6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

download 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

of 16

Transcript of 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    1/16

    Rijden in het terrein

    113

    Rijden in het terrein

    Rijden in het terrein

    VOOR HET WEGRIJDENVoordat u gaat terreinrijden is het absoluutessentieel dat onervaren bestuurders geheelbekend worden gemaakt met de

    bedieningsorganen van het voertuig. Hierbijgaat het vooral om de verdeelbak. Tevensdienen de technieken voor terreinrijden op dezeen de volgende pagina's uiterst zorgvuldig teworden bestudeerd.

    WAARSCHUWING

    Terreinrijden kan gevaarlijk zijn!

    Neem NOOIT onnodige risico's en wees

    altijd voorbereid op noodsituaties.

    Maak uzelf bekend met de aanbevolenrijtechnieken teneinde de risico's voor

    uzelf, uw voertuig EN uw passagierszoveel mogelijk te beperken.

    FUNDAMENTELE RIJTECHNIEKEN IN HETTERREINDeze fundamentele rijtechnieken zijn eeninleiding voor de kunst van het terreinrijden,

    maar bevatten niet altijd alle informatie dienoodzakelijk is om met succes iedere situatie inhet terrein het hoofd te kunnen bieden.

    Door ons wordt dus ten sterkste aanbevolen dateigenaars die het voertuig vaak in het terreinwillen gebruiken, alle beschikbare aanvullendeinformatie verzamelen en zoveel mogelijkpraktische ervaring opdoen.

    Voordat in het terrein wordt gereden is hetbelangrijk dat u de conditie van de wielen enbanden controleert. Ga tevens na of debandenspanningen correct zijn. Door versletenof incorrect opgeblazen banden zullen deprestatiekarakteristieken, de stabiliteit en deveiligheid van het voertuig negatief wordenbenvloed.

    BELANGRIJKE INFORMATIE

    In het terrein moeten, ter bevorderingvan de persoonlijke bescherming, altijdautogordels worden gebruikt.

    NOOIT met het voertuig rijden als in detank nog slechts een kleine hoeveelheidbrandstof aanwezig is - als op steilehellingen of een ongelijkmatigeondergrond wordt gereden, is hetmogelijk dat de motor geen brandstof

    ontvangt.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    2/16

    Rijden in het terrein

    114

    SchakelenBij terreinrijden is het kiezen van de juisteversnellingen van het grootste belang teneindeveilig en met succes in het terrein te kunnenrijden. Hoewel alleen ervaring u zal kunnenvertellen wat de juiste versnelling is voor eenbepaalde ondergrond, moet toch altijd rekeningworden gehouden met de volgendefundamentele richtlijnen:

    NOOIT op- en neerschakelen of hetkoppelingspedaal indrukken in moeilijk ofzwaar terrein - de vertraging die wordtuitgeoefend op de wielen kan tot gevolghebben dat het voertuig tot stilstand komtterwijl het koppelingspedaal is ingedrukt. Indat geval kan het opnieuw startenmoeilijkheden met zich meebrengen.

    Over het algemeen - en vooral op een gladdeof zachte ondergrond - is het het best omeen zo hoog mogelijke versnelling te kiezen.

    Als zeer steile hellingen worden afgeredenmoet altijd de 1e versnelling in de LAGE

    overbrengingsverhoudingen wordengekozen.

    Onervaren bestuurders worden geadviseerd omhet voertuig eerst stil te zetten (op een stevigeondergrond) en daarna zorgvuldig teoverwegen welke versnelling voor een bepaaldemanoeuvre het beste is. Rij dan pas door.

    Slippende koppelingGebruik van te veel slippende koppeling,teneinde het afslaan van de motor tevoorkomen, zal onvermijdelijk tot gevolghebben dat de koppelingsplaten te snel slijten.Kies een versnelling die laag genoeg is, zodathet voertuig door kan rijden zonder dat dit terughoeft te vallen op een slippende koppeling.

    NOOIT rijden met de voet op hetkoppelingspedaal; het is dan mogelijk dat u decontrole over het voertuig verliest door hetkoppelingspedaal onopzettelijk in te drukkenwanneer het voertuig plotseling over een richel

    rijdt.

    TussenversnellingenIndien mogelijk moeten altijd de hogeoverbrengingsverhoudingen worden gekozen -schakel uitsluitend terug naar de lageoverbrengingsverhoudingen als het terrein zeermoeilijk wordt. Het sperdifferentieel moetworden gebruikt als het contact tussen deondergrond en een wiel kan worden verloren.het sperdifferentieel weer uitschakelen zodraeen stevige en vlakke weg wordt bereikt die nietglad is.

    RemmenAltijd zo veel mogelijk de snelheid van hetvoertuig onder controle te houden door dejuiste versnelling te kiezen. Het rempedaal moetzo weinig mogelijk worden gebruikt. Tenzij ABS

    is geplaatst zal als gevolg van afremmen op eennatte, modderige of losse ondergrond,waarschijnlijk n of meer wielen gaanblokkeren - als het voertuig dan gaat glijden zaldit zeer gevaarlijk zijn.

    N.B.: In de juiste versnelling zal vrijwel nooithoeven te worden afgeremd.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    3/16

    Rijden in het terrein

    115

    Afremmen op de motorVoordat steile hellingen worden afgeredenmoet het voertuig minstens n voertuiglengtevoor de helling worden stilgezet. Kiesvervolgens de LAGEoverbrengingsverhoudingen en de eerste oftweede versnelling. Het hangt er dus vanaf hoesteil de helling is.

    Indien een helling wordt afgereden mag nooitworden vergeten dat de motor voldoenderemwerking ontwikkelt om de snelheid,gedurende het afrijden, onder controle tehouden. De remmen hoeven dus niet te worden

    gebruikt.

    AccelererenHet gaspedaal moet voorzichtig wordengebruikt - als dit plotseling wordt ingedrukt ishet mogelijk dat de wielen doorslaan waardoorde gripregeling spontaan kan gaan werken* , ofin extreme situaties kan de controle over hetvoertuig worden verloren.

    Stuurinrichting

    WAARSCHUWING

    NOOIT de rand van het stuurwiel vasthoudenmet de duimen aan de binnenkant - doorplotselinge sterke terugslag van de

    voorwielen als het voertuig over een richel ofrotsblok rijdt, kunnen de duimen ernstig

    worden verwond. Het stuur moet in het terrein

    ALTIJD aan de buitenkant van de rand wordenvastgehouden (zie illustratie).

    Verken de ondergrond voordat u gaat rijden

    Voordat u in moeilijk terrein gaat rijden is hetaltijd verstandig om eerst te voet eenverkenning uit te voeren. Daardoor wordt hetminder waarschijnlijk dat uw voertuig inmoeilijkheden raakt door voorheenniet-opgemerkte moeilijke situaties.

    H3659

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    4/16

    Rijden in het terrein

    116

    BodemvrijheidVergeet nooit om rekening te houden met debodemvrijheid onder het chassis, de assen ende voor- en achterbumpers. Ook wordt er deaandacht op gevestigd dat de asdifferentilenONDER het chassis iets rechts van de hartlijnvan het voertuig zijn geplaatst. Tevens mag unooit vergeten dat andere onderdelen van hetvoertuig in contact kunnen komen met degrond - zorg ervoor dat het voertuig niet op degrond vastloopt.

    De bodemvrijheid is vooral belangrijk aan deonderkant van steile hellingen, als karrensporen

    ongewoon diep zijn of als plotselingveranderingen worden ondervonden in dehelling van de ondergrond.

    Op een zachte ondergrond trekken deasdifferentilen, behalve in de moeilijkstesituaties, hun eigen pad. Op bevroren, rotsigeof harde grond zal het voertuig als gevolg vanhard contact tussen de differentilen en deondergrond over het algemeen plotseling tot

    stilstand komen.

    Vergeet NOOIT om altijd obstakels te vermijdendie in contact kunnen komen met het chassis ofde asdifferentilen.

    TractieverliesAls het voertuig als gevolg van verlies vanadhesie tussen de wielen en de ondergrond totstilstand komt, kunnen de volgende tips nuttigzijn:

    Lang doorslaan van de wielen moet altijdworden voorkomen; hierdoor wordt desituatie alleen maar verergerd.

    Obstakels moeten worden verwijderd. Dit isbeter dan het voertuig daar over- ofdoorheen te forceren.

    Verstopte loopvlakken moeten wordenschoongemaakt.

    Zoveel mogelijk achteruit rijden en proberenmet het extra momentum dat het gevolg isvan de hogere snelheid het obstakel teoverwinnen.

    Takken, zakken of soortgelijk materiaal datvoor de banden wordt geplaatst kan totgevolg hebben dat de banden een betercontact maken met de grond.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    5/16

    Rijden in het terrein

    117

    NA TERREINRIJDEN ONDERHOUDSVEREISTENVoertuigen die onder ongunstigeomstandigheden en vooral in stoffig, modderigof nat terrein worden gebruikt en voertuigen

    waarmee diepe stromen regelmatig wordendoorwaden moeten vaker wordenonderhouden. Zie DOOR EIGENAAR UIT TEVOEREN ONDERHOUD, Blz. 130en neem vooradvies ook contact op met een Land Roverdealer/officieel geautoriseerde reparateur.

    Na het doorwaden van zout water of een rit opzanderige stranden, moeten alle componentenonder de auto met een slang worden

    afgespoten. Ook moeten aangetastecarrosseriepanelen met zoet water wordenafgespoten. Dit zijn cosmetische maatregelendie het uiterlijk van de auto ten goede komen.

    BELANGRIJKE INFORMATIE

    Alvorens het voertuig de weg op te rijden,

    of voordat met het voertuig harder wordtgereden dan 40 km/u, dient rekening teworden gehouden met het volgende:

    De wielen en banden moeten wordengecontroleerd op beschadiging. Tevensmoet alle modder worden verwijderd.

    Als de wielen en banden niet goedworden gereinigd, is het mogelijk dat dewielen, de banden, het remsysteem encomponenten van de vering wordenbeschadigd.

    Remschijven en remklauwencontroleren. Eventuele stenen, grind ofgruis verwijderen daar die een negatiefeffect kunnen hebben op de efficintewerking van de remmen.

    De onderkant van het voertuig moet

    worden gecontroleerd op beschadiging.Let vooral op de luchtveren endempers.

    Beschadigde lak of beschermlagenmoeten door een Land Roverdealer/officieel geautoriseerdereparateur worden hersteld.

    Als u niet zeker weet of uw voertuig isbeschadigd, laat dit dan door een Land

    Rover dealer/officieel geautoriseerdereparateur inspecteren.

    http://-/?-http://-/?-http://-/?-http://-/?-http://-/?-http://-/?-http://-/?-http://-/?-
  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    6/16

    Rijtechnieken

    118

    Rijtechnieken

    RIJDEN OP ZACHTE OPPERVLAKKEN ENDROOG ZANDIdeaal gezien dient het voertuig op zachteoppervlakken (bijv. droog zand) altijd in

    beweging te worden gehouden - door zachtzand worden de wielen ernstig vertraagd,waardoor het voertuig vrijwel onmiddellijk totstilstand komt als de aandrijving wordtonderbroken. Om deze reden moet schakelenaltijd zo veel mogelijk worden vermeden.

    Kies de differentieelvergrendeling.

    Kies een zo hoog mogelijke versnelling enBLIJF altijd in die versnelling rijden tot een

    stevige ondergrond wordt bereikt. Over hetalgemeen is het verstandig om de LAGEgearing te kiezen daar u dan in staat bent omdoor verslechterende condities teaccelereren zonder dat u het risico loopt dathet voertuig niet opnieuw kan wordengestart.

    Schakel het sperdifferentieel uit zodra eenstevige ondergrond is bereikt.

    Stilzetten van het voertuig op een zachteondergrond, een helling of in los zand

    Als u het voertuig stilzet mag u nooit vergeten:

    Dat starten op een helling, zachte ondergrond

    of zand, vrijwel onmogelijk is. Parkeer altijd opeen stevige ondergrond of zorg ervoor dat devoorkant van het voertuig omlaag is gericht.

    Als voertuigen niet zijn voorzien vangripregeling kan het doorslaan van n of meerwielen worden voorkomen door de tweede ofderde versnelling te kiezen. Druk het gaspedaalvervolgens uitsluitend VOLDOENDE omlaag omhet voertuig in beweging te krijgen.

    Als voorwaartse beweging verloren is geraakt,mag het gaspedaal nooit te ver wordeningedrukt - hierdoor zullen de wielen doorslaan,zodat het mogelijk is dat het voertuig zichingraaft. Verwijder zand rond de wielen en zorgervoor dat het chassis en de assen niet op hetzand rusten voordat u poogt om door te rijden.

    Zijn de wielen ingegraven, gebruik dan een

    luchtzak of een krik om het voertuig omhoog tebewegen. Breng vervolgens zand onder dewielen aan zodat het voertuig weer op eengelijkmatige ondergrond staat. Als hetonmogelijk is om het voertuig opnieuw testarten, plaats dan zandmatten of ladders onderde wielen.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    7/16

    Rijtechnieken

    119

    RIJDEN OP GLADDE OPPERVLAKKEN(ijs, sneeuw, modder, nat gras)

    Kies, nadat het sperdifferentieel isingeschakeld, een zo hoog mogelijke

    versnelling. Vervolgens wegrijden door het gaspedaal zo

    WEINIG mogelijk in te drukken.

    Blijf altijd langzaam rijden en tracht zoweinig mogelijk te remmen. Vermijd tevensplotselinge bewegingen met het stuurwiel.

    Schakel het sperdifferentieel uit zodra eenstevige ondergrond wordt bereikt.

    RIJDEN OP RUWE PADENHoewel het soms mogelijk is om dergelijkepaden in de normale rijversnellingen te nemenverdient het aanbeveling om het differentieel te

    vergrendelen als, door te grote uitslagen van dewielophanging n of meer wielen kandoorslaan.

    Op zeer ruwe sporen of paden moeten de LAGEoverbrengingsverhoudingen worden gekozenzodat, zonder het gaspedaal enkoppelingspedaal constant te hoevengebruiken, een gelijkmatige lage snelheid kanworden gehandhaafd.

    Schakel het sperdifferentieel(differentieelvergrendeling) uit zodra eenstevige ondergrond is bereikt.

    WAARSCHUWING

    Met ingeschakelde

    differentieelvergrendeling mag NOOIT harderworden gereden dan 60 km/u. Als met

    ingeschakelde differentieelvergrendelingharder wordt gereden dan 60 km/u, is hetmogelijk dat - met geactiveerd ABS-systeem -onder bepaalde omstandigheden de

    remprestatie achteruit gaat.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    8/16

    Rijtechnieken

    120

    OPRIJDEN VAN STEILE HELLINGENSchakel het sperdifferentieel in. Volg ookALTIJD de rooilijn van de helling - als diagonaalop een helling wordt gereden is het mogelijk dat

    het voertuig zijwaarts de helling afglijdt.Steile hellingen zullen gewoonlijk in de LAGEoverbrengingsverhoudingen moeten wordengenomen. Als op een losse of zachteondergrond wordt gereden, moet in een zohoog mogelijke versnelling voldoende snelheidworden verkregen om te kunnen profiteren vanhet momentum van het voertuig. Een te hogesnelheid bij het oprijden van een helling met een

    ongelijk oppervlak kan tot gevolg hebben datn of meer wielen omhoog komen waardoorhet voertuig tractie kan verliezen. In dit gevalkan een langzame benadering eventueel meersucces hebben. Tractie kan ook wordenverbeterd door het gaspedaal los te laten vlakvoordat de voorwaartse beweging wordtverloren.

    Als het voertuig een heuvel niet op kan klimmen

    zonder dat de motor afslaat, mag op de hellingnooit worden gekeerd. In plaats daarvan moetde volgende procedure worden uitgevoerdzodat tot aan de onderkant van de hellingachteruit wordt gereden.

    1. Houd het voertuig met het rempedaal ende handrem in positie.

    2. Tracht de motor zonodig opnieuw testarten.

    3. Kies de achteruitversnelling in de LAGEoverbrengingsverhoudingen.

    4. Zet de handrem los. Laat vervolgens hetrem- en koppelingspedaal tegelijkertijdlos. Laat het voertuig voorzichtig,achteruit, de helling afrijden waarbij dooraf te remmen op de motor deafdalingssnelheid onder controle moetworden gehouden.

    5. Tenzij het noodzakelijk is om het voertuigstil te zetten teneinde obstakels teoverwinnen, mogen het rem- enkoppelingspedaal gedurende het afdalenNOOIT worden aangeraakt - zelfs als diepedalen licht worden ingedrukt is hetmogelijk dat de voorwielen wordengeblokkeerd waardoor het voertuigonbestuurbaar wordt.

    6. Als het voertuig begint te glijden, moet ietsworden geaccelereerd tot de wielen weergoed contact maken met de grond.

    Zodra weer een stevige ondergrond is bereikt,

    of als de tractie is hersteld is het vaak mogelijkom met een snellere aanloop de heuvel op teklimmen. Neem echter NOOIT onnodigerisico's. Is de helling te moeilijk, volg dan eenalternatieve route.

    WAARSCHUWING

    Tracht NOOIT om achteruit een helling af te

    rijden zonder dat de motor loopt, daar anders

    het remmende effect van de versnellingsbakzal worden verloren.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    9/16

    Rijtechnieken

    121

    AFRIJDEN VAN STEILE HELLINGEN

    WAARSCHUWING

    Als deze instructies niet worden uitgevoerd,is het mogelijk dat het voertuig omkantelt.

    Breng het voertuig minstens nvoertuiglengte voor het begin van de helling,tot stilstand. Kies de 1e versnelling in deLAGE overbrengingsverhoudingen met hetsperdifferentieel ingeschakeld.

    Tenzij het voertuig onvermijdelijk totstilstand moet worden gebracht omobstakels op verantwoordelijke wijze tekunnen nemen, NOOIT het rem- ofkoppelingspedaal gedurende het afdalenaanraken - de snelheid zal door de motoronder controle worden gehouden zodat debeheersing over het voertuig niet wordtverloren zolang de voorwielen blijvendraaien. Als het voertuig begint te schuivenof te glijden, voorzichtig iets accelereren omde richtingsstabiliteit te handhaven. Deremmen mogen NOOIT worden gebruikt.Tracht ook nooit te schakelen.

    Wanneer weer een horizontale ondergrondis bereikt moet het sperdifferentieel weerworden uitgeschakeld. Kies vervolgens dejuiste versnelling voor de volgende etappevan uw rit.

    H3643

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    10/16

    Rijtechnieken

    122

    DWARS OVERSTEKEN VAN EEN HELLING

    WAARSCHUWINGAls deze instructies niet worden uitgevoerd,is het mogelijk dat het voertuig omkantelt.

    Het dwars oversteken van een helling magALLEEN geschieden als de volgendevoorzorgsmaatregelen zijn getroffen:

    Controleer eerst of de ondergrond stevig is

    en of de grond niet glad is. Controleer of de wielen aan de lage kant niet

    in een plotselinge verzakking in de grondkunnen vallen en of de wielen aan de hogekant van het voertuig niet over rotsen,boomwortels of soortgelijke obstakelskunnen lopen daar hierdoor de kantelingplotseling en dramatisch kan wordenvergroot.

    Zorg ervoor dat het gewicht van depassagiers in het voertuig gelijkmatig isverspreid. Tevens moet alle bagage van hetimperiaal zijn verwijderd. Ook alle anderebagage moet altijd zo laag mogelijk wordenvastgemaakt. Nooit vergeten: door eenplotselinge beweging van de lading kan hetvoertuig omkantelen.

    Passagiers achterin het voertuig moetenaan de hoge kant van het voertuigplaatsnemen. Onder extremeomstandigheden dienen zij het voertuig teverlaten tot de helling op veilige wijze isgepasseerd.

    H3634

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    11/16

    Rijtechnieken

    123

    AFRIJDEN VAN EEN 'V'-VORMIGE GEULDit dient zeer voorzichtig te geschieden!Wanneer het voertuig tegen n van dezijwanden van de geul wordt gestuurd is het

    mogelijk dat dit tegen de tegenoverliggendewand komt vast te zitten.

    RIJDEN IN WIELSPORENLaat het voertuig zoveel mogelijk een eigen wegzoeken langs de onderkant van de wielsporen.Het stuurwiel moet echter altijd stevig wordenvastgehouden zodat dit niet vrij kanronddraaien.

    Speciaal als op een natte ondergrond hetstuurwiel wel de gelegenheid wordt gegevenom vrij rond te draaien, kan het erop lijken ofhet voertuig in de wielsporen recht vooruit rijdt.In feite (als gevolg van het gebrek aan tractieveroorzaakt door de natte ondergrond) is hetmogelijk dat de voorwielen geheel naar links ofrechts staan. Zodra door de wielen eengelijkmatige ondergrond of een droog gedeelte

    wordt bereikt, wordt de tractie hersteld en is hetmogelijk dat het voertuig dan plotseling naarlinks of rechts schiet.

    OVERSTEKEN VAN EEN RICHEL

    Altijd een richel onder een rechte hoekbenaderen zodat beide voorwielen tegelijkertijdde richel oversteken - als een richel onder eenhoek wordt benaderd is het mogelijk dat tractiewordt verloren omdat diagonaal tegenoverelkaar geplaatste wielen eventueel tegelijkertijdhet contact met de ondergrond kunnenverliezen.

    H3635

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    12/16

    Rijtechnieken

    124

    OVERSTEKEN VAN EEN SLOOT OFGREPPEL

    Zorg ervoor dat het sperdifferentieel isingeschakeld. Rij vervolgens onder een hoekover de greppel. In dat geval blijven drie wielenaltijd in contact met de grond. Als u onder eenrechte hoek op de sloot of greppel afrijdt zullenbeide voorwielen tegelijkertijd omlaag "vallen"waardoor het chassis en de voorbumper vastkunnen komen te zitten op de andere kant van

    de sloot of greppel.

    DOORWADEN

    WAARSCHUWING

    De maximum geadviseerdedoorwadingsdiepte bedraagt 0,5 m.

    Het elektrische systeem kan ernstig worden

    beschadigd als het voertuig enige tijd stilblijft staan terwijl het waterpeil hoger is dan

    de deurdorpel.

    Als het water waarschijnlijk dieper is dan 0,5 m,dan moeten de volgende voorzorgsmaatregelenworden getroffen:

    Plaats een plastic vel voor de radiatorgrille,zodat water daar niet doorheen kan stromenen de motor dus minder makkelijk kanworden doordrenkt. Ook zal de radiator nietdoor modder worden verstopt.

    Monteer een aftapplug in het vliegwielhuisen het distributiedeksel (uitsluitendvoertuigen met Tdi dieselmotor en "HeavyDuty" wielophanging).

    Controleer of de bodem van de stroom vrij isvan obstakels en stevig genoeg is om hetgewicht van het voertuig te kunnen dragen.Ook moet voldoende tractie wordengeleverd.

    Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de motorboven het water uitsteekt.

    Teneinde te voorkomen dat het elektrische

    systeem wordt doordrenkt en water deluchtinlaat binnen wordt gezogen, moetenhoge motortoerentallen worden vermeden.

    H3636

    H3644

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    13/16

    Rijtechnieken

    125

    Schakel het sperdifferentieel in, kies eenlage versnelling en druk het gaspedaal vergenoeg in zodat de motor niet af kan slaan.Dit is vooral belangrijk als de uitlaatpijp zichonder water bevindt.

    Het water langzaam inrijden en accelererentot een snelheid waarbij een boeggolf wordtgevormd; die snelheid moet wordengehandhaafd.

    De deuren mogen nooit - zelfs niet gedeeltelijk- worden geopend.

    Na doorwaden

    Een korte afstand met het voertuig afleggenen het rempedaal indrukken teneinde tecontroleren of de remmen nog geheeleffectief werken.

    Vertrouw NOOIT op de handrem om hetvoertuig in stationaire positie te houden totde transmissie geheel is gedroogd; in detussentijd moet het voertuig in eenversnelling worden geparkeerd.

    Verwijder de aftapplug uit hetdistributiedeksel (indien geplaatst).Verwijder ook eventueel beschermendmateriaal dat vr de radiatorgrille isgeplaatst.

    Als het water bijzonder modderig was,moeten eventuele verstoppingen (modderen bladeren) uit de radiator wordenverwijderd teneinde oververhitting tevoorkomen.

    Als regelmatig door diep water moet wordengereden, moet alle olie gecontroleerdworden op water-vervuiling - vervuilde,gemulgeerde olie is makkelijk herkenbaaraan het "melkachtige" uiterlijk. Tevens moetworden gecontroleerd of in hetluchtfilter-element water is doorgedrongen.Een nat filter moet worden vervangen -zonodig dient u het advies in de winnen vaneen Land Rover dealer/officieelgeautoriseerde reparateur.

    Als vaak in zout water wordt gereden,moeten de componenten onder de auto enaangetaste carrosseriepanelen met zoetwater goed worden gereinigd.

    N.B.: Voertuigen waarmee regelmatig diepestromen moeten worden doorwaden, moeten

    vaker worden onderhouden. Vraag een Land

    Rover dealer/officieel geautoriseerde

    reparateur om advies.

    Doorwadingspluggen*

    WAARSCHUWING

    Uit veiligheidsoogpunt NOOIT onder hetvoertuig werken tenzij dit eerst veilig is

    geparkeerd, wielblokken zijn geplaatst of deauto op zware assteunen rust.

    Als diepe stromen of plassen moeten wordendoorwaad, moeten het distributiedeksel en

    vliegwielhuis worden afgedicht teneinde hetbinnendringen van modder en water tevoorkomen. Plaats de pluggen. Deze behorenbij de gereedschapsuitrusting. Onmiddellijk nahet doorwaden moeten de pluggen wordenverwijderd. Wordt het voertuig langere tijd indiepe modder gebruikt, of wordt vrijwelconstant door water gereden, dan moeten diedoorwadingspluggen toch periodiek worden

    verwijderd.

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    14/16

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    15/16

    127

    Door eigenaar uit te voeren onderhoud

    Onderhoud

    ROUTINE-ONDERHOUD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129DOOR EIGENAAR UIT TE VOERENONDERHOUD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130VEILIGHEID IN DE GARAGE. . . . . . . . . . . . . . . . 131

    EMISSIEREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132WEGTESTDYNAMOMETERS ("rolbanen") . . . . . 132

    Motorkapopening

    MOTORKAPOPENING (Td5 modellen) . . . . . . . . 133

    Motorruimte

    Td5 DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134Tdi DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135

    Motorolie

    CONTROLEREN EN BIJVULLEN. . . . . . . . . . . . . 136

    Koelsysteem

    KOELVLOEISTOF CONTROLEREN ENBIJVULLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138ANTIVRIES. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139

    Brandstof-systeem

    BRANDSTOFVOCHTAFSCHEIDER(Tdi motoren). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140

    BRANDSTOFFILTER(Td5 motoren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140

    Remmen

    REMVLOEISTOF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141

    Koppeling

    KOPPELINGSVLOEISTOF. . . . . . . . . . . . . . . . . . 143

    Met stuurbekrachtiging

    STUURBEKRACHTIGINGSVLOEISTOF . . . . . . . . 144

    Sproeiers

    RUITENSPROEIERRESERVOIR BIJVULLEN. . . . 146SPROEIERBUISJES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147

    Wisserbladen

    WISSERBLADEN VERVANGEN . . . . . . . . . . . . . 148

    Accu

    ACCU - VEILIGHEID. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149

    ACCU - ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150

  • 7/29/2019 6- LR Defender 03 Rijden in Het Terrein

    16/16

    Banden

    ONDERHOUD VAN UW BANDEN . . . . . . . . . . . 153SNEEUWKETTINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155

    Reiniging & verzorging van voertuig

    WASSEN VAN UW VOERTUIG . . . . . . . . . . . . . 157REINIGEN VAN HET INTERIEUR . . . . . . . . . . . . 158

    Identificatienummers

    VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER (VIN) . . . . 160

    Onderdelen & accessoires

    DERDELEN EN ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . 161KLANTENNAZORG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162