735 Convenant In De Thuiszorg Is In Strijd Met De Awbz, De Wet Toelating Zorginstellingen En De...

1
jurisprudentie 31 zorg & financiering > 6-2009 dit naar – objectief gegronde – verwachting niet zou baten. Slechts wanneer was vastgesteld dat de buiten- landbehandeling effectiever is dan de behande- ling in eigen land, mag het woonland zijn eigen (verzekerde) aanbod niet voor laten gaan en kan derhalve vergoeding van de buitenlandse behan- deling niet worden geweigerd. Het Hof hield er rekening mee dat het woonland, bijvoorbeeld om redenen van gebrek aan middelen binnen het zorgverzekeringssysteem, besloten heeft om aan een bepaalde groep van patiënten helemaal geen equivalente behandeling aan te bieden en is uitgesloten van het pakket. Bron: RZA 2009, 39< De Voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage deed op 4 februari 2009, onder nummer 324706 / KG ZA 08-1499, uitspraak in een geschil tussen ActiZ en de Nederlandse Staat in verband met de bemiddeling van zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) en zorgvra- gers. Ter zake van die bemiddeling is een Con- venant gesloten tussen Branchebelang Thuis- zorg Nederland (BTN), het ministerie van VWS, het Uitkeringsinstituut Werknemersverzeke- ringen (UWV) en het ministerie van Financiën waarin voorwaarden zijn beschreven die zou- den moeten voorkomen dat er een dienstbetrek- king ontstaat bij bemiddeling van zzp’ers. De voorzieningenrechter overwoog dat de regel- geving geen ruimte laat voor de in het Conve- nant gekozen constructie waarin bemiddelings- bureaus AWBZ-zorg (Algemene wet bijzondere ziektekosten) aanbieden door bemiddeling van zzp’ers. De verantwoordelijkheid inzake ener- zijds bemiddeling en anderzijds de zorginhou- delijke aspecten staan los van elkaar. De zorg- verlener is rechtstreeks verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de kwaliteit van de verleende zorg. In de gekozen constructie is de zorgverle- ner de zorgaanbieder die in de regelgeving wordt geduid als de instelling of persoon die zorg als bedoeld in artikel 6 AWBZ verleent. Deze zorgverlener dient een toelating te hebben. Het enkele feit dat het bemiddelingsbureau beschikt over een toelating kan er niet toe leiden dat de zorgverlener, die als zelfstandige de zorg verleent, niet behoeft te beschikken over de noodzakelijke toelating. Daarnaast is de stelling dat het bij de zorgverlening zoals bedoeld in het Convenant in wezen niet meer gaat om het ver- lenen van zorg in natura ingevolge de AWBZ, voldoende aannemelijk gemaakt. Er valt geen zorg in natura te contracteren als de zorgverle- ner geen contract heeft met het zorgkantoor en het bemiddelingsbureau geen zorg levert. De Staat werd verboden verder uitvoering te geven aan het Convenant. Bron: RZA 2009, 40< 735 convenant in de thuiszorg is in strijd met de awbz, de wet toelating zorginstellingen en de kwaliteitswet zorginstellingen De Hoge Raad deed op 30 januari 2009, onder nummer 07/13582 uitspraak in een geschil over de Ness Handmaster. De Raad overwoog dat Ness bij de voorzienin- genrechter had gevorderd het CVZ (College voor zorgverzekeringen) te veroordelen het rapport van 7 december 2006 in te trekken. In dit rap- port kwam CVZ tot de conclusie dat de Ness 736 verwerping cassatieberoep ness

Transcript of 735 Convenant In De Thuiszorg Is In Strijd Met De Awbz, De Wet Toelating Zorginstellingen En De...

Page 1: 735 Convenant In De Thuiszorg Is In Strijd Met De Awbz, De Wet Toelating Zorginstellingen En De Kwaliteitswet Zorginstellingen

jurisprudentie

31zorg & financiering > 6-2009

dit naar – objectief gegronde – verwachting nietzou baten.Slechts wanneer was vastgesteld dat de buiten-landbehandeling effectiever is dan de behande-ling in eigen land, mag het woonland zijn eigen(verzekerde) aanbod niet voor laten gaan en kanderhalve vergoeding van de buitenlandse behan-deling niet worden geweigerd. Het Hof hield er

rekening mee dat het woonland, bijvoorbeeldom redenen van gebrek aan middelen binnenhet zorgverzekeringssysteem, besloten heeft omaan een bepaalde groep van patiënten helemaalgeen equivalente behandeling aan te bieden enis uitgesloten van het pakket.Bron: RZA 2009, 39<

De Voorzieningenrechter van de Rechtbank’s-Gravenhage deed op 4 februari 2009, ondernummer 324706 / KG ZA 08-1499, uitspraak ineen geschil tussen ActiZ en de Nederlandse Staatin verband met de bemiddeling van zzp’ers(zelfstandigen zonder personeel) en zorgvra-gers. Ter zake van die bemiddeling is een Con-venant gesloten tussen Branchebelang Thuis-zorg Nederland (BTN), het ministerie van VWS,het Uitkeringsinstituut Werknemersverzeke-ringen (UWV) en het ministerie van Financiënwaarin voorwaarden zijn beschreven die zou-den moeten voorkomen dat er een dienstbetrek-king ontstaat bij bemiddeling van zzp’ers.

De voorzieningenrechter overwoog dat de regel-geving geen ruimte laat voor de in het Conve-nant gekozen constructie waarin bemiddelings-bureaus AWBZ-zorg (Algemene wet bijzondereziektekosten) aanbieden door bemiddeling vanzzp’ers. De verantwoordelijkheid inzake ener-zijds bemiddeling en anderzijds de zorginhou-delijke aspecten staan los van elkaar. De zorg-

verlener is rechtstreeks verantwoordelijk voor enaanspreekbaar op de kwaliteit van de verleendezorg. In de gekozen constructie is de zorgverle-ner de zorgaanbieder die in de regelgevingwordt geduid als de instelling of persoon diezorg als bedoeld in artikel 6 AWBZ verleent.Deze zorgverlener dient een toelating te hebben.Het enkele feit dat het bemiddelingsbureaubeschikt over een toelating kan er niet toe leidendat de zorgverlener, die als zelfstandige de zorgverleent, niet behoeft te beschikken over denoodzakelijke toelating. Daarnaast is de stellingdat het bij de zorgverlening zoals bedoeld in hetConvenant in wezen niet meer gaat om het ver-lenen van zorg in natura ingevolge de AWBZ,voldoende aannemelijk gemaakt. Er valt geenzorg in natura te contracteren als de zorgverle-ner geen contract heeft met het zorgkantoor enhet bemiddelingsbureau geen zorg levert. DeStaat werd verboden verder uitvoering te gevenaan het Convenant.Bron: RZA 2009, 40<

735 convenant in de thuiszorg is in strijd met de awbz, de wet toelating zorginstellingen en de kwaliteitswet zorginstellingen

De Hoge Raad deed op 30 januari 2009, ondernummer 07/13582 uitspraak in een geschil overde Ness Handmaster.

De Raad overwoog dat Ness bij de voorzienin-genrechter had gevorderd het CVZ (College voorzorgverzekeringen) te veroordelen het rapportvan 7 december 2006 in te trekken. In dit rap-port kwam CVZ tot de conclusie dat de Ness

736 verwerping cassatieberoep ness

ZenF-0609-cyaan.qxd 10-6-2009 9:54 Pagina 31