สวัสดี ครับ - kvgnbb.files.wordpress.commanier oogsten. De Prasat Hin Muang is,...
Transcript of สวัสดี ครับ - kvgnbb.files.wordpress.commanier oogsten. De Prasat Hin Muang is,...
Reisverslag Thailand
9 tot 25 november 2560
Door Erwin Van Biesen
Nota: dit verslag is persoonlijk en zeker niet volledig. Het geeft mijn indrukken en herinneringen
weer van deze prachtige reis. De foto’s zijn niet perfect maar “een beeld zegt soms meer dan
duizend woorden”. Ik ben ervan overtuigd dat mijn medereizigers heel wat aanvullingen,
persoonlijke ervaringen en veel beter genomen foto’s kunnen toevoegen.
Sawaddie krab, (สวสัด ีครบั,) Goedendag,
‘Morgens om 6u zijn we, na een rustige vlucht van 12u, geland op Suvarnabhumi de
internationale, moderne luchthaven van Bangkok. Wij waren nu plots allemaal niet enkel 6u
ouder geworden (GMT+7u) maar ook nog eens 543 jaar! Althans toch volgens de officiële in
Thailand geldende Boeddhistische kalender.
Tijdens de transfer naar het hotel drukte onze lokale Thaise gids Mr Swat (met roepnaam Bou
Bou) ons op het hart om overal en altijd respect te tonen voor Boeddha, de koning en de
koninklijke familie. Dit om problemen te vermijden want de Thaise bevolking is 90%
praktiserend Boeddhistisch en heel koninklijk gezind. De vorig jaar overleden koning Bhumibol
wordt door de Thai zelfs als een halfgod beschouwd.
En dan kregen we een eerste indruk van deze uitgestrekte miljoenenstad/metropool (geschat
op 8 miljoen inwoners) die door autostrades, met 3 tot 5 overvolle baanvakken per rijrichting,
doorsneden wordt en die dan ook de obligate files geven. Ook in de straten is het verkeer er
druk, druk, druk met massa’s brommers die zich overal tussenwringen en verrassend: hier
wordt er links gereden! Her en der staan wolkenkrabbers (volgens onze gids zo’n 1.700
verspreid over de ganse stad) die soms een heel verrassende, moderne architectuur hebben.
Verscheidene hebben in de onderste 10 verdiepingen een eigen parkeergarage als antwoord
op het immens parkeerprobleem. Daartussen zijn er dan gebouwen van allerlei slag: mooie,
onderhouden naast triestige, afgeleefde appartementsblokken; mooie huizen en wat verder
met roestige platen bedekte krotten; grote moderne winkels en vuil uitziende handelszaakjes;
op de stoepen massa’s kraampjes waar iets verkocht wordt of eetkraampjes waar gekookt
wordt op kleine met houtskool gestookte potten, … .
Opvallend zijn ook de levensgrote portretten van de overleden koning, huidige koning of
iemand van de koninklijke familie die overal in de stad (en de rest van het land) opduiken langs
de wegen en straten, op drukke kruispunten, op grote gebouwen (zowel op openbare als op
bedrijven), in winkels, tot zelf in onze bus hangt een portret van koning Bhumibol.
De Menam, de stroom die heel Thailand doorkruist en ook door Bangkok stroomt (en er de
Chao Praya genoemd wordt), wordt druk bevaren door smalle, 15 meter lange boten
(longtailboten) uitgerust met een 12-cilindermotor (gerecupereerde vrachtwagenmotor?) die
een snel en efficiënt passagiersvervoermiddel zijn in het door het druk verkeer dichtgeslibde
stad. Daarnaast zijn er ook regelmatig konvooien van 6 aan elkaar vastgemaakte, grote aken
die door 4 tot 5 sleepboten voortgetrokken worden. Echt grote schepen mogen er niet varen
2
omdat hun golfslag het water over de betonnen ”dijkmuren” zou stuwen en de iets lager
gelegen delen van de stad zou doen overstromen.
Overal zagen we zandzakken liggen en zijn er pompen die het water uit de stad terug in de
door de voorbije moessonregens gezwollen rivier pompen! En wat met de problematiek rond
de opwarming van de aarde flitste door mijn hoofd…
Het is duidelijk: Bangkok is een levendige en bruisende metropool!
Na aankomst in het, aan de rivier
gelegen, hotel en de afhandeling
van de incheckformaliteiten
begonnen we in de namiddag aan
ons bezoek van de stad: boottocht
op de rivier in zo’n longtailboot en
een bezoek aan de Wat Arun
(tempel van de Dageraad) een
prachtige, van ver zichtbare
witgroene tempel die versierd is
met duizenden bloemenmotieven
gemaakt van kleurrijk, oud en
gebroken Chinees porselein.
De volgende dag maakte het ommuurd, heel netjes onderhouden koninklijk paleizencomplex
een speciale indruk: buiten wachtte een heel, heel lange rij van geduldig aanschuivende Thai
die het gebouw kwamen bezoeken waar hun overleden koning Bhumibol opgebaard lag (lag
want hij is reeds gecremeerd).
Gelukkig konden we via een
andere ingang de rest van het
paleizencomplex bezoeken waar
het respect tonen voor de koning
meteen heel concreet werd
ingevuld door de strenge
kledingvoorschriften: geen
spannende broeken, shorts,
decolletés of mouwloze bloezen
voor de dames en minimaal shorts
tot onder de knie voor de heren. Het was zich aanpassen of géén toegang, dus werd er creatief
omgesprongen met kleding: de Thaise gids zorgde voor lange losse broeken en bloezen,
kleding werd uitgeleend, sjaals verbergen veel en kunnen ook omgetoverd worden tot lange
rokken,… Kortom alles in functie van respect tonen!
3
Het Grote Paleis heeft vele, mooie
gebouwen die niet kunnen bezocht
worden maar wel het prachtige
complex met de heiligste Thaise
tempel de Wat Phra Keo (tempel van
de Smaragden Boeddha). In deze
tempel schoof een massa mensen
blootvoets (= respect tonen) stapje
voor stapje door om de Smaragden
Boeddha (in werkelijkheid een
Boeddhabeeld uit jade) in een
prachtig, indrukwekkend altaar te
aanschouwen. Zowel de binnen- als de
buitenmuren zijn prachtig, overdadig
versierd. Naast de tempel zijn er vele
even rijkelijk versierde gebouwen
zoals o.a. de bibliotheek, een Chedi
(een bouwwerk met een vierkant
gedeelte – symbool voor troon - met daarop een rond gedeelte – symbool voor Boeddha –
terug een vierkant – symbool voor het hoofd van Boeddha – en afgewerkt met een spits –
symbool voor de kroon) die een deel van het borstbeen van Boeddha zou bevatten, prangs
(torenspitsen die meestal rijkelijk versierd/besneden zijn), wachters. De kloostergang aan de
buitenmuur van het complex bevat eeuwenoude muurschilderingen die de Ramakien
uitbeelden. Ramakien is een moralistisch epos dat de overwinning van het goede op het kwade
uitbeeld en dat nog steeds heel populair blijkt in Thailand.
Minder druk maar wel zeer mooi zijn de Wat
Po (tempel van de Liggende Boeddha) met
een verguld 45 meter lang beeld van een
Liggende Boeddha (eigenlijk een Stervende
Boeddha), de Wat Traimit (tempel van de
Gouden Boeddha) en de Wat Suthat
Thepwararam met zijn grote ceremoniële
schommel.
Een mooi moment van cultuur vond ik de avondvoorstelling van gracieuze klassieke dansen,
uitgevoerd in prachtige kledij. De dansers beelden o.a. taferelen van de Ramakien
(moralistisch epos) uit en werden hierin begeleid door muzikanten die traditionele instrumenten
bespeelden.
4
Na het bezoek aan Bangkok ging het zuidoostwaarts naar de wereldberoemde markt van
Amphawa die gehouden wordt naast én op het spoor! Na een rit door de zoutwinningen zette
de bus ons af aan een stopplaats van de trein: een perronnetje van amper 15 meter gelegen
aan een enkelspoor en onder een snelwegviaduct! Eens opgestapt ging het richting eindstation
in Amphawa. Onderweg zorgden de aan het plafond vastgemaakte ventilatoren samen met de
open treindeuren voor enige ventilatie. En dan reden we de markt toeterend en stapvoets
binnen en dat zorgde voor spektakel. Net (letterlijk!) voor de trein trokken de verkopers hun
waren even terug en lieten hun paraplu’s zonneweringen zakken zodat de trein kon passeren.
De trein bolde over de koopwaar die soms tot tegen de rails lag. Naast de trein was er amper
plaats maar toch stonden er veel toeristen foto’s te nemen van het gebeuren want onmiddellijk
na de doorgang van de trein gingen de zonneweringen terug omhoog en werd de markt
gewoon verder gezet. Na het uitstappen keerden we (op het spoor!) een eindje terug om even
later, op onze beurt, het spektakel te fotograferen van de terugkerende trein.
Vervolgens was er na het eten een rustige boottocht door de overstroomde mangrovebossen
waar apen (Makaken) in het water sprongen en naar de bootjes zwommen om gulzig de
stukken zoete aardappels, die hen toegeworpen werden, uit het water te vissen. Even later
vaarden we uit de mangrovebossen en kwamen terecht in een gebied van “zeeboerderijen”:
met door palen en stokken afgebakende percelen “zeebodem” waarop schelpen gekweekt en
geoogst werden. Ook de vaarwegen werden met palen aangegeven terwijl hier en daar een
op palen gebouwde (schuil)hut stond. Het boottochtje was een aangename afwisseling met
het hectische Bangkok.
Op de 5de dag reisden wij noordwaarts naar het Centraal–zuidelijk laagland en stond o.a. het
bezoek aan het Bang Pa-in, de zomerresidentie van koning Mongkut (Rama IV) gepland. Ook
hier een “gevecht” met de kledijvoorschriften die blijkbaar heel variabel geïnterpreteerd kunnen
worden tot groot jolijt achteraf in de groep toen sommigen er wat clownesk bijliepen. De
residentie zelf is een samenraapsel van kopieën van Westerse en Oosterse gebouwen/stijlen
en doet kunstmatig aan.
5
De gerestaureerde ruïnes van de Khmer-tempel in Phimaï uit de 11de-eeuw op het Khorat-
plateau (Noordoost Thailand) maakten op mij veel meer indruk (een woord dat ik op deze reis
dikwijls gebruikte).
De Cambodjaanse Khmers hadden
tijdens de 9de eeuw het oosten van
Thailand ingenomen en daar tempels
gebouwd in dezelfde stijl als deze van de
wereldberoemde tempels van Angkor Wat.
Aan de ingang waren 2 monumentale
leeuwen opgesteld die samen met de 2
naga’s (mythologische 5- tot 7-koppige
slangen) de kwade geesten moesten
weren uit de tempel. Het centrale
heiligdom stond op de binnenkoer en had
mooie frontons boven de ingangen, een
hoge prang (kolfvormige toren) met daarin
een replica van een 13de-eeuwse Boeddha
zittend op een opgekrulde naga en
beschermd door de kop van het beest. Dit
was een tempel die niet kan ontbreken in
een tv-documentaire!
Ook de volgende dag bezochten wij nog 2 pareltjes van Khmer-tempels, de lagergelegen
Prasat Hin Muang en de op een uitgedoofde vulkaan gelegen Prasat Phanom Rung, na een
ganse dag rijden door de rijstvelden waar de oogst volop aan de gang was. De boeren legden
hun pas, machinaal geoogste rijst overal, tot zelfs op de weg toe, te drogen op blauwe zeilen.
Op andere velden zagen we groepjes mensen die de rijst met de sikkel op de traditionele
manier oogsten. De Prasat Hin Muang is, met binnen de buitenste muren een grote centrale
vijver met daarin het hart van het heiligdom, prachtig maar de 2de bezochte tempel, de Prasat
Phanom Rung uit de 13de-eeuw, overtreft hem voluit. De tempel is gebouwd uit lateriet
(een rood-bruin vulkanisch gesteente dat pas na indrogen beenhard wordt) en zandsteen. De
ruw gevormde stenen werden gestapeld tot muren en daarna glad gehakt.