2020 Vwo 5 - Dr. Mollercollege · In 4, 5 en 6 Vwo wordt er gewerkt met methode Biologie voor Jou,...

Examenreglement, deel 3

Programma van toetsing en afsluiting (PTA)

Dr. Mollercollege

Schooljaar 2019 – 2020

Vwo 5

Deze examenregeling is na instemming van de MR verzonden aan de inspectie en gepubliceerd op de website van het Dr. Mollercollege voor de kandidaten en hun ouders/verzorgers.

Vastgesteld namens het bevoegd gezag door mr. J. van Pelt, rector OMO SG De Langstraat.

Schooljaar 2019-2020 Cohort 2018-2021 vwo 5 examenjaar 2021

PROGRAMMA van TOETSING en AFSLUITING

Vwo Aardrijkskunde

Inleiding We maken gebruik van de methode “De wereld van”. In de schoolexamens en het CSE zullen de volgende domeinen getoetst worden: A Vaardigheden, B Wereld, C Aarde, D Gebieden (Zuid Amerika) en E leefomgeving. In 5 VWO zal in de laatste toetsenweek het eerste schoolexamen plaatsvinden SE1. https://www.examenblad.nl/examenstof/aardrijkskunde-vwo-2/2021/vwo/f=/aard_vwo.pdf

Opmerking De overige 70% van dit cohort zal in VWO 6 worden behaald aan de hand van twee theoretische schoolexamens.

Schoolexamens Het op één decimaal afgeronde eindcijfer van SE01 gaat als SE- cijfer met wegingsfactor 30 mee naar het eindexamenjaar.

Handelingsdelen Het vak aardrijkskunde kent geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Grote Bosatlas 55e editie en Alcarta.

Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE

Magistercode Herkansbaar Tijdsduur in

minuten leerjaar periode(1-2-3)

5 3 SE01 Vraagstukken in Nederland

Leefom-geving

(A, E)

SE 30 SE01 NEE 100

https://www.examenblad.nl/examenstof/aardrijkskunde-vwo-2/2021/vwo/f=/aard_vwo.pdf



VWO Bedrijfseconomie

Inleiding Voor het vak bedrijfseconomie maken we gebruiken van de methode Cumulus. We kijken naar organisatievormen, het verschil tussen kosten, opbrengsten, ontvangsten en uitgaven. Wat is een balans, wat is een resultatenrekening en wat is het verband tussen de twee? Hypotheekvormen, renteberekeningen.

Opmerking Het examenprogramma met uitleg over de domeinen kunt u nalezen op https://www.examenblad.nl/examenstof/examenprogramma-bedrijfseconomie-2/2021/vwo/f=/Examenprogramma_Bedrijfseconomie_vwo.pdf

Schoolexamens In 5 vwo worden voor dit vak geen schoolexamens afgenomen. Het rapportcijfer is gebaseerd op het gemiddelde van 3 proefwerken.

Handelingsdelen Het vak heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Normale rekenmachine zonder geheugen. Het gebruik van een grafische rekenmachine is niet toegestaan.


Gewicht SE



Voor dit vak worden in vwo 5 geen schoolexamencijfers behaald.

https://www.examenblad.nl/examenstof/examenprogramma-bedrijfseconomie-2/2021/vwo/f=/Examenprogramma_Bedrijfseconomie_vwo.pdf

https://www.examenblad.nl/examenstof/examenprogramma-bedrijfseconomie-2/2021/vwo/f=/Examenprogramma_Bedrijfseconomie_vwo.pdf



Vwo Biologie

Inleiding: In 4, 5 en 6 Vwo wordt er gewerkt met methode Biologie voor Jou, waarbij gebruik gemaakt kan worden van de digitale leeromgeving en het leerboek. In Vwo 5 is het leerboek Biologie voor Jou MAX VWO5. In 5 Vwo is er een theoretisch schoolexamen in de proefwerkweek van periode 3 dat voor 20% meetelt. Dit proefwerk is herkansbaar. Hierbij telt het hoogst behaalde cijfer mee. Leerlingen die afstromen van Vwo 5 naar Havo 5 hebben de lesstof van Havo 4 met meer verdieping bestudeerd, daarnaast zijn er de onderwerpen die in periode 2 en 3 van Vwo 5 behandeld worden stof van Havo 5. Het SE1 in Havo 5 wordt in dit geval als volgt bepaald: (PWW3 Vwo 5 + 0,8) Opmerking: De overige 80% van dit cohort zal in Vwo 6 worden behaald. Schoolexamens Het cijfer in de derde proefwerkweek van Vwo 5 is het eerste schoolexamen. In Vwo 6 volgen dan nog twee theoretische schoolexamens en een practicum.

Handelingsdelen Het vak biologie kent geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine en Binas 6e editie.

Schooljaar 2019-2020 Cohort 2018-2021 vwo 5 examenjaar 2021 Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Examen-

eenheid Toetsvorm

Gewicht SE



5 3 BvJ Max VWO4: - Algemeen (Thema 1) - Voortplanting (Thema 2, behalve 2.3) - Erfelijkheid (Thema 3) - Evolutie (Thema 4)

BvJ Max VWO5: - Spieren en beweging (1.6) - Zenuwstelsel en zintuigen (1.3 t/m 1.5

+ 2.1 + 2.2) - Gedrag (2.3 t/m 2.7) - Voortplanting planten (5.4)

A1 t/m 16, B4, B6, B7, C2, D2 t/m 4, E3, F1 t/m 4

SE1 20 SE01 ja nvt



Vwo CKV Inleiding Je bezoekt 5 verschillende kunstzinnige activiteiten op het gebied van kunst en cultuur (dans, muziek, film, beeldende kunst, architectuur, theater e.d.). Van deze activiteiten wordt verslag gedaan in verschillende vormen. Deze vind je in onderstaand schema. In de les besteden we aandacht aan achtergrondinformatie van de verschillende disciplines. Het vak is een verplicht onderdeel van alle profielen.

Opmerking CKV wordt in vwo 4 afgerond. Het eindcijfer vormt samen met de eindcijfers van levensbeschouwing, maatschappijleer en het profielwerkstuk, het combinatiecijfer.

Schoolexamens In 4V zijn er zes praktische opdrachten. Er zijn geen schoolexamens. De beoordelingscriteria voor deze opdrachten staan in het pakketje dat leerlingen zowel op papier krijgen en in de ELO kunnen vinden.

Handelingsdelen Het vak CKV heeft één handelingsdeel. Hierbij worden leerlingen geacht zelf(standig) 15 uren te vullen met activiteiten die gelinkt zijn aan het vak CKV. Een uitleg over deze opdracht staat in de beschrijving die leerlingen zowel op papier krijgen en in de ELO kunnen vinden. Het handelingsdeel dient naar behoren te worden uitgevoerd. Indien dat niet gebeurd, moet de leerlingen deze opdracht herkansen tot het wel naar behoren is uitgevoerd.

Voor het vak ckv in havo 4 en vwo 4 dat afgesloten wordt voor aanvang van het examenjaar geldt het volgend: * Leerlingen die als eindcijfer lager dan een 6 hebben gescoord moeten een aanvullende opdracht maken; * Leerlingen maken in de eerste SE-week (havo 5) of toetsweek (vwo 5) de aanvullende opdracht voor het eindcijfer voor CKV van het vorige jaar. * De aanvullende opdracht bestaat uit een opdracht waarbij twee korte films met elkaar vergeleken worden. * De aanvullende opdracht duurt 3 lesuren. Leerlingen moeten minimaal 2 lesuren aanwezig zijn in het lokaal. * De aanvullende opdracht vindt plaats in het computerlokaal, zodat leerlingen (fragmenten van) de films nog eens kunnen bekijken en extra informatie online op kunnen zoeken voor hun opdracht. * Leerlingen mogen bij het maken van deze opdracht hun CKV-map van vorig schooljaar gebruiken met daarin hun opdrachten en begrippenlijsten. * De aanvullende opdracht heeft elementen in zich van PO4, de vergelijkingsopdracht voor film, maar zal aangevuld worden met onderdelen uit andere opdrachten. * In de aanvullende opdracht kunnen de volgende dimensies aan de orde komen: Feit en fictie, Amusement en engagement, Herkenning en vervreemding, Individueel en coöperatief. * Voor de aanvullende opdracht krijgt de leerling een cijfer dat gegeven wordt door de CKV-docent van het jaar ervoor, mits deze nog op het Dr. Mollercollege werkzaam is. Zo niet, kijkt de sectievoorzitter het werk na. * Het cijfer voor de aanvullende opdracht wordt gemiddeld met het eindcijfer van CKV dat in het vierde jaar is behaald. * Indien het cijfer voor de aanvullende opdracht lager is dan het eindcijfer uit schooljaar waarin het vak ckv is aangeboden, blijft het eindcijfer staan. * Een leerling heeft alleen recht op een aanvullende opdracht bij een cijfer lager dan 6,0. * Bij doubleren mogen leerlingen die een eindcijfer hadden tussen de 5,5 en 6,4 ook een aanvullende opdracht maken. Wanneer zij gemiddeld aan een 6,5 komen krijgen zij hun vrijstelling. Tot de herkansing volgen zij echter gewoon de lessen. * Bij doubleren mogen leerlingen met een lager eindcijfer dan een 5,4 geen aanvullende opdracht maken.



Gewicht SE



4 1 Kunstzinnig zelfportret – verslag Domein A: verkennen

PO 10% PO01 nee Tijdens de les

4 1 KA 1 + KA 2 – vlog Domein B: verbreden

PO 15% PO02 nee Tijdens de les +

activiteitenweek

4 2 KA3 – dialoog (groepsopdracht) Domein B: verbreden


bezoek voorstelling

4 3 KA 4 + KA 5 – vergelijking Domein B: verbreden


bezoek KA’s

4 3 Meesterproef – verslag + presentatie (groepsopdracht)

Domein C: verdiepen


activiteitenweek

4 3 pitch – mondeling Domein D: verbinden

PO 20% PO06 nee Tijdens de les + in

proefwerkweek

4 1/2/3 Handelingsdeel Domein B: verbreden en/of Domein C: verdiepen

HO n.v.t. HO01 ja 15 uur



Vwo Duits

Inleiding Voor het vak Duits gebruiken we de methode Na Klar.

https://www.examenblad.nl/examenstof/moderne-vreemde-talen-vwo/2021/vwo/f=/mvt_havovwo.pdf

Opmerking Het examenprogramma voor het vak Duits start pas in vwo 6

Schoolexamens Schoolexamens worden pas afgenomen in vwo 6

Handelingsdelen Dossier aanleggen voor kijken/ luisteren (4x), lezen (4x), schrijven (3x) en spreken (presenteren) (1x) (5 minuten). Dit dossier gaat mee naar klas 6. In klas 6 wordt het afgerond.


Gewicht SE



Voor dit vak worden de schoolexamencijfers behaald in VWO 6




Vwo Economie

Inleiding – In de bovenbouw van het vwo werken we met de lesbrieven van LWEO. We zullen in 4 vwo de lesbrieven Vraag & Aanbod (domein A, D, E en G), Marktgedrag (domein A, D en F) en Levensloop (A t/m C en E t/m I) behandelen. In 5 vwo de lesbrieven Economische Crisis (A, C, E, G, H, I), Mobiliteit (A t/m D, F en G) en Arbeid (K). In 6 vwo behandelen we tot slot Wereldeconomie (A, C, E, F, H, I) en Monetaire Zaken (K). De inhoud van de domeinen is terug te lezen via Examenblad (https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2019-economie-vwo/2019/f=/economie_vwo_2019_versie_3_nader_vastgesteld.pdf)

Opmerking – Geen.

Schoolexamens – Het schoolexamencijfer bestaat uit het gemiddelde van 3 SE-cijfers met gelijke weging. Deze SE’s worden afgenomen in 6 vwo.

Handelingsdelen – Informatie over de afsluiting van het handelingsdeel wordt in de lessen in 4 en 5 vwo gegeven door de docent.

Toegestane hulpmiddelen – Niet-grafische rekenmachine, geodriehoek, markeerstiften, potlood, pen en woordenboek Nederlands.


Gewicht SE



5 3 Verslag van klaslokaalexperimenten Deelname is verplicht, bij afwezigheid zorgt de docent voor een inhaalmoment. Indien je niet hebt deelgenomen aan het experiment, dan is het niet mogelijk om deel te nemen aan het Centraal examen. Om deel te kunnen nemen aan het CE moet aan alle eisen van het SE zijn voldaan.

J HO 0 HO01 Nee

https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2019-economie-vwo/2019/f=/economie_vwo_2019_versie_3_nader_vastgesteld.pdf



Vwo Engels

Inleiding Voor het vak Engels gebruiken we de methode Stepping Stones. Er wordt gewerkt met een jaarcijfer, waarbij alle deelvaardigheden aan bod komen, evenals onderliggende basisvaardigheden als grammatica en woordkennis. verder zijn er door de Engelse sectie speciale materialen voor leesvaardigheidstraining ontwikkeld

Opmerking https://www.examenblad.nl/examenstof/moderne-vreemde-talen-vwo/2021/vwo/f=/mvt_havovwo.pdf

Schoolexamens Er zijn geen schoolexamens in vwo leerjaar 5.

Handelingsdelen Het vak Engels heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek EN-NE, NE-EN


Gewicht SE






Vwo Engels IB/CAE Inleiding Voor het vak Engels gebruiken we geen vaste methode. Er wordt gewerkt met een jaarcijfer, waarbij alle deelvaardigheden aanbod komen, aan de hand van het IB English Language and Literature A programma. Verder zijn er door de Engelse sectie speciale materialen voor leesvaardigheidstraining ontwikkeld

Opmerking https://www.examenblad.nl/examenstof/moderne-vreemde-talen-vwo/2021/vwo/f=/mvt_havovwo.pdf

Schoolexamens Er zijn geen schoolexamens in vwo 5.

Handelingsdelen Het vak Engels heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek EN-NE, NE-EN


Gewicht SE






Vwo Frans Inleiding Het eindexamen Frans bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het centraal examen heeft betrekking op domein A: leesvaardigheid. Het schoolexamenprogramma heeft betrekking op alle domeinen. De schoolexamens betreffen de domeinen B, C, D en E. https://www.examenblad.nl/examenstof/moderne-vreemde-talen-vwo/2021/vwo/f=/mvt_havovwo.pdf Schoolexamens Domeinen: A leesvaardigheid, B kijken luistervaardigheid, C gespreksvaardigheid, D schrijfvaardigheid en E literatuur. Voor het vak Frans worden de schoolexamencijfers behaald in 6 vwo. Opmerking Domein F oriëntatie op studie en beroep is niet apart het voorwerp van een schoolexamen, maar kan aan bod komen bij gespreks- en schrijfvaardigheid. Handelingsdelen Vaardighedendossier Toegestane hulpmiddelen Vermeld per SE Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



Voor het vak Frans worden de schoolexamencijfers behaald in 6 vwo.




Vwo Geschiedenis Inleiding Voor het vak geschiedenis gebruiken we, door de vakgroep gekozen, methoden. Opmerking Van het gehele SE wordt 20% in 4 VWO behaald, 20% in 5 VWO en 60% in 6 VWO. Alle onderdelen en SE’s en ook de herkansingen worden schriftelijk afgenomen. Domeinen A, B, C, D en E: zie examenblad.nl, examenprogramma geschiedenis 2021. https://www.examenblad.nl/examenstof/geschiedenis-vwo-2/2021/vwo/f=/Examenprogrammas%20geschiedenis%20vwo.pdf

Schoolexamens SE01 is het VSG van alle toetsen en opdrachten waarvoor in 4 VWO een cijfer wordt gegeven.(met een decimaal). SE02 wordt in vwo5 in pww3 afgenomen. Toegestane hulpmiddelen Woordenboek Nederlands.

Aanvulling PTA geschiedenis.

Opstroom van HAVO naar VWO;

5havo naar 5vwo:

- VSG 4 havo wordt VSG 4 vwo.(cijfer wordt ook op een decimaal gewoon overgenomen).

Afstroom van VWO naar HAVO;

5vwo naar 5 havo:

- Vuistregel: vwo-cijfer wordt havo-cijfer + 1.

- VSG 4 vwo wordt VSG 4 havo + 1.

- Werkstuk gemaakt in 5 vwo mag worden gebruikt als PO 4 havo + 1.

De leerling mag ook alsnog de PO voor 4havo maken. (wordt dan op havo-niveau beoordeeld).

https://www.examenblad.nl/examenstof/geschiedenis-vwo-2/2021/vwo/f=/Examenprogrammas%20geschiedenis%20vwo.pdf

https://www.examenblad.nl/examenstof/geschiedenis-vwo-2/2021/vwo/f=/Examenprogrammas%20geschiedenis%20vwo.pdf


Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Examen-eenheid

Toetsvorm

Gewicht SE



4 3 VSG van VWO 4: - Historisch besef (Domein A) + Oriëntatiekennis (Domein B): Tijdvak 1 t/m 5) - Thema Neolithische revolutie (Domein C) - Thema Het Romeinse imperium (Domein C) - Thema China (Domein C)

A, B, C SE 20 SE01 nee

5 3 - Historisch besef (domein A) + Oriëntatiekennis (domein B): Tijdvak 6 t/m 10 - Thema Midden Oosten(Domein C) - Thema Industriële Revolutie(Domein C) - Thema Staatsinrichting(Domein D)

A, B, C, D

SE 20 SE02 nee 100



Vwo Grieks

Inleiding Het vak Griekse taal en cultuur maakt gebruik van door de docent / docenten ontwikkeld lesmateriaal. De lesmethode Pallas wordt in de vierde klas hoofdzakelijk gebruikt om de grammatica, vertaalvaardigheid en de woordenschat in te oefenen.

Opmerking In elke periode de proefvertaling of het proefwerk over een gelezen tekst herkansbaar. Bij de proefvertaling telt het hoogst behaalde cijfer. Bij het proefwerk over een gelezen tekst wordt het gemiddelde van het oorspronkelijke cijfer en de herkansing genomen.

Schoolexamens Het schoolexamen bevat teksten van tenminste twee genres uit de Griekse literatuur, waarbij samen met de auteur van het eindexamen proza en poëzie aan bod komen. De volgende cultuurdomeinen komen daarbij aan bod: verhalengoed, drama, filosofie en beeldende kunst. https://www.examenblad.nl/examenstof/griekse-taal-en-cultuur-en/2021/vwo/f=/examenprogramma_gtc_en_ltc_vwo.pdf

Handelingsdelen Het vak Grieks kent geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Het gebruik van een woordenboek Grieks-Nederlands is toegestaan bij alle onderdelen van het schoolexamen. Bij voorkeur het woordenboek van Charles Hupperts (uitgeverij Eisma).

https://www.examenblad.nl/examenstof/griekse-taal-en-cultuur-en/2021/vwo/f=/examenprogramma_gtc_en_ltc_vwo.pdf

Schooljaar 2019-2020 Cohort 2018-2021 vwo 5 examenjaar 2021 Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



5 1 Tekstbegrip: Griekse geneeskunde Auteurs: Hippocrates en de Hippocratische geschriften

A1, A2, A3, A4, B3, C5

1xPW 10 SE01 ja 50

5 2 Vertaalvaardigheid: Grieks proza

A1 1x PW 10 SE02 ja 100

5 3 Tekstbegrip: historisch proza Auteur: Herodotus

A1, A2, B3, C5

1x PW 10 SE03 ja 100



Vwo Informatica

Inleiding Er wordt gebruik gemaakt van de methode Fundament Online voor de theoretische delen. Een uitgebreide studiewijzer is te vinden op Magister. Het rapportcijfer in 5V is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van alle voor het vak behaalde cijfers dat schooljaar. https://www.examenblad.nl/examenstof/informatica-havo-en-vwo-3/2021/vwo/f=/examenprogramma_Informatica_havo-vwo.pdf

Opmerking De overige 45% van dit cohort zal in vwo 6 worden behaald.

Schoolexamens Het maken van een website zal gebeuren in HTML en CSS. Het programmeren zal plaatsvinden in de programmeertaal C#, hierbij is het mogelijk dat excellente leerlingen in een andere programmeertaal aan de slag gaan.

Informatica is een schoolexamenvak. Indien de leerling het vak in het examenjaar met een 7 of hoger afsluit maar het examenjaar moet overdoen kan er een vrijstelling worden aangevraagd voor het complete vak. Dit geld voor havo en vwo.

Doorstromen na het succesvol behalen van een havo diploma naar het vwo dient het complete vak te worden gevolgd, ook als de leerling op de havo informatica al heeft afgesloten ongeacht het behaalde cijfer. Gezien er geen informatica is in het vierde leerjaar van het vwo is er geen achterstand en dus geen inhaalprogramma nodig.

Gezien de indeling van de schoolexamens en onderwerpen bij het havo en vwo hetzelfde zijn veroorzaakt opstromen of afstromen geen grote problemen. Het vwo bied meer verdieping op de onderwerpen. Bij het instromen van vwo naar havo zal er voor elk schoolexamen 1.0 punt op het cijfer worden bijgeteld, gezien de stof van de havo minder verdiepend en dus makkelijker is.

Handelingsdelen Het vak informatica heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek Nederlands

-

https://www.examenblad.nl/examenstof/informatica-havo-en-vwo-3/2021/vwo/f=/examenprogramma_Informatica_havo-vwo.pdf


Gewicht SE



5 1-2 Maken van een website Je hebt verschillende lesuren en thuis de tijd in de eerste periode om hier aan te werken. Inleveren in de tweede week van de tweede periode. De exacte datum en eisen aan de pagina zijn tijdens deze periode te vinden op Magister en Bit.ly/mollervwo5

A, F, O PO 20 PO01 NEE -

5 1 Fundament-Online: Informatie theorie Domein C1, C2, en C4 van Fundament-Online. Eventuele presentaties en exacte stof is te vinden op Bit.ly/mollervwo5. Afname is de eerste proefwerkweek.

C SE 10 SE01 NEE 50

5 2 Fundament-Online: Architectuur theorie Domein E van Fundament-Online. Eventuele presentaties en exacte stof is te vinden op Bit.ly/mollervwo5. Afname is de tweede proefwerkweek.

E SE 10 SE02 NEE 50

5 3 Programmeren Tijdens de een van de reguliere lessen wordt deze PO afgenomen. Exacte datum wordt bekend gemaakt op Magister en op Bit.ly/mollervwo5. Het betreft de basis programmeerstructuren, if while for array, algoritmes en functies.

A, B, D PO 10 PO02 NEE 50

5 3 Maatschappelijke theorie Er dient een verslag geschreven te worden waarin een leerlingen zijn mening weet te formulieren over een informatica gerelateerd maatschappelijk probleem. De exacte eisen hiervan zullen in de les worden behandeld. De exacte eisen en afnamedatum zullen te vinden zijn op Bit.ly/mollervwo5

A, Q SE 5 SE03 NEE -

Schooljaar 2019-2020 Cohort 2018-2021 vwo 5 examenjaar 2021 Herexamen Indien na afronding van de herkansingen na periode 3 blijkt dat voor het vak wiD, informatica, maatschappijleer en levensbeschouwing een eindcijfer 6 of lager is behaald, kan de kandidaat opnieuw schoolexamen afleggen. Het betreft een herkansing aanvullend op de 4 herkansingen zoals bedoeld bij de herkansingsperiodes 1 t/m 3. Het herexamen heeft in principe betrekking op de gehele examenstof, maar de school kan voldoende resultaten die eerder werden behaald op onderdelen, betrekken in de cijferbepaling. Het herexamen omvat in beginsel één zitting/toets; maar meerdere zittingen zijn mogelijk. Indien een kandidaat gebruik maakt van de mogelijkheid te herkansen voor een vak waarvoor alleen schoolexamen wordt afgelegd, wordt voor de afname van de herkansing door de betreffende adjunct-directeur, na overleg met de betreffende vaksectie, schriftelijk vastgelegd over welke stof de kandidaat geëxamineerd wordt, welke onderdelen die voldoende zijn afgesloten alsnog meetellen voor het eindcijfer en op welke wijze het eindcijfer wordt bepaald. Voor het vak informatica dat afgesloten wordt in het examenjaar geldt het volgende:

- Leerlingen die als eindcijfer onder de 6 hebben gescoord moeten een herexamen maken. - Leerlingen tussen de 6 en 6,4 wordt een herexamen aangeboden. De leerlingen worden actief benaderd door de vakdocent. - Het hoogste cijfer telt. - In de week aansluitend aan de herkansingen van periode 3 vindt het herexamen plaats



Vwo Kunst

Inleiding Het vak Kunst bestaat uit Kunst-Beeldend en Kunst-Algemeen. Kunst-Beeldend wordt afgerond met een schoolexamen waarna Kunst-Algemeen wordt afgerond met een landelijk schriftelijk examen. Beide zijn samen opgenomen in het PTA. https://www.examenblad.nl/examenstof/kunst-algemeen-vwo/2021/vwo/f=/kunstalg_havovwo.pdf


Schoolexamens Er zijn zowel PO’s als SE’s. De beoordelingscriteria voor de PO’s staan in de opdrachtomschrijving die leerlingen op papier krijgen en in de ELO kunnen vinden.

Handelingsdelen Het vak kubv heeft geen Handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen

Woordenboek

https://www.examenblad.nl/examenstof/kunst-algemeen-vwo/2021/vwo/f=/kunstalg_havovwo.pdf

https://www.examenblad.nl/examenstof/kunst-algemeen-vwo/2021/vwo/f=/kunstalg_havovwo.pdf

Schooljaar 2019-2020 Cohort 2018-2021 vwo 5 examenjaar 2021 Toets-/inlever-

moment Stofaanduiding Examen-

eenheid Toetsvorm

Gewicht SE


minuten leerjaar Periode

(1-2-3)

5 2 Praktisch werk: expositie van beeldend werk met de onderdelen: A voorstudies en reflectie (dummy) B eindwerkstuk(ken) Onderwerp: Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw

KU-B Domein A en B

PO 15 PO01 NEE Tijdens de les

5 3 Praktisch werk: expositie van beeldend werk met de onderdelen: A voorstudies en reflectie (dummy) B eindwerkstuk(ken) Onderwerp: Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw

KU-B Domein A, B, C

PO 15 PO02 NEE Tijdens de les

5 3 Thema: Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw + Hofcultuur in de zestiende en zeventiende eeuw

KU-A Domein A, B 1t/m 6, C

SE 10 SE01 NEE 100



Vwo Latijn

Inleiding Het vak Latijnse taal en cultuur maakt gebruik van door de docent / docenten ontwikkeld lesmateriaal. De lesmethode Fortuna wordt in de vierde klas hoofdzakelijk gebruikt om de grammatica, vertaalvaardigheid en de woordenschat in te oefenen. https://www.examenblad.nl/examenstof/griekse-taal-en-cultuur-en/2021/vwo/f=/examenprogramma_gtc_en_ltc_vwo.pdf Opmerking In elke periode is de proefvertaling of het proefwerk over een gelezen tekst herkansbaar. Bij de proefvertaling telt het hoogst behaalde cijfer. Bij het proefwerk over een gelezen tekst wordt het gemiddelde van he oorspronkelijke cijfer en de herkansing genomen.

Schoolexamens Het schoolexamen bevat teksten van tenminste twee genres uit de Latijnse literatuur, waarbij samen met de auteur van het eindexamen proza en poëzie aan bod komen. De volgende cultuurdomeinen komen daarbij aan bod: verhalengoed, drama, filosofie en beeldende kunst. Handelingsdelen Het vak Latijn kent geen handelingsdelen. Toegestane hulpmiddelen Het gebruik van een woordenboek Latijn-Nederlands is toegestaan bij alle onderdelen van het schoolexamen. Bij voorkeur het woordenboek van Harm Pinkster (uitgeverij Amsterdam University Press).




Gewicht SE



5 1 Tekstbegrip Genre: verhalengoed - geschiedschrijving Thema: Propaganda Auteur: Caesar

A1, A2, B3, C5, E

1x PW 10 SE01 JA 50

5 2 Vertaalvaardigheid A1 1 x PW 10 SE02 JA 100

5 3 Tekstbegrip Genre: epische poëzie Thema: metamorfosen Auteur: Ovidius

A1, A2, B3, C5

1x PW 10 SE03 JA 100



Vwo Levensbeschouwelijke Vorming

Inleiding

De leerlingen sluiten het vak levensbeschouwelijke vorming in de vijfde klas af. Samen met het vak maatschappijleer, ckv en het profielwerkstuk vormt levensbeschouwelijke vorming het zogenaamde combinatiecijfer. Het thema van de vijfde klas is de relatie tussen geloof en wetenschap.

Voor het vak levensbeschouwelijke vorming zijn er geen landelijke eindtermen geformuleerd, dit is inherent aan de scheiding tussen kerk en staat. De sectie levensbeschouwing heeft zich laten inspireren door het raamleerplan godsdienst/levensbeschouwing voor het havo/vwo, geschreven door de Nederlandse Katholieke Schoolraad (NKSR) en door de werkgroep identiteit van Ons Middelbaar Onderwijs. .

Opmerking

Het vak maakt deel uit van het schoolexamen. Uitgedeelde materialen zijn op de elektronische leeromgeving terug te vinden.

De Individuele toetsen zijn niet te herkansen. Aan het einde van het jaar is er bij een onvoldoende een herkansing mogelijk over alle stof uit de vijfde klas; tijdsduur 180 minuten. Deze stof is gemarkeerd met (*).

- Doubleren; vrijstelling voor de gehele leerjaar mits een 6,5 als gemiddelde is behaald. Bij doubleren zonder totale vrijstelling géén losse vrijstellingen.

Handelingsdelen

N.v.t.

Toegestane hulpmiddelen

Géén


moment Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



(1-2-3)

4 3 WNW Hoofdstuk 2: God, iets, Niets SE 10 SE01

50

5 1 Lesbundel I: ‘wie is de mens?’ Bestaat onder andere uit: -Over wondere Feiten (H1, H2, H3, H4) - Aantekeningen en aanvullende materialen Het leren formuleren van een eigen antwoord op deze vraag komt aan de orde.

NKSR

6.2.1

6.2.4

SE 20 SE01 Nee (*) 50

5 2 Lesbundel II: ‘hoe zou de mens moeten handelen?’ Bestaat onder andere uit: -Vrij zicht op Ethiek (H1, H2, H3, H4) - Aantekeningen en aanvullende materialen Het formuleren van een eigen antwoord op deze vraag komt aan de orde.

NKSR

6.2.1

6.2.4

6.3

SE 20 SE02 Nee (*) 50

5 2 Omvangrijk levensbeschouwelijk werkstuk met ethische paragraaf te maken in drietallen. Hier start men in periode 1 reeds mee. Inleverdatum: de laatste les van periode 2 zowel op papier als digitaal. Daarna per dag 1 punt aftrek.

NKSR

6.2.2

SE 20 PO1 Nee


5 3 Lesbundel III: ‘de mens en het einde’ Bestaat onder andere uit: - Over wondere Feiten (H6) - Vrij zicht op ethiek (H6 en H8) - Aantekeningen en andere materialen Onderdeel is ook de onderlinge gespreksvoering over dit thema.

NKSR

6.2.1

6.2.4

6.3

PO 20 SE03 Nee (*) 40

5 3 Lesverzorging over hetzelfde onderwerp als het levensbeschouwelijke werkstuk. Met de voorbereiding start men reeds in periode 2. Datum lesvoorbereiding is bekend vóór de start van periode 3. Deelname is verplicht.

NKSR

6.3

SE 10 SE04 Nee 40

Herexamen

Voor de vakken levensbeschouwing en maatschappijleer die afgesloten worden voor aanvang van het examenjaar geldt het volgende:

- Leerlingen die als eindcijfer onder de 6 hebben gescoord moeten een herexamen maken. - Leerlingen tussen de 6 en 6,4 wordt een herexamen aangeboden. De leerlingen worden actief benaderd door de vakdocent. - Alle andere leerlingen krijgen de kans om een herexamen te maken. - Het hoogste cijfer telt - Tot en met de maand mei zal het schoolexamen in de les worden afgenomen. - Het herexamen vindt plaats in pww3.



Vwo Lichamelijke opvoeding

Inleiding Het vak LO behelst alleen praktische opdrachten die naar vermogen met een "V" (voldoende) moeten worden afgesloten.

Opmerking De overige 50% van dit cohort is in VWO 4 behaald en in VWO 6 wordt het vak afgerond. https://www.examenblad.nl/examenstof/lichamelijke-opvoeding-vwo-3/2021/f=/lo_havovwo.pdf Schoolexamens Leerlingen ronden een onderdeel met een voldoende af als ze de doelstellingen voor dat specifieke onderdeel naar vermogen hebben uitgevoerd. De doelstellingen voor ieder onderdeel worden tijdens de les bepaald. Bij het maken van te weinig contacturen dient de leerling een vervangende opdracht te maken, zie bijlage in de ELO. Een les waarbij de leerling op een andere manier participeert(coach, scheidsrechter of hulpverlener), telt als 1 gemist lesuur. Bij volledige afwezigheid geldt dit als 2 gemiste lesuren. Als de leerling meer dan 6 uren mist, zal er een vervangend werkstuk gemaakt worden. Bij langdurige blessures kan de leerling in overleg met de docent ingezet worden bij PTA toernooien in de rol van scheidsrechter of wedstrijdleiding. Bij gemiste onderdelen kan de leerling op meerdere momenten het onderdeel alsnog afsluiten tijdens de inhaalmomenten.

Handelingsdelen Het vak LO heeft in vwo 5 geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen N.v.t.

https://www.examenblad.nl/examenstof/lichamelijke-opvoeding-vwo-3/2021/f=/lo_havovwo.pdf



Gewicht SE



(1-2-3)

4 3 PO 01. Atletiek: - Werpen: discuswerpen - Springen: hoogspringen - Lopen: 100 meter sprint - Lopen: shuttlerun PO 02. Turnen: - Balanceren: acrogym - Springen: Reutherplank met kast PO 03. Spel: - Voetbal - Softbal - Basketbal - Volleybal PO 04. Bewegen en regelen: - Praktische samenwerkingsopdracht PO 05. Attitude: - Houding en inzet De overige 50% van dit cohort zal in VWO 5 en VWO 6 worden behaald.

Atletiek

Turnen

Spel

Bewegen+regelen

Attitude

PO 50 PO01 NEE


5 3 Atletiek (weging 8): - Werpen: één keuze uit discuswerpen, kogelstoten, speerwerpen - Springen: één keuze uit hoogspringen, verspringen - Lopen: één keuze uit 100-meter sprint, 12 -minutenloop, shuttlerun-test

A, B, C, D, E

PO 8 PO02 NEE

5 3 Turnen (weging 8): - Zwaaien: één keuze uit: trapeze, ringen - Springen: één keuze uit: Reutherplank met kast mini-trampoline met verhoogd vlak.

A, B, C, D, E

PO 8 PO03 NEE

5 3 Spel (weging 8): - Hockey - Softbal - Basketbal - Handbal

A, B, C, D, E

PO 8 PO04 NEE

5 3 Bewegen en regelen (weging 1): - Praktische samenwerkingsopdracht (handbal)

A, B, C, D, E

PO 1 PO05 NEE

5 3 Attitude (weging 25): - Houding en inzet

A, B, C, D, E

PO 25 PO06 NEE



Vwo Natuurkunde

Inleiding We maken gebruik van de methode 'Overal Natuurkunde' 4e editie, inclusief de digitale leeromgeving. De leerling beschikt over het boek V5. De digitale leeromgeving bevat ook de leerstof V4 en de keuzemodules.

Opmerking https://www.examenblad.nl/examenstof/natuurkunde-vwo-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_natuurkunde_vwo_2015_2016.pdf

Schoolexamens In periode 3 wordt SE01 gegeven; deze telt voor 10% mee.

Handelingsdelen Natuurkunde kent geen handelingsdelen in vwo 5.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, Binas 6e editie, gewone rekenmachine.

Toets-/inlever-moment

Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



(1-2-3)

5 3 Stoffen en materialen: hfst 7 Astrofysica: hfst 11 Keuze: relativiteitstheorie Technisch ontwerpen

E1, E2, F2, I2

schriftelijk 10 SE01 nee 100

https://www.examenblad.nl/examenstof/natuurkunde-vwo-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_natuurkunde_vwo_2015_2016.pdf



Vwo Nederlands

Inleiding We maken gebruik van de methode Nieuw Nederlands.

https://www.examenblad.nl/examenstof/nederlandse-taal-en-literatuur-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_nederlands_havo_vwo_2014.pdf


Schoolexamens Inhoudelijke eisen voor de beoordeling zijn vermeld in de betreffende opdracht.

Handelingsdelen Het vak Nederlands heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek Nederlands


Stofaanduiding Domein Toetsvorm

Gewicht SE



(1-2-3)

5 3 Debat. De kandidaten debatteren over een stelling. Zij voeren dit debat in groepjes van 4 (twee voorstanders en twee tegenstanders) over een stelling die zij op school, voorafgaand aan het debat, kunnen voorbereiden.

[A]/[B]/[C]/[D]

SE 20 SE01 Ja 175

https://www.examenblad.nl/examenstof/nederlandse-taal-en-literatuur-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_nederlands_havo_vwo_2014.pdf



Vwo Scheikunde

Inleiding We maken gebruik van de methode Chemie overal en door de sectie gemaakte jaarplanning. De exameneenheden staan beschreven in de volgende link:

https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2019-scheikunde-vwo/2019/f=/scheikunde_2_versie_vwo_2019.pdf

Opmerking De overige 80% van dit cohort zal in VWO 6 worden behaald.

• Voor lln die afstromen van 5 VWO of 6 VWO naar 5 HAVO vervalt SE01. Zij dienen dan SE01 van 4 HAVO in te halen.

Schoolexamens In de laatste proefwerkweek wordt een SE afgenomen van 100 min inzake de hoofdstukken 8,9 en 11. Gewicht SE 1 = 20%

Handelingsdelen Het vak scheikunde heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, gewone rekenmachine, Binas 6e editie

https://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2019-scheikunde-vwo/2019/f=/scheikunde_2_versie_vwo_2019.pdf



Stofaanduiding Examen-eenheid

Toetsvorm

Gewicht SE



(1-2-3)

5 3 SE 1 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 11

B1, B4 C1, C2, C3, C5

SE 20 SE01 NEE 100



Vwo Wiskunde A

Inleiding We bestuderen de stof vanuit het VWO A deel van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning. In klas 5 vwo is het eindrapportcijfer gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de proefwerken en het PO Statistiek ICT. Het cijfer in PWW1 is SE01, het cijfer in PWW2 is SE02. Verder wordt een PO Statistiek ICT, PO01 (E7), afgenomen.

Opmerking SE01, SE02 en PO01 gelden als 35% van het schoolexamencijfer (respectievelijk 10%, 15%, 10%). De overige 65% van het schoolexamencijfer voor dit cohort zal in

VWO 6 worden behaald. De domeinen A en subdomein B1 zullen in de opgaven impliciet worden getoetst. Het domein F wordt getoetst in 5 vwo waar we gekozen hebben voor een verdieping in de statistiek.

https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-a-vwo-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_wiskunde_a_vwo.pdf

Schoolexamens M.b.t. de PO: inhoudelijke eisen voor de beoordeling zijn vermeld in de betreffende opdracht.

Handelingsdelen Het vak wiskunde A heeft geen handelingsdelen.

Toegestane hulpmiddelen Woordenboek NE, grafische rekenmachine type: TI-84 plus CET

https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-a-vwo-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_wiskunde_a_vwo.pdf



Gewicht SE



(1-2-3)

5 1

Stof SE01: - kansrekenen - rijen en veranderingen

E D

SE 10 SE01

Nee 100 minuten

5 2 Stof SE02: - kansverdelingen - toetsen van hypothesen

E

E,F

SE 15 SE02 Nee 100 minuten

5 2 Deze PO is een ict-opdracht, die in groepjes wordt uitgevoerd. Er wordt een werkstuk, zowel geprint als digitaal, ingeleverd. De instructies worden door de docent uitgedeeld.

E PO 10 PO01

Nee

n.v.t.



Vwo Wiskunde B

Inleiding We bestuderen de stof vanuit de VWO B delen 2 en 3 van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning. In klas 5 vwo is het eindrapportcijfer gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de proefwerken. Het cijfer in PWW2 is SE01, het cijfer in PWW3 is SE02.

Opmerking Het domein A zal in de opgaven impliciet worden getoetst. Het domein F wordt getoetst in 5 vwo waar gekozen is voor een verdieping in de domeinen B en C. https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-b-vwo-2/2021/vwo/f=/Examenprogramma_wiskunde_B_vwo%20_%20versie_van_OCW_CORRECTIE_DEC_2017.pdf Schoolexamens SE01 en SE02 gelden als 30% van het schoolexamencijfer (respectievelijk 15%, 15%). De overige 70% van het schoolexamencijfer voor dit cohort zal in VWO 6 worden behaald.

Handelingsdelen Het vak wiskunde B heeft geen handelingsdelen.


https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-b-vwo-2/2021/vwo/f=/Examenprogramma_wiskunde_B_vwo%20_%20versie_van_OCW_CORRECTIE_DEC_2017.pdf

https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-b-vwo-2/2021/vwo/f=/Examenprogramma_wiskunde_B_vwo%20_%20versie_van_OCW_CORRECTIE_DEC_2017.pdf



Gewicht SE



(1-2-3)

5 2

Stof SE01: - meetkunde met coördinaten - exponentiele en logaritmische functies

E2 B

SE

15

SE01

Nee

100 minuten

5 3 Stof SE02: - meetkunde met vectoren - integraalrekening - Evt. goniometrische functies

E3 C D

SE 15

SE02

Nee 100 minuten



Vwo Wiskunde C

Inleiding We bestuderen de stof vanuit het VWO C deel 3 en 4 van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning. In klas 5 vwo is het eindrapportcijfer gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de proefwerken en het PO Statistiek ICT. Het cijfer in PWW1 is SE01, het cijfer in PWW2 is SE02. Verder wordt een PO Statistiek ICT, PO01 (E7), afgenomen.

Opmerking SE01, SE02 en PO01 gelden als 35% van het schoolexamencijfer (respectievelijk 15%, 10%, 10%). De overige 65% van het schoolexamencijfer voor dit cohort zal in

VWO 6 worden behaald. De domeinen A en subdomein B1 zullen in de opgaven impliciet worden getoetst. Het domein H wordt getoetst in 5 vwo waar we gekozen hebben voor een verdieping in de statistiek en rijen.

https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-c-vwo-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_wiskunde_c_vwo.pdf

Schoolexamens M.b.t. de PO: inhoudelijke eisen voor de beoordeling zijn vermeld in de betreffende opdracht.

Handelingsdelen Het vak wiskunde C heeft geen handelingsdelen.


https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-c-vwo-2/2021/vwo/f=/examenprogramma_wiskunde_c_vwo.pdf



Gewicht SE



(1-2-3)

5 1

Stof SE01: - kansrekenen - rijen en veranderingen

E

D,H

SE 15 SE01

Nee

100 minuten

2 Stof SE02: - kansverdelingen - wortel-n-wet

E

E,H

SE 10 SE02 Nee 100 minuten

2 Daarnaast is er 1 PO met weging 2, geldend als proefwerk voor het eindrapport. De PO is een ict-opdracht, die in groepjes wordt uitgevoerd. Er wordt een werkstuk, zowel geprint als digitaal, ingeleverd. De instructies worden door de docent uitgedeeld.

E PO 10 PO01

Nee

n.v.t.



Vwo Wiskunde D

Inleiding We bestuderen de stof vanuit de vwo D-delen van de methode Getal en Ruimte en gebruiken daarbij een lessenplanning.

Opmerking https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-d-vwo-gewijzigd/2021/vwo/f=/examenprogramma_wiskunde_dvwo.pdf Het domein A zal in de opgaven impliciet worden getoetst.

Schoolexamens De overige 70% van het schoolexamencijfer voor dit cohort zal in vwo 6 worden behaald.

Handelingsdelen Het vak wiskunde D heeft geen handelingsdelen.


Toets-/inlever-moment Stofaanduiding Examen-eenheid

Toetsvorm

Gewicht SE



4, 5, 6 2 Deelname wiskunde-olympiade F SE 10 SE01 Ja 120

5 1 - discrete kansverdelingen - discrete dynamische modellen

B C

SE 10 SE02 Nee 100

5 2 - lineaire algebra G SE 10 SE03 Nee 100

https://www.examenblad.nl/examenstof/wiskunde-d-vwo-gewijzigd/2021/vwo/f=/examenprogramma_wiskunde_dvwo.pdf

1 v a n 2 4

Profielwerkstuk

Handleiding

2019-2020

Naam: ………………………………………………………………………

………………………………………………………………………

Begeleider: ………………………………………………………………………

© Dr. Mollercollege april 2019

2 v a n 2 4

Dit boekje is een belangrijk document voor het profielwerkstuk. Gebruik het

zorgvuldig. Zorg ervoor dat alle onderdelen die van belang zijn voor de beoordeling

goed bijgehouden worden. Laat jullie begeleider de benodigde onderdelen invullen,

houd het logboek bij en gebruik de rubrics om te controleren of alles gedaan is en op

de juiste manier.

Wanneer je dit boekje goed gebruikt, hebben jullie een leidraad die helpt bij het

proces dat hoort bij het afleveren van een verantwoord profielwerkstuk.

Veel succes!

Piet Span

PWS-coördinator

3 v a n 2 4

Inhoudsopgave

blz.

I. Wat is een profielwerkstuk? 4

II. Tijdpad en vakken 6

III. Het stappenplan en beoordelingsmomenten 7

IV. Eisen aan het profielwerkstuk en eindbeoordeling 16

V. Wedstrijden en prijzen 19

Bijlage:

1 Voorbeeld van een tijdpad voor het PWS

4 v a n 2 4

I. Wat is een profielwerkstuk?

Alle leerlingen in de bovenbouw van het VWO zijn verplicht in het examenjaar een

profielwerkstuk te maken. Het profielwerkstuk moet je zien als de afsluiting van het

gekozen profiel. Je krijgt daarbij hulp van een begeleidend docent en werkt in

tweetallen.

Door middel van het PWS laat je zien dat je in staat bent een eigen onderzoek op te

zetten, uit te voeren, conclusies te trekken uit de resultaten, en er kritisch op te

reflecteren. Naast het veldwerk (je onderzoek) zijn ook de theoretische verdieping,

vaardigheden als informatie verzamelen en verwerken, onderzoeks- en

ontwerpvaardigheden, samenwerken en presenteren belangrijk. Op al deze

onderdelen word je beoordeeld.

De nadruk bij het profielwerkstuk ligt op het doen van onderzoek, het veldwerk.

De bedoeling is niet dat je een ingewikkeld onderwerp onderzoekt, maar dat je iets

kiest dat je gemakkelijk en in je eigen omgeving kunt onderzoeken. Het onderzoek

kan dus vrij simpel zijn maar moet wel op een wetenschappelijke manier zijn

opgezet.

Een voorbeeld.

Onze school staat op de grond waar vroeger het overdekte zwembad van Waalwijk

stond. Een PWS voor het vak geschiedenis zou kunnen gaan over de ontwikkeling

van zwembaden in Waalwijk. De onderzoeksvraag zou kunnen zijn: Hoe is voldaan

aan de behoefte aan zwembaden sinds 1800 in Waalwijk? (Een eerste deelvraag

die meteen opborrelt, is natuurlijk waarom die behoefte er was.)

Het veldwerk zou kunnen bestaan uit onderzoek in het regionaal archief in Den

Bosch, het gemeentearchief, archief van het huidige zwembad en interviews met

mensen die zo’n beetje alle zwembaden in Waalwijk hebben meegemaakt of vanuit

de gemeente hier iets mee te maken hebben gehad. Door al je gegevens op een

juiste manier te ordenen krijg je een duidelijk beeld hoe de situatie in Waalwijk is en

was. Mogelijk kunnen de resultaten van het onderzoek gebruikt worden als er in de

toekomst een nieuw zwembad moet komen.

Een ander voorbeeld.

Op internet lees je een onderzoek over Jamais Vu (uit het Frans: nooit gezien). Je

hebt er nog nooit van gehoord, maar het staat voor het verschijnsel dat een

bekende situatie, woord, of persoon opeens als volkomen vreemd wordt ervaren.

Hoewel dit verschijnsel met hersenaandoeningen te maken heeft, kan het volgens

de onderzoeker C.J.A. Moulin bij iedereen makkelijk opgeroepen worden. Je moet

steeds hetzelfde woord herhalen en dan verliest het zijn betekenis. Wanneer je

bijvoorbeeld 40 keer achter elkaar het woord ‘huis’ opschrijft, krijgt bijna iedereen na

een aantal keer juist opschrijven het idee dat de letters in de verkeerde volgorde

staan, of dat het woord niet bestaat. Je gelooft het niet, dus dit vraagt om een

onderzoek. Je wilt dus het bestaan van Jamais Vu bij gezonde mensen

onderzoeken en ook of dat het alleen voorkomt bij opschrijven van woorden, of ook

5 v a n 2 4

bij zien of horen van woorden. Een onderzoeksvraag zou dus kunnen zijn: “Welke

invloed heeft de herhalingsmethode op het opwekken van een Jamais Vu?”

Je wilt het werk van C.J.A. Moulin herhalen en mogelijk uitbreiden. Dus eerst moet

de methode van het oorspronkelijke onderzoek duidelijk zijn. Je doet hiervoor

literatuuronderzoek en misschien kun je contact op nemen met de oorspronkelijke

onderzoeker voor tips. Natuurlijk moet je ook weten wat Jamai Vu precies is en of

andere onderzoekers dit ook hebben aangetoond. Dit is theoretisch onderzoek, dat

bij biologie in je inleiding wordt gepresenteerd.

Het veldwerk bestaat uit het herhalen van het onderzoek van Moulin en/of dit

eventueel uitbreiden.

Het maken van het profielwerkstuk doe je in fasen. We benadrukken hierbij dat het

profielwerkstuk een proces is, veel meer dan een eindproduct. Daarom dien je een

logboek bij te houden. Het logboek is voor jou het hulpmiddel bij het systematisch

verzamelen van informatie en voor je docent is het een hulpmiddel om snel inzicht

te krijgen in het gevolgde werkproces. Overleg met je begeleider is vereist. Er zullen

meerdere overlegmomenten zijn. Houd er rekening mee dat je docent meerdere

leerlingen moet begeleiden en dus niet altijd als het jou uitkomt op afroep

beschikbaar kan zijn. Goede afspraken maken en die afspraken nakomen zijn

belangrijke voorwaarden voor succes.

Tijdens het jaar zijn er vier beoordelingsmomenten voor het profielwerkstuk.

Ieder beoordelingsmoment moet met minimaal het cijfer 4 worden afgerond.

Indien dit niet het geval is, volgt er een “STOP” en werk je iedere dag tot 16:30

uur op school aan je PWS, totdat je weer een “GO” krijgt van je begeleider.

Tips

Aanpak, onderwerpen en stappenplanning

• http://www.profielwerkstukonderwerpen.com/

• https://www.rug.nl/sciencelinx/betasteunpunt/steljevraag

Onderwerpen: • https://www.rug.nl/education/scholierenacademie/scholieren/pws-hulp/ • http://www.wur.nl/nl/Onderwijs-Opleidingen/pws-scholieren/Alle-suggesties-op-

een-rijtje.htm • https://www.tilburguniversity.edu/nl/onderwijs/bacheloropleidingen/studiekeuze/pr

ofielwerkstuk/onderwerpen En met een beetje googlen vinden jullie natuurlijk nog veel meer. Succes en veel

onderzoekplezier!

http://www.profielwerkstukonderwerpen.com/

https://www.rug.nl/sciencelinx/betasteunpunt/steljevraag

https://www.rug.nl/education/scholierenacademie/scholieren/pws-hulp/

http://www.wur.nl/nl/Onderwijs-Opleidingen/pws-scholieren/Alle-suggesties-op-een-rijtje.htm

http://www.wur.nl/nl/Onderwijs-Opleidingen/pws-scholieren/Alle-suggesties-op-een-rijtje.htm

https://www.tilburguniversity.edu/nl/onderwijs/bacheloropleidingen/studiekeuze/profielwerkstuk/onderwerpen

https://www.tilburguniversity.edu/nl/onderwijs/bacheloropleidingen/studiekeuze/profielwerkstuk/onderwerpen

6 v a n 2 4

II. TIJDSPAD 2019 / 2020

Datum Activiteit Opmerking

Dinsdag 28 mei

(week 22)

Introductie PWS;

Koppelvorming, onderwerp

kiezen en docent voorstellen

Gezamenlijk in het Atrium

Dinsdag 18-6

(week 25)

Deadline inleveren

onderwerp etc.

Inleveren: groepssamenstelling,

onderwerp PWS, begeleidende

docent (digitaal bij Spa)

Dinsdag 20-8

(week 34)

Start PWS samen met

begeleidend docent

Maak zelf een afspraak met de

docent

Vrijdag 06-09

(week 36)

Deadline

beoordelingsmoment 1

Beoordelingsmoment 1:

Onderzoeksvraag, deelvragen

(hypothese); plan van aanpak

PWS; opzet logboek (weging = 1)

Vrijdag 25-10

(week 43)

Deadline


(eerder mag)


Literatuurstudie (weging = 1)

Dinsdag 18-2

(week 8)

Generale repetitie presentatie

(15.00 – 16.40 uur)

Groepen van dezelfde begeleider

geven feedback aan elkaar

Dinsdag 3-3

(week 10)

Presentatieavond Inleveren Eindverslag (Absolute deadline!)

Beoordelingsmoment 4 Presentatie (weging = 1) Van 18.30 – 21.30 uur Beoordelingsmoment 3 Eindverslag (weging = 3)

9-3 / 13-3

(week 11)

Evaluatiegesprek met

begeleidend docent

Vaststellen eindcijfer PWS

Genoemde data zijn tevens deadlines voor de beoordelingsmomenten!

Welke vakken mag je kiezen?

Het PWS moet gekoppeld worden aan een vak dat minstens 320 studielast uren groot is. Voor jullie zijn dat de volgende vakken: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Latijn , Grieks, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Wiskunde A-B-C, Economie of Management en Organisatie. Maatschappijleer en Lichamelijke oefening mogen wel als vak worden opgevoerd maar niet als enige, daar zijn ze te klein voor. Verder moet je het vak zelf volgen. Het is ook denkbaar dat je partner een ander vak opvoert omdat die een ander profiel heeft. Welk vak? Kies het vak dat het meeste in je PWS verwerkt zit, gebruik je fantasie.

7 v a n 2 4

III. HET STAPPENPLAN

BEOORDELINGSMOMENT 1 (weging = 1)

Voor beoordelingsmoment 1 ga je het gekozen onderwerp afbakenen, je oriënteren

op een onderzoeksvraag en je stelt de hypothese (indien mogelijk) plus deelvragen

op. Tevens ga je een plan van aanpak opstellen. Zorg dat je op de hoogte bent van

de vakeisen waaraan het onderzoek moet voldoen. Bespreek die dus met je

begeleider en noteer ze in je logboek.

Hulp bij beoordelingsmoment 1

Het logboek

Houd het logboek bij voorkeur netjes en overzichtelijk; ook het logboek wordt in de

beoordeling betrokken. Het logboek is individueel en geeft ook de totale

studielasturen weer. Iedere leerling maakt dus voor zichzelf een logboek

Het logboek zou je bijvoorbeeld zo kunnen opbouwen:

datum

Tijd in

minuten

plaats

verrichte

werkzaamhede

n

opmerkingen

afspraken

28-8 150 school introductie PWS groepje gevormd

met ….

Voorlopig

onderwerp

Ivo maakt voor 10

september afspraak

met SPA over

eventuele

begeleiding

9-9 10 school gesprek SPA onderwerp is okay,

maar te veel

groepjes voor deze

docent. Nog geen

toezegging

Back up KRK

begeleider?

afspreken voor 19

sept

19-9 150 school tweede PWS

middag

7-10 10 school overleg met

docent

We hebben de APA

methode voor

literatuur niet

consequent gebruikt

31-10: voortgangs-

gesprek

APA toepassen

8-10 50 bibliotheek informatie over

..... gezocht

op www.yyy.niks

staat veel nutteloze

informatie.

www. info.nu bevat

relevante info over

deelvraag 3.

http://www.yyy.niks/

8 v a n 2 4

Onderwerp afbakenen en onderzoeksvraag formuleren

Zodra bekend is welk onderwerp je hebt gekozen, ga je een onderzoeksvraag

formuleren. Deze onderzoeksvraag is een wezenlijk onderdeel van je

profielwerkstuk. Hiermee geef je namelijk aan wat het doel is van je onderzoek. Een

scherp geformuleerde en goed afgebakende onderzoeksvraag kun je alleen

opstellen als je al behoorlijk wat informatie over je onderwerp verzameld hebt.

Omdat je misschien in dit stadium nog niet alle informatie hebt, kun je in een later

stadium de onderzoeksvraag nog bijstellen.

Deze stap is wellicht de belangrijkste en moeilijkste. Het formuleren van een

‘behapbare’ onderzoeksvraag en een juist aantal deelvragen bepaalt voor een groot

deel het succes. De onderzoeksvraag en de deelvragen bespreek je dan ook

uitgebreid met je begeleidend docent. Een onderzoeksvraag is altijd een open vraag

(hoe? waardoor? welke? wat is …?).

Het opstellen van de hypothese (indien mogelijk)

Een hypothese is het antwoord dat je verwacht op de onderzoeksvraag. Je

hypothese moet gebaseerd zijn op verifieerbare gegevens (literatuuronderzoek) of

op eigen kennis en ervaring. In je logboek is terug te vinden hoe je tot de hypothese

gekomen bent.

Het plan van aanpak

Dit plan bestaat uit twee delen: een onderzoeksplan en een tijdsplanning.

In het onderzoeksplan zet je:

de hoofdvraag;

de deelvragen;

de bijbehorende hypotheses (indien mogelijk);

de werkwijze van het uit te voeren veldwerk;

de informatiebronnen en hulpmiddelen/materialen die je denkt te gaan

gebruiken;

de taakverdeling.

In het tijdplan staat hoe lang een bepaalde activiteit duurt en - indien van

toepassing - wie deze uitvoert en wanneer. Het hele plan van aanpak hoeft niet

meer dan één pagina A4 te omvatten.

Je vindt op de volgende pagina een voorbeeld van een onderzoeksplan met tijdplan.

NB: het is heel goed mogelijk dat je je plan in een latere fase aanpast. Het gaat er in deze fase niet om dat je elke stap voor de eeuwigheid vastlegt. Wél moet je concreet vastgesteld hebben wat je gaat doen en hoe je dat gaat aanpakken, zodat je met het einddoel voor ogen aan je profielwerkstuk begint.

9 v a n 2 4

Twee voorbeelden van een onderzoeks- en tijdplan Onderzoeksplan van: Fred Jansen en Ivo Smits

hoofdvraag Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen de beurskrach

van 1929 en die van 1987?

deelvragen - Wat ging er vooraf aan de beurskracht van 1929 resp. 1987?

- Hoe werden de beleggingen gefinancierd voorafgaande aan beide

jaren?

- Waarom was de beurskrach van 1929 het begin van de grote

depressie van de dertiger jaren, terwijl die van 1987 geen merkbare

invloed had op de economie?

hypothese is hier niet van toepassing

werkwijze We gaan eerst literatuur verzamelen in de Openbare Bibliotheek en op

de Internetsites van de NRC en de Volkskrant. We gaan ook diverse

beleggers interviewen over hun beleggingsstrategie en hun gedrag als

belegger indien ze een beurskrach zien aankomen. Ook interviewen

we de beleggingsanalist (de oom van Ivo) van de ING-bank te

Eindhoven.

informatie Uit boeken. De Beurskracht van 1929 van Drs. H. Bolk. Alles wat je

altijd al wilde weten over economie maar het nooit durfde te vragen

van Drs. R. Geboers. Tijdschriften: Elsevier, november 1988: Het hoe

en waarom van de beurskrach van oktober 1987. Krantenarchief NRC

en de Volkskrant.

Diverse beleggers en de beleggingsanalist ING-bank voor de

interviews.

taakverdeling Fred stort zich op de beurskracht van 1929; Ivo doet die van 1987.

Vervolgens overleggen we over verschillen en overeenkomsten. Dit

stuk schrijven we samen, evenals inleiding, conclusie, inhoudsopgave

en literatuurlijst. Ivo doet het interview op de ING-bank; de overige

interviews doen we samen.

presentatievorm Schriftelijk verslag en eindpresentatie

Tijdplan

Activiteit Hoe lang? Wanneer? Wie?

Informatie

verzamelen uit de

literatuur en inlezen

maken mind map

2x 15 uur september / oktober samen

Maken werkplan van

het uit te voeren

onderzoek +

organiseren

interviews /

proefpersonen

oktober samen

Fred werft

proefpersonen;

Ivo maakt de

interviews

1 0 v a n 2 4

uitvoeren praktisch

onderzoek /

interviews afnemen

oktober samen

Resultaten

verwerken,

statistische analyse

ordenen;

20 uur november en december samen; interview ING-

bank door Ivo;

interview beleggers

samen

Gegevens ordenen

en verwerken;

werkstuk schrijven;

presentatie maken

24 uur december en januari samen

Afronding werkstuk 6 uur eind januari samen

voorbereiding

presentatie

Onderzoeksplan van: Bas en Vera voor het vak biologie, begeleider KTM

hoofdvraag “Welke invloed heeft de herhalingsmethode op het opwekken van

een Jamais Vu?”

deelvragen - Wie is C.J.A Moulin en hoe heeft hij Jamais Vu onderzocht?

- Wat is een Jamais Vu?

- Hoe kan een Jamais Vu verklaard worden?

- Welke invloed heeft de manier waarop het wordt herhaald

(oplezen/schrijven/horen/te zien krijgen) een rol bij een Jamais Vu?

(………… nog veel meer deelvragen zijn mogelijk na het lezen van de

literatuur …..)

Hypothese Hoofdvraag:

Het herhaaldelijk schrijven van een woord, geeft eerder een Jamais Vu

ervaring dan het horen van het woord, het zien van een plaatje geeft

geen Jamais Vu ervaring.

Deelvraag 1: ………………………………………………………………etc.

verwachting

hoofdvraag

Als het herhaaldelijk schrijven van een woord eerder een Jamais Vu

ervaring geeft dan het horen van het woord en het zien van een plaatje

geen Jamais Vu ervaring geeft, dan zullen meer proefpersonen een

Jamais Vu ervaring noteren na minder herhalingen bij het schrijven van

het woorden dan bij het horen van het woord en geen personen een

Jamais Vu ervaring noteren bij het zien van plaatjes.

werkwijze Eerst zoeken we achtergrondinformatie over Jamais Vu en andere

vormen van neuropsychologie. We verdiepen ons in theorieën, over

1 1 v a n 2 4

biologische achtergrond van de hersenen, met name of er factoren zijn

die er invloed op hebben, en zo ja, wat deze invloed is.

Daarnaast zoeken we naar andere onderzoekers op dit vakgebied en

naar eerdere profielwerkstukken. Hierop volgend willen we

achtergrondinformatie over het onderzoek van Moulin verzamelen, hem

een mail sturen om hem te vragen om zijn publicatie of methode (want

die zijn voor ons op internet niet toegankelijk).

Daarna willen we zijn experiment zo nauwkeurig mogelijk te herhalen

om te zien of de resultaten van zijn onderzoek algemeen geldig zijn.

Ons experiment gaat er als volgt uitzien:

We nemen steeds een nieuwe groep met 20 personen en houden

factoren als leeftijd steeds zo willekeurig mogelijk. We variëren steeds

één factor, namelijk de manier waarop de proefpersonen herhalen

(schrijven, horen of plaatjes zien).

Wij willen zijn onderzoek uitbreiden door verschillende factoren te

variëren binnen de beschreven werkregels. En tenslotte willen wij een

terugblik werpen op ons onderzoek/PWS en verbeterpunten zoeken en

aangeven.

informatie Wij verwachten onze informatie te gaan vinden in wetenschappelijke

tijdschriften, publicaties van wetenschappers, artikelen op het gebied

van neuropsychologie en van Jamais Vu. Ook willen we, indien

mogelijk, een of meerdere wetenschappers of deskundigen op dit

gebied spreken en vragen stellen over onderzoek naar Jamais Vu.

Vera: - Achtergrondinformatie Jamais Vu;

- Invloed van factoren op hersenen i.v.m. Jamais Vu

- Welke verklaringen zijn er voor een Jamais Vu?

Bas: - Wie is C.J.A Moulin en hoe is zijn onderzoek opgezet?

- contact opnemen met C.J. A Moulin

Samen: - Eerdere onderzoeken: Spelen factoren als leeftijd, de

manier waarop de herhaling plaatsvindt, en hetgeen dat

herhaald wordt een rol bij een Jamais Vu?

- opzetten en uitvoeren onderzoeken

- verwerken resultaten

Vera: - schrijven inleiding incl. literatuur onderzoek

Bas: - schrijven materiaal en methode veldwerk

Samen: - conclusie en discussie

presentatievorm schriftelijk natuurwetenschappelijk verslag en presentatie m.b.v.

powerpoint en filmpje

1 2 v a n 2 4

Tijdplan Vera en Bas

Activiteit Hoe

lang?

Wanneer? Wie?

• informatie verzamelen

uit de literatuur en

inlezen t.b.v.

(hypotheses) hoofd- en

deelvragen;

• vakeisen vaststellen

• opstellen plan van

aanpak en tijdplan

2x 15

uur

30 min

2 uur

begin september

af op 19 september

(beoordelingsmoment 1)

Vera en Bas

Bas

Bas

maken mindmap 2x 2uur september / oktober Samen

literatuur uitwerken &

start schrijven inleiding

5 uur september / oktober Vera

werkplan maken

veldwerk

5 uur september / oktober Bas (eerste versie

werkplan)

uitvoeren veldwerk 2x20 uur oktober / november samen

Resultaten verwerken,

statistische analyse

ordenen

2x15 uur november en december samen;

(Vera eerste versie

statistische analyse).

ordenen en verwerken;

schrijven werkstuk

presentatie maken

2x15 uur december en januari samen

afronding werkstuk 6 uur eind januari samen

voorbereiden

presentatie

4 uur februari

1 3 v a n 2 4

Het opstellen van een definitief plan van aanpak

Na bespreking van het onderzoeksplan met je begeleidend docent is het wellicht

nodig om een verbeterde versie van het werkplan te maken.

Mindmap literatuur (indien gewenst) Verder moet je voor dit beoordelingsmoment een rode draad hebben aangebracht

in je onderzoek. Weet je al welke richting je op wilt met je literatuuronderzoek?

Welke onderwerpen wil je wel en welke wil je niet behandelen? Probeer een

begrippenstructuur aan te maken (mindmap) aan de hand van de gevonden

literatuur en je deelvragen. Zie hieronder de een voorbeeld van een mindmap.

1 4 v a n 2 4

BEOORDELINGSMOMENT 2: literatuurstudie (weging = 1)

Het theoretisch onderzoek uitvoeren

Deze fase zal met het veldwerk de meeste tijd vergen.

Als het goed is heb je in de vorige fase al voldoende relevante informatiebronnen

gevonden en deels geraadpleegd. Op basis van de mindmap ga je de

hoofdstukstructuur van het theoretisch kader opstellen en vervolgens uitwerken. Je

eerder gestelde deelvragen kunnen je hierbij helpen.

Feitelijk ga je stap voor stap in een logische volgorde alle achtergrondinformatie

uitwerken die je nodig hebt om je onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.

Anders gezegd, je probeert vanuit de theorie een antwoord te vinden op de

gestelde deel- en hoofdvragen. Gebruik niet alle informatie die je tegenkomt, maar

selecteer op basis van betrouwbaarheid en relevantie voor je onderzoek.

Wees niet bang om tijdens dit literatuuronderzoek vragen aan te passen als dit een

beter onderzoek en dus een beter werkstuk oplevert (vergeet dit dan niet in je

logboek te verwerken). Blijf jezelf afvragen of je vooruit komt, of je naar je doel

toewerkt, of de uitvoering doelgericht is. Leg de problemen die je niet kunt

oplossen tijdig voor aan je begeleider.

Voor de lezer moet het theoretisch kader begrijpelijk zijn, de informatie moet

relevant zijn, en dus moet er een duidelijke samenhang zijn met je

onderzoeksvragen en de hypothese. Houd wel rekening met een

wetenschappelijke schrijfstijl. Denk aan het op juiste wijze vermelden van bronnen

in je hoofdtekst en in je literatuurlijst. We gebruiken hiervoor de APA-methode. Via

de volgende site kun je dit op eenvoudige wijze uitvoeren:

http://specials.han.nl/sites/studiecentra/auteursrechten/bronnen-vermelden/apa-

normen/

Of als je liever een filmpje hebt: https://www.youtube.com/watch?v=8ThU7rsoRI8.

Het is verstandig om goede literatuur ook in je logboek te vermelden, zodat je die

later makkelijker kunt terug vinden (zet er dan ook bij waarom het goed is).

NB. Als je naast de literatuurstudie ook veel praktisch werk hebt, start je in deze fase ook met je veldwerk. Zorg dan wel dat je begeleider de werkwijze helemaal heeft goedgekeurd.

http://specials.han.nl/sites/studiecentra/auteursrechten/bronnen-vermelden/apa-normen/


https://www.youtube.com/watch?v=8ThU7rsoRI8

1 5 v a n 2 4

BEOORDELINGSMOMENT 3: Definitieve versie (weging = 3)

Resultatenverwerking en proefversie In deze fase rond je het veldwerk van je onderzoek af, verwerk je de resultaten

conform de vakeisen, trek je conclusies en ga je kritisch kijken naar de door jullie

gevolgde werkwijze en de gevonden resultaten. Aan het eind van deze fase lever

je je bevindingen in als proefversie van je PWS in de vorm van een schriftelijk

verslag. De opbouw van een dergelijk verslag (de vormeisen) dient zo dicht

mogelijk de opbouw van relevante vakliteratuur te benaderen, zoals je die ook op

een vervolgstudie tegen gaat komen (zie hoofdstuk IV). Vraag je begeleider

eventueel om specifieke tips.

Het veldwerk uitvoeren en verwerken

Zorg dat je het veldwerk nauwkeurig beschrijft zodat het stap voor stap te herhalen

is door derden. Bedenk vooraf hoe je de resultaten gaat verkrijgen, verwerken en

weergeven. Beschrijf je belangrijkste resultaten in je verslag zonder conclusies te

trekken.

Conclusie(s) trekken

Je moet in de conclusie van het verslag antwoord geven op de onderzoeksvraag.

Vermeld tevens of je conclusie afwijkt van of overeenkomt met je hypothese.

Discussie

Tevens is het gebruikelijk bij het doen van onderzoek dat je terugblikt op zowel de

gebruikte methode als op de gevonden resultaten. Je kijkt hierbij kritisch naar in

welke mate de getrokken conclusie betrouwbaar en/of juist is, of er fouten zijn

gemaakt bij de werkwijze en hoe je die zou kunnen verbeteren, welke

vervolgonderzoeken nodig zijn, of de resultaten logisch zijn op basis van wat je

eerder hebt gevonden in de theorie, welke kanttekeningen je bij de getrokken

conclusie dient te maken, etc. Je reflecteert dus eigenlijk op je eigen onderzoek en

stelt je resultaten ter discussie. Na een gesprek met je begeleider over de proefversie kun je nog verbeteringen

aanbrengen. Je begeleider zal dan de rubric van beoordelingsmoment 4 gebruiken

voor de beoordeling van de definitieve versie.

Controleer vóór inlevering zorgvuldig of je alle aanwijzingen hebt opgevolgd en aan

alle vormeisen (zie hierna onder IV) hebt voldaan.

1 6 v a n 2 4

BEOORDELINGSMOMENT 4: Presentatie (weging = 1)

Je gaat op dinsdag 3 maart 2020 de resultaten van je profielwerkstuk presenteren.

Dit doe je aan je begeleidend docent, een aantal leerlingen van 5 vwo en mensen

die jullie zelf gaan uitnodigen (ouders, opa en oma, broers, zussen, vrienden en

vriendinnen, etc.)

Op woensdag 18 februari, ga je samen met je begeleidend docent een generale

repetitie doen zodat je goed voorbereid voor een groter publiek de presentatie kan

geven.

Dinsdag 3 maart 2020 is tevens de laatste dag dat je je eindverslag bij je

begeleidend docent kunt inleveren.

1 7 v a n 2 4

IV. Eisen aan het profielwerkstuk

Het profielwerkstuk is een afsluitend werkstuk waarmee je aantoont het op school

geleerde in de praktijk te kunnen brengen. Het is in feite de proef die duidelijk maakt

dat je klaar bent voor je vervolgopleiding. Daarbij gaat het er natuurlijk niet om dat je

al inhoudelijk op HBO/WO niveau werkt, maar wel dat je kennis, inzichten en

vaardigheden bezit om in zo’n studie te kunnen functioneren.

De kern van het PWS is het veldwerk dat door jullie wordt opgezet en uitgevoerd.

Dit onderzoek geeft antwoord op een vraag die jullie bezig houdt. Natuurlijk moet

het wel op een relatief eenvoudige manier zijn te voeren.

De studielast van het PWS moet minimaal uit 80 klokuren per persoon bestaan.

Indeling

Het profielwerkstuk is als volgt opgebouwd:

1 Omslag (titel van het werkstuk, namen, klas(sen), profielvak(ken), datum,

begeleidend docent).

2 Inhoudsopgave, uitgewerkt tot op hoofdstuk- of paragraafniveau met

bladzijdenummering. In Word kun je ook heel gemakkelijk automatisch een

inhoudsopgave laten maken. Zie bijvoorbeeld deze link of zoek zelf even op

YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=BA4D2Wf9qkM

Zorg wel dat je het werkstuk maakt in een versie van Word die deze

toepassingen ondersteunt.

3 Inhoud van het werkstuk:

- Inleiding/verantwoording voor de onderwerpskeuze met daarin de

onderzoeksvraag (hoofd- en deelvragen) en eventueel de

hypothese(s) en verwachting(en);

- Beschrijving van de onderzoeksmethode (eventueel materialenlijst);

- Resultaten (onderzoeksgegevens);

- Conclusie (het antwoord op hoofd- en deelvragen; vergelijking met

hypothese);

- Discussie (stel je conclusie ter discussie; is er sprake van

onbetrouwbare meetgegevens, verklaringen voor eventuele

verschillen met hypothese; heb je de juiste onderzoeksmethode

gevolgd?).

4 Samenvatting

5 Bronvermelding volgens APA

6 Bijlage(n)

Hier komen alle zaken die jullie gebruikt hebben, maar die om de

leesbaarheid te vergroten niet in het verslag staan, dus bijv. plan van aanpak,

https://www.youtube.com/watch?v=BA4D2Wf9qkM

1 8 v a n 2 4

(ruwe) tabellen (wanneer jullie de gegevens verwerken in een grafiek is dat

vaak duidelijker/overzichtelijker), enquêtes en andere ingevulde formulieren

etc.

Taalgebruik

Het werkstuk wordt tevens beoordeeld op:

- stijl, die zakelijk en helder moet zijn;

- spelling;

- interpunctie.

Het is gebruikelijk dat verslagen in de lijdende vorm geschreven worden. Dus niet:

‘ik meet de temperatuur’ maar ‘de temperatuur werd gemeten’.

Lay-out

Het verslag is getypt in een 12-punts lettertype, Arial of Calibri, niet cursief.

Elk nieuw onderdeel (hoofdstuk of paragraaf) begint met een titel.

Tabellen, figuren, plaatjes en diagrammen worden eveneens voorzien van

een titel en - indien nodig - van een bronvermelding.

Citaten worden ook als citaten opgenomen, d.w.z. tussen aanhalingstekens

(“) en in cursief lettertype, bij voorkeur met een noot.

Bijvoorbeeld: “Op school viel ik tussen de andere kinderen op door mijn ijver en doorzettingsvermogen en daardoor ben ik van de eerste tot en met de laatste klas (...) altijd tot klasse oudste gekozen.”

De bronvermelding van dit citaat is conform APA.

De bronvermelding van de theorie doe je conform APA. Verwijs in de

hoofdtekst naar de bron en werk daarnaast de bron in de literatuurlijst

volledig uit. Hoe je dit handig kunt doen in Word wordt stap voor stap

uitgelegd in dit linkje:

http://specials.han.nl/sites/studiecentra/auteursrechten/bronnen-

vermelden/apa-normen/

(of zoek naar APA in Word op YouTube)

Eindbeoordeling

Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Dat cijfer is één van de cijfers

van het combinatiecijfer dat op je eindlijst wordt vermeld. Dit cijfer telt mee in de

slaag-zakregeling. Het cijfer dat je voor je profielwerkstuk haalt, mag niet gelijk of

lager zijn dan een 3,4. Bij een lagere score ben je automatisch gezakt. Het cijfer van

het profielwerkstuk kan pas op de lijst worden vermeld als het profielwerkstuk in zijn



1 9 v a n 2 4

geheel is afgerond. Een onaf werkstuk kan niet worden beoordeeld. Aan een onaf

werkstuk kan het cijfer 1,0 toegekend worden, met alle consequenties van dien.

Het eindcijfer is opgebouwd uit een gewogen gemiddelde van vier

beoordelingsmomenten, in de verhouding 1 : 1 : 3 : 1. De eerste twee

beoordelingsmomenten zijn een onderdeel van het proces en de vierde beoordeling

is die voor de presentatie van jullie onderzoek. Ze tellen allemaal even zwaar. Het

derde beoordelingsmoment is het eindverslag en telt zwaarder.

2 0 v a n 2 4

V. WEDSTRIJDEN EN PRIJZEN

Er zijn leuke prijzen te winnen met je PWS. De waarde van deze prijzen varieert van

een geldbedrag tot een gratis studietoelage.

Per vak worden de beste profielwerkstukken in maart 2019 geselecteerd door de

begeleiders. Hieruit kunnen werkstukken worden gekozen dat kunnen meedingen

naar de OMO-profielwerkstukprijs (hieraan is een geldbedrag van € 1.000

verbonden!). Het kan zijn dat je dan je onderzoek moet presenteren aan derden.

De school wil het maken van excellente profielwerkstukken bevorderen door

werkstukken die daarvoor in aanmerking komen in te zenden naar wedstrijden. Er

zijn onder andere de volgende wedstrijden:

• de OMO-profielwerkstukprijs, georganiseerd door Ons Middelbaar Onderwijs

in Tilburg, het schoolbestuur waar zo’n 45 Brabantse middelbare scholen

onder vallen. Deelname staat open voor alle vakken. Elke school mag

meerdere werkstukken inzenden. De begeleidende docent beslist welk

werkstuk wordt ingezonden.

• de KNAW onderwijsprijs, voor alle profielen. Er mogen twee werkstukken per

profiel per school meedoen.

• de Van Melsenprijs, georganiseerd door de Radboud Universiteit Nijmegen,

voor de vakken Natuurkunde, Scheikunde, Biologie en Wiskunde (één

werkstuk per vak).

• de Jan Kommandeurprijs, georganiseerd door de Rijksuniversiteit Groningen

(kent dezelfde opzet als de Van Melsenprijs).

• de UvA-Werkstuklab-prijs, georganiseerd door de Universiteit van

Amsterdam (kent dezelfde opzet als de Van Melsenprijs).

• de wedstrijd voor het beste technische ontwerp van de Technische

Universiteit in Delft .

• de Werkstukkenprijs, georganiseerd door de Vrije Universiteit van

Amsterdam (kent dezelfde opzet als de van Melsen-prijs). Een extra prijs

hierbij is een reis naar Lapland, als je onderwerp te maken heeft met

ecologie.

• de UT-PWS-prijs, georganiseerd door de Technische Universiteit Twente.

• De International Young Scientist Conference, waarvoor de beste deelnemers

aan de drie hierboven genoemde wedstrijden uitgenodigd worden.

• Holiday on Ice, georganiseerd door de stichting Aarde.nu, een

samenwerkingsverband van vijf Nederlandse aardwetenschappelijke

studierichtingen. Elk profielwerkstuk dat handelt over een

aardwetenschappelijk thema kan deelnemen (aardrijkskunde, natuurkunde,

2 1 v a n 2 4

scheikunde, biologie etc.). De prijs is deelname aan een tiendaagse expeditie

naar IJsland voor een behoorlijke groep leerlingen. Informatie op

www.aarde.nu.

• Imagine, georganiseerd door de Stichting Imagine Life Sciences. Imagine

heeft de bedoeling om bij scholieren interesse te wekken voor mogelijke

toepassingen van biotechnologie in de Derde Wereld. De opzet is een vorm

van samenwerking tussen enerzijds middelbare scholieren en anderzijds

biotechnologen. De wetenschappers dienen projectvoorstellen in, waarbij

scholieren dan een onderzoek moeten doen naar de toepasbaarheid en

haalbaarheid daarvan in de Derde Wereld, bijvoorbeeld door het schrijven

van een businessplan. Je hoeft dus niet per se verstand te hebben van

biotechnologie, maar je moet wel geïnteresseerd zijn in de Derde

Wereldproblematiek. Hier liggen dus zeker ook mogelijkheden voor leerlingen

die iets willen doen met Economie of Aardrijkskunde. Inschrijven moet al wel

in september plaatsvinden.

• verder hebben de meeste universiteiten en andere organisaties voor veel

richtingen een profielwerkstuk-prijs. Denk jij dat jullie dat jullie profielwerkstuk

in aanmerking komt voor een prijs: ga eens zoeken naar een instantie die die

prijs mogelijk zou kunnen geven.

http://www.aarde.nu/

2 2 v a n 2 4

Bijlage 1

Stappenplan (afvinklijstje)

Stap (1): Keuze van vak, onderwerp en partner

Stap (2): Contact leggen met mogelijke begeleider

Stap (3): Onderwerp afbakenen en onderzoeksvraag formuleren

Stap (4): Hypothese opstellen (indien van toepassing)

Stap (5): Plan van aanpak opstellen

Stap (6): Verwerking afspraken en aanwijzingen t.b.v.


Stap (7): Definitief plan van aanpak

Stap (8): Bronnen gezocht/geselecteerd + eventueel mindmap gemaakt

Stap (9): Logboek volledig bijgehouden

Beoordelingsmoment 1 (Stop of Go)

Stap (10): Hoofdstukindeling theorie gemaakt

Stap (11): Bronnen gelezen en theoretisch kader uitgewerkt

Stap (12): Plan van aanpak voor veldwerk

Stap (13): Verwerking afspraken en aanwijzingen t.b.v.


Stap (14): Logboek bijgehouden

Beoordelingsmoment 2 (Stop of Go)

Stap (15): Praktische uitvoering van het onderzoek

Stap (16): Verwerking eigen resultaten

Stap (17): Koppelen van praktisch onderzoek en theorie

Stap (18): Alle deelvragen zijn beantwoord

Stap (19): De conclusie is geschreven

Stap (20): In de conclusie staat een antwoord op de hoofdvraag

Stap (21): In de conclusie staat een terugkoppeling op de hypothese

Stap (22): In de conclusie wordt kritisch teruggeblikt op de gevolgde

werkwijze

Stap (23): In de conclusie worden de gevonden resultaten bediscussieerd

Stap (24): De versie voldoet aan de gestelde eisen m.b.t. de opmaak

Stap (25): Afspraken en aanwijzingen tbv beoordelingsmoment 3 verwerkt

Stap (26): Aan vormeisen layout voldaan

Stap (27): Aan vormeisen indeling voldaan

Stap (28): Aan vormeisen taalgebruik voldaan

Stap (29): Logboek bijgehouden

Stap (30): Voorbereiden presentatie

Stap (31): Nagaan of de presentatie voldoet aan de rubric bij presentatie

Beoordelingsmoment 3 (Eindverslag) en 4 (Presentatie)

2 3 v a n 2 4

2 4 v a n 2 4

Span, P. (2015). Hoe maak ik een profielwerkstuk. Waalwijk: Thorbecke. Bijlage 2: Mogelijk algemeen tijdpad voor het PWS

Week Activiteit 35 PWS bijeenkomst. Introductie, groepen maken en onderwerp zoeken 36 Beoordelingsmoment 1 voorbereiden en begeleidend docent zoeken 37 Beoordelingsmoment 1 voorbereiden 38 Beoordelingsmoment 1 39 Werken aan literatuurstudie/veldwerk 40 Werken aan literatuurstudie/veldwerk 41 Contactmoment: voortgang literatuurstudie/veldwerk bespreken 42 Herfstvakantie 43 Beoordelingsmoment 2 literatuurstudie 44 Plan van aanpak veldwerk af en bespreken met begeleider 45 SE-week 46 SE-week 47 Starten met het veldwerk 48 Veldwerk 49 Veldwerk 50 Contactmoment: voortgang veldwerk bespreken 51 Veldwerk 52 Kerstvakantie 1 Kerstvakantie 2 Veldwerk 3 Veldwerk 4 Tekst voor de informatiefolder presentatieavond inleveren 5 Ruwe versie Eindverslag inleveren 6 SE-week 7 Voorjaarsvakantie 8 Generale repetitie presentatie; Ruwe versie Eindverslag bespreken met begeleider 9 Presentatie; dinsdag 27 februari; 18.30 – 21.30; Eindverslag inleveren; Beoordelingsmoment 3

10 Beoordelingsmoment 4; Reflectie en beoordeling

Beoordelingsformulieren

2018-2019

Naam: ……Aiden en Brechje…………………………………………………………………

………………………………………………………………………

Begeleider: ………Spa………………………………………………………………

© Dr. Mollercollege augustus 2018

Profielwerkstuk

Hierin staan de rubrics die gebruikt worden bij de verschillende beoordelingsmomenten. Jullie kunnen deze gebruiken om te

controleren of jullie alle zaken gedaan hebben die belangrijk zijn om een goede beoordeling te krijgen. Zorg dat je begeleider deze

rubrics gebruikt bij het beoordelen.

Deadlines:

Datum Activiteit Opmerking

Dinsdag 5 juni

(week 23)

Introductie PWS;

Koppelvorming, onderwerp

kiezen en docent voorstellen

Gezamenlijk in het Atrium

Dinsdag 21-08

(week 34)

PWS bijeenkomst Werken aan beoordelingsmoment 1:


(hypothese); plan van aanpak PWS;

opzet logboek

Dinsdag 04-09

(week 36)

Deadline beoordelingsmoment 1 Beoordelingsmoment 1:


(hypothese); plan van aanpak PWS;

opzet logboek (weging = 1)

Dinsdag 23-10

(week 43)

Deadline beoordelingsmoment 2

(eerder mag)


Literatuurstudie (weging = 1)

Woensdag 6-2

(week 6)

Generale repetitie presentatie

Groepen van dezelfde begeleider

geven feedback aan elkaar

Dinsdag 26-2

(week 9)

Presentatieavond Inleveren Eindverslag (Absolute deadline!)

Beoordelingsmoment 4 Presentatie (weging = 1) Van 18.30 – 21.30 uur Beoordelingsmoment 3 Eindverslag (weging = 3)

11-3 / 15-3

(week 11)

Evaluatiegesprek met

begeleidend docent

Vaststellen eindcijfer PWS

Beoordelingsmoment 1 onvoldoende

0 voldoende

1 goed

2 We-ging

score docent

Onderzoeksplan

Onderwerp Het onderwerp is te breed en/of nauwelijks afgebakend.

Het onderwerp is helder, maar het is niet precies duidelijk hoe het is begrensd.

Het onderwerp is helder en goed afgebakend. 1 x

Onderzoeksvraag

De onderzoeksvraag is slecht geformuleerd. De onderzoeksvraag heeft weinig diepgang en/of is niet afgestemd op het onderwerp.

De onderzoeksvraag is juist geformuleerd en is afgestemd op het onderwerp.

De onderzoeksvraag is goed geformuleerd (specifiek en open), van voldoende vakinhoudelijk niveau en is afgestemd op het onderwerp.

2 x

Hypothese De hypothese ontbreekt. De hypothese is genoemd. De hypothese is goed verwoord. 1 x

Deelvragen De deelvragen zijn slecht geformuleerd. Inhoudelijk overlappen de deelvragen elkaar.

De deelvragen zijn juist geformuleerd en zijn afgestemd op het onderwerp. Er is wel enigszins sprake van overlap of onvolledigheid.

De deelvragen zijn helder qua formulering; ze zijn complementair; ze dekken de hoofdvraag maar overlappen elkaar niet en zijn afgestemd op het onderwerp.

1 x

Tjdjplan(planning) Er is geen tijdplan gemaakt, of het tijdplan is onvolledig.

Het tijdplan is volledig, maar niet erg gedetailleerd en haalbaar (realistisch).

Het tijdplan is volledig, gedetailleerd en haalbaar(realistisch). 1 x

Voortgangsgesprek met de begeleider

Er heeft geen voortgangsgesprek plaatsgevonden of het voortgangsgesprek is uiterst moeizaam verlopen.

De leerlingen waren enigszins voorbereid op het voortgangsgesprek. De hulpvragen waren redelijk van niveau. Het gesprek heeft geleid tot afspraken voor de uitvoering en er is duidelijkheid over de vakeisen voor het pws. (beoordelingsmoment 2).

De leerlingen waren goed voorbereid op het voortgangsgesprek en namen tijdens het gesprek een actieve houding aan. De hulpvragen waren goed en het gesprek heeft geleid tot meer inzicht en afspraken voor de uitvoering en er is duidelijkheid over de vakeisen voor het pws. (beoordelingsmoment 2).

2 x

Keuze onderzoeksactiviteiten

De gekozen onderzoeksactiviteiten (praktisch werk en literatuurstudie) sluiten nauwelijks aan op de onderzoeksvragen.

De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed op de onderzoeksvragen aan.

De gekozen onderzoeksactiviteiten sluiten goed aan op de onderzoeksvragen; ze leveren een volledig antwoord op de onderzoeksvragen.

1 x

Logboek Niet of nauwelijks bijgehouden Is bijgehouden, maar niet overzichtelijk (schematisch) en te beknopt

Goed ingevuld in een schema met duidelijke omschrijvingen van activiteiten. 1 x

totaalscore

cijfer voorbereiding: totaalscore/20 x 9 + 1


0 voldoende

1 goed

2 We-ging

score docent

Verloop onderzoek

Taakverdeling Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.

Er was sprake van twee van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.

Er was sprake van (1) een heldere taakverdeling, (2) een evenwichtige werkverdeling en (3) een goede onderlinge communicatie.

1 x

Verwerking aanpassingen na beoordelingsmoment 1 (n.a.v. opmerkingen begeleider)

Er zijn niet of nauwelijks aanpassingen gedaan zoals aangegeven door de begeleider.

De aanpassing aan het onderzoeksplan zijn gedaan.

De aanpassingen zijn duidelijk verwerkt en het onderzoeksplan is helder en praktisch uitvoerbaar.

1 x

Communicatie met begeleider

Er is geen gebruik gemaakt van hulpvragen aan de begeleider. Afspraken werden vaak niet nagekomen.

Afspraken werden nagekomen en de hulpvragen zijn doorgegeven aan de begeleider.

Er is constructief met de begeleiders gecommuniceerd. Afspraken werden nagekomen en de feedback betreffende de hulpvragen werd gebruikt.

1 x

Literatuurstudie

Literatuurstudie

De gebruikte informatiebronnen voldoen aan één (of geen) van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd, en/of de leerling heeft een bron gekozen die hij/zij niet snapt.

De gebruikte informatiebronnen voldoen aan twee van de criteria die in de kolom ‘goed’ worden genoemd, en de leerling heeft een bron gekozen die hij/zij snapt.

De gebruikte informatiebronnen zijn (1) divers, (2) betrouwbaar en (3) overstijgen het niveau van het voortgezet onderwijs, en de leerling heeft een bron gekozen die hij/zij snapt.

2 x

Literatuurverwijzingen Bronnen zijn niet vermeld. sommige bronnen zijn vermeld, maar niet via APA.

Alle relevante bronnen zijn op de juiste manier weergegeven in tekst / logboek. 1 x

Vakinhoud

De gebruikte bronnen hebben geen overeenkomst met het vak of zijn vakinhoudelijk incorrect en missen het niveau.

De gebruikte bronnen hebben een overeenkomst met het vak of zijn vakinhoudelijk correct en zijn op lesniveau.

De gebruikte bronnen hebben een overeenkomst met het vak of zijn vakinhoudelijk correct en zijn op boven het lesniveau.

2 x

Werkplan Veldwerk

Opzet werkplan veldwerk Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.


Het werkplan is: (1) duidelijk beschreven, (2) uitvoerbaar en (3) geeft uiteindelijk antwoord op de onderzoeksvraag.

2 x

Tjdjplan(planning) Er is geen tijdplan gemaakt, of het tijdplan is onvolledig.

Het tijdplan is volledig, maar niet erg gedetailleerd en haalbaar (realistisch).

Het tijdplan is volledig, gedetailleerd en haalbaar(realistisch). 1 x

Algemeen

Creativiteit en originaliteit De invulling van het onderzoek was erg voor de hand liggend.

Er is ook gebruik gemaakt van eigen ideeën.

De invulling van het onderzoek was erg origineel. Er was veel eigen inbreng. 1 x

Reflectie op feedback De leerlingen vonden het moeilijk om met feedback om te gaan.

Op feedback werd goed gereageerd. Het reflectieve vermogen is nog in ontwikkeling.

Het reflectieve vermogen van de leerlingen was groot. Op feedback werd volwassen gereageerd.

1 x

totaalscore proces cijfer proces: totaalscore/28 x 9 + 1

Logboek Niet of slecht bijgehouden. Volledig bijgehouden zonder reflectie. Volledig bijgehouden met reflectie (aanpassingen en keuzeverantwoording). 1 x


0 voldoende

1 goed

2 weging

score docent

Onderzoek

Transparantie Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.


1: De onderzoeksvraag is zo gesteld dat er gemeten kan worden. 2: Het veldwerk is voldoende uitgewerkt en controleerbaar. 3: Er is een logisch verband tussen het veldwerk en de literatuurstudie.

2 x

Betrouwbaarheid Er was sprake van één (of geen) van de drie kenmerken die in de kolom ‘goed’ worden genoemd.


1: De bewijsvoering/de resultaten zijn rechtstreeks uit het veldwerk af te leiden 2: Het veldwerk is nu en door de leerlingen uitgevoerd. 3: De interpretaties van het veldwerk zijn juist en logisch.

2 x

Validiteit Het veldwerk was te beperkt in opzet en omvang om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag.

Het veld werk is goed opgezet maar te beperkt uitgevoerd om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag.

Het veldwerk is goed opgezet en er zijn ruim voldoende resultaten om een verantwoord antwoord te geven op de onderzoeksvraag.

2 x

Verzorging

Lay-out

Het nodigt niet uit tot lezen. De lay-out is rommelig. Pagina’s en hoofdstukken zijn niet genummerd. In de tekst wordt niet altijd naar afbeeldingen, tabellen en grafieken verwezen, of deze zijn niet voorzien van een bijschrift.

Het werkstuk ziet er verzorgd uit. De lay-out is redelijk helder. Pagina’s en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt meestal naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die voorzien zijn van bijschrift) verwezen.

Het werkstuk ziet er zeer verzorgd uit en is uitnodigend om te lezen. De lay-out is erg helder. Pagina’s, paragrafen en hoofdstukken zijn genummerd. In de tekst wordt naar afbeeldingen, tabellen en grafieken (die altijd voorzien zijn van bijschrift) verwezen.

1 x

Inhoud

Structuur

De opbouw van het werkstuk is niet helder. Een rode lijn ontbreekt: de afzonderlijke delen sluiten niet op elkaar aan.

Het werkstuk is opgebouwd uit een inleiding, een middenstuk en een einde. Er is een rode lijn, maar de afzonderlijke delen sluiten niet altijd goed op elkaar aan.

De structuur is helder. Er is een inleiding, een geordend middenstuk en een samenvattend einde. De afzonderlijke delen sluiten goed op elkaar aan: er is een duidelijke rode lijn. Het verhaal wordt stap voor stap opgebouwd.

1 x

Taalgebruik (rekeninghoudend met de doelgroep)

De tekst is niet in eigen woorden geschreven. Het taalgebruik is te simpel of juist te ingewikkeld.

De tekst is in eigen woorden geschreven en redelijk duidelijk. Het taalgebruik is redelijk goed.

De tekst is duidelijk en in eigen woorden geschreven. Het taalgebruik sluit goed aan bij de doelgroep.

1 x

Inhoudelijk De inhoud is vakinhoudelijk onvoldoende/onjuist. De inhoud is voldoende en op lesniveau. De inhoud is goed en boven het

lesniveau. 2 x

Conclusies

De onderzoeksvraag en de deelvragen worden niet of maar ten dele beantwoord. De conclusies sluiten niet goed aan bij de onderzoeksvraag.

De onderzoeksvraag en de deelvragen worden grotendeels beantwoord. De conclusies sluiten bij de onderzoeksvraag aan.

De onderzoeksvraag en de deelvragen worden beantwoord. De conclusies sluiten goed aan bij de onderzoeksvraag.

1 x

Kritische houding

Een kritische houding ten aanzien van bronnen en resultaten ontbreekt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.

Bronnen (en ook eigen resultaten) worden soms kritisch behandeld. Er wordt soms wel onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen.

Bronnen (en ook eigen resultaten) zijn kritisch behandeld. Er is duidelijk onderscheid gemaakt tussen feiten en meningen. Er is een foutenanalyse gemaakt.

1 x

Tabellen en grafieken (indien van toepassing)

De resultaten worden niet (of slecht) gepresenteerd. Tabellen en grafieken worden niet in de tekst toegelicht.

De resultaten zijn over het algemeen helder weergegeven. Tabellen en grafieken worden meestal toegelicht in de tekst.

De resultaten zijn helder weergegeven m.b.v. tabellen en/of grafieken. Tabellen en grafieken worden toegelicht in de tekst.

1 x

Hoeveelheid tekst

De totale hoeveelheid is te klein; alles bij elkaar is het summier. Of de totale hoeveelheid tekst is teveel en niet relevant meer.

De totale hoeveelheid tekst is genoeg om het onderwerp toe te lichten en te snappen.

De totale hoeveelheid tekst is ruim voldoende. Alle onderwerpen zijn toegelicht en voldoende uitgediept.

1 x

Bronnen (indien niet letterlijk gekopieerd) De bronvermelding is onvolledig De bronvermelding is redelijk volledig.

De bronvermelding is volledig. Citaten in de tekst zijn voorzien van bronvermelding volgens het APA systeem.

1 x

Logboek Niet of slecht bijgehouden. Volledig bijgehouden zonder reflectie. Volledig bijgehouden met reflectie (aanpassingen en keuzeverantwoording).

1 x

totaalscore proces cijfer: totaalscore/ [34] x 9 + 1

Beoordelingsmoment 4 presentatie

onvoldoende 0

voldoende 1

goed 2

weging score

docent Folder

Tekst Folder Er is geen tekst ingeleverd. Er is een tekst ingeleverd Er is een goede wervende tekst ingeleverd inclusief een passende afbeelding.

1 x

Verzorging

Structuur Er is geen duidelijke structuur. Het verhaal gaat van de hak op de tak.

Het verhaal bevat een algemene structuur (introductie, midden en conclusie) maar de onderdelen zijn niet goed afgestemd, bijv. te lange introductie.

Het verhaal heeft een goede structuur, waarbij de nadruk ligt op de juiste punten en er goede argumenten, voorbeelden en vergelijkingen worden gebruikt.

1 x

Taalgebruik

De gebruikte woorden en zinnen zijn duidelijk niet van de leerlingen zelf. De tekst is daardoor te moeilijk of te makkelijk.

Het taalgebruik is in het algemeen wel aangepast aan het niveau van de leerling, maar moeilijke begrippen of vaktermen worden niet altijd goed toegelicht.

Het taalgebruik is goed aangepast aan het niveau van de leerling en moeilijke begrippen of vaktermen worden altijd goed toegelicht.

1 x

Presentatie

Stemgebruik De spreker is slecht te verstaan en/of praat erg monotoon, langzaam of juist te snel.

De spreker is wel goed te verstaan, maar het is moeilijk voor het publiek om de aandacht erbij te houden (monotoon, tempo).

De spreker is makkelijk te verstaan en weet door stemgebruik de nadruk te leggen op belangrijke punten.

1 x

Non-verbale communicatie De spreker is passief en kijkt niet naar het publiek. Het verhaal wordt voorgelezen

De spreker staat er niet passief bij en kijkt af en toe publiek in. Gebruikt voor het verhaal een geheugensteuntje (Papiertje)

De spreker gebruikt houding om aandacht te trekken en houdt die goed vast. Spreekt zonder zichtbare ondersteuning en weet goed te reageren op reacties uit publiek

1 x

Vormgeving De presentatie is een powerpointpresentatie en verder weinig/geen aanvullend materiaal.

De presentatie is een duidelijke en verzorgde powerpointpresentatie en er is aanvullend materiaal gebruikt.

De presentatie is een duidelijke en verzorgde powerpointpresentatie en er is leuk en toepasselijk aanvullend materiaal gebruikt.

2 x

Vakinhoudelijk Vakinhoudelijke aspecten komen niet of nauwelijks naar voren in de presentatie.

Vakinhoudelijke aspecten komen aan bod in de presentatie.

Vakinhoudelijke aspecten worden goed vertaald naar de presentatie. 2 x

totaalscore proces cijfer: totaalscore/ [18] x 9 + 1

2020 Vwo 5 - Dr. Mollercollege · In 4, 5 en 6 Vwo wordt er gewerkt met methode Biologie voor Jou,...

Documents

Transcript of 2020 Vwo 5 - Dr. Mollercollege · In 4, 5 en 6 Vwo wordt er gewerkt met methode Biologie voor Jou,...