386 ROSS:‘Signalering Problemen Jeugd Moet Beter’

1
jeugdzorg 95 zorg & financiering > 3-2006 Nog meer geld Ross laat in de brief weten indien nodig nog meer geld uit te trekken om de wachttijden fors korter te maken. Daaraan verbindt ze wel voor- waarden. Zo moeten provincies hun plan van aanpak baseren op een goede analyse van de provinciale situatie. Verder moeten ze zichtbaar maken welke afspraken ze maken met gemeen- ten over een wederzijdse en afgestemde inzet. De provincies moeten ook een inschatting maken van de te verwachten groei aan jeugdzorg en aangeven hoeveel kinderen ze extra helpen voor het extra geld. Ross maakt verder duidelijk dat provincies die geen prestaties leveren ook geen extra geld ontvangen. Aanwijzing Om de voortgang van wachtlijstaanpak te vol- gen, wil Ross dat de provincies haar ieder kwar- taal over de voortgang informeren. Mochten provincies onvoldoende inzet tonen, dan zal ze de provincie hierop aanspreken, desnoods in de vorm van een aanwijzing. ‘Ik ga hier niet van uit, omdat ik weet dat provincies en sector ook weten hoe belangrijk het is dat de wachttijden met spoed worden teruggedrongen’, aldus Ross. Ross schrijft in de brief ook een (financiële) impuls te willen geven aan de terugdringing van het aantal jongeren dat wacht op zorg in de jeugd-GGZ. Momenteel werkt VWS samen met GGZ Nederland en Zorgverzekeraars Nederland aan een plan van aanpak. Bron: Ministerie van VWS, 20 maart 2006< 386 ross: ‘signalering problemen jeugd moet beter’ Professionals in het jeugdveld moeten proble- men eerder en beter signaleren, waardoor ze gerichter zorg kunnen bieden. De ingezette zorg moet effectief zijn. Dat vindt Staatssecre- taris Ross. Ze reageert op het rapport van de Inventgroep over vroegsignalering. De Inventgroep stelde vorig jaar in haar rapport dat te vaak kinderen en jongeren bij het bureau jeugdzorg terechtkomen, terwijl ze daar niet thuishoren. Uit cijfers blijkt dat in 2004 45 pro- cent van de aangemelde kinderen en jongeren bij bureau jeugdzorg geen gespecialiseerde jeugdzorg nodig heeft. Zij kunnen geholpen worden met een lichtere vorm van zorg door bij- voorbeeld de jeugdgezondheidszorg of het alge- meen maatschappelijk werk. Ross schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat deze situatie beter kan. Zij wil dat kinderen en hun ouders passende hulp krijgen, op tijd en bij voorkeur in de eigen omgeving. Voorkomen moet worden dat deze kinderen van het kastje naar de muur worden gestuurd en dat de over- bodige toestroom van kinderen naar de bureaus jeugdzorg de wachtlijsten daar doen stijgen. Betere en vroegtijdige signalering en passende effectieve interventies moeten het tij keren. Hier zet Ross op in. Ross wil dat er een dekkend aan- bod van effectieve instrumenten en program- ma’s is voor het hele jeugdveld dat toegankelijk is voor alle professionals. Daarom heeft ze in januari het startschot gegeven voor de databank www.jeugdinterventies.nl. In Nederland wordt er nu nog te weinig gewerkt met effectieve sig- naleringsinstrumenten en interventies. Het hui- dige instrumentarium wordt niet of nauwelijks getoetst op effectiviteit. Daarom heeft Ross aan ZonMw gevraagd in kaart te brengen op welke terreinen nog effectieve signaleringsinstrumen- ten en interventies ontwikkeld moeten worden. Op basis hiervan zullen onderzoeksprogram- ma’s gestart worden, zodat professionals in het jeugdveld hun werk effectief kunnen doen. Hierdoor kunnen kinderen vroeger en adequater geholpen worden: op tijd en op maat. Bron: persbericht Ministerie van VWS, 15 maart 2006<

Transcript of 386 ROSS:‘Signalering Problemen Jeugd Moet Beter’

Page 1: 386 ROSS:‘Signalering Problemen Jeugd Moet Beter’

jeugdzorg

95zorg & financiering > 3-2006

Nog meer geld

Ross laat in de brief weten indien nodig nogmeer geld uit te trekken om de wachttijden forskorter te maken. Daaraan verbindt ze wel voor-waarden. Zo moeten provincies hun plan vanaanpak baseren op een goede analyse van deprovinciale situatie. Verder moeten ze zichtbaarmaken welke afspraken ze maken met gemeen-ten over een wederzijdse en afgestemde inzet.De provincies moeten ook een inschattingmaken van de te verwachten groei aan jeugdzorgen aangeven hoeveel kinderen ze extra helpenvoor het extra geld. Ross maakt verder duidelijkdat provincies die geen prestaties leveren ookgeen extra geld ontvangen.

Aanwijzing

Om de voortgang van wachtlijstaanpak te vol-gen, wil Ross dat de provincies haar ieder kwar-taal over de voortgang informeren. Mochtenprovincies onvoldoende inzet tonen, dan zal zede provincie hierop aanspreken, desnoods in devorm van een aanwijzing. ‘Ik ga hier niet van uit,omdat ik weet dat provincies en sector ook wetenhoe belangrijk het is dat de wachttijden metspoed worden teruggedrongen’, aldus Ross. Ross schrijft in de brief ook een (financiële)impuls te willen geven aan de terugdringing vanhet aantal jongeren dat wacht op zorg in dejeugd-GGZ. Momenteel werkt VWS samen metGGZ Nederland en Zorgverzekeraars Nederlandaan een plan van aanpak.Bron: Ministerie van VWS, 20 maart 2006<

386 ross: ‘signalering problemen jeugd moet beter’

Professionals in het jeugdveld moeten proble-men eerder en beter signaleren, waardoor zegerichter zorg kunnen bieden. De ingezettezorg moet effectief zijn. Dat vindt Staatssecre-taris Ross. Ze reageert op het rapport van deInventgroep over vroegsignalering.

De Inventgroep stelde vorig jaar in haar rapportdat te vaak kinderen en jongeren bij het bureaujeugdzorg terechtkomen, terwijl ze daar nietthuishoren. Uit cijfers blijkt dat in 2004 45 pro-cent van de aangemelde kinderen en jongerenbij bureau jeugdzorg geen gespecialiseerdejeugdzorg nodig heeft. Zij kunnen geholpenworden met een lichtere vorm van zorg door bij-voorbeeld de jeugdgezondheidszorg of het alge-meen maatschappelijk werk.Ross schrijft in een brief aan de Tweede Kamerdat deze situatie beter kan. Zij wil dat kinderenen hun ouders passende hulp krijgen, op tijd enbij voorkeur in de eigen omgeving. Voorkomenmoet worden dat deze kinderen van het kastjenaar de muur worden gestuurd en dat de over-

bodige toestroom van kinderen naar de bureausjeugdzorg de wachtlijsten daar doen stijgen. Betere en vroegtijdige signalering en passendeeffectieve interventies moeten het tij keren. Hierzet Ross op in. Ross wil dat er een dekkend aan-bod van effectieve instrumenten en program-ma’s is voor het hele jeugdveld dat toegankelijkis voor alle professionals. Daarom heeft ze injanuari het startschot gegeven voor de databankwww.jeugdinterventies.nl. In Nederland wordter nu nog te weinig gewerkt met effectieve sig-naleringsinstrumenten en interventies. Het hui-dige instrumentarium wordt niet of nauwelijksgetoetst op effectiviteit. Daarom heeft Ross aanZonMw gevraagd in kaart te brengen op welketerreinen nog effectieve signaleringsinstrumen-ten en interventies ontwikkeld moeten worden.Op basis hiervan zullen onderzoeksprogram-ma’s gestart worden, zodat professionals in hetjeugdveld hun werk effectief kunnen doen.Hierdoor kunnen kinderen vroeger en adequatergeholpen worden: op tijd en op maat.Bron: persbericht Ministerie van VWS, 15 maart 2006<

ZenF-0306-cyaan.qxd 14-4-2006 9:26 Pagina 95