20100404 - liturgie Paasmorgen

11
Paadwizer Paasmorgen 4 april 2010 Voorganger: ds. Peter van Commenee Organist: Bert van der Lijn Ouderling: Mieke Kwak Koster: Derk-Jan Schram mmv de cantorij onderleiding van Cobie Hofman

description

De liturgie van de viering op Paasmorgen 2010. Voorganger is ds. P.R. van Commenee, mmv de cantorij olv Coby Hofman

Transcript of 20100404 - liturgie Paasmorgen

Paadwizer

Paasmorgen 4 april 2010

Voorganger: ds. Peter van Commenee Organist: Bert van der Lijn Ouderling: Mieke Kwak Koster: Derk-Jan Schram mmv de cantorij onderleiding van Cobie Hofman

Voor de dienst zingen we: ´Daar juicht een toon´ Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,

die galmt door gans Jeruzalem. Een heerlijk morgenlicht breekt aan, de Zoon van God is opgestaan. Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke held. Hij steeg uit 't graf door eigen kracht, want Hij is God, bekleed met macht. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Die met geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood of helle niet. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan;

een leven, door Zijn dood bereid, een leven in Zijn heerlijkheid.

Gezang 210

Sta op! - Een morgen ongedacht, Gods dag is aangebroken, er is in één bewogen nacht een nieuwe lente ontloken. Het leven brak door aarde en steen, uit alle wondren om u heen spreekt, dat God heeft gesproken.

Hij heeft gezegd: Gij mens, kom uit, open uw dode oren; kom uit het graf dat u omsluit, kom uit en word geboren! Toen heeft zich in het vroegste licht de nieuwe Adam opgericht, ons allen lang tevoren.

Al wat ten dode was gedoemd mag nu de hoop herwinnen; bloemen en vogels, - alles roemt Hem als in den beginne. Keerde de Heer der schepping weer, dan is het tevergeefs niet meer te bloeien en te minnen.

Sta op! - Hij gaat al voor ons uit, de schoot van 't graf ontkomen. De morgen is vol nieuw geluid, - werp af uw boze dromen. Waar Hij, ons Hoofd, is voorgegaan, is voor het lichaam nu vrij baan naar een bestaan volkomen.

Woord van welkom Bemoediging o. De Heer is waarlijk opgestaan G. DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN o. onze hulp is in de Naam van de Heer G. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT o.. Die Jezus heeft opgewekt uit de doden G. DIE ONS ROEPT TOT LEVEN AMEN. Zingen lied 172 uit Tussentijds

U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer ! Alle mens’lijk lijden hebt gij ondergaan om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer !

Licht moge stralen in de duisternis, nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is. Geef ons dan te leven in het nieuwe licht, wil het woord ons geven dat hier vrede sticht: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer !

Groet V. Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, de opgestane Heer. G. Amen Drempelgebed

Zingen Psalm 139: 1 en 6 HEER, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken, kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Wat mij ten diepste houdt bewogen, 't ligt alles open voor uw ogen.

Wanneer ik mij geborgen dacht in 't vallend duister van de nacht, werd dan de nacht niet als het licht? Hier lig ik voor uw aangezicht, o God, hoe licht is zelfs het duister, de nacht een dag die blinkt van luister.

Kyriëgebed Glorialied gezang 255: 1 allen, 2 cantorij, 3 en 4 allen Allen

Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heilge Geest, de Trooster, de Drieeenge in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drieeenge in zijn troon!

Cantorij

Ere zij aan Hem, wiens liefde ons van alle smet bevrijdt, eer zij Hem die ons gekroond heeft, koningen in heerlijkheid. Halleluja, halleluja, ere zij het Lam gewijd.

Allen Ere zij de Heer der englen, ere zij de Heer der kerk, ere aan de Heer der volken; aard' en hemel looft uw werk! Halleluja, halleluja, looft de Koning, heel zijn kerk!

Halleluja, lof, aanbidding brengen englen U ter eer, heerlijkheid en kracht en machten legt uw schepping voor U neer. Halleluja, halleluja, lof zij U, der heren Heer!

Aansteken van de kaarsen Gebed Project kindernevendienst en projectlied

refrein Want een land, een land om van te dromen Stuwt de mensen uit hun slavernij Tot zij juichen, met tranen in hun ogen: ´Lieve God, we zijn er, eind´lijk vrij!´ Zeg nooit dat de zeeën veel te hoog zijn, Dat een mens niet zonder bedding kan. Zeg nooit dat woestijnen veel te droog zijn, Dat een volk daar eenmaal weer verzandt. refrein Zeg nooit: ´God is zijn verbond vergeten, Er is niemand hier, die ons bevrijdt.´ Zeg nooit: ´Van een droom kan ik niet eten.´ Zeg nooit: ´Wie niet werkt verknoeit zijn tijd.´ refrein Zeg nooit dat het Godvergeten lijden Toch het noodlot is van dit bestaan. Zeg nooit: ´Stil maar, wacht op beet´re tijden.´ Zeg nooit: ´Niemand kan de dood weerstaan.´ refrein

Eerste Schriftlezing Exodus 14: 9-14, 21

Zingen Lied 167 uit Tussentijds (met cantorij) Cantorij: 1

Allen: 2 en 3 De toekomst is al gaande, schept doorgang door de vloed, dwars door het ongebaande een pad dat voortgaan doet.

De toekomst is al gaande, een bron in de woestijn zingt tegen het vergaan in: de dood zal niet meer zijn.

Cantorij: 4 De toekomst is al gaande, verborgen en gezien, een stem die te verstaan is, een God die draagt en dient.

Allen: 5 De toekomst is al gaande, voert ondanks tegenstand ons uit het doods bestaande naar nieuw, bewoonbaar land.

Tweede Schriftlezing: Johannes 20: 1-18 Zingen lied 166 uit Tussentijds: 1 cantorij, 2 en 3 gemeente

Zij die zich als eerste buigen over leven in haar schoot, zijn op Pasen kroongetuigen van nieuw leven uit de dood. Vrouwen hebben Hem ontmoet, weten zich bevrijd voorgoed. Uit een sprakeloos verleden weggeschoven, ongehoord, wordt een nieuwe tuin betreden, open is de laatste poort, sluiers worden weggedaan: het is tijd om op te staan.

Overdenking Zingen gezang 215 Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heilge dag na angst en vrees, halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja! Prijst nu Christus in ons lied, halleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars 't leven gaf, halleluja! Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja, heeft verzoening ons bereid, halleluja! Nu is Hij der heemlen Heer, halleluja! Englen juublen Hem ter eer, halleluja! Gebeden, stil gebed, onze Vader Inzameling van de gaven Slotlied gezang 218 (met cantorij) Allen: 1, 2 en 3 Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort, tot over 't ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort.

Nu schijnt ons deze wereld pas der mensen vaderland: een leven dat verborgen was ontvangen we uit zijn hand. Cantorij: Tenonder ging de sterke dood, tenonder in de vloed; nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet. Allen: De donkre weg die Hij betrad komt uit in 't hemelrijk, en wie Hem volgen op dat pad, worden aan Hem gelijk. Cantorij: Wees nu, wie rouw draagt, eens voor al getroost en wanhoop niet: een weerzien zonder einde zal verzoeten uw verdriet. Allen: 7 en 8 Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan, want wat gij goed doet is als zaad, dat heerlijk op zal gaan. 't Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft. Zegen. (amen gezongen door de cantorij)