377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf ·...

32
OVERLANDER Gebruikershandleiding

Transcript of 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf ·...

Page 1: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

OVERLANDER™Gebruikershandleiding

Page 2: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijenAlle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.Garmin®, het Garmin logo en inReach® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. BC™, Garmin Express™, Garmin Explore™, myTrends™ en Overlander™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple®, iPhone® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het merk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen. Foursquare® is een handelsmerk van Foursquare Labs, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. HD Radio™ technologie is geproduceerd onder licentie van iBiquity Digital Corporation. Ga naar http://patents.dts.com/ voor patenten. HD Radio™ en de HD, HD Radio, en "Arc" logo's zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van iBiquity Digital Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. HISTORY® en het H logo zijn handelsmerken van A+E Networks en zijn beschermd in de Verenigde Staten en andere landen over de hele wereld. Alle rechten voorbehouden. Gebruikt met toestemming. iOverlander™ is een handelsmerk van iOverlander. microSD® is een handelsmerk van SD-3C. PlanRV™ is het handelsmerk van TruckDown Info International, Inc. TripAdvisor® is een geregistreerd handelsmerk van TripAdvisor LLC. Ultimate Campgrounds is een handelsmerk van The Ultimate Public Campground Project. Wi‑Fi® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

Page 3: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

InhoudsopgaveAan de slag..................................................................... 1Overzicht van het toestel ............................................................ 1Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten.................. 1Het toestel in- of uitschakelen.....................................................1GPS-signalen ontvangen............................................................ 2Startscherm................................................................................ 2

Een app openen.................................................................... 2Snelkoppelingen toevoegen aan het startscherm.................. 2Meldingen weergeven............................................................ 2Statusbalkpictogrammen....................................................... 2

Het aanraakscherm gebruiken....................................................2De helderheid van het scherm aanpassen................................. 2Voertuigprofielen............................................................ 3Autoprofiel ...................................................................................3Een voertuigprofiel toevoegen.................................................... 3Een voertuigprofiel selecteren.................................................... 3Een voertuigprofiel bewerken..................................................... 3Functies voor het waarschuwen van de bestuurder....................................................................... 3Waarschuwingssignalen voor de bestuurder in- of uitschakelen................................................................................ 4Roodlichtcamera's en flitsers ...................................................... 4Straatnavigatie................................................................ 4Routes........................................................................................ 4Een route starten........................................................................ 4

Een route starten op de kaart ................................................ 4Naar huis navigeren............................................................... 4

Uw thuislocatie bewerken................................................. 4Uw route op de kaart .................................................................. 4

Geavanceerde rijbaanassistentie .......................................... 5Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken............................ 5De gehele route op de kaart weergeven................................ 5

Aankomst bij uw bestemming..................................................... 5Parkeren bij uw bestemming..................................................5

Uw actieve route wijzigen........................................................... 5Een locatie aan uw route toevoegen..................................... 5Uw route aanpassen.............................................................. 5Een omweg maken................................................................ 5De routeberekeningsmodus wijzigen..................................... 6

De route stoppen........................................................................ 6Routesuggesties gebruiken........................................................ 6Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden.................... 6

Files op uw route vermijden................................................... 6Tolwegen vermijden............................................................... 6Tolvignetten vermijden........................................................... 6Punten vermijden op de route ................................................ 6Milieuzones vermijden........................................................... 6Aangepast vermijden............................................................. 6

Een weg vermijden............................................................6Een gebied vermijden....................................................... 7Een eigen te vermijden punt uitschakelen........................ 7Eigen te vermijden punten verwijderen............................. 7

Locaties zoeken en opslaan.......................................... 7Nuttige punten............................................................................ 7

Naar een Garmin Explore locatie navigeren.......................... 7Een locatie zoeken op categorie ............................................ 7

Zoeken binnen een categorie ........................................... 7Campings zoeken.................................................................. 7

Camperterreinen zoeken...................................................7Ultimate Campgrounds nuttige punten vinden....................... 7Camperservices zoeken........................................................ 7Nationale parken zoeken....................................................... 7

De voorzieningen in nationale parken verkennen............. 8iOverlander™ nuttige punten vinden..................................... 8HISTORY® nuttige punten vinden......................................... 8Foursquare.............................................................................8

Foursquare nuttige punten zoeken................................... 8TripAdvisor®.......................................................................... 8

TripAdvisor nuttige punten vinden.................................... 8Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie ................ 8

Een locatie verkennen.......................................................8Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk ....................... 8Een adres zoeken....................................................................... 9Locatiezoekresultaten................................................................. 9

Locatiezoekresultaten weergeven op de kaart ...................... 9Het zoekgebied wijzigen............................................................. 9Eigen nuttige punten................................................................... 9

POI Loader installeren........................................................... 9Eigen nuttige punten zoeken............................................... 10

Parkeerplaats ............................................................................10Parkeergelegenheid zoeken in de buurt van uw huidige locatie ...................................................................................10Betekenis van parkeerkleuren en -symbolen....................... 10

Zoekfuncties ............................................................................. 10Een kruispunt zoeken.......................................................... 10Een stad zoeken.................................................................. 10Een locatie zoeken met behulp van coördinaten................. 10

Recent gevonden locaties bekijken.......................................... 10De lijst met recent gevonden locaties wissen...................... 10

De huidige locatiegegevens weergeven................................... 10Nooddiensten en tankstations vinden.................................. 10Routebeschrijving naar uw huidige locatie .......................... 10

Een snelkoppeling toevoegen.................................................. 10Een snelkoppeling verwijderen............................................ 10

Locaties opslaan....................................................................... 10Een locatie opslaan..............................................................10Uw huidige locatie opslaan.................................................. 10Een opgeslagen locatie bewerken....................................... 11Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen............ 11Een opgeslagen locatie verwijderen.................................... 11

De wegenkaart gebruiken............................................ 11Kaartfuncties ............................................................................. 11

Een kaartfunctie weergeven................................................ 11Verderop................................................................................... 11

Naderende locatie weergeven............................................. 11De categorieën verderop aanpassen................................... 11

Waarschuwings- en gevarensymbolen..................................... 12Beperkingen......................................................................... 12Waarschuwingen over de wegomstandigheden.................. 12Waarschuwingen................................................................. 12

Reisinformatie ........................................................................... 12Reisgegevens op de kaart weergeven................................ 12

De reisgegevensvelden aanpassen................................ 12De pagina met reisinformatie weergeven............................ 12Het reislog weergeven......................................................... 12Reisinformatie herstellen..................................................... 12

Verkeersproblemen op uw route weergeven............................ 12Verkeersinformatie op de kaart weergeven......................... 12Verkeersproblemen zoeken................................................. 12

De kaart aanpassen..................................................................13De kaartlagen aanpassen.................................................... 13Het kaartgegevensveld aanpassen..................................... 13Het kaartperspectief wijzigen............................................... 13

Offroad-navigatie.......................................................... 13Garmin Explore......................................................................... 13

Aanmelden bij een Garmin Explore account ....................... 13Kaart .................................................................................... 13

Garmin Explore kaarten downloaden.............................. 13

Inhoudsopgave i

Page 4: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Kaartgegevens filteren.................................................... 13Garmin Explore kaartinstellingen.................................... 13Een waypoint maken....................................................... 14Een route maken............................................................. 14

Bibliotheek........................................................................... 14Uw bibliotheek weergeven.............................................. 14Naar een opgeslagen locatie navigeren......................... 14Een verzameling maken..................................................14Verzamelingen bekijken.................................................. 14

Garmin Explore accountgegevens synchroniseren............. 14GPX-bestanden importeren met een geheugenkaart .......... 14GPX-bestanden exporteren met een geheugenkaart .......... 14

Sporen vastleggen.................................................................... 14Interval van een spoor wijzigen........................................... 14De functie Tracking stoppen................................................ 15

Pitch & Roll ............................................................................... 15Pitch en roll kalibreren......................................................... 15Waarschuwingshoeken aanpassen..................................... 15Waarschuwingen voor de waarschuwingshoek in- of uitschakelen......................................................................... 15

Hoogtemeter, barometer en kompas weergeven..................... 15Het kompas kalibreren......................................................... 15

inReach afstandsbediening......................................... 15Verbinding maken met een inReach toestel ............................. 15Een inReach bericht verzenden............................................... 15SOS.......................................................................................... 16

Een SOS-reddingsactie initiëren.......................................... 16Een SOS-noodoproep annuleren........................................ 16

Handsfree bellen.......................................................... 16Uw telefoon koppelen............................................................... 16

Tips na het koppelen van de toestellen............................... 16Extra Bluetooth toestellen koppelen.................................... 16

Telefoneren...............................................................................16Een oproep ontvangen............................................................. 16De gespreksopties gebruiken................................................... 16Een telefoonnummer als voorinstelling instellen...................... 17Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken...................... 17Een gekoppeld Bluetooth toestel verwijderen.......................... 17Een gekoppelde telefoon verwijderen...................................... 17Verkeersinformatie....................................................... 17Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger ................................................... 17Verkeersinformatie inschakelen................................................17Verkeersinformatie op de kaart weergeven.............................. 17

Verkeersproblemen zoeken................................................. 17Spraakopdracht............................................................ 17De activeerzin instellen............................................................. 18Spraakopdrachten activeren..................................................... 18Tips voor spraakopdrachten..................................................... 18Een route starten met een spraakopdracht .............................. 18Instructies dempen................................................................... 18De apps gebruiken....................................................... 18De gebruikershandleiding op uw toestel weergeven................ 18Recente routes en bestemmingen weergeven......................... 18Overlander instellingen............................................... 18Navigatie-instellingen................................................................18

Kaart- en voertuiginstellingen.............................................. 18Kaarten inschakelen........................................................18

Instellingen voor routevoorkeur ........................................... 18Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder ...................... 19Verkeersinstellingen.............................................................19

Draadloze Bluetooth technologie inschakelen.......................... 19Verbinding maken met een draadloos netwerk ........................ 19Scherminstellingen................................................................... 19

Instellingen voor geluid en meldingen...................................... 19Volume van geluid en meldingen aanpassen...................... 19

Locatieservices in- of uitschakelen........................................... 19De taal instellen........................................................................ 19Datum- en tijdinstellingen......................................................... 20Toestelinstellingen.................................................................... 20De instellingen herstellen......................................................... 20Gegevens en instellingen herstellen......................................... 20Toestelinformatie......................................................... 20Informatie over regelgeving en compliance op e-labels weergeven................................................................................ 20Specificaties ..............................................................................20Het toestel opladen................................................................... 20Onderhoud van het toestel.......................................... 20Garmin Support Center .............................................................20Kaarten en software bijwerken via een Wi‑Fi netwerk.............. 20Kaarten en software bijwerken met Garmin Express............... 21

Garmin Express installeren.................................................. 21Toestelonderhoud..................................................................... 21

De behuizing schoonmaken................................................ 22Het aanraakscherm schoonmaken...................................... 22Diefstalpreventie .................................................................. 22

De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen............... 22Het toestel herstellen................................................................ 22Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen...................... 22

De steun van de zuignap verwijderen.................................. 22De zuignap van de voorruit halen........................................ 22

Problemen oplossen.................................................... 22De zuignap blijft niet op de voorruit zitten................................. 22De steun houdt mijn toestel niet op zijn plaats als ik rijd .......... 22Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen............................. 22Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto ........................... 22De batterij blijft niet erg lang opgeladen................................... 22Mijn toestel maakt geen verbinding met mijn telefoon.............. 23Appendix....................................................................... 23Achteruitrijcamera's .................................................................. 23

Een BC™ 35 achteruitrijcamera koppelen met een Garmin navigatietoestel .................................................................... 23Opnamen van de achteruitrijcamera weergeven................. 23

Schakelen tussen camera's ............................................ 23Verbinding maken met een draadloos scherm......................... 23Gegevensbeheer ...................................................................... 23

Informatie over geheugenkaarten........................................ 23Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens............................................................................. 23De geheugenkaart formatteren............................................ 23Het toestel aansluiten op uw computer ................................ 24Gegevens van uw computer overzetten.............................. 24

Extra kaarten kopen..................................................................24Accessoires aanschaffen.......................................................... 24Index.............................................................................. 25

ii Inhoudsopgave

Page 5: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Aan de slag WAARSCHUWING

Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

1 Update de kaarten en software op uw toestel (Kaarten en software bijwerken via een Wi‑Fi netwerk, pagina 20).

2 Stel een Garmin Explore™ account in (Garmin Explore, pagina 13).

3 Bevestig het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de voeding (Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten, pagina 1).

4 Stel een voertuigprofiel in (Voertuigprofielen, pagina 3).5 Navigeer naar uw bestemming (Een route starten,

pagina 4).

Overzicht van het toestel

Microfoon voor handsfree bellen

Volumeregeling

Aan-uitknop

Micro-USB stroom- en datapoort

Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens

3,5 mm audio-aansluiting

Interface magnetische steun met 14-pins connector

Luidspreker

Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten

WAARSCHUWINGDit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.Het toestel en de steun bevatten magneten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen magneten interferentie veroorzaken met sommige interne medische en elektronische apparatuur, zoals pacemakers, insulinepompen of harde schijven in

laptopcomputers. Houd het toestel uit de buurt van medische en elektronische apparatuur.

Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden.1 Maak de kogelsteunadapter van 1 inch aan de

magnetische steun vast met de meegeleverde schroeven .

2 Maak de voorruit en de zuignap schoon en droog met een pluisvrije doek.

3 Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel rechtsom.

4 Breng de bal van de zuignapsteun en de bal van de magnetische steun in één lijn met de arm met twee aansluitingen .

5 Draai de knop een beetje vast.6 Draai indien nodig de steun met stroomvoorziening zodat het

Garmin® logo rechtop staat en stel de steun af voor een betere weergave en bediening.

7 Draai de knop aan om de steun vast te zetten.8 Steek de voertuigvoedingskabel in de aansluitpoort op de

steun.

9 Plaats de achterzijde van het toestel tegen de steun.10Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een

stroomvoorziening in uw auto.

Het toestel in- of uitschakelen• Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop

, of sluit u het toestel aan op stroom.

Aan de slag 1

Page 6: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

• Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren voor gebruik.TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.

• Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aan-uitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm verschijnt. Dan selecteert u Power Off.

GPS-signalen ontvangenWanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS-ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen ontvangt.1 Het toestel inschakelen.2 Controleer of verschijnt in de statusbalk en schakel

locatieservices in als dit niet het geval is.3 Ga zo nodig naar een open gebied met een helder zicht op

de hemel, ver weg van hoge gebouwen en bomen.Satellieten zoeken... verschijnt boven aan de navigatiekaart totdat het toestel uw locatie heeft bepaald.

StartschermOPMERKING: De lay-out van het startscherm kan variëren als dit is aangepast.

Veeg omlaag om meldingen weer te geven.Veeg twee keer omlaag om de instellingen en helderheid van de schermverlichting snel aan te passen.Houd ingedrukt om de achtergrond aan te passen of widgets toe te voegen aan het startscherm.

Selecteer deze optie om wegnavigatiefuncties weer te geven en naar nuttige punten te zoeken.Selecteer deze optie om de Garmin Explore app weer te geven, die off-road navigatie-informatie en gedetailleerde topografische kaarten biedt.Selecteer deze optie om het app-overzicht te openen. Het app-overzicht bevat snelkoppelingen naar alle apps op uw toestel.

Een app openenHet startscherm bevat snelkoppelingen voor veelgebruikte apps. Het app-overzicht bevat alle apps die op uw toestel zijn geïnstalleerd, onderverdeeld in drie tabbladen. Het tabblad Drive bevat apps die handig zijn voor straatnavigatie en diverse behoeften van auto's. Het tabblad Explore bevat apps die handig zijn voor offroad-navigatie en -verkenning. Het tabblad Extra bevat apps die handig zijn voor communicatie en andere taken.

Selecteer een optie om een app te starten:• Selecteer een app-snelkoppeling in het startscherm.• Selecteer , selecteer een tabblad en selecteer een app.

Snelkoppelingen toevoegen aan het startscherm1 Selecteer .2 Selecteer een app-tabblad om extra toepassingen weer te

geven.3 Houd uw vinger op een toepassing en sleep deze naar een

locatie op het startscherm.

Meldingen weergeven1 Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden.

De lijst met meldingen wordt weergegeven.2 Selecteer een optie:

• Selecteer de melding om de hierin vermelde handeling of app te starten.

• Veeg de melding naar rechts om weg te halen.

StatusbalkpictogrammenDe statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel.

Locatieservices zijn ingeschakeld.Bluetooth® technologie is ingeschakeld.Verbonden met een Bluetooth toestel.Verbonden met een Wi‑Fi® netwerk (Verbinding maken met een draadloos netwerk, pagina 19).Actief voertuigprofiel. Veeg twee keer omlaag en selecteer de voertuigprofielinstellingen (Voertuigprofielen, pagina 3).Batterijniveau.

Het aanraakscherm gebruiken• Tik op het scherm om een item te selecteren.• Sleep of veeg uw vinger over het scherm om te pannen of te

scrollen.• Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.• Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen.

De helderheid van het scherm aanpassenHet toestel kan gebruikmaken van een omgevingslichtsensor om de helderheid van het scherm automatisch aan te passen aan de lichtomstandigheden in uw voertuig (Scherminstellingen, pagina 19). U kunt ook de helderheid aanpassen via het meldingenpaneel of het instellingenmenu.1 Selecteer een optie:

• Veeg twee keer vanaf de bovenkant van het scherm omlaag om de basisinstellingen in het meldingenpaneel uit te vouwen.

2 Aan de slag

Page 7: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

• Selecteer > Scherm > Helderheidsniveau.2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.

Voertuigprofielen WAARSCHUWING

Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden.

De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatie- en kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype afzonderlijk worden aangepast.Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig die u hebt ingevoerd.

AutoprofielHet autoprofiel is een vooraf geladen voertuigprofiel voor gebruik in een personenauto zonder trailer. Wanneer het autoprofiel wordt gebruikt, berekent het toestel automatisch standaardroutes voor auto's. Speciale routes voor grote voertuigen zijn niet beschikbaar. Sommige functies en instellingen die specifiek voor grote voertuigen zijn bedoeld, zijn niet beschikbaar als het autoprofiel wordt gebruikt.

Een voertuigprofiel toevoegenHet voertuigprofiel is een optionele functie die routes biedt op basis van de hoogte en het gewicht van grote voertuigen, zoals campers of aanhangers. Als u een groot voertuig hebt of een aanhanger trekt, verdient het aanbeveling om een voertuigprofiel instellen. U kunt een voertuigprofiel toevoegen voor elk voertuig waarvoor u uw Overlander toestel gebruikt.1 Selecteer > > Voertuigprofiel > .2 Selecteer een voertuigoptie die het meest overeenkomt met

uw voertuigconfiguratie.3 Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken

in te voeren.

Een voertuigprofiel selecterenWanneer u uw toestel voor het eerst inschakelt, wordt u gevraagd een voertuigprofiel te selecteren. U kunt handmatig overschakelen naar een ander voertuigprofiel.1 Selecteer een optie:

• Veeg tweemaal naar beneden vanaf de bovenkant van het scherm en selecteer het pictogram voertuigprofiel, zoals of .

• Selecteer > Navigatie > Voertuigprofiel.2 Selecteer een voertuigprofiel.

De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven, inclusief de afmetingen en het gewicht.

3 Selecteer Select..

Een voertuigprofiel bewerkenU kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid, toevoegen aan een voertuigprofiel.1 Selecteer > Navigatie > Voertuigprofiel.

2 Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.3 Selecteer een optie:

• Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen. selecteert u en vervolgens het te wijzigen veld.

• Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen, selecteert u > > Wijzig profielnaam.

• Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u > > Verwijder.

Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

VOORZICHTIGWaarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en verkeersborden.

Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een bekende omgeving rijdt. Het toestel waarschuwt met een geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing informatie weer. U kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. Niet alle waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.Scholen: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft, indien

beschikbaar, de geldende maximumsnelheid bij een naderende school of schoolzone weer.

Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een geluidssignaal en markeert het pictogram voor maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.

Wijziging maximumsnelheid: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de maximumsnelheid weer voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt aanpassen.

Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal om aan te geven dat u een spoorwegovergang nadert.

Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal om aan te geven dat u een dierenoversteekplaats nadert.

Bochten: Het toestel geeft een geluidssignaal om een bocht in de weg aan te geven.

Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal als u op hogere snelheid langzaamrijdend verkeer nadert. Voor gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen (Verkeersinformatie, pagina 17).

Risico van aan de grond lopen: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een weg nadert waar u met uw voertuig kunt vastlopen.

Zijwind: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een weg nadert waar u risico hebt op zijwind.

Smalle weg: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een weg nadert die mogelijk te smal is voor uw voertuig.

Steile heuvel: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een steile heuvel nadert.

Staats- en landgrenzen: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een staats- of landgrens nadert.

Sluit propaan af: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft een bericht weer wanneer u een weg nadert waar propaan moet worden afgesloten.

Voertuigprofielen 3

Page 8: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Waarschuwingssignalen voor de bestuurder in- of uitschakelenU kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen in- of uitschakelen. De visuele waarschuwing wordt ook weergegeven als het geluidssignaal is uitgeschakeld.1 Selecteer > Navigatie > Hulp voor de bestuurder >

Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder.2 Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in

of uit.

Roodlichtcamera's en flitsersLET OP

Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of consequenties van het gebruik van, een database met eigen nuttige punten of flitspaaldatabase.

OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen.Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is beschikbaar in sommige gebieden voor sommige productmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een gerapporteerde flits- of roodlichtcamera nadert.• U kunt de Garmin Express™ software (garmin.com/express)

gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente cameragegevens te ontvangen.

StraatnavigatieRoutesEen route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer bestemmingen.• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw

bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren, zoals de modus voor routeberekening (De routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 6) en te vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden, pagina 6).

• Het toestel kan automatisch wegen vermijden die niet passen bij het actieve voertuigprofiel.

• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route starten, pagina 4).

• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de route aanpassen.

• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen.

Een route starten1 Selecteer en zoek een locatie.2 Selecteer een locatie.3 Selecteer een optie:

• Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de aanbevolen route.

• U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens een route te selecteren.Alternatieve routes worden rechts van de kaart weergegeven.

• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route en voegt u routepunten aan de route toe.

Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart, pagina 4). Aan de rand van de

kaart wordt een paar seconden een weergave van de belangrijkste wegen op uw route gegeven.Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen.

Een route starten op de kaartU kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.1 Selecteer Drive.2 Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied

weer te geven.3 Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt

filteren, selecteert u .Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de kaart weergegeven.

4 Selecteer een optie:• Selecteer een locatiemarkering.• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of

adres.5 Selecteer Ga!.

Naar huis navigerenDe eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel u om uw thuislocatie op te geven.1 Selecteer > Naar huis.2 Voer zo nodig uw thuislocatie in.Uw thuislocatie bewerken1 Selecteer > > Stel thuislocatie in.2 Voer uw thuislocatie in.

Uw route op de kaartHet toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven om de volgende afslag of afrit te nemen of een andere handeling uit te voeren.

Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet rijden.Afstand tot de volgende actie.

Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.

Hiermee opent u de Garmin Explore app voor off-road-navigatie.

Op de kaart gemarkeerde route.

Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van volgende acties aan.Voertuigsnelheid.

Naam van de weg waarop u rijdt.

Geschatte aankomsttijd.TIP: Raak dit veld aan om de getoonde informatie te wijzigen.

4 Straatnavigatie

Page 9: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Selecteer deze optie om een nieuwe route te starten of te zoeken naar nuttige punten.Kaartfuncties. Verschaft u hulpmiddelen om meer informatie over uw route en omgeving te tonen.

Geavanceerde rijbaanassistentieWanneer u bepaalde afslagen, afritten of kruispunten op uw route nadert, wordt naast de kaart een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven, indien beschikbaar. Een gekleurde lijn geeft de juiste rijbaan voor de afslag aan.

Afslagen en richtingaanwijzingen bekijkenTijdens het navigeren van een route kunt u naderende afslagen, rijbaanwisselingen en andere richtingaanwijzingen op uw route bekijken.1 Selecteer een optie op de kaart:

• Selecteer > Koerswijzigingen om naderende afslagen en richtingaanwijzingen te bekijken.De kaartfunctie geeft de volgende vier afslagen of richtingaanwijzingen naast de kaart weer. De lijst wordt automatisch bijgewerkt terwijl u de route navigeert.

• Als u de volledige lijst van afslagen en richtingaanwijzingen voor de hele route wilt bekijken, selecteert u de tekstbalk boven aan de kaart.

2 Selecteer een afslag of richtingaanwijzing (optioneel).Gedetailleerde informatie wordt weergegeven. Voor knooppunten op hoofdwegen kan een afbeelding van een knooppunt worden weergegeven, indien beschikbaar.

De gehele route op de kaart weergeven1 Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een

route.2 Selecteer .

Aankomst bij uw bestemmingWanneer u uw bestemming nadert, geeft het toestel informatie om u te helpen uw route te voltooien.• geeft de locatie van uw bestemming aan op de kaart en

een gesproken mededeling geeft aan dat u uw bestemming nadert.

• Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken. U kunt Ja selecteren om nabijgelegen parkeerterreinen te zoeken (Parkeren bij uw bestemming, pagina 5).

• Wanneer u op uw bestemming stilstaat, beëindigt het toestel de route automatisch. Als het toestel uw aankomst niet automatisch detecteert, kunt u Stop selecteren om uw route te beëindigen.

Parkeren bij uw bestemmingUw toestel kan u helpen een parkeerplaats te vinden bij uw bestemming. Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken.1 Selecteer een optie:

• Als het toestel u vraagt om een parkeerplaats in de buurt te zoeken, selecteert u Ja.

• Als het toestel u dit niet vraagt, selecteert u > Categorieën > Parkeerplaatsen en vervolgens > Mijn bestemming.

2 Selecteer Filter parkeerplaatsen en daarna een of meer categorieën om parkeerplaatsen te filteren op beschikbaarheid, type, tarief of betalingsmethoden (optioneel).OPMERKING: Gedetailleerde parkeerinformatie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle parkeerlocaties.

3 Selecteer een parkeerlocatie en vervolgens Ga! > Voeg toe als volgende stop.

Het toestel geeft u richtingsaanwijzingen naar de parkeerplaats.

Uw actieve route wijzigenEen locatie aan uw route toevoegenVoordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een route starten (Een route starten, pagina 4).U kunt in uw route of aan het einde van uw route locaties toevoegen. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als volgende stopplaats op uw route.1 Selecteer op de kaart > .2 Zoek een locatie.3 Selecteer een locatie.4 Selecteer Ga!.5 Selecteer een optie:

• Als u de locatie wilt toevoegen als volgende stopplaats op uw route, selecteert u Voeg toe als volgende stop.

• Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route, selecteert u Voeg toe als laatste stop.

• Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van stopplaatsen op uw route wilt wijzigen, selecteert u Aan route toevoegen.

Het toestel herberekent de route, inclusief de toegevoegde locatie, en leidt u in de juiste volgorde naar de stopplaatsen.

Uw route aanpassenVoordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten (Een route starten, pagina 4).U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een stopplaats aan de route toe te voegen.1 Selecteer een willekeurig punt op de kaart.2 Selecteer .

De routeaanpassingsmodus wordt gestart.3 Selecteer een locatie op de kaart.

TIP: U kunt selecteren om op de kaart in te zoomen en een exactere locatie te selecteren.Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.

4 Selecteer indien nodig een optie:• Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen,

selecteert u meer locaties op de kaart.• Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .

5 Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u Ga!.

Een omweg makenU kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.1 Selecteer op de kaart > Wijzig route.

Straatnavigatie 5

Page 10: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

2 Selecteer een optie:• Als u een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u

Omrijden over afstand.• Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te

vermijden, selecteert u Omrijden via weg.

De routeberekeningsmodus wijzigen1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren >

Berekenmodus.2 Selecteer een optie:

• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.

• Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.

• Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd.

De route stoppen• Selecteer op de kaart > .• Veeg omlaag op de meldingenbalk en selecteer in de

Garmin navigatie melding.

Routesuggesties gebruikenU dient ten minste één locatie op te slaan en de functie reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt gebruiken (Toestelinstellingen, pagina 20).Bij gebruik van de functie myTrends™ voorspelt uw toestel uw bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de verwachte reisduur en verkeersinformatie.

Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de locatie te bekijken.

Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijdenFiles op uw route vermijdenOm files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie ontvangen (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger, pagina 17).Het toestel berekent standaard de optimale route om files automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in de verkeersinstellingen (Verkeersinstellingen, pagina 19), kunt u handmatig verkeersinformatie bekijken en files vermijden.1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.2 Selecteer Alternat. route, indien beschikbaar.3 Selecteer Ga!.

Tolwegen vermijdenUw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een tolgebied in uw route opneemt.1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren.2 Selecteer een optie:

OPMERKING: Het menu verandert op basis van uw regio en de kaartgegevens op uw toestel.• Selecteer Tolwegen.• Selecteer Tol en kosten > Tolwegen.

3 Selecteer een optie:

• Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd.

• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe.

4 Selecteer Sla op.

Tolvignetten vermijdenAls de kaartgegevens op uw toestel gedetailleerde informatie over tolvignetten bevatten, kunt u voor elk land wegen waarvoor een tolvignet vereist is, vermijden of toestaan.OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren > Tol en

kosten > Tolvignetten.2 Selecteer een land.3 Selecteer een optie:

• Als u wilt dat uw toestel, voordat het een route door tolgebied kiest, steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

• Als u wegen met tolvignetten altijd wilt vermijden, selecteert u Vermijd.

• Als u wegen met tolvignetten altijd wilt toestaan, selecteert u Sta toe.

4 Selecteer Sla op.

Punten vermijden op de route1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren > Te

vermijden.2 Selecteer de obstakels die u niet op uw routes wilt

tegenkomen en selecteer OK.

Milieuzones vermijdenUw toestel kan gebieden vermijden waarin milieu- of uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw voertuig. Deze optie is van toepassing op het voertuigtype in het actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen, pagina 3).1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren >

Milieuzones.2 Selecteer een optie:

• Als u wilt dat uw toestel voordat u een milieuzone inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

• Als het toestel milieuzones altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd.

• Als het toestel milieuzones altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe.

3 Selecteer Sla op.

Aangepast vermijdenAangepast vermijden biedt u de mogelijkheid om bepaalde gebieden of weggedeelten te selecteren die u wilt vermijden. Als het toestel een route berekent, worden deze gebieden en weggedeelten vermeden, tenzij er geen andere redelijke route beschikbaar is.Een weg vermijden1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren > Aangepast

vermijden.2 Selecteer indien nodig Te vermijden.3 Selecteer Te vermijden weg.4 Selecteer het beginpunt op een weg die u wilt vermijden en

selecteer Volgende.5 Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende.6 Selecteer OK.

6 Straatnavigatie

Page 11: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Een gebied vermijden1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren > Aangepast

vermijden.2 Selecteer indien nodig Te vermijden.3 Selecteer Te vermijden gebied.4 Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt

vermijden en selecteer Volgende.5 Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt

vermijden en selecteer Volgende.Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven op de kaart.

6 Selecteer OK.Een eigen te vermijden punt uitschakelenU kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder het te wissen.1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren > Aangepast

vermijden.2 Selecteer een te vermijden punt.3 Selecteer > Schakel uit.Eigen te vermijden punten verwijderen1 Selecteer > Navigatie > Routevoorkeuren > Aangepast

vermijden > .2 Selecteer een optie:

• Als u alle eigen te vermijden punten wilt verwijderen, selecteert u Selecteer alles > Verwijder.

• Als u één eigen te vermijden punt wilt verwijderen, selecteert u het te vermijden punt en vervolgens Verwijder.

Locaties zoeken en opslaanOp de kaarten op uw toestel staan locaties, bijvoorbeeld restaurants, hotels, garages en gedetailleerde straatgegevens. Het menu helpt u uw bestemming te vinden door verschillende methoden te bieden om door deze informatie te bladeren en locaties te vinden en op te slaan.• Door zoektermen in te voeren kunt u alle locatiegegevens

snel vinden (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk, pagina 8).

• U kunt nuttige punten op categorie zoeken of doorbladeren (Nuttige punten, pagina 7).

• U kunt Foursquare® nuttige punten zoeken en u inchecken (Foursquare nuttige punten zoeken, pagina 8).

• Met behulp van zoekfuncties kunt u specifieke locaties vinden, zoals adressen, kruisingen of geografische coördinaten (Zoekfuncties, pagina 10).

• U kunt locaties zoeken in de buurt van een andere stad of wijk (Het zoekgebied wijzigen, pagina 9).

• U kunt uw favoriete locaties opslaan om ze later snel te kunnen terugvinden (Locaties opslaan, pagina 10).

• U kunt ook terugkeren naar recent gevonden locaties (Recent gevonden locaties bekijken, pagina 10).

Nuttige puntenEen nuttig punt is een plek met een voor u nuttige of interessante functie. Nuttige punten worden gegroepeerd in categorieën en omvatten bekende reisdoelen als tankstations, restaurants, hotels en entertainmentcentra.

Naar een Garmin Explore locatie navigerenVoordat u naar een Garmin Explore locatie kunt navigeren, moet u een of meer Garmin Explore locaties aan uw account toevoegen.1 Selecteer > Explore.

2 Selecteer een categorie.3 Selecteer een locatie.4 Selecteer een optie.

• Als u naar de locatie wilt navigeren met afslag-voor-afslag aanwijzingen, selecteert u Ga!.

• Als u de locatie wilt bekijken met de Garmin Explore app, selecteert u .

Een locatie zoeken op categorie1 Selecteer .2 Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.3 Selecteer indien nodig een subcategorie.4 Selecteer een locatie.Zoeken binnen een categorieNadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, worden er mogelijk bepaalde categorieën in een snelzoeklijst weergegeven met de laatste vier bestemmingen die u hebt geselecteerd.1 Selecteer > Categorieën.2 Selecteer een categorie.3 Selecteer een optie:

• Selecteer een bestemming in de lijst met snelzoekresultaten aan de rechterkant van het scherm.De snelzoeklijst bevat recent gevonden locaties in de geselecteerde categorie.

• Selecteer zo nodig een subcategorie en selecteer een bestemming.

Campings zoekenSelecteer > Alle campings.

Camperterreinen zoekenOPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.U kunt camperterreinen zoeken op basis van de beschikbare voorzieningen.1 Selecteer > PlanRV Parks.2 Selecteer indien nodig Filter op voorzieningen. Selecteer

een of meerdere voorzieningen en selecteer vervolgens Sla op.

3 Selecteer een locatie.

Ultimate Campgrounds nuttige punten vindenOPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.Uw toestel bevat nuttige punten van Ultimate Campgrounds, waarmee u openbare campings in de buurt van uw locatie kunt vinden.1 Selecteer > Ultimate Public Campgrounds.2 Selecteer indien nodig Filters zoeken, selecteer een of

meerdere zoekfilters en selecteer Zoek.3 Selecteer een locatie.

Camperservices zoekenOPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.U kunt zoeken naar garages, sleepdiensten en andere camperservices in de buurt.

Selecteer > PlanRV Services.

Nationale parken zoekenToestelmodellen die kaarten voor Noord-Amerika of de Verenigde Staten omvatten, omvatten ook gedetailleerde informatie over nationale parken in de Verenigde Staten. U kunt naar een nationaal park of naar een locatie binnen een nationaal park navigeren.1 Selecteer > Nationale parken.

Locaties zoeken en opslaan 7

Page 12: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Er wordt een lijst van nationale parken weergegeven, met het dichtstbijzijnde park bovenaan.

2 Selecteer Zoek en begin de naam van het park te typen om de resultaten te verfijnen (optioneel).

3 Selecteer een nationaal park.Onder de naam van het park verschijnt een lijst met categorieën voor locaties van voorzieningen in het park.

4 Selecteer een optie:• Selecteer Ga! om naar het park te navigeren.• Als u meer parkinformatie wilt bekijken of de

parkvoorzieningen wilt verkennen, selecteert u .• Om snel een locatie binnen het park te vinden, selecteert

u een categorie in de lijst onder de naam van het park en selecteert u een locatie.

De voorzieningen in nationale parken verkennenOp Noord-Amerikaanse toestelmodellen kunt u gedetailleerde informatie over de voorzieningen die beschikbaar zijn in een nationaal park verkennen en naar specifieke locaties in het park navigeren. Zo kunt u bijvoorbeeld campings, bezienswaardigheden, bezoekerscentra en populaire attracties zoeken.1 Selecteer een nationaal park in de gevonden locaties en

selecteer .2 Selecteer Ontdek dit park.

Er wordt een lijst met categorieën voor parkvoorzieningen weergegeven.

3 Selecteer een categorie.4 Selecteer eerst een locatie en daarna Ga!.

iOverlander™ nuttige punten vindenLET OP

U bent er verantwoordelijk voor dat u alle toepasselijke regelgevingen met betrekking tot campings en nuttige punten begrijpt en hieraan voldoet.

Uw toestel bevat iOverlander nuttige punten, waarmee u nuttige punten kunt vinden voor lange reizen, zoals campings, reparatieservices en hotels.1 Selecteer > iOverlander.2 Selecteer een categorie.3 Selecteer een locatie.

HISTORY® nuttige punten vindenOPMERKING: Deze functie is niet op alle productmodellen beschikbaar.Uw toestel bevat HISTORY nuttige punten waarmee u meer informatie kunt krijgen over historisch belangrijke locaties en attracties op de hele wereld, zoals historische gebouwen, monumenten, musea en opmerkelijke locaties van historische gebeurtenissen.1 Selecteer > History®.2 Selecteer een categorie.3 Selecteer een locatie.4 Selecteer om een foto en een korte samenvatting van de

geschiedenis van de locatie weer te geven.

FoursquareFoursquare is een locatiegebonden sociaal netwerk. Uw toestel is voorzien van vooraf geïnstalleerde Foursquare nuttige punten, die in de zoekresultaten voor uw locatie worden aangeduid met het Foursquare logo.Foursquare nuttige punten zoekenU kunt op uw toestel geladen Foursquare nuttige punten zoeken.

Selecteer > Foursquare.

TripAdvisor®

Uw toestel bevat TripAdvisor nuttige punten en beoordelingen. TripAdvisor beoordelingen worden automatisch weergegeven in de lijst met zoekresultaten voor de betreffende nuttige punten. U kunt ook nabijgelegen TripAdvisor nuttige punten zoeken en de resultaten sorteren op afstand of populariteit.TripAdvisor nuttige punten vinden1 Selecteer > TripAdvisor.2 Selecteer een categorie.

Een lijst met nabijgelegen TripAdvisor nuttige punten in deze categorie wordt weergegeven.

3 Selecteer Sorteer resultaten om de zoekresultaten te sorteren op afstand of populariteit (optioneel).

Navigeren naar nuttige punten binnen een locatieOPMERKING: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle productmodellen.U kunt een route uitstippelen naar een nuttig punt binnen een grotere locatie, zoals een winkel in een winkelcentrum of een bepaalde terminal op een luchthaven.1 Selecteer > Zoek.2 Selecteer een optie:

• Als u de locatie wilt vinden, voert u de naam of het adres van de locatie in, selecteert u en gaat u naar stap 3.

• Als u het nuttige punt wilt vinden, voert u de naam van het nuttige punt in, selecteert u en gaat u naar stap 5.

3 Selecteer de locatie.Onder de locatie wordt een lijst met categorieën weergegeven, zoals restaurants, autoverhuurbedrijven of terminals.

4 Selecteer een categorie.5 Selecteer het nuttige punt en vervolgens Ga!.Het toestel stippelt een route uit naar de parkeerplaats of ingang die het dichtst bij het nuttige punt is gelegen. Wanneer u op de bestemming aankomt, geeft een geruite vlag de aanbevolen parkeerplaats aan. De locatie van het nuttige punt binnen de locatie wordt aangeduid met een stip met naambordje.Een locatie verkennenOPMERKING: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle productmodellen.U kunt een lijst van alle nuttige punten binnen elke locatie weergeven.1 Selecteer een locatie.2 Selecteer > Ontdek deze plaats.

Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalkU kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren.1 Selecteer .2 Selecteer Zoek in de zoekbalk.3 Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in.

Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven.4 Selecteer een optie:

• Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie in (bijvoorbeeld "bioscoop").

• Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in.

• Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voert u een straatnaam en een huisnummer in.

8 Locaties zoeken en opslaan

Page 13: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

• Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voert u een straatnaam, het huisnummer, de plaats en de provincie in.

• Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de provincie in.

• Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en lengtecoördinaten in.

5 Selecteer een optie:• Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te

selecteren.• Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst,

selecteer dan .6 Selecteer, indien nodig, een locatie.

Een adres zoekenOPMERKING: De volgorde van de stappen is mede afhankelijk van de kaartgegevens die op het toestel zijn geladen.1 Selecteer .2 Selecteer indien nodig om naar een andere stad of ander

gebied te zoeken.3 Selecteer Adres.4 Volg de instructies op het scherm om de adresinformatie in te

voeren.5 Selecteer het adres.

LocatiezoekresultatenStandaard worden de locatiezoekresultaten weergegeven in de vorm van een lijst, met bovenaan de dichtstbijzijnde locatie. U kunt omlaag bladeren om meer resultaten weer te geven.

Selecteer een locatie om het optiemenu weer te geven.

Selecteer deze optie om gedetailleerde informatie over de geselecteerde locatie weer te geven.

Selecteer om de geselecteerde locatie in de Garmin Explore app weer te geven.

Selecteer deze optie om alternatieve routes naar de locaties weer te geven.

Ga! Selecteer deze optie om via de aanbevolen route naar de locatie te navigeren.

Selecteer deze optie om de zoekresultaten op de kaart weer te geven.

Locatiezoekresultaten weergeven op de kaartU kunt de resultaten van het zoeken naar een locatie weergeven op de kaart in plaats van in een lijst.Selecteer in de zoekresultaten voor de locatie. De dichtstbijzijnde locatie wordt weergegeven in het midden van de kaart en basisinformatie over de geselecteerde locatie onderaan de kaart.

Sleep de kaart om meer zoekresultaten weer te geven.

Meer zoekresultaten. Selecteer deze optie om een andere locatie weer te geven.Overzicht geselecteerde locatie. Selecteer deze optie om gedetailleerde informatie over de geselecteerde locatie weer te geven.

Ga! Selecteer deze optie om via de aanbevolen route naar de locatie te navigeren.

Selecteer deze optie om de zoekresultaten in een lijst weer te geven.

Het zoekgebied wijzigenHet toestel zoekt standaard naar locaties in de buurt van uw huidige locatie. U kunt ook zoeken in andere gebieden, bijvoorbeeld in de buurt van uw bestemming, een andere stad of langs de route die u rijdt.1 Selecteer .2 Selecteer naast het huidige zoekgebied .

3 Selecteer een zoekgebied.4 Volg indien nodig de instructies op het scherm om een

specifieke locatie te selecteren.Het geselecteerde zoekgebied verschijnt naast . Wanneer u zoekt naar een locatie met behulp van een van de opties in het menu , stelt het toestel eerst locaties voor in de buurt van dit gebied.

Eigen nuttige puntenEigen nuttige punten zijn punten die u zelf hebt ingesteld op de kaart. Dit kunnen waarschuwingen zijn dat u zich dicht bij een aangewezen punt bevindt of bijvoorbeeld sneller gaat dan een bepaalde snelheid.

POI Loader installerenU kunt eigen lijsten met nuttige punten maken of op uw computer downloaden en die op uw toestel installeren met behulp van de POI Loader-software.1 Ga naar www.garmin.com/poiloader.2 Volg de instructies op het scherm.

Locaties zoeken en opslaan 9

Page 14: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Eigen nuttige punten zoekenVoordat u eigen nuttige punten kunt zoeken, moet u eigen nuttige punten op uw toestel laden met behulp van de POI Loader-software (POI Loader installeren, pagina 9).1 Selecteer > Categorieën.2 Schuif naar de sectie Andere categorieën en selecteer een

categorie.

ParkeerplaatsUw Overlander toestel bevat gedetailleerde parkeergegevens aan de hand waarvan u parkeerplaatsen in de buurt kunt vinden op basis van waarschijnlijke beschikbaarheid, type parkeerterrein, tarief of geaccepteerde betalingsmethoden.

Parkeergelegenheid zoeken in de buurt van uw huidige locatie1 Selecteer > Categorieën > Parkeerplaatsen.2 Selecteer Filter parkeerplaatsen en daarna een of meer

categorieën om parkeerplaatsen te filteren op beschikbaarheid, type, tarief of betalingsmethoden (optioneel).OPMERKING: Gedetailleerde parkeerinformatie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle parkeerlocaties.

3 Selecteer een parkeerplaats.4 Selecteer Ga!.

Betekenis van parkeerkleuren en -symbolenParkeerlocaties met gedetailleerde parkeergegevens zijn voorzien van een kleurcodering om aan te geven hoe groot de kans is dat u een parkeerplaats vindt. Symbolen geven aan welk type parkeergelegenheid beschikbaar is (straat of parkeerterrein), wat de geldende tarieven zijn en op welke wijze kan worden betaald.U kunt de bijschriften bij deze kleuren en symbolen op het toestel bekijken.

Selecteer in de zoekresultaten voor parkeerplaatsen.

ZoekfunctiesMet behulp van de zoekfuncties kunt u bepaalde locatiesoorten zoeken door instructies te volgen op het scherm.

Een kruispunt zoekenU kunt een kruispunt of knooppunt tussen twee straten, snelwegen of andere wegen zoeken.1 Selecteer > Categorieën > Kruispunten.2 Volg de instructies op het scherm om de straatnamen in te

voeren.3 Selecteer het kruispunt.

Een stad zoeken1 Selecteer > Steden.2 Selecteer een optie:

• Selecteer een stad in de lijst met nabijgelegen steden.• Als u in de buurt van een andere locatie wilt zoeken,

selecteert u (Het zoekgebied wijzigen, pagina 9).• Als u een stad op naam wilt zoeken, selecteert u Zoek.

Voer de naam van een stad in en selecteer .

Een locatie zoeken met behulp van coördinatenU kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de breedtegraad in te voeren.1 Selecteer > Coördinaten.2 Selecteer indien noodzakelijk en wijzig de

coördinaatindeling of datum.3 Voer de breedte- en lengtecoördinaten in.4 Selecteer Geef weer op kaart.

Recent gevonden locaties bekijkenEen overzicht van de 50 laatst gevonden locaties wordt op het toestel opgeslagen.

Selecteer > Recent.

De lijst met recent gevonden locaties wissenSelecteer > Recent > > Wis > Ja.

De huidige locatiegegevens weergevenU kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over uw huidige locatie weer te geven. Deze functie komt van pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten.

Selecteer het voertuig op de kaart.

Nooddiensten en tankstations vindenU kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om de dichtstbijzijnde ziekenhuizen, politiebureaus of benzinestations te vinden.1 Selecteer het voertuig op de kaart.2 Selecteer Ziekenhuizen, Politiebureaus, Brandstof of Hulp

onderweg.OPMERKING: Sommige servicecategorieën zijn niet in alle gebieden beschikbaar.Voor de geselecteerde service wordt een lijst met locaties weergegeven, met de dichtstbijzijnde locatie bovenaan.

3 Selecteer een locatie.4 Selecteer een optie:

• Als u naar de locatie wilt navigeren, selecteert u Ga!.• Als u het telefoonnummer en andere locatiegegevens wilt

weergeven, selecteert u .

Routebeschrijving naar uw huidige locatieAls u aan iemand anders uw huidige locatie moet doorgeven, kan uw toestel u een routebeschrijving geven.1 Selecteer het voertuig op de kaart.2 Selecteer > Routebeschr. naar mij.3 Selecteer een beginlocatie.4 Selecteer Select..

Een snelkoppeling toevoegenU kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?. Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een categorie of een zoekfunctie.Het menu Waarheen? kan tot wel 36 snelkoppelingspictogrammen bevatten.1 Selecteer > Snelkoppeling maken.2 Selecteer een item.

Een snelkoppeling verwijderen1 Selecteer > > Wis snelkoppeling(en).2 Selecteer een snelkoppeling die u wilt verwijderen.3 Selecteer de snelkoppeling opnieuw om te bevestigen.4 Selecteer OK.

Locaties opslaanEen locatie opslaan1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie,

pagina 7).2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten.3 Selecteer > Sla op.4 Voer een naam in en selecteer OK.

Uw huidige locatie opslaan1 Selecteer het voertuigpictogram op de kaart.

10 Locaties zoeken en opslaan

Page 15: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

2 Selecteer Sla op.3 Voer een naam in en selecteer OK.4 Selecteer OK.

Een opgeslagen locatie bewerken1 Selecteer > Opgeslagen.2 Selecteer indien nodig een categorie.3 Selecteer een locatie.4 Selecteer .5 Selecteer > Bewerk.6 Selecteer een optie:

• Selecteer Naam.• Selecteer Telefoonnummer.• Selecteer Categorieën om categorieën aan de

opgeslagen locatie toe te wijzen.• Selecteer Wijzig kaartsymbool om het symbool te

wijzigen waarmee de opgeslagen locatie op de kaart wordt gemarkeerd.

7 Wijzig de informatie.8 Selecteer OK.

Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzenU kunt uw eigen categorieën toevoegen om uw opgeslagen locaties te ordenen.OPMERKING: Categorieën worden in het menu met opgeslagen locaties weergegeven nadat u ten minste 12 locaties hebt opgeslagen.1 Selecteer > Opgeslagen.2 Selecteer een locatie.3 Selecteer .4 Selecteer > Bewerk > Categorieën.5 Voer een of meer categorienamen in, van elkaar gescheiden

met een komma.6 Selecteer indien nodig een voorgestelde categorie.7 Selecteer OK.

Een opgeslagen locatie verwijderenOPMERKING: Verwijderde locaties kunnen niet worden teruggezet.1 Selecteer > Opgeslagen.2 Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen.3 Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u wilt

wissen en selecteer Verwijder.

De wegenkaart gebruikenU kunt de wegenkaart gebruiken om een route te volgen (Uw route op de kaart, pagina 4) of om uw directe omgeving te bekijken, als er geen route actief is.1 Selecteer Drive.2 Selecteer een willekeurig punt op de kaart.3 Selecteer een optie:

• Versleep de kaart om naar links en naar rechts of naar boven en naar beneden over de kaart te bewegen.

• Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen.• Selecteer als u wilt schakelen tussen Noord boven en

3D-weergave.• Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt

filteren, selecteert u .• Als u een route wilt starten, selecteert u een locatie op de

kaart en vervolgens Ga! (Een route starten op de kaart, pagina 4).

KaartfunctiesKaartfuncties bieden snel toegang tot informatie en toestelfuncties, terwijl u op de kaart kijkt. Wanneer u een kaartfunctie activeert, wordt deze weergegeven in een paneel aan de rand van de kaart.Stop: Stopt de navigatie van de actieve route.Wijzig route: Hiermee kunt u een omweg maken of locaties in

uw route overslaan (Uw actieve route wijzigen, pagina 5).Dempen: Hiermee dempt u het hoofdvolume.Steden op de route: Toont komende steden en diensten langs

uw actieve route of langs een snelweg.Verderop: Geeft naderende locaties op de route of de weg

waarop u rijdt weer (Verderop, pagina 11).Hoogte: Geeft hoogtewijzigingen vóór u weer.Verkeersinfo: Geeft informatie over verkeerssituaties op uw

route of in uw gebied weer (Verkeersproblemen op uw route weergeven, pagina 12). Deze functie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle toestelmodellen.

Reisgegevens: Geeft aanpasbare reisgegevens weer, zoals snelheid of afstand (Reisgegevens op de kaart weergeven, pagina 12).

Koerswijzigingen: Geeft een lijst van naderende afslagen op uw route weer (Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken, pagina 5).

Telefoon: Geeft een lijst weer van recente telefoonoproepen vanaf uw verbonden telefoon, plus opties die u kunt kiezen tijdens een telefoongesprek (De gespreksopties gebruiken, pagina 16).

Een kaartfunctie weergeven1 Selecteer op de kaart.2 Selecteer een kaartfunctie.

De kaartfunctie wordt weergegeven in een paneel aan de rand van de kaart.

3 Als u klaar bent met de kaartfunctie, selecteert u .

VerderopDe functie Verderop geeft informatie over naderende locaties op uw route of de weg waarop u rijdt. U kunt naderende nuttige punten, zoals restaurants, tankstations of rustplaatsen bekijken. Als u op een snelweg rijdt, kunt u ook informatie over naderende afslagen en steden en daar beschikbare services bekijken, zoals de informatie op verkeersborden op de snelweg.U kunt drie categorieën aanpassen voor weergave met de functie Verderop.

Naderende locatie weergeven1 Selecteer op de kaart > Verderop.2 Selecteer een optie:

• U kunt de eerstvolgende locatie in elke categorie weergeven door zo nodig te selecteren.

• Als u informatie over naderende afslagen of steden langs de snelweg of over daar beschikbare services wilt weergeven, selecteert u .OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als u op een snelweg rijdt of als een snelweg deel uitmaakt van uw route.

3 Selecteer een item om voor die categorie, afslag of stad een lijst met locaties weer te geven.

De categorieën verderop aanpassenU kunt de locatiecategorieën die met de functie Verderop worden weergegeven, wijzigen.1 Selecteer op de kaart > Verderop.2 Selecteer een categorie.

De wegenkaart gebruiken 11

Page 16: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

3 Selecteer .4 Selecteer een optie:

• Als u een categorie omhoog of omlaag wilt verplaatsen in de lijst, selecteert en sleept u het pijltje naast de categorienaam naar de gewenste positie.

• Als u een categorie wilt wijzigen, selecteert u de desbetreffende categorie.

• Als u een eigen categorie wilt maken, selecteert u een categorie, selecteert u Aangepast zoeken en voert u de naam van een bedrijf of categorie in.

5 Selecteer Sla op.

Waarschuwings- en gevarensymbolen WAARSCHUWING

Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden.

Op de kaart of in routeomschrijvingen kunnen waarschuwingssymbolen worden weergegeven om u te attenderen op mogelijke gevaren en wegomstandigheden.

BeperkingenHoogteGewichtAsgewichtLengteBreedteVrachtwagens niet toegestaanGeen aanhangers toegestaanGeen gevaarlijke stoffen toegestaanGeen ontvlambare stoffen toegestaanGeen watervervuilende stoffen toegestaanLinksaf niet toegestaanRechtsaf niet toegestaanOmkeren niet toegestaan

Waarschuwingen over de wegomstandighedenRisico van aan de grond lopenZijwindSmalle wegScherpe bochtSteile helling omlaagOverhangende boom

WaarschuwingenWeegstationWeg niet gecontroleerd voor vrachtwagens

ReisinformatieReisgegevens op de kaart weergevenVoordat u reisgegevens op de kaart kunt weergeven, moet u de functie toevoegen aan het menu met kaartfuncties.

Selecteer op de kaart > Reisgegevens.De reisgegevensvelden aanpassenVoordat u de gegevens kunt wijzigen die worden weergegeven in de reisgegevensvelden op de kaart, moet u de reisgegevensfunctie toevoegen aan het menu met kaartfuncties.

1 Selecteer op de kaart > Reisgegevens.2 Selecteer een reisgegevensveld.3 Selecteer een optie.

Het nieuwe reisgegevensveld wordt in de kaartfunctie Reisgegevens weergegeven.

De pagina met reisinformatie weergevenOp de reisinformatiepagina wordt uw snelheid weergegeven en wordt nuttige informatie over uw reis gegeven.OPMERKING: Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het toestel dan niet uit. Op die manier kan de verstreken reistijd nauwkeurig worden gemeten.

Selecteer op de kaart Snelheid.

Het reislog weergevenUw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u afgelegde weg.1 Selecteer > Navigatie > Kaart en voertuig >

Kaartlagen.2 Schakel het selectievakje Reislog in.

Reisinformatie herstellen1 Selecteer op de kaart Snelheid.2 Selecteer > Herstel veld(en).3 Selecteer een optie:

• Selecteer terwijl u niet navigeert Selecteer alles als u alle gegevensvelden op de eerste pagina, behalve de snelheidsmeter, opnieuw wilt instellen.

• Selecteer Herstel reisgegevens als u de informatie op de tripcomputer opnieuw wilt instellen.

• Selecteer Herstel max. snelheid als u de maximumsnelheid opnieuw wilt instellen.

• Selecteer Herstel reis B als u de kilometerteller opnieuw wilt instellen.

Verkeersproblemen op uw route weergevenVoordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen (Verkeersinformatie, pagina 17).U kunt de naderende verkeersproblemen langs de route waarop u zich bevindt, weergeven.1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.

Het dichtstbijzijnde verkeersprobleem wordt rechts van de kaart in een deelvenster weergegeven.

2 Selecteer het verkeersprobleem om meer informatie weer te geven.

Verkeersinformatie op de kaart weergevenOp de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt weergegeven.1 Ga naar het hoofdmenu en selecteer > > Verkeersinfo.2 Selecteer indien noodzakelijk > Legenda om de legenda

voor de verkeerskaart weer te geven.

Verkeersproblemen zoeken1 Ga naar het hoofdmenu en selecteer > > Verkeersinfo.2 Selecteer > Problemen.3 Selecteer een item in de lijst.4 Als er meerdere problemen zijn, gebruikt u de pijlen om de

overige problemen weer te geven.

12 De wegenkaart gebruiken

Page 17: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

De kaart aanpassenDe kaartlagen aanpassenU kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en wegomstandigheden.1 Selecteer > Navigatie > Kaart en voertuig >

Kaartlagen.2 Schakel het selectievakje in naast elke laag die u wilt

weergeven op de kaart.

Het kaartgegevensveld aanpassen1 Selecteer een gegevensveld op de kaart.

OPMERKING: U kunt Snelheid niet wijzigen.2 Selecteer welk type gegevens u wilt weergeven.

Het kaartperspectief wijzigen1 Selecteer > Navigatie > Kaart en voertuig >

Autokaartweergave.2 Selecteer een optie:

• Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met uw reisrichting bovenaan.

• Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met het noorden bovenaan.

• Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te geven.

Offroad-navigatieGarmin ExploreMet de Garmin Explore website en mobiele app kunt u reizen plannen en gebruikmaken van cloudopslag voor uw waypoints, routes en tracks. Garmin Explore biedt geavanceerde planningsfuncties, zowel online als offline, waardoor u gegevens kunt delen en synchroniseren met uw toestel. U kunt de meegeleverde app gebruiken om kaarten te downloaden voor offlinetoegang en vervolgens overal navigeren zonder uw mobiele gegevensservice te gebruiken.De Garmin Explore app is met uw toestel geïnstalleerd. U kunt de Garmin Explore app ook downloaden vanaf de app store op uw smartphone, of u kunt naar explore.garmin.com gaan.

Selecteer om het menu met kaartinstellingen te openen.

Selecteer om waypoints toe te voegen en routes te maken.

Selecteer om de Garmin Drive™ app te openen voor straatnavigatie.

Selecteer om de kaartoriëntatie te wijzigen.

Selecteer om in te zoomen op de kaart.

Selecteer om uit te zoomen op de kaart.

Selecteer om de kaart weer te geven.

Selecteer om waypoints, sporen, routes en activiteiten te beheren.

Selecteer om Garmin Explore accountgegevens en instellingen weer te geven.

Aanmelden bij een Garmin Explore accountDe eerste keer dat u uw toestel gebruikt, wordt u gevraagd u aan te melden bij een Garmin Explore account.1 Selecteer Explore.2 Lees de licentieovereenkomst voor eindgebruikers en ga

ermee akkoord.OPMERKING: Als u niet akkoord gaat met de licentievoorwaarden, kunt u selecteren om de Garmin Explore app af te sluiten. U kunt de Garmin Explore app pas gebruiken nadat u de licentieovereenkomsten hebt geaccepteerd.

3 Selecteer Volgende.4 Selecteer een optie:

• Als u uw toestelgegevens automatisch wilt synchroniseren met uw Garmin Explore account, selecteert u Synchroniseer mijn gegevens.

• Als u een Garmin Explore account wilt maken zonder gegevens te synchroniseren, selecteert u Niet nu.

5 Selecteer een optie:• Als u al een Garmin Explore account hebt, voert u uw e-

mailadres en wachtwoord in en selecteert u Volgende.• Als u geen Garmin Explore account hebt, selecteert u

Maak er een.6 Volg de instructies op het scherm om uw Garmin Explore

account te maken of om u bij uw account aan te melden.

KaartGarmin Explore kaarten downloadenVoordat u Garmin Explore kaarten kunt downloaden, moet u verbinding maken met een draadloos netwerk (Verbinding maken met een draadloos netwerk, pagina 19).1 Selecteer in de Explore app > Kaarten > Kaarten

downloaden.Er wordt een lijst met kaarten voor uw locatie weergegeven.

2 Selecteer Toon meer kaarttypes om extra kaarttypen weer te geven (optioneel).

3 Selecteer een kaarttype en selecteer .4 Selecteer indien nodig Selecteer een regio of Selecteer

waypoint om kaarten te downloaden voor een andere regio of waypointlocatie.

Garmin Explore kaarten bijwerken1 Selecteer in de Explore app > Kaarten > Kaartupdates.

Er wordt een lijst met kaartupdates weergegeven.2 Selecteer een optie:

• Selecteer om een bepaalde kaart te downloaden.• Selecteer Alles bijwerken als u alle beschikbare updates

wilt installeren.Kaartgegevens filteren1 Selecteer Kaart > .2 Selecteer een optie:

• Om kaartgegevens van verzamelingen te filteren, selecteert u Verzamelingen en selecteert u een optie.

• Als u wilt filteren op kaartgegevens van activiteiten, selecteert u Activiteiten en selecteert u een optie.

Garmin Explore kaartinstellingenGa naar de Explore app en selecteer Kaart > .

Offroad-navigatie 13

Page 18: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Gegevensvelden: Hiermee voegt u gegevensvelden voor koers, hoogte, snelheid en GPS-coördinaten toe aan de kaart.

Schaalbalk: Hiermee voegt u een afstandsschaal toe aan de kaart.

Eenheden: Hiermee wijzigt u de maateenheden.Een waypoint makenU kunt de Garmin Explore app gebruiken om waypoints te maken en op te slaan. U kunt uw toestel gebruiken om naar waypoint-locaties te navigeren.1 Selecteer Kaart.2 Selecteer een optie.

• Als u een waypoint op uw huidige locatie wilt maken, selecteert u > Voeg waypoint toe.

• Als u een waypoint op een andere locatie op de kaart wilt maken, raakt u een locatie op de kaart aan en selecteert u Voeg waypoint toe.

3 Selecteer indien nodig Selecteer om notities te bewerken. en voeg opmerkingen over de locatie toe.

Een route maken1 Ga naar de Explore app en selecteer Kaart > > Voeg

route toe.2 Selecteer een beginlocatie.3 Selecteer extra punten om een lijn te maken voor uw route.4 Selecteer indien nodig Bewerk, selecteer een punt en

verplaats dit.5 Selecteer indien nodig Verwijder, en selecteer een punt.6 Selecteer Sla op.

BibliotheekUw bibliotheek weergeven1 Ga naar de Explore app en selecteer Bibliotheek.2 Selecteer een gegevenstype.3 Selecteer een item om de details weer te geven.

TIP: U kunt selecteren om het hoogteprofiel voor een track, route of activiteit weer te geven.

4 Selecteer indien nodig , om kaarten voor het gebied te downloaden.

Naar een opgeslagen locatie navigerenU kunt een route starten naar een opgeslagen waypoint, spoor of route in uw Garmin Explore bibliotheek.1 Ga naar de Explore app en selecteer Bibliotheek.2 Selecteer Waypoints, Sporen, of Routes.3 Selecteer een locatie.4 Selecteer .Een verzameling maken1 Selecteer Bibliotheek > Nieuwe verzameling.2 Voer een naam voor de verzameling in.3 Selecteer de verzameling en selecteer Voeg toe.4 Selecteer een gegevenstype.5 Selecteer een of meer items en selecteer Voeg toe.Verzamelingen bekijken1 Selecteer Bibliotheek.2 Selecteer een verzameling.3 Selecteer een gegevenstype.4 Selecteer een item om de details weer te geven.5 Selecteer indien nodig , om kaarten voor het gebied te

downloaden.

Garmin Explore accountgegevens synchroniserenVoordat u accountgegevens kunt synchroniseren, moet u verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk.U kunt gegevens, zoals waypoints, routes en activiteiten synchroniseren met uw Garmin Explore account. Dit kan handig zijn om uw gegevens beschikbaar te houden op al uw compatibele toestellen. Het toestel zorgt ervoor dat gegevens regelmatig automatisch met uw account worden gesynchroniseerd. U kunt de gegevens ook op ieder gewenst moment handmatig synchroniseren.1 Ga naar de Explore app en selecteer Account.2 Controleer of de optie Gebruikersgegevens

synchroniseren is geselecteerd.3 Selecteer .

GPX-bestanden importeren met een geheugenkaartU kunt gegevens, zoals waypoints, routes en sporen, importeren in .gpx-bestandsindeling vanaf een compatibele microSD® kaart.1 Plaats een compatibele microSD kaart met een of meer .gpx-

bestanden in de geheugenkaartsleuf van uw toestel (Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens, pagina 23).

2 Selecteer op uw Overlander toestel Explore > Bibliotheek > Importeren naar Explore > Geheugenkaart.

3 Selecteer een of meer .gpx-bestanden en selecteer SELECTEER.

4 Selecteer een optie:• Als u de bestanden wilt importeren als ongeorganiseerde

locaties, selecteert u Importeren als ongeorganiseerd.• Als u de bestanden naar een verzameling wilt importeren,

selecteert u een verzameling.5 Selecteer Importeren.

GPX-bestanden exporteren met een geheugenkaartU kunt gegevens, zoals waypoints, routes en sporen, exporteren naar een compatibele microSD kaart.1 Plaats een compatibele microSD kaart in de

geheugenkaartsleuf van uw toestel (Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens, pagina 23).

2 Selecteer op uw Overlander toestel Explore > Bibliotheek > Exporteren vanuit Explore > Geheugenkaart.

3 Selecteer een of meer waypoints, routes of sporen.4 Selecteer Exporteer.

Sporen vastleggenMet de functie Tracking wordt uw route vastgelegd. Wanneer u begint met het maken van een spoor, registreert uw toestel uw locatie en wordt het spoor bijgewerkt. Als uw toestel is gekoppeld aan een inReach® toestel, legt uw toestel spoorpunten vast en verzendt deze met het opgegeven verzendinterval via het satellietnetwerk.1 Selecteer > > Trackrecorder.2 Selecteer Start.

Interval van een spoor wijzigenU moet het toestel koppelen met een compatibel inReach toestel voordat u de interval van een spoor kunt wijzigen.U kunt de intervallen van een spoor wijzigen om te bepalen hoe vaak uw toestel spoorpunten registreert en verzendt.1 Selecteer > > Trackrecorder > .2 Selecteer een optie:

• Als u de frequentie wilt wijzigen waarmee het toestel een spoorpunt vastlegt en verzendt via het satellietnetwerk, selecteert u Verzendinterval.

14 Offroad-navigatie

Page 19: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

• Als u de frequentie wilt wijzigen waarmee het toestel uw locatie registreert en het spoor bijwerkt, selecteert u Vastleginterval.

3 Selecteer een interval.TIP: U kunt Uit selecteren om verzend- of logfuncties uit te schakelen.

De functie Tracking stoppen1 Selecteer > > Trackrecorder > Stop.2 Selecteer een optie.

• Als u wilt doorgaan met het vastleggen van een spoor, selecteert u Hervat vastleggen.

• Als u een spoor wilt opslaan voor weergave in Garmin Explore, selecteert u Sla track op in Garmin Explore.

• Als u het spoor wilt verwijderen, selecteert u Verwijder track.

Pitch & Roll WAARSCHUWING

De Pitch & Roll app is uitsluitend bedoeld om voertuighoeken te tonen op basis van gekalibreerde metingen. U bent verantwoordelijk voor het kalibreren van het toestel. Wijzigingen in de positie van het toestel na kalibratie kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. Gemeten waarden zijn alleen suggesties op basis van uw invoer in het toestel. Lees de meetwaarden regelmatig en zorgvuldig af en laat ze stabiliseren na significante veranderingen in de omgevingsomstandigheden. Houd altijd een veiligheidsmarge aan voor veranderende omstandigheden en leesfouten. Als u geen rekening houdt met uw voertuig en uw omgeving, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Het toestel waarschuwt u als uw voertuig schuin staat of rolt onder een hoek die de stabiliteit van het voertuig kan beïnvloeden.

Pitch en roll kalibrerenU kunt de hoek van uw voertuig op elk gewenst moment op nul instellen.1 Parkeer uw voertuig op een vlakke, horizontale ondergrond.2 Pas de positie van uw toestel in de houder aan zodat u

comfortabel op het scherm kunt kijken.3 Selecteer > > Pitch & Roll > Kalibreer.De pitch- en rollwaarden worden teruggezet op 0 graden.

WAARSCHUWINGVoor de beste nauwkeurigheid moet u pitch en roll telkens wanneer u uw toestel verplaatst opnieuw kalibreren.

Waarschuwingshoeken aanpassenU kunt de hoeken aanpassen waarmee het toestel een waarschuwing voor pitch en roll activeert. U bent verantwoordelijk voor het instellen van de juiste pitch & roll-hoek voor uw voertuig.1 Selecteer > > Pitch & Roll > >

Waarschuwingshoeken.2 Veeg omhoog of omlaag om de pitch- en

rollwaarschuwingshoeken aan te passen.3 Selecteer Accepteer.

Waarschuwingen voor de waarschuwingshoek in- of uitschakelen1 Selecteer > > Pitch & Roll > .2 Selecteer een optie:

• Als u pitch & roll-meldingen wilt in- of uitschakelen, selecteert u Pitch- en roll-meldingen.

• Als u hoorbare waarschuwingen wilt in- of uitschakelen, selecteert u Geluidssignalen.

Hoogtemeter, barometer en kompas weergevenHet toestel bevat interne hoogtemeter-, barometer- en kompassensoren met automatische kalibratie.

Selecteer > > ABC.

Het kompas kalibrerenLET OP

Kalibreer het elektronische kompas buiten. Om de nauwkeurigheid van de koers te verbeteren, mag u niet in de buurt staan van metalen voorwerpen of objecten die invloed hebben op magnetische velden, zoals voertuigen, elektronische toestellen, gebouwen of bovengrondse hoogspanningskabels.

Wanneer uw toestel is aangesloten op de magnetische steun, gebruikt het GPS-gegevens om uw kompaskoers te bepalen. Wanneer u het toestel uit de magnetische steun verwijdert, wordt uw koers weergegeven met een ingebouwd kompas.Telkens wanneer u uw toestel uit de magnetische steun verwijdert, vraagt het toestel u het kompas te kalibreren. Als uw kompas niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig kalibreren om de nauwkeurigheid te verbeteren.1 Verwijder het toestel uit de magnetische steun en blijf uit de

buurt van objecten die magnetische velden beïnvloeden.2 Selecteer > Kalibreer kompas.3 Volg de instructies op het scherm.

inReach afstandsbedieningMet de inReach afstandsbediening kunt u uw inReach toestel bedienen met behulp van uw Overlander toestel. U kunt berichten verzenden, weerberichten bekijken, een SOS-waarschuwing activeren en meer. Ga naar buy.garmin.com om een inReach toestel aan te schaffen.

Verbinding maken met een inReach toestel1 Houd het inReach toestel op minder dan 3 m (10 ft.) afstand

van uw Overlander toestel.2 Selecteer op het Overlander toestel.3 Selecteer het tabblad Explore.4 Selecteer inReach.5 Volg de aanwijzingen op het scherm van uw Overlander

toestel om het koppelingsproces te voltooien.Nadat het koppelingsproces is voltooid, maken de inReach en Overlander toestellen automatisch verbinding wanneer ze zich binnen elkaars bereik bevinden.

Een inReach bericht verzendenVoordat u een inReach bericht kunt verzenden met uw Overlander toestel, moet u het toestel koppelen met een compatibel inReach toestel (Verbinding maken met een inReach toestel, pagina 15).U kunt uw toestel gebruiken om inReach berichten naar uw contactpersonen te verzenden.1 Selecteer > > inReach > .2 Selecteer om een of meer contactpersonen toe te voegen.3 Voer een bericht in.4 Selecteer Verzend.

inReach afstandsbediening 15

Page 20: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

SOSIn noodgevallen kunt u contact opnemen met het GEOS International Emergency Rescue Coordination Center (IERCC) en om hulp vragen. Door op de SOS-knop te drukken wordt een bericht verzonden naar het Rescue Coordination Center dat vervolgens de juiste hulpverleners op de hoogte brengt van uw situatie. Terwijl u wacht op de hulpverleners, kunt u in contact blijven met het Rescue Coordination Center. U dient de SOS-functie alleen te gebruiken in een werkelijke noodsituatie.

Een SOS-reddingsactie initiërenVoordat u een SOS-reddingsactie kunt starten met uw Overlander toestel, moet u het koppelen met een compatibel inReach toestel (Verbinding maken met een inReach toestel, pagina 15).OPMERKING: Wanneer de SOS-modus is ingeschakeld, kan het inReach toestel niet worden uitgeschakeld.1 Selecteer > > inReach > > SOS.2 Schuif het SOS-pictogram naar rechts.3 Wacht tot SOS-aftelling begint.

Het toestel stuurt een standaardbericht naar de noodhulpdienst met details over uw locatie.

4 Beantwoord het bevestigingsbericht van de noodhulpdienst.Door uw antwoord is de noodhulpdienst ervan op de hoogte dat u tijdens de reddingsactie met hun in contact kunt blijven.

Gedurende de eerste 10 minuten van de operatie worden elke minuut bijgewerkte locatiegegevens naar de noodhulpdienst gestuurd. Om de batterij te sparen worden na de eerste 10 minuten minder frequent bijgewerkte locatiegegevens gestuurd, namelijk om de 10 minuten als de locatie verandert, en om de 30 minuten als de locatie niet verandert.

Een SOS-noodoproep annulerenAls u geen hulp meer nodig hebt, kunt u een SOS-noodoproep die naar de noodhulpdienst is gestuurd annuleren.

Selecteer Annuleer SOS > Annuleer SOS.Uw toestel verzendt het annuleringsverzoek. Nadat u een bevestigingsbericht van de noodhulpdienst hebt ontvangen, keert het toestel terug in de normale gebruiksstand.

Handsfree bellenOPMERKING: Weliswaar worden de meeste telefoons en headsets ondersteund, maar er is geen garantie dat een bepaalde telefoon of headset kan worden gebruikt. Mogelijk zijn niet alle functies beschikbaar voor uw telefoon.Via draadloze Bluetooth technologie kunt u het toestel als handsfree-toestel aansluiten op uw mobiele telefoon en draadloze headset of helm. Om vast te stellen of uw toestel met Bluetooth technologie compatibel is, verwijzen wij u naar www.garmin.com/bluetooth.

Uw telefoon koppelenU moet het toestel koppelen met een compatibele mobiele telefoon voordat u handsfree kunt bellen.1 Plaats uw telefoon en uw Overlander toestel binnen 3 m (10

ft.) van elkaar.2 Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in

en stel de telefoon in op waarneembaar of detecteerbaar voor andere toestellen.Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding bij uw telefoon.

3 Selecteer op uw Overlander toestel > Bluetooth.4 Selecteer de schakelaar om Bluetooth technologie in te

schakelen.U ziet een lijst met Bluetooth toestellen in de buurt.

5 Selecteer uw telefoon in de lijst.6 Controleer, indien nodig, of de pincode die op de telefoon

wordt weergegeven overeenkomt met de pincode op uw Overlander toestel.

7 Selecteer Koppel.OPMERKING: Als u contactpersonen en gesprekslogboeken op uw Overlander toestel wilt bekijken, moet u mogelijk naar de Bluetooth instellingen op uw telefoon gaan en de machtiging voor het delen van contacten met het gekoppelde Overlander toestel inschakelen. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding bij uw telefoon.

Tips na het koppelen van de toestellen• Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze

automatisch verbinding maken zodra u ze inschakelt.• Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u

spraakoproepen ontvangen.• Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een

koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon waaraan het was gekoppeld.

• Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel wordt ingeschakeld.

• De machtiging voor het delen van contacten moet ingeschakeld zijn om telefoongesprekken te kunnen beginnen. U kunt de machtiging voor het navigatietoestel inschakelen bij de Bluetooth instellingen op uw telefoon.

• U moet nagaan of de Bluetooth functies die u wilt gebruiken zijn ingeschakeld.

Extra Bluetooth toestellen koppelen1 Plaats uw headset of telefoon en uw Bluetooth toestel binnen

10 m (33 ft.) van elkaar.2 Schakel op het toestel de draadloze Bluetooth technologie in.3 Schakel op uw headset of telefoon de draadloze Bluetooth

technologie in en maak de headset zichtbaar voor andere Bluetooth toestellen.

4 Selecteer op uw toestel > Bluetooth.U ziet een lijst met Bluetooth toestellen in de buurt.

5 Selecteer uw headset of telefoon in de lijst.6 Selecteer Koppel.

Telefoneren1 Selecteer .2 Selecteer een optie:

• Als u een nummer wilt bellen, selecteert u , voert u een telefoonnummer in en selecteert u .

• Als u een onlangs gekozen of ontvangen nummer wilt bellen, selecteert u en vervolgens het nummer.

• Als u een van uw contactpersonen in uw telefoonboek wilt bellen, selecteert u en vervolgens een contactpersoon.

Een oproep ontvangenSelecteer Antwoord of Negeer als u een oproep ontvangt.

De gespreksopties gebruikenOpties voor tijdens een telefoongesprek worden weergegeven wanneer u een oproep beantwoordt. Sommige opties zijn mogelijk niet compatibel met uw telefoon.TIP: Als u de pagina met opties voor tijdens telefoongesprekken sluit, kunt u deze opnieuw openen door te selecteren in het hoofdmenu.• Als u een conferentiegesprek wilt opzetten, selecteert u .• Als u geluid wilt overzetten naar uw telefoon, selecteert u .

16 Handsfree bellen

Page 21: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

TIP: Gebruik deze functie als u de Bluetooth verbinding wilt verbreken terwijl u het telefoongesprek voortzet of als u behoefte hebt aan privacy.

• Als u het kiesvenster wilt gebruiken, selecteer dan .TIP: U kunt deze functie gebruiken zodat u automatische systemen kunt gebruiken, zoals voicemail.

• Als u de microfoon wilt dempen, selecteer dan .• Als u het gesprek wilt beëindigen, selecteer dan .

Een telefoonnummer als voorinstelling instellenU kunt maximaal drie contactpersonen als voorinstelling opslaan op het kiesvenster. Hiermee kunt snel naar huis, naar familie of vaak gebelde contactpersonen bellen.1 Selecteer > .2 Houd een vooringesteld nummer ingedrukt, zoals Voorkeuze

1.3 Selecteer een contactpersoon.

Verbinding met een Bluetooth toestel verbrekenU kunt tijdelijk de verbinding met een Bluetooth toestel verbreken zonder het toestel te verwijderen uit de lijst met gekoppelde toestellen. Het Bluetooth toestel kan dan in de toekomst nog steeds automatisch verbinding maken met uw Overlander toestel.1 Selecteer > Bluetooth.2 Selecteer het toestel dat u wilt ontkoppelen.

Een gekoppeld Bluetooth toestel verwijderenU kunt een gekoppeld Bluetooth toestel verwijderen, zodat het in de toekomst niet meer automatisch verbinding kan maken met uw Overlander toestel. Wanneer u een gekoppelde smartphone verwijdert, worden ook alle gesynchroniseerde contactpersonen uit het telefoonboek en de oproepinfo op uw Overlander toestel verwijderd.1 Selecteer > Bluetooth.2 Selecteer > Vergeet naast de naam van het Bluetooth

toestel.

Een gekoppelde telefoon verwijderenU kunt een gekoppelde telefoon verwijderen zodat de telefoon niet langer automatisch verbinding kan maken met uw toestel.1 Selecteer > Bluetooth.2 Selecteer > Vergeet naast de naam van uw telefoon.

VerkeersinformatieLET OP

Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de verkeersinformatie.

Uw toestel kan informatie verstrekken over verkeer op de weg vóór u of op uw route. U kunt instellen dat uw toestel verkeersdrukte mijdt bij het berekenen van routes en een nieuwe route zoekt naar uw bestemming als er op uw actieve route een lange file staat (Verkeersinstellingen, pagina 19). U kunt de verkeerskaart doorbladeren om te zien of er files staan in uw gebied.Om verkeersinformatie te kunnen geven moet uw toestel verkeersgegevens ontvangen.• Alle toestelmodellen kunnen verkeersgegevens ontvangen

via een OTA-verkeersinformatie-ontvangerkabel (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een

verkeersinformatie-ontvanger, pagina 17). Ga naar uw productpagina op garmin.com om een compatibele verkeersinformatie-ontvangerkabel uit te zoeken en aan te schaffen.

Verkeersinformatie is niet overal beschikbaar. Ga naar garmin.com/traffic voor meer informatie over dekkingsgebieden voor verkeersinformatie.

Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger

LET OPDoor verwarmde (gemetalliseerde) ruiten kunnen de prestaties van de verkeersinformatie-ontvanger afnemen.

Een verkeersinformatie-ontvanger kan verkeersgegevens ontvangen via een OTA-signaal, indien beschikbaar. Een OTA-verkeersinformatie-ontvangerkabel is bij alle toestelmodellen verkrijgbaar als accessoire. Ga naar uw productpagina op garmin.com om een compatibele verkeersinformatie-ontvangerkabel uit te zoeken en aan te schaffen. Verkeersinformatie is niet overal beschikbaar.

Sluit het toestel met de verkeersinformatie-ontvangerkabel aan op de voertuigvoeding (Het toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten, pagina 1).OPMERKING: De verkeersinformatie-ontvangerkabel heeft een ingebouwde antenne voor de ingebouwde digitale verkeersinformatie-ontvanger. De digitale verkeersinformatie-ontvanger ontvangt, indien beschikbaar, verkeersinformatie van FM-radiostations via HD Radio™ technologie.

Als u zich in een dekkingsgebied van verkeersinformatie bevindt, kan uw toestel verkeersinformatie weergeven en u helpen files te vermijden.

Verkeersinformatie inschakelenVoordat u verkeersinformatie kunt inschakelen, moet u uw toestel aansluiten op een compatibele verkeersinformatie-ontvangerkabel (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger, pagina 17).U kunt verkeersinformatie in- of uitschakelen.1 Selecteer > Navigatie > Verkeersinfo.2 Schakel het selectievakje Verkeersinfo in.

Verkeersinformatie op de kaart weergevenOp de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt weergegeven.1 Ga naar het hoofdmenu en selecteer > > Verkeersinfo.2 Selecteer indien noodzakelijk > Legenda om de legenda

voor de verkeerskaart weer te geven.

Verkeersproblemen zoeken1 Ga naar het hoofdmenu en selecteer > > Verkeersinfo.2 Selecteer > Problemen.3 Selecteer een item in de lijst.4 Als er meerdere problemen zijn, gebruikt u de pijlen om de

overige problemen weer te geven.

SpraakopdrachtOPMERKING: Spraakopdracht is niet voor alle talen of regio's beschikbaar en is wellicht niet beschikbaar op alle modellen.OPMERKING: Spraakgestuurde navigatie functioneert mogelijk niet naar wens in een rumoerige omgeving.Met de functie Spraakopdracht kunt u het toestel bedienen door middel van gesproken opdrachten. Het menu Spraakopdracht

Verkeersinformatie 17

Page 22: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

biedt gesproken aanwijzingen en een lijst met beschikbare opdrachten.

De activeerzin instellenDe activeerzin bestaat uit een of meer woorden die u moet uitspreken om de modus Spraakopdracht te activeren. De standaardactiveerzin is OK, Garmin.TIP: U kunt het per ongeluk activeren van Spraakopdracht voorkomen door een ongebruikelijke zin als activeerzin te gebruiken.1 Selecteer > > Spraakopdracht > > Activeerzin.2 Voer een nieuwe activeerzin in.

De moeilijkheidsgraad van de activeerzin wordt weergegeven terwijl u de zin inspreekt.

3 Selecteer OK.

Spraakopdrachten activeren1 Zeg OK, Garmin.

Het menu Spraakopdracht wordt weergegeven.2 Geef een gesproken opdracht uit het menu.3 Reageer op de gesproken meldingen om de zoekopdracht of

actie te voltooien.

Tips voor spraakopdrachten• Spreek op normale toon in de richting van het toestel.• Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de

radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te verbeteren.

• Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden weergegeven.

• Reageer indien nodig op de gesproken aanwijzingen van het toestel.

• Maak uw activeerzin langer om de kans dat de spraakbediening per ongeluk wordt geactiveerd, te verkleinen.

• Luister naar de twee tonen die aangeven dat de modus Spraakopdracht wordt gestart en gestopt.

Een route starten met een spraakopdrachtU kunt hierbij de namen van populaire, bekende locaties uitspreken.1 Zeg de activeerzin (De activeerzin instellen, pagina 18).2 Zeg Zoek op naam.3 Wacht op de gesproken melding en zeg de naam van de

locatie.4 Zeg het regelnummer.5 Zeg Navigeren.

Instructies dempenU kunt de gesproken instructies voor spraakopdrachten uitschakelen zonder het toestel te dempen.1 Selecteer > > Spraakopdracht > .2 Selecteer Dempinstructies > Ingeschakeld.

De apps gebruikenDe gebruikershandleiding op uw toestel weergevenU kunt de volledige gebruikershandleiding op het scherm van uw toestel weergeven. De handleiding is beschikbaar in allerlei talen.1 Selecteer > Help.

De gebruikershandleiding wordt weergegeven in dezelfde taal als de softwaretekst (De taal instellen, pagina 19).

2 Selecteer om de gebruikershandleiding te zoeken (optioneel).

Recente routes en bestemmingen weergevenVoordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor reisgeschiedenis inschakelen (Toestelinstellingen, pagina 20).U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt op de kaart bekijken.

Selecteer > Waar ik was.

Overlander instellingenNavigatie-instellingenSelecteer > Navigatie.Voertuigprofiel: Hiermee stelt u een voertuigprofiel in voor elk

voertuig waarin u uw toestel gebruikt.Kaart en voertuig: Hiermee stelt u het kaartdetailniveau en het

voertuigpictogram in dat wordt weergegeven op uw toestel.Routevoorkeuren: Hiermee stelt u de routevoorkeuren voor

navigatie in.Hulp voor de bestuurder: Hiermee stelt u waarschuwingen

voor de bestuurder in.Verkeersinfo: Hiermee stelt u de verkeersinformatie in die het

toestel gebruikt. U kunt instellen dat uw toestel verkeersdrukte mijdt bij het berekenen van routes en een nieuwe route zoekt naar uw bestemming als er op uw huidige route vertraging voorkomt (Files op uw route vermijden, pagina 6).

Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.

Kaart- en voertuiginstellingenSelecteer > Navigatie > Kaart en voertuig.Voertuig: Hiermee kiest u het voertuigpictogram voor het

aangeven van uw positie op de kaart.Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de

kaart in.Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als

er meer details worden weergegeven, wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend.

Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens wijzigen.

Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de kaartpagina worden weergegeven (De kaartlagen aanpassen, pagina 13).

Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.

Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten het toestel gebruikt.

Kaarten inschakelenU kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn geïnstalleerd.TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar http://buy.garmin.com.1 Selecteer > Navigatie > Kaart en voertuig > Mijn

Kaarten.2 Selecteer een kaart.

Instellingen voor routevoorkeurSelecteer > Navigatie > Routevoorkeuren.

18 De apps gebruiken

Page 23: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Routevoorbeeld: Toont een voorbeeld van de belangrijke wegen op uw route wanneer u begint met navigeren.

Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor routeberekening in.

Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op een route wilt vermijden.

Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.

Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te vermijden gebieden waarin milieu- of uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw voertuig.

Tolwegen: Hiermee stelt u voorkeuren in voor het vermijden van tolwegen.OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.

Tol en kosten: Hiermee stelt u voorkeuren in voor het vermijden van tolwegen en tolvignetten.OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.

Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies uit die veel aandacht van de gebruiker vragen.

Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken navigatie-aanwijzingen in.

Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie registreren voor de myTrends, Waar ik was en Reislog-functies.

Wis reisgeschiedenis: Hiermee wordt uw reisgeschiedenis gewist voor de functies myTrends, Waar ik was en Reislog.

Instellingen hulpsysteem voor de bestuurderSelecteer > Navigatie > Hulp voor de bestuurder.Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder: Hiermee

schakelt u hoorbare waarschuwingen in voor elk type waarschuwing voor de bestuurder (Functies voor het waarschuwen van de bestuurder, pagina 3).

Gevarenzonealarm: Waarschuwt u wanneer u een flitser of roodlichtcamera nadert.

VerkeersinstellingenSelecteer > Navigatie > Verkeersinfo in het hoofdmenu.Verkeersinfo: Hiermee wordt verkeersinformatie ingeschakeld.Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider

ingesteld voor verkeersinformatie. Met de optie Auto selecteert u automatisch de beste beschikbare verkeersinformatie.

Abonnementen: Hiermee worden de huidige verkeersabonnementen vermeld.

Optimaliseer route: Hiermee kan het toestel automatisch of op verzoek optimale alternatieve routes kiezen (Files op uw route vermijden, pagina 6).

Verkeerswaarschuwingen: Hiermee stelt u de ernst van de vertraging in waarbij het toestel een verkeerswaarschuwing weergeeft.

Draadloze Bluetooth technologie inschakelen

Selecteer > Bluetooth.

Verbinding maken met een draadloos netwerk1 Selecteer > Wi-Fi.2 Selecteer indien nodig de schakelaar om draadloze

netwerktechnologie in te schakelen.3 Selecteer een draadloos netwerk.4 Voer indien nodig de coderingssleutel in.

Het toestel maakt verbinding met het draadloze netwerk. Het toestel onthoudt de netwerkinformatie van deze locatie en maakt in de toekomst automatisch verbinding.

ScherminstellingenSelecteer > Scherm.Helderheidsniveau: Stelt het helderheidsniveau op uw toestel

in.Adaptieve helderheid: Past de helderheid van de

schermverlichting automatisch aan het omgevingslicht aan als het toestel uit de houder is genomen.

Thema: Hiermee stelt u de dag- of nachtkleurmodus in. Als u de optie Automatisch selecteert, schakelt het toestel automatisch over naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.

Achtergrond: Stelt een achtergrond op uw toestel in.Slaap: Hiermee stelt u de periode in waarna het toestel in de

slaapstand gaat wanneer u batterijvoeding gebruikt.Dagdroom: Schakelt de schermbeveiliging Dagdroom in of uit.Lettergrootte: Vergroot of verkleint de lettergrootte op uw

toestel.Wanneer toestel wordt gedraaid: Hiermee kan het scherm

automatisch schakelen tussen de staande en liggende weergavemodi op basis van de oriëntatie van het toestel of de huidige weergavemodus behouden.OPMERKING: Wanneer het toestel verbonden is met de voertuigsteun ondersteunt het alleen een liggende modus.

Cast: Hiermee kunt u de inhoud van het toestelscherm draadloos weergeven op een compatibel extern scherm.

Instellingen voor geluid en meldingenSelecteer > Geluid en meldingen.Volumeschuifregelaars: Hiermee stelt u het volume voor

navigatie, media, oproepen, alarmen en meldingen in.Niet storen: Hiermee stelt u de regels voor de automatische

functie Niet storen in. Met deze functie kunt u geluidswaarschuwingen tijdens bepaalde perioden of gebeurtenissen uitschakelen.

Standaard beltoon voor meldingen: Stelt de standaard beltoon voor meldingen op uw toestel in.

Volume van geluid en meldingen aanpassen1 Selecteer > Geluid en meldingen.2 Gebruik de schuifbalken om het volume van het geluid en de

meldingen aan te passen.

Locatieservices in- of uitschakelenDe functie Locatieservices moet zijn ingeschakeld, zodat uw toestel uw locatie kan vinden, routes kan berekenen en navigatiehulp kan bieden. U kunt Locatieservices uitschakelen om de levensduur van de batterij te verlengen of een route te plannen wanneer uw toestel binnen is en geen GPS-signalen kan ontvangen. Wanneer Locatieservices zijn uitgeschakeld, schakelt het toestel een GPS-simulator in om routes te berekenen en simuleren.1 Selecteer > Locatie.2 Selecteer de schakelaar om Locatieservices in of uit te

schakelen.OPMERKING: Voor de meeste toepassingen mag u de Modus-instelling van de standaardoptie Alleen toestel niet wijzigen. Het toestel heeft een hoogwaardige GPS-antenne die tijdens het navigeren zeer nauwkeurige locatiegegevens levert.

De taal instellenU kunt de taal voor tekst in de toestelsoftware selecteren.

Overlander instellingen 19

Page 24: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

1 Selecteer > Taal en invoer > Taal voor tekst.2 Selecteer een taal.

Datum- en tijdinstellingenSelecteer > Datum en tijd.Automatische tijd en datum: Hiermee wordt de tijd

automatisch ingesteld op basis van de informatie van het verbonden netwerk.

Stel datum in: Hiermee worden de maand, de dag en het jaar ingesteld op uw toestel.

Stel tijd in: Hiermee wordt de tijd ingesteld op uw toestel.Selecteer tijdzone: Hiermee wordt de tijdzone ingesteld op uw

toestel.Gebruik 24-uurs klok: Hiermee wordt de 24-uurs tijdnotatie in-

of uitgeschakeld.

ToestelinstellingenSelecteer > Over toestel.Systeemupdates: Hiermee kunt u kaart- en toestelsoftware

bijwerken.Status: Geeft de batterijstatus en netwerkinformatie weer.Juridische informatie: Hiermee kunt u de

eindgebruikerslicentieovereenkomst (EULA) en softwarelicentie-informatie bekijken.

Informatie over regelgeving: Geeft informatie over e-label regelgeving en compliance weer.

Garmin toestelinformatie: Geeft informatie over hardware- en software-versie weer.

De instellingen herstellenU kunt een categorie instellingen herstellen naar de standaardinstellingen.1 Selecteer .2 Selecteer een instellingscategorie.3 Selecteer > Herstel.

Gegevens en instellingen herstellenHet toestel biedt verschillende opties voor het verwijderen van uw gebruikersgegevens en het herstellen van alle fabrieksinstellingen.1 Selecteer .2 Selecteer een optie:

• Selecteer Navigatie > Routevoorkeuren > Wis reisgeschiedenis als u uw reisgeschiedenis wilt wissen.Met deze optie verwijdert u alle records van de plaatsen waar u naartoe bent gereisd. U verwijdert zo geen opgeslagen locaties, accounts, apps of geïnstalleerde kaarten.

• Als u alle navigatie-instellingen wilt terugzetten naar de fabrieksinstellingen, selecteert u Navigatie > > Herstel.Met deze optie verwijdert u geen gebruikersgegevens.

• Als u alle opgeslagen draadloze netwerken en gekoppelde toestellen wilt verwijderen, selecteert u Herstel toestel > Netwerkinstellingen herstellen.Met deze optie verwijdert u geen gebruikersgegevens.

• Als u alle gebruikersgegevens wilt wissen en alle fabrieksinstellingen wilt herstellen, selecteert u Herstel toestel > Fabrieksinstellingen herstellen.Met deze optie verwijdert u uw reisgeschiedenis, apps, accounts, instellingen, opgeslagen netwerken, gekoppelde toestellen en alle andere gebruikersgegevens. Geïnstalleerde kaarten worden niet verwijderd.

Gebruikersbestanden in de map Garmin kunnen niet worden verwijderd.

ToestelinformatieInformatie over regelgeving en compliance op e-labels weergeven1 Veeg in het instellingenmenu naar de onderkant.2 Selecteer Over toestel > Informatie over regelgeving.

SpecificatiesBedrijfstemperatuurbe-reik

Van -20° tot 55°C (van -4° tot 131°F)

Laadtemperatuurbereik Van 0° tot 45°C (van 32° tot 113°F)Radiofrequentie/-protocol

2,4 GHz bij 15 dBm

Ingangsspanning Voertuigvoeding via meegeleverde voertuig-voedingskabel. Netvoeding via een optioneel accessoire (alleen voor gebruik in huis en op kantoor).

Batterijtype Oplaadbare lithium-ionKompasveilige afstand 30,5 cm (12 in.)

Het toestel opladenOPMERKING: Dit Klasse III-product dient van stroom te worden voorzien door een LPS-voedingsbron (Limited Power Supply).U kunt de batterij in het toestel op een van de volgende manieren opladen.• Plaats het toestel in de houder en sluit de houder aan op de

voertuigvoeding.• Sluit het toestel aan op een optionele voedingsadapter, zoals

een netspanningsadapter.U kunt een goedgekeurde Garmin netspanningsadapter voor gebruik in huis en op kantoor aanschaffen bij een Garmin dealer of op www.garmin.com. Het toestel wordt mogelijk langzaam opgeladen als het is aangesloten op een adapter van een andere leverancier.

Onderhoud van het toestelGarmin Support CenterGa naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en klantondersteuning.

Kaarten en software bijwerken via een Wi‑Fi netwerk

LET OPKaart- en software-updates kunnen grote bestanden zijn die op het toestel moeten worden gedownload. Gebruikelijke datalimieten of -kosten van uw internetprovider kunnen van toepassing zijn. Neem contact op met uw internetprovider voor meer informatie over datalimieten of -kosten.

U kunt de kaarten en de software bijwerken door uw toestel te verbinden met een Wi‑Fi netwerk met internettoegang. Op die manier kunt u uw toestel up-to-date houden zonder het op een computer te hoeven aansluiten.1 Sluit het toestel op de externe voeding aan met behulp van

de meegeleverde USB-kabel.OPMERKING: Er wordt geen USB-voedingsadapter meegeleverd. Ga naar de productpagina op garmin.com om een adapter te kopen.

20 Toestelinformatie

Page 25: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

2 Verbind het toestel met een Wi‑Fi netwerk (Verbinding maken met een draadloos netwerk, pagina 19).Als het toestel is verbonden met een Wi‑Fi netwerk, wordt automatisch gecontroleerd of er updates beschikbaar zijn. Er wordt een melding weergegeven als een update beschikbaar is.

3 Selecteer een optie:• Wanneer een updatemelding wordt weergegeven, veegt u

omlaag vanaf de bovenrand van het scherm en selecteert u Er is een update beschikbaar..

• Selecteer > Over toestel > Systeemupdates om handmatig te controleren of er updates zijn.

De beschikbare kaart- en software-updates worden dan weergegeven. Als een update beschikbaar is, wordt Update beschikbaar weergegeven onder Kaart of Software.

4 Selecteer een optie:• Als u alle beschikbare updates wilt installeren, selecteert u

Download.• Als u alleen kaartupdates wilt installeren, selecteert u

Kaart.• Als u alleen software-updates wilt installeren, selecteert u

Software.5 Lees indien nodig de licentieovereenkomsten en selecteer

Accepteer alles om de overeenkomsten te accepteren.OPMERKING: Als u niet akkoord gaat met de licentievoorwaarden, kunt u Weiger selecteren. Het updateproces wordt dan gestopt. U kunt pas updates installeren wanneer u de licentieovereenkomsten hebt geaccepteerd.

6 Zorg dat het toestel gedurende het updateproces is aangesloten op een externe voedingsbron en binnen bereik is van het Wi‑Fi netwerk.

TIP: Als een kaartupdate wordt onderbroken of geannuleerd voordat het proces is voltooid, kunnen er op uw toestel kaartgegevens ontbreken. U moet de kaarten opnieuw bijwerken om ontbrekende kaartgegevens te herstellen.

Kaarten en software bijwerken met Garmin ExpressGebruik de Garmin Express toepassing om de nieuwste kaart- en software-updates voor uw toestel te downloaden en installeren.1 Als de Garmin Express toepassing niet op uw computer is

geïnstalleerd, ga dan naar garmin.com/express en volg de instructies op het scherm om deze te installeren (Garmin Express installeren, pagina 21).

2 Open de Garmin Express toepassing.3 Sluit uw toestel met een micro-USB-kabel aan op de

computer.Het kleine uiteinde van de kabel wordt aangesloten op de micro-USB-poort op uw Overlander toestel en het grote uiteinde wordt aangesloten op een beschikbare USB-poort op uw computer.

4 Klik in de Garmin Express toepassing op Voeg een toestel toe.De Garmin Express toepassing zoekt naar uw toestel en geeft de toestelnaam en het serienummer weer.

5 Klik op Voeg toestel toe en volg de instructies op het scherm om uw toestel aan de Garmin Express toepassing toe te voegen.Wanneer de installatie is voltooid, geeft de Garmin Express toepassing de updates weer die voor uw toestel beschikbaar zijn.

6 Selecteer een optie:• Als u alle beschikbare updates wilt installeren, klikt u op

Installeer alles.• Als u een specifieke update wilt installeren, klikt u op

Bekijk details en klikt u op Installeer naast de update die u wilt hebben.

De Garmin Express toepassing downloadt en installeert de updates op uw toestel. Kaartupdates zijn erg groot en dit proces kan veel tijd in beslag nemen met een langzame internetverbinding.OPMERKING: Als een kaartupdate te groot is voor de interne opslag van het toestel, kan de software u vragen om een microSD kaart in uw toestel te plaatsen om de opslagruimte te vergroten (Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens, pagina 23).

7 Volg de instructies op het scherm tijdens het updateproces om de installatie van updates te voltooien.Tijdens het updateproces kan de Garmin Express toepassing u bijvoorbeeld vragen om het toestel los te koppelen en weer aan te sluiten.

Garmin Express installerenDe Garmin Express toepassing is beschikbaar voor Windows®

en Mac® computers.1 Ga op uw computer naar garmin.com/express.2 Selecteer een optie:

• Om de systeemvereisten te bekijken en te controleren of de Garmin Express toepassing compatibel is met uw computer, selecteert u Systeemvereisten.

• Als u wilt installeren op een Windows computer, selecteert u Download voor Windows.

• Als u wilt installeren op een Mac computer, selecteert u Download voor Mac.

3 Open het gedownloade bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.

ToestelonderhoudLET OP

Laat uw toestel niet vallen.Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken.Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.Stel het toestel niet bloot aan water.

Onderhoud van het toestel 21

Page 26: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

De behuizing schoonmakenLET OP

Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.

1 Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm) schoon met een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.

2 Veeg het toestel vervolgens droog.

Het aanraakscherm schoonmaken1 Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek.2 Bevochtig de doek zo nodig licht met water.3 Als u een vochtige doek gebruikt, schakel het toestel dan uit

en koppel het los van de voeding.4 Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon.

Diefstalpreventie• Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de

bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet gebruikt.

• Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit.• Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak.• Registreer uw toestel via de Garmin Express software

(garmin.com/express).

De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen

LET OPBij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op juiste wijze is samengesteld.

Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan worden opgeladen, moet u mogelijk de zekering aan het uiteinde van de voertuigadapter vervangen.1 Draai de dop linksom om deze los te maken.

TIP: U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te verwijderen.

2 Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje en de zekering .

3 Plaats een nieuwe snelle zekering met hetzelfde voltage, zoals 1 A of 2 A.

4 Plaats het zilverkleurige pinnetje in de dop.5 Plaats de dop terug en draai de dop rechtsom om deze weer

te bevestigen op de voertuigvoedingskabel .

Het toestel herstellenU kunt het toestel herstellen als het niet meer reageert.

Houd de aan-uitknop 12 seconden ingedrukt.

Het toestel, de steun en de zuignap verwijderenDe steun van de zuignap verwijderen1 Draai de steun naar rechts of links.2 Blijf kracht uitoefenen tot de steun los komt van de bal aan

de zuignap.

De zuignap van de voorruit halen1 Kantel de hendel op de zuignap naar u toe.2 Trek het lipje van de zuignap naar u toe.

Problemen oplossenDe zuignap blijft niet op de voorruit zitten1 Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol.2 Droog af met een schone, droge doek.3 Bevestig de zuignap (Het toestel in uw voertuig bevestigen

en aansluiten, pagina 1).

De steun houdt mijn toestel niet op zijn plaats als ik rijdVoor de beste resultaten dient u de voertuigsteun schoon te houden en het toestel in de buurt van de zuignap te plaatsen.Als het toestel tijdens het rijden verschuift, moet u deze handelingen uitvoeren.• Verwijder de steun van de zuignaparm en veeg de ronde

aansluiting met een doek schoon.Stof en ander vuil kunnen de wrijving in de ronde aansluiting verminderen en ervoor zorgen dat deze tijdens het rijden gaat schuiven.

• Roteer de scharnierarm op uw voorruit zo ver mogelijk naar de zuignap.Als u het toestel dichter bij de voorruit plaatst, hebben de schokken en trillingen van de weg minder effect.

Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen• Controleer of de functie Locatieservices is ingeschakeld.• Neem uw toestel mee naar een open plek, buiten

parkeergarages en uit de buurt van hoge gebouwen en bomen.

• Blijf enkele minuten stilstaan.

Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto• Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel (De

zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen, pagina 22).• Het voertuig moet zijn ingeschakeld om stroom aan de

stroomvoorziening te kunnen leveren.• Controleer of de binnentemperatuur van het voertuig binnen

het in de specificaties vermelde laadtemperatuurbereik ligt.• Controleer of de zekering van de voertuigvoeding niet kapot

is.

De batterij blijft niet erg lang opgeladen• Verminder de helderheid van het scherm

(Scherminstellingen, pagina 19).• Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen,

pagina 19).• Verlaag het volume (Volume van geluid en meldingen

aanpassen, pagina 19).• Schakel de Wi-Fi radio uit als deze niet wordt gebruikt

(Verbinding maken met een draadloos netwerk, pagina 19).• Zet het toestel in de energiezuinige modus als het niet wordt

gebruikt (Het toestel in- of uitschakelen, pagina 1).• Stel uw toestel niet bloot aan sterke

temperatuurschommelingen.• Laat het toestel niet in direct zonlicht liggen.

22 Problemen oplossen

Page 27: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

Mijn toestel maakt geen verbinding met mijn telefoon• Selecteer > Bluetooth.

De optie Bluetooth moet zijn ingeschakeld.• Schakel Bluetooth draadloze technologie op uw telefoon in

en houd uw telefoon op minder dan 10 meter (33 ft.) afstand van het toestel.

• Controleer of uw telefoon compatibel is.Ga naar www.garmin.com/bluetooth voor meer informatie.

• Voer het koppelingsproces nogmaals uit.Om het koppelingsproces te kunnen herhalen, moet u eerst de koppeling tussen uw telefoon en uw toestel verbreken (Een gekoppelde telefoon verwijderen, pagina 17), en dan het koppelingsproces uitvoeren.

AppendixAchteruitrijcamera'sUw toestel kan de videofeed van een of meer aangesloten achteruitrijcamera's. weergeven.

Een BC™ 35 achteruitrijcamera koppelen met een Garmin navigatietoestelU moet de Wi‑Fi instelling op uw Garmin navigatietoestel inschakelen voordat u een camera kunt koppelen.De BC 35 draadloze achteruitrijcamera is compatibel met sommige Garmin navigatietoestellen met Android™. Ga naar garmin.com/bc35 voor meer informatie over compatibiliteit van toestellen.U kunt maximaal vier BC 35 draadloze achteruitrijcamera's koppelen met uw compatibele Garmin navigatietoestel.1 Werk uw navigatietoestel bij met de nieuwste softwareversie.

Uw toestel ondersteunt de BC 35 camera mogelijk alleen met de nieuwste software. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw navigatietoestel voor meer informatie over het bijwerken van de software.

2 Schakel het Garmin navigatietoestel in en breng het binnen 3 m (10 ft.) van de camera.

3 Selecteer > Achterzicht.4 Selecteer een optie:

• Als dit de eerste camera is die u met het navigatietoestel koppelt, selecteert u Voeg nieuwe camera toe.

• Als dit een extra camera is die u met het navigatietoestel koppelt, selecteert u > Kies camera > Voeg nieuwe camera toe.

5 Volg de instructies op het scherm.OPMERKING: De koppelingscode of het koppelingswachtwoord bevindt zich op de zender of de camera.

Nadat u het koppelingsproces met een camera voor de eerste keer hebt voltooid, maakt deze automatisch verbinding met het Garmin navigatietoestel.

Opnamen van de achteruitrijcamera weergevenEr zijn verschillende manieren om de video-opnamen van de aangesloten achteruitrijcamera op uw toestel weer te geven, afhankelijk van de manier waarop de camera is aangesloten op de voeding.1 Selecteer een optie voor het weergeven van videobeelden:

• Als de camera is verbonden met een achteruitrijlicht (aanbevolen), zet het voertuig dan in zijn achteruit.Het toestel geeft automatisch videobeelden van de achteruitrijcamera weer.

• Als de camera is verbonden met een vaste voedingsbron, selecteert u > Achterzicht om de camerabeelden handmatig weer te geven.

2 Selecteer een optie om de normale werking van het toestel te hervatten:• Als de camera is verbonden met een achteruitrijlicht

(aanbevolen), haal dan het voertuig uit zijn achteruit.De normale werking van het toestel wordt automatisch hervat.

• Als de camera is aangesloten op een vaste voedingsbron, selecteert u om de camera handmatig te verbergen.

Schakelen tussen camera'sWanneer meerdere achteruitrijcamera's beelden naar uw toestel verzenden, kunt u schakelen tussen de camera's.1 Selecteer > Achterzicht.2 Selecteer > Kies camera.3 Selecteer een camera.

De videofeed van de camera wordt weergegeven en de cameranaam verschijnt boven in het scherm.

Verbinding maken met een draadloos schermU kunt de inhoud van het toestelscherm draadloos weergeven op een compatibel extern scherm.1 Plaats uw toestel dicht bij het draadloze scherm.2 Selecteer > Scherm > Cast.3 Selecteer een draadloos scherm.4 Voer indien nodig de PIN in.

GegevensbeheerU kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de geheugenuitsparing van het toestel kan een extra geheugenkaart worden geplaatst.OPMERKING: Het toestel is compatibel met Windows 7 of hoger en Mac OS 10.4 of hoger. Mac computers vereisen mogelijk extra software van derden om bestanden te lezen en schrijven op Android toestellen.

Informatie over geheugenkaartenGeheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. U kunt ook geheugenkaarten met vooraf geladen kaarten van Garmin aanschaffen (www.garmin.com). Geheugenkaarten kunnen worden gebruikt om bestanden zoals kaarten en eigen nuttige punten op te slaan.

Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevensU kunt een geheugenkaart installeren om de opslagruimte voor kaarten en andere gegevens op uw toestel te vergroten. Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. Via www.garmin.com/maps zijn geheugenkaarten met vooraf geladen Garmin kaartsoftware verkrijgbaar. Het toestel ondersteunt microSD geheugenkaarten van 4 tot 256 GB. Geheugenkaarten moeten de FAT32-indeling voor het bestandssysteem gebruiken. Geheugenkaarten van meer dan 32 GB moeten worden geformatteerd met behulp van het toestel (De geheugenkaart formatteren, pagina 23).1 Zoek de kaart- en data-geheugenkaartsleuf op uw toestel

(Overzicht van het toestel, pagina 1).2 Plaats een geheugenkaart in de sleuf.3 Druk op de kaart totdat deze vastklikt.

De geheugenkaart formatterenHet toestel heeft een geheugenkaart nodig die is geformatteerd met het FAT32-bestandssysteem. U kunt het toestel gebruiken om uw kaart te formatteren met dit bestandssysteem.

Appendix 23

Page 28: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

U moet ook een nieuwe geheugenkaart formatteren als deze niet is geformatteerd met het FAT32-bestandssysteem.OPMERKING: Tijdens het formatteren van de geheugenkaart wordt alle opgeslagen informatie van de kaart verwijderd.1 Selecteer > Opslag en USB.2 Selecteer uw geheugenkaart.3 Selecteer > Instellingen > Indeling > WISSEN EN

FORMATTEREN.4 Selecteer OK.

Het toestel aansluiten op uw computerSluit het toestel aan op uw computer via een USB-kabel.1 Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op

het toestel.2 Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USB-

poort op uw computer.Het toestel wordt op uw computer weergegeven als draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.

Gegevens van uw computer overzetten1 Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten

op uw computer, pagina 24).Het toestel wordt op uw computer weergegeven als draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.

2 Open de bestandsbrowser op de computer.3 Selecteer een bestand.4 Selecteer Bewerken > Kopiëren.5 Blader naar een map op het toestel.

OPMERKING: Plaats geen computerbestanden in de Garmin map op verwisselbare stations en volumes.

6 Selecteer Bewerken > Plakken.

Extra kaarten kopen1 Ga naar de productpagina van uw toestel op garmin.com.2 Klik op het tabblad Maps.3 Volg de instructies op het scherm.

Accessoires aanschaffenGa naar garmin.com/accessories.

24 Appendix

Page 29: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

IndexSymbolen2D-kaartweergave 133D-kaartweergave 13

Aaan-uitknop 1aanraakscherm 2aanraakscherm schoonmaken 22aanwijzingen 5accessoires 24achteruitrijcamera 23. Zie camera'sadressen, zoeken 9alarmvolume 19applicaties 13apps 2audio, gevarenzones 19

Bbarometer 15batterij

maximaliseren 22opladen 1, 20, 22problemen 22

beperkingen, voertuig 3bericht 15bestanden, overbrengen 14, 24bestemmingen 18. Zie locaties

aankomst 5bijwerken

kaarten 20, 21software 20, 21

Bluetooth technologie 16, 23gekoppeld toestel verwijderen 17inschakelen 19verbinding met toestel verbreken 17

brandstof, stations 10breedtegraad en lengtegraad 10

Ccamera, koppelen 23camera's 23

back-up 23rood licht 4snelheid 4wisselen 23

camper, profielen 3centra 8computer, verbinden 23, 24coördinaten 10

Ddempen, audio 18diefstal, vermijden 22draadloze camera. Zie camera'sdraadloze toestellen 15

Eeen route aanpassen 5eigen nuttige punten 9EULA's 20extra, kaarten 11extra's, eigen nuttige punten 10

Fflitsers 4Foursquare 8

GGarmin Explore 7, 13, 14Garmin Express 21

software bijwerken 21geavanceerde rijbaanassistentie 5gebruikershandleiding 18gegevens

opslaan 13overbrengen 13

gegevens opslaan 13geheugenkaart 1, 23

formatteren 23

installeren 23geluid 19geocaching 10gereedschap, kaarten 11geschiedenis, naar de computer verzenden 13gesimuleerde locaties 19GPS 2

simulator 19

Hheadset, koppelen 16helderheid 2herstellen

reisgegevens 12toestel 22

het toestel resetten 20het toestel schoonmaken 22het zoekgebied wijzigen 9hoogtemeter 15huidige locatie 10

Iid-nummer 20inReach 15inReach afstandsbediening 15instellingen 13, 14, 18–20instellingen herstellen 20

Kkaarten 4, 11–13, 18

bijwerken 13, 20, 21detailniveau 18extra 11gegevensveld 4, 12, 13gereedschap 11kopen 24lagen 13routes weergeven 4, 5symbolen 4thema 18toevoegen 13

kaartlagen, aanpassen 13kaartweergave

2D 133D 13

kalibreren, kompas 15kompas 15koppelen 16

gekoppeld toestel verwijderen 17headset 16telefoon 16, 23verbinding verbreken 17

kruispunten, zoeken 10

Llijst met afslagen 5locaties 9, 14, 18

centra 8gesimuleerd 19huidige 10opslaan 10recent gevonden 10zoeken naar 7, 10

locaties zoeken. 7–9 Zie ook locatiesadressen 9categorieën 7coördinaten 10kruispunten 10steden 10

locatieservices 19

Mmediavolume 19meldingen 2meldingenvolume 19microSD kaart 1, 23myTrends, routes 6

Nnaar huis 4nationale parken 7, 8

navigatie 4, 5, 8instellingen 18offroad 14

nooddiensten 10nuttige punt, eigen 9nuttige punten 7, 8

centra 8eigen 9, 10extra's 10HISTORY 8POI Loader 9

Oomwegen 5onderhoud van uw toestel 21opgeslagen locaties

categorieën 11verwijderen 11wijzigen 11

oproepen 16beantwoorden 16

oproepen beantwoorden 16opslaan, huidige locatie 10

Pparkeren 5, 9, 10pictogrammen, statusbalk 2pitch & roll 15pitch en roll, kalibreren 15POI Loader 9problemen oplossen 22, 23productondersteuning 18profielen, camper 3

Rrecent gevonden locaties 10reisgeschiedenis 20reisinformatie 12

herstellen 12weergeven 12

reislog, weergeven 12roodlichtcamera's 4routebeschrijvingen 5routes 4, 14

aanpassen 5berekening 6myTrends 6punt toevoegen 5starten 4, 9stoppen 6suggesties 6weergeven op de kaart 4, 5

Ssatellietsignalen, ontvangen 2, 19scherm, helderheid 2scherminstellingen 19services zoeken 7slaapmodus 1smartphone 13Snel zoeken 7snelkoppelingen

toevoegen 2, 10verwijderen 10

softwarebijwerken 20, 21versie 20

SOS 16annuleren 16verzenden 16

specificaties 20sporen 14spraakherkenning 17spraakopdracht 17

activeerzin 18activeren 18navigeren met 18tips voor gebruik 18

startscherm 2aanpassen 2

steun, verwijderen 22

Index 25

Page 30: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

steun verwijderen 22

Ttaal 19te vermijden 6

gebied 6, 7tolgebieden 6uitschakelen 7verwijderen 7weg 6wegkenmerken 6

telefoonkoppelen 16, 23verbinding verbreken 17

telefoongesprekken 16, 17beantwoorden 16bellen 16dempen 16spraakgestuurd kiezen 16

thuislocatie bewerken 4naar huis gaan 4

tijdinstellingen 20toestel bevestigen 22

auto 1zuignap 1, 22

toestel opladen 1, 20, 22toestel schoonmaken 22toestel-id 20tolgebieden, vermijden 6tracking 14, 15TripAdvisor 8

Uuw huidige locatie 10

Vverbinding verbreken, Bluetooth toestel 17verderop 11

aanpassen 11verkeer 12, 17, 19

kaart 12, 17ontvanger 17problemen 12, 17zoeken naar vertragingen 12, 17

verkeersinformatie, alternatieve route 6verwijderen

alle gebruikersgegevens 20gekoppeld Bluetooth toestel 17

voedingskabels 20voertuig 1zekering vervangen 22

voertuigprofielauto 3camper 3

voertuigvoedingskabel 1volgende afslag 4volume 19

WWaar ben ik? 10waarschuwingen 3, 15

audio 19gevarenzones 19

waarschuwingen voor bestuurders 3, 4waarschuwingshoek 15waarschuwingspictogrammen 12waypoints 14Wi-Fi, verbinden 19, 23Wi‑Fi 20

Zzekering, vervangen 22zoekbalk 8zuignap 22

26 Index

Page 31: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®
Page 32: 377Overlander!' Gebruikershandleidingstatic.garmin.com/pumac/Overlander_OM_NL-NL.pdf · 2019-12-05 · 377Overlander!' Gebruikershandleiding ... Garmin ®

support.garmin.com

November 2019190-02503-00_0C