200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op...

80
g Tijdschrift voor Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Verloskundigen juli/augustus 2010 35e jaargang juli/augustus 2010

Transcript of 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op...

Page 1: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

gTijdschrift voor

Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen

Verloskundigen

juli/augustus 201035e jaargang

juli/augustus 2010

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 1

Page 2: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

FINANCIEEL ADVISEURS VOOR VERLOSKUNDIGENSibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder verlos-kundigen. Wij bieden u een gevarieerd dienstenpakket voor al uw financiële zaken, nu en in de toekomst.

Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl

2e lijns verlos-

kundige

Binnen de locatie Hengelo bent u ondermeer verantwoordelijk voor patiënten

met een hoogcomplexe zorgvraag en levert u in dat verband kwalitatief

hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast,

flexibel en klantgericht, beschikt over relevante kennis, een getuigschrift

verloskunde en bent ingeschreven in het BIG register. Voor meer informatie

kunt u bellen met mevrouw A. Wiersma, operationeel leidinggevende afdeling

obstetrie & gynaecologie, telefoon (074) 290 55 21 of kijken op www.zgt.nl.

U kunt binnen 3 weken reageren via www.zorgselect.nl/ vacatures (zoek op

vac.nr. ZGT-10878/solliciteer).

zgt.nl ZGT heeft ziekenhuizen in Almelo en Hengelo

LOO

PB

AA

NB

EGEL

EID

ING

- O

RIË

NTA

TIE

IN D

E Z

OR

G -

REÏ

NTE

GR

ATI

E - V

AC

ATU

RES

(

08

8) 2

55

66

55

ALLES OVER WERKEN IN DE ZORG EN WELZIJN IN OOST-NEDERLAND: WWW.ZORGSELECT.NL

ZorgSelect

WerkgeversverenigingZorg en WelzijnOost-Nederland

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 2

Page 3: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

3

TIJDSCHRIFT

Afgang 5RedactioneelWil van Veen

Weinig sterfte bij bevallingen onder leiding van de verloskundige 6Ank de Jonge, Jan Nijhuis, Joris van der Post,

Simone Buitendijk

KNOV

Afscheid en welkom 8Wil van Veen

Samen 9Angela Verbeeten

Moeder, verloskundige, voorzitter. In die volgorde! 11Wil van Veen

Veilige zorg, wat kan de cliënt doen? 13Wilma van Driel

Herregistratie kwaliteitsregister 15Maudy Dettingmeijer

WETENSCHAP

Even aandacht voor het bevalcentrum 19Simone Buitendijk

Proactieve psychosociale begeleiding: een kwalitatief onderzoek 20Ans Seefat-van Teeffelen et al

Samenwerken met de psycholoog 25Brigitte Tebbe, Carry Munnikhof

De Triple P-studie 31Corine Verhoeven, Esteriek de Miranda

PROMISES 33Huibert Burger et al

Uitwendige versie; hoe vaak lukt het en wat vinden vrouwen er van? 35Relinde van der Stouwe

Lange termijngevolgen van prenatale blootstelling aan de Ramadan 38Tessa Roseboom et al

Kennispoort Verloskunde 41Redactie Kennispoort

ONDERWIJS

Do good by doing less 47Kristel Zeeman

Les assises nationales des sages-femmes 51Lidewijde Jongmans en Agnes Oudenaarden

Workshop ‘Working with pain’ 52

KWALITEIT

Goed hulpverlenerschap en goede zorg 53 Peter Buisman en Ernst de Jong

Oninbare kosten 56

Patiëntveiligheid staat voorop 57Brigitte Tebbe

Deelname oproep onderzoek Q-koorts 58

PRAKTIJK

Mijnenveld 61Nyx

Intensieve begeleiding door invoering visitedienst 62Nicole Manders

INTERNATIONAAL

Alles voor Sierra Leone 65Yvonne Ossentjuk-Stiekema

Van vroedvrouw tot chirurg 67Kristel Zeeman

FORUM

Wiens kracht van begeleiding? 69

Studenten begeleiden: verrijking of last? 71

BERICHTEN

Nieuwe media 71Eerlijk verhaal over borstvoeding

De tweede man

Borstvoeding, natuurlijk eenvoudig

Duik in je weeën

Eponiemen en geschiedenis van de stuitgeboorte

NEXT 74

Congres & Cursus 76

Personalia 79

INHOUD

TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 3

Page 4: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

4 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

RedactieMyrte de Geus, Brigitte Tebbe, Relinde van der Stouwe, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman

Medewerkers juli/augustus 2010Claudy Bockting, Simone Buitendijk, Huibert Burger,Franka Cadee, Ton van de Coevering, Rafael van Crimpen, Maudy Dettingmeijer,Wilma van Driel, Bionda Heeringa, Ank de Jonge,Lidewijde Jongmans, Irne Korstjens, Manon LindersNicole Manders, Agnes Oudenaarden, Judith Meijer,Esteriek de Miranda, Carry Munnikhof,Marianne Nieuwenhuijze, Yvonne Ossentjuk-Stiekema,Rebecca Painter, Hilde Perdok, Redactie Kennispoort,Marielle van Pampus, Joris van der Post, Linda Rentes,Tessa Roseboom, Henk van Ruitenbeek,Ans Seefat van Teeffelen, Angela Verbeeten,Corine Verhoeven, Rebekka Visser, Annewil van 't Zelfde,Jolanda Zocchi

RedactieadresTijdschrift voor VerloskundigenWielingenweg 318, 1826 BX AlkmaarE: [email protected]

Abonnementen, personalia en adreswijzigingenKNOV, Jolanda ZocchiPostbus 2001, 3500 GA Utrecht T: 030 282 3115, F: 030 282 3101E: [email protected]

PersoneelsannoncesWil van VeenT: 072 5624400 / 06 53359153 E: [email protected]

Advertentie-exploitatieOvimex bv, Frank DijkmanT: 0570 674240 E: [email protected]

VormgevingAnnemiek Voogd, Ovimex bv

DrukOvimex bv, Deventer

AbonnementsprijzenAbonnementsprijs voor niet-leden van de KNOV: € 125,- per jaar (11 nummers), Europa € 150,-, buitenEuropa € 175,-. Voor studenten aan buitenlandse opleidingen: € 100,-.Los nummer € 16,50 aan te vragen bij de KNOV. Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten.

© 2010 Koninklijke Nederlandse Organisatie van VerloskundigenMercatorlaan 1200, 3528 BL UtrechtT: 030 282 3100

Voorzitter KNOVAngela Verbeeten

Foto’s binnenwerk:Bionda Heeringa, DelftCarien van Leeuwen, AmsterdamRon Moes, NijmegenFrank Muller, NijmegenSaskia van Veen, Den HaagWil van Veen, Alkmaar

Oplage: 3750

ISSN 0378-1925

Cover fotoCOLOFON

Het Tijdschrift voor Verloskundigen wordt uitgegeven door de KoninklijkeNeder landse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie vande Bond van Nederlandse vroed vrouwen (opgericht 8 juni 1926) en deNederlandse R.K. Vereniging van Vroed vrouwen (opgericht 8 juli 1921). De KNOV stelt zich ten doel de bevordering van de verlos kundige zorg inzijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verlos -kundige daarin inneemt, alsmede de belangen behartiging van alle verloskundigen in Nederland. Een van de manieren om dit doel te bereiken, is het uitgeven van het Tijdschrift voor Verloskundigen.

Het Tijdschrift voor Verloskundigen is in de eerste plaats een vakblad ophet gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogtverloskundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwik -ke lingen. Daarnaast is het een forum voor discussie over de verloskundeen verwante disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefdeen zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen.

In de tweede plaats is het Tijdschrift voor Verloskundigen een verenigings -orgaan en als zodanig een middel voor het hoofd bestuur van de KNOVom in contact te treden met de leden. In dit kader dient het Tijdschriftvoor bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen.

Inzenden kopij en advertenties De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragenin te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voor Verloskundigengeschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragenzijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer.Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voet -noten, paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word via e-mail: [email protected]. Van tabellen of grafieken daarom alleen deonderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opge-maakt. Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript). Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaal en in hoge resolutie. Bij tekstwijziging pleegt de redactie overleg. Ingezonden brieven wordenzo nodig bekort. De KNOV en de redactie zijn niet verantwoordelijk voorde inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen.Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citerenmet bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels.Overname van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan natoestemming van de redactie en de auteur.

Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot 27 augustus 2010. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties:zie colofon. Het septembernummer verschijnt op 14 september.

Welk tijdschrift plaatst de

voorzitter van haar beroeps-

vereniging op de cover

terwijl zij borstvoeding geeft

aan haar dochter Tamar?

Juist, wij! Angela Verbeeten,

18 jaar geleden, geportret-

teerd door haar man, Frank.

Angela, wat dromerig en

ingetogen, terwijl zij haar

kind voedt. Zo kent bijna

niemand haar, terwijl dit nu

mede haar die drive gaf om

te besluiten verloskundige te worden.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 4

Page 5: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

TIJDSCHRIFTREDACTIONEEL

5TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Agenda

De adviezen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte vragen om gedegen studie

en wetenschappelijk onderzoek alvorens zij tot uitvoering kunnen worden gebracht.

Daarover zijn alle betrokken partijen het nadrukkelijk eens. Implementatie van de

adviezen van de Stuurgroep doe je niet zomaar; zwangerschap en geboorte vormen een

complexe wereld. Elk advies biedt meerdere mogelijkheden, kent net zoveel facetten

als een mooie diamant en telt reeksen keuzemogelijkheden. In een wereld van die

complexiteit neem je snel en gemakkelijk minder goede beslissingen. Bovendien gaat

het niet altijd om de beste keuze, want er zijn ook nog aspecten als politiek, belangen,

geld, dogma’s, eigen agenda’s…

Om het zo goed mogelijk te doen vroeg minister Klink aan ZonMw te (laten) beschrijven

welke onderzoeken en deelonderzoeken nodig zijn om uiteindelijk tot een goede

besluitvorming over de adviezen te komen. ZonMw op haar beurt gaf een aantal hoog-

leraren en gerenommeerde onderzoekers opdracht uit te zoeken wat nodig is. Dat

leidde tot het verschijnen van een signalementstudie ‘Zwangerschap en geboorte 2010,

Lijnen in de perinatale sterfte’ van de hand van Gouke Bonsel, Erwin Birnie, Semiha

Denkta, Jashvant Poeran en Eric Steegers. Zij zijn allemaal verbonden aan Erasmus MC

en Universiteit. By the way: van de 109 Rotterdamse hoogleraren zijn er slechts 7 vrouw!

De signalementstudie van de heren staat vol ideeën, suggesties en aannames die aan-

dacht verdienen en onderzocht moeten worden. Er staan ook dingen in die vraagtekens

oproepen. Ik noem er eentje, die staat op blz. 45: “Inmiddels is een keizersnede dermate

veilig en de neonatologische opvang voor een kind zo effectief dat voor veel risico -

situaties het ‘actieve management’ en een vervroegde baring de beste uitkomsten geeft

voor moeder en kind.” Die jongens, denk ik dan, lezen het onderzoek van hun vak-

broeders en –zusters niet! Bovendien doen ze sterk hun best om onderzoek uit de

eerstelijn te negeren, te bagatelliseren of in diskrediet te brengen.

Want dan begint Het Spel! Zaterdag 3 juli jl. kregen Bonsel en Steegers volop de ruimte

in de Volkskrant om te vertellen over hun Signalementstudie (zie hiena). Van de Volkskrant,

toch al niet vies van het verguizen van de eerstelijns verloskunde, mogen deze weten-

schappers alles roepen. Bij de Volkskrant hebben ze nog nooit gehoord van journalistieke

wederhoor! In de signalementstudie is de conclusie nog dat meer onderzoek nodig is,

in het Volkskrant artikel wordt niet meer getwijfeld.

Eigen ideeën en aannames worden nu feiten, de werkelijkheid van de hoogleraren

strookt niet met de waarheid van door onderzoek verkregen kennis. 1700 overleden

baby’s, waarvan 50 baby’s (= 3%) zonder aangeboren afwijkingen en waarvan de bevalling

in de eerstelijn is begonnen (niet genoemd cijfer natuurlijk; 50 staat zo raar naast die

1700!). Maar de eerstelijns geboortezorg ligt wel weer onder vuur! Ra ra, waarom?

Waar leidt dit toe? Tot verlies van vertrouwen in ALLE zorgverleners; met dank aan Steegers,

Bonsel en consorten met hun eigen agenda’s en belangen. Wie kan je als zwangere

vrouw nog vertrouwen als je steeds in de krant leest dat zorgverleners niet goed zouden

functioneren en samenwerken. Angst leidt tot meer stagnatie, minder thuisbevallingen

en een grotere wens om pijnstilling. Want in de kern wordt weer aan de kwaliteit van

de eerstelijns verloskundige zorg getwijfeld, terwijl het over heel andere dingen zou

moeten gaan.

Steegers et al, zij weten heel goed wat ze doen. Maar eigenlijk valt het te beschouwen

als een afgang. Als je op een deze manier je eigen gelijk wil halen, dan is enig medelijden

niet misplaatst. Maar het wordt tijd voor een andere discussie: wat is de werkelijke

waarde van dergelijk onderzoek en van haar onderzoekers? In hoeverre zijn ZonMw en

Erasmus bereid zich te blameren? ■

Wil van Veen

Afgang

11 augustus 2010Begin van de Ramadam

6 september 2010 Platform Internationaal

11 september 2010 Einde van de Ramadan,Suikerfeest

13 september 2010Overleg KringvoorzittersKlankbordgroep prenatalescreening

28 september 2010Platform Klinisch verloskundigenPlatform Internationaal

7 oktober 2010PLAZA

12 oktober 2010 Training ITV

4 november 2010 Training ITV

5 november 2010Klankbordgroep prenatalescreening

19 november 2010 Algemene Ledenvergadering

22 november 2010 Training ITV

6 december 2010Platform Internationaal

7 december 2010Platform Klinisch verloskundigen

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 5

Page 6: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Jaarlijks zouden 550 baby’s onnodig stervenomdat risicofactoren niet tijdig worden opgespoord in het Nederlandse verloskundigesysteem. Dit stellen Bonsel en Steegers in eenartikel in de Volkskrant van zaterdag 3 juli. Zij baseren zich op hun ‘SignalementstudieZwangerschap en Geboorte’ die niet gepubli-ceerd is in een wetenschappelijk tijdschriftmaar alleen in een rapport. Het is voor onssoms onduidelijk waar de onderzoekers zichbaseren op feiten en waar zij hun eigenmening ventileren.

Een aantal zaken vallen onmiddellijk op in het artikel.

Zo zouden in Vlaanderen 550 minder baby’s overlijden.

Hierbij wordt niet vermeld dat in België alleen kinderen

boven 500 gram worden meegeteld. In Nederland zijn in

2007 369 kinderen overleden met een geboortegewicht

onder de 500 gram. Als alleen sterftes van kinderen

boven de 500 gram worden vergeleken is het verschil

tussen Nederland en België dus aanzienlijk minder dan

wordt gesuggereerd.

Sterfte bij bevallingen onder leiding van de verloskundigeVan kinderen zonder aangeboren afwijkingen overlijden

er elk jaar 50 bij bevallingen die onder leiding van de

eerstelijns verloskundige zijn begonnen. Dit is maar een

heel klein deel (3%) van de 1700 baby’s die jaarlijks

overlijden. Wij vinden het daarom wel verwonderlijk dat

bevallingen bij de eerstelijns verloskundige zoveel aandacht

krijgen in het artikel.

Om de uitkomsten van deze bevallingen te beoordelen,

moet je vrouwen bij de eerstelijns verloskundige vergelij-

ken met vrouwen bij de gynaecoloog die geen bekende

risicofactoren hebben. De onderzoekers maken zo’n

vergelijking niet maar stellen in het artikel dat negatieve

uitkomsten bij de verloskundige wijzen op het falen van

de risicoselectie. Ze stellen niet de vraag of zorg door de

gynaecoloog geleverd de uitkomsten verbetert.

Roken is een goed voorbeeld van een belangrijke risico-

factor voor het ongeboren kind. Verloskundigen onder-

steunen vrouwen om te stoppen met roken. En ze zullen

bij zwangeren die roken sneller een echo maken om de

groei te controleren. Maar veel vrouwen stoppen niet en

blijven roken. Wat heeft de gynaecoloog in dit geval

meer te bieden dan de verloskundige? Het gaat erom

slechte uitkomsten zoveel mogelijk te vermijden, niet om

te zorgen dat deze alleen bij de gynaecoloog en niet bij

de verloskundige optreden.

RisicoselectieAl jaren werken zorgverleners met een checklist om te

beslissen welke vrouwen baat hebben bij begeleiding

door de gynaecoloog. Deze verloskundige indicatielijst is

zorgvuldig samengesteld door gynaecologen, verlos -

kundigen, huisartsen en kinderartsen en wordt op dit

moment herzien. Als een vrouw geen risicofactoren heeft

aan het begin van de zwangerschap kunnen deze later

natuurlijk wel optreden. Een verloskundige verwijst haar

op dat moment door naar de gynaecoloog. Door de

indicatielijst te gebruiken zorgen hulpverleners ervoor

dat elke vrouw op elk moment de juiste zorg krijgt.

Deze risicoselectie heeft voordelen. Vrouwen krijgen zorg

van de gynaecoloog als dat zinvol is, maar niet als die

onnodig is. Hierdoor kunnen overbodige ingrepen worden

vermeden; ingrepen die ook (ernstige) bijwerkingen

kunnen hebben.

Wereldwijd neemt bijvoorbeeld de sterfte onder vrouwen

ten gevolge van een ernstige bloeding bij de bevalling

toe. Een toename van het aantal, deels onnodige, keizer-

snedes wordt als een van de oorzaken gezien.

Weinig sterfte bij bevallingen onderleiding van de verloskundigeReactie op artikel in Volkskrant van 3 juli 2010

6 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

TIJDSCHRIFT

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 13:13 Pagina 6

Page 7: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Engeland en Canada hebben zelfs de methode van risico-

selectie van Nederland overgenomen; ook daar krijgen

steeds meer vrouwen zorg van de verloskundige tenzij

begeleiding door de gynaecoloog voordelen biedt.

Ongeveer de helft van alle vrouwen wordt tijdens de

zwangerschap of bevalling verwezen naar de gynaecoloog.

Maar zelfs tijdens de bevalling is dit zelden met spoed.

Als een vrouw pijnbestrijding wil of als de bevalling niet

opschiet, is er meestal tijd genoeg om in het ziekenhuis

te komen. De bevalling verloopt dan niet zo anders dan

wanneer een vrouw van plan was om in het ziekenhuis

te bevallen. En het voordeel van thuis beginnen aan de

bevalling is dat dit de kans op medische ingrepen ver-

mindert.

De risicoselectie door verloskundigen lijkt op die door

huisartsen: zorg in de wijk waar het kan en zorg in het

ziekenhuis waar het moet. Dit sluit ook aan bij het advies

van de Raad voor de Volksgezondheid om gezondheids-

zorg zoveel mogelijk te verlenen dichtbij waar mensen

wonen. En net als huisartsen zijn verloskundigen medisch

opgeleid om zelfstandig te beoordelen of vrouwen

verwezen moeten worden naar het ziekenhuis.

De veiligheid van de thuisbevallingOnze studie, een groot onderzoek naar de thuisbevalling,

wordt in het Volkskrant artikel ter discussie gesteld. In dit

onderzoek werden vrouwen vergeleken die thuis wilden

bevallen met vrouwen die van plan waren in het zieken-

huis te bevallen onder leiding van de verloskundige. In

het Volkskrant artikel wordt gesteld dat deze groepen

teveel van elkaar verschillen en daarom niet met elkaar

vergeleken mogen worden. Vrouwen die thuis wilden

bevallen hadden inderdaad iets betere uitkomsten. Maar

in de analyses is wel degelijk rekening gehouden met die

verschillen bijvoorbeeld in zwangerschapsduur en etnische

afkomst en dan zijn de uitkomsten gelijk: in beide groepen

kwamen babysterfte en opname van de baby op een

intensive care afdeling even weinig voor.

Sommige bevallingen zijn buiten het thuisbevallingen

onderzoek gelaten om verschillen in risico’s tussen de

groepen te vermijden. Aangeboren afwijkingen zaten er

bijvoorbeeld niet in, in tegenstelling tot wat wordt

beweerd in het Volkskrant artikel.

Te vroege geboorten, die de belangrijkste oorzaak zijn

van laag geboortegewicht, zijn ook niet meegenomen in

het thuisbevallingen onderzoek. Volgens het Volkskrant

artikel zouden vroeggeboorten vaak voorkomen bij

bevallingen die door de verloskundige als laag risico zijn

ingeschat. Dit kan niet kloppen. Verloskundigen sturen

elke vrouw die voor 37 weken bevalt zo snel mogelijk

naar een gynaecoloog. Als vrouwen toch thuis bevallen

hebben ze het ziekenhuis niet op tijd kunnen bereiken.

Er zijn gevallen van vroeggeboorte bekend met zeer

goede afloop, juist omdat de verloskundige nog net op

tijd thuis ter plekke kon zijn. Maar uiteraard zijn deze

bevallingen nooit thuis gepland.

Bij 37 weken zou een thuisbevalling onveilig zijn omdat

de babysterfte drie keer zo hoog is als in de 39ste en

40ste week. Dit is niet juist. In ons onderzoek overleden

minder dan vier baby’s per jaar tussen 37 en 38 weken.

En dit risico was gelijk voor bevallingen die thuis of in

het ziekenhuis waren gepland.

Waar het echt om draaitMaar als de risicoselectie deugt, wat kunnen we dan

doen om de babysterfte te verminderen? Terecht gaat

het Volkskrant artikel in op het grote belang van een

gezonde leefstijl en een goede voorbereiding op de

zwangerschap. Vrouwen uit achterstandswijken hebben

vaker complicaties door een combinatie van allerlei

medische en sociale risicofactoren. Het is te simpel om te

veronderstellen dat deze problemen verdwijnen als al

deze vrouwen naar de gynaecoloog worden verwezen.

Er is meer onderzoek nodig naar oorzaken van baby -

sterfte en hoe deze aan te pakken. Dit klinkt natuurlijk

minder daadkrachtig dan roepen dat het mogelijk is om

550 baby’s te redden. Maar het is eerlijker dan zonder

goede argumenten vrouwen bang te maken voor verlos-

kundige hulpverleners.

Dat onderzoek moet vanzelfsprekend door de verschillen-

de beroepsgroepen gezamenlijk worden uitgevoerd en

gesteund. Door minder naar elkaar te wijzen, beter

samen te werken en te beseffen dat het niet gaat om

wie de zorgverlener is, maar dat het gaat om een goede

uitkomst van de zwangerschap, zal de verloskundige

zorg verder kunnen verbeteren. Uiteindelijk staan immers

niet de zorgverleners, maar moeder en kind centraal.

Ank de Jonge,

Verloskundige/ senior onderzoeker, Afdeling Midwifery

Science, AVAG en het EMGO Instituut voor Gezondheid

en Zorg, VUmc.

Jan Nijhuis,

Hoogleraar Obstetrie, Maastricht Universitair Medisch

Centrum

Joris van der Post,

Hoogleraar Verloskunde, Academisch Medisch Centrum,

Amsterdam

Simone Buitendijk,

Hoogleraar Eerstelijns Verloskunde en

Ketenzorg,Academisch Medisch Centrum, Amsterdam;

Hoofd Onderzoeksprogramma Jeugd, TNO Kwaliteit van

Leven ■

7

TIJDSCHRIFT

TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 7

Page 8: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

KNOV

Tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 11 juni

jl. trad Sjaak Toet af als voorzitter van de KNOV.

Zes jaar lang was hij voorzitter. Veel is onder zijn bestuur-

lijk leiderschap gerealiseerd. Tijdens de ALV, 's morgens,

's middags tijdens de afscheidsreceptie, waren er lovende

woorden, bedankjes, cadautjes. Sjaak gaf zelf, namens

de Catharina Schraderstichting waarvan hij penning-

meester is ook wat cadeau. De

uit het Fries vertaalde roman

over het leven van Catharina

Schrader van de hand van

Tineke de Jager - van der Zee

werd uitgereikt aan deelnemers

aan de ALV en tijdens de

afscheidsreceptie.

De ALV verkoos Angela

Verbeeten tot zijn opvolger. De

afgelopen drie jaar is Angela als

vice-voorzitter voorbereid op haar taak.

Op de foto overhandigt Sjaak Toet aan Angela Verbeeten

de – net niet zichtbare – voorzitters hamer.

Ook werd een nieuwe vice-voorzitter van de KNOV

gekozen als opvolgster van Angela in het bestuur. Er

was slechts een kandidaat, mevrouw Linda C. Rentes uit

Nieuwerkerk aan de IJssel.

Zij introduceerde zich

via de lancering van een

speciale uitgave van de

LINDA.

Tijdens haar presentatie

vertelde zij dat de prak -

tijk waar zij deel van

uitmaakt ‘Een goed

begin’ heet, zoals ook

het Rapport van de

Stuurgroep Zwangerschap en geboorte heet.

Linda zei: Ik zie het als een uitdaging om de komende

jaren mede vorm te geven aan de verloskunde in Nederland.

Door ons goed te positioneren in verlos kundig Nederland

en de ogen niet te sluiten voor veranderingen kunnen

we een belangrijke bijdrage leveren aan de verloskundige

zorg in Nederland. Belangrijk hierin vind ik dat we de

vrouw en haar naasten een centrale plaats geven.

Samen met drie collega’s werkt Linda in een praktijk die

deels een stadspraktijk (Rotterdam) is, deels een praktijk

in Nieuwerkerk aan de IJssel, van oorsprong een tuinders-

dorp. De praktijk is gevestigd in drie gezondheidscentra,

wat absoluut voordelen biedt door de korte lijnen met

andere gezondheidswerkers in de eerstelijn. ■

8 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Afscheid en welkom

© W

il va

n V

een

©H

enk

van

Ru

iten

bee

k

© W

il va

n V

een

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 8

Page 9: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

KNOV

Een nieuwe voorzitter, een nieuwe look op deze pagina, meer dan een nieuwe

foto met een ander gezicht. Ik ben voor u natuurlijk helemaal geen nieuw

gezicht. Graag lever ik in mijn eerste voorzitterscolumn een bijdrage aan de

dialoog over de aanbevelingen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte.

Doet u mee op het KNOV-forum?

De klant staat centraal en er is een goede samenwerking tussen zorgverleners.

Dat is het doel van de stuurgroep Zwangerschap en Geboorte. U doet dat al in

uw praktijk, in uw ziekenhuis en in uw regio, coöperatie, netwerk of verloskundig

samenwerkingsverband?

Prachtig!

Of gelooft u niet zo in deze kreten?

Het is goed zoals het altijd ging en er hoeft niets te veranderen, in elk geval niet

in uw praktijk of ziekenhuis. De KNOV moet er maar voor zorgen dat de andere

zorgverleners rond de zwangere en barende vrouw betere zorg leveren, de thuis-

bevalling behouden blijft en dan komt het wel goed met de babysterfte. Het is

dan wel jammer dat u het woord samen nog veel gaat tegenkomen op deze

plaats.

Het is voor mij wel de vraag wat ‘samen’ inhoudt. Samen zorgen voor moeders

en baby’s willen we wel, maar samen besluiten nemen, blijkt lastig. Al snel valt

de bewering dat er maar één kapitein op het schip kan zijn. Blijkbaar is het

schip een metafoor voor ‘de verloskunde’.

Zelf zie ik de verloskunde als een vloot. Aan boord van elk schip worden cliënten

of patiënten goed verzorgd. Er zijn kleine, maar stabiele bootjes als metafoor

voor de eerstelijns praktijk. Zij kunnen snel bij de cliënt zijn voor goede, veilige

zorg en de kraamverzorgende stapt aan boord als de bevalling zich aandient.

De lijnen zijn kort en de wensen van de cliënt worden gemakkelijk gehonoreerd.

Er zijn ook bootjes die staan voor andere spelers in de eerstelijns zorg: de huis-

arts, de cursusleidster, de bekkentherapeut, de jeugdhulpverlener en noem maar

op. Soms sluiten kleine bootjes zich aaneen om samen een zichtbaarder koers

te varen: de eerstelijns coöperatie, het gezondheidscentrum of het centrum voor

Jeugd en Gezin. De grote boten in de vloot staan natuurlijk voor de verschillende

ziekenhuizen en de oceaanstomer is het universitair medisch centrum. De kleine

bootjes moeten goed laveren om de cliënt door haar zwangerschap te begeleiden

en indien gewenst of uit noodzaak veilig aan boord van het grote schip te krijgen.

En natuurlijk geldt hetzelfde voor het verkeer tussen de grote boten onderling.

Met goed gezamenlijk beleid moet dat allemaal prima lukken. Is het een

probleem dat er meerdere kapiteins zijn? Welnee! Als de kapiteins de koers van

hun boten ondergeschikt maken aan de belangen van de moeders aan dek zullen

we een veilige vloot vormen. De admiraliteit van de vloot (het nog op te richten

College Perinatale Zorg?) doen we samen. Met vereende krachten kunnen we

de woelige baren wel aan! Vaart u ook mee? ■

Angela Verbeeten,

Voozitter KNOV

Samen

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 9

14 december 2010Cursus kringbestuurders

19-23 juni 2011ICM congres – Durban

Kijk voor meer informatie in de rubriek Congres en Cursusachter in dit tijdschrift of opwww.kennispoort-verloskunde.nl

Vervolg agenda

© R

on

Mo

es, N

ijmeg

en

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 9

Page 10: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

De helden van Den HelderRob, neonatologieverpleegkundige, volgde

naast zijn werk de opleiding tot Basic Life

Support-instructeur. Nu traint hij alle mede-

werkers – ook niet-verpleeg kundigen – in hart-

massage en mond-op-mond beademing.

Ook in eigen reanimatiekennis is Rob niet stil

blijven staan: hij specialiseerde zich in reanimatie

van vroeggeborenen.

KLINISCH VERLOSKUNDIGE (m/v) 32 - 36 uur

Zoals Rob zijn er nog 949 helden in ons ziekenhuis. Mensen die graag meer van hun werk maken, die geen

genoegen nemen met routine. Het Gemini biedt ze de ruimte. En kán dat ook: als middelgroot ziekenhuis is onze

organisatie overzichtelijk en toegankelijk genoeg om persoonlijke initiatieven naar waarde te kunnen schatten.

Het prettige Helderse woonklimaat werkt daarbij alleen maar stimulerend: met de ontspanning van zon, zee en

strand bij de hand ontstaan de meest verfrissende ideeën. Ook wonen in de rustige Kop van Noord-Holland en

werken in een collegiale sfeer? Ook deel uitmaken van een organisatie met oog voor kwaliteit – we zijn NIAZ

geaccrediteerd – en ruimte voor jouw ideeën?

Voor de afdeling Obstetrie & Gynaecologie zoeken we een nieuwe ‘held van Den Helder’.

DE FUNCTIE Je verricht werkzaamheden als klinisch verloskundige in loondienst. Je werkt in de verloskamer, op de

polikliniek en op de kraamafdeling. Je levert kwalitatief hoogstaande verloskundige zorg op tweedelijns niveau,

zowel aan prenatale en natale als aan postnatale patiënten.

DE EISEN Voor deze functie dien je te beschikken over het diploma Verloskundige, bij voorkeur aangevuld met

het certificaat voor de Opleiding Klinisch Verloskundige of je bent bereid deze opleiding op termijn te volgen.

Daarnaast ben je BIG-geregistreerd. Wij zijn op zoek naar een gemotiveerde en enthousiaste collega met een

actieve werkhouding en goede sociale en communicatieve vaardigheden. Je bent in staat zowel zelfstandig

als in teamverband en in samenwerking met overige disciplines binnen het ziekenhuis te werken. Collegialiteit,

flexibiliteit en een servicegerichte instelling zijn belangrijke eigenschappen.

DE ARBEIDSVOORWAARDEN Het salaris is conform de CAO Ziekenhuizen en is mede afhankelijk van kennis en/of

ervaring. We vullen het aan met een prima pakket secundaire arbeidsvoorwaarden.

DE BRIEF Geïnteresseerd? Stuur je schriftelijke sollicitatie (met vacaturenummer 2010.041) binnen veertien

dagen aan het Gemini Ziekenhuis, dienst Personeel en Organisatie, Postbus 750, 1780 AT Den Helder of per e-mail

[email protected]. Eerst meer weten? Bel met Ank Huiberts, afdelingshoofd 5 Noord, telefoon

(0223) 69 69 69.

MEER INFORMATIE over onze instelling op www.gemini-ziekenhuis.nl. Kijk voor wonen en werken in Den Helder op

www.denhelderonline.nl

Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 10

Page 11: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 11 juni jl. koos de ALV een nieuwe voorzittervan de KNOV, de belangenbehartiger voorbijna 3000 verloskundigen in Nederland. Hetwerd Angela Verbeeten (geboren op 30 april1961) die als eerstelijns verloskundige al twintig jaar actief is in Nijmegen. Het was een unanieme keuze. Zij heeft bestuurlijkeervaring opgedaan als vicevoorzitter bij deKNOV en als bestuurslid bij de stichting STBN,de stichting Preconceptie zorg Nederland, destichting Prenatale Screening Nijmegen en deCoöperatieve Verloskundigen Nijmegen e.o. Zij heeft een voortrekkersrol vervuld bij deorganisatie en uitvoering van prenatale screening in de eerstelijns verloskunde.

Angela is moeder, verloskundige en bestuurder. In die

volgorde! Thuis heeft de eerste plaats, “want daar

komen mijn inspiratie en motivatie vandaan”, zo begint

zij het gesprek. ”Ik ben eerst moeder geworden. Dat

moederschap inspireerde mij uiteindelijk om verloskundige

te worden. Ik was werkloos docent beeldende vorming –

toen ik afstudeerde was er geen baan te vinden.”

Mama AngelaAngela was 21 jaar toen zij voor het eerst moeder werd,

van Merlijn. “Tot die tijd was het de bekende zoektocht

naar ‘wie ben ik?’, ‘wat wil ik?’. Maar met de geboorte

van mijn eerste kind viel alles min of meer op zijn plek. Ik

ben moeder, bedacht ik, en ondanks het feit dat ik nooit

echt voltijds moeder geweest ben, - ik ging uiteindelijk

weer studeren en nu aan de verloskunde academie in

Heerlen -, heeft het moederschap met de zorg voor man

en kinderen altijd op de eerste plaats gestaan.”

Angela was in 1987 26 jaar en de eerste vrouw met

kinderen op de academie in Heerlen. “Het moeder

worden heeft van mij uiteindelijk een verloskundige

gemaakt.” Door de week was zij daar intern, in het

weekend kwamen man Frank en kinderen haar vaak

opzoeken en verbleven op de academie. “Heerlen was

een inservice-opleiding en ik deed veel diensten in het

weekend. Die waren relatief rustiger en zo had ik ook

wat tijd voor man en kinderen. Voor de kinderen was het

vooral zomers heerlijk met dat zwembad, en

ook gedurende de rest van het jaar, want mijn collega

studenten verwenden en vertroetelden die twee jongens

mateloos door naar de speeltuin te gaan en meer van die

dingen.”

Haar partner Frank, kunstenaar en toen docent, steunde

haar in haar keuze voor de opleiding - ‘moet je doen‘- ,

alsook in de zorg voor de kinderen in de dagen dat

Angela in Heerlen zat. “Het eerste half jaar was heel erg

zoeken, voor Frank en voor mij, zoeken in de zin van ‘hoe

regel je dit?’ maar toen het eenmaal liep, vloog de tijd.”

Na drie jaar was Angela verloskundige, ging aan het

werk en Frank kreeg tijd en ruimte voor zijn eigen

ontwikkeling tot zelfstandig kunstenaar. Een jaar later

werd Tamar geboren, een dochter en hun derde kind.

Verloskundige Angela“In de verloskunde ligt mijn passie. De keuze voor het

vak is op verschillende manieren beïnvloed. Zo wilde ik

mijn eigen brood kunnen verdienen en had ik geen

behoefte aan nog een beroep dat in werkloosheid zou

eindigen.”

In de verloskunde waren toen steeds groter worden

tekorten, dus dat was een optie. Ook het werken met

mensen en de grote mate van zelfstandigheid in beslissen

en handelen waren zaken die haar aanspraken. “Wat

me vooral ook fascineerde was het partnership dat je

als verloskundige aangaat met een zwangere om de

zwangerschap en de baring samen tot een goed einde te

brengen.” Angela werkte op veel verschillende plaatsen,

maar altijd in de eerstelijn. Haar eerste baan was in loon-

dienst van een ziekenhuis, “maar ik deed de thuisbeval-

lingen.” Na zes jaar werd het een periode van waar -

neming, vooral bij vriendinnen die nu zwanger werden

en die in hun praktijk handen tekort kwamen. Drie jaar

later vroeg de ‘praktijk om de hoek’ of zij geen maat

wilde worden? Toen ik daar kwam, begonnen we net

met echo’s maken. Ik ben toen de basisopleiding gaan

doen en vervolgens kwam de prenatale screening als

issue tevoorschijn. Ik was eerst tegen die 20 wekenecho,

maar zag binnen de kring al snel in dat die ontwikkeling

niet te stoppen was en ja, dan was het maar beter om

KNOV

Wil van Veen

Wil van Veen is hoofdredacteur van dit tijdschrift

Moeder, verloskundige, voorzitter. In die volgorde!

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 11

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 11

Page 12: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

die in de eerstelijn te houden, want wie zou dat beter

kunnen doen dan de verloskundige? Van tegenstander

werd ik aanjager. We zijn toen in 2005 een eigen oplei-

ding gestart met Fontijn en STBN. Wat later startte de

KNOV de stuurgroep prenatale screening en werd ik

gevraagd om deel te nemen in die werkgroep. Nog iets

later werd ik gevraagd voor een bestuursfunctie binnen

STBN.

In Nijmegen waren we inmiddels begonnen met de opzet

van een echocentrum voor prenatale screening en kregen

we er een baan bij. Naast verloskundige werden een

aantal collega’s en ik ook echoscopiste.”

Voor Angela geldt dat het daarmee nog niet ophield:

ze werd vice-voorzitter van de KNOV. “Nee hoor, ik zie

mezelf zeker niet als een work -

aholic. Ik doe een dag spreek-

uur, een dag dienst, een dag

echo, een dag bestuur, nou

ja en die vijfde dag is voor

de losse eindjes… Vroeger

werkte ik vier dagen in

de praktijk. Ik ben

een dag minder

gaan werken toen

ik echo’s ging

maken, met de

KNOV erbij

werd het nog

een dag

minder.”

Voorzitter AngelaAngela Verbeeten volgt Sjaak Toet op, die na een voor -

zittersperiode van zes jaar de voorzittershamer aan haar

overdraagt. “Ik ben een teamspeler, niet de grote roer-

ganger met verloskunde als ‘passie’. Ik leg mijn passie

allereerst bij de moeders.”

Ze wordt het gezicht naar buiten. “Dat is eigenlijk de

grootste verandering, maar weet wel: het gaat uiteinde-

lijk niet om mijn gezicht. De verloskundige en de verlos-

kundige beroepsgroep moeten meer gezien worden,

haar stem moet gehoord worden.”

Er kwamen in de laatste tien jaar steeds meer ontwikke-

lingen af op het verloskundige beroep en het zal nu niet

stoppen. “Ons vak is daardoor aan verandering onder -

hevig, mede onder invloed van de andere spelers in het

veld. Onze onderlinge visies mogen soms sterk verschillen,

we mogen nooit vergeten dat wij wel hetzelfde doel

voor ogen hebben. Daarin treffen we elkaar: de zorg

voor moeder en kind.”

Je ziet het percentage thuisbevallingen steeds verder

dalen. “Voor mij staat de vraag centraal: hoe houden wij

de keuzevrijheid van de vrouw in stand. Thuisbevalling is

een keuze. Dat die daalt is niet louter het gevolg van de

keuze van de vrouw voor wat anders. Willen we het tij

keren, dan zullen we ons daar eerst bewust van moeten

zijn.”

Bij alle nieuwe ontwikkelingen geldt hetzelfde: hoe groter

de club is waarmee je het samen doet, zoveel te sterker

sta je in je schoenen. Een sterke positie van verloskundigen

en een optimale samenwerking tussen alle zorgverleners

is noodzakelijk, thuis en in het ziekenhuis, om onze doelen

te bereiken.

“Ik wil mij als voorzitter van de KNOV met name inzetten

voor het centraal stellen van moeder en kind in de verlos-

kundige zorg en het behouden van de keuzevrijheid voor

aanstaande ouders.” Voor de komende periode zijn de

uitvoering van de adviezen van de Stuurgroep

Zwangerschap en Geboorte en de rol van de verloskundige

daarin een grote uitdaging voor de KNOV. “Maar veran-

deringen moeten wel onderbouwd zijn.”

Wat Angela het meest verbaasd heeft in zichzelf is “dat

ik altijd dacht dat ik me het liefst vastbeet in één onder-

werp. Maar dat blijkt niet zo te zijn: ik kan meerdere

ballen tegelijk in de lucht houden. Die ontdekking was

een mooie nieuwe ervaring. Ik ben blij dat ik dit een

aantal jaren mag doen.” ■

KNOV

TvV juli/augustus 2010 • KNOV12

© R

on

Mo

es, N

ijmeg

en

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 12

Page 13: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

De patiëntveiligheidskaart is een initiatief van het NPCF,

de overkoepelende organisatie van patiëntenverenigingen.

Een aantal jaren geleden heeft de NPCF een kaart ont-

wikkeld waarmee zij patiënten in ziekenhuizen wil

attenderen op onveilige situaties. Op de kaart worden

situaties verbeeld die zich voordoen in ziekenhuizen en

die de gezondheid van de patiënt kunnen schaden. In

een toelichtende tekst wordt duidelijk gemaakt welke

rol de patiënt zelf kan spelen om deze onveilige situaties

te voorkomen.

De NPCF gaat nu voor patiënten en cliënten in de eerste-

lijns zorg ook dergelijke kaarten maken. De cliënten van

de verloskundige zijn daarbij het eerst aan de beurt. In

overleg met de KNOV is er voor gekozen om in eerste

instantie te focussen op signalen en symptomen die

op mogelijke zwangerschapscomplicaties wijzen.

Het is de bedoeling dat wanneer een cliënt een dergelijk

symptoom bij zichzelf herkent dat zij dan contact

opneemt met haar verloskundige. Zo belt de cliënt tijdig

en kan er onderzocht worden of er sprake is van een

situatie die meer zorg behoeft.

Op de thema-avonden in dit voorjaar is een conceptkaart

aan de deelnemende verloskundigen voorgelegd.

De reacties van verloskundigen liepen uiteen van:

‘goed initiatief, je geeft de cliënt de regie en eigen

verantwoordelijkheid’, via:

‘het communiceert een heldere boodschap’ tot:

‘vreselijk, kinderachtig, onrustgevend’.

Naar aanleiding van de opmerkingen en suggesties van

verloskundigen zijn de teksten en illustraties aangepast.

De kaart is nu definitief en beschikbaar via de website

www.mijnzorgveilig.nl. U vindt de kaart door te klikken

op ‘ik ben een zorgverlener’, en vervolgens op ‘verlos-

kundige’. U kunt de kaart bewerken, dat wil zeggen

illustraties verplaatsen, toevoegen en teksten aanpassen.

Het is de bedoeling dat als u de kaart uitreikt deze

mondeling toelicht. U kunt daarnaast de kaart ook op

uw website plaatsen. ■

KNOV

Wilma van Driel

Wilma van Driel is beleidsmedewerker KNOV

Neem direct contact op met je verloskundige bij de volgendesignalen:

Ben je ongerust? Bespreek je zorgenmet je verloskundige.

Bij vaginaal bloedverlies

Bij hoofdpijn, sterretjes zien, braken,pijn in bovenbuik of bovenrug

Bij minder bewegingen van je kind dananders

Nog geen 37 weken zwanger enbuikpijn of rugpijn die komt en gaat

Bij vruchtwaterverlies

Neem direct contact op met je verloskundige bij de volgendesignalen:

Ben je ongerust? Bespreek je zorgenmet je verloskundige.

Bij vaginaal bloedverlies

Bij hoofdpijn, sterretjes zien, braken,pijn in bovenbuik of bovenrug

Bij minder bewegingen van je kind dananders

Nog geen 37 weken zwanger enbuikpijn of rugpijn die komt en gaat

Bij vruchtwaterverlies

Bespreek je zorgen over je gezondheid of jekind met de verloskundige. Ongerustheid isaltijd een reden om te bellen. Als je de uitleg ofinformatie niet begrijpt, zeg dit dan tegen deverloskundige. Vraag zo nodig om extra tijd in teplannen wanneer je een afspraak maakt.

Heb je vaginaal bloedverlies, bewaar je slipje ofinlegkruisje en neem contact op met jeverloskundige.

Ben je meer dan 20 weken zwanger en heb jelast van één of meer van de volgende signalen:hoofdpijn, sterretjes zien, braken, gevoel vanstrakke band om hoofd of bovenbuik, pijn in debovenbuik of tussen schouderbladen, plotselingvocht vasthouden in gezicht, handen of voeten.Neem dan contact op met je verloskundige.

Ben je 26 of meer weken zwanger en voel je jekind minder bewegen dan je gewend bent?Neem dan contact op met je verloskundige.

Ben je nog geen 37 weken zwanger en heb jebuikpijn of rugpijn dat met een bepaalderegelmaat komt en gaat? Neem dan contact opmet je verloskundige.

Wanneer de vliezen breken, merk je dat jeopeens vaginaal vocht verliest. Het kan eenplons vocht zijn, maar je kan ook kleine beetjesvocht verliezen. Vaak is vruchtwater helder en kleurloos. Soms heeft het een gele, groene ofbruine kleur. Probeer wat vruchtwater op tevangen en bewaar het voor de verloskundige.Neem contact op met je verloskundige.

Deze patiëntveiligheidskaart is tot stand gekomen in samenwerking met deNederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de KoninklijkeNederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV).

undefinedDeze patiëntveiligheidskaart is gemaakt op www.mijnzorgveilig.nl, een initiatief van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF).

Veilige zorg, wat kan de cliënt doen?

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 13

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 13

Page 14: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 14

Page 15: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

De eerste herregistratie in het kwaliteitsregisterkomt er aan! Aan de KNOV-medewerkers vanhet kwaliteitsregister worden regelmatig vragengesteld over het registeren van activiteiten die(achteraf) niet geaccrediteerd blijken te zijn.

Vraag van een verloskundigeIk ben vrij actief op allerlei terreinen. Ik doe aan nascholing,

train regelmatig in reanimeren, neem deel aan het VSV.

Nu kom ik er achter dat deze activiteiten alleen mee -

tellen wanneer deze zijn geaccrediteerd. Ik denk dat dit

voor een aantal activiteiten, bijvoorbeeld het VSV-overleg,

maar ook een reanimatietraining in het ziekenhuis, niet is

aangevraagd. Ook heb ik niet alle notulen bewaard. Van

de reanimatietraining heb ik geen bewijs van deelname.

In mei 2011 loopt mijn eerste registratietermijn af en

volgens mij heb ik dan niet genoeg punten. Wat kan ik

hier aan doen?

Antwoord van de KNOVAls eerste is het raadzaam om na te gaan of uw vermoe-

den klopt en of uw activiteiten inderdaad niet geaccredi-

teerd zijn. Dit kunt u het beste navragen bij degene die

de bijeenkomsten meestal organiseert. Bij diegene kunt u

ook eventuele ontbrekende notulen of presentielijsten

opvragen.

Activiteiten, die niet zijn geaccrediteerd, kunnen niet

meetellen voor het kwaliteitsregister. De reden hiervoor

is dat activiteiten aan kwaliteitscriteria moeten voldoen.

Met deze kwaliteitscriteria verwachten we dat deze

activiteiten effect hebben op de deskundigheid van zorg-

verleners. Wanneer er activiteiten zijn waarvoor (nog)

geen accreditatie is aangevraagd dan kan dit alsnog.

Hoe u accreditatie aan kunt vragen, leest u verderop.

Wanneer uw activiteiten niet voor accreditatie in aan -

merking komen heeft u inderdaad een probleem. In dat

geval kunt u samen met andere verloskundigen nieuwe

overlegvormen opzetten die voldoen aan de geldende

criteria. U kunt ook op zoek gaan naar een externe

toetsgroep- of gespreksleider.

Daarnaast kunt u deelnemen aan een bijeenkomst

‘Leren Reflecteren’. Deze bijeenkomsten organiseert

de KNOV dit najaar op 7 oktober en 9 november

speciaal voor verloskundigen die een dreigend

tekort aan MIO-uren hebben. Tijdens de bijeen-

komst doet u aan methodisch intercollegiaal over-

leg (MIO) en doet u tegelijkertijd kennis en ervaring

op met andere methodieken van MIO.

Accreditatie aanvragen voor MIOVoor het aanvragen voor accreditatie voor MIO kunt u

een aanvraagformulier downloaden van de website. Dit

formulier moet ingevuld en, voorzien van een recent

verslag, worden gestuurd naar de accreditatiecommissie.

Digitaal accreditatie aanvragen kan ook via

www.knov.nl/voor-verloskundigen/kwaliteitsverbetering-

in-de-verloskundige-praktijk/kwaliteitsregister-verlos -

kundigen/accreditatie-van-methodisch-intercollegiaal-

overleg/. De afhandeling van aanvragen voor accreditatie

gebeurt kosteloos. Wanneer de accreditatiecommissie de

accreditatie toekent, is deze vervolgens drie jaar geldig.

KNOV

Maudy Dettingmeijer

Maudy Dettingmeijer is beleidsmedewerker bij de KNOV

Om voor accreditatie in aanmerking te komen moet

het MIO aan een aantal criteria voldoen:

Er is sprake van een duidelijke reflectie op eigen

handelen.

Dit eigen handelen wordt afgezet tegen criteria van

goede zorg of van wenselijk beleid op basis van

objectieve gegevens, bijvoorbeeld een standaard of

standpunt.

Op basis van deze vergelijking worden er in het

overleg afspraken gemaakt over een gezamenlijk

beleid.

Er is expliciet een moment van evaluatie. Hierin

wordt het beleid tegen het licht gehouden en

gekeken wat hiervan in de praktijk is terecht -

gekomen. Wanneer blijkt dat de afspraken in de

praktijk niet goed werkbaar zijn volgt bijstelling

Er wordt een verslag van de bijeenkomst gemaakt

waaruit blijkt dat bovenstaande criteria van toe -

passing zijn. De accreditatiecommissie heeft een

voorbeeld verslagformulier opgesteld, dit kunt u

downloaden van de wegsite van de KNOV.

Criteria voor accreditatie MIO

Herregistratie KwaliteitsregisterDe noodzaak van geaccrediteerde activiteiten

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 15

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 15

Page 16: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

KNOV

16 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Wanneer? 7 oktober of 9 november 2010,

van 9.00 tot 17.30 uur

Waar? Domus Medica Utrecht

Kosten? Afhankelijk van het aantal

deelnemers; maximaal € 150,-

Voor wie?Verloskundigen die staan geregistreerd in het

Kwaliteitsregister Verloskundigen én voorzien

dat zij de norm voor MIO (methodisch intercolle-

giaal overleg) niet halen voor de her registratie,

kunnen door deelname aan de bijeenkomst

‘Leren Reflecteren’ op efficiënte wijze hun

tekort aan MIO-uren aanvullen. Accreditatie is

aangevraagd voor 8 uur MIO.

Inhoud workshopsAan de hand van een voorbereidende opdracht

worden drie verschillende workshops gevolgd. De

workshops worden geleid door ervaren trainers.

Casuïstiekbespreking

Aan de hand van casussen - vergelijkbare erva-

ringen van de deelnemers - wordt een praktijk-

probleem besproken. Dit kan gaan over een

casus die bij de klachtencommissie is binnen -

gekomen. Bijvoorbeeld over problematische

verwijzing naar het ziekenhuis. Iedereen heeft

misschien iets anders gehandeld. Het doel van de

bespreking is om te komen tot de beste manier

van omgaan met een dergelijk probleem in de

toekomst.

Intervisie

Wil je groeien in je vak, reflecteren op je functio-

neren en je toekomst? Stel je je open voor het

analyserende oog van vakgenoten? Dan is

intervisie een goed gereedschap om je te ont-

wikkelen. Bij een intervisiebijeenkomst legt een

collega de groep een situatie uit haar eigen prak-

tijk voor. De groep denkt mee met de casus en

probeert de inbrenger te helpen met het krijgen

van inzicht in haar persoonlijk functioneren.

Ethische reflectie

Wat jou raakt, kun je niet altijd naast je neer

leggen. Misschien heb je een heel andere opvat-

ting dan jouw cliënt over bijvoorbeeld abortus

of het vervolg van de behandeling. Hoe ga je

hiermee om als professional? Je leert stappen-

plannen en ethische theorieën gebruiken als

hulpmiddel bij het nadenken over dergelijke

ethische problemen. Zo kom je tot inzicht en

eventueel een afgewogen beslissing.

Aanmelden

Aanmelden kan tot 30 augustus 2010 bij

Ingrid Buiten: [email protected].

Vermeld in de mail uw voornaam, achternaam,

voorletters, adres, postcode, plaats en telefoon-

nummer.

Leren ReflecterenAankondiging bijeenkomst

© H

enk

van

Ru

iten

bee

k

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 16

Page 17: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

KNOV

Eventueel kan de accreditatiecommissie met terug -

werkende kracht accreditatie verlenen, bijvoorbeeld voor

het jaar dat aan de accreditatie-aanvraag vooraf gaat.

Om hiervoor in aanmerking te komen moet de aanvraag

zowel een recent verslag als een verslag van eerdere

datum (de datum waarop de accreditatie bij voorkeur

moet ingaan) bevatten.

Een enkele keer blijkt uit de aanvragen voor accreditatie

dat het overleg (nog) niet geheel aan de gestelde criteria

voldoet. In die gevallen wordt een voorlopige accreditatie

verleend met het verzoek om op enkele punten het

overleg aan te passen conform de accreditatiecriteria.

De voorlopige accreditatie is een jaar geldig, waarna

opnieuw accreditatie moet worden aangevraagd.

Regulier overlegAlleen bijeenkomsten die een aanvulling zijn op de

reguliere overlegvormen zoals maatschapsoverleg of

kringvergaderingen komen in aanmerking voor accreditatie.

Het reguliere overleg komt niet in aanmerking voor

accreditatie. Een uitzondering hierop is wanneer u kunt

aantonen dat het overleg of een afgebakend deel er van

inhoudelijk is en voldoet aan de criteria voor de MIO.

Vaardigheidstrainingen spoedeisende handelingenOok trainingen die door kringen of ziekenhuizen worden

georganiseerd, kunnen in aanmerking komen voor

accreditatie. Hiervoor moet u het formulier “accreditatie

van deskundigheidsbevordering” gebruiken (zie

www.knov.nl/voor-verloskundigen/kwaliteitsverbetering-

in-de-verloskundige-praktijk/kwaliteitsregister-verlos -

kundigen/accreditatie-van-scholingsactiviteiten/).

Er zijn criteria voor accreditatie van dit soort trainingen

voor de inhoud en het niveau, de onderwijskundige

opzet en op de uitvoering er van. Onderwerp en leer -

doelen zijn gericht op het realiseren van de kennis,

vaardigheden of attitude zoals beschreven in het vigerende

beroepsprofiel voor de eerstelijns verloskundige of het

functieprofiel van de klinisch verloskundige. Daarnaast

sluit de inhoud aan bij de actuele opvattingen over

spoedeisend verloskundig handelen en de door de KNOV

erkende (inter-)nationale standpunten, standaarden en/of

richtlijnen, zoals bijvoorbeeld het Standpunt reanimatie

pasgeborene KNOV. ■

17TvV juli/augustus 2010 • KNOV

De 2½ jarigeuniversitaire deeltijdopleiding tot

Master of ScienceVerloskunde (MSc/Drs)

academische vorming enwetenschappelijke scholing met een focus op het wetenschapsdomein Verloskunde

Start nieuwe eerste jaar 1 september 2010

Locatie: AMC

Voor contact,voorlichtingsdata, informatie enaanmelding:

www.amc.nl/masterverloskunde

UVA UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

R E G I S T E R E D M I D W I V E S

At Counties Manukau District Health Board we offer a full scope of practice – allowing you the autonomy to make decisions. Our midwives work in partnership with the women and their families/whanau. We provide midwifery care that recognises, values and respects the uniqueness of the individual. You will be part of a great team environment, working in a vibrant and culturally diverse community, with fl exible hours and a real family focus. And, as a teaching hospital we can offer you the professional and personal development you deserve!At Counties Manukau District Health Board we know your career is not just the job you do, which is why we offer so much more! Interested? Send your expression of interest to [email protected] can also visit www.deliveringfutures.co.nz for more online information.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 17

Page 18: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

www.westfriesgasthuis.nl

Het Westfriesgasthuis in Hoorn is het op-

leidingsziekenhuis voor de regio West-

Friesland. De medische staf bestaat uit

ongeveer 120 leden en behalve cardio-

chirurgie zijn alle specialismen vertegen-

woordigd.

Eind 2003 is een modern en architecto-

nisch fraai ziekenhuis in gebruik genomen.

Eind 2013 wordt de laatste fase nieuwbouw

afgerond. Het is een innovatief ziekenhuis.

Dit blijkt onder meer uit deelname aan het

project Sneller Beter pijler 3 en het eigen

Westfriesgasthuis Educatieprogramma

Nieuwe medisch Specialisten (WENS).

Sinds 2004 zijn opleidingen erkend voor

de anesthesiologie, cardiologie, chirurgie,

interne geneeskunde, KNO en oogheel-

kunde. Het Westfriesgasthuis werkt als

geïnte greerd medisch specialistisch bedrijf

met managementparticipatie van medisch

specialisten. Het Westfriesgasthuis heeft

een volledig elektronisch patiënten dos-

sier.

Sinds 2005 is het ziekenhuis volledig NIAZ

geaccrediteerd.

Algemene informatie De afdeling Obstetrie/Gynaecologie bevindt zich op de 4e etage in de oudbouw. Binnen de afdeling bevinden zich de specialismen gynaecologie en obstetrie/kraam. Vrijwel alle verpleegkundigen rouleren tussen beide units. De verloskun-digen zijn werkzaam in de kliniek Verloskunde. Zij werken onder de professionele verantwoordelijkheid van de Vakgroep Gynaecologen. Het verloskundig team zorgt voor een 24-uurs bezetting.In de toekomst gaat de afdeling verhuizen naar de nieuwbouw. De visie van het ziekenhuis is gericht op kraamsuites, die onderdeel worden van een vrouw/kind-centrum.

Functie-inhoud Uw werkzaamheden bestaan uit het bewaken van de patiënten met een medi-sche indicatie in partu en het verlenen van hulp tijdens de prenatale, natale en postnatale periode onder de verantwoordelijkheid van de gynaecoloog. U draagt zorg voor een verdere ontwikkeling van de verloskundige zorg binnen de kliniek in samenwerking met de gynaecologen en collega-verloskundigen. U begeleidt co-assistenten gedurende hun stage op de afdeling.

Wij vragenU bent in het bezit van het diploma verloskundige en staat ingeschreven in het BIG-register. Het diploma klinisch verloskundige strekt tot aanbeveling, anders de bereidheid deze opleiding te volgen. Het is belangrijk dat u zelfstandig in een multidisciplinair team kan functioneren. U beschikt over didactische vaardighe-den en volgt de ontwikkelingen binnen uw vakgebied.

Wij biedenEen klein goed samenwerkend team, waarin collegialiteit hoog staat aange-schreven. We houden ons bezig met kwaliteitsverbetering middels NIAZ en pro-jecten Werkt aan Beter. Zowel het medisch als verpleegkundige dossier is gedi-gitaliseerd middels een EPD. Het salaris is conform functiegroep 60 (minimaal € 2.556,00 en maximaal € 3.984,00 bruto per maand op fulltime basis). De CAO-Ziekenhuizen is van toepassing.

Inlichtingen Inlichtingen over deze vacature kunnen worden ingewonnen bij mevrouw C. de Ridder, unithoofd Verloskunde/Gynaecologie via telefoonnummer 0229-208348.

SolliciterenIndien uw belangstelling is gewekt dan ontvangen wij uw sollicitatie bij voorkeur via het online sollicitatie formulier op de website www.westfriesgasthuis.nl. Uw sollicitatie dient vóór 20 juli 2010 binnen te zijn.

Ten behoeve van de afdeling Obstetrie/Gynaecologie ontstaat per direct een vacature voor de functie van

Acquisitie naar aanleiding van deze

advertentie wordt niet op prijs gesteld.

2 klinischverloskundigen

Voor gemiddeld 24 tot 32 uur per week, onbepaalde tijd

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 18

Page 19: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

het bevalcentrumWeet u het? Mij is nog steeds niet duidelijk wat DE filosofie achter het beval -

centrum is. Waarom zou dit moeten, nodig zijn, nuttig zijn? De motieven die

leiden tot de oprichting van steeds meer bevalcentra zijn voor mij onvoldoende

helder. Feitelijk zou het in ieder geval voor alle betrokken spelers, glashelder

moeten zijn, zodat een ieder, maar vooral ook verloskundigen, objectief kunnen

bepalen of zij met deze ontwikkeling mee willen gaan of niet. De term ‘beval-

centrum’ wordt bovendien op verschillende manieren ingezet. Er zijn varianten

op het thema, er is geen eenduidige definitie.

In Amsterdam staat Bevalcentrum-West. Dat is opgericht in een poging de thuis-

bevalling te bewaren en vooral vrouwen trekken die anders poliklinisch zouden

bevallen. De vraag is echter of het ook echt zo werkt. Want dat weten we niet.

Het zou immers ook kunnen dat juist vrouwen, die thuis zouden willen bevallen,

naar het bevalcentrum zijn overgestapt zeker door alle, voortdurende, gedoe rond

de veiligheid van ons verloskundige systeem en de steeds aggressievere herrie in de

media daar omheen. Ik hoor van heel veel verloskundigen dat dat vrouwen steeds

angstiger maakt, voor ons hele systeem, maar vooral voor de thuisbevalling. En

de cijfers zijn er ook naar: het thuisbevallingspercentage is in 2009 gedaald tot

een recordlaagte van 23,9%; 4,5 punt lager dan twee jaar daarvoor! De grootste

daling in twintig jaar!

WETENSCHAP

Even aandacht voor …

Ik kan me daarom voorstellen dat vrouwen liever kiezen voor de verplaatste thuisbevalling in een bevalcentrum, dat toch

iets ‘dichter bij haarzelf’ ligt dan de polikliniek. Waar ik echter een beetje bang voor ben, is dat - als we niet met z’n allen

goed bedenken waarom we die bevalcentra nu willen - dat je dan allerlei ongewenste bijeffecten krijgt, zoals bijvoor-

beeld een toename van medische interventies ten opzichte van de thuisbevalling, zonder dat de uit komsten beter zijn.

Het bevalcentrum lijkt het veiligheidsgevoel te vergroten. Dat zie je bijvoorbeeld in een bevalcentrum als dat van

Rotterdam dat in het gebouw van het ziekenhuis is ondergebracht. Zo wordt het ook gebracht, want bij de introductie

werd nadrukkelijk gesteld dat ‘als er iets gebeurt, dan is het ziekenhuis nabij’. Vrouwen kiezen liever niet voor een

gehospitaliseerde omgeving, willen graag de ambiance van ‘thuis’, maar in het achterhoofd speelt het idee van ‘dan ben

ik tenminste in de buurt van…’ En dat is eigenlijk ook precies wat mij zorgen baart. Want we weten uit onderzoek dat

als je dichter in de buurt bent, de kans op doorverwijzing groter is en daarmee de kans op medische interventie toe-

neemt. Lees het proefschrift van Marijke Hendrix er maar op na, en ook het onderzoek van Trees Wiegers. Alle onder-

zoeken wijzen in die richting. Zij tonen aan dat hoe dichter je in de buurt bent van de tweedelijn als laag risico zwange-

re, hoe groter de kans is op medische interventies zonder dat dit de uitkomst verbetert.

We moeten dus heel goed bedenken waarom wij die bevalcentra zouden willen. We moeten ons goed op de hoogte

stellen van allerlei ongewenste bijwerkingen en die laten meewegen in onze beslissingen. Verloskundigen moeten goed blij-

ven nadenken, want veel ziekenhuizen vinden de oprichting van bevalcentra prettig en zij ondersteunen initiatieven graag.

Moraal van het verhaal: geen idee of de trend is tegen te houden, maar laten we – zoals ook de minister wil - snel en

wetenschappelijk degelijk onderzoeken wat de effecten van geboortecentra zijn. De diverse vormen van beval centra die

er nu al bestaan zou ik wel willen vergelijken met die van de poliklinische bevalling en uiteraard van de thuisbevalling.

Daarbij zou het mij gaan om de ‘harde’ uitkomsten zoals sterfte en morbiditeit, maar ook om het verloop van de

bevallingen, de doorverwijs- en interventiepercentages, de kosten, maar vooral ook hoe vrouwen zich voelen in de

verschillende situaties. We weten het gewoon niet, en toch lijken we met zijn allen er toe te neigen het gewoon maar

te gaan doen… ■

Simone Buitendijk,

Buitengewoon hoogleraar Eerstelijns Verloskunde en Ketenzorg, AMC/UvA & TNO

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 19

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 19

Page 20: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

Verloskundigen zien psychosociale begeleidingals een vanzelfsprekend onderdeel van de ver-loskundige zorg. Dit wordt vaak als pluspuntvan de eerstelijns verloskundige zorg gezien,maar wat verwachten zwangere vrouwen precies? Deze kwalitatieve studie hanteerdeeen vraaggerichte benadering, waarbij vrou-wen werden uitgenodigd te vertellen welkewensen en behoeften zij hebben aan psycho-sociale begeleiding van de verloskundige tijdens de zwangerschap. Dit kan verloskun -digen helpen om optimaal te voldoen aan de behoeften van hun cliënten tijdens het veranderingsproces naar het moederschap.

IntroductieVerloskundige zorg is gericht op goede gezondheids -

uitkomsten voor moeder en kind.

Gezondheid omvat fysiek, psychisch en sociaal wel -

bevinden [www.who.int]. Gebrek aan psychosociaal

welbevinden heeft korte en lange termijn invloeden op

obstetrische- en gezondheidsuitkomsten bij moeder en

kind [b.v. Jasinski, 2004; Jørgensen et al, 2008; Lazinski

et al, 2008; Li et al, 2009; Van den Bergh et al, 2005].

Een kind krijgen is een ingrijpende levensgebeurtenis,

waarbij verstrekkende veranderingen plaatsvinden die

ingrijpen op het welbevinden van vrouwen [b.v. Sjostrom

et al, 2004]. Volgens vrouwen vormt het veranderings-

proces naar moederschap een kwetsbare periode en

verandert hun hele leven na de geboorte [Barclay et al,

1997, Darvill et al, 2008]. Daarnaast biedt dit verande-

ringsproces ook mogelijkheden tot zelfontwikkeling

[Leifer, 1977].

Verschillende studies rapporteerden dat de meeste

vrouwen tijdens het veranderingsproces naar het

moederschap behoefte hebben aan psychosociale steun

Proactieve psychosociale begeleiding:een kwalitatief onderzoek

Ans Seefat-van Teeffelen, Marianne Nieuwenhuijze, Irene Korstjens

Ans Seefat-van Teeffelen RM MSc consultant bij Isis Health Care

Consult; Marianne Nieuwenhuijze RM MPH is voorzitter en Irene

Korstjens PhD is senior docent onderzoeker bij de Vakgroep

Midwifery Science Academie Verloskunde Maastricht

Correspondentie: Ans Seefat-van Teeffelen, [email protected]

Dit artikel is gebaseerd op: Seefat - van Teeffelen A,

Nieuwenhuijze M, Korstjens, I. Women want proactive psycho -

social support from midwives during transition to motherhood:

a qualitative study. Midwifery. Doi 10.1016/j.midw.2009.09.006.

Het Engelstalige artikel is te vinden via:

http://dx.doi.org/10.1016/j.midw.2009.09.006 en op te vragen

via de auteurs.

Methode

Dit kwalitatieve onderzoek exploreerde wen-

sen en behoeften van zwangere vrouwen

aan psychosociale verloskundige begeleiding

tijdens hun veranderingsproces naar

moederschap. Aan drie focusgroep interviews

namen 21 zwangere vrouwen deel in Breda

(n=7; n=8) en Amsterdam (n=6).

Resultaten

Zwangere vrouwen wilden expliciet professi-

onele verloskundige begeleiding tijdens hun

veranderingsproces naar moederschap. Zij

wilden informatie en emotionele onder -

steuning bij psychologische en fysieke ver -

anderingen en hadden een sterke behoefte

om tijdens de zwangerschap geïnformeerd te

worden over hoe zij zich het best geestelijk

en lichamelijk konden voorbereiden op de

baring, de kraamperiode en het moederschap.

Uiteindelijk wilden zij hun eigen keuzes

maken.

Conclusie

Laagrisicozwangeren willen proactieve en

professionele psychosociale verloskundige

begeleiding tijdens hun veranderingsproces

naar moederschap. Zij verwachten dat verlos-

kundigen het veranderingsproces kunnen

overzien en in staat zijn om hen te onder-

steunen bij de veranderingen gedurende de

zwangerschap en dat verloskundigen hen

kunnen voorbereiden op de baring en het

moederschap.

Samenvatting

TvV juli/augustus 2010 • KNOV20

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 20

Page 21: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

van zowel hun persoonlijk netwerk als professionele

zorgverleners zoals verloskundigen [b.v. Darvill et al,

2008; Wilkins, 2006]. Professionele psychosociale

betrokkenheid tijdens de zwangerschap is in verband

gebracht met minder zorgen, meer cliënttevredenheid

en meer gevoel van controle [Enkin et al, 2003].

Verloskundigen en hun professionele organisaties zien

psychosociale begeleiding als een vanzelfsprekend en

noodzakelijk onderdeel van de verloskundige zorg

[www.internationalmidwives.org; www.knov.nl]. Dit wordt

vaak als sterk punt van de eerstelijns verloskundige zorg

gezien, maar wat er precies onder wordt verstaan, blijft

vrij impliciet. In tevredenheidonderzoek (achteraf)

waarderen cliënten bijvoorbeeld een persoonlijke bena-

dering en informatie voorziening [bv. Bondas, 2002],

maar waar ligt hun intrinsieke behoefte tijdens het

veranderingsproces? Daarom hanteerde deze kwalitatieve

studie een vraaggerichte benadering, waarbij vrouwen

werden uitgenodigd te vertellen welke wensen en

behoeften zij hadden aan psychosociale begeleiding

van de verloskundige tijdens de zwangerschap. Dit kan

verloskundigen helpen om optimaal in te spelen op de

behoeften van hun cliënten tijdens het veranderings-

proces naar het moederschap.

MethodeIn het originele artikel en een audit rapport zijn de

werving en selectie van deelnemers, data verzameling

en analyse uitgebreid beschreven (beide opvraagbaar

bij de eerste auteur).

DeelnemersDrie focusgroep interviews met in totaal 21 deelnemers

werden gehouden in mei en juni 2005. De groepen 1

(n = 7) en 3 (n = 8) bestonden uit zwangere vrouwen

van vier eerstelijns verloskundepraktijken in Breda en

omstreken, terwijl groep 2 (n = 6) bestond uit zwangere

vrouwen van drie Amsterdamse eerstelijns verloskunde-

praktijken.

De inclusiecriteria waren: minimaal achttien jaar oud, vol-

doende Nederlands sprekend, zwangerschapsduur tussen

26 en 36 weken, en minstens drie verloskundige controles

bezocht vóór het focusgroep interview. Verloskundige

zorgverleners konden niet deelnemen.

Dataverzameling en analyseDe data werden verzameld en geanalyseerd volgens

principes en richtlijnen voor focusgroepen onderzoek

[Morgan et al, 1998; Guba et al, 1985].

De geluidopnames van de interviews werden letterlijk

uitgetypt in transcripten en daarna thematisch geanaly-

seerd, gebaseerd op achtergrondliteratuur, de onder-

zoeksvragen en de data. De eerste auteur analyseerde

alle interviews en ontwikkelde een coderingssysteem

samen met andere onderzoekers. Validiteit werd verder

verzekerd door het gebruik van de transcripten, veld -

notities en de-briefing formulieren (methodologische- en

data triangulatie). Gedurende de hele studie reflecteerden

diverse onderzoekers op het onderzoeksproces (onder-

zoekers triangulatie). Inhoudelijke generalisatie werd

verzekerd door rijke beschrijving van de studie context,

zodat lezers kunnen beoordelen in hoeverre de bevindin-

gen generaliseerbaar zijn naar andere zorg contexten. Tot

slot voerde de tweede auteur een audit uit ter verificatie

van het volgen van de richtlijnen voor focusgroepen

onderzoek en de nauwkeurigheid van analyse en

rapportage.

ResultatenAan de focusgroepen namen dertien nulliparae en acht

multiparae deel met een leeftijd tussen 22 en 43 jaar

(gemiddeld 33 jaar). De vrouwen hadden als hoogste

opleiding HAVO (2), MBO (3), HBO (11) en Universiteit (5).

Aan het begin van elk focusgroep interview, spraken de

zwangere vrouwen over hun ervaringen met het veran-

deringsproces naar het moederschap en hoe deze hun

welbevinden beïnvloedden. Vervolgens bespraken ze met

elkaar welke begeleiding van hun verloskundigen zij

wensten (inhoud) en hoe verloskundigen hen het best

konden begeleiden (werkwijze). Ten slotte kwamen de

omstandigheden (randvoorwaarden) voor psychosociale

begeleiding aan bod.

Inhoud van psychosociale begeleidingBijna alle vrouwen waren het er over eens dat het krijgen

van een kind een turbulente fase in hun leven was.

Tijdens de zwangerschap werd hun welbevinden beïnvloed

door psychologische, lichamelijke en sociale veranderingen

en door het vooruitzicht op de veranderingen die op

zouden treden tijdens de baring en de periode na de

geboorte.

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 21

© B

ion

da

Hee

rin

ga

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 21

Page 22: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

… Ja, je weet wat je hebt en je weet niet wat je krijgt.

Hoe zal het veranderen … Ik ben dus bang dat ik het

niet leuk vind en dan is er geen weg terug.

Bijna alle vrouwen benadrukten dat het erg belangrijk

was dat niet alleen hun persoonlijke sociale netwerk

maar ook hun zorgverleners ondersteuning boden bij het

veranderingsproces naar het moederschap.

Veranderingen in de zwangerschap

Bij psychologische veranderingen vonden vrouwen het

belangrijk dat ze ruimte kregen om hun gevoelens te

bespreken. Zij wilden dat verloskundigen proactief

vroegen hoe zij zich voelden, naar hen luisterden, gerust-

stelden en bemoedigden, en hen uitlegden dat deze

veranderingen bij het veranderingsproces naar het

moederschap hoorden.

… Ik had een heel heftige paar weken achter de

rug…woede-uitbarstingen, huilbuien …Ik hoef daar niet

een uur te zitten en m’n hele ei kwijt te kunnen, maar ik

had het toch wel prettig gevonden als d’r ook even naar

gevraagd wordt. Van goh, hoe gaat het nou met jou

emotioneel? Merk je veranderingen? Lukt het allemaal?

Als vrouwen ongerust waren over hun eigen gezondheid

of die van hun baby, was het niet genoeg om deze

zorgen met de verloskundige te delen. Zij wilden ook

extra onderzoek ( zoals luisteren naar het hartje, een

echo), zodat ze zelf konden zien dat alles goed was.

… Als je je zorgen maakt, moet daar niet over heen

gepraat wor-den…heel belangrijk dat je daarin gesteund

wordt… als jij vindt dat er iets niet klopt…dan gaan we

daar naar kijken…

De vrouwen ervoeren dit als ondersteunend bij het vormen

van een band met hun kind. Zij waardeerden vooral

verloskundigen die deze band stimuleerden door hen

expliciet te adviseren om bewust contact te maken met

de baby.

Hoewel vrouwen echt wel sociale veranderingen bemerk-

ten, was de behoefte aan professionele ondersteuning

op dit gebied beperkt.

Als vrouwen lichamelijke veranderingen of klachten

hadden, wilden ze dat verloskundigen hiervoor open

stonden en hen serieus namen. Bovendien verwachtten

zij adequate informatie en advies over het voorkomen of

hanteren van klachten.

… ik had een tijdje last van flauwvallen…dan merk ik bij

de verloskundige, dat ze je geruststellen… het hoort erbij

en het geeft allemaal niks. Terwijl ik eigenlijk handvatten

nodig had van hoe kan ik het voorkomen en wat moet ik

nou doen als ik de neiging heb om flauw te vallen.

Voorbereiding op de bevalling en

de periode na de geboorte

Zowel primigravidae als multigravidae benadrukten sterk

de behoefte om tijdens de zwangerschap zowel lichame-

lijk als geestelijk goed op de geboorte en de periode na

de geboorte voorbereid te worden. Zij wilden dat verlos-

kundigen hen zouden helpen bij het versterken van hun

zelfvertrouwen.

Multigravidae vonden het belangrijk dat verloskundigen

zwangere vrouwen alvast bewust maakten van hun

nieuwe verantwoordelijkheden als moeder en dat zij

vrouwen een reëel beeld gaven van het lichamelijke en

geestelijke herstel na de geboorte.

… Dat ze je daar meer op voorbereiden, dat kan ook

best tegenvallen … dan sta je met zo’n kind… dat je

jezelf daar niet schuldig over hoeft te voelen of zo. Want

dat gaat allemaal over, natuurlijk, je houdt er zielsveel

van maar dat hoort er ook bij …

Werkwijze bij psychosociale begeleidingVrouwen voelden zichzelf verantwoordelijk voor hun

eigen welbevinden tijdens het veranderingsproces naar

moederschap. Zij vonden het wel moeilijk die verant-

woordelijkheid te dragen, omdat ze het veranderings -

proces zelf en de begeleidingsmogelijkheden van de

verloskundige niet konden overzien.

…ik denk wel dat het je eigen verantwoordelijkheid is

om de vragen te stellen ….zij kan mijn gedachten niet

raden… en dan moet zij daar een goed antwoord op

kunnen geven.

[aan het eind van het interview]… De werkwijze van

de verloskundige gaat verder dan dat ik nu dacht…

dus ze kan veel meer voor je betekenen dan de simpele

controles …?

Begeleiding op maat

Vrouwen wilden dat verloskundigen hun begeleiding

afstemden op individuele zwangere vrouwen en rekening

hielden met verschillen in persoonlijkheid, verwachtingen,

ervaringen enzovoort. Zij wilden dat verloskundigen

probeerden iedere vrouw werkelijk te begrijpen, bijvoor-

beeld door observatie en het stellen van vragen.

… inschatten…dat is echt een uitdaging denk ik.

… Maar je kunt ook direct vragen heb je behoefte aan

…of ben je…een type die…wat zijn je verwachtingen

…heel specifiek vragen…

Geïnformeerde keuze

Volgens de vrouwen kon algemene informatie over bij-

voorbeeld voorbereiding op de baring en borstvoeding

goed in groepen behandeld worden, terwijl zij specifieke

onderwerpen zoals omgaan met eerdere ervaringen en

22 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 22

Page 23: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

angsten het liefst bespraken in een persoonlijk gesprek.

… Maar het is dan ook persoonlijk … het is dan advies

aan mij …… als ik iets op Internet of in een boek op

zoek dan is dat zo algemeen… nu hebben we het over

mij … Dan neem je het denk ik sneller aan.

Vrouwen gaven aan dat zij onvoldoende vaardigheden

hadden om betrouwbare informatie te selecteren en

interpreteren. Zij wilden graag dat verloskundigen hen

daarbij ondersteunden, onder de voorwaarde dat de

informatie van meerdere kanten werd belicht en neutraal

gepresenteerd werd. Bovendien wilden de vrouwen dat

informatie en keuzemogelijkheden werden aangeboden

op het juiste moment voor iedere individuele vrouw.

Daarom stelden zij voor om een flexibele checklist met

mogelijke onderwerpen te gebruiken. Over het algemeen

gaven vrouwen sterk de voorkeur aan een niet-directieve

stijl van begeleiden en uiteindelijk wilde iedere vrouw

haar eigen keuzes maken.

… dat die keuze gewoon wat meer echt een keuze is.

…met borstvoeding. … ik heb echt het idee dat dat door

je strot geduwd wordt …keuze heb je … maar hij wordt

voor je gevoel gestuurd en niet altijd gerespecteerd

…niet zozeer door de verloskundige maar meer ook

gewoon door heel de buitenwereld…

Persoonlijke benadering

Alle vrouwen hadden voorkeur voor een empathische

verloskundige waarmee ze hun persoonlijke, unieke

ervaring konden delen. Zij wilden zich absoluut geen

nummer voelen.

… ik heb haar bijna anderhalf jaar niet gezien [verbaasd]

en ze weet gewoon, daar

horen twee kinderen

bij…ik ben weer

terug, de gezellig-

heid … ik vind

dat een heel

prettige

erva-

ring…

Randvoorwaarden bij psychosociale begeleidingDe vrouwen zeiden dat een goede relatie met hun verlos-

kundige, gebaseerd op vertrouwen, respect en gelijk-

waardigheid, essentieel was voor het delen van persoon-

lijke gevoelens en daarmee voor psychosociale begelei-

ding.

… als ze vraagt heb je nog iets te vragen, dan zeg ik nee

terwijl ik ….…wel dingen heb…maar die zeg ik …niet

als ik daar ben…

…dat is niet alleen de tijd… het ligt er ook aan wie ik

voor me heb…hoe druk het is in de wachtkamer…

Zowel primigravidae als multigravidae wilden meer con-

tact in het begin van de zwangerschap. Voor de meeste

vrouwen was het belangrijk dat er voldoende tijd was

om te bespreken wat hen bezig hield en dat ze meer

konden bespreken dan alleen het hoogstnoodzakelijke.

… niet alleen medische controle maar ook gewoon de

informatie… wat gebeurt er met je lichaam? wat gebeurt

er psychisch? … dan zie je die toegevoegde waarde …

De vrouwen wilden laagdrempelige toegang tot bege -

leiding tijdens hun zwangerschap, maar de medische

begeleiding was in hun beleving veel gemakkelijker

toegankelijk dan de psychosociale begeleiding.

… dat ik van harte welkom ben en dat ik alles mag

vragen, ook de kleinste dingen …, dat ze me gewoon

echt het vertrouwen geven van … het gaat goed …stel

me gerust …

Zij vonden dat het uitwisselen van ervaringen in een

groep met andere zwangere vrouwen of moeders, mits

goed begeleid, van toegevoegde waarde kon zijn.

… ervaringen uit … wisselen en de geruststelling van

een andere zwangere vrouw vind ik toch prettig, zodat je

… de emotie …of de ervaring kan delen.

DiscussieDe zwangere vrouwen in onze studie waren zich bewust

van de grote invloed van de veranderingen tijdens de

zwangerschap op hun welbevinden. Hoewel zij zich in

de eerste plaats zelf verantwoordelijk voelden voor hun

welzijn, hadden zij ook behoefte aan steun omdat alles

zo nieuw voor hen was. In tegenstelling tot bevindingen

van Logsdon et al [2003], wilden de vrouwen zelfs bij

voldoende steun van hun eigen sociale netwerk expliciet

aanvullende professionele psychosociale begeleiding van

verloskundigen tijdens hun veranderingsproces naar het

moederschap. Bondas [2002] rapporteerde ook al dat

vrouwen het belangrijk vonden om met hun verloskundi-

gen te praten over hun problemen, angsten rond de

geboorte en persoonlijke zorgen die zij niet wilden delen

met partners of vrienden.

Bogossian [2007] onderscheidde vier typen sociale steun:

emotionele, informatieve, praktische ondersteuning en

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 23

© B

ion

da

Hee

rin

ga

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 23

Page 24: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

steun van vrouwen in dezelfde situatie. Op veel verschil-

lende manieren benadrukten de vrouwen in onze studie

dat de verloskundige een belangrijke rol speelt in het

geven van informatieve steun. Bovendien wilden zij

emotionele steun van hun verloskundigen, zoals gerust-

stelling, partnerschap en een oprechte interesse in hun

wensen en behoeften. Ook hadden zij enige behoefte

aan praktische steun en wilden zij contact met andere

zwangere vrouwen.

Multigravidae merkten op dat het belangrijk is dat verlos-

kundigen op eigen initiatief zwangere vrouwen bewust

maken van hun nieuwe verantwoordelijkheden als

moeders en hen informeren over fysiek en psychologisch

herstel na de geboorte. Dit sluit aan bij Nelson’s [2003]

metasynthese en Wilkins’ [2006] studie waaruit bleek dat

vrouwen overvallen worden en vrijwel onvoorbereid zijn

op het omgaan met het veranderingsproces naar moeder-

schap. Dit betekent dat er behoefte is aan een proactieve

benadering door verloskundigen om realistische verwach-

tingen te creëren over de tijd na de geboorte en aan

programma’s om zwangeren beter voor te bereiden op

de transitie naar moederschap.

De vrouwen wilden dat de begeleiding van verloskundi-

gen toegankelijk zou zijn, met genoeg tijd om uitgebreid

te bespreken wat hen bezighield. Ook wilden de vrouwen

meer contact vroeg in de zwangerschap. Onze studie liet

zien dat de begeleiding toegesneden moet zijn op de

individuele behoeften van de vrouwen.

Deze studie gaf diepte inzicht in de behoeften van

gezonde laag-risico zwangeren aan psychosociale

begeleiding van hun verloskundigen tijdens hun veran-

deringsproces naar moederschap. Vrouwen met lage

opleidingsniveaus en immigranten waren helaas onder-

vertegenwoordigd, wat de resultaten niet zonder meer

toepasbaar maken op deze groepen. Een sterk punt was

dat de vrouwen vanuit een vraaggerichte benadering

uitgenodigd werden om te vertellen wat hun wensen

en behoeften waren aan verloskundige zorg tijdens

hun transitie naar moederschap. Validiteit, inhoudelijke

generalisatie en nauwkeurigheid werden verzekerd door

triangulatie van methoden, data en onderzoekers, rijke

beschrijving van de context en de audit. Toekomstig

onderzoek naar de zienswijze van zwangere vrouwen

tijdens het veranderingsproces naar moederschap zou

moeten inzoomen op hun behoeften aan interventies ter

voorbereiding op de uitdagingen na de geboorte en aan

verloskundige steun bij het nemen van beslissingen.

Laagrisicozwangeren willen proactieve en professionele

psychosociale begeleiding van verloskundigen tijdens hun

veranderingsproces naar het moederschap. Zij verwach-

ten dat verloskundigen het veranderingsproces kunnen

overzien en in staat zijn om hen te ondersteunen bij de

veranderingen gedurende de zwangerschap en dat

verloskundigen hen voorbereiden op de baring en het

moederschap.

DankzeggingDe auteurs spreken graag hun waardering uit voor de

steun van vier verloskundige praktijken in Breda en drie

praktijken in Amsterdam en de Koninklijke Nederlandse

Organisatie van Verloskundigen (KNOV), in het bijzonder

drs. Pien Offerhaus. Speciale dank gaat uit naar de

zwangere vrouwen voor het met ons delen van hun

gedachten. ■

ReferentiesBarclay, L., Everitt, L., Rogan, F., Schmied, V., Wyllie, A. (1997). Becoming

a mother: an analysis of women's experience of early motherhood. J Adv

Nurs.; 25(4):719-28.

Bogossian, F.E. (2007). Social support: proposing a conceptual model for

application to midwifery practice. Women Birth; 20(4):169-73.

Bondas, T. (2002). Finnish women's experiences of antenatal care.

Midwifery;18(1):61-71.

Darvill, R., Skirton, H., Farrand, P. (2008). Psychological factors that

impact on women's experiences of first-time motherhood: a qualitative

study of the transition. Midwifery. doi:10.1016/j.midw.2008.07.06.

Enkin, M., Keirse, M.J.N.C., Neilson, J., Crowther, C., Duley, L., Hodnett,

E., et al. (2003). A guide to effective care in pregnancy and childbirth.

Oxford: Oxford University.

Guba, E.G., Lincoln, Y.S. (1985). Naturalistic inquiry. Newsbury Park: Sage.

Jasinski, J.L. (2004). Pregnancy and domestic violence: a review of the

literature. Trauma Violence Abuse;5(1):47-64.

Jørgensen, T., Mortensen, L.H., Andersen, A.M.N. (2008). Social inequality

in fetal and perinatal mortality in the Nordic countries. Scand J Public

Health.;36(6):635-49.

Lazinski, M.J., Shea, A.K., Steiner, M. (2008). Effects of maternal prenatal

stress on offspring development: a commentary. Arch Womens Ment

Health.;11(5-6): 363-75.

Leifer, M. (1977). Psychological changes accompanying pregnancy and

motherhood. Genet Psychol Monogr.;95(1):55-96.

Li, D., Liu, L., Odouli, R. (2009). Presence of depressive symptoms during

early pregnancy and the risk of preterm delivery: a prospective cohort

study. Hum Reprod.;24(1):146-53.

Logsdon, M.C., Davis, D.W. (2003). Social and professional support for preg-

nant and parenting women. MCN Am J Matern Child Nurs.;28(6): 371-6.

Morgan, D.L., Krueger, R.A. (1998). The focus group kit. Thousand Oaks:

Sage.

Nelson, A.M. (2003). Transition to motherhood. J Obstet Gynecol

Neonatal Nurs.;32(4):465-77.

Sjostrom, H., Langius Eklof, A., Hjertberg, R. (2004). Well-being and

sense of coherence during pregnancy. Acta Obstet Gynecol

Scand.;83(12):1112-8.

Van den Bergh, B.R.H., Mulder, E.J.H., Mennes, M., Glover, V. (2005).

Antenatal maternal anxiety and stress and the neurobehavioural develop-

ment of the fetus and child: links and possible mechanisms: a review.

Neurosci Biobehav Rev.;29(2):237-58.

Wilkins, C. (2006). A qualitative study exploring the support needs of

first-time mothers on their journey towards intuitive parenting.

Midwifery;22(2):169-80.

www.internationalmidwives.org. ICM Essential competences for basic

midwifery practice 2002. Opgehaald 29-04-2009.

www.knov.nl. Beroepsprofiel verloskundige 2005. Opgehaald 29-04-2009.

www.who.int. WHO definition of health 1946. Opgehaald 29-04-2009.

TvV juli/augustus 2010 • KNOV24

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 24

Page 25: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

Verbetert een samenwerkingsverband meteerstelijns psychologen de zorg voor zwangerevrouwen met psychische of psychosocialeklachten? Vijf eerstelijns verloskundigen -praktijken en vijf psychologenpraktijken in de Gelderse Vallei gingen het experiment aan.Cliënten waren positief over de samenwerkingen vonden de stap om hulp te zoeken mindergroot.

Zorgen, problemen en psychische klachten komen vrij

veel voor bij zwangere vrouwen. Dat is de ervaring van

de verloskundigen van de kring Gelderse Vallei. Dit en

een toenemende stroom evidence over psychische

problematiek bij zwangeren vormden de aanleiding voor

het samenwerkingsverband en het pilotproject

‘Psychische hulpverlening in de verloskundigenpraktijken

Gelderse Vallei’.

Vijf verloskundigenpraktijken maakten afspraken met

eerstelijns psychologen in de omgeving over consultatie

en samenwerking. Binnen het samenwerkingsverband

hadden verloskundigen de mogelijkheid om cliënten met

klachten direct door te verwijzen naar de psycholoog voor

behandeling. Daarnaast bestond de optie van begeleiding

door de verloskundige zelf, met de mogelijkheid voor

consultatie bij de psycholoog. Terugkoppeling over

diagnose of behandeling gebeurde op vaste momenten.

De afspraak was dat interdisciplinair overleg in principe

altijd mogelijk zou zijn. Er werden kortdurende behande-

lingen en dito wachttijden voor cliënten beoogd.

Het samenwerkingsverband werd in drie delen geëvalu-

eerd, in een voormeting, een procesmeting en een

cliëntenevaluatie. Voor dit onderzoek werden speciale

vragenlijsten ontworpen.

VoormetingDe voormeting startte in het najaar van 2006. Het

samenwerkingsverband met de psychologen was op dat

Samenwerken met de psycholoogPilot psychologische hulpverlening in verloskundigenpraktijken Gelderse Vallei

Brigitte Tebbe en Carry Munnikhof

Brigitte Tebbe is verloskundige n.p. en heeft in het kader van

haar Master of Science-studie onderzoek verricht waarover ze

hier rapporteert. Carry Munnikhof is eerstelijns verloskundige in

Veenendaal

Carry Munnikhof is verloskundige in

Veenendaal. Vanaf het allereerste begin liep

zij warm voor het project, een initiatief van

collega Franka Cadée. Munnikhof nam de

taak van projectleider op zich. Over de eerste

stappen die leidden tot het pilotproject

vertelt zij:

“Tijdens ons kringoverleg kwam naar voren

dat praktijken een toename aan psychische

klachten bij zwangeren signaleerden. Extra

tijd nemen tijdens de spreekuren en een

stukje persoonlijke aandacht en coaching

helpt natuurlijk wel, maar de verloskundigen

merkten dat dit bij serieuze klachten vaak

niet toereikend was. Ook voelden zij dat zij

daar de expertise niet voor in huis hebben.

We vonden dat het meerwaarde zou hebben

om een psycholoog op de sociale kaart te

zetten, net zoals een samenwerking met

andere disciplines, bijvoorbeeld met fysio -

therapeuten bij bekkenklachten. Zo ontstond

het initiatief voor samenwerking met eerste-

lijns psychologen en het pilotonderzoek.

De psychologen die wij benaderden waren

direct enthousiast om aan een dergelijke

pilot mee te werken. We richtten een project-

groep op, bestaande uit een projectleider

vanuit de verloskundigenkring, een psycho-

loog, een sociaal psychiatrisch verpleeg -

kundige en een wetenschappelijk mede -

werker van Stichting Oogg. Eerst kwam het

voortraject met alles wat hierbij hoort, zoals

het maken van een onderzoeksvoorstel,

aanvragen van subsidie, ontwikkelen van

materiaal. Met een voormeting onder

cliënten van enkele verloskundige praktijken

van onze kring gingen we echt van start met

het pilotproject.”

Pilot

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 25

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 25

Page 26: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

moment nog niet geëffectueerd, dat gebeurde pas in

2007. Er deden 62 cliënten uit verschillende praktijken

aan de voormeting mee, een ongeselecteerde steekproef

van cliënten, die kort daarvoor waren bevallen. Zij vulden

zelfrapportagelijsten in over eventuele psychische of

psychosociale problematiek tijdens de laatste zwanger-

schap, de ervaringen met de bestaande hulpverlening en

de wensen voor extra hulpverlening.

Tweederde van de vrouwen uit de voormeting had zich

tijdens de zwangerschap zorgen gemaakt over zwanger-

schap of moederschap, bijvoorbeeld vanwege mogelijke

afwijkingen bij de baby of complicaties bij de baring.

Bijna de helft van de vrouwen ondervond problemen

tijdens de zwangerschap door eerdere ervaringen,

vooral obstetrische complicaties in de anamnese.

Andere problematische zaken waren de combinatie werk

en moederschap, relaties met partner of familie of aan-

passing van de levensstijl door het stoppen met roken.

Eén op de vijf vrouwen uit de steekproef had last van

psychische of psychosomatische klachten, labiliteit of

een laag zelfbeeld.

Het merendeel van de problemen of klachten ontstond

of verergerde tijdens de zwangerschap. Ze hadden vooral

impact op de zwangerschap (zie tabel 1). Bevalling en

kraambed werden in veel mindere mate beïnvloed (res-

pectievelijk 17-44% en 22-54%).

Vanwege de kleine aantallen geven de resultaten uit de

voormeting geen representatief beeld. Wel passen de

resultaten in de lijn van andere Nederlands onderzoeken

met meer deelnemers, waaruit blijkt dat psychische

klachten vaak voorkomen in de zwangerschap en

kunnen verergeren [Van den Berg, 2009; Wewerinke,

2006; Parry, 2001; Burt, 2002].

Driekwart van de vrouwen met problemen, klachten of

zorgen maakten deze bespreekbaar. Dit gebeurde vrijwel

altijd binnen de familie- of vriendenkring. Daarnaast

namen bijna alle vrouwen de verloskundige in vertrou-

wen als zij problemen had. Eén op de vier vrouwen met

problemen had behalve deze vormen van steun en bege-

leiding extra professionele hulp willen hebben.

ProcesmetingIn het najaar van 2007 was het samenwerkingsverband

geëffectueerd en begon de instroom van vrouwen in het

onderzoek van de pilot (procesevaluatie).

Vrouwen die zich tijdens het spreekuur bij de verlos -

kundige met psychische of psychosociale klachten

presenteerden, werden gevraagd aan het onderzoek mee

te doen. De vragenlijsten voor de procesmeting werden

ingevuld door de verloskundigen en de eerstelijnspsycho-

logen. Bij aanvang van de procesmeting stuitten de ver-

loskundigen gelijk al op een onvoorziene omstandigheid:

de moeizame werving van deelnemers. Aan het begin

van het project werd op basis van literatuurgegevens

geschat dat in een periode van zes maanden een kleine

tweehonderd vrouwen zouden instromen. Maar dit bleek

bij lange na niet te lukken.

Geïnventariseerd probleem Ja % (n) In zwangerschap Invloed van probleem op (%)*:

(n=62) ontstaan / verergerd % (n)*

Zwanger- Beval- Kraam-

schap ling bed

Zorgen door eerder

meegemaakte dingen 40.3 (25) 96 (24) 100 44 28

Aanpassing levensstijl 9.7 (6) 50 (3) 83.3 16.7 50

Aspecten zwangerschap of

moederschap 66.1 (41) 68.3 (28) 73.1 56.1 21.9

Combi werk/zwangerschap/

moederschap en relaties 17.7 (11) 72.7 (8) 90.9 18.2 36.4

Psychische of

psychosomatische klachten 21.0 (13) 76.9 (10) 92.3 38.5 53.8

*Hier is het percentage aangegeven van het aantal vrouwen met klachten.

Tabel 1. Geïnventariseerde problemen bij zwangeren tijdens de voormeting

© B

ion

da

Hee

rin

ga

TvV juli/augustus 2010 • KNOV26

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 26

Page 27: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

Uiteindelijk stroomden 48 vrouwen met psychische

klachten het pilotproject in, waaruit 37 registraties voort-

kwamen. De non-respons en de kleine onderzoeksgroep

laten ook bij de procesregistratie conclusies over de effec-

ten niet toe, wel zijn tendensen waar te nemen die voor

de praktijk en vervolgonderzoek interessant kunnen zijn.

ComplexiteitDe vrouwen die aan de procesregistratie meededen

presenteerden zich op het spreekuur van de verlos -

kundige meestal met een cluster van klachten, gemiddeld

zes tot zeven tegelijk. Dit stemt overeen met bevindingen

in de literatuur, die erop wijzen dat psychische klachten

vaak complex zijn [Burt, 2002; Andersson, 2006;

Halbreich, 2004].

De complexiteit van psychische klachten is niet bevorderlijk

voor de herkenbaarheid ervan. Dit verklaart wellicht deels

het gegeven dat de verloskundigen in de pilot twee- tot

driemaal zoveel klachten signaleerden dan de eerstelijns

psychologen. Ook schatten de verloskundigen de gevolgen

van de problemen ernstiger in.

Tijdens de intervisiebijeenkomsten en bij de evaluatie van

het onderzoek werden nog meer verklaringen voor deze

discrepantie geopperd. Bijvoorbeeld dat verloskundigen

onvoldoende kennis hebben op dit vlak en klachten

misschien ook te snel toeschrijven aan psychische proble-

matiek door de toegenomen aandacht ervoor. De cliënt

vertelt misschien ook meer aan de verloskundige dan aan

de eerstelijnspsycholoog omdat de verloskundige haar al

vaker heeft ontmoet en dichter bij haar staat.

DiagnoseVan de ingestroomde vrouwen kregen er 23 een defini-

tieve diagnose, van de overigen ontbraken de gegevens.

(zie tabel 2)

VangnetVan de vrouwen die een diagnose kregen, werd bijna

80% behandeld. In de hele groep van de procesmeting

(n=37) was dit 60%. Vergeleken met landelijke behandel-

percentages is dit hoog; slechts 35% van de Nederlandse

Carry Munnikhof: ”Voordat de praktijken

cliënten voor extra begeleiding zouden laten

instromen, hebben we een structuur bedacht

om het project goed in het veld neer te zetten.

We deden veel moeite om alle praktijken te

informeren over de juiste werkwijze. Elke

deelnemende verloskundige praktijk benoem-

de een contactpersoon, die haar collega’s

informeerde en toezag op het verloop van de

dataverzameling binnen haar praktijk. Bij

aanvang kregen de contactpersonen en de

deelnemende psychologen duidelijke instruc-

ties en werd er geoefend met de werkwijze

van inschrijven en registreren. Deze werkgroep

van contactpersonen ontwikkelde zich

gedurende de looptijd van het project als

klankbord- of intervisiegroep. Tijdens aparte

intervisiebijeenkomsten bespraken we

casuïstiek en informeerden verloskundigen

en psychologen elkaar over elkaars vak -

gebied. Dit werkte erg stimulerend en inspi-

rerend! Naast de bijeenkomsten van deze

werkgroep was er frequent telefonisch en

mailcontact tussen de projectleider en de

contactpersonen en psychologen.

Praktisch

© B

ion

da

Hee

rin

ga

Diagnose ELP %/n

Aanpassingsproblematiek 13/3

Angststoornissen 30/7

Depressie 17.3/4

Laag zelfbeeld 8.6/2

Stress 8.6/2

PTSS 4.3/1

Relatieproblemen 4.3/1

Verwerkingsproblemen 8.6/2

Combinatie van klachten 4.3/1

ELP= Eerstelijns psychologen

Dat angst- en depressieklachten het meest

voorkwamen in deze populatie stemt over-

een met het psychisch klachtenpatroon bij

zwangere vrouwen uit de literatuur.

Tabel 2. De diagnose van de psychische

klachten van zwangeren tijdens de

proces meting

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 27

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 27

Page 28: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

vrouwen in de vruchtbare leeftijd met psychische klachten

zoekt en krijgt hulp hiervoor [Vollebergh, 2003]. De

resultaten van dit pilotproject suggereren, dat een inten-

siever georganiseerde eerstelijns psychische hulpverlening

rondom de zwangerschap meer vrouwen ertoe zet om

hun psychische klachten te laten behandelen. Om dit te

bevestigen is onderzoek binnen een grotere groep nodig.

Uiteindelijk zou het de mogelijkheid bieden om binnen

de verloskunde een vangnet te creëren voor psychische

problematiek, wat impact heeft op het niveau van de

volksgezondheid. Relatief veel vrouwen komen tijdens

hun leven immers in contact met de verloskundige

[Priest, 2008].

BehandelingDe eerstelijns psychologen behandelden de zwangere

vrouwen die werden doorverwezen het vaakst met

cognitieve gedragstherapie. Bij deze vorm van therapie

staat de cognitie centraal. Niet de omstandigheden of

gebeurtenissen zijn bepalend voor de toestand van de

patiënt, maar de manier waarop hij erover denkt.

Disfunctionele denkwijzen van patiënten worden met

behulp van cognitieve gedragstherapie omgebogen in

functionele. Ook gaven de eerstelijns psychologen

psycho-educatie, waarbij inzicht ontstaat in de eigen

problematiek of voerden zij ondersteunende gesprekken.

De meeste psychische klachten konden met enkele

consulten en binnen anderhalve maand worden opgelost.

Dat impliceert dat de meeste klachten van deze vrouwen

licht waren en goed behandelbaar, voornamelijk aan -

passingsstoornissen.

Over de hele linie werd een vermindering van de ernst

van de klachten waargenomen. Volgens een schatting

van de eerstelijns psychologen trad na de behandeling

een verschuiving op van ernstiger naar minder ernstige

problematiek. Het aantal vrouwen met ernstige proble-

matiek tijdens de zwangerschap verminderde met de

ongeveer de helft, van 37% naar 17%. Bij de bevalling

en in het kraambed zorgde begeleiding voor een nog

grotere afname van de problematiek.

CliëntenevaluatieDeze tendens wordt bevestigd door de resultaten van de

cliëntenevaluatie, het derde onderdeel van het pilot-

onderzoek. Hiervoor werd een zelfrapportagelijst ingevuld

door 25 cliënten, die in de pilot waren ingestroomd voor

behandeling (68%).

Bij 80-90% van de cliënten verminderden de psychische

klachten door de behandeling. Een zelfde percentage

vrouwen voelde zich prettiger gedurende langere tijd.

Behandeling had vooral effect op de beleving van de

zwangerschap, in mindere mate op de bevalling of de

kraamtijd. De behandeling van zowel de verloskundige

als de eerstelijns psycholoog werden even positief

beoordeeld: vrijwel unaniem met ‘goed’ tot ‘zeer goed’.

Ook de organisatie van het project kreeg de kwalificatie

‘goed’ tot ‘zeer goed’ van een meerderheid van de deel-

nemers. Dat geldt voor de snelheid waarmee zij op het

spreekuur van de eerstelijns psycholoog terecht konden,

het tijdstip waarop dat kon, de interdisciplinaire informatie-

overdracht en het aantal contacten dat nodig was voor

behandeling. De grootste winst van de samenwerking

zagen de cliënten in de toegankelijkheid voor psychische

hulpverlening. De stap om hulp te zoeken werd minder

groot. Ook al omdat er geen verwijzing van de huisarts

nodig was.

AandachtspuntenNaar aanleiding van het pilot project stelden verlos -

kundigen en eerstelijns psychologen een aantal aan-

dachts punten vast.

Behandellocatie

Meestal werd behandeling van de psycholoog in de

psychologenpraktijk uitgevoerd, om logistieke redenen.

Een aantal vrouwen had expliciete voorkeur om binnen

Carry Munnikhof: ”Het werken in een samen-

werkingsverband draagt bij aan het kunnen

leveren van zorg op maat. Een mooi voor-

beeld hiervan is dat van een cliënte die deel-

nam aan de pilot, zwanger van haar vijfde

kindje. Tijdens haar voorgaande zwanger-

schappen en kraambedden had zij terug -

kerende klachten van depressiviteit en nervo-

siteit. De klachten presenteerde zich in deze

zwangerschap als ‘nooit kunnen genieten

van de zwangerschap en de zwangerschap

ervaren als een moeilijke tijd’. De vrouw was

erg perfectionistisch in het huishouden en

kon de zwangerschap, een periode waarin ze

lichamelijk minder uit de voeten kon, daar-

mee niet combineren. Zij kreeg begeleiding

van de psycholoog, die haar hielp met wat

vooral een aanpassingsprobleem bleek.

Tijdens de behandeling groeide haar inzicht

daarin en werd er gezocht naar oplossingen.

Inzicht en een andere praktische aanpak

gaven gelijk resultaat, waardoor ze dit keer

een heel ander beleving van de zwanger-

schap had. Ook na de geboorte van dit vijfde

kindje voelde zij zich veel evenwichtiger en

herstelde zij vlotter.”

Zorg op maat

28 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 28

Page 29: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

de muren van de verloskundigenpraktijk geholpen te

worden voor haar psychische klachten, vanwege de

drempelverlaging.

Privacy

Garanties voor de privacy vonden de vrouwen uit dit

pilot project belangrijk. Gebrek daaraan zou een belem-

mering voor behandeling vormen. Dit geldt niet alleen

voor de behandellocatie, maar ook bij de informatieover-

dracht tussen verloskundigen en eerstelijns psychologen.

Snelheid van behandeling

Bij cliënten bestaat behoefte aan een snelle behandeling.

Het tijdsinterval tussen het verloskundig consult, het

interdisciplinair overleg en de behandeling moet kort

gehouden worden.

Financiering zorg

Voor sommige cliënten kan financiering van de zorg door

de psycholoog een belemmering vormen voor behandeling.

Cliënten hebben behoefte aan duidelijke informatie hier-

over.

Interdisciplinaire kennisuitwisseling

Voordrachten van de eerstelijns psychologen zorgden

ervoor dat verloskundigen meer handvatten kregen om

psychische problemen te herkennen en begeleiden.

Omgekeerd informeerden verloskundigen de eerstlijns

psychologen over zwangerschap, baring en kraambed.

Kennisuitwisseling verdient structurele inbedding in een

samenwerkingsverband.

Samengevat kunnen we stellen dat het samenwerkings-

verband van verloskundigen en eerstelijns psychologen in

de kring Gelderse Vallei positief is ontvangen door zowel

hulpverleners als cliënten.

Het laatste goede nieuws is dan ook dat de kring Gelderse

Vallei het samenwerkingsverband wil voortzetten. Als

uitvloeisel van dit pilotproject willen verloskundigen en

psychologen een lokaal interdisciplinair protocol ont -

wikkelen. De KNOV-standaard Prenatale Verloskundige

Begeleiding zal hierbij als uitgangspunt dienen. Een

dergelijk protocol kan de triage- en overlegprocedures

ondersteunen en het behandelproces versnellen. Wat

eventuele drempels voor psychische hulpverlening

wellicht nog verder zal verlagen.

Stichting Oogg te Lienden (eerstelijns steunpunt Gelderse

Vallei en Gelders Rivierenland) begeleidde het project,

zorgverzekeraar Menzis zorgde voor de financiering.

Het eindrapport van dit pilotproject In blijde verwach-

ting?!... Psychische hulpverlening in verloskundigen -

© B

ion

da

Hee

rin

ga

Carry Munnikhof over de intervisiebijeen-

komsten: ”Positief was de onderlinge kruis-

bestuiving die de kennis vergroot over

elkaars vakgebied. Verloskundigen voelen

zich met die kennis beter toegerust in het

signaleren van klachten en het zelf begelei-

den hiervan. Tijdens een van de intervisie -

bijeenkomsten gaf een psycholoog een lezing

over veel voorkomende klachten zoals angst

en depressie en over de behandelmogelijk -

heden hiervan. Ook gaf ze een paar belang-

rijke tips: goed luisteren naar je cliënt is

essentieel! Bij aanpassingsproblemen en

andere lichte psychische klachten kun je als

verloskundige veel zelf doen. Het beste is om

waar mogelijk je eigen coachingcompetenties

in te zetten en waar het nodig is door te

verwijzen.”

Carry Munnikhof: ”Het was voor onze Kring

een hele ervaring om te helpen een onder-

zoek op te zetten en hieraan mee te werken.

Gedurende het hele pilot project bleef het,

zoals bij ieder onderzoek, belangrijk om te

zorgen voor blijvende betrokkenheid en een

consciëntieuze werkwijze. Het werken met de

contactpersonen van de verschillende praktij-

ken verliep op zich goed, maar bracht ook met

zich mee dat niet alle verloskundigen zich even

betrokken voelden bij het project. Goed de

vinger aan de pols houden is dan wel nodig.

Het onderzoeksrapport werd door Brigitte en

Eerstelijns onderzoek: enerverend

Kruisbestuiving

29TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 29

Page 30: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

TvV juli/augustus 2010 • KNOV30

praktijken Gelderse Vallei is te downloaden op

www.kennispoortverloskunde.nl of de website van

stichting Oogg: www.oogg.nl/actueel/nieuws ■

ReferentiesAndersson L, Sundström-Poromaa I, Wulff M, et al. Depression and anxie-

ty during pregnancy and six months postpartum: a follow-up study. Acta

Obstetrica et Gynecologica 2006;85:937-944

Berg MP van den. Psychische klachten tijdens de zwangerschap. Tijd voor

een landelijk plan van aanpak! Tijdschrift voor Verloskundigen 2009;3:19-24

Burt VK, Stein K. Epidemiology of depression throughout the female life

cycle. J Clin Psychiatry 2002;63 suppl 7:9-15

Halbreich U. Prevalence of mood symptoms and depression during preg-

nancy: implications for clinical practice and research. CNS Spectrums

2004;9(3):177-184

Parry BL, Newton RP. Chronobiological basis of female-specific mood dis-

orders. Neuropsychopharmacology 2001; 25 (5 suppl):102-108

Priest. SR, Austin MP, Barnett BB, Buist A. A psychosocial risk assessment

model (PRAM) for use with pregnant and postpartum women in primary

care settings. Arch Womens Ment Health 2008;11:307-317

Vollebergh W.A.M., Graaf R. de, Have M. ten, Schoemaker C.G.,

Dorsselaer S. van, Spijker J., Beekman A.T.F. Psychische stoornissen in

Nederland, overzicht van de resultaten van Nemesis. Utrecht: Trimbos-

instituut, 2003.

Wewerinke, A et al. Psychiatrische stoornissen bij zwangeren en kraam-

vrouwen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150 (6): 294-8

mij gezamenlijk gepresenteerd aan de kring

in aanwezigheid van de wetenschappelijk

medewerker van Stichting OOGG die het

onderzoek begeleidde en het rapport ook

breder verspreidde. Er is gemotiveerd aan

gewerkt en het was echt een gezamenlijk

gedragen project.

Na twee jaar pilot project zijn de verloskundi-

gen alerter op psychische klachten en zullen

zij ook na afronding ervan hun contacten

met de eerstelijns psychologen onderhouden.

De meeste praktijken wijzen nog regelmatig

door naar de eerstelijns psycholoog. Hierbij

moet wel worden opgemerkt dat daar waar de

samenwerking met de psycholoog het soepel-

ste liep er ook een betere samenwerking

overeind blijft. We zijn ons bewust van het feit

dat je hierin op praktijkniveau moet blijven

investeren. Om de samenwerking voort te

zetten en praktisch gevolg te geven aan het

project wordt nu gewerkt aan een inter -

disciplinair protocol. Daarnaast willen we als

Kring ook aandacht houden voor dit onder-

werp. We willen de eerstelijns psychologen

uitnodigen voor lezingen of kringtrainingen.

Het uitwisselen van ervaringen draagt ertoe

bij dat wij ook in de toekomst gezamenlijk

onze cliënten met psychische klachten beter

kunnen begeleiden”.

Invitation The First Global Conference of the DoctoralMidwifery Research Society is being held atthe University of Ulster Jordanstown from the1st September 2010 until 3rd September 2010in partnership with the Royal College ofMidwives.

The Conference has brought together Midwifery,

Obstetric and Technology Research experts.

The programme includes Research Master Classes

and concurrent papers from on-going international

research. The main themes of the Conference are:

1. Technology and Childbirth: Effective and

Appropriate Usage

2. Developing Midwifery Theory

3. Medical Device Appraisal

4. Safe Motherhood

This unique Conference, the first of its kind in the

world, offers you the opportunity to hear the World

Leaders in Midwifery, Obstetric and Technology

Research, network with colleagues and learn about

new technologies, products and devices.

Full Conference details can be found on our web -

site, www.doctoralmidwiferyresearch.org

The Programme and Registration are now available

online with Early Bird booking available until 30th

June 2010. Accommodation is available on the

campus of Ulster University, single on-suite only,

and in Belfast City Centre at selected hotels offering

special Conference rates.

We look forward to welcoming you to this important

World Event in Midwifery Research and if you

require any further information regarding the

Conference please contact us by email. ■

OproepBij één van de vorige edities van het Tijdschrift voor

Verloskundigen heeft u de DVD 'Starting Up' ontvangen.

Deze DVD geeft voorlichting over vroegtijdige ont -

wikkelingsstimulering van kinderen met Downsyndroom,

in gezinnen met uiteenlopende culturele achtergronden.

De Stichting Downsyndroom zou het zeer op prijs stellen

als u uw mening over deze DVD wilt geven door het

invullen van een korte enquête (5 à 10 minuten), te vinden

op www.downsyndroom.nl ■

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 30

Page 31: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

De Triple P-studie (Preventing Preterm birthwith Progesterone) is een cohort studie die bestaat uit een screeningsdeel en eenbehandeldeel. De studie wil de voorspellendewaarde van de cervixlengte op de kans opvroeggeboorte onderzoeken, door de cervix-lengte te meten bij gezonde zwangeren.Vervolgens wordt het effect van behandelingmet progesteron bestudeert in de groep zwan-geren met een cervixlengte ≤ 30 mm. Hetonderzoek moet uitwijzen of er verschillenzijn in perinatale uitkomsten (aantal en tijdstipvroeggeboortes, gezondheid kind) tussen detwee behandelgroepen. Tevens wordt onder-zocht of de screening kosteneffectief is.

Achtergrond van de studieIn Nederland bedraagt het percentage vroeggeboortes

8%. Dat komt neer op zo’n 12.000 vroeggeboortes per

jaar. Vroeggeboorte is gerelateerd aan 75% van de

gevallen van perinatale sterfte en (ernstige) neonatale

morbiditeit niet veroorzaakt door congenitale afwijkingen

[NVOG, 2007].

We kennen een aantal factoren die de kans op een

vroeggeboorte doen toenemen, zoals vroeggeboorte in

de voorgeschiedenis, meerlingzwangerschap of een korte

cervixlengte bij 20-24 weken. Toch blijft de oorzaak van

de vroeggeboorte vaak onbekend.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat toediening van pro-

gesteron bij zwangeren met een spontane vroeggeboorte

in de anamnese, de kans om opnieuw te vroeg te bevallen

significant doet afnemen [Meis et al, 2003]. Het relatief

risico voor het optreden van een partus voor 32 weken

bij behandeling met van progesteron is 0.58 (95% BI

0.37 tot 0.91), vergeleken met placebo, een ruim 40%

kleinere kans op vroeggeboorte dus.

Fonseca heeft onderzoek gedaan naar de werkzaamheid

van progesteron bij zwangeren met een korte cervixlengte

bij 20-24 weken [Fonseca et al, 2007]. De cervixlengte

werd bij deze termijn gemeten met behulp van trans -

vaginale echoscopie. Zwangeren met een cervixlengte

≤ 15 mm werden gerandomiseerd voor progesteron of

placebo. Ook Fonseca vond een significante daling van het

aantal vroeggeboortes in de groep die progesteron kreeg

(risicoverlaging tot 50%). Er was echter geen statistisch

significant effect op de neonatale morbiditeit en morta-

liteit, mogelijk door een gebrek aan statistische power.

Dit was één van de redenen om de studie hier in Nederland

te herhalen. Andere redenen waren: in de onderzoeks-

groep van Fonseca zijn alleen zwangeren met een cervix-

lengte ≤ 15 mm gerandomiseerd. De studie geeft geen

antwoord op de vraag wat te doen met zwangeren met

WETENSCHAP

De Triple P-studieCorine Verhoeven en Esteriek de Miranda

Corine Verhoeven is verloskundige onderzoeker in het Máxima

Medisch Centrum Veldhoven en lid van de projectgroep Triple

P-studie

Dr. Esteriek de Miranda is hoofd MSc opleiding Verloskunde AMC-

UvA en lid van de projectgroep Triple P-studie namens de KNOV

De Triple P-studie onderzoekt het voorkómen

van vroeggeboorte bij gezonde zwangeren

met een korte cervixlengte. Het is het eerste

ketenonderzoek van het Verloskundig

Consortium dat tot stand is gekomen in

nauwe samenwerking met de eerstelijn.

Het Verloskundig Consortium is een samen-

werkingsverband tussen alle perinatologische

centra en meer dan zestig perifere zieken -

huizen (zie ook www.studies-obsgyn.nl).

Door gezamenlijk verloskundig onderzoek

op te zetten en uit te voeren, kunnen grote

aantallen patiënten in uniforme studies

geïncludeerd worden om een onderzoeks-

vraag te beantwoorden.

In het relatief korte bestaan van het

Verloskundig Consortium (2003) zijn reeds

een aantal grote studies afgerond die inter-

nationaal zeer goed ontvangen zijn. Zo zijn

de resultaten van de Hypitat-trial

(Hypertension At Term), waarbij zwangeren

gerandomiseerd werden tussen inleiden of

afwachten, gepubliceerd in The Lancet

[Koopmans et al, 2009] en is het onderzoek

naar de effectiviteit en veiligheid van de

intra-uteriene drukmeting door klinisch

verloskundige Jannet Bakker gepubliceerd

in het New England Journal of Medicine

[Bakker et al, 2010]. Beide tijdschriften

behoren tot de top 10 van internationale

medische tijdschriften.

Het Verloskundig Consortium

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 31

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 31

Page 32: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

een cervixlengte groter dan 15 mm maar onder de 30 mm.

Van deze groep zwangeren is bekend dat ook zij een ver-

hoogd risico op een vroeggeboorte hebben. Ook werden

zowel zwangeren met een laag als met een hoog risico

in zijn onderzoek geïncludeerd en is verder niet gekeken

naar de kosten die een eventuele screening op cervix-

lengte met zich mee brengt. Een andere belangrijke reden

om in Nederland een vergelijkbare studie op te zetten is

dat als dit nu niet onderzocht wordt, er een gerede kans

bestaat dat cervixlengtemeting op grond van buitenland-

se studies hier in Nederland wordt ingevoerd zonder dat

bekend is of dit effectief is in onze laagrisico populatie.

DoelHet doel van de Triple P-studie is antwoord te vinden op

de volgende vragen:

1. is het meten van de cervixlengte, om zwangeren met

een verhoogde kans op vroeggeboorte op te sporen,

kosteneffectief? (het Triple P screeningsonderzoek).

2. is behandeling van zwangeren met een korte cervix-

lengte met progesteron effectief in het voorkomen van

vroeggeboorte? (het Triple P behandelonderzoek).

StudiedesignDe Triple P-studie is een multicenter cohort studie (Triple

P screening) met een randomised clinical trial (Triple P

treat) in het follow up onderzoek.

StudiepopulatieVrouwen met een eenlingzwangerschap die een structureel

echoscopisch onderzoek (SEO) laten verrichten tussen

18 en 22 weken, worden gescreend op een korte cervix-

lengte (het Triple P screeningsonderzoek). Zwangeren

met een cervixlengte ≤ 30 mm zullen gevraagd worden

om deel te nemen aan een gerandomiseerd onderzoek

(het Triple P behandelonderzoek). De cervixlengte zal bij

40.000 zwangeren gemeten worden. In het behandel-

onderzoek van de Triple P zullen 1920 zwangeren

gerandomiseerd worden.

InterventieBij deelname aan het Triple P behandelonderzoek worden

de zwangeren met een korte cervixlengte verdeeld in

twee groepen. Zij krijgen oftewel progesteron (200 mg

per vaginaal capsule) voor elke nacht of een placebo, van

22 tot 34 weken zwangerschapsduur.

UitkomstmatenDe samengestelde primaire uitkomstmaat is neonatale

morbiditeit en mortaliteit. Secundaire uitkomstmaten zijn

partus voor 34 weken, gezondheid van het kind, groei

en ontwikkeling van het kind op tweejarige leeftijd, tijd

tot aan partus, aantal vroeggeboortes voor 32 en

37 weken, aantal dagen opname op NICU, eventuele

complicaties van de moeder, opname van de moeder

voor vroeggeboorte en kosten.

PoweranalyseBerekend is dat ongeveer 1920 zwangeren met een

korte cervix nodig zijn (960 per arm) voor het behandel-

deel. Dit betekent dat van ongeveer 40.000 zwangeren

de cervixlengte gemeten moet worden, ervan uitgaande

dat ongeveer 10% werkelijk een cervix ≤ 30 mm heeft

en dat het deelnamepercentage aan randomisatie onge-

veer 50% zal zijn.

KetenzorgHet screenen van 40.000 gezonde zwangeren maakt

deze studie tot een echt ketenonderzoek, want om dit te

bereiken is medewerking van de eerstelijns verloskundige

praktijken een absolute noodzaak. Overal in het land

worden momenteel voorlichtingspraatjes georganiseerd

in kringen en VSV-bijeenkomsten. Dit om zowel de

eerstelijn als de tweedelijn kennis te laten maken met de

studie, en om ieders medewerking aan dit onderzoek te

vragen. Voor verloskundig Nederland een uitdaging om

dit onderzoek samen van de grond te krijgen!

Tot slotVoor meer informatie over het onderzoek verwijzen wij

u naar de website van het verloskundig consortium,

www.studies-obsgyn.nl en naar de website van de Triple

P studie, www.studies-obsgyn.nl/TripleP. Aanmeldingen

om als praktijk aan de studie deel te gaan nemen kunt

u per mail richten aan Jeanine van der Ven. Zij is als

verloskundige- onderzoeker aan deze studie verbonden

([email protected]). Ook voor meer informatie

kunt u bij haar terecht. ■

ReferentiesBakker JJH, Verhoeven CJM, Janssen PF, van Lith JM, van Oudgaarden ED,

Bloemenkamp KWM, Papatsonis DNM, Mol BWJ, van der Post JAM.

(2010). Outcomes after Internal versus External Tocodynamometry for

Monitoring. Labor N Engl J Med; 362:306-313

Fonseca EB, et al (2007). Progesterone and the risk of preterm birth

among women with a short cervix. N Engl J Med; 357(5):462-9.

Koopmans CM, Bijlenga D, Groen H, Vijgen SM, Aarnoudse JG, Bekedam

DJ, van den Berg PP, de Boer K, Burggraaff JM, Bloemenkamp KW,

Drogtrop AP, Franx A, de Groot CJ, Huisjes AJ, Kwee A, van Loon AJ, Lub

A, Papatsonis DN, van der Post JA, Roumen FJ, Scheepers HC, Willekes C,

Mol BW, van Pampus MG. (2009). Induction of labour versus expectant

monitoring for gestational hypertension or mild pre-eclampsia after 36

weeks' gestation (HYPITAT): a multicentre, open-label randomised con-

trolled trial. Lancet 374 (9694)9:979-988

Meis PJ, Klebanoff M, Thom E, Dombrowski MP, Sibai B, Moawad AH,

Spong CY, Hauth JC, Miodovnik M, Varner MW. (2003). Prevention of

recurrent preterm delivery by 17 alpha-hydroxyprogesterone caproate. N

Engl J Med; 348:2379–2385

NVOG, Richtlijn Preventie recidief spontane vroeggeboorte. (2007).

www.nvog.nl

WETENSCHAP

32 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 32

Page 33: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Ruim 3 maanden geleden is het PROMISESonderzoek (UMC Groningen) van start gegaan.Hieronder beschrijven de onderzoekers in hetkort de achtergrond en doelstelling van ditonderzoek en hoe het is opgezet.

AchtergrondAngstklachten en klachten van depressieve aard komen

veel voor, ook tijdens de zwangerschap. De schattingen

lopen uiteen maar over het geheel genomen blijkt dat

ongeveer 10 tot 15% van de vrouwen tijdens de zwan-

gerschap te maken krijgt met dit soort zogenaamde

emotionele klachten. Er zijn sterke aanwijzingen dat de

kinderen van deze vrouwen vaker te vroeg geboren

worden, een lager geboortegewicht en een lagere Apgar

score hebben dan kinderen van vrouwen die deze klachten

niet hebben gehad. Inmiddels zijn er ongeveer 20 obser-

vationele studies die laten zien dat deze kinderen niet

alleen een ongunstiger obstetrisch profiel hebben maar

later ook een verhoogde kans hebben op emotionele of

gedragsproblemen. In deze studies werden verbanden

gevonden tussen prenatale angst of depressie bij de

moeder en onder andere sociale angst en Attention

Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) maar ook met

crimineel gedrag. Over de mechanismen die deze

verbanden kunnen verklaren is nog maar weinig bekend.

Mogelijk leidt de stress die voortkomt uit het hebben

van angst of depressie tot veranderingen in het cortisol-

metabolisme van de moeder. Deze veranderingen kunnen

een ongunstig effect hebben op de hersenen van het

ongeboren kind. Het verband met de emotionele en

gedragsproblemen kan ook psychologisch verklaard

worden doordat depressie of angst voortduurt tot na de

geboorte waardoor de hechting tussen moeder en kind

in gevaar komt. Het is inmiddels duidelijk dat een goede

hechting van wezenlijk belang is voor een gezonde

geestelijke ontwikkeling van het kind. Een belangrijke

alternatieve verklaring is dat de verbanden indirect zijn

en verklaard worden door een derde factor die zowel de

angstige of depressieve symptomen van de moeder als

de psychosociale problemen van het kind verklaart. De

gevonden verbanden zouden in dat geval niet causaal

zijn. De meest voor de hand liggende derde factor is een

genetische gevoeligheid voor psychische problemen. Een

dergelijke factor wordt immers voor de helft gedeeld

door moeder en kind. Ook een door moeder en kind

gedeelde ongunstige omgeving kan een derde factor zijn

die het verband tussen prenatale angst of depressie en

een ongunstige ontwikkeling van het kind verklaart. Het

uitsluiten van een niet causaal verband en het aantonen

van de sterkte van het verband kan alleen onderzocht

worden door een experiment te doen waarbij de depres-

sieve of angstige symptomen behandeld worden en te

kijken naar effecten op de ontwikkeling van het kind.

Dit is precies wat we in het Pregnancy Outcomes after

Maternity Intervention for Stressful Emotions (PROMISES)-

onderzoek gaan doen.

DoelstellingHet doel van dit onderzoek is na te gaan of preventie

van psychosociale problemen bij kinderen mogelijk is

door tijdens de zwangerschap en in de eerste weken na

de geboorte, symptomen van depressie of angst bij de

moeder te behandelen met een psychologische interventie.

Naast psychosociale uitkomsten willen we ook kijken of

de behandeling leidt tot een beter obstetrisch profiel.

OnderzoeksopzetHet PROMISES-onderzoek zal uitgevoerd worden in twee

fasen. De eerste fase, de screening, is onderdeel van

een ander onderzoek. Dit onderzoek betreft de rol van

persoonlijkheid, sociale steun en levensgebeurtenissen bij

het krijgen van angst en depressie in de periode van het

tweede trimester van de zwangerschap tot in het eerste

jaar postpartum. Alle vrouwen die zich gedurende de

onderzoeksperiode van ongeveer een jaar inschrijven bij

een van de 31 participerende eerstelijns verloskundigen-

praktijken in Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel

WETENSCHAP

33TvV juli/augustus 2010 • KNOV

PROMISESHet PRegnancy Outcomes after Maternity Intervention forStressful EmotionS (PROMISES) –onderzoek.

Huibert Burger, Claudi L.H. Bockting, Marielle G. van Pampus en Judith L. Meijer

Huibert Burger en Judith L. Meijer zijn verbonden aan de afdeling

Epidemiologie en Interdisciplinair Centrum voor Psychiatrische

Epidemiologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen;

Claudi L.H. Bockting is verbonden aan de afdeling Klinische

Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen; Marielle G. van

Pampus is verbonden aan de afdeling Obstetrie en Gynaecologie,

Universitair Medisch Centrum Groningen.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 33

Page 34: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

worden voor dit onderzoek uitgenodigd. Het doel is om

gegevens te krijgen van ongeveer 6000 vrouwen. In dit

onderzoek wordt de mate van depressiviteit gemeten

met de Edinburgh Postnatal Depression Scale (EPDS). Het

niveau van angst wordt gemeten met de State and Trait

Anxiety Inventory (STAI-Trait). Beide vragenlijsten zijn

goed gevalideerd voor gebruik tijdens de zwangerschap.

Vrouwen met een verhoogde mate aan klachten van

angst of depressie (EPDS >=12 en/of STAI >=42) zullen

uitgenodigd worden voor de tweede fase, het eigenlijke

PROMISES-onderzoek. Indien de vrouwen toestemming

geven en aan geen van de exclusiecriteria (meerling-

zwangerschap, hoog suïcide-risico, huidige psychotherapie,

ernstige lichamelijke aandoening, of onvoldoende

beheersing van de Nederlandse taal) voldoen worden

zij gerandomiseerd naar de interventie- dan wel de

controlegroep. Vrouwen in de controlegroep worden

geadviseerd contact op te nemen met hun huisarts om de

klachten te bespreken. We zullen nauwkeurig vastleggen

welke zorg de vrouwen ontvangen van de huisarts maar

de aanname is dat deze zorg aanmerkelijk minder inten-

sief zal zijn dan in de interventiegroep. Vrouwen in de

interventiegroep krijgen 6 tot 10 sessies cognitieve

gedragstherapie (CGT) tijdens de zwangerschap en na

de bevalling nog eens 4-8 sessies vanaf 6 weken post -

partum. De CGT wordt door speciaal getrainde gedrags -

therapeuten gegeven. De eerste stap bij de CGT bestaat

uit het opsporen van negatieve of automatische gedachten

die aan de angst of depressie bijdragen, of deze in stand

houden. Er wordt in het bijzonder ingegaan op thema’s

die vooral tijdens de zwangerschap van belang kunnen zijn

zoals de angst voor aangeboren afwijkingen, miskramen,

complicaties bij de bevalling of een voorgeschiedenis van

seksueel misbruik. Gebruik makend van de zogenaamde

‘Socratische dialoog’ wordt geprobeerd deze negatieve

gedachten blijvend te veranderen. Vervolgens wordt tot en

met 18 maanden postpartum het niveau van symptomen

van angst en depressie herhaaldelijk gemeten om te kijken

of de klachten afnemen. Ook wordt gedurende deze

periode op verschillende momenten gevraagd naar kwa-

liteit van leven, ‘coping’ stijl, alcoholgebruik, rookgedrag,

zorgconsumptie, levensgebeurtenissen, moeder-kind

hechting en de kwaliteit van de partnerrelatie. Dit wordt

grotendeels gedaan via vragenlijsten die via het internet

ingevuld kunnen worden. Gegevens over zwangerschap

en bevalling worden gevraagd aan de verloskundigen die

meedoen aan PROMISES. Om het effect van de CGT bij

de kinderen te meten, gaan we het kind op anderhalf -

jarige leeftijd thuis onderzoeken. Bij dat bezoek wordt

een aantal testen gedaan om de motorische, cognitieve

en gedragsontwikkeling te meten. Dit gebeurt met de

zogenaamde Bayley schalen die hier speciaal voor zijn

ontwikkeld. Daarnaast zullen we (voorlopers van) gedrags-

en emotionele problemen proberen vast te stellen door

de moeder te interviewen aan de hand van een goed

gevalideerd instrument voor deze jonge leeftijdscategorie

(CBCL 1.5-5). Dit instrument heeft ook een versie voor

personen die de kinderen vaak zien, maar niet de ouders

zijn. Daarbij valt te denken aan medewerkers van de

kinderopvang. Het is belangrijk om ook deze mensen de

CBCL voor te leggen omdat deze niet op de hoogte

zullen zijn van de behandelingsstatus van de moeder en

daarom waarschijnlijk minder bevooroordeeld zullen zijn.

Wij hopen dat het PROMISES-onderzoek gaat leiden tot

programma’s die angst- en/of depressieklachten tijdens

de zwangerschap kunnen verminderen. Op die manier

hopen we dat dit onderzoek zal bijdragen aan het terug-

dringen van obstetrische problemen en aan het voor -

komen van psychosociale problemen bij kinderen.

Uiteindelijk hopen wij dat dit weer zal leiden tot een

reductie van de lijdensdruk door psychische stoornissen

onder de gehele, ook volwassen, bevolking.

Het PROMISES-onderzoek is een samenwerking tussen de

afdelingen Epidemiologie, Psychiatrie en Gynaecologie

van het UMCG en de afdeling Klinische Psychologie van

de Universiteit Groningen. Daarnaast is er samenwerking

met de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verlos -

kundigen (KNOV) en de Vereniging voor Gedragstherapie

en Cognitieve Therapie (VGCT). Het onderzoek wordt

financieel ondersteund door ZonMw, subsidienummer

120520013.

Meer informatie: www.promises-onderzoek.nl. ■

Onderzoeksteam van PROMISES.

Vlnr: Huib Burger (projectleider), Judith Meijer (onderzoeker),

Juliette Kalkman (onderzoeksassistent),

Claudi Bockting (psychotherapeut)

TvV juli/augustus 2010 • KNOV34

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 34

Page 35: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

Na de publicatie van de Term Breech Trial in2000, steeg het percentage sectio’s bij eenstuitligging in Nederland van 50 naar 80%. Dit stijgende percentage bracht hernieuwdeaandacht voor de uitwendige versie teweeg.Er kwam een KNOV-standpunt uitwendige versie, er werd scholing ontwikkeld en eenversieregister opgezet. PRN-cijfers laten echter zien dat het aantalstuitliggingen bij de geboorte stabiel blijft. Dit roept vragen op over het aanbieden vande versie en het succespercentage ervan. In juni jl. publiceerden Marlies Rijnders enanderen in het Amerikaanse tijdschrift Birthover een studie waarin zij onderzochten: 1) de prevalentie en uitkomst van de uit -wendige versie, 2) de redenen van vrouwen of zorgverleners om geen uitwendige versie te proberen, 3) de factoren die de keuze vande vrouw kunnen beïnvloeden zoals pijn, decounseling en medicatie.

Opzet van het onderzoekIn een representatief sample van eerstelijns verloskundige

praktijken werd tussen juni 2007 en januari 2008 gegevens

verzameld van vrouwen waarbij bij een zwangerschaps-

duur van 34+0 weken of meer een stuitligging werd

vermoed bij uitwendig onderzoek. Indien de stuitligging

werd bevestigd, ontvingen de praktijk, de vrouw en de

degene die de uitwendige versie verrichtte, een vragen-

lijst. De vragenlijst bevatte zowel multiple choice als open

vragen en betroffen de procedure, uitkomsten, redenen

om geen versie uit te voeren en de ervaringen van vrou-

wen. De ervaren pijn en angst werden gemeten op een

vijfpuntschaal. De vrouwen werden verzocht om de

vragenlijst na de eventuele versie in te vullen en voor de

geboorte te retourneren.

StudiepopulatieVan de 65 praktijken die werden benaderd, reageerden

49 positief (75%). Uiteindelijk werden 140 nullipara en

141 multiparae in 46 praktijken geïncludeerd. Vergeleken

met de landelijke cijfers, waren in deze groep relatief meer

vrouwen van Nederlandse origine. Wat betreft leeftijd en

opleiding verschilde de studiegroep niet met de landelijke

populatie. De meeste van de vermoede stuitliggingen (67%)

werden voor de 36ste zwangerschapsweek bevestigd, de

meeste versies (72%) werden voor 37 weken uitgevoerd.

AanbodAlle 304 vrouwen met een vermoedelijke stuitligging

werden doorgestuurd naar een gynaecoloog. In meer dan

de helft van de gevallen (n=167) werd het vermoeden

bevestigd. Bij 123 (74%) van de 167 vrouwen werd een

versie verricht. Vijftien vrouwen (9%) zagen af van een

versie, zeven vrouwen (4%) kwamen in partu voor de

versieafspraak. Bij 20 vrouwen (12%) besloot de gynaeco-

loog geen versie te verrichten. Redenen daarvoor waren

onder andere weinig vruchtwater, strakke buikspieren,

placenta op voorwand, laag geboortegewicht, aangebo-

ren afwijkingen of redenen aangegeven door de vrouw.

Deze laatste waren: een vermoed hoog risico of lage

kans van slagen en slechte verhalen van anderen.

Relinde van der Stouwe

Relinde van der Stouwe is redacteur van dit tijdschrift

Uitwendige versie; hoe vaak lukt het en wat vindenvrouwen er van?

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 35

Referaat

© F

ran

k M

ulle

r, N

ijmeg

en

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 35

Page 36: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

Met uitzondering van een versie door een verloskundige,

werden alle andere pogingen verricht door een gynaeco-

loog. Er waren 41 ziekenhuizen betrokken, verspreid over

heel Nederland.

Bij eenderde van de vrouwen werd meer dan één poging

gedaan. Bij 37% van de vrouwen werden weeënremmers

gebruikt bij de versie. In het Zuiden van Nederland werden

vaker weeënremmers gebruikt (51%) dan in het midden

(36%) en het Noorden (12%). In de dossiers werd niet ver-

meld of pijnstillende medicatie werd toegepast. De onder-

zoekers gaan er vanuit dat dit ook niet gebruikt werd.

SlagingspercentageVan de uitwendige versies resulteerde 39% (n=48) in een

hoofdligging. Het opleidingsniveau en etnische achter-

grond van de zwangere waren niet van invloed op het

slagingspercentage. Ook de omvang van de verloskundige

praktijk, het aantal uitgevoerde versies in het ziekenhuis,

zwangerschapsduur waarbij de stuitligging werd vastge-

steld of uitwendige versie werd verricht en het gebruik

van tocolytica hadden geen invloed.

Wel van invloed waren pariteit en de regio waar de versie

werd uitgevoerd. Bij nulliparae slaagde de versie significant

minder vaak (27%) dan bij multiparae (57%; p=0.002).

In de zuidelijke regio lag het slagingspercentage op 16

procent (5 van de 32 uitgevoerde versies), in het midden

van het land op 42% (20/48) en in het noorden 54%

(23/43). Deze verschillende zijn statistisch significant.

Voor multiparae bleef het succespercentage in het zuiden

significant het laagst. Bij primiparae waren de verschillen

niet significant. Ten dele kan dit lage succespercentage in

het zuiden toegeschreven worden aan één ziekenhuis,

waar relatief veel van de versies verricht werden en

zonder succes. Echter, ook na uitsluiting van de versies in

dit ziekenhuis, bleef het slagingspercentage in het zuiden

significant laag ten opzichte van het midden en noorden

van het land.

De kans dat het kind na versie in hoofdligging bleef liggen,

was groot. Na succesvolle versie bleken 47 kinderen bij

de geboorte nog steeds in hoofdligging te liggen; bij een

kind ontbraken hierover gegevens. In de groep vrouwen

waarbij de versiepoging mislukte, draaiden alsnog twee

(van de 75) kinderen zich spontaan naar hoofdligging. En

ook in de groep waarbij geen versie werd verricht (n=44)

lagen twee kinderen bij de geboorte in hoofdligging.

De onderzoekers rekenden de kans uit op een hoofd -

ligging ten tijde van de partus. Vrouwen die een versie

ondergingen, hadden een negen keer zo grote kans op

een hoofdligging bij de geboorte dan vrouwen die geen

versie ondergingen: RR 8.8 (BI 95%:2.2-34.8). De kans

op een vaginale geboorte was drie keer zo groot in de

groep vrouwen waarbij een versie verricht werd: RR 2.7

(BI 95% 1.5-5.0).

ComplicatiesBij vier versies werden complicaties gemeld. Drie kinderen

hadden een bradycardie die minder dan 10 minuten

Geen of een Pijnlijk, erg of OR Aangepaste OR

beetje pijn extreem pijnlijk (BI 95%) (BI 95%)

(n=38) (n=57)

Aantal (%) Aantal (%)

Regio

Noord 18 (64) 10 (36) 1 1

Midden 13 (33) 26 (67) 3.5 (1.2-9.6) 4.0 (1.2-12.6)

Zuiden 7 (25) 21 (75) 5.4 (1.7-17.1) 4.7 (1.3-16.9)

Geslaagde versie

Ja 22 (67) 11 (33) 1

Nee 16 (26) 46 (64) 6.3 (2.5-16.2) 5.3 (1.9-14.7)

Zwangerschapsduur

Bij diagnose

≥ 36 wkn 17 (57) 13 (43) 1 1

< 36 wkn 21 (32) 44 (68) 2.7 (1.1-6.5) 2.3 (0.8-6.5)

Tabel 1: Onafhankelijke factoren die effect hebben op pijn tijdens de versie

(aantal vrouwen die versie ondergingen en die vragenlijst terugstuurde = 95)

TvV juli/augustus 2010 • KNOV36

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 36

Page 37: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

duurde. In twee gevallen trad dit op na een succesvolle

versie, in een geval na een mislukte versie. Na een versie

werd met de echo een laagliggende navelstreng gezien

die na een dag verdwenen was. Alle vier kinderen werden

vaginaal en in goede conditie geboren.

Ervaringen van vrouwenVan de 135 vrouwen die een versie ondergingen,

reageerden 95 (80%) op de vragenlijst.

Het uitkomen van de verwachtingen van deze vrouwen

en het slagen van de versie zijn niet automatisch met

elkaar verbonden. Voor 65 van de 95 vrouwen (68%)

bleek het ondergaan van de versie overeen te komen

met wat ze er van verwacht hadden. In deze groep

beschouwden de meeste vrouwen (83%) de versie als

een goede ervaring. De vrouwen waarbij het ervaren

van de versie niet overeen kwam met wat ze er van

verwachten, was het voor 67% een positieve ervaring.

Voor de hand ligt dat pijn en angst de ervaring van de

versie negatief beïnvloedt. Dat bleek ook zo te zijn. Een

pijnlijk ervaren versie geeft een zesmaal hogere kans op

een negatief ervaren versie: OR 6.0 (BI 95%,: 3.3-12.2)

in vergelijking met vrouwen die geen of een beetje pijn

voelden tijdens de versie. Daarnaast beoordeelden geen

van de tien vrouwen die zich angstig hadden gevoeld

tijdens de versie, de versie als een positieve ervaring.

Elf procent van de vrouwen ondervond geen pijn en

30% een beetje pijn tijdens de versie. Meer dan de

helft van de vrouwen (60%) gaf aan pijn van betekenis

gevoeld te hebben: 32% beoordeelde de versie als pijn-

lijk, 17% als erg pijnlijk en 10% als extreem pijnlijk.

Factoren die significant gerelateerd waren aan een pijnlijk

ervaren versie waren: het wel/niet slagen van de versie,

de regio waarin de versie plaatsvond, en de zwanger-

schapsduur ten tijde van de diagnose (zie tabel 1). Niet

van invloed op de pijn waren: pariteit, tocolysis, het toe-

passen van de versie voor de 36ste zwangerschapsweek.

Ook is er geen relatie tussen angst vooraf aan de versie

en de ervaren pijn tijdens de versie. Van de vrouwen die

zich angstig voelde voor de versie, ervoer 76% pijn van

betekenis in vergelijking tot 58% van de vrouwen die

geen angst aangaven voor de versie. Aan de andere kant

ervoeren alle elf vrouwen die zich angstig voelden tijdens

de versie, de versie als pijnlijk in vergelijking met 55% van

de 84 vrouwen die geen angst tijdens de versie voelde.

CounselingDe meeste vrouwen (71%) die een versie ondergingen

waardeerden de counseling van de verloskundige over de

versie als goed tot zeer goed, 23 procent beschouwde

het als adequaat en 6 procent als slecht. De counseling

door de zorgverlener die de versie uitvoerde werd door

87% van de vrouwen als goed tot zeer goed beoordeeld.

De beoordeling van de counseling bleek niet gerelateerd

te zijn aan het succespercentage of de regio. Wel ervoeren

alle zeven vrouwen die de counseling als slecht aanduiden,

de versie als pijnlijk in vergelijking met 57% van de 88

vrouwen die de counseling als goed beoordeelden.

Slechte counseling was niet gerelateerd aan de angst

vooraf en tijdens de versie.

DiscussieVeel vrouwen zijn bereid om een versie te ondergaan

terwijl de ingreep niet pijnloos is. Meer dan de helft van

de vrouwen in deze studie ervoer pijn van betekenis en

tien procent had zich angstig gevoeld tijdens de versie.

Niettemin beoordeelden de meeste vrouwen de versie

als een positieve ervaring. Hoewel de counseling in het

algemeen goed werd beoordeeld, pleiten de onder -

zoekers terecht voor extra aandacht voor de pijn die

vrouwen kunnen ervaren tijdens versie.

Ook met een slagingspercentage van ‘slechts’ 39%, stijgt

de kans op een kind in hoofdligging bij de geboorte en

de kans op een vaginale baring significant. In deze studie

werden geen grote complicaties gerapporteerd. Daarbij

moet wel opgemerkt worden dat de omvang van de

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 37

© F

ran

k M

ulle

r, N

ijmeg

en

© F

ran

k M

ulle

r, N

ijmeg

en

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 37

Page 38: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

studiegroep te beperkt is om daar conclusies aan te

verbinden. Andere studies laten zien dat complicaties

zeldzaam zijn.

Gezien deze gunstige uitkomsten, de bereidheid van

vrouwen om een versiepoging te ondergaan en hun

positieve ervaring in deze studie, is het een gemiste kans

dat in 26% van de gevallen de gynaecoloog afzag van

een versiepoging. De meest genoemde redenen daarvoor

waren: niet genoeg vruchtwater, strakke buikspieren, en

ingedaalde stuit. De onderzoekers wijzen er op dat oligo-

hydramnion beschouwd wordt als een relatieve contra-

indicatie voor een versie, maar dat er geen wetenschap-

pelijke basis is voor onvoldoende vruchtwater en

ingedaalde stuit als factoren in de besluitvorming. Ook een

laagliggende navelstreng, placenta op de voorwand en

een sectiolitteken vormen in nationale en internationale

richtlijnen geen absolute contra-indicaties. De onder -

zoekers zien mogelijkheden tot verbetering in de opge-

voerde redenen om geen versie uit te voeren.

Ook signaleren zij regionale verschillen in de uitvoering

van de procedure en het slagingspercentage. Dit zijn voor

de onderzoekers aanwijzingen voor verbetering van de

vaardigheden en van wetenschappelijk onderbouwde

beslissingen.

ConclusieDe uitwendige versie kan een stuitligging bij de geboorte

voorkomen en daarmee de kans op een vaginale baring

vergroten. Complicaties zijn zeldzaam. Niettemin werd bij

een op de vier laagrisico vrouwen met een stuitligging

geen versiepoging verricht.

De regionale verschillen in het succespercentage van de

versie en de procedure vraagt om training van vaardig -

heden van zorgverleners.

In de counseling moet meer aandacht besteed worden

aan de pijn die vrouwen kunnen ervaren tijdens de

versie. Een aanzienlijk deel van de vrouwen ervaart pijn

van betekenis tijdens de ingreep. ■

ReferentieRijnders M, Offerhaus P, Van Dommelen P, Wiegers Th, Buitendijk S.

(2010). Prevalence, outcome, and women’s experiences of external

cephalic version in a low-risk population. Birth 37: 124-133

38 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Op 11 augustus a.s. begint de Ramadan, deislamitische vastenmaand. Van dageraad totzonsondergang wordt dan gevast. Kinderen,zieken, en reizigers hoeven niet te vasten. Dit geldt ook voor vrouwen die borstvoedinggeven of menstrueren. Zwangere vrouwenmogen vasten, maar hoeven dat niet te doenals ze zich zorgen maken over hun eigengezondheid of die van hun ongeboren kind.Tot nu toe waren er geen aanwijzingen datzwangere vrouwen zich zorgen zouden moetenmaken om de gezondheid van hun kind.Grootschalig onderzoek in Indonesië laat echterzien dat mensen die voor hun geboorte warenblootgesteld aan de Ramadan op latere leef-tijd minder gezond zijn. Het suggereert dataanpassingen van de foetus aan een beperktehoeveelheid voedingsstoffen blijvende nega-tieve gevolgen heeft gehad die leiden totziekte in het latere leven. Een bevestiging vande ‘fetal origins of adult disease’ hypothese.

Onderzoek in IndonesiëDe Nederlandse econoom Reyn van Ewijk voerde onder-

zoek in Indonesië uit naar de effecten van Ramadan

tijdens de zwangerschap op de gezondheid op korte en

lange termijn (Van Ewijk, 2009). Er zijn verschillende

redenen waarom Indonesië als land erg geschikt is voor

een dergelijk onderzoek. In Indonesië woont de grootste

moslimpopulatie ter wereld; 86% van de 238 miljoen

inwoners zijn moslim. Omdat Indonesië op de evenaar

ligt, is dit land extra geschikt om effecten van Ramadan

te onderzoeken. De Ramadan valt namelijk elk jaar elf

dagen eerder. Dit betekent dat de Ramadan verschuift

in het kalenderjaar en niet altijd in hetzelfde seizoen valt.

In Nederland zou dat betekenen dat het vasten tijdens

de Ramadan in de zomer langer duurt dan in de winter.

In Indonesië is het aantal uren tussen dageraad en zons-

ondergang – de periode waarin gevast moet worden –

Lange termijn gevolgenTessa Roseboom, Joris van der Post, Rebecca Painter

De drie auteurs zijn verbonden aan het Academisch

Medisch Centrum in Amsterdam.

Tessa Roseboom is universitair hoofddocent aan de

afdeling Klinische Epidemiologie, Biostatistiek en

Bioinformatica, en Gynaecologie en Verloskunde.

Joris van der Post is hoogleraar Gynaecologie en Verloskunde

en Rebecca Painter is gynaecoloog in opleiding.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 38

Page 39: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

WETENSCHAP

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 39

altijd even lang, of de Ramadan nu in de winter of in de

zomer valt.

Groot databestandVan Ewijk koos een slimme strategie om zijn onderzoek

uit te voeren. Hij maakte gebruik van de Indonesian Family

Life Survey, onderzoeksgegevens van grote aantallen

mensen over zowel economische, sociale als gezondheids-

factoren van enkele tienduizenden mensen die represen-

tatief zijn voor de Indonesische bevolking. Deze gegevens

zijn vrij toegankelijk, en dat maakte het mogelijk ant-

woord te vinden op de vraag of prenatale blootstelling

aan de Ramadan gevolgen heeft voor de gezondheid.

Van Ewijk gebruikte gegevens die in 2000 waren verzameld

bij ruim veertigduizend mannen en vrouwen van verschil-

lende leeftijd afkomstig uit ruim tienduizend huishoudens.

Op basis van geboortedatum stelde hij vast of moslims al

dan niet mogelijk blootgesteld waren geweest aan de

Ramadan. Hij vergeleek de gezondheid van moslims die

voor hun geboorte mogelijk blootgesteld waren geweest

aan de Ramadan (omdat ze tot acht maanden na een

Ramadan werden geboren), met de gezondheid van

moslims die niet konden zijn blootgesteld aan de Ramadan

(omdat ze in de weken voor een Ramadan werden

geboren), waarbij hij rekening hield met hun leeftijd,

geboorteseizoen en geslacht. Omdat Ramadan bloot -

stelling alleen werd bepaald op grond van de geboorte-

datum, is niet met zekerheid vast te stellen of de moe-

ders ook daadwerkelijk tijdens de zwangerschap hadden

gevast. Als slechts een deel van hen had gevast, dan zullen

de effecten die werden gevonden een onderschatting zijn

van de echte effecten van vasten tijdens de zwangerschap.

Minder gezondVan Ewijk vond dat prenatale blootstelling aan de Ramadan

blijvende gevolgen had voor de gezondheid op latere

leeftijd. Zo waren mensen (> 45 jaar) die prenataal waren

blootgesteld aan de Ramadan ongezonder (als beoordeeld

door een verpleegkundige), vaker ziek, hadden ze vaker

klachten van pijn op de borst (als indicator voor hart- en

van prenatale blootstelling aan de Ramadan

11 augustus 2010: begin van de Ramadan

© S

aski

a va

n V

een

, Den

Haa

g

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 39

Page 40: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

vaatziekten) en wonden die langzaam helen (als indicator

voor type 2 diabetes).Door dezelfde analyses te doen bij

niet-moslims (waar hij geen effect vond van prenatale

blootstelling aan de Ramadan) kon hij aannemelijk maken

dat de gevonden effecten niets te maken hadden met

seizoenseffecten of bijeffecten van de Ramadan, maar zeer

waarschijnlijk met het vasten tijdens de Ramadan zelf.

HongerwinterTijdens de Ramadan wordt er na zonsondergang genoten

van de Iftar maaltijd, een feestelijke en calorierijke maal-

tijd. Het is frappant dat desondanks de resultaten van

Ewijk sterk overeenkomen met de resultaten van onder-

zoek naar de gezondheid van mensen die voor hun

geboorte zijn blootgesteld aan de Hongerwinter. Tijdens

de Hongerwinter was er slechts een rantsoen van 400-

800 calorieën voor handen. Ook daar waren met name

de mensen die waren verwekt tijdens de Hongerwinter

– en dus in het eerste trimester waren blootgesteld aan

ondervoeding – op latere leeftijd minder gezond.

Ze leden twee keer vaker aan hart- en vaatziekten en

hadden vaker type 2 diabetes.

KanttekeningenEen kanttekening bij het onderzoek van Van Ewijk is dat

de metingen van de gezondheid niet optimaal zijn. Dit zal

hebben gezorgd voor “ruis”. Over het algemeen zal dit

leiden tot een onderschatting van de effecten, en zullen

de echte effecten waarschijnlijk groter zijn.

Hoewel het gaat om zeer gedegen en grootschalig onder-

zoek – en de resultaten passen binnen een grote hoeveel-

heid wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen

prenatale omstandigheden en latere gezondheid – zijn

de resultaten niet zomaar te vertalen naar Nederland.

Simpelweg omdat de gezondheidszorg en de omstandig-

heden in Nederland heel anders zijn dan die in Indonesië.

Een van de belangrijkste verschillen is dat in Indonesië

40% van de bevolking onder de armoedegrens leeft, en

dat chronische ondervoeding veel voorkomt, ook onder

zwangeren. Het is denkbaar dat de effecten van Ramadan

in Indonesië om deze redenen anders zijn dan in

Nederland, waar overgewicht een veel groter gezond-

heidsprobleem vormt dan ondervoeding.

Onderbouwd adviesWe weten eigenlijk niet goed of het verstandig is

Nederlandse moslima’s te ontraden mee te doen aan de

Ramadan. Vandaar dat tijdens de komende Ramadan in

Nederland onderzoek zal worden gedaan. Doel is na te

gaan wat de effecten zijn van vasten tijdens de zwanger-

schap op de korte termijn. Ook zal worden onderzocht

hoeveel zwangere vrouwen vasten tijdens de Ramadan,

en wat redenen zijn om al dan niet te vasten. Het is een

eerste stap om zwangere vrouwen tijdens de Ramadan

beter te kunnen begeleiden. Meer informatie over het

onderzoek dat het AMC in samenwerking met Reyn van

Ewijk zal gaan uitvoeren is te vinden op

www.healthywombstudycenter.nl ■

ReferentiesVan Ewijk, R.J.G. (2009). Long-term health effects on the next generation

of Ramadan fasting during pregnancy, CEP Discussion Paper, No. 926,

Centre for Economic Performance, London School of Economics.

http://vanewijk.economists.nl/papers.php

www.hongerwinter.nl

www.healthywombstudycenter.nl

WETENSCHAP

40 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

© S

aski

a va

n V

een

, Den

Haa

g

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 40

Page 41: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Nieuwsbrief - juli 2010, jaargang 6

w w w . k e n n i s p o o r t - v e r l o s k u n d e . n l

Risico’s voor zwangeren na jeugdkanker en abdominale radiotherapiePregnancy outcome in female childhood cancer survivors.

Lie Fong S, van den Heuvel-Eibrink MM, Eijkemans MJC et al.

Human Reproduction 2010; Advance access February 19

Steeds vaker overleven kinderen kanker, waardoor nu ook het aantal

zwangeren toeneemt dat in hun jeugd kanker heeft gehad. De onder-

zoekers deden een retrospectieve studie naar zwangerschapsuit-

komsten onder 40 ex-kankerpatiënten van het Rotterdamse Sophia

Kinder ziekenhuis die tussen 2000 en 2005 zijn bevallen van een

eenling.

Deze vrouwen werden vergeleken met 9.031 controles zonder jeugd-

kanker uit de landelijke PRN-data door matching op pariteit, leeftijd,

en maand en jaar van de bevalling.

Dit is de eerste studie waarbij zwangerschapsuitkomsten van vrou-

wen met jeugdkanker worden vergeleken met die van een landelijke

populatie.

De zwangerschapsuitkomsten verschilden niet tussen beide groepen

vrouwen. Echter, de ex-kankerpatiënten die waren behandeld met

abdominale radiotherapie hadden vaker een post-partum bloeding

(33% versus 5%, p=0,007) en bevielen vroeger (34,9 versus 39,2

weken zwangerschap, p=0,001), maar na correctie voor zwanger-

schapsduur was er geen verschil in geboortegewicht.

Deze studie benadrukt de noodzaak voor een goede bewaking van

de bevalling bij vrouwen die tijdens hun jeugd kanker hadden en

daarvoor abdominale radiotherapie ondergingen. De auteurs raden

deze vrouwen af om thuis te bevallen.

Maakt een zwangerschap je nu wel of niet vergeetachtig?Cognition in pregnancy and motherhood: prospective cohort study.

Christensen H, Leach LS, Mackinnon A. British Journal of Psychiatry

2010; 196:126-132

Volgens onderzoeken worden zwangere vrouwen en moeders vergeet-

achtig, en deze informatie wordt ook gepubliceerd in zwangerschaps-

boeken, tijdschriften en op websites. Studies bij ratten toonden juist het

tegenovergestelde aan. De humane studies waren echter niet optimaal

opgezet; zonder metingen voorafgaand aan de zwangerschap en bij te

kleine en niet representatieve onderzoekspopulaties.

Deze prospectieve studie onderzocht in een grote representatieve

onderzoekspopulatie of er een relatie was tussen enerzijds zwangerschap

of moederschap en anderzijds korte of langdurige cognitieve verslech-

tering. Bij 1.241 vrouwen met een leeftijd tussen 20 en 24 jaar werden

uitgangsmetingen uitgevoerd in 1999. Er vonden follow-up metingen

plaats bij 1.126 van deze vrouwen in 2003 en bij 1.058 vrouwen in 2007.

Vier gevalideerde cognitietesten werden afgenomen voorafgaand, tijdens

en na de zwangerschap: mentale snelheid, werkgeheugen, korte- en

langetermijngeheugen. Daarnaast werd informatie verzameld over

opleiding, depressie, angst, medicijngebruik voor depressie of angst,

burgerlijke staat, en slaapproblemen.

Zesenzeventig vrouwen waren zwanger (primigravida) bij vervolgmetin-

gen, 188 kregen een (eerste) kind gedurende de studie en 542 raakten

niet zwanger. Er werden geen cognitieve veranderingen gevonden die

verband hielden met zwangerschap of moederschap, hoewel er wel

een verband was tussen late zwangerschap en degeneratie bij de werk-

geheugentest. De onderzoekers vonden dus geen ondersteuning voor

hun hypothese dat zwanger- en moederschap verband zou houden

met aanhoudende cognitieve degeneratie.

In tegenstelling tot eerdere berichtgeving gaat de Conferentie Kennispoort dit jaar niet door. De SOV gebruikt dit jaar om een

vernieuwde opzet van het congres te onderzoeken en uit te werken. De vijfde editie van dit congres vindt daardoor plaats in 2011.

Vitamine D en groei in ABCDMaternal early pregnancy vitamin D status in relation to fetal and

neonatal growth: results of the multi-ethnic Amsterdam Born

Children and their Development cohort. Leffelaar ER, Vrijkotte

TGM, van Eijsden M. British Journal of Nutrition 2010; doi:10.1017/

S0000711451000022X

Er wordt aangenomen dat de intra-uteriene omgeving veel gezondheids-

uitkomsten in het volwassen leven beïnvloedt. Verder weten we dat vitamine

D belangrijk is voor foetale en neonatale ontwikkeling, vooral voor de groei.

Deze studie onderzocht het verband tussen maternale vitamine D status

bij 12-14 weken zwangerschap en geboortegewicht (SGA) en postnatale

groei (lengte en gewicht). Etniciteit van de moeder heeft invloed op SGA en

postnatale groei. Daarom bekeken de onderzoekers ook of verschillen in SGA

en postnatale groei verklaard konden worden door etnische verschillen in

vitamine D status.

Uit het Nederlandse ADCD-cohort werden 3.730 vrouwen met een à-terme

geboorte van één levend kind geselecteerd. Het bleek dat vrouwen met

ontoereikende vitamine D waarden ( 29,9 nmol/l) bijna 2,5 keer vaker een

kind met een laag geboortegewicht (SGA) kregen. Ook kregen deze vrouwen

kinderen die gemiddeld 114 gram lichter waren dan de kinderen van vrouwen

met toereikende vitamine D waarden ( 50 nmol/l). Deze kinderen vertoon-

den in het eerste levensjaar een versnelde groei vergeleken met kinderen van

vrouwen met een toereikende vitamine D status. De verschillen in SGA en

neonatale groei werden slechts in beperkte mate verklaard door de etnische

verschillen in maternale vitamine D status.

Hoewel het supplementeren van vitamine D voor zwangeren met een on -

toereikende vitamine D status een gunstige invloed zou kunnen hebben,

is eerst meer onderzoek nodig om dit beleid verder te onderbouwen.

41

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 41

Page 42: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

w w w . k e n n i s p o o r t - v e r l o s k u n d e . n l

Nieuwe WHO-richtlijnen voor de behandeling en preventie van HIVNew WHO HIV treatment and prevention guidelines. Crowley S, Rollins

N, Shaffer N. The Lancet 2010; 375:874-875

Eind 2009 heeft de WHO nieuwe richtlijnen gepubliceerd voor de behande-

ling en preventie van HIV, ook specifiek voor moeder-kind transmissie van

HIV en zuigelingvoeding bij HIV. De voornaamste doelen hiervan zijn het

verbeteren van gezondheidsuitkomsten voor moeder en kind en het vermin-

deren van verticale transmissie.

De nieuwe richtlijnen zijn vooral gericht op een eerdere start van de behande-

ling. De nieuwe richtlijn voor antiretrovirale therapie (ART) voor zwangere

vrouwen bevat onder andere de volgende vier aanbevelingen: 1) Start ART

bij alle zwangeren met HIV en 350 CD4-cellen/mm3, onafhankelijk van

klinische symptomen; 2) CD4 tests zijn noodzakelijk om te bepalen of

zwangeren met HIV en WHO klinische fase 1 of 2 moeten beginnen met

antiretrovirale behandeling of profylaxe; 3) Start ART bij alle zwangeren met

HIV en WHO klinische fase 3 of 4, onafhankelijk van het aantal CD4-cellen; 4)

Start EVF-medicatie niet gedurende het eerste trimester van de zwangerschap.

De keuze voor bepaalde middelen is onder andere afhankelijk van de vraag

of alleen transmissie van HIV naar het kind moet worden voorkomen of dat

Wat belemmert of bevordert bewegen in de zwangerschap volgens zwangeren zelf? Perspectives of Latina and non-Latina white women on barriers

and facilitators to exercise in pregnancy. Marquez DX, Bustamante

EE, Bock BC et al. Women Health 2009; 49:505-521

Hoewel matig intensief bewegen gedurende de zwangerschap de kans op

zwangerschapsdiabetes vermindert, bewegen Amerikaanse zwangeren,

zeker Latina’s, veel minder dan niet-zwangere vrouwen. De auteurs organi-

seerden 2 blanke focusgroepen en 1 Latina focusgroep met 20 zwangeren

die wekelijks hoogstens 2 halve uurtjes matig intensief bewogen.

De onderzoekers vroegen naar belemmerende en bevorderende factoren

voor gezond bewegen in de zwangerschap.

Alle vrouwen noemden als belangrijke belemmeringen: fysieke beperkin-

gen als enkeloedeem, adviezen van familie of artsen om niet te bewegen,

gebrek aan tijd door hun vele rollen, gebrek aan energie en motivatie

(vooral Latina’s), gebrek aan beweegprogramma’s op maat (blanken) en

geld (Latina’s). Latina’s noemden ook gebrek aan informatie over veilig

bewegen, maar blanke vrouwen noemden juist teveel informatie waardoor

zij onzeker werden. Minder belangrijke belemmeringen waren weers-

omstandigheden, veiligheid op straat, kinderopvang, zichzelf voldoende

actief vinden en niet van beweging houden.

Bevorderend waren vooral sociale steun van familie en andere zwange-

ren (vooral Latina’s), middelen (blank: programma’s op maat, Latina’s:

betaalbare fitness faciliteiten, adequate informatie (blank: gerichte recente

informatie, Latina’s: voorkomen van schade door bewegen). Latina’s

vonden een goed dieet bevorderend en blanke vrouwen inpassing in hun

leven en goede weersomstandigheden. Slechts enkele vrouwen noemden

de voordelen als betere bevalling, zichzelf beter voelen of frisse lucht

krijgen.

Gezondheidsbevorderende programma’s voor verschillende groepen

vrouwen zouden sociale steun, informatie, middelen en zicht op voordelen

moeten bieden. De bevindingen kunnen verloskundigen ondersteunen in

individuele voorlichting over gezond bewegen in de zwangerschap.

daarnaast de moeder ook behandeld moet worden. Na de bevalling speelt

de vraag of er borstvoeding wordt gegeven.

De WHO stelt nu een werkgroep samen die aanbevelingen zal opstellen voor

succesvolle implementatie van de richtlijn. Vroeger starten met HIV-behande-

ling kost meer geld, maar zal volgens de WHO uiteindelijk wel kosteneffectief

zijn. De WHO acht verder onderzoek nodig naar eenvoudiger interventies

(dan CD4 tests) en naar middelen met minder bijwerkingen en toxociteit.

42

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 42

Page 43: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Prevalentie en risicofactoren voor postnatale depressie bij vrouwen met premature en SGA kinderenPrevalence and risk factors for postpartum depression among women

with preterm and low-birth-weight infants: a systematic review.

Vigod SN, Villegas L, Dennis C-L, Ross LE. BJOG 2010; 117:540-550

Postnatale depressie (PND) komt bij 10-15% van de kraamvrouwen voor

en deze vrouwen hebben twee keer zoveel kans om in de volgende vijf jaar

weer depressief te worden. PND verstoort moeder-kind interacties die bij

het kind kunnen leiden tot problemen met hechting, ontwikkeling en sociale

vaardig heden. Hoewel er veel bekend is over de risicofactoren voor postnatale

depressie (PND), is er nooit een systematische review gedaan naar de

voorspellende waarde van kindgebonden zorg zoals bij een prematuur of

SGA kind.

Voor deze meta-analyse werden artikelen gezocht met zoektermen relevant

voor depressie en prematuriteit in Medline, CINAHL, EMBASE, PsycINFO

en Cochrane tot augustus 2008. Dit leverde 26 peer-reviewed artikelen op

met 2.392 vrouwen, die voldeden aan het inclusiecriterium dat bij moeders

met prematuren een gestandaardiseerd onderzoek naar depressie uitgevoerd

moest zijn tussen de bevalling en 52 weken postpartum.

De resultaten betroffen de prevalentie van PND, gemiddelde depressie scores

in de doelgroep en controlegroep en risico factoren voor PND.

De belangrijkste uitkomst was 40% PND in de vroege postpartum periode bij

vrouwen met premature kinderen. Langdurige depressie werd geassocieerd

met vroege prematuriteit, laag geboortegewicht, langdurige ziekte van het

kind en gebrek aan ondersteuning.

De conclusie was dat er een groter risico op PND is bij moeders van prema-

ture kinderen dan bij moeders van à terme kinderen in de eerste maanden

na de geboorte en voor moeders met SGA kinderen in het hele eerste jaar.

Verloskundigen hebben te maken met deze kwetsbare kraamvrouwen en

moeten daarom alert zijn op tekenen van PND.

Voordelen van borstvoeding of nadelen van flesvoeding?What are the risks associated with formula feeding? A re-analysis and review. McNiel ME, Labbok MH, Abrahams SW. Birth 2010; 37:50-58

Het wordt aanbevolen om baby’s de eerste 6 maanden van hun leven uit-

sluitend borstvoeding te geven. Echter, in de meeste studies over zuigelin-

genvoeding wordt flesvoeding als de standaard voeding gezien. Vervolgens

worden de voordelen van borstvoeding beschreven in vergelijking met

flesvoeding, maar gezien de voordelen van borstvoeding zou het logischer

zijn om borstvoeding als de standaard te beschouwen. Het geven van

borstvoeding kan worden voorspeld en verklaard door gebruik te maken

van theoretische modellen (Theory of Reasoned Action, Trans theoretical

Model en Integrated Change Model). Volgens de modellen vermindert de

kans op flesvoeding als de kosten in verhouding tot de baten toenemen.

Dus, om borstvoeding en de sociale acceptatie daarvan te stimuleren,

zouden de bewezen risico’s en gezondheidskosten van de alternatieve

flesvoeding moeten worden benadrukt.

Daarom zijn voor deze review de

resultaten van eerdere studies

omgerekend. De auteurs bere-

kenden nu in plaats van verlaag-

de risico’s bij borstvoeding juist

bij flesvoeding de verhoogde

risico’s op otitis media, diabetes,

astma, dermatitis of ziekenhuisopname als gevolg van lucht weginfecties.

De auteurs waren van mening dat ze daardoor ondersteuning bieden

aan zorgprofessionals bij hun counseling aan zwangeren en pasbevallen

vrouwen. Vrouwen kunnen nu gewezen worden op de risico’s van het

geven van flesvoeding. Deze omgekeerde benadering zou mogelijk meer

vrouwen stimuleren tot het geven van borstvoeding.

Minister eens met onderzoeksagenda

Demissionair minister Ab Klink van VWS sprak zijn steun uit voor

de onderzoeksagenda die hij op 17 juni van ZonMW ontving.

De onderzoeksagenda beschreef hoe de zorg rond zwangerschap

en geboorte beter kan. De samenstelling en formulering van deze

agenda is gecoordineerd door ZonMW, gebaseerd op de inbreng

vanuit een brede expermeeting op 21 april en drie ’verlanglijstjes’,

waarin de kennislacunes en onderzoeksbehoeften zijn weergegeven:

De Kennisagenda Fysiologische Verloskunde van de KNOV, de

Kennisagenda Perinatale Zorg van de NVK en de Signalementstudie

Zwangerschap en Geboorte, die is uitgevoerd door het Erasmuc MC

in opdracht van ZonMW.

De verschillende beroepsgroepen zijn opvallend eendrachtig over de

noodzaak en richting van het onderzoek. Als het aan de samenstel-

lers van de agenda ligt, dan is het hoofdthema voor onderzoek in de

komen de jaren ‘de aanpak van de belangrijkste oorzaken van peri-

natale sterfte en morbiteit (vroeggeboorte, groeivertraging, congenitale

afwijkingen en asfyxie bij het kind). Leidend zijn daarbij het voorkomen

van (een cumulatie van ) risicofactoren en de vroege opsporing

daarvan om te komen tot een vroege (preventieve) behandeling.

In de agenda zijn de bijbehorende kennislacunes verder uitgewerkt.

Hoge prioriteit gaat naar praktijkgericht onderzoek en zorgexperimen-

ten die bijdragen aan verbeteringen op korte termijn. Dit onderzoek

moet zoveel mogelijk lijnoverstijgend (0e, 1e, 2, en 3e-lijnszorg) be-

roepsoverstijgend plaatsvinden, aldus de opstellers. Daarnaast wordt

gepleit voor een blijvende investering in fundamenteel onderzoek en

speficieke aandacht voor (aanstaande) ouders in achterstandsituaties.

Het onderzoek moet zoveel mogelijk in gezamenlijkheid plaatsvinden,

door middel van consortia, aldus de auteurs. Het nieuwe kabinet zal de

voorstellen verder op gaan pakken.

kennispoort-verloskunde.nl

Agenda

43

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 43

Page 44: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

w w w . k e n n i s p o o r t - v e r l o s k u n d e . n l

Cliëntenparticipatie bij richtlijnontwikkelingOntwikkeling van een landelijk netwerkrichtlijn subfertiliteit; de rol van de patiëntenvereniging. Vd Schoor-Knijnenburg J, de Breejen E,

Hermens R et al. Ned Tijdschrift voor Obstetrie & Gynaecologie 2010; vol.123

Individuele beroepsverenigingen stellen klinische richtlijnen op het gebied

van subfertiliteit vaak op vanuit eigen visie en discipline. Hierdoor komen

aanbevelingen soms niet overeen en ontbreekt de samenhang tussen de

verschillende richtlijnen. Als de cliënt in de zorg centraal staat, zouden zij

betrokken moeten worden bij de ontwikkeling, zodat de richtlijn aansluit bij

wensen en behoeften van de cliënten, een breder draagvlak en een betere

implementatiekans heeft. Zo wordt de multidisciplinaire richtlijn subfertiliteit

ontwikkeld, waarin een innovatieve methode voor cliëntenparticipatie een

essentiële rol speelt. Deelname: Nederlands Huisartsen Genootschap,

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, Nederlandse

Vereniging Urologie, Vereniging voor Klinische Embryologie, Nederlandse

Vereniging Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde, Landelijke

Marihuana, hasjies, of sensemilla - producten van de Cannabis

Sativaplant - behoren tot de meest gebruikte verdovende middelen

in Nederland. El Marroun onderzocht het cannabisgebruik onder

zwangere vrouwen in het Generation-R cohort door middel van

zelfrapportage en urineonderzoek. Van de 3.997 vrouwen bleken

130 cannabis te gebruiken (3.3%). Dit percentage komt in de buurt

van het gemiddelde aantal cannabis gebruikende Nederlandse

vrouwen van dezelfde leeftijdscategorie, die niet zwanger zijn. En passant

onderzocht El Marroun de diagnostische kwaliteiten van zelfrapportage

en urineonderzoek. Zelfrapportage geeft een hogere schatting (2.3%)

dan urine-analyse (1.8%), maar beide methoden vullen elkaar aan.

Vrouwen die zeggen alleen vóór de zwangerschap cannabis te hebben

gebruikt of die vragen over druggebruik niet willen beantwoorden,

scoren vaak toch positief op de urinetest.

Cannabisgebruik tijdens de zwangerschap blijkt met een aantal facto-

ren te correleren. Een laag opleidingsniveau, een traumatische jeugd,

delinquent gedrag van de moeder en cannabisgebruik van de partner,

blijken significant gecorreleerd. Een huwelijkse staat en religie

daar entegen blijken significant te beschermen tegen het gebruik van

cannabisproducten.

Blootstelling aan cannabis in utero heeft negatieve consequenties

voor de groei en ontwikkeling van de foetus, zo laat dit onderzoek

zien. De foetale groei verminderde met 14.4 gram per week (95%

C I: -22.94,-5.94) en de omtrek van het hoofd met 0.21 mm per

week (95% CI: -0.42, 0.02), vergeleken met niet-blootgestelde

kinderen. Blootstelling aan cannabis had grotere gevolgen dan

blootstelling aan tabak. Cannabisgebruik van de vader had geen

invloed op de foetale groei.

Proefschrift: Cannabis geeft ernstiger groeivertraging dan tabakPrenatal Cannabis Exposure and Infant Development “A Tolerated Matter”.

Hanan El Marroun, 4 maart 2010, Erasmus Universiteit Rotterdam

Eten en drinken tijdens de bevalling magRestricting oral fluid and food intake during labour. Singata M, Tranmer

J, Gyte GML. Cochrane Database of Systematic Reviews 2010, Issue 1.

Art. No: CD003930. DOI:10.1002/14651858.CD003930.pub2

Vrouwen kunnen met een gerust hart eten en drinken tijdens de bevalling.

Volgens deze Cochrane review is er geen bewijs dat vrouwen met een laag

obstetrisch risico gebaat zouden zijn bij beperking hiervan. Integendeel:

alle energie is nodig voor dit enorme karwei. Vocht- of voedselonthouding is

onplezierig voor vrouwen en wordt juist in verband gebracht met stagnatie

van de baring.

De vijf gerandomiseerde onderzoeken die voor deze Cochrane’s review in

aanmerking kwamen, laten geen verschillen in uitkomsten zien tussen de

groepen vrouwen die vrijuit konden eten of die werden beperkt tot water,

glucosedrankjes of bepaalde licht verteerbare voedselsoorten. Maternale

uitkomsten waren het aantal sectio caesarea en kunstverlossingen.

Neonatale uitkomsten waren een Apgar score <7 vijf minuten postpartum

en hypoglycemie. Het gevreesde maar zeldzame Mendelsson’s syndroom,

waarbij aspiratie van maaginhoud tijdens operaties onder algehele narcose

fatale gevolgen kan hebben, kwam in de geselecteerde vijf onderzoeken met

3.130 deelnemers niet voor. Recente literatuurstudies tonen geen verband

tussen vasten tijdens de baring en een verkleinde maaginhoud. En met de

beschikbaarheid van de ruggenprik plus de huidige kennis over standaard

voorzorgsmaatregelen die bij algehele anesthesie van een barende vrouw

moeten worden genomen, is een regime van vasten niet echt meer van

deze tijd, zeggen Singata et al.

Overigens blijkt dat de behoefte aan voedsel of vocht sterk verschilt per

vrouw. Ongeveer 30% van de vrouwen week af van de restricties (of vrij-

heden) die door randomisatie vooraf waren bepaald. De maternale tevreden-

heid over de verschillende eetvoorschriften tijdens de bevalling werd in geen

van de geselecteerde onderzoeken gemeten.

Vereniging Medisch Psychologen, Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en

bedrijfsgeneeskunde en Freya, vereniging voor mensen met vruchtbaar heids-

problemen. Vanuit elke groep namen een of twee personen deel. Daarnaast

werd een nieuw instrument ontwikkeld om aanbevelingen via een grote groep

cliënten te krijgen: WikiFreya, een afgeleide van Wikipedia waar web documen-

ten gezamenlijk kunnen worden bewerkt. Het blijkt dat via WikiFreya de

cliëntengroep goed bereikt wordt en bereid is een bijdrage te leveren.

De lijst aanbevelingen uit WikiFreya dient na prioritering als directe input voor

de richtlijnwerkgroep en krijgt een definitieve plaats in de richtlijn. De richtlijn

wordt eind van het jaar ter autorisatie aangeboden aan de deelnemende

beroepsgroepen. Het is duidelijk dat WikiFreya een veel belovend instrument is

voor patiëntenparticipatie in richtlijnontwikkeling.

kennispoort-verloskunde.nl

Cannabis

44

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 44

Page 45: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Colofon: Kennispoort Verloskunde is een initiatief van de Samenwerkende

Opleidingen Verloskunde (SOV). Deze maandelijkse nieuwsbrief verschijnt ook

als emailversie. Aanmelden kan gratis op www.kennispoort-verloskunde.nl,

het grootste kennisplatform voor Nederlands verloskundig onderzoek.

Postbus 2040

3000 CA ROTTERDAM

e-mail: [email protected]

telefoon: 020 - 635 30 99

Hoofdredactie:

Paul Heere (Limetree Business Refreshment)

Redactieraad:

Elies de Geus (AVAG), Judith Manniën (AVAG/EMGO),

Irene Korstjens (AVM), Stans Verschuren (VAR),

Bernadette Kroon (AVAG), Brigitte Tebbe (KNOV).

Proefschrift: Nog één keer alles over HPVSexual behaviour and HPV in young women.

Charlotte Lenselink, 9 maart Radboud Universiteit Nijmegen

Wie na de mediahype rond de HPV-vaccinatie (humaan papillomavi-

rus) behoefte heeft aan meer achtergronden en nuancering, komt dit

proefschrift als geroepen. Het onderzoek van Charlotte Lenselink is om

te beginnen bedoeld als 0-meting voor toekomstig onderzoek naar de

effecten van de HPV-vaccinaties in Nederland. Daartoe verrichtte ze

onderzoek onder 2.065 vrouwen van 18 tot en met 29 jaar.

Lenselink constateert dat de HPV-prevalentie onder deze groep vrouwen

18,9% bedraagt, waarvan 11,8% een verhoogd risico heeft op baar-

moederhalskanker later in het leven, de zogeheten hr-HPV-prevalentie.

Een besmetting met HPV 16 of HPV 18 komt voor bij respectievelijk

2,8 % en 1,4 % van deze categorie vrouwen. Bij slechts 3 vrouwen

(0,1%) werden beide types tegelijkertijd aangetroffen.

Tot aan de leeftijd van 22 jaar nam de aanwezigheid van het virus

aantoonbaar toe, vanaf deze leeftijd bleef het percentage constant.

Hoe meer seksuele partners een vrouw heeft, hoe groter haar kans

op een HPV-infectie.

Uit vervolgonderzoek bleek dat de HPV-infectie bij een deel van de

vrouwen vanzelf was overgegaan, maar ook, dat vervolgens een

besmetting met een ander of hetzelfde HPV-type kan optreden.

Vrouwen die momenteel tussen de achttien en dertig jaar oud zijn,

vallen buiten het vaccinatieprogramma en komen ook niet in aan-

merking voor een uitstrijkje, het screeningsprogramma op baarmoeder-

halskanker. Vooral voor deze leeftijdsgroep heeft Lenselink een model

ontwikkeld, waarmee een goede inschatting te maken is van de kans

dat iemand nog niet met HPV 16 of 18 besmet is.

In dat geval is vaccinatie nog zinvol. Het model is gebaseerd op leeftijd,

aantal en geslacht van seksuele partners, condoomgebruik en coïtus-

frequentie. Op basis van de uitkomst van dit model kan een vrouw

informatie krijgen over haar individuele risico en zelf bepalen of een

vaccinatie nog nut kan hebben.

Proefschrift:Slaagkansen en kosten van IVF in NederlandIVF in the Netherlands: success rates, lifestyle, psychological

factors, and costs.

Bea Lintsen, 12 maart 2010 Radboud Universiteit Nijmegen

Op dit moment is 1 op de 39 kinderen in Nederland een IVF of ICSI

kind. De stijgende behoefte aan IVF en ICSI is een direct gevolg van de

uitgestelde kinderwens van vrouwen. De NVOG heeft 10 jaar geleden

een richtlijn IVF geformuleerd, waarin is vastgelegd op welk moment en

na welke diagnostische procedures, er een indicatie bestaat voor een

behandeling met IVF of ICSI. In dit proefschrift heeft IVF-arts Linsen de

kosten en kansen van IVF/ICSI in Nederland op een rij gezet, waaruit

aanbevelingen volgen voor de herziening van de huidige richtlijn. De

meeste data zijn afkomstig uit een prospectief cohortonderzoek onder

vrijwel alle Nederlandse IVF centra. In totaal betreft het de behandelge-

gevens van 4.928 paren.

kennispoort-verloskunde.nl

ICSI

kennispoort-verloskunde.nl

HPV

We zetten enkele uitkomsten op een rij, maar verwijzen graag naar

het volledige proefschrift op KennispoortVerloskunde: De kans op een

doorgaande zwangerschap na één IVF- of ICSI-behandeling bedraagt

in Nederland gemiddeld 24 procent. Een jaar na de start van een

IVF/ICSI behandeling is 45 procent van de behandelde vrouwen

zwanger of bevallen. Dit percentage varieert per behandelcentrum

(36-55%), maar hiervoor is geen eenduidige reden gevonden.

Leeftijd is de belangrijkste voorspeller van de kans op een zwanger-

schap. Die kans ligt voor vrouwen rond de 40 de helft lager dan rond

de 30. Rokende vrouwen en vrouwen met overgewicht (BMI > 27 kg/

m2) hebben 28% resp. 30% minder kans op een zwangerschap met

IVF. De kosten van IVF/ICSI per succesvolle zwangerschap bedragen

€ 10.250 (prijspeil 2004). De kosten van één behandeling, inclusief

medicijnen, bedroegen in 2004 gemiddeld € 2.500.

45

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 45

Page 46: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Het Lange Land Ziekenhuis te Zoetermeer is als algemeen ziekenhuis een middelgrote zorgonderneming die de komende jaren in omvang zal toenemen. Het functiepakket voor het verzorgingsgebied zal daarbij verder ontwikkeld worden, veelal in samenwerking met andere zorgaanbieders. Het ziekenhuis vervult een bijzonder maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de curatieve medisch specialistische gezondheidszorg in de stad Zoetermeer en de omliggende gemeenten. Naast de uitoefening van de kernfuncties van een algemeen ziekenhuis functioneert ’t Lange Land Ziekenhuis daarbij in een concurrerende en snel veranderende omgeving. Binnen de afdeling Verloskunde ontstaan plaatsingsmogelijkheden voor

2e LIJNSVERLOSKUNDIGE(N) (047.10) minimaal 24 uur per week

In 1e instantie voor de duur van 1 jaar, na gebleken geschiktheid wordt de overeenkomst

gecontinueerd voor onbepaalde tijd Functie-inhoud:

Bewaken en observeren van zwangere en foetus tijdens onderzoek met behulp van bewakingsapparatuur;

Behandelplan opstellen ; Voorschrijven van medicijnen binnen de bevoegdheden; Voorlichting geven aan patiënten en hun relaties over het beleid en hen betrekken bij het

verloskundig proces tijdens de zwangerschap, de baring en het kraambed; Geeft verloskundige zorg op de kraamafdeling en verricht dagelijks de visite aan kraamvrouwen; Doet in het medisch dossier verslag van het uitgevoerd onderzoek met de motivatie, de uitkomst en

de eventuele ingestelde behandeling en het verdere verloop van de bevallingen die door de verloskundige zelf geleid zijn;

Zelfstandig medium en high risk bevalling begeleiden onder supervisie van gynaecoloog; Verrichten van spreekuren ten behoeve van bijvoorbeeld

counseling/baringsplan/preconceptiezorg/onderzoek; Participeren in overleg met 1e lijns verloskundigen; Participeren in opstellen van extra-murale en 2e lijns verloskundige protocollen; Actieve deelname aan de lopende onderzoeken/de perinatale audit/onderwijs.

Functie-eisen: Afgeronde opleiding tot klinisch verloskundige, evenals registratie in het BIG register; Het strekt tot aanbeveling dat er sprake is van zowel vakkennis als ervaringskennis in de

1e lijnsverloskunde Kennis van actuele ontwikkelingen en theorieën binnen het verloskundig beroep en de

gezondheidszorg in het algemeen; Bereidheid tot het verrichten van diensten volgens rooster.

Arbeidsvoorwaarden: De arbeidsvoorwaarden zijn conform de CAO-Ziekenhuizen.

Inlichtingen over deze functie worden gegeven door mevrouw I. Zwaan (Afdelingshoofd Verloskunde/Kindergeneeskunde/Avond- en Nachthoofden). Mevrouw Zwaan is te bereiken op telefoonnummer 079 – 346 2113. Uw schriftelijke sollicitatie met curriculum Vitae kunt u binnen 14 dagen richten aan de stafafdeling P&O, Toneellaan 1, 2725 NA Zoetermeer, of per e-mail [email protected] onder vermelding van vacaturenummer 047.10

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 46

Page 47: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

ONDERWIJS

Nu het aantal thuisbevallingen in Nederlandnog verder daalt, het aantal ver wijzingen enhet aantal interventies stijgen en centralise-ring van zorg dreigt, is de behoefte aanwetenschappelijke onderbouwing voor de fysiologische verloskunde groter dan ooit.Er zijn parallellen te trekken met de ontwikke-lingen in Engeland en andere westerse landeneen aantal decennia geleden. Er valt daaromveel te leren van de inspanningen van Britseverloskundigen om ‘normal birth’ te promoten,onder andere door wetenschappelijke kenniste bundelen. Denis Walsh’ workshop geeft vandeze kennis een overzicht. Onderbouwingvoor een krachtige eerstelijns visie!

FysiologieDenis Walsh is verloskundige, onderzoeker en universitair

hoofddocent aan de Universiteit van Nottingham (UK).

Toen hij zich rond 1990 ging bezighouden met weten-

schappelijk onderzoek rondom fysiologische verloskunde,

viel hem op hoeveel wetenschappelijk bewijs er is ter

ondersteuning van de fysiologische baring en niet-

technologische zorg. Vreemd genoeg zag hij deze evidence

niet terug in de zorg en hij vroeg zich af waarom er tijdens

de baring zoveel niet-onderbouwde routinehandelingen

worden uitgevoerd. Hij besloot cursussen te gaan geven

voor verloskundigen door heel Groot Brittannië en daar-

buiten over de beschikbare wetenschappelijk kennis en

praktische aanbevelingen die daaruit voortvloeien. De

cursus is een groot succes. Walsh kwam inmiddels ook

een paar keer naar Nederland, op uitnodiging van Tine

Oudshoorns ‘Midwifery Business’.

Denken over ontsluitenIn de vorige eeuw verplaatsten bevallingen zich van het

eigen huis naar geboortehuizen en ziekenhuizen. In de

Verenigde Staten begon dit al vanaf ongeveer 1920, in

Europa vanaf de jaren zestig. Vervolgens kwam de trend

naar steeds grotere, gecentraliseerde instellingen. De kijk

op het baringsproces veranderde hiermee. Walsh noemt

het, in navolging van Perkins [Perkins, 2004], het

industriële of zakelijke model. De geboorte van een kind

werd een soort lopende band werk, vergelijkbaar met de

productie van een auto: het baringsproces werd ingedeeld

in een aantal afgebakende fasen, die binnen een bepaalde

tijd moesten worden afgerond. Alles moest zo efficiënt

mogelijk gebeuren, de baring werd gereglementeerd en

gecontroleerd. En er ontstond een noodzaak dit geheel

te managen (door een medicus), waarbij de arbeider (de

barende vrouw) weinig autonomie kreeg [Walsh, 2006].

Binnen dit model werd ontsluitingsduur geproblematiseerd.

Het ritme van elke individuele vrouw was niet langer lei-

dend; in plaats daarvan kwam er een focus op progressie.

Dit werd visueel gemaakt in partogrammen met lineaire

curven en een ‘alertheidlijn’ en ‘actielijn’ (geïntroduceerd

door Phillpot & Castle in 1972). Met het partogram kon

‘abnormal labour’ worden gediagnosticeerd, waarvoor

behandeling nodig werd in de vorm van oxytocine; een

‘active management of labour’ (O’Driscoll ea 1986).

Onderzoeken naar ontsluitingsduur, die de basis vormen

van de definities van normaal en abnormaal, vonden

meestal plaats in ziekenhuissettings waar interventies in

het ontsluitingsproces gewoon waren. Denis Walsh

brengt de belangrijke vraag te berde: “Zegt al dit onder-

zoek iets over de fysiologie van geboorte of over de

manier waarop vrouwenlichamen functioneren in een

ziekenhuis?”

Unique normalityAan het begin van de 21e eeuw - net toen het ‘active

Kristel Zeeman

Kristel Zeeman is redacteur van dit tijdschrift

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 47

“Do good by doing less”Evidence based midwifery volgens Denis Walsh

Denis Walsh: “Luister naar haar, moedig haar aan en doe verder

vooral zo weinig mogelijk. Doing well is doing less.”

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 47

Page 48: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

ONDERWIJS

management’ in een moderner jasje in Nederland aan

een opmars begon [ Reuwer en Bruinse, 2002] -

verschenen in de literatuur kritische geluiden over de

gebruikte ontsluitingscurven. Primiparae [Albers 1999;

Zhang ea 2002] en grande multiparae [Gurewitsch et al,

2002] zouden een langere ontsluitingsduur hebben

dan aangenomen. Davis en anderen ontdekten in een

retrospectief onderzoek rustperiodes in de ontsluiting,

zogenaamde plateaus in de curve van een grote groep

thuis bevallen vrouwen [Davis et al, 2002]. En Gaskin

beschreef het fenomeen van het starten, stoppen en het

uren of zelfs dagen later opnieuw beginnen van de

weeën [Gaskin 2003]. Ook werd er meer bekend over

de werking van hormonen tijdens een ongestoorde

bevalling. De ontsluiting verloopt het snelst als oxytocine,

catecholaminen en endorfinen in balans zijn. Deze balans

wordt gemakkelijk verstoord door invloeden van buiten-

af, zoals fel licht, geluid en interventies als geobserveerd

worden, vaginale touchers etcetera [Buckley 2004].

Downe en McCourt concluderen mede op basis hiervan

dat een normale ontsluitingsduur uniek is voor elke

vrouw [Downe en McCourt 2008].

Afwachten“Hou daarom alsjeblieft op met het praten over vorde-

ring”, aldus Walsh, die het liever heeft over ‘ritmes’.

“Luister naar haar, moedig haar aan en doe verder vooral

zo weinig mogelijk. Doing well is doing less.” Want veel

bewijs voor negatieve effecten van een afwachtend beleid

vond hij niet. Wel zijn er aanwijzingen in de literatuur dat

medische interventies de uitkomsten negatief beïnvloeden.

Zo verhoogt het kunstmatig breken van de vliezen moge-

lijk de kans op een sectio [Smythe ea 2007] en lijkt er

een associatie te bestaan tussen bijstimulatie met oxyto-

cine en meer kunstverlossingen, lage Apgarscores en

meer NICU-opnamen [Oscarsson et al, 2006]. “Gebruik

deze middelen daarom niet zolang moeder en kind het

goed doen”.

En wat willen vrouwen zelf? Uit een gerandomiseerde trial

van Lavender blijkt dat vrouwen medische interventies

liever uitstellen [Lavender, 2006]. Andere onderzoeken

laten zien dat vrouwen prijs stellen op een positieve

begeleiding door mensen met een fysiologische kijk op

geboorte [Coyle et al, 2001; Downe enMcCourt, 2008].

Thuis minder interventiesOm zoveel mogelijk interventies te vermijden is het kiezen

van de juiste plek voor de bevalling cruciaal.

Verschillende onderzoeken tonen aan dat bij een thuis -

bevalling minder interventies optreden [Fullerton et al,

2007; Johnson en Davis, 2005; Olsen, 1997; Maassen et

al 2008, Lindgren, 2008), er geen verschil is in perinatale

sterfte [De Jonge et al, 2010; Olsen, 1997] en vrouwen

meer tevreden zijn [Rijnders, 2008; Olsen, 1997]. In een

Cochrane review uit 2006 bleek dat er geen onder -

bouwing is in het voordeel van een ziekenhuisbevalling

voor laagrisico vrouwen [Olsen en Jewell, 2006].

Voor een goed verloop van de ontsluiting is het, zeker

in de latente fase, belangrijk dat vrouwen zich op hun

gemak voelen, positieve emotionele steun ervaren,

toegang hebben tot niet-farmacologische pijnverlichting

en zelf hun houding kunnen bepalen [Hodnett et al,

2008]. Simkin en Ancheta [2005] noemen in dit kader

het belang van zorg dat op het individu is afgestemd.

Verloskamers zijn voor de latente fase niet de juiste

omgeving volgens Bailit ea. Vrouwen die daar al vroeg

waren, hebben meer kans op interventies, zoals continue

CTG bewaking, bijstimulatie en sectio [Bailit et al, 2005].

KeuzeDe aanbevelingen die Walsh doet, lijken vanzelfsprekend

voor verloskundigen in Nederland, maar verdienen zeker

in deze tijd hernieuwde aandacht: “Bied expliciet de

optie thuisbevalling aan bij de intake en geef voorlichting

over de voordelen ervan. Raad de vrouw aan haar uitein-

delijke beslissing over de plaats pas tijdens de bevalling

te maken en zorg als verloskundige voor het behoud van

voldoende vaardigheden in de thuisbevalling”.

Als vrouwen niet thuis willen bevallen of als die mogelijk-

heid er in de regio niet is, geeft Walsh aanbevelingen

voor het opzetten van geboortecentra: “Zorg voor

geïntegreerde geboortekamers, waar zowel de bevalling

als de postpartumperiode worden doorgebracht en waar

partners continu samen kunnen zijn met vrouw en kind.

Zorg voor voldoende privacy en comfort, mogelijkheden

de kamer persoonlijk te maken en de inrichting te

veranderen. Het is belangrijk dat het geboortecentrum

fysiek gescheiden is van een ziekenhuis en dat het

personeel een fysiologische kijk heeft op de bevalling”.

Uit een systematische review blijkt dat vrouwen in

dergelijke ‘suites’ meer tevreden zijn over de zorg,

minder interventies kregen en vaker met borstvoeding

begonnen dan vrouwen in het ziekenhuis. De perinatale

mortaliteit bleef gelijk [Hodnett et al, 2006].

Het is van het allergrootste belang dat vrouwen een

keuze houden over de plaats van bevalling en dat ze niet

gedwongen zijn tot één bepaalde plek [Kirkham 2004].

Attitude verloskundigenEr is in de literatuur veel te vinden over de attitude van

zorgverleners. Veel auteurs benadrukken het belang van

het geloof in de fysiologische baring [Coyle et al, 2001;

Downe en McCourt, 2008; Laep en Anderson, 2008;

Regan en Liaschenko, 2007]. Walsh: “Focus op wat goed

gaat. Het maakt verschil als zorgverleners geboorte zien

als iets wat normaal is, in plaats van risicovol. De maat-

schappij is bang voor de bevalling, maar angst remt het

TvV juli/augustus 2010 • KNOV48

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 48

Page 49: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

ONDERWIJS

fysiologisch proces”.

Ook heeft Walsh het over zelfreflectie: “Denk na over je

eigen houding ten opzichte van fysiologie en risico.

Marsden Wagner waarschuwde voor het fenomeen ‘Fish

can’t see the water they swim in’. Daarmee bedoelt hij:

de blindheid voor het effect van je eigen handelen op

de baring, die optreedt wanneer je lang achter elkaar

bevallingen begeleidt op een bepaalde manier of in een

bepaalde setting”.

Holistische visieNaar Walsh’ mening is er in verloskundige richtlijnen

teveel focus op de resultaten van kwantitatief onderzoek.

Dit terwijl Sackett, de grondlegger van het begrip ‘evi-

dence based care’, ervan uitgaat dat in de praktijk de uit-

komsten van onderzoek worden verbonden met patiënt-

voorkeur en klinische ervaring [Sackett, 2006]. Walsh

gaat verder en ziet evidence based midwifery zoals

Stewart het omschrijft: de uitkomsten van kwalitatief

en kwantitatief onderzoek, gecombineerd met klinische

ervaring en expertise, kennis van de fysiologie,

‘embodied knowledge’ (intuïtie) en ‘ancient knowledge’

[Stewart 2001]. Hij omarmt een holistische visie: “combi-

neren van de medische kennis en vaardigheden met

gevoel (van vrouw en vroedvrouw) en wetenschappelijke

onderbouwing”.

Meer weten?De workshop die Denis Walsh in Nederland gaf, behelsde

meer dan hier te lezen is. In het boek dat hij schreef

vindt u de uitgebreide versie van de verzamelde kennis

en zijn visie op het hele fysiologische baringsproces.

Hoogstwaarschijnlijk komt Walsh volgend jaar mei

opnieuw naar Nederland.

Walsh D. Evidence based care for normal labour and

birth. A guide for midwives. Abingdon, 2006. Routledge.

ReferentielijstAlbers L (1999) The duration of labour in healthy women. Journal of

Perinatology 19(2):114-119

Bailit J ea (2005) Outcomes of women presenting in active versus latent

phase of spontaneous labour. Obstetrics and Gynaecology 105:77-79

Buckley S(2004) Undisturbed birth – nature’s hormonal blueprint for safety,

ease and ecstasy. Midirs 14(2): 203-209.

Coyle K ea (2001) Ongoing relationships with a personal focus: mothers

perceptions of birt centre versus hospital care. Midwifery 17: 182-193.

Davis ea (2002). The MANA Curve. Describing plateaus in labour using

the MANA database. Abstract no 30, 26th Triennial Congress, ICM, Vienna.

De Jonge A ea (2009) Perinatal mortality and morbidity in a nationwide

cohort of 529,688 low-risk planned home and hospital births. BJOG 2009

Aug;116(9):1177-84.

Downe S (ed) (2008). Normal childbirth: evidence and debate. Oxford:

Churchill Livingstone.

Downe en McCourt (2008) From being to becoming: reconstructing child-

birth knowledges. In S Downe (ed) Normal childbirth: evidence and deba-

te. Oxford: Churchill Livingstone.

Fullerton J ea (2007) Outcomes of planned Home Birth; An Integrative

Review. Journal of Midwifery and Women’s health 52:323-333.

Gaskin I (2003) Going backwards: the concept of ‘pasmo’. The Practising

Midwife 6(8):34-36.

Gurewitsch E ea (2002) The labour curve of the grand multipara: Does

progress of labour continue to improve with additional childbearing?

American Journal of Obstetrics and Gynaecology 186:1331-8.

Hodnett Eea (2006) Home-like verus conventional birth settings. In: the

Cochrane Library, issue 4 2006. Chichester UK: John Wily & Sons Ltd.

Hodnett E ea (2008) Effects on birth outcomes of a formalized approach

to care in hospital labour assessments units: interbational randomized

controlled trial. Britisch Medical Journal 337(a1021):1-8.

Johnson K & Davis B (2005) Outcomes of planned home births with certi-

fied professional midwives: large prospective study in North America.

British medical Journal 330 (7505):1416-18.

Kirkham M (2004) Informed Choice in Maternity Care. London: Palgrave

MacMillan.

Lavender T ea (2006) Effects of different partogram action lines on birth

outcomes: a randomised controlled trial. Obstetrics&Gynaecology

108(2):295-302.

Leap N and Anderson P (2008) The role of pain in normal birth and the

empowerment of women. In S Downe (ed) Normal childbirth: evidence

and debate. Oxford: Churchill Livingstone.

Lindgren H ea (2008) Transfers in planned homebirths related to midwife

availability and continuity: a nationwide population-based study. Birth

25(1):9-15.

Maassen m ea (2008) Operative deliveries in low-risk pregnancies in The

Netherlands: primary versus secondary care. Birth 35(4):277-82.

O’Driscoll K ea (1986) Active management of labour. London: WB Saunders.

Olsen O (1997) meta analysis of the safety of home birth. Birth 24(1):4-13.

Olsen O & Jewell M (2006) Home versus Hospital Birth. In: the Cochrane

Library, issue 4 2006. Oxford: Update Software.

Oscarsson ME, Amer-Wåhlin I, Rydhstroem H, Källén K. (2006). Outcome

in obstetric care related to oxytocin use. A population-based study. Acta

Obstet Gynecol Scand. 2006;85(9):1094-8.

Perkins B (2004) The Medical Delivery Business: Health Reform, Childbirth

and the Economic Order. London: Ruthgers University Press.

Phillpot&Castle (1972) Cervicographs in the management of labour on

primigravidae 1. The alertline for detecting abnormal labour. Journal of

Obstetrics and Gynaecology of the British Commonwealth 79:592-8.

Regan M & Liaschenko J (2007) In the Mind of the Beholder:

Hypothesized Effect of Intrapartum Nurses’ Cognitive Frames of Childbirth

Caeserean Section rate. Qualitative Health Research 17(5):612-624.

Reuwer en Bruinse (2002) Preventive support of labour. Een uitdaging

voor verloskundigen, gynaecologen en beleidsmakers. Alphen aan de

Rijn: Van Zuiden Communications.

Rijnders M ea (2008) Perinatal factors related to negative or positive recall

of birth experience in women 3 years postpartum in the Netherlands.

Birth 2008 Jun;35(2):107-16.

Sackett DL (1996) Evidence based medicine: what it is and what it isn't.

British Medical Journal 312(7023):71-72.

Simkin P en Ancheta R (2005) The Labour Progress Handbook. Oxford

and London: Blackwell Science.

Smythe R ea (2007)Amniotomy for shortening spontaneaous labour.

Cochrane database of Systematic reviews.

Walsh D (2006) Birth Centres, Community and Social capital. Midirs

16(1):7-15.

Walsh D (2008) Promoting normal birth: weighing the evidence. In: S

Downe (ed) Normal childbirth: evidence and debate. Oxford: Churchill

Livingstone.

World Health Organization (1996), Care in normal Birth: a practical guide.

Maternal and newborn health/safe motherhood unit, family and repro-

ductive health. WHO1211.WHO: Geneva.

Zhang J ea (2002) Reassessing the labour curve. American Journal of

Obstetrics and Gynaecology 187:824-8. ■

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 49

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 49

Page 50: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

In verband met uitbreiding van ons verloskamercomplex zijn wij binnen de afdeling Verloskunde en Gynaecologie per direct op zoek naar diverse enthousiaste (m/v)

Klinisch Verloskundigen Afdeling De Bedrijfseenheid Gynaecologie/Verloskunde is een onder deel van het Vrouw-Kind centrum binnen het Sint Lucas Andreas Zieken huis. Onze afdeling ontwikkelt zich sterk! Wij hebben de ambitie om optimale kwaliteit van zorg en dienstverlening te bieden aan onze patiënten. Tweedelijns bevallingen vinden plaats op onze verloskamers. Ons verlos-kamercomplex is recent gemoderniseerd en heeft een warme uitstraling. Poliklinische eerstelijns bevallingen vinden plaats in het Beval Centrum West, welke grenst aan onze verloskamers. Onze afdeling participeert in een verloskundig samenwerkingsverband dat de VIL als uitgangspunt heeft. Er wordt gewerkt in een enthousiast, dynamisch, multidisciplinair professioneel team van O&G-verpleegkundigen, doktersassistenten, echoscopisten, klinisch verloskundigen, verloskundigen in opleiding, arts-assistenten in opleiding, arts-assistenten niet in opleiding en gynae-cologen, waarin veel ruimte is voor eigen initiatieven en ontplooiing.

Functie-inhoud De Klinisch Verloskundige is een teamspeler, met eigen verantwoordelijkheden. Zij biedt klinische tweedelijns verlos kundige zorg conform het functieprofiel van de KNOV/NVOG. De Klinisch Verloskundige is werkzaam op de polikliniek, de kraamafdeling en op de verloskamers. Het geven van onderwijs heeft hierbij een hoge prioriteit.

Functie-eisen Wij vragen een geregistreerd verloskundige (BIG register) die zowel zelfstandig als in teamverband kan werken, initiatief neemt, collegiaal is ingesteld en bereid is om onregelmatige diensten te draaien. Ervaring in de eerste lijn is een pre. Enthousiasme voor onderwijs is belang-rijk. Echo-ervaring is gewenst, maar geen vereiste.

Arbeidsvoorwaarden Het betreft een dienstverband voor 1 jaar voor 27-36 uur per week, met mogelijkheid tot een vast contract. Van toepassing is de CAO Ziekenhuizen. De functie is ingedeeld in FWG 60.

Informatie Nadere inlichtingen worden u gaarne verstrekt door mevrouw C. Wisman, klinische verloskundige, Dr. A.J. van Veelen, gynae coloog en mevrouw M. van Heugten, manager bedrijfseenheid Gynaecologie/Verlos-kunde te bereiken via het secretariaat Gynaecologie/ Verloskunde, telefoon (020) 5108 400 of (020) 5108 401, of kijk voor meer informatie op www.slaz.nl.

Sollicitatie U kunt uw schriftelijke sollicitatie tot uiterlijk drie weken na het verschijnen van dit blad sturen naar het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, ter attentie van mevrouw K. Klister, personeels functionaris, postbus 9243, 1006 AE Amsterdam of per e-mail aan [email protected].

Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.

Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis is gehuisvest in een volledig vernieuwd gebouw in Amsterdam-West, naast de A10 en de ring-spoorlijn. Het is één van de modernste ziekenhuizen van Nederland met alle medische mogelijkheden en specialismen. Er werken 2100 mensen, die allemaal streven naar het leveren van hoogstaande patiëntgerichte zorg in een multiculturele samenleving. Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis ambieert op het gebied van patiëntenzorg, opleiding en wetenschappelijk onderzoek vernieuwend te zijn. Het hoge kwaliteitsniveau van de zorg wordt daardoor in stand gehouden en verder uitgebouwd. Ons ziekenhuis is een Teaching Hospital dat is aangesloten bij de vereniging Samenwerkende Topklinische Opleidings Ziekenhuizen.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 50

Page 51: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

ONDERWIJS

InleidingDe 38ste aflevering van ‘Les Assises Nationales des sages-

femmes’ vond dit jaar plaats op 19-20 en 21 mei in

Grenoble. Ruim duizend Franse verloskundigen en een

tiental buitenlandse verloskundigen waren er bijeen.

Tijdens de algemene inleiding werd het belang van het

verloskundige beroep belicht. De Franse verloskundige

speelt een grote rol bij de bevalling. Ondanks dat is het

beroep van verloskundige onbekend bij het Franse publiek.

Niet bekend is dat ze een VWO als vooropleiding heeft,

vervolgens een jaar gemeenschappelijk college volgt met

studenten geneeskunde en tandheelkunde en dan nog

eens vier jaar verloskunde studeren alvorens zij haar

staatsdiploma ‘sage-femme d’état’ verkrijgt.

Tijdens dit drie dagen durende congres kregen wij een

gevarieerd programma aangeboden. Enkele onderwerpen

zullen wij belichten in dit verslag. Tijdens de pauzes werden

we geacht de stands van de sponsors te bezoeken.

Bevalbaden en ingewikkelde verlosbedden, zo groot dat

ook de partner er ruim op kan plaatsnemen. Ook gezien:

minispeentjes voor prematuren. Maar de crisis is voelbaar:

wij kregen veel minder gratis zalfjes, poedertjes, pennen en

zwangerschapsschijven aangeboden dan in voorgaande

jaren.

AcademiseringEr zijn 35 vroedvrouwenscholen in Frankrijk. Iedere school

gaat in eigen tempo richting versmelting met de univer-

siteit, het proces van academisering van het vak ‘verlos-

kundige’. In Grenoble zijn ze het verst gevorderd.

Komend schooljaar is in Grenoble de opleiding van verlos-

kundige geheel geacademiseerd. In 2015 hebben de

eerste verloskundigen een academische titel. Het behalen

van een academische graad betekent vooral dat ze beter

zijn opgeleid om wetenschappelijk onderzoek te beoor-

delen en zelf te initiëren. Ze hebben dan de graad van

Master in de Maïeutique, een term die afkomstig is van

de filosoof Socrates (469-399 v.Chr.) en ‘verloskunde’

betekent.

Er wordt hard gewerkt aan het uitbreiden van de bevoegd-

heid van de verloskundige. Sinds 2009 zijn verloskundigen

bevoegd om anticonceptiespreekuren te houden en de

pil en spiraaltje voor te schrijven. Ook het opsporen van

cervixcarcinoom door het doen van uitstrijkjes hoort bij

haar bevoegdheden.

UitdrijvingsduurZolang wij al bekend zijn met de Franse verloskunde heeft

het ons altijd verbaasd dat de uitdrijvingsduur beperkt is

tot 30 minuten. Als de gynaecoloog niet in huis is, bete-

kent dit dat je hem na twintig minuten gaat bellen

wegens een niet-vorderende uitdrijving.

Volkomen ontsluiting wil niet zeggen dat de uitdrijvings-

fase begint. Die fase start pas als het caput op H3 staat

en wanneer mevrouw persdrang heeft. Het bijzondere is

evenwel dat in de voordrachten over dit onderwerp heel

regelmatig wordt opgemerkt dat het wetenschappelijk

bewezen is dat een uitdrijvingsduur van 1 tot 2 uur bij een

goede foetale conditie niet leidt tot verhoogde mortaliteit

en morbiteit van moeder en kind en dat het aantal

kunstverlossingen geringer is. Maar de Fransen hebben

een ‘accord professionnel’ dat ze het toch bij 30 minuten

willen laten. Het argument is dat als je het tot twee uur

gaat verlengen het later wellicht naar drie of vier uur

verlengd wordt. Een redenering die wij maar moeilijk

kunnen volgen en zo ook een aantal verloskundigen in

de zaal die zeiden: ”als de hele wereld minstens 1 uur

perst waarom krijgen de Françaises dan maar een half

uur de tijd”. Zij kregen geen bevredigend antwoord.

Evidenced based wil nog niet zeggen dat oude wetten of

gewoontes afgeschaft worden. Sommige tradities zijn

hardnekkig. Trente minutes, pas plus!

Het bijzondere was wel dat het volgende onderwerp

luidde: “Hoe kan het aantal kunstverlossingen verlaagd

worden?” Volgens Professor Oury uit Parijs, die de voor-

dracht hield, spelen onderstaande zaken daarin een

belangrijke rol:

Lidewijde Jongmans en Agnes Oudenaarden

Lidewijde Jongmans en Agnes Oudenaarden zijn klinische

verloskundigen, verbonden aan het Máxima Medisch Centrum

te Veldhoven.

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 51

Les Assises Nationales des sages-femmes Congres verslag

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 51

Page 52: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

ONDERWIJS

• bijhouden van een partogram bij alle bevallingen om

op tijd afwijkingen te signaleren, en snel te starten met

oxytocine bijstimulatie;

• vroeg ( < 3 cm Ø) toedienen van epiduraal analgesie;

• manueel corrigeren van een achterhoofdligging met

het achterhoofd achter;

• continue ondersteuning van de barende.

WervingTijdens het bezoeken van de stands kwamen wij in

gesprek met een Engelsman die Franse verloskundigen

warm probeerde te krijgen voor een baan in Engeland,

vooral in de omgeving van London. Er is een tekort van

ongeveer 400 verloskundigen. Het geboortecijfer is aan

het stijgen, vandaar deze overzeese werving. We hebben

hem beloofd om zijn gegevens in dit artikel te plaatsen,

zodat Nederlandse geïnteresseerden ook kunnen reageren.

Andrew Bowsher, senior Recruitment Consultant, Medacs

Healthcare ([email protected]).

Hij biedt een goed salaris, huisvesting, scholing en de

mogelijkheid voor bevriende verloskundigen om in één

ziekenhuis te werken

In 2011 zijn de Assises Nationales des Sages-Femmes in

Nantes op 18-19-20 mei 2011 ■

Vrouwen en hun partners goed voorbereiden op de pijn-

beleving tijdens hun baring is geen gemakkelijke opdracht!

Recente ontwikkelingen en onderzoeksresultaten dwingen

ons, verloskundigen, onze rol als begeleider bij barings-

pijn kritisch onder de loep te nemen. Laat u op deze

– deels Engelstalige - workshop inspireren door collega’s

die van pijn en pijnbeleving hun specialiteit hebben

gemaakt.

Irene Veringa presenteert de resultaten van haar onder-

zoek over pijnperceptie van zwangeren.

David Borman vraagt uw aandacht voor de rol en de

invloed van de toekomstige vader in het omgaan met

baringspijn en de consequenties daarvan voor de verlos-

kundige begeleiding.

Nicky Leap is verloskundige en internationaal bekend

door haar onderzoek over en ervaring met het concept

‘working with pain’. Haar opvatting is dat het niet werkt

om vrouwen en hun partners enkel een ‘menu van

mogelijke pijnbestrijdingsmethoden’ voor te schotelen.

Het is de taak van de verloskundige om op individueel

niveau met de vrouw en haar baringspartner(s) aan de

slag te gaan met pijn. Hoe ze dat concept jarenlang als

verloskundige in Engeland en Australië heeft uitgewerkt

en toegepast, laat ze ons zien in een interactieve en

praktische workshop. Absoluut een unieke kans om deze

bevlogen expert aan het werk te zien en praktische

instrumenten aangereikt te krijgen.

Na deze dag heeft u kennis van de meest actuele

inzichten in hoe zwangeren en hun partners omgaan

met baringspijn en met de keuzes die ze maken; heeft u

inzicht in hoe u praktisch in uw verloskundige praktijk

uw begeleidende rol als verloskundige volgens het

concept ‘working with pain’ kunt invullen.

Meer informatie: www.av-m.nl, klik door naar

Kenniscentrum; 23 of 24 september 2010 in Maastricht,

telkens van 13.00 - 17.30 uur; kosten: € 95,-;

Accreditatie wordt aangevraagd. ■

Workshop ‘Working with pain’

TvV juli/augustus 2010 • KNOV52

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 52

Page 53: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Hoe gaan verloskundigen om met een collegaverloskundige of een andere zorgverlener dieniet (goed) functioneert? Het is lastig om aande bel te trekken wanneer je ziet dat eenander volgens jou geen verantwoorde zorgverleent en daarmee misschien ook eensamenwerkingsprobleem creëert. Dit speeltniet alleen in eerstelijns praktijken. Ook in ziekenhuizen worden verloskundigen met ditprobleem geconfronteerd. Een lastig onder-werp, waar echter wel aandacht aan besteedmoet worden. Dit artikel gaat in op het juridischkader van goed hulpverlenerschap, goedezorg en aansprakelijkheid.

Juridisch kaderGoed hulpverlenerschap

Heel belangrijk is de vraag, hoe disfunctioneren voor -

komen kan worden. Dat heeft vooral te maken met

duidelijkheid over wat onder ‘goed hulpverlenerschap’

wordt verstaan. Uit artikel 453 WGBO vloeit voort dat de

verloskundige “…de zorg van een goed hulpverlener in

acht neemt…” en daarbij “…handelt in overeenstemming

met de professionele standaard.” Deze bepaling uit de

WGBO is enerzijds een norm voor het handelen van een

verloskundige en geeft anderzijds ook de grens voor dit

handelen aan. Artikel 1.6 van de KNOV-beroepscode uit

2009 geeft aan dat de verloskundige de grenzen van

haar beroepsuitoefening in acht neemt, waarbij zij zich

beperkt tot handelingen en uitspraken die binnen het

terrein van haar bevoegdheid en bekwaamheid liggen.

Ook wet- en regelgeving, jurisprudentie, KNOV stan-

daarden en richtlijnen, het verloskundige vademecum

(o.a. VIL) en landelijke kwaliteitseisen terzake prenatale

screening behoren tot de professionele standaard. Indien

een verloskundige afwijkt van de professionele standaard

dan moet zij dit kunnen verantwoorden en moet worden

aangetoond dat er goede redenen waren om van de

professionele standaard af te wijken.

De WGBO is gebaseerd op het uitgangspunt dat de

verloskundige en zwangere een geneeskundige behande-

lingsovereenkomst sluiten. Hiermee verplicht de verlos-

kundige zich om volgens de criteria van goed hulp -

verlenerschap een bepaalde inspanning te verlenen.

Deze inspanningsverplichting bestaat uit het uitvoeren

van het met de cliënte besproken plan van aanpak en

het voldoen aan haar zorgvraag.

KNOV beroepscodeWat kunnen verloskundigen doen als zij signaleren dat

een collega verloskundige geen verantwoorde zorg

verleent? Een gesprek aangaan met de betreffende

collega is moeilijk, maar wel altijd noodzakelijk. Dit geldt

ook voor relaties met andere zorgverleners, bijvoorbeeld de

relatie tussen klinisch verloskundigen en arts-assistenten

en gynaecologen. De KNOV-beroepscode van verloskun-

digen heeft ook op die situaties betrekking. De KNOV

beroepscode zegt hierover het volgende:

Artikel 2.1.2: De verloskundige is ten opzichte van een

collega en andere zorgverleners bereid tot openheid en

Goed hulpverlenerschap en goede zorgKWALITEIT

53TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Peter Buisman en Ernst de Jong

mr. Peter Buisman is hoofd van het team belangenbehartiging en

jurist van de KNOV

mr. Ernst de Jong is advocaat bij KBS advocaten te Utrecht

Het probleem van niet goed functionerende

zorgverleners speelt ook in andere sectoren

van de zorg. Zo vond het NIVEL in een steek-

proef van 341 verpleegkundigen, dat 18% van

hen te maken had met een disfunctionerende

collega. Ruim 11% had te maken met een

collega, die een fout had gemaakt bij de

behandeling van een patiënt. De meeste

verpleegkundigen wisten niet goed hoe ze

op zo’n situatie moesten reageren. Het is dus

nodig om dit in werkverbanden, of dat nu een

eerstelijns praktijk is, of een verloskundige

afdeling in het ziekenhuis, te bespreken en

vooral ook duidelijke afspraken te maken

over hoe in zo’n geval gehandeld moet

worden. [Veer AJE en Francke AL– 2009]

Morele dilemma’s in het dagelijkse werk van

verpleegkundigen en verzorgenden Utrecht.

NIVEL)

Met de professionele standaard wordt bedoeld

het geheel van regels en normen waarmee

de verloskundige bij de uitoefening van haar

werkzaamheden rekening behoort te houden.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 53

Page 54: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

communicatie over en evaluatie van haar handelen, met

inachtneming van het beroepsgeheim. Kritiek ten aanzien

van collegae en andere zorgverleners bespreekt zij primair

met de betrokkene(n) zelf. Zij onthoudt zich van het in

openbaar of ten overstaan van cliënten uiten van kritiek

en stelt zich terughoudend op indien zij zulke kritiek

verneemt. Zij stimuleert haar cliënten kritiek zelf met de

betrokkene te bespreken.

Artikel 1.7: De verloskundige stelt zich toetsbaar op en is

bereid zich te verantwoorden. Leidraad voor haar handelen

is het criterium “algemeen onder beroepsgenoten”

gebruikelijk”, zoals dat onder meer in wet- en regel-

geving en in richtlijnen van de KNOV is uitgewerkt.

Artikel 3.3.1: De verloskundige spant zich zoveel mogelijk

in om meningsverschillen met (een) collega(‘s) of met

(een) andere zorgverlener(s) in openheid te bespreken

en er alles aan te doen dat deze niet uitgroeien tot een

conflict of een geschil.

Artikel 3.3.2: De verloskundige spant zich in om bij con-

flicten of geschillen met (een) andere verloskundige(n)

en/of met (een) ander zorgverlener(s) in onderling over-

leg tot een oplossing te komen, zonodig met inschake-

ling van wederzijds geaccepteerde deskundigen

Goede zorgOp grond van artikel 2 Kwaliteitswet Zorginstellingen als

ook artikel 40 Wet BIG biedt de verloskundige verant-

woorde zorg aan. Hieronder wordt verstaan zorg van een

goed niveau, die doeltreffend, doelmatig en patiënt -

gericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële

behoefte van de cliënte.

In de aanstaande wetgeving over cliëntenrechten in de

zorg wordt het begrip ‘verantwoorde zorg’ iets uitgebrei-

der omschreven: ’Onder goede zorg wordt verstaan zorg

van goed niveau, die in ieder geval veilig, doel treffend,

doelmatig en cliëntgericht is, die tijdig wordt verleend en is

afgestemd op de reële behoefte van de cliënt, en waarbij

de personen die de zorg verlenen, handelen in overeen-

stemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid,

voortvloeiende uit voor hen geldende professionele stan-

daard.’

Melden calamiteiten Uit de Kwaliteitswet Zorginstellingen vloeit de plicht voort

om calamiteiten in de verloskundige zorg te melden aan

de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Indien sprake

is van overtreding van tuchtrechtelijke of strafrechtelijke

normen kan de IGZ besluiten zich tot het tuchtcollege

respectievelijk het Openbaar Ministerie (OM)te wenden.

(zie ook het interview met Marianne Amelink hierna.)

Als onderdeel van het veiligheidsmanagementsysteem

wordt elk ziekenhuis geacht een systeem voor het melden

en analyseren van incidenten te hebben [Roode R de en

Legemaate J, 2008]. In ziekenhuizen kunnen verloskundi-

gen terecht bij de daar ingestelde commissie Meldingen

Incidenten Patiëntenzorg (MIP). De meer recente ontwik-

keling is dat de meldingssystemen niet op het centrale

ziekenhuisniveau plaatsvinden, maar op afdelingsniveau.

Het melden op afdelingsniveau staat bekend als Veilig

Incident Melden (VIM). Bij artsen is in de tuchtrechtelijke

jurisprudentie aangenomen dat het doen van een MIP-

melding geen vrije keuze is. Doet zich een gebeurtenis

voor die een MIP-melding waard is, dan dient daartoe te

worden overgegaan.

Zorgverleners zijn verplicht om bijna-incidenten en

incidenten via een daarvoor ontworpen formulier aan

de commissie te melden. Na ontvangst van een melding

analyseert de commissie de gegevens (oorzaak, gevolg)

en bericht de melder over de voorzienbaarheid en de

eventuele maatregelen ter voorkoming van herhaling.

De commissie wordt geacht ook adviezen te geven als er

meer structurele oorzaken aan de orde zijn, zoals bijvoor-

beeld een structurele onderbezetting, of een structureel

disfunctioneren door bijvoorbeeld afwezigheid. Het

ziekenhuis kan vervolgens kwaliteitsbevorderende maat-

regelen treffen.

Ook al hangen zij samen, de kwaliteit van de zorgverle-

ning zegt niet alles over de kwaliteit van de onderlinge

samenwerking.. De samenwerking kan goed zijn, terwijl

de zorgverlening verbetering behoeft. Zorgverlening

volgens de professionele standaard is niet noodzakelijker-

wijs een waarborg voor goede onderlinge samenwerking

[Gerats G. en Bekker B., 2010].

Hoe te handelen?Het disfunctioneren van een collega zorgverlener kan

verschillen van aard en omvang. Het kan gaan om de

kwaliteit van de verleende zorg, maar ook om de wijze

waarop wordt samengewerkt. Daarom is niet voor iedere

situatie een passende aanpak te geven. Echter op grote

hoofdlijnen kan gedacht worden aan het volgende.

Herken een signaal van disfunctioneren van een collega

zorgverlener waarmee wordt samengewerkt. Beoordeel

dit volgens de normen van ‘goed hulpverlenerschap’

KWALITEIT

54 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Een calamiteit is een niet beoogde of onver-

wachte gebeurtenis die betrekking heeft op

de zorg en die de dood van of een ernstig

schadelijk gevolg voor een patiënt of een

cliënt van een instelling heeft geleid.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 54

Page 55: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

respectievelijk ‘goede zorg’. Ga hierbij na of een collega

werkt volgens de professionele standaard en dat er geen

sprake is van substandard care.

Bespreek (mogelijk) disfunctioneren met de collega zorg-

verlener. Vraag naar de redenen waarom is afgeweken

van de professionele standaard.

In plaats van een individueel gesprek kan een casus

besproken worden tijdens Intercollegiale Toetsing voor

Verloskundigen. Hierbij vormt een aantal verloskundigen

een toetsgroep waarin zij de verloskundige zorgverlening

vergelijken (met elkaar en met objectieve gegevens) met

als doel de verloskundige zorg te verbeteren.

Ook tijdens een perinatale audit kunnen zorgverleners op

een kritische, gestructureerde wijze kijken naar de daad-

werkelijk verleende zorg bij perinatale sterfte. Het lande-

lijke systeem van perinatale audit bestaat uit lokale regio-

nale en landelijke audit met ieder een eigen focus.

Wanneer de bespreking niet tot een bevredigend resultaat

leidt en de gezondheidsrisico’s voor cliënten aanmerkelijk

zijn en/of kans op herhaling hiervan groot is, dan kan

overwogen worden om de kwestie aan de IGZ voor te

leggen. In theorie zou een collega beroepsgenoot ook

een klacht aanhangig kunnen maken bij de tuchtrechter.

Maar het ligt meer voor de hand dat de IGZ zich tot het

tuchtcollege of het Openbaar Ministerie wendt.

Wanneer er sprake is van conflict en mediation geen

oplossing biedt, dan is het vaak verstandig om juridisch

advies in te winnen. Een daadwerkelijk geschil moet

worden beslecht door bijvoorbeeld arbiters, het Scheids -

gerecht Gezondheidszorg of door de gewone rechter.

PraktijkvoorbeeldenBij de beantwoording van de vraag wat er gedaan moet

worden bij een vermoeden van disfunctioneren van een

collega-verloskundige, is ook het kader waarbinnen deze

verloskundige en haar of zijn collega’s werkzaam zijn van

belang. Disfunctioneren kan bijvoorbeeld al blijken terwijl

de verloskundige nog in opleiding is. In dat geval is het

vooral aan degenen die de verloskundige opleiden om

actie te ondernemen, teneinde het functioneren van de

student te verbeteren of eventueel de opleiding te beëin-

digen. De kwaliteit van de beroepsgroep wordt mede

bepaald door het vermogen van die groep om ongeschikt-

heid voor het beroep tijdig op te merken en desnoods

harde maatregelen te treffen.

Indien de mogelijk disfunctionerende verloskundige in

loondienst werkzaam is – in een ziekenhuis of bij een

maatschap – dan is vooral het arbeidsrecht van belang.

Zoals in het voorgaande reeds opgemerkt ten aanzien

van ziekenhuizen dient er op grond van de Kwaliteitswet

zorginstellingen (KWZ) verantwoorde zorg te worden

geboden. Die verplichting geldt ook voor een extramurale

maatschap. Op een dergelijke maatschap is de Kwaliteits -

wet Zorginstellingen ook van toepassing.

Een mogelijke disfunctionerende collega die in loondienst

werkt, kan in beginsel op eenvoudige wijze gecorrigeerd

worden. Een werknemer dient redelijke instructies van

zijn werkgever op te volgen. Leidt dat niet tot verbetering,

dan kan ontslag volgen. Dat is geen gemakkelijke weg,

maar anderzijds zeker geen onmogelijke. In extreme

gevallen kan zelfs ontslag op staande voet worden over-

wogen. In dergelijke situaties dient nog meer dan anders

zorgvuldig en snel gehandeld te worden.

Een werkgever kan het handelen van een verloskundige

in loondienst ook ter toetsing aan de tuchtrechter voor-

leggen. De Wet BIG, waarin het tuchtrecht voor onder

anderen verloskundigen geregeld is, biedt die mogelijk-

heid uitdrukkelijk. Van deze mogelijkheid wordt zelden

gebruik gemaakt. Er is een gering aantal zaken bekend

waarin de voormalige werkgever van een hulpverlener

een klacht indiende bij de tuchtrechter tegen die ex-

werknemer. De gedachte is daarbij waarschijnlijk dat

ontslag alleen niet voldoende is, omdat ontslag van een

hulpverlener niet kan voorkomen dat deze hulpverlener

elders weer aan de slag zal gaan. De tuchtrechter kan

dat eventueel wel voorkomen. Zo diende de voormalig

werkgever van een verpleegkundige alsnog een klacht in

bij de tuchtrechter, nadat deze vanwege seksueel mis-

bruik van meerdere patiënten was ontslagen [Regionaal

Tuchtcollege Amsterdam 12 februari 2002]. De registratie

van betrokkene in het Big-register werd doorgehaald. In

een ander geval ging het om een psychiater in opleiding,

die vanwege een seksuele relatie met een patiënte was

ontslagen. Ook in die casus diende de werkgever na

ontslag alsnog een klacht in bij het tuchtcollege [Centraal

Tuchtcollege 1 september 2009].

Veel lastiger is de situatie wanneer disfunctioneren wordt

vermoed of zelfs vastgesteld bij een collega met wie een

maatschap wordt gevormd. De leden van de maatschap

zijn gelijkwaardig aan elkaar, er is geen gezagsverhouding

tussen de maten en iedereen handelt zelfstandig als

verloskundige. Indien zich een situatie van disfunctioneren

van een collega in de maatschap voordoet, blijkt een

maatschap zijn minder aantrekkelijke kanten te hebben.

Bestaat de maatschap uit twee verloskundigen, dan kan

de een de maatschap met de ander vrij eenvoudig

opzeggen. Vervolgens moet dan wel verdeling van het

maatschapvermogen plaatsvinden, waarbij bijvoorbeeld

de verdeling van de patiënten, het praktijkpand en de

apparatuur tot lastige, energievretende discussies kan

leiden. Wat bijvoorbeeld te denken van de situatie dat

twee verloskundigen in een maatschap ruzie krijgen en

één van hen plotseling haar praktijk verplaatst blijkt te

hebben met medeneming van het echoapparaat? Of de

situatie dat vier leden van een maatschap plotseling de

KWALITEIT

55TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 55

Page 56: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

sloten van de deur van het praktijkpand hadden vervangen,

waardoor hun collega, van wie zij af wilden, haar werk

niet meer kan verrichten? De juridische en financiële

problemen zijn dan niet van de lucht.

Het is buitengewoon ingewikkeld wanneer de maatschap

uit drie of meer leden bestaat. Indien de meerderheid

dan van één collega af wil, dan zal dat vaak alleen

mogelijk zijn via een arbitrageprocedure. Reden is dat

het zogenaamde uitstoten van een collega, ofwel het

opzeggen van de maatschap door de andere maten

jegens één maat, slechts is toegestaan als dat uitdrukke-

lijk in de maatschapovereenkomst is vastgelegd. Meestal

is dat niet het geval. Bij het sluiten van een maatschap-

overeenkomst wil men over het algemeen niet nadenken

over de mogelijkheden tot beëindiging. Wat dan resteert,

is een procedure bij de rechter of bij arbiters. De uitkomst

daarvan is altijd onzeker. Voor de goede orde: beëindiging

van een maatschap is uiteraard niet alleen aan de orde

als er sprake is van disfunctioneren. Er zijn ook andere

redenen om uit elkaar te gaan. Het is bij het aangaan

van een maatschapovereenkomst verstandig om daar

praktische afspraken over te maken.

Collega’s in een maatschap zouden bij vermoeden van

disfunctioneren van een van hen ook kunnen overwegen

om de hulp van de Inspectie voor de Gezondheidszorg in

te roepen. De sfeer binnen de maatschap verbetert

daardoor over het algemeen niet, maar zeker bij ernstige

incidenten bestaat er een meldingsplicht op grond van

de KWZ. De inspectie kan eventueel onderzoek doen en

bezien of een verbetertraject nodig is. Ook zou de inspectie

kunnen besluiten om het concrete handelen van een

verloskundige aan de tuchtrechter voor te leggen. Indien

het zou gaan om (ernstig) disfunctioneren op basis van

bijvoorbeeld een geestelijke ziekte of verslaving, dan kan

de Inspecteur een voordracht doen bij het College van

Medisch Toezicht. Een dergelijke ‘voordracht’ moet aller-

minst luchtig worden opgevat; het gaat om situaties dat

de Inspecteur meent dat er aanleiding is het algemeen

functioneren van betrokkene te laten toetsen door het

genoemde college. Dat college heeft de mogelijkheid om

zeer zware maatregelen op te leggen, bijvoorbeeld een

schorsing of een doorhaling van de registratie. Dit komt

gelukkig niet veel voor.

ConclusieIndien een verloskundige onder de maat presteert, is dat

voor alle betrokkenen een probleem. Ten eerste natuurlijk

voor de patiënten, maar ook voor de verloskundige zelf,

haar werkgever of haar maten. Weglopen voor het

probleem heeft geen zin, dat zal het disfunctioneren niet

beëindigen. Van iedere verloskundige mag worden

verwacht dat zij oog heeft voor haar eigen functioneren,

maar ook voor het functioneren van haar collega’s. ■

ReferentieVeer AJE. Francke AL. (2009) Morele dilemma’s in het dagelijkse werk van

verpleegkundigen en verzorgenden. NIVEL, Utrecht 2009.

Roode R. de. Legemaate J. Juridische aspecten van Perinatale audit,, pag

55-56. KNMG/RVNM, Utrecht, 2008

Gerats G. Bekker B. Samenwerken in de praktijk: een kwestie van onder-

houd . Tijdschrift voor Verloskundigen, februari 2010

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam 12 februari 2002, Tijdschrift voor

Gezondheidsrecht 2003/5.

Centraal Tuchtcollege 1 september 2009, Gezondheidszorg Jurisprudentie

2009/107.

KWALITEIT

56 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Tijdens het Congres Safe Motherhood van 29 juni jl. hield verloskundige Dr. Ank de Jongeeen inleiding. Daarin vertelde zij ondermeerdat de compensatie voor oninbare kosten,gemaakt voor een zwangere en haar babyhonderd procent bedraagt. Vanuit de zaalwerd dat ontkend: ziekenhuiszorg zou slechts voor 80% worden vergoed. Het echteantwoord luidt als volgt.

De compensatie van de oninbare kosten van zorg

verband houdende met zwangerschap en geboorte

bedraagt 100%. Deze uitzondering van de wetgever op

het basisbeginsel van gedeeltelijke compensatie heeft

alles te maken met het feit, dat zwangeren een uiterst

kwetsbare groep zijn die geen enkele barrière mogen

ervaren als ze hulp zoeken en heeft ook het wordende

kind op grond van allerlei verdragen recht op volledige

bescherming.

Het CVZ rekent alle medisch noodzakelijke zorg rondom

zwangerschap en bevalling tot de direct toegankelijke

zorg. Ieder ziekenhuis/gynaecoloog kan daardoor alle

medisch noodzakelijke zorg leveren rondom zwanger-

schap en bevalling en komt de oninbare vordering in

aanmerking voor een vergoeding van 100%.

Ook verlangt het CVZ geen overplaatsing

in het geval bijvoorbeeld een couveuse-

plaatsing van de baby nood zakelijk is (in

principe niet-direct toegankelijke zorg) en

de moeder voor nazorg in het ziekenhuis

verblijft. Het is voor de ontwikkeling van

het kind van groot belang dat moeder en

kind niet gescheiden worden.

Voor meer informatie verwijzen wij u naar

de website: www.cvz.nl.

Met vriendelijke groet,

w.g. College voor Zorgverzekeringen ■

Oninbare kosten

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 56

Page 57: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)ontvangt jaarlijks ‘een zeer gering aantal’meldingen van verloskundigen over collega’sdie niet goed functioneren. Marianne Amelink,verloskundige en inspecteur perinatale zorgvoor de IGZ, licht in dit interview toe wat ermet zulke meldingen gebeurt. Ze hoopt datverloskundigen eventuele schroom overwin-nen om ermee naar buiten te treden: “Als het gaat om patiëntveiligheid is het vanuit je professionele verantwoordelijkheid heelbelangrijk om disfunctioneren aan de orde te stellen.”

Hoe vaak per jaar krijgt de Inspectie meldingen binnen

van verloskundigen die signaleren dat haar collega haar

werk niet goed doet?

Marianne Amelink: ”We krijgen verschillende categorieën

meldingen binnen. Die kunnen gaan over concurrentie,

over patiënten die overlopen van een naburige praktijk

met klachten over de bejegening, of over een praktijk

die niet mee doet aan nascholing, ITV of kring. Dit zijn

signalen waar de Inspectie in principe niets mee doet.

Maar meldingen kunnen ook gaan over fouten in de

zorgverlening. En dan is er ook nog de categorie

meldingen die binnenkomt via andere instanties, zoals

het Medisch Tuchtcollege of de Klachtencommissie.

Deze meldingen nemen we wel in behandeling. De focus

van de Inspectie is immers erop toezien dat patiënten

verantwoorde zorg krijgen.

We krijgen per jaar maar een zeer gering aantal meldingen

van verloskundigen over het disfunctioneren van collega’s,

waarbij fouten in de zorg worden gemaakt. Dat betekent

niet dat er weinig te melden valt. Het betekent evenmin

dat er sprake is van onderrapportage en dat er meer te

melden valt. We weten het gewoon niet. ”

Om wat voor soort problematiek gaat het meestal als

een verloskundige haar werk niet goed doet?

“Er zijn verloskundigen die niet goed functioneren omdat

zij psychisch niet in orde zijn. Vaak gaat het om over-

spannenheid. Dan heeft een verloskundige geen greep

meer op het werk en collega’s signaleren dat. Ook kan

iemand psychiatrisch patiënt zijn, en er niet mee voor de

draad komen. Of er is sprake van verslavingen. Al is het

lang geleden dat ik een melding om die reden heb gezien...

Het kan ook gaan om meldingen over verloskundigen

die vanuit een bepaalde visie werken. Dan spreek ik niet

over religieuze overtuigingen, maar over alternatieve

behandelingen. De alternatieve zorg is dan niet meer

complementair, maar vervangt evidence based practice.

Collega’s vragen zich dan af of er nog verantwoorde

zorg wordt geleverd.

Een andere reden voor een melding over disfunctioneren

kan ondeskundigheid in het verloskundig-technisch

handelen zijn.”

Hoe komt het dat verloskundigen het zelf niet altijd

doorhebben dat zij suboptimale zorg verlenen?

“Bij psychische problematiek kan dat komen doordat de

verloskundige, als onderdeel van haar ziektebeeld, niet

alles meer overziet. Als haar cliënten niet aan de bel

trekken, gaat zij gewoon door. Cliënten zeggen vaak

niets, omdat zij niet weten wat zij van de zorg moeten

verwachten. Het wil niet zeggen dat een verloskundige

verplicht is om haar eigen aandoeningen te melden.

Maar ze is als professional wel verantwoordelijk voor

bevoegd en bekwaam hulpverlenerschap, en voor het

leveren van verantwoorde zorg. Dat verloskundigen

ervoor kiezen om niets te zeggen uit schaamte of omdat

Patiëntveiligheid staat vooropMelden van disfunctioneren bij de IGZ

KWALITEIT

57TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Brigitte Tebbe is lid van de redactie

Brigitte Tebbe

© W

il va

n V

een

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 57

Page 58: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

zij hun baan niet kwijt willen? Dat is speculeren, maar

het zou kunnen.”

Wat maakt verloskundigen kwetsbaar voor

disfunctioneren?

“Als een verloskundige solistisch werkt, kan het gemak-

kelijker voorkomen dat zij onopgemerkt niet goed

functioneert. Er is dan niemand die tegen haar zegt, dat

het niet goed gaat met haar, of dat ze op een onjuiste

wijze werkt.

Niet blijven bijscholen is een andere oorzaak. Het vak ver-

andert zo snel; als ik kijk wat er in de afgelopen 35 jaar

dat ik in de verloskunde werk allemaal is bij gekomen

aan diagnostiek, aan apparatuur en evidence! Als je niet

aan bijscholing mee wilt doen, dan oefen je het vak niet

meer state of the art uit. Dan ben je er misschien niet eens

bewust van dat je disfunctioneert of verkeerd handelt,

omdat je niet weet wat de actuele beste behandelwijze is.

De belangrijkste manier om disfunctioneren te voor -

komen is dat verloskundigen zich toetsbaar opstellen

binnen de praktijk, de kring, het VSV. Er zijn zoveel

methoden om het verloskundig handelen te evalueren:

zoals de spiegelinformatie van LVR en VOKS, inter -

collegiale toetsing, deelname aan VSV-besprekingen en

perinatale audits. Als je daar niet voor open staat, ben

je wel netjes afgestudeerd, maar werk je toch niet ver-

antwoord. Je hoort zorgverleners vaak klagen over de tijd

die registratie, dossiervoering, onderzoek en bijscholing

kost. ‘Laat mij maar gewoon mijn werk doen, dáár ben

ik verloskundige voor geworden, niet voor al die dingen

eromheen’ zeggen ze dan. Maar mijn stelling is dat je

alleen maar een goed verloskundige kunt zijn als je die

dingen eromheen ook doet – en dat die dus gewoon

onderdeel van je werk zijn.”

Hoe gaat IGZ om met meldingen over disfunctioneren

van collega’s?

“Een melding komt via het loket van de website van IGZ

binnen. Dan bekijken we eerst om wat voor melding het

gaat. Een melding moet concreet zijn, zodat we kunnen

beoordelen of de patiëntveiligheid inderdaad mogelijk in

het geding is. Met anonieme meldingen doen we op dit

moment in principe niets, tenzij het om ernstige mis -

standen gaat.

De inspecteur uit de regio van de melder neemt de

melding in behandeling. De ernst van de zaak bepaalt

daarbij de snelheid waarmee de inspectie te werk gaat.

De eerste vraag aan de melder zal zijn wat deze er zelf

aan heeft gedaan om haar collega op de hoogte te

stellen en de situatie ten goede te keren. En ook wat er

binnen de praktijk, de kring, vakgroep of het bestuur

van het ziekenhuis is ondernomen om het op te lossen.

Altijd met de insteek van de patiëntveiligheid.

Als een zaak ondanks goede acties niet kon worden

opgelost, gaat de Inspectie zelf op onderzoek uit.

Allereerst wordt de melding voorgelegd aan degene over

wie de melding is gedaan. De inspecteur vraagt diegene

om toelichting. Afhankelijk van die reactie en de situatie

gaat de inspecteur op bezoek bij zo’n praktijk, om de

praktijkvoering te toetsen waarbij dan uiteraard maat -

regelen voor kwaliteitsborging belangrijke aandachts -

punten zijn. Soms worden ook inlichtingen gevraagd

aan andere zorgverleners of aan de betreffende cliënten.

De bevindingen van het onderzoek van de Inspectie

worden samengevat in een rapport met een conclusie.

Bij ziekte of verslavingen kan ze de zaak voorleggen aan

het College van Medisch Toezicht. Deze kan aan het

werken als verloskundige tijdelijk voorwaarden stellen

(bijvoorbeeld alleen onder supervisie werken of zich eerst

onder behandeling laten stellen), de bevoegdheid van de

verloskundige gedeeltelijk beperken of de registratie van

de verloskundige in het BIG-register doorhalen.

Bij ondeskundig handelen kan de inspecteur de verlos-

kundige bijvoorbeeld opleggen om bijscholing te volgen

of (tijdelijk) onder supervisie te werken. Als er een concrete

calamiteit is ontstaan door onbekwaam handelen, kan de

zaak aan het Medisch Tuchtcollege worden voorgelegd.

In het uiterste geval kan een verloskundige ook, na een

tuchtzaak, uit het register worden geschrapt. Maar dat

zijn grote uitzonderingen. Meestal wordt een aantal

concrete acties afgesproken inclusief een tijdpad en een

follow-up periode waarin de verloskundige of de praktijk

verbetering moet aantonen. Ook kan het gebeuren dat de

verloskundige gaandeweg uit zichzelf zegt: ik stop ermee.

Wat betekent het voor collega’s en praktijken als een

melding moet worden gedaan?

“Dat is dramatisch…. Je bent ooit zo enthousiast begon-

nen met elkaar. Dit is voor de samenwerking heel pijnlijk.

Een praktijk is gezamenlijk verantwoordelijk voor de

kwaliteit van zorg. Als er één van de maten disfunctio-

neert en niet wil verbeteren, is dat een groot probleem.

Je hebt dan niet alleen het probleem van het disfunctio-

neren, maar ook een communicatieprobleem. De praktijk

moet als werkgever zelf in actie komen. De IGZ komt pas

in actie als praktijken het zelf niet kunnen. Maar duidelijk

moet zijn dat de Inspectie geen bemiddelingsinstituut is:

onze focus is de patiëntveiligheid, voor mediation kunnen

collega’s bij de beroepsvereniging terecht.”

Wij vonden bij het maken van deze reportage geen

enkele verloskundige bereid om haar verhaal te delen

over disfunctioneren in de verloskundige praktijk.

Ligt er een taboe op dit onderwerp?

“Dat is niet specifiek voor verloskundigen! Dat is

algemeen menselijk; het geldt ook voor de buurman die

KWALITEIT

58 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 58

Page 59: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

teveel herrie maakt of zijn afval bij jou in de tuin gooit.

Het is heel moeilijk om op een goede manier aan je

collega duidelijk te maken dat hij of zij niet goed bezig

is. Maar als het gaat om patiëntveiligheid, is het vanuit je

professionele verantwoordelijkheid heel belangrijk om

disfunctioneren aan de orde te stellen, om patiënten te

beschermen. Ik hoop dat wat meer informatie over dit

onderwerp verloskundigen helpt om over hun schroom

heen te stappen.”

De IGZ werkt momenteel aan een aanpassing van de

IGZ-richtlijn Omgaan met signalen van disfunctionerende

specialisten naar de eerstelijns situatie. Het beleid blijft

hetzelfde, alleen komt er nu een aangepast protocol voor

de eerstelijns setting, van zelfstandige ondernemers die

niet kunnen terugvallen op een Raad van Bestuur. Meer

informatie over de bestaande richtlijn is te vinden op

www.rijksoverheid.nl/kamerstukken.

Uitgebreide informatie over de procedure bij meldingen

aan de IGZ is te vinden in de Leidraad meldingen 2010,

via www.igz.nl/actueel/publicaties ■

KWALITEIT

59TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Er is een groot landelijk onderzoek gaande naar de aan-

wezigheid van Q-koorts bij eerstelijns zwangeren die geen

ziekteverschijnselen hebben: is screening zinvol bij deze

groep?

Dit is een uniek onderzoek! De Q-koorts epidemie met

vorig jaar 2300 ziektegevallen in Nederland is ook uniek

in de wereld.

Er is nog weinig bekend over Q-koorts en over de risico’s

voor zwangeren. Maar wat we weten baart grote zorgen:

1. In een (klein) onderzoek uit 2007 in Frankrijk onder

53 zwangeren met de diagnose Q-koorts, zijn veel

ernstige complicaties beschreven: 27 % groeivertraging,

27% intra-uteriene vruchtdood, 11 % oligohydram-

nion.

2. In een onderzoek in in 2007 in het met Q-koorts

besmette dorp Herpen in Noord-Brabant was 16% van

de zwangeren besmet!

3. De bloeduitslagen van alle zwangeren die vanaf april

gescreend zijn in het lopende Q-koortsonderzoek tonen

een besmettingsgraad van ongeveer 10% met Q-koorts

onder zwangeren. Het gaat hier om zwangeren die

geen klachten hebben! Dit kunnen oude of recente

infecties met Q-koorts zijn, dat wordt dan vervolgens

uitgezocht.

4. Verloskundigen spreken zelden over beroepsrisico,

maar bij Q-koorts is het een belangrijk element. Met

Q-koorts besmette zwangeren kunnen in de actieve

fase van de Q-koorts zeer besmettelijk zijn tijdens de

partus: vruchtwater, vliezen en placenta zijn zeer

infectieus. Op deze wijze kan overdracht van mens op

mens plaatsvinden van Coxiella Burnetii.

Onlangs is besloten het onderzoek te verlengen: zwange-

ren uit de eerstelijn, die aterm zijn in de periode tot

1 januari 2011 en wonen in een risico gebied voor Q-

koorts (m.n. in Zuid-Nederland) kunnen meedoen met dit

onderzoek. (Bij aanvang onderzoek: alleen voor zwange-

ren aterm in de periode van 1 juni tot 1 oktober 2010).

Inmiddels doen ruim vijftig eerstelijns verloskundige

praktijken mee met dit onderzoek: zwangeren

worden opgeroepen een buisje bloed af te geven

voor het Q-koortsonderzoek. Er kunnen zich nog

praktijken aanmelden om mee te doen.

Meer informatie:

http://medischcontact.artsennet.nl/blad/Tijdschriftartikel/

Qkoorts-ziekte-van-vele-vragen.htm;

http://zwangerschap.qkoortsonderzoek.nl/download/fileh

andler.ashx?FileId=142;

http://zwangerschap.qkoortsonderzoek.nl; NTvG 2009 ,

4 april; 153 ■

Oproep deelname onderzoekQ-koorts bij eerstelijns zwangerenOnderzoekstermijn verlengd!

© W

il va

n V

een

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 59

Page 60: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

‘De deskundige ondersteuning van Biomedic

biedt mij meerwaarde, daarom kies ik voor ALOKA‘

Vermeulen Medical B.V. • Kryptonstraat 1 • 6718 WR Ede • T 0318 643424 • F 0318 643047 • [email protected] • www.vermeulenmedical.nl

Biomedic Nederland B.V. • Antennestraat 86 • 1322 AS Almere • T 036 5463000 • F 036 5463010 • [email protected] • www.biomedic.nl

Mieke isverloskundige

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 60

Page 61: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

"Ga jij die mevrouw even van beneden halen?" Verloskundige Ria keek over haar lees-

bril naar haar studente Linda. "Het is een priem en ze heeft nu weeën om de vier

minuten." Het was elf uur 's avonds, Linda was net de wacht in gegaan en had wel zin

in een partus. Blijmoedig ging ze met de lift naar beneden, waar ze Barbara aantrof,

een forse vrouw met een volle bos haar, type kroegbaas, al puffend in haar rolstoel.

'Malle Babbe', was het eerste dat door Linda's hoofd schoot. Malle Babbe werd begeleid

door een iel, pezig en nerveus mannetje, die zich voorstelde als Pieter, na enige moeite

om een hand vrij te krijgen uit de hengsels van alle tassen die hij droeg. "Ik ben de

vader," verklaarde Pieter. "Nou ja, de aanstaande vader", voegde hij daar aan toe. "Als

alles goed gaat, tenminste…" Barbara keek hem al puffend vanuit haar zittende positie

al vorsend aan.

"Maar natuurlijk gaat het goed, schat. Het gaat heel goed!" haastte haar man zich te

zeggen.

Op de VK bleek Barbara drie centimeter

te hebben. Barbara wilde wel een

glaasje appelsap. Pieter banjerde nerveus

door de verloskamer. "Het is toch wat,

het is toch wat. Als je het mij vraagt…

ik loop nog liever in een mijnenveld. En

daar heb ik ervaring in, dus ik weet wat ik

zeg…."

"Hij is marinier," verklaarde Barbara.

"Wilt u ook wat drinken", vroeg Linda.

"Misschien een glaasje sap, of een lekker kopje

thee…"

"Doe mij maar koffie!" Ook dat nog, dacht Linda.

Barbara deed het allemaal geweldig. Linda besloot om

eens te proberen of ze Pieter wat kon kalmeren. "Waar

maak je je nou zo druk om? Het gaat allemaal heel goed!

En jullie zijn nu in het ziekenhuis, wij zijn vlak in de buurt.

En jullie hebben alles bij je: druivensuikertabletten, labello, maxi-cosi, camera…"

"Camera", mompelde Pieter, …"camera… O nee, de CAMERA!!! We zijn de camera

vergeten! Ik ga hem NU halen!"

Zonder zijn vrouw gedag te zeggen schoot Pieter zijn jas aan en verliet de kamer.

"Vergeet je autosleutels niet", riep Linda hem achterna. Pieter hield even in. "Maar ik

ga niet met de auto, ik ga rennen!"

En zo verliet de aanstaande vader het warme ziekenhuis om al rennend vijf kilometer

verderop thuis de camera te gaan halen.

Het was nu tenminste heerlijk rustig op de kamer. Dat leek een positieve invloed op de

weeënactiviteit te hebben.

"Thuis was het nog erger", zei Barbara. "Samen met een collega van hem stonden ze

te roepen dat ik naar het ziekenhuis moest. Ik had toen weeën om de tien minuten.

En dat zijn dan twee mannen die het land moeten redden."

Linda legde haar hand op Barbara's buik en keek nog eens op de klok. "Je doet het

MijnenveldLinda is in 2003 in Rotterdam afgestudeerd als verloskundige. Het onderstaande verhaal speelt inhaar derde leerjaar van de opleiding. Inmiddels is ze geassocieerd in een leuke dorps/stadspraktijkna 1,5 jaar door het hele land te hebben waargenomen. Met haar drie collega's verzorgen ze zo'n380 partus/jaar.

PRAKTIJK

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 61

© T

on

vd

Co

ever

ing

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 61

Page 62: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Een van de krachten van de eerstelijns verlos-kunde is de persoonlijke en intensieve begelei-ding. Dit kost echter veel tijd. Bij grotere praktijken is dit soms moeilijk te realiseren.Verloskundigenpraktijk ‘’t Noorden’ inEindhoven ging op zoek naar een efficiënteoplossing, waarbij er meer tijd is voor alle cliënten.

Veel verloskundigen kennen wel van die drukke dienst -

dagen: de hele nacht bij een bevalling gezeten, drie

kraamvisites afgelegd, een consult buikpijn tussendoor

en dan belt de volgende bevallende cliënt alweer…

En er staan nog twee visites.

BrainstormZeven jaar geleden begon het ons op te breken omdat

dit soort drukke diensten zich te vaak voordeden. We

hielden een uitgebreide brainstorm binnen de maatschap

en kwamen tot de conclusie dat de kwaliteit van onze

zorg niet onder druk mocht komen te staan door deze

drukke diensten. We moesten onze werkzaamheden op

een andere manier vorm gaan geven. Tijdens de brain-

supergoed", moedigde ze haar parturiënte aan. "De

weeën komen nu ook veel sneller."

"Sneller?!" riep Pieter, die net op dat moment buiten

adem de kamer weer in kwam gestoven. "Sneller?! Ik

heb gvd de ballen uit mijn broek gerend!!!"

Barbara ging vlot naar VO en baarde volgens alle regelen

der kunst een prachtige, gezonde zoon en met behoud

van een gaaf perineum. Maar zelfs dat hielp de verse

vader niet te kalmeren. Deze liep nog steeds onrustig

door de verloskamer, nu met zijn pasgeboren zoon in zijn

armen. "Het is toch wat, het is toch wat… Doe mij maar

een mijnenveld…"

Linda keek hem meewarig aan. "Pieter, waar maak je je

nou zo druk om? Het is toch allemaal goed gegaan, je

hebt een gezonde zoon en je hebt nu de camera … Dan

kun je zo mooi foto's van hem maken in zijn eerste

kleertjes."

"Kleertjes… kleertjes… O nee, de Kleertjes!!!"

En zo kon men in Rotterdam voor de tweede keer die

nacht een hevig transpirerende marinier door de maan-

verlichte straten zien rennen… ■

Nyx

PRAKTIJK

62 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Intensieve begeleiding Nicole Manders

Nicole (N.C.H.) Manders is eerstelijns verloskundige en

verbonden aan Verloskundigenpraktijk ’t Noorden te

Eindhoven

Correspondentie: [email protected]

- extra verloskundige voor visitedienst (VD)

- visitedienst op maandag, woensdag, vrijdag

- merendeel kraambedvisites tijdens VD

- dienstdoende doet visites mee met VD op

een rustige dag en geen visites wanneer er

een partus is

- VD is achterwacht vanaf de voorafgaande

nacht

- Op andere dagen is een ‘roostervrije’ verlos-

kundige achterwacht of eventueel de buur-

praktijk

- Dienstmap en visitemap

- extra mobiele telefoon voor VD (nummer

alleen voor collega en kraamverzorgenden)

In ’t kort

Haagse stadspraktijk zoekt

langdurige waarneming

� +/- 300 zorgeenheden

� Orfeus online

� Praktijkassistente

� Waarneming 26 %

Interesse ?

Meer informatie: www.mundo-vroedvrouwen.nl

of bel 070-3468288 of onderstaande nummers

of mail CV naar [email protected]

Christine Eckert Michelle Beijerinck Sylke Keizer

06-11154189 06-22240433 06-39568740

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 62

Page 63: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

za zo ma di wo do vr za zo ma di wo do vr

Kraambed 1 Par D V V V (V)

1 2 3 5 8 10

Kraambed 2 Par V V V V (V)

1 2 4 6 9 11

storm hebben we allerlei mogelijkheden besproken. Alles

kon en alles mocht gezegd worden. Het was erg belang-

rijk om niet meteen met allerlei bezwaren de ideeën van

tafel te vegen.

Twee factoren waren voor ons erg belangrijk:

1. meer tijd voor de cliënt

2. minder werkdruk en meer werkplezier voor de verlos-

kundige

We hebben gekeken naar het soort werkzaamheden. De

oorzaak van ons probleem lag met name in de onvoor-

spelbaarheid van de diensten. Als er meerdere of lange

bevallingen zijn tijdens een dienst, beïnvloedt dat de tijd

en daarmee de kwaliteit van de overige werkzaamheden

voor die dag, zoals kraamvisites. Bevallingen en spoed-

consulten zijn niet te plannen. Spreekuren en kraam -

visites echter wel. De meeste praktijken hebben spreek-

uur en dienst al gesplitst. Door deze twee activiteiten los

te koppelen verhoog je de kwaliteit van beide. Als je nog

een stap verder gaat en een extra verloskundige inzet voor

kraamvisites, maak je deze werkzaamheden ook planbaar.

Door deze opsplitsing zullen de verloskundigen vaker

moeten werken, maar met minder werkdruk en meer tijd

voor de cliënt.

In eerste instantie zagen we een heleboel knelpunten:

extra werkdagen, roosterplanning, extra overdrachten

etc. Maar omdat we echt iets wilden veranderen, zijn we

stap voor stap gaan uitwerken hoe het eruit zou kunnen

zien. We konden er immers altijd nog vanaf zien. Toen

we uiteindelijk op papier hadden staan, hoe we het vorm

zouden kunnen gaan geven, bleken al onze bezwaren

ineens niet meer zo zwaar te wegen. Het was dus nuttig

om onszelf te dwingen open minded naar oplossingen te

blijven kijken.

Onze manier van visitedienstOm andere verloskundigenpraktijken aan het denken te

zetten, beschrijven we hier hoe wij de visitedienst heb-

ben vormgegeven. Er leiden echter meerdere wegen naar

Rome, dus kun je dit voorbeeld gebruiken als startpunt

voor je eigen brainstorm.

Op maandag, woensdag en vrijdag werkt een extra

verloskundige voor het afleggen van kraamvisites. Zij

werkt gelijktijdig met de dienstdoende verloskundige.

Afhankelijk van de drukte tijdens de dienst, verdeelt zij

de visites met de dienstdoende verloskundige. We

proberen de visites zoveel mogelijk op de visitedagen te

plannen. Op de overige dagen bezoekt de dienstdoende

verloskundige alleen de nieuwe kraamvrouwen (eerste en

tweede dag postpartum) en de kraamvrouwen die extra

zorg nodig hebben. We bepalen voor iedere kraamvrouw

hoeveel kraamvisites zij nodig heeft. Als er geen bijzonder-

heden zijn na de vijfde dag postpartum, hebben we in

het weekend telefonisch contact. Indien nodig volgt

alsnog een visite.

Door het invoeren van de visitedienst is er veel meer tijd

en rust voor het afleggen van een kraambezoek (geen

telefoon, partus of consult tussendoor). We kunnen onze

route efficiënter plannen, omdat we het merendeel van

de visites in drie dagen afleggen.

Tijdens de dienst kunnen we bij elke bevalling intensieve

begeleiding waarborgen, omdat de dienstdoende verlos-

kundige zich niet druk hoeft te maken over de visites die

nog gereden moeten worden. Op de dagen dat er geen

visitedienst is, zijn er maar enkele visites te rijden.

In het kader zie je hoe een rooster met visitedienst eruit

zou kunnen zien. Er zijn minimaal vier verloskundigen

nodig om een mooie werkverdeling te krijgen. We werken

iets vaker, maar omdat er zoveel meer tijd en rust is tijdens

alle werkdagen, voelt dit niet als extra belasting.

PRAKTIJK

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 63

door invoering visitedienst

Voorbeeld 1: de geel gemarkeerde dagen

worden de visites afgelegd door de visite-

dienst (V), overig door dienstdoende (D).

Par=partus

Voorbeeld 2: voorbeeld rooster drie weken, rouleren. Geel zijn de extra werkdagen voor visitedagen.

D=dienst; V=visitedienst; SU=spreekuur;OS=ochtendspreekuur.

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 63

Page 64: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

AchterwachtOok heeft de dienstdoende verloskundige altijd een

achterwacht. De verloskundige die extra is ingepland

voor de visites, is tevens achterwacht vanaf de vooraf-

gaande nacht. Op de andere dagen zijn de roostervrije

verloskundigen achterwacht en eventueel kan ook een

beroep worden gedaan op een buurpraktijk.

Dossiers en bereikbaarheidEen goede verslaglegging van elke visite met het afge-

sproken beleid is erg belangrijk. Wij doen dit schriftelijk.

We hebben twee mappen: een voor de dienst en een

voor de kraamvisites. In principe zitten alle kraamdossiers

in de visitemap, behalve de visites die de dienstdoende

verloskundige aflegt op de overige dagen. In de dienst-

map zitten tabs voor alle dagen van de week met daar-

achter de visites voor die dag.

De visitedienst haalt de avond voor of de ochtend van de

visitedienst de map op de praktijk op en brengt deze aan

het eind van de dag weer op de praktijk of bij de dienst-

doende verloskundige. Op de dagen dat er geen visite-

dienst is, is de visitemap bij de dienstdoende verloskundige.

De visitedienst heeft een aparte mobiele telefoon, zodat

je elkaar altijd kunt bereiken en je een kraamverzorgster

dit telefoonnummer kan geven als er nog bijzonderheden

doorgebeld moeten worden.

Evaluatie na een paar jaar visitedienstWij zijn erg positief over de visitedienst. We hebben

meer tijd om onze cliënten persoonlijk te begeleiden, bij

de bevalling en tijdens de kraamperiode. We kunnen

onze zorg beter afstemmen op de individuele behoeften

van de cliënten, wat leidt tot meer tevredenheid. We

leggen meer visites af dan voorheen, maar ervaren min-

der tijdsdruk.

De visitedienst is een leuke werkdag. Je werkt op ‘kantoor -

uren’, hoort hoe de dienst verloopt en regelmatig is er

tijd voor een gezamenlijke lunch op de praktijk tijdens

het rustuur, samen met de assistente en de verloskundige

die spreekuur houdt. Doordat je met meer verloskundigen

tegelijk werkt, heb je meer en intensiever contact met je

collega’s. Dit extra contact heeft ons werkplezier vergroot.

Het gevreesde nadeel van het vaker moeten werken,

weegt hier niet tegenop.

Kortom, loop je tegen hetzelfde probleem aan als wij, ga

eens met elkaar om de tafel voor een goede brainstorm,

want misschien is de visitedienst ook wel een oplossing

voor jouw praktijk! ■

PRAKTIJK

64 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Voorbeeld 2: voorbeeld rooster drie weken, rouleren. Geel zijn de extra werkdagen voor visitedagen. D=dienst; V=visitedienst;

SU=spreekuur;OS=ochtendspreekuur.

za zo ma di wo do vr za zo ma di wo do vr za zo ma di wo do vr

vk1 D os D V D os D V su D

vk2 D su V D D su D su D V D

vk3 D su D V D V D D os su

vk4 V D su D su D su V D D V

Ook praktijk ‘Het Verloskundig Huys’ in Zwolle werkt

met visitediensten. Verloskundige Hetty Baerveldt:

“Wij zijn visitediensten gaan doen om de vaak drukke

diensten te ontlasten en omdat we niet altijd

voldoende tijd en aandacht voor kraamvrouwen

hadden. We doen ook meteen achterwacht. Wij

hebben van maandag tot en met vrijdag elke ochtend

een extra verloskundige voor de visites. Zij begint om

9.00 uur, net als de dienstdoende verloskundige, en

gaat dan eerst naar diegenen die het meest zorg

nodig hebben, bijvoorbeeld gele kinderen.

We kunnen ook veel meer tijd aan borstvoeding

(problemen) besteden. Het is een extra morgen in de

week werken en lastiger roosteren, maar voor ons

voelt het echt als verbetering van kwaliteit van zorg

en de cliënten stellen het op prijs”.

© B

ion

da

Hee

rin

ga

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina 64

Page 65: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

In januari jl. werd ik ‘twin’. Het was lastig inte schatten wat dat in zou houden. Feit is datik mij graag wilde inzetten om de moeder-sterfte terug te dringen in Sierra Leone en mijdaarom aangesproken voelde om te reagerenop de oproep van de KNOV.Naast het corresponderen met een buitenlandsevroedvrouw werd ons verteld dat wij moestenproberen fondsen te werven om geld in tezamelen. Op deze manier zouden wij samenmet onze twin naar het congres in Durbankunnen, waar plannen gemaakt zullen wordenom de moedersterfte wereldwijd terug tedringen: Millenniumdoel 5.

Er kwamen al snel ideeën op om op verschillende manieren

geld in te zamelen voor het project. Zo ‘moest’ er vanaf

begin dit jaar getraind worden en sponsors worden

gezocht voor de Marikenloop waar het vorige tijdschrift

veel aandacht aan besteedde.

VerwenweekendZo bestond er al een plan om een reünie te houden voor

jaargenoten van de opleiding om te vieren dat wij dit jaar

twintig jaar verloskundige zijn. Om daar geld mee te ver-

dienen is de reünie in de vorm van een verwenweekend

gegoten. Tegen een niet geringe vergoeding kregen de

hardwerkende collega’s een ontspanningsweekend aan-

geboden.

Voor iedereen was er een pedicure- en gezichtsbehandeling,

een uitgebreid zesgangendiner en overnachting met

natuurlijk een overheerlijk ontbijt.

Toen bekend werd bij de organisatie dat bediening door

een gynaecoloog meer geld op zou leveren voor het

twinning was dat natuurlijk een goede reden om de

lokale samenwerking op de proef te stellen!

Pedicures, schoonheidsspecialistes, kok, keukenpersoneel

en gynaecoloog, zij hebben allemaal belangeloos mee -

gewerkt!

Alle verloskundigen hebben een heerlijk weekend gehad

en het heeft heel wat geld opgeleverd voor het project.

Sierra LeoneweekIntussen waren er gesprekken geweest met de eigenaresse

van een sportschool over het project. Het team van dit

sport- en healthcenter, - alleen voor dames -, had direct

affiniteit met dit goede doel. Er werd besloten een Sierra

Leoneweek te houden.

We hebben het volgende georganiseerd: een spinning-

marathon, een beautyavond, een zumbaparty en een

fancy fair/markt.

Nu werd mijn talent aangesproken om bedrijven en

mensen enthousiast te maken om ons te steunen. Dit

was af en toe best spannend maar ook erg leuk als je

merkt dat mensen enthousiast reageren.

Als je als verloskundige bijna twintig jaar in een stad

werkt, ken je heel veel mensen en dat hebben van

‘relaties’ komt goed van pas bij dit soort projecten. Zo

kregen we van een marktkraamverhuurbedrijf gratis

kramen, een kopieerbedrijf leverde gratis posters en

flyers, een cateraar werkte mee, supermarkten gaven

levensmiddelen en veel bedrijven stelden prijzen ter

beschikking voor het rad van fortuin voor de fancy fair.

Via een bevalling van 18 jaar geleden(!) kwamen we aan

INTERNATIONAAL

65TvV juli/augustus 2010 • KNOV

“Alles voor Sierra Leone”Yvonne Ossentjuk-Stiekema

Yvonne Ossentjuk-Stiekema is eerstelijns verloskundige bij

Aiber Verloskundigen in Assen

om in K

e oeging vwebn SiI

en wof dehet lom w

emo

eoa Lrror Siert 1 op d

ofersteone s

ana Lerr

wan de zvolg vady

vals gee LtivcA. A

en aaallingvee b

ouwvre ld inzamele

an dezot ve ge

e drinwillen w

ug teree ttferederst

one!oude 8 vr -

ngerschapekt zichy tr

an. Daar-en om de ngen

ammarogHet pr

rijdag 4 juniV -

rijdag 4 juniV -

e eek ziet er als vwan deza v

- r fficiële openingO20.00 uur

- 20.30 - 22..30 uur

emoe oWW

met eonL

e drin

olgt uit:v

g

ug terew

e ttferederst, in samenen,skundigen, d

ganiserorloserer vibA

.eek-wne

ngen.ing ker

ade Sierr

j g jtaarSpinning M

(deelname € 5,-

ensdag 9 juoWWoond mv-ayeautB

ond is een bevativi(€ 25,- per ac

rijdag 11 juniV

hon ingelu -jembéuid door DDj.).pp

uni - 19.00 -- 22.00 uurmet onder a analleure kander

t tsen beschtal plaakt aanepereit)it

i - 20.30 uur

oo

ommelaars-tr

V).-upmakeie (me op tijd op aa

, visagseyeef j. Gbaarhik

er dezan de balie

ytumbaparZ(deelname € 5,-

dag 12 juertaZommy fair/rancF

tuin metoran ffovheid ommogelijk

erijdens de SierTinegKom in bew

.).pp

ni -12.00 - 16.00 uurkt v ot 16.0an 12.00 tvmelmar

ij etvlechen, haarjzt mooie prjem ekshop torw-mbém een DDj

week zijn alle lessew-eonee Le en!ouwoor vren vouwng: vr

schminken, v.a. ok

0 uur met o. Oc. etcetnippen

oor maar € 5,-

en en kolgen.e v

oolgen ve ven t

aden, rvervis er de

.- per les

inegKom in bew

Assen

e en!ouwoor vren vouwng: vr

Ketellaapperstraat 45, 9 tel. 05992 302525, info@

w etivacww

n9403 VS [email protected]

nlnelady

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 65

Page 66: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

INTERNATIONAAL

een djembégroep die de spinningmarathon opende en

op de fancy-fair workshops gaf.

Een communicatiebedrijf verzorgde het persbericht

waardoor de hele regionale pers op de hoogte was en

een uitnodiging van radio Drenthe volgde. Het was

spannend, maar “alles voor Sierra Leone” is hier een

gevleugelde uitspraak geworden.

De sportweek is een groot succes geworden. Dank zij alle

persberichten is het gelukt het probleem bij een groter

publiek kenbaar te maken. Dit bleek wel uit alle reacties

uit mijn omgeving, ook op de praktijk.

Het organiseren van deze activiteiten heeft veel tijd en

energie gekost, maar ook opgeleverd. Het is geweldig

om te zien hoeveel mensen zich belangeloos inzetten

voor het project.

Dit betekent overigens niet dat het werk nu gedaan is,

er zijn nog genoeg ideeën!

TwinDe correspondentie met mijn Twin, Susan Gbow, komt

langzaam op gang. Ik heb inmiddels drie keer een

mail(tje) van haar ontvangen, het is nog een beetje

aftasten, maar in haar laatste mail heb ik iets over haar

werkzaamheden gelezen.

Ze woont in de stad maar werkt mee aan een preventie-

programma op het platteland over HIV/AIDS. Verder doet

ze een studie Community Health.

Nu we een klein half jaartje verder zijn weet ik dat het

project leuk en enerverend is. Tot nu toe hebben mijn

inzamelingsacties ruim 4000 euro opgeleverd en

misschien zijn ze een inspiratiebron voor anderen.

Je zult vooral opkijken van de bereidheid van je

medemensen om iets voor een ander te doen! ■

TvV juli/augustus 2010 • KNOV66

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 66

Page 67: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

INTERNATIONAAL

Zondag 27 juni jl. was bij de IKON de documen-taire “Van vroedvrouw tot chirurg” te zien.Daarin wordt de verpleegkundige EmiliaCumbane uit Mozambique gevolgd tijdenshaar opleiding tot ‘vroed-chirurg’.

Tijdens de zestien jaar lange burgeroorlog in Mozambique

bracht het verzetsleger enorme schade toe aan de infra-

structuur van het land. Scholen en ziekenhuizen werden

verwoest; artsen en verpleegkundigen vluchtten, werden

gekidnapt of vermoord. Momenteel is er nog steeds een

groot tekort aan medisch personeel. Vooral op het platte-

land zijn er weinig specialisten en er zijn slechts zeven

professionele vroedvrouwen op een bevolking van

15.000.000 mensen. Een op de tien vrouwen sterft ten

gevolge van zwangerschap of bevalling. Emilia: “Het is

niet goed om een moeder te zien dood gaan. Als een

vroedvrouw een probleem tijdens de bevalling kan

diagnosticeren, waarom kan ze het dan niet oplossen?”

De regering van Mozambique heeft een paar jaar geleden

het plan opgevat om hier verandering in te brengen.

Een kleine groep vroedvrouwen wordt opgeleid om alle

verloskundige ingrepen uit te kunnen voeren, waaronder

sectio’s en hysterectomieën.

De documentaire toont de ambitieuze Emilia en haar

collega’s tijdens alle facetten van de opleiding: de eerste

snede in de huid, haar eerste zelfstandige beslissingen,

het gevecht om voor ‘vol’ te worden aangezien. De

vroedvrouwen zijn strijdbaar en vol zelfvertrouwen:

“Eens komt de dag dat ze hoog opgeleide vroedvrouwen

serieus nemen“.

Prachtig, deze oplossing om de moedersterfte een halt

toe te roepen. Meer dan de moeite waard om te bekijken

als u dat nog niet heeft gedaan! Toch zal de verloskundige

kijker ook af en toe een ongemakkelijk gevoel bekruipen.

De gemedicaliseerde omgeving waarin vrouwen bevallen,

het harde en autoritaire optreden van het personeel

(“Niet bewegen! Straks valt u en worden wij aange-

klaagd”) en de moeders die voor hun tweede of vierde

keizersnee komen; ze geven een eenzijdig beeld. De

nadruk ligt echt op het uitvoeren van sectio’s. Onduidelijk

blijft welke oplossingen deze vroedvrouwen overwegen

voordat ze overgaan tot snijden, doen zij bijvoorbeeld

ook vacuüm- of forcipale extracties? En worden er ook

‘gewone’ vroedvrouwen opgeleid en liefst veel?!! Wat

doen ze aan prenatale zorg? Wellicht te veel vragen voor

één documentaire…

“Van vroedvrouw tot chirurg” is te zien op

www.uitzendinggemist.nl of op het digitale kanaal

Hollanddoc 24, www.hollanddoc.nl. ■

Kristel Zeeman is lid van de redactie van dit tijdschrift

Kristel Zeeman

Van vroedvrouw tot chirurg“Eens komt de dag dat ze hoog opgeleide vroedvrouwenserieus nemen“.

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 67

Franka Cadee

MarikenloopDe Marikenloop was een groot succes. Dank aan iedereen die

was betrokken. Volgend jaar weer? De opbrengst voor Sierra

Leone bedroeg € 7.189,-. Een geweldig resultaat.

GeboortemutsjesEr zijn inmiddels 14.848 geboortemutsjes

verkocht. De eerste tienduizend hebben

onder aftrek van de inkoop € 18.523,- voor

het fonds opgebracht. Een mooi resultaat.

Van de tweede tienduizend zijn er inmiddels

4.848 verkocht. Er staan er nog 5.152 muts-

jes te wachten op een pas geboren baby-

hoofdje, maar we zijn al uit de kosten. Elk

mutsje dat nu nog wordt verkocht komt

geheel ten goede van het fonds. De mutsjes

zijn nog steeds te bestellen bij Agaath

Schoon, [email protected]

FondsMomenteel is er bijna € 90.000,- ontvangen

of toegezegd. Een mooi resultaat. We zijn er

nog niet, maar we komen er wel! ■

Acties rond Twins

Franka Cadee is beleidsmedewerker Belangenbehartiging KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 67

Page 68: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Verloskundige(tijdelijk voor een jaar; 67.77% - 88.89%) en Oproep Verloskundigen In het Diaconessenhuis Meppel vinden per jaar 750 bevallingen plaats op medischeindicatie. Het grootste deel van deze baringen worden begeleid door de klinischverloskundigen. Daarnaast zijn er 150 bevallingen onder leiding van eerstelijns ver-loskundigen en huisartsen. De klinisch verloskundigen vormen samen met de viergynaecologen het medische team. Het medische team, O&G-verpleegkundigen,polikliniekassistentes, tweedelijns verloskundigen én eerstelijns verloskundigen werken samen in een ongedwongen, maar professionele sfeer. In januari 2010 zijn we gestart met kraamsuites.

Uw functieUw werkzaamheden bestaan onder meer uit het begeleiden van opgenomen zwangeren, barenden en kraamvrouwen. Verder deelt u kennis met en draagt ukennis over aan verloskundigen in opleiding, co-assistenten en verpleegkundigen. U werkt in een zelfstandige functie binnen de klinische setting, met een team van ervaren O&G-verpleegkundigen, gynaecologen en natuurlijk klinisch verloskundigen.

Wat wij vragen en biedenU beschikt over een opleiding tot verloskundige, bent BIG-geregistreerd en hebt bijvoorkeur ziekenhuiservaring als klinisch verloskundige. Daarnaast bent u flexibel enzowel sociaal als communicatief meer dan vaardig. Uw arbeidsvoorwaarden zijnovereenkomstig de CAO-Ziekenhuizen; het salaris is conform FWG 60. Ook kennenwij diverse kortingsfaciliteiten en kinderopvang.

Voor aanvullende informatie kunt u bellen met dienstdoende tweedelijns verloskun-dige, telefoon (0522) 23 31 53, Joke van der Werff, teamleider verpleegafdeling obstetrie/gynaecologie, telefoon (0522) 23 34 09 en dr. G Vermeulen, gynaecoloog,telefoon (0522) 23 33 56.

Uw reactieUw sollicitatie kunt u binnen 14 dagen richten aan de afdeling HRM vanNoorderboog, t.a.v. Ciska Postma, HR-Adviseur, postbus 503, 7940 AM Meppel([email protected]).

Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.

Zo rg co mb i nat i e No o rderb o o g

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 68

Page 69: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

FORUM

In de afgelopen weken stuurde ik een e-mail rond die als

een sneeuwbal door het land ging. Ik uitte zo mijn zorg

over de richting die er gekozen wordt als het gaat om

het uitvoeren van een aanbeveling uit het Rapport ‘Een

Goed Begin’, dat een vrouw niet alleen gelaten mag

worden tijdens de actieve fase van de baring. Die richting

zet de deur open naar het meer betrekken van de kraam-

zorg bij de begeleiding van een baring en die de verlos-

kundige indien nodig/gewenst de ruimte geeft om daar

zelf een tweede plaats bij in te nemen.

In het Rapport staat letterlijk: ‘bewaking door de verlos-

kundige, begeleiding door de kraamverzorgster’. Het

standpunt van de Stuurgroep is daarmee helder: de

begeleiding hoort bij de kraamzorg.

Ik kreeg sussende woorden van de KNOV dat het zeer

zeker niet de bedoeling is dat wij de begeleiding naar de

kraamzorg gaan doorschuiven. Maar ik ben er niet gerust

op. Vandaar die e-mail!

Op vrijdag 11 juni 2010 stemde de ALV over de intentie-

verklaring tussen de KNOV en ActiZ met daarin de

bovenstaande visie op de rol van de kraamzorg.

Tijdens de behandeling van dit agendapunt was er ruimte

voor vragen. Ik heb daar, na een korte toelichting van

mijn bezorgdheid, uitgeroepen: ”Hoe kan het zijn dat wij

hier vóór zijn?!”

Angela Verbeeten reageerde kort; hoewel ze de emotie

achter mijn betoogje kon invoelen, moet het duidelijk zijn

dat het vanuit de KNOV níet de bedoeling is te promoten

dat de begeleiding tijdens de partus bij voorkeur door de

kraamzorg moet worden gedaan. Nee, het is én/én; op

het moment dat de kraamverzorgster aanwezig is,

wordt de verloskundige ook geacht aanwezig te zijn,

uitzonderingen daargelaten.

“Zou dat echt zo gaan?” vroeg ik mij hardop af?

Op dat moment hoorde ik achter me zeggen: ‘Nou, als

je acht visites moet rijden, heb je niet veel keus!’

Dank je wel collega! Daar heb je het al! Als ter plekke een

verloskundige concreet invulling geeft aan de begeleiding

omwille van de afwezigheid van de verloskundige die

visites rijdt, dan valt het toch niet hard te maken dat dit

om een uitzondering zal gaan?

Praktijken die één dienstdoende verloskundige hebben

voor drie of meer keer de norm, staan onder grote druk

als het om het leveren van continu support durante partu

gaat, zeker als dit overdag is.

Deze praktijken hebben een probleem als het common-

sense wordt om vrouwen continu support te garanderen

bij hun bevalling. Zou het niet beter zijn te denken in de

richting van het splitsen van de visites en de partusdienst,

of van het gaan werken met kleinere teams, dan de

zaken te laten zoals ze zijn?

Nu hebben die praktijken de mogelijkheid om het probleem

‘op te lossen’, waarbij ze geen ingrijpende veranderingen

hoeven in te voeren met betrekking tot de organisatie

van hun praktijk. Die oplossing luidt: vervroegde inzet

van kraamzorg.

Ik heb daar heel veel moeite mee. Het druist in tegen de

eed die ik heb afgelegd, het druist in tegen mijn beroeps-

code én het druist in tegen de wensen van de vrouwen

zelf, iets waar we nog lang niet genoeg over weten,

maar waar we, sinds het onderzoek van Yvonne Fontein

[Fontein Y, 2008] wél duidelijke aanwijzingen over hebben.

In onze beroepseed staat: ‘Ik stel het belang van de cliënt

voorop en eerbiedig haar opvattingen’.

En in onze beroepscode: ‘De relatie tussen verloskundige

en cliënte is gericht op een adequate zorgverlening. De

verloskundige heeft daarbij steeds het belang van de

vrouw en haar ongeboren of pasgeboren kind voor ogen.

Zij ontwikkelt een persoonlijke vertrouwensrelatie, zodat

de voorwaarden geschapen worden voor een goed

verloop van zwangerschap, baring en kraamperiode.’

Volgens mij is er een probleem. We staan een (vertrou-

wens-)relatie met onze klant voor. Maar wat definieert

die relatie? Waar moet die aan voldoen? Wat geven

we aan een vrouw, op grond waarvan moet zij ons ver-

trouwen?

Louter op grond van onze professie?

Op basis van onze deskundigheid zoals voldoen aan de

eisen van het kwaliteitsregister?

Niet op grond van onze bekendheid met haar?

Dat is wat mij betreft ronduit onzinnig!

De resultaten uit het onderzoek van Yvonne Fontein logen

er niet om. Vrouwen zijn tevredener naar mate het aantal

verloskundigen dat hen in de zwangerschap begeleidt

kleiner is. Ook zijn ze tevredener als er een bekende

verloskundige bij de baring aanwezig was.

Bovendien harde cijfers: een kleine praktijk (1-2 vk):

53,8% thuispartus en 32,9% verwijzingen durante partu;

een middelgrote praktijk (3-4 vk) 34,7% thuispartus en

51,2% verwijzingen durante partu; een grote praktijk

(>/= 5 vk) 23,7% thuispartus en 63,6% verwijzingen

durante partu. Cijfers die op zijn minst voor wat discussie

binnen de beroepsgroep zouden moeten zorgen over de

manier waarop binnen grote praktijken de zorg georga-

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 69

Wiens kracht van begeleiding?

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 69

Page 70: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

niseerd wordt en de gevolgen die dat heeft! En cijfers die

volgens de laatste indicaties alleen maar slechter zijn

geworden, nu de thuisbevalling volgens de laatste cijfers

van CBS nog maar 23,9% bedraagt [CBS, 2010].

Wat doet de KNOV? Hard investeren in een intensievere

samenwerking met de kraamzorg, een samenwerking die

maar al te gemakkelijk kan ontaarden in een manier van

werken die alleen maar tot een nog grótere versnippering

van de zorg leidt, en de kansen op het opbouwen van een

vertrouwensrelatie van de cliënt met haar zorgverlener

minimaliseert. Zonder eerst concreet te maken wat een

vertrouwensrelatie precies inhoudt. Met hoeveel verlos-

kundigen kan een zwangere een vertrouwensrelatie

binnen één zwangerschap opbouwen? Hoeveel belang

hecht de zwangere eraan om ook tijdens de baring te

kunnen profiteren van die vertrouwensrelatie? Krijgt zij

de mogelijkheid om met een vaste kraamverzorgster een

persoonlijke vertrouwensrelatie op te bouwen?

Nee? HOE kan het dan zijn dat er ook maar één praktijk

in Nederland is die het acceptabel vindt om in geval van

drukte een onbekende kraamverzorgster met de barende

alleen te laten?

De KNOV zou wat mij betreft een actieve bijdrage moeten

leveren aan het concretiseren van de vragen:

Wat verstaan we onder een (vertrouwens-)relatie?

HOE bouwen we die op?

In hoeverre mogen vrouwen daar vervolgens aanspraak

op maken?

De KNOV zou wat mij betreft moeten concretiseren dat

vroedvrouwen de belangen van de cliënt voorop dienen

te stellen.

Als de KNOV dit zelf niet kan, dan wil ik graag van haar

horen hoe ik een bijdrage kan leveren om iets te doen

aan de vloedgolf van ‘innovaties’, geïnspireerd door het

Rapport van de Stuurgroep. Innovaties die vooral leiden

tot het zekeren van de belangen van zorgverleners zelf,

in plaats van de belangen van de vrouw!

Rebekka Visser,

Vroedvrouw te Middelstum

ReferentiesFontein Y.(2008) Minder is meer. TvV 2008;12:23-29 CBS, 2010.

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37302&

LA=NL

70 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

FORUM

Reactie van Angela Verbeeten, voorzitter KNOVVooropgesteld: de KNOV staat achter de aanbeveling van

de stuurgroep om zwangere vrouwen niet alleen te laten

tijdens de baring. Bij een eerstelijns baring kunnen hier-

voor zowel de verloskundige als de kraamverzorgende als

ook beiden ingezet worden. Dit zal afgestemd moeten

worden tussen de barende vrouw (en haar partner) en de

verloskundige, die immers de regie over de verloskundige

zorg heeft. Het is aan hen om samen te bepalen op welk

moment de kraamzorg wordt ingeschakeld. Dat kan in

een vroeg stadium gebeuren. Ook kan een vrouw er voor

kiezen om de eerste tijd nog geen hulpverlener in huis of

in de bevalkamer te hebben. Wel zal zij dan op elk

moment een beroep op professionele ondersteuning

moeten kunnen doen. De organisatie van eerstelijnszorg

zal hierop afgestemd dienen te zijn.

In reactie op het stuurgroepadvies is de KNOV op meer-

dere plaatsen en momenten een dialoog met de achter-

ban gestart: op het Forum, op de ALV, op het middag-

symposium van 11 juni en in dit tijdschrift. Ik ben blij met

de reactie van Rebekka Visser. De vragen die zij stelt zijn

zeer terecht en leveren een zinvolle bijdrage aan de dis-

cussie. Rebekka raakt, wat mij betreft, de kern van de

discussie als zij vraagt wat verloskundigen verstaan onder

de vertrouwensrelatie met de vrouw. En wat dienen ver-

loskundigen hiervoor te regelen in hun praktijk. Zet je je

kraamvisites opzij bij een eerste wee? Ga je in een grote-

re praktijk in kleinere teams werken voor een betere her-

kenbaarheid? Roep je je achterwacht op als zich een

tweede bevalling aandient?

Rebekka vraagt om sturing van de KNOV. De KNOV zal

aan het eind van de zomer met haar aanbevelingen

komen. Maar de dialoog hierover en de invulling van de

aanbevelingen zal vooral van de verloskundigen zelf

moeten komen. Welke zorg wil jij jouw klanten geven?

Dat hierbij het belang van de klant voorop staat mag dui-

delijk zijn, dat staat in onze beroepscode. Verloskundigen

hebben terecht een centrale positie bij de zorg voor

barende vrouwen. Als zij met deze rol als vanouds

betrokken en verantwoordelijk omgaan moeten we de

problemen die vastgesteld zijn kunnen oplossen. Dat

doen we door onze visie helder neer te zetten en deze

uit te dragen naar onze samenwerkingspartners waaron-

der de kraamzorg. Een samenwerkingspartner die onze

cliënten en ons ook kan bijstaan in het streven het per-

centage verwijzingen, ook durante partu, qua trend om

te buigen.

Ik ben zeer benieuwd naar reacties van verloskundigen

op de brief van Rebekka. ■

Angela Verbeeten,

voorzitter KNOV

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 70

Page 71: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Met liefde en toewijding gaf Caroline Dorbeck haar twee

kinderen langdurig borstvoeding. Haar ervaringen,

afwisselend prachtig, vervelend, grappig en ingewikkeld,

schreef ze op in het boekje: ‘Borstvoeding, een eerlijk

verhaal’. Volgens de achterflap informatief en inspirerend

voor zwangeren. Zeker, hoewel de vele grote en kleine

problemen van Dorbeck, in combinatie met het enorme

doorzettingsvermogen dat ze aan de dag legt, ook

vrouwen van te voren zou kunnen ontmoedigen. Wat

een opgave! Vooral haar beschrijving van de voedsel -

overgevoeligheden van haar baby’s en het hypoallergene

dieet dat ze daarvoor volgde, is indrukwekkend.

Voor voedende moeders zijn de verhalen daarentegen

vast herkenbaar en steunend. Dorbeck geeft praktische

tips, ook voor gevoelige zaken als de toeschietreflex tij-

dens een orgasme en kolven op ongebruikelijke plaatsen

(bijvoorbeeld een smerig cafétoilet). Zeer informatief zijn

haar ervaringen met voeden na één jaar en alle verande-

ringen die de borstvoedingsrelatie in de loop van de tijd

doormaakt. Dat is een verhaal dat vrouwen doorgaans

niet veel horen.

De tekst van het boekje heeft een zeer eenvoudige lay-

out en structuur, zonder inhoudsopgave. Zoeken op

onderwerp is daardoor lastig, maar van kaft tot kaft lees

je het gemakkelijk in twee uur uit.

In de laatste twee hoofdstukken houdt Dorbeck een

betoog over het nut en de noodzaak van borstvoeding

en het borstvoedingsbeleid van zorginstellingen en werk-

gevers. Het staat los van het ervaringsverhaal en is hier

BERICHTEN

71TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Iedereen kent het wel, een verloskunde academie die

belt of er nog ruimte is om een student te begeleiden.

De eerste reactie is dan: nou, dat gaat extra tijd kosten.

Natuurlijk kost het begeleiden van studenten tijd, maar

kijk er ook eens naar vanuit een andere invalshoek.

Studenten bieden namelijk ook verrijking. Dit doen ze

door het stellen van kritische vragen, maar ook door het

inbrengen van nieuwe evidence.

Dit laatste is zeker een ervaring binnen de Kring

Amersfoort. In onze kring zaten in dezelfde periode twee

studenten, die beiden van de opleiding opdracht hadden

gekregen een klinische les te verzorgen.

Om de Kringvergadering niet te veel te belasten, werd er

voorgesteld om de klinische lessen te combineren door

een bijscholing te organiseren. Samen met het huisartsen-

laboratorium ‘Saltro’ is toen een bijscholing opgezet

over infectieziekten in de zwangerschap en navelstreng -

prolaps. Mede door de verkregen accreditatie door de

KNOV was er een goede opkomst.

Hopelijk geeft dit weer eens een nieuwe kijk op het

begeleiden van studenten. ■

Annewil van 't Zelfde,

verloskundige Thijsseserre, Amersfoort

Karin den Besten, student verloskunde

Studenten begeleiden: verrijking of last?

Nieuwe mediaEerlijk verhaal over borstvoeding

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 71

Page 72: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

BERICHTEN

Borstvoeding, natuurlijk eenvoudigDit boek is de vertaling van de Amerikaanse bestseller

'Breast feeding made simple' waarover eerder in dit

tijdschrift werd geschreven [Zeeman K. 2009]. Het is een

bruikbre aanvulling op de boeken over borstvoeding die

al op de Nederlandstalige markt aanwezig zijn. Het gaat

uit van de basisbehoeften van een baby, waarbij borst-

voeding de meest natuurlijke voeding is. Het boek is

opgebouwd rond zeven principes, de natuurwetten van

borstvoeding genoemd.

De heldere beschrijving van de fysiologie van borst -

voeding en de adviezen bij voorkomen en verhelpen van

problemen, helpen je om ouders beter te begeleiden bij

hun keuze. Borstvoeding lijkt soms een hele uitdaging.

Dit boek helpt borstvoeding eenvoudiger maken. ■

Zeeman K. De zeven wetten van eenvoudig borstvoeden.

TvV 2009;01:29-31

Titel: Borstvoeding, natuurlijk eenvoudig

Auteurs: Nancy Mohrbach&Kathleen

Kendall-Tackett

ISBN: 9789044125092

Omvang: 279 pagina’s

Prijs: € 24,50

Uitgever: Uitgeverij Garant

en daar onvolledig of onjuist. Bovendien is sommige

informatie onderhevig aan veranderingen (bijvoorbeeld

het betoog over het gebruik van de WHO- groei curven).

(Aanstaande) ouders kunnen daarvoor beter terecht op

websites van borstvoedingsorganisaties, die regelmatig een

update krijgen. Helemaal achterin zijn de aanbevelingen

voor zwangere en voedende moeders wel weer nuttig.

Afgezien van de onvolkomenheden is het boek met recht

een eerlijk verhaal.

Kristel Zeeman

Het boek ‘Borstvoeding, een eerlijk verhaal’ van

Caroline Dorbeck is te bestellen via www.boekscout.nl

en kost 14,95. ■

“Het initiatief voor deze publicatie kwam toen ik van het

naderend afscheid van gynaecoloog Dirk van ’t Hof hoor-

de. Zo’n markante persoonlijkheid die in 40 jaar tijd 16-

duizend bevallingen heeft begeleid, en daarom bekend is

in een groot deel van Noord-Holland, daar zat een mooi

boek in. De 2e Man is een coproductie van Dirk van ’t

Hof en mij als schrijver. Hij droeg de kandidaten aan voor

de interviews. Verhalen van moeilijke zwangerschappen,

successen bij een zwangerschapswens, intens gezins -

geluk, verdriet en echte emotie. Hij stond ook aan de

basis van de beschrijvende hoofdstukken over de ontwik-

keling van de verloskunde. Tot slot gaf hij in tien korte

verhalen zijn mooiste herinneringen weer. Het eindresul-

taat biedt een goede inkijk in de dagelijkse praktijk van

de gynaecoloog Dirk van ’t Hof, die zich in zijn functie

heeft opgesteld op een wijze die ver uitgaat boven dat-

gene wat van een gynaecoloog mag worden verwacht of

als normaal kan worden beschouwd.” ■

Titel: De 2e man

Auteur: Corrie van Diemen

ISBN: 978.94.90.81901.9

Prijs: € 29,50

www.communicatiewebshop.nl

De 2e man

'Duik in je weeën'20e, compleet herziene editie

Carita Salomé en Juliette de Wit schreven twintig jaar

geleden Duik in je weeën, een boek waarmee vrouwen

zich bewust kunnen voorbereiden op de bevalling en

leren hoe ze ontspannen moeten omgaan met weeën.

Inmiddels is het boek een begrip geworden: al decennia-

lang wordt het aanbevolen bij veel zwangerschapscursus-

sen. Deze 20e, totaal herziene herdruk is geactualiseerd

en aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen en theo-

rieën. Ook de tekeningen zijn geactualiseerd naar het

nieuwe tijdsbeeld.Het boek is gericht op het leren kennen

en voelen van je lijf en de verschillende spieren, weten wat

weeën zijn en hoe daarin mee te gaan. Voor de partners

wordt er beschreven hoe je kunt helpen bij het persen. ■

Reeds 45.000 exemplaren verkocht!

Titel: Duik in je weeën

Auteur: Carita Salomé

Illustrator: Juliette de Wit

Uitgeverij: Spectrum

ISBN: 9789049103828

Prijs: € 18,99

TvV juli/augustus 2010 • KNOV72

Veertig jaar verloskunde met Dr. Dirk van ’t Hof

doorCorrie van Diemen

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 72

Page 73: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

BERICHTEN

De liefde voor het vakHet moet een multipara geweest zijn, zo soepel herinner

ik me het hele gebeuren. De scapulapunten waren zicht-

baar. Voor de zekerheid keek ik mijn opleider aan: ga je

gang zei ze. Ik pakte het kind vast met de handgreep van

Bracht en ontwikkelde het kind zoals ik vele malen op het

fantoom geoefend had terwijl mijn opleider forse expres-

sie gaf op het nakomend hoofd. Niet lang daarna was

het kind geboren: een vlotte spontane baring in onvolko-

men stuit. Het zou de enige stuitbevalling zijn die ik mijn

tien jaar durende praktijkuitoefening zelf zou begeleiden.

Dat ik deze handeling zelf maar slechts eenmaal heb uit-

gevoerd en dan ook nog in een leeromgeving is in over-

eenstemming met de praktijk die beschreven wordt in het

boek Eponiemen en geschiedenis van de stuitgeboorte.

Opkomst en verlies van vaardigheden, geschreven door

A.T.M. Verhoeven. Het is een zeer lezenswaardig boek

over het verdwijnen van verloskundige vaardigheden met

betrekking tot de stuitligging. Anno 2010 begeleidt een

Nederlandse gynaecoloog jaarlijks gemiddeld anderhalve

stuitbevalling.

Verhoeven beschrijft zijn eigen ervaringen als gynaecoloog

met bijzondere belangstelling voor de stuitligging. Hij

gebruikt eponiemen - de van persoonsnamen afgeleide

termen als Handgreep van de Snoo en Handgreep van

Bracht - en licht deze stuk voor stuk aan de hand van

illustraties toe.

Niet alleen de methoden zelf komen uitgebreid aan bod,

ook de praktische gevolgen daarvan beschrijft hij. De

forceps op het nakomend hoofd beschrijft hij uitvoerig en

je begrijpt meteen waarom de stuitextractie tot begin jaren

zestig de belangrijkste oorzaak van perinatale sterfte was.

In het hele boek klinkt een zekere weemoed die voor velen

van ons herkenbaar is. Verhoeven raakt een gevoelige

snaar wanneer hij schrijft: ‘de recente eenzijdige focus op

evidence based medicine ging gepaard met een blinde

vlek voor de experience based medicine, het ouderwetse

ambachtelijke verloskundige werk.

In 2000 werd de Term Breech Trial gepubliceerd. Daarin

werden morbiditeit en sterfte na een geplande sectio

vergeleken met de uitkomst van een geplande vaginale

baring. Deze bleek op korte termijn lagere morbiditeit

met zich mee te brengen. Dit leidde tot een enorme en

abrupte stijging van het sectiopercentage bij stuitliggingen

in de hele wereld. In Nederland steeg het percentage bij

stuitliggingen van 50% naar 80%. Echter na een paar

jaar bleek dat de langetermijn morbiditeit (neurologisch

letsel) bij kinderen geen verschil uit te maken, en de

maternale risico’s van een sectio bleken ernstig onder-

schat. Intussen werden er veel minder vaginale stuiten

geboren en ging er in rap tempo veel kennis en vaardig-

heid verloren. Verhoeven beschrijft dat er op dit moment

nog steeds 850 electieve sectio’s verricht worden om op

termijn één extra kind in leven te houden, terwijl er jaar-

lijks meer kinderen overlijden door uterusrupturen als

gevolg van toegenomen sectio’s in het algemeen dan er

gered worden door de primaire sectio in verband met

stuitligging.

Het boek is een prachtig pleidooi voor het behoud van

een blijvend kritische houding ten aanzien van ingrepen.

Het roept ook de vraag op: wat leren student verloskun-

digen tegenwoordig aan vaardigheden over de stuit in

hun opleiding?

Dat zijn de volgende:

Het bijwonen van een vaginale stuitbevalling (dit wordt

helaas niet altijd gehaald)

Fantoomlessen: (de stuitbevalling hoort bij de lifesaving

skills) in het tweede jaar en herhalingstrainingen in het

derde en vierde jaar

Studenten worden getraind in het uitvoeren van een ver-

sie en zij moeten minimaal een (poging tot) uitwendige

versie hebben gezien tijdens hun opleiding.

Niet alles was vroeger beter, maar al mijn jaargenoten

hebben zelf minimaal één kind in stuitligging zelf aange-

pakt in hun opleiding. Een onvergetelijke ervaring en het

spijt mij dat we dit onze huidige studenten moeten ont-

houden. Lees dit boek, hier spreekt veel liefde uit voor

het vak en maakt ons bewust van de kwetsbaarheid

van opgedane vaardigheden die zo weer kunnen

verdwijnen. ■

Rafael van Crimpen

Titel: Eponiemen en geschiedenis van de stuitgeboorte.

Opkomst en verlies van vaardigheden

Auteur: Dr. A.T.M. Verhoeven

Uitgever: DCHG Medische Communicatie, 2010

ISBN: 978-94-90826-01-7

Prijs: € 39, incl. btw en verzendkosten

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 73

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 73

Page 74: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

BERICHTEN

KNMG: CIRCUMCISIE STERK ONTRADEN

Voor meisjesbesnijdenis geldt een wettelijk verbod, maar

jongens worden in Nederland nog steeds besneden. Terwijl

het in strijd is met de regel dat minderjarigen alleen mogen

worden blootgesteld aan medische handelingen als er

sprake is van ziekte of afwijkingen. Omdat het verwijderen

van de voorhuid ook nog eens lelijke complicaties kan

opleveren, heeft artsenorganisatie KNMG het standpunt

‘Niet-therapeutische circumcisie (NTC) bij minderjarige

jongens’ geformuleerd. Hiermee wil de KNMG een maat-

schappelijke discussie over deze ‘schending van de licha-

melijke integriteit’ op gang brengen. De KNMG kiest niet

voor een verbod, uit vrees dat de ingreep door ongekwa-

lificeerde personen wordt uitgevoerd. Wel wil de artsen-

vereniging streven naar een krachtig ontmoedigingsbeleid.

Ouders die niet-therapeutische circumcisie voor minder -

jarige jongens overwegen, moeten nadrukkelijk op de

hoogte worden gebracht van de kans op complicaties en

het ontbreken van medische voordelen.

De laatste decennia zijn er aanwijzingen dat circumcisie

het risico op hiv/aids, HPV, urineweginfecties en penis-

kanker zou kunnen reduceren. Maar een aantal studies

weerleggen dit. Bovendien zijn er goede medische

alternatieven voor de behandeling van kinderen met

aangeboren afwijkingen of infecties aan de urinewegen.

KNMG

Q-KOORTS UPDATE

Het aantal gevallen van Q-koorts neemt af, aldus het

RIVM. Waren er in 2009 nog 860 nieuwe meldingen van

Q-koorts, in de periode 1 januari tot 2 juni, dit voorjaar

zijn het er fiks minder: 348. Ondertussen breken weten-

schappers zich het hoofd over hoe het komt dat zoveel

mensen de afgelopen jaren ziek werden van de Q-koorts-

bacterie Coxiella Burnetii. Het Tijdschrift voor Diergenees -

kunde zette tien onderzoeken op een rijtje. Hieruit blijkt

dat veel Nederlanders vroeger anti stoffen hadden. Het

percentage positief testende deel nemers liep uiteen van

39 tot 100 procent.

Recente metingen van het RIVM laten zien dat nu nog maar

2,4 procent van de Nederlandse bevolking anti stoffen

heeft tegen de Coxiella burnetii. Mogelijke verklaringen

voor de verminderde immuniteit zijn dat de jongste bac-

teriestammen virulenter zijn, of dat schaal vergroting in

de veehouderij voor meer zieken zorgt. Een derde hypo-

these is, dat blootstelling aan de Q-koortsbacterie en

resistentie ervoor zijn verminderd door pasteurisatie van

geiten en schapenmelk. Die is in de jaren tachtig ingevoerd.

De Volkskrant/Medisch Contact

BESTRIJDING HONGER=GEZONDHEIDSWINST

Nog nooit in de geschiedenis waren zo veel mensen op

de wereld ondervoed of leden zo veel mensen honger:

nu meer dan 1 miljard! Met de actie ‘Starved for

Attention’ vraagt Artsen zonder Grenzen aandacht voor

de ondervoeding van een groot deel van de wereld -

bevolking, want bestrijding van honger blijkt pure

gezondheidswinst.

Ondervoede moeders baren immers vroeggeboren baby’s

en de premature meisjes die het overleven, groeien op

tot ondervoede vrouwen die ook weer vroeggeboren

baby’s krijgen. Alle gezondheidsproblemen die dat oplevert,

worden uitstekend gedocumenteerd in publicaties over

het Hongerwinter onderzoek van het AMC. Ondervoeding

is bovendien de oorzaak van meer dan een derde van de

kindersterfte (3,5 tot 4 miljoen doden per jaar).

Volgens de beroemde (gezondheids)econoom en Nobel -

prijswinnaar Amyrtya Sen geselen ondervoeding en honger

de mensheid onnodig. Er is meer dan genoeg voedsel

voor de hele wereldbevolking. Het probleem is de oneer-

lijke verdeling en het ontbreken van middelen om de

distributie te verbeteren. Vooral onderwijs aan en econo-

mische, sociale en politieke empowerment van vrouwen

zouden duurzame verbeteringen in de voedselvoorziening

van moeder en kind kunnen brengen. Maar ook simpele

maatregelen als voedingssuppletie met vitamines of

micronutriënten. Weinig interventies in de gezondheids-

zorg zouden kosteneffectiever zijn dan dit soort maat -

regelen, zeggen gezondheidseconomen.

Medisch Contact

TRISOMIE 13 EN 18 OOK IN DOWNTEST

Minister Klink heeft de Centra voor Prenatale Screening

toestemming gegeven om de test op het Downsyndroom

(trisomie 21) uit te breiden met de syndromen van Patau

en Edwards (trisomie 13 en 18). Zwangeren krijgen vóór

de screening op Downsyndroom de keuze voorgelegd of

zij ook geïnformeerd willen worden over trisomie 13 en

18. De labwaarden bij de combinatietest laten ook vaak

afwijkingen zien als er sprake is van trisomie 13 en 18,

maar aanpassing van de test met trisomie 13 en 18

geeft meer zekerheid. De voorlichting aan de zwangeren

moet gebeuren met de meest actuele versie van de infor-

matiebrochure over de screening op Downsyndroom. Het

Centraal Orgaan Prenatale Screening stelt de brochure

vast. De websites van de KNOV en RIVM houden u op de

hoogte van de implementatie van screening op Trisomie

13 en 18. Deze wordt in de loop van 2010 verwacht.

Ministerie van VWS

TVV•next

TvV juli/augustus 2010 • KNOV74

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 74

Page 75: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

BERICHTEN

GROTE KWALITEITSVERSCHILLEN IN GEZONDHEIDSZORG

De toegankelijkheid van de zorg in Nederland is onver-

minderd goed. Voorzieningen zijn betaalbaar, dichtbij en

toegankelijk. Wel zijn de onderlinge verschillen tussen

zorgverleners groot, zowel in prijs als in kwaliteit. Dat

staat in de Zorgbalans 2010 van het RIVM.

Met behulp van 125 indicatoren beschrijft de Zorgbalans

de toegankelijkheid, kwaliteit en kosten van de Nederlandse

zorg. De onderzoekers geven een aantal voorbeelden

waaruit grote kwaliteitsverschillen tussen zorgverleners

en zorginstellingen blijken. Zo verschillen huisartsen aan-

zienlijk in de mate waarin ze volgens professionele richt-

lijnen geneesmiddelen voorschrijven (49% – 77%). En

het aantal ongeplande keizersneden in ziekenhuizen

loopt uiteen van 7% tot 30%.

Op Internet komt steeds meer patiënteninformatie, maar

deze is nog te algemeen voor het maken van overwogen

keuzes in de zorg. Zorgverzekeraars letten bij het afsluiten

van contracten met zorgaanbieders nog vooral op de

prijs en onvoldoende op kwaliteit.

De uitgavengroei van de Nederlandse zorg is opvallend:

7% in de jaren tussen 2007 en 2009, tegenover 4,5 %

in de jaren ervoor. De reden hiervoor is vooral dat er

meer zorg wordt geboden.

RIVM

LAGERE STERFTE DOOR VROUWEN IN ZORG

Ontwikkelingslanden moeten investeren in het opleiden

van vrouwelijk medisch personeel. Daardoor neemt de

moeder- en kindersterfte sterk af, stelt Save the Children.

De kinderrechtenorganisatie schrijft dit in het rapport

‘Women on the Front Lines of Health Care’. Met name in

ontwikkelingslanden is het voor veel vrouwen vaak nog

een grote stap om door een mannelijke arts onderzocht

te worden. Soms staat een echtgenoot dat zelfs niet toe,

waardoor de vrouwen – en hun kinderen – niet de

medische zorg krijgen die ze nodig hebben.

“Een vrouwelijke verpleegkundige of vroedvrouw wekt

vertrouwen en is in staat ziektes op een laagdrempelige

manier te voorkomen en genezen. Vrouwen met een

paar jaar basisonderwijs kunnen na een korte training

al kinderziektes herkennen en behandelen. Daarnaast

kunnen ze gezonde voeding promoten en de gezondheid

van zwangere vrouwen en pasgeboren kinderen in de

gaten houden“, zo stelt Save the Children. Zo is in Nepal

door het aanstellen van vijftigduizend vrouwelijke vrij -

willigers in de gezondheidszorg de afgelopen twintig jaar

de moedersterfte gehalveerd.

Medisch Contact

BORSTVOEDING IS POLITIEK

“Borstvoeding is meer dan een moeder met haar baby,

borstvoeding is politiek”, bevestigt de peiling van La

Leche League vlak voor de Tweede Kamerverkiezing in

juni. De borstvoedingsorganisatie, die nadrukkelijk stelt

er geen politieke voorkeuren op na te houden, hield

deze peiling onder de meest zetelbestendige politieke

partijen. Vijf stellingen kregen die voorgeschoteld, plus de

volgende open vragen: “Wat is in uw partijprogramma

opgenomen over borstvoeding? Op welke wijze denkt u

deze doelen te behalen?”

De SP en de Partij voor de Dieren waren het eens met de

vijf stellingen:

1. de borstvoedingscijfers moeten stijgen;

2. het Masterplan Borstvoeding 2010 moet worden

doorgevoerd door het ministerie van VWS;

3. het bevallingsverlof moet minimaal 26 weken worden

in plaats van 16;

4. werkgevers moeten borstvoeding- en kolfrecht beter

naleven, meer toezicht daarop;

5. marketing van kunstvoeding moet aan banden gelegd

in verscherpte Warenwet;

Het CDA, ChristenUnie, D66 en GroenLinks gingen met

de meeste stellingen akkoord. Het CDA en ChristenUnie

voelen niets voor de voorgestelde verlenging van het

bevallingsverlof. Hierover hebben GroenLinks en D66 hun

standpunt niet bepaald. Ook over het Masterplan borst-

voeding hebben deze twee partijen nog geen standpunt.

PvdA, VVD, SGP en PVV hadden het waarschijnlijk te

druk met campagnevoeren, want zij negeerden de

oproep om aan de peiling mee te doen.

Nieuwsbrief La Leche League

HEPATITIS MOET IN RIJKSVACCINATIEPROGRAMMA

Het wordt hoog tijd dat alle baby’s in Nederland automa-

tisch een vaccinatie krijgen tegen hepatitis B. Dat vindt

het Nationaal Hepatitis Centrum, die hiermee naar aan-

leiding van Wereld Hepatitis Dag in mei naar buiten kwam.

De Gezondheidsraad heeft het kabinet vorig jaar al gead-

viseerd de vaccinatie standaard in te voeren. Eerder had

de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat al gedaan.

Naar schatting zijn in Nederland 100.000 mensen besmet

met Hepatitis B of C. Het precieze aantal is moeilijk te

schatten, omdat de meeste patiënten niet weten dat zij

de ziekte hebben. Het Nationaal Hepatitis Centrum roept

mensen uit risicogroepen op zich te laten testen.

ANP ■

Brigitte Tebbe

TvV juli/augustus 2010 • KNOV 75

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 75

Page 76: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

BERICHTEN

76 TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Cong

res

en C

ursu

sU

itg

ebre

ide

info

rmat

ie o

ver

de

in d

it o

verz

ich

t o

pg

eno

men

cu

rsu

ssen

, co

ng

ress

en e

n s

ymp

osi

a vi

nd

t u

op

de

web

site

van

Ken

nis

po

ort

Ver

losk

un

de:

w

ww

.ken

nis

po

ort

-ver

losk

un

de.

nl o

f o

p d

e in

de

teks

t aa

ng

egev

en w

ebsi

tes.

CO

NG

RES

/CU

RSU

SD

ATU

MPL

AA

TSIN

FOA

CC

RED

ITA

TIE

KO

STEN

(€

)

Visie

ont

wik

kele

n ip

v br

andj

es b

luss

en3-

9Zw

olle

ww

w.p

rakt

ijkon

dern

emer

.nl

235.

-

Coac

hing

cla

ss v

oor v

erlo

skun

dige

n6,

13,2

7-9;

11-1

0;1,

22-1

1;6-

12;3

,24-

1;14

-2w

ww

.am

ethi

sttra

inin

gcoa

chin

g.nl

16 u

ur18

00,-

Curs

us b

arin

gdsp

ijn v

anui

t neu

row

eten

scha

ppel

ijk p

ersp

ectie

f7,

28-

09Ha

arle

mw

ww

.stic

htin

gito

n.nl

21 p

nt30

+36

0

Zwan

gers

chap

en

psyc

hatr

ie, v

ol v

erw

acht

ing

en u

it b

alan

s9-

9Co

rpus

, Oeg

stge

est

ww

w.lk

pz.n

laa

ngev

raag

d22

5,-

Krac

ht v

an B

egel

eidi

ng; b

eval

len

doe

je n

iet a

lleen

; clie

ntge

richt

e be

gele

idin

g9,

16-9

R'da

mw

ww

.var

.nl

16 u

ur50

0,-/

475,

-

19th

Wor

ld C

ongr

ess

on U

ltras

ound

and

Gyn

aeco

logy

13,1

4,15

,

Man

agem

ent i

n de

gez

ondh

eidz

org

14-9

-201

0 (9

x)Ei

ndho

ven

ww

w.v

vaa.

nl16

uur

3000

,-

New

born

Life

Sup

port

16-9

Riel

ww

w.s

shk.

nl7,

5 uu

r49

5,-

New

born

Life

Sup

port

17-9

Riel

ww

w.s

shk.

nl7,

5 UU

R49

5,-

Pren

atal

e sc

reen

ing

21,2

8-9

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l14

uur

500,

-

Glo

bal c

ongr

ess

of m

ater

nal a

nd in

fant

hea

lth22

,23,

24,2

5,26

-9Ba

rcel

ona

ww

w.g

loba

lcong

ress

2010

.com

321,

-

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

23-9

Boxm

eer

ww

w.a

cute

verlo

skun

de.n

l7,

5 uu

r33

5,-

Wor

ksho

p In

a M

ay G

aski

n: p

reve

ntie

nie

t-vor

dere

nde

onts

luiti

ng e

n ui

tdrij

ving

24-9

Amst

erda

mw

ww

.mid

wife

ryex

perti

sece

ntre

.nl

aang

evra

agd

95,-

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

25-9

boxm

eer

ww

w.a

cute

verlo

skun

de.n

l7,

5 uu

r33

5,-

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

26-9

Boxm

eer

ww

w.a

cute

verlo

skun

de.n

l7,

5 uu

r33

5,-

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

27-9

Boxm

eer

ww

w.a

cute

verlo

skun

de.n

l7,

5 uu

r33

5,-

Verd

iepi

ngsc

ursu

s ee

rtsel

ijns

echo

graf

ie29

-9Ed

ew

ww

.stb

n.nl

80,-

Mid

wife

ry T

oday

Inte

rnat

iona

l Con

fere

nce:

Brit

h is

a hu

man

rigt

hs29

,39-

9; 1

,2,3

-10

Stra

atsb

urg

ww

w.m

idw

ifery

toda

y.com

Pijn

tijd

ens

de b

eval

ling

anno

201

030

-9Am

ersf

oort

ww

w.s

cem

.nl

159,

-/197

,-/10

0,-

OK

T-10

Bekk

enpi

jn1-

10ce

ntru

m B

TRw

ww

.bek

kent

hera

pie.

nl

6 uu

r

Krac

ht v

an b

egel

eidi

ng1,

11-1

0N

ijmeg

enw

ww

.av-

m.n

l16

uur

500,

-

Uitw

endi

ge v

ersie

5-10

VAA

ww

w.v

erlo

skun

deac

adem

ie.n

l

[vet

]Bor

stvo

edin

g bl

ijft[v

et]

5-10

Ede

ww

w.b

orst

voed

ingb

lijft.

nl

Pren

atal

e gr

oeps

voor

licht

ing

5-10

Eind

hove

nw

ww

.av-

m.n

l8,

5 uu

r23

5,-

V-M

is tra

inin

g5-

10Ed

ew

ww

.stiv

o.nl

/pro

fess

iona

ls3

uur

155,

-

Uitw

endi

ge v

ersie

7-10

;4-1

1;2-

12Ro

tterd

amw

ww

.va-

r.nl

16 u

ur16

25,-/

1540

,-

Inte

rnat

iona

l Stil

lbirt

h Al

lianc

e8-

10Sy

dney

ww

w.is

aisp

id20

10.c

om

20th

Wor

ld C

ongr

ess

on U

ltras

ound

and

Gyn

aeco

logy

10,1

1,12

,13,

14-1

0Pr

aag

ww

w.is

uog.

org

ITV

train

ing

toet

sgro

epbe

gele

ider

s12

-10;

04,

22-1

1Ut

rech

tw

ww

.kno

v.nl

ja, a

kkoo

rdge

en

Curs

us e

vide

nce

base

d m

edici

ne v

oor t

oets

groe

pbeg

elei

ders

13-1

0Ro

tterd

amw

ww

.va-

r.nl

geen

Rean

imat

ie n

eona

at, s

chou

derd

ysto

cie e

n st

uitg

eboo

rte12

-10

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l6

uur

362,

50/3

40,-

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 76

Page 77: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

BERICHTEN

77TvV juli/augustus 2010 • KNOV

rean

imat

ie v

olw

asse

ne (i

ncl.

zwan

gere

, ecla

mps

ie e

n flu

xus

15-1

0Ro

tterd

amw

ww

.va-

r.nl

6 uu

r36

2,50

/340

,-

Visie

ont

wik

kele

n ip

v br

andj

es b

luss

en22

-10

Zwol

lew

ww

.pra

ktijk

onde

rnem

er.n

l23

5,-

Kind

erzie

kten

en

Cong

enita

le a

fwijk

inge

n24

-10

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l5

uur

245,

-

Hygi

ëne

& In

fect

iepr

even

tie, r

eani

mat

ie v

olw

asse

ne tg

v in

fect

ies

25-1

0Ro

tterd

amw

ww

,va-

r.nl

6 uu

r36

2,50

Verv

olg

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

25-1

0w

ww

.acu

teve

rlosk

unde

.nl

Boxm

eer

7,5

uur

335,

-

Verv

olg

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

27-1

0w

ww

.acu

teve

rlosk

unde

.nl

Boxm

eer

7,5

uur

335,

-

Verv

olg

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

28-1

0w

ww

.acu

teve

rlosk

unde

.nl

Boxm

eer

7,5

uur

335,

-

Verv

olg

Basis

curs

us A

cute

ver

losk

unde

29-1

0w

ww

.acu

teve

rlosk

unde

.nl

Boxm

eer

7,5

uur

335,

-

Zuid

elijk

e ee

rste

lijns

dag

27-1

0Ei

ndho

ven

ww

.eer

stel

ijnsd

ag.n

l

NO

V-1

0

Life

Sav

ing

Skill

s2-

11M

aast

richt

ww

w.a

v-m

.nl

*=1,

15 U

UR39

0,-

Krac

ht v

an b

egel

eidi

ng; b

eval

len

doe

je n

iet a

lleen

, clie

ntge

richt

e be

gele

idin

g2,

9-11

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l16

uur

500,

-

Bege

leid

ing

bij b

orst

voed

ing

4, 2

5-11

Maa

stric

htw

ww

.av-

m.n

l, w

ww

.stb

n.nl

Man

agem

ent i

n de

gez

ondh

eidz

org

5-11

-201

0 (9

x)Ei

ndho

ven

ww

w.v

vaa.

nl16

uur

3000

,-

New

born

Life

Sup

port

11-1

1Ri

elw

ww

.ssh

k.nl

7,5

uur

495,

-

New

born

Life

Sup

port

12-1

1Ri

elw

ww

.ssh

k.nl

7,5

UUR

495,

-

Krac

ht v

an b

egel

eidi

ng12

,22-

11ei

ndho

ven

ww

w.a

v-m

.nl

16 u

ur50

0,-

Gen

eesm

idde

len

en c

onge

nita

le a

fwijk

inge

n16

-11

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

laa

ngev

raag

d24

5,-

Foet

ale

echo

card

iogr

afie

, van

vie

rkam

erbe

eld

tot g

ecor

rigee

rde

trans

posit

ie16

-11

Amst

erda

m, V

Uw

ww

.vum

c.nl

250,

-

Basis

curs

us e

chos

copi

e 1s

te li

jn16

, 30-

11;1

4-12

;18-

01,

1-2;

15,

26-3

Maa

stric

htw

ww

.av-

m.n

l16

uur

2500

,-

Obs

tetri

c M

edec

ine

Ern

stig

e in

fect

ies

en a

nder

e sp

oedg

eval

len

bij m

oede

r en

kind

18-1

1Ed

ew

ww

.sce

m.n

l4

uur

149,

-

Prec

once

ptie

zorg

18,2

5-11

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l11

uur

500,

-

3rd

EMA

Educ

atio

n Co

nfer

ence

19,2

0-11

Mad

eira

ww

w.e

urop

eanm

idw

ives

.eu

Hygi

ëne

en In

fect

iepr

even

tie, r

eani

mat

ie z

wan

gere

23-1

1Ro

tterd

amw

ww

.va-

r.nl

6 uu

r36

2,50

/340

,-

Scho

lings

dag

prak

tijka

ssist

ente

n25

-11

Nijm

egen

ww

w.a

v-m

.nl

170,

-

Zorg

rond

de

pasg

ebor

ene

29-1

1Ed

ew

ww

.sce

m.n

l10

0,-

Pren

atal

e G

roep

svoo

rlich

ting

30-1

1M

aast

richt

ww

w.a

v-m

.nl

8,5

uur

235,

-

DEC

-10

Man

agem

ent i

n de

gez

ondh

eidz

org

2-12

-201

0 (9

x)Ei

ndho

ven

ww

w.v

vaa.

nl16

uur

3000

,-

hech

ten

8-12

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l4

uur

270,

-

Scho

lings

dag

prak

tijka

ssist

ente

n8-

12N

ijmeg

enw

ww

.av-

m.n

l17

0,-

Infe

ctie

ziekt

en in

de

zwan

gers

chap

; alg

. bee

ld e

n co

nseq

uent

ies,

bele

id14

-12

Rotte

rdam

ww

w.v

a-r.n

l5

uur

245,

-

JAN

-11

Ik z

ie ie

ts b

ij uw

kin

dje…

28-1

Ede

ww

w.s

cem

.nl

JUN

-11

ICM

29t

h Tr

ienn

al C

ongr

ess

19,2

0,21

,22,

23-0

6Du

rban

, Sou

th A

frica

ww

w.m

idw

ives

2011

.org

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 77

Page 78: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Zet jij de stap naar waarneming in onze praktijk???

Wie zijn wij? Wij zijn een snelgroeiende verloskundige praktijk in Almere bestaande uit drie maten. We werken in drie

stadsdelen, waaronder de nieuwbouwwijk Almere Poort. Persoonlijke aandacht, warmte en voldoende tijd voor de cliënten staan bij ons hoog in het vaandel. We

hebben een goede samenwerking met de tweedelijn en ongeveer 300 inschrijvingen per jaar.

Waar zijn wij naar op zoek? In verband met een zwangerschapsverlof van één van ons, zoeken wij een waarneemster die vanaf half

augustus 2010 tot en met begin januari 2011 kan waarnemen. Het gaat om 3 tot 4 dagen per week. Ben jij die leuke, gezellige en lieve verloskundige die wij zoeken

en lijkt het je leuk om ons team te komen versterken gedurende 5 maanden? Reageer dan snel door je sollicitatiebrief en CV op te sturen of te mailen.

Voor vragen kan je altijd bellen op 06-51009420 of mail naar [email protected]

Verloskundige praktijk “De Eerste Stap” Angela Klaassen, Dagmar Kurtze en Manon Draijer

Achterwerf 301A, 1357 DD Almere Haven

Bartokweg 161, 1311 ZX Almere Muziekwijk Duitslandstraat 104, 1363 BG Almere Poort

Tel: 036-5400266 / Mob: 06-51009420

Duo praktijk voor verloskunde is een praktijk waargoede medische zorg gecombineerd wordt met tijd enaandacht.Wij werken in Halfweg, Zwanenburg, Spaarndam, e.o.

Waarneming gezocht per 1 september 2010

Wegens vertrek van een van ons zijn wij per 1 september 2010 opzoek naar een enthousiaste waarneemster.Voor gemiddeld 4 dagen per week voor een periodevan minimaal 3 maanden.Bij een goede samenwerking is verlenging van dewaarneemovereenkomst mogelijk. Op termijn is ookassociatie bespreekbaar.

Voor meer informatie over Duo: www.duo-verloskunde.nl

Spreekt het je aan om in een praktijk met extra tijd enaandacht voor de cliënten aan het werk te gaan?Stuur dan je reactie en CV naar:

Duo praktijk voor verloskundetav E.H. Zwiers ovv sollicitatieMientekade 141165 LM HalfwegOf mail naar: [email protected]

Stageplaatscursus echografie nodig?

Als verloskundig opleider en echografiste bied ik je de mogelijkheid om je stageperiode ineigen praktijk te volgen.

Beste collegaʼs:“Op zoek naar een stageplaats voor mijn cursusechografie aan de Fontys Hogeschool vond ik eenprofessioneel opleider die mij in mijn eerstelijnsverloskundigen praktijk kwam begeleiden.Voor mijis dit een goede en prettige ervaring geweest.Ik kan je haar van harte aanbevelen.”(Verloskundige eerstelijns duopraktijk).

Wat ik verder nog te bieden heb is:• advisering m.b.t. de aanschaf van apparatuur.• vervanging echospreekuur.• flexibele werktijden (ook ’s avonds).

Bel of mail naar:

Annet BraaksmaNieuwstraat 185311 BG GamerenTel. 0418-639739 / 06-22558361e-mail: [email protected]

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

� � � � �

� �

����� � � �

� � � �

� �

� �

� � � � � � �

� � � � � � �

�� � �

� ���

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 78

Page 79: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

GEBOREN

Noah, zoon van Evelien en Rob Bakkers-Dunselman,

Piet Avontuurstraat 68, 4818 TH Breda

Thijs, zoon van Margreet en Walter Brand-van Belzen,

de Rietvoorn 23, 2661 KC Bergschenhoek

Tom, zoon van Deborah Gerrits en Dick Visch,

Grote Poortstraat 88, 3841 AM Harderwijk

Meintje, dochter van Lotte en Sven Heeren-Liesker,

Dorpstraat 24, 4851 CM Ulvenhout

Nina, dochter van Kim Luth en Jordy Tabor,

De Plaetse 154, 5708 ZJ Helmond

Duco, zoon van Angela Ruiter en Bjorn Jeurissen,

Zuidpoldersingel 139, 2645 LA Delfgauw

Nienke, zoon van Hanneke en Pascal van Vlodrop-

Heebink, Andoornweg 31, 5361 PA Grave

Mart, zoon van Elja en Gerrit Zielman-van der Kuil,

Azaleastraat 14, 3772 HK Barneveld

Noor, dochter van Linda en Jan Bunt-van den Berg,

Brug. Gaarlandtstraat 52, 4205 CD Gorinchem

Laurens Frederik Olav, zoon van Olav en Rieneke

Alberga-Repko, Schippersmeen 14, 3844 CR Harderwijk

Merle Norah, dochter van Esther en Chris Rietveld-Leene,

Lentetuin 1, 3772 VS Barneveld

Tim, zoon van Edith Bischofs en Jo van Deik, Aureus 85,

6661 SG Elst,

Bart, zoon van Liesbeth van der Esch en Roosmarijn

Emmelot, Molenaarserf 92, 3991 KT Houten

SECTOR NOORDOOST NEDERLAND

Nieuwe leden (m.i.v. 01-07-2010)

Mw. M. Blokzijl-Huisman, De Esdoorn 13, 9781 VE

Bedum – Asp

Mw. I. de Jongh, Prinses Ireneplateau 61, 3554 HW

Utrecht – WN

Mw. S.C. Sok, Marsstraat 125, 9742 EN Groningen – Asp

Mw. F. Strating, Beukenlaan 57, 9741 HK Groningen - Asp

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2010)

Mw. M. Groenouwe, Gieterijstraat 2f, 7411 EC

Deventer - VID

SECTOR NOORDWEST NEDERLAND

Nieuwe leden (m.i.v. 01-07-2010)

Mw. H. vd Lagemaat, Erica 15, 3317 HG Dordrecht – Asp

Mw. M. Slippens, Paardebloem 39, 1689 RN Zwaag – Asp

Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2010)

Mw. M. Breederveld, Omval 56, 1812 NB Alkmaar – VID-zhs

Mw. B.E. van Kooten, Sleper 38, 3448 WJ Woerden - WN

SECTOR ZUID NEDERLAND

Nieuwe leden (m.i.v. 01-07-2010)

Mw. M.J.F.H. Cleven, van Myrlaerstraat 6, 5864 BN

Meerlo – Asp

Mw. N. Gost, Fort Sint Michiel straat 37, 5922 XC

Venlo – Asp

Mw. D. Jansen, Oratoriumhof 5, 2992 AS

Barendrecht – Asp

Mw. W. Jonkhout, Labouréstraat 2, 6191 CE Beek – Asp

Mw. R. van Lee-van den Broek, Schoor 7, 5422 CK

Gemert – WN

Mw. M. van Swaaij, ’t Wasven 8, 4661 AJ Halsteren – Asp

Mw. M. Rouweler, Verdistraat 44, 5624 DL Eindhoven – WN

Mw. L. Wagemans, Ruys de Beerenbroucklaan 55,

6129 HB Urmond - Asp

ART. 1

Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van

een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaar met

redenen omkleed schriftelijk binnen één maand na het

verschijnen van het officiële verenigingsorgaan bij het

Bestuur kenbaar maken.

BERICHTEN

Geslaagd

Personalia

79TvV juli/augustus 2010 • KNOV

Op 21 juni jl. werd aan vier verloskundigen het

Masterdiploma uitgereikt. Van links naar rechts

Loes Moll, Nelleke Agterhof, Joke Brandenbarg

en Aline Guijt

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 79

Page 80: 200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:26 Pagina ... · hoogstaande verloskundige zorg op 2e lijns niveau. U bent enthousiast, flexibel en klantgericht, beschikt over relevante

Moeders voor Moeders...

De organisatie van Moeders voor Moeders zamelt urine in van zwangere vrouwen. Uit de urine van deze vrouwen wordt het hCG-hormoon gewonnen. Dit hormoon wordt door farmaceutische bedrijven verwerkt tot een geneesmiddel, dat wordt gebruikt bij vruchtbaarheidsbehandelingen.

Moeders voor Moeders is onderdeel van MSD.

...heeft elke druppel keihard nodig!

200641 - TvV juli/augustus.qxp:TvV 12-07-2010 12:27 Pagina 80