ADHD en overlijden
-
Upload
robert-kneepkens -
Category
Health & Medicine
-
view
34 -
download
3
Transcript of ADHD en overlijden
15
jaren, terwijl andere risicofactoren vooral iets zeg-
gen over overlijdenskansen over tientallen jaren.
Problemen voor verzekeraarsHet grootste probleem is dat alle informatie
verzameld moet worden door het volgen van
grote groepen mensen gedurende vele jaren.
Dergelijk onderzoek is kostbaar en het duurt vele
jaren voordat goede informatie over late gevolgen
van risicofactoren beschikbaar komt.
En die informatie is dan soms weer achterhaald,
omdat inmiddels betere behandelwijzen beschikbaar
komen. Veel volwassenen met ADHD zijn bovendien
pas op latere leeftijd gediagnosticeerd, omdat er
nog weinig over ADHD bekend was toen zij nog
jong waren. Het langdurig volgen is daardoor nog
lastiger.
Een ander probleem is dat risicofactoren niet altijd
goed van elkaar te onderscheiden zijn.
Ook dit probleem speelt bij ADHD. De kans dat
bij iemand met ADHD daadwerkelijk de diagnose
gesteld wordt, is waarschijnlijk meer afhankelijk van
bijkomende andere problemen, dan van de ADHD sec.
ADHD verhoogt de overlijdenskans?Het onderzoek van Dalsgaard e.a. lijkt op het eerste
gezicht een prachtige aanvulling op de nogal
beperkte literatuur over de overlijdenskansen bij
ADHD. De conclusie van het artikel is niet mis:
ADHD verhoogt de jaarlijkse overlijdenskans.
Gemiddeld zelfs in die mate, dat levensverzekeraars
een hogere premie zouden moeten vragen.
Maar is dit niet te kort door de bocht?
Dalsgaard onderzocht bijna 2 miljoen mensen,
waarvan 32 duizend ooit gediagnosticeerd waren
met ADHD. In het begin van dit onderzoek werd de
diagnose vooral bij volwassenen niet zo snel gesteld
als tegenwoordig (ook vanwege onbekendheid met
ADHD in de volwassenheid).
Hoe ernstiger de problemen, hoe groter de kans
op een diagnose. Het onderzoek betreft dus vooral
mensen met ernstige problemen.
Hierdoor zijn de onderzoeksresultaten ongunstiger
dan je bij de huidige totale groep mensen met
ADHD zou verwachten. Vooral bij volwassenen is
dit zichtbaar.
14
DHD verhoogt de
kans op vroegtijdig
overlijden’, zo luidt
de conclusie van een
grote studie van
Dalsgaard e.a.* onder
wel 2 miljoen Denen.
Ongevallen zijn de voornaamste
oorzaak hiervan.
Slecht nieuws voor de aanvragers
van een levensverzekering die een
ADHD-diagnose hebben? Het lijkt
mee te vallen, wanneer je het artikel
goed leest. Zo treedt het verhoogde
risico eigenlijk voornamelijk op bij
mensen die op volwassen leeftijd
gediagnosticeerd zijn. Wordt de
diagnose tijdig gesteld, zo lijkt het,
dan valt de schade mee wat betreft
vroegtijdig overlijden. Verder stelt
de auteur zelf in zijn onderzoek dat
in Denemarken vrij strenge criteria
gelden voor het stellen van een
ADHD-diagnose.
iemand met ADHD die een levens-
verzekering aanvraagt. Hieronder
licht hij toe waarom dit zo is.
ADHD EN LEVENS-
VERZEKERINGEN
TEKST: ROBERT KNEEPKENS
De levensverzekeringsgeneeskunde
bestudeert het effect van medische
aandoeningen en risicofactoren
op de jaarlijkse overlijdenskans. De
overlijdenskans van een verzekerde
persoon wordt daarbij vergeleken
met die van alle verzekerde personen
die even oud zijn en hetzelfde
geslacht hebben.
Ook wordt rekening gehouden met
de verstreken tijd sinds de medische
gegevens verzameld zijn. Sommige
risicofactoren zeggen alleen iets
over de overlijdenskans in de eerste
De ADHD-gediagnosticeerden uit
zijn onderzoek zijn dus relatief
ernstige ‘gevallen’, vergeleken met
de mensen die in Nederland een
diagnose krijgen. Het onderzoek is
dus ook in dit opzicht zeker niet
representatief voor alle individuen
met ADHD, zo schrijft hij. Ook is
het effect van behandeling niet
meegenomen in het onderzoek.
Wie weet zijn de vroegtijdig overle-
den ADHD’ers wel allemaal gestopt
met een behandeling.
Gelukkig, ook volgens dit artikel zijn
toch niet alle mensen met ADHD
brokkenpiloten tot de dood er op
volgt. Nu maar hopen dat de verze-
keraars het artikel ook zo interpre-
teren. We legden de vraag voor aan
Robert Kneepkens, medisch en epi-
demiologisch adviseur van Achmea.
Ook hij geeft aan dat dit onderzoek
geen einde oefening betekent voor
A
ADHD EN OVERLIJDEN
Heb je als vereniging net een succesvolle expertmeeting achter de rug met verzekeraars, waar gezegd is dat er geen aantoonbaar verhoogd overlijdensrisico lijkt te zijn bij mensen met ADHD, publiceert The Lancet een onderzoek dat het tegendeel beweert... TEKST: JULIE HOUBEN
*Dalsgaard S, e.a.: Mortality in children, adolescents, and adults with attention deficit hyperactivity disorder: a nationwide cohort study. The Lancet 2015; http://dx.doi.org/10.1016/S0140-6736(14)61684-6.
17
We zien dat ADHD veel 'dieper' in de hersenen
zit dan voorheen gedacht. Het is vaker aangetoond
dat bepaalde hersengebieden anders functioneren
bij personen met ADHD.
Maar dat de verbindingen tussen deze gebieden -
de witte stof banen - ook anders aangelegd zijn of
anders functioneren, dat wisten we nog niet.
WAAROM IS HIER NOOIT EERDER NAAR GEKEKEN?Het is technisch gezien heel moeilijk om de witte
stof banen te 'meten'. We doen dit met een bepaald
soort hersenscan, de DTI scan, die eigenlijk pas kort
bestaat.
HEBBEN ALLE MENSEN MET ADHD EEN
Nee. Personen met ADHD verschillen onderling veel
van elkaar, niet alleen wat betreft werkgeheugen.
Sommigen zullen veel moeite hebben om dingen
te onthouden, anderen helemaal niet.
We zien wel duidelijk dat personen met ADHD
gemiddeld gezien een slechter werkgeheugen
hebben dan personen zonder ADHD, maar dat
kan altijd nog per persoon verschillen.
BEVINDINGEN GEDAAN WORDEN?
Deze resultaten kunnen niet direct in praktijk
gebracht worden - we kunnen bijvoorbeeld
niet met een hersenscan een diagnose stellen.
Maar alsnog zijn de resultaten heel waardevol
voor de praktijk.
Zo hebben we bijvoorbeeld laten zien dat bepaalde
hersenafwijkingen niet uit zichzelf lijken te verdwij-
nen wanneer kinderen met ADHD ouder worden.
Het is voor de praktijk dus belangrijk om ook
adolescenten en volwassenen met ADHD nog goed
te blijven volgen en begeleiden.
LICHT OP EFFECTIVITEIT VAN BESTAANDE BEHANDELINGEN?Nee. Maar aangezien de witte stof banen een
belangrijke rol blijken te spelen bij ADHD, moeten
we nu verder onderzoeken hoe dit precies zit.
Wie weet kunnen er in de toekomst wel nieuwe
behandelingen gevonden worden die zich richten
op het verbeteren van de witte stof banen, of zelfs
op het voorkomen van schade aan deze banen.
HET ONDERZOEK
De informatieoverdracht binnen de hersenen van mensen met ADHD verloopt anders dan bij mensen zonder ADHD. Ook het werkgeheugen functioneert vaak minder. Zo is voor het eerst aangetoond door de Nederlandse onderzoekster Hanneke van Ewijk. Zij promoveerde onlangs aan de VU Amsterdam met dit belangrijke onderzoek.Vijf vragen over haar bevindingen en wat we er aan hebben.
TEKST: HANNEKE VAN EWIJK
1
2
3
4
5
16
Verder is in het onderzoek geen
rekening gehouden met onjuiste,
later verworpen diagnoses.
Ook is er bij het berekenen van het
effect op de overlijdenskans wél
gekeken naar andere psychiatrische,
neurologische en aangeboren afwij-
kingen, maar niet naar later ont-
stane andere ziekten. Verzekeraars
zullen dat wel altijd doen.
Bruikbaar onderzoek?Het artikel is toch niet zo bruikbaar
voor levensverzekeringen. Uitgangs-
punt is altijd, dat er géén verhoogd
risico is. In het artikel moet dus
bewezen worden dat het wel zo is.
En als het wel zo is, voor wie dat
dan geldt.
Uit het artikel van Dalsgaard is niet
op te maken dat volwassenen die als
kind de diagnose hebben gekregen,
gemiddeld nog steeds een verhoogd
bewijs is dat bij ADHD een verhoogd
overlijdensrisico aangenomen moet
worden. Dit mag wel worden aan-
genomen, als er daarnaast ernstige
psychiatrische problemen of mid-
delenmisbruik spelen.
De meeste mensen met ADHD die
een levensverzekering aanvragen,
hebben verder geen noemenswaar-
dige problemen. Zij zouden normaal
verzekerbaar moeten zijn.
overlijdensrisico hebben.
Deze groep lijkt een relatief gunsti-
gere prognose te hebben.
Wellicht zijn er meer groepen te
benoemen bij wie de prognose
gunstiger zou kunnen zijn en die
dus niet als ‘gemiddeld’ beoordeeld
mogen worden.
ConclusieAls we dit alles combineren –
relatief ongunstige groep krijgt
de diagnose, geen duidelijk bewijs
dat ook in de gunstige groepen
het risico verhoogd is – moet de
conclusie toch luiden dat er geen
Meer weten over ADHD en verzekeringen?
www.impuls enwoortblind.nl/
actueel/ dossiers/
Verzekeringen -en-Ggz
zie ook pag. 32