733 Standaard Voor Vaststelling Schadevergoeding Bij Overschrijding Redelijke Termijn Artikel 6 Evrm
-
Upload
nguyendieu -
Category
Documents
-
view
212 -
download
0
Transcript of 733 Standaard Voor Vaststelling Schadevergoeding Bij Overschrijding Redelijke Termijn Artikel 6 Evrm
stelsel
30 6-2009 > zorg & financiering
het beleid. Dat appellante haar productieafspra-ken voor 2007 in een vaststellingsovereenkomstheeft vastgelegd en zij daar niet buiten heeftkunnen treden, maakte dat niet anders. Ookoverigens was er geen sprake van een bijzondere
omstandigheid en was de stelling dat door dekorting de ondergrens van een aanvaardbarezorgkwaliteit zou worden overschreden nietnader onderbouwd.Bron: RZA 2009, 35<
De Centrale Raad van Beroep deed op 26 januari2009, onder nummer 05/1789 WAO, nr. 08/4026WAO-S, uitspraak over een toe te kennen scha-devergoeding wegens overschrijding van eenredelijke termijn van behandeling van eengeschil over een WAO-uitkering (Wet op dearbeidsongschiktheidsverzekering).
De Raad overwoog dat een bestuursrechtelijkeprocedure in drie instanties, behoudens uitzon-deringen, niet langer dan vier jaar mag duren:een half jaar voor het bezwaar, anderhalf jaarvoor het beroep en twee jaar voor het hogerberoep. Is de behandelingsduur in een of meervan deze instanties langer geweest, terwijl daar
geen goede reden voor bestaat en heeft de totaleprocedure langer dan vier jaar geduurd, dan isde redelijke termijn in de procedure als geheeloverschreden en wordt een schadevergoedingtoegekend. De hoogte van de schadevergoedingbedraagt, behoudens uitzonderingen, 500,00euro voor elk half jaar of deel daarvan dat deredelijke termijn is overschreden. In deze zaakwas sprake van een overschrijding van de rede-lijke termijn in de procedure als geheel met tweejaar en een maand. De Raad besloot daarop tottoekenning van een schadevergoeding wegensimmateriële schade van 2.500,00 euro.Bron: RZA 2009, 38<
733 standaard voor vaststelling schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn artikel 6 evrm
De European Free Trade Association deed 19december 2008, onder nummer E-1/08, nr. E-11/07, uitspraak op een prejustitiële vraag vaneen Noorse rechter in een geschil tussen Noorseverzekerden en de staat Noorwegen.
Het EVA-Hof (Europese Vrijhandels Associatie)herhaalde en bevestigde de door het HvJEG (Hofvan Justitie van de Europese Gemeenschappen)ingenomen standpunten in de jurisprudentieover de bepalingen van het EG-Verdrag inzakede vrijheid van het verrichten van diensten (O.42t/m 44, O.48 en O.51). Naar aanleiding van de
gestelde vragen in deze twee zaken bepaalde hetHof dat een woonland de vergoeding van eenexperimentele behandeling in het buitenlandmag weigeren wanneer experimentele behande-lingen in het pakket van woonland zijn uitgeslo-ten. Hierbij is niet relevant dat die behandelingin een ander land wel wordt vergoed en/of datdie behandeling naar internationale maatstavenwel is aanvaard voor een andere (medische)indicatie. Tevens achtte het Hof niet relevant datde patiënt in het woonland als ‘uitbehandeld’werd beschouwd, althans dat de patiënt nietwerd geïndiceerd voor een operatie, omdat haar
734 kostenvergoeding van een experimentele behandeling in hetbuitenland mag worden geweigerd, mits experimentele behandelingen in het woonland ook zijn uitgesloten van verzekering
ZenF-0609-cyaan.qxd 10-6-2009 9:54 Pagina 30