4.8.4.1 Vogels 1• Huismus • Merel• Kauw• Spreeuw • Wilde eend• Kokmeeuw• Ekster• Kievit• Torenvalk• Buizerd

‘Ieder vogel zingt zoals het gebekt is’.

‘De vogel is gevlogen’.

2• Roodborst• Koolmees• Pimpelmees• Vink• Grote bonte specht• Zwarte kraai• Boerenzwaluw• Fuut• Scholekster• Houtduif

‘Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht’.

Huismus

‘Hij is een echte huismus’.‘Iemand blij maken met een dode mus’.‘De mussen vallen (dood) van de daken’.

• Zangvogel, behoort tot de familie van de mussen.

• Man en vrouw verschillend. Op de afbeelding staat de man vooraan, hij heeft een zwarte keel.

• Vogels die in de buurt van mensen wonen. Ongeveer dertig jaar geleden de meest voorkomende soort in Nederland. Tegenwoordig veel minder algemeen, o.a. doordat mensen hun huizen isoleren. Daardoor is nestelgelegenheid verloren gegaan.

• Voedsel: zaden van planten.

• Aantal broedparen: ± 80.000

Merel • Zangvogel, hoort bij de lijsterachtigen.

• Man en vrouw verschillend. Op de

afbeelding vlnr een onvolwassen merel, een mannetje en vrouwtje. Vliegend, de man.

• De merel is de meest voorkomende broedvogel in Nederland.

• Voedsel: wormen, insecten, zaden, vruchten.

• Aantal broedparen: ± 700.000

• Jaarvogel

Kauw • Behoort tot de kraaiachtigen.

• Er is geen verschil tussen een mannetje en een vrouwtje.

• Alleseter

• Is vernoemd naar zijn roep.

• Biotoop: Akkers, bos, park en tuin, stedelijk gebied, weiden

• Aantal broedparen: ± 220.000 paar

Spreeuw

‘Spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten’.

• Man en vrouw niet van elkaar te onderscheiden.

• De spreeuw is een ‘alleseter’.

• Aantal broedparen: ± 700.000.

• In het najaar zoeken spreeuwen elkaar op en kunnen groepen vormen van wel 100.000 exemplaren.

• In de winter verblijven in Nederland spreeuwen uit Oost-Europa.

Wilde eend

‘Een vreemde eend in de bijt’.

• In Nederland de meest voorkomende eendensoort.

• Aantal broedparen: ± 150.000

• Er kunnen wel 12 eieren gelegd

worden.

• Het vrouwtje broedt de eieren alleen uit en zoekt met de pullen het dichtst bijzijnde water op.

• Het mannetje heeft soms een wit gekleurde band om de nek.

Kokmeeuw • Man en vrouw gelijk. • In de zomer met een zwarte en in de

winter met een witte kop.• Kleiner dan storm- en zilvermeeuw.• Legt drie eieren, meestal op de grond

op wat bij elkaar gezochte plantendelen.

• Aantal broedparen: ± 80.000

Ekster • De ekster behoort tot de kraai-

achtigen.

• Man en vrouw niet van elkaar te onderscheiden.

• Een paartje maakt een nest meestal hoog in een boom.

• Aantal broedparen: ± 50.000

• Sommige ekster verzamelen glinsterende voorwerpen die ze meenemen naar hun nest.

Kievit

‘Hij loopt als een kievit!’

• Man en vrouw bijna niet van elkaar te onderscheiden.

• Eet vooral wormen.

• Legt twee tot vier eieren in een zelf gemaakt kuiltje in een weiland.

• Als het vriest en de grond ondoordringbaar wordt vliegt de kievit naar warmere landen.

• Aantal broedparen: ± 60.000

Torenvalk

‘Elk meent zijn uil een valk te zijn’.

• Echte muizeneter.

• ‘Bidt’ vaak terwijl de valk speurt naar het pies-spoor van een veldmuis.

• Broedt vaak in nestkasten.

• Krijgt vier tot zes jongen.• Aantal broedparen: ± 10.000

Buizerd

• Meest voorkomende roofvogel in Nederland.

• Verenkleed kan wisselend zijn, van heel donker tot heel licht.

• Eet vooral muizen (3.8.5.1) maar ook andere kleine zoogdieren.

• Broedt in bomen.

• Aantal broedparen: ± 15.000