4.Woordvolgorde in Een Hoofdzin
-
Upload
anda-cernica -
Category
Documents
-
view
5 -
download
0
description
Transcript of 4.Woordvolgorde in Een Hoofdzin
![Page 1: 4.Woordvolgorde in Een Hoofdzin](https://reader036.fdocuments.nl/reader036/viewer/2022082518/563db8d8550346aa9a977d40/html5/thumbnails/1.jpg)
Woordvolgorde in een hoofdzin.
A. In een gewone zin: subject op de eerste plaats-verbum op de tweede plaats!
Ik ga naar de film .Mijn zus werkt in een school.De film duurt 3 uur.
Subject Verbum rest
B. Zin begint niet met subject: inversie:
Morgen vertrekken wij naar Parijs.In Parijs eten wij in een restaurantIn het weekend ben ik vrij.Op het boek schrijft zij haar naam.Vanavond ben ik vrij.Om 8 uur ga ik naar de film.Morgen ga jij naar Spanje.Vandaag heb jij les.In het weekend werkt hij ook.’s Middags eten wij in het restaurant.Om 9 uur begint de les.
Verbum Subject rest
![Page 2: 4.Woordvolgorde in Een Hoofdzin](https://reader036.fdocuments.nl/reader036/viewer/2022082518/563db8d8550346aa9a977d40/html5/thumbnails/2.jpg)
Verbum op de tweede plaats , subject na het verbumC. In een vraag: inversie: verbum op de eerste plaats, subject na het
verbum.
-een ja/nee vraag : verbum + subject
Ga jij naar de film?Bent u getrouwd?Hebben zij een auto?Voetbalt hij in het weekend?
Verbum Subject rest ?
-een vraag met een vraagwoord: vraagwoord + verbum + subject
Waar komen jullie vandaan?Hoelang duurt de film?Wanneer gaat zij naar Parijs?Wie ben jij?
Vraagwoord Verbum Subject rest?