206 Te Weinig Marketingdeskundigheid Bij Zorginstellingen

1

Click here to load reader

Transcript of 206 Te Weinig Marketingdeskundigheid Bij Zorginstellingen

Page 1: 206 Te Weinig Marketingdeskundigheid Bij Zorginstellingen

Bijna de helft van de zorginstellingen heeft teweinig marketingdeskundigheid. Dat consta-teert het Zorgmarketingplatform op basis vanonderzoek onder 154 bestuurders en managersvan Nederlandse ziekenhuizen, zorginstellin-gen en thuiszorgaanbieders.

Volgens de studie van het Zorgmarketingplat-form is bij 44 procent van de zorginstellingenonduidelijk wie verantwoordelijk is voor marke-ting en wat de bedrijfsstrategie is. Slechts veer-tien procent van de zorgaanbieders heeft eenmarketingmanager in dienst en slechts zevenprocent heeft een marketingafdeling. Uit hetonderzoek blijkt ook dat tijd, capaciteit en geld

ontbreken. In veel gevallen wordt de noodzaakvan marketing niet gevoeld. De top vijf vanobstakels voor de invoering van marketing zijnvolgens de geënquêteerde zorgmanagers: onvol-doende marketingdeskundigheid, onduidelijkemarketingverantwoordelijkheid, onduidelijkebedrijfsstrategie, onvoldoende tijd en capaciteiten onvoldoende marketingbudget. Als speer-punten noemen de geënquêteerde zorgmana-gers: de afdeling communicatie en publicrelations versterken (43%), de klanttevreden-heid verhogen (42%) en de kwaliteit van dienst-verlening verbeteren (34%).Bron: Zorgvisie Nieuwsbrief, 2008, nr. 3<

> marktwerking

206 te weinig marketingdeskundigheid bij zorginstellingen

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) enonderzoeksinstituut ZonMw stellen voor ommet de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) eeninnovatieloket voor de zorg in te richten. In hetadvies ‘Tijdelijke toelating van veelbelovende

innovaties tot het pakket’ stellen CVZ enZonMw dat er momenteel een aantal publiekeen private regelingen zijn die voldoende moge-lijkheden bieden om veelbelovende innovatiestoe te passen in de zorg.

207 innovatieloket voor de zorg

stelsel

34 3-2008 > zorg & financiering

snel overlijden, aan welke ziekten ze uiteindelijkwel overlijden en wat de kosten daarvan zijn.Daarnaast is bijvoorbeeld meer inzicht gewenstin verschillen tussen generaties wat betreft hunberoep op de gezondheidszorg en het effect vande voortschrijdende medische technologie opepidemiologische veranderingen.

Preventie kost geld

Een ander grijs gebied is de opbrengst van pre-ventieve gezondheidszorg. Anders dan in hetregeerakkoord wordt aangenomen, drukt pre-ventieve zorg de zorgkosten niet, aldus Polder.Preventie kost geld, omdat gewonnen levens-

jaren extra zorgkosten met zich meebrengen.Aan de andere kant levert preventie ook weermaatschappelijk baten op: naast gezondheidgaat het bijvoorbeeld om een lager ziektever-zuim en hogere arbeidsproductiviteit. Ook dieeffecten zijn van belang voor het maken vangoede beleidsbeslissingen over de gezondheids-zorg. Polder pleit verder voor een andere waarderingvan tijd. ‘Tijd is geld’ gaat in de zorg maar tot opzekere hoogte op: te veel tijdsbesparing leidtertoe dat de ziel uit de zorg verdwijnt, zowelvoor de zorgvrager als voor de zorgverlener. Bronnen: persbericht Universiteit van Tilburg, 17 janu-ari 2008 en www.mednet.nl, 17 januari 2008<

ZenF-0308-cyaan.qxd 12-3-2008 13:32 Pagina 34