2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op...

35
gatenproef # 11 2016 Boekieboekie

Transcript of 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op...

Page 1: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

gatenproef# 11 2016 Boekieboekie

Page 2: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

DOEN!Schrijf je in* via de webshop op startaward.org.Inschrijfgeld:€ 19,95 (individueel)€ 190 (groep van

max. 15 personen)

Het stArt Award-wedstrijdpakket bestaat uit:Jules Verne-gatenproef:

pdf met teksten om te illustreren en met inspirerende en praktische tips.

Het BoekieBoekie-schetsboek.

WAT?Een ereplaats in BoekieBoekie en een cheque van:

Hoofdprijs €750Kinderjuryprijs €5002eprijs €2503eprijs €150Publieksprijs €100

Het werk van de landelijke winnaars en de (inter)nationaal genomineerden wordt gepubliceerd in BoekieBoekie- tijdschrift #100: Naar de maan.

WANNEER?Tot 15januari kun je je werk opsturen.

WAAR?Landelijke prijsuitreiking: 19 maart Kunsthal, Rotterdam

Internationale presentatie: 4 - 7 april Kinderboekenbeurs Bologna

BoekieBoekiepresenteertdeelfdeeditievandestArtAward:déillustratiewedstrijdvoordebutanten.

BoekieBoekie zoekt: jouw tekentalent. Beloning: € 750 en... een ereplaats in BoekieBoekie.

WIE?Voor kunstacademie- studenten en debutanten*

*Ben je voor 1 augustus 2011 afgestudeerd, dan ben je volgens het reglement geen debutant en kun je niet meedoen.

HOE?Je dingt mee naar de stArt Award door minimaal vijf illustraties te maken voor De ongelooflijke avonturen van Jules Verne.

De 11e editie van de stArt Award wordt in meerdere landen georganiseerd. In totaal worden twintig inzenders genomineerd voor de internationale top-10.

BoekieBoekiepresenteertdeelfdeeditievandestArtAward:déillustratiewedstrijdvoordebutanten.

Page 3: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

Letop

• Is je illustratie paginavullend, of tot de rand

geplaatst, geef je illustratie dan 5 mm overlap.

Dit wordt na het drukken eraf gesneden.

• Loopt je illustratie onder de tekst door,

houd dan rekening met de leesbaarheid.

• Lees de instructies voor het aanleveren

van het beeldmateriaal.

Formaat

• enkele pagina: 285 x 210 mm (staand)

• dubbele pagina (spread):

285 x 420 mm (liggend)

Data2016

15 januari sluitingsdatuminzendingen

15 februari bekendmaking20genomineerden

15 februari t/m 1 maartstemmeeopFacebook

voordepublieksprijs

19 maart Prijsuitreikingenexpositie

Kunsthal,Rotterdam

4 t/m 7 april feestelijkepresentatieBologna(Italië)

Selectiecriteria

Waar let de jury zoal op:

• Sluit het werk aan bij de doelgroep van

BoekieBoekie: kinderen van 8 tot 13 jaar.

• Passen de illustratie en tekst bij elkaar

en versterken ze elkaar.

• Is het werk toegankelijk, hedendaags

en herkenbaar voor de doelgroep.

• Heeft de maker een eigen stijl/handschrift

en eigen beeldtaal.

• Let op: Ben je voor 1 augustus 2011

afgestudeerd, dan ben je volgens het

reglement geen debutant meer en kun

je niet meedoen.

Deopdracht

Maak minimaal vijf illustraties bij

een of meer teksten uit deze gatenproef.

Page 4: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

Wel goed: kleine vrijstaande illustraties

Niet goed: kleine volvlak-illustraties

Niet goed: een cliché- of computertekeningEigen stijl en handgeschreven letters

en titels: past bij BoekieBoekie.

Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Donec id elit non metus. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus. Donec ullamcorper nulla non metus auctor fringilla. est at lobortis. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Nulla vitae elit libero, a pharetra augue. Curabitur blandit tempus porttitor. Aenean eu leo quam. Pellentesque ornare sem lacinia quam venenatis vestibulum.

Morbi leo risus, porta ac consectetur ac, vestibulum at eros. Donec id elit non metus. Donec id elit non mi porta gravida at eget metus. Donec ullamcorper nulla Sed posuere consectetur est at lobortis. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Nulla vitae elit libero, a pharetra augue. Curabitur blandit tempus porttitor. Aenean eu leo quam. Pellentesque ornare sem lacinia quam venenatis vestibulum.

Wel goed: lichte kleuren onder een tekst

Niet goed: onleesbare tekst

Illustraties Aleks Deurloo en Wasco

Page 5: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

Stuuropdigitaal: minimaal 1 pagina-

vullende illustratie minimaal 3 vrijstaande

illustraties vrijstaande illustratie

voor het schutblad handgeschreven titel

bij uitgekozen tekst zwart-witschets

van een illustratie recente pasfoto

Watgebeurtermetjewerk?• Het werk van de tien genomineerden wordt geplaatst in het BoekieBoekie-tijdschrift #100: Naardemaanen gepresenteerd op de kinderboekenbeurs in Bologna.

• Het werk van de tien genomineerden wordt geplaatst in de digitale uitgaven van BoekieBoekie en gepromoot via de sociale media.

• Je werk kan ook gebruikt worden in lesmateriaal over Jules Verne.

Stuur je illustraties op voor15januari2016!

Dit kan via boekieboekie.wetransfer.com.

Lever je werk aan als jpeg en

volg de aanleverinstructies.

De naam van elke jpeg moet

het volgende bevatten: •Voor-enachternaam; •Titelverhaalofgedicht;

•Ofheteenscanisofdigitaalgemaakt;

•Afkortingvandeacademie;

•Opvolgendnummer(bijmeerderebeelden).

Voorbeeld:

Eric-Smit_Naardemaan_digi_KABK_3.jpg

of

Jo-Zimmer_vrije-illustratie_scan_Pars.jpg

Stuur een recente pasfoto van jezelf op in

hoge resolutie (2 MB). Geef deze jpeg jouw

voor- en achternaam en afkorting academie.

Bekijk en bewonder het werk van de stArt Award-winnaars op

boekie-boekie.nl, in de BoekieBoekie-agenda 2016-2017 en in de

BoekieBoekie-uitgaven.

JPG

JPG

startaward.org

Inst

ruct

ies

Page 6: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

Enhierkomen

deopdrachten...

LETOP: Vergeet je niet in te schrijven

voor de stArt Award:

startaward.org

...

Page 7: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

12 13

Inhoud

De reis naar de maan in 28 dagen en 12 uren

Naar de maan!

Commandohond Satelliet

en de reis naar dwergplaneet Pluto

Wonderbaarlijke reizen & uitvindingen

Jules Verne live

Hoofdstuk 2

Vijf weken in een luchtballon

Langzaam door de lucht

Vijf weken in een luchtballon

De droom van een boekenwurm

Hij verzamelde de wereld

Hoofdstuk 3

Naar het middelpunt der aarde

Dieper = ouder

Naar het middelpunt van mijzelf

Diep

Hoofdstuk 4

Twintigduizend mijlen onder zee

Twintigduizend mijlen onder zee

De Kraak

Mobilis in mobile

Jules Verne

Hoofdstuk 5

}}

Hoofdstuk 1

Wat moet je doen? Voor de stArt Award moet je de onderstaande drie opdrachten uitvoeren. Maak minimaal vijf illustraties bij één of meerdere teksten.

Tekenopdracht 1 Een vrijstaande illustratie voor het schutblad: een Jules Verne-raket om mee naar de maan te vliegen.

Tekenopdracht 2Drie vrijstaande illustraties bij een of meer teksten.

Tekenopdracht 3Eén paginagrote sfeerillustratie bij een van de teksten.

N.B. Sommige teksten lenen zich ervoor om opdracht 2 en 3 tegelijkertijd uit te voeren.

Bij elke tekst is aangegeven hoeveel pagina’s beschikbaar zijn en hoeveel illustraties je kunt maken.

In het BoekieBoekie-schetsboek Met Alice in Wonderland staan ter inspiratie enkele voorbeelden.

Tip: Lees niet alle boeken van Jules Verne!

De ongelofelijke avonturen van Jules Verne

opdracht 2016

Page 8: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

14 15

sc

hets #7

schets #6

schets #5

schets #2

schets #4

schets #1

schet

s #3

schets #8

schets #9

Een vrijstaande illustratie voor het schutblad: een Jules Verne-raket om mee naar de maan te vliegen.

Dit wordt een ‘verzamelpagina’ met werk van de genomineerden.

Tekenopdracht 1

Page 9: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

17

G: Goedenavond en welkom. Wat een eer

dat u onze gast wilde zijn, meneer

Verne. Franse veelschrijver van romans

en verhalen. Toekomstvoorspeller en

landenkenner. We zien u hier in de studio

op een groot scherm. Meneer Verne,

voor de kijkers die u nog niet kennen

(al kan ik me dat nauwelijks voorstellen):

kunt u wat titels opnoemen van uw boeken?

V: Dat is een hele waslijst, mevrouw Blok.

Er zijn meer dan zestig boeken van mij

uitgekomen, allemaal over een bijzondere

reis. De bekendste zijn De reis om de

wereld in 80 dagen, Naar het middelpunt

der aarde en Twintigduizend mijlen onder

zee. Weet u wat, ik stuur u wel een

handgeschreven lijstje.

G: Dat zetten we dan op onze website voor

de kijkers. Uw boeken spelen zich af in

Afrika, India, Rusland, Australië, China,

ja zelfs op de Noordpool. U moet ontzettend

veel gereisd hebben om zoveel van die

landen te weten.

V: Dat valt nogal mee. Met een vriend ben

ik in Schotland en Scandinavië geweest,

en met mijn broer in Amerika. Verder niet.

Ik doe van tevoren veel research naar

mijn onderwerpen.

G: Aha, u leest eerst boeken voor u

een boek schrijft. Slim. U noemt zelf

Twintigduizend mijlen onder zee. In dat

boek heeft kapitein Nemo een onderzeeër

gebouwd. Kunt u daar iets over vertellen?

V: Natuurlijk. Er bestonden al wel

eenvoudige onderzeeërs toen ik het boek

schreef, maar niet zo’n subliem exemplaar.

Mijn Nautilus was zeventig meter lang en

acht meter breed in het midden. Hij had

een topsnelheid van 50 knopen…

Jules Verne liveInterview opgetekend door Lida Dijkstra

Presentatrice Godelieve Blok (spreekt razendsnel):Hoe kwam hij aan de inspiratie voor zijn Wonderreizen – hoe kon hij zoveel geniale machines bedenken – waardoor was hij zijn tijd zo ver vooruit – vanavond een heel andere uitzending dan we gewend zijn – live vanuit Studio 22 schakelen wij nu over naar Jules Verne.

Begintune. Luid applaus.

Tekenopdracht 2

Handgeschreven titel Drie of meer vrijstaande

illustraties Vier pagina’s beschikbaar

geen pagina

Page 10: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

18 19

G: Is dat niet bijna 100 kilometer per uur?

V: Tja, ik houd graag de vaart erin.

Hij liep op elektriciteit uit natrium-

kwikbatterijen. Het natrium voor de

batterijen werd uit zeewater gewonnen.

G: Heel milieuvriendelijk, stel ik

me voor. Hoe lang kon de Nautilus onder

water blijven?

V: Maximaal vijf dagen. Daarna moest hij

lucht happen, net als een walvis, haha.

Het was voor het verhaal spannender dat de

boot af en toe naar het oppervlak moest,

begrijpt u.

De Nautilus was een wonder van vernuft,

al zeg ik het zelf. De stuurman stond

in een glazen cabine die wat boven

de boot uitstak.

G: Is glas niet veel te kwetsbaar

voor in de diepzee?

V: (kijkt afkeurend) Niet als het 21

centimeter dik is, mevrouw. De onderzeeër

was verder onderverdeeld in waterdichte

compartimenten. De boot gebruikte tanks om

het drijfvermogen aan te passen. De pompen

die deze tanks leegden, waren zo sterk dat

ze enorme stralen water wegspoten als de

boot snel en steil moest duiken. Zoiets is

fijn voor de illustrator, ziet u.

G: En dan de inrichting aan boord van

de Nautilus. Was die voor zo’n moderne

onderzeeër niet wat overdreven?

V: Hoe bedoelt u?

G: U beschrijft een bibliotheek met

12.000 boeken, een museumkamer met natuur-

en kunstschatten, een sieradencollectie,

een chique eetkamer en een orgel waarop

kapitein Nemo soms ’s avonds speelt.

V: Wat is er mis met een goede bibliotheek?

G: Die tevens rookkamer is..

V: Een man moet toch ergens zijn sigaartje

kunnen roken?

G: Daar denken we tegenwoordig anders over,

meneer Verne.

Maar laten we niet afdwalen. Nog zo’n

prachtig vervoermiddel beschrijft u in

Robur de Veroveraar.

V: Zeker, zeker. De Albatros. Een door batterijen aangedreven gigantische

elektrische superhelikopter van

samengeperst papier. Hij is 30 meter

lang en bijna…

G: Ehm… die afmetingen kunnen onze kijkers

later wel op onze website nalezen, meneer

Verne. Wilt u vertellen over de aandrijving

van de helikopter?

V: De Albatros werd voortbewogen door

37 verticale masten. Er stonden er

15 langs beide randen en 7 hogere in het

midden. Boven op elke mast zaten steeds

twee schroeven. Alle schroeven konden

onafhankelijk van elkaar bewegen. Twee veel

grotere horizontale wentelwieken stuwden

de helikopter vooruit. Met het toestel kon

de hoofdpersoon de wereld rond vliegen in

drie weken.

G: En dan het interieur.

V: Binnenin was ruimte voor drie huizen.

Er waren woonruimtes voor de bemanning,

machinekamers en opslagruimtes voor

bijvoorbeeld visspullen, kijkers,

elektrische lichten, kompassen, sextanten,

thermometers, barometers, een drukpers,

een kleine bibliotheek…

G: Alweer een bibliotheek?

V: U hebt toch geen hekel aan boeken,

mag ik hopen?

G: Natuurlijk niet, maar om ze nou aan

boord van een helikopter mee te slepen…

Tegenwoordig moeten we in een helikopter

zuinig zijn met ruimte. U hebt net niet

meer meegemaakt dat helikopers echt werden

uitgevonden, toch?

V: Klopt. In 1907 was de eerste vlucht.

Ik vond het maar een onbenullig dingetje,

met twee rotors. (schudt zijn hoofd)

In welk jaar leeft u, trouwens?

G: Hoe bedoelt u?

V: Welk jaar staat er momenteel

op uw kalender?

G: Eh… 2015.

V: Ach hemel. Dan lopen uw machines

nog steeds op fossiele brandstoffen, zeker?

Olie en gas?

G: Vaak wel. En op elektriciteit,

natuurlijk. Maar we passen steeds meer

zonne- en windenergie toe. Meneer Verne,

vertel eens over uw uitvinding die ik het

allermooist vind: Het Stoomhuis, in het gelijknamige boek.

V: Vindt u dat een mooi bedenksel? Terwijl

die stoomtrein niet eens zo snel ging.

Tot 25 kilometer per uur. De locomotief

was negen meter lang, en zes meter hoog.

Hij kon een maximum bereiken van 150 PK.

G: De vorm van de locomotief was uniek, hè?

V: Nou en of! Hij was verstopt in een

olifant van groen plaatijzer. Hij liep

op alle soorten brandstof. De olifant

had wielen, maar door een technische

constructie was het net of hij bedaard

voortstapte. Hij had vergulde slagtanden

en elektrische lantaarns als ogen. Uit de

beweegbare slurf kwam af en toe een witte

rookwolk. Op zijn rug zat een versierd

torentje voor de machinist. Hij trok twee

wagens, elk op zes wielen, die zo groot

als huizen waren en op pagodes leken.

Het stoomhuis had geen rails nodig,

kon hellingen bestijgen en zich ook

nog door het water voortbewegen.

G: Toch opvallend dat u ook dit Stoomhuis

inricht met salons en eetzalen vol

rijke stoffen en tapijten, buffetten vol

zilverwerk, glazen en porselein,

divans en bedden en weer die bibliotheek…

Zit in elk futuristisch vervoermiddel

van u een bibliotheek, meneer Verne?

V: Eens kijken. Nou nee. Niet in het

projectiel dat ik met een gigantisch kanon naar de maan schoot in De reis naar

de maan in 28 dagen en 12 uren. Voor dat

boek bedacht ik een grote, holle kogel

waar drie mannen in konden. De kogel was

van aluminium gemaakt. Dat is zo’n prachtig

metaal! Het is blank als zilver, vast als

ijzer, taai als goud, smeltbaar als koper

en licht als glas!

Page 11: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

20

G: Ik zie dat u enthousiast bent,

maar gaat u wel weer zitten, meneer Verne?

Wat ik vooral fascinerend vind, is uw

systeem om de klap van de lancering

op te vangen.

V: Ik had bedacht dat er een meter water

onder de houten vloer moest staan. Houten

schotten daarin moesten een voor een

verbrijzelen om zo de klap op te vangen.

G: Uw ruimtereizigers zaten er toch ook

weer knus bij, nietwaar? De binnenwanden

van de kogel waren met zijde bekleed,

in het rond stonden divans. Met gashouders

konden ze vuur en licht maken. En ze namen

ook nog twee honden mee, wat me best lastig

lijkt in een ruimte met een doorsnee van

drie meter. Waar moesten die beesten –

en ook die maanreizigers – hun behoefte

doen? U gaf ze niet een wc’tje mee.

V: Wat zeurt u nu over bibliotheken

en waterclosets, mevrouw Blok. Ze hadden

een apparaat bij zich dat zuurstof maakte

en koolzuur afbrak, dat lijkt me veel

belangrijker.

G: U hebt gelijk. Waarom zijn al uw helden

mannen, trouwens? De vrouwen in uw boeken

zijn hooguit saaie verloofdes zonder

mening. Had u niet eens een vrouw op

avontuur kunnen sturen?

V: Het zwakke geslacht is niet geschikt

om ver te reizen, mevrouw. Aan de

ontberingen van hitte, kou of hoge

druk zouden ze zeker bezwijken.

G: Dan kan ik u vertellen dat er inmiddels

al 59 vrouwelijke astronauten de ruimte

in geweest zijn. Onze tijd is bijna

om. Jammer. Ik zou nog uren met u door

kunnen praten, bijvoorbeeld over uw

waterstofluchtballon, het gas van

Dr. Ox of het monsterkanon uit Staalstad.

Ik stel voor dat we die uitvindingen

op onze website plaatsen.

V: Vergeet u niet te vermelden dat ik ook

de tv heb voorspeld? En onderzoek met

röntgenstraling? De taser,

het stroomstootwapen? En de atoombom,

in mijn boek Uit liefde voor de vlag?

G: Jammer dat die nare bom ook echt

gemaakt is. O, daar hoor ik de eindtune

al. Tot slot nog snel twee vragen. U bent

een Fransman. Hoe komt het dat wij u toch

gewoon kunnen verstaan?

V: Door de realtime-vertaalcomputer

natuurlijk. Ik spreek Frans, maar dit

microfoontje op mijn jas zendt mijn woorden

direct in het Nederlands uit. Er zijn al

176 talen in geprogrammeerd, en er komen

iedere week nieuwe bij.

G: Ik wist niet dat er zulke mooie

vertaalcomputertjes bestonden.

V: (lacht) Dat kunt u ook niet weten.

Ze worden pas in 2048 uitgevonden.

G: En dan mijn laatste vraag. Ik hoop dat

u het niet vervelend vindt dat ik hem stel.

U bent overleden in 1905. U bent dus dood.

Hoe kan het dan dat wij via dit scherm toch

met u kunnen praten?

V: Door het ontdekken van de vierde

dimensie, natuurlijk. Tijd is niet lineair,

zoals u nog denkt, maar gerelateerd aan

de gekromde ruimte en het uitdijende

heelal. Ik ben net bezig er een nieuw

wonderreis-boek over te schrijven:

Reis naar de Vierde Dimensie.

G: Wij kijken uit naar dat nieuwe deel,

meneer Verne.

V: Dat heeft geen zin, mevrouw Blok.

Het zal pas uitkomen in de herfst van 3427.

G: Dan dank ik u voor dit gesprek namens

heel veel kijkers thuis. We hebben aan

uw lippen gehangen en lezen uw boeken

nog steeds met heel veel plezier.

Mag ik een daverend applaus voor…

Jules Verne!!!

Lang applaus. Eindleader.

geen pagina

Page 12: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

22 23

Groei-en vechtgas

Het verhaal Het experiment van dr. Ox speelt in

een stoffig Vlaams stadje. Dr. Ox biedt daar aan

om gratis een nieuw gaslichtsysteem te bouwen.

Ook hier wordt weer door middel van elektrolyse

water in waterstof en zuurstof omgezet. Er worden

onder de straten dubbele pijpen aangelegd voor

deze gassen, die in de huizen bij elkaar komen

in branders. Ox zegt dat zijn nieuwe gasmengsel

een twintigmaal helderder licht zal opleveren.

Maar in werkelijkheid wil hij een experiment doen

met het effect van zuurstof op planten, dieren en

mensen. De zuurstof wordt de stad in gepompt,

waardoor planten supergroot worden, maar dieren

en mensen agressief, met alle problemen van dien.

Monsterkanon

In Eldorado en het monsterkanon van Staalstad

sticht de Duitse slechterik Schultze een stad

waar kolen en staal worden gedolven en bewerkt.

Schultze is erop uit om een andere stad uit

te roeien. Zijn belangrijkste wapen wordt een

reusachtig kanon, dat twee soorten manshoge

granaten kan afvuren. De ene soort granaat

is explosief, en kan met een enkel schot een

stad verwoesten. De andere soort is gevuld met

gecomprimeerde vloeibare kooldioxide die bij

ontploffing de temperatuur in de directe omgeving

tot –100 graden Celsius afkoelt, waardoor

iedereen en alles bevroren wordt.

Waterstofluchtballon

Om het binnenland van Afrika in kaart te

brengen, wordt in Vijf weken in een luchtballon

een superballon ontworpen, vol met technische

apparatuur zoals een barometer, een thermometer,

een bunsenbrander, een chronometer en een

elektrische batterij die door middel van

elektrolyse water omzet in waterstof en zuurstof.

Daarmee wordt het waterstofgas in de ballon

verwarmd. Hoofdpersoon dr. Samuel Ferguson kan

met dit systeem de ballon laten stijgen en dalen

zonder gas te laten ontsnappen of ballast uit te

werpen, waardoor het mogelijk wordt veel langer

en verder te reizen.

Tekenopdracht 2 3

Handgeschreven titel

Opdracht 2 : Een pagina met drie

vrijstaande illustraties

Opdracht 3 : Een paginagrote sfeerillustratie

Is je illustratie paginavullend, of tot de rand geplaatst, geef je illustratie dan 5 mm overlap.

en

of

Page 13: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

24 25

Het werd in Amerika vrede.

Geen werk meer dus voor de soldaten.

Ze zaten zich dood te vervelen.

Ze konden het vechten niet laten.

Ze wilden weer kruitdamp en knallen.

Ze misten gevechten en strijd.

Al waren ze soms hun twee benen,

hun arm of hun achterhoofd kwijt.

Met heimwee dachten de mannen

aan ’t bulderen van de kanonnen.

Die waren toen pas uitgevonden,

het bulderen was net begonnen.

Ze stichtten hun eigen Kanonclub.

Ze zaten daar bitter te klagen.

Ze wilden kanonnen afschieten.

Die vrede was niet te verdragen.

Er kwam een geschenk uit de hemel:

hun voorzitter wou een kanon,

een superkanon dat drie mannen

pats-boem naar de maan schieten kon...

Er werd gestudeerd en gerekend.

Deskundigen en professoren

bepaalden de snelheid, de ballast,

luchtledigheid, zuurstof, motoren.

Het geld voor de reis stroomde binnen

want wereldwijd wou men wel geven

om ook mee te doen met de maanreis.

Geschiedenis werd daar geschreven!

Er kwam een gigantische kogel

van ’t lichtste metaal dat bestond.

En zes miljard liter benzine.

Dat kreeg hem geheid van de grond.

Drie mannen, twee honden, veel kippen

en voorraden gingen aan boord.

Maar van de terugtocht had bij het

vertrek nog geen mens iets gehoord.

Naa

r de

maa

n!

Tekenopdracht 2 3

Handgeschreven titel

Opdracht 2 : Een pagina vullende illustratie

en minimaal drie illustraties verdeeld over drie pagina’s

Vier pagina’s beschikbaar

Opdracht 3 : Een paginagrote sfeerillustratie

Is je illustratie paginavullend, of tot de rand geplaatst, geef je illustratie dan 5 mm overlap.

en

of

Page 14: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

26 27

Er waren raketten, die dienden

om mee op het maanvlak te landen.

Maar als de bemanning terug wou

dan stond die daar met lege handen.

Dat wisten de drie in de kogel

al werd het probleem niet genoemd.

Terug kon niet meer want ze raakten

intussen al wereldberoemd.

Ze waren daar ook in hun kogel

van alle gemakken voorzien.

Drie bedden, een divan, een gasstel,

een voorraadje wijn bovendien.

Ze lagen gestrekt op hun bedden

zodra de lancering begon.

De lont ging aan, en oorverdovend

klonk bulderend ’:t reuzenkanon.

Zij hoorden zelf niets van het dreunen.

Ja, vlogen ze nu of nog niet?

Dat kun je natuurlijk niet weten

wanneer je niets hoort en niets ziet.

Ze lagen verdoofd in het donker.

Maar een van de mannen roep uit:

‘Ik weet al waarom we niets horen.

We gaan sneller dan het geluid.’

Er waren vier ramen, ze haalden

het luik weg van een van de vier.

Toen zagen ze overal sterren,

herkenden de Steenbok, de Stier.

Maar wat kwam daar aan door de ruimte?

Een meteoriet recht vooruit!

Die vloog bliksemsnel op hen af. Oei!

Hij scheerde nog net langs de ruit.

Ze haalden de andere luiken

er ook af en daar was de maan

ver boven hun hoofd, als het goed ging

dan kwamen ze binnenkort aan.

Het raam in de vloer bracht de aarde

beneden hen in het vizier.

Die leek op een zilveren sikkel:

een maan in het laatste kwartier.

Ze sliepen een tijd, tot de honden

begonnen te blaffen om eten.

De hond Satelliet had een hoofdwond.

Ze waren de dieren vergeten.

Ze voerden de honden en kippen,

ze maakten een heerlijk ontbijt.

Er was voor een jaar genoeg voedsel

maar water voor vier weken tijd.

Ze merkten dat hond Satelliet aan

zijn wond helaas dood was gegaan.

Nu kon hij zich met hond Diana

niet voortplanten daar op de maan.

Ze gooiden de hond door een raampje

dat openging voor een moment.

Je kunt geen kadaver bewaren

wanneer je zo kleinbehuisd bent.

Ze vlogen, dat was te begrijpen,

steeds in dat luchtledig gebied

lang naast de geplette gedaante

van mannetjeshond Satelliet.

Na achttien uur vliegen bereikte

de kogel de maan. Hij was vol

en leek een gezicht vol met sproeten.

Hun fantasie raakte op hol.

Waar zouden ze neer kunnen komen?

Misschien op een berg? In een dal?

En kwamen ze toch weer op aarde

of bleven ze in het heelal?

En leefden er op de maan wezens?

Hoe waren die dan, groot of klein,

heel vriendelijk of juist gevaarlijk?

En zouden er maanhuisjes zijn?

Welk land kreeg de macht na de landing?

Wie werd er de baas op de maan?

Maar steeds vaker dachten de mannen:

Hoe komen we daar ooit vandaan?

Page 15: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

28

Ze waren nog even gewichtloos.

Er ging nog een zuurstoftank lekken.

Gevaarlijk! Ze leken wel dronken

en dansten en sprongen als gekken.

De hond danste mee, en het pluimvee

stoof fladderden rond, maar het lek

werd toch nog ontdekt en gedicht.

Er kwam net geen zuurstofgebrek.

De maan leek enorm, door hun kijker

ontdekten ze vlekken en kloven

en pieken, en dalen, maar kwamen

niet verder meer, niet te geloven!

Ze waren, zo bleek na een tijdje,

verzeild in een baan om de maan.

Ze zagen hem van alle kanten

maar konden er niet meer vandaan.

Die meteoor had vast en zeker

hun kogel de koers uit gedreven.

Ze zouden waarschijnlijk nooit landen

maar rondom de maan blijven zweven.

Ze hadden alleen nog raketten.

Die staken ze aan en meteen

ontstond er beweging: ze vlogen

pijlsnel door de sterrenlucht heen.

Maar niet naar de maan! Naar de aarde!

Help! Dat was niet goed, dat was slecht.

Ze vielen! Ze vlogen te pletter!

Want waar kwam zo’n kogel terecht?

Geen nood, het liep af met een sisser.

Ze stortten toevallig in zee.

Ze werden toevallig gevonden,

toevallig nog heel. Dat viel mee.

Na honderd jaar brachten er mensen

de maan in het echt een bezoek.

Geweldig! Toch gaat er niets boven

Jules Vernes geweldige boek!

Imm

e D

ros

geen pagina

Page 16: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

30 31

Bij de lancering van het door astronaut Brisbane

zelf geknutselde ruimtevaartuig – een bouwsel

van aluminiumplaten, tropisch hardhout,

elastiekjes en honderdvijftien rollen extra

klevend zilvergrijs duct tape – schoot Satelliet

door de gigantische stuwkracht als een kogel

door de capsule, en kwam tussen een wirwar

van balken in het plafond terecht.

Zijn tong hing slap uit zijn bek en hij was

een ondertand kwijt. Hij droeg nog wel zijn

legerbaret. Astronaut Brisbane hield zijn hand

op de borstkas van Satelliet. ‘Die is morsdood,’

zei hij hardop tegen zichzelf. Er zat niets anders

op dan de hond uit het raam te gooien.

Brisbane duwde Satelliet het ronde raampje

uit, en sloot het als de wiedeweerga af. Alle

grendels erop, krikkrik, snel potdicht, anders

zou er te veel zuurstof uit de capsule kunnen

ontsnappen.

Astronaut Brisbane zag niet dat de rode

boerenhalsdoek van de hond vastgeklemd

zat in het raam. En Satelliet was helemaal

niet dood, hij was alleen versuft! Hij begon

bij te komen. De zoetige geur van zeldzaam

Mongools buskruit – dat was gebruikt voor de

lancering – prikkelde zijn neus. Die geur hing

nog om het ruimteschip. Niet te ruiken voor

een simpel mens als Brisbane, maar wel voor

mij, dacht Satelliet, want ik ben een peperdure

elite-hond, in mensentermen te vergelijken

met een Navy SEAL, de groene baret. Hij hield

ervan te denken aan dingen die hij beter kon

dan anderen. Meteen was Satelliet in een goed

humeur en begon hij te neuriën. Al hing hij

aan een piepklein puntje van een rode zakdoek

367.000 km boven de aarde. Waarom heeft die

Brisbane in vredesnaam die prijspoedel uit het

asiel gehaald? Ze kan niets, behalve stilzitten

bij de hondenkapper wanneer die malle staart

van haar, met dat bolletje bovenop, wordt

getrimd. Ze heeft trouwens ook veel te grote

voortanden.

Opeens kreeg Satelliet hevige kramp in zijn

darmen, alsof hij moest poepen. Satelliet,

verman je! Je bent een commandohond, een

groene baret, die kennen geen angst, sprak

hij zichzelf toe. Met zijn ogen driekwart dicht

tuurde hij naar beneden, naar de aarde. Die

leek kleiner dan de kop van een punaise. Als ik

nu omlaag kukel, dacht hij, dan is er iemand,

helemaal niemand, die het ziet.

Satelliet klauwde met een voorpoot tegen

het raampje. Er kwamen precies vijf krasjes,

van zijn vijf nagels. Maar het ruimteglas was

59,34 centimeter dik, en Brisbane hoorde

niets. Brisbane was naar de andere kant van

het voertuig gerend, en gluurde door een

koperen telescoop die op een bijzettafeltje

stond. Zijn mond in bewondering wijd open.

Diana stond erbij en wiebelde met haar oenige

staartje. Ze zagen vast iets bijzonders: de

spectaculaire hoogste bergtop van Pluto, wel

vijf kilometer hoog. Commando Satelliet,

actie! sprak Satelliet zichzelf toe. Er zit niets

anders op dan de zakdoek doorknagen,

op het ruimtevoertuig klimmen en door

de schoorsteen het vehikel weer binnen

zien te komen. Satelliet wist trouwens niet

helemaal zeker of ‘vehikel’ wel een goed

Nederlands woord was. Dat ging hij later

opzoeken in de Dikke Van Dale. Hij scheurde

met zijn vlijmscherpe kiezen in één keer de

zakdoek door. Meteen drukte hij zich met zijn

afgetrainde atletische jachthondenlichaam

tegen het koude aluminium en haakte zich

met zijn nagels vast in een opening tussen

twee dunne houten planken. Brisbane had

het ruimtevoertuigje ijverig, maar in zijn

enthousiasme ook rommelig in elkaar gezet. Er

waren volop kieren, uitstekende schroeven en

scheef afgezaagde balken. Net de uitsteeksels

van een klimmuur. Het hart van Satelliet bonkte

onregelmatig, zijn behaarde stoere borstkas

bewoog wild. Verstand op nul, klimmen. Zijn

Commandohond Satelliet en de reis naar dwergplaneet Pluto

Twee honden gingen mee, puur voor gezelligheid,

op deze eerste bemande ruimtereis naar dwergplaneet

Pluto. Astronaut Brisbane had hen uit het asiel op

de Polderweg gehaald, voormalige prijspoedel Diana

en elite-commandohond Satelliet.

Een hoofdstuk uit De reis naar de maan,

naverteld door Hermine Landvreugd

Tekenopdracht 2

Handgeschreven titel Drie of meer vrijstaande

illustraties verdeeld over de pagina’s

Vier pagina’s beschikbaar

Page 17: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

32 33

achterpoot gleed weg over een gladde plaat.

Een nagel brak af op een lasnaad. De huid

van zijn buik schuurde tot bloedens toe

kapot door splinterig hardhout. Hij hijgde

en hij pufte zwaar.

Maar hij zou die schoorsteen bereiken! Wat

was toch die vreemde scherpe geur? Satelliet

snoof eens diep. Het is toch niet? Ja, toch,

verdorie, het was zijn eigen angstzweet!

Eindelijk bereikte hij de houten schoorsteen.

Victorie! Eens een commando altijd een

commando, dacht Satelliet en liet zich met zijn

commandokont in de schoorsteen zakken. Hij

plakte vast aan een sliert extra sterke duct tape.

Pluto is een dwergplaneet. Dat wil zeggen dat

hij veel te klein is om andere hemellichamen

uit zijn baan te stoten. Er zwermt daarom

van alles om Pluto heen: dwergmanen, kleine

astroïden, mini-ruimtepuin en ook mini-

zwarte gaten. Net op het moment dat Satelliet

zijn achterlijf door de schoorsteen wurmde,

kwam er een zwart gat langs scheren. Zo

groot als een tweepersoonsbank. Satelliet

herkende het meteen; hij had er een aantal

op YouTube gezien. Hij voelde het, zijn haren

gingen overeind staan, want een zwart gat

verspreidt een vreselijke kilte. En het is hol,

want het bestaat uit antimaterie. Het is niet

niets, maar negatief geladen, stel je zoiets

voor als de wiskundige getallen onder nul.

Een ijskoud zwartewolkmonster dat alles

opzuigt en verzwelgt: weg ben je, je valt uiteen

in elektronen, ionen en andere ieniemienie-

minuscule deeltjes, je verdwijnt, je wordt

opgeslokt, tot nooit meer ziens.

Satelliet voelde de koude kracht trekken

aan zijn oren. Alsof iemand een industriële

Nilfisk-stofzuiger op zijn kop richtte. Satelliet

probeerde zich verder door de schoorsteen te

wurmen. ‘Help!’ riep hij. ‘Ik zit hier boven, help!’

Maar zijn stemgeluid werd gesmoord in de

smalle, benauwde, hardhouten schoorsteen.

En het kille, holle monster trok hem

weer omhoog. Met rukjes en schokjes.

Plagend, bijna.

‘Help!’ riep Satelliet, ’S-O-S! S-O-S!’ Dat had

hij op de Elite Commandohonden Academie

geleerd, dat betekent ook ‘help!’.

Diana spitste haar oren. Ze keek niet langer

naar de spectaculaire bergtop op Pluto,

maar speurde de ruimtecapsule rond. Ze hoorde

iets vreemds, maar wat? En wat kwam daar

uit het plafond steken, daar bij de open haard?

Het leek op een, nee, het wás een lichtbruine

hondenstaart!

Brisbane was zo geobsedeerd door de

glanzende bergtop, dat hij gedacht moet

hebben: ik open even het raam en steek mijn

telescoop naar buiten. Brisbane verschoof de

grendel, opende het ronde raam, en zwoef, daar

ging hij al, met een noodvaart, met telescoop

en al, hop twee drie. Tijd om verbaasd te zijn

of om te gillen had hij niet. Meteen verdween

hij in het zwarte gat. Hij werd opgesplitst in

nano-ionen, io-ionen en elektronen, wreed

verzwolgen, toedeloe-tot-nooit-meer-ziens.

De zuigkracht die aan Satelliet trok, werd op

dat moment ongeveer een derde minder. En

Diana aarzelde niet, sprong lenig en vlug als

een speer op het bijzettafeltje en vandaar

schuin omhoog, en beet zich met haar grote

voortanden klemvast in Satelliets staart. Zo

trok ze hem naar beneden. De commandohond

viel, klabafboem, door de schoorsteen, precies

op het zachte, wollen, ronde Perzische kleedje

voor de haard. Hij had een kale plek op

zijn billen en onderrug omdat hij vast was

blijven zitten aan de extra sterk klevende

duct tape. Satelliet genoot. Hij lag heerlijk te

kroelen op het warme kleedje. Diana verzorgde

hem de verdere reis rondom Pluto die, op

de automatische piloot, nog een volle week

duurde. Van dichtbij waren haar voortanden

helemaal niet grof of groot, zag Satelliet,

elegant juist. De afdrukken van de tanden

van Diana stonden in zijn staart, als een

sieraad, vond Satelliet. Er werden op de Elite

Commandohonden Academie in die tijd geen

vrouwen toegelaten, wist Satelliet, maar Diana

zou een topstudent zijn.

De ruimtecapsule keerde veilig terug op aarde,

en Satelliet en Diana gingen nog diezelfde

dag samen naar Ikea om een tweepersoons

hondenmand te kopen, roodroze, met een

tijgerprint. En Satelliet, die diep van binnen heel

romantisch was, kocht een doos geurkaarsen.

Ze vonden het allebei helemaal niet zielig voor

Brisbane dat hij was verzwolgen, want ze

kenden hem nauwelijks, en ze leefden nog

lang en gelukkig.

Page 18: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

34 35

Mijn naam is Ferguson, hallo,

naast me mijn trouwe dienaar Joe.

Met Kennedy, mijn compagnon,

gedrieën in een luchtballon.

Met de ballon vol waterstofgas

gaan we hoog over bos en moeras

over karavaan en geitenstal

van Zanzibar naar Senegal.

Al wat gewogen is, mag mee:

munitie, waterstof, koffie en thee,

gezouten vlees, koek, brandewijn,

mijn kompas, Kennedy’s karabijn.

Achttien-twee-en-zestig, april,

we stijgen, gejoel en gegil.

Hijs het anker, de lucht in, tabee,

de Victoria gaat op tournee!

Daar waar wij overheen zweven

staat men ons naar het leven.

Is die ballon misschien de maan?

Komen er boze goden aan?

Ik inspecteer het nieuwe land,

precies is de kaart van mijn hand.

Kennedy jaagt op avondeten,

ook de slurf wordt opgegeten.

Een groeve met rotsen vol goud,

Joe wordt gek als hij ze aanschouwt.

Hij gooit de gouderts in de schuit.

We zijn te zwaar, het moet eruit.

Windstilte, daar gaat ons water,

dorst, een storm redt ons later.

Joe springt in het meer van Tsjaad,

we stijgen honderd voet door zijn daad.

Na Timboektoe zijn we verrukt,

verder dan ooit een mens is gelukt!

Dan condors, een sprinkhanenplaag.

Het gas ontsnapt, we gaan weer omlaag.

De mand moet eraf, gesp hem los!

Anders zijn we alsnog de klos!

Om onze ballon spant een net;

houd dat vast, dan zijn we gered.

Het gevaarte landt in de rivier,

maar wij drieën, wij staan hier,

op de kant, in Senegal.

Ik zie de krantenkoppen al:

Vijf weken in een luchtballon,

daarin slaagt de heer Ferguson.

Lees in dit exclusief verslag

hoe hij Afrika overzag.

Bianca Boer

Langzaam door de lucht

Tekenopdracht 2

Handgeschreven titel Twee vrijstaande illustraties Twee pagina’s beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog een vrijstaande illustratie maken bij een andere tekst.

Page 19: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

36 37

Maar het Afrika dat ik heb gezien, vanuit onze

monumentale ballon Victoria, het Afrika van het

jaar 1862, is woest en ongerept, vol wilde dieren

en wrede volkeren, vol onaardse schoonheid

en gevaar. Van kolossale rotsen storten

machtige watervallen omlaag, rivierpaarden

en lamantijnen* baden vredig in een poel naast

bloeddorstige krokodillen; grijze, zwarte en gele

olifanten trekken plunderend een spoor van

vernieling door de wouden. En er zijn plaatsen

waar je het goud zo van de grond raapt. Geloof

je me niet?

Laat de Victoria haar weg vinden in het

zinderende daglicht. Laat je anker zwieren tot

die zich klem trekt in de bovenste takken van

een vijgenboom. Maar pas op als je je zachtjes

in slaap laat wiegen in het rieten schuitje onder

de Victoria. Want ’s nachts word je belaagd door

hordes apen met hondsdolle koppen en schuim

op de tanden. Boven het regenwoud vaart de

ballon, waar de oliepalm hoog groeit en de

kapokboom bloedrood bloeit, en plotseling is

al die schoonheid weg en is er niets, niets dan

een zee van zand, zand, zand: geen plant, geen

mens, geen dier. Geen druppel water, dorst.

Dorst is iets vreselijks. Maar niet de dorst alleen,

ook de voortdurende aanblik van de woestijn,

de zich eindeloos uitstrekkende eentonigheid

ervan, die vreet aan je, die zuigt alle levenslust

uit je ziel. De lucht trilt en golft tussen het

gloeiende zand en de onmetelijke blauwe

hemel. En jij hapt naar adem en verlangt naar

wind om je ballon mee te voeren, water in je

keel, wind en water, wind en water.

We waren met ons drieën. Mijn meester had

zijn vriend Dick Kennedy meegevraagd. Dick

Kennedy was misschien een weerbarstige

Schot, aldus mijn meester, maar hij was dapper,

had een ‘ijzersterk gestel’ en zijn karabijnschot

was even scherp als mijn arendsblik:

nauwkeurig genoeg om op honderdvijftig

voet een kogel te splijten op het scherp van

een mes. Maar in die woestijn ligt die Schot

aan je voeten te zieltogen. ‘O land van dorst

en droogte, land van wanhoop!’ roept hij,

kronkelend en op zijn vuisten bijtend, terwijl

mijnheer Ferguson, diens wanhopige blik op

de horizon, met schorre stem verklaart dat

mensen met een ‘ijzersterk gestel’ het meest te

lijden hebben. Mijn meester doctor Ferguson

Mijn meester, de beroemde doctor Samuel Ferguson,

zegt dat iedereen in de toekomst door de lucht zal

reizen. Hij zegt ook dat Afrika ooit het hart van onze

beschaving zal zijn.

Naverteld door Frank Gunning

Vijf weken in een luchtballon

Handgeschreven titel

Opdracht 2 : Een pagina met drie of

meer vrijstaande illustraties Vier pagina’s beschikbaar

Opdracht 3 : Een paginagrote sfeerillustratie

Is je illustratie paginavullend, of tot de rand geplaatst, geef je illustratie dan 5 mm overlap.

Tekenopdracht 2 3en

of

Page 20: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

38 39

als bedriegers werden verjaagd. En die nacht

waarin de lucht plotseling vol brandende

vuurpijlen leek te zijn: een stam was ons

ongemerkt genaderd en had tientallen vogels

in brand gestoken en ze losgelaten om onze

ballon te vernietigen. Brandende vogels. Je zou

denken dat dat het ergste is dat we hebben

gezien. Maar we hebben ergere dingen gezien.

Een boom vol schedels: oorlogstrofeeën. Twee

stammen wier krijgers elkaar de kop in sloegen.

Mijnheer Kennedy kon het niet aanzien en

schoot er eentje van zijn sokken. Schieten kan

hij wel.

Uiteindelijk zijn het je daden die tellen. Wat

zou jij doen? Een zwerm gigantische roofvogels

met snavels als heggenscharen belaagt de

Victoria als je hoog boven een enorm meer

vliegt. Ze scheuren met snavels en klauwen

de prachtige buitenste ballon aan flarden, en

hoewel je water, levensmiddelen en –ai! – je

laatste goud uitwerpt, daalt zij snel. Drie

slachtoffers is minder prettig dan één. Je vangt

een glimp op van een eiland in de verte en voor

je aan jezelf gaat twijfelen spring je overboord.

Na je landing in het water zwem je rustig die

kant op. Boven je zie je de ballon stijgen. Je

meester is gered, maar aangekomen bij de

oever van het eiland word je uit het water

getrokken door twee inlanders en meegenomen

naar een nederzetting, waar een joelende

menigte je omringt. Ze betasten je en geven

je een rijk gastmaal van rijst met zure melk

en honing. Dansend begeleiden ze je naar het

gastenverblijf. Je werpt een sombere blik op de

beenderen die rond de hut opgestapeld liggen.

Misschien gaat de aanbidding zover dat ze de

aanbedene in sappig geroosterde hompjes

opsmikkelen met zure melk en honing.

Maar of dat lot je beschoren zou zijn geweest

zul je nooit weten, want die nacht treedt

het meer buiten zijn oevers en wordt het

dorp weggespoeld. Nadat je je op een holle

boomstam uit de voeten weet te maken

ontdek je pas echt hoe wijs je meester is om

dit continent door de lucht te doorkruisen. Je

slaapt in een boom en wordt wakker overdekt

met krioelende slangen. Je wordt geprikt en

gebeten door duizenden vliegen en muskieten,

is een wetenschapper van het allergrootste

kaliber, heel wat maatjes te groot voor mijn

eenvoudige aard, maar over dat ijzersterke

gestel had ik zo mijn twijfels. Je ziet Kennedy

een hap zand nemen en meteen uitspuwen.

‘Vervloekt! Het is zout water!’ raaskalt hij. Al

werp je al het goud dat je op je reis bemachtigd

hebt uit om op te kunnen stijgen – bij windstilte

komt een ballon geen meter vooruit. Nog maar

een halve pint water over, en net voor je een

slok kan nemen sluit zich zijn ijzeren vuist om je

been. Dick Kennedy smeekt: ‘drinken, drinken’.

Je kan het niet aanzien. Jankend geef je hem

de fles en hij drinkt hem in één teug leeg, de

ongelukkige. De volgende dag is zijn schaamte

zo groot dat hij zichzelf geweld aan wil doen.

Je werkt hem tegen de vlakte om hem tegen

zichzelf te beschermen. Maar op dat moment

brengt doctor Ferguson uit: ‘De Simoum!’ Hij

wijst. De vlakte lijkt te golven als een woedende

zee. De Simoum! Storm op komst! Je hervindt

je verstand en helpt elkaar in de schuit. ‘Gooi

ballast uit!’ roept Ferguson. Je gooit – ach! – een

deel van je goudschat overboord en de ballon

stijgt op. De storm krijgt het luchtvaartuig te

pakken, en voert je razend en daverend weg van

die helse plek. Als de storm in kracht afneemt,

ontdekt je meester een oase van groen en kleur

en vocht en leven, waar Kennedy een paar

leeuwen een kopje kleiner maakte, die dreigen

je als ontbijt te gebruiken. Ja, schieten kan hij

wel! En dan drink je, en drink je, en drink je.

Je gelooft me niet? Afrika… geloof het maar.

Mensen met gaten in hun oren die zo ver zijn

opgerekt dat je er je hoofd door kan steken.

Mannen die dikke nepbuiken voorbinden om

er rijk uit te zien. Vrouwen met enkel een lapje

om hun heupen, met statige lichamen, zwart

en glimmend, elk minstens een hand langer

dan Dick Kennedy, grote zwarte pijpen rokend.

Krijgers die je najagen en proberen de Victoria

uit de lucht te schieten omdat ze denken dat

het een luchtmonster is. Wat een schouwspel

moet het ook zijn geweest om onze statige

Victoria daar te zien zweven! Er was een dorp

waar ze ons aanbaden als goden, omdat ze

dachten dat we de maan uit de hemel omlaag

brachten – tot de echte maan opkwam en we

Page 21: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

40

door mieren van een halve duim lang. Je loopt

je voeten stuk en kruipt op bloedende handen

en knieën verder. Je eet het merg van heesters.

Je hele lichaam zit vol doornen van acacia en

mimosa. Je komt vast te zitten in een slijkpoel

en je zinkt, zoals zovelen die hun verhaal nooit

kunnen navertellen. Maar jouw klauwende

handen vinden houvast en je weet je naar vaste

grond te slepen. Je speurt het lommer af en ziet

een kraal vol paarden. Je besluit er een te lenen

om je tocht te bespoedigen, en de aanbrekende

ochtend vindt je galopperend in volle vaart,

achtervolgd door vijftig ruiters met wapperende

boernoes. Je paard heeft de hele nacht gerend

en zijgt uitgeput onder je neer. Je rolt door en

grijpt je vast aan de manen van het paard van

de dichtstbijzijnde achtervolger, draait die de

nek om en werpt hem uit het zadel. Maar een

tweede achtervolger, gebogen over zijn zadel,

mes in de aanslag, is je op armlengte genaderd

en zijn paard is sneller dan het jouwe. Dan

weerklinkt een schot en slaat hij van zijn paard.

Je kijkt omhoog en ziet het grijnzende gezicht

van Kennedy boven de rand van het rieten

schuitje van de Victoria. Ja, schieten kan hij wel!

Er wordt een touwladder uitgeworpen en

zonder af te remmen grijp je die beet. Op

hetzelfde moment wordt een grote hoeveelheid

ballast uitgeworpen en stijgt de Victoria pijlsnel

op. Bungelend aan de touwladder zie je de

ruiters onder je, met stomheid geslagen.

En dan, na vijf stormachtige weken, is nog een

laatste bergketen te slechten. Maar de ballon

is poreus geworden en terwijl de bergen voor

je opdoemen, daalt de Victoria gestaag. De

laatste spullen gaan overboord. Het water,

het kookgerei, machines waarvan je de naam

niet weet, ontsproten aan het geniale brein

van doctor Ferguson. De ballon stijgt, maar te

weinig: je zult te pletter slaan tegen het topje

van de berg. ‘De geweren! Gooi ze overboord!

We dalen!’ roept mijnheer Ferguson, maar

Kennedy houdt zijn geweren vast of het zijn

kindjes zijn. Dus aangezien je je leven aan

zijn karabijnschot te danken hebt, werp je je

nogmaals over de rand, deze keer met een touw

aan de schuit verbonden. Je landt als een kat op

vier pootjes op de rots, en de ballon, veel lichter

nu, komt veilig over de bergtop heen, waarna je

weer aan boord klautert.

Je gelooft mij niet. Wij zijn belaagd door wolken

van miljoenen sprinkhanen. Wij zijn meer dan

twintig mijlen op sleeptouw genomen door

een olifant (het anker zat klem achter een van

zijn slagtanden). Wij aten gebakken slurf met

beschuit en brandewijn. Wij hebben de tocht

overleefd en zullen je alle drie hetzelfde verhaal

vertellen. Alleen onze prachtige, arme Victoria

heeft het niet overleefd. Vlak over de bergtop

zette een clan van rovers de achtervolging

op ons in. Zij moesten toezien hoe wij op

aanwijzing van mijn inventieve meester de

mand onder de ballon wegsneden en hangend

aan het net over een woeste rivier werden

gevoerd. Daar sprong ik voor de derde en laatste

maal uit het mandje, nu gevolgd door mijn

meester en mijnheer meneer Kennedy, en zo

bereikten veilig vaste grond. De Victoria, haar

laatste gas vervloden, verdween als een lap

stof in de stroom, alsof we haar majestueuze

aanzien hadden gedroomd.

*Lamantijn is een ander woord voor zeekoe

geen pagina

Page 22: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

43

O, als ik vijf weken lezen kon

over de avonturen van doctor Ferguson

die een reis maakte door de lucht

met zijn vriend Dick Kennedy en Joe Wellington

Ze stegen op met een ballon (die heette de Victoria)

en ze zeilden om de Kaap

O, als ik vijf weken lezen kon

over de vijf kisten van de doctor,

over Zanzibar, een recept voor koffie,

het bos van gombomen en de blauwe antiloop

hoe men in de maan danst

en het gezicht van het land bij ondergaande zon

O, als ik vijf weken lezen kon

over een oceaan van groen en de bronnen van de Nijl

over de bevende berg en de hemelse fles

een nachtelijke aanval en de put in de woestijn

over zinsbedrog en de dromen van Joe

over brandduiven, een rivierpaard, een verloren kogel

het verlies van een anker en een slangenboom

Ik ben een boekenwurm en dit is mijn droom:

kon ik maar vijf weken lezen,

vijf weken lezen in een luchtballon

De droom van een boekenwurm

Myrte Leffring

Tekenopdracht 2

Handgeschreven titel Een vrijstaande illustratie Een pagina beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog twee vrijstaande illustraties maken bij een of meer andere teksten.

geen pagina

Page 23: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

44 45

Hij w

aagde

Hij snoof op

Hij tuurde

Hij geloofde

Hij begreep

Hij steeg op

Hij w

as trots

Hij zw

eefde

Hij zocht uit

Hij liep voorop

Hij brak los

Hij verklaarde

Hij w

achtte

Hij blies op

Hij kw

am hoog

Hij vloog

Hij m

aakte vaart

Hij joeg voort

Hij ontvouw

de

Hij verzam

elde de wereld

Hij reisde

Hij w

ist

Hij bracht in kaart

Hij had w

ind mee

Hij steeg op

Hij daalde

Hij hoopte

Hij doolde

Hij rekende

Hij zat ernaast

Hij rekende w

eer

Hij w

as de baas

Hij lanceerde

Hij sloot vriendschap

Hij navigeerde

Hij ging rond

Hij tartte de zon

Hij verzam

elde de wereld

Hij raadde

Hij droom

de

Hij beraam

de

Hij w

erkte samen

Hij haakte aan

Hij zag kansen

Hij danste

Hij dook

Hij probeerde

Hij deelde

Hij arriveerde

Hij voer ballon

Hij vroeg zich af

Hij overw

oog

Hij zocht

Hij zong

Hij startte

Hij w

on

(Hij verzam

elde de wereld)

Hij verzamelde de wereld (Eigenwijs rond de wereld met Jules Verne)

Jo Pollitt

BIG Kids Magazine

Vertaling: Judy Elfferich

Tekenopdracht 2

Handgeschreven titel Twee vrijstaande illustraties Twee pagina’s beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog een vrijstaande illustratie maken bij een andere tekst.

Page 24: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

46

Dieper = ouder

Geografen waren we

en daalden in een krater af

naar het hart van Moeder Aarde.

Bang voor hitte, lava, vuur,

ons laatste uur

dat weldra had geslagen.

Waren we archeologen

dan hadden we beter begrepen

waarvoor we moesten vrezen.

Zij kennen de tijdlijn

van troffel en schop:

hoe dieper hun kuil

hoe ouder het bot.

Geografen waren we

en ontmoetten 150 kilometer

onder de huid van Moeder Aarde

bewoners van een vroeg en ver verleden:

twee dinosaurussen

in gevecht en dus in leven.

Geografen waren we

maar per abuis ook archeologen.

We vluchtten vliegensvlug

naar boven en het nu terug.

Linda Vogelesang

Handgeschreven titel Een vrijstaande illustratie Een pagina beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog twee vrijstaande illustraties maken bij een of meer andere teksten.

Tekenopdracht 2

geen pagina

Page 25: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

49

Ik zei niks terug, maar hij kreeg gelijk. Ik

vermaakte me best, bij oma. Een dag lang dan.

Ik speelde monopoly met haar. En scrabble. Ik

las een stapel Donald Ducks uit 1973. Daarna

maakte ik mijn beltegoed op in één nacht

Instagram. En daarna wist ik niet meer wat ik

moest doen.

Arne had de laptop. Hij moest deze vakantie een

werkstuk voor aardrijkskunde maken. Anders

zou hij voor de tweede keer blijven zitten op het

vwo, en dan moest hij naar een andere school.

De laptop was ook van mij. Maar school ging

natuurlijk voor. Dus zat Arne de hele dag met de

laptop boven, in de gele logeerkamer. Mijn oma

merkte niet dat hij geen aardrijkskunde deed,

maar Grand Theft Auto speelde.

Ik merkte het wel. Maar ik zei het niet. Ik had

al zorgen genoeg, ik wilde niet ook nog ruzie

met mijn broer.

Ik lag op bed, beneden in de blauwe

logeerkamer, staarde naar de korrelige verf

op het plafond, en dacht na over mijn zorgen.

Ik besloot mijn zorgen te nummeren, zodat ik

in ieder geval wist hoeveel het er waren.

1. Ik moest kiezen of ik bij mijn vader of

moeder wilde wonen.

2. Na de vakantie moest ik naar de

middelbare school.

3. Als ik bij mijn moeder in de stad ging wonen,

werd dat het Albertus Lyceum. Daar zat Arne

ook op en Pien ging er ook naartoe.

Naar het middelpunt van mijzelf

Het was de zomer dat mijn ouders gingen scheiden.

Mijn broer Arne en ik moesten bij oma Van Saksen logeren.

Zo konden mijn vader en moeder ongestoord nieuwe

huizen zoeken. Allebei zochten ze een huis in een andere

stad. Zó ontzettend wilden ze van elkaar scheiden.

‘Je zult je best vermaken bij oma,’ zei mijn vader in de auto,

en gaf me een stomp tegen mijn schouder.

Een verhaal van Ilse Bos

Handgeschreven titel Drie of meer vrijstaande

illustraties Vier pagina’s beschikbaar

Tekenopdracht 2

geen pagina

Page 26: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

50 51

4. Als ik bij mijn vader in de stad ging wonen,

werd ’t het Dominicus Gymnasium. Daar

kende ik niemand.

5. Als mijn broer niet zijn twee

wiskundeproefwerken maakte en zijn

aardrijkskundewerkstuk, moest hij van

het Albertus Lyceum af. Dan moest

hij bij mijn vader gaan wonen en naar

Scholengemeenschap Het Kompas.

6. Ik wist niet of ik zonder Arne bij mijn moeder

wilde wonen. Ik wist niet of ik überhaupt wel

bij mijn moeder wilde wonen. Ze was aardig,

en ze was mijn moeder, maar ze huilde nogal

veel de laatste tijd.

7. Ik wist ook niet of ik bij mijn vader wilde

wonen. Mijn vader had Anneke, zijn vriendin.

Anneke was aardig, en ze lachte veel, maar ze

was niet mijn moeder.

8. Ik wist niet of dit nu zeven verschillende

zorgen waren of eigenlijk gewoon één heel

grote zorg.

Er werd geklopt. ‘Marit?’ vroeg oma op de gang.

‘Verveel je je? Je kunt me helpen in de tuin,

als je wilt.’

Ik graaide snel een boek van de plank boven het

bed. ‘Nee dank je,’ zei ik. ‘Ik ben aan het lezen.’

Oma deed de deur open. ‘Naar het middelpunt der

aarde, van Jules Verne,’ zei ze. ‘Goh. Dat heeft je

vader wel dertig keer gelezen.’

Toen oma weg was, bladerde ik in het boek.

Het was blauw met gouden letters erop,

en behoorlijk ouderwets. Het ging over een

geheimschrift en een gekke professor en diens

neef die via de krater van een vulkaan naar het

middelpunt van de aarde reizen. Echt iets voor

mijn vader. Die was dol op schatkaarten en

speurtochten en geheime tunnels en zo.

Ik wilde het boek dichtdoen om weer naar het

plafond te staren. Maar toen zag ik dat er een

paar woorden met potlood omcirkeld waren,

ergens bij de twintigste bladzijde. Het was een

naam: Arne Saknussemm.

Om half een ’s nachts sloeg ik Naar het

middelpunt der aarde dicht. Ik had gegeten en

ik was naar de wc geweest en had mijn oma

geholpen met de afwas, maar verder had

ik alleen maar gelezen, die dag. Ik begreep

zelf niet waarom. Nog nooit had ik een boek

uitgelezen dat ik zo saai vond. Misschien kwam

het alleen maar door die naam, die telkens in

het verhaal opdook. Arne Saknussemm. Dan

blijf je doorlezen, als je een broer hebt die Arne

van Saksen heet.

Ik sloop de trap op en klopte drie keer zacht op

de deur van de gele logeerkamer. Mijn broer

hoestte als antwoord. Onze geheime code.

Toen ik de deur openduwde, zag ik dat ook hij

het plafond van zijn kamer lag te bekijken. Geen

korrelige blauwe verf hier, maar gele schrootjes.

De laptop lag dichtgeklapt op het bureau.

Ik liet de omcirkelde naam in het boek zien. ‘Hé,’

zei Arne. Meer niet.

Ik stond daar te staan, met het boek in mijn

hand.

‘Anders nog iets?’ vroeg Arne.

‘Ga je nog een keer aan dat werkstuk beginnen?’

gooide ik eruit.

‘Ik weet niet,’ zei Arne. ‘Ik zie wel.’ Hij deed zijn

ogen dicht.

Ik had mijn hand al op de deurkruk gelegd toen

ik het bed hoorde kraken. Arne was overeind

gekomen. ‘Bij wie ga jij wonen?’ vroeg hij. Hij

trok er raar bij met zijn mond. Alsof hij wilde

laten zien dat het hem niks kon schelen waar ik

ging wonen. Maar waarom vroeg hij het dan?

‘Ik weet niet,’ zei ik. ‘Ik zie wel.’

Dat was flauw van me. Maar daar had ik zin in,

om verdomme ook een keer flauw te doen.

Die nacht kon ik alweer niet slapen. Het

kwam door dat idiote boek. Als ik mijn ogen

dichtdeed, had ik het gevoel dat ik in mijn

eentje in een donkere gang lag. Net als Axel, de

neef van de gekke professor. Maar als ik mijn

ogen openhield, verbeeldde ik me dat ik op een

blauwe onderaardse zee dobberde, met onder

mijn vlot prehistorische monsters.

Het was ook of ik de hele tijd wat hoorde, onder

me. Een vaag gesuis. Alsof het waaide onder

mijn bed.

Ik knipte het lampje op mijn nachtkastje aan.

Ik ging toch zeker niet de hele nacht hier blijven

liggen, te bang om me te bewegen, als een klein

kind?

Ik haalde diep adem, zette het lampje op de

vloer, en stak mijn hoofd onder mijn bed.

Niets. Nou ja, de schaduw van mijn eigen hoofd,

op de vloer.

Het zag er eigenaardig uit, dat schaduwhoofd.

Het leek of het aan weerszijden een bult had.

Dat kwam doordat er over de vloer een randje

liep, zag ik nu.

Page 27: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

52

Ik ging naast mijn bed liggen, en voelde met

mijn hand. Een randje, inderdaad. Een vierkant

op de houten vloer. Aan één kant voelde ik een

uitsparing, waar mijn vier vingertoppen in

pasten. De handgreep van een luik.

Waarom verbaasde me dat niet, dat er een luik

was, onder mijn bed? Omdat ik de hele dag in

dat domme boek had gelezen, natuurlijk.

Even bleef ik liggen en dacht na.

Ik wist dat het geen goed plan was. Maar als

ik het niet deed, zou ik toch ook geen oog

dichtdoen.

Ik sleepte het bed opzij, stak mijn vingers in de

uitsparing, en trok. Het was zwaar, het kraakte

als een deur in een spookfilm, maar het ging.

Het luik kwam omhoog.

Toen het helemaal openstond ging ik weer op

de vloer liggen, pakte het schemerlampje, en

hield het naast mijn hoofd in het gat.

Diepte. Dat is wat ik zag. Een koude tocht

streek langs mijn gezicht. Het rook gronderig

en vochtig. En pas toen ik mijn rechterarm met

de lamp helemaal strekte, zag ik iets dat op

een bodem leek. Brokken baksteen lagen er, en

stukken hout. Net op de rand van de lichtkring

een plank waar iets op geschreven stond. Wat?

Met mijn linkerhand hield ik me vast aan de

rand van het luik, terwijl ik mijn bovenlijf nog

net iets verder naar beneden liet zakken.

Arne, las ik, terwijl ik mijn grip verloor. Sak.

Stomme Sak. Saknussemm.

Ik hoorde hoe de stekker van het lampje uit

het stopcontact schoot. Toen een klap. En toen

niks meer.

Die nacht maakte ik een verre reis. Diep zakte

ik weg in het donker, en nog dieper. Zo diep

dat ik dacht dat het niet verder kon, en

dan toch weer dieper. Het rook naar

afgebrande lucifers en heet asfalt en

gasfornuis, en net toen ik dacht dat

dit nooit zou eindigen,

dat ik altijd zou blijven dalen, naar een

diepte die niet kon bestaan, de rest van mijn

leven, begon ik ineens te stijgen. Ik schoot

omhoog met een ongelooflijke vaart, de wereld

flitste langs me heen, ik knalde de lucht in als

een vuurpijl, ik zag een verblindend licht.

Een verblindend licht, met het hoofd van

mijn vader ervoor. Het was een tl-buis,

en het hoofd van mijn vader staarde me

bezorgd aan.

‘Het spijt me ontzettend,’ dacht ik dat hij ging

zeggen. ‘Het spijt me dat ik dat gat onder mijn

bed heb gegraven toen ik twaalf was. En het

spijt me van Anneke. Ik ga terug naar je moeder

en alles komt goed.’

Maar dat zei hij niet. Hij zei helemaal niks.

Alleen dat ik een hersenschudding had en dat

ik een week moest blijven liggen.

Wel mocht ik zijn oude laptop lenen.

Daarop schreef ik in de laatste week van de

vakantie een aardrijkskundewerkstuk, over

vulkanisme. Mijn broer kreeg er een 9 voor.

Op maandag 7 september fietste ik naar

het Albertus Lyceum. Mijn broer fietste

tien meter voor me, zodat ik niet de

weg kwijtraakte, maar niemand kon zien

dat ik zijn zusje was.

geen pagina

Page 28: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

55

Diep

Diep

dacht ik

want ik had Jules Verne gelezen

In zeven zeeën zonken ze

Door duizend diepten doken ze

Toen werd diepte hoogte

en onder boven

Zak maar in de stront!

riep mijn moeder

en dat deden ze

Zo diep kun je zinken

Helemaal van Sneffels Yokul naar Stromboli

Mijn moeder wist dat niet

Ik wel

want ik had Jules Verne gelezen

Hoe diep kun je zinken

riep mijn moeder

toen mijn vader haar vertelde

dat hij verliefd was

op de buurvrouw

Ik zag mijn vader slapen

op Sneffels Yokul

Dat is een vulkaan op IJsland

En Maartje

– de buurvrouw dus –

lag naast hem

Stromboli

een Italiaans eiland

Ze verdwenen in de kraterpijp

van Sneffels Yokul

en gingen zonder schaamte door de stront

en door de grond

We bleven er

Maartje, mijn vader en ik

En we leefden nog diep

en gelukkig

Bette Westera

Handgeschreven titel Een vrijstaande illustratie Een pagina beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog twee vrijstaande illustraties maken bij een of meer andere teksten.

Tekenopdracht 2

geen pagina

Page 29: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

56 57

Professor Aronnax denkt dat het om een

monster uit de diepzee gaat. Hij vaart met zijn

bediende, Koenraad, mee op een schip dat het

beest moet opsporen. Er is ook een beroemde

walvisvaarder aan boord: Ned Land – niemand

kan zo goed walvissen harpoeneren als hij.

Na een lange tocht over de Stille Oceaan zien

ze op een dag vreemde lichten onder water.

Het licht zwemt (of vaart?) mee met hun

schip. Omdat de kapitein denkt dat het om het

monster gaat, vallen ze aan. Maar hun kogels

halen niets uit en hun schip wordt geramd.

Professor Aronnax, Koenraad en Ned Land slaan

door de klap overboord. Ze kunnen zich nog net

aan iets vastklampen: de rug van het monster.

Maar het monster is van ijzer: het is toch een

onderzeeboot!

Vanaf die dag zijn ze de gevangenen van

kapitein Nemo: een duister man, die met zijn

onderzeeër de Nautilus de wereldzeeën bevaart.

Omdat kapitein Nemo zijn bestaan geheim wil

houden, zijn professor Aronnax, Koenraad en

Ned Land gedoemd om voor eeuwig mee te

varen. Maar waarom wil Nemo geheim blijven?

Wat spookt hij uit met zijn onderzeeër?

Waar varen ze naartoe?

Aronnax vindt het eerst niet erg om mee te

moeten varen met die geweldige onderzeeër:

het is een schip vol technische wonderen.

Zoiets had in 1866 nog niemand gezien!

En tijdens de tocht onder zee ziet hij alle

wonderen van de natuur: diepzeevissen,

reusachtige kwallen, reuzenhaaien… En ze

gaan op jacht in duikpakken, waarbij ze door

onderzeese wouden wandelen. Ned Land denkt

vanaf het begin alleen maar aan ontsnappen.

Hij voelt zich opgesloten in de onderzeeër en

ziet kapitein Nemo als zijn vijand. Maar zolang

Twintigduizend mijlen onder zee Dit boek bestaat uit twee delen en is door Marco Kunst in

1506 woorden naverteld. Jules Verne had voor dit verhaal

ongeveer 150.000 woorden nodig. Voor elk woord dat jij

leest, leg je zeker 13 zeemijlen af! In hoeveel minuten leg

jij deze reis af?

Het is 1866. Stoomschepen en zeilschepen doorkruisen

de wereldzeeën. Matrozen, scheepsmaatjes en kapiteins

vertellen vreemde verhalen: ze hebben een walvis gezien,

zo groot als een eiland! Anderen zien ‘iets’ varen dat

sneller gaat dan het snelste schip. Er wordt een schip lek

gestoten: heeft een reusachtige zwaardvis dat gedaan,

of een mysterieuze machine?

Handgeschreven titel

Opdracht 2 : Een pagina met drie of

meer vrijstaande illustraties Vier pagina’s beschikbaar

Opdracht 3 : Een paginagrote sfeerillustratie

Is je illustratie paginavullend, of tot de rand geplaatst, geef je illustratie dan 5 mm overlap.

Tekenopdracht 2 enof 3

Page 30: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

58 59

ze op open zee zijn, is ontsnappen onmogelijk.

Op een dag worden de gevangenen opgesloten

in hun kamer en met een verdovend

middel in slaap gebracht. Als ze wakker

worden, is het duidelijk dat er een gevecht

heeft plaatsgevonden: de stuurman is

zwaargewond… Hij sterft. De begrafenis vindt

plaats op de zeebodem! Wat is er gebeurd?

Allemaal raadselen…

Steeds verder gaat de onderzeese reis:

vanaf de Stille Oceaan langs Japan, tussen de

Indonesische eilanden door en dan de Indische

Oceaan in… Iedere dag komt de Nautilus

even boven water om verse lucht te happen.

Dan mogen onze drie vrienden aan dek komen,

om de zon te zien en de zee. Soms zien ze in

de verte land, of er vliegen albatrossen en

andere zeevogels over. Dan voelen ze weer

hoe erg ze de bewoonde wereld missen.

Professor Aronnax komt erachter dat kapitein

Nemo enorm rijk is: hij heeft de schatten uit

gezonken schepen maar voor het oprapen!

Aronnax en zijn vrienden zien bovendien

dat kapitein Nemo goud aan arme

opstandelingen geeft. Nemo zegt dat de

armen zijn vrienden zijn en dat hij ze wil helpen.

Op een dag redt hij zelfs met gevaar voor eigen

leven een straatarme parelduiker die door een

haai wordt aangevallen. Is Nemo

een onderzeese Robin Hood?

Zeesponzen, vliegende vissen, zeekoeien en

anemonen… Ze dalen vijf kilometer af in de

diepzee, zeven kilometer, tien, twaalf…

Het schip kraakt onder de enorme druk van

het water. Op de zwarte bodem van de zee leeft

niets. Professor Aronnax vindt het geweldig.

Vanuit de Indische Oceaan varen ze de Rode Zee

op, maar die loopt in die tijd nog dood,

want het kanaal naar de Middellandse Zee is

nog niet gegraven. Wat is Nemo van plan?

Hij laat zien dat er een donkere grot bestaat,

diep onder het land door, die de twee zeeën

met elkaar verbindt. Op de sterke stroming

varen ze erdoorheen naar de Middellandse Zee.

Op veel plaatsen is de bodem van de

Middellandse Zee een scheepskerkhof:

al duizenden jaren varen daar schepen rond,

en al duizenden jaren steken er van tijd tot

tijd verwoestende stormen op. Ze varen door

een woud van gebroken masten, verroeste

kanonnen en schepen die overdekt zijn met

wier en koraal. Op volle zee, tussen Griekenland

en Italië, verschijnt er ineens een zwemmende

man voor de ramen van de Nautilus.

Nemo kent hem: Nicolaas van Matapan,

bijgenaamd de Vis! Ook die krijgt

kostbaarheden mee, om zijn opstand

tegen dictators te steunen. Ze varen verder,

langs Italië, Frankrijk en Spanje. Nergens komen

ze zo dicht bij land dat Aronnax, Koenraad en

Ned Land een ontsnappingspoging durven te

wagen. Stiekem vindt Aronnax dat niet erg:

hij vindt het nog steeds geweldig om mee te

varen op de Nautilus – al begrijpt hij nog steeds

niet wat Nemo eigenlijk wil, wie hij is en waar

hij vandaan komt…

Zo bereiken ze de Atlantische Oceaan, waar

Nemo en Aronnax een onderzeese wandeling

maken langs de ruïnes van Atlantis: dat oude

rijk dat duizenden jaren geleden door de zee

en uitbarstende vulkanen verzwolgen zou

zijn. En weer gaat het verder, met ongekende

snelheden… Ze varen sneller dan welke

stoomboot dan ook, aangedreven door

onvoorstelbare elektrische motoren.

Naar het zuiden gaat de reis nu, over

golfstromen, door zeeën van wier,

omringd door miljoenen vissen… voorbij de

evenaar en verder, tot ze na een tocht van

duizenden kilometers de Zuidelijke IJszee

Page 31: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

60

bereiken. Daar zien ze hoe potvissen een kudde

walvissen aanvallen. Ned Land wil op jacht:

ook hij wil de walvissen aanvallen, met zijn

harpoen. Maar Nemo schiet juist de walvissen

te hulp: met de punt van zijn onderzeeër

verjaagt hij de potvissen.

Dat er in werkelijkheid een heel continent lag

daar aan de Zuidpool (Antarctica), wist Jules

Verne nog niet: Nemo stuurt de Nautilus onder

het zee-ijs door, verder en nog verder naar het

zuiden, en uiteindelijk bereiken ze weer open

zee: een zee die nog geen mens ooit gezien

heeft. Blijkbaar is het op de Zuidpool toch niet

zo heel koud? Daar, in dat open water, vinden ze

een klein eiland, waar zeevogels nestelen.

Dat kleine eilandje ligt precies op de zuidpool.

Nemo is de eerste mens die die pool bereikt.

Op de terugweg vanaf de Pool vriest de

Nautilus vast. Diep onder het ijs. Ze kunnen

niet meer voor- of achteruit en kunnen ook

geen frisse lucht meer innemen. Dagenlang

hakken ze in hun duikpakken het ijs weg dat

ze gevangenhoudt. De Nautilus spuit kokend

water rond om het ijs te laten smelten.

Als ze bijna geen lucht meer hebben,

als ze bijna stikken, ramt Nemo in een laatste,

wanhopige poging het ijs met zijn schip…

en breekt erdoorheen.

De ene ramp volgt op de andere: ze worden

aangevallen door reuzeninktvissen. Er raakt

er een met zijn voelarmen in de schroef van

het schip verstrikt. Het is onmogelijk om in

duikpakken naar buiten te gaan, want de

inktvissen zijn te gevaarlijk. Ze moeten wel

naar de oppervlakte varen en de dieren in de

openlucht verslaan. Het wordt een vreselijk,

bloedig gevecht, waarbij een van Nemo’s

bemanningsleden de dood vindt. De kapitein

is ontroostbaar.

Als Nemo zomaar opeens een groot schip

aanvalt en tot zinken brengt, raakt zelfs

Aronnax ervan overtuigd dat ze moeten

vluchten: Nemo is niet alleen maar een

zonderling of een Robin Hood, hij is echt

gevaarlijk. De hele bemanning van het

gezonken schip is verdronken! Diep in Nemo

smeulen woede en haat tegen de rest van

de mensheid. Ze moeten zien te ontkomen.

Het duurt nog weken voor ze kans zien het

sloepje te stelen dat aan boord is. En dan lijkt

het erop dat ze precies de verkeerde plek en het

verkeerde moment gekozen hebben: ze komen

terecht in een reusachtige draaikolk voor de

Noorse kust. De beruchte Maalstroom, een kolk

die alles verslindt! Ze zien hoe ook de Nautilus

verzwolgen dreigt te worden, maar dan raken

ze in hun kleine scheepje bewusteloos en ze

komen pas weer bij kennis als ze gered zijn door

vissers uit de streek.

Wie kapitein Nemo eigenlijk was en waarom hij

deed wat hij deed, is niet duidelijk geworden…

Hij bleef voor Aronnax en zijn vrienden een

mysterieuze, gewelddadige figuur.

Jaren later schreef Jules Verne een heel ander

boek (in twee delen): Het geheimzinnige eiland. In

die verhalen ontdek je wie kapitein Nemo was:

een Indiase prins van onmetelijke rijkdom.

In de negentiende eeuw werd India door

Engeland overheerst. Daarom haatte Nemo

de Engelsen. Tegelijk had hij grote bewondering

voor ze, omdat ze een wereldrijk hadden

gesticht en verder waren in techniek en

wetenschap dan ieder ander volk. De Indiaanse

prins ging als jongeman in Engeland studeren

en werd een geniaal ingenieur en uitvinder.

Maar hij werd ook vrijheidsstrijder in India en

hielp zijn landgenoten om in opstand te komen

tegen de Engelsen. Tevergeefs… En in die

strijd werden zijn vrouw en kind omgebracht.

Verbitterd keerde Nemo zich af van de

mensheid. Hij ontwierp zijn onderzeeër

en liet hem in het diepste geheim bouwen.

Hij vertrok naar zee: waar geen landen of

onderdrukkers of uitbuiting zijn… om nooit

meer terug te keren.

geen pagina

Page 32: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

62 63

Ze noemen mij de Kraak.

Want alles wat zij maken

zou ik met mijn tentakels

in één keer kunnen kraken.

Ik ben een monsterbeest.

Eens in de zoveel eeuwen

zwem ik hun sprookjes in.

Ze rillen en ze gillen

wanneer ze van me dromen.

Dan zijn ze als de dood,

dat voel ik aan mijn inkt.

Mij wiegt het zwarte water

hier op de stille bodem

waar zij niet kunnen komen.

Zo is het steeds geweest:

zij hoog en droog daarboven,

ik slapend diep in zee.

Ik zou niet anders willen.

Toch zegt een oud verhaal:

ooit kwam een vis van staal,

die heeft mijn rust verstoord.

De Kraak

Een zeeman zonder naam

wou nooit meer terug aan land

uit bitterheid en wraak,

hij was de wereld zat.

Door ’t raampje van zijn boot

zag hij van mij één oog:

nog groter dan zijn hoofd.

Hij riep: ‘O nee, de Kraak!’,

we raakten in gevecht

en volgens dat verhaal

heeft hij me toen vermoord.

Ik laat ze in die waan...

Hier is het altijd nacht,

hier ben ik goed verborgen.

Geduldig wacht ik af

tot zij zijn uitgestorven.

Ik voel het aan mijn inkt:

misschien al overmorgen.

Judy Elfferich

Handgeschreven titel Twee vrijstaande illustraties Twee pagina’s beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog een vrijstaande illustratie maken bij een andere tekst.

Tekenopdracht 2

Page 33: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

64 65

Mobilis in mobile

Dieper dan de diepste zee

neemt de Nautilus je mee,

kopje boven, kopje onder

lijkt de duikboot net een monster.

Nemo is je kapitein, niemand

anders wil hij zijn, heerser

van de oceaan, schatbewaarder

van de dingen die vergaan

en zinken naar de bodem van de zee.

Durf jij, durf jij met hem mee?

Jagen op een potvis of lamprei,

vechten met de vreselijke kraken,

soms gevangen in het ijs,

dan weer op de vlucht voor kannibalen.

Bloedkoraal en parelmoer,

wrakken, lang verzonken steden

zo opeens ontdekken

ben je jager, ben je voer

als de haaien aan je kleren trekken?

Mobilis in mobile*:

altijd met de golven mee.

Niets is saai en niets is grijs

in dit onderwaterparadijs.

Wat maakt Nemo dan zo somber

in die wonderlijke oceaan?

Waarom raakt hij op zijn orgel

nooit de witte toetsen aan?

Mobilis in mobile*.

Welk geheim draagt Nemo met zich mee

twintigduizend mijlen onder zee?

Gerda De Preter

* Mobilis in mobile betekent: bewegend in iets wat beweegt. Dit motto van kapitein Nemo stond als spreuk op de scheepsvlag en op alle borden, messen, vorken en lepels aan boord van onderzeeboot de Nautilus.

Handgeschreven titel Twee vrijstaande illustraties Twee pagina’s beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog een vrijstaande illustratie maken bij een andere tekst.

Tekenopdracht 2

Page 34: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

66 67

Jules Verne

Igor Zhykov

vertaling Jurjen Tjallema

Ik zit in bad met een boek van Jules Verne

En misschien heb ik de kraan

Niet dichtgedaan

Want ik zie overal water staan

Die kraan zal mij een worst zijn

Nemo ben ik, kapitein!

Ik zit in bad...

En iemand staat op de deur te slaan

Maar ik ben op de bodem van de zee

Daar ben ik druk genoeg mee

En als ik boven kom

Vlieg ik uit een kanon

 Ik zit in bad met een boek van Jules Verne

Al een maand of twee

Vaar ik onder zee

En merk hier in diepste duisternis

Hoe ver twintigduizend mijlen is

 

Handgeschreven titel Een vrijstaande illustraties Een pagina beschikbaar

Let op: als je deze opdracht kiest, moet je nog twee vrijstaande illustraties maken bij een of meer andere teksten.

Tekenopdracht 2

geen pagina

Page 35: 2016 Boekieboekie gatenproefboekie-boekie.nl/wp-content/uploads/2015/11/stArtAward-2016.pdf · op startaward.org. Inschrijfgeld: € 19,95 (individueel) € 190 (groep van max. 15

EregalerijstArtAward:Winnaars

2014 JesseStrikwerdaCABK/ArteZ, Academie voor beeldende kunst en vormgeving, Zwolle

2015 OonaMäkeläKASKA, Royal Academy of Fine Arts, Antwerpen (België)

2013 LeaVervoortAKV/St. Joost, Breda

2008 IngeBogaertsSint Lucas, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, Gent (België)

2009 TinneDriesenSint Lucas, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, Antwerpen (België)

2010 JeneBons CABK/ArteZ, Academie voor beeldende kunst en vormgeving, Zwolle

}

2012 SteefWildenbeestCABK/ArteZ, Academie voor beeldende kunst en vormgeving, Zwolle

2007 JanvanDoornspeek CABK/ArteZ, Academie voor beeldende kunst en vormgeving, Zwolle

2011 MerelCremersAKV/St-Joost, Den Bosch

2006 SünnevanderMeulenAcademie Minerva, Groningen

}