gramma werden door de sterrenwacht tal van publieksactiviteiten georganiseerd ter gelegenheid van de vlucht van Apollo 11. Men verwachtte een grote belang-stelling van het publiek en daarom werd besloten om uit te wijken van de beperkte ruimte in het klooster, waar de sterren-wacht toen gevestigd was, naar de nabij gelegen basisschool “de Bukehof”. Deze werd in korte tijd omgetoverd tot een waar vluchtleidingscentrum. Behalve een tentoonstellings- en een filmruimte was er een radiokamer waar diverse buitenlandse radiostations konden worden beluisterd evenals tijdseinen voor de juiste tijd. De HTS in Breda zorgde voor een ontvangst-station voor weerfoto’s afkomstig van satellieten, in die dagen zeker een noviteit. Voor de school stond een bouwkeet waar de signalen direct afkomstig van de Apollo

    capsule uit de ruimte konden worden be-luisterd. De sterrenwacht had van NASA de frequenties doorgekregen waarop de telemetrische gegevens en de spraak van de astronauten konden worden ontvan-gen. De benodigde ontvanger was door de TH Eindhoven in bruikleen gegeven. Er waren drie antennes opgesteld, gebouwd door vrijwilligers van de sterrenwacht. De antennes werden gericht met behulp van Apollo baangegevens die in Amerika wa-ren berekend en de positie van de maan, berekend door een van de vrijwilligers.De eerste dag van de Apollo 11 vlucht werden de radiobakens van de capsule ontvangen en een dag later werd de stem van een van de astronauten luid en dui-delijk gehoord. De derde dag kon door reflectie via de maan (z.g. moon bounce) zelfs de CapCom in Houston worden ont-vangen. Vanwege de grote afstand was de capsule zelf helaas niet meer hoorbaar. Op de terugweg en vlak voor de landing op aarde was er echter weer contact. Men

    Linksboven: bezoekers en vrijwilligers van de sterrenwacht Simon Stevin volgen de eerste maanwandeling (ingekleurde zwart-wit opname). Linksonder: het schoollokaal in De Bukehof met de radio-ontvangstapparatuur in vol bedrijf tijdens Apollo 11. Rechts: aankondiging voor de spe-ciale Apollo 11 activiteiten van Simon Stevin. [Foto’s Archief Simon Stevin]

    21Ruimtevaart 2019 | 3

  • mag dus gerust stellen dat dit experiment zeer geslaagd is.In de hal van de school was een tentoon-stelling ingericht met diverse boekwerken en foto’s over de maanvluchten. Verder waren door het Laboratorium voor Ruim-teonderzoek in Utrecht een rakettrap, een zonne-röntgencamera en foto’s in bruik-leen gegeven. In de filmzaal werd twee-maal per dag een drietal films vertoond en verder stond er een kleurentelevisie (!) waar de live uitzendingen tijdens de vlucht waren te zien, plus een videorecorder. De tentoonstelling, films en de tv-program-ma’s trokken zeer veel publiek: naar schat-ting in totaal meer dan 4000 bezoekers. In het kader van een actie van ‘de Zon-nebloem’ werd voor een groot aantal min-dervaliden een speciale filmvoorstelling verzorgd. De belangstelling van de pers uit binnen- en buitenland was zeer groot. Verslaggevers van diverse regionale kran-ten, het A.N.P. en diverse tijdschriften (o.a. Paris Match) waren dagelijks aanwezig. Er werden vanuit Oudenbosch diverse recht-streekse radio- en televisie-uitzendingen verzorgd, waarvoor de PTT een 20 meter hoge straalzender had opgesteld. Ook heeft het Polygoon Journaal opnamen gemaakt, die een week lang in de biosco-pen werden vertoond en op de website van de sterrenwacht terug te vinden zijn: www.sterrenwachttivoli.nl/apollo11.

    Simon Stevin na ApolloIn 1970 waren de bezoekersaantallen zodanig groot dat de sterrenwacht Simon Stevin naar een eigen terrein in Hoeven verhuisde. In de jaren 1990 liepen de be-zoekersaantallen echter sterk achteruit en de sterrenwacht werd in 1998 door recreatiebedrijf Molecaten Groep overge-nomen. Helaas bleek het tij niet te keren en in juli 2008 moest de sterrenwacht de-finitief de deuren sluiten wegens gebrek aan belangstelling.

    Sterrenwacht TivoliIn 2013 besloot de huidige eigenaar van het klooster de mogelijkheden te onder-zoeken om de originele sterrenwacht terug te brengen naar Oudenbosch. Twee jaar lang is er geld ingezameld, en de koepel en de grote 30 cm Maksutov telescoop werden gerestaureerd. Op 10 oktober 2015 is Sterrenwacht Tivoli offici-eel geopend voor publiek door één van de oorspronkelijke oprichters, Bruno Ernst, en ruimtevaarder André Kuipers.

    Linksboven: krantenartikel Sterrenwacht Oudenbosch in De Telegraaf van 21 juli 1969 [De Tele-graaf]. Rechtsboven: krantenartikel Sterrenwacht Oudenbosch in Trouw van 19 juli 1969 [Trouw]. Onder: de radio-ontvanger die gedurende de Apollo missies is gebruikt. [Sterrenwacht Tivoli]

    22 Ruimtevaart 2019 | 3

  • Aeolus windmetingenAd Stoffelen (KNMI), Frank de Bruin (ESA)

    De Europese ruimtevaartorganisatie ESA lanceerde op 22 Augustus

    2018 vanaf Kourou in Frans-Guyana de nieuwe aardobservatiesatel-

    liet Aeolus. De auteurs mochten daar ter plaatse of in het ESA Space

    Operations Centre in Darmstadt getuige van zijn; enorm spannend!

    Er is heel wat voorafgegaan aan deze lancering en het KNMI is een

    van de partners die hopen dat de Aeolus onderzoeksmissie veel gaat

    opleveren. In dit artikel een kijkje in de Aeoluskeuken [1] door twee be-

    trokken Nederlanders. De eerste resultaten zijn inmiddels besproken

    tijdens een workshop bij ESA’s Centrum voor Aardobservatie ESRIN

    (26 - 28 maart 2019).

    Waarom Aeolus?De weermodellen vandaag de dag zijn gebaseerd op een veelvoud van gegevens zoals temperatuur en luchtdruk. Eén van de belangrijkste ontbrekende schakels hierin is mondiale windinformatie vanaf de grond tot hoogtes van ongeveer 35 km.Windsnelheden op deze hoogtes kunnen worden gemeten met weerballonnen. Vroeger werden deze weerballonnen opgelaten vanuit weerschepen en er was ongeveer zeven man personeel aanwezig voor de uitvoering van deze metingen op één plek op zee [2]. De wind verandert echter elk etmaal op elke plek op zee en de kwaliteit van onze weersverwachtin-gen hangt direct af van onze kennis van deze veranderingen, voor West-Europa met name boven de Noord-Atlantische Oceaan. De weerschepen zijn vanwege de grote kosten verdwenen.Hoewel er nog steeds weerballonnen wor-den opgelaten vanaf land, waarbij de wind wordt afgeleid uit het (GPS) spoor van de ballon in de atmosfeer, biedt dit geen op-lossing om goed te meten boven ruwweg driekwart van het aardoppervlak boven zee, in de tropen, bij de polen en in het zuidelijk halfrond. En juist dit soort metin-

    gen zijn nodig om de weersverwachtingen te verbeteren voor Nederland en Europa. Aeolusmetingen geven nu voor het eerst de gewenste windmetingen boven deze uitgestrekte gebieden.Aeolus speelt daarnaast ook een rol in het klimaatonderzoek omdat daarin ook windparameters belangrijk zijn. Het mo-nitoren van de atmosferische circulatie en de windvariabiliteit met Aeolus draagt bij aan de verdere verfijning van atmosferi-sche circulatiemodellen en daarmee aan de toekomstige klimaatscenario’s [3].

    Wind meten vanuit de ruimteJe zou het vanaf de grond niet zeggen, maar het overgrote deel van de atmo-sfeer bestaat uit heldere lucht; de meeste wolken verblijven immers slechts in de onderste paar kilometer. Maar hoe meet je de wind in heldere lucht?Licht van de zon wordt verstrooid door de heldere atmosfeer, zoals we kunnen zien wanneer het buiten wél een keer helder is. Dat komt door de aanwezigheid van moleculen. Luchtmoleculen verstrooien en weerkaatsen licht met een korte golf-lengte (blauw licht) beter dan licht met langere golflengtes zoals geel, oranje en

    rood. Dit is ook de reden waarom de lucht blauw kleurt overdag.Aeolus gebruikt weerkaatst laserlicht om de snelheid van deze luchtmoleculen te meten. Dat gaat op dezelfde wijze als de verkeerspolitie dat doet met een radar-pistool: een lichtpuls vanuit de satelliet wordt weerkaatst door de luchtmole-culen en het opgevangen signaal heeft een frequentieverschuiving die afhangt van de snelheid van het weerkaatsende object, in dit geval dus de lucht.Een dergelijk instrument wordt een Dop-pler Wind Lidar (DWL) genoemd, waarbij Lidar staat voor Light Detection And Ranging. Omdat licht met kortere golf-lengtes beter weerkaatst wordt, maakt Aeolus gebruik van een Ultra Violet (UV) laserbundel (golflengte 355 nm).Door te meten hoe lang het duurt voordat een lichtpuls terugontvangen is, weten we op welke hoogte de puls is weerkaatst en dus hoe groot de windsnelheid is op die hoogte. Door op verschillende en opeenvolgende tijden te meten, kan een verticale kolom van metingen gemaakt worden. Door deze metingen keer op keer te herhalen terwijl de satelliet door zijn baan beweegt kan de wind vanuit de

    23Ruimtevaart 2019 | 3

  • Links: lancering van Aeolus met een VEGA-raket [ESA]. Rechts: schematische weergave van het Aeolus meetsysteem met satelliet en UV-laser-bundel gericht in de atmosfeer. De satelliet meet langs een baan (track) vanaf 35 km hoogte tot aan het aardoppervlak. De cirkelvormige baan gaat vrijwel over beide polen in een omlooptijd van 90 minuten. Het belangrijkste instrument is het Atmospheric Laser Doppler Instrument (Ala-din), gebaseerd op een krachtige laser, een grote telescoop en een erg gevoelige ontvanger. [ESA]

    ruimte bemonsterd worden op verschil-lende hoogtes en over grote gebieden.Deze technologische mogelijkheid gaf de argumenten om voor Aeolus te ijveren op ESA- gebruikersbijeenkomsten aan het einde van de vorige eeuw, wat geleid heeft tot de selectie van Aeolus als een ESA Core Earth Explorer missie (Stoffelen et al., 2005, [4]).

    Tegenwind voor Aeolus De civiele toepassing van lasertechno-logie in de ruimte is in een versnelling geraakt door het Strategic Defence Initi-ative (SDI) van Ronald Reagan. Ook Eu-ropa volgde met DWL-studies en na een tiental jaren bleek het Aeolus-ontwerp van voldoende kwaliteit, vanwege het gebruik van moleculaire verstrooiing, zoals hierboven geschetst. De complexe lasertechnologie die nodig is voor de UV lidar vormde de grootste uitdaging. De industriële partijen die betrokken zijn bij Aeolus presenteerden jaren geleden een technologisch ontwerp en spraken hun vertrouwen uit in de haalbaarheid ervan.Daarop heeft ESA met deze partijen afge-sproken om het laatste deel van de beta-ling uit te stellen tot nadat de werking van Aeolus volgens de ontwerpspecificaties in de ruimte is aangetoond. Deze afspraak is cruciaal geweest bij de goedkeuring van Aeolus in 1999 en inderdaad is de ontwik-keling van de lasertechnologie leidend geweest in het 15-jarige bouwtraject van de satelliet. Aan dit traject hebben meer

    dan 100 bedrijven deelgenomen en de totstandkoming van Aeolus is dus een sterk staaltje Europese samenwerking.Enige “tegenwind” in het bouwtraject heeft tot enkele veranderingen geleid in het ontwerp van Aeolus. Uit testen in een vacuümkamer bleek dat organische moleculen onder invloed van UV licht neersloegen op spiegels en lenzen: bin-nen 48 uur halveerde de lichtdoorlaat van deze elementen. Om dit te ondervangen moest een systeem van leidingen, ventie-len en tanks worden ontworpen, gemaakt en getest dat de optiek beschermt door ze in een atmosfeer van pure zuurstof te houden.Het initiële idee om de Aeolus-metingen puntsgewijs uit te voeren door de laser her-haaldelijk aan en uit te zetten, resulteerde in te grote temperatuurschommelingen. De benodigde stabiliteit van de laser werd verkregen door het systeem zo aan te pas-sen dat de laser continu aanstaat.Tenslotte bleken de optische elementen zoals spiegels en lenzen niet bestand tegen de kracht van een geconcentreerde ultraviolette laserstraal. Nieuwe “coa-tings” en bijbehorende testmethoden moesten worden ontwikkeld om de benodigde energieniveaus te kunnen weerstaan.

    Van UV- naar windmetingenHet KNMI is vanaf het eerste uur betrok-ken bij simulaties van de Aeolus-metingen in de echte atmosfeer, dat wil zeggen, met

    wolken en aerosol, de natuurlijke windva-riaties, maar ook variaties in temperatuur en druk. Deze simulaties zijn van belang bij de trade-off van systeemparameters. Hierbij moet je denken aan frequentie-variaties van het laserlicht, bijvoorbeeld geïnduceerd door mechanische trillingen aan boord, de intensiteit en divergentie van de laserbundel, de laagdikte van de metingen, maar ook bijvoorbeeld aan het modelleren van het moleculaire bewe-gingsspectrum. Het LaserLaB van de Vrije Universiteit Amsterdam heeft daarbij precisiemetingen verricht aan verstrooi-ing van luchtmoleculen door laserstra-ling. Ook zijn de Radboud Universiteit Nijmegen en de Technische Universiteit Eindhoven hierbij betrokken geweest. Moleculen hebben gemiddeld een snel-heid van ongeveer 300 m/s en met Aeolus willen we veranderingen in de gemiddel-de beweging zien van ongeveer 0,5 m/s. Dit betekent dat we met grote precisie het pad van het laserlicht in de atmo-sfeer en het instrument moeten kennen, alsook de bewegingsverdeling van mole-culen, die afhankelijk is van temperatuur en druk. De informatieinhoud van de Aeolus-metingen is letterlijk vluchtig als de wind. Dat betekent dat de metingen binnen drie uur bij de gebruikers moeten worden afgeleverd via het zogeheten Ae-olus grondsegment. Het grondsegment bevat satellietontvangststations nabij de polen en satelliet- en landlijnen die de verwerkte gegevens naar de gebrui-

    24 Ruimtevaart 2019 | 3

  • Linksboven: illustratie van het effect van de gemiddelde wind op het teruggestrooide UV licht. Een smalle spectrale laserpuls (paars) wordt door moleculen (Rayleigh backscatter) en aerosol- en wolkendeeltjes (Mie backscatter) verstrooid in de atmosfeer. De moleculaire verstrooiing is spec-traal breed door het brede moleculaire bewegingsspectrum, terwijl andere atmosferische deeltjes met de gemiddelde wind meebewegen en resulteren in een verschoven smalle spectrale piek. Aeolus meet zowel de spectrale verschuiving (wavelength) van de moleculaire- en deeltjes-verstrooiing [ESA]. Rechtsboven: de tweede laser in de ADM-Aeolus satelliet vlak voor afsluiting; ter illustratie van de complexiteit van de 80 op-tische componenten geïntegreerd in een kleine ruimte van 45 x 3 x 20 cm en een gewicht van ongeveer 30 kg [ESA]. Onder: ongeijkte moleculaire (Rayleigh) windmetingen van Aeolus langs een deel van de baan boven Europa op Woensdag 14 november 2018 van 5:55 t/m 6:15 uur. Verschei-dene effecten, bijvoorbeeld veroorzaakt door wolken en aerosolen, worden in 2019 nader gekwantificeerd, gevalideerd en geverifieerd, voordat de metingen gebruikt worden voor de weersverwachting [KNMI]. Geheel onder: Als onderdeel van activiteiten voor kalibratie van Aeolus zijn vergelijkbare metingen vanuit een vliegtuig gemaakt gebaseerd op een vliegwaardige versie van het Aeolus satellietinstrument. De piloot zorgt voor een vlucht voor metingen passend bij de satellietbaan. [ESA/DLR]

    25Ruimtevaart 2019 | 3

  • kers brengen. Het KNMI is uiteraard een spin in het web van de meteorologische satellietinfrastructuur en heeft dan ook bijgedragen aan de inbedding van de Ae-olus missie hierin. De verwerking van de Aeolus-gegevens gebeurt op verschillen-de niveaus en op verschillende plaatsen in het grondsegment. Alles is erop gericht om de windgegevens zo accuraat en snel mogelijk bij de gebruikers te krijgen voor het testen van de impact van Aeolus op de operationele weersverwachtingen. De gehele verwerkingscyclus verloopt volledig geautomatiseerd en de eerste dataproducten zijn normaliter beschik-baar voor verdere verwerking door de gebruikers 30 minuten na ontvangst door het grondstation.

    Kalibratie en eerste resultaten Aeolus Een uur en tien minuten na de lancering werd het eerste signaal in het contro-lecentrum ontvangen: Aeolus had zich zonder problemen losgekoppeld van de raket. Daarna werd het even spannend omdat een te strak afgesteld veiligheids-mechanisme de satelliet in een “veilige modus” bracht. De vluchtleiding, grondig getraind op dit soort situaties door mid-del van een drie weken durende simula-tiecampagne, kon in de loop van de nacht de normale tijdslijn herstellen. Twee dagen later was de satelliet klaar voor de volgende vuurproef: de ingebruikname van het laserinstrument Aladin.

    Links: de eerste winddata van Aeolus (gepubliceerd op 12/09/2018). De data is gebaseerd op driekwart van een baan. De figuur laat grootschalige oost- en westenwinden tussen het aardoppervlak en de lage stratosfeer zien [ESA/ECMWF]. Rechts: deze latere Adolus meting over west-Europa dateert van 10 maart 2019. Rood refereert naar winden van oost naar west en blauw refereert naar winden van west naar oost. De sterke westen-wind in de jetstroom met windsnelheden van meer dan 200 km/uur, is duidelijk zichtbaar op een hoogte van ongeveer 10 kilometer. Op die dag strekte de invloed zich uit tot het aardoppervlak en resulteerde bijvoorbeeld in problemen voor het verkeer. De zwarte gebieden geven gebieden aan waar de satelliet geen metingen kon doen wegens een dik wolkendek. [ECMWF–M. Rennie]

    Allereerst werd de laserapparatuur een week lang met zuivere zuurstof gespoeld om alle schadelijke moleculen uit het in-strument te verdrijven voordat op 2 sep-tember een begin kon worden gemaakt met de stapsgewijze activering van Ala-din. In iedere stap werd de laserenergie opgevoerd en de resultaten vergeleken met de resultaten van eerdere tests. Het was cruciaal dat de lasterstraal, met een dikte van een menselijke haar, noch te dik noch te dun zou zijn om schade aan lenzen en spiegels en omliggende mate-rialen te voorkomen.In de ochtend van 4 september werd voor het eerst vol vermogen bereikt en nau-welijks drie uur later waren de eerste re-sultaten beschikbaar. Een uitzonderlijke prestatie die het startpunt was van een maanden durende kalibratiecampagne van zowel het instrument als de satelliet.Aeolus is geplaatst in een zogenaamde “zon-synchrone baan”. In een dergelijke baan is de invalshoek van het zonlicht na-genoeg constant. Dit heeft zowel techni-sche voordelen, de zonnepanelen hoeven niet continu gedraaid te worden, alsook wetenschappelijke voordelen: er hoeft in de berekeningen niet gecorrigeerd te worden voor een veranderende lichtinval.Zon-synchrone banen voeren over de bei-de polen en omdat de aarde als het ware onder de satelliet doordraait, kan het hele aardoppervlak bemonsterd worden. Door de hoogte van Aeolus zorgvuldig te kiezen is een repeterend grondpatroon

    gerealiseerd: na 111 omwentelingen in zeven dagen is Aeolus weer op het be-ginpunt. Het grondpatroon is geoptima-liseerd zodat met regelmaat meteorolo-gische meetstations worden gepasseerd waarbij de Aeolus-metingen met die van de grond kunnen worden vergeleken. Deze optimale baan op ongeveer 320 km hoogte werd bereikt op 23 oktober 2018.De eerste kalibratie en validatie workshop heeft inmiddels eind maart plaatsge-vonden, waarin zeer bemoedigende resultaten zijn besproken. De gegevens die verzameld zijn in de testfase van het instrument blijken, na ad hoc correcties, al een duidelijke positieve invloed te heb-ben op de weersverwachting in diverse weermodellen. Het minder goede nieuws is dat de ontvangen energie lager is dan verwacht en dat de eerste laser langzaam energie verliest. Er is besloten om in juni op de tweede laser over te schakelen, welke in grondtests beter te controleren bleek. De tweede laser was niet eerste keus om de missie mee aan te vangen. Om deze te kunnen gebruiken is namelijk een mechanische handeling nodig waarbij aan boord een set prisma’s wordt verscho-ven om het pad van de laserstraal te ver-anderen. Dit mechanisme is fouttolerant ontworpen en zou te allen tijde een van beide lasers toegankelijk moeten houden. Echter de gevolgen van een eventueel falen, hoe klein de kans daarop dan ook, zouden enorm zijn: een goedwerkende configuratie zou worden vervangen door

    26 Ruimtevaart 2019 | 3

  • Lens R&D is a Dutch SME specialized in Sunsensors for space applications.The BiSon64-ET and BiSon64-ET-B sensors currently under qualification at ESTEC exhibit the widest temperature range available world wide.These analogue Sunsensors are designed These analogue Sunsensors are designed for use on extendable solar panels of GEO stationary satellites and are small enoughto be used on all satellites >10kg.

    In order to introduce further innovations inthe Sunsensor market, we are currentlydeveloping the smallest high reliability true digital Sunsensor (IBIS) in ftrue digital Sunsensor (IBIS) in frame of an ESA Artes contract and a low profileanalogue Sunsensor to be used on cubesats (MAUS).

    The latter will have sufficient radiationtolerance to surpass the lifetime of any cubesat build and can be taken to outerspace without aspace without any issues.

    Lens R&D out of spaceSunsensors

    for a down to earth price

    MAMA Tooldedicated

    high-precisionassembly robot

    BiSon64-ET-Banalogue Sunsensor

    for high reliable missions

    scale 1:1

    scale 1:1MAUS

    analogue Sunsensorfor cubesat missions

    scale 1:1

    IBIStrue digitalSunsensor

    om met DWL in de ruimte verder te gaan en alle ogen zijn nu gericht op het succes van de Aeolus missie en de stappen die Europa zet voor het vervolg.Over de auteurs: Sinds 1992 is Ad Stof-felen van het Koninklijk Nederlands Mete-orologisch Instituut (KNMI) betrokken bij de ontwikkeling van Doppler Wind Lidar missies door ESA. In internationale pro-jecten voor EuMETSAT en de EU is daar-naast ook onderzoek verricht aan andere satellietwindmetingen. Frank de Bruin werkte zeven jaar als Engineering and Satellite Manager voor Aeolus en werkt meer dan 25 jaar aan software en systems engineering aspecten van ESA missies.

    Referenties1 ESA Aeolus: www.esa.int/Our_Activities/

    Observing_the_Earth/Aeolus 2 KNMI en gebruik weerschepen: www.knmi.nl/

    kennis-en-datacentrum/uitleg/weerschepen 3 Toekomstbeelden Klimaatscenario’s KNMI:

    www.klimaatscenarios.nl/4 Stoffelen, et. al., 2005: The atmospheric dy-

    namics mission for global wind field measu-rement. Bull. Amer. Meteor. Soc., 86, 73 - 88, https://doi.org/10.1175/BAMS-86-1-73.

    5 OSCAR-tool: www.wmo-sat.info/oscar/

    een niet bruikbare configuratie. Elk risico op een onbruikbare Aeolus missie werd uiteindelijk ongewenst geacht en deze omschakeling is daarom uitgesteld. Het werk aan beide lasers en de ontvangen signalen gaat onverminderd door; in Euro-pees verband bij het ESA projectteam en ook in een breder internationaal verband. De eerste Aeolus workshop trok een 100-tal betrokken onderzoekers aan.

    VervolgstappenNederland draagt ongeveer 2% bij aan ESA en voor die bijdrage krijgen we industriële deelname en bovendien, voor de verdere Nederlandse economie en samenleving, het gebruik van alle daaruit voortvloei-ende gegevens, zoals die van Aeolus. Alle meteorologische aardobservatie is gericht op de verbetering van weer- en klimaat-verwachtingen, en satellietgegevens wor-den hiertoe internationaal uitgewisseld. Hierdoor worden Europese publieke mid-delen, samen met de publieke middelen uit de VS, India, China, Korea, Japan, etc., geïntegreerd in een internationaal mete-orologisch netwerk, dat gecoördineerd

    wordt door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) [5]. Deze wereldwijde publieke samenwerking omvat hiermee een erg effectief businessplan, waar de Nederlandse investeringsbijdrage in Eu-ropa een veelvoud aan geretourneerde waarde oplevert.Onderzoeksmissie Aeolus voegt aan dit WMO netwerk een nieuwe en wereldwijd unieke windcomponent toe in grote ge-bieden die anders geen windprofielmetin-gen zouden bevatten. Het nut van Aeolus zal nu volgens plan worden aangetoond, maar na een aantal jaar zal de Aeolus missie aflopen, wanneer de te gebruiken brandstoffen opraken. Europa beheerst met Aeolus de technologie voor vervolg-missies en de ervaring om verbeteringen in het ontwerp van Aeolus door te voeren in een operationele meteorologische mis-sie, maar zo’n missie blijft kostbaar. Voor het vervolg zijn we daarom waarschijnlijk aangewezen op verdere internationale samenwerking en de vraag is nu hoe die programmatisch met de Europese kennis verweven kan worden. Er is in ieder geval interesse uit de VS, India, Japan en China

  • TESS

    Gerard van de Haar & Rob van Mackelenbergh

    Zo’n 15 jaar geleden waren ze nog alleen indirect waargenomen en al

    decennia bron van speculaties en Science Fiction: exoplaneten. Nu zijn

    er dankzij betere grondtelescopen en NASA’s Kepler satelliet ca. 4000

    geïdentificeerd en NASA’s nieuwe satelliet TESS voegt er continu aan toe.

    De verwachting is zelfs dat er meer exoplaneten gevonden worden dan

    sterren, waarvan een flink aantal dat op de Aarde lijkt. Dit artikel geeft een

    introductie plus nadere beschrijving van de TESS-missie en gaat ook in op

    de Europese (en Nederlandse) bijdrage.

    Ruimtetelescoop speurt naar planeten bij andere sterren

    HistorieExoplaneten zijn planeten die draaien om andere sterren dan de Zon. Grond-telescopen waren in de jaren ’90 in staat het bestaan van exoplaneten af te leiden uit de onregelmatige banen van redelijk nabije sterren; het ging daarbij vaak om grote planeten bij relatief kleine sterren. In 1995 werd in het sterrenbeeld Pegasus de eerste exoplaneet indirect afgeleid uit de baanbeweging van de ster 51 Pegasi.Op 10 september 2004 lukte het voor het eerst om een exoplaneet rechtstreeks waar te nemen rond een ster op 200 licht-

    jaar afstand in het sterrenbeeld Hydra; een half jaar later bevestigde ESO met haar telescoop in Chili deze ontdekking. Een nieuwe fase in de sterrenkunde werd ingeluid! Al gauw werden meerdere exo-planeten gevonden, zo’n 50 tot 100 per jaar, maar dit aantal groeide spectaculair nadat NASA in 2009 de Kepler satelliet lanceerde.Kepler werd als eerste specifieke exopla-neetmissie gelanceerd, vanuit Florida op 7 maart 2009. In de ruim 9 jaar dat Kepler werkte heeft de satelliet 2662 exoplane-ten ontdekt. Dankzij Kepler weten we nu

    dat er exoplaneten zijn in alle soorten en maten: supergrote (5x Jupiter) tot kleiner dan de Aarde en gasreuzen, rotsblokken maar ook aardachtige waarop zeer goed leven mogelijk is. NASA noemt de laatste categorie “exoplanets in the habitable zone”; Kepler ontdekte de eerste in april 2014 rond een ster in het sterrenbeeld Cygnus. De ‘bewoonbare of leefbare zone’ hangt af van de afstand tot de betreffende ster en haar type, want op de exoplaneet mag het niet te warm of te koud zijn en moet er een voldoende dikke atmosfeer zijn. Binnen een jaar

    Links: TESS in de clean room te NASA Goddard [NASA]. Rechts: TESS model op ware grootte met links PI dr Ricker en rechts deputy PI dr Vanderspek. [MIT]

  • had Kepler al acht planeten van dit type gevonden. Inmiddels zijn er nu tiental-len van deze aardachtige exoplaneten bekend.Daarbij zit ook een exoplaneet (K2-288Bb) die twee maal zwaarder dan de Aarde is en zich in de leefba