2016 02 19 - Babel Sulvaran Gerrit Schotte Cicely Van Der Dijs Dupliek
-
Upload
black-lion -
Category
Documents
-
view
6 -
download
0
description
Transcript of 2016 02 19 - Babel Sulvaran Gerrit Schotte Cicely Van Der Dijs Dupliek
1 schotte-om.dupliek190216
Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao
Wilhelminaplein 4
Zittingsdatum: 19 februari 2016
Zaaknummers: 500.00086/14 en 500.00087/14
DUPLIEK
Van mrs. E.F. Sulvaran en P.C Janssen
inzake
GERRIT FRANSISCO SCHOTTE
CICELY VAN DER DIJS
2 schotte-om.dupliek190216
Formele gedeelte
Niet-ontvankelijkheid
De actuele jurisprudentiële stand van zaken met betrekking tot de sanctie van
niet ontvankelijkheid van het OM bestaat uit drie componenten. Deze vloeien in
elkaar over:
a. Het Zwolsman-criterium: doelbewuste benadeling van de verdachte.1
b. (On)redelijk handelende officier van justitie: beginselen van behoorlijk
procesorde;
c. Karman-criterium HR 01-06-1995, NJ 1999, 567 m.nt. Schalken, strijd met
een wettelijk strafvorderlijk systeem.
Het Zwolsman-criterium biedt nog steeds mogelijkheden. In deze zaak is sprake
van doelbewuste benadeling van de verdachte.
Het criterium van de (on)redelijk handelende officier van justitie biedt ook
dezelfde uitkomst, indien duidelijk is dat op grove wijze een of meer
rechtsbeginselen zijn geschonden en dat hierdoor schade voor de verdachte is
ontstaan. Te denken valt hierbij aan misbruik van macht, het beginsel van
zuiverheid van oogmerk en het vertrouwensbeginsel. Duidelijk is dat het OM in
strijd met deze beginselen heeft gehandeld.
Het Karman-criterium komt in beeld nu meer dan aannemelijk is dat de
Curaçaose wetgeving opzettelijk is miskend en het legaliteitsbeginsel opzettelijk
is geschonden. De verdediging heeft aangetoond dat het OM zich in deze
strafzaak hieraan heeft schuldig gemaakt.
Bovendien zijn rechters en verdediging in deze strafzaak bij herhaling door het
OM misleid. Deze misleiding tast het strafvorderlijke systeem in de kern aan.
Dit systeem is immers gebaseerd op de premisse dat de rechter het OM moet
kunnen vertrouwen. Dat vertrouwen wordt ernstig beschaamd, indien op grond
van misleiding duidelijk wordt dat het OM haar eigen aandeel in het op
1 Dat ook na HR 19 februari 2013, NJ 2013, 308 nog steeds geldt.
3 schotte-om.dupliek190216
onwettige wijze opereren heeft getracht te verhullen en te verdoezelen door U -
bochten te creëren.
Valse start
Volgens het bewijsmiddelenoverzicht zou de aanleiding van het onderzoek
(mede) zijn gelegen in een proces-verbaal van AG Van der Schans en meer nog
in ontvangst van twee facturen uit Italië.2
De verdediging heeft echter
aangetoond dat deze bewering feitelijk onmogelijk is en dus een drogredenering
is.3
Uit het proces-dossier blijkt dat de oorsprong van het verzoek ligt in de Mot-
melding en dat pas begin 2013 een (door of her)start heeft plaatsgevonden, op
basis van de aangiften van Verstappen (18.09.2012), inhoudende de brief van de
FAS (16.07.2012), en de aangifte van de anonieme aangever (20/22.10.2012)
Het bovenstaande is in verband met het hiernavolgende van groot belang.
Bijlage 148, waarnaar het OM verwijst, is een proces-verbaal opgemaakt door
AG Van der Schans op 20 februari 2014. Hij zou medio 2012 een bericht van de
Italiaanse autoriteiten hebben ontvangen.
a. Het startsein voor het feitenonderzoek is de brief van PG Piar van 28
januari 2013.4 Daarin wordt alleen melding gemaakt van ongebruikelijke
transacties als reden voor de start van het onderzoek. Er dient volgens de
PG onderzoek te worden gedaan naar de ongebruikelijke transacties, als
gevraagd door de FAS en diverse burgers (?). De landsrecherche is enkel
opdracht gegeven tot het instellen van een feitenonderzoek naar de MOT-
medingen in relatie tot Schotte.5
b. De Landsrecherche geeft zelf ook te kennen dat: „Naar aanleiding van
deze aangiften verstrekte de Procureur-generaal mr. D. Piar op 28 januari
2013 aan de Landsrecherche een opdracht tot het instellen van een
feitenonderzoek naar ongebruikelijke transacties, die gerelateerd kunnen
2 Bewijsmiddelenoverzicht Babel bij requisitoir.
3 P. 41 t/m 44 pleidooi 17.02.2016.
4 Zie o.a. zaaksdossier bijlage 1 en bijlage 52.
5 Zaaksdossier p. 16.
4 schotte-om.dupliek190216
worden aan Gerrit Francisco Schotte...‟. Het gaat hier om de aangiften van
Verstappen van 18 september 2012 en de anonieme aangever van 20/22
oktober 2012.6
c. Het proces-verbaal bevindingen feitenonderzoek maakt geen melding van
andere redenen voor onderzoek. Nog erger: het maakt in het geheel geen
melding van facturen, laat staan van een proces-verbaal van de AG als
reden voor de start van of aanleiding tot het onderzoek.7
d. Ook de opdracht tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek van 6
juni 2013 rept met geen woord over facturen en ook niet over een proces-
verbaal van de AG: „op basis van de onderzoeksbevindingen zou een
verdenking zijn gerezen dat Schotte zich zou hebben schuldig gemaakt
aan een of meer feiten als verwoord in het proces-verbaal van de
landsrecherche van 21 mei 2013‟.8
In dat proces-verbaal van de
landsrecherche van 21 mei 2013 wordt met geen woord gerept over
facturen, laat staan valse facturen of een proces-verbaal van de AG.9
e. Het is lang nadat het onderzoek gestart was en pas gaande het onderzoek
dat de verdenking van valsheid in geschrifte in het kader van de facturen
is opgekomen. Het proces-verbaal is daar heel duidelijk in. 10
Wij worden dus voor de gek gehouden. Op het moment dat zowel het
feitenonderzoek (januari 2013) als het strafrechtelijk onderzoek (juni 2013) al
was gestart, had de AG niet eens gedroomd van het opmaken van een proces-
verbaal. Dat deed hij pas op 20 februari 2014 en dan nog na een verzoek van de
zaaksofficier van justitie.11
In een duidelijke poging om deze strafzaak te redden
en de begane onrechtmatigheden te verdonkermanen.
De facturen zijn na de start van zowel het feitenonderzoek (januari 2013) als het
strafrechtelijk onderzoek (juni 2013) ontvangen. Op 10 en 11 september 2013
hebben de Italiaanse autoriteiten voor het eerst uitvoering gegeven aan het eerste
rechtshulpverzoek (ITA-01).12
Pas in december 2013 zijn de vertaalde
6 Bijlage 56 p. 176.
7 Bijlage 56
8 Bijlage 3 Algemeen dossier.
9 Bijlage 56.
10 Zaaksdossier p. 16(onderaan) en 17 (bovenaan).
11 Verhoor AG Van der Schans (RC 29.07.2015).
12 Zaaksdossier p. 48, Index dossier Italië, bijlage 86 bij het zaaksdossier.
5 schotte-om.dupliek190216
uitvoeringsdocumenten inclusief de facturen 91210 en 91213 als gevolg van het
eerste rechtshulpverzoek van 11 juni 2013 ontvangen.13
Toen pas is volgens het
proces-verbaal gebleken dat op 10 november 2011, tijdens een huiszoeking in
Italië, twee invoices zouden zijn aangetroffen. Anders gezegd, lijkt het erop dat
het OM de duistere start van dit onderzoek wil witwassen.
Het OM heeft mededelingen gedaan, terwijl is gebleken dat de mededelingen
niet op waarheid berusten. Aldus heeft het OM het vertrouwen beschaamd dat
niet alleen de verdediging, maar ook de rechter in de juistheid van deze
mededelingen van het OM moet kunnen stellen.14
Opmerkelijk is dat de AG in zijn proces-verbaal van 20 februari 2014 in de
laatste regel nog schrijft: „Deze facturen kunnen door het Italiaanse OM ter
beschikking worden gesteld van het Curaçaose OM na een rechtshulpverzoek‟.15
Ook hier zijn de volgende verdedigingsconclusies van belang:
Nu is het volstrekt duidelijk waarom de officier van justitie voor zeer geruime
tijd de grondslag van het opsporingsonderzoek niet heeft willen prijsgeven en
deze voor lange tijd is blijven versluieren.
De verdediging wil niets aan toeval overlaten. In het pleidooi heeft de
verdediging op basis van het dossier16
en de formulering daarin, de conclusie
getrokken dat de Italianen in verband met de internetpublicaties huiszoeking
hebben verricht en de twee facturen hebben aangetroffen.
Op basis van de rechtshulpdossiers (ITA-01 en 0-5) is echter ook een andere
lezing mogelijk. Namelijk dat de Italianen in het kader van een huiszoeking de
facturen hebben aangetroffen en vervolgens op basis van de publicaties op
internet gebaseerd op de strafbaar uitgelekte Mot gegevens de verbinding met de
facturen hebben kunnen leggen.
Het probleem is echter dat ook dit verhaal van geen kant klopt.
13
Zaaksdossier p. 8 en bijlage 86 p. 389. 14
Hof Arnhem 5 februari 2010, NJFS 2010, 138. 15
Bijlage 148 p. 1502. 16
Bijlage 51 p. 151-152.
6 schotte-om.dupliek190216
De Italiaanse autoriteiten hebben de facturen op 10 november 2011 tijdens een
huiszoeking aangetroffen.17
Volgens het eigen proces-verbaal van de AG, op
ambtseed opgemaakt, zouden de Italianen hem half 2012 hebben bericht dat zij
stukken hebben aangetroffen die voor het OM op Curaçao van belang zouden
kunnen zijn.18
Maar half 2012 hadden de Italianen op basis van documenten tussen B-plus en
Vanddis de relatie Corallo – Schotte nog niet vastgesteld. Immers volgens de
Italiaanse stukken baseren zij zich op kranten artikelen van 27 oktober 2012 van
de Sint Maartense krant „Today‟ over de strafbaar uitgelekte stukken als
gepubliceerd door Curaleaks een dag daarvoor. De krant verwijst met zoveel
woorden naar de eerder gelekte MOT data.19
De Italianen hebben dus zelf de
connectie pas kunnen vaststellen op zijn vroegst, eind 2012 – begin 2013 en
konden de AG dan ook nooit Medio 2012 hebben bericht. De gelekte MOT
meldingen zijn eerst op 27 november 2010 op de Knipselkrant gepubliceerd en
vervolgens weer op 16 oktober 2012 door dezelfde bende op Cura-leaks, maar
nu ook met bankafschriften van Van der Dijs, net drie dagen voor de
verkiezingen op Curaçao. De Italianen refereren echter alleen naar de publicaties
van 27 oktober 2012.
De AG heeft het geheel nog proberen te reden door in zijn verhoor van 29 juli
2015 ten overstaan van de RC te zeggen dat hij medio 2012 volgens hen de
tweede helft van 2012 zou betekenen. Nou dan loopt hij rond met een
woordenboek die niemand anders heeft.
En als het zo was, dan zou hij op grond van bovenstaande bevindingen in zijn
proces-verbaal van 20 februari 2012 hebben geschreven, dat hij direct na
ontvangst van het bericht in december 2012 naar Italië is gereisd. En niet dat hij
medio 2012 het bericht heeft ontvangen en dat hij pas in december 2012 naar
Italië heeft gereisd.
Bovendien blijkt deze AG over een gave te beschikken welke niemand anders
bezit. Na verloop van tijd neemt bij de meeste zo niet alle mensen de
herinnering af. Alleen bij deze AG neemt zijn herinnering na verloop van meer
dan 3 jaren toe.
17
RHV- dossier Italie 05 p. 000115. 18
Bijlage 148. 19
Uitvoeringsdocument 1 RHV-dossier 05 p. 100530/100531.
7 schotte-om.dupliek190216
Dit heb je als je bijna twee jaar na een bepaald gebeuren een proces-verbaal gaat
opmaken met een niet erg duidelijk doel. Want wat was de reden dat de
zaaksofficier van justitie hem na meer dan een jaar na de start van het onderzoek
heeft gevraagd om een proces-verbaal op te maken? De reden daarvoor is in het
proces-verbaal niet te vinden.
Het is lood om oud ijzer, nu in beide gevallen alleen dankzij de strafbaar gelekte
Mot gegevens het verband met de facturen kon worden gelegd.
Zoals al aangegeven, heeft de officier van justitie er alles aan gedaan om de start
van het onderzoek te versluieren. Uit de processtukken blijkt echter dat het
verhaal niet klopt. De stelling in het bewijsmiddelenoverzicht als boven
aangegeven, spoort niet met het proces-dossier.
De verdediging heeft rekening gehouden met de strikte grenzen waarbinnen een
verweer tot niet ontvankelijkheid kans van slagen heeft20
. Naar onze vaste
overtuiging is er in deze zaak sprake van methoden “that offend a sense of
justice”. Het recht op een eerlijk proces is verziekt.
Het OM heeft in zoverre gelijk, dat het hier gaat om meer dan alleen Schotte. De
integriteit van opsporing en vervolging staat hier centraal.
De niet ontvankelijkheid is ook op zijn plaats om normconform gedrag bij het
openbaar ministerie te bevorderen daar waar het betreft de structuur van een
behoorlijke strafprocedure, ook in die gevallen waarin bewijsgaring niet aan de
orde is.21
Soms overlappen de genoemde gronden voor niet–ontvankelijkheid elkaar.
Indien geoordeeld wordt dat zij elk afzonderlijk ontoereikend zijn om tot niet –
ontvankelijkheid van het OM te leiden, geven zij, in ieder geval in onderlinge
samenhang, wel aanleiding voor het oordeel dat het OM niet–ontvankelijk moet
worden verklaard.
20
HR 19.12.1995, NJ 1996, 249 m.nt. Sch. en HR 01.06.1999, NJ 1999, 567 m.nt. Sch. 21
R. Kuiper, Vormfouten, Kluwer 2014 p. 410.
8 schotte-om.dupliek190216
Er is sprake geweest van een opeenstapeling van (vorm)verzuimen. Door deze
grove veronachtzaming van belangen is tekort gedaan aan het recht op een
eerlijke behandeling.22
Niet kan daarom worden volstaan met een van de minder ingrijpende sancties,
de niet ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging dient te
volgen.23
Het gaat om handelingen, die de integriteit en daarmee de kern van de opsporing
en vervolging raakt.
Niet ontvankelijkheid van het openbaar ministerie voorkomt dat de overheid
profijt trekt uit ernstig vormverzuim. Door aan de ernstige vormverzuimen dit
rechtsgevolg te verbinden wordt iets goed gemaakt.
Materiële gedeelte
Omkoping en valsheid in geschrifte
Het door het Openbaar Ministerie gepresenteerde relaas én de daarbij
geformuleerde strafeis stoelt op twee - zachts gezegd - opmerkelijke gedachten,
die om de navolgende redenen niet kunnen worden aanvaard.
Op de eerste plaats gaat het OM uit van de veronderstelling dat Schotte door het
ontvangen van grote geldbedragen onder flinke invloed van Corallo is komen te
staan en dat Corallo een vinger in de pap heeft kunnen krijgen in het politieke
bedrijf van Curaçao.24
De tegenprestaties zouden wel degelijk zijn gevolgd,
aldus het OM.
Op de tweede plaats wordt bij de ernst van de strafbare feiten én bij de hoogte
van de geformuleerde strafeis (!) sterk geleund op het procesdossier dat (naast
de betaalde Vandiss facturen) in de kantlijn andere overboekingen noemt van te
weten de geldbedragen: USD 800.000 van “International Planning Services
Ltd.” en USD 200.000 betrekking hebbend op een factuur van Enersource.25
22
Rb Zutphen 7 oktober 2009, NJFS 2009, 275. 23
Rb Den Haag 18 januari 2013, NJFS 2013/57. 24
Pag. 4 requisitoir Babel 25
Pag. 41 requisitoir Babel
9 schotte-om.dupliek190216
De verdediging verzet zich met klem tegen deze bewijsconstructie én de
onderbouwing van de strafeis. Het is vloeken in de strafvorderlijke kerk.
Waarom? Allereerst omdat de beweringen simpelweg onjuist zijn. Zij vinden
geen steun in het omvangrijke dossier Babel, noch in de tenlastelegging dat
uitgaat van toekomstige beïnvloeding. De volgende omstandigheden zijn
beslissend:
Corallo heeft nooit invloed gehad of gekregen in de politieke partij
MFK. Dat is unaniem bevestigd door de bestuursleden van de
partij. En daar zijn verder geen concrete aanwijzingen voor
gevonden. Corallo had om verschillende redenen geen interesse om
deel te nemen in de partij, zo volgt met zoveel woorden uit zijn e-
mail van 19 juli 2010.26
Corallo en/of één van de personen behorend tot zijn concern is
nooit op een belangrijke post terecht gekomen. Ook dat staat vast.
Dat Schotte oneigenlijke wegen heeft bewandeld bij de
voorgestelde benoeming van Baetsen blijkt evenmin. Kandidaat
Baetsen is gewoonweg voorgelegd en goedgekeurd door de
minsterraad.
Corallo en zijn bedrijf zijn nooit en te nimmer - al dan niet via
Schotte – op duistere wijze aan een bepaalde (commerciële)
aanbesteding op Curaçao gekomen. Sterker nog: Corallo heeft in de
periode 2010 tot heden in het geheel niet geïnvesteerd in dit eiland.
Er zijn na 2010 geen nieuwe casino‟s van Corallo op Curaçao
gebouwd. Ook van een samenwerking met Italiaans energieconcern
ENI met betrekking tot olie- en gasvelden is het niet gekomen. Niet
blijkt van oriënterende gesprekken, laat staan van voorbereidende
handelingen voor de exploratie. Er is kennelijk door Corallo - en
dus niet door Schotte - slechts één informatieve e-mail27
verstuurd
naar Schotte. Niets minder, maar vooral niets meer dan dat.
Kortom, er is niet één project aan Corallo vergund.
Ja, het dossier toont een e-mail uit februari 2012 waarin Corallo aan
Schotte vraagt of hij een aanbevelingsbrief voor Corallo wil
schrijven ten behoeve van diens visumaanvraag voor de VS, maar
uit het dossier volgt niet dat die brief ook echt verzonden is. Uit het
26
Bijlage 117 27
Bijlage 55, pag 1647
10 schotte-om.dupliek190216
dossier volgt evenmin dat Corallo sinds de tenlastegelegde feiten in
de VS geweest. Het visum heeft hij klaarblijkelijk dan ook niet
gekregen.
Hoezo heeft Corallo dan een bepalende vinger in de politieke pap gehad?
Vanwege deze twee mislukte aanbevelingen? Vanwege een samenwerking die
niet van de grond is gekomen? Vanwege een niet-ondertekende overeenkomst,
waaraan geen uitvoering is gegeven?
Het is al met al pure stemmingmakerij of “wishfull thinking” van het OM en het
veronderstelde omkoopdoel wordt door de feiten niet gestaafd.
Tussenconclusie: onder deze omstandigheden kan met recht worden gesteld dat
Corallo juist geen invloed heeft gekregen en bovendien niet heeft gewild. De
bewijsvoering van het OM leunt sterk op veronderstelde scenario‟s, die niet zijn
gevolgd. Hoe valt dit te rijmen met de betalingen van ruim 213.00 USD (de
Vandiss facturen)? Laat staan met de betaling van een totale som van 1 miljoen
USD, zoals het OM ons ten onrechte heeft voorspiegeld? Zijn die betalingen
allemaal gedaan in het kader van de beoogde begunstiging die niet van de grond
is gekomen en tot geen enkel voordeel voor Corallo heeft geleid?
Dat brengt de verdediging op het tweede punt. Aan het OM moet worden
tegengeworpen dat zij haar stellingen én strafeis nadrukkelijk baseert op deze
aantijging dat Schotte in de loop der jaren veel meer geldbedragen heeft
aangenomen. Het OM noemt de twee Vandiss facturen nog maar het „topje van
de ijsberg‟ en stelt onder de koptekst “ernst van de feiten” doodleuk dat
Schotte een bedrag van 1 miljoen USD van Corallo en/of zijn bedrijven heeft
aangenomen.28
Tegelijkertijd erkent het OM zonder blikken of blozen dat de
recherche naar dat aannemen van meer of andere geldbedragen en de daaraan
ten grondslag liggende valsheid en fraudedelicten geen onderzoek heeft gedaan
c.q. het onderzoek heeft gestaakt.
Voornoemde aantijgingen door en vanwege de officieren van justitie geuit
dienen dan ook krachtig bestreden te worden. Zij zijn niet alleen ongefundeerd
en onjuist, maar bovendien in strijd met art. 381 en 394 CSv. Daarin is bepaald
dat het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, door de rechter
slechts kan worden aangenomen, indien hij (of zij) daarvan uit het onderzoek op
28
zie onder meer pag. 41 onder de koptekst: “ernst van de feiten”
11 schotte-om.dupliek190216
de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging
heeft bekomen. De grondslag (en tirannie) van de tenlastelegging is leidend en
bepalend. En op grond daarvan dient u recht te spreken en recht te doen. In dit
verband valt nog te noteren dat de Hoge Raad bepaaldelijk eisen stelt aan een
nadere bewijsoverweging voorzover sprake is van feiten of omstandigheden die
niet uit de bewijsmiddelen blijken. De rechter die zich op bepaalde niet in de
bewijsmiddelen vermelde gegevens beroept, dient met voldoende mate van
nauwkeurigheid in zijn overweging (a) die feiten of omstandigheden aan te
duiden, en (b) het wettige bewijsmiddel aan te geven waaraan die feiten of
omstandigheden zijn ontleend (HR 24 juni 2003, NJ 2004/165, m.nt. Reijntjes).
De Hoge Raad toetst de motivering van de feitenrechter streng en dit arrest
bevestigt dat alle feiten en omstandigheden, die redengevend worden geacht
voor de bewezenverklaring, moeten worden verantwoord. Die voorgestane
nauwkeurige rechterlijke verantwoording is onmogelijk met deze door het OM
gepresenteerde stemmingmakerij. Met niet nader onderzochte stellingen en niet
uitgerechecheerde verdachtmakingen is uw gerecht én de justitiabele
gewoonweg niet gediend!
Strafmaat
Dat Corallo niet daadwerkelijk is begunstigd, dat hij geen politieke invloed heeft
gekregen en geen macht heeft uitgeoefend in de Curaçaose overheid, dient in de
visie van de verdediging minstgenomen in het voordeel van cliënten
meegewogen te worden in de strafmaat. Immers, vaststaat dat MFK niet
daadwerkelijk is gecorrumpeerd, noch de Curaçaose politiek/overheid. De
gewenste tegenprestaties zijn ofwel niet gevolgd, ofwel - in de visie van het OM
- mislukt.29
De gevolgen van het tenlastegelegde strafbare handelen zijn onder
voornoemde omstandigheden aldus aanzienlijk beperkt gebleven. De
tenlastegelegde gedragingen gaan in wezen – ook onder de door het OM
geschetste omstandigheden - niet verder dan een strafbare poging,30
hetgeen
doorgaans een strafvermindering met tenminste één derde tot gevolg heeft (art.
1:119, lid 2 SrC). De vraag of de gift daadwerkelijk heeft geleid tot het gedrag
waartoe de gever de ambtenaar wilde bewegen, is voor de strafwaardigheid in
dit wetstechnisch opzicht dus van groot belang. Kortom, ook hierom is een forse
strafvermindering op z‟n plaats.
29
pag. 34 requisitoir 30
in zekere zin bedreigen de omkopingsbepalingen straf tegen de poging een ambtenaar iets te laten doen of
nalaten, zie Doorenbos, DD 28 (1998), afl. 4, p. 350
12 schotte-om.dupliek190216
Verder toont strafmaatvergelijkend onderzoek aan dat de geformuleerde
strafeisen van 3 jaren en 18 maanden (vw 9 vwd) zeer fors zijn en niet in
verhouding staan tot de ernst van de tenlastegelegde feiten en de gevolgen die
het voor de betrokken heeft gehad. Sterker nog, er is in deze zaak geen concreet
benadeeld persoon of slachtoffer aanwijsbaar, zodat daarmee in het nadeel van
cliënten ook geen rekening behoeft te worden gehouden. De verdediging
verwijst naar de volgende relatief recente uitspraken in vergelijkbare of zelfs
zwaardere gevallen, waarin aanmerkelijke lagere straffen zijn opgelegd:
Hof Den Haag, 30 juni 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1752
(Joep v.d. Nieuwenhuis) Art. 177 en 225 Sr. Omkoping van een ambtenaar en medeplegen
van valsheid in geschrift. Het hof veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 285 dagen
voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van
voorarrest, alsmede tot een geldboete van € 150.000,00, subsidiair
365 dagen hechtenis. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan
omkoping van zijn medeverdachte. De verdachte heeft zijn
medeverdachte gebruik laten maken van een appartement in
Antwerpen, zonder dat daar een wezenlijke tegenprestatie
tegenover stond. Daarnaast heeft de verdachte via een aan hem
gelieerde vennootschap een bedrag van in totaal ongeveer 1,2
miljoen euro overgemaakt aan zijn medeverdachte. Op die manier
heeft de verdachte een ambtenaar ertoe bewogen in strijd met diens
plicht – kort samengevat– de aan de verdachte gelieerde
vennootschappen te bevoordelen.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, 06-03-2015,
ECLI:NL:OGEAM:2015:2 (niet-onheroepelijk) Voormalig parlementslid Patrick Illidge veroordeeld wegens
ambtelijke omkoping. Hij werd voor 5 jaar ontzet zowel van het
recht om ambten te bekleden als van het passieve kiesrecht en
tevens veroordeeld tot 18 mnd GS, wv 6 vwd, met pftd van 2 jaar.
Hof Amsterdam, 27 februari 2015,
ECLI:NL:GHAMS:2015:657 Vastgoedfraude. Klimop. Veroordeling oud directeur Philips
Pensioenfonds tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar.
Geen verjaring omkoping ex. Art. 328ter Sr (omkoping).
Veroordeling voor omkoping en witwassen.
13 schotte-om.dupliek190216
Hof Den Bosch, 27-12-2012, ECLI:NL:GHSHE:2012:BY7460
Regiomanager/projectleider bouwbedrijf veroordeeld tot
gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 10 maanden
voorwaardelijk in verband met omkoping van ambtenaren. Het ging
om 8 gevallen van omgekochte ambtenaren. Fraudebedrag = drie
jaar giften heeft gedaan met een waarde van minstens € 145.000,=.
Gemeenschappelijk HvJ, 11-02-2010,
ECLI:NL:OGHNAA:2010:BL5009 Ambtenaar heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan ambtelijke
omkoping. Dit schaadt het door de overheid te dienen algemeen
belang en kan eveneens leiden tot aantasting van de openbare orde.
Observaties van verdachte levert een normschending op die niet
vatbaar is voor herstel, daarom past het Hof strafvermindering toe.
5.000 geldboete, 6 maanden gs vw, 3 jaar ontzetting van recht om
ambt te bekleden
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, 22-12-2003 (R.R.C/OM)
Een gedeputeerde van het eiland Curaçao heeft zich zesmaal
schuldig gemaakt aan passieve omkoping (het aannemen van
giften) en is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
twee maanden, zonder ontzetting.
Gemeenschappelijk HvJ, 16 juli 2004 (H.J.M.A/OM). De verdachte is voor passieve omkoping veroordeeld, nu hij als
gedeputeerde van het eilandgebied Curaçao, het bedrag van NAF.
40.000, - van een aannemer heeft aangenomen en hem bovendien
een bedrag van NAF. 150.000, - is toegezegd. Naast deze twee
feiten is hij ook nog veroordeeld voor illegaal vuurwapenbezit. De
opgelegde straf was 12 maanden waarvan 3 voorwaardelijk zonder
ontzetting van recht.
Zeven relatief recente zaken van personen met een belangrijke (politieke!)
voorbeeldfunctie en toch allemaal een aanzienlijk lagere straf dan in
voorliggende zaken door het OM wordt geëist. Het kan niet zo zijn dat aan een
omgekocht parlementslid op Sint Maarten 18 maanden gevangenisstraf wordt
opgelegd en een omgekocht Eilandsraadslid op Curaçao het dubbele voor de
kiezen krijgt. Dat zou een ongewenste rechtsongelijkheid binnen het Koninkrijk
met zich brengen en daar zou u dus niet in mee moeten gaan.
14 schotte-om.dupliek190216
Tot slot moet worden opgemerkt dat het OM bij de strafeis ter zake Van der Dijs
geen, althans onvoldoende rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat
zij een jonge moeder is en de zorg draagt voor een 2-jarig kind. Het requisitoir
maakt geen melding van die persoonlijke omstandigheid.31
Als het aan het OM
ligt krijgt dit jonge meisje straks de rekening gepresenteerd vanwege strafbare
feiten van haar ouders van ongeveer 5 jaren terug. Als beide ouders een
langdurige vrijheidsstraf moeten ondergaan, blijft het kind gedurende tenminste
9 maanden van de noodzakelijk zorg en opvoeding van haar ouders verstoken.
Dochter Sophia staat er zo bezien dan maandenlang moederziel alleen voor!
Ook daarom wordt ten aanzien van Van der Dijs verzocht een geheel
voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, al dan niet in combinatie met een
aanzienlijke taakstraf.
31
pag. 43