Elektrische installaties elektrische schema’s tekenen, lezen en interpreteren.

De leerlingen bepalen a.d.h.v. het elektrisch schema welk deel van de installatie ze moeten uitschakelen, zodanig dat ze spanningsvrij kunnen werken.

De leerlingen bepalen a.d.h.v. het elektrisch schema waar de lastscheidings-, scheidings-, vermogen-, en aardingschakelaar zich bevinden.

De leerlingen bepalen de functie van de cellen van de middenspanningscabine aan de hand van de symbolen op het elektrisch schema.

de verschillende elektrische symbolen herkennen en gebruiken.

De leerlingen bepalen a.d.h.v. het elektrisch schema waar de lastscheidings-, scheidings-, vermogen-, en aardingsschakelaar zich bevinden.

De leerlingen benoemen de cellen op het elektrisch schema. omgaan met persoonlijke beschermingsmiddelen.

De leerlingen gebruiken de PBM tijdens het in- en uitschakelen van de installatie. verantwoord met elektrische energie omgaan.

De leerlingen onderzoeken waar de spanning zich bevindt en welke maatregelen zij kunnen/moeten nemen om het risico op elektrocutie zo klein mogelijk te houden.

De leerlingen passen de vitale 5 toe bij het in- en uitschakelen van de installatie.

De leerlingen onderzoeken de fouten die hun collega gemaakt heeft en bepalen welke stappen hij had moeten nemen om deze te vermijden.

De leerlingen verduidelijken de gegevens van de kenplaat van de middenspanningstransformator.

de beroepsmogelijkheden van de industrieel elektrotechnisch installateur illustreren.

De leerlingen ondervinden a.d.h.v. de theorie en de praktijk dat werkzaamheden aan een middenspanningscentrale een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt en extra opleiding vergt.

De leerlingen ontdekken de brede mogelijkheden van hun studierichting. de distributie van elektrische energie toelichten.

De leerlingen krijgen een situatieschets van het hoog-, midden- en laagspanningsnet en hun eigenaars.

De leerlingen bespreken de opbouw en de beheerders van het energienet.

De leerlingen zorgen ervoor dat ze de huizen steeds van elektriciteit voorzien wanneer ze een deel van het net zonder spanning moeten zetten. Ze doen dit door de huizen te voeden langs een ander deel van het net.

de vrijgemaakte energiemarkt toelichten.

De leerlingen krijgen een situatieschets van het hoog-, midden- en laagspanningsnet en hun eigenaars.

De leerlingen bespreken de opbouw en de beheerders van het energienet.

de principiële werking en de constructieve eigenschappen van transformatoren toelichten.

De leerlingen bekijken een middenspanningstransformator. Hierbij zijn de wikkelingen en de kern gescheiden van de kuip. De leerlingen kunnen nu zowel de kuip met isolatoren en aansluitingen bekijken, als de wikkelingen, het sterpunt en barenstel.

De leerlingen verduidelijken of het een eenfasige of driefasige transformator is.

De leerlingen duiden aan waar de secundaire en waar de primaire spoel zich bevind.

De leerlingen verduidelijken of de secundaire in ster of in driehoek geschakeld is.

De leerlingen bekijken de opbouw en verklaren het gebruik van een houten skelet, gelamelleerde kern, doorsnede verschil tussen de aluminium- en koperbaren, het doel van de koelolie en functie van de standenschakelaar.

de werking en de functie van de verschillende componenten uitleggen.

De leerlingen verduidelijken de functie en de verschillen voor de lastscheidingschakelaar, scheidingschakelaar, vermogenschakelaar en aardingschakelaar.

De leerlingen bespreken het doel en de werking van de spannings- en stroomtransformator die gebruikt worden als meetinstrument.

het toepassingsgebied van de verschillende energiekabels duiden.

De leerlingen bekijken de verschillende energiekabels, zowel bovengrondse-, ondergrondse-, hoog-, midden-, en laagspanningskabels.

De leerlingen bespreken de gelijkenissen en verschillen tussen deze kabels.

De leerlingen voeren zelf een aftakkingen van het laagspanningsnet uit.

De leerlingen bespreken de verschillende kabels die men onder de grond kan tegenkomen a.d.h.v. een didactische opstelling van een ondergronds net.

kennis nemen en omgaan met de bedrijfscultuur.

De leerlingen komen in contact met het bedrijfsleven door op een werkdag binnen het bedrijf Eandis te werken

De leerlingen passen hun gedrag aan binnen het bedrijf.

De leerlingen tonen dat zij de elementaire vormen van beleefdheid beheersen. veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen.

De leerlingen volgen de vitale 5 bij het in- en uitschakelen van de middenspanning.

De leerlingen letten er op, net zoals in de praktijk, dat hun collega geen veiligheidsstappen overslaat.

geschikt gereedschap en PBM kiezen en correct gebruiken.

De leerlingen gebruiken de isolatiestok en meetstok volgens de instructies.

De leerlingen schakelen de lastscheidingsschakelaar, scheidingsschakelaar, vermogenschakelaar en aardingsschakelaar op de juiste wijze.

de nodige beschermingsmiddelen uitkiezen.

De leerlingen gebruiken de juiste PBM en PBM.

De leerlingen volgen de veiligheidsprocedures.

tekeningen lezen en interpreteren.

De leerlingen bepalen a.d.h.v. het elektrisch schema welk deel van de installatie ze moeten uitschakelen, zodanig dat ze spanningsvrij kunnen werken.

De leerlingen bepalen a.d.h.v. het elektrisch schema waar de lastscheidings-, scheidings-, vermogen-, en aardingschakelaar zich bevinden.

De leerlingen benoemen de cellen op het elektrisch schema.

het werkingsgebied van automaten/toestellen herkennen.

De leerlingen verduidelijken over welk component het gaat (lastscheider, scheider, vermogenschakelaar of aardingsschakelaar, meszekeringen, …) het gaat, zowel a.d.h.v. symbolen als de effectieve schakelaar.

De leerlingen verduidelijken de functie en de verschillen voor de lastscheidingschakelaar, scheidingschakelaar, vermogenschakelaar en aardingschakelaar.

verbindingstechnieken toepassen

De leerlingen voeren zelf een aftakkingen van het laagspanningsnet uit.