Aard-warmtepomp NIBES1255PCAS1 DA0 OY0 PL23 PL20 AS5 PL21 PL22 OY1 PL11 TA0 3 RE0 3,WE2 WK0 WK5 WK3...

IHB NL 2001-1531097

HANDLEIDING VOOR INSTALLATEUR

Aard-warmtepompNIBE S1255PC

SnelgidsNAVIGATIE

BladerenScrollen

Selecteren De punten aan deonderrand gevenaan dat er meer pa-gina's zijn.

Als het menumeerdere subme-nu's heeft, kunt umeer informatie be-kijken door met uwvinger omhoog ofomlaag te slepen.

De meeste optiesen functies wordengeactiveerd door hetdisplay lichtjes metuw vinger aan te ra-ken.

Sleep met uw vin-ger naar rechts omtussen de pagina'ste zoeken.

De binnentemperatuur instellen.

Onderverdieping

Temperatuur

WARMTE13.45 3 oktober

Smartguide

Ja graag, breng me naar Smartguide.

Hallo!Uw systeem werkt naar behoren. Wilt u hulp bij hetaanbrengen van wijzigingen?

13.45 3 oktober

U kunt hier de temperatuur instellen voor het klimaatsys-teem van uw installatie.

Smartguide helpt u zowel om informatie over de huidigestatus te bekijken als om eenvoudig de meest voorkomen-de instellingen in te voeren. De informatie die u ziet, hangtaf van het product dat u hebt en de accessoires die ophet product zijn aangesloten.

Productoverzicht

PRODUCTOVERZICHT

Bijwerken

Productnaam

Serienummer

Software

Service

13.45 3 oktober

Bedrijf ABTelefoonnummer

VVM S320

06919618030101

0.5.1

Warmtapwatertemperatuur verhogen

WARMTAPWATER

Meer warmtapwater

13.45 3 oktober

Hier vindt u informatie over productnaam, het serienum-mer van het product, de versie van de software en servi-ce. Wanneer er nieuwe software kan worden gedown-load, kunt u dat hier doen (vooropgesteld dat de S1255PCis aangesloten op myUplink).

Hier kunt u een tijdelijke stijging van de temperatuur vanhet warmtapwater starten of stopzetten.

41 Belangrijke informatie4Veiligheidsinformatie

4Symbolen

4Keurmerk

4Serienummer

5Inspectie van de installatie

62 Bezorging en verwerking6Transport

6Montage

7Geleverde componenten

7Panelen hanteren

9De isolatie verwijderen

103 Het ontwerp van de warmtepomp10Algemeen

11Distributiekasten

11Compressormodules

124 Aansluiting van de leidingen12Algemeen

14Afmetingen en waterzijdige aansluitingen

14Bronsysteem

15Afgiftesysteem

15Koud en warm water

16Aansluitopties

185 Elektrische aansluitingen18Algemeen

20Aansluitingen

25Instellingen

276 Inbedrijfstelling en afstelling27Voorbereidingen

27Vullen en ontluchten

28Inbedrijfstelling en inspectie

30De koelcurve/stooklijn instellen

337 myUplink33Specificatie

33Aansluiting

33Service

34Mobiele apps voor myUplink

358 Bediening - Inleiding35Bedieningseenheid

36Navigatie

36Menutypes

399 Regeling - Menu's39Menu 1 – Binnenklimaat

44Menu 2 – Warmtapwater

45Menu 3 - Info

46Menu 4 - Mijn systeem

50Menu 5 - Aansluiting

51Menu 6 - Programmering

52Menu 7 - Service

6110 Service61Servicehandelingen

6711 Storingen in comfort67Infomenu

67Alarm beheren

67

7012 Accessoires

7213 Technische gegevens72Afmetingen en aansluitingen

73Elektrische gegevens

74Technische specificaties

77Energielabel

82Index

86Contactgegevens

3InhoudsopgaveNIBE S1255PC

Inhoudsopgave

VeiligheidsinformatieIn deze handleiding worden de installatie- en onderhouds-procedures voor uitvoering door specialisten beschreven.

De handleiding moet bij de klant worden achtergelaten.

SymbolenVoorzichtig!Dit symbool duidt aan dat een persoon of demachine gevaar loopt.

LET OP!Dit symbool duidt belangrijke informatie aanover zaken waar u rekening mee moet houdentijdens installeren of onderhouden van de instal-latie.

TIPDit symbool duidt tips aan om het gebruik vanhet product te vergemakkelijken.

KeurmerkHet CE-keurmerk is verplicht voor de meesteproducten die in de EU worden verkocht, onge-acht het land waar ze zijn gemaakt.

CE

Classificatie van behuizing van elektrotechnischeapparatuur.

IPx1B

Lees de gebruikershandleiding.

Lees de installateurshandleiding.

SerienummerHet serienummer vindt u rechtsonder op het S1255PC,in het display op het startscherm "Productoverzicht" enop het typeplaatje (PZ1).

LET OP!Voor onderhoud en ondersteuning hebt u het((14-cijferige) serienummer van het productnodig.

NIBE S1255PCHoofdstuk 1 | Belangrijke informatie4

1 Belangrijke informatie

Inspectie van de installatieVolgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpenvoordat deze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd.Vul bovendien de pagina voor de installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in.

DatumHandteke-ning

OpmerkingenBeschrijving✔

BronsysteemSysteem doorgespoeldSysteem ontluchtAntivriesExpansievatFilterbal (vuilfilter)OverstortventielAfsluitersInstelling circulatiepomp

AfgiftesysteemSysteem doorgespoeldSysteem ontluchtExpansievatFilterbal (vuilfilter)OverstortventielAfsluitersInstelling circulatiepomp

ElektriciteitAansluitingenNetspanningFasespanningZekeringen warmtepompZekeringen woningBuitenvoelerRuimtevoelerStroomsensorenWerkschakelaarAardlekschakelaarStel de noodstand in in menu 7.1.8.2

5Hoofdstuk 1 | Belangrijke informatieNIBE S1255PC

TransportS1255PC dient verticaal en droog te worden vervoerden opgeslagen. De S1255PC mag tijdens verplaatsingin een gebouw 45 ° naar achteren leunen.

Controleer of de S1255PC tijdens transport niet is be-schadigd.

LET OP!Het zwaartepunt van het product kan zich naarachteren verplaatsen.

Verwijder de buitenste panelen om deze tijdens hetverplaatsen in kleine ruimtes in gebouwen te bescher-men.

R

0

R0

VERWIJDEREN VAN DECOMPRESSORMODULEDe warmtepomp kan uiteen worden gehaald door decompressor module uit de kast te verwijderen. Dit ver-eenvoudigt het transport en onderhoud.

Zie pagina 63 voor instructies over de demontage.

Montage• Plaats S1255PC binnenshuis op een stevige onder-

grond die het gewicht van de warmtepomp kan dra-gen. Gebruik de verstelbare poten van het productvoor een horizontale en stabiele installatie.

30 - 50 mm

30 - 50 mm

15 - 40 mm

20-55 mm

• Aangezien er water uit de S1255PC komt, moet hetgebied waar de warmtepomp wordt geplaatst zijnvoorzien van een afvoer in de vloer.

• De warmtepomp moet in een niet-geluidsgevoeligeruimte met de rugzijde tegen een buitenmuur wordengezet om storende geluiden tegen te gaan. Indien ditniet mogelijk is, moet de opstelling in nabijheid vanslaapkamers of andere geluidsgevoelige kamers wor-den vermeden.

• Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten metgeluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheidook plaatst.

• Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet worden beves-tigd aan binnenmuren die aan een slaap- of woonka-mer grenzen.

INSTALLATIEGEBIEDHoud een vrije ruimte van 800 mm vrij aan de voorzijdevan het product. Ca. 50 mm vrije ruimte aan iedere kantis nodig om de zijpanelen te verwijderen (zie afbeelding).De panelen hoeven niet te worden verwijderd bij service.Alle service aan de S1255PC kan vanaf de voorkantworden uitgevoerd. Laat ruimte vrij tussen de warmte-pomp en de muur erachter (en gelegde toevoerkabelsen -leidingen) om de kans op het produceren van trilge-luiden te verminderen.

(50) (50)

800

**

* Een normale installatie vereist 300 – 400 mm (alle zijkanten) vooraansluiting op apparatuur, zoals niveaureservoirs, kleppen en elektri-sche apparatuur.

NIBE S1255PCHoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking6

2 Bezorging en verwerking

Geleverdecomponenten

LE

K

LE

K

LE

K

Stroomsensor1

3 x

Ruimtevoeler

1 x

Buitenvoeler

1 x

LEK

Niveaureservoir1

1 x

O-ringen

8 x

LEK

Overstortventiel0,3 MPa (3 bar)1

1 x

Filterbal

1 x G11 x G3/4

Compressieringkoppelingen

2 x (ø28 x G25)2 x (ø22 x G20)

1 Niet Italië en de DACH-landen.

LOCATIEDe set geleverde artikelen wordt boven op de warmte-pomp geplaatst.

Panelen hanterenOPEN HET VOORPANEELDruk op de linkerbovenhoek van het paneel om het teopenen.

VERWIJDER HET FRONT1. Verwijder de schroef in de opening naast de aan/uit-

knop (SF1).

2. Trek de bovenrand van het paneel naar u toe en tilhet diagonaal op om het los te nemen van het frame.

UN

MONTEER HET FRONT1. Haak één benedenhoek van het front vast op het

frame.

7Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE S1255PC

2. Haak de andere hoek op zijn plaats.

3. Controleer of het display recht is. Stel het zo nodigbij.

4. Druk de bovenkant van de frontsectie tegen hetframe en schroef het op zijn plaats.

ZIJPANEEL VERWIJDERENDe zijpanelen kunnen worden verwijderd om de installa-tie te vergemakkelijken.

1. Verwijder de schroeven van de boven- en onderrand.

UN

2. Draai het zijpaneel iets naar buiten.

UN

3. Beweeg het paneel naar buiten en naar achteren.

UN

NIBE S1255PCHoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking8

Montage moet in omgekeerde volgorde worden uitge-voerd.

De isolatie verwijderenDe isolatie kan worden verwijderd om de installatie tevereenvoudigen.

UN

9Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerkingNIBE S1255PC

Algemeen

UN

QN10

BT2

EB1

PZ1

QM34

QM31

BT6

QM32

QM33

PZ2

QM22UB1

AA4

SF1

AA4-XF3

XL1

XL6

XL4 XL3

XL7

XL2

BF1

UB2

FC1

XL5

XF8

BT7

FR1

AANSLUITING VAN DE LEIDINGENAansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL2Aansluiting, koud waterXL3Aansluiting, warmtapwaterXL4Aansluiting, WW-Rec.XL5Aansluiting, bronvloeistof inXL6Aansluiting, bronvloeistof uitXL7

VVAC-ONDERDELENOntluchten, spiraalQM22Afsluiter, afgiftesysteem aanvoerQM31Afsluiter, retour verwarmingssysteemQM32Afsluiter, bronvloeistof uitQM33Afsluiter, bronvloeistof inQM34Wisselklep, afgiftesysteem/boilerQN10

VOELERS, ETC.DebietmeterBF1Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssys-teem

BT2

Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmenBT6Temperatuursensor, warmtapwater bovenBT7

ELEKTRISCHE ONDERDELENBedieningseenheidAA4AA4-XF3 USB-poortElektrische bijverwarmingEB1Automatische zekering1FC1Elektrische anode2FR1Aan/Uit-knopSF1Netwerkaansluiting voor myUplinkXF8

1 S1255PC-6 3x400 V is niet voorzien van automatische zekeringen(FC1).

2 Uitsluitend warmtepomp met geëmailleerde boiler.

DIVERSENTypeplaatjePZ1Typeplaatje compressormodulePZ2KabeldoorvoerUB1KabeldoorvoerUB2

Aanduidingen volgens standaard EN 81346-2.

NIBE S1255PCHoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepomp10

3 Het ontwerp van dewarmtepomp

Distributiekasten

UN

-X2

9

-X2

8

1 0-5

V

2 +

5V

3 A

UX

1

4 A

UX

2

5 A

UX

3

6 A

UX

4

7 A

UX

5

8 A

UX

6

9 A

UX

7

10 A

UX

8

11 A

UX

9

12 B

T25

1

1

2

3

2 3 4 5 6 7 8 9

10

11

12

GN

D

+12V B A

OT

+

OT

−

0-5

V

PW

M0

PW

M1

CP

U

EX

T C

OM

INT

CO

M

ER

RO

R

PO

WE

R

+5V

GN

D

BE

1

BE

2

BE

3

K10

-X27

NO

O

NC

AUX-RELAY

13 B

T50

14 B

T1

-X3

0

FQ10-S2

FQ10

AA2

AA8

ELEKTRISCHE ONDERDELENBasiskaartAA2Elektrische anodeprint1AA8TemperatuurbegrenzerFQ10FQ10-S2 Resetknop voor temperatuurbegrenzer

1 Uitsluitend warmtepomp met geëmailleerde boiler.

Compressormodules

QN18

BT12

AA3

BT11

GP2

GP1

QM2

QM1

BT10

EP6

BT3

RF2

EP2

RA1

BT15

XL21

QA40

BT17

BP1

BT14

HS1

XL20

EB10

EP1

GQ10

QN1

BP2

CA1

EP6

AANSLUITING VAN DE LEIDINGENServiceaansluiting, hogedrukXL20Serviceaansluiting, lagedrukXL21

VVAC-ONDERDELENCirculatiepompGP1Circulatiepomp van het bronsysteemGP2Aftappen, afgiftesysteemQM1Aftappen, bronsysteemQM2Mengklep, koelenQN18

VOELERS, ETC.HogedrukpressostaatBP1LagedrukpressostaatBP2Temperatuurvoelers, retour verwarmingssysteemBT3Temperatuurvoeler, bronvloeistof inBT10Temperatuurvoeler, bronvloeistof uitBT11Temperatuurvoeler, condensor aanvoerleidingBT12Temperatuurvoeler, heet gasBT14Temperatuurvoeler, vloeistofleidingBT15Temperatuurvoeler, aanzuiggasBT17

ELEKTRISCHE ONDERDELENIngangsprintplaatAA3CompressorverwarmingEB10OmvormerQA40EMC-filterRF2

KOEDEMIDDELONDERDELENVerdamperEP1CondensorEP2Warmtewisselaar, koelenEP6CompressorGQ10DroogfilterHS1ExpansieventielQN1

11Hoofdstuk 3 | Het ontwerp van de warmtepompNIBE S1255PC

AlgemeenDe leidingen moeten worden aangesloten volgens degeldende normen en voorschriften. De S1255PC kanwerken met een retourtemperatuur van maximaal 58°C en een aanvoertemperatuur vanuit de warmtepompvan 70 (65 °C met uitsluitend de compressor).

De S1255PC is niet voorzien van externe afsluiters.Deze moeten worden geïnstalleerd om toekomstig on-derhoud te vereenvoudigen.

LET OP!Zorg ervoor dat ingaand water schoon is. Bijgebruik van een eigen bron moet misschieneen extra waterfilter worden toegevoegd.

LET OP!Alle hoge punten in het afgiftesysteem moetenworden voorzien van ontluchtingskleppen.

Voorzichtig!Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,moeten de leidingsystemen worden doorge-spoeld om te voorkomen dat componentenbeschadigd of verstopt raken door verontreini-gingen.

Voorzichtig!Er kan water uit de overstortleiding van hetoverstortventiel druppelen. De overstortleidingmoet over de hele lengte naar een geschikteafvoer omlaag worden geleid. Voorkom water-lussen in deze leiding. Bovendien moet de lei-ding vorstvrij zijn aangelegd. De overstortleidingmoet minmaal dezelfde diameter hebben alshet overstortventiel. De overstortleiding moetzichtbaar zijn en de uitstroomopening moetopen zijn. De opening mag niet te dicht bijelektrische onderdelen worden geplaatst.

Voorzichtig!Het klimaatsysteem moet worden ingesteldvoor zowel verwarmen als koelen.

NIBE S1255PCHoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen12

4 Aansluiting van de leidingen

SYMBOOLVERKLARING

BetekenisSym-bool

Schakelkast eenheid

Afsluiter

Terugslagklep

Circulatiepomp

Expansievat

Filterbal

Ventilator

DrukmeterP

Niveaureservoir

Vuilfilter

Overstortventiel

Temperatuurvoeler

Wisselklep/shunt

Handmatige wisselklep/shunt

Warmtewisselaar

Overstortventiel

Verticale bodemcollector

Bodemcollector

Vloerverwarmingssystemen

Warmtepomp

Zwembad

Radiatorsysteem

Huishoud-warmtapwater

SYSTEEMSCHEMADe S1255PC bestaat uit een warmtepomp, boiler, elek-trisch verwarmingselement, circulatiepompen en eenregelsysteem. De S1255PC is aangesloten op het bron-en verwarmingssysteem.

In de verdamper van de warmtepomp geeft de bronvloei-stof (water vermengd met antivries, glycol of ethanol)haar energie af aan het koudemiddel dat wordt verdamptom in de compressor te worden gecomprimeerd. Hetkoudemiddel, waarvan de temperatuur intussen is toe-genomen, wordt naar de condensor geleid, waar hethaar energie aan het verwarmingssysteem en eventueelaan de boiler afgeeft. Indien er meer vraag is naar ver-warming/warmtapwater dan de compressor kan leveren,vangt een geïntegreerde elektrische bijverwarming ditop.

De bron kan ook via een mengklep naar een warmtewis-selaar worden geleid. Hier koelt de bron het water vanhet verwarmingssysteem, zodat in warmere periodengebruik kan worden gemaakt van passieve koeling.

XL 1 6 3 74 2

Aansluiting, toevoer verwarmingssyteemXL1Aansluiting, retour van verwarmingssysteemXL2Aansluiting, koud waterXL3Aansluiting, warmtapwaterXL4Aansluiting, bronvloeistof inXL6Aansluiting, bronvloeistof uitXL7

13Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingenNIBE S1255PC

Afmetingen enwaterzijdigeaansluitingen

560 440

70

18

00

65

0*

20

-50

65

0*

600

60

135210

390

465

540

25

622

622

600

560 440

70

1800

650*

20-5

0

25

60

135

210

390

465

540

650*

XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2

AFMETINGEN LEIDING

6kW

Aansluiting

22(mm)(XL1)/(XL2) Cv-zijdig aanvoer/retour ext. Ø22(mm)(XL3)/(XL4) Koud water/warmtapwater Ø28(mm)(XL6)/(XL7) Bronzijdig in/uit ext. Ø

BronsysteemCOLLECTOR

LET OP!De lengte van de collectorslang varieert en isafhankelijk van de eigenschappen van gesteen-te/bodem, de klimaatzone en het afgiftesys-teem (radiatoren of vloerverwarming) en dewarmtevraag van het gebouw. Voor iedere in-stallatie moet afzonderlijk het juiste formaatworden bepaald.

Max. lengte per lus voor de collector mag niet meer zijndan 400 m.

In het geval er meerdere collectoren benodigd zijn, die-nen deze parallel te worden aangesloten met de moge-lijkheid om de doorstroming van de betreffende collectorin te regelen.

Bij horizontale collector moet de slang op een diepteworden aangebracht die wordt bepaald door de omstan-digheden ter plaatse en moet de afstand tussen deslangen minstens 1 meter zijn.

Voor meerdere boorgaten moet de afstand tussen degaten worden bepaald aan de hand van de omstandig-heden ter plaatse.

Zorg ervoor dat de horizontale collectorslang voortdurendomhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor wordenluchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit nietmogelijk is, dienen er ontluchtingsmogelijkheden teworden aangebracht.

Omdat de temperatuur van het bronsysteem tot onder0 °C, kan dalen, moet het tegen bevriezing worden be-veiligd tot -15 °C. Een goede richtwaarde voor het bere-kenen van het volume is 1 liter voorgemengde bronvloei-stof per meter collectorslang (bij gebruik van PEM-slang40x2,4 PN 6,3).

ZIJAANSLUITINGU kunt de flexibele aansluitingen van de bronvloeistofbuigen voor een zijaansluiting in plaats van een boven-aansluiting.

Een aansluiting buigen:

1. Ontkoppel de leiding van de bovenaansluiting.

2. Buig de leiding in de gewenste richting.

3. Kort, indien nodig, de leiding af tot de gewenstelengte.

* Kan worden gebogen voor zijaansluiting.


HET BRONSYSTEEM AANSLUITEN• Isoleer alle binnenleidingen voor de bronvloeistof te-

gen condensatie.

• Het niveaureservoir moet worden geïnstalleerd op hethoogste punt van het bronsysteem van de binnenko-mende leiding vóór de circulatiepomp van het bronsys-teem (optie 1).

Indien het niveaureservoir niet op het hoogste puntkan worden geplaatst, moet er een expansievat wor-den gebruikt (optie 2).

Voorzichtig!Bij het niveaureservoir kan condensvormingoptreden. Plaats het reservoir daarom zodanigdat andere apparatuur niet kan worden bescha-digd.

• Op het niveaureservoir moet het gebruikte type anti-vriesmiddel worden vermeld.

• Installeer het bijgeleverde overstortventiel onder hetniveaureservoir, zoals afgebeeld.

• Installeer een afsluiter voor uitgaande bronvloeistofzo dicht mogelijk bij de warmtepomp.

• Monteer de meegeleverde afsluiter met ingebouwdfilter op de binnenkomende bronvloeistof.

TIPIndien vulaansluiting KB25/KB32 wordt ge-bruikt, hoeft de meegeleverde afsluiter metingebouwd filter niet gemonteerd te worden.

Bij een open grondwatersysteem moet er, met het oogop verontreiniging en bevriezingsgevaar in de verdamper,een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuitworden geïnstalleerd. Hiervoor is een extra warmtewis-selaar nodig.

P

-QZ20

Optie 1 Optie 2

XL6

XL7

AfgiftesysteemAANSLUITEN VAN HET AFGIFTESYSTEEMEen afgiftesysteem is een systeem dat het binnencom-fort regelt met behulp van het regelsysteem in deS1255PC en bijvoorbeeld radiatoren, vloerverwar-ming/koeling, ventilatorconvectoren enz.

• Installeer alle noodzakelijke beveiligingen, afsluiters(zo dicht mogelijk bij de warmtepomp) en de meege-leverde filterbal.

• Monteer het overstortventiel op de retour van de cv-installatie, zie de afbeelding. De aanbevolen openings-druk is 0,25 MPa (2,5 bar). Zie de technische specifi-caties voor informatie over de max. openingsdruk.

• Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranenop alle radiatoren (of vloerverwarmingselementen)moet er een bypass worden gemonteerd of er moeteen aantal thermostaatkranen worden verwijderd omvoldoende doorstroming te waarborgen.

P

XL1

XL2

Koud en warm waterKOUD EN WARM WATER AANSLUITEN• Monteer een afsluiter, terugslagklep en overstortven-

tiel (inlaatcombinatie), zie de afbeeldingen.

• Er moet ook een mengklep worden geïnstalleerd alsde fabrieksinstelling voor het warmtapwater wordtgewijzigd. Houd rekening met lokale wet- en regelge-ving.

• Het overstortventiel mag een openingsdruk hebbenvan max. 1,0 MPa (10,0 bar) en moet op de inkomendeleiding voor water voor huishoudelijk gebruik wordengemonteerd, zie de tekening.

• De instellingen voor warmtapwater worden gedaanin menu 7.1.1.

XL3

XL4


AansluitoptiesDe S1255PC kan op verschillende manieren wordenaangesloten, waarvan enkele hieronder worden weerge-geven.

Zie voor meer informatie over opties nibe.eu/ODM ende respectievelijke montage-instructies voor de gebruik-te accessoires. Zie pagina 70 voor een lijst met acces-soires die kunnen worden gebruikt met de S1255PC.

EXTRA WARMTAPWATERKETELSBij installatie van een grote badkuip of een andere grotewarmtapwaterverbruiker moet de warmtepomp wordenuitgebreid met een extra boiler.

Ketel met elektrisch verwarmingselementIndien het mogelijk is een boiler met een elektrischverwarmingselement te gebruiken, sluit dit dan op dehieronder getoonde wijze aan.

XL3

XL4

GRONDWATERSYSTEEMEen tussenliggende warmtewisselaar wordt gebruiktom de wisselaar van de warmtepomp tegen vuil te be-schermen. Het water wordt vrijgelaten in een filter onderde grond of een geboorde bron. Zie pagina 25 voor meerinformatie over de aansluiting van het grondwaterpomp.

Als deze aansluiting wordt gebruikt, moet "min. T bronuit" in menu 7.1.2.8 "bronpomp al.instelling" wordengewijzigd naar een geschikte waarde om bevriezing vande warmtewisselaar te voorkomen.

-EP12-GP3

-EP12-HQ40

-EP12-EP4-EP12-AA25

-EP12

WARMTETERUGWINNING VENTILATIEDe installatie kan worden aangevuld met de ventilatie-module NIBE FLM S45 voor warmteterugwinning uitventilatielucht.

• Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalenen leidingen en andere koude oppervakken geïsoleerdworden met dampdicht isolatiemateriaal.

• Het bronsysteem moet worden voorzien van een ex-pansievat. Als er een niveaureservoir is, moet ditworden vervangen.

P

TWEE OF MEER AFGIFTESYSTEMENIn gebouwen met meerdere afgiftesystemen die ver-schillende aanvoertemperaturen verlangen, kan het ac-cessoire ECS 40/ECS 41 worden aangesloten. Eenshuntklep verlaagt dan de temperatuur naar het vloerver-warmingssysteem, bijvoorbeeld.

-EP21-GP20-EP21-BT2-EP21-AA25

-EP21-BT3

-EP21-QN25

-EP21


www.nibe.eu/ODM

ZWEMBADMet het POOL 40-accessoire kunt u het zwembad ver-warmen met uw warmtepomp.

Tijdens zwembadverwarming circuleert het cv-watertussen de S1255PC en de warmtewisselaar van hetzwembad, met gebruikmaking van de interne circulatie-pompen van de warmtepomp.

-CL11-HQ4-CL11-BT51-CL11-GP9

-CL11-EP5-CL11-QN19

-CL11-AA25

-CL11


AlgemeenAlle elektrische apparatuur, met uitzondering van debuitensensoren, ruimtevoelers en de stroomsensoren,is af fabriek aangesloten.

• De elektrische installatie en de bedrading moetenworden uitgevoerd conform de geldende voorschrif-ten.

• Ontkoppel de S1255PC voordat u een isolatietest vande bedrading in het pand uitvoert.

• Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake-laar, moet de S1255PC worden voorzien van een af-zonderlijke aardlekschakelaar.

• S1255PC moet worden geïnstalleerd via een werkscha-kelaar. De kabeldikte moet berekend zijn op de gebruik-te zekeringcapaciteit.

• Indien van een automatische zekering gebruik wordtgemaakt, moet deze ten minste een C--karakteristiekhebben. Zie paragraaf "Technische specificaties" voorde zekeringgrootte.

• Om interferentie te voorkomen, mogen sensorkabelsnaar externe aansluitingen niet dichtbij elektrischevoedingskabels worden gelegd.

• De minimale doorsnede van de communicatie- ensensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5 mm²met een max. 50 m te bedragen, bijvoorbeeld EKKX,LiYY of gelijkwaardig.

• Bedradingsschema voor de warmtepomp, zie de af-zonderlijke installatiehandleiding.

• Bij het trekken van kabels in de S1255PC moeten dekabeldoorvoeren (UB1 en UB2) worden gebruikt.

UB1

UB2

FC1

Voorzichtig!De elektrische installatie en het onderhoudmoeten worden uitgevoerd onder toezicht vaneen erkend elektrotechnisch installateur.Schakel, voordat u met het onderhoud aan-vangt, de stroom met gebruikmaking van dewerkschakelaar uit.

Voorzichtig!Als de voedingskabel beschadigd is, mag dezeuitsluitend worden vervangen door NIBE, zijnservicevertegenwoordiger of een soortgelijkeerkende persoon om gevaar en schade tevoorkomen.

Voorzichtig!Controleer voordat het apparaat wordt gestartde aansluitingen, de netspanning en de fase-spanning om schade aan de elektronica van dewarmtepomp te voorkomen.

Voorzichtig!Start het systeem niet voordat u het gevuldhebt met water. Componenten in het systeemkunnen anders beschadigd raken.

NIBE S1255PCHoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen18

5 Elektrische aansluitingen

AUTOMATISCHE ZEKERINGHet bedrijfscircuit in de S1255PC en een aantal van zijninterne componenten zijn intern gezekerd door een au-tomatische zekering (FC1).

S1255PC-6 3x400 V is niet voorzien van automatischezekeringen (FC1).

TOEGANKELIJKHEID, ELEKTRISCHEAANSLUITING

Buitenmantel verwijderenDe mantel kan worden geopend met een schroevendraai-er.

Buitenmantel verwijderenDe mantel kan worden geopend met een schroevendraai-er.

KABELSLOTGebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los temaken/ te vergrendelen in de klemmenstroken van dewarmtepomp.

Klemmenstrook

1.

2.

TEMPERATUURBEGRENZER

-X2

9

-X2

8

1

0-5

V

2

+5

V

3 A

UX

1

4 A

UX

2

5 A

UX

3

6 A

UX

4

7 A

UX

5

8 A

UX

6

9 A

UX

7

10

AU

X8

11

AU

X9

12

BT

25

1

1

2

3

2 3 4 5 6 7 8 9

10

11

12

GN

D

+1

2V B A

OT

+

OT

−

0-5

V

PW

M0

PW

M1

CP

U

EX

T C

OM

INT

CO

M

ER

RO

R

PO

WE

R

+5

V

GN

D

BE

1

BE

2

BE

3

K10

-X27

NO

O

NC

AUX-RELAY

13

BT

50

14

BT

1

-X3

0

FQ10-S2

De temperatuurbegrenzer (FQ10) onderbreekt destroomtoevoer naar de elektrische bijverwarming als detemperatuur tot boven 89 °C stijgt en kan handmatigworden gereset.

ResettenDe temperatuurbegrenzer (FQ10) is toegankelijk achterhet voorpaneel. Reset de temperatuurbegrenzer doorzijn knop (FQ10-S2) in te drukken.

19Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingenNIBE S1255PC

AansluitingenSPANNINGAANSLUITING

Elektrische spanningDe bijgeleverde kabel voor inkomende elektriciteit wordtaangesloten op klemmenstrook X1 en X6-1 op de printAA2.

-X29

-X28

1

0-5

V

2

+5

V

3 A

UX

1

4 A

UX

2

5 A

UX

3

6 A

UX

4

7 A

UX

5

8 A

UX

6

9 A

UX

7

10

AU

X8

11

AU

X9

12

BT

25

1

1

2

3

2 3 4 5 6 7 8 9

10

11

12

GN

D

+1

2V B A

OT

+

OT

−

0-5

V

PW

M0

PW

M1

CP

U

EX

T C

OM

INT

CO

M

ER

RO

R

PO

WE

R

+5

V

GN

D

BE

1

BE

2

BE

3

K10

-X27

NO

O

NC

AUX-RELAY

13

BT

50

14

BT

1

-X30X29

X28 X27

AA2

X9

X7-2

X6-1 X6-2 X5

X1

X30

Aansluiting 3x400V

AA2-X1AA2-X6-1

PE N L1 L2 L3

1 2 3 4

Aansluiting 1x230V

AA2-X1

PE N L (L) (L)

1 2 3 4

AA2-X6-1

Indien er een aparte toevoer naar de compressor enelektrische bijverwarming is vereist, raadpleegt u para-graaf "Externe blokkering van functies".

Externe regelspanning voor het regelsysteem

Voorzichtig!Geldt alleen voor netaansluiting 3x400 V.

Voorzichtig!Merk alle elektrische schakelkasten metwaarschuwingsstickers voor externe spanning.

Regelspanning (230 V ~ 50Hz) wordt aangesloten opAA2:X5:N, X5:L en X6-2 (PE).

Bij het aansluiten van externe regelspanning verwijdertu de bruggen van klemmenstrook X5.

LN

1. 2.

3. 4.

AA5


EXTERNE AANSLUITINGENEr zijn externe aansluitingen op klemmenstroken X28,X29 en X30 op de print (AA2).

-X29

-X2

8

1 0-5

V

2 +

5V

3 A

UX

1

4 A

UX

2

5 A

UX

3

6 A

UX

4

7 A

UX

5

8 A

UX

6

9 A

UX

7

10 A

UX

8

11 A

UX

9

12 B

T25

1

1

2

3

2 3 4 5 6 7 8 9

10

11

12

GN

D

+12V B A

OT

+

OT

−

0-5

V

PW

M0

PW

M1

CP

U

EX

T C

OM

INT

CO

M

ER

RO

R

PO

WE

R

+5V

GN

D

BE

1

BE

2

BE

3

K10

-X27

NO

O

NC

AUX-RELAY

13 B

T50

14 B

T1

-X30

X28

X29

X30

AA2

X27

SensorenBuitenvoeler

De buitensensor (BT1) wordt op een beschaduwdeplaats aan de noord- of noordwestzijde geplaatst, zodatde werking ervan niet kan worden verstoord door bijv.de ochtendzon.

De buitensensor is aangesloten op klemmenstrook AA2-X28:14 en op een willekeurige ingang op klemmenstrookAA2-X29.

Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet dezeworden afgesloten om condens in de behuizing van desensor te voorkomen.

131211109 14

BT1

BT1

BT50

GND

BT25

AUX9

AUX8

AUX7

AA2-X28

AA2-X29

Temperatuursensor, verbinding externedoorstroming

Sluit de temperatuursensor, externe aanvoerleiding(BT25) aan op klemmenstrook AA2-X28:12 en op eenwillekeurige ingang op klemmenstrook AA2-X29.

1211109

BT25

GND

BT25

AUX9

AUX8

AUX7

AA2-X28

AA2-X29

Ruimtevoeler

S1255PC wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50),die het mogelijk maakt om de kamertemperatuur te to-nen en regelen op het display van de S1255PC.

Monteer de ruimtesensor in een neutrale positie waareen insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatiezou bijvoorbeeld kunnen zijn een vrije binnenwand ineen hal, ca. 1,5 m boven de vloer. Het is belangrijk datde ruimtesensor tijdens het meten van de juiste kamer-temperatuur niet wordt gehinderd, bijvoorbeeld doordatdeze in een nis, tussen planken, achter een gordijn, bo-ven of nabij een warmtebron, in een tochtstroom vaneen buitendeur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ookdichtgedraaide radiatorthermostaten kunnen problemenveroorzaken.

S1255PC werkt zonder ruimtesensor, maar indien u debinnentemperatuur van de woning wilt aflezen van hetdisplay op de S1255PC, moet de ruimtesensor wordengeïnstalleerd. De ruimtesensor is aangesloten op klem-menstrook X28:13 en op een willekeurige ingang opklemmenstrook AA2-X29.

Indien er een ruimtesensor wordt gebruikt om de kamer-temperatuur in °C te wijzigen en/of om de kamertempe-ratuur te finetunen, moet de sensor worden geactiveerdin menu 1.3 "Instellingen ruimtesensor".

Als er een ruimtesensor wordt gebruikt in een kamermet vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weer-gavefunctie te hebben en geen functie ter controle vande kamertemperatuur.

13121110

BT50

GND

BT50

BT25

AUX9

AUX8

AA2-X28

AA2-X29

LET OP!Wijzigingen van temperatuur in de woning ne-men tijd in beslag. Korte perioden in combinatiemet vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geenmerkbaar verschil op in de kamertemperatuur.

Externe energiemeterEr zijn een of twee energiemeters (BE6, BE7) aangeslo-ten op AA2-X28:1-2 of AA2-X30:7-8.


S1255PC Extern

BE6+

OT

+O

T

0-5

V

+5

V

GN

D

95 6 7 8AA2-X30

+5V

+5V

0-5

V

+5

V

AU

X 1

AU

X 2

AU

X 3

AA2-X28 51 2 3 4BE7

Activeer de energiemeter(s) in menu 7.2 en stel vervol-gens de gewenste waarde (energie per puls) in menu7.2.19 in.

LaadmonitorGeïntegreerde vermogensregeling

S1255PC is voorzien van een eenvoudige vorm van eengeïntegreerde vermogensregeling, die de vermogentrap-pen voor de elektrische bijverwarming beperkt door teberekenen of toekomstige vermogentrappen kunnenworden aangesloten op de relevante fase zonder dat degespecificeerde hoofdzekering wordt overschreden. In-dien de stroom de gespecificeerde hoofdzekering mochtoverschrijden, is de vermogenstrap niet toegestaan. Degrootte van de hoofdzekering van het gebouw is gespe-cificeerd in menu 7.1.9.

Vermogensregeling met stroomsensor

Als er in het gebouw veel stroomverbruikende productenzijn aangesloten terwijl de elektrische bijverwarming inbedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen vanhet gebouw doorslaan. S1255PC is voorzien van eenvermogensregeling die met behulp van een stroomsen-sor de elektrische stappen voor de elektrische bijverwar-ming monitort door de stroom tussen de verschillendefasen te verdelen of door de elektrische bijverwarminguit te schakelen bij een overbelasting in een fase. Alsde overbelasting ondanks het uitschakelen van de elek-trische bijverwarming blijft bestaan, toert de compressorterug. Er wordt weer ingeschakeld als het overigestroomverbruik afneemt.

LET OP!Activeer voor een volledige functie fasedetectiein menu 7.1.9.

Aansluiten van stroomsensoren

Om de stroom te meten, moet een stroomsensor wor-den gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in deverdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor deinstallatie.

Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabelin een behuizing direct naast de elektrische verdeelkast.De meeraderige kabel tussen de behuizing en deS1255PC moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm²hebben.

LPEN 1 L2 L3

ElektrischehoofdverdeelkastNIBE product

Ingaande elektriciteit

Sluit de kabel aan op klemmenstrook, AA2-X30:9-12,waarbij X30:9 de gezamenlijke klemmenstrook is voorde drie stroomsensoren.

+5V

BE1

BE2

BE3

BE1 BE2 BE3

111098 12

GND

AA2-X30

COMMUNICATIE

Multi-installatieEr kunnen meerdere warmtepompen onderling wordenverbonden door één warmtepomp als hoofdeenheid teselecteren en de rest als secundaire warmtepompen.Warmtepompmodellen met multi-installatiefunctie vanNIBE kunnen worden aangesloten op de S1255PC.

Er kunnen nog acht warmtepompen worden aangeslotenop de hoofdeenheid. In systemen met meerderewarmtepompen moet elke pomp een unieke naamhebben. Slechts één warmtepomp kan "Hoofdeenheid"zijn en slechts één bijv. "Warmtepomp 5". Hoofdeen-heid/warmtepomp worden ingesteld in menu 7.3.1.

Externe temperatuursensoren en regelsignalen mogenalleen op de hoofdeenheid worden aangesloten, metuitzondering van de externe regeling van de compres-sormodule.

Voorzichtig!Als er meerdere warmtepompen gekoppeldzijn, moeten er een externe aanvoertempera-tuursensor (BT25) en een externe retourlei-dingsensor (BT71) worden gebruikt.

Sluit de communicatiekabels tussen de warmtepompenals aangegeven in serie aan op klemmenstrook X30:1(GND), X30:2 (+12V), X30:3 (B) en X30:4 (A) op de print(AA2).

Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.


In het voorbeeld ziet u de aansluiting van meerdereS1255PC .

Huvudenhet Värmepump 2 Värmepump 3

2 3 41

B A

GND

+12V

AA2-X30 AA2-X30 AA2-X30

2 3 41

B A

GND

+12V

2 3 41

B A

GND

+12V

Hoofdeenheid Warmtepomp2 Warmtepomp3

Accessoires aansluitenInstructies voor het aansluiten van accessoires vindt uin de bij het accessoire geleverde handleiding. Zie para-graaf "Accessoires" voor een lijst met accessoires diemet de S1255PC kunnen worden gebruikt. In dit voor-beeld wordt de aansluiting voor communicatie met demeest gebruikte accessoires getoond.

Accessoires met accessoirekaart (AA5)

Accessoires met accessoireprint (AA5) sluiten aan opklemmenstrook AA2-X30:1,3,4 in S1255PC. Gebruikkabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.

Als er meerdere accessoires moeten worden aangeslo-ten, sluit u de eerste accessoireprint rechtstreeks aanop de klemmenstrook van de S1255PC. Andere acces-soireprints sluit u in serie aan op de eerste.

Omdat er verschillende aansluitingen kunnen zijn vooraccessoires met printplaten (AA5), moet u altijd de in-structies lezen in de handleiding voor het accessoire datmoet worden geïnstalleerd.

B AGND

+12V

AA2-X30

1 2 3 4

AA5-X4

1

2

3

4

5

6

7

8

A

B

GND

A

B

GND

AA5-X4

1

2

3

4

5

6

7

8

A

B

GND

A

B

GND

Accessoire 1

S1255PC

Accessoire 2

TE SELECTEREN IN-/UITGANGENOp de print (AA2) heeft de S1255PC softwaregestuurdeAUX in- en uitgangen om de externe schakelaarfunctie(contact moet potentiaalvrij zijn) of sensor aan te sluiten.

Ga naar menu 7.4 "Te selecteren In-/uitgangen" op hetdisplay om te selecteren met welke AUX-aansluiting dediverse functies worden verbonden.

Te selecteren ingangen voor deze functies zijn AA2-X28:3-11. Elke functie kan worden aangesloten op elkewillekeurige ingang en GND (AA2-X29).

6 7 8543

AUX4

AUX5

AUX6

AUX3

AUX2

AUX1

AA2-X28

AA2-X29GND

S1255PC Extern

In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (AA2-X28:3)en AUX2 (AA2-X28:4) gebruikt.

Een selecteerbare uitgang is AA2-X27.

Voor sommige functies zijn wellicht accessoires nodig.

TIPEen aantal van de volgende functies kan ookworden geactiveerd en gepland via het menumet instellingen.

Mogelijke selectie AUX-ingangenTemperatuurvoeler

Er kan een temperatuursensor worden aangesloten opS1255PC. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5mm².

Dit zijn de mogelijkheden:

• Boiler (BT52) (alleen getoond indien shuntgeregeldebijverwarming is geselecteerd in menu 7.2.1)

• koeling/verwarming (BT74), bepaalt wanneer het tijdis om te schakelen tussen koelen en verwarmen.

Monitor

Dit zijn de mogelijkheden:

• alarm van externe eenheden. Het alarm is aangeslotenop de regeling, wat betekent dat de storing wordtgepresenteerd als een informatieve mededeling ophet display. Potentiaalvrij signaal van het type NO ofNC.

• niveau (accessoire NV10)/, druk-/stromingssensor voorde bronvloeistof (NC).


Externe activering van functies

Er kan een externe schakelaarfunctie op de S1255PCworden aangesloten voor het activeren van diversefuncties. De functie is geactiveerd gedurende de tijd datde schakelaar is gesloten.

Mogelijke functies die geactiveerd kunnen worden:

• geforceerd regelen van de circulatiepomp van de brine

• stand warmtapwatervraag "meer warmtapwater"

• stand warmtapwatervraag "klein"

• "Externe afstelling"

Om de aanvoertemperatuur en daarmee de kamertem-peratuur te wijzigen, kan er een externe schakelaarworden aangesloten op de S1255PC.

Als de schakelaar is gesloten, verandert de tempera-tuur in °C (als er een ruimtesensor is aangesloten engeactiveerd). Als er geen ruimtesensor is aangeslotenof geactiveerd, wordt de gewenste verschuiving van"Temperatuur" (verschuiving stooklijn) ingesteld viahet aantal gekozen stappen. De waarde kan wordeningesteld tussen -10 en +10. Externe afstelling vanklimaatsystemen 2 tot 8 vereist accessoires.

– klimaatsysteem 1 - 8

De waarde voor de wijziging wordt ingesteld inmenu 1.30.3, "Externe afstelling".

• activering van een van de vier ventilatorsnelheden.

(kan worden geselecteerd als het ventilatieaccessoireis geactiveerd)

De volgende vijf opties zijn beschikbaar:

– 1-4 is normaal open (NO)

– 1 is normaal gesloten (NC)

De ventilatorsnelheid is geactiveerd gedurende de tijddat de schakelaar is gesloten. De normale snelheidwordt hervat als de schakelaar weer open is.

• SG ready

LET OP!Deze functie kan alleen worden gebruikt inelektriciteitsnetten die de "SG Ready"-stan-daard ondersteunen.

Voor "SG Ready" zijn twee AUX-ingangenvereist.

In gevallen waarbij deze functie gewenst is, moetdeze worden aangesloten op klemmenstrook X28 opde print (AA2).

"SG Ready" is een slimme vorm van tariefregelingwaarbij uw energieleverancier de binnen-, warmwater-en/of zwembadtemperaturen (indien van toepassing)kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwarming en/ofcompressor in de warmtepomp op bepaalde uren vande dag kan blokkeren (kan worden geselecteerd in

menu 4.2.3 nadat de functie is geactiveerd). Activeerde functie door potentiaalvrije schakelingen aan tesluiten op twee ingangen die u selecteert in menu 7.4(SG Ready A en SG Ready B).

Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgen-de zaken in:

– Blokkering (A: Gesloten, B: Open)

“SG Ready” is actief. De compressor in de S1255PCen bijverwarming worden op dezelfde wijze geblok-keerd als de tariefblokkering van vandaag.

– Normale stand (A: Open, B: Open)

"SG Ready" is niet actief. Geen effect op het sys-teem.

– Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten)

"SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kos-tenbesparingen en kan bijvoorbeeld gebruik makenvan een laag tarief bij de energieleverancier ofovercapaciteit van een eigen energiebron (effect ophet systeem kan worden afgesteld in menu 4.2.3).

– Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten)

"SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle ca-paciteit draaien bij overcapaciteit (zeer lage prijs) bijde energieleverancier (effect op het systeem is in-stelbaar in menu 4.2.3).

(A = SG Ready A en B = SG Ready B )

Externe blokkering van functies

Er kan een externe schakelaarfunctie op de S1255PCworden aangesloten voor het blokkeren van diversefuncties. De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en eengesloten schakelaar resulteert in blokkeren.

Voorzichtig!Blokkeren houdt het gevaar in van bevriezen.

Functies die geblokkeerd kunnen worden:

• verwarming (blokkeren van warmtebehoefte)

• verwarming/koeling (productie en distributie)

• warmtapwater (warmtapwaterproductie). Een eventu-ele warmtapwatercirculatie (HWC) blijft functioneren.

• compressor

• intern geregelde bijverwarming

• tariefblokkering (bijverwarming, compressor, koeling,verwarming en warmtapwater zijn uitgeschakeld)


Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij,variabel relais)Het is mogelijk een externe aansluiting te realiserendoor middel van een relaisfunctie via een potentiaalvrijschakelrelais (max. 2 A) op de print (AA2), klemmen-strook X27:NO,C,NC. De functie moet worden geacti-veerd in menu 7.4.

1

2

3 NO

C

NC

AA2-X27

K10

De afbeelding toont de relais in de alarmstand.

Indien de S1255PC wordt in- of uitgeschakeld of in denoodstand wordt gezet, staat het relais in de alarmstand.

LET OP!Voor de relaisuitgangen geldt een max. belas-ting van 2 A bij weerstandsbelasting (230V AC).

TIPHet accessoire AXC is nodig als er meer danéén functie wordt aangesloten op de AUX-uit-gang.

Optionele functies externe aansluiting:

Indicaties• alarmsignalering

• indicatie gewoon alarm

• indicatie koelmodus

• vakantie-indicatie

• weg-modus voor "smart home" (aanvulling op defuncties in menu 5.3)

Bediening• regeling van circulatiepomp voor warmtapwatercircu-

latie

• regeling van externe circulatiepomp (voor warmtedra-ger)

Voorzichtig!De relevante verdeelkast moet worden gemar-keerd met een waarschuwing voor externespanning.

De externe circulatiepomp aansluiten

Er is een externe circulatiepomp aangesloten op de AUX-uitgang, zie onderstaande afbeelding.

S1255PC Extern

1

2

3 NO

C

NC

AA2-X27

L N PE

L

N

PE

InstellingenELEKTRISCHE BIJVERWARMING -MAXIMAAL VERMOGENHet aantal stappen, het maximale elektrische vermogenen de voeding op de aansluiting voor het elektrischeverwarmingselement variëren per model. Zie de tabellen.

De elektrische bijverwarming is mogelijk beperkt, afhan-kelijk van het gekozen land.

Het maximale vermogen van de elektrische bijverwar-ming wordt ingesteld in menu 7.1.5.1.

Vermogensstappen van het elektrischeverwarmingselementIn de tabellen wordt de totale fasestroom voor hetelektrische verwarmingselement bij opstarten weerge-geven. Als een elektrisch verwarmingselement al isgestart en niet voor zijn volledige capaciteit wordt ge-bruikt, kunnen de waarden in de tabel worden gewijzigdaangezien de regeling vooral dit elektrische verwarmings-element gebruikt.

3x400 V

Max. fase-stroomL3(A)



Max. elektri-sche bijver-warming(kW)

–––0,0––2,20,5–4,3–1,0–4,32,21,5

8,7––2,08,7–2,22,58,74,3–3,08,74,32,23,57,511,5–4,07,511,52,24,515,67,5–5,015,67,52,25,515,611,5–6,015,611,52,26,51

1 Fabrieksinstelling


1x230 V

Max. fasestroom L1(A)Max. elektri-sche bijver-warming(kW)

–0,02,20,54,31,06,51,58,72,010,92,513,03,015,23,517,44,019,64,51

1 Fabrieksinstelling

Indien de stroomsensoren zijn aangesloten, monitort deS1255PC de fasestromen en wijst deze automatisch devermogensstappen toe aan de minst belaste fase.

Voorzichtig!Indien de stroomsensoren niet zijn aangeslo-ten, berekent de S1255PC hoe hoog de stro-men zullen zijn als de relevante vermogensstap-pen worden toegevoegd. Als de stromen hogerzijn dan de ingestelde zekeringgrootte, mag devermogensstap niet inschakelen.

NOODSTANDAls de S1255PC in de noodstand wordt gezet, werkthet systeem als volgt:

• S1255PC geeft voorrang aan cv-productie.

• Indien mogelijk wordt er warmtapwater geproduceerd.

• De laadmonitor is niet aangesloten.

• Het elektrische verwarmingselement is getrapt vol-gens de instelling in menu 7.1.8.2 - Noodstand.

• Vaste aanvoertemperatuur als de regeling geenwaarde heeft van de buitensensor (BT1).

U kunt de noodstand activeren als de S1255PC draaitén als deze is uitgeschakeld.

Wanneer de noodstand actief is, wordt het statuslampjegeel.

Voor activering als de S1255PC loopt: houd de Aan/Uit-knop (SF1) 2 seconden ingedrukt en selecteer "Nood-stand" in het uitschakelmenu.

Voor activering als de S1255PC is uitgeschakeld: houdde Aan/Uit-knop (SF1) 5 seconden ingedrukt. (Deactiveerde noodstand door eenmaal te drukken)


Voorbereidingen1. Controleer of er water in de boiler en het afgiftesys-

teem zit.

LET OP!Controleer de automatische zekering en demotorbeveiligingen. Het kan zijn dat deze tij-dens het transport zijn uitgeschakeld.

Voorzichtig!Start de S1255PC niet als het gevaar bestaatdat het water in het systeem is bevroren.

Vullen en ontluchtenLET OP!Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan datschadelijk zijn voor interne onderdelen in deS1255PC.

VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN HETKLIMAATSYSTEEM

Vullen1. Open de vulklep (extern, niet inbegrepen bij het

product). Vul de spiraal in de boiler en de rest vanhet klimaatsysteem met water.

2. Open de ontluchter (QM22).

3. Wanneer het water dat de ontluchter (QM22) verlaatniet met lucht is vermengd, sluit u de klep. Na eentijdje begint de druk te stijgen.

4. Wanneer de juiste druk is verkregen, sluit u devulklep.

Ontluchten1. Ontlucht de warmtepomp via een ontluchtingsklep

(QM22) en de rest van het afgiftesysteem via debetreffende ontluchtingskleppen.

2. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-derd en de druk klopt.

Voorzichtig!Het water dat in de leiding van de spiraal in detank zit, moet worden afgetapt voordat er luchtkan worden vrijgelaten. Dit betekent dat hetsysteem misschien niet echt wordt ontlucht,ondanks de waterstroom, wanneer de ontluch-tingsklep (QM22) wordt geopend.

DE BOILER VULLEN1. Open een warmtapwaterkraan in de woning.

2. Vul de boiler via de koudwateraansluiting (XL3).

3. Wanneer er met het water uit de warmtapwater-kraan geen lucht meer meekomt, is de boiler vol enkan de kraan worden gesloten.

VULLEN EN ONTLUCHTEN VAN HETBRONSYSTEEMBij het vullen van het bronsysteem wordt het water ge-mengd met antivries in een open reservoir. Het mengselmoet bestand zijn tegen bevriezing bij temperaturen totongeveer -15°C. De bronvloeistof wordt aangevuld dooreen vulpomp aan te sluiten.

1. Controleer of het bronsysteem niet lekt.

2. Sluit de vulpomp en de retourleiding aan op devulaansluiting van het bronsysteem (accessoire).

3. Als gebruik wordt gemaakt van alternatief 1 (niveau-reservoir), sluit u de klep onder het niveaureservoir.

4. Sluit de wisselklep in de vulaansluiting.

5. Open de kleppen op de vulconnector.

6. Start de vulpomp.

7. Vul totdat er vloeistof in de retourleiding stroomt.

8. Sluit de kleppen op de vulconnector.

9. Open de wisselklep in de vulaansluiting.

10. Als gebruik wordt gemaakt van alternatief 1 (niveau-reservoir), opent u de klep onder het niveaureservoir(CM2).

27Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstellingNIBE S1255PC

6 Inbedrijfstelling en afstelling

P

-QZ20

Optie 1 Optie 2

Sluit

622

600

560 440

70

1800

650*

20-5

0

25

60

135

210

390

465

540

650*

XL1 XL6 XL7XL4 XL3 XL2

Inbedrijfstelling eninspectieSTARTGIDS

Voorzichtig!Er moet water in het klimaatsysteem zittenvoordat de S1255PC wordt ingeschakeld.

Voorzichtig!Als er meerdere warmtepompen zijn aangeslo-ten, moet de startgids eerst worden uitgevoerdin de secundaire warmtepompen.

In de warmtepompen die niet de hoofdeenheidzijn, kunt u alleen instellingen invoeren voor decirculatiepompen van elke warmtepomp. Ove-rige instellingen worden verricht en aange-stuurd door de hoofdeenheid.

1. Start de S1255PC door eenmaal op de Aan/Uit-knopte drukken (SF1).

2. Volg de instructies in de startgids van het display.Als de startgids niet start als u de S1255PC, opstart,start u deze handmatig in menu 7.7.

TIPZie de paragraaf "Bediening – Inleiding" vooreen nadere introductie van het regelsysteemvan de installatie (bediening, menu's, enz.).

Als het gebouw koud is wanneer de S1255PC start, ishet mogelijk dat de compressor niet kan voldoen aande volledige vraag zonder daarvoor bijverwarming tegebruiken.

InbedrijfstellingDe eerste keer dat de installatie wordt gestart, wordtde startgids gestart. In de instructies van de startgidsstaat wat er moet gebeuren tijdens de eerste start enwordt er een overzicht gegeven van de basisinstellingenvan de installatie.

De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordtuitgevoerd en kan om die reden niet worden overgesla-gen.

NIBE S1255PCHoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling28

LET OP!Zolang als de startgids actief is, wordt geenenkele functie van de installatie automatischgestart.

De startgids verschijnt bij elke herstart van deinstallatie totdat dit op de laatste pagina wordtuitgevinkt.

Bediening in de startgids

StartgidsTaal

A. PaginaB. Menunummer

C. Optie / instelling

Russiky

Slovenšcina

Suomi

Svenska

Türkçe

1/294.9

Pijltje

A. Pagina

Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids.

Sleep met uw vinger naar rechts om tussen de pagina'ste zoeken.

Om te zoeken kunt u ook op de pijltjes in de bovenhoe-ken drukken.

B. Menunummer

Hier kunt u zien op welk menu in het regelsysteem dezepagina van de startgids gebaseerd is.

Als u meer wilt lezen over het betreffende menu, kuntu het helpmenu raadplegen of de installatiehandleidinglezen.

C. Optie / instelling

Verricht hier de instellingen voor het systeem.

ACHTERAF AFSTELLEN EN ONTLUCHTEN

Pompafstelling, automatische regelingBronsysteem

Voor het instellen van het juiste debiet in het bronsys-teem moet de bronpomp op de juiste snelheid draaien.S1255PC heeft een bronpomp die automatisch wordtgeregeld in de standaardstand. Bepaalde functies enaccessoires moeten wellicht handmatig draaien en indat geval moet de juiste snelheid worden ingesteld.

Als er meerdere S1255PC's worden geïnstalleerd in eenmulti-installatie, moeten alle S1255PC's van hetzelfdeformaat zijn (bijv. 12 kW), omdat anders de automatische

regeling niet werkt. Als de installatie bijvoorbeeld een6 kW en een 12 kW, bevat, moet er afstelling plaatsvin-den conform handmatige bediening.

Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-sor draait en stelt de snelheid van de bronpomp in, zodathet optimale temperatuurverschil tussen de aanvoer-en retourleidingen wordt gerealiseerd.

Afgiftesysteem

Voor het instellen van het juiste debiet in het verwar-mingssysteem moet de circulatiepomp van het verwar-mingssysteem op de juiste snelheid draaien. S1255PCheeft een circulatiepomp voor het verwarmingssysteemdie automatisch kan worden geregeld in de standaard-stand. Bepaalde functies en accessoires moeten hand-matig draaien en de juiste snelheid moet dan wordeningesteld.

Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-sor draait en stelt de snelheid van de circulatiepomp vanhet CV-systeem in, voor de huidige bedrijfsstand, zodathet optimale temperatuurverschil tussen de aanvoer-en retourleidingen wordt gerealiseerd. Tijdens verwar-ming worden de ingestelde DOT (gedimensioneerdebuitentemperatuur) en het temperatuurverschil in menu7.1.6.2 gebruikt. Indien nodig kan de maximale snelheidvan de circulatiepomp worden begrensd in menu 7.1.2.2.

Pompafstelling, handmatige regelingBronsysteem

S1255PC heeft een bronpomp die automatisch kanworden aangestuurd. Voor handmatige bediening: deac-tiveer "Auto" in menu 7.1.2.7 en stel dan de snelheid involgens het onderstaande schema.

LET OP!Bij gebruik van passieve koeling moet de snel-heid van de circulatiepomp bronsysteem wor-den ingesteld in menu 7.1.2.7.

Stel de pompsnelheid zodra het systeem in balans is(idealiter 5 minuten na de start van de compressor).

Stel het debiet zo dat het temperatuurverschil tussenbronvloeistof uit (BT11) en bronvloeistof in (BT10) tussen2 - 5 °C ligt. Controleer deze temperaturen in menu 3.1"Bedrijfsinfo" en pas de snelheid van de bronpomp (GP2)aan totdat het temperatuurverschil is verkregen. Eengroot verschil duidt op een lage flow in het bronsysteemen een klein verschil duidt op een hoge flow in hetbronsysteem.


Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W

00,0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,45

10

20

30

40

50

60

Tillgängligt tryck, kPaEleffekt, W

Flöde l/s

P100%

P80%

P60%

P40%

Tillgängligt tryck, kPa

Eleffekt, W

1

2

3

4

70

80

0,35 0,40

p

S1255PC 6 kW

60%

100%80%

40%00 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7

80

60

40

20

100

120

140

160

0

80

60

40

20

100

120

140

160(kPa)

(W)

Flöde(l/s)

P 100%

P80%

P60%

P40%

Beschikbare druk

Aanvoer

Uitgang

Verwarmingssysteem

S1255PC heeft een circulatiepomp van het CV-systeemdie automatisch kan worden aangestuurd. Voor handma-tige bediening: deactiveer "Auto" in menu 7.1.2.2 en steldan de snelheid in volgens de onderstaande grafieken.

De aanvoer moet een geschikt temperatuurverschilhebben voor de bedrijfssituatie (verwarmen: 5 - 10 °C,warmwaterproductie: 5 - 10 °C, zwembadverwarming:ca. 15 °C) tussen de regelende aanvoertemperatuursen-sor en de retourleidingsensor. Controleer deze tempera-turen in menu 3.1 “Bedrijfsinfo” en pas de snelheid vande circulatiepomp van het CV-systeem (GP1) aan totdathet temperatuurverschil is verkregen. Een groot verschilduidt op een lage flow in het verwarmingssysteem eneen klein verschil op een hoge flow in het verwarmings-systeem.

In de grafieken hieronder kunt u aflezen welke snelheidde circulatiepomp verwarmingsysteem moet hebbentijdens handmatige regeling.

Beschikbare druk, kPaElektrisch vermogen, W

00,0 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,45

10

20

30

40

50

60

Tillgängligt tryck, kPaEleffekt, W

Flöde l/s

P100%

P80%

P60%

P40%

Tillgängligt tryck, kPa

Eleffekt, W

1

2

3

4

70

80

0,35 0,40

p

S1255PC 6 kW

100%

80%

60%

40%

0

20

10

40

30

60

50

70

80(kPa)

0 0,05 0,1 0,20,15 0,25 0,30 0,35 0,40

Flöde(l/s)

P100%

P80%

P60%

P40%0

50

30

40

20

10

60

70

80

(W)

Beschikbare druk

Aanvoer

Uitgang

Opnieuw afstellen, ontluchten,verwarmingssysteemGedurende de eerste tijd komt er lucht vrij uit hetwarmtapwater en het kan nodig zijn om het systeem teontluchten. Indien er borrelende geluiden bij de warmte-pomp of het afgiftesysteem worden waargenomen, kanhet nodig zijn om het hele systeem nogmaals te ontluch-ten.

Bijstellen, ontluchten, bronsysteemNiveaureservoir

2/3

LEK

LEK

LEK

2/3

LEK

Gamla bilder, med säkerhetsventil på nivåkärlet

1/3 1/3

Controleer het vloeistofniveau in het niveau-reservoir (CM2). Indien het vloeistofniveauis gezakt, vult u het systeem bij.

1. Sluit de klep onder het reservoir.

2. Ontkoppel de aansluiting bovenop hetreservoir.

3. Vul bronvloeistof bij tot het reservoirongeveer 2/3 vol is.

4. Sluit de connector opnieuw aan boven-op het reservoir.

5. Open de klep onder het reservoir.

Indien de druk in het systeem moet worden verhoogd,gebeurt dat door de klep op de uitgaande hoofdleidingte sluiten wanneer de circulatiepomp van het bronsys-teem (GP2) in bedrijf is en het niveaureservoir (CM2)open staat, zodat vloeistof uit het reservoir wordt gezo-gen.

Expansievat

LEK

Indien er een expansievat (CM3) wordtgebruikt in plaats van een niveaureservoir,wordt het drukniveau gecontroleerd. Alsde druk zakt, dient het systeem te wordenbijgevuld.

De koelcurve/stooklijninstellenIn de menu's Curve, verwarming en Curve, koelingkunt u de verwarmings- en koelcurves voor uw woningzien. De curves zijn bedoeld om, ongeacht de buitentem-peratuur, voor een gelijkmatige binnentemperatuur tezorgen en dus voor een energiezuinige werking. Middelsdeze curves bepaalt de S1255PC de temperatuur vanhet water naar het klimaatsysteem (de aanvoertempera-tuur) en zodoende de binnentemperatuur.

HELLING VAN DE STOOKLIJNDe helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveelgraden de aanvoertemperatuur moet worden ver-hoogd/verlaagd als de buitentemperatuur daalt/stijgt.


Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoertemperatuurvoor de verwarming of hoe lager de aanvoertemperatuurvoor de koeling bij een bepaalde buitentemperatuur.

200 10 0 -10 -20 -30 -40

30

40

50

60

70

80

Framledningstempereratur(°C)

Utetemperatur(°C)

Steilere helling stooklijn

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

De optimale helling hangt af van de klimaatomstandig-heden van uw locatie, of de woning over radiatoren ofvloerverwarming beschikt en hoe goed de woning isgeïsoleerd.

De verwarmings-/koelcurves worden ingesteld tijdensde installatie van het verwarmings-/koelsysteem, maarmoeten misschien later worden bijgesteld. Daarnahoeven de curves niet meer te worden bijgesteld.

VERSCHUIVING STOOKLIJNEen verschuiving van de curve betekent dat de aanvoer-temperatuur evenveel verandert voor alle buitentempe-raturen. Een verschuiving van de curve van +2 stappenbijv. verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 °C bij allebuitentemperaturen. Een corresponderende wijzigingin de koelcurve resulteert in een verlaging van de aan-voertemperatuur.

200 10 0 -10 -20 -30 -40

30

40

50

60

70

80


Utetemperatur(°C)

Verschuiving stooklijn

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

AANVOERTEMPERATUUR – MAXIMUM- ENMINIMUMWAARDENAangezien de aanvoertemperatuur niet hoger kan zijndan de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestel-de min. waarde, vlakken de lijnen af bij deze temperatu-ren.

200 10 0 -10 -20 -30 -40

30

40

50

60

70

80


Utetemperatur(°C)

Maximale waarde

Aanvoertemperatuur

Buitentemperatuur

Minimale waarde

LET OP!Met vloerverwarmingssystemen wordt demaximale aanvoertemperatuur normaliter inge-steld tussen 35 en 45 °C.

Controleer de max. vloertemperatuur bij de le-verancier van uw vloer.

LET OP!Moet worden beperkt bij vloerkoeling min.aanvoer temp. om condensatie te voorkomen.

INSTELLEN VAN DE STOOKLIJN

Systeem 1

Buitentemp. °C

Aanvoertemp. °C

Min. aanvoertemperatuurMax. aanvoertemperatuur

Verschuiving stooklijnHelling van de stooklijn

Afgiftesysteem

Max.

Min.

1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn)waarvan u de curve wilt wijzigen.

2. Selecteer de helling en de stooklijnverschuiving.

3. Selecteer de max. en min.aanvoertemperatuur.

LET OP!Stooklijn 0 betekent dat eigen stooklijn wordtgebruikt.

De instellingen voor eigen stooklijn wordeningevoerd in menu 1.30.7.


EEN STOOKLIJN AFLEZEN1. Sleep het rondje op de as met de buitentemperatuur.

2. Lees de waarde voor de aanvoertemperatuur af inhet rondje op de andere as.


Met myUplink kunt u de installatie regelen –waar en wanneer u maar wilt. In het geval vaneen storing ontvangt u een alarm rechtstreeks

in uw e-mail of een pushbericht in de myUplink-app,zodat u onmiddellijk actie kunt ondernemen.

Ga naar myuplink.com voor meer informatie.

SpecificatieU hebt het volgende nodig om myUplink in staat testellen met uw S1255PC te communiceren:

• draadloos netwerk of kabel

• internetaansluiting waarmee de S1255PC kan wordenaangesloten

• account op myuplink.com

Wij raden u onze mobiele apps voor myUplink aan.

Ga voor meer informatie naar myuplink.com.

AansluitingIndien u nog geen account hebt, meld u dan aan in demobiele app of op myuplink.com.

SYSTEEM KOPPELEN

LET OP!Voordat u verbinding kunt maken met myU-plink, moet u het verbindingstype (bedraad/wifi)kiezen in menu 5.2.1 of 5.2.2.

Wanneer u voor het eerst hebt ingelogd, moet u op uwsysteem via de mobiele app of myuplink.com verbindingmaken met uw geregistreerde account. Hier kunt u ookandere gebruikers uitnodigen en/of toevoegen.

DE VERBINDING MET GEBRUIKERSVERBREKENU kunt ervoor kiezen de verbinding te verbreken met degebruikers die op uw systeem zijn aangesloten:

U doet dat door naar menu 5.1 - myUplink te gaan.

Voorzichtig!Zodra u eenmaal de verbinding met alle gebrui-kers hebt verbroken, kan niemand uw systeemmonitoren of besturen via myUplink zonder erweer op aangesloten te worden.

ServicemyUplink biedt u toegang tot diverse serviceniveaus.Het basisniveau is inbegrepen en daarnaast kunt u kie-zen voor twee premium services voor een vaste jaarlijk-se vergoeding (de vergoeding varieert, afhankelijk vande geselecteerde functies).

Het basisniveau stelt u in staat het systeem te monito-ren, alarmen te beheren en grafieken af te lezen metinformatie over de afgelopen maand.

Kies een premium service als u oudere informatie wiltaflezen, informatie op basis van meer parameters wiltontvangen en/of instellingen wilt wijzigen.

Premiumwijzigings-instellin-gen

Premiumuitgebrei-degeschie-

denis

BasisServiceniveau

XXXKijkerXXXAlarmXXXGeschiedenis-X-Uitgebreide ge-

schiedenisX--Beheren

33Hoofdstuk 7 | myUplinkNIBE S1255PC

7 myUplink

www.myuplink.com

www.myuplink.com

www.myuplink.com

www.myuplink.com

www.myuplink.com

Mobiele apps voormyUplinkDe mobiele apps kunnen kosteloos worden gedownloadvanwaar u doorgaans uw mobiele apps downloadt. Ulogt in op de mobiele app met behulp van dezelfde ac-countgegevens als op myuplink.com.

NIBE S1255PCHoofdstuk 7 | myUplink34

www.myuplink.com

BedieningseenheidStatuslamp

Display

USB-poort

Aan/Uit-knop

HET STATUSLAMPJEHet statuslampje geeft de huidige bedrijfsstatus aan.Het:

• licht wit op tijdens normaal bedrijf.

• brandt geel in de noodstand.

• brandt rood in het geval van een geactiveerd alarm.

• is blauw als de S1255PC is uitgeschakeld.

• knippert wit tijdens een actieve mededeling.

Als het statuslampje rood is, ontvangt u informatie ensuggesties voor passende maatregelen op het display.

TIPU krijgt deze informatie tevens via myUplink.

DE USB-POORTBoven het display zit een USB-poort die bijvoorbeeldkan worden gebruikt voor het updaten van de software.Ga naar myuplink.com en klik op de tab "Software" omde nieuwste versie van de software voor uw installatiete downloaden.

TIPAls u het product aansluit op het netwerk, kuntu de software bijwerken zonder de USB-poortte gebruiken. Zie paragraaf "myUplink".

DE AAN/UIT-KNOPDe Aan/Uit-knop (SF1) heeft drie functies:

• starten

• uitschakelen

• noodstand activeren

Om te starten: druk eenmaal op de Aan/Uit-knop.

Om uit te schakelen of opnieuw te starten: druk eenmaalop de Aan/Uit-knop. Er verschijnt dan een menu metdiverse opties.

Voor hard uitschakelen: druk 5 seconden op de Aan/Uit-knop.




HET DISPLAYInstructies, instellingen en bedieningsinformatie wordenop het display weergegeven.

35Hoofdstuk 8 | Bediening - InleidingNIBE S1255PC

8 Bediening - Inleiding

www.myuplink.com

NavigatieS1255PC heeft een touchscreen waarmee u eenvoudigkunt navigeren door met uw vinger te drukken en teslepen.

SELECTEREN

De meeste opties en functies wordengeactiveerd door het display lichtjes metuw vinger aan te raken.

BLADEREN

De punten aan de onderrand geven aandat er meer pagina's zijn.

Sleep met uw vinger naar rechts omtussen de pagina's te zoeken.

SCROLLEN

Als het menu meerdere submenu'sheeft, kunt u meer informatie bekijkendoor met uw vinger omhoog of omlaagte slepen.

EEN INSTELLING WIJZIGENDruk op de instelling die u wilt u wijzigen.

Als het een Aan/Uit-instelling is, wijzigt deze zodra uerop klikt.

Periode 1

Als er meerdere waarden mogelijk zijn, verschijnt er eendraaiwieltje dat u omhoog of omlaag kunt slepen om degewenste waarde te vinden.

Druk op om uw wijziging op te slaan of op als ugeen wijziging wilt aanbrengen.

FABRIEKSINSTELLINGDe af fabriek ingestelde waarden worden gemarkeerdmet *.

HELPMENUIn veel menu's staat een symbool dat aangeeftdat er extra hulp beschikbaar is.

Druk op het symbool om de helptekst te openen.

U moet de tekst wellicht slepen om alles in beeld tekrijgen.

MenutypesSTARTSCHERMEN

SmartguideSmartguide helpt u zowel om informatie over de huidigestatus te bekijken als om eenvoudig de meest voorko-mende instellingen in te voeren. De informatie die uziet, hangt af van het product dat u hebt en de accessoi-res die op het product zijn aangesloten.

Selecteer een optie en druk erop om door te gaan. Deinstructies op het scherm helpen u om de juiste keuzete maken of geven u informatie over wat er gebeurt.


Hallo!Uw systeem werkt naar behoren. Wilt u hulp bij hetaanbrengen van wijzigingen?

13.45 3 oktober 13:45. 3 oktober

Functie vloerdrogen

Actie, niveausensor

Downloaden en updaten

Nee dank u, later

Hallo!Er is een software-update beschikbaar.Wilt u updaten?

Functiepagina'sOp de functiepagina's kunt u zowel informatie over dehuidige status bekijken als eenvoudig de meest voorko-mende instellingen invoeren. Welke functiepagina's uziet, hangt af van het product dat u hebt en de accessoi-res die op het product zijn aangesloten.

Onderverdieping

Temperatuur

WARMTE13.45 3 oktober

WARMTAPWATER

Meer warmtapwater

13.45 3 oktober

Sleep met uw vinger naar rechts of links omtussen de functiepagina's te zoeken.

NIBE S1255PCHoofdstuk 8 | Bediening - Inleiding36

Uitklapmenu

MenustructuurPrint

Keuken

WARMTE

SlaapkamerOnderverdieping

Werkt om de temperatuur in te stellen

Menusymbool

Ingestelde temperatuur

Huidige temperatuur

Verschuiving Verschuiving

Druk op de printplaten om de gewenste waarde in testellen. Bij sommige functiepagina's kunt u uw vingergebruiken om omhoog of omlaag te slepen om meerprintplaten te krijgen.

ProductoverzichtHet kan zinvol zijn om het productoverzicht te openenbij onderhoudswerkzaamheden. U vindt dit bij de func-tiepagina's.

Hier vindt u informatie over productnaam, het serienum-mer van het product, de versie van de software en ser-vice. Wanneer er nieuwe software kan worden gedown-load, kunt u dat hier doen (vooropgesteld dat deS1255PC is aangesloten op myUplink).

TIPU voert de onderhoudsdetails in in menu4.11.1.

PRODUCTOVERZICHT

Bijwerken

Productnaam

Serienummer

Software

Service

13.45 3 oktober

Bedrijf ABTelefoonnummer

VVM S320

06919618030101

0.5.1

UitklapmenuVanuit de startschermen kunt u naar een nieuw venstermet meer informatie door een uitklapmenu omlaag teslepen.

Uitklapmenu

Onderverdieping

Temperatuur

WARMTE12 °C 13.45 3 oktober

Het uitklapmenu toont de huidige status voor deS1255PC, wat in bedrijf is en wat de S1255PC op hetmoment doet.

Bedrijfsstand compressor

13.45 3 oktober

Vraagmodus, warmtapwaterProgrammerenExterne invloed

VerwarmingGemiddeldNiet actiefActief

Druk op de pictogrammen aan de onderkant van hetmenu voor meer informatie over alle functies.

32 Hz

+45°CWarmtapwater

Retourtemp. BT3 effectAanvoerleiding BT12Bedrijfsstatus

CompressorCompressorsnelheid

+35°C

37Hoofdstuk 8 | Bediening - InleidingNIBE S1255PC

MENUSTRUCTUURIn de menustructuur kunt u alle menu's vinden en gea-vanceerdere instellingen invoeren.


Hallo!Uw systeem werkt naar behoren. Wilt u hulp bij het aanbrengenvan wijzigingen?

13.45 3 oktober

U kunt altijd op "X" drukken om terug te keren naar destartschermen.

Binnenklimaat

Warmtapwater

Info

Mijn systeem

Aansluiting

HOOFDMENU

NIBE S1255PCHoofdstuk 8 | Bediening - Inleiding38

In multi-installaties met meerdere warmtepompen zijn sommige menu's ook zichtbaar op het display op dewarmtepompen die geen hoofdeenheid zijn.

Menu 1 – Binnenklimaat

OVERZICHT1.1.1 - Verwarming1.1 - Temperatuur1.1.2 - Koeling1

1.1.3 - Vochtigheid1

1.2.1 - Ventilatorsnelheid11.2 - Ventilatie1

1.2.2 - Nachtkoeling1

1.2.3 - FLM koeling1

1.2.4 - Vraaggestuurde ventilatie1

1.2.5 - Terugsteltijd ventilator1

1.2.6 - Interval voor filterreiniging1

1.3 - Instellingen ruimtesensor1.5 - Naam klimaatsysteem

1.30.1 - Stooklijn1.30 - Geavanceerd1.30.2 - Koelcurve1.30.3 - Externe afstelling1.30.4 - Laagste aanvoertemp. verwar-ming1.30.5 - Laagste aanvoertemp. koeling1.30.6 - Hoogste aanvoertemp. verwar-ming1.30.7 - Eigen stooklijn1.30.8 - Puntverschuiving

1 Raadpleeg de installatiehandleiding van het accessoire.

MENU 1.1 TEMPERATUURU voert hier temperatuurinstellingen voor de S1255PCin.

In installaties met meerdere klimaatsystemen kunt uvoor elk systeem temperatuurinstellingen invoeren.

MENU 1.1.1, 1.1.2 - VERWARMING ENKOELING

Verwarming en koelingStel de temperatuur (met geïnstalleerde engeactiveerde ruimtevoelers):

Verwarming

Instelbereik: 5 – 30 °C

Koeling

Instelbereik: 5 – 35°C

39Hoofdstuk 9 | Regeling - Menu'sNIBE S1255PC

9 Regeling - Menu's

De waarde in het display wordt weergegeven als eentemperatuur in °C indien het klimaatsysteem wordt ge-regeld door een ruimtevoeler.

LET OP!Een langzaam klimaatsysteem, zoals bijvoor-beeld een vloerverwarming, is mogelijk nietgeschikt voor regeling met behulp van ruimte-sensoren.

Instellen van de temperatuur (zonder geactiveerderuimtevoelers):

Instelbereik: -10 tot +10

Het display geeft de instelwaarde voor verwarming/koe-ling weer (verschuiving stooklijn). Verhoog of verlaag dewaarde op het display om de binnentemperatuur teverhogen of te verlagen.

Het aantal stappen dat de waarde moet worden gewij-zigd voor één graad verschil in de binnentemperatuurhangt af van het klimaatsysteem. Eén stap is normalitervoldoende, maar in sommige gevallen kunnen meerderestappen nodig zijn.

Stel de gewenste waarde in. De nieuwe waarde wordtweergegeven aan de rechterkant van het symbool ophet startscherm Verwarming/startscherm Koeling.

LET OP!Een stijging in de kamertemperatuur kan wor-den vertraagd door de thermostaten van deradiatoren of de vloerverwarming. Open daar-om de thermostaten volledig, behalve in diekamers waar een koudere temperatuur is ver-eist, bijv. slaapkamers.

TIPWacht 24 uur voordat u een nieuwe instellinginvoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeftte stabiliseren.

Indien het buiten koud is en de kamertempera-tuur te laag is, verhoogt u de stooklijn in menu1.30.1 met één stap.

Indien het buiten koud is en de kamertempera-tuur te hoog is, verlaagt u de stooklijn in menu1.30.1 met één stap.

Indien het buiten warm is en de kamertempe-ratuur te laag is, verhoogt u de waarde in menu1.1.1 met één stap.

Indien het buiten warm is en de kamertempe-ratuur te hoog is, verlaagt u de waarde in menu1.1.1 met één stap.

MENU 1.3 - INSTELLINGEN RUIMTESENSOR

Naam ruimtesensorInstelbereik: a-z

Regeling ruimtesensorInstelbereik: aan/uit

Prestatiecoëfficiënt (COP) systeemInstelbereik: 0,0 - 6,0

Koelfactor systeemInstelbereik: 0,0 - 6,0

Activeer hier ruimtesensoren om de kamertemperatuurte regelen.

Op elk klimaatsysteem kunt u maximaal vier ruimtesen-soren aansluiten en u kunt elke sensor een unieke naamgeven.

In elk klimaatsysteem bepaalt de sensor die het verstvan de ingestelde temperatuur af zit de aansturing;S1255PC probeert de temperatuur op niveau te houdenin de ruimte waar de sensor het verst van de ingesteldewaarde af ligt.

LET OP!Een langzaam verwarmingssysteem, zoals bij-voorbeeld vloerverwarming, is mogelijk nietgeschikt voor regeling met behulp van ruimte-sensoren.

Factorsysteem

LET OP!Een te hoog ingestelde waarde voor "factorsys-teem" kan resulteren in een onstabiele kamer-temperatuur.

Indien er meerdere afgiftesystemen geïnstalleerd zijn,kunnen de bovengenoemde instellingen worden verrichtvoor de betreffende systemen.

MENU 1.5 - NAAM KLIMAATSYSTEEMU kunt het klimaatsysteem van de installatie hier eennaam geven.

MENU 1.30 - GEAVANCEERDMenu geavanceerd is bedoeld voor gevorderde gebrui-kers. Dit menu heeft meerdere submenu's.

Stooklijn De helling van de stooklijn instellen.

Koelcurve De helling van de koelcurve instellen.

Externe afstelling Stooklijnverschuiving instellen meteen extern contact aangesloten.

Laagste aanvoertemp. verwarming Laagst toegestaneaanvoertemperatuur instellen tijdens verwarmen.

NIBE S1255PCHoofdstuk 9 | Regeling - Menu's40

Laagste aanvoertemp. koeling Laagst toegestane aan-voertemperatuur instellen tijdens koelen.

Hoogste aanvoertemp. verwarming Hoogst toegestaneaanvoertemperatuur voor het klimaatsysteem instellen.

Eigen stooklijn Hier kunt u, als er speciale eisen zijn,uw eigen stooklijn creëren door de gewenste aanvoer-temperaturen in te stellen voor verschillende buitentem-peraturen.

Puntverschuiving Selecteer hier een wijziging in destooklijn bij een bepaalde buitentemperatuur. Eén stapis gewoonlijk voldoende om de kamertemperatuur metéén graad te veranderen, maar in sommige gevallenkunnen meerdere stappen nodig zijn.

MENU 1.30.1 - STOOKLIJN

StooklijnInstelbereik: 0 - 15,0

In menu "Stooklijn voor verwarming" kunt u de stooklijnvoor uw woning bekijken. De stooklijn is bedoeld omongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkmatigebinnentemperatuur te zorgen. Middels deze stooklijnbepaalt de S1255PC de temperatuur van het water naarhet klimaatsysteem, de aanvoertemperatuur en zodoen-de de binnentemperatuur. Hier kunt u een stooklijn se-lecteren en aflezen hoe de aanvoertemperatuur veran-dert bij verschillende buitentemperaturen.

TIPHet is ook mogelijk om uw eigen stooklijn tecreëren. Dit gebeurt in menu 1.30.7.

LET OP!Met vloerverwarmingssystemen wordt demaximale aanvoertemperatuur normaliter inge-steld tussen 35 en 45 °C.


TIPWacht 24 uur voordat u een nieuwe instellinginvoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeftte stabiliseren.

Als het buiten koud is en de kamertemperatuurte laag is, verhoogt u de helling van de curvemet één stap.

Indien het buiten koud is en de kamertempera-tuur te hoog is, verlaagt u de stooklijn met éénstap.

Indien het buiten warm is en de kamertempe-ratuur te laag is, verhoogt u de verschuivingvan de stooklijn met één stap.

Indien het buiten warm is en de kamertempe-ratuur te hoog is, verlaagt u de verschuivingvan de stooklijn met één stap.

MENU 1.30.2 - CURVE, KOELING

Curve, koelingInstelbereik: 0 – 9

In menu "Koelcurve" kunt u de koelcurve voor uw woningbekijken. De koelcurve is bedoeld om samen met destooklijn en ongeacht de buitentemperatuur voor eenuniforme binnentemperatuur te zorgen en dus voor eenenergiezuinige werking. Middels deze stooklijnen bepaaltde S1255PC de temperatuur van het water naar hetverwarmingssysteem, de aanvoertemperatuur en zo-doende de binnentemperatuur. Hier kunt u de stooklijnselecteren en aflezen hoe de aanvoertemperatuur ver-andert bij verschillende buitentemperaturen. Het getalrechts van "systeem" toont het systeem waarvoor u destooklijn hebt geselecteerd.

LET OP!Moet worden beperkt bij vloerkoeling min.aanvoer temp. om condensatie te voorkomen.

Koeling in systeem met 2 leidingenOm de bedrijfsstand “koeling” te kunnen toestaan, moetde gemiddelde temperatuur hoger zijn dan de instelwaar-de voor “start koelen” in het menu 7.1.10.2 "Instellingautomatische stand”.

De koelingsinstellingen voor het afgiftesysteem wordeningesteld in het binnenklimaatmenu, menu 1.

MENU 1.30.3 - EXTERNE AFSTELLING

AfgiftesysteemInstelbereik: -10 tot +10

Instelbereik (indien er een ruimtesensor is geïnstal-leerd): 5 - 30°C


Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld eenkamerthermostaat of een timer, kan de kamertempera-tuur tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd.Als het contact is aangesloten, wordt de stooklijnver-schuiving gewijzigd met het aantal stappen dat in hetmenu is geselecteerd. Als er een ruimtesensor is geïn-stalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamertempe-ratuur (°C) ingesteld.

Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instellingafzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.

MENU 1.30.4 - LAAGSTE AANVOERTEMP.VERWARMING

verwarmingInstelbereik: 5 - 80 °C

Stel de minimumtemperatuur voor de aanvoertempera-tuur naar het afgiftesysteem in. Dit betekent dat deS1255PC nooit een temperatuur berekent die lager isdan de hier ingestelde temperatuur.


MENU 1.30.5 - LAAGSTE AANVOERTEMP.KOELING

koelingAfhankelijk van het gebruikte koelaccessoire kan hetinstelbereik variëren.

Instelbereik 7 – 30 °C

Alarm, ruimtesensor tijdens het koelen

Instelbereik: aan/uit

Stel de minimumtemperatuur voor de aanvoertempera-tuur naar het afgiftesysteem in. Dit betekent dat deS1255PC nooit een temperatuur berekent die lager isdan de hier ingestelde temperatuur.


Hier kunt u alarmen ontvangen tijdens het koelen, bij-voorbeeld wanneer een ruimtesensor niet goed werkt.

Voorzichtig!De aanvoertemperatuur voor het afgiftesys-teem moet worden ingesteld aan de hand vanhet aangesloten klimaatsysteem. Zo kan eenvloerkoeling met een lage aanvoertemperatuurtot condensvorming leiden en dat kan in hetergste geval vloerschade tot gevolg hebben.

MENU 1.30.6 - HOOGSTE AANVOERTEMP.VERWARMING

afgiftesysteemInstelbereik: 5 - 80°C

Hier stelt u de hoogste aanvoertemperatuur voor hetklimaatsysteem in. Dit betekent dat de S1255PC nooiteen hogere temperatuur berekent dan de hier ingestel-de. Indien de installatie meerdere klimaatsystemenheeft, kan de hoogste aanvoertemperatuur voor elksysteem worden ingesteld. Klimaatsystemen 2 – 8kunnen niet worden ingesteld op een hogere max. aan-voertemperatuur dan klimaatsysteem 1.

LET OP!Met vloerverwarmingsystemen moet de"Maximale aanvoertemperatuur voor verwar-ming" normaliter worden ingesteld tussen 35en 45°C.


MENU 1.30.7 - EIGEN STOOKLIJN

Eigen stooklijn, verwarming

LET OP!Curve 0 moet worden geselecteerd om eigenstooklijn toe te passen.

Hier kunt u, als er speciale eisen zijn, uw eigen stooklijncreëren door de gewenste aanvoertemperaturen in testellen voor verschillende buitentemperaturen.

Aanvoertemp.


Eigen curve, koeling

LET OP!Curve 0 moet worden geselecteerd om eigenstooklijn toe te passen.

Hier kunt u, als er speciale eisen zijn, uw eigen koelcurvecreëren door de gewenste aanvoertemperaturen in testellen voor verschillende buitentemperaturen.

Aanvoertemp.

Instelbereik: -5 – 40 °C

Afhankelijk van het gebruikte accessoire kan het instel-bereik variëren.


MENU 1.30.8 - PUNTVERSCHUIVING

Punt buitentemp.Instelbereik: -40 – 30 °C

Wijziging in stooklijnInstelbereik: -10 – 10 °C

Selecteer hier een wijziging in de stooklijn bij een bepaal-de buitentemperatuur. Eén stap is normaal voldoendeom de kamertemperatuur met één graad te veranderen,maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappennodig zijn.

De stooklijn wordt beïnvloed bij ± 5 °C ten opzichte vanhet ingestelde punt buitentemperatuur.

Het is belangrijk dat de juiste stooklijn wordt geselec-teerd, zodat de kamertemperatuur als constant wordtervaren.

TIPAls het koud voelt in huis bij bijv. -2°C, wordthet "punt buitentemperatuur" ingesteld op "-2"en "wijziging in stooklijn" wordt verhoogd totdatde gewenste kamertemperatuur gehandhaafdblijft.

LET OP!Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instellinginvoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeftte stabiliseren.


Menu 2 – Warmtapwater

OVERZICHT2.1 - Meer warmtapwater2.2 - Warmtapwatervraag2.4 - Periodieke verhoging2.5 - Warmtapwatercirculatie

MENU 2.1 - MEER WARMTAPWATER

Instelbereik: 3, 6 en 12 uur, alsook de modi "Uit" en"Toename van één uur".

Wanneer er een tijdelijke toename is in de vraag naarwarmtapwater, kan dit menu worden gebruikt om eenstijging van de warmtapwatertemperatuur voor een teselecteren tijd te kiezen.

LET OP!Als de vraagmodus "Groot" is geselecteerd inmenu 2.2, is een verdere toename niet moge-lijk.

De functie wordt rechtstreeks geactiveerd als er eentijdsperiode wordt geselecteerd. De resterende tijd voorde geselecteerde instelling wordt aan de rechterkantweergegeven.

Wanneer de tijd voorbij is, keert de S1255PC terug naarde ingestelde vraagmodus.

Selecteer "Uit" om "Meer warmtapwater" uit te schake-len.

MENU 2.2 - WARMTAPWATERVRAAG

Alternatief: Smart control, Klein, Gemiddeld, Groot

Het verschil tussen de te selecteren modi is de tempe-ratuur van het warmtapwater. Een hogere temperatuurbetekent dat er meer warmtapwater beschikbaar is.

Smart Control: Met Smart Control geactiveerd leert deS1255PC onafgebroken het voorgaande warmtapwater-verbruik en stemt dus de temperatuur in de boiler af opeen minimaal energieverbruik. Als de warmtapwater-vraag groter is, is er een bepaalde extra hoeveelheidwarmtapwater beschikbaar.

Klein: Deze modus zorgt voor minder warmtapwater bijeen lagere temperatuur dan de andere alternatieven.Deze modus kan worden gebruikt in kleinere huishou-dens met weinig vraag naar warmtapwater.

Gemiddeld: In de normale modus is een grotere hoeveel-heid warmtapwater beschikbaar, wat voor de meestehuishoudens genoeg is.

Groot: Deze modus zorgt voor het meeste warmtapwa-ter bij een hogere temperatuur dan de andere alternatie-ven. In deze modus kan het elektrische verwarmingsele-ment ten dele worden gebruikt om warmtapwater teverhitten. In deze modus heeft warmtapwater de priori-teit.

MENU 2.4 - PERIODIEKE VERHOGING

PeriodeInstelbereik: 1 - 90 dagen

StarttijdInstelbereik: 00:00 - 23:59

De warmtepomp en de elektrische bijverwarming kun-nen de warmtapwatertemperatuur met regelmatige in-tervallen verhogen om bacteriegroei in de boiler tevoorkomen.

De tijdsduur tussen de verhogingen kan hier wordengeselecteerd. De tijd kan worden ingesteld tussen 1 en90 dagen. Plaats/verwijder het vinkje bij "Geactiveerd"om de functie te starten/uit te schakelen.

MENU 2.5 - WARMTAPWATERCIRCULATIE

LooptijdInstelbereik: 1 – 60 min

UitvaltijdInstelbereik: 0 – 60 min

Hier stelt u warmtapwatercirculatie in voor maximaaldrie periodes per dag. Tijdens de ingestelde periodeszal de circulatiepomp voor warmtapwater draaien vol-gens de bovengenoemde instellingen.

"Bedrijfstijd" bepaalt hoelang de circulatiepomp voorwarmtapwater stationair zal draaien per bedrijf.

"Uitvaltijd" bepaalt hoelang de circulatiepomp voorwarmtapwater stationair zal draaien tussen activeringen.

Voorzichtig!Warmtapwatercirculatie wordt geactiveerd inmenu 7.4 "Te selecteren In-/uitgangen".


Menu 3 - Info

OVERZICHT3.1 - Bedrijfsinfo1

3.2 - Temperatuurlog3.3 - Energieloglijst3.4 - Alarmlog3.5 - Productinfo, samenvatting3.6 - Licenties

1 Dit menu wordt ook weergegeven in het beperkte menusysteem van de secundaire warmtepomp.

MENU 3.1 - BEDRIJFSINFOInformatie over de huidige bedrijfsstatus van de warm-tepomp (bijv. huidige temperaturen) kan hier wordenverkregen. In multi-installaties met meerdere onderlingverbonden warmtepompen wordt informatie hieroverook getoond in dit menu. Er kunnen geen wijzigingenworden doorgevoerd.

Aan één kant wordt een QR-code weergegeven. DezeQR-code geeft het serienummer, de productnaam en,in beperkte mate, de bedrijfsgegevens aan.

MENU 3.2 - TEMPERATUURLOGHier ziet u de gemiddelde binnentemperatuur per weekgedurende het afgelopen jaar.

De gemiddelde buitentemperatuur wordt alleen weerge-geven als de ruimtetemperatuursensor/ruimte-eenheidis geïnstalleerd.

Bij installaties met ventilatieaccessoires wordt ook deafvoerluchttemperatuur weergegeven.

MENU 3.3 - ENERGIELOGLIJST

Aantal maandenInstelbereik: 1 – 24 maanden

Aantal jarenInstelbereik: 1 – 5 jaar

Hier kunt u een schema zien dat aangeeft hoeveelenergie de S1255PC levert en verbruikt. U kunt kiezenwelke delen van de installatie worden opgenomen in deloglijst. Het is ook mogelijk om het display van binnen-en/of buitentemperatuur te activeren.

Aantal maanden: Selecteer het aantal maanden dat uhier in het schema wilt tonen.

Aantal jaren: Selecteer het aantal jaren dat u hier in hetschema wilt tonen.

MENU 3.4 - ALARMLOGOm problemen eenvoudiger te kunnen oplossen, wordtde bedrijfsstatus van de installatie bij een alarm hieropgeslagen. U vindt hier informatie over de 10 meestrecente alarmmeldingen.

Om de bedrijfsstatus in het geval van een alarm te vin-den, selecteert u het relevante alarm in de lijst.

MENU 3.5 - PRODUCTINFO, SAMENVATTINGHier kunt u algemene informatie over uw systeem bekij-ken, zoals softwareversies.

MENU 3.6 - LICENTIESU kunt hier licenties voor open source code bekijken.


Menu 4 - Mijn systeem

OVERZICHT4.1 - Bedrijfsstand

4.2.2 - PV-stroom14.2 - Plusfuncties4.2.3 - SG Ready4.2.5 - Smart Price Adaption™

4.4 - Weerregeling4.5 - Weg-modus4.6 - Smart Energy Source

4.7.1 - Elektriciteitsprijs4.7 - Energieprijs4.7.2 - Vaste elektriciteitsprijs4.7.3 - Shuntgeregelde bijverwarming4.7.4 - Stapgeregelde bijverwarming4.7.6 - Externe bijverwarming

4.8 - Tijd en datum4.9 - Taal4.10 - Land

4.11.1 - Installateurgegevens4.11 - Gereedschappen4.11.2 - Audio

4.30.4 - Fabrieksinstelling gebruiker4.30 - Geavanceerd

1 Raadpleeg de installatiehandleiding van het accessoire.

MENU 4.1 - BEDRIJFSSTAND

BedrijfsstatusAlternatief: auto, handmatig, add. heat only

HandmatigAlternatief: Bijverwarming, verwarming, Koeling

Alleen bijverwarmingAlternatief: Verwarming

De bedrijfsstand voor de S1255PC staat normaal gespro-ken op "Auto". U kunt ook uitsluitend bijverwarming ge-bruiken. Selecteer "Handmatig" om te kiezen welkefuncties zijn toegestaan.

Indien "Handmatig" of "Alleen bijverwarming" is geselec-teerd, worden de te kiezen opties verder naar benedenweergegeven. Vink de functies aan die u wilt toestaan.

Bedrijfsstand autoIn deze bedrijfsstand selecteert de S1255PC automa-tisch welke functies zijn toegestaan.

Bedrijfsstand handmatigIn deze bedrijfsstand kunt u kiezen welke functies zijntoegestaan. U kunt "Compressor" niet uitvinken in dehandmatige stand.

Bedrijfsstand add. heat onlyIn deze bedrijfsmodus is de compressor niet actief. Erwordt alleen gebruikgemaakt van bijverwarming.

LET OP!Als u modus "add. heat only" kiest, wordt deselectie van de compressor ongedaan gemaakten zijn de energiekosten hoger.

Handmatig"Compressor" is het apparaat dat verwarming en warm-tapwater voor de woning produceert. U kunt "Compres-sor" niet uitvinken in de handmatige stand.

"Bijverwarming" is het apparaat dat de compressor helptde woning en/of het warmtapwater te verwarmen,wanneer deze de gehele vraag niet alleen kan leveren.

"Verwarming" betekent dat uw woning wordt verwarmd.U kunt selectie van de functie ongedaan maken indienu niet wilt dat de verwarming aan is.

"Koeling" betekent dat u bij warm weer koeling in dewoning krijgt. U kunt deze functie uitvinken als u nietwilt dat de koeling in bedrijf is.

"Koeling" betekent dat u bij warm weer koeling in dewoning krijgt. U kunt deze functie uitvinken als u nietwilt dat de koeling in bedrijf is.


LET OP!Als u de selectie van "addition" deactiveert, kaner onvoldoende warm water en/of verwarmingnaar de woning gaan.

MENU 4.2 - PLUSFUNCTIESIn de submenu's kunnen instellingen worden verrichtvoor eventuele extra functies die zijn geïnstalleerd in deS1255PC.

MENU 4.2.3 - SG READYU stelt hier in welk deel van uw klimaatsysteem (bijv.kamertemperatuur) wordt beïnvloed bij activering van"SG Ready". Deze functie kan alleen worden gebruikt inelektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard onder-steunen.

Invloed kamertemperatuurMet de lageprijsstand op "SG Ready" wordt de parallelleverschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met"+1". Als er een ruimtevoeler is geïnstalleerd en geacti-veerd, wordt de gewenste kamertemperatuur echterverhoogd met 1 °C.

Met de overcapaciteitstand op "SG Ready" wordt deparallelle verschuiving van de binnentemperatuur ver-hoogd met "+2". Als er een ruimtevoeler is geïnstalleerden geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuurechter verhoogd met 2 °C.

Invloed warmtapwaterBij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de stoptem-peratuur voor het warmtapwater zo hoog mogelijk inge-steld terwijl uitsluitend de compressor in bedrijf is(elektrisch verwarmingselement niet toegestaan).

In het geval van de overcapaciteitstand op "SG Ready"moet het warmtapwater op de vraagmodus "Groot”worden gezet (elektrisch verwarmingselement toege-staan).

Invloed koelenBij de lageprijsstand van "SG Ready"en koeling zijn ergeen gevolgen voor de binnentemperatuur.

Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" en bij koelenwordt de parallelle verschuiving van de binnentempera-tuur verlaagd met "-1". Als er een ruimtesensor is geïn-stalleerd en geactiveerd, wordt daarentegen de gewens-te ruimtetemperatuur verlaagd met 1 °C.

Voorzichtig!De functie moet worden aangesloten op tweeAUX-ingangen en worden geactiveerd in menu7.4 "Te selecteren in-/uitgangen".

MENU 4.2.5 - SMART PRICE ADAPTION™

BereikHier selecteert u waar (welke zone) S1255PC wordtgeïnstalleerd.

Neem contact op met uw energieleverancier om uitte vinden welk zonecijfer u moet invoeren.

Invloed kamertemperatuurInstelbereik: 1 - 10

Invloed warmtapwaterInstelbereik: 1 - 4

Invloed koelenAlternatief: aan/uit

Mate van invloed

Instelbereik: 1 - 10

Deze functie kan alleen worden gebruikt als uw elektri-citeitsleverancier Smart Price Adaption ondersteunt, alsu een uurtarievenovereenkomst en een actief myU-plink-account hebt.

Smart price adaption™ verschuift het verbruik van dewarmtepomp gedurende 24 uur naar perioden met hetgoedkoopste elektriciteitstarief, zodat besparingen mo-gelijk zijn bij elektriciteitscontracten op uurbasis. Defunctie is gebaseerd op uurtarieven voor de komende24 uur die worden binnengehaald via myUplink endaarom zijn een internetaansluiting en een account voormyUplink vereist.

U kunt kiezen welke delen van de installatie beïnvloedmoeten worden door de elektriciteitsprijs en in welkemate. Hoe hoger de door u gekozen waarde, des tegroter het effect van de elektriciteitsprijs.

Voorzichtig!Een waarde die hoog is ingesteld, kan leidentot hogere besparingen, maar kan ook gevolgenhebben voor het comfort.

MENU 4.4 - WEERREGELING

Weerreg. activerenInstelbereik: aan/uit

FactorInstelbereik: 0 – 10

Hier kunt u kiezen of u de S1255PC zo wilt instellen datdeze zich aanpast aan het binnenklimaat op basis vande weersverwachting.

U kunt de factor voor de buitentemperatuur instellen.Hoe hoger de waarde, hoe groter de invloed van deweersvoorspelling.


LET OP!Dit menu is alleen zichtbaar als de installatie isaangesloten op myUplink.

MENU 4.5 - WEG-MODUSAls de Weg-modus wordt geactiveerd, worden de vol-gende functies beïnvloed:

• de instelling voor verwarming wordt licht verlaagd

• de instelling voor koeling wordt licht verhoogd

• de warmtapwatertemperatuur wordt verlaagd als devraagmodus "Groot” of "Gemiddeld” is geselecteerd

• De AUX-functie "Weg-modus” is geactiveerd.

Als u wilt, kunt u kiezen welke van de volgende functiesbeïnvloed moeten worden:

• ventilatie (accessoire vereist)

• warmtapwatercirculatie (accessoire vereist)

MENU 4.6 - SMART ENERGY SOURCE™

Smart Energy Source™Alternatief: aan/uit

RegelmethodeAlternatief: Prijs / CO2

Indien Smart Energy Source™ is geactiveerd, prioriteertde S1255PC de manier waarop/de mate waarin de ver-bonden energiebron wordt gebruikt. Hier kunt u selecte-ren of het systeem de energiebron gebruikt die op datmoment het voordeligst is of die op dat moment hetmeest CO2-neutraal is.

LET OP!Uw keuzes in dit menu zijn van invloed opmenu 4.7 - Energieprijs.

MENU 4.7 - ENERGIEPRIJSHier kunt u de tariefregeling gebruiken voor uw bijver-warming.

Hier kunt u kiezen of het systeem moet controleren opbasis van spotprijs, tariefregeling of vaste prijs. Dit moetbij iedere afzonderlijke energiebron worden ingesteld.Spotprijs kan alleen worden gebruikt als u een uurtarie-venovereenkomst hebt met uw energieleverancier.

Stel de lagetariefperioden in. U kunt twee verschillendeperioden per jaar instellen. In deze perioden kunt u totvier verschillende perioden voor doordeweeks (maandagtot vrijdag) of vier verschillende perioden voor hetweekend (zaterdag en zondag) instellen.

MENU 4.7.1 - ELEKTRICITEITSPRIJSHier kunt u de tariefregeling gebruiken voor de elektri-sche bijverwarming.

Stel de lagetariefperioden in. U kunt twee verschillendeperioden per jaar instellen. In deze perioden kunt u totvier verschillende perioden voor doordeweeks (maandagtot vrijdag) of vier verschillende perioden voor hetweekend (zaterdag en zondag) instellen.

MENU 4.8 - TIJD EN DATUMHier kunt u de tijd, datum, weergavestand en tijdzoneinstellen.

TIPDe tijd en datum worden automatisch ingesteldbij aansluiting op myUplink. Voor de juiste tijdmoet eerst de tijdzone worden ingesteld.

MENU 4.9 - TAALKies hier de taal waarin u de informatie wilt aflezen.

MENU 4.10 - LANDSelecteer hier waar het product geïnstalleerd is. Zo krijgtu toegang tot landspecifieke instellingen in uw product.

Voor de taalinstellingen kan worden afgeweken vandeze selectie.

Voorzichtig!Deze optie vergrendelt na 24 uur, herstartenvan display of updaten van programma.

MENU 4.11 - GEREEDSCHAPPENHier kunt u de gereedschappen voor gebruik vinden.

MENU 4.11.1 - INSTALLATEURGEGEVENSIn dit menu voert u de naam en het telefoonnummervan de installateur in.

Daarna zijn de gegevens zichtbaar op het startscherm,productoverzicht.

MENU 4.11.2 - AUDIO


Hier kiest u of u een geluid wilt horen als u knoppen ophet display indrukt.

MENU 4.30 - GEAVANCEERDMenu Geavanceerd is bedoeld voor gevorderde gebrui-kers.


MENU 4.30.4 - FABRIEKSINSTELLINGGEBRUIKERAlle instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker(inclusief geavanceerde menu's) kunnen hier wordengereset naar de standaardwaarden.

LET OP!Na fabrieksinstelling moeten persoonlijke instel-lingen, zoals stooklijnen, opnieuw worden inge-steld.


Menu 5 - Aansluiting

OVERZICHT5.1 - myUplink

5.2.1 - Wifi5.2 - Netwerkinstellingen5.2.2 - Ethernet

5.3 - Smart Home1

1 Accessoire vereist.

MENU 5.1 - MYUPLINKHier kunt u de aansluiting van de installatie op myUplink(myuplink.com) beheren en het aantal via het internetop de installatie aangesloten gebruikers bekijken.

Een aangesloten gebruiker beschikt over een gebruikers-account in myUplink, met toestemming om uw installatiete beheren/bewaken.

Nieuwe verbindingslijn vragenOm een gebruikersaccount op myUplink op uw installatieaan te sluiten, moet u een unieke verbindingscode aan-vragen.

1. Selecteer "Nieuwe verbindingslijn vragen"

2. De installatie communiceert nu met myUplink omeen verbindingscode aan te maken.

3. Als er een verbindingslijn is gerealiseerd, wordt ditgetoond in dit menu. Deze is 60 minuten geldig.

De verbinding met alle gebruikers verbrekenOm de gebruikers los te koppelen die via myUplink opde installatie zijn aangesloten, selecteert u "De verbin-ding met alle gebruikers verbreken".

Voorzichtig!Na het loskoppelen van alle gebruikers kangeen van hen uw installatie nog bekijken ofbeheren via myUplink zonder eerst een nieuweverbindingslijn aan te vragen.

MENU 5.2 - NETWERKINSTELLINGENHier kunt u kiezen of uw systeem via wifi verbindingmaakt met internet (menu 5.2.1) of via een netwerkkabel(ethernet) (menu 5.2.2). U kunt vanuit elk menu-instellin-gen voor TCP/IP invoeren.

TCP/IP-instellingenHier kunt u de TCP/IP-instellingen voor uw installatieinstellen.

Automatische instelling (DHCP)

Activeer "Automatisch". De installatie ontvangt deTCP/IP-instellingen nu met behulp van DHCP.

Handmatige instelling

Selecteer "IP-adres" en voer via het toetsenbord hetjuiste adres in.

Herhaal de procedure voor "Netwerkmasker", "Gateway"en "DNS".

LET OP!De installatie kan niet met het internet verbin-den zonder correcte TCP/IP-instellingen. Als uniet zeker weet welke instellingen voor u vantoepassing zijn, kunt u de automatische standkiezen of contact opnemen met uw netwerk-beheerder (of vergelijkbaar) voor meer informa-tie.

TIPAlle instellingen ingevoerd sinds het openenvan het menu kunnen worden gereset door"Reset" te selecteren.

MENU 5.3 - SMART HOME (ACCESSOIREVEREIST)Indien u een Smart Home-systeem hebt dat met myU-plink kan communiceren, activeert u deze functies in ditmenu.

LET OP!De Smart Home functie vereist myUplink omte werken.


www.myuplink.com

Menu 6 - Programmering

OVERZICHT6.1 - Vakantie6.2 - Programmering

MENU 6.1 - VAKANTIEIn dit menu programmeert u langere wijzigingen in ver-warming en warmtapwatertemperatuur.

U kunt ook instellingen voor bepaalde geïnstalleerdeaccessoires programmeren.

Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd,is de gewenste kamertemperatuur (°C) voor de opgege-ven periode ingesteld.

Indien er geen ruimtesensor is geactiveerd, wordt degewenste verschuiving van de stooklijn ingesteld. Eénstap is gewoonlijk voldoende om de kamertemperatuurmet één graad te veranderen, maar in sommige gevallenkunnen meerdere stappen nodig zijn.

TIPBeëindig de vakantie-instelling ongeveer eendag voordat u terugkomt, zodat de temperatuurvan de kamer en het warmtapwater weer totde gebruikelijke niveaus kunnen komen.

LET OP!Vakantie-instellingen eindigen op de gekozendatum. Als u de vakantie-instelling wilt herhalenals de einddatum is verstreken, gaat u naar hetmenu om de datum te veranderen.

MENU 6.2 - PROGRAMMERINGIn dit menu programmeert u herhaalde wijzigingen inverwarming en warmtapwater.

U kunt ook instellingen voor bepaalde geïnstalleerdeaccessoires programmeren.

Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd,is de gewenste kamertemperatuur (°C) voor de opgege-ven periode ingesteld.

Indien er geen ruimtesensor is geactiveerd, wordt degewenste verschuiving van de stooklijn ingesteld. Eénstap is gewoonlijk voldoende om de kamertemperatuurmet één graad te veranderen, maar in sommige gevallenkunnen meerdere stappen nodig zijn.

LET OP!Er wordt een schema herhaald volgens de ge-selecteerde instelling (bijv. elke maandag) tot-dat u het menu opent en het uitschakelt.


Menu 7 - Service

OVERZICHT7.1.1.1 - Temperatuurinstelling7.1.1 - Warmtapwater7.1 - Bedrijfsinstellingen1

7.1.1.2 - Bedrijfsinstellingen

7.1.2.1 - Bedrijfsstand, pomp voor hetCV-systeem17.1.2 - Circulatiepompen7.1.2.2 - Pompsnelheid verwarmingsmid-del1

7.1.2.6 - Bedrijfsmodus bronpomp1

7.1.2.7 - Snelheid bronpomp1

7.1.2.8 - Alarminstellingen bronvloeistof

7.1.3.1 - Blokfreq.7.1.3 - Compressor

7.1.4.1 - Ventilatorsnelheid, afvoerlucht27.1.4 - Ventilatie 2

7.1.4.2 - Ventilatorsnelheid, aanvoer-lucht2

7.1.4.3 - Ventilatieafstelling 2

7.1.5.1 - Interne elektrische bijverwar-ming7.1.5 - Bijverwarming7.1.5.2 - Max. geïnstalleerd elektrischvermogen/BBR

7.1.6.1 - Max. versch. aanvoertempera-tuur7.1.6 - Verwarming7.1.6.2 - Doorstromingsinstelling, kli-maatsysteem7.1.6.3 - Vermogen bij DOT

7.1.7 - Koeling

7.1.8.1 - Alarmhandelingen7.1.8 - Alarm7.1.8.2 - Noodstand

7.1.9 - Vermogensregeling

7.1.10.1 - Bedrijfsprioriteit7.1.10 - Systeeminstellingen7.1.10.2 - Instelling auto-modus7.1.10.3 - Instelling graadminuten

7.2.1 - Accessoires toevoegen/verwijde-ren7.2 - Instellingen accessoires2

7.2.19 - Externe energiemeter

7.3.1 - Configureren7.3 - Multi-installatie7.3.2 - Geïnstalleerde warmtepomp7.3.3 - Naam warmtepomp7.3.4 - Koppeling

7.4 - Te selecteren In-/uitgangen

7.5.1.1 - Testmodus7.5.1 - Warmtepomp, test7.5 - Gereedschappen7.5.2 - Functie vloerdrogen7.5.3 - Geforceerde regeling7.5.6 - Vervanging omvormer7.5.8 - Schermvergrendeling7.5.9 - Modbus TCP/IP

7.6 - Fabrieksinstelling service7.7 - Startgids7.8 - Snelstart

7.9.1 - Log wijzigen7.9 - Loglijsten


7.9.2 - Uitgebreid alarmlog7.9.3 - Black box

1 Dit menu wordt ook weergegeven in het beperkte menusysteem van de secundaire warmtepomp.2 Raadpleeg de installatiehandleiding van het accessoire.

MENU 7.1 - BEDRIJFSINSTELLINGENVoer hier de bedrijfsinstellingen voor het systeem in.

MENU 7.1.1 - WARMTAPWATERDit menu bevat geavanceerde instellingen voor defunctie warmtapwater.

MENU 7.1.1.1 - TEMPERATUURINSTELLING

StarttemperatuurVraagmodus, klein/gemiddeld/groot


StoptemperatuurVraagmodus, klein/gemiddeld/groot


Stoptemperatuur periodieke verhogingInstelbereik: 55 – 70 °C

Handmatig vermogenInstelbereik: aan/uit

Hier stelt u naast de starten stoptemperatuur van hetwarmtapwater voor de verschillende vraagopties inmenu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke ver-hoging in (menu 2.4).

Met "Handmatig vermogen" geactiveerd kunt u hetlaadvermogen instellen aan de hand van de aangeslotenboiler.

MENU 7.1.1.2 - BEDRIJFSINSTELLINGEN

Stap versch. compressorInstelbereik: 0,5 – 4,0 °C

Als er meerdere compressoren beschikbaar zijn, stelt uhet verschil tussen in- en uitschakeling in bij warmtap-waterproductie.

MENU 7.1.2 - CIRCULATIEPOMPENDit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instel-lingen voor de circulatiepomp kunt invoeren.

MENU 7.1.2.1 - BEDRIJFSSTAND POMPVOOR HET CV-SYSTEEM GP1

BedrijfsstatusAlternatief: Auto, intermitterend

Auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige be-drijfsmodus van de S1255PC.

Intermitterend: De circulatiepomp van het CV-systeemstart ca. 20 seconden voor de compressor en stopt 20seconden na de compressor.

MENU 7.1.2.2 - POMPSNELHEIDCV-SYSTEEM GP1Voer hier instellingen voor de snelheid van de circulatie-pomp van het afgiftesysteem in de huidige bedrijfsstandin, bijvoorbeeld de stand verwarming of de standwarmtapwater. De aangesloten accessoires bepalenwelke bedrijfsstanden er kunnen worden gewijzigd.

Verwarming, autoAlternatief: aan/uit

Minimaal toegestane snelheidInstelbereik: 1 - 50%

Snelheid in stand-bymodusInstelbereik: 1 - 100%

Hoogste toegestane snelheidInstelbereik: 50 - 100%

Verwarming, auto: Hier stelt u in of de pomp voor hetCV-systeem automatisch of handmatig moet wordengeregeld.

Minimaal toegestane snelheid: Hier kunt u de pompsnel-heid begrenzen, zodat de circulatiepomp van het afgifte-systeem in auto-modus niet op een lagere snelheid kanwerken dan de ingestelde waarde.

Verwarming, handmatig: Als u hebt gekozen om de cir-culatiepomp voor het CV-systeem handmatig te sturen,stelt u hier de gewenste pompsnelheid in.

Snelheid in stand-bymodus: De snelheid die de circula-tiepomp CV-systeem in de stand-bymodus moet hebben,wordt hier ingesteld. De stand-bymodus treedt opwanneer verwarming of koeling is toegestaan en er te-gelijkertijd geen behoefte is aan compressorbedrijf ofelektrische bijverwarming.

Maximaal toegestane snelheid: Hier kunt u de pompsnel-heid beperken, zodat de circulatiepomp CV-systeem nietbij een hogere snelheid dan de ingestelde waarde magwerken.

MENU 7.1.2.6 - BEDRIJFSSTAND BRONPOMP

BedrijfsstatusAlternatief: Intermitterend, Continu, 10 dagen continu


Intermitterend: De bronpomp start ca. 20 seconden vóórof na de compressor. Voor een grondwatersysteem starten stopt de bronpomp respectievelijk 2 minuten vóóren na de compressor.

Continu: Continu bedrijf.

10 dagen onafgebroken: Continu bedrijf gedurende 10dagen. De pomp schakelt dan over op intermitterendbedrijf.

TIPU kunt gebruik maken van “10 dagen onafge-broken" bij opstarten voor continue circulatietijdens een opstarttijd, om zo het ontluchtenvan het systeem te vergemakkelijken.

MENU 7.1.2.7 - POMPSNELHEID BRONVerricht hier de instellingen voor de snelheid van debronpomp.

BedrijfsstatusInstelbereik: Vaste delta, Auto, handmatig

Delta-TInstelbereik: 2 - 10 °C

HandmatigInstelbereik: 1 - 100 %

Bedrijfsstand: Hier stelt u in of de bronpomp automa-tisch, handmatig of met vaste delta moet worden gere-geld.

Vaste delta: Hier stelt u in of de bronpomp zal wordengeregeld met vaste delta, bijvoorbeeld bij grondwater-systemen.

Handmatig: Als u hebt gekozen voor het handmatig re-gelen van de bronpomp, stelt u de gewenste pompsnel-heid hier in.

Snelheid in passieve koeling: Hier stelt u de snelheid inwaarmee de bronpomp tijdens passieve koeling moetwerken.

Delta-T koeling Hier kunt u instellen of de bronpomp tij-dens het koelen met een vaste delta moet worden ge-regeld.

MENU 7.1.2.8 - ALARMINSTELLINGENBRONVLOEISTOF

Automatische resetInstelbereik: aan/uit

Minimumtemperatuur bronvloeistof uitInstelbereik: -12 – 15°C

Maximumtemperatuur bronvloeistof inInstelbereik: 10 – 30 °C

Automatische resetKies "automatische reset" als u wilt dat de S1255PCautomatisch start na een bronalarm.

Minimumtemperatuur bronvloeistof uitStel de temperatuur in waarbij de warmtepomp hetalarm voor lage temperatuur bij uitgaande bronvloeistofactiveert.

Indien "Automatische reset" is geselecteerd, wordt hetalarm gereset wanneer de temperatuur is gestegen tot1 °C boven de instelwaarde.

Maximumtemperatuur bronvloeistof inStel de temperatuur in waarbij de warmtepomp hetalarm voor hoge temperatuur bij binnenkomende bron-vloeistof activeert.

Selecteer "Alarm geactiveerd" om het alarm te activeren.

MENU 7.1.3 - COMPRESSORDit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instel-lingen voor de compressor kunt invoeren.

MENU 7.1.3.1 BLOKFREQ.

Blokfreq. 1 en 2Instelbereik start: 20 – 115 Hz

Instelbereik stop: 22 – 120 Hz

Max. instelbereik: 50 Hz.

Hier kunt u een frequentiebereik instellen waarbij decompressor wordt geblokkeerd. De limieten voor hetinstelbereik kunnen verschillen, afhankelijk van het mo-del warmtepomp.

Voorzichtig!Door een groot geblokkeerd frequentiebereikkan de compressor gaan schokken.

MENU 7.1.5 - BIJVERWARMINGDit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instel-lingen voor de bijverwarming kunt invoeren.

MENU 7.1.5.1 - INTERNE ELEKTRISCHEBIJVERWARMING

Max. aangesloten elektrisch vermogen3x400V, S1255PC-12 / -16Instelbereik: 7 / 9 kW

Max. ingesteld elektrisch vermogenInstelbereik S1255PC-6 1x230 V: 0 - 4,5 kW

Instelbereik S1255PC-6 3x230 V: 0 - 4,5 kW

Instelbereik S1255PC-6 3x400 V: 0 - 6,5 kW

Instelbereik S1255PC-12 & -16 3x400 V: 0 - 9 kW


Hier stelt u het max. elektrische vermogen voor de inter-ne elektrische bijverwarming in de S1255PC in, tijdensnormaal bedrijf en in de overcapaciteitstand (SG Ready).

MENU 7.1.5.2 - MAX. GEÏNSTALLEERDELEKTRISCH VERMOGEN (BBR)

Max. geïnstalleerd vermogenInstelbereik: 0,000 – 30,000 kW

Gebruik deze instelling niet als bovenstaande bouwvoor-schriften niet van toepassing zijn.

Om aan bepaalde bouwvoorschriften te voldoen, kande maximale vermogensafgifte van het apparaat wordenvergrendeld. In dit menu kunt u, indien nodig, de waardeinstellen die overeenkomt met de maximale netaanslui-ting van de warmtepomp voor verwarming, warmtapwa-ter en koeling. Let op of er ook externe elektrischecomponenten zijn waarbij dit moet gebeuren. Nadat dewaarde vergrendeld is, gaat er een bedenkingsperiodein van één week. Na deze periode moeten onderdelenvan de machine worden vervangen om een hoger ver-mogen te krijgen.

MENU 7.1.6 - VERWARMINGDit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instel-lingen voor de verwarming kunt invoeren.

MENU 7.1.6.1 - MAX. VERSCHILAANVOERTEMPERATUUR

Max. verschil compressorInstelbereik: 1 – 25 °C

Max. verschil bijverwarmingInstelbereik: 1 – 24 °C

BT12 verschuivingInstelbereik: -5 – 5°C

Hier stelt u het maximaal toegestane verschil in tussende berekende en de actuele aanvoertemperatuur in hetgeval van respectievelijk de compressorof de bijverwar-mingsmodus. Het max. verschil bijverwarming kan nooithoger zijn dan het max. verschil compressor

Max. verschil, compressor: Indien de actuele aanvoer-temperatuur de berekende aanvoer met de ingesteldewaarde overstijgt, wordt de waarde in graadminuteningesteld op +1. De compressor in de warmtepompstopt als er alleen warmtevraag is voor cv.

Max. verschil bijverwarming: Indien “Bijverwarming”wordt geselecteerd en geactiveerd in menu 4.1 en deactuele aanvoertemperatuur de berekende temperatuurmet de ingestelde waarde overstijgt, wordt de bijverwar-ming stopgezet.

BT12 verschuiving: Indien er een verschil is tussen detemperatuursensor, aanvoer van het cv-water (BT25) ende temperatuursensor, condensoraanvoer (BT12), kuntu hier een vaste verschuiving instellen om het verschilte compenseren.

MENU 7.1.6.2 -DOORSTROMINGSINSTELLING,KLIMAATSYSTEEM

InstellingAlternatief: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw.,Eigen instelling

Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C

Eigen instelling

Instelbereik dT bij DOT 0,0 – 25,0

Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0°C

Hier wordt het type afgiftesysteem ingesteld waar decirculatiepomp verwarmingssysteem naartoe werkt.

dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- enretourtemperaturen bij de ontwerpbuitentemperatuur.

MENU 7.1.6.3 - VERMOGEN BIJ DOT

Alternatief: Handmatig geselecteerd vermogen bijDOT, Vermogen bij DOT

Handmatig geselecteerd vermogen bij DOTInstelbereik: aan/uit

Vermogen bij DOTInstelbereik: 1 – 100 kW

Hier stelt u het vermogen in dat het pand nodig heeftbij DOT (gedimensioneerde buitentemperatuur).

Als u ervoor kiest om niet "Handmatig geselecteerdvermogen bij DOT" te activeren, wordt de instelling au-tomatisch ingevoerd, d.w.z. de S1255PC selecteert hetpassende vermogen bij DOT.


MENU 7.1.7 - KOELING

Verwarmings-/koelingssensorAlternatief: Welke sensoren kunnen worden geselec-teerd is afhankelijk van de installatie.

Instelwaarde, verwarmings-/koelingssensorInstelbereik: 5 – 40 °C

Verwarmen bij ondertemp. kamerInstelbereik: 0,5 – 10,0 °C

Koelen bij overtemp. kamerInstelbereik: 0,5 – 10,0 °C

Tijd tussen koelen en verwarmenInstelbereik: 0 – 48 u

U kunt de S1255PC gebruiken om de woning tijdenswarme perioden te koelen.

LET OP!Als de verwarmings-/koelingssensoren BT74)zijn aangesloten en geactiveerd in menu 7.4,kan er geen andere sensor worden geselec-teerd.

Verwarmings-/koelingssensorEr kan een extra temperatuursensor worden aangeslotenop de S1255PC om te kunnen bepalen wanneer het tijdis om te schakelen tussen verwarming en koeling.

Wanneer er meerdere verwarmings-/koelingssensorenzijn geïnstalleerd, kunt u selecteren welke sensor deaansturing moet bepalen. Als BT74 is geïnstalleerd, be-paalt deze altijd de aansturing en kan er geen instellingworden verricht.

Instelwaarde, verwarmings-/koelingssensorHier kunt u instellen bij welke binnentemperatuurS1255PC moet schakelen tussen respectievelijk verwar-ming en koeling.

Verwarmen bij ondertemp. kamerHier kunt u zien hoever de kamertemperatuur onder degewenste temperatuur kan dalen voordat de S1255PCoverschakelt naar verwarmen.

Koelen bij overtemp. kamerHier kunt u zien hoever de kamertemperatuur boven degewenste temperatuur kan stijgen voordat de S1255PCoverschakelt naar koelen.

Tijd tussen verwarmen en koelenHier kunt u instellen hoe lang de S1255PC moet wach-ten tot deze terugkeert naar verwarmen als er geenbehoefte meer is aan koelen of omgekeerd.

MENU 7.1.8 - ALARMIn dit menu voert u instellingen in voor de veiligheids-maatregelen die de S1255PC zal implementeren in hetgeval van een bedrijfsstoring.

MENU 7.1.8.1 - ALARMHANDELINGEN

Kamertemperatuur verlagenInstelbereik: aan/uit

Stop produceren WWInstelbereik: aan/uit

Audiosignaal in het geval van een alarmInstelbereik: aan/uit

Selecteer hier hoe u wilt dat de S1255PC u waarschuwtdat er een alarm op het display wordt weergegeven.

De verschillende alternatieven zijn dat de S1255PC stoptmet het produceren van warmtapwater en/of de kamer-temperatuur verlaagt.

LET OP!Als er geen alarmhandeling is geselecteerd,kan dit leiden tot een hoger energieverbruik bijeen storing.

MENU 7.1.8.2 - NOODSTAND

Vermogen elektrisch verwarmingselementInstelbereik 1X230V: 4 – 7 kW

Instelbereik 3X400V: 4 – 9 kW

In dit menu voert u instellingen in voor de manier waaropde bijverwarming wordt geregeld in de noodstand.

LET OP!In de noodstand wordt het display uitgescha-keld. Indien u meent dat de geselecteerde in-stellingen niet toereikend zijn, kunt u deze nietwijzigen.

MENU 7.1.9 - VERMOGENSREGELING

ZekeringgrootteInstelbereik: 1 – 400 A

TransformatieverhoudingInstelbereik: 300 – 3 000

Fasevolgorde detecterenInstelbereik: aan/uit


Hier stelt u de zekeringgrootte en transformatieverhou-ding voor het systeem in. De transformatieverhoudingis de factor die wordt gebruikt om de gemeten spanningom te zetten in stroom.

Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor opwelke inkomende fase van het pand is geïnstalleerd (ditverlangt de installatie van de stroomsensoren). Voer decontrole uit door "Fasevolgorde detecteren" te selecte-ren.

MENU 7.1.10 - SYSTEEMINSTELLINGENU voert hier de diverse systeeminstellingen voor uw in-stallatie in.

MENU 7.1.10.1 - BEDRIJFSPRIORITEIT

Instelbereik: 0 – 180 minuten

Kies hier hoe lang de installatie in een bepaalde functiemoet werken wanneer er meerdere functies tegelijkertijdvereist zijn. Indien er slechts één functie is, werkt deinstallatie uitsluitend in die functie.

Indien 0 minuten is geselecteerd, betekent dit dat devraag geen prioriteit heeft en alleen wordt geactiveerdwanneer er geen andere vraag is.

BEDRIJFSPRIORITEIT

Warmtapwater

Verwarming

Zwembad 1

Zwembad 2

Koeling

Min.

Zwembad 1

MENU 7.1.10.2 - INSTELLINGENAUTO-MODUS

Start koelingInstelbereik: 15 – 40 °C

Stop verwarmingInstelbereik: -20 – 40°C

Stop bijverwarmingInstelbereik: -25 – 40°C

FiltertijdInstelbereik: 0 – 48 u

Filtertijd koelingInstelbereik: 0 – 48 u

Stop verwarming, Stop bijverwarming: In dit menu steltu de temperaturen in die het systeem moet gebruikenvoor regeling in auto-modus.

LET OP!Voor systemen waar de verwarming en koelingdezelfde leidingen delen, kan "Stop verwar-ming" niet hoger worden ingesteld dan "Startkoeling” als er geen koelings-/verwarmingssen-sor is.

MENU 7.1.10.3 - INSTELLINGGRAADMINUTEN

Koeling autoInsteloptie: aan/uit

Graadminuten zijn een meting van de huidige warmte-vraag in de woning en bepalen wanneer de compressorof de bijverwarming wordt gestart/gestopt.

MENU 7.2 - INSTELLINGEN ACCESSOIRESDe bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerden geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor be-doelde submenu's.

MENU 7.2.1 - ALTERNATIEVE ACCESSOIRESHier meldt u de S1255PC welke accessoires er geïnstal-leerd zijn.

Om de aangesloten accessoires automatisch te identifi-ceren, selecteert u "Zoeken naar accessoires". Het isook mogelijk om handmatig accessoires uit de lijst tekiezen.

MENU 7.2.19 - EXTERNE ENERGIEMETERHier voert u instellingen in voor de energiemeter.

Gepulseerde energiemeterInstelmodus

Instelbereik: energie per puls / pulsen per kWh

Energie per puls

Instelbereik: 0 – 10000 Wh

Pulsen per kWh

Instelbereik: 1 – 10000

Gepulseerde energiemeterDe energiemeter(s) wordt (worden) gebruikt om pulssig-nalen te sturen telkens wanneer er een bepaalde hoe-veelheid energie is verbruikt.

energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie inwaarmee elke puls correspondeert.

pulsen per kWh: Hier stelt u het aantal pulsen per kWhin dat naar de S1255PC wordt verstuurd.


MENU 7.3 - MULTI-INSTALLATIEIn de submenu's voert u de instellingen voor de warm-tepomp in die is aangesloten op de S1255PC.

MENU 7.3.1 - CONFIGUREREN

Multi-installatieAlternatief: aan/uit

SysteeminstellingenAlternatief: Hoofdeenheid / Warmtepomp 1 – 8

Multi-installatie: Hier specificeert u of de S1255PC deeluitmaakt van een multi-installatie (één installatie metmeerdere aangesloten warmtepompen).

Systeeminstellingen: Hier specificeert u of de S1255PCde hoofdeenheid van de multi-installatie is. In systemenmet slechts één warmtepomp is de S1255PC dehoofdeenheid. Als er een andere hoofdeenheid in deinstallatie is, voert u de ID in die de S1255PC zal krijgen.

Geïnstalleerde warmtepompen zoeken: Hier kunt uaangesloten warmtepompen zoeken, activeren of deac-tiveren.

LET OP!In multi-installaties moet elke warmtepompeen unieke ID hebben. U voert deze in voorelke warmtepomp die op de S1255PC is aan-gesloten.

MENU 7.3.2 - GEÏNSTALLEERDEWARMTEPOMPENHier selecteert u de instellingen die u voor elke warmte-pomp wilt invoeren.

MENU 7.3.3 - NAAM WARMTEPOMPENHier kunt u de warmtepompen die op de S1255PC zijnaangesloten, een naam geven.

MENU 7.3.4 - KOPPELINGHier stelt u in hoe uw systeem hydraulisch is gekoppeld,met betrekking tot de verwarming van het pand eneventuele accessoires.

Dit menu heeft een koppelingsgeheugen, wat betekentdat het regelsysteem onthoudt hoe een specifieke wis-selklep gekoppeld is en automatisch de juiste koppelingkiest bij de volgende keer dat dezelfde wisselklep wordtgebruikt.

WARMTEPOMP 1

Werkruimte

MarkeerframeHoofdeenheid/warmtepomp

Te selecteren onderdelen

Hoofdeenheid/warmtepomp: Hier selecteert voor welkewarmtepomp de aansluitinstelling moet worden verricht(als er één warmtepomp is in het systeem, wordt alleende hoofdeenheid getoond).

Werkruimte voor aansluiting:Hier wordt de systeemaan-sluiting getekend.

Compressor: Selecteer hier of de compressor in dewarmtepomp geblokkeerd (fabrieksinstelling) is, externwordt aangestuurd via een selecteerbare ingang ofstandaard is (bijvoorbeeld aangesloten op warmtapwa-terproductie en verwarming van het gebouw).

Markeerframe: Druk op het markeerframe dat u wilt uwijzigen. Selecteer een van de te selecteren onderdelen.

BeschrijvingSymbool

Geblokkeerd

Compressor (standaard)

Compressor (extern aangestuurd)

Compressor (geblokkeerd)

Shuttleklep

De aanduidingen boven de wisselklep gevenaan waar deze elektrisch is aangesloten(EB100 = Hoofdeenheid, EB101 = Warmte-pomp 1, enz.).Productie warmtapwater.

Voor een mult-installatie: warmtapwatermet de hoofdeenheid en/of gedeeld warm-tapwater van een aantal verschillendewarmtepompen.Warmtapwaterproductie met secundairewarmtepomp in multi-installatie.


BeschrijvingSymbool

Zwembad 1

Zwembad 2

Verwarming (verwarming van het gebouw,inclusief eventueel extra afgiftesysteem)

MENU 7.4 - TE SELECTEREN IN-/UITGANGENHier vermeldt u waar de externe schakelaarfunctie isaangesloten, of op een van AUX-ingangen op klemmen-strook X28 of op de AUX-uitgang op klemmenstrookX27.

MENU 7.5 - GEREEDSCHAPPENHier vindt u functies voor onderhouds- en servicewerk-zaamheden.

MENU 7.5.1 - WARMTEPOMP, TEST

Voorzichtig!Dit menu en de bijbehorende submenu's zijnbedoeld om de warmtepomp te testen.

Gebruik van dit menu voor andere doeleindenkan ertoe leiden dat uw installatie niet correctfunctioneert.

MENU 7.5.2 - FUNCTIE VLOERDROGEN

Lengteperiode 1 – 7Instelbereik: 0 – 30 dagen

Temperatuurperiode 1 – 7Instelbereik: 15 – 70 °C

Stel hier de functie drogen ondervloer in.

U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als erminder dan zeven perioden worden gebruikt, moetende resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-gen.

Als de functie vloerdrogen is geactiveerd, wordt er eenteller weergegeven die het aantal volledige dagen laatzien waarop de functie actief is geweest. De functie teltnet als bij normaal verwarmen graadminuten, maar dande voor de resp. periode ingestelde aanvoertemperatu-ren.

Voorzichtig!Tijdens het actief drogen van de vloer draait decirculatiepomp van het CV-systeem op 100 %,ongeacht de instelling in menu 7.1.2.2.

TIPAls de bedrijfsstand "Alleen bijverwarming"moet worden gebruikt, selecteer deze dan inmenu 4.1.

Voor een gelijkmatiger aanvoertemperatuurkan de bijverwarming eerder worden gestartdoor "relatieve GRD MIN start bijverwarming"in de menu's 7.1.10.3 in te stellen op -80. Alshet instellen van de droogperioden van de on-dervloer is voltooid, worden de menu's 4.1 en7.1.10.3 gereset naar de eerdere instellingen.

MENU 7.5.3 - GEFORCEERDE REGELINGHier kunt u de verschillende componenten in de instal-latie geforceerd sturen. De belangrijkste veiligheidsfunc-ties blijven echter actief.

Voorzichtig!Geforceerde regeling is alleen bedoeld bij hetonderzoeken van problemen. Elk ander gebruikvan de functie kan schade veroorzaken aan deonderdelen van uw klimaatsysteem.

MENU 7.5.6 - VERVANGING OMVORMERDit menu omvat een handleiding die vervanging van deomvormer vereenvoudigt.

Het menu is uitsluitend zichtbaar wanneer de communi-catie met de omvormer verloren is gegaan.

MENU 7.5.8 - SCHERMVERGRENDELINGHier kunt u kiezen om de schermvergrendeling voor deS1255PC te activeren. Zolang deze is geactiveerd, wordtu gevraagd om de vereiste code (vier cijfers) in te voe-ren. Deze code wordt ook gebruikt om de schermver-grendeling te deactiveren en bij het wijzigen van de co-de.

MENU 7.5.9 - MODBUS TCP/IP


Hier activeert u Modbus.

MENU 7.6 - FABRIEKSINSTELLING SERVICEAlle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusiefinstellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naarstandaardwaarden.

Ook kunnen hier nieuwe parameters worden vastgesteldvoor de inverter.


Voorzichtig!Bij resetten wordt bij de volgende start van deS1255PC de startgids weergegeven.

MENU 7.7 - STARTGIDSWanneer de S1255PC voor de eerste keer wordt gestart,wordt de startgids automatisch geactiveerd. Vanuit ditmenu kunt u hem handmatig starten.

MENU 7.8 - SNELSTARTU kunt hier de compressor snelstarten.

LET OP!Voor een snelstart moet er sprake zijn van éénvan de volgende verzoeken aan de compressor:

• verwarmen

• warmtapwater

• koelen

• zwembad (accessoire vereist)

LET OP!Door teveel snelstarts in te korte tijd kan decompressor en zijn hulpapparatuur beschadigdraken.

MENU 7.9 - LOGSOnder dit menu vindt u logs die informatie verzamelenover alarmen en aangebrachte wijzigingen. Het menuis bedoeld voor gebruik bij het oplossen van problemen.

MENU 7.9.1 - LOG WIJZIGENHier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem af-lezen.

Voorzichtig!Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bijherstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-stelling.

MENU 7.9.2 - UITGEBREID ALARMLOGDit logboek is bedoeld voor gebruik bij het oplossen vanproblemen.

MENU 7.9.3 - BLACK BOXVia dit menu is het mogelijk om alle logboeken (Log metwijzigingen, Uitgebreid alarmlog) te exporteren naarUSB. Sluit een USB-geheugen aan en selecteer het log/ de logs die u wilt exporteren.


ServicehandelingenVoorzichtig!Service mag uitsluitend door ter zake kundigpersoneel worden verricht.

Gebruik bij het vervangen van onderdelen vande S1255PC uitsluitend vervangende onderde-len van NIBE.

NOODSTAND

Voorzichtig!Start het systeem niet voordat u het gevuldhebt met water. Componenten in het systeemkunnen anders beschadigd raken.

De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en insamenhang met service.


Wanneer de noodstand actief is, wordt het statuslampjegeel.



Als de S1255PC in de noodstand staat, wordt het displayuitgeschakeld en zijn de meeste basisfuncties actief:

• Het elektrische verwarmingselement werkt om deberekende aanvoertemperatuur in stand te houden.Indien er geen buitensensor (BT1) is, werkt het elek-trische verwarmingselement om de maximale aanvoer-temperatuur in stand te houden, die is ingesteld inmenu 1.30.6.

• De compressor en de bronpomp zijn buiten werkingen alleen de circulatiepomp van het CV-systeem ende elektrische bijverwarming zijn geactiveerd. Hetelektrische verwarmingselement is getrapt volgensde instelling in menu 7.1.8.2 - Noodstand.

GP2

QM2 QM1

GP1

UN

QM34

QM31

QM32

QM33

SF1

XL7

XL2

61Hoofdstuk 10 | ServiceNIBE S1255PC

10 Service

DE BOILER AFTAPPENDe boiler kan worden afgetapt met behulp van het he-velprincipe. Dit kan worden gedaan door een aftapafslui-ter op de binnenkomende koudwaterleiding te monterenof door een slang in de koudwateraansluiting te stoppen.

AFTAPPEN VAN HET AFGIFTESYSTEEMU kunt het beste eerst het systeem aftappen als u on-derhoud aan het klimaatsysteem wilt verrichten. Dit kuntu op verschillende manieren doen, afhankelijk van water moet gebeuren:

Voorzichtig!Er kan wat warmtapwater uitkomen bij het af-tappen van het verwarmingssysteem/afgifte-systeem. Gevaar voor brandwonden.

Het verwarmingssysteem in decompressormodule aftappenIndien de circulatiepomp van het verwarmingssysteembijvoorbeeld moet worden vervangen of de compressor-module onderhoud vereist, tapt u het verwarmingssys-teem als volgt af:

1. Sluit de afsluiters naar verwarmingssysteem (QM31)en (QM32).

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM1)en de klep te openen. Er zal een beetje vloeistof uitstromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter (QM32), die de warmte-pomp met de koelmodule verbindt, iets open tedraaien.

Wanneer het verwarmingssysteem leeg is, kan de ver-eiste service worden uitgevoerd en/of kunnen er even-tueel componenten worden vervangen.

Het verwarmingssysteem in de warmtepompaftappenIndien de S1255PC service nodig heeft, tapt u het ver-warmingssysteem als volgt af:

1. Sluit de afsluiters buiten de warmtepomp voor hetverwarmingssysteem (retour- en aanvoerleiding).


3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter, die de warmtepomp metde koelmodule (XL2) verbindt, iets open te draaien.

Wanneer het hele verwarmingssysteem is afgetapt,kunnen de benodigde servicewerkzaamheden wordenuitgevoerd.

Aftappen van het gehele afgiftesysteemIndien het gehele afgiftesysteem moet worden afgetapt,kunt u dit als volgt doen:


2. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deontluchtingsschroef op de hoogste verdeler in dewoning los te schroeven.

Als het afgiftesysteem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.

HET BRONSYSTEEM LEGENU kunt het beste eerst het bronsysteem aftappen voor-dat u service verricht. Dit kunt u op verschillende manie-ren doen, afhankelijk van er moet gebeuren:

Het bronsysteem aftappen in decompressormoduleIndien bijvoorbeeld de circulatiepomp van het bronsys-teem moet worden vervangen of de compressormoduleonderhoud vereist, tapt u het bronsysteem af door:

1. Sluit de afsluiters naar bronsysteem (QM33) en(QM34).

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM2)en de andere opening van de slang in een reservoirte plaatsen en de klep te openen. Een kleine hoe-veelheid bronvloeistof zal in het reservoir stromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter (QM33) die de warmte-pomp met de koelmodule verbindt, iets open tedraaien.

Als het bronsysteem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.

Het bronsysteem in de warmtepomp aftappenIndien de warmtepomp service vereist, tapt u het bron-systeem af door:

1. De afsluiter buiten de warmtepomp voor het bron-systeem te sluiten.

2. Een slang aan te sluiten op de aftapafsluiter (QM2)en de andere opening van de slang in een reservoirte plaatsen en de klep te openen. Een kleine hoe-veelheid bronvloeistof zal in het reservoir stromen.

3. Laat lucht in het systeem stromen, zodat de reste-rende vloeistof eruit loopt. U kunt dit doen door deaansluiting bij de afsluiter, die de bronsysteemkantmet de warmtepomp verbindt bij verbinding (XL7),iets open te draaien.

Als het bronsysteem is afgetapt, kunnen de benodigdeservicewerkzaamheden worden uitgevoerd.

NIBE S1255PCHoofdstuk 10 | Service62

STARTHULP VOOR DE CIRCULATIEPOMP1. Schakel de S1255PC uit.

2. Verwijder het voorpaneel

3. Verwijder het paneel voor de compressor module.

4. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) los met eenschroevendraaier. Houd een doek over de kop vande schroevendraaier, aangezien er wat water naarbuiten kan stromen.

5. Schuif een schroevendraaier in de opening en draaide pompmotor rond.

6. Draai de ontluchtingsschroef (QM5) vast.

7. Start de S1255PC en controleer of de circulatiepompwerkt.

Het is vaak eenvoudiger om de circulatiepomp te startenwanneer de S1255PC in bedrijf is. Indien de starthulpvan de circulatiepomp moet worden uitgevoerd met deS1255PC in bedrijf, moet u er rekening mee houden datde schroevendraaier een flinke ruk kan maken als depomp start.

GP1 QM5

De afbeelding is een voorbeeld van hoe een circulatiepomp er uit kanzien.

GEGEVENS TEMPERATUURSENSOR

Spanning (VDC)Weerstand(kOhm)

Temperatuur (°C)

3,256351,0-403,240251,6-353,218182,5-303,189133,8-253,15099,22-203,10574,32-153,04756,20-102,97642,89-52,88933,0202,78925,6152,67320,02102,54115,77152,39912,51202,24510,00252,0838,045301,9166,514351,7525,306401,5874,348451,4263,583501,2782,968551,1362,467601,0072,068650,8911,739700,7851,469750,6911,246800,6071,061850,5330,908900,4690,779950,4140,672100

DE COMPRESSORMODULE VERWIJDERENDe compressormodule kan worden verwijderd voorservice en transport.1

Voorzichtig!Schakel te warmtepomp uit en onderbreek destroom met de veiligheidsschakelaar.

LET OP!Verwijder het voorpaneel volgens de beschrij-ving op pagina 7.

1 De afbeeldingen zijn voorbeelden van hoe een compressormodule eruit kan zien.


1. Sluit de afsluiters (QM31), (QM32), (QM33) en(QM34).

Tap de compressormodule af volgens de instructiesop pagina 62

UN

QM34

QM31

QM32

QM33

2. Trek de vergrendelingen eraf.

3. Ontkoppel de leidingaansluiting onder de afsluiter(QM31).

4. Verwijder de twee schroeven.

5. Ontkoppel de connectoren (XF2), (XF11) en (XF22).

6. Trek de compressor module voorzichtig uit dewarmtepomp.

XF22 XF2 XF11

TIPDe compressor module wordt in omgekeerdevolgorde geïnstalleerd.

Voorzichtig!Bij hermontage moeten de meegeleverde O-ringen de bestaande exemplaren op de afslui-ters (QM32), (QM33) en (QM34) vervangen.


USB-SERVICE-UITGANG

Als u het product aansluit op het netwerk, kunt u desoftware bijwerken zonder de USB-poort te gebruiken.Zie paragraaf "myUplink".

Het display is voorzien van een USB-poort die kan wor-den gebruikt om de software te updaten en geregistreer-de informatie op te slaan in de S1255PC.

Wanneer er een USB-geheugen wordt aangesloten,verschijnt er een nieuw menu (menu 8) op het display.

De software updatenU kunt de software met een USB-geheugen updaten inmenu 8.1.

Voorzichtig!Om te updaten met behulp van een USB-ge-heugen, moet het geheugen een bestand be-vatten met software voor de S1255PC van NI-BE.

Er worden één of meer bestanden getoond op het dis-play. Selecteer een bestand en druk op "OK".

TIPBij een software-update worden de menu-in-stellingen in de S1255PC niet gereset.

LET OP!Indien de update wordt onderbroken voordatdeze voltooid is (bijv. in het geval van eenstroomonderbreking), wordt de software auto-matisch hersteld naar de vorige versie.

Menu 8.2 - Loggen

Instelbereik: 1 s – 60 min

Hier kunt u aangeven hoe actuele meetwaarden van deS1255PC moeten worden opgeslagen in een logbestandin het USB-geheugen.

1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in.

2. Selecteer "Start loggen".

3. De relevante meetwaarden van de S1255PC wordennu met het ingestelde interval opgeslagen in eenbestand in het USB-geheugen totdat u "Stop loggen"selecteert.

LET OP!Selecteer "Stop loggen" voordat u het USB-ge-heugen verwijdert.

Loggen van drogen van vloer

Hier kunt u op het USB-geheugen een logging opslaanvan het drogen van de vloer en op deze manier zienwanneer de betonplaat de juiste temperatuur heeft be-reikt.

• Zorg ervoor dat "vloerdroogfunctie" is geactiveerd inmenu 7.5.2.

• Er wordt nu een logbestand aangemaakt, waarin detemperatuur en het vermogen van het elektrischeverwarmingselement kunnen worden afgelezen.Loggen gaat door totdat "loggen drogen van vloer ge-activeerd" wordt uitgevinkt of totdat "vloerdroogfunctie"wordt stopgezet.

LET OP!Deselecteer "loggen drogen van vloer geacti-veerd" voordat u het USB-geheugen verwijdert.


Menu 8.3 - Instellingen beherenHier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en servi-cemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in deS1255PC met een USB-geheugen.

De menu-instellingen kunnen met behulp van "Instellin-gen bewaren" worden opgeslagen in het USB-geheugen,zodat u deze later kunt herstellen of naar een andereS1255PC kunt kopiëren.

LET OP!Als u de menu-instellingen opslaat in het USB-geheugen, vervangt u alle eerdere, in het USB-geheugen opgeslagen instellingen.

Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellingenvanaf het USB-geheugen.

LET OP!Het resetten van de menu-instellingen vanafhet USB-geheugen kan niet ongedaan wordengemaakt.

Handmatig software herstellen

Als u de software handmatig wilt herstellen naar de vo-rige versie:

1. Zet de S1255PC uit via het uitschakelmenu. Hetstatuslampje wordt blauw.

2. Druk eenmaal op de Aan/Uit-knop.

3. Wanneer de kleur van de statusknop van blauw inwit verandert, houdt u de Aan/Uit-knop ingedrukt.

4. Wanneer het statuslampje groen wordt, laat u deAan/Uit-knop los.

LET OP!Als het statuslampje op enig moment geelwordt, is de S1255PC in de noodstand belanden de software is niet hersteld.

TIPAls u een eerdere versie van de software inuw USB-geheugen hebt, kunt u deze installerenin plaats van de software handmatig te herstel-len.


Ik wil meer zien over het alarm

Ik wil instellingen voor mijn systeem wijzigen

Uw systeem heeft een actief alarm.Selecteer een actie hieronder of vraag uw installateur.

12 °C 13.45 3 oktober

Reset alarm

Hulpstand

S1255PC has no contact with the outdoor temperature sensor. Calculated flowline temperature is set to min. flow line. If a higher temperature is desired thenmin. flow line can be temporarily changed in menu 1.30.4. Check theconnection to the outdoor temperature sensor and reset the alarm. If the alarmrecurs, select aid mode and contact your installer.

12 °C 13.45 3 oktober

In het geval van eenalarm is er een sto-ring opgetreden enhet statuslampjebrandt permanentrood. U ontvangt in-formatie over hetalarm in de Smart-guide op het dis-play.

ALARMBij een alarm meteen rood status-lampje is er eenstoring opgetreden die de S1255PC niet zelf kan verhel-pen. Op het display kunt u het type alarm zien en hetresetten.

In veel gevallen is het voldoende om "Reset het alarm”te selecteren om de installatie te laten terugkeren naarnormaal bedrijf.

Als er een wit lampje gaat branden na het selecterenvan "Alarm resetten", is het alarm verholpen.

Als het rode lampje blijft branden of als het alarm op-nieuw optreedt, is de oorzaak van het probleem nogaanwezig.

"Hulpstand" is een type noodstand. Dit betekent dat deinstallatie warmte en/of warmtapwater probeert te pro-duceren, zelfs als er een probleem is. Dit kan betekenen

dat de compressor van de warmtepomp niet in bedrijfis. In dit geval produceert de elektrische bijverwarmingwarmte en/of warmtapwater.

LET OP!Om "Hulpstand" te selecteren, moet er eenalarmhandeling worden geselecteerd in menu7.1.8.1 – "Alarmhandelingen".

LET OP!Het selecteren van "Alarmhandelingen" is ietsanders dan het verhelpen van het probleemdat het alarm heeft veroorzaakt. Het statuslamp-je blijft daarom rood.

Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven ophet display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:

BASISHANDELINGENControleer eerst de volgende zaken:

• Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.

• De aardlekschakelaar van de woning.

• Automatische zekering voor S1255PC (FC1).

• De temperatuurbegrenzer in S1255PC (FQ10).

• Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd).

LAGE WARMTAPWATERTEMPERATUUR OFGEBREK AAN WARMTAPWATER• Gesloten of gesmoorde vulklep voor het warmtapwa-

ter.

– Open de afsluiter.

• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.

– Stel de mengklep af.

• S1255PC in onjuiste bedrijfsstand.

– Open menu 4.1. ("Bedrijfsstand"). Als de modus "auto" isgeselecteerd, selecteer dan een hogere waarde voor "stopbijverwarming" in menu 7.1.10.2.

– Als "handmatig" is geselecteerd, selecteert u "bijverwar-ming".

67Hoofdstuk 11 | Storingen in comfortNIBE S1255PC

11 Storingen in comfortIn de meeste gevallen merkt de S1255PC een storingop (een storing kan leiden tot een verstoring van hetcomfort) en geeft dit met alarmen en aanwijzingen vooractie aan op het display.

InfomenuAlle meetwaarden van de warmtepompen zijn samen-gebracht onder menu 3.1 (Bedrijfsinfo) in het menusys-teem van de warmtepomp. Vaak is het een stuk eenvou-diger om de oorzaak van de storing te vinden door dewaarden in dit menu te bekijken.

Alarm beheren

• Groot warmtapwaterverbruik.

– Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U kunt eentijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit activeren op hetstartscherm "warmtapwater" of in menu 2.1.

• Te lage warmtapwaterinstelling.

– Open menu 2.2 en selecteer een hogere vraagmodus.

• Beperkte toegang warmtapwater met de “SmartControl”-functie actief.

– Als het gebruik van warmtapwater gedurende langere tijdbeperkt is geweest, zal de S1255PC minder warmtapwaterproduceren dan normaal. Activeer "Meer warmtapwater"in menu 2.1.

• Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-ter.

– Open menu 7.1.10.1 en verhoog de tijd waarop hetwarmtapwater prioriteit moet krijgen. Let op: als de peri-ode voor warmtapwater wordt verhoogd, wordt de tijdvoor warmteproductie verlaagd, waardoor lagere/ongelijkekamertemperaturen kunnen ontstaan.

• "Vakantie" geactiveerd in menu 6.1.

– Open menu 6.1 om te deactiveren.

LAGE KAMERTEMPERATUUR• Gesloten thermostaten in meerdere kamers.

– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op de max.stand. Stel de kamertemperatuur af via het startschermVerwarming in plaats van de thermostaten te smoren.

• S1255PC in onjuiste bedrijfsstand.

– Open menu 4.1 ("Bedrijfsstand"). Als de modus "auto" isgeselecteerd, selecteer dan een hogere waarde voor "stopverwarming" in menu 7.1.10.2.

– Als "handmatig" is geselecteerd, selecteert u "verwarming".Als dat niet voldoende is, selecteer dan "bijverwarming".

• Te lage instelwaarde op de automatische verwarmings-regeling.

– Ga naar het startscherm Verwarming of menu 1.30.1(Stooklijn, verwarming) en stel de verschuiving van destooklijn naar boven toe bij. Indien de kamertemperatuuralleen laag is bij koud weer, moet de helling van destooklijn in menu 1.30.1 (Stooklijn, verwarming) mogelijknaar boven toe worden bijgesteld.

• Te lage of niet werkende priorisering van warmte.

– Open menu 7.1.10.1 en verhoog de tijd waarop de verwar-ming prioriteit moet krijgen. Let op: als de periode voorverwarming wordt verhoogd, wordt de tijd voor warmtap-waterproductie verlaagd, waardoor de hoeveelheidwarmtapwater kleiner kan worden.

• "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 6.1.

– Open menu 6.1 om te deactiveren.

• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-de kamertemperatuur.

– Controleer alle externe schakelaars.

• Lucht in het afgiftesysteem.

– Ontlucht het afgiftesysteem.

• Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem.

– Open de kleppen.

HOGE KAMERTEMPERATUUR• Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-

mingsregeling.

– Ga naar het startscherm Verwarming of menu 1.30.1(Stooklijn) en stel de verschuiving van de stooklijn naarbeneden toe bij. Indien de kamertemperatuur alleen hoogis bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in menu1.30.1 (Stooklijn) mogelijk naar beneden toe worden bijge-steld.

• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-de kamertemperatuur.

– Controleer alle externe schakelaars.

ONGELIJKMATIGE RUIMTETEMPERATUUR.• Onjuist ingestelde stooklijn.

– Finetune de stooklijn in menu 1.30.1.

• Te hoog ingestelde waarde voor "dT bij DOT"..

– Open menu 7.1.6.2 (aanvinst. klim.systeem) en verlaagde waarde van "DOT".

• Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.

– Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.

LAGE SYSTEEMDRUK• Niet genoeg water in het afgiftesysteem.

– Vul het klimaatsysteem met water en controleer het oplekkages (zie hoofdstuk "Vullen en ontluchten").

NIBE S1255PCHoofdstuk 11 | Storingen in comfort68

DE COMPRESSOR START NIET• Er is geen verwarmings- of koelvraag.

– S1255PC vraagt niet om verwarming, koeling of warmtap-water.

• Compressor geblokkeerd vanwege de temperatuur-omstandigheden.

– Wacht tot de temperatuur binnen het werkbereik van hetproduct ligt.

• Minimale tijd tussen compressorstarten is nog nietbereikt.

– Wacht ten minste 30 minuten en controleer dan of decompressor is gestart.

• Alarm geactiveerd.

– Volg de instructies op het display.

JANKEND GELUID UIT DE RADIATOREN• Gesloten thermostaten in de kamers en onjuist inge-

stelde stooklijn.

– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op de max.stand. Finetune de stooklijn via het startscherm Verwar-ming in plaats van de thermostaten te smoren.

• Snelheid circulatiepomp te hoog ingesteld.

– Ga naar menu 7.1.2.2 (Pompsnelheid CV-water GP1) enverlaag de snelheid van de circulatiepomp.

• Ongelijkmatige doorstroming door de radiatoren.

– Pas de stroomverdeling tussen de radiatoren aan.

69Hoofdstuk 11 | Storingen in comfortNIBE S1255PC

Van sommige accessoires, die vóór 2019 zijn gemaakt,moet wellicht de printplaat worden bijgewerkt met hetoog op compatibiliteit met de S1255PC. Zie de installa-tiehandleiding voor meer informatie over de betreffendeaccessoires.

ACCESSOIREKAART AXC 40Dit accessoire wordt gebruikt voor het verbinding makenmet en controleren van shuntgeregelde bijverwarming,stapgeregelde bijverwarming, externe circulatiepomp ofgrondwaterpomp.

Art.nr. 067 060

BASISUITBREIDING EF 45Dit accessoire wordt gebruikt om een groter aansluitgebiedonder de S1255PC te creëren.

Art.nr. 067 152

COMMUNICATIEMODULE VOORZONNE-ENERGIE EME 20EME 20 wordt gebruikt om communicatie en controletussen de omvormers voor zonnecellen van NIBE en deS1255PC mogelijk te maken.

Onderdeelnr. 057 188

EXTERNE ELEKTRISCHE BIJVERWARMINGELKVoor deze accessoires is accessoirekaart AXC 40 nodig(stapgeregelde toevoeging).

ELK 2137-13 kW, 3 x 400 VArt.nr. 069 500

ELK 1515 kW, 3 x 400 VArt.nr. 069 022

EXTRA SHUNTGROEP ECS 40/ECS 41Dit accessoire wordt gebruikt wanneer de S1255PC wordtgeïnstalleerd in huizen met twee of meer verschillendeverwarmingssystemen die verschillende aanvoertempera-turen vereisen.

ECS 41 (ca. 80-250m²)Art.nr. 067 288

ECS 40 (Max. 80 m²)Art.nr. 067 287

HULPRELAIS HR 10Het hulprelais HR 10 wordt gebruikt om externe een- totdriefasige belastingen zoals oliebranders, elektrische ver-warmingselementen en pompen te regelen.

Art.nr. 067 309

KOPPELINGSSET PVT 40

PVT 40 stelt de S1255PC in staat om de PVT-panelente gebruiken als bron van het bronmiddel.


NIVEAUREGELAAR NV 10Niveauregelaar voor uitgebreide controles van het niveauvan de bronvloeistof.


RUIMTE-UNIT RMU S40De ruimte-eenheid is een accessoire dat ervoor zorgt datde regeling en bewaking van de S1255PC kunnen plaats-vinden in een ander deel van de woning dan de plaats waarde eenheid zich bevindt.


VENTILATIEWARMTEPOMP FLM S45FLM S45 is een ventilatiemodule die speciaal is ontworpenom terugwinning van mechanische afvoerlucht te combi-neren met verwarming via een bodembron.

Steun BAU 40Onderdeelnr. 067 666

FLM S45Onderdeelnr. 067 627

NIBE S1255PCHoofdstuk 12 | Accessoires70

12 Accessoires

VENTILATIEWARMTEWISSELAAR ERSDit accessoire wordt gebruikt om de woning te voorzienvan energie die is teruggewonnen uit de ventilatielucht.De eenheid ventileert de woning en verwarmt de aanvoer-lucht in de mate waarin dat nodig is.

ERS 20-250Onderdeelnr. 066 068

ERS S10-400Onderdeelnr. 066 163

Elektrische luchtverwarming EAHBij koud weer verwarmt de EAH de inkomende buiten-lucht lichtjes om te voorkomen dat de condens in deERS bevriest. Met name gebruikt in koudere klimaten.

EAH 20-1800(300-1800 W)Onderdeelnr. 067 603

EAH 20-900 (300-900W)Onderdeelnr. 067 604

VOCHTIGHEIDSSENSOR HTS 40Dit accessoire wordt gebruikt voor het tonen en regelenvan vochtigheid en temperaturen tijdens zowel verwarmenals koelen.

Art.nr. 067 538

VULKLEPPENSET KB 25/32Afsluiterset voor vullen van bronvloeistof in de collec-torslang. Inclusief partikelfilter en isolatie.

KB 32 (max. 30 kW)Art.nr. 089 971

KB 25 (max. 12 kW)Art.nr. 089 368

ZONNEPANELENPAKKET NIBE PVZonnepanelenpakket, 3 - 24 kW, (10 - 80 panelen) datwordt gebruikt om uw eigen elektriciteit te produceren.

ZWEMBADVERWARMING POOL 40POOL 40 wordt gebruikt om zwembadverwarming in teschakelen met S1255PC.

Art.nr. 067 062

71Hoofdstuk 12 | AccessoiresNIBE S1255PC

Afmetingen en aansluitingen622

600

560 440

70

1800

650*

20-5

0

25

60

135

210

390

465

540

650*

* Deze maat is van toepassing op een hoek van 90° op de bronleidingen (zijaansluiting). De maat kan verticaal ongeveer ±100 mm variëren,aangezien de bronleidingen deels uit flexibele leidingen bestaan.

NIBE S1255PCHoofdstuk 13 | Technische gegevens72

13 Technische gegevens

Elektrische gegevens1X230 V

S1255PC-6

230V ~ 50HzNominale spanning15(16)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 0 – 0,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).20(20)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 1 – 1,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).24(25)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 2 – 2,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).31(32)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 3 – 4 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).33(40)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 4,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).

0,5/1/1,5/2/2,5/3/3,5/4/4,5

kWExtra vermogen

3X400 V

S1255PC-6

400V 3N ~ 50HzNominale spanning12(16)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 0 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).16(16)ArmsMax. bedrijfsstroom inclusief 0,5 – 6,5 kW elektrisch verwarmingselement (Aanbevolen zekeringcapaciteit).

0,5/1/1,5/2/2,5/3/3,5/4/4,5/5/5,5/6/6,5

kWExtra vermogen

73Hoofdstuk 13 | Technische gegevensNIBE S1255PC

Technische specificaties1X230 V, 3X400 V

EmailRoestvrijModel leverancier

Vermogensgegevens volgens EN 145111,5 – 6kWVerwarmingsvermogen (PH)

0/35 nominaal3,15kWVerwarmingsvermogen (PH)

0,67kWGeleverd vermogen (PE)

4,72COP



3,61COP



6,49COP



4,79COP

SCOP volgens NEN-EN 148256kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh)

5,5 / 4,1SCOP koud klimaat, 35 °C / 55 °C

5,2 / 4,0SCOP gemiddeld klimaat, 35 °C / 55 °C

Energiecapaciteit, gemiddeld klimaatA+++ / A+++De efficiëntieklasse van de ruimteverwarming van het product 35 °C / 55 °C 1

A+++ / A+++De efficiëntieklasse van de ruimteverwarming van het systeem 35 °C / 55 °C 2

A / XLEfficiëntieklasse tapwaterverwarming / opgegeven tapprofiel 3

Geluid36 – 43dB(A)Geluidsvermogenniveau (LWA)EN 12102 bij 0/35

21 – 28dB(A)Geluidsdrukniveau (LPA) berekende waarden volgens EN ISO 11203 bij 0/35 en 1 mbereikElektrische gegevens

3 – 140WVermogen, Bronpomp

2 – 60WVermogen, circulatiepomp verwarmingssysteem

IPx1BVeiligheidsklasse

Apparatuur voldoet aan IEC 61000-3-12

Omwille van het koppelingsontwerp in overeenstemming met de technische vereisten van IEC 61000-3-3

WLAN11dbm2,412 - 2,484 GHz max. vermogen

Draadloze eenheden4dbm2,405 - 2,480 GHz max. vermogen

Koudemiddel systeemR407CType koudemiddel

1 774GWP koudemiddel

1,16kgVulhoeveelheid

2,06tonCO2-equivalent

3,2 (32 bar) / 0,15 (1,5 bar)MPaUitschakelwaarde drukschakelaar HP / LP

Bronsysteem0,05 (0,5 bar) / 0,45 (4,5 bar)MPaMin./max. systeemdruk bronsysteem

0,18l/sNominale doorstroming

64kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.

zie schema°CMin./max. temp. binnenk. bronvl.

-12°CMin. uitgaande temp. bronvl.

Afgiftesysteem0,05 (0,5 bar) / 0,45 (4,5 bar)MPaMin./max. systeemdruk verwarmingssysteem

0,08l/sNominale doorstroming

69kPaMax. extern beschikbare druk bij nom. doorstr.


EmailRoestvrijModel leverancier

zie schema°CMin./max. HM-temp.

Aansluiting van de leidingen28mmBronvl. ext. diam. CU-leiding

22mmVerwarmingsmiddel ext diam. CU-leidingen

22mmWarmtapwateraansl. externe diam.

22mmKoudwateraansl. externe diam.

Warmtapwater en verwarmingsgedeelte178 / 176 / 178lVolume, verwarming (Cu / RVS / E)

1,0 (10 bar)MPaMax. druk in boiler

Capaciteit tapwaterverwarming (comfortstand Normaal) Volgens EN16147245lHoeveelheid warmtapwater (40 °C)

2,6COP DHW (tapprofiel XL)

Compressor oliePOEOlie soort

0,68lOlievolume

Afmetingen en gewicht600 x 620 x 1 800mmBreedte x Diepte x Hoogte

1 950mmPlafondhoogte 4

228188kgGewicht volledige warmtepomp

95kgGewicht alleen compressormodule

Lood in koperen onderdelenStoffen conform Richtlijn (EG) nr. 1907/2006, artikel 33 (Reach)

-065 474Onderdeelnummer, 1x230 V (Rf)

065 468065 473Onderdeelnummer, 3x400 V (Cu/Rf/E)

1 Schaal voor de efficiëntieklasse van het product, ruimteverwarming: A+++ tot D.2 Schaal voor de efficiëntieklasse van het systeem, ruimteverwarming: A+++ tot G. De vermelde efficiëntie van het systeem houdt rekening

met de temperatuurregelaar van het product.3 Schaal voor efficiëntieklasse warmtapwater: A+ tot F.4 Met verwijderde voetjes is de hoogte ca. 1 930 mm.

WERKBEREIK WARMTEPOMP,COMPRESSORWERKINGDe compressor zorgt voor een aanvoertemperatuur tot65 °C bij -5 °C temperatuur inkomende bronvloeistof.

Werkbereik onder 75 %.

0-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 35

20

40

60

70

Vattentemperatur(°C)

Köldbärare in(°C)

30

Framledning

Returledning

50

30

10

Vattentemperatur°C

Arbetsområde under 75% för F1155-1255 6kW,

för hela arbetsområdet 12 och 16 kW.

°C

Framledning

Returledning

0-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35

20

10

30

40

50

60

70

Köldbärare in, temperatur

Temperatuur, °C

Aanvoerleiding

Retourleiding

Temp. binnenkomende bronvloeistof, °C

Werkbereik boven 75 %Vattentemperatur°C

Arbetsområde över 75% för F1155-1255 6kW

°C

Framledning

Returledning

0-15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35

20

10

30

40

50

60

70


Temperatuur, °C

Aanvoerleiding

Retourleiding


LET OP!Bij bedrijf van de S1255PC boven 75 % com-pressorsnelheid is ontgrendelen in menu 5.1.24vereist. Dit kan een hoger geluidsniveau ople-veren dan de waarde die in de technischespecificaties staat.


SCHEMA, PASSIEF KOELENPassief koelen, 21 °C retourtemperatuur nominaal debietbrine/afgiftesysteemPassiv kyla, 21 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb

6 kW nominellt flöde

6 kW 2 x nominellt flöde

Angiven kyleffektkW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8


Passiv kyla, 21 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb



Angiven kyleffektkW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8


6 kW nominaal debiet

6 kW 2x nominaal debiet




Angiven kyleffektkW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8


Uitgeschakeld vermogen, kW


Passief koelen, 23 °C retourtemperatuur nominaal debietbrine/afgiftesysteemPassiv kyla, 23 °C retur temp. nominelt flöde kb/vb



Angiven kyleffektkW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8





Angiven kyleffektkW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8


6 kW nominaal debiet

6 kW 2x nominaal debiet




Angiven kyleffektkW

°C010 11 12 13 14 15

2

4

6

8


Uitgeschakeld vermogen, kW


GRAFIEK, AFSTELLINGCOMPRESSORSNELHEID

Verwarmingsstand 35 °CGrafiek voor de dimensionering van een warmtepomp.Het percentage toont de globale compressorsnelheid.

Aangegeven verwarmingsvermogen, kW

0-10 -5 0 5 10 15 20 25 30

4

2

6

8

10


75%

Avgiven värmeeffektkW

°C

Dimensionering kompr. hastighet för F1155-1255 -6 kW.

100%

50%

1%


Koelstand

LET OP!Raadpleeg voor het dimensioneren van dewarmteafvoer het diagram voor verwarming.

Aanvoertemperatuur, verwarmingssysteem 35 °C

Aangegeven koelvermogen, kW

Framledningstemp. Värmebärare 35 °C för F1155-1255 -6 kW.

Avgiven kyleffektkW

°C0-10 -5 0 5 10 15 20 25 30

54321

6789

10


100%

50%

1%


Aanvoertemperatuur, verwarmingssysteem 50 °C

Aangegeven koelvermogen, kW

Framledningstemp. Värmebärare 50 °C för F1155-1255 -6 kW.

Avgiven kyleffektkW

°C01

-10 -5 0 5 10 15 20 25 30

45

23

76

89

10


100%

50%

1%



EnergielabelINFORMATIEBLAD

NIBE ABNaam leverancier

S1255PC-6 1x230 VModel leverancier

35 / 55°CTemperatuurtoepassing

XLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

A++ / A++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat

AEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat

6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemiddeldklimaat

2 188 / 2 875kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemiddeldklimaat

1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat

200 / 150%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat

42dBGeluidsniveau LWA binnen6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koud kli-

maat6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warm kli-

maat2 481 / 3 287kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-

maat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koud

klimaat1 408 / 1 852kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warm

klimaat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warm

klimaat211 / 157%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,

koud klimaat102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat

201 / 151%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,warm klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat-dBGeluidsniveau LWA buiten


NIBE ABNaam leverancier



XLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

A++ / A++Efficiëntieklasse ruimteverwarming, gemiddeld klimaat

AEfficiëntieklasse tapwaterverwarming, gemiddeld kli-maat

6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), gemiddeldklimaat

2 188 / 2 875kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, gemiddeldklimaat

1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, gemid-deld klimaat

200 / 150%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,gemiddeld klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, gemiddeldklimaat

42dBGeluidsniveau LWA binnen6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), koud kli-

maat6kWNominaal verwarmingsvermogen (Pdesignh), warm kli-

maat2 481 / 3 287kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, koud kli-

maat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, koud

klimaat1 408 / 1 852kWhJaarlijks energieverbruik ruimteverwarming, warm

klimaat1 642kWhJaarlijks energieverbruik tapwaterverwarming, warm

klimaat211 / 157%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,

koud klimaat102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, koud klimaat

201 / 151%Seizoensgemiddelde efficiëntie ruimteverwarming,warm klimaat

102%Energiezuinigheid tapwaterverwarming, warm klimaat-dBGeluidsniveau LWA buiten


GEGEVENS VOOR ENERGIEZUINIGHEID, PAKKET



VIRegelaar, klasse4%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie

204 / 154%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, ge-middeld klimaat

A+++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat

215 / 161%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, koudklimaat

205 / 155%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat



VIRegelaar, klasse4%Regelaar, bijdrage aan efficiëntie

204 / 154%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, ge-middeld klimaat

A+++Jaarenergiezuinigheidsklasse ruimteverwarming,pakket, gemiddeld klimaat

215 / 161%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket, koudklimaat

205 / 155%Jaarenergiezuinigheid ruimteverwarming, pakket,warm klimaat

De vermelde efficiëntie van het systeem houdt ook rekening met de regelaar. Als er een externe aanvullende ketel of zonnewarmte aan hetsysteem wordt toegevoegd, moet de totale efficiëntie van het systeem opnieuw worden berekend.


TECHNISCHE DOCUMENTATIE


Lucht-water

Ventilatielucht-water

Brine-water

Water-water

Type warmtepomp

Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp

Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming

Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp

Gemiddeld Koud WarmKlimaat

Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing

EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%150ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,5PratedNominaal verwarmingsvermogen

Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj

Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarming bij deellast en een buitentempe-ratuur Tj

-3,06COPdTj = -7 °CkW5,0PdhTj = -7 °C-3,97COPdTj = +2 °CkW3,0PdhTj = +2 °C-4,63COPdTj = +7 °CkW2,0PdhTj = +7 °C-4,86COPdTj = +12 °CkW1,2PdhTj = +12 °C-2,84COPdTj = bivkW5,4PdhTj = biv-2,84COPdTj = TOLkW5,4PdhTj = TOL-COPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)

°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-10TbivBivalentietemperatuur-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval

°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt

BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve standkW0,1PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand

kW0,007PTOUit-stand thermostaatElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus

kW0,009PCKCarterverwarmingsstand

Overige puntenm3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VeranderlijkCapaciteitsregelingm3/hNominaal debiet klimaatsysteemdB42 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buitenm3/h0,68Brine debiet brine-water of water-water warmte-

pompenkWh2 875QHEJaarlijks energieverbruik

Voor combinatieverwarming warmtepomp%102ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,73QelecDagelijks energieverbruikGJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 642AECJaarlijks energieverbruik

NIBE Energy Systems – Box 14 – Hannabadsvägen 5 – 285 21 Markaryd – SwedenContactgegevens



Lucht-water

Ventilatielucht-water

Brine-water

Water-water

Type warmtepomp

Ja NeeLage-temperatuurwarmtepomp

Ja NeeGeïntegreerde dompelverwarmer voor bijverwarming

Ja NeeCombinatieverwarming warmtepomp

Gemiddeld Koud WarmKlimaat

Gemiddeld (55 °C) Laag (35 °C)Temperatuurtoepassing

EN-14825 & EN-16147Toegepaste standaarden%150ƞsJaarenergiezuinigheid ruimteverwarmingkW5,5PratedNominaal verwarmingsvermogen

Opgegeven prestatiecoëfficiënt voor ruimteverwarming bij deellast en eenbuitentemperatuur Tj

Opgegeven capaciteit voor ruimteverwarming bij deellast en een buitentempe-ratuur Tj

-3,06COPdTj = -7 °CkW5,0PdhTj = -7 °C-3,97COPdTj = +2 °CkW3,0PdhTj = +2 °C-4,63COPdTj = +7 °CkW2,0PdhTj = +7 °C-4,86COPdTj = +12 °CkW1,2PdhTj = +12 °C-2,84COPdTj = bivkW5,4PdhTj = biv-2,84COPdTj = TOLkW5,4PdhTj = TOL-COPdTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)kWPdhTj = -15 °C (als TOL < -20 °C)

°C-10TOLMin. buitenluchttemperatuur°C-10TbivBivalentietemperatuur-COPcycEfficiëntie cyclusintervalkWPcychCapaciteit cyclusinterval

°C65WTOLMax. aanvoertemperatuur-0,99CdhDegradatiecoëfficiënt

BijverwarmingStroomverbruik in andere standen dan de actieve standkW0,1PsupNominaal verwarmingsvermogenkW0,002POFFUit-stand

kW0,007PTOUit-stand thermostaatElektrischType ingaande energiekW0,007PSBStand-bymodus

kW0,009PCKCarterverwarmingsstand

Overige puntenm3/hNominale luchtstroom (lucht-water)VeranderlijkCapaciteitsregelingm3/hNominaal debiet klimaatsysteemdB42 / -LWAGeluidsniveau, binnen/buitenm3/h0,68Brine debiet brine-water of water-water warmte-

pompenkWh2 875QHEJaarlijks energieverbruik

Voor combinatieverwarming warmtepomp%102ƞwhEnergiezuinigheid tapwaterverwarmingXLOpgegeven tapprofiel tapwaterverwarming

kWhQfuelDagelijks brandstofverbruikkWh7,48QelecDagelijks energieverbruikGJAFCJaarlijks brandstofverbruikkWh1 642AECJaarlijks energieverbruik

NIBE Energy Systems – Box 14 – Hannabadsvägen 5 – 285 21 Markaryd – SwedenContactgegevens


A

Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regel-systeem, 20Aansluiten van het afgiftesysteem, 15Aansluiten van stroomsensoren, 22Aansluitingen, 20Aansluiting van de leidingen, 12

Afmetingen en leidingaansluitingen, 14Afmetingen leiding, 14Algemeen, 12Bronsysteem, 14Symboolverklaring, 13Systeemschema, 13Verwarmingssysteem, 15

AansluitoptiesGrondwatersysteem, 16Twee of meer afgiftesystemen, 16Warmteterugwinning ventilatie, 16Zwembad, 17

Accessoires, 70Accessoires aansluiten, 23Achteraf afstellen en ontluchten, 29

Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem, handmatigeregeling, 29Opnieuw afstellen, ontluchten, afgiftesysteem, 30Opnieuw afstellen, ontluchten, verwarmingssys-teem, 30Pompafstelling, automatische regeling, 29Pompafstelling, handmatige regeling, 29

Afmetingen en aansluitingen, 72Afmetingen en leidingaansluitingen, 14Afmetingen leiding, 14Aftappen van het afgiftesysteem, 62Alarm, 67Alarm beheren, 67Alternatieve installatie

Ketel met elektrisch verwarmingselement, 16

B

Bediening, 35Bediening - Inleiding, 35

Bediening - Inleiding, 35Belangrijke informatie, 4

Markering, 4Bezorging en verwerking, 6

De compressormodule eruit trekken, 6Geleverde componenten, 7Installatiegebied, 6

Montage, 6Transport, 6Verwijderen van de buitenmantel, 7Verwijdering van onderdelen van de isolatie., 9

Bronsysteem, 14Buitensensor, 21

D

De boiler aftappen, 62De boiler vullen, 27De compressormodule eruit trekken, 6, 63

E

Elektriciteitsmodules, 11Elektrische aansluiting, 18

Algemeen, 18Elektrische aansluitingen

Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het re-gelsysteem, 20Aansluitingen, 20Accessoires aansluiten, 23Buitensensor, 21Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 25Externe aansluitingen, 21Externe aansluitopties, 23Externe energiemeter, 21Instellingen, 25Multi-installatie, 22Ruimtevoeler, 21Sensoren aansluiten, 21Spanningaansluiting, 20Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 21Vermogensregeling, 22

Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 25Vermogensstappen van het elektrische verwarmings-element, 25

Energielabel, 77Gegevens voor energiezuinigheid, pakket, 79Informatieblad, 77–78Technische documentatie, 80–81

Externe aansluitingen, 21Externe aansluitopties, 23

Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabelrelais), 25Mogelijke selectie AUX-ingangen, 23Mogelijke selecties AUX-uitgang, 25

Externe energiemeter, 21

NIBE S1255PCIndex82

Index

G

Gegevens temperatuursensor, 63Gegevens voor energiezuinigheid van het systeem, 79Geleverde componenten, 7Grafiek, afstelling compressorsnelheid, 76Grafiek pompcapaciteit, bronsysteem, handmatige rege-ling, 29

H

Helpmenu, 36Het bronsysteem legen, 62Het ontwerp van de warmtepomp, 10

Lijst met onderdelen, 10Locatie onderdelen, 10Locatie onderdelen elektriciteitsmodules, 11Locatie onderdelen koudemiddelgedeelte, 11Onderdelenlijst elektriciteitsmodules, 11Onderdelenlijst koudemiddelgedeelte, 11

I

Inbedrijfstelling en afstelling, 27Achteraf afstellen en ontluchten, 29Startgids, 28Voorbereidingen, 27Vullen en ontluchten, 27

Infomenu, 67Informatieblad, 77Inspectie van de installatie, 5Installatiegebied, 6Instellingen, 25

K

Keurmerk, 4Koelgedeelte, 11

M

Menu 1 - Binnenklimaat, 39Menu 2 - Warmtapwater, 44Menu 3 - Info, 45Menu 4 - Mijn systeem, 46Menu 5 - Aansluiting, 50Menu 6 - Programmering, 51Menu 7 - Service, 52Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabelrelais), 25Mogelijke selectie AUX-ingangen, 23Mogelijke selecties AUX-uitgang, 25Montage, 6Multi-installatie, 22

N

NavigatieHelpmenu, 36

O

Opnieuw afstellen, ontluchten, afgiftesysteem, 30Opnieuw afstellen, ontluchten, verwarmingssysteem, 30Opstartprocedure

Noodstand, 26

P

Pompafstelling, automatische regeling, 29Bronsysteem, 29

Verwarmingssysteem, 29Pompafstelling, handmatige regeling, 29

Verwarmingssysteem, 30Problemen oplossen, 67

R

Regeling - Menu'sMenu 1 - Binnenklimaat, 39Menu 2 - Warmtapwater, 44Menu 3 - Info, 45Menu 4 - Mijn systeem, 46Menu 5 - Aansluiting, 50Menu 6 - Programmering, 51Menu 7 - Service, 52

Reservestand, 26Ruimtevoeler, 21

S

Schema, vermogen passief koelen, 76Sensoren aansluiten, 21Serienummer, 4Service, 61

Servicehandelingen, 61Servicehandelingen, 61

Aftappen van het afgiftesysteem, 62De boiler aftappen, 62De compressormodule eruit trekken, 63Gegevens temperatuursensor, 63Het bronsysteem legen, 62Starthulp circulatiepomp, 63USB-service-uitgang, 65

Spanningaansluiting, 20Startgids, 28Starthulp circulatiepomp, 63Storingen in comfort, 67Symbolen, 4Symboolverklaring, 13Systeemschema, 13

T

Technische documentatie, 80Technische gegevens, 72, 74

Afmetingen en aansluitingen, 72Energielabel, 77

Gegevens voor energiezuinigheid van het sys-teem, 79Informatieblad, 77Technische documentatie, 80

Grafiek, afstelling compressorsnelheid, 76Schema, vermogen passief koelen, 76Technische gegevens, 74Werkbereik warmtepomp, 75

Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 21Transport, 6

U

USB-service-uitgang, 65

V

VeiligheidsinformatieCE-merk, 4Inspectie van de installatie, 5

83IndexNIBE S1255PC

Serienummer, 4Symbolen, 4

Vermindering van het comfortInfomenu, 67

Verstoringen van comfortAlarm, 67Alarm beheren, 67Problemen oplossen, 67

Verwarmingssysteem, 15Aansluiten van het afgiftesysteem, 15

Verwijderen van de buitenmantel, 7Voorbereidingen, 27Vullen en ontluchten, 27

De boiler vullen, 27Vullen en ontluchten van het bronsysteem, 27Vullen en ontluchten van het klimaatsysteem, 27

Vullen en ontluchten van het bronsysteem, 27Vullen en ontluchten van het klimaatsysteem, 27

W

Werkbereik warmtepomp, 75

NIBE S1255PCIndex84

Contactgegevens

DENMARKCZECH REPUBLICAUSTRIA

Vølund Varmeteknik A/SIndustrivej Nord 7B, 7400 HerningTel: +45 97 17 20 [email protected]

Družstevní závody Dražice - strojírnas.r.o.Dražice 69, 29471 Benátky n. Jiz.Tel: +420 326 373 [email protected]

KNV Energietechnik GmbHGahberggasse 11, 4861 SchörflingTel: +43 (0)7662 [email protected]

GERMANYFRANCEFINLAND

NIBE Systemtechnik GmbHAm Reiherpfahl 3, 29223 CelleTel: +49 (0)5141 75 46 [email protected]

NIBE Energy Systems France SASZone industrielle RD 28Rue du Pou du Ciel, 01600 ReyrieuxTél: 04 74 00 92 [email protected]

NIBE Energy Systems OyJuurakkotie 3, 01510 VantaaTel: +358 (0)9 274 [email protected]

NORWAYNETHERLANDSGREAT BRITAIN

ABK ASBrobekkveien 80, 0582 OsloTel: (+47) 23 17 05 [email protected]

NIBE Energietechniek B.V.Energieweg 31, 4906 CG OosterhoutTel: +31 (0)168 47 77 [email protected]

NIBE Energy Systems Ltd3C Broom Business Park,Bridge Way, S41 9QG ChesterfieldTel: +44 (0)845 095 [email protected]

SWEDENRUSSIAPOLAND

NIBE Energy SystemsBox 14Hannabadsvägen 5, 285 21 MarkarydTel: +46 (0)433-27 [email protected]

EVANbld. 8, Yuliusa Fuchika str.603024 Nizhny NovgorodTel: +7 831 419 57 [email protected]

NIBE-BIAWAR Sp. z o.o.Al. Jana Pawla II 57, 15-703 BialystokTel: +48 (0)85 66 28 490biawar.com.pl

SWITZERLAND

NIBE Wärmetechnik c/o ait SchweizAGIndustriepark, CH-6246 AltishofenTel. +41 (0)58 252 21 [email protected]

Voor landen die niet in deze lijst staan, kunt u contact opnemen met NIBE Sweden of kunt u kijken op nibe.euvoor meer informatie.

www.volundvt.dk

www.nibe.cz

www.knv.at

www.nibe.de

www.nibe.fr

www.nibe.fi

www.nibe.no

www.nibenl.nl

www.nibe.co.uk

www.nibe.se

http://www.nibe-evan.ru

www.biawar.com.pl

www.nibe.ch

www.nibe.eu

NIBE Energy SystemsHannabadsvägen 5Box 14SE-285 21 [email protected]

IHB

NL

2001

-153

1097

Deze handleiding is een publicatie van NIBE Energy Systems. Alle productillustraties, feitenen specificaties zijn gebaseerd op informatie beschikbaar op het moment van goedkeuringvan de publicatie. NIBE Energy Systems behoudt zich het recht voor op feitelijke of zetfoutenin deze handleiding.

©2019 NIBE ENERGY SYSTEMS 531097

WS name: -GemensamtWS version: a715WS release date: 2019-10-28 15:02Publish date: 2019-12-18 09:14

www.nibe.eu

Aard-warmtepomp NIBES1255PCAS1 DA0 OY0 PL23 PL20 AS5 PL21 PL22 OY1 PL11 TA0 3 RE0 3,WE2 WK0 WK5 WK3...

Documents

Transcript of Aard-warmtepomp NIBES1255PCAS1 DA0 OY0 PL23 PL20 AS5 PL21 PL22 OY1 PL11 TA0 3 RE0 3,WE2 WK0 WK5 WK3...