946 Minister Onderstreept Zorgvuldigheid Bij Internetmedicatie

1
kwaliteitsbeleid 102 6-2005 > zorg & financiering technisch complex en financieel onaantrekkelijk om zelfstandig aan te sluiten op de landelijke infrastructuur’, aldus Huizing. Ook blijkt uit het onderzoek dat, van de respon- denten die deelnemen aan een regionaal zorg- netwerk, het merendeel niet weet wat in hun regio de stand van zaken is op het gebied van de invoering van het eMedicatiedossier. Daarnaast is niet duidelijk welke informatie moet worden opgenomen of wie toegang krijgt tot het eMedicatiedossier. Onduidelijkheid is er ook over de mate waarin de patiënt betrokken moet worden. Dit verschilt per respondentengroep, maar een kleine meerderheid ziet helemaal geen rol voor de patiënt. De regio’s Noord-Holland Noord en Zwolle hebben van het Ministerie extra budget ontvangen om ervaring op te doen met de ontwikkeling van een regionaal eMedicatiedossier en deze ervaring beschikbaar te stellen aan de overige drie regio’s. Uit het onderzoek blijkt dat deze extra gelden niet heb- ben geleid tot een verder gevorderd eMedicatie- dossier dan in de overige regio’s. In bijvoorbeeld de regio Almere is 71 procent van de huisartsen aangesloten op een regionale ICT-infrastructuur. Dit in tegenstelling tot de twee regio’s; Noord-Holland Noord (18%) en Zwolle (37%). ‘Het is belangrijk om met de koe- pelorganisaties een document op te stellen waarin verschillende aspecten duidelijk worden gedefinieerd. Hierbij moet worden gedacht aan welke zorgverleners welke toegang krijgen, welke gegevens minimaal dienen te worden opgenomen en welke taak, rol en verantwoorde- lijkheid de patiënt heeft’, zegt Huizing. ‘Ook is het van belang dat een inventarisatie wordt gemaakt van de zorgverleners, buiten de huis- artsen, specialisten en apothekers, die ook op het landelijke eMedicatiedossier moeten worden aangesloten. Verder moet vanuit het Ministerie van VWS en het Nationaal ICT Instituut in de Zorg een apart traject worden opgestart met als expliciete doelstelling de aansluiting van alle zorgverleners in een regionaal zorgnetwerk.’ Bron: persbericht Ernst & Young, 28 juni 2005< Het Ministerie van VWS en het College voor zorgverzekeringen (CVZ) starten een onderzoek naar de voor- en nadelen van ‘e-health’, zoals het bestellen van medicijnen via internet. Minister Hoogervorst schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de bewindsman kan ‘e-health’ leiden tot tijdsbesparing, kostenver- mindering en kwaliteitsverbetering. Maar daar- naast kan het voorschrijven van medicijnen via internet negatieve gevolgen hebben. ‘Dit moet met uiterste zorgvuldigheid gebeuren’, schrijft Hoogervorst. Evenals de Koninklijke Neder- landse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), vindt Hoogervorst dat alleen medicijnen via internet kunnen worden voorgeschreven als de arts de patiënt al onder behandeling heeft. De Minister overlegt met het CVZ over het starten van een onderzoek naar onder meer de veiligheid, bekostiging, kwaliteit en doelmatigheid van ‘e-health’. De resultaten moeten in december 2005 bekend zijn. Bron: bericht Ministerie van VWS, 21 juni 2005< 946 minister onderstreept zorgvuldigheid bij internetmedicatie

Transcript of 946 Minister Onderstreept Zorgvuldigheid Bij Internetmedicatie

Page 1: 946 Minister Onderstreept Zorgvuldigheid Bij Internetmedicatie

kwaliteitsbeleid

102 6-2005 > zorg & financiering

technisch complex en financieel onaantrekkelijkom zelfstandig aan te sluiten op de landelijkeinfrastructuur’, aldus Huizing.Ook blijkt uit het onderzoek dat, van de respon-denten die deelnemen aan een regionaal zorg-netwerk, het merendeel niet weet wat in hunregio de stand van zaken is op het gebied van deinvoering van het eMedicatiedossier. Daarnaastis niet duidelijk welke informatie moet wordenopgenomen of wie toegang krijgt tot heteMedicatiedossier. Onduidelijkheid is er ookover de mate waarin de patiënt betrokken moetworden. Dit verschilt per respondentengroep,maar een kleine meerderheid ziet helemaal geenrol voor de patiënt. De regio’s Noord-HollandNoord en Zwolle hebben van het Ministerieextra budget ontvangen om ervaring op te doenmet de ontwikkeling van een regionaaleMedicatiedossier en deze ervaring beschikbaarte stellen aan de overige drie regio’s. Uit hetonderzoek blijkt dat deze extra gelden niet heb-ben geleid tot een verder gevorderd eMedicatie-dossier dan in de overige regio’s.

In bijvoorbeeld de regio Almere is 71 procentvan de huisartsen aangesloten op een regionaleICT-infrastructuur. Dit in tegenstelling tot detwee regio’s; Noord-Holland Noord (18%) enZwolle (37%). ‘Het is belangrijk om met de koe-pelorganisaties een document op te stellenwaarin verschillende aspecten duidelijk wordengedefinieerd. Hierbij moet worden gedacht aanwelke zorgverleners welke toegang krijgen,welke gegevens minimaal dienen te wordenopgenomen en welke taak, rol en verantwoorde-lijkheid de patiënt heeft’, zegt Huizing. ‘Ook ishet van belang dat een inventarisatie wordtgemaakt van de zorgverleners, buiten de huis-artsen, specialisten en apothekers, die ook ophet landelijke eMedicatiedossier moeten wordenaangesloten. Verder moet vanuit het Ministerievan VWS en het Nationaal ICT Instituut in deZorg een apart traject worden opgestart met alsexpliciete doelstelling de aansluiting van allezorgverleners in een regionaal zorgnetwerk.’ Bron: persbericht Ernst & Young, 28 juni 2005<

Het Ministerie van VWS en het College voorzorgverzekeringen (CVZ) starten een onderzoeknaar de voor- en nadelen van ‘e-health’, zoalshet bestellen van medicijnen via internet.

Minister Hoogervorst schrijft dit in een brief aande Tweede Kamer. Volgens de bewindsman kan‘e-health’ leiden tot tijdsbesparing, kostenver-mindering en kwaliteitsverbetering. Maar daar-naast kan het voorschrijven van medicijnen viainternet negatieve gevolgen hebben. ‘Dit moetmet uiterste zorgvuldigheid gebeuren’, schrijft

Hoogervorst. Evenals de Koninklijke Neder-landse Maatschappij tot bevordering derGeneeskunst (KNMG), vindt Hoogervorst datalleen medicijnen via internet kunnen wordenvoorgeschreven als de arts de patiënt al onderbehandeling heeft. De Minister overlegt met hetCVZ over het starten van een onderzoek naaronder meer de veiligheid, bekostiging, kwaliteiten doelmatigheid van ‘e-health’. De resultatenmoeten in december 2005 bekend zijn.Bron: bericht Ministerie van VWS, 21 juni 2005<

946 minister onderstreept zorgvuldigheid bij internetmedicatie

ZenF0605-cyaan.qxd 13-7-2005 14:38 Pagina 102