Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE...

11
ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN SAMENVATTING

Transcript of Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE...

Page 1: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN

SAMENVATTING

Page 2: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

2

ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel Group In samenwerking met ML Advies

Den Haag, 27 maart 2014

Ir. Bill van Mil – Kwink Groep

Mr. Michiel Laan – ML Advies

Dr. Enno Gerdes – Rebel Group

Janine Mulder MSc. – Kwink Groep

Page 3: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

3

MANAGEMENT SAMENVATTING

Page 4: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

4

Aanleiding en onderzoeksvragen

Het internet heeft zich ontwikkeld tot het belangrijkste platform voor de productie en distributie van

informatie. Veel informatie is zowel in print als digitaal beschikbaar en een groeiende hoeveelheid is

alleen digitaal beschikbaar. Om die reden zijn de Nederlandse openbare bibliotheken circa 10 jaar

geleden begonnen met het ontwikkelen en aanbieden van digitale diensten naast het bestaande fysieke

aanbod. Eerst op kleine schaal en door individuele bibliotheken. Daarna zijn de digitale infrastructuur en

diensten ondergebracht bij een centrale organisatie. De digitale diensten van de openbare bibliotheek

krijgen vanaf 2015 een wettelijke basis met de nieuwe Bibliotheekwet. Deze wet regelt onder meer dat

de digitale openbare bibliotheek zal worden beheerd en doorontwikkeld door de Koninklijke Bibliotheek

(KB), dat de landelijke infrastructuur door het Rijk zal worden bekostigd en er jaarlijks een budget is voor

de centrale inkoop van e-content. Daarmee komt voor de inwoners van Nederland een digitale

openbare bibliotheek beschikbaar naast en in aanvulling op de fysieke bibliotheek.

Om voor het brede publiek van meerwaarde te zijn en blijven, moet de digitale openbare bibliotheek

kunnen beschikken over voldoende relevante digitale content, zoals e-books.

De aanschaf van digitale media en/of de afkoop van rechten of licenties overstijgen het niveau van de

individuele bibliotheek. Uit efficiencyoverwegingen wordt de inkoop van digitale content voor de

openbare bibliotheken daarom gepositioneerd als een activiteit die centraal en niet lokaal wordt

uitgevoerd. De VNG heeft ermee ingestemd1 dat een hiermee samenhangend bedrag uit het

gemeentefonds wordt genomen dat op centraal niveau aan de bibliotheekbranche ter beschikking

wordt gesteld ten behoeve van de inkoop van digitale content. Uitgangspunt daarbij is dat de uitname

niet in een keer op basis van een vast bedrag plaatsvindt, maar dat een groeipad wordt gevolgd in de

periode 2014-2018.

Het ministerie van OCW, het ministerie van BZK en de VNG gaan vaststellen hoe groot de uitname uit

het Gemeentefonds zou moeten zijn ten behoeve van de inkoop van digitale content door bibliotheken

en consulteren daarbij de brancheorganisatie voor de openbare bibliotheken (VOB). In het licht van dit

vaststellingsproces is een consortium van Kwink Groep, Rebel Group en ML Advies gevraagd om in

opdracht van het Ministerie van OCW en onder begeleiding van een breed samengestelde

begeleidingscommissie onderzoek uit te voeren gericht op de beantwoording van de volgende vragen:

(1) Hoe zal het – voor de gebruikers van de openbare bibliotheek relevante – digitale media-aanbod zich

in de periode 2014-2018 ontwikkelen? en (2) Welk budget is in deze periode nodig voor de inkoop van

deze digitale media voor gebruikers van de openbare bibliotheken?

Onderzoeksaanpak

Via deskresearch en via interviews met een selectie van circa twintig relevante stakeholders is

informatie verzameld over de ontwikkeling van het aanbod aan digitale content, de ontwikkeling van

tarief-, business- en prijsmodellen die daarbij door aanbieders worden gehanteerd, de wijze waarop

bibliotheken de verschillende vormen van digitale content willen inkopen en willen aanbieden aan hun

leden en de mate waarin en snelheid waarmee bibliotheekleden (en mogelijk ook andere gebruikers)

digitale content gaan gebruiken.

Het onderzoek is begeleid door een begeleidingscommissie waarin de direct betrokken stakeholders

waren vertegenwoordigd. Het gaat om vertegenwoordigers van de VNG, van de VOB Inkoopcommissie

1 Bij brief van 15 november 2011 met kenmerk BAOZW/U201102015.

Page 5: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

5

(VIC), van het Ministerie van OCW, van het Ministerie van BZK (als agendalid), van de Stichting

Bibliotheek.nl (BNL), van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) en van de Koninklijke

Bibliotheek (KB).

In het onderzoek is onderscheid gemaakt in vijf contentstromen:

E-books (inclusief e-books voor jeugd)

Muziek

Databanken, dagbladen en tijdschriften

Audiovisuele content

Specifieke content voor jeugd en onderwijs (exclusief e-books voor jeugd)

Resultaat van de berekening

Het vertrekpunt voor de berekening van de kosten zijn de begrote kosten in 2014 conform de begroting

van de VOB Inkoopcommissie. Met andere woorden: als schatting van de kosten voor inkoop van

digitale content in 2014 is het bedrag overgenomen dat volgens de begroting 2014 van de VOB

Inkoopcommissie wordt uitgegeven aan inkoop van digitale content ten behoeve van 2013 (dus

vermeerderd met eerder betaalde voorschotten ten behoeve van 2014). Het gaat om een bedrag van

€ 6,9 miljoen exclusief 21% btw.

Vervolgens is per contentstroom een benadering gekozen om te komen tot een berekening van de

inkoopkosten in 2018: een vraagafhankelijke benadering óf een beleidsmatige benadering óf een

aanbodgeoriënteerde benadering.

Bij het schatten van de inkoopkosten voor e-books in 2018 is gebruik gemaakt van een

vraagafhankelijke benadering. Dat betekent dat de vraag van bibliotheekgebruikers naar e-books

leidend is voor de hoeveelheid e-books die wordt ingekocht en dus ook voor het bedrag dat nodig is om

deze in te kopen. De omvang van de vraag naar e-books in 2018 is met veel onzekerheden omgeven. Zo

is bijvoorbeeld niet eenvoudig te voorspellen hoeveel boekuitleningen (papier en digitaal) er in 2018

zullen zijn en welk percentage van de boekuitleningen in 2018 e-books zal betreffen. Aangezien de uitrol

van het e-book platform van BNL pas in 2014 plaatsvindt, kan ook geen extrapolatie van eerdere jaren

worden gemaakt. Om die reden is de inschatting van de vraag naar e-books gebaseerd op andere

bronnen en informatie, bijvoorbeeld de vraag naar e-books op de koopmarkt en mogelijke trends en

ontwikkelingen. Er zijn in dit onderzoek twee separate berekeningen gemaakt, waarbij vervolgens het

gemiddelde van die twee berekeningen als de meest realistische berekening is beschouwd.

Bij het schatten van de inkoopkosten voor de contenttypen muziek en audiovisuele content in 2018 is

gebruik gemaakt van een beleidsmatige benadering. Bij de beleidsmatige benadering staat de vraag

centraal hoeveel budget ‘men’ (lees: de maatschappij, de politiek, de VOB Inkoopcommissie, de

gezamenlijke openbare bibliotheken) wil besteden aan de inkoop van het desbetreffende contenttype.

Met betrekking tot muziek geldt dat de VOB Inkoopcommissie van de bibliotheken heeft gesteld dat

muziek wat haar betreft wel onderdeel van de digitale collectie dient uit te maken, maar dat hier een

ander belang aan wordt toegekend dan aan bijvoorbeeld e-books. Daardoor beweegt het bedrag voor

de inkoop van muziek niet mee met de vraag (zoals bij e-books), maar wordt deze op basis van het

beleid van de bibliotheken gemaximeerd tot een vast bedrag waarmee onder meer de dienst

Muziekwebluister kan worden aangeboden.

Page 6: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

6

Voor audiovisuele content geldt dat er vooralsnog geen concrete voornemens bij de VOB

Inkoopcommissie zijn om audiovisuele content binnen afzienbare termijn structureel te begroten in en

bekostigen uit een daarvoor bestemd inkoopbudget voor audiovisuele content. Dat betekent dat vanuit

deze beleidsmatige benadering de post ‘audiovisuele content’ op ‘nul’ worden gezet en dat audiovisuele

content die de komende jaren wordt ingekocht ten behoeve van pilots zal (en kan) worden gefinancierd

vanuit een andere post, namelijk de post ‘ontwikkeling en ontsluiting’. Voor audiovisuele content voor

jeugd geldt dat er in de contentstroom jeugd en onderwijs ruimte is opgenomen voor financiering van

deze audiovisuele content. Dit sluit aan bij de huidige situatie waarin de VOB Inkoopcommissie in 2014

audiovisuele content inkoopt zoals luistercolleges onder de contentstroom jeugd en onderwijs en

luisterboeken onder de post ‘ontwikkeling en ontsluiting’.

Bij het schatten van de inkoopkosten voor ‘databanken, dagbladen en tijdschriften’ en ‘jeugd en

onderwijs’ in 2018 is gebruik gemaakt van een aanbodgeoriënteerde benadering. Daarbij wordt

uitgegaan van het min of meer continueren van de inkoop van de huidige (hoeveelheid) content (of

soortgelijke content tegen soortgelijke kosten) in de (nabije) toekomst. Bij deze benadering worden de

huidige kosten als vertrekpunt voor de berekening gekozen en wordt inflatiecorrectie toegepast.

In aanvulling hierop is ervoor gekozen om bovenop de raming voor de genoemde vijf contentstromen

een opslag mee te nemen voor ontsluiting van content en de ontwikkeling en marketing van nieuw

aanbod. Deze opslag bedraagt 20% (namelijk 10% voor ontsluiting en ontwikkeling en 10% voor

marketing), analoog aan het percentage voor deze kostenposten dat ook reeds in de begroting 2014

van de VOB Inkoopcommissie is gereserveerd voor dit type activiteiten.

Het voorgaande heeft geleid tot een afgerond benodigd totaalbedrag van € 12,2 miljoen exclusief 21%

btw in 2018 voor de inkoop van digitale content. In dit bedrag zijn eventuele opbrengsten die ontstaan

door het vragen van een eigen bijdrage door bibliotheken aan bibliotheekleden (al dan niet daartoe

‘gedwongen’ door uitgevers die dit als voorwaarde hebben gesteld voor de beschikbaarstelling van een

deel van de content) niet verdisconteerd. Dit nog los van de vraag of het gewenst is om dergelijke

opbrengsten te verdisconteren. Bij die afweging heeft een rol gespeeld dat een schatting van de

potentiële opbrengsten sterk hypothetisch is, omdat de bibliotheken hun beleid voorde bijdrage die ze

van hun leden vragen op elk moment kunnen aanpassen en naar waarschijnlijkheid ook zullen

aanpassen omdat in de eerste helft van 2014 voor het eerst ervaring wordt opgedaan met het

beschikbaar stellen van e-books op grotere schaal. Pas dan ontstaat een eerste beeld van de

betalingsbereidheid van bibliotheekleden. Daarnaast spelen hier de doelen van het overheidsbeleid een

rol. De openbare bibliotheek heeft op grond van het wetsvoorstel openbare bibliotheken onder meer

het stimuleren van het lezen tot doel. Een eventueel tarief voor de gebruikers van e-content zal mede in

het licht van dit doel worden bepaald. Het wetsvoorstel regelt dat de KB, de beheerder van de digitale

bibliotheek, tarieven kan vaststellen, maar doet nog geen uitspraak over de vraag of dit zal gebeuren en

hoe hoog de tarieven zullen zijn (artikel 14, Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen).

Vervolgens zijn de budgetten voor de jaren 2015 t/m 2017 geïnterpoleerd op basis van het berekende

bedrag in 2014 (€ 6,9 miljoen exclusief 21% btw) en het berekende bedrag in 2018 (€ 12,2 miljoen

exclusief 21% btw). Hierbij zijn er twee alternatieven: een jaarlijks gelijkblijvende absolute groei (ieder

jaar een zelfde bedrag erbij) of een jaarlijks gelijkblijvende relatieve groei (ieder jaar een zelfde

percentage erbij). Op grond van het gegeven dat voor nieuwe diensten kan gelden dat de groei met

name in de beginperiode relatief sterk is én dat de kosten soms voor het gebruik uit kunnen gaan

Page 7: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

7

(bijvoorbeeld omdat voorschotten worden betaald), wordt de suggestie gedaan te kiezen voor een

absoluut groeipad.

Hierna volgt het samenvattend overzicht dat de berekeningen met betrekking tot de omvang van de

kosten in 2018 per contenttype weergeeft. Bovenaan in de figuur staan de drie benaderingen toegelicht:

de vraagafhankelijke benadering, de aanbodgeoriënteerde benadering en de beleidsmatige benadering.

Midden in de figuur zijn de contentstromen gevisualiseerd, waarbij de gebruikte kleuren verwijzen naar

de gebruikte benadering. Zo is bij e-books de vraagafhankelijke benadering (blauw) gebruikt. Onderaan

in het schema zijn de totaalgetallen opgenomen in een tabel.

Page 8: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

8

Page 9: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

9

In aanvulling daarop wordt hier nog het volgende opgemerkt:

Bij ‘jeugd en onderwijs’ wordt opgemerkt dat de groei beperkt lijkt te zijn. Dit geeft een vertekend

beeld, omdat bij de contentstroom e-books ook jeugdboeken zijn meegenomen en er juist bij dat

type boeken een relatief sterke groei wordt voorzien en is doorberekend (die tot uitdrukking komt

in het budget voor e-books).

Bij audiovisuele content staat vermeld dat er € 0 is gereserveerd. Dit betekent niet dat er geen

audiovisuele content kan worden ingekocht. Het betekent vooral dat er vooralsnog met betrekking

tot audiovisuele content geen structureel en uitgekristalliseerd aanbod is dat wordt ingekocht door

de VOB Inkoopcommissie. Het voorgaande houdt in dat audiovisuele content die de komende jaren

wordt ingekocht ten laste gaat van andere posten, bijvoorbeeld de posten met betrekking tot de

‘ontwikkeling en ontsluiting’ en de contentstroom ‘jeugd en onderwijs’. Dit sluit aan bij de huidige

situatie waarin de VOB Inkoopcommissie in 2014 audiovisuele content inkoopt zoals luistercolleges

onder de contentstroom jeugd en onderwijs en luisterboeken onder de post ‘ontwikkeling en

ontsluiting’.

Aanvullende aanbevelingen

Tijdens de uitvoering van het onderzoek is een tweetal aandachtspunten naar voren gekomen die

hebben geleid tot het formuleren van twee aanvullende aanbevelingen, die hierna wordt toegelicht.

Aanbeveling 1: Voer een nader onderzoek uit naar het btw-vraagstuk

Tijdens het onderzoek is erop gewezen dat de beoogde transitie van de inkoop vanuit de organisatie

Stichting Bibliotheek.nl (BNL) naar de Koninklijke Bibliotheek (KB) gevolgen kan hebben voor het netto-

beschikbare budget, omdat de btw mogelijk niet door de KB kan worden verrekend of teruggevorderd

(zoals dat op dit moment bij de inkoop via de entiteit Stichting Bibliotheek.nl wel is toegestaan door de

fiscus, omdat aan een aantal randvoorwaarden is voldaan). Wij bevelen daarom aan om dit nader te

laten onderzoeken, omdat de eventuele gevolgen voor de netto-inkoopkracht aanzienlijk kunnen zijn.

Immers, als aan de KB het in dit rapport genoemde bedrag exclusief btw beschikbaar wordt gesteld

(bijvoorbeeld het bedrag in 2018 ter grootte van € 12,2 miljoen) en de KB kan de btw vervolgens niet

verrekenen of terugvorderen, dan kan de KB de facto ‘slechts’ voor afgerond €10,1 miljoen exclusief btw

inkopen (vermeerderd met btw zijn de kosten dan € 12,2 miljoen).

Aanbeveling 2: Borg dat inkoopbudget kan worden ‘meegenomen’ naar een volgend jaar en dat budget

van het ene contenttype naar het andere kan worden verschoven op grond van actuele inzichten

We bevelen aan het uitgangspunt te hanteren dat onderbestedingen in het ene jaar moeten worden

toegevoegd aan het budget in het volgende jaar. Dat is van belang, omdat anders het risico ontstaat dat

er een te sterke prikkel is om aan het eind van het jaar onder tijdsdruk digitale content in te kopen (ten

einde onderbesteding te voorkomen). Die tijdsdruk bij de inkooporganisatie voor bibliotheken (KB) kan

ook als consequentie hebben dat contentleveranciers hier ongewenst hun voordeel mee doen en aldus

de onderhandelingspositie van de KB onnodig wordt verslechterd. Dat moet worden voorkomen. Het

kunnen ‘meenemen’ van inkoopbudget zou ook mogelijk moeten zijn van de ene 4-jaarsperiode naar de

volgende 4-jaarsperiode. Deze laatste opmerking heeft betrekking op het gegeven dat de financiering

van de Koninklijke Bibliotheek telkens wordt geconcretiseerd voor een periode van vier jaar.

Page 10: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

10

Ten tweede bevelen we aan dat de vertegenwoordiging van de bibliotheken de mogelijkheid moet

hebben om binnen het gegeven jaarlijkse budget zelf te bepalen welke bedragen zij aan welke content

en aan welk contenttype wil uitgeven, om zodoende de ontwikkelingen in het gebruik te kunnen volgen

en zo goed mogelijk te kunnen aansluiten bij de behoeften van bibliotheekleden en de ontwikkelingen in

de markt. De middelen moeten dus niet worden geoormerkt naar contenttype, ook al zijn ze in deze

rapportage wel uitgesplitst ten behoeve van de onderbouwing van de berekening. Met andere woorden:

de door ons berekende verdeling over de vijf contenttypen in 2018 moet niet worden gezien als een

keurslijf voor de besteding van middelen, maar moet worden gezien als een noodzakelijk hulpmiddel dat

is gehanteerd om het inkoopbudget voor de komende jaren zorgvuldig te kunnen berekenen.

Door de voorgaande voorzieningen wordt het risico afgewend op het te overhaast besteden van de

(publieke) gelden in een specifiek jaar aan een specifieke contentstroom en wordt het risico afgewend

van ondermijning van de onderhandelingspositie van de inkooporganisatie voor bibliotheken (KB).

Tot slot: markt en overheid-vraagstukken

Tot slot wordt opgemerkt dat het niet uit te sluiten is dat er in de periode 2014-2018 discussies gaan

ontstaan over de vraag tot waar de bibliotheken in hun aanbod mogen gaan ten einde niet oneigenlijk te

concurreren met marktpartijen. Deze discussies kunnen ook invloed hebben op de inkoop van content

door bibliotheken, bijvoorbeeld omdat het risico ontstaat op no deal (bijvoorbeeld als uitgevers content

niet beschikbaar willen stellen aan bibliotheken, ook niet als daarvoor een naar de mening van

bibliotheken redelijke prijs wordt betaald) of omdat bibliotheken al dan niet als gevolg van externe druk

besluiten om hun proposities richting hun leden aan te passen. In dat licht kan worden gesteld dat het

initiatief van enkele grote uitgevers om zelf een streaming e-book dienst te ontwikkelen tot gevolg kan

hebben dat de desbetreffende uitgevers mogelijk terughoudend zijn met het beschikbaar stellen van

content aan de bibliotheken omdat ze het bibliotheekaanbod als concurrerend ervaren. Bibliotheken

zullen de uitgevers dan moeten overtuigen dat de wederzijdse businessmodellen aanvullend op elkaar

zijn.

Page 11: Actualisatie onderzoek digitale content - kb.nl · PDF file2 ACTUALISATIE ONDERZOEK DIGITALE CONTENT IN DE COLLECTIE VAN OPENBARE BIBLIOTHEKEN - SAMENVATTING Kwink Groep, Rebel

11

Postadres Postbus 93063 2509 AB DEN HAAG Bezoekadres Hartogstraat 11 2514 EP DEN HAAG +31 (0)70 359 6955 [email protected] www.kwinkgroep.nl